Transfer jaargang 22 nummer 6

Page 1

t rans fe r

6

vakblad over internationalisering in het hoger onderwijs

Op weg naar Boston Hans de Wit blikt terug en vooruit

achtergrond

De opkomst van online masters reportage

Videoconferencing wereldwijd praktijk

Gehandicapt, maar toch naar het buitenland

juli/augustus 2015


2

inhoud

De wereld aan één tafel ralph rozema

rrozema@epnuffic.nl

Online heeft de toekomst, ook in internationalisering. Want

met een paar muisklikken kan je tegenwoordig de wereld over en dat is nog maar

10

het begin, betoogt Sander

Schroevers in deze Transfer.

Hoe snel de ontwikkelingen

gaan, is bijvoorbeeld te zien op Tilburg University, waar een videoconferentiezaal vol studenten wordt gekoppeld aan een vergelijkbare zaal in Peru. De studenten discussiëren over culturele verschillen en werken samen aan opdrachten.

De Hogeschool van Amsterdam houdt videoconferenties

bij een internationaal bedrijf. Door de setting lijkt het alsof studenten in Nederland en Azië aan één tafel zitten. De

Internationaliseerder in hart en nieren Hij wordt dit jaar 65 en begint aan een droombaan. Hans de Wit gaat leiding geven aan het Center for

International Higher Education van het Boston College.

vaardigheden die je leert tijdens videoconferenties komen goed van pas bij internationaal opererende bedrijven. Studenten vinden de werkvorm ‘cool’.

Ook bij online masters gaan de ontwikkelingen snel.

Zulke initiatieven stuitten aanvankelijk op kritiek, want

is fysieke aanwezigheid voor een masterstudie niet een vereiste? Wageningen Universiteit begint in september

met twee masters en de benadering wijkt af van eerdere

online initiatieven. Want studenten moeten niet geïsoleerd achter hun computer zitten, maar samenwerken. Dan

22

leidt zo’n online studie tot een veel groter succes, zeggen betrokkenen in dit nummer van Transfer.

Hoe mooi online ook is, uiteindelijk wil je zelf op reis.

Voelen en proeven in wat voor omgeving je verre collega’s werken, de andere cultuur echt kunnen meemaken. Het

geldt voor studenten en professionals. Hans de Wit die aan de Hogeschool van Amsterdam en in Milaan werkt, maakt

dit jaar de overstap naar het Boston College. Hij kijkt terug en vertelt over zijn internationaliseringsplannen.

Een bijna vergeten groep die ook wel eens op reis wil,

zijn studenten met een handicap. Hoe doe je dat, als je in een rolstoel zit en aan een buitenlandse universiteit

wil studeren? De voorbereiding is een lange weg, zeggen

Op onderzoek in India Studenten van hogeschool Van Hall Larenstein in

Leeuwarden onderzochten in India de kwaliteit van

schoolmaaltijden. Staatssecretaris Sharon Dijksma, op reis in India, nam de resultaten in ontvangst.

betrokkenen, maar het kan.

rubrieken

4 — nieuws  27 — column Han Geurts over exotische studenten  30 — aanpakken Nannette Ripmeester van Expertise in Labour Mobility  31 — sorry? pardon! Onbegrip in Ethiopië

Transfer, een onafhankelijk vakblad voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs en onderzoek, is een uitgave van EP-Nuffic en verschijnt zes keer per jaar.  Redactie­ ­— Ralph Rozema (hoofdredacteur), Ralph Aarnout, Els Heuts en Annelieke Zandvliet  Aan dit nummer werkten mee­ ­— Han Geurts, Yvonne van de Meent, Martine Postma en Sander Schroevers. Redactieraad: Ries Agterberg (DUB), Sebastiaan den Bak (Neth-ER), Klaartje van Genugten (Zuyd Hogeschool), Roos Hogenkamp (Tilburg University), Leonard van der Hout (Hogeschool van Amsterdam) en Erwin Ploeger (Unesco-IHE).  Vormgeving en lay-out­ ­— Sabrina Luthjens BNO en Christina Schürmann (www.makingwaves.nl)  Druk: Drukkerij Verloop, Alblasserdam  Abonnementen­ ­— aanmelden (gratis), opzeggen of wijzigen via www.nuffic.nl/transfer.  Overname artikelen­­— het overnemen en vermenigvuldigen van artikelen uit Transfer is slechts geoorloofd na schriftelijke toestemming van de redactie. Contact met de redactie­­— via transfer@epnuffic.nl of www.nuffic.nl/transfer. Transfer 1, jaargang 23, verschijnt op 24 september 2015. Foto omslag: Marco Okhuizen/De Beeldredaktie


3

focus

Online internationaliseren Online heeft de toekomst, ook bij internationalisering. Door de digitale revolutie schieten projecten uit de grond: van videoconferenties tot online masters.

14

18

17

Studenten in Tilburg en

Lima debatteren via video­ conferenties over inter­

Sander Schroevers vindt dat

Wageningen Universiteit begint in september twee online

bij online internationali-

wijs waarbij studenten samen leren – net als op de campus.

er meer regie moet komen

culturele competenties.

sering. Scholen hebben er

de eigen cultuur. Dit is zo

Met drie klikken kun je de

“Je leert over de andere én ­inspirerend.”

masters. Geen eenzame zelfstudieprogramma’s, maar onder-

allang de middelen voor. hele wereld over.

24

28

Vrouwenonderwijs in Saoedi-Arabië

In een rolstoel naar een buitenlandse universiteit

De Erasmus Universiteit zette in Saoedi-Arabië een bachelor klinische psychologie op aan de grootste

vrouwenuniversiteit ter wereld. De impact is groot. “Onderwijs is de sleutel voor emancipatie.”

De voorbereiding vraagt veel, maar het kan: als

gehandicapte studeren in het buitenland. Degenen

die het aandurven hebben heel wat hindernissen te overwinnen.


4

nieuws

Foto: Shody Careman

muzikale afwassers Buitenlandse conservatoriumstudenten verdienen in Utrechtse restaurants bij als afwasser. Een win-winsituatie, want ook de restauranthouders zijn er blij mee. Een Spaanse fluitist was de eerste die zich aandiende. Sindsdien staan er enkele tientallen muzikale buitenlandse studenten in de keukens.

Erasmus Student Network Nederland groeit Voor het eerst in jaren breidt het Erasmus Student Network (ESN) in Nederland zich uit. Sinds de ledenvergadering van begin juni is er officieel een ESN-sectie in Delft en heeft Arnhem een kandidaatsectie. ESN zet zich in voor buitenlandse studenten en hun integratie. De Nederlandse afdeling van de internationale studentenorganisatie bestaat nu uit vijftien secties. Op een volgend ‘nationaal platform’, zoals ESN de algemene ledenvergadering noemt, wordt de kandidatuur van Arnhem in stemming gebracht en kunnen het er zestien worden. Het zijn lokale studenten die het initiatief nemen om een sectie op te richten. Zij moeten eerst een

juli/augustus 2015 | transfer

beleids- en een promotieplan opstellen. Zo wil ESN het voortbestaan van de sectie borgen na het afstuderen van de initiatiefnemers. Die presenteren hun plannen vervolgens op een nationaal platform, waarna de bestaande secties met hun kandidatuur kunnen instemmen. In de proefperiode die daarmee aanbreekt, moet een kandidaat-sectie – zoals Arnhem nu – zich bewijzen door enkele kleine activiteiten te organiseren. Volgens Ilse Klaassen, tot juni bestuurslid van ESN Nederland, is het zo’n zes jaar geleden dat er een nieuwe sectie bij kwam. Nijmegen en Eindhoven zijn typische studentensteden waar ESN nog geen voet aan de grond heeft.  (AZ)


5

Chinese bursalen willen af van gastenstatus Chinese beurspromovendi in Utrecht willen de status van student of werknemer krijgen. Dat meldt het digitale universiteitsblad DUB. De Chinezen hebben in Utrecht de status van gast en dat heeft praktische en financiële gevolgen. Chinese bursalen ondervinden bijvoorbeeld moeilijkheden bij het vinden van woonruimte, omdat ze niet in aanmerking komen voor een kamer van de studentenhuisvesting SSH. Ze kunnen een ander type kamer krijgen, maar daar zijn er minder van. De Chinese studentenvereniging CUSA (China Utrecht Scholar Association) inventariseerde de problemen van de Chinese beurspromovendi. De vereniging is inmiddels in gesprek met het College

2.614

Zoveel studentenkamers gaat het Duitse vastgoedbedrijf International Campus bouwen in Amsterdam. Op Zeeburgereiland komt een complex met 364 kamers. Elders in de stad zijn de Duitsers bezig met nog vier complexen met in totaal 2.250 kamers. Amsterdam heeft een acuut tekort aan 9.000 kamers.

van Bestuur om een oplossing te zoeken. Verder verschilt ook de inhoud van het werk van Chinese beurspromovendi van dat van de doorsnee promovendus. Zo moeten aio’s vaak college geven of assisteren bij practica. De Chinese bursalen mogen dat niet, maar ze willen het wel graag omdat de ­ervaring belangrijk is voor hun carrière. De Chinese beurspromovendi klagen verder over de taalbarrière die ze ervaren. Voor hun gevoel is er te veel belangrijke informatie alleen in het Nederlands beschikbaar. Ze vragen om meer Engelstalige informatie op het intranet en in universitaire nieuwsbrieven.  (RR)

Hoe tevreden zijn internationals? Nederland vergeleken met de rest van de wereld

Veiligheid

5% -23%

Geld verdienen

extra tevreden over Nederland

Internationale vrienden

5% -19%

Loopbaanadvies

minder tevreden over Nederland

bron: international student barometer 2014

juli/augustus 2015 | transfer


6

nieuws

De beurs van… Jaarlijks komen honderden studenten, promovendi en cursisten uit ontwikkelingslanden naar Nederland met een beurs uit de Netherlands Fellowship Programmes. Wie zijn zij en wat doen zij?

olatunji apampa (39)

student communicatie- en informatiewetenschappen (ma), tilburg university.

Wat bracht je naar Tilburg?

Ik werk voor een onderzoeksinstituut van de Nigeriaanse overheid. Mijn vakgebied, informatiemanagement, staat hier op een hoger peil dan bij ons. Ik wilde een opleiding doen om mijn instituut te versterken. In Tilburg worden communicatie- en informatie op een holistische manier bestudeerd, dat sprak me aan.

Wat wil je leren?

In mijn studie focus ik op management van bedrijfsdata, daar is mijn instituut niet goed genoeg in. Ook over mediawijsheid leer ik veel. Hoe moet je informatie op sociale media duiden, bijvoorbeeld? In Nigeria gaat men daar minder bewust mee om. Verder zou ik graag wat Nederlands leren. Maar dat schiet niet op. Iedereen begint direct Engels tegen me te praten.

Wat verbaast je in Nederland?

Tilburg is heerlijk rustig en de faciliteiten zijn fantastisch. Wat me behoorlijk tegenvalt, zijn de stereotypen over Afrikanen. Ook onder hoger opgeleiden. Niet alle Afrikanen wonen in de jungle, zal ik maar zeggen. Ik neem de Nederlanders hun vooroordelen niet kwalijk, maar hun media wel. Die scheppen volgens mij écht een verkeerd beeld.  (RA)

juli/augustus 2015 | transfer

Capaciteitsopbouw voor energiesector Tanzania Organisaties in Nederland gaan Tanzania helpen bij het opzetten en versterken van opleidingen over hernieuwbare energie en gas. Het ministerie van Buitenlandse Zaken trekt ruim 1,8 miljoen euro uit voor het Tanzania Dutch Energy Capacity Building Programme. EP-Nuffic beheert het programma. Samenwerking tussen Nederlandse en Tanzaniaanse kennisinstellingen moet de leemtes in de hernieuwbare energieen gassector verkleinen op punten

waar Nederland toonaangevende kennis heeft. Vooral op het gebied van geothermie schiet de kennis bij instellingen in Tanzania nu tekort. Het programma zal universiteiten en praktijkopleidingen uit de twee landen bij elkaar brengen. Ook is de bedoeling om het bedrijfsleven te betrekken, zowel in Nederland als in Tanzania. Het Tanzania Dutch Energy Capacity Building Programme valt onder het NICHE-programma voor capaciteitsopbouw.  (RR)

Drempels weg voor gehandicapten In 2030 moet er een leven lang inclusief en gelijk onderwijs voor iedereen zijn. Onderwijsministers uit de hele wereld hebben dat afgesproken tijdens het World Education Forum 2015 in het Zuid-Koreaanse Incheon. Onderwijs moet beter toegankelijk worden voor mensen met een handicap, zo stellen zij met nadruk. De Incheon Verklaring dient als basis voor de nieuwe onder-

wijsagenda van de Verenigde Naties. Die wordt in september vastgesteld, als ook de Sustainable Development Goals worden gepresenteerd, de lang verwachte opvolgers van de Millennium Development Goals. Meer over de drempels die studenten met een handicap tegenkomen als ze in het buitenland willen studeren op pagina 28 – 29 van deze Transfer.  (RA)

Wit-Rusland: Onderwijskwaliteit staat bovenaan Wit-Rusland wil zich flink gaan inzetten om de kwaliteit van het hoger onderwijs te verbeteren. Dat zei onderwijsminister Michael Zhuravkov in een interview op de staatstelevisie. Hij vindt de recente toetreding tot de European Higher Education Area (EHEA) daarvoor een goede stimulans. Wit-Rusland mocht toetreden tot de EHEA op voorwaarde dat het land de komende drie jaar zijn hogeronderwijssysteem aanpast. Dat is overeen-

gekomen op de top over het Bolognaproces in mei. Zhuravkov ziet deelname aan het Bologna-proces als een kans. Hij hoopt dat Wit-Russische onderwijsinstellingen buitenlandse studenten en gastdocenten kunnen aantrekken. Critici zeggen dat het onderwijs in Wit-Rusland is opgezet met het doel de jeugd te indoctrineren. Het jeugdbeleid van de staat zou erop gericht zijn protesten van jongeren te voorkomen.  (RR)


Studenten op de nationale carrièrebeurs in Amsterdam.

Mkb laat buitenlandse student vaak links liggen Kleine bedrijven maken nog weinig gebruik van het aanbod aan internationale studenten op de arbeidsmarkt. Dat is een conclusie van Duits onderzoek in vier landen, waaronder Nederland. Hier is dat deels te wijten aan hoge leges. Net als Nederland proberen Canada, Duitsland en Zweden buitenlands talent aan te trekken en te behouden voor de arbeidsmarkt, vanwege (verwachte) tekorten in sommige sectoren. Maar hoewel een meerderheid van de internationale studenten in deze landen graag zou blijven na het behalen van hun diploma, slagen zij er zelden in een baan te vinden.

Een Duitse organisatie van experts op het gebied van migratie en integratie heeft in kaart gebracht hoe de aansluiting tussen opleiding en arbeidsmarkt is vormgegeven op lokaal niveau. Er bestaan veelal lappendekens van carrièrebeurzen, sollicitatietrainingen en kennismakingen met bedrijven, zo stellen de onderzoekers vast op basis van een enquête onder hogeronderwijsinstellingen. Zij adviseren de verschillende betrokken partijen daarom om hun inspanningen beter op elkaar te laten aansluiten. De onderzoekers hebben de belangrijkste obstakels op een rijtje gezet die buitenlandse studenten in de vier

landen tegenkomen. Bovenaan staat ontoereikende kennis van de taal, door meer dan tweederde van de respondenten genoemd. Gebrek aan werk­ervaring in het betreffende land komt op twee, gevolgd door bedenkingen bij werkgevers. Voorts speelt het ontbreken van een netwerk veel internationale studenten parten. En als hun universiteit of hogeschool aandacht besteedt aan hun verdere loopbaan, gebeurt dit vaak te laat of versnipperd. Vooral Nederlandse respondenten wijzen op het papierwerk en de financiële hobbels. Studieuitval betekent ten slotte dat een student niet meer in aanmerking komt voor de zoekjaar-regeling met de bij­behorende gunstiger voorwaarden. In Nederland vulden 26 hogescholen en universiteiten de vragenlijst in. Zij bieden internationale studenten meestal vanaf het begin loopbaan­ begeleiding. Daarbij zetten zij relatief vaak hun buitenlandse alumni in. Internationale studenten hebben hier een goede kans op een baan of stage bij een (middel)groot bedrijf. Kleinere werkgevers daarentegen laten deze groep vaak links liggen. Zij hebben moeite met het forse bedrag aan leges dat bedrijven moeten betalen als ze iemand van buiten de EU in dienst willen nemen. Daarnaast kunnen lokale politici en overheidsdiensten hier meer doen om de arbeidsmarktkansen van internationale studenten te vergroten.  (AZ)

studereninduitsland @studerenind 18 juni

Studeren in Duitsland loont: de beste kansen op de Duitse arbeidsmarkt zijn voor “Meister, Techniker & Akademiker” http://bit.ly/1Bl1Z8e Radio 2 Vl-Brabant @Radio2VlaBra 17 jun.

