Futures Magazine (NL) - DesignLab University of Twente

Page 1

FUTURES

1

Zijn burgers burgers de nieuwe nieuwe wetenschapper etenschappers? s? Een slim vestje vestje helpt kinderen kinder en ademen In welk welke e digitale wer wereld eld willen we we lev leven?


FUTURES

VOORWOORD

DE TOEKOMST IS NU! Wie had zich eind 2019 kunnen voorstellen dat een pandemie onze wereld in zo’n korte tijd drastisch zou veranderen? En dat Covid-19 de uitdagingen die we als samenleving moeten aangaan, zo zou transformeren? Als de afgelopen maanden ons iets hebben laten zien, dan is het wel dat er dringend behoefte is aan meer samenwerking tussen wetenschap en maatschappij. Toen het virus zijn greep op de wereld verstevigde, waren alle ogen gericht op universiteiten en technische instituten om te helpen bij de strijd tegen de pandemie. Terecht. Bij DesignLab is het onze ambitie om de kloof tussen de wetenschap en de rest van de wereld te overbruggen en nieuwe wegen in te slaan. 2020 heeft bewezen dat het onmogelijk is om dÊ toekomst te voorspellen, maar we kunnen ons wel voorstellen hoe een mooiere samenleving eruit zou kunnen zien en bedenken wat daarvoor nodig is. In Futures laten we zien hoe we die ambitie aanpakken. In de loop der jaren hebben we veel belangrijke projecten uitgevoerd met een sociale impact. Of het nu gaat om beschermende kleding voor daklozen, het bedenken van nieuwe manieren om burgers te betrekken bij de wetenschap, het testen van de ethische aspecten van de nieuwe CoronaMelder-app, of intensieve samenwerking tussen wetenschappelijke disciplines en de samenleving. DesignLab is het centre of excellence van de Universiteit Twente voor citizen science, responsible design en transdisciplinair werken. Dat maakt ons bij uitstek een plek voor postieve veranderingen. We zoeken en vinden verschillende manieren om de uitdagingen in de samenleving aan te gaan. Daarmee dragen we bij aan positieve maatschappelijke impact. We houden ons dus niet alleen bezig met slim textiel, 3D-prints en drones, we denken ook na over de toekomst van bijvoorbeeld kunstmatige intelligentie. The futures are now! Sabine Wildevuur, directeur DesignLab

INHOUD

6 Transdisciplinair onderzoek Is transdisciplinair een buzz word? Zeker niet, maar wat is het eigenlijk? Mascha van der Voort van DesignLab legt uit hoe een transdisciplinaire werkwijze ons helpt om de meest uitdagende problemen in de samenleving aan te pakken.

8 Responsible design thinking Vroeger zat ze in de robotica, maar nu draagt Cristina Zaga bij aan de oer-Hollandse zoektocht naar de beste manier om water te managen. En dat doet ze onder meer met de methode die responsible design thinking heet. Nieuwsgierig?

12 Interview Zes jaar geleden was Vanessa Evers een van de oprichters van DesignLab. Nu werkt ze vanuit Singapore aan haar missie voor technologie met de menselijke maat. Als directeur van het Institute of Science and Technology for Humanity. Wat kunnen we over en weer van elkaar leren?


3

16

24

Hackathon Drie studenten van de Universiteit Twente staken de hoofden bij elkaar voor een manier om leerschade bij scholieren tijdens lockdowns te voorkomen. Met hun app Mentor.Me wonnen David, Morteza en Gleb de EUvsVirus Hackathon. En ze kenden elkaar niet eens…

CoronaMelder Terwijl het corona-virus om zich heen greep, zochten wetenschappers en de overheid naarstig naar technologie om de uitbraak in te dammen. Bij DesignLab is de corona-app van de overheid getest.

18

28

Wearables Draagbare, slimme technologie in kleding die je gezondheid verbetert? Hellen van Rees en Edo de Wolf bewijzen dat het werkt. Van Rees met een vest dat astmapatiënten helpt ademen. En De Wolf met een pak dat daklozen warm en droog houdt.

Citizen Science Het is noodzakelijk om de samenleving bij het wetenschappelijk onderzoek te betrekken. Alleen zo kun je maatschappelijke vraagstukken oplossen. Daarom werkt DesignLab aan de oprichting van de UT Citizen Science Hub, die innovatieve methoden ontwikkelt voor citizen science.

22

30

Essay Responsible design moet maatschappelijke behoeften integreren in nieuwe technologische ontwikkelingen, betoogt Peter-Paul Verbeek, hoogleraar Filosofie van Mens en Techniek en mededirecteur van DesignLab. ‘Laat menselijke waarden de basis zijn voor de ontwikkeling en het gebruik van technologie.’

Master-Insert De professionals van de toekomst kijken over de grenzen van hun vakgebied heen. Ze werken samen met andere disciplines om maatschappelijke uitdagingen aan te pakken. De nieuwe Master-Insert Shaping Responsible Futures van de Universiteit Twente bereidt ze daarop voor.

4–11–18–27 WERK IN UITVOERING


FUTURES

WERK IN UITVOERING Binnen DesignLab veranderen we de wereld, iedere dag opnieuw. Ontmoet een paar van onze changemakers en zie wat ze doen.


5

FOTO ANNABEL JEURING

Hallo, ik ben Roelof de Vries postdoctoraal onderzoeker Behavior Change Technology

Ik werk aan Een interactieve eettafel, samen met Juliet Haarman. Daarmee willen we sociaal eetgedrag vastleggen. De tafel registreert het gewicht van de items op de tafel. Op deze manier wordt eetgedrag meetbaar, wat een belangrijke stap is om te begrijpen waarom en hoe we eten.


FUTURES

TRANSDISCIPLINAIR ONDERZOEK

MEER DAN ALLEEN DE KOPPEN BIJ ELKAAR Ja, transdisciplinair samenwerken is een veelgebezigd begrip. Maar het is zeker geen holle frase. Het is namelijk dé manier om dringende maatschappelijke vraagstukken aan te pakken. En DesignLab staat in de voorhoede, zegt Mascha van der Voort.

D

e term transdisciplinair is een vinding van Jean Piaget uit de jaren zeventig. Deze Zwitserse psycholoog schreef een artikel over nieuwe manieren van leren en samenwerken. Daarbij ontdekte hij dat een van de meest aansprekende voorbeelden een groep was, waarbinnen onderzoekers met elkaar werkten “binnen een totaal systeem, zonder vaste grenzen tussen disciplines”. Hun individuele vaardigheden en kennis werden versterkt door de dynamiek van de groep. Ideeën vloeiden ineen tot gemeenschappelijke concepten. Dit is de toekomst van de wetenschap, zo besefte de Zwitserse geleerde toen hij die transdisciplinaire onderzoeksgroep aan het werk zag. Naarmate onze wereld complexer wordt, kunnen alleen dergelijke teams de maatschappij vooruithelpen. Onderzoekers na Piaget werkten de transdisciplinaire methode vervolgens verder uit tot de ultieme samenwerkingsvorm. Binnen de wetenschap, maar ook daarbuiten. Volgens een rapport van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) kan transdisciplinair onderzoek zelfs complexe kwesties oplossen die tot nu toe buiten het bereik van de wetenschap vielen. “Door het combineren van het volle spectrum van wetenschappelijke en niet-wetenschappelijke kennisdomeinen, zoals lokale en traditionele kennis, culturele normen en waarden, kan transdisciplinair onderzoek wetenschappelijke inzichten aanvullen en transformeren in het belang van de samenleving”, zo valt te lezen in het document Addressing societal challenges using transdisciplinary research.

Vooruitkijken “Daarom is transdisciplinair werken een van onze centrale uitgangspunten”, vertelt Mascha van der Voort, een van de wetenschappelijke directeuren van DesignLab en hoogleraar Human Centred Design. “Toen we met DesignLab startten, was een van onze gedachten dat de academische wereld het beter moet doen als het gaat om het oplossen van maatschappelijke problemen. De Universiteit Twente is hierin vooruitstrevend, door zowel de technische als de sociale wetenschappen te omarmen. We bieden dus de perfecte omgeving om transdisciplinair onderzoek toe te passen.” De Universiteit Twente en vooral DesignLab zijn voortdurend bezig deze methode aan te scherpen. Van der Voort: “Twente wil de ultieme people-first university of technology zijn. Dat betekent dat we wetenschap en samenleving bij elkaar moeten brengen; we willen als portaal dienen voor het oplossen van maatschappelijke

Transdisciplinair onderzoek “Transdisciplinair werken gaat over het gebruik van een fris perspectief en creativiteit. Door het samenvoegen van disciplines en ervaringen genereren we nieuwe kennis en kunnen we de enorme uitdagingen van de huidige samenleving aangaan. DesignLab ondersteunt dit proces door middel van trainingen. Je kunt de fijne kneepjes niet onderwijzen, de methode onder de knie krijgen vergt tijd en oefening. Uiteindelijk is het aan de studenten, het personeel en de maatschappij om verder te gaan. En dat doen ze, dat zie ik dagelijks.” Mascha van der Voort


7 7

Mascha van der Voort

vraagstukken. Daarom ontwikkelen we het concept van transdisciplinair werken steeds verder.” Transdisciplinair werken biedt een praktische methode om kwesties aan te pakken die omstreden zijn of waar veel op het spel staat, schrijft de OESO in haar recente rapport. “Het kan een uitbreiding vormen van bestaand wetenschappelijke bewijs en meer innovatieve, holistische oplossingen bieden. Het kan zowel nieuwe wetenschappelijke inzichten als praktische maatschappelijke voordelen opleveren. Als zodanig is het een noodzakelijke aanvulling op – maar geen vervanging van – traditionele onderzoekspraktijken.” Escape room Er is echter niet één definitie van transdisciplinair werken, wil Van der Voort benadrukken. Het is veeleer een manier van werken die evolueert en voor verschillende mensen verschillende dingen betekent, legt ze uit. “We onderwijzen de methode nu binnen de Transdisciplinaire Master-Insert Shaping Responsible Futures, een zes maanden durend programma dat studenten kunnen volgen als aanvulling op hun masteropleiding. Het is geen kwestie van hard blokken om er goed in te worden. We laten onze studenten nadenken over wat deze methode voor hen betekent, waar

ze staan en hoe ze transdisciplinair werken in hun wereld kunnen toepassen.” Zo moest de eerste groep studenten die de MasterInsert volgde, een escape room bouwen waaruit deelnemers alleen konden ontsnappen in transdisciplinaire samenwerking. Dit hielp ze om direct de toegevoegde waarde van transdisciplinair werken te ervaren, aldus Van der Voort. “Een van de dingen die centraal staat in deze manier van werken, is dat je niet per se zoekt naar een snelle oplossing, je moet eerst het probleem analyseren. Is het wel een probleem? Hoe ziet het eruit, in al zijn aspecten?” Transdisciplinair werken is ook geen vast stramien, maar een aanpak die de intrinsieke nieuwsgierigheid van mensen, hun kennis en ervaring gebruikt om ze te versmelten tot nieuwe inzichten. “Dit is een belangrijk aspect: je voegt bestaande competenties en ervaringen samen om nieuwe deskundigheid te genereren. Daarom staat transdisciplinair onderzoek voor meer dan alleen het toepassen van kennis uit verschillende disciplines.”

utwente.nl/dl/transdisciplinary people.utwente.nl/m.c.vandervoort


FUTURES FOTO ERIC BRINKHORST

Cristina Zaga


9

INTERVIEW CRISTINA ZAGA

“IK DENK NA OVER DE TOEKOMST WAARIN WE WILLEN LEVEN” Vroeger zat ze in de robotica, maar nu helpt Cristina Zaga onder meer de inwoners van Twente met het managen van water. Hoe pakt de onderzoeker van DesignLab dat aan? Met responsible design thinking en de magie van samenwerking.

Voor een land dat bekend staat om zijn droge voeten, heeft Nederland in het recente verleden veel te kampen gehad met water. Een deel van het probleem is dat als het regent, het tegenwoordig giet. Het water sijpelt niet meer zo makkelijk weg. Of ze kon helpen, was de vraag aan Cristina Zaga, als specialist responsible design thinking en postdoctoraal onderzoeker verbonden aan DesignLab. “Een van de problemen is dat sommige mensen hun tuinen graag betegelen, makkelijk in onderhoud, maar ook zeer waterdicht”, vertelt ze. Zaga is betrokken bij een project dat probeert een nieuwe manier te bedenken om het water in de regio Twente beter te beheren. Hiertoe werkt ze onder andere samen met de provincie Overijssel, gemeente Enschede, de burgers van die stad en diverse andere belanghebbenden. Het is niet de bedoeling van het project om direct met een perfect passende oplossing te komen, legt Zaga de aanpak van responsible design thinking uit. Het gaat om analyseren wat het eigenlijke probleem is, de context te definiëren en om denkrichtingen te verkennen om tot een oplossing te komen. Zaga: “Met zo’n veelzijdig probleem als water wil je dat de verschillende partijen elkaar begrijpen, zodat ze inzien dat ze wel moeten samenwerken. We gebruiken daartoe een soort rollenspel, waarbij we de partijen vragen om bijna letterlijk in elkaars schoenen te staan, om elkaars standpunt te zien. Op deze manier willen we empathie over en weer creëren, ervoor zorgen dat iedereen ziet wat de impact van het probleem is.” Wat betekent die aanpak voor het waterbeheer en het probleem van de betegelde tuinen? Moet de gemeente de inwoners van Enschede niet gewoon dwingen om

hun tegels eruit te halen? Niet zo snel, zegt Zaga. “Wat wij bij DesignLab doen, is gebaseerd op responsible design thinking. Dat klinkt heel ingewikkeld, maar in wezen betekent het dat we ons niet alleen richten op de oplossing, maar ook op het probleem. Door mogelijke oplossingen te verkennen, bekijken we het probleem uit een andere hoek. Onderdeel van de aanpak van DesignLab is om de interactie tussen technologie en maatschappij als uitgangspunt te nemen. Welke rol kan technologie spelen in de aanpak van maatschappelijke problemen, en welke implicaties heeft dat dan? We ontwerpen met alle partijen een oplossing en sluiten compromissen als het nodig is.” Expert in methodes Het is een terugkerend thema in Zaga’s werk, samenwerking en co-creatie. Het project om de bodem weer meer water te laten opnemen, is een zeer goed voorbeeld van haar werk bij DesignLab. Ze ontwerpt processen om de grote problemen in de samenleving aan te pakken. Zaga werkt hiertoe samen met allerlei professionals: wetenschappers, technici, studenten en moderators – de specialisten die de sessies met de stakeholders daadwerkelijk leiden. “Het is mijn rol om een helikoptervisie te hebben op de gebruikte methoden: dragen ze echt bij aan het oplossen van het probleem? Om met moderators, onderzoekers en studenten de benadering te ontwikkelen die het beste past bij de uitdaging.” Maar ze beschouwt zich in de eerste plaats als een onderzoeker. “Ik analyseer de sessies die we met de verschillende stakeholders hebben, om te beoordelen hoe goed de methoden doen wat we willen. Vervolgens probeer ik in overleg met de mensen van DesignLab te achterhalen wat


INTERVIEW CRISTINA ZAGA

FUTURES

werkt en wat er moet worden verbeterd.” Zaga benadrukt dat ze geenszins specialist is op het gebied van watermanagement. “Ik ben geen expert in welke kwestie we ook proberen aan te pakken, maar in de methode.” Ze is ook niet op zoek naar een snel antwoord; haar focus ligt op duurzame oplossingen. “Ons doel is om een impact te hebben op de maatschappij.” Dus, als het gaat om het water, waarom zou de gemeente niet gewoon een verordening uitvaardigen die het betegelen van tuinen verbiedt? Dat klinkt eenvoudig, maar zo bereik je niks, zegt Zaga. “Responsible design is een benadering vanuit de basis, waarbij burgers inspraak hebben in het ontwerp van oplossingen die hun levens zullen beïnvloeden.” Zo bereik je betere resultaten, weet ze. Ze gelooft daarom sterk in symmetrische processen waarbij alle belanghebbenden betrokken zijn, in plaats van een oekaze van bovenaf. Met deze aanpak worden de meest duurzame oplossingen bereikt, aldus Zaga. “We leven in een complexe samenleving. Corona is een goed voorbeeld. In Italië, mijn thuisland, is door de overheid een app gemaakt om de ziekte te bestrijden. Ze voerden het beleid top-down uit en wat is het resultaat? De app is nooit echt van de grond gekomen.” In Nederland is de nieuwe app getest in DesignLab, vertelt ze. “Met behulp van onze methodes. We laten gewone mensen meewerken aan het ontwerpproces. Voldoet het aan hun wensen? Begrijpen ze hoe het werkt? Het vroegtijdig betrekken van burgers vergroot de kans dat het ding daadwerkelijk doet wat het moet doen, mensen helpen.” Herzien en herkaderen Responsible design thinking biedt ook geweldige mogelijkheden voor samenwerking in transdisciplinaire teams. Niet alleen bij grote maatschappelijke vraagstukken, maar ook bij het bedenken van nieuwe producten. Zaga: “Vroeger was het zo dat een bedrijf een probleem of een kans zag en vervolgens probeerde een oplossing te vinden. Er werd een prototype gemaakt en als het werkte, begon de productie.” Zo werkt het niet bij DesignLab. “Met een team beginnen we met het vaststellen van het precieze probleem. Wat proberen we hier te doen? Is het wel nodig? We haasten ons niet om een prototype te maken. We vinden eerst een manier om het probleem te benaderen.” Pas daarna starten de ontwerp- en ontwikkelactiviteiten. Niet om meteen een prototype te bouwen, maar om te proberen ideeën tastbaar te maken met de constructie van

een zogenoemd boundary object. Zaga verontschuldigt zich voor het jargon. “Als een idee eenmaal een fysieke vorm heeft en tastbaar wordt, is het makkelijker om erover te praten, na te denken over de vraag of dit precies de richting is die we op willen gaan.” Herzien en herkaderen zijn zeer belangrijke onderdelen van deze aanpak van DesignLab, zegt Zaga. Je moet je voortdurend afvragen of je de juiste kant opgaat. “We nemen soms zelfs letterlijk afstand van het project en kijken of we nog steeds in de juiste richting gaan.” Zaga’s eigen leven zou je kunnen zien als een schoolvoorbeeld van herzien en herkaderen. Ze komt uit een arbeidersgezin in Noord-Italië; de eerste in de familie die een academische opleiding volgde. Haar carrière bracht haar na verschillende studies naar de Verenigde Staten, waar ze werkte aan robots voor kinderen. Maar het is in Twente waar ze haar roeping heeft gevonden. Nu voelt ze de behoefte om de wereld terug te betalen voor de kansen die ze heeft gehad. Als postdoctoraal onderzoeker werken bij DesignLab past perfect bij haar. “Uiteindelijk is mijn werk om na te denken over de toekomst waarin we willen leven. Technologie kan daar een groot deel van uitmaken, maar het is responsible design thinking dat oplossingen biedt.” Innovatie moet nooit een doel op zich zijn, stelt ze. “Kijk naar Facebook. Toen het voor het eerst uitkwam, was iedereen er verliefd op; wat een geweldige manier om in contact te blijven met anderen. Maar nu is het veranderd in een bron van nepnieuws en onverdraagzaamheid, en neemt de weerstand tegen het medium toe. Niemand heeft ooit nagedacht over ethische aspecten tijdens de ontwikkeling. Daardoor is het niet op een verantwoorde manier ontworpen.” Het zijn dat soort fouten die Zaga heel graag wil vermijden met behulp van de aanpak van DesignLab. Ze wil een positieve impact maken. “DesignLab geeft mensen de kans om dat te doen. Ik hoop dat studenten optimaal gebruik maken van de mogelijkheden die deze plek biedt. Ik zie dat veel studenten meer zelfvertrouwen krijgen omdat ze leren functioneren in een transdisciplinair team. Wie weet wat ze gaan doen, wat ze zullen bedenken.”

utwente.nl/dl/responsible-design people.utwente.nl/c.zaga


WERK IN UITVOERING

Hallo, ik ben Denisa Licu masterstudent Interaction Technology

Ik werk aan Het spotten van wilde zwijnen met behulp van drones. Het project is een samenwerkingsverband tussen de Universiteit Twente, de provincie Overijssel en Space53. Het doel is om te zien of de populatie wilde zwijnen van bovenaf kan worden gespot en gevolgd. Op deze manier kan de regionale overheid de zwijnenpopulatie efficiĂŤnter monitoren. https://www.utoday.nl/news/67822/using-drones-tospot-wild-boar

11


FUTURES

INTERVIEW VANESSA EVERS

“STUDENTEN ZIJN MEER BETROKKEN DAN OOIT” Vorig jaar zomer vertrok Vanessa Evers, medeoprichter van DesignLab, naar Singapore met een missie: de maatschappelijke impact van wetenschap en technologische innovatie verder vergroten. Via transdisciplinaire samenwerking, net als bij de Universiteit Twente. Dat levert weer waardevolle lessen op voor DesignLab.

‘‘J

De vraagstukken en de antwoorden verschillen niet zoveel tussen Nederland en Singapore, vertelt ze. “Om bijvoorbeeld kunstmatige intelligentie op een goede manier in te voeren in de financiële wereld is de input van verschillende disciplines vereist. Dit soort technologische ontwikkelingen moeten we op een positieve manier benutten en we moeten goed leren omgaan met negatieve aspecten. Daarvoor is samenwerking noodzakelijk met historici, politicologen, psychologen, sociologen, filosofen, bedrijfskundigen en anderen.” Wat verraste je aan de studenten? “Dat ze van de noodzaak tot samenwerking al veel eerder waren doordrongen dan ik me van tevoren had gerealiseerd. Ze voelen grote betrokkenheid bij deze ontwikkeling. Ze willen heel breed bezig zijn. Kijk naar het succes van de race op zonne-energie door Australië, waarvoor studenten uit allerlei richtingen zich opgaven. Ze willen studeren in een bredere context dan alleen hun eigen vak en zo hun studie meer betekenis geven. Door bijvoorbeeld plastic de wereld uit te helpen of te zorgen dat kunstmatige intelligentie niet iets bedreigends is voor mensen. Studenten willen zelf ook een grotere rol spelen in projecten.” Studenten zijn dus leidend, niet de universiteit? “In het begin van DesignLab dachten we nog dat wij professoren het allemaal zouden


13 FOTO RENATE BEENSE

“Het zelforganiserend vermogen van studenten is erg krachtig”

Vanessa Evers


FUTURES

INTERVIEW VANESSA EVERS

aan geparkeerde projecten. Mijn eerste doel was om daar bedenken en regelen, en dat uiteindelijk een student zou overzicht in te krijgen en een helder beleid te formuleren. mogen meedoen aan een project. Ik zag toen nog niet hoe groot het zelforganiserend vermogen van studenten is. Ook Nu ben ik vooral bezig met de broek op te houden voor het instituut, met de legitimiteit van het bestaan dus. Net de bedrijven die op bezoek kwamen, waren daarvan onder als bij DesignLab. Er spelen namelijk genoeg vragen in de de indruk. Dat zijn lessen die ik heb meegenomen naar maatschappij en het bedrijfsleven, waarop transdisciplinair Singapore.” onderzoek een antwoord kan vinden. Het is essentieel om vraag en aanbod op elkaar te laten aansluiten.” Hoe gaat het leven en werken in Singapore? “Het was wel even wennen, wonen op een universiteitscampus, met ons gezin, een hond en een Hoe pakken jullie dat in Singapore aan? kat. De laatste twee waren, wat onze kinderen betreft, “We hebben nu tachtig fellows geïdentificeerd, de besten in voorwaarde voor de verhuizing naar Singapore. De hun vak die internationaal meespelen. Ze zijn vaak al actief huisdieren moesten ook mee. Met een zoon in het laatste op een kruispunt van wetenschappelijke disciplines, zoals jaar van de lagere school, rijd ik geregeld naar de Hollandse e-health. Zij staan aan het front van onze multidisciplinaire school in het centrum van Singapore. Onze dochter zit onderzoeksprogramma’s en projecten. Het instituut inmiddels op de internationale school. Na een jaar voel ik koppelt ze met maatschappelijke partners. Qua filosofie me aardig ingeburgerd in de academische wereld hier. Ik verschillen DesignLab en het instituut niet zoveel; het gaat heb een tijdje in de Verenigde Staten gewoond en gewerkt, om samenwerking tussen wetenschappelijke disciplines die en dat kende ik al door en door. Ik krijg nu een beetje maatschappelijke vraagstukken oplossen in partnerschap gevoel voor hoe het hier in Azië werkt, met bedrijfsleven en overheid. Maar al is Singapore natuurlijk vooral een ik zie ook dat we in Nederland dingen heel internationale stad.” echt anders aanpakken.” “Team wetenschap Ook qua financiering? Hoe kijken ze hier tegen je missie “Deels. Bedrijven in Singapore spreken aan? is de toekomst, “Er wordt hier toponderzoek gedaan graag met een universiteit met prestige, naar technologie en innovatie. Maar ze hebben middelen en ze weten dat zo lossen we om positieve maatschappelijke impact onderzoek geld kost. In Nederland te hebben, heb je reflectie nodig op is men vaak onzekerder over het problemen op” wat er gebeurt in de wereld en welke rendement op investeringen. Bedrijven lessen we kunnen leren van eerdere en overheden in Singapore weten ons innovaties. Dat bepaalt de uiteindelijke makkelijker te vinden met vraagstukken impact van nieuwe techniek op de die één enkele discipline overstijgen. samenleving. Daarvan raakte Nanyang Technological En ze weten dat onderzoek geld kost en maken er budget University ook doordrongen. Toen ze begonnen, in 1991, voor vrij. De overheid in Singapore heeft zelf ook veel hebben ze de beste mensen aangetrokken. Inmiddels staat academici in dienst die een goede gesprekspartner zijn Nanyang in de wereldwijde lijsten van beste universiteiten, van ons. Ze hebben vaak een achtergrond in wetenschap met MIT en Oxford. Dat is wel een groot verschil met en technologie en kijken graag ver vooruit, merk ik in Nederland: de snelheid waarmee grote beslissingen gesprekken over thema’s als sociale woningbouw en worden genomen en de doelgerichtheid waarmee naar slimme steden.” een uitkomst wordt gewerkt. In Singapore bedacht de overheid dat er een topuniversiteit nodig was en dat zijn ze En de wetenschappelijke aanpak? gaan regelen. Maar toen kwam de vraag ook op: wat nu? “Met een sterke overheid als in Singapore, met veel geld, Wat betekenen we voor de wereld? Wat is eigenlijk onze moet je wel enig oog houden voor academische vrijheid, maatschappelijke impact? want daarmee boekt je uiteindelijk de beste resultaten. Een echt verschil in aanpak is dat ze veel meer bezig zijn met een einddoel, dan met de weg er naar toe, zoals En het antwoord werd het Institute of Science and in Nederland de neiging is. Daartoe nemen academici Technology for Humanity. hier vaak eerst een stap achteruit en bekijken ze eerst “Toen ik hier vorige zomer kwam, was het Instituut het geheel: wat is het probleem, is dat eigenlijk wel een nog maar net opgericht. Het management deden probleem en zo ja, wie zijn betrokken? Vervolgens bepalen universiteitsbestuurders erbij. Het was daardoor nog niet ze hun doel en gaan ze daar recht op af. In Nederland echt van de grond gekomen, maar er was wel een wirwar


15

Robots in de schoonmaak Een van de projecten die Vanessa Evers bij DesignLab is begonnen, gaat over robots voor de schoonmaakbranche. In de CAO voor deze sector is afgesproken dat schoonmakers meer technologie tot hun beschikking moeten krijgen om op een verantwoorde manier hun werk te doen. Robots, lijkt het logische antwoord. Toch is het nog niet zo makkelijk om een robot te laten schoonmaken. Robots werken goed in een omgeving waar juist geen mensen zijn en die heel voorspelbaar is. Denk bijvoorbeeld aan een productiestraat van auto’s. Maar als de omgeving chaotischer is, zoals een kantoor, heeft de robot daar moeite mee.

hebben we de neiging om meteen aan de slag te gaan en het einddoel als gegeven te nemen.” Hoe kijk je vanuit Singapore terug naar wat is bereikt in Nederland? “Er is veel bereikt sinds 2014, toen DesignLab is opgericht. Niet iedereen in de universiteit zag het toen zitten. Dat begrijp ik ook, maar het was wel een dappere keuze van de universiteit voor de ambitie van high tech, human touch. En nu zie je overal gelijksoortige initiatieven; de TU Delft zoekt toenadering tot de Erasmus Universiteit Rotterdam, en TU Eindhoven praat met Tilburg University.

In sessies met verschillende mensen uit de branche kwam DesignLab tot een lijst voorwaarden waaraan robots moeten voldoen om bij het schoonmaken te kunnen helpen. Hij moet onder andere slim zijn, ergonomisch werken ondersteunen en kunnen zien hoe vies een ruimte is. Met hulp van onder andere Lego Serious Play maakten de deelnemers zelfs al modellen hoe de robots van de schoonmaakbranche er uit zouden kunnen zien.

Wat DesignLab heel goed heeft gedaan, is een heel mooie en fijne onderwijsomgeving scheppen. Een centrum voor onderwijs en onderzoek. De volgende stap is wat mij betreft het binnenhalen en opzetten van grote transdisciplinaire onderzoeksprogramma’s. Team science is de toekomst, daar komen de oplossingen vandaan en daar zitten de budgetten.”

nisth.ntu.edu.sg people.utwente.nl/v.evers


FUTURES

#EUVSVIRUS HACKATHON

“DESIGN THINKING WERKT ECHT” David, Morteza en Gleb wonnen de eerste prijs tijdens een intense, driedaagse hackathon voor innovatieve oplossingen voor de sociale schade van de coronacrisis. Hun app Mentor.me helpt

Z

schoolkinderen om niet achter te blijven in hun ontwikkeling.

Morteza Kiani Anbouee

e hadden elkaar nog nooit eerder ontmoet. Gleb, Morteza en David studeerden aan de Universiteit Twente, maar bij verschillende faculteiten. Ze maakten zelfs deel uit van het zogeheten DreamTeam ­ – de groep studenten die DesignLab draaiende houdt – alleen deden ze dat op verschillende momenten. Maar begin april van dit jaar kruisten dan toch hun paden tijdens het invullen van een deelnameformulier voor de #EUvsVirus Hackathon, een initiatief van de Europese Commissie. Het doel van dit driedaagse evenement was om tot innovatieve ideeën te komen om de uitbraak van het coronavirus en de bijkomende sociale schade in de samenleving te bestrijden. Gleb Podorozhnyy (22) heeft Russische roots en staat op het punt om af te studeren in creative technology. Ecuadoraan David Chiriboga Gaibor (21) is van plan af te studeren in mechanical engineering. Morteza Kiani Anbouee (24) uit Iran studeert international business management en zit in zijn tweede jaar. Ondanks hun zeer verschillende achtergronden gingen ze samen de strijd aan met de coronacrisis. Hoe pakten ze dat aan?

Kinderen in isolement “We hadden niet de tijd om elkaar goed te leren kennen en rollen te verdelen naar talent”, vertelt Gleb. “Dat gebeurde gewoon organisch tijdens de driedaagse hackathon. Van vrijdagavond tot maandagochtend werkten we gezamenlijk aan ons project en ontdekten we elkaars sterke punten. Daarop hebben we verder gebouwd en elkaar versterkt.” Zo kwam David op het idee om iets met onderwijs te doen, een van de wedstrijdcategorieën. “Hij deed al veel onderzoek op dat gebied”, legt Gleb uit. “Dat heeft geholpen om onze gedeelde passie, om aan zinvolle en sociaal georiënteerde projecten te werken, in de praktijk te brengen”, voegt Morteza toe. Precies dat is ook een van de belangrijkste doelen van de pan-Europese hackathon: met innovatieve ideeën de sociale impact van de corona-uitbraak te minimaliseren. In totaal waren er meer dan 22.000 deelnemers uit verschillende lidstaten van de Europese Unie en daarbuiten. Samen bedachten ze meer dan tweeduizend oplossingen op het vlak van gezondheid en leven, bedrijfscontinuïteit, werken op afstand en onderwijs, sociale en politieke cohesie en digitale financiering. “We hebben ons gericht op onderwijs omdat kinderen tijdens de lockdowns in Europa erg geïsoleerd waren van hun leraren en klasgenoten”, zegt David. “Sociologisch onderzoek leert ons dat zoiets een grote invloed heeft op hun ontwikkeling en cognitieve vaardigheden. Zeker als het gaat om kinderen uit achterstandswijken


17

en onderontwikkelde landen.” Gleb Podorozhnyy

Menselijk contact Al brainstormend kwamen Gleb, Morteza en David tot een app die ze Mentor.me hebben genoemd. De app helpt scholieren om hun opleiding en sociale vaardigheden op gang te houden in tijden van lockdown en anderhalve meter afstand. Mentor.me koppelt leerlingen in het basisen middelbare onderwijs aan mentoren op school, maar ook met studenten aan universiteiten. Die groep heeft immers meer tijd over om te helpen; door corona waren bijna alle universiteiten gesloten. “De menselijke maat in technologie inspireert ons alle drie”, vertelt Gleb. “Ons dagelijks leven is grotendeels geautomatiseerd, maar technologie kan menselijk contact nooit vervangen. Want school gaat niet alleen over het leren van vakken, maar ook over het ontwikkelen van je sociale vaardigheden. Met deze app willen we dat proces gaande houden, ook al zijn scholen gesloten.” Terwijl David verder onderzoek deed naar de pedagogische aspecten, concentreerde Morteza zich op de beste functies voor de app en hield Gleb zich bezig met een aantrekkelijk en functioneel ontwerp. “Een eyeopener tijdens de hackathon was dat wat we op de universiteit in theorie hebben geleerd over design thinking, echt werkt zodra je aan een concreet project werkt”, vertelt Morteza. De jury was het daarmee eens. Het winnen van de hackathon resulteerde in een budget van vierduizend euro voor de verdere ontwikkeling van hun app. Een prijs gefinancierd door de Association of Nordic Engineers. “Maar om ons prototypeapp te ontwikkelen tot een levensvatbaar product, hebben we tien- tot vijftienduizend euro nodig”, zegt Gleb, die net als David en Morteza graag doorgaat met het project na zijn afstuderen. Dus als iemand interesse heeft…

David Chiriboga Gaibor

Europa versus corona Met het winnen van de Nederlandse wedstrijd kreeg de Twentse ploeg de kans om mee te doen aan de Matchathon voor Europese winnaars van #EUvsVirus. Tijdens dit online evenement werden deelnemende teams gekoppeld aan bedrijven, investeerders, versnellers en durfkapitaal wereldwijd om hun innovatieve oplossingen te realiseren. De Europese Commissie zal in samenwerking met EU-lidstaten en het H2020-fonds zorgen voor een vervolg voor de beste projecten die #EUvsVirus Hackathon en Matchathon hebben opgeleverd. H2020 is een Europees fonds voor onderzoek, innovatie en technologische ontwikkeling.

utwente.nl/dl/mentor-me


WERK IN UITVOERING

FUTURES

Hallo, ik ben Hellen van Rees onderzoeker sustainable and functional textiles, fashion designer

Ik werk aan Een vest dat kinderen met ademhalingsmoeilijkheden helpt. Het concept is eerst ontwikkeld als een houdingscorrigerend middel. Maar toen bleek dat het goed gebruikt kon worden voor de kleinste leden van de gemeenschap. hellenvanrees.com


19

WEARABLE TECHNOLOGY

SLIMME EN DUURZAME KLEDING DIE HELPT Draagbare, slimme technologie dringt onze kleding binnen. Hellen van Rees ontwierp een vestje waarmee astmapatiënten beter kunnen ademen. Edo de Wolf hield zich bezig met de Sheltersuit, dat vluchtelingen en daklozen warm en droog houdt. Ze deden het bij DesignLab.

H @hellenvanrees

ardloopsokken die adviseren over je looptechniek, onder­ goed dat je vertelt dat je moet ontspannen. Het zijn geen verzinsels uit een science­ fictionfilm, maar een greep uit het aanbod aan “slimme kleding” in de echte wereld. Door draagbare technologie te verwerken in sokken, ondergoed en andere kledingstukken kunnen we constant op de hoogte blijven van onze gezondheid en welzijn, en ons gedrag zo nodig aanpassen. Het is de volgende stap in de evolutie van zogenoemde wearables die we steeds vaker op ons lichaam dragen, zoals de bekende en immens populaire smartwatches en fitbits. Naar schatting dragen inmiddels 28 miljoen wereldburgers zo’n slimme armband die bijhoudt hoeveel stappen ze dagelijks zetten, hoeveel calorieën ze daarmee verbranden en hoe diep ze ’s nachts hebben geslapen. En net als met alle technologie worden wearables – en dan vooral de sensoren die de data verzamelen – steeds kleiner. En dat zorgt dat het aantal toepassingsmogelijkheden explosief toeneemt, zoals voor verwerking in textiel. Het resulteert in slimme rompertjes die waarschuwen als de baby zich op zijn buik heeft gedraaid, een Levi’s spijkerjasje dat je smartphone bedient, en een pyjama die je spieren helpt herstellen na een zware training. Booming business dus, met veel interessante

kansen om ons leven te verbeteren en te verduurzamen. Dat weet ook de Europese Unie die daarom twee jaar geleden startte met het subsidieprogramma Wear Sustain. Dit initiatief met 2,4 miljoen euro in kas financiert zo’n 48 projecten waarin kunstenaars, technici en ontwerpers samenwerken aan innovatieve en duurzame e-textiel en draagbare technologie. Mode- en textielontwerper Hellen van Rees en interactie-technoloog Edo de Wolf van de Universiteit Twente kregen beide financiering vanuit Wear Sustain. Van Rees voor een postuurvestje dat met e-textiel je lichaamshouding corrigeert, De Wolf voor het ontwikkeling van de Urban Safety Kit – een toevoeging aan de Sheltersuit – een pak dat daklozen beschermt tegen weer en wind. Beiden ontwikkelden hun innovaties bij DesignLab.


