2 minute read

Klimop, najaarsbloeier bij uitstek

Boomblauwtje — Rik Desmet

Klimop is een veelbesproken plant in goede en slechte zin: sommige huiseigenaars gruwelen ervan, natuurliefhebbers bejubelen ze. Er iets over meenemen in deze Meander heeft uiteraard met de bloei te maken als nectarbron in het najaar maar ook met de vernieuwde opflakkerende heksenjacht op deze groenblijver in tuinen en parken.

Advertisement

We zien weer meer de doorgezaagde stam van deze klimplant met als reden muurschade of nadeel voor de boom. Meerdere publicaties getuigen over het tegendeel: klimop isoleert een muur en schaadt niet behalve bij kalkmortel in de voegen (alleen bij oude gebouwen). Hij kan de kruin verzwaren bij storm wat voor oude of zwakke bomen een nadeel is en bij een huis kan hij door zijn wortelstel afvoerbuizen verstoppen. Tot daar de vraagtekens en we willen er aan toevoegen dat men toch best de plant in toom houdt als ze in de buurt van dakgoten en dakpannen komt en het best is ze niet tot daar te laten doorgroeien. Ook in bossen en parken kan de ‘tapijt’groei de opkomst van bosplanten en paddenstoelen verhinderen en dan kan enig beheer aangewezen zijn. Dat alles weegt weinig op tegen de natuurwaarde van klimop. Laat ons maar genieten van zijn bloei in deze periode. Zeker na de droogte dit jaar is het voor veel najaarssoorten een gedekte tafel: zowel dag- als nachtvlinders profiteren daarvan. Bij de dagvlinders kennen jullie allen de beelden van Atalanta's, gehakkelde aurelia’s en dagpauwogen op de bloei. Atalanta's en distelvlinders peppen zich nog op voor de terugtrek richting Afrika en de twee andere bu eren zich voor de winterslaap. Weinig gekend is dat de citroenvlinder mooi gecamoufleerd overwintert tussen de vergelende klimopbladeren. In de loop van het jaar zien we ook meer en meer boomblauwtjes in de buurt van klimop. Dat is normaal, in het voorjaar zitten de rupsen dan ook op knoppen van vuilboom en hulst, maar in het najaar op die van klimop, daar worden de eitjes afgezet. Naast de dagvlinders is het ook een weelde aan zweefvliegen, oorwormen, hooiwagens, sprinkhanen en bijen waaronder de klimopzijdebij, ook een typische najaarssoort. Geen wonder dat klimop ook het aantal vogels in uw tuin op die manier opdrijft: voedsel, zowel in de vorm van insecten en later met de bessen, gegeerd door merels, winterkoningen en co, ook als nest- en slaapplaats.

Klimop in de stad en dorp speelt een belangrijke rol voor meer natuur, maar ook als stofvanger en klimaatregelaar. En zeker niet te vergeten is het legioen aan herfst- en winternachtvlinders dat tijdens de bloei er op af komt: bruine herfstuil, volgeling, roesje, agaatvlinder, vierkantvlekuil ea en niet te vergeten van oktober tot april doorlopend, dus ook tijdens de winter ook nog andere soorten als de zwartvlekwinteruil, die aan een opmars bezig is. En dan is er nog het zwart weeskind, onlangs te gast bij Nature Today op internet (aanbevolen!) met verspreidingskaartjes die ook van die soort de toename de laatste jaren laten zien, onder invloed van het klimaat of dank zij de klimop in de steden? Wie zal het zeggen, maar gasten in huis kijken raar op als je zegt dat er de laatste week tien zwarte weeskinderen in de tuin gehuisvest waren, ‘op het smeer’, lokmiddel voor nachtvlinders wel te verstaan.

Norbert Desmet