en

u -b e r z

cv

Foto: Co de Kruijf / Hollandse Hoogte

7

beurs

deadline

start studie/onderzoek

Duitsland, kort onderzoek

20 okt

vanaf mrt 2016

Duitsland, architecten en kunstenaars

6 nov

okt 2016

Mexico

15 nov

Zwitserland, studie

15 nov

okt 2016

Israël, studie

30 nov

okt 2016

Israël, zomerbeurs

30 nov

jul/aug 2016

Meer informatie op www.wilweg.nl/cv

juli/augustus 2015 | transfer


8

nieuws

Geen Saoedische studenten meer naar Maastricht

Foto: Philip Driessen

De Universiteit Maastricht stopt met het opleiden van geneeskundestudenten uit Saoedi-Arabië. Dat heeft de Faculty of Health, Medicine and Life sciences besloten, zo meldt het universiteitsblad Observant. De faculteit wil niet aan de eisen van de Saoedische regering voldoen. Met het besluit komt een einde aan het programma van de Saoedische overheid om met King Abdullah Scholarships van 32.000 euro per persoon studenten naar Maastricht te sturen. De relatie tussen de

Saoedische geneeskundestudenten in Maastricht.

geneeskundefaculteit en de Saoedische regering is moeizaam sinds het programma in 2007 van start ging. De regering wilde dat de studenten in het Nederlands les zouden krijgen in plaats van in het Engels en bemoeide zich intensief met de stageplaatsen. “De Saoedische regering stelde steeds meer eisen. Vooral stages in Afrikaanse landen voldoen in hun ogen niet. We moesten bijna per student toestemming krijgen voor een stageplaats”, zegt Jan-Joost Rethans, opleidings­directeur bij geneeskunde. Ook de Rijksuniversiteit Groningen heeft afspraken met de Saoedische regering over het opleiden van geneeskundestudenten. Die instelling is nog steeds positief over die overeenkomst, die overigens wel afwijkt van de afspraken in Maastricht. In Groningen leren de Saoedische studenten bijvoorbeeld wel Nederlands, zodat ze hun coschappen in Nederland kunnen lopen.  (RR)

Internationale ambities in strategische visies VH en VSNU De Nederlandse universiteiten moeten in 2025 een echt internationale leeromgeving bieden. Dit vereist dat ze goed nadenken over de inrichting van het onderwijs en de samenstelling van de studenten. Dat schrijft de Vereniging van Universiteiten (VSNU) in haar strategische visie voor 2025. Voor de hogescholen wordt internationale uitwisseling op grote schaal de komende tien jaar de gewoonste zaak van de wereld, voorziet hun vereniging. Kort na elkaar presenteerden de VSNU en de Vereniging Hogescholen (VH) een eigen strategische visie. Volgens de VH worden docenten ‘begeleider en reisgenoot’ bij ‘de ontdekkingstocht van studenten van leerling tot verantwoorde professional’, die steeds nadrukkelijker een internationale dimensie juli/augustus 2015 | transfer

krijgt. Bij meer gespecialiseerde hogescholen passen opleidingen met een volledig Engelstalig curriculum. Buitenlands talent wordt als een verrijking verwelkomd. De visie onderkent de cultuurverschillen en spanningen die met internationalisering de hogeschool binnenkomen. Daarmee zal elke student moeten leren omgaan. De VSNU wil het aandeel studenten met een nietNederlandse achtergrond, nu 13 procent, zien stijgen en het onderwijs internationaler en beter maken door het selecteren van buitenlands talent. Op de toenemende diversiteit in de studentenpopulatie en steeds complexere samenleving spelen de universiteiten in met onder meer een groter aantal university colleges.  (AZ)


9

‘Hoger onderwijs antwoord op bevolkingsexplosie Afrika’ De nood voor onderwijshervorming

Foto: Corbis/HH

is hoog.

Met ambitieus hogeronderwijsbeleid kan Afrika het hoofd bieden aan de verwachte verdrievoudiging van zijn bevolking in 2050 en daarmee samenhangende problemen. Dat staat in de African Economic Outlook 2015. Nu zijn er in veel landen meer potentiële studenten dan de universiteiten aankunnen. University World News citeert de vicepresident van de African Development Bank, die het rapport samen met de OESO en het VN-Ontwikkelingsprogramma (UNDP) publiceerde. “De crux is, dat mensen met een hogeronderwijsdiploma betere arbeidsmarktperspectieven hebben dan mensen met lagere opleidingen en beperkte vaardigheden”, zegt hij. Momenteel zijn gemiddeld honderd personen afhankelijk van 133 werkenden. Als regeringen in Afrika hun onderwijssystemen snel ontwikkelen, kan die verhouding wijzigen in honderd afhankelijken per tweehonderd werkenden.

enda ag

Daarnaast zou betere toegankelijkheid en kwaliteit van het hoger onderwijs een manier zijn om de uitdijende bevolking in Afrika aan te pakken, aldus de African Economic Outlook. Als er niets verandert, zullen er in 2050 2,13 miljard Afrikanen zijn. Bij versneld onderwijsbeleid worden dat er 1,88 miljard, dus 250 miljoen minder, zo rekent het rapport voor. Het hoger onderwijs, dat nu vaak te algemeen is en te weinig toegespitst op ondernemerschap, zou moeten worden hervormd. Minder dan 5 procent van de studenten volgt een technische of praktijkgerichte opleiding. En nergens ter wereld is het percentage afgestudeerden in sociale en geesteswetenschappen zo hoog en het aantal ingenieurs zo laag als in Afrika. Slechts 2 procent van de studenten aan Afrikaanse universiteiten volgt een agrarische opleiding, stelt het rapport vast, terwijl landbouw een grote rol speelt voor dat continent. Tegelijkertijd meldt The PIE News dat vele studenten verspreid over Afrika er niet in slagen een plaats te bemachtigen aan een universiteit. Alleen al in Nigeria hebben meer dan een miljoen gekwalificeerde jongeren zich tevergeefs aangemeld. En de vraag zal alleen maar toenemen, gezien de demografische ontwikkelingen: de helft van de Afrikanen is jonger dan 19 jaar. Vooral private instellingen spelen in op de kloof tussen vraag en aanbod, schrijft The PIE News. De afgelopen tien jaar zou hun aantal in Kenia, Oeganda en Zambia zijn verdrievoudigd. Daarnaast volgt een groeiend aantal Afrikaanse studenten online hoger onderwijs.  (AZ)

datum

organisator

evenement

locatie

meer informatie

30 aug – 2 sep

EAIR

Forum - From here to there: Positioning Higher Education Institutions

Krems (Oostenrijk)

www.eairweb.org/forum2015/

15 – 18 sep

EAIE

Annual conference ‘A wealth of nations’

Glasgow

www.eaie.org/home/ conference/glasgow.html

15 okt

o.a. EP-Nuffic

Medezeggenschapsdag

ntb

www.nuffic.nl/ onderwijspromotie/ make-it-in-the-netherlands

juli/augustus 2015 | transfer


10

interview

hans de wit is klaar voor droombaan in boston

‘Internationalisering blijft ­fascinerend’

juli/augustus 2015 | transfer


11

In november wordt hij 65. Maar in plaats van met pensioen te gaan, maakt ‘mister Internationalisation’ Hans de Wit een nieuwe stap in zijn carrière. Hij gaat les- en leidinggeven aan het Center for International Higher

Foto: Marco Okhuizen / De Beeldredaktie

Education van het Boston College. Met Transfer blikt hij vooruit en terug. In zijn fraaie appartement vlakbij Artis, waar soms de wel in de context van de ontwikkelingen van het zeeleeuwen te horen zijn, is hij bezig enkele artikelen hoger onderwijs internationaal.” af te ronden. Tussendoor melden de eerste kijkers voor Meer dan mobiliteit de woning zich en heeft hij een afspraak om via skype De Wit is niet uitgekeken op internationalisering, zelf een huis in de Verenigde Staten te bezichtigen. al heeft hij inmiddels vrijwel alle aspecten daarvan Hans de Wit is gewend om op verschillende borden onderzocht. “Het is een terrein dat constant verantegelijk te schaken. De afgelopen jaren was hij parttime directeur van het Centre for Higher Education dert”, stelt hij vast. “Dat maakt het fascinerend. Als Internationalisation in Milaan. Dat combineerde hij ik kijk naar mijn eerste publicaties in de jaren ’90 en met een lectoraat aan de Hogeschool van Amsterdam. de ontwikkelingen sindsdien, dan zijn er gigantische “Het was soms een uitdaging”, zegt De Wit. “Maar stappen gemaakt. Heel langzaam dringt het bewustzijn door dat er meer is dan mobiliteit en dat we dankzij skype, e-mail en goedkope Easyjet-vluchten is moeten kijken naar de impact van wat we doen.” zoiets wel te doen.” Binnenkort wordt zijn werk waarschijnlijk wat De Wit speelde daar zelf een rol in door te wijzen overzichtelijker. Vanaf september op negen misvattingen over internationalisering (zie kader op p.12), is hij directeur en hoogleraar aan “Ik ga niet vanaf de zijlijn in diverse publicaties en als advihet Center for International Higher seur. Met enig succes, zegt hij. schieten. Maar als mij om Education (CIHE) van het Boston “Internationalisation at home is advies wordt gevraagd, College, een particuliere jezuïeten­ nu een pijler in het internationadan geef ik het.” universiteit. Zijn droombaan? De liseringsbeleid van de Europese Wit, aarzelend: “Ja, zo kun je het Commissie en krijgt ook meer noemen. Ik heb steeds gezegd: dit is aandacht bij OCW.” de enige functie die ik nog ambieer. Maar de aandacht voor kwaliteit blijft nog vooral Ik word 65. In Nederland stop je dan, in Amerika lip service, merkt De Wit. “Het is lastig voor beleidskennen ze gelukkig geen leeftijdsdiscriminatie. Ik zie makers om die te beïnvloeden. Universiteiten en dit als een culminatie van alles wat ik de afgelopen hogescholen worstelen daarmee, omdat mede­werkers dertig jaar heb gedaan aan internationalisering van van het international office het curriculum en de het hoger onderwijs. Dit is toch het meest gerenomkwaliteitszorg niet kunnen veranderen. Daarvoor meerde centrum in het internationaal onderwijs.” zijn andere mensen nodig. En als je er moeite voor ‘Mr. Internationalisation’, zoals zijn voorganger Philip doet, zie je dat niet terug in prestatie­a fspraken en Altbach hem noemt, maakt dus een overstap naar rankings.” internationaal onderwijs. “Er is een subtiel verschil”, Volgens De Wit heeft U-Multirank, dat zichzelf legt De Wit uit. “Bij internationalisering ligt de focus presenteert als het alternatief voor de traditionele op mobiliteit en op het curriculum. Internationaal rankings, daarin geen verandering gebracht. “De onderwijs is breder. Dat vergelijkt systemen en indicator ‘internationale oriëntatie’ is heel erg ontwikkelingen in het hoger onderwijs in internakwantitatief. De Universiteit Maastricht scoort in tionaal verband.” De terreinen raken steeds meer U-Multirank bijvoorbeeld hoog, omdat zo’n instelling verweven, constateert hij, nu internationalisering in de grensstreek veel studenten uit Duitsland trekt. in toenemende mate over zaken als branch campuses Terwijl er genoeg kwalitatieve redenen zijn om de gaat. “Ik denk dat ik daarom ben geselecteerd voor UM internationaal georiënteerd te noemen. Zo wordt deze functie. Ik heb altijd op die brugfunctie gezeten. die universiteit dus eigenlijk onrecht aangedaan.” Met een zware nadruk op internationalisering, maar

juli/augustus 2015 | transfer


12

Spanningsveld CeQuInt, het project dat leidde tot een methodologie voor het meten van kwaliteit in internationalisering met bijbehorend certificaat, stemt De Wit wel hoopvol. “Net als bij het bijzonder kenmerk inter­ nationalisering van de NVAO hebben we daarbij gezegd: de enige manier om dat veranderingsproces in te zetten, is door internationalisering onderdeel te maken van het hele kwaliteitszorg- en accreditatie­ systeem. En door het accent op het onderwijsprogramma te leggen. Met zo’n certificaat kun je je vervolgens profileren. Maar het kost tijd voordat dit de standaard is.” Nu zetten veel landen nog vooral in op kwantiteit, zo bleek uit onderzoek dat De Wit onlangs heeft afgerond met zijn centrum in Milaan en enkele andere organisaties. In opdracht van het Europees Parlement, dat wilde weten welke ontwikkelingen er zijn op het gebied van internationalisering in het hoger onderwijs, analyseerden zij nationale strategieën in en buiten Europa. “Dan zie je dat spanningsveld”, zegt De Wit. “Heel veel nationale overheden willen meer internationale studenten, meer Engelstalig onderwijs, meer geld uit Brussel. Zeker in zuidelijk en oostelijk Europa is dat nog de trend.” De onderzoekers hebben de gangbare definitie van

Negen misvattingen over internationalisering In zijn openbare les op 6 april 2011 benoemde Hans de Wit de volgende misvattingen: 1. Internationalisering is onderwijs in de Engelse taal 2. Internationalisering is studeren of stage lopen in het buitenland 3. Internationalisering staat gelijk aan een internationaal onderwerp 4. Internationalisering is het hebben van veel internationale studenten 5. Met een paar internationale studenten in de collegebanken is internationalisering al een succes 6. Interculturele en internationale competenties hoeven niet specifiek getoetst te worden 7. Hoe meer samenwerkingsovereenkomsten, hoe internationaler 8. Hoger onderwijs is van nature al internationaal 9. Internationalisering is een doel op zich  (AZ)

juli/augustus 2015 | transfer

internationalisering aangevuld. Internationalisering moet met een bepaald doel gebeuren en leiden tot hogere kwaliteit van onderwijs en onderzoek binnen de instelling en op nationaal niveau, vinden ze. Verder doen ze de aanbeveling om internationalisering in het hoger onderwijs niet afzonderlijk te bekijken, maar in samenhang met internationalisering op andere niveaus. Ook adviseren ze een heldere aansluiting tussen onderwijs en onderzoek. “Nu zijn dat vaak gescheiden werelden, ook binnen de Europese Commissie. Als je die barrière niet doorbreekt, dan blijft het een rare gemankeerdheid houden. De onderzoeker krijgt subsidie voor zijn internationale beleid, maar mag dat geld niet voor onderwijs gebruiken en omgekeerd.”

Verbazing Hoe doet Nederland het vergeleken met andere landen? Niet slecht, zegt De Wit. Maar waar ons land internationaal altijd voorop liep met internationalisering, is het beleid de afgelopen jaren volgens hem wat verslonsd. “Uit zelfgenoegzaamheid, maar ook uit gebrek aan prioriteit.” Hij merkt in het buitenland veel verbazing over de hoge kwaliteit en reputatie van het onderwijs in Nederland, tegenover een relatief laag aantal buitenlandse studenten en weinig mobiliteit van Nederlandse studenten. “Dan denk je toch: ergens doen we het niet goed.” Voor een deel heeft dat te maken met een gebrek aan investeringen, zegt De Wit. Maar ook met het ontbreken van visie en weinig samenwerking. Hij vindt het daarnaast een gemiste kans dat de aanwezige expertise nauwelijks wordt gebruikt. Niet alleen die van hemzelf, ook die van andere lectoren en deskundigen op het gebied van internationalisering. “Ik word óveral ter wereld gevraagd om advies te geven aan overheden, instellingen en organisaties. Hier nauwelijks. Het ontbreekt aan een goede onderzoeksagenda en ondersteuning. In Nederland worden geen keuzes gemaakt, omdat men bang is iemand voor het hoofd te stoten. Daarom blijft het allemaal een beetje rommelen.” Als voorbeeld noemt De Wit dat studenten voor joint degrees aan alle betrokken instellingen collegegeld moeten betalen. “Ik heb er vijf jaar geleden al voor geijverd dat joint degrees met gesloten beurs mogelijk zouden worden, zoals de minister nu eindelijk wil regelen. En dat ook double degrees meegenomen zouden worden in het beleid, omdat hogescholen geen joint degrees mogen hebben. Maar dat had absoluut geen prioriteit voor de HBO-raad.”


13

Mr. Internationalisation Hans de Wit vervulde verschillende functies op het gebied van internationalisering in het hoger onderwijs. Van 1981 tot 1985 aan de Universiteit van Tilburg, daarna tot 2005 aan de Universiteit van Amsterdam waar hij ook promoveerde. In 2009 werd hij lector aan de Hogeschool van Amsterdam. Sinds 2012 is hij directeur van het Centre for Higher Education Internationalisation aan de Università Cattolica del Sacro Cuore in Milaan. De Wit was onder meer oprichter en directeur van de European Association for International Education (EAIE) en bracht advies uit aan de Europese Commissie, UNESCO, de Wereldbank en de OESO. Foto: Gary Gilbert

Verder publiceerde hij veel over internationalisering, de laatste jaren bijvoorbeeld regelmatig op University World News. Zijn werk leverde De Wit diverse prijzen op.  (AZ)

Na-apen De hogescholen blijven nog te veel achter de feiten aan lopen, vindt De Wit. Dat universiteiten nu eenmaal internationaler zijn, wil er bij hem niet in. “Ik noem dat het Calimero-effect. Het grote voordeel dat hogescholen hebben, is de aansluiting bij de beroepspraktijk. Binnen het Erasmus+-programma zie je dat de groei zit in internationale stages. De hogescholen zouden daar veel meer beleid op moeten voeren. Dat is ook een van onze aanbevelingen aan het Europees Parlement: geef studenten binnen Erasmus+ de mogelijkheid om zowel stage te lopen als te studeren in het buitenland. En creëer samenwerkingsverbanden. Want stages in bijvoorbeeld Oostenrijk zijn eenvoudiger te regelen door een partnerinstelling daar dan vanuit Nederland.” Hoewel hij benadrukt dat het niet allemaal kommer en kwel is, heeft De Wit ook op de universiteiten nog wel wat aan te merken. Bijvoorbeeld dat ze elkaar na-apen met university colleges, omdat die succesvol zijn. “Het is nou wel mooi geweest, de markt is verzadigd.” En zo heeft hij nog meer ideeën over wat anders moet of kan. “Maar dat mogen andere mensen doen – ik ga weg.”

Hans De Wit is niet van plan om vanaf de andere kant van de oceaan commentaar te geven op wat er in Nederland gebeurt. “Vanaf de zijlijn een beetje schieten, zal ik niet doen. Maar als mij om advies wordt gevraagd, dan geef ik dat overal. Voor zover de tijd dat toelaat.” Dat laatste is nog maar de vraag, gezien de plannen die hij nu al heeft voor het CIHE. Zo wil hij een nieuwe master internationaal onderwijs opzetten, waarin internationalisering een speerpunt is. “Wij merken dat er een ontzettend grote vraag is naar mensen met meer professionaliteit op dat terrein. Maar een bijpassende opleiding is er amper in de wereld.” Naast de nieuwsbrief die het centrum elk kwartaal uitbrengt en een project voor internationalisering van Russische topuniversiteiten, staat onder meer vergelijkend onderzoek naar promotiebeleid op het programma. En De Wit verheugt zich op onderzoek naar de relatie tussen katholieke universiteiten en internationalisering. Een fascinerend onderwerp, vindt hij, dat raakt aan zijn carrière. “Boston en Milaan zijn katholiek, net als Tilburg – dat lijk ik om een of andere merkwaardige reden steeds op te zoeken.”

annelieke zandvliet

juli/augustus 2015 | transfer


14

online internationaliseren

internationalisering via videoconferenties

Foto’s: Ralph Rozema

‘Je krijgt inzicht in de andere én de eigen cultuur’

In het kader van internationalisation at home houden studenten van Tilburg University en de Universidad ESAN in Peru samen videoconferenties. Via de camera debatteren ze over crosscultural communication, internationaal zakendoen en over elkaar. “Videoconferencing is spannend. Je moet ervoor gaan, maar dan krijg je veel terug.”

juli/augustus 2015 | transfer


15

Een verrassend moment tijdens de videoconferentie tussen studenten uit Tilburg en de Peruaanse hoofdstad Lima. Ze hebben het over sociaal-culturele verschillen. Nederlanders zijn individualistisch, in Latijns-Amerika staat het groepsbelang voorop. Daar moet je mee rekening houden als je internationaal wilt samenwerken. “Hoe zit dat in Peru?”, vraagt een Nederlandse student via de videoverbinding. “In Peru zijn we juist individueel gericht”, antwoordt een Peruaanse stellig vanuit Lima. Het antwoord zorgt voor verwarring, want dit klopt niet met de theorie. Peru is toch een land van nauwe familiebanden, met werknemers die hechte collectieven vormen? Tijdens de nabespreking komt docent Michael Bender erop terug. “Wat is hier aan de hand?”, wil hij weten. “Deze Peruanen komen uit de stad”, reageert een student. “Het zijn businessstudenten, ze zijn misschien niet representatief”, vindt een ander. “Mee eens,” zegt Bender. “De verschillen binnen het land zijn groot, daar moet je je bewust van zijn.”

Internationalisation at home De Tilburgse werkwijze is een goed voorbeeld van internationalisation at home. Tijdens de cursus cross­ cultural psychology nemen studenten twaalf keer deel aan een videoconferentie. In Tilburg zijn het psychologiestudenten; in Lima studenten van de business school van de Universidad ESAN die het vak psychologie volgen. De studenten in Tilburg en Lima geven elk presentaties met stellingen voor discussie. In beide zalen staan twee videoschermen: links het scherm met de PowerPoint-presentatie, rechts zie je de conferentiezaal met de partnerstudenten. Bender merkte tijdens eerdere sessies al dat de videoconferenties niet alleen leiden tot inzicht in andere culturen, maar ook in de eigen cultuur. “Je leert naar de Nederlandse cultuur kijken met de blik van een outsider.” Er zijn bijvoorbeeld verschillen in het tonen van emoties. “Peruanen gebruiken vaker woorden met een emotionele waarde. ‘Ik ben blij je te ontmoeten’ is daar veel gebruikelijker dan hier.” Ook werd duidelijk dat de Peruaanse samenleving meer hiërarchie kent. “Dat heeft iedereen live kunnen zien op het videoscherm. De afstand tussen de studenten in Lima en hun docent is veel groter dan hier.” Om vier uur ’s middags Nederlandse tijd is het zover. “We are live”, roept de technicus. Het scherm met de zaal in Peru ziet er vrolijk uit, studenten lachen, kletsen geanimeerd. “Good morning Mariella”, groet Bender zijn Peruaanse collega, een oude bekende die in Tilburg is gepromoveerd.

Op tijd komen Een groep van vier Peruaanse studenten geeft een presentatie over zakendoen in verschillende culturen. Aan het eind komen ze met stellingen over Nederland waarop de Tilburgse studenten reageren. ‘Nederlandse managers werken gedisciplineerd en zijn perfectionistisch.’ Dat is herkenbaar. En: ‘Op tijd komen is extreem belangrijk in Nederland.’ Ook waar. De Peruanen erkennen: dat is bij hen anders, een halfuur te laat komen is heel normaal. “Maar bij een zakelijke afspraak kom ik op tijd, dat is bij ons aan het veranderen”, zegt een Peruaan. Daniela, een Mexicaanse die in Tilburg studeert, vertelt over haar ervaringen in Nederland. Dat ze een keer voor een eetafspraak aanbelde bij medestudenten in Tilburg en dat het eten al op bleek te zijn. “Voor Mexicaanse begrippen was ik echt niet laat.” Ze heeft zich aangepast aan de Nederlandse gewoonten. De Peruaanse presentatie gaat ook over plaatselijke culturen en hoe die wel of niet gunstig kunnen uitpakken voor bedrijven. “Een cultuur met nadruk op collectieve doelen is gunstig, omdat werknemers samen voor het doel van een bedrijf gaan. Culturen waar individualisme hoog in het vaandel staat, kunnen nadelig uitpakken. Dan zijn werknemers te veel met zichzelf bezig. Je moet goed nagaan in welk land je bedrijf de meeste kansen heeft”, vinden ze in Lima.

Zelfontplooiing of groepsbelang? De wetenschappelijke theorie over crossculturele verschillen die de studenten bespreken, is volop in beweging. Het meest gebruikte model komt van de

juli/augustus 2015 | transfer


16

Nederlandse wetenschapper Geert Hofstede. Hij beeld tussen autochtonen en expats. Twee Tilburgse werd beroemd door de vergelijking die hij maakte studenten, Yip uit Nederland en Daniela uit van nationale culturen waarbij hij keek naar factoren Mexico, laten het in een PowerPoint zien. Ze komen als machtsafstand, individualisme, masculiniteit en met tips voor mensen die door een bedrijf naar het het vermijden van onzekerheid. buitenland worden gezonden. “Zijn theorie is krachtig door zijn “Voordat je gaat, moet je je erin “Je leert naar de eenvoud, maar is de afgelopen verdiept hebben, je moet een drive Nederlandse cultuur decennia deels achterhaald geraakt”, hebben om contact te zoeken met kijken met de blik van een mensen van de cultuur waar je in zegt Bender. outsider” Invloedrijk is ook de theorie over terecht komt”, zegt Yip. independent en interdependent Daniela is zelf expat in Nederland. cultures. De psychologen Hazel Soms kreeg ze het gevoel dat Rose Markus en Shinobu Kitayama ze niet welkom was. “In winkels van de universiteiten van Michigan en Oregon komt hier niemand naar je toe. Als ze met iets bezig stellen dat mensen in westerse culturen veel waarde zijn, gaat dat voor. Je kunt het gevoel krijgen dat je er hechten aan onafhankelijk zijn (independent), terwijl niet toe doet.” Opvattingen over wat behulpzaam is, in Latijns-Amerika, Afrika of Azië de relaties met kunnen per cultuur variëren, voegt Bender toe. anderen voorop staan (interdependent). De westerse Ook in de Peruaanse groep zit een expat: een Franse cultuur benadrukt de eigenwaarde van een persoon; studente. Voelde zij zich welkom in Peru, wil Daniela andere culturen het belang van harmonieuze samenweten. “De eerste weken stelde ik me heel patriothang. Die verschillen werken door in gedrag. Daar tisch op, ik moest weinig van Peru hebben, ik kwam moet je rekening mee houden als je samenwerkt met op voor Frankrijk.” Haar medestudenten moeten mensen in zo’n land. lachen. De Française heeft nu haar draai in Peru Hazel Rose Markus en Shinobu Kitayama vergeleken gevonden. in hun onderzoek vooral Amerikanen en Aziaten. Ongemakkelijke stiltes Bij Amerikanen staat zelfontplooiing centraal, bij De videoconferentie is bijna voorbij. Nog even Aziaten het deel uitmaken van de groep. Dat kan bij zwaaien naar elkaar, dan valt het beeld weg. Het internationale samenwerking voordelen hebben: is een moment van ontlading, er wordt gelaeen Chinese zakenman zal door zijn hechte relaties chen. En dan realiseer je je meteen wat je mist bij makkelijk deuren naar anderen kunnen openen. Maar deze vorm van Internationalisation at home: de in gesprekken kan het ook botsen. “Westerlingen zijn gezamenlijke pauze. soms te direct in hun antwoorden. Aziaten kiezen In beide landen volgt nu een aparte evaluatie. voor een milde benadering, juist omdat ze rekening Daar is – in elk geval aan Nederlandse zijde – willen houden met anderen”, zegt Bender. kritiek te horen. Zo vielen er een paar ongemakkelijke Te kort door de bocht stiltes. “Hoe kunnen we meer interactie krijgen?”, De studenten in Tilburg en Lima laten zien hoe vraagt Bender. Afgesproken wordt om de volgende de theorie in beweging is. Er is kritiek op de keer de vragen nog meer to the point te maken. Amerikaans-Japanse onderzoekers, omdat ook De studenten zijn blij met het vak. “Dit gaat hun vergelijking van landen te eenvoudig zou zijn. over culturale grenzen heen, het is inspireLanden en culturen zijn door de globalisering niet rend, je hoort zoveel van de Peruanen”, zegt Yip. meer gescheiden; ze veranderen, beïnvloeden elkaar, “Videoconferencing is bovendien spannend”, vindt stelt een andere vooraanstaande onderzoeker, David Daniela. “Je moet er helemaal voor gaan. Dan krijg je Mutsumoto van de San Francisco State University. veel terug. Pretty cool.” Verschillen binnen een land zijn groter dan internaralph rozema tionale verschillen. Het Peruaanse voorbeeld van de business-studenten die zichzelf individueel gericht bronnen: vinden, past in dat beeld. “Landen vergelijken is hazel rose markus & shinobu kitayama. culture and the self: implications for cognition, emotion and motivation. psychological review 1991 vol 98. no 2: 224-253. eigenlijk te kort door de bocht”, vindt ook Bender. david matsumoto. culture and self: an empirical assessment of markus and kitayama’s theory of independent and interdependent self-construals. asian journal of social psychology 1999 vol 2: 289-310. Culturele verschillen binnen een land zijn er bijvoor-

juli/augustus 2015 | transfer


17

opinie

Virtuele mobiliteit moet hobbyisme ontstijgen

Foto: Henriette Guest

Her en der zitten docenten op hun eigen laptop te pielen. Iemand moet de regie nemen om online internationalisering naar een hoger plan te tillen, stelt Sander Schroevers. Een ruimte met superieur geluid en beeld, waar het lijkt of de vergadertafel doorloopt naar de andere kant van de wereld waar de gesprekspartners zitten. Dat zag ik op het kantoor van Cisco in de Bijlmer. Voor bedrijven loont het om geld te steken in videoconferencing en zo te besparen op vliegtickets. Voor de meeste universiteiten en hogescholen zal dat te duur zijn. Maar ook daar zijn al zeker vijftien jaar volop technische middelen aanwezig om virtuele mobiliteit mogelijk te maken. In elke collegezaal is een computer te vinden, en een beamer. Maar die worden vooral gebruikt voor PowerPoint-presentaties, of eventueel een YouTube-filmpje. Dat is verbijsterend. Want met drie keer klikken kun je de hele wereld over. Virtuele mobiliteit kan fysieke uitwisseling of een internationale stage niet vervangen. Wel is het een nuttige aanvulling, bijvoorbeeld om studenten voor te bereiden op een buitenland-

verblijf. Nu is het soms alsof we ze de autosleutels geven en zeggen: “Daar is de snelweg.” Bovendien vormt virtuele mobiliteit een alternatief voor de grote groep studenten die de grens niet over gaan

‘Een werkgroep kan in een jaar tijd een bruikbare tool ontwikkelen’ voor hun studie, om welke reden dan ook. Door online samen te werken met studenten in het buitenland, kunnen zij toch interculturele vaardigheden opdoen of in praktijk brengen. Dat is nodig voor de moderne kennis­economie en studenten vinden het leuk. Hoewel de voordelen duidelijk zijn en de techniek aanwezig, neemt online internationalisering geen hoge vlucht. Het vergt van docenten namelijk veel doorzettingsvermogen om alles te organiseren. Zo is het aan mijn hogeschool niet toegestaan om skype te downloaden. Dat is begrijpelijk, maar lastig. En er zijn andere praktische zaken. Hoe vind je geschikte partners? Loopt hun academische kalender gelijk? Met welk tijdsverschil moet je rekening houden?

Daarom is er een werkgroep nodig die de weg plaveit. De minister kan wat budget vrijmaken en de regie nemen. Maar ook de Vereniging Hogescholen, EP-Nuffic of een kopgroep van onderwijsinstellingen zou dat kunnen doen. Laat alle leden van de werkgroep twee partnerinstellingen zoeken in verschillende landen. Zij helpen anderen op weg, met case studies en kwalitatief onderzoek naar wat het oplevert en waarop je moet letten. Als die werkgroep zich een jaar lang kwaad maakt, heb je een tool met verschillende varianten en bijbehorende aanpak. Uiteenlopend van blended learning tot een volledige virtuele campus waar alles digitaal beschikbaar is. Zelf heb ik bijvoorbeeld gemerkt dat bij virtuele mobiliteit ook informeel contact nodig is. Wij zijn ‘snuffeldieren’. Daarom laat ik de studenten aan het begin een welkomstfilmpje maken en sluiten we de samenwerking ook op een leuke manier af. Studenten staan dan allemaal naar de beamer te proosten. Zo creëren we de illusie dat het echt is.

sander schroevers Sander Schroevers is docent aan de Hogeschool van Amsterdam.

juli/augustus 2015 | transfer


18

online internationaliseren

wageningen start twee online masters

Afstandsonderwijs dat niet afstandelijk is Afstandsonderwijs op masterniveau bestaat in de Angelsaksische wereld al decennia, maar door de digitale revolutie groeit het aanbod razendsnel. Wageningen Universiteit haakt in september op eigen wijze aan. Hier geen eenzame zelfstudieprogramma’s, maar online onderwijs waarbij de studenten – bijgestaan door studiecoaches en e-moderators – net als op de campus samen leren. juli/augustus 2015 | transfer