FUTURES

WEARABLE TECHNOLOGY

terugkoppeling door middel van licht, geluid of een signaal op de smartphone. Van Rees: “Dit vestje geeft zogeheten haptische feedback, die je kunt voelen in plaats van zien of horen. Bij een verkeerde houding trekt de stof samen waardoor je intuïtief rechtop gaat zitten.” Door alle aandacht in de media voor de vernieuwende methode weet een kinderlongarts de drie al snel te vinden. Of ze zoiets kunnen maken voor kinderen met ademhalingsproblemen. Samen met Medisch Spectrum Twente, Saxion hogeschool Enschede en orthopedische kliniek Ocon hebben ze nu een trainingsvestje voor ademhalingsoefeningen ontwikkeld. Anders dan bij het postuurvestje zit de feedback voor de kinderen op de buik in plaats van op de rug. “Het is als de hand van de Rechtop zitten fysiotherapeut waar ze naartoe moeten ademen”, vertelt In haar atelier in Enschede richt Hellen van Rees zich Van Rees. “Zo kunnen ze thuis oefenen op een betere en normaliter op exclusieve, handgemaakte kleding van leukere manier dan ze nu doen bij de fysiotherapeut.” duurzame materialen die ze zelf ontwikkelt. “Ik ontwerp Door het kleurrijke ontwerp zie je ook meteen dat het voor altijd vanuit het materiaal”, vertelt ze. “Garens zijn mijn kinderen is bedoeld. Op de plekken waar de elektronica zit basis. Daarmee maak ik nieuwe duurzame textielsoorten heeft Van Rees een 3D-geprinte behuizing gemaakt met met bijzondere eigenschappen.” blokjes erop waarmee de kinderen net Het idee voor het postuurvest kwam als met Lego zelf hun figuurtjes kunnen dan ook toen Van Rees een nieuw maken. textiel had ontwikkeld, gemaakt van “Ik had van tevoren nooit kunnen vilt. Omdat dit materiaal te stijf is om “Als student krijg je bedenken dat ik als modeontwerper kleding van te maken, bedacht ze aan een vraagstuk voor kinderen met vierkantjes die onderling met koord niet vaak de kans om astma zou werken. Ik was gewend zijn verbonden. “Daardoor zijn alle om mooie en verantwoorde mode te hoeken scharnierpunten. Als je een aan zoiets goeds maken. Nu doe ik dat voor kinderen die vierkantje beweegt, bewegen ze het hard nodig hebben.” allemaal. Het geheel wordt daardoor bij te dragen” Hoewel het prototype klaar is, moet flexibel en draagbaar.” Van Rees maakt er nog veel gebeuren voordat het er aanvankelijk kleding van, maar weet trainingsvestje beschikbaar is voor dan al: hier kan ze meer mee. kinderen met ademhalingsproblemen. Hoe snel dat De versnelling komt als ze vanuit DesignLab gaat gaat, hangt af van financiering en of er een bedrijf is werken, waar ze in aanraking komt met verschillende dat het daadwerkelijk op de markt wil brengen. Want wetenschappers van de Universiteit Twente, maar ook van dat valt buiten de reikwijdte van DesignLab. “Wij zijn daarbuiten. Samen met computerwetenschapper Angelika onderzoekers,” zegt Van Rees. “We bedenken nieuwe Mader en interaction designer Geke Ludden doet ze daar ideeën, testen die en maken een prototype. Maar we verder onderzoek naar mogelijke toepassingen van de stof. brengen geen producten uit.” “Geke ontwerpt producten en diensten die mensen motiveren en aanzetten tot gedragsverandering. En Iets goeds Angelika houdt zich bezig met draagbare technologie. “Wij houden ons bezig met de fuzzy front end,” zegt Edo “Ons doel was te onderzoeken hoe we het nieuwe textiel de Wolf, “het startpunt van nieuwe ideeën en concepten konden robotiseren. E-textiel is eigenlijk een combinatie voor productontwikkeling, en dus niet de daadwerkelijke tussen technologie, mode en kunst”, zegt Van Rees. productie.” De Wolf, student Interaction Technology aan Met elkaar komen ze uiteindelijk tot een prototype van een postuurvest. “Als we achter onze laptop zitten, de UT, is als projectcoördinator in dienst van DesignLab. zakken we vaak een beetje in elkaar. Dat is slecht voor je Hij werkte mee aan een nieuw versie van de Sheltersuit, rug en veroorzaakt pijnklachten. Dit vestje helpt je eraan een pak dat mensen die in de buitenlucht moeten slapen herinneren dat je rechtop moet zitten.” zoals vluchtelingen en daklozen, warm en droog houdt. Ook dat project kreeg subsidie van het Europese initiatief Wear Sustain. Prototype Het postuurvest uit de keuken van DesignLab onderscheidt “Bij DesignLab kijken we meer onderzoekend naar problemen en proberen we vervolgens met onderzoekers zich van meer gangbare vormen van slimme kleding. en studenten uit verschillende vakgebieden een oplossing De meeste wearables en e-textiel geven namelijk een


FOTO FRANS NIKKELS

21

“Je kunt het niet alleen doen” Geke Ludden over werken bij DesignLab “Wij werken bij DesignLab aan wearables. Dat zijn kledingstukken of accessoires die het welzijn van de drager bevorderen. Om zo’n belangrijk doel te bereiken, moeten mensen vanuit allerlei expertises met elkaar samenwerken. Ontwerpers, artsen, psychologen, informatici en experts op het gebied van elektronica leveren allemaal een bijdrage. Designlab is de plek waar ze kunnen samenkomen.” Geke Ludden is hoogleraar interaction design en research fellow bij DesignLab. Ze houdt zich al een tijd bezig met draagbare technologie voor gezondheid en zorg. Zo was ze mede-initiatiefnemer van het vestje voor kinderen met ademhalingsmoeilijkheden (zie hoofdartikel). “Echte innovaties komen alleen tot stand door het maken en uitproberen van nieuwe ideeën. DesignLab is daar de perfecte omgeving voor. Er zijn werkplaatsen waar we kunnen werken met textiel en elektronica; je treft er mensen met allerlei expertises om samen een werkend prototype te maken. Je kunt er ook prima werken met proefpersonen – die ik eigenlijk liever mede-ontwerpers noem, omdat ze ook waardevolle expertise en ideeën aanleveren.” Ludden is van huis uit industrieel ontwerper. Daarbij is het combineren van kennis en expertise uit allerlei vakgebieden een gegeven. “Je moet zorgen dat iedereen hetzelfde doel voor ogen heeft. Dan gaat samenwerken bijna vanzelf. DesignLab faciliteert dat. Onder andere door het toepassen van de ontwerpmethode design thinking, waarbij je ieders input verwerkt om helder te krijgen welke kennis nodig is om tot de juiste innovatie te komen. Het werkt, je kunt het niet alleen doen.”

people.utwente.nl/g.d.s.ludden

te ontwerpen”, vertelt De Wolf. “Binnen de UT heb je vakgroepen en die hebben allemaal hun eigen faculteit. Vaak weten ze niet van elkaar waar ze mee bezig zijn. DesignLab is neutraal terrein waar alle disciplines samenwerken.” In DesignLab werken niet alleen studenten en onderzoekers, ook ontwerpers als Van Rees die niet verbonden zijn aan de universiteit, dragen bij aan projecten. Bedrijven,

overheden en maatschappelijke organisaties kunnen een project samen initiëren bij DesignLab, zoals Stichting Sheltersuit uit Enschede zich met de vraag meldde hoe ze de veiligheid en functionaliteit van hun daklozenpak konden verbeteren. De Wolf was meteen enthousiast. “Sheltersuit is een organisatie die echt iets goeds doet voor de wereld. Als student krijg je niet vaak de kans om aan zoiets bij te dragen.” De Wolf werkt samen met Jurrie Barkel, bestuurslid bij de Sheltersuit Stichting, om het project te leiden. Ze werken met een team van technici, ingenieurs, ontwerpers en Sheltersuit medewerkers. Samen ontwikkelden ze flexibele zonnecellen op de rugzak waarin het pak wordt vervoerd. Die zijn verbonden met een powerbank. “Veel vluchtelingen hebben geen dak boven hun hoofd, maar wel een smartphone die ze willen opladen.”

“Wij houden ons bezig met de fuzzy front end” Edo de Wolf, projectcoördinator DesignLab

Ook bedacht het team een waarschuwingssysteem tegen onderkoeling, wat vaak ongemerkt optreedt tijdens de slaap. Sensoren in het pak registreren de rillingen van het lichaam en alarmeren door middel van lichtsignalen de omgeving dat de dakloze in nood is. Het protoytype van het nieuwe pak testte het team in Barcelona met daklozen. Daar zit Citilab, een van de andere hubs van het Wear Sustain project. Of Sheltersuit nu alle pakken met zonnepanelen en onderkoelingsalarm gaat uitrusten weet De Wolf niet. Maar dat is ook niet waar het bij DesignLab om gaat. “Onze kracht is nieuwe creatieve dingen bedenken waarmee we bijdragen aan het oplossen van maatschappelijke uitdagingen. Studenten kunnen hier werken aan vraagstukken waar ze gepassioneerd over zijn en worden daardoor echte changemakers.”


FUTURES

ESSAY

ONZE DIGITALE WERELD VRAAGT HEROVERWEGING We gaan het tijdperk van kunstmatige intelligentie in, schrijft Peter-Paul Verbeek, hoogleraar Filosofie van Mens en Techniek en mededirecteur van DesignLab. Studenten en onderzoekers moeten zich bewust zijn dat deze Samenleving 5.0 veel ethische en maatschappelijke uitdagingen met zich meebrengt. Design thinking kan een grote rol spelen in de verantwoorde ontwikkeling en het gebruik van deze technologie.

N

iet de ruimte, maar intelligentie is de uitdaging van de eenentwintigste eeuw. De ontwikkelingen in digitale technologie gaan sneller dan ooit, waardoor de mensheid nu de volgende fase van zijn bestaan ingaat. Na samenlevingen van achtereenvolgens: jagen en verzamelen, landbouw, industrie en onze huidige informatiemaatschappij, betreden we nu het tijdperk van kunstmatige intelligentie (AI). Deze Samenleving 5.0 draagt niet alleen beloften in zich, maar ook problemen, vragen en dilemma’s. Omdat digitale technologieën steeds meer onze fysieke wereld binnendringen, autonoom beslissingen nemen en invloed hebben op de manier waarop we de wereld en onszelf begrijpen, moeten we oog houden voor de ethische en maatschappelijke vraagstukken die dat met zich meebrengt. Daarom richt DesignLab zich op responsible design, dat ons helpt maatschappelijke behoeften en zorgen te integreren in nieuwe technologische ontwikkelingen. Responsible design zet namelijk de maatschappij voorop. In plaats van technologie de samenleving in te duwen, biedt het een raamwerk voor de ontwikkeling van technologieën vanuit het perspectief van maatschappelijke doelen, uitdagingen en waarden van gebruikers. Wie doodt u? Zelfrijdende auto’s zijn een welbekend voorbeeld van de ethische dilemma’s en vragen rond kunstmatige intelligentie. Als een robotbestuurder twee kinderen de straat ziet oversteken en het te laat is om te remmen, moet het systeem een dramatische keuze maken. Zal de robot zichzelf en de passagier beschermen en daardoor de kinderen aanrijden? Of zal hij van richting veranderen en zo waarschijnlijk de passagier doden, maar de kinderen wel redden? Hoewel dit voorbeeld misschien is verworden tot een cliché, werpt het wel belangrijke vragen op. Kunnen we ethiek inbouwen in machines? En kunnen we beslissingen over leven en dood wel aan een computer toevertrouwen? Tegelijk wijst het ook op een veel diepere vraag: wat is intelligentie eigenlijk? Kunstmatige intelligentie stelt technologieën in staat om acties te ondernemen die vroeger alleen aan mensen waren voorbehouden. Denk aan het stellen van medische diagnoses en het geven van juridische oordelen, maar ook aan de bediening van machines en het analyseren van studiegedrag van studenten. AI werkt in het hart van wat ons menselijk maakt, de geest. Daarmee heeft het invloed op hoe


23

we de wereld en onszelf begrijpen, en hoe we keuzes en beslissingen maken. De zorgen over zelfrijdende auto’s die over leven en dood beslissen, lijken op de negentiende-eeuwse angsten voor het monster van Frankenstein van Mary Shelley: een technologie die op een mens lijkt, loopt uit de hand en keert zich tegen zijn maker. Maar om de ethische kwesties rondom AI werkelijk aan te pakken, moeten we de relatie tussen mens en technologie benaderen als een verbinding, en niet als een tegenstelling, zoals bij Shelley’s monster. In plaats van ons te richten op de angst dat AI de mens zou kunnen vervangen, moeten we ervoor zorgen dat we het ontwikkelen en gebruiken op basis van menselijke waarden. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat we altijd kunnen begrijpen hoe AI tot zijn conclusies komt? Als AI met een bepaalde oplossing komt, kunnen we dan nog wel begrijpen hoe het denkt? Wie is verantwoordelijk en wie kan verantwoordelijk worden gehouden als een machine een beslissing neemt? Geen vrouwen De uiteindelijk vraag is hoe we kunnen zorgen dat kunstmatige intelligentie een positieve invloed heeft op de samenleving als geheel. Spotify en Netflix doen hun gebruikers suggesties op basis van wat ze eerder hebben beluisterd of bekeken. Maar als we waarde hechten aan culturele diversiteit, is het belangrijk om er juist voor te zorgen dat deze platforms ons niet ‘opsluiten’ in onze eigen culturele luchtbel, maar ons helpen om onze blik te verruimen. Amazon heeft een AI-tool gebouwd om te helpen bij de werving van nieuw personeel. Het instrument bleek echter niet te houden van vrouwen op de werkvloer. Dat vooroordeel kwam tot stand door de invoer van overwegend mannelijke cv’s over een periode van tien jaar in de dataset. Om dergelijke missers te voorkomen, moeten we AI-systemen trainen met meer inclusieve datasets. Naast inclusiviteit is transparantie van belang. Algoritmen helpen bijvoorbeeld artsen om te beslissen over de behandeling van patiënten. Als we ervoor willen zorgen

dat deze behandelingen overeenstemmen met de basisprincipes van de medische ethiek, moeten de artsen kunnen begrijpen hoe de AI-toepassing tot zijn conclusies komt. In de afgelopen jaren hebben veel bedrijven en overheden ethische codes ontwikkeld die de ontwikkeling van AI moeten sturen. Daarbij gaat het onder meer om verantwoording voor algoritmische beslissingen, het vermijden van vooringenomenheid in datasets en transparantie van AI-redeneringen. De responsible design methode van DesignLab kan deze organisaties helpen om de volgende stap te zetten en deze principes bruikbaar te maken. Om ervoor te zorgen dat AI een positieve impact heeft op de wereld, en om ongewenste implicaties te voorkomen, moeten we de ethische codes koppelen aan ontwerppraktijken, en aan verantwoorde implementatie en het gebruik van AI-systemen in de samenleving. Zodat de mens altijd de verantwoordelijkheid behoudt voor de invloed van AI op menselijke handelingen en beslissingen. En op de maatschappij als geheel. De responsible design-aanpak van DesignLab vertaalt sociale waarden in technologische ontwerpen en biedt een kader om te anticiperen op de sociale impact van technologie. Responsible design integreert design thinking en technologie-ethiek. Het brengt technologen, sociale wetenschappers, gebruikers en beleidsmakers samen om ethiek te laten meetellen daar waar het nog een echt verschil kan maken: in het ontwerp van technologieën en in hun inbedding in de maatschappij. Daarom moedigen we onze studenten en onderzoekers aan om zich verantwoordelijk te gedragen in een wereld waar technologie nieuwe problemen kan creëren en bestaande problemen kan helpen aanpakken. Zo willen we bijdragen aan een verantwoorde en duurzame toekomst voor de Samenleving 5.0.

ppverbeek.org people.utwente.nl/p.p.c.c.verbeek @ppverbeek


FUTURES

DESIGNLAB SPEELT BELANGRIJKE ROL IN TEST CORONAMELDER

DE APP DIE LEVENS MOET GAAN REDDEN Kun je een pandemie bestrijden met technologie? De Nederlandse overheid hoopt van wel en liet de CoronaMelder bouwen. DesignLab tekende voor uitgebreide gebruikerstesten en veldonderzoek. Dat leverde stof tot nadenken op.

Het is de zomer van 2020. Terwijl er grote zorgen zijn over het verloop van de coronapandemie en medisch specialisten wereldwijd naarstig zoeken naar een behandeling en vaccin, doen enkele tientallen jongeren wat elders ten strengste is afgeraden: ze treffen elkaar. In DesignLab. Allemaal op minstens anderhalve meter natuurlijk. Na een groep Twentse middenstanders en ouderen mogen studenten van het ROC van Twente en scholieren van het Stedelijk Lyceum Enschede de nieuwe corona-app van de Nederlandse overheid testen. Gedachte achter de zogenoemde CoronaMelder is dat deze heel gericht waarschuwt zodra de gebruiker meer dan vijftien minuten in nauw contact is geweest met iemand die is besmet met Covid-19. Zo moet verdere verspreiding in de kiem worden gesmoord. Miriam Iliohan, een van de oprichters van DesignLab en manager Operations en Innovatie, helpt de testen coördineren. Is dit waarvoor DesignLab ook is opgericht? “Ja, maar niet zozeer als fysieke locatie; we kunnen deze tests overal doen”, legt ze uit. “Het gaat ons om de methode om tot een inclusief advies over de corona-app te komen. Al zou de test in een online-omgeving worden gedaan, voor een verantwoord ontwerp is het belangrijk dat vertegenwoordigers van de maatschappij input leveren. Onze experimentele manier van werken leent zich bij uitstek voor de verschillende testen van de CoronaMelder.” De eerste gebruikerstesten worden gecoördineerd door Lisette van Gemert, hoogleraar Persuasieve Gezondheidstechnologie aan de Universiteit Twente, en lid van de taskforce van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport die Covid-19 met digitale middelen wil bestrijden. “Het doel van de gebruikerstest is te zien hoe mensen reageren op de corona-app van de overheid. Snappen ze hoe het werkt? Wat verwachten ze van een dergelijke app?”

Miriam Iliohan

Hoe werkt de app? De CoronaMelder houdt via het bluetooth-signaal van de telefoon bij met wie iemand in contact is geweest. Dat gebeurt geheel anoniem. Op basis van de signaalsterkte en de duur van het contact probeert de app het risico op besmetting in kaart te brengen, mocht die andere persoon zijn besmet. Dat lukt de Nederlandse corona-app in ongeveer drie op de vier gevallen, blijkt uit tests. Wie besmet is met corona, kan dit in de app aangeven, waardoor mensen die met deze persoon in contact zijn geweest een seintje krijgen. Het gaat dan om vijftien minuten op een afstand van minder dan anderhalve meter. Krijg je het seintje, dan is het dringende advies om je te laten testen. Dit gebeurt allemaal op vrijwillige basis.


