5 minute read

Even de wereld verbeteren Interview met officier van justitie Ekiz

Officier van justitie Ayla Ekiz: ‘Ik zou wel even de wereld verbeteren’

Crimefighter Ayla Ekiz kwam op haar vijfde naar Nederland. Inmiddels werkt zij als officier van justitie in Rotterdam op de afdeling zware georganiseerde misdaad. “Het is niet goed om je terug te trekken

Advertisement

binnen je eigen gemeenschap.” DOOR LILIAN RooS foTo MARIUS RooS

“a ls je serieus genoeg bent, is in Nederland the sky the limit,” stelt de Rotterdamse officier van justitie Ayla Ekiz (40). “Het belangrijkste is dat je het bijltje er niet bij neergooit als het een keertje tegenzit.” Zelf had Ekiz bepaald geen onbezorgd studentenleven. Tijdens haar studie richtte ze zich vooral op het leren zelf. Door gezinstragedies - haar moeder en zus overleden allebei kort na elkaar - deed ze langer over haar studie. “Ik woonde niet op kamers. Pas op mijn 27ste ging ik uit huis en stond ik voor het eerst echt op eigen benen. Op kamers wonen is goed voor je zelfstandigheid, dat is een ervaring die ik heb gemist. Ik had wel altijd al veel voor mijn familie moeten regelen, maar nooit voor mezelf. Toen ik voor het eerst alleen met al mijn spullen in mijn koopwoning in Rotterdam zat, bleef ik een tijd op een stoel in het midden van de kamer zitten, omdat ik gewoonweg niet wist wat ik moest.”

Op haar vijfde kwam Ekiz, geboren in Turkije, naar Nederland. “Mijn vader wilde zoals zo veel gastarbeiders snel geld verdienen en daarna weer terug naar zijn geboorteland,” zegt ze. “Maar uiteindelijk kwamen we met het hele gezin over naar Nederland: mijn moeder, mijn vier oudere broers en zussen en ik.” Haar vader was een zeer intelligente man, vertelt Ekiz. “Hij vond dat we het beste uit het leven moesten halen, en studeren was dan ook erg belangrijk voor hem. Omdat mijn broers en zussen wat ouder waren toen ze in Nederland kwamen, hadden ze een taalachterstand. Daar had ik als jongste geen last van. Ik kon prima meekomen op de lagere school en kreeg uiteindelijk zelfs een vwo-advies.”

vAN JoNgs Af aan werd Ekiz naar voren geschoven als vertaalster. Bij de dokter, de bewonerscommissie, overal tolkte ze voor haar familie. “Zelfs bij de uitslag van mijn eigen Cito-toets moest ik uitleg geven aan mijn vader,” blikt ze terug. “De juf vertelde dat ik de beste van de klas was. Daarvan ging mijn vader natuurlijk vol trots stralen. Hij was altijd apetrots op mij. Toen de juf zei dat ik naar het vwo mocht, vroeg mijn vader of dat net zo goed was als de mavo. In zijn ogen was de mavo het hoogst haalbare.”

Dat Ekiz zou gaan studeren was inmiddels wel duidelijk. En wat het zou worden, stond voor haar ouders ook vast: medicijnen of rechten. Aangezien de bètavakken haar het minst gemakkelijk afgingen, koos ze voor

rechten. Over waar ze zou gaan studeren bestond nog wel enige onenigheid. Haar ouders zagen een toekomst in Nederland, maar zij wilde terug naar Turkije. “Ik was erg idealistisch en erg gericht op Turkije,” vertelt Ekiz. “Ik wilde het land verbeteren. De goede regelgeving en het sociale beleid op staatsniveau in Nederland wilde ik ook daar brengen. Erg idealistisch allemaal en bijna arrogant: ik zou wel even de wereld verbeteren.” Haar ouders hadden in de gaten dat ze Ekiz niet gemakkelijk van die gedachte konden afbrengen. “Ze bezochten met mij diverse Turkse universiteiten, zodat ik erachter kwam dat je daar niet zomaar kon gaan studeren. Eerst moest ik in Nederland mijn propedeuse halen en na een jaar studeren wilde ik toch niet meer weg. Dat hadden mijn ouders prima door.”

Met een studie internationaal recht wilde Ekiz toch nog haar steentje bijdragen aan de ontwikkeling van Turkije. Ze was van plan bij het ministerie van Buitenlandse Zaken te gaan werken, maar het liep anders.

hAAR hANg NAAR tuRkiJe verdween met het ouder worden en ze besloot dat ze hier in Nederland ook genoeg kon bijdragen aan de samenleving.

Naast haar studie had Ekiz een bijbaantje als suppoost in het Museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam, zodat ze tijdens het werk kon studeren. “Verder mocht ik van mijn vader niet trouwen tot dat ik mijn bul had gehaald. Tot die tijd golden zijn strenge, traditionele regels.”

Nadat ze haar studie rechten had afgerond, kwam ze door de selectieprocedure voor raio (rechterlijk ambtenaar in opleiding) en koos daarbinnen voor een loopbaan als officier van justitie. Na een aantal jaren als districtsofficier van justitie werkt ze nu sinds anderhalf jaar als officier van justitie bij de afdeling zware georganiseerde misdaad. “Het gaat vaak om grote drugszaken met ingewikkelde dossiers, waarbij langdurig onderzoek nodig is. Om die reden moet je voor deze functie meerdere jaren ervaring hebben als officier van justitie.”

Ekiz was bij diverse organisaties actief betrokken. Zo zat ze in het bestuur van Forum (Instituut voor Multiculturele Ontwikkeling), in de Adviesraad Turken en in het bestuur van de Stichting Informatie en Onderwijs voor Turken (SIOT). “Dat soort bestuurservaring kan ik iedereen aanraden,” stelt ze. “Hierdoor kreeg ik een breder inzicht in de samenleving en hoe organisaties werken. Ook was het goed voor mijn persoonlijke ont-

“Als je iets wilt bereiken, dan moet je daar ook voor willen vechten ”

wikkeling. Zo leerde ik overtuigend te praten. Daarnaast is het goed voor je netwerk. Ikzelf rolde van het ene bestuur in het andere zodat ik veel interessante contacten opdeed.”

Lid van een studentenvereniging was Ekiz niet. De Turkse studentenverenigingen zoals die er tegenwoordig zijn, bestonden in haar tijd nog niet. Ekiz heeft bij die verenigingen een beetje haar twijfels. “Het is niet goed om je te veel terug te trekken binnen je eigen gemeenschap,” vindt ze. “Ikzelf heb altijd veel autochtone vrienden gehad. Dat is voor mij erg belangrijk geweest. In mijn tijd waren er sowieso veel minder TurksNederlandse studenten. Wanneer TurksNederlandse studenten en jongeren te veel naar elkaar toetrekken, is er een risico is dat ze zich opsluiten binnen hun eigen wereldje en zich daardoor afkeren van een groot deel van de samenleving. Het is voor je eigen toekomst juist heel belangrijk open te staan voor de samenleving waarin je leeft.”

De jongeren van nu zijn verwend, vindt Ekiz. “Ze laten zich te snel ontmoedigen”, vindt ze. “Als je iets wilt bereiken, dan moet je daar ook voor willen vechten. Wanneer het een keertje misgaat, zoek dan niet de schuld buiten jezelf. Ga ook eens bij jezelf te rade: hoe kan ik het een volgende keer anders aanpakken?”

This article is from: