Transfer 1, jaargang 19

Page 1

t ran sfe r

vakblad over internationalisering in het hoger onderwijs

Kleine landen worstelen met

toestroom buurstudenten

1

jaargang 19 | september 2011

kortste weg naar top shanghai-ranking | kences-directeur over bedgarantie

voor buitenlandse student | senioren zetten zich in voor derde wereld | nieuwe rubriek: docent en internationalisering | 25 jaar summerschool utrecht


1 Transfer is een onafhankelijk vakblad voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs en onderzoek. Transfer is ook online: www.transfermagazine.nl. Transfer is een uitgave van de Nuffic, de Nederlandse organisatie voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs. Verschijnt negen keer per jaar.

transfer

Redactie Els Heuts (hoofdredacteur), Annelieke Slappendel en Gerald Schut

Discriminatie

Aan dit nummer werkten mee Annemieke Bosman, Han van der Horst, Martine Postma, Robert Visscher, Els van der Werf

De uitgelekte fusieplannen van de universiteiten van Delft, Leiden en Rotterdam riepen deze zomer veel discussie op. Meer schaalvergroting in het hoger onderwijs is sinds het Inholland-schandaal moeilijk te verkopen. Ook het motief om te gaan fuseren, namelijk een hogere klassering op de Shanghai-ranking, is omstreden. Maar het klopt wel dat gefuseerde instellingen veel beter scoren op deze invloedrijke ranglijst van de Jiao Tong Universiteit. In de editie 2011, die in augustus verscheen, staat de Franse combinatie-universiteit Aix-Marseille op plaats 148; als afzonderlijke instellingen kwamen zij vorig jaar niet verder dan plaats 291 en 387. Transfer reconstrueerde de individuele scores van universiteiten en onderzocht welke factoren bepalend zijn voor een hogere score op de Shanghai-lijst. Niet alleen fusies, maar ook simpele maatregelen zoals het consequent ondertekenen van artikelen met dezelfde universiteitsnaam zorgen voor meer punten, blijkt uit deze constructie. En er zijn meer adviezen voor de kortste weg naar de top. Onder Duitse studenten blijft Nederland onverminderd populair. Van de ruim 52.000 internationale studenten die naar ons land komen om een diploma te halen, komt 46 procent uit Duitsland. Dat blijkt uit de meest recente mobiliteitscijfers die de Nuffic vorige maand publiceerde. Over de wenselijkheid van deze eenzijdige instroom van internationale studenten, is al veel gezegd en geschreven, ook in Transfer. Interessant is dat meer kleine landen zuchten onder grote groepen buurstudenten. Zo weten de Fransen België goed te vinden. Zij vormen 40 procent van de internationale studenten daar. In 2006 stelde België een quotum in voor buitenlandse studenten omdat bij medische opleidingen Franse studenten meer dan driekwart van de plaatsen bezetten. Maar het Europese Hof betitelde dat als discriminatie. Ook Oostenrijk werd verboden maatregelen te nemen tegen het grote aantal Duitse studenten dat in eigen land was uitgeloot en hun heil over de grens zocht. Het vrije verkeer van personen leidt in deze gevallen tot merkwaardige situaties en legt het spanningsveld tussen Europees recht en nationale belangen weer eens bloot.

Beeld Durk Gardenier/ANP, Mark Esper/Polaris/ Hollandse Hoogte, Henriëtte Guest, Peter Hilz/HH, International Water Week, Dick de Jager, Jan Luursema, Marcel Rob, Kees van de Veen/HH, Verbeeld Redactieraad Riekele Bijleveld (Universiteit Twente), Patrick Cramers (Codarts), Madeleine Gardeur (Rijksuniversiteit Groningen), Joep Huiskamp (TU Eindhoven) Redactieadres Nuffic, Postbus 29777, 2502 LT Den Haag, tel.: 070 – 4260126 / 4260144/4260122 fax: 070 – 4260399 e-mail: eheuts@nuffic.nl, aslappendel@nuffic.nl, gschut@nuffic.nl website: www.transfermagazine.nl Abonnementen Transfer is gratis verkrijgbaar. Geïnteresseerden kunnen zich voor een gratis abonnement aanmelden via www.ikabonneermij.nl/transfer. Abonnementenadministratie DUO-tijdschriftenservice Postbus 681 3500 AR Utrecht tel.: 030 – 263 1089 Vormgeving en lay-out Sabrina Luthjens BNO en Christina Schürmann (www.makingwaves.nl) Druk Drukkerij Deltahage, Den Haag Overname artikelen Het overnemen en vermenigvuldigen van artikelen uit Transfer is slechts geoorloofd na schriftelijke toestemming van de hoofdredactie. Omslag Christina Schürmann, Making Waves Transfer 2, jaargang 19, verschijnt op 13 oktober 2011

els heuts eheuts@nuffic.nl


r

i n ho u d

8

24-42

12

14

23

Meer EU-landen zijn niet blij met ‘buurstudenten’ In Nederland is niet iedereen blij met de vele Duitse studenten in sommige collegezalen. Maar wat hier de Duitsers zijn, zijn in België de Fransen, in Denemarken de Zweden. Disbalans in studentenmobiliteit tussen buurlanden komt in heel Europa voor. Met overal vergelijkbare gevolgen. Wordt het geen tijd voor maatregelen op Europees niveau?

Snel scoren in academische hitparade Fuseren blijkt opmerkelijk lucratief voor universiteiten die graag hoge ogen gooien op de internationale ranglijst van Shanghai. Instellingen gaan steeds verder om het lot een handje te helpen. En er zijn meer ingrepen die eenvoudigweg punten opleveren. Transfer reconstrueert de cijfers en zoekt de kortste weg naar de top van de ranglijst.

‘Een wachtlijst is niet iets om je voor te schamen’ Ook dit jaar zullen buitenlandse studenten op sommige plaatsen weer tijdelijk in caravans en op bungalowparken moeten wonen. En dat zal nog wel een paar jaar zo blijven, denkt Vincent Buitenhuis. De directeur van studentenhuisvestingskoepel Kences heeft er een hard hoofd in dat het gaat lukken om de benodigde kamers te realiseren.

Op college bij Kay Michiels Wat doen docenten om hun onderwijs internationaler te maken? Transfer wijdt een nieuwe maandelijkse rubriek aan deze groep, die een sleutelrol vervult in het internationaliseringsproces op universiteiten en hogescholen. In de eerste aflevering: Kay Michiels, docent juridische en forensische vakken bij Avans Hogescholen.

En verder 2 Colofon en redactioneel 4 nieuwsberichten 17 Vliegende Hollander 18 Meer selectiemogelijkheden 20 Een kwart eeuw summerschool in Utrecht 24 Senioren zetten zich in voor ontwikkelingslanden 27 Column Els van der Werf 28 Wateropleidingen presenteren zich samen als Wetskills 30 Pioniers in internationalisering 31 Agenda

voor internationale opleidingen


n i euwsb er ic hten

Alle NL universiteiten op Shanghai-lijst Ook de nieuwste editie van de Shanghai-ranglijst wordt gedomineerd door Amerikaanse universiteiten, met Harvard als vaste aanvoerder. Net als voorgaande jaren zijn Utrecht (48) en Leiden (65) de enige Nederlandse universiteiten in

sh a ngh a i

de top-100. Door de terugkeer van de Universiteit van Tilburg bij de beste vijfhonderd komen alle Nederlandse universiteiten weer voor op de ranglijst. De Rijksuniversiteit Groningen komt op plaats 103 slechts eentiende punt tekort voor de top-100.

ran ki ng

Klassering 2011

Klassering 2010

Instelling

Totaalscore 2011

Totaalscore 2010

48

50

Universiteit Utrecht (UU)

31.7

31.7

65

70

Universiteit Leiden (LEI)

29.3

28.4

103

109

Rijksuniversiteit Groningen (RUG)

24.1

23.4

118

117

Universiteit van Amsterdam (UvA)

22.4

22.4

122

129

Vrije Universiteit Amsterdam (VU)

21.8

21.3

135

158

Radboud Universiteit Nijmegen (Radboud)

20.9

19.2

154

144

Wageningen University (WUR)

19.8

20.1

174

178

Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR)

18.7

18.3

197

185

Technische Universiteit Delft (TUD)

17.1

17.8

288

337

Universiteit Maastricht (UM)

13.7

12.1

360

373

Universiteit Twente (UT)

11.7

11.3

363

437

Technische Universiteit Eindhoven (TUe)

11.6

10.2

427

Tilburg University

10.4

De grootste stijgers onder de Nederlandse universiteiten danken hun succes op de ranglijst aan een Nobelprijswinnaar en twee veelscorende topwetenschappers. De sterk verbeterde scores van Eindhoven (73 plaatsen omhoog), Maastricht (49 plaatsen) en Nijmegen (22 plaatsen) zijn volledig toe te schrijven aan het meetellen van nieuwe individuele onderzoeksprestaties. Dit blijkt uit een reconstructie door Transfer van de individuele scores van universiteiten buiten de top-100. De jaarlijkse Shanghai-ranglijst geeft een buitengewoon gewicht aan de absolute top van het academisch firmament. Hierdoor kan de vraag of een onderzoeker net wel of net niet meetelt, voor grote verschillen in de score van een universiteit zorgen. De ranglijst wordt regelmatig bekritiseerd om zijn elitaire en soms arbitraire karakter. (GS) Meer over de Shanghai-ranking op pagina 12 en 13.

Stufi gaat mee naar bijna tachtig landen Nederlandse studenten zijn al in 77 landen een opleiding gaan volgen met meename van hun Nederlandse studiefinanciering, sinds dat in 2007 mogelijk werd. Dat staat in Mobiliteit in Beeld 2011. Uit deze Nufficpublicatie blijkt ook dat het aantal Nederlanders dat in het buitenland studeert, trendmatig groeit, al neemt het aantal internationale studenten in Nederland sterker toe.

4 | september 2011 | transfer

De variatie in studiebestemmingen is enorm toegenomen, schrijft Mobiliteit in Beeld 2011. Toch wordt de studiefinanciering in ruim 85 procent van de gevallen meegenomen naar België, Groot-Brittannië, de Verenigde Staten en Duitsland. Duitsers zijn onverminderd enthousiast over studeren in Nederland. Met bijna 25.000 vormen zij 46 procent van alle buitenlandse studenten, op afstand gevolgd door China (5.450

studenten) en België (2.650). Op de universiteiten kwam afgelopen studiejaar een op de tien studenten uit het buitenland. Vijf jaar geleden was dat een op de veertien. Bij de hogescholen nam het percentage in dezelfde periode minder toe: van 6 procent in 2006 tot 6,5 procent nu. Het aantal hbo-afgestudeerden met internationale studie-ervaring daalde in 2008-2009, in navolging van de trend bij academici. (AS)


Design Academy schikt in

De Design Academy in Eindhoven heeft een schikking getroffen met tien buitenlandse ex-studenten, meldt het Eindhovens Dagblad. De hbo-instelling had hun een universitair ‘Master of Arts’-diploma voorgespiegeld, terwijl zij in werkelijkheid een nietuniversitaire ‘Master of Design’-titel kregen. Over de hoogte van de schikking doen de partijen geen mededelingen. De claim bedroeg 50.000 euro per persoon. De rechtbank van Den Bosch oordeelde in 2009 dat de Design Academy de ex-studenten had misleid, omdat de instelling geen universitaire diploma’s mag uitgeven. De ontwerpschool was hiertegen in beroep gegaan. Met de schikking trekt de Design Academy dat beroep in. De Eindhovense zaak illustreert een bredere kwestie over de waarde van hbo-diploma’s. Uit een rapport van de Landelijke Commissie Gedragscode Hoger Onderwijs blijkt dat instellingen buitenlandse studenten vaker niet helder voorlichten over de status van hun toekomstige diploma.

Foto: ANP/Durk Gardenier

diplomazaak

De Design Academy in Eindhoven.

Hogescholen blijken losjes om te gaan met de toevoegingen ‘of Arts’ en ‘of Science’, die nu in Nederland nog alleen door universiteiten mogen worden gegeven. Zo zoekt de New Business School Amsterdam de grenzen op met een ‘Bachelor of Arts in Business’. Hbo-instellingen blijken ook vaak een universitair diploma te laten uitgeven door een buitenlandse universiteit, zonder daarbij te vermelden dat dit diploma in Nederland niet wordt erkend. (GS)

NFP en NICHE leveren 40 procent in Staatssecretaris Knapen trekt van 2012 tot en met 2014 jaarlijks 75 miljoen uit voor NFP en NICHE. Na een bezuiniging in 2011 beperkt hij het budget daarmee aanmerkelijk verder. Aanvankelijk was voor beide capaciteitsopbouwprogramma’s samen jaarlijks 124 miljoen euro in het vooruitzicht gesteld. Wat de bezuiniging concreet voor NFP en NICHE betekent, kan directeur Joep Houterman van de Nuffic nog niet zeggen. “Het is onze inzet om de beschikbare middelen voor NFP-beurzen gelijk te houden”, zegt hij. “Die zijn dit jaar al hard achteruit gegaan, met grote gevolgen voor sommige instellingen.” Dit jaar werd het bedrag met ongeveer eenderde teruggebracht tot 34 miljoen euro. Bij NICHE werd de projectenportfolio al beperkt, ten koste van projecten op het gebied van ict-ontwikkeling op universiteiten of algemene gezondheidszorg. Houterman betreurt de verdere budgetbeperking, maar noemt die minder drastisch dan verwacht kon worden na de aankondiging van de bezuinigingen op Ontwikkelingssamenwerking en de kabinetskeuze om onderwijs daarbinnen geen prioriteit meer te geven. “Het gesprek van de koepelorganisaties en de Nuffic met Knapen heeft geholpen”, denkt Houterman. “Deze programma’s zijn interessante instrumenten om het kabinetsbeleid uit te voeren. Dat hebben we over het voetlicht gebracht.” (AS)

transfer | september 2011 | 5


ac hte rgron d

Kort nieuws Brazilië verstrekt tienduizenden extra beurzen

De Braziliaanse overheid heeft aangekondigd 75.000 exclusieve beurzen voor natuurwetenschappelijke en technische studenten te gaan verstrekken via haar Science Without

Borders-programma. Dit meldt Nature. Minister Mercadante

schat de kosten tot 2014 op 3,16 miljard real (1,4 miljard euro)

Meer Engelse animo voor studie in Nederland Engelse studenten protesteerden massaal tegen de verhoging van het collegegeld.

en zegt de Braziliaanse studenten alleen naar internatio-

nale topuniversiteiten te sturen. Daartoe heeft de overheid 238 instellingen geselecteerd op basis van de ranglijsten

van QS en Times Higher Education. De overheid hoopt daarnaast op 25.000 beurzen vanuit het bedrijfsleven, om te

in de aanloop naar het WK Voetbal in 2014 in Brazilië en de

Olympische Spelen in 2016. Braziliaanse wetenschappers zijn blij met het programma; de regering bezuinigde eerder dit jaar 1 miljard real (440 miljoen euro) op wetenschappelijk onderzoek. (GS)

Japan verleidt buitenlandse studenten

Het Japanse hoger onderwijs worstelt met de academische fall out van de kernramp in maart. De helft van de 140.000

internationale studenten is vertrokken, meldt Times Higher Education. Japan tracht nu op allerlei manieren buiten-

landse studenten te verleiden om toch in het land te komen studeren. Het ministerie van Onderwijs heeft extra beurzen

aangekondigd, terwijl sommige vereisten voor een visum zijn geschrapt. Verder hebben sommige buitenlandse afgestu-

deerden niet langer een werkvergunning nodig. Het meest radicale voorstel komt van de Universiteit van Tokyo. Die

wil het academisch jaar synchroniseren met Europa en de

Verenigde Staten. Het studiejaar in Japan loopt nu van april tot april. Het aantal buitenlandse studenten in Japan was

sinds 2009 met jaarlijks 20.000 gestegen, maar bedroeg vóór de kernramp nog slecht de helft van het Japanse doel van 300.000 internationale studenten. (GS) Pécresse hervormt Franse licence

Minimaal 1.500 uur in de collegezaal en stagemogelijkheden voor iedereen. Dat zijn kernelementen van het plan van

de Franse hogeronderwijsminister Valérie Pécresse om het bacheloronderwijs te hervormen. Pécresse wil hiermee de

uitval beperken en het niveau opschroeven. Vanaf september

Foto: Mark Esper/HH

kunnen voldoen aan de verwachte vraag naar ingenieurs

Met een forse verhoging van het collegegeld in het vooruitzicht stijgt de animo onder Engelse studenten om in Nederland te gaan studeren. De universiteiten van Leiden, Groningen en Rotterdam meldden eind juni een verdubbeling van het aantal vooraanmeldingen vanuit Engeland, Maastricht ontving de meeste. Groningen kreeg honderd vooraanmeldingen, Leiden 218 (vorig jaar 110) en Rotterdam 80 (vorig jaar 37). Maastricht, dat veel Engelstalige bachelors aanbiedt, had zelfs 255 vooraanmelders. Als 30 procent daarvan zich daadwerkelijk heeft ingeschreven, waar de universiteit op hoopte, zijn er nu bijna twee keer zoveel Engelse eerstejaars dan de veertig in 2010 – 2011. Zelfs de UvA zag een verdubbeling van het aantal vooraanmeldingen. Maar omdat de universiteit slechts één Engelstalige bachelor aanbiedt, bleef het aantal beperkt tot negentien. In Eindhoven en Nijmegen was er niet of nauwelijks sprake van een stijging. Schotland wil het collegegeld voor Engelse studenten flink gaan verhogen om te voorkomen dat zij massaal hun toevlucht nemen tot het buurland. Zijn zij vanaf volgend jaar in eigen land bedragen tot 9.000 pond (zo’n 10.000 euro) kwijt, in Schotland wordt dat misschien niet veel minder. Meer dan de helft van de Engelse universiteiten verwacht in 2012 – 2013 minder bachelorstudenten, meldt Times Higher Education. (SIMON TROMMEL/AS)

2012 moeten programma’s aan de nieuwe richtlijnen worden aangepast. Toch behouden universiteiten aanzienlijke vrijheid om programma’s naar eigen inzicht in te richten. Zes dagen na de aankondiging van haar plan werd Pécresse opgevolgd door Laurent Wauquiez, om zelf promotie te

maken naar de post van minister van Budget en woordvoerder van de regering. (GS)

6 | september 2011 | transfer

Meer nieuws dagelijks op www.transfermagazine.nl


Verblijfsvergunning plotseling duurder in aanmerking komt voor de kennismigrantenregeling moet hier volgens Leers een dusdanig salaris kunnen verdienen, dat de verhoging financieel geen probleem hoeft te zijn. De minister maakte de nieuwe legestarieven kort van tevoren bekend. De IND accepteert het oude bedrag nog bij aanvragen waarvoor op 1 juli al was betaald. (AS)

Foto: Peter Hilz/HH

Studenten en onderzoekers moeten sinds 1 juli meer betalen voor een verblijfsvergunning. Studenten zijn nu 50 euro meer kwijt aan de verkorte procedure voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv), en 112 euro meer voor de aanvraag van een verblijfsvergunning. Kennismigranten zijn in eerste instantie niet duurder uit, omdat het kabinet het belangrijk vindt dat zij naar Nederland komen. Maar als zij hun verblijfsvergunning willen verlengen, moeten zij – net als studenten – meer betalen dan voorheen. Als reden voor de plotselinge tariefverhoging noemt minister Leers (Immigratie) de afspraak dat hij dit jaar nog 9 miljoen euro extra zal binnenhalen door leges meer kostendekkend te maken. Hij verwacht niet dat door de nieuwe tarieven studenten en kennismigranten van buiten de EU weg zullen blijven. Voor studenten vormen deze bedragen slechts een klein onderdeel van de kosten die zij moeten maken om in Nederland te studeren, aldus de minister. En wie

Minister Leers voor Immigratie en Asiel.

Bezuinigingen nekken samenwerking met VS De drastische bezuinigingen in de Verenigde Staten en Canada hebben ook gevolgen voor samenwerking op het gebied van hoger onderwijs met Europa. Omdat de bijdrage aan de andere kant van de oceaan kwam te vervallen, heeft de Education, Audiovisual and Culture Executive Agency (EACEA) van de Europese Commissie haar gezamenlijke programma’s met de VS en Canada stopgezet tot 2013. Dan eindigt de huidige programmaperiode, die in 2006 van start ging. Wat er daarna gebeurt, is nog onzeker. Ook de calls for proposals van eerder dit jaar zijn ingetrokken. Europa zou voor 2011 bijna 6,5 miljoen steken in ATLANTIS, het samenwerkingsprogramma met de VS, en ruim 1,5 miljoen euro in het samenwerkingsprogramma met Canada. De Amerikaanse

en Canadese overheid werden geacht er een gelijk bedrag voor uit te trekken. Volgens de Europese Commissie is het onmogelijk om de projecten eenzijdig te financieren. ATLANTIS financiert partnerschappen van hogeronderwijsinstellingen uit de EU en de VS die samen internationale leerplannen ontwikkelen en kortdurende uitwisselingen van zowel studenten als stafleden opzetten. In Nederland kregen de universiteiten van Groningen, Maastricht, Delft, Utrecht en Tilburg hier subsidie voor. Hogeschool Zeeland, de CAH Dronten en de NHL ontvingen geld om samen te werken met instellingen in Canada, naast wederom Groningen en Maastricht. (AS)

transfer | september 2011 | 7


eu ropa

ver b i edt

‘vo

ortr e k k en

ei g en

stu d enten

‘Buurstudenten’ in meer EU-landen een probleem

Zoals Nederland worstelt met de grote aantallen Duitse studenten, zo woeden ook elders in Europa discussies over de disbalans in de studentenmobiliteit tussen buurlanden. Verschillende landen zijn ongelukkig met de regel dat alle EU-studenten onder gelijke voorwaarden moeten worden toegelaten tot het hoger onderwijs. Hoe moet het verder?

In Nederland komt inmiddels bijna de helft van alle buitenlandse studenten uit Duitsland. Steeds vaker wordt hun grote aantal als een probleem ervaren. Maar niet alleen Nederland is populair bij de Duitse student: ook Oostenrijk is sinds jaar en dag een geliefd ‘toevluchtsoord’. ‘Duitse studenten lopen Oostenrijkse universiteiten onder de voet’, kopte het opinieblad Der Spiegel al in 2006. Door de grote aantallen Duitsers kwamen de Oostenrijkse collegezalen overvol te zitten. Der Spiegel gebruikte al termen als ‘Alpen-alarm’ om de situatie te beschrijven. Wat de Duitsers zijn voor Nederland, Oostenrijk en ook Zwitserland, zijn de Fransen voor België (zie grafiek) – en dan vooral voor het Franstalige

8 | september 2011 | transfer

deel. In het studiejaar 2007/2008 kwam in België bijna 40 procent van de in totaal 42.490 buitenlandse studenten uit Frankrijk. Vlaanderen vreest op zijn beurt een ‘intellectuele volksverhuizing’ vanuit Nederland als studenten hier de kosten te hoog gaan vinden door de langstudeerdersmaatregel. En dan zijn er nog de Denen. Zij klagen over de grote stroom studenten uit Zweden. In absolute aantallen valt die erg mee: in het studiejaar 2007/2008 kwam 9 procent van de ruim 19.000 buitenlandse studenten in Denemarken uit Zweden. Toch schijnen er bij een studierichting als geneeskunde buitenproportioneel veel Zweden in de zaal te zitten. “Het is echt een probleem dat zo veel plaatsen worden ingenomen


door Zweden, terwijl wij die zelf nodig hebben”, zei de toenmalige Deense wetenschapsminister al in 2006, toen hij de kwestie aankaartte bij de Europese Unie.

“Als het echt nodig is,

Dat mag niet, stelde het Hof, want alle EU-studenten moeten onder moeten lidstaten de gelijke voorwaarden worden toegelaten tot het Europese hoger ondereigen ingezetenen een wijs. Oostenrijk moest de regel dus schrappen, met een toevloed aan Illegaal voorkeursbehandeling Duitse studenten tot gevolg – in Het zijn vaak relatief kleine landen Graz was in 2006 42 procent van de die zuchten onder de komst van kunnen geven” eerstejaars Duits, aldus Der Spiegel. Oostenrijk gaf het nog niet op: bij studenten uit een veel groter de dure opleidingen geneeskunde en buurland. Voor Oostenrijk was de tandheelkunde werd driekwart van de studieplaatsen maat in 2005 al vol. Het land besloot buitenlandse gereserveerd voor de eigen studenten. Ook België studenten pas toe te laten, als zij ook op een universistelde in 2006 een quotum in: bij (para-)medische teit in eigen land terecht zouden kunnen. Oostenrijk studies mocht maximaal 30 procent van de studenten wilde zo voorkomen dat studenten die in Duitsland uit het buitenland komen. Zo wilden de Belgen een waren uitgeloot voor een bepaalde studie, massaal einde maken aan de situatie dat meer dan driekwart naar Oostenrijk zouden komen. van de plaatsen bij die studies werd bezet door Franse Het leek een effectieve maatregel. Totdat het Europese studenten. Zouden die na hun afstuderen terugkeren Hof van Justitie zich erover boog en de Oostenrijkers naar hun vaderland, dan kon dat leiden tot een artsensnel op de vingers tikte: ze handelden illegaal. Juist tekort in Wallonië en dat zou een een bedreiging zijn voor de vele Duitse studenten die in eigen land niet voor de gezondheidszorg, was de redenering. werden toegelaten vanwege een numerus clausus, Maar ook nu gooide het Europese Hof roet in het vormde de maatregel een belemmering. Zij werden eten. Een groep Franse studenten, onder wie Nicolas benadeeld ten opzichte van Oostenrijkse studenten.

transfer | september 2011 | 9


Bressol, diende een klacht over de gang van zaken in bij het Grondwettelijk Hof in België, dat de kwestie op zijn beurt voorlegde aan het Europese Hof. Dat oordeelde dat er door het quotum sprake is van discriminatie op grond van nationaliteit. Het argument met betrekking tot de gezondheidszorg woog voor het Hof minder zwaar.