25

Volgens Van Gemert is Twente een goede plek om de app uit te proberen. “Met DesignLab en de regio Twente werken we samen aan high tech noaberschap. Er is in de regio relatief weinig corona, dus hebben we hier de rust om te kijken of alles werkt zoals de overheid wil. Dat maakt DesignLab een uitstekende partner om een dergelijk experiment mee uit te voeren.” DesignLab werkt samen met het Topfit CitizenLab en BMS Lab van de Universiteit Twente. In totaal doen een kleine vijfhonderd Twentenaren mee aan de gebruikerstesten en een veldonderzoek. Daaronder bewoners van het asielzoekerscentrum in Almelo en jongeren met een beperking. Nu zijn dus de scholieren en studenten aan de beurt. Coronaproof Een voor een druppelen de jongeren schuchter DesignLab binnen. De campus van de Universiteit Twente is uitgestorven, behalve het gebouw waar ze moeten zijn. Twee vriendinnen van een jaar of zeventien kijken nieuwsgierig rond naar de omgeving vol prototypes, proefopstellingen en technologie. Eerst moeten ze paar gezondheidsvragen beantwoorden en dan kunnen ze zich melden bij de onderzoeksleider. DesignLab is coronaproof ingedeeld; de tafeltjes staan ver uit elkaar. “Niet alleen vanwege corona, maar ook om te voorkomen dat de testpersonen elkaar beïnvloeden”, legt Van Gemert uit.

De test, die een uur duurt, begint met het downloaden en installeren van de app. Gaat dat de gebruiker makkelijk af? En dan: ziet de app er toegankelijk uit, is meteen duidelijk wat je er mee kunt doen en hoe je de functies goed gebruikt? De onderzoekers zijn niet alleen benieuwd naar de werking van de technologie, maar vooral naar de reactie van mensen op de berichten van de corona-app. De jonge deelnemers proberen de app uit en vullen vragenlijsten in. Dat valt nog tegen, vertelt Van Gemert. “Veel mensen snappen de app niet. Niet alleen ouderen, van wie je het misschien zou verwachten, maar ook deze jongeren. Er is erg veel tekst en mensen begrijpen de bedoeling niet goed. Bovendien roept ieder onderdeel van de app nieuwe vragen op.” In het kader van de test krijgen deelnemers de melding dat ze het coronavirus hebben opgelopen. “Dat levert nog een hele berg nieuwe vragen op”, vertelt Van Gemert. “De app is anoniem, maar als je positief bent getest, begint het contactonderzoek waarvan de app een onderdeel is. Dat deel is niet anoniem, dus brengt mensen aan het twijfelen. Soms zagen we mensen zelfs in paniek raken.” Duidelijke boodschap De onderzoekers in DesignLab rapporteren hun bevindingen aan de overheid in Den Haag, die daarmee de app optimaliseert. De eerste resultaten? Een verbeterde


TESTING THE CORONA APP

FUTURES

TIJDLIJN CORONA-APP 27 februari Eerste geval van corona in Nederland 6 maart

live gaat. “Als mensen een signaal krijgen dat ze mogelijk corona hebben, zullen ze de GGD bellen. Hoe groot is mijn risico? Wat moet ik nu doen? Wat gebeurt er met mijn gegevens als ik de app activeer? Aan de andere kant van de lijn moeten mensen zitten die de gebruikers goed kunnen helpen.”

Eerste sterfgeval in Nederland 11 maart Erkenning van de coronapandemie 23 maart Intelligente lockdown start 7 april Aankondiging van corona-app door de overheid 18 april Apps door bedrijven gepresenteerd aan ministerie VWS 22 april Afkeuring alle gepresenteerde apps, overheid gaat zelf bouwen 25 juni Aankondiging dat Universiteit Twente de app zal testen 29 juni Gebruikerstest in DesignLab, gevolgd door een veldtest 13 augustus Ethische beproeving corona-app in DesignLab 17 augustus Pilot van de app in Twente en Rotterdam najaar De corona-app beschikbaar voor alle Nederlanders

app, volgens Iliohan. “Iedere nieuwe versie die ik zie, is simpeler dan de vorige. De lappen tekst zijn verdwenen, de functionaliteiten staan nu meer op de voorgrond. Het proces met potentiële eindgebruikers kan soms zorgen voor vertraging, maar is een zeer belangrijk onderdeel om de maatschappelijke effecten van technologie te kunnen verwerken in een ontwerp.” Een ander advies van de onderzoekers is om de ‘achterkant’ van de app beter te regelen. Van Gemert: “Wat de overheid optuigt, is zo veel meer dan een app. Wat ze proberen te doen, is het gedrag van mensen te beïnvloeden. Dat maakt communicatie erg belangrijk. Het RIVM, de GGD’s en de ministeries moeten met één stem spreken en een duidelijke boodschap geven. Dat aspect is duidelijk onderschat.” Een van de uitkomsten van het experiment in DesignLab is dat de GGD’s veel vragen zullen krijgen zodra de app

Ethische test De ethische aspecten van de CoronaMelder verdienen bijzondere aandacht omdat het om privacy en gezondheid gaat. Ook hierbij speelt DesignLab een belangrijke rol. Peter-Paul Verbeek, hoogleraar Filosofie van Mens en Techniek en één van de wetenschappelijke directeuren van DesignLab, coördineert de morele overwegingen rondom de nieuwe corona-app. Tijdens een zogenoemde ‘ethische beproeving’ wisselt hij van gedachten met ongeveer twintig burgers, een dwarsdoorsnede van de samenleving. Het is een opmerkelijke bijeenkomst in DesignLab, vooral omdat privacy voor veel deelnemers minder belangrijk lijkt te zijn dan de bescherming van de gezondheid. Al mag het wettelijk niet, de meeste aanwezigen zouden zelfs willen dat de app veel dieper ingrijpt in de privélevens van Nederlanders. “Kan het niet fungeren als een soort corona-paspoort?” De vraag komt meermaals aan de orde. Met een groen vinkje op je telefoon (“je hebt het virus niet”) mag je naar buiten, met een rood kruis (“je bent geïnfecteerd”) blijf je thuis. Een andere deelnemer aan de sessie windt er geen doekjes om: “Kunnen we de privacywet niet tijdelijk opschorten?” Miriam Iliohan is ook aanwezig bij de ethische beproeving. Bij de ontwikkeling van een ingrijpende app om een pandemie te bestrijden hoort niet alleen een technische, maar zeker ook een ethische discussie, zegt ze. “Onderzoekers hebben die al onderling gevoerd, maar dat is niet genoeg. Je moet juist van burgers horen en begrijpen wat hun zorgen zijn, je moet weten wat er leeft. Iedere burger heeft haar of zijn eigen referentiekader. Dat levert soms input op waaraan wetenschappers zelf nog niet hadden gedacht. Hiermee helpen we hun mindset te veranderen en in te zoomen op de ethiek van burgers.” En die meneer die de privacy wil opschorten, gaan we zijn ideeën nog terugzien in de werking van de app? Iliohan: “Als je burgers betrekt, komen daar vaak radicalere ideeën uit dan wanneer je met een groep ambtenaren of wetenschappers discussieert. Wat zijn opmerking ons leert, is om de probleemstelling constant te herdefiniëren – terug te gaan naar de vraag hoe we corona het beste kunnen bestrijden. Mensen willen bescherming tegen de ziekte. Doet de app dat voldoende? De privacywet opschorten kan niet, de app nog beter laten werken misschien wel.”

utwente.nl/dl/fighting-corona


WERK IN UITVOERING

Hallo, ik ben Guido Bruinsma assistent-professor Industrial Engineering & Business Information Systems

Ik werk aan Het eSportslab. In dit lab ondersteunen onderzoekers serieuze e-atleten, door ze te testen op parameters als reactiesnelheid en stress. Dit gebeurt door middel van eyetracking, het meten van huidgeleiding, reactietests en emotieherkenning.

27


FUTURES

IEDEREEN IS UITGENODIGD!

CITIZEN SCIENCE HUB-UT Het begon met Topfit CitizenLab, waar onderzoekers, maatschappelijke partners en burgers de koppen bij elkaar steken voor innovaties die de gezondheid en het welzijn van burgers helpen verbeteren. Nu gaat DesignLab een stap verder, met de oprichting van Citizen Science Hub in een Europese context.

Wetenschappers hebben altijd al een belangrijke rol gespeeld bij de aanpak van uitdagingen in de samenleving, maar meestal gebeurde dit op een comfortabele afstand. Maar nu niet meer. Wetenschappers aan de Universiteit Twente werken steeds vaker proactief samen met burgers en andere externe partners. Midden in de samenleving, in het kader van zogeheten citizen science. De opkomst van burgerwetenschap weerspiegelt de noodzaak om ethiek, maatschappelijke betrokkenheid, gendergelijkheid en governance te integreren in onderzoek. Maar bovenal helpt het inclusieve karakter van citizen science om het wetenschappelijke proces te ontsluiten, goede praktijken te bevorderen, en de inbreng van kennis en de praktische resultaten van wetenschap te vergroten. De transparantie van open access science en toegankelijk onderwijs moeten daarbij hand in hand gaan met hoogwaardig onderzoek. Met deze missie is het niet verwonderlijk dat citizen science nieuwe benaderingen en methoden vereist, zegt Sabine Wildevuur, directeur van DesignLab. “Niet alleen ten behoeve van wetenschappelijk onderwijs en onderzoek, maar ook voor succesvolle samenwerkingen met publieke en private organisaties. Bij DesignLab zijn we meer dan klaar om die uitdaging aan te gaan samen met de Universiteit Twente en externe partners die zich richten op maatschappelijke impact.” CitizenLab DesignLab slaat een brug tussen maatschappelijke uitdagingen en educatieve activiteiten, onderzoek en praktische resultaten, legt Wildevuur uit. Drie principes zijn daarbij leidend: responsible design, transdisciplinair onderzoek en citizen science. “Sinds dit jaar maakt CitizenLab onderdeel uit van het strategische open innovation-consortium Topfit waarin zorgverleners, patiëntenorganisaties, zorgverzekeraars, bedrijven en kennisinstellingen samenwerken.” Met twaalf onderzoekers van Saxion Hogeschool Enschede

en de Universiteit Twente heeft Topfit CitizenLab al drie citizen science-pilots en enkele andere activiteiten gelanceerd om de gezondheid en het welzijn van burgers in de regio te verbeteren, van mensen met diabetes bijvoorbeeld. Tot nu toe lag de focus van het citizen science-initiatief van DesignLab vooral op de ontwikkeling en toepassing van technologische innovaties op het vlak van welzijn en gezondheid. Wildevuur: “We gaan de reikwijdte verbreden naar andere onderzoeksgebieden, maatschappelijke vraagstukken en doelgroepen. DesignLab is de toegangspoort voor bedrijven, maatschappelijke organisaties en burgers richting onderzoekers en innovaties die de mens centraal stellen. De ambitie van DesignLab is om een startpunt te zijn voor citizen science.” Uitdagingen Om citizen science op nationaal en zelfs internationaal niveau te brengen, is Wildevuur lid van de Nederlandse werkgroep Citizen Science van het Nationaal Programma Open Science. Ook op Europees niveau is er steeds bredere erkenning van de bijdrage van citizen science aan excellent en relevant onderzoek. Maar systematische samenwerking met partners van buiten de academische wereld is niet altijd eenvoudig, zo concludeerde de eerste European Citizen Science Commission in 2016. Een top-downbenadering werkt niet, was toen een van de geleerde lessen. De stem van burgers, wetenschappers en andere professionals moet worden gehoord om succesvol te zijn. “Samenwerking en co-creatie alleen zijn dan ook niet genoeg; citizen science vereist een complementair scala aan vaardigheden bij studenten en onderzoekers”, voegt Wildevuur toe, die als sponsoring director van de Strategische Expertgroep Wetenschap UT bezig is met de verdere ontwikkeling van methoden van onderzoek en samenwerking, vooral voor citizen science. En, ook belangrijk, om die nieuwe methoden beschikbaar te maken


29

voor al het academisch onderzoek binnen en buiten de Universiteit Twente. Wildevuur: “Van oudsher richten opleiding en onderzoek zich op wetenschappelijke competenties en methoden. Dat is nog steeds ons solide uitgangspunt als wetenschappers. Maar citizen science voegt een extra dimensie toe, door het wetenschappelijke proces te starten met de identificatie van de werkelijke problemen waar onze samenleving, mensen en maatschappelijke organisaties mee te maken hebben. Vanaf het begin ligt de focus dus op positieve maatschappelijke impact.” Het is van essentieel belang om citizen science-projecten lonend en uitvoerbaar te maken voor wetenschappers, stelt ook de European Citizen Science Commission. De wetenschap moet zijn prestatie-indicatoren verbreden, wetenschappers opleiden in beginselen van citizen science en publieksparticipatie belonen. “Deze missie geldt voor de hele wetenschappelijke gemeenschap”, aldus Wildevuur. Citizen Science Hub De volgende stap van DesignLab en partners is het opzetten van een citizen science hub voor de gehele Universiteit Twente, en daarbuiten, zegt Wildevuur. De Hub zal verbonden zijn aan het Consortium van Innovatieve Universiteiten van de Europese Unie en is onderdeel van het programma INCENTIVE dat in 2021 van start gaat, waarin diverse Europese universiteiten en organisaties samenwerken. De Hub zal ook verband houden met de activiteiten van het European Consortium of Innovative Universities. Wildevuur: “In de Hub zullen we het “Twente-model” voor citizen science verder ontwikkelen en onze kennis, vaardigheden en goede praktijken delen met het internationale netwerk van citizen science. Iedereen is uitgenodigd!”

Goede wetenschap, goed burgerschap De betrokkenheid van mensen van buiten de Universiteit Twente is een waardevolle aanwinst voor moderne wetenschap en helpt de maatschappij de uitdagingen van vandaag aan te gaan. Citizen science helpt de kwaliteit en de impact van wetenschappelijk onderzoek te versterken. De formulering van onderzoeksvragen en de verzameling en analyse van gegevens moeten altijd worden uitgevoerd door een team waaraan burgers deelnemen. Maar niet alleen burgers en onderzoekers, ook beleidsmakers, bedrijven en non-profitorganisaties werken samen tijdens de verschillende fasen van het onderzoeksproces en de ontwikkeling van innovaties. Op die manier sluiten de resultaten beter aan bij de waarden en behoeften van de samenleving als geheel. De focus van UT Citizen Science Hub zal liggen op de gemeenschap, in plaats van op individuele deskundigen. Burgers zijn een rijke bron van informele en formele kennis. Door middel van open science en doing it together science vinden gemeenschappen hun stem. Zo kunnen ze helpen bij de identificatie en co-creatie van oplossingen voor de uitdagingen die voor hen er het meeste toe doen.

utwente.nl/dl/citizen-science utwente.nl/dl/incentive


FUTURES

TRANSDISCIPLINARY MASTER-INSERT SHAPING RESPONSIBLE FUTURES

VOOR WIE MORGEN HET VERSCHIL WIL MAKEN Hoe maken we van masterstudenten samenwerkende professionals die de toekomst gaan vormgeven? Een nieuw onderwijsprogramma aan de Universiteit Twente zet groot in op transdisciplinaire competenties en samenwerking. Ambitieus? Zeker weten.

at kunnen we doen aan de grote maatschappelijke problemen van onze tijd? Deze vraag staat centraal in een nieuw programma voor masterstudenten van alle faculteiten aan de Universiteit Twente. Denk aan thema’s als vergrijzing, globalisering, gezondheidszorg, mobiliteit, vermogensverdeling en klimaatverandering. Dat zijn grote uitdagingen die vragen om goed ontworpen en uitgewerkte innovaties, omdat de oplossingen van gisteren (vaak) niet meer werken. Het zijn ook nog eens uitdagingen die speciale competenties en vaardigheden vereisen. De Transdisciplinaire Master-Insert Shaping Responsible Futures stimuleert studenten hun persoonlijke en professionele competenties te ontwikkelen, en met elkaar samen te werken om maatschappelijke vraagstukken op te lossen. Het is een uniek en ambitieus programma dat studenten in staat stelt om hun carrière een maatschappelijke impact te geven. Het programma duurt zes maanden en is volledig complementair aan het masterprogramma aan de UT. Menselijke maat-filosofie De Transdisciplinaire Master-Insert bereidt masterstudenten voor om het verschil te maken. De wereld van vandaag heeft hoogopgeleide professionals nodig die in teams

kunnen samenwerken. Slimme mensen die de maatschappij op een verantwoorde manier vooruit helpen. Het programma sluit dan ook naadloos aan bij de menselijke maat-filosofie van de universiteit. Om een echte leider in verandering te worden, leren studenten te reflecteren op hun eigen wereldbeeld en dat van andere stakeholders. Deelnemers aan het programma hebben interesse in kritisch en conceptueel denken en willen samenwerken met mensen uit andere disciplines, om zo van elkaar te leren en de meest uiteenlopende problemen aan te pakken. De Transdisciplinaire Master-Insert is een interfacultair onderwijsprogramma, georganiseerd vanuit de UT-faculteit Engineering Technology. Academici uit de hele universiteit participeren met DesignLab als thuisbasis. Ook werkt de UT samen met publieke en private partners voor dit programma. De docenten werken daarmee zelf ook transdisciplinair. Studenten van alle UT-masteropleidingen komen in aanmerking. Bij de selectie wordt gekeken naar diversiteit in achtergrond, intrinsieke motivatie en doelen voor persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijke impact. Na succesvolle afronding van het programma ontvangen zij het Certificaat Shaping Responsible Futures.

utwente.nl/dl/tmi


31

FOTO ANNINA ROMITA

COLOFON Hoofdredacteur Sabine Wildevuur Redactie Jamila Blokzijl Miriam Iliohan Carolien van Zuilekom

Vraag en antwoord Sefora Tunç is student Industrial Design Engineering en was in 2020 onderdeel van de eerste lichting studenten die de Transdisciplinaire Master-Insert deed. Hoe heeft zij dat ervaren? Wat was het meest gedenkwaardige moment van je leerervaring in de afgelopen zes maanden? “Dat was tijdens de eerste zelfreflectiesessie. Iedereen deelde zeer persoonlijke aspecten van hun leven met elkaar. Het was overweldigend hoeveel dat de interactie met elkaar verandert, wanneer je de tijd neemt om dichterbij te komen op persoonlijk vlak. Ik geloof dat dit erg belangrijk was omdat ik zo kon nadenken over hoe ik met elke persoon moest omgaan voor een succesvolle samenwerking.”

Aan dit nummer werkten mee Alison Bosman Philip Dröge Mirjam van Immerzeel Sabine Sluijters Menno Swart Fotografie Renate Beense Eric Brinkhorst Annabel Jeuring Frans Nikkels Annina Romita Collage bladzijde 29 Jamila Blokzijl Klankbordgroep Desirée van Dun Wouter Eggink Laurens van der Velde Edo de Wolf Vormgeving en opmaak Dirk van der Burgh

Wat was het meest uitdagende moment? “De eerste fase van de master-insert was het uitdagendst. Het is moeilijk om effectief samen te werken als je je niet echt bewust bent van de sterke punten van elke discipline, maar ook van elke persoon. Het was chaotisch en aanvankelijk vervelend, maar naarmate de tijd vorderde, leerde je ermee omgaan en dat is het waard.” Wat was de belangrijkste impact van het volgen van dit programma op je persoonlijke en academische kijk? “Ik geloof dat de master-insert mijn teamvaardigheden enorm heeft verbeterd. Ik miste competenties waar ik me pas van bewust werd door de nauwe samenwerking met leeftijdsgenoten. Zo werd ik een leider, maar niet in traditionele zin. Omdat leiderschap niet meer gaat over het op de juiste manier aansturen van mensen, maar om samen impact maken. Ik denk dat deze kijk op leiderschap ons in de toekomst veel zal opleveren.”

utwente.nl/designlab designlab@utwente.nl De Universiteit van Twente Gebouw The Gallery Hengelosestraat 500 7521 AN Enschede


FUTURES


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.