Foto: Corbis/HH

19

Een campus opzetten in China of een nevenvestiging Goud. “Het is vooral een manier om de leerstof te in Qatar? “Achterhaald”, vindt Ulrike Wild, directeur verwerken en toe te passen. Dat kan online ook, daaronline leren bij Wageningen Universiteit. De groeiende voor hebben we speciale werkvormen ontwikkeld.” groep internationale studenten die aan een buitenlandse De voedingsstudenten komen pas in het tweede universiteit wil studeren zonder het moederland te studiejaar naar Nederland, als ze zich voorbereiden verlaten, kun je volgens haar veel beter online bedienen. op hun afstudeeronderzoek. “Wij hebben nauwe“Wageningen kan in een education hub gaan zitten, lijks practica”, vertelt docent/onderwijsontwikmaar dan bereiken we nog steeds maar een klein deel van kelaar Cora Busstra. “Bij epidemiologie draait het onze internationale doelgroep. Met een online master voornamelijk om data-analyses waarbij je zoekt naar heb je in potentie een veel groter bereik. Wij willen dat verbanden tussen voedsel­inname en gezondheid. Dat de Wageningse kennis wereldwijd kunnen studenten vanachter hun beschikbaar komt. Dan moet je ervoor eigen computer. Dat was ook een “Wij kunnen online zorgen dat je aan de snelweg ligt, niet van de redenen om bij deze pilot de dezelfde kwaliteit bieden aan een dorpsstraat. Online onderwijs specialisatie epidemiologie aan te als offline” is de snelweg.” bieden.” Wild is twee jaar geleden aangeVoor examens hoeven de online trokken om de Wageningse online studenten ook al niet naar strategie uit te voeren. Dat doet Nederland te komen. “Dan zouden ze voortvarend. In januari werden de eerste twee ze om de zes weken naar Wageningen moeten Wageningse Massive Open Online Courses (MOOC’s) reizen”, stelt Ulrike Wild. “We werken met e-proc­ gelanceerd: een introductie in de voeding en een toring, zeg maar online surveilleren. Dat is in de VS basiscursus plantenteelt. Maar de gratis MOOC’s al redelijk ingeburgerd.” De student doet vanachter zijn pas het begin. In september gaan twee volledige zijn eigen computer het examen. Een gespecialionline masters van start. Daarmee wil de universiteit seerd bedrijf controleert de identiteit, houdt via een internationale studenten bereiken die niet het geld webcam in de gaten wat de student doet en volgt wat of de tijd hebben om twee jaar naar Wageningen er op de computer gebeurt. te komen. De online studenten Nutritional In het derde en vierde jaar doen de online studenten Epidemiology & Public Health en Plant Breeding hun stage en afstudeeronderzoek. Daarvoor kunnen volgen een programma van 120 studiepunten. Dat ze naar Wageningen komen, maar een stage in eigen wordt parttime aangeboden zodat ze werk en studie land of regio behoort ook tot de mogelijkheden. Het kunnen combineren. afstudeeronderzoek kan eventueel online worden EU-studenten betalen het wettelijk collegegeld van uitgevoerd. Busstra: “Wij hebben datasets liggen 1.900 euro per jaar, voor niet-EU-studenten bedragen waaraan al onze studenten kunnen werken. Ze de totale kosten ongeveer 30.000 euro. Van de wettewerken dan mee aan lopend onderzoek. Online lijke obstakels die het verzorgen van onderwijs in studenten kunnen straks inloggen op de Wageningse het buitenland lastig maken, hebben aanbieders van computers om met die datasets werken.” online onderwijs geen last. Internationale studenten Niet te vrijblijvend bij een buitenlandse nevenvestiging van een De belangrijkste uitdaging is de online studenten vier Nederlandse universiteit of hogeschool, moeten een jaar lang bij de les te houden, stelt Jan-Kees Goud, die kwart van hun studietijd in Nederland doorbrengen. al veel ervaring heeft met het ontwikkelen van online Voor online studenten geldt die bepaling niet, heeft onderwijs. “Voor medewerkers van plantenveredehet ministerie van Onderwijs vorig jaar besloten. lingsbedrijven heb ik losse online cursussen van één Nauwelijks practica studiepunt ontwikkeld. Maar dat zijn echt zelfstudieHet cursusdeel van de masters duurt twee jaar en is modulen. Voor een complete master zijn die totaal bijna volledig online te volgen. De plantenveredelaars ongeschikt. Je moet bij afstandsonderwijs oppassen komen twee keer een paar weken naar Wageningen dat het niet te vrijblijvend en afstandelijk wordt. Een voor practica. “Wageningse masterstudenten parttime master is niet iets wat je er even bij doet. brengen veel meer tijd door in labs en kassen, maar Het vergt echt twintig uur studie in de week. Dat red dat is slechts voor een klein deel om vaardigheden je niet met zelfstudie.” Het is daarom de bedoeling dat de online master­ op te doen”, stelt onderwijsontwikkelaar Jan-Kees

juli/augustus 2015 | transfer


20

de interactie op gang, vatten discussies samen, wijzen studenten op bijdragen die ondergesneeuwd dreigen te raken, beantwoorden vragen of verwijzen naar bronnen waarin de antwoorden kunnen worden gevonden. De e-moderator is dagelijks beschikbaar om de studenten inhoudelijk bij te staan. Daarnaast heeft elke online student een studieadviseur, een soort persoonlijke coach die helpt bij andere studievragen. De opleidingsteams zijn er klaar voor en moeten nu afwachten of de studenten zich inschrijven. Eind mei waren in totaal honderd aanmeldingen binnen, vertelt Annika Rettig, verantwoordelijk voor werving van online studenten. “Ongeveer 40 procent daarvan is toelaatbaar, maar je moet altijd afwachten of die studenten zich ook inschrijven. Online studenten zijn goedkoper uit omdat ze niet naar Wageningen hoeven te komen, maar 30.000 euro collegegeld kunnen ze meestal niet zelf betalen. En voor online studenten zijn er nog geen beurzen.” Goedkoper kan het echt niet. “Een tweejarige master kost gewoon 30.000 euro”, stelt Ulrike Wild. “Online onderwijs is goedkoper omdat je geen gebouwen nodig hebt, maar de onderwijsontwikkeling is weer veel duurder. En voor de uitvoering zijn net zo veel docenten nodig.” De twee online masters gaan in september hoe dan ook van start – ook als er maar een handjevol studenten begint. Dat is omdat online onderwijs volgens de Wageningers de toekomst heeft.

Afwachten

Actiever leren

De online studenten worden net zo intensief begeleid als de studenten op de Wageningse campus, waar de docent/studentverhouding een op zeven is. De docenten die de online studenten gaan begeleiden, hebben een cursus e-moderating gevolgd. Zij brengen

Het ontwikkelde digitaal leermateriaal wordt ook ingezet op de campus. En met succes. Studenten die vakken digitaal volgen, slagen vaker voor het examen en halen hogere cijfers, heeft Jan-Kees Goud ontdekt. Logisch, vindt hij. “Iedereen houdt wel van colleges, maar kennisoverdracht aan een zaal met negentig of honderd studenten is verre van ideaal. De digitale cursussen zijn veel beter doordacht en de facebookachtige omgeving lokt veel meer vragen uit. Het is gewoon een actievere manier van leren.” “Online kan veel meer dan je zou denken als het gaat om samenwerken en van elkaar leren”, stelt Wild. “Toch zullen er altijd studenten naar Wageningen blijven komen. De campus is en blijft de allerrijkste leeromgeving. Voor internationale studenten die niet hiernaartoe kunnen komen, is online onderwijs een supergoede vervanger. Ik ben ervan overtuigd dat we online dezelfde kwaliteit kunnen bieden als offline.”

Foto: Corbis/HH

studenten samen gaan studeren, in groepjes van twintig tot 25. Ze beginnen eind augustus tegelijk aan de studie met een digitale kennismakingsweek en werken daarna wekelijks hetzelfde studieprogramma af. Maar niet tegelijkertijd. Omdat studenten in verschillende tijdzones zitten, verloopt de meeste communicatie asynchroon, via slow chats. Ze bekijken wel dezelfde kennisclips, een soort TED-talk waarin een Wageningse docent in maximaal tien minuten een deel van de leerstof uitlegt. Ze bestuderen digitaal studiemateriaal, maken individuele en groepsopdrachten en doen in dezelfde weken examen. “Voor de cohortaanpak hebben we ook om didactische redenen gekozen”, stelt epidemiologiedocent Cora Busstra. “Want leren doe je niet alleen, maar in een groep. Studenten leren van elkaar en door elkaar feedback te geven.” De epidemioloog, die is gepromoveerd op het ontwikkelen van digitaal studiemateriaal, is ervan overtuigd dat actief en samenwerkend leren in een digitale omgeving mogelijk is. “We hebben een breed scala aan opdrachten ontwikkeld om te zorgen dat er interactie ontstaat. Er zijn kleine discussieopdrachten waarbij studenten in een facebookachtige omgeving reageren op vragen als: hoe zou je onderzoeken of het gebruik van mobiele telefoons de kans op hersentumoren verhoogt? Daarnaast zijn er groepsopdrachten waaraan online studenten een paar weken samen werken.”

juli/augustus 2015 | transfer

yvonne van de meent


Foto: Amaury Miller/HH

21

Delft Extension School De TU Delft startte twee jaar geleden al met een

die Delft al heeft ontwikkeld, maar ook voor een

online master watermanagement gericht op

betaalde cursus op bachelor- of masterniveau.

internationale studenten die studie en werk wil-

Bijvoorbeeld een mastercursus drinkwaterzuivering

len combineren. De master wordt nog steeds aan-

van tien weken à 1.000 euro of de introductiecur-

geboden, maar telt maar een handvol studenten.

sus ruimtevaarttechnologie op bachelorniveau die

Nieuwe online masters worden niet meer ontwik-

zeven weken duurt en 600 euro kost.

keld. “Waar we al snel tegenop liepen is dat het

De cursussen worden afgesloten met een ­online

erg moeilijk is om zo’n programma te voltooien

proctored examen. Studenten die wel een

als je in je eentje moet studeren”, vertelt directeur

degree willen halen, kunnen cursussen bundelen.

onderwijs Timo Kos. “Internationale studenten die

“Een bundel van 30 studiepunten noemen we een

een volledig master willen volgen, komen daarom

diploma study en 60 studiepunten leveren een

liever naar de campus. Ook voor de buitenland­

master­titel op” , aldus Kos.

ervaring en de contacten die je er opdoet.”

De extension school gaat daarnaast online

Maar dat betekent niet dat Delft stopt met

bijscholings­cursussen voor professionals aanbieden.

het verzorgen van betaald online onderwijs.

“Dit jaar hebben we al een cursus cybersecurity aan-

Er is een snel groeiende groep internationale

geboden die is gevolgd door 330 specialisten op dit

studenten die losse online cursussen wil volgen.

vakgebied, voornamelijk uit Amerika. Daar zijn ze al

“Die hebben vaak al een master, maar zijn op zoek

gewend aan online leren”, vertelt Kos. “Dit aanbod

naar verbreding of verdieping van hun expertise”,

gaan we verder uitbouwen.”

aldus Kos.

Delft belooft z’n online studenten een stimu-

Die doelgroep kan nu terecht bij de Delft Extension

lerende leeromgeving waarin ze samenwerken

School waar de universiteit al z’n online onder-

aan groepsopdrachten, simulaties uitvoeren en

wijs heeft ondergebracht. Via de speciale website

online experimenteren. In 2020 wil de universiteit

online-learning.tudelft.nl kunnen studenten inte-

5.000 online studenten hebben die een betaalde

kenen voor één van de achttien gratis MOOC’s

cursus volgen. (YvdM)

juli/augustus 2015 | transfer


22

achtergrond

nederlandse studenten onderzoeken indiase schoolmaaltijden

Hoe gezond is een maaltijd van 7 cent? Twee studentes van Van Hall Hogeschool in Leeuwarden deden drie maanden lang onderzoek in India. Onderwerp van hun studie: de kwaliteit van de schoolmaaltijden die 120 miljoen Indiase kinderen dagelijks krijgen. Het resultaat van het onderzoek presenteerden ze onlangs, in India, aan staatssecretaris Dijksma.

beeld Foto’s India: eigen

“Eh, ja. We hebben hier wel wat aan vrijheid ingeleverd”, zegt Welmoed Deinum. Femke Westerbos: “Het is fijn dat we het samen goed kunnen vinden. Want we verstaan de andere meisjes hier niet echt.” Maar het resultaat van hun ontberingen mag er zijn. Na drie maanden onderzoek in India presenteren de studenten hun resultaten op een conferentie aan onder anderen staatssecretaris Sharon Dijksma, die dan op handelsmissie in India is – premier Mark Rutte speecht een deur verderop. De twee Friezinnen, studenten Health and Food en Voedingsmiddelentechnologie aan hogeschool Van Hall Larenstein (VHL) in Leeuwarden, hebben er net drie maanden onderzoek in Baramati op zitten, zo’n acht uur rijden ten oosten van Mumbay. Ze woonden er in een streng bewaakt meisjeshostel. ’s Avonds om acht uur ging het hek op slot. Als ze naar buiten wilden, moesten ze toestemming vragen aan de directeur. Ze lieten het er maar bij. Hun Indiase maanden stonden volledig in het teken van het onderzoek, blikken ze terug. En veel was er in de wijde omtrek van Baramati toch niet te beleven. Er heerste vooral armoede. “Ze zeggen dat Baramati een stad is met een half miljoen inwoners”, vertelt Femke. “Maar een stad kun je het niet noemen. Overal staan golfplaten huisjes en overal ligt vuilnis, waar dieren tussen scharrelen.” Welmoed: “Ze hadden nog nooit een blanke gezien, toen wij hier aankwamen. Alsof we filmsterren waren, we bleven maar handtekeningen uitdelen.” juli/augustus 2015 | transfer


Ondervoeding en voedselvergiftiging

durven ze wel te concluderen. Ze bevatten in ieder De kwaliteit van schoolmaaltijden, daar ging hun geval te weinig eiwit. Maar hoe maak je een gezondere onderzoek over. Met haar Midday Meal Scheme stelt maaltijd, voor zeven cent per student per dag? Want de Indiase regering dagelijks gratis schoolmaalmeer dan dat is er niet beschikbaar. Welmoed: “Je tijden ter beschikking aan zo’n 120 zou ze graag boerenkool met worst miljoen kinderen, in de hoop ze zo voorschotelen, bij wijze van spreken. “Je zou ze graag naar school te krijgen én ze daar te Maar dat zit er gewoon niet in.” boerenkool houden. Het programma loopt al Rik Eweg, lector ‘agribusiness’ bij met worst voorschotelen. sinds 2004, maar uitontwikkeld VHL en een van de trekkers van Maar dat zit er niet in.” is het nog allerminst. Regelmatig het Indiaas-Nederlandse samen­ schrijven Indiase kranten over werkingsverband, begrijpt de frustraties van ‘zijn’ studenten, en ziet ondervoeding en voedsel­vergiftiging de tekortkomingen van het onderzoek. Maar hij relaals gevolg van het staatsprogramma. tiveert die ook, na afloop van de conferentie. “Femke Aan Welmoed en Femke de taak om de maaltijden op en Welmoed hebben eruit gehaald wat erin zit. Hun een aantal scholen in Baramati onder de loep te nemen. resultaten mogen er absoluut wezen.” Niet voor niets Hoe gevarieerd zijn ze? En hoe hygiënisch worden ze trok de staatssecretaris een halfuur uit om zich over bereid? Het onderzoeksproject viel binnen een bredere de onderzoeksresultaten te laten bijpraten, meent samenwerking tussen VHL en een lokale landbouwhogeschool. Maar ook een internationaal verpakkingshij. En niet voor niets had zij veel lof voor de rol die bedrijf en een consultancyfirma zijn betrokken. Via Nederlandse expertise kan spelen in de Indiase landbouw. het Midday Meal Scheme hopen zij in India zaken te kunnen doen. Bitterballetje De armste scholen in de stad hebben de studentes niet Ook aan het Midday Meal Scheme hoopt Eweg in de te zien gekregen. “Ze laten zich in India graag van hun toekomst meer bij te dragen. Als het aan hem ligt, gaan beste kant zien”, zegt Femke. “Een school­directeur binnenkort méér van zijn studenten naar Baramati, om wilde ons vooral zijn huis en landerijen laten zien. Hij voort te bouwen op het werk van deze pioniers. De onthaalde ons als de koningin, met bloemen en al. We regio mag arm zijn, maar in India liggen volop interesmoesten eindeloos op de foto.” Welmoed: “Informatie sante mogelijkheden. Niet alleen voor het onderwijs, over de schoolvoeding kregen we niet gemakkelijk los. ook voor het bedrijfsleven. Dat niemand minder dan Een vraag stellen als je iets wilde weten, was not done. premier Rutte aanwezig was bij de ondertekening van Alles moest héél indirect en voorzichtig.” de nieuwe samenwerkingsovereenkomst van VHL met Te weinig eiwit een lokale hogeschool, illustreert dat voldoende, meent Juist door die indirecte manier van werken was het Eweg. niet gemakkelijk deugdelijk onderzoek op poten te Direct na hun presentatie maken Femke en Welmoed krijgen, oordelen ze. De eetgewoonten van school­ nog een rondreis door het noorden van India, om kinderen in kaart brengen is al niet eenvoudig. het gigantische land waar ze hun onderzoek hebben Zeker niet als zíj geen Engels spreken en jij de lokale gedaan, nog wat beter te leren kennen. Ze verheugen eet­c ultuur amper kent. En als je niet zélf in een labozich erop. Maar ze zullen ook blij zijn als ze weer thuis ratorium het voedsel op eventuele bacteriën kunt zijn, geven ze toe. “De vrijheid om overal naartoe te onderzoeken, maar alles moet overlaten aan lokale kunnen”, zegt Femke. Welmoed: “En een bitter­balletje, studenten, dan kom je minder vlot vooruit dan je daar kijk ik ook naar uit. Haha, bitterballen! Daar zou wensen. “De Hollandse efficiëntie is hier nog hebben we elkaar de afgelopen maanden voortdurend niet helemaal doorgedrongen”, grapt Femke. “Je leert gek mee gemaakt.” hier vanzelf geduldig te zijn.” Dat de maaltijden op ralph aarnout de plaatselijke scholen niet overdreven gezond zijn, juli/augustus 2015 | transfer

Foto: Arie Kievit/HH

23


24

achtergrond

erasmus universiteit slaat bruggen in saoedi-arabië

‘Onderwijs als sleutel voor emancipatie’ Niet elk land ligt voor de hand om mee samen te werken. Neem Saoedi-Arabië met zijn strenge godsdienstige regels. Toch zette de Erasmus Universiteit Rotterdam daar een bachelor klinische psychologie op, aan de Princess