Bewijslast Bescherming van de volksgezondheid kán wel een rechtvaardiging zijn, zei het Hof. Maar dan moesten de Belgen aantonen dat er zonder quotum een kleiner aantal of minder goed opgeleide zorgverleners beschikbaar zouden zijn, en dat er geen alternatieven zijn om hetzelfde resultaat te bereiken. België zou bijvoorbeeld afgestudeerde medici kunnen aanmoedigen om zich in Wallonië te vestigen, suggereerde het Europees Hof. De maatregel mag het vrije verkeer van studenten binnen de Europese Unie niet verder beperken dan strikt noodzakelijk voor het te bereiken doel. Voor Oostenrijk voelde deze uitspraak als een rechtvaardiging van het eigen quotum. Maar omdat het arrest zich toespitst op zo’n extreme situatie, kan bijna niemand er iets mee. “De bewijslast is enorm”, weet Anne Pieter van der Mei, docent Internationaal en Europees Recht aan de Universiteit Maastricht. Hij vindt dat het Europese Hof in de zaak-Bressol te strikt is geweest door alleen de gevolgen voor de gezondheidszorg te toetsen, en niet die voor het onderwijssysteem. “Als ik het goed heb, was in Wallonië bij medische opleidingen 86 procent van de studenten afkomstig uit Frankrijk. Dat is politiek moeilijk te verkopen, want zij betalen geen belasting voor hun eigen onderwijs.” Het Europese Hof in Luxemburg geeft dus eigenlijk geen enkele opening om een onderwijssysteem door middel van quota te beschermen. Heeft Brussel dan misschien iets te bieden aan landen die behoefte hebben aan zulke quota? Daar lijkt het niet op. Begin dit jaar klopte Schotland nog aan bij eurocommissaris Vassiliou van Onderwijs. Het land is erg in trek bij EU-studenten, die er, net als de Schotten zelf, geen collegegeld hoeven te betalen. In het studiejaar 2008 – 2009 kostten EU-studenten de Schotse belastingbetaler meer dan 75 miljoen pond (ruim 80 miljoen euro), rekende onderwijsminister Michael Russell uit. Hij vond in Brussel geen gehoor.

Interne situatie Saillant detail is dat Engelse studenten wel een rekening krijgen als zij in Schotland willen studeren. En omdat het collegegeld in Engeland vanaf 2012 flink zal stijgen, kunnen ook de Schotten tot 9.000 pond (zo’n tienduizend euro) collegegeld gaan vragen aan

10 | september 2011 | transfer

Engelse studenten om te voorkomen dat die massaal naar Schotland zullen komen. Engelsen zijn weliswaar Europeanen, maar in dit geval toch vooral onderdanen van Groot-Brittannië. “Europees recht is niet van toepassing op een zuiver interne situatie”, legt Van der Mei uit. Overigens hoor je Engeland zelf niet klagen, terwijl het met afstand de grootste ‘importeur’ van EU-studenten is. De disbalans is daar ook het grootst. 160.000 niet-EU studenten kwamen in het studiejaar 2007 – 2008 naar het Verenigd Koninkrijk, terwijl slechts 10.000 Britse studenten over de grens gingen studeren. “Zij berekenen de kosten door aan derdelanders”, zegt de docent uit Maastricht. “Daarmee vervalt dat argument.” Inmiddels heeft de Tweede Kamer aan staatssecretaris Zijlstra gevraagd of hij bereid is de onevenwichtige mobiliteit aan te kaarten in Brussel. Verder lijkt de discussie zich in Nederland te beperken tot de vraag of het wenselijk is om actief Duitse studenten te werven. Toch is er in Den Haag ook al een stap verder gedacht. Bij de zoektocht naar mogelijke manieren waarop Nederland kan bezuinigen, viel het oog van een ambtelijke werkgroep onder meer op het stijgende aantal ‘grensstudenten’. Een groot deel gaat na het afstuderen terug naar het moederland om te werken, stelden de ambtenaren vast. De overheid zou de instellingsbekostiging voor deze studenten kunnen verlagen of ze het hoge collegegeldtarief kunnen laten betalen. Mag Zijlstra die bezuiniging invoeren? “Dat weet niemand”, zegt Van der Mei. “Die vraag is nog nooit beantwoord. In beginsel is het verboden om de bekostiging voor EU-studenten te verlagen of hun collegegeld te verhogen, omdat je geen onderscheid mag maken tussen Nederlanders en onderdanen van een andere lidstaat. Maar als het echt nodig is, bijvoorbeeld omdat hun komst enorme gevolgen heeft voor de belasting, moet een lidstaat een soort voorkeursbehandeling kunnen geven aan de eigen ingezetenen. Een Duitser die misschien al twintig jaar in Zuid-Limburg woont en belasting betaalt, behoort daar dan ook toe.”

Kosten verrekenen De jurist heeft wel een vermoeden hoe het in de praktijk zou kunnen gaan. “Als Den Haag nog maar de helft van de bekostiging wil betalen voor buitenlandse studenten, dan zegt het Hof: dat is discriminatie, toon maar aan dat zij invloed hebben op de financiering en de kwaliteit van het onderwijs. Dat wordt dan moeilijk. Negen van de tien juristen zullen zeggen: dat gaat niet lukken. Het enkele feit dat het onderwijs meer geld gaat kosten, is geen argument. Je moet echt aantonen dat de kwaliteit in het geding is. Nederland zou daarbij ook nog eens zwak staan, omdat er ook Nederlandse studenten in het buitenland


gaan studeren.” Zijlstra is overigens niet van plan om instellingen niet langer of minder te bekostigen voor grensstudenten, heeft hij de Kamer al laten weten. Het Europees Hof houdt de lidstaten strikt aan het vrije verkeer voor studenten, de Europese Commissie lijkt niet van plan om de regels aan te passen. Misschien moeten landen dan maar onderling proberen om de financiële gevolgen van onevenwichtige mobiliteit aan te pakken. De Scandinavische landen doen dat al. Binnen het samenwerkingsverband Norden verrekenen zij onderling de kosten. Studeren er meer Zweedse studenten in Denemarken dan andersom, dan betaalt Zweden een bedrag ter compensatie. Deze overeenkomst, die al stamt uit 1996, is al enkele malen verlengd en loopt in elk geval door tot eind 2012. Een oplossing voor de run van Zweedse studenten op de schaarse plekken bij geneeskunde in Denemarken biedt zij overigens niet. Van der Mei betwijfelt of het verrekenmodel binnen de EU navolging zal krijgen. “Als je naar Wallonië en Frankrijk kijkt, waarom zouden de Fransen daar dan aan meewerken? De huidige situatie is ideaal voor hen: studenten gaan naar België en keren met een diploma terug.” Die tegenstrijdige belangen maken het ook lastig om de regels aan te passen, denkt de jurist, die wel vindt dat er een oplossing moet komen voor ‘Waalse toestanden’. “Wetgeving op Europees niveau is niet haalbaar. Ik verwacht eerder dat er informeel iets wordt bekokstoofd, zoals dat vaak gebeurt in Europa als het gaat om onderwijs, bijvoorbeeld bij

Bologna. Als de Europese landen afspreken dat elke lidstaat het recht heeft 60 tot 70 procent van de eigen ingezetenen voorrang te geven, dan is volgens mij het grote probleem opgelost.”

annelieke slappendel Voor dit artikel is gebruik gemaakt van het hoofdstuk ‘Internationalisering en mobiliteit tussen grenslanden’ in Mobiliteit in Beeld 2011 van de Nuffic.

saxi on: m i n d er werven m eer vo or l i c hten

,

Saxion stopt met actief werven in Duitsland. De hogeschool, afgelopen studiejaar na de Universiteit Maastricht de instelling met de meeste Duitse studenten (ongeveer 12 procent), vindt actieve werving niet meer nodig. Duitsers weten de instelling toch wel te vinden, zegt woordvoerder Rob Admiraal. Saxion blijft wel voorlichting geven op middelbare scholen in Duitsland. Een andere beleidswijziging is dat de hogeschool Duitse studenten tijdens intakegesprekken nadrukkelijk gaat wijzen op de mogelijkheid om na afloop van hun studie in Nederland te gaan werken. Uit onderzoek in 2008 bleek dat 95 procent van de afgestudeerden terugkeert naar Duitsland. (AS)

top 3 lan den van h er komst afgezet tegen totale bu iten lan dse i nstroom, 2007–08 4.056

16.650

1.757

Duitsland

20.027

België

42.490 17.464

6.733

2.742

Bosnië Herzegovina

26.457

Oostenrijk

53.396 16.554

3.423

2.193

18.625

Nederland

40.795 2.411

1.796

1.789

Italië

Frankrijk Nederland Noorwegen Zweden China

13.125

Denemarken

19.121

België Overig

0%

20%

40%

60%

80%

100%

bron: oeso, 2011

transfer | september 2011 | 11


ac hte rgron d

Snel scoren in de academi Fusies waren de afgelopen zomer een heet hangijzer in de academische wereld. De combinaties DelftLeiden-Rotterdam en UvA-VU werden genoemd. Het motief: een hogere score in de invloedrijke Shanghairanglijst. Levert een fusie echt punten op? Transfer zoekt de kortste weg naar de top van de ranglijst.

De positie van universiteiten op internationale Nobelprijswinnaars dat aan hun instelling studeerde, ranglijsten wordt steeds belangrijker in de ogen 20 procent voor het aantal Nobelprijswinnaars dat er van beleidsmakers, bestuurders, nu werkt, 20 procent voor het aantal onderzoekers en studenten. Zoals meest geciteerde onderzoekers in Een universiteit met twee profvoetballers tegenwoordig een reeks onderzoeksvelden, 20 trainen op schwalbes en tijdrekken, procent voor het aantal publicaties Nobelprijzen krijgt twee zo komen ook universiteiten in in Nature en Science en 20 procent de verleiding om hun werkwijze voor het aantal artikelen in twee maal zo veel punten als een publicatiedatabanken. strategisch aan te passen. Welke prikkels gaan uit van de univerEen universiteit met twee universiteit met één sitaire ranglijst die de Jiao Tong Nobelprijswinnaars krijgt dus twee Universiteit van Shanghai sinds maal zo veel punten als een univer2003 opstelt? siteit met één Nobelprijs. Ook het aantal publicaties en het aantal veelgeciteerde wetenGefuseerde universiteiten blijken beter te scoren schappers levert punten op, ongeacht hoe groot de op de Shanghai-ranking – samen met de lijstjes van universiteit is. Slechts 10 procent van de totaalscore QS en Times Higher Education de meest invloedrijke hangt af van de wetenschappelijke productie per universitaire ranglijst ter wereld. Veel beter zelfs: na capita – de enige categorie waarin Harvard geen lijsteen fusie stootte de Universiteit van Manchester de aanvoerder is. mondiale top-50 binnen. Ranglijstenexpert Ton van gerald schut Raan van de Universiteit Leiden noemt de Shanghailijst ‘zeer omvanggevoelig’. “Elke fusie zal met grote waarschijnlijkheid een betere positie opleveren,” stelt de professor. De Franse combinatie-universiteit Aix-Marseille staat dit jaar op plaats 148*; de losse h oe m eet j e ‘h arvar d-n es s’ ? onderdelen eindigden vorig jaar slechts op 291 en 387. Een andere Franse fusie-universiteit (Lorraine) Welke universiteit lijkt het meest op Harvard? Dat is de hamvraag bij stijgt 125 plaatsen. Fusies zijn een belangrijk element academische schoonheidswedstrijden, schrijft Malcolm Gladwell in het van Opération Campus, de radicale herschikking van weekblad The New Yorker: welke universiteit heeft het grootste onderhet Franse hoger onderwijs voor mooiere scores in zoeksbudget en de mooiste geschiedenis? Een fixatie op topscores in de ‘Shanghai’. Een slimme fusie van de vier technische Shanghai-ranking dreigt volgens waarnemers te leiden tot een ‘Sheriff universiteiten van Parijs zou volgens de wiskundigen van Nottingham’-effect, waarbij overheden budget weghalen bij armere Billaut, Bouyssou en Vincke zelfs wereldkampioen universiteiten om topinstellingen te bouwen. Om één topper te creëren, Harvard onttronen. dreigen landen hun kracht in de breedte te verkwanselen. Zo krijgt het Dat een fusie eenvoudigweg een betere klassering feit dat Nederland ‘slechts’ twee universiteiten in de top 100 heeft hier oplevert, lijkt gek. Maar wie onder de motorkap van te lande beduidend meer aandacht dan het feit dat álle Nederlandse de Shanghai-ranking kijkt, begrijpt het: 90 procent universiteiten in de top 500 staan. Weinig landen kunnen ons dat laatste van de score wordt bepaald door absolute cijfers. nazeggen. (GS) Hoe groter de instelling, hoe beter. Universiteiten krijgen 10 procent van hun score voor het aantal * Dit blijkt uit een reconstructie door Transfer van de individuele scores van universiteiten buiten de top 100, die op de Shanghai-lijst slechts in monolithische cohorten worden getoond. 12 | september 2011 | transfer


Foto: iStockphoto

ische hitparade

de

kortste

weg

na ar

de

to p

Een ´consultant van de duivel´ zou universi-

favorieten. De punten voor een Nobelprijs

zeven auteurs levert anderhalf maal zo

teitsbestuurders die op de Shanghai-ranking

gaan naar de instelling waar de win-

veel punten op als een artikel met een

willen stijgen, de volgende adviezen kunnen

naar werkt op het moment dat de prijs

geven:

wordt toegekend. De Nobelprijs voor de

– Ontmoedig publicaties in boeken; die leve-

– Fuseer niet alleen onderling, maar vooral

auteur.

Utrechtse natuurkundige Veltman was

ren geen punten op. Alleen artikelen in

ook met onderzoekinstituten zoals het

bijvoorbeeld te danken aan zijn onderzoek

tijdschriften tellen.

RIVM of TNO. Daar zitten veelgeciteerde

aan de Universiteit van Michigan, maar de

wetenschappers, die nu niet meetellen

punten gingen naar Utrecht.

– Als je geen of weinig artikelen in Nature en Science hebt, laat je dan, net als de Universiteit van Tilburg, meetellen als

in de lijstjes. Door deze wetenschappers

– Koop veelgeciteerde toponderzoekers. Ook

aan boord te halen, kunnen gemakkelijk

als ze geen Nobelprijs winnen, leveren ze

Social Science University. De Universiteit

punten op.

van Teheran zou door deze truc 115 plaat-

punten worden gescoord. – Bezuinig op de faculteiten voor talen en

– Zorg dat onderzoekers hun artikelen

sen stijgen; Paris Dauphine (Paris 9) zou 94 plaatsen klimmen.

sociale wetenschappen (behalve econo-

altijd met exact dezelfde universiteits-

mie en psychologie). Deze universitaire

naam ondertekenen. De Vrije Universiteit

onderdelen leveren in ‘Shanghai’ nauwe-

Amsterdam komt met maar liefst acht

je voordeel te laten uitvallen. De Erasmus

lijks punten op. Door het bezuinigde geld

verschillende schrijfwijzes voor in de

Universiteit Rotterdam krijgt bijvoorbeeld

te investeren in natuurwetenschappelijk

databank voor topwetenschappers. Leiden

geen punten voor de Nobelprijs van Niko

onderzoek, kunnen meer punten worden

telt er zes, Wageningen en Rotterdam

Tinbergen, omdat de Erasmus Universiteit

verdiend.

vijf. Daardoor kunnen universiteiten veel

nog niet bestond toen Tinbergen in

punten mislopen.

Rotterdam economie studeerde. Andere

– Scout toekomstige Nobelprijswinnaars en bied deze op tijd een arbeidscontract aan. Meestal is er maar een handjevol

– Laat artikelen voor Nature of Science door veel auteurs schrijven. Een artikel door

– Lobby in Shanghai om twijfelgevallen in

instellingen kregen in vergelijkbare gevallen wél punten. (GS)

transfer | september 2011 | 13


i nte rvi ew

vi nc ent bu ite n h u is, di r e cteu r van stu denten h u isve sti ngskoepel ken c es

‘Voor Apple-

producten

is ook een

Foto: Henriëtte Guest

wachttijd’

14 | september 2011 | transfer


Dat internationale studenten ook de komende jaren nog tijdelijk zullen worden ondergebracht in caravans, kan hij niet uitsluiten. Maar Vincent Buitenhuis van Kences, het samenwerkingsverband van negen studentenhuisvesters, ziet dat niet alleen als een probleem. “Als je een goed product verkoopt, hoef je je niet te schamen voor wachtrijen.”

Maar liefst 21 maanden kan het duren voordat je geven en zijn ze waarschijnlijk goedkoper uit. De in Utrecht een studentenkamer hebt, blijkt uit een student zal daar zelf op reageren. Als die de voorkeur overzicht van wachttijden per stad dat Kences deze geeft aan een universiteit die een kamer garandeert, zomer maakte. Hoe lang internationale studenten dan zal hij daarvoor kiezen.” moeten wachten op eigen woonruimte, wil het “Maar misschien moet een universiteit ook een samenwerkingsverband van studentenhuisvesters keer zeggen: sorry, alle plekken zijn vergeven, kom vanaf volgend jaar gaan bijhouden. over een halfjaar maar terug”, Door het kamertekort en hun denkt Buitenhuis. “Nederlandse “Misschien moet een toenemend aantal worden zij soms studenten wachten op een kamer tijdelijk gehuisvest op campings en soms op een studieplek, waarom universiteit ook een keer en in bungalowparken. Vincent zou een student uit het buitenland Buitenhuis, sinds twee jaar direcaltijd vooraan moeten staan? Voor zeggen: sorry, alle plekken teur van Kences, denkt niet dat dit de mooiste winkel staat ook een in de nabije toekomst voorbij is. rij, als ik een Apple-product wil zijn vergeven” “Ik verwacht dat het probleem de kopen moet ik een halfjaar wachten. komende jaren toeneemt.” Dus we hoeven ons niet te schamen Hij haast zich te zeggen dat de als er wachttijden zijn, of een komst van steeds meer internationale studenten naar studentenstop.” Nederland eigenlijk geen probleem is, maar juist Zolang er maar wordt gewerkt aan voldoende aanbod positief voor de kenniseconomie. “Het is alleen wel én verwachtingen worden waargemaakt, benadrukt een zorg dat wij die studenten moeten huisvesten. Buitenhuis. “Het is echt fnuikend als je een fantastische student hierheen haalt, die op een aggenebbisj Stapje terug achterafplekje zet en na z’n studie naar huis laat gaan Helemaal omdat lastig in te schatten is hoeveel met het gevoel: ik ben daar onheus behandeld. Want studenten er nog op ons afkomen.” Daarnaast heeft een slecht bericht verspreidt zich 25 keer sneller dan Buitenhuis er een hard hoofd in dat het gaat lukken een goed bericht. Ik heb liever dat ze niet komen, om de 65.000 extra kamers te realiseren die volgens dan dat ze komen en een negatieve ervaring hebben. Kences in 2015 nodig zijn. “En dat zal ook de internaDat is geen visitekaartje voor Nederland.” tionale student treffen, dat kan niet anders.” Best prijzig Dus is het zaak om studenten van tevoren duidelijk te Ook de studentenhuisvesters bekijken wat zij maken wat ze kunnen verwachten, vindt de Kenceskunnen verbeteren in hun communicatie. In het directeur. Is de ‘bedgarantie’, waar Wageningen nu kader van het Rode Loper-project, dat de keuze voor voor kiest omdat er niet voor iedereen meteen een een studie in Nederland en de komst hierheen overeigen kamer beschikbaar is, dan een goed idee? Alleen zichtelijker moet maken, doet Kences onderzoek als het niet anders kan, zegt Buitenhuis. “Ik heb liever naar de informatievoorziening over huisvesting dat de universiteit studenten een belofte doet die ze aan buitenlandse studenten. “De student moet in waar kan maken, dan dat ze een kamer belooft die er een oogopslag kunnen zien waar hij voor gaat”, niet is. Maar het moet niet overal de standaard zijn. vindt Buitenhuis. “We moeten ook vertellen dat Wageningen doet in feite een stapje terug, daar moet wonen hier best prijzig is in vergelijking met het je je niet bij neerleggen.” buitenland.” Hij maakt de kanttekening dat sommige buitenlandse Wat waarschijnlijk ook meer toelichting behoeft, studenten het helemaal geen probleem vinden om is hoe de huurprijs tot stand komt. Dat buiteneen kamer te delen. “Prima, dan kun je ze die keuze

transfer | september 2011 | 15


landse studenten soms 100 euro meer betalen dan hun Nederlandse buurman, zit ’m in meubilering en servicekosten. “Het is niet zo dat wij ze een loer proberen te draaien”, verzekert de Kences-directeur. “Zelfs onze all-in-prijs ligt soms nog onder de maximale redelijke huur volgens het woningwaarderingsstelsel. Dus de student die klaagt dat hij te veel betaalt, die huurt vast niet bij ons. En anders moet hij zijn maandelijkse afrekening nog eens goed bekijken.” Wel wordt nu beperkt geëxperimenteerd met ongemeubileerde kamers voor internationale studenten. Buitenhuis heeft er bedenkingen bij. “Het lijkt mij onpraktisch om hier een bed te moeten kopen, als je uit het buitenland komt. Maar er was vraag naar.” Onduidelijkheid over de servicekosten was de aanleiding voor een internationale promovendus in Amsterdam om naar de rechter te stappen. Hij had een short stay-contract bij huisvester DUWO: een overeenkomst voor maximaal een jaar, waarna de kamer verlaten moet worden en geen huurbescherming is opgebouwd. Maar wettelijk is niet goed vastgelegd wat ‘short stay’ is, betoogde hij. De rechter was dat met hem eens: de promovendus had recht op huurbescherming, mocht dus niet uit zijn kamer worden gezet en hoefde daarvoor ook geen leegstandkosten te betalen. Deze zomer sleepte de Groninger Studentenbond het lokale Housing Office voor de rechter, omdat er te veel kosten en te weinig rechten verbonden zouden zijn aan short stay-contracten.

Tandje extra bijzetten Vervelend, vindt Buitenhuis enerzijds. De contractvorm is immers nodig om te kunnen garanderen dat er meteen bij aankomst kamers beschikbaar zijn voor buitenlandse studenten. “Vergelijk het maar met het huren van een vakantiehuisje, daar moet je na een paar weken ook uit. Aan de andere kant kunnen we dat goed uitleggen, er is niets te verbergen. Dus laat de rechters vooral hun werk doen. Tot nu toe zijn we in vrijwel alle gevallen buiten Amsterdam in ons recht gezet.” Geen reguliere huurbescherming betekent overigens niet dat studenten met klachten nergens terechtkunnen. “Ik durf te zeggen dat we voor onze internationale huurders vaak een tandje extra bijzetten”, zegt Buitenhuis. “Een Nederlandse student weet de supermarkt wel te vinden en kan de wasmachine zo aanzetten. Studenten uit China moet je hier wegwijs maken. Nu gebeurt het al wel dat de studentenhuisvester visa regelt. Ik verwacht dat we in de toekomst meer gaan doen om te zorgen dat alles voor elkaar is. Dan kost het in absolute getallen ook meer.” De werkgroep short stay binnen Kences wisselt onderling ervaringen uit, vertelt de directeur. “Het is toch een bijzondere tak van sport.” 16 | september 2011 | transfer

Maar de short stay-problematiek maakt duidelijk dat internationale studenten niet goed in het bestaande huurrecht passen. Buitenhuis verwacht dat minister Donner van Binnenlandse Zaken hiervoor een oplossing aandraagt in het Actieplan Studentenhuisvesting, dat dit najaar verschijnt. In een brief kondigde hij al aan te zullen bekijken of hij de mogelijkheden voor tijdelijke huisvesting van buitenlandse studenten kan verruimen. Dat betekent contracten voor maximaal twee jaar – de duur van sommige masters, denkt de Kences-directeur.

Positief Hij hoopt dat er ook meer duidelijkheid komt over de leegstandkosten. “Het wisselt per stad wie daarvoor opdraait”, legt Buitenhuis uit. “Soms doet de universiteit of hogeschool een duit in het zakje. Daar is wat voor te zeggen, want zij geven een kamergarantie. Betaalt de instelling niet, dan willen we in elk geval reserveringskosten bij de student in rekening brengen. Maar dat mag nu niet zomaar.” De vaste kosten voor energie- en waterverbruik wil Kences handhaven. “Dat is jammer voor de energiezuinige student, maar toch voordeliger dan alle administratie die anders nodig zou zijn. Want een kamer kan per jaar wel aan drie studenten worden verhuurd.” Dat er een actieplan komt, waarbij naast het ministerie en Kences de studentensteden, VSNU, HBO-raad en LSVb betrokken zijn, stemt Buitenhuis positief. Daardoor zal onder meer de bouwregelgeving voor studentenhuisvesting worden versoepeld, zodat uitbreiding van het kameraanbod gemakkelijker en rendabeler wordt. “Er komt een goed momentum aan”, denkt Buitenhuis. “We kunnen nu echt stappen zetten, ook voor internationale studenten.”

annelieke slappendel


vl i egen de

holl an der

“Het Indonesisch

wetboek is in het Nederlands” Elske Merkus (23) zit in het vierde jaar van haar studie rechten aan de Hanzehogeschool in Groningen. In Jakarta gaf ze Nederlandse les aan Indonesische rechtenstudenten. Die moeten onze taal goed kennen,

Foto: Jan Luursema

omdat het Indonesisch burgerlijk wetboek nog stamt uit de koloniale tijd.

“Ik ben rechten gaan studeren omdat ik graag lees. Ik vind het geen enkel bezwaar om grote pakken papier door te werken. Dan zit je bij deze studie goed. Niet alleen moet je de wetboeken grondig bestuderen, je moet je ook verdiepen in de jurisprudentie van een casus. Welke uitspraken zijn er eerder gedaan, in een soortgelijke zaak? Ik vind het spannend uit te knobbelen waarom een rechter de ene keer anders oordeelt dan de andere. En ik hou van de stijl waarin ons wetboek geschreven is. In van dat ouderwetse Nederlands, zelfs al betreft het een moderne wet. Misschien dat ik daarom de Max Havelaar ook zo’n mooi boek vind. Daarin komen een paar dingen samen die me na aan het hart liggen. Het is prachtig van taal en het pleit voor rechtvaardig handelen. Dat het zich in Indonesië afspeelt, heeft mij mede geïnspireerd voor een reis naar dat land. Al snel nadat ik op het internationale advocatenkantoor in Jakarta aan de slag was gegaan, opperde mijn baas dat ik één dag in de week Nederlands kon gaan geven aan de Universitas Indonesia. Hij had gehoord dat ze iemand zochten die de rechtenstudenten daar onze taal kon onderwijzen, om het wetboek goed te kunnen begrijpen. Want dat is nog altijd in het Nederlands gesteld. Zo gaat het vaak in Indonesië, is mijn ervaring geweest. Veel dingen worden informeel geregeld en er is een hoop mogelijk, ook voor vrouwen. Van de radicalere moslims, die vrouwen willen straffen

wanneer ze zich bijvoorbeeld niet zedig genoeg kleden, heb ik niets meegekregen. Ik vond het sociale klimaat op Java juist hartelijk en tolerant.

Heksenketel De studenten die ik moest doceren waren nu en dan zelfs iets tè relaxed. Dat ze soms twintig minuten na aanvang van de les nog binnendruppelden, heb ik maar aanvaard. Het verkeer op Jakarta is nou eenmaal een heksenketel, dus je komt gemakkelijk te laat. Maar ze moesten wel hard werken van me, en kletsen onder de les mochten ze ook niet. Hoewel ik natuurlijk zelf ook nog “maar” een student ben, heb ik geen moment geaarzeld over de rol die ik moest spelen. Ik was de baas, punt uit. Toen ik een keer een praatje maakte met een studente in de supermarkt, vertrouwde ze me toe dat ze me goed, maar wel streng vond. Optrekken in mijn vrije tijd deed ik met andere jonge mensen, warmee ik via sociale media in contact kwam, in mijn geval de website couchsurfing.com. Het leuke is, dat daar ook veel locals op af komen. Ook daaraan merk je dat Indonesië een open, modern land is. Nu het burgerlijk wetboek nog. Dat is een erfstuk van de Nederlandse overheersing en het is sinds 1910 niet meer herzien. Ik hou van plechtige formuleringen, maar die wolligheid gaat zelfs mij te ver.”

annemieke bosman

transfer | september 2011 | 17


ac hte rgron d

Internationale opleiding Net voor de zomervakantie keurde het kabinet de strategische agenda van staatssecretaris Zijlstra goed. Daarin stippelt de bewindsman de koers voor het hoger onderwijs en onderzoek uit voor de komende jaren en schetst hij de contouren van een hogeronderwijsstelsel van internationale allure

Staatssecretaris Zijlstra tijdens een bezoek aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Internationalisering raakt steeds meer verweven met het reguliere onderwijs en onderzoek en wordt steeds minder een aparte activiteit. Dat blijkt weer eens uit de net voor de zomer gepubliceerde beleidsagenda getiteld ‘Kwaliteit in verscheidenheid’. Eén pagina in het document is gewijd aan internationale oriëntatie. Staatssecretaris Zijlstra onderstreept in deze paragraaf nog eens het belang van joint degrees, studentenmobiliteit en de international classroom. Nieuwe beleidsvoornemens om internationalisering te bevorderen noemt hij niet, wel worden een aantal maatregelen genomen om het Nederlands hoger onderwijs en onderzoek in de pas te laten lopen met internationale ontwikkelingen.

Titulatuurstrijd beslecht Dat het wettelijk onderscheid in titulatuur tussen hbo en wo zal verdwijnen, was al langer bekend. De commissie Veerman, die zich boog over de toekomstbestendigheid van ons hoger onderwijs, brak daar vorig jaar een lans voor. Voor de internationale

18 | september 2011 | transfer

Foto: Kees van de Veen/HH

in 2025. Wat betekenen zijn plannen voor het internationaliseringsbeleid?

positie van hbo-studenten en –afgestudeerden en voor de aantrekkelijkheid van het hbo voor buitenlandse studenten is het nodig dat de titulatuur wordt gewijzigd, vindt Zijlstra. 55 procent van de internationale studenten in Nederland studeert aan een hogeschool. Bovendien wil hij het hbo op deze manier aantrekkelijker maken voor vwo’ers. Het is echter niet zo dat de toevoeging ‘of Arts’ en ‘of Science’ voor alle hbo-opleidingen zal gaan gelden. Het moet passen bij het type opleiding. De Nederlands- Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO) zal beoordelen of de door de opleiding voorgestelde titulatuur passend is. De opleidingen kunnen gebruikmaken van een conceptlijst, opgesteld door de Nuffic, met aanbevelingen voor internationaal herkenbare bachelorgraden per hbo-sector. De academische titulatuur in het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en de Verenigde Staten vormt hierin de leidraad. Een ander belangrijk element zijn de internationaal gangbare opleidingsspecifieke graden, die meer beroepsgericht zijn.


gen mogen vaker selecteren Voorbeelden daarvan zijn de Bachelor of Nursing (BNurs),de Bachelor of Business Administration (BBA) en de Bachelor of Education (Bed). Dit zijn opleidingen waar het, met het oog op internationale herkenbaarheid, relevanter is om opleidingsspecifieke graden te hanteren dan algemene of Arts en of Science-graden. In de meeste sectoren zal volgens de conceptlijst zo’n 75 procent van de bachelorgraden het predicaat of Arts en of Science kunnen krijgen. Zijlstra benadrukt in zijn strategische agenda dat aanpassing van de titulatuur niet betekent dat het binaire stelsel wordt opgeheven. Het onderscheid tussen hogescholen en universiteiten zal daarom internationaal zichtbaar blijven op de diploma’s en in diplomasupplementen. Hogescholen moeten zich immers universities of applied sciences noemen. Door het wettelijk onderscheid in titulatuur op te heffen is een einde gekomen aan een slepende kwestie, mits de Tweede Kamer met dit voornemen instemt. In het verleden waren de universiteiten en de Kamer tegen gelijkschakeling van de titulatuur. De verwachting is dat een meerderheid van de Tweede Kamer nu wel de noodzaak inziet om de titulatuur aan te laten sluiten op wat internationaal gebruikelijk is. Ook de HBO-raad en VSNU kunnen zich vinden in het voorstel van Zijlstra.

Meer beurspromovendi Jarenlang verdeelde de status van promovendi de universitaire wereld. Universiteiten willen promovendi ook als student (bursaal) kunnen aanstellen. Nu zijn zij verplicht promovendi (met uitzondering van de buitenlandse studenten die met een buitenlandse beurs promoveren) als werknemer te behandelen. Groningse promovendi wonnen twee jaar geleden nog een rechtszaak omdat zij geen salaris ontvingen, maar een beurs. De VSNU heeft jaren gelobbyd om de studentenstatus van promovendi wettelijk vast te leggen. Differentiatie binnen het promotiestelsel is volgens VSNU-voorzitter Noorda nodig als Nederland jong talent aan zich wil binden. Maar in politieke kringen vond hij tot de vorige Kamerverkiezingen weinig gehoor. Het tij is echter gekeerd. Als reden voor deze koerswijziging noemt Zijlstra dat Nederland, internationaal vergeleken, weinig onderzoekers telt. Beperkte financiële middelen liggen daaraan ten grondslag. Omdat bursalen goedkoper zijn voor een instelling verwacht Zijlstra dat universiteiten zo’n tien miljoen euro meer kunnen besteden

aan het opleiden van promovendi en dat jaarlijks 300 tot 400 extra promovendi kunnen worden aangesteld. Door deze aanpassing sluit het promotiestelsel beter aan bij wat internationaal gebruikelijk is, vindt hij. Het Promovendi Netwerk Nederland (PNN) is het allerminst eens met deze koerswijziging.

Wetswijziging Selectie aan de poort ziet Zijlstra als een goed middel om de inzet en motivatie van studenten te bevorderen. Het wetsvoorstel Ruim Baan voor Talent, dat dit voorjaar door de Tweede Kamer is aangenomen, biedt al mogelijkheden om opleidingen, waar de onderwijskwaliteit door te grote groepen studenten onder druk staat, te laten selecteren. Ook kleinschalige opleidingen als de University Colleges mogen dat doen. Maar Zijlstra wil de mogelijkheden nog verder uitbreiden. Opleidingen met een scherp onderwijsprofiel, bijvoorbeeld een sterke internationale oriëntatie, mogen ook gaan selecteren. Nu gebeurt dat al bij International Business Administration aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Deze opleiding mag sinds 2005 in het kader van de pilot Ruim baan voor Talent, experimenteren met selectie aan de poort en doet dat aan de hand van nationaliteit en eindexamencijfers (zie ook Transfer 7, april 2011). Zijlstra gaat met de onderwijsinstellingen afspraken maken waar selectie nog meer kan worden toegepast en op grond van welke selectiecriteria. Een wetswijziging, die naar verwachting per september 2013 zal ingaan, is hiervoor nodig. De staatssecretaris wil op termijn de loting afschaffen. Dat past niet in een stelsel waarin de afstemming tussen student en opleiding versterkt moet worden, vindt hij. Buitenlandse studenten worden nu, ongeacht de hoogte van hun eindexamencijfers, standaard in klasse C geplaatst. Bij een Nederlands diploma is het gemiddelde eindcijfer bepalend voor de lotingsklasse. De rechtbank in Roermond oordeelde vorig jaar september dat hierdoor indirect wordt gediscrimineerd en dat de Nederlandse wet hierop aangepast zou moeten worden. Met het afschaffen van de loting zou dit probleem zijn opgelost.

els heuts

transfer | september 2011 | 19


r epo rtage Studenten van de

Foto: Summerschool Utrecht

Utrechtse Summerschool.

utr e c hts e

summe rs c ho ol

d i ent

tal

van

d oel en

Leren en vakantie vieren in zomers Utrecht 20 | september 2011 | transfer


De summerschool van de Universiteit Utrecht viert

sussen fors (zie ook het juni/julinummer 2010 van Transfer). Nederland speelt internationaal zeker dit jaar zijn 25-jarig jubileum. Studenten komen van geen marginale rol. Zo is de summerschool van de Universiteit Utrecht (UU), die dit jaar 25 jaar heinde en verre naar de grootste zomerschool van bestaat, de grootste van Europa. Dit jaar zijn er 137 cursussen, voor in totaal 2.000 studenten. Populaire Europa, die piepklein begon. ‘Ik wil hier zo veel mogelijk cursussen (meer dan veertig deelnemers) zijn er op tal van gebieden: European Cultures and Identities, leren en die kennis straks in mijn land delen.’ Theoretical Physics, Applied Multivariate Analysis, European Politics and Economy. Maar liefst 75 verschillende nationaliteiten komen op de lessen af. Gefascineerd kijken de studenten – sommige met een Vooral Duitsers (12 procent), Amerikanen, Chinezen blauw EU-petje op – naar de docent. Hij heeft net (beide 11 procent) en Italianen (10 procent) zijn goed uitgelegd dat het enthousiasme voor de euro in de EU vertegenwoordigd. steeds verder afneemt. Een enkeling knikt, vooral de Zo groot is de summerschool van de UU niet altijd Aziatische studenten maken er een aantekening van. geweest. Directeur Jeroen Torenbeek, die destijds Op het whiteboard staat in grote letters GREECE, het net bij het Bureau Buitenland werkte, herinnert zich zwarte schaap van de financiële crisis. Als het college, nog hoe het in 1986 begon. “In het kader van een onderdeel van de zomercursus European Cultures and samenwerking met de universiteit van Bologna ging Identities, voorbij is, zijn de meeste een groep Nederlandse studenten studenten snel vertrokken. “Wie in de zomer naar Italië”, vertelt hij. “Tot mijn verbazing stegen gaat er mee een terrasje pakken?”, “Wij kregen de vraag of we ook vraagt een Amerikaan. Hij krijgt iets in Nederland konden organiwe in één jaar van 300 direct een groepje achter zich aan seren voor twintig Italianen. Zo richting de Oude Gracht. ontstond de eerste summerschool, naar 750 studenten, het Het is de combinatie van leren inclusief huisvesting en cursussen en vakantie vieren die de meeste Nederlandse taal en cultuur. Een jaar daarop naar 1.000” studenten zo aanspreekt in het succes was het niet. Het werd één volgen van een summerschoolgrote feestpartij.” cursus. “Net leerde ik over de Het jaar daarop moest iets worden financiële crisis in Europa, straks ga ik voetballen met bedacht worden voor een groep studenten uit een Chileense klasgenoot”, zegt Aaditya Suresh (19). Florida. “Door de voor hen ongunstige wisselDe Indiër kan gratis deelnemen aan de zomercursus koers van de dollar kwamen er dat jaar minder omdat zijn universiteit, in Hongkong, een uitwisseAmerikaanse uitwisselingsstudenten hierheen”, lingsverdrag heeft met Utrecht. “Ik wilde meemaken weet Torenbeek nog. “Terwijl onze studenten nog hoe het is om in Europa te studeren”, vertelt Suresh. wel naar de Verenigde Staten gingen. ‘How do you “Ik zocht een liberaal land met lossere normen en solve that?’, vroeg men mij in Florida. Toen riep ik: waarden, waar meer wordt gediscussieerd tijdens ‘Met een summerschool.’ Er kwamen ongeveer dertig college.” studenten.” Maar Suresh komt niet alleen om te sturen. “Ik volg Briljant plan meestal college van 10 tot 3 uur. Dan is er nog huisVervolgens nam de vraag naar summerschoolwerk, maar ik hou toch redelijk wat vrije tijd over.” cursussen bij verschillende faculteiten toe. “Omdat Hij heeft vanuit Utrecht in de weekends zelfs al we weinig mensen tot onze beschikking hadden, reisjes gemaakt naar België en Frankrijk. vroegen we de faculteiten zelf de cursussen te orgaFeestpartij niseren. Ik wou dat ik het zo bedacht had, want het is Vooral in Angelsaksische landen is summerschool een briljant plan. Maar het was uit noodzaak geboren. al jaren een beproefd recept. Maar ook in Nederland De cursussen zijn de winkeltjes van de faculteiten. groeit het aanbod van en de vraag naar zomercurDe inkomsten gaan naar hen. Zij regelen docenten,

transfer | september 2011 | 21


zetten vakken op en werven studenten via hun netwerk. Ze doen het niet voor ons of het College van Bestuur. Wij doen alles waarvan het zinvol is dat het niet 130 keer gebeurt, zoals de huisvesting. Het is een uiterst simpel en effectief model.” De summerschool van de UU bleef gestaag groeien, nog lange tijd als iets wat het Bureau Buitenland erbij deed. Torenbeek: “Toen dat in 2005 werd opgeheven, riep ik stoer dat de summerschool kon groeien met honderd studenten per jaar. Tot mijn verbazing stegen we in één jaar van driehonderd naar 750 studenten. Het jaar daarop naar duizend, daarna naar 1.200.” De opleidingen bepalen zelf wie ze toelaten. Dat heeft te maken met het doel van hun cursussen. Zo willen ze bij fysica alleen de academische crème de la crème. Van de tweehonderd aanmeldingen worden 45 studenten geselecteerd. “Zo hoopt de opleiding talent te vinden voor promotieplekken”, weet Torenbeek. Andere faculteiten willen via zomercursussen hun uitwisselingsprogramma’s in balans trekken, een internationale module testen of geld verdienen voor extra les- of labmateriaal.

Kennis up-to-date houden Ook de soort studenten die komen, verschilt fors. De cursus European Cultures and Identities trekt bijvoorbeeld bachelorstudenten, terwijl de deelnemers van de cursus Farmacie vrijwel allemaal al afgestudeerd zijn en al een aantal jaren werken. Via een summerschool willen zij hun academische kennis up-to-date houden of kennismaken met een vakgebied dat aan hun werkveld gelieerd is. Dat laatste was voor moleculair biologe Houda Boulahbel (33) de reden om naar Utrecht te komen. De Deense doet onderzoek naar kanker aan een instituut gelieerd aan de universiteit van Kopenhagen. “Ik ben zeer gefocust op mijn onderzoek”, vertelt Boulahbel, “maar dat is slechts een klein deel van de medische industrie. Omdat medicijnen ook een grote rol spelen, wil ik graag meer weten over hoe medicijnen gereguleerd en geaccepteerd worden. Tegelijkertijd is het voor mij een vakantie om hier te zijn. Alleen maar op het strand liggen is niks voor mij.” Dat ze haar internationale netwerk uitbreidt, vindt ze mooi meegenomen. Dat zegt ook haar klasgenoot Inuwa Ya’u Barau (38). Hij werkt bij een instituut dat onder het ministerie van gezondheid valt en dat zich richt op farmacie. “De Westerse kennis van de

22 | september 2011 | transfer

farmacie is zo veel groter dan in Afrika”, weet de Nigeriaan. “Ik ben hier om zo veel mogelijk te leren en die kennis na afloop in mijn land te delen.” Hij vindt het geweldig om ervaringen van mensen uit andere landen te horen. “Een Chinees vertelde net wat voor systeem er in zijn land is. Dat zou ik op een andere manier nooit zo snel te weten zijn gekomen.” De Nigeriaan studeert veel. “Ik hou alleen de zaterdagen vrij. Ik wil nog naar Amsterdam, verder vermaak ik me prima in Utrecht.”

Niet duur Boulahbel vindt de Utrechtse summerschool goedkoop. “Ik volgde vorig jaar een summerschool-cursus in Kopenhagen. Die was twee keer zo kort, maar ook twee keer zo duur, en huisvesting was niet inbegrepen.” Omdat de prijzen en de lengte van alle cursussen verschillen, is het wel een beetje appels met peren vergelijken. Maar over het algemeen staat Utrecht zeker niet als duur bekend. De kortste cursus duurt vier dagen, de langste zes weken. De goedkoopste kost 350 euro, de duurste (bij Rechten) 6.000. Gemiddeld kost een tweeweekse cursus ongeveer 850 euro. Alle prijzen zijn inclusief huisvesting. De Utrechtse summerschool trekt overigens niet alleen buitenlanders. Directeur Torenbeek schat het aantal Nederlanders op 5 procent. “Dat is prima. Wij willen graag dat het een internationale summerschool blijft en richten ons daarom vooral op buitenlanders.” In een geglobaliseerde samenleving, waar internationalisering op de universiteiten steeds belangrijker wordt, lijkt toekomstig succes van summerschools gegarandeerd. “Wij gaan door op dezelfde weg”, zegt Torenbeek. “Een klein team dat de randzaken regelt, zoals huisvesting, generieke promotie en inschrijving. En de faculteiten die de inhoud en vorm bepalen. Het kan ook niet anders. Stel dat ik alles voor tweehonderd cursussen moet organiseren. Ik moet er niet aan denken.” In de zomerzon klinkt weinig kritiek uit de monden van de studenten. Totdat de lunch ter sprake komt. Inuwa Ya’u Barau wijst naar zijn broodje kaas uit de kantine. “Dit eten jullie serieus als lunch?” Hij schudt zijn hoofd. “Voor zo’n internationale universiteit had ik verwacht dat ze het eten aanpassen. Een lunch zonder rijst kan echt niet.”

robert visscher


o p

kay

co llege

b ij

...

mic h i els

‘Ik leid studenten de

wijde wereld binnen’ Docenten vervullen een sleutelrol in het proces om het hoger onderwijs internationaler te maken. In deze nieuwe rubriek vertellen zij wat ze op dat gebied ondernemen. Kay Michiels, docent juridische en

Foto: Verbeeld

forensische vakken bij Avans Hogescholen, reist met studenten naar Engeland voor een heuse CSI-ervaring.

Het was een bijzonder uitstapje dat Kay Michiels (31) in januari maakte met vijftien studenten van de opleiding Forensisch Laboratorium Onderzoek (FLO). De reis ging naar de Staffordshire University in Stoke-on-Trent. Die Engelse universiteit – samenwerkingspartner van Avans – beschikt namelijk over een zogenoemd Crime Scene House. Het is ingericht als een normaal huis, maar in iedere kamer zijn allerlei forensische sporen aangebracht. Tijdens de vierdaagse studiereis konden de studenten, gekleed in witte pakken en voorzien van mondkapjes, op de plaats delict bloedsporen traceren en vingerafdrukken analyseren. Vanuit een controlekamer werden ze gevolgd en kregen feedback. Daarnaast volgden ze colleges van kopstukken, bijvoorbeeld op het gebied van identificatie bij rampen. “Engeland is de koploper in forensisch onderzoek. Daarmee is het een interessant land voor onze opleiding. Voor onze studenten was dit een geweldige mogelijkheid om praktijkervaring op te doen”, vertelt Michiels enthousiast. “Zij hebben letterlijk een CSI-verwachting als ze hier komen studeren, maar in Nederland hebben we geen crime house.” Vooral voor studenten die niet de ambitie hebben om naar het buitenland te gaan, is zo’n studiereis ideaal, heeft Michiels gemerkt. “Ze merken dat het best

meevalt om de hele dag Engels te praten en gaan dan ook nadenken over een buitenlandse stage. En ook al doen ze dat uiteindelijk niet, ze hebben toch wat buitenlandse studie-ervaring opgedaan.” Vaak zijn er niet genoeg stageplekken in Nederland, vandaar dat een aanzienlijk deel van de FLO-studenten in het buitenland stage loopt. Michiels, die sinds februari 2010 bij Avans werkt, vindt het belangrijk om haar lessen in recht en forensische vakken in een internationaal perspectief te zetten. “Ik zie het als mijn taak om studenten de wijde wereld binnen te leiden. Een internationale blik tilt het onderwijs naar een hoger niveau.”

Goed idee Natuurlijk ben je daar dan ook vaak in je vrije tijd mee bezig, zegt ze. Zo stond de hele maand mei in het teken van een docentenuitwisseling bij de Staffordshire University. “Met een aantal docenten proberen we de opleiding een steeds internationaler karakter te geven. Die groep is vrij beperkt, terwijl het bestuur van Avans internationalisering juist stimuleert. Als je een goed idee hebt, mag je het uitwerken. Dat lukt niet altijd binnen het normale takenpakket. Maar het geeft zo veel voldoening om studenten wat internationale ervaring mee te geven.” Dit studiejaar jaar wordt de studiereis naar het crime scene house twee keer georganiseerd, vertelt de docent. “En de inschrijving is nu al bijna vol.”

els heuts Bent u, als docent, ook actief bezig met internationalisering en wilt u daarover geïnterviewd worden door Transfer? Neem dan contact op met de redactie via eheuts@nuffic.nl

transfer | september 2011 | 23


ac hte rgron d

on derwijse rvar i ng

wor dt

b e n ut

b i j

ont wi k k el i n g swer k

Senioren zetten zich in voor Derde Wereld

Al ruim dertig jaar stuurt de non-profitorganisatie PUM senioren naar (ontwikkelings)landen om kleine bedrijven, organisaties en scholen te ondersteunen. Drie experts uit het hoger onderwijs vertellen hoe zij aan ontwikkelingssamenwerking doen. “Het is ontzettend bevredigend om op deze manier je kennis en ervaring te kunnen inzetten.” Ronald Elte Ronald Elte (1948) heeft een veelzijdige carrière achter de rug in het openbaar bestuur en het onderwijs. Als voormalig inspecteur hoger onderwijs (2004 – 2006) had hij onder meer de leiding over het eerste onderzoek naar Hogeschool Inholland. Met ontwikkelingssamenwerking kwam hij in aanraking toen hij een jaar of tien geleden voor de Algemene Rekenkamer werkte. Daar leidde hij een project om de Rwandese Rekenkamer te moderniseren naar westers model. Een wereld ging voor hem open. “Dat heeft mij geïnspireerd om me aan te melden bij PUM.” Hij deed dat in 2009, nadat hij met de VUT was gegaan. “Na mijn intakegesprek hoorde ik lange tijd niets. Bij navraag bleek dat te zitten in een paar sleutelwoorden in mijn cv. In mijn bescheidenheid had ik aangegeven dat ik het Frans redelijk beheers. Maar ik ben getrouwd met een Française en spreek eigenlijk heel goed Frans. Toen ik dat had aangepast, kreeg ik al snel het verzoek om een advies uit te brengen over een handelshogeschool in Benin.” Het project in Benin maakt deel uit van het onderwijsprogramma VEHICLE (Vocational Education for Higher Categories and Levels) van PUM, wat staat voor Programma Uitzending Managers. Het VEHICLE-programma wil het beroepsonderwijs in ontwikkelingslanden versterken. De projecten lopen twee tot drie jaar en omvatten meerdere missies. Dit in tegenstelling tot de reguliere projecten van PUM, die doorgaans uit eenmalige missies bestaan.

24 | september 2011 | transfer

In 2010 bezocht Elte de handelshogeschool in Cotonou voor de eerste keer. In twee weken moest hij in kaart brengen of er toekomst zit in deze particuliere hogeschool in oprichting, die praktijkgericht onderwijs wil aanbieden. “Er is veel behoefte aan modern economisch onderwijs”, legt Elte uit. “De handelshogescholen in Benin verzorgen vooral theoretisch onderwijs, dat weinig aansluiting heeft bij de beroepspraktijk. Vanuit de school bestonden er al veel ideeën voor praktijkgerichter onderwijs. Zo moeten alle studenten een eigen bedrijfje beginnen. Samen met de oprichter van de instelling heb ik een plan van aanpak gemaakt.”

Leunen Elte heeft inmiddels ook contact gelegd met de Haarlemse hbo-opleiding Small Business. Twee docenten, die goed Frans spreken, verzorgen workshops in Benin en helpen het curriculum te moderniseren. Het project duurt drie jaar en omvat tien missies. “Zo’n project moet ook niet langer duren dan drie jaar”, vindt Elte. “Anders gaat de school te veel op je leunen. Je moet sowieso oppassen dat je niet zelf al het werk gaat doen.” Nu weet hij een en ander te beperken tot een halve dag per week. “Het is ontzettend bevredigend om zo je expertise te kunnen inzetten. Het is een afgrijselijk cliché, maar ik vind dit echt een win-winsituatie.”


Foto: Verbeeld

Foto: Marcel Rob

Foto: Verbeeld

Ineke Puls-van der Kamp “Je hoeft niet gepensioneerd te zijn om voor PUM aan de slag te kunnen”, benadrukt Ineke Puls-van der Kamp (1946). Al ruim tien jaar combineert zij haar werk als docent met missies van doorgaans twee weken voor PUM. “De ervaring die ik hiermee opdoe, gebruik ik in mijn colleges.” In 2001 werd ze voor het eerst voor drie weken naar China uitgezonden. “Ik werkte daar mee aan een cursus hygiëne voor managers van pluimveebedrijven. Dat is me erg goed bevallen”, vertelt de van huis uit diergeneeskundige. Gemiddeld gaat ze ongeveer een keer per jaar op pad voor PUM. Meestal naar Afrika, want ze spreekt uitstekend Frans. Na haar studie werkte Puls onder meer in Suriname, Togo, Kenia en Benin. Weer terug in Nederland

doceerde ze bij een internationale masteropleiding aan de Landbouwuniversiteit Wageningen, bij de Hogeschool Larenstein en bij PTC+ in Horst en Barneveld. De laatste zeven jaar doet ze haar werk op freelance basis. Dat bood haar de ruimte om haar expertise voor PUM in te zetten. De afgelopen jaren heeft ze regelmatig kleine pluimveebedrijfjes geadviseerd op het gebied van management en hygiëne. Ook heeft ze korte cursussen gegeven. “Ik kijk altijd kritisch naar de aanvragen die ik krijg en stel altijd aanvullende vragen. Ik doe alleen maar klussen die ik interessant vind. Advies geven aan een bedrijf met 30.000 kippen op een legbatterij vind ik niet leuk. Ik werk veel liever met coöperaties waarin een aantal kleine bedrijfjes is verenigd.” transfer | september 2011 | 25


In Senegal lichtte ze met een aantal pluimveehouders de hele keten door: van eendagskuiken tot het moment dat die kip wordt geserveerd op een duur terras in Dakar. “Ik heb daar een diaserie van gemaakt, die ik gebruik voor mijn lessen in Nederland. Met mijn studenten, vaak afkomstig uit ontwikkelingslanden, bespreek ik wat de verbeterpunten in zo’n keten zijn. Hun input kan ik soms ook weer gebruiken voor een volgende groep studenten.” In oktober vertrekt ze voor tien dagen naar Marokko. “Een plattelandsontwikkelingsorganisatie heeft voor tien werklozen in een dorpje in het Atlasgebergte geld gekregen van een ngo om een scharrelkippenproject te starten. Ik ga ze daarbij adviseren. Aan Ethiopische ex-studenten uit mijn netwerk heb ik al gevraagd waarmee je rekening moet houden als je op 2.400 meter hoogte kippen wil houden.”

Maarten Regouin Maarten Regouin (1946), voormalig lector internationalisering aan de Hanzehogeschool Groningen, is voor PUM actief in India. Hij adviseert twee private designopleidingen die geaccrediteerd willen worden volgens WestEuropese maatstaven. De weg daarheen is nog lang, weet hij na twee missies. Regouin meldde zich in 2009 bij PUM. “Ik heb toen een intakegesprek gehad en belandde in de bak voor onderwijs”, vertelt hij. “Er gebeurde maanden niets, ik ging met pensioen en toen kwam de aanvraag uit India. Als faculteitsvoorzitter bij de Hanzehogeschool had ik zeven kunstopleidingen onder mijn hoede. Daardoor kende ik dat accreditatieproces zo ongeveer uit mijn hoofd.” In januari 2010 bracht hij een eerste bezoek aan de twee designopleidingen, gevestigd in New Delhi en Jalandar (Punjab). “Ik heb toen met iedereen daar gepraat en een lijst van aanbevelingen opgesteld. Want er moet heel wat verbeteren op het gebied van curricula, aannamebeleid docenten, bibliotheek, internationalisering en medezeggenschap studenten. India produceert veel, maar op het gebied van vormgeving is er de laatste honderd jaar weinig veranderd. China haalt hen op alle fronten in. Daar zijn er de afgelopen tien jaar driehonderd kunstopleidingen bijgekomen. India telt maar negen designscholen. Er is dringend behoefte aan meer en betere ontwerpers.” De opleidingen zijn nu een management review aan het schrijven. Dat document is vereist voor de accreditatie, die in 2014 zal plaatsvinden. “Het liefst zien ze dat ik die taak op me neem. Maar ze moeten het juist zelf leren. In hun eerste concept was alles heel positief beschreven en waren er geen verbeterpunten.

26 | september 2011 | transfer

Maar ik wist dat dat niet klopte”, aldus Regouin. “Zo is internationalisering meer dan een lijstje met namen van scholen waarmee ze wel eens contact hebben.”

Skype Inmiddels is het vierde concept bijna klaar en hebben de twee opleidingen, dankzij het netwerk van Regouin, een voorlopige samenwerkingsovereenkomst getekend met de kunstacademies in Breda en Rotterdam. Twee Indiase directeuren komen deze maand over om te zien hoe designopleidingen in Nederland functioneren. “Na mijn eerste bezoek kwam de vraag: wilt u hier geen directeur worden? Nee, dus. De rol die ik nu heb bevalt me goed, omdat ik mijn expertise kan inzetten. Dat maakt het voor mij interessant”, vertelt Regouin. Twee dagen per week spendeert hij aan deze klus. Veel overleg met India gaat via Skype. “Ik ben inmiddels onderdeel geworden van het emancipatieproces van deze scholen.”

els heuts p um l evert advi s eu rs vo or d e wer kvloer Het Programma Uitzending Managers (PUM) is een nonprofitorganisatie, gelieerd aan werkgeversvereniging VNO-NCW. PUM zendt al meer dan dertig jaar gepensioneerde experts uit naar zo’n zeventig (ontwikkelings)landen. De experts voeren kortlopende adviesprojecten uit op de werkvloer. Zo stimuleert PUM ondernemerschap, zelfredzaamheid en duurzame ontwikkeling in het midden- en kleinbedrijf ter plaatse. De experts werken op vrijwillige basis. Reis- en verblijfskosten worden vergoed. Meer info via www.pum.nl (EH)


c

o

l

u

m

Wesley

Foto: Jan Luursema

Deze zomer kwam de 24-jarige voetballer Wesley Verhoek van ADO Den Haag in het nieuws omdat hij op het laatste moment had afgezien van een lucratief contract met de Engelse club Nottingham Forrest. Hij had zijn nieuwe huis en auto al uitgezocht en hij was onder de indruk van de faciliteiten die zijn nieuwe werkgever hem had laten zien. Maar nog voordat hij als verse aanwinst aan pers en publiek kon worden gepresenteerd, besloot hij om de transfer af te blazen. Hij was ervan overtuigd dat het leven in Engeland niet bij hem zou passen en dat hij als gevolg daarvan slecht zou presteren. Wesleys opmerkelijke besluit werd breed uitgemeten in de sportpers. Een transfer naar een buitenlandse topclub wordt algemeen gezien als iets waar veel voetballers alleen maar van kunnen dromen en Wesleys beslissing om deze beker aan hem voorbij te laten gaan kon dan ook rekenen op veel verbazing bij journalisten. Het gemiddelde bureau buitenland heeft elk jaar wel te maken met een paar gevallen als Wesley. Het hoger onderwijs heeft inmiddels zijn eigen mondiale transfermarkt. Elk jaar kiezen duizenden studenten na de zomerstop voor een transfer naar het buitenland, hetzij voor een paar maanden, hetzij voor een paar jaar. We vinden het de gewoonste zaak van de wereld dat jongeren van de andere kant van de aardbol naar Nederland komen om hier een opleiding te volgen. En tegen onze eigen studenten zeggen we dat een studieperiode in het buitenland niet alleen een onmisbaar onderdeel is van een modern CV, maar vooral ook een geweldige ervaring is. Voorbereiding, opvang en begeleiding van inkomende en uitgaande studenten is een kerntaak van de instellingen geworden en interculturele communicatie is gepromoveerd tot hoofdvak.

Hoezeer universiteiten en hogescholen ook proberen om voor goede opvang van hun buitenlandse studenten te zorgen, er staat zelden een gespreid bedje klaar. Voor studenten die er niet in slagen om een beetje te aarden in het nieuwe thuisland, is het een moeizame periode. Gelukkig is het overgrote deel van de mobiele studenten enthousiast. Het valt echter niet te voorkomen dat sommige studenten in den vreemde heimwee krijgen en hun buitenlands verblijf vroegtijdig afbreken, of, zoals Wesley, er op het laatste moment van afzien. Deze spijtoptanten kunnen weliswaar op het nodige professionele begrip rekenen, maar ze maken zich doorgaans niet populair bij een bureau buitenland. We denken vooral aan al het vergeefse werk dat we voor deze student hebben gedaan. En eigenlijk vinden we dat hij of zij gewoon een beetje flinker zou moeten zijn. Maar toen ik deze Wesley doodkalm hoorde uitleggen dat hij geen boodschap had aan alle mensen die hem voor gek verklaarden en dat hij vond dat hij z’n “gevoel niet in de weg moest lopen,” kon ik hem ook weer geen ongelijk geven. Internationale mobiliteit is voor de individuele student niet zo gewoon als we het in de loop der jaren zijn gaan vinden. Ik stel voor dat we in het vervolg in vergelijkbare gevallen van studenten zeggen: “Hij/ zij deed een Wesley.” Ze mogen dan in onze ogen een wereld aan kansen laten liggen, je mag hopen dat ze in elk geval hun gevoel niet in de weg lopen.

els van der werf Els van der Werf is beleidsmedewerker internationalisering aan de Hanzehogeschool Groningen.

transfer | september 2011 | 27

n


ac hte rgron d

n eder l a n ds e

wate rople i di n g en

tr ekken

sam en

op

Wetskills profileert zich in de Hoe houdt de Amsterdamse Watergraafsmeer – vijfenhalve meter onder zeeniveau – in de toekomst droge voeten? Veertig studenten uit de hele wereld buigen zich vanaf eind oktober over vragen als deze, tijdens de International Water Week in Amsterdam. Nederlandse wateropleidingen grijpen de gelegenheid aan om zich samen te presenteren onder de naam

Het idee om Nederlandse wateropleidingen zich student uit Rotterdam, een uit Velp en drie Chinese internationaal samen te laten profileren, ontstond studenten. Bij het verdelen van de taken spraken we binnen het Netherlands Water Partnership (NWP). af dat een van de Chinezen een stuk zou schrijven Dit overkoepelende orgaan van waterorganisaties over Rotterdam. Na een dag stond er nog niets op wilde zo enerzijds meer jongeren interesseren voor papier! Pas toen we hem precies hadden verteld hoe een beroep in de watersector, anderzijds buitenhij het moest aanpakken, kwam er iets uit.” Hoiting landse studenten wijzen op het Nederlandse onderontdekte dat je bij Chinezen moet meedenken. “Je wijs. “De Holland Water Week, onderdeel van de moet er een beetje boven gaan staan, een totaal Wereldtentoonstelling in Shanghai, bood daar vorig andere manier van werken.” jaar een mooi podium voor”, vertelt Johan Oost, Het project in Shanghai leverde de Wageningse initiatiefnemer namens het NWP. student twee studiepunten op. De pilot in Shanghai was een “Maar daarvoor heb ik het niet “Het is leuk om studenten succes. Sindsdien haken verschilgedaan”, zegt Hoiting. “Die drie lende wateropleidingen onder de tot vier weken in China hebben bezig te zien. Dat breekt het mij vooral op andere gebieden iets vlag Wetskills aan bij bestaande internationale evenementen. opgeleverd: kennis van de Chinese ijs op zo’n handelsmissie” Voor de pilot, betaald door cultuur, kennis op mijn vakgebied. Agentschap NL en sponsoren, Het was ook erg leuk om samen te werd geïnventariseerd welke werken met studenten van andere Nederlandse wateropleidingen wilden meedoen. Nederlandse instellingen. We delen dezelfde passie, Zeventien studenten van de universiteiten van maar benaderen het vakgebied vanuit verschillende Wageningen, Delft en Twente en de hogescholen hoeken. Door ontmoetingen in Shanghai met mensen Zeeland, Rotterdam en Van Hall Larenstein vormden uit Delft en Twente heb ik besloten een meer techniin Shanghai groepjes met studenten van zes Chinese sche master te gaan doen.” universiteiten. Op de Wereldtentoonstelling moesten Zwak punt ze innovatieve oplossingen voor Rotterdamse waterDe periode in Shanghai leverde Hoiting naar eigen vraagstukken presenteren. Oost: “Ik vraag me af of zeggen zo veel op, dat hij het niet erg vond dat hij de één universiteit zoiets alleen voor elkaar zou hebben reis- en verblijfkosten zelf moest betalen. Oost, van gekregen.” het NWP, vindt dat aspect wel een probleem. “Wij Een van de deelnemers in Shanghai was Harald hebben daar geen funding voor, we moeten steeds Hoiting, uit Wageningen. De bachelorstudent op zoek naar potjes.” Soms wordt een deel van de Internationaal Land- en Waterbeheer herinnert zich kosten betaald door de opleidingen, maar niet altijd. dat de samenwerking binnen zijn groepje niet altijd Ook Rick Heikoop, mede-organisator en docent even soepel verliep. “In mijn team zaten verder een

28 | september 2011 | transfer

Foto: www.internationalwaterweek.com

‘Wetskills’.


hele wereld maar om het opbouwen van duurzame relaties met andere landen.” Het project in Shanghai heeft er bijvoorbeeld al toe geleid dat twee Chinezen in Nederland zijn komen studeren. Voor de Hogeschool Rotterdam was ook een Wetskills-project in Casablanca interessant. Dat project sloot aan bij de handelsdelegatie van de watersector in het kader van vierhonderd jaar economische betrekkingen met Marokko. “In Rotterdam woont een grote gemeenschap met Marokkaanse wortels”, weet Heikoop. “We merken dat technisch onderwijs bij die groep vaak de associatie oproept met een opleiding voor automonteur. Door mee te doen aan Wetskills-projecten hopen we dat beeld bij te stellen.”

Waterconsortium

De Maeslandkering, het sluitstuk van de Deltawerken in Hoek van Holland.

Watermanagement bij de Hogeschool Rotterdam, noemt de financiële kant van de Wetskills-projecten een zwak punt. “Studenten zijn bepalend voor het succes van Wetskills. Zij kunnen het te duur vinden om mee te gaan, geen zin hebben of de meerwaarde niet zien.”

Duurzame relaties Een ander punt van zorg is volgens Heikoop de hoeveelheid tijd en energie die in de organisatie van de projecten gaat zitten. “We moeten elke keer lokale instellingen vinden om mee samen te werken, terwijl het project zelf slechts enkele weken duurt.” Gelukkig kan Heikoop de voorbereidingen wel onder werktijd treffen, omdat de hogeschool de voordelen van Wetskills inziet. “Onze opleiding Watermanagement is relatief jong”, vertelt de Rotterdamse docent. “We willen de studenten van deze Nederlandstalige bachelor graag een internationaal perspectief bieden, maar hebben nog geen groot netwerk. Wetskills kan daarbij een rol spelen. Het draait niet om eenmalige leuke reisjes,

Volgens de Rotterdamse docent snijdt het Wetskills-mes aan meer kanten. “Nederlandse wateropleidingen kunnen een welkome aanvulling zijn bij het presenteren van de BV Nederland tijdens handelsmissies. Het is leuk om studenten bezig te zien, dat breekt het ijs. Daarnaast geven we de jongeren tijdens zo’n missie mee dat Nederland het moet hebben van export.” Heikoop noemt het een bijkomend voordeel dat wateropleidingen via Wetskills dichter bij elkaar komen. “Er worden inmiddels verkennende gesprekken gevoerd over het opzetten van een waterconsortium, om samenwerking tussen Nederlandse en buitenlandse studenten bij een stageopdracht te bevorderen. We willen ook het Nederlandse bedrijfsleven erbij betrekken.” Samen met de Radboud Universiteit Nijmegen en een Indonesische onderwijsinstelling bereidt Heikoop een volgend Wetskills-project voor tijdens de World Delta Summit, later dit jaar in Jakarta. Op de eerste International Water Week, een combinatie van vakbeurs en congres eind volgende maand in Amsterdam, kan Wetskills natuurlijk niet ontbreken. Bij de organisatie van deze ‘thuiswedstrijd’ is het recordaantal van elf Nederlandse wateropleidingen betrokken. De beste ideeën die uit het project voortkomen, worden mogelijk toegepast in de Watergraafsmeer.

annelieke slappendel

transfer | september 2011 | 29


p ion i ers

i n

i nter national i s er i n g

Grondlegger van de ontwikkelingshulp Al lang voordat internationalisering in het hoger onderwijs werd wat het nu is, waren er personen die zich sterk maakten voor meer internationale samenwerking in onderwijs en wetenschap. Historicus en Nuffic-medewerker Han van der Horst portretteert pioniers in internationalisering. Deze keer Egbert de Vries, die na de oorlog de basis legde voor de Nederlandse ontwikkelingshulp.

Foto: Dick de Jager

Je hebt mensen die altijd precies weten wat ze willen en wanneer. Zo iemand was Egbert de Vries (1901 – 1994). Hij studeerde tuinbouwkunde aan de Landbouwhogeschool Wageningen. Daarna vertrok hij naar Nederlands Indië, om daar steeds banen te nemen waarin tuinbouw werd ingezet om de inkomens van de arme Javaanse plattelandsbevolking te verbeteren. Toen de Japanners kwamen, was hij bezig de landbouwkundige opleidingen in Bogor uit te bouwen tot een wetenschappelijke hogeschool. Zijn schepping is tegenwoordig het gerenommeerde Institut Pertanian Bogor. Na een afschuwelijke tijd in het Jappenkamp, keerde De Vries terug naar Nederland, waar hij tegelijkertijd een hoge functie kreeg als economisch adviseur op het ministerie Overzeese Gebiedsdelen én een leerstoel aan zijn alma mater. Zo kon De Vries in de oude lijn voortgaan. Wie zijn oratie leest, merkt aan de gebeeldhouwde stijl dat Wageningen geen doorsnee-professortje had aangesteld. “Van de beoefenaar der landhuishoudkunde mag men eisen, dat hij ten volle rekening houdt met de levensbelangen van zijn object van studie, van de boer en diens gezin als producent en consument, als lid ener samenleving met eigen aard, als onmisbaar onderdeel van staats- en volkshuishouding.” Zijn leven lang heeft De Vries zich ingezet voor de kleine boer. Hij deed dat als man van wetenschap, bestuurder en lobbyist tegelijk, want hij was breed getalenteerd. In 1949 was hij voorzitter van een staatscommissie die de grondslagen voor de ontwik-

30 | september 2011 | transfer

kelingshulp legde. Wat De Vries en zijn medestanders betrof, moest kennisoverdracht centraal staan. De eerste tien jaar had de Nederlandse inspanning op ontwikkelingsgebied vooral te maken met het leveren van consulancy en deskundigen. Daarnaast werden, voor deelnemers uit de tropen, specialistische opleidingen gegeven op nieuwe instellingen zoals het Institute of Social Studies (ISS) in Den Haag of het International Institute for Hydraulic Engineering (IHE) in Delft.

Wereldbank De Vries leidde nog een andere commissie, die overheid en hoger onderwijs rijp maakte voor de oprichting van de Nuffic. Na gedane zaken vertrok hij naar Washington, om medewerker te worden van de beginnende Wereldbank. In 1955 werd hij rector van het ISS, dat hij uitbouwde tot een internationaal vermaard instituut voor ontwikkelingsstudies. Ging hij na zijn pensioen uitblazen? Egbert de Vries niet. Hij aanvaardde een professoraat in Pittsburgh en bleef tot op hoge leeftijd in de hele wereld actief als adviseur voor landbouwvraagstukken. Daarbij bleef hij altijd de beginselen uit zijn oratie trouw. Nog een wapenfeit. De Vries publiceerde een boek voor het grote publiek: De aarde betaalt, over overbevolking in relatie tot de eindigheid van de aardse hulpbronnen. Verschijningsjaar: 1948. Een visionair man.

han van der horst


A G E N D A

Het Centre for Applied Research on Economics and Management (CAREM) organiseert op 20 september een workshop en een symposium over interculturele competenties in Amsterdam. Expert Darla Deardorff verzorgt van 10 tot 13 uur de workshop Defining and Assessing Intercultural Competence: Educational Implications. Het syposium, vanaf 14 uur, leidt zij in. Meer informatie en aanmelden via www.carem-online.nl

september

2011

Hoe kunnen universiteiten meer invloed uitoefenen op hun positie in rankings en meer gebruikmaken van de uitkomsten? Die vragen staan centraal tijdens de Masterclass Rankings van DAIR op 27 september in Utrecht, met Johan Verweij (TU Delft), Jules van Rooij (RUG), Felipe Salve (UU) en Rene Hageman (VSNU). Meer informatie en aanmelden via www.dair.nl Brains & Business is het thema van de Frans-Nederlandse ontmoetingsdagen op 5 en 6 oktober in Rotterdam. Met workshops, masterclasses en debatten over hoger onderwijs en bedrijfsleven. Ook is er gelegenheid om te netwerken. Meer informatie en aanmelden via www.frnl.nl

oktober

2011

De VSNU, HBO-raad, IND, Studiekeuze 123, Studielink, Kences, DUO en de Nuffic hebben de handen ineengeslagen om het administratieve proces bij toelating van buitenlandse studenten te vereenvoudigen. Op donderdagmiddag 6 oktober is er in Utrecht een informatiebijeenkomst over dit Rode Loper-project. Meer informatie op www.rodeloperprogramma.nl De Nuffic organiseert op 6 en 7 oktober de cursus Beleidskader internationalisering. Het helder formuleren van doelen, middelen en instrumenten in een beleidsplan of strategische nota staat daarin centraal. De cursus kost € 695. Meer informatie en aanmelden via www.nuffic.nl/cursussen Het ACA European Policy Seminar op 14 oktober in Brussel heeft als titel: Is European higher education socially balances? Daarbij wordt gekeken naar de realiteit achter de mooie woorden, belooft de organisatie. Meer informatie en aanmelden via www.aca-secretariat.be

Journal of Studies in International Education, artikelen in de editie van september 2011: Enhancing International Research and DevelopmentProject Activity on University Campuses: Insights From U.S. Senior International Officers – Peter H. Koehn, Darla K. Deardorff, en Kerry D. Bolognese Internationalization of U.K. University Business Schools: A Survey of Current Practice – Roger Bennett and Suzanne Kane Developing Global Perspectives Through International Management Degrees – Maureen Brookes and Nina Becket Education and Family in Conflict – Jihye Lee Abonnees van Transfer kunnen voor € 10 per jaar een online abonnement nemen op de Journal of Studies in International Education. Meer informatie en aanmelden via www.nuffic.nl/asiewww.niasd.org

Fairs Meer informatie via fairs@nuffic.nl OCSC Bangkok, Thailand Bangkok 29 – 30 oktober Europosgrados Roadshow, Mexico Guadalajara 4 oktober Querétaro 6 oktober Mérida 8 oktober International Education Fair, Rusland Kazan 6 oktober Moskou 8 oktober St. Petersburg 9 oktober

China Education Expo Beijing 15 – 16 oktober Shanghai 22 – 23 oktober andere steden tot 30 oktober European Education Fair Taiwan Taipei 22 – 23 oktober Kaohsiung 25 oktober

Holland Education Fair (HEF)/EHEF, Indonesië Jogjakarta (EHEF) 8 november Bandung 10 november Jakarta 12 – 13 november Medan 15 november

transfer | september 2011 | 31



Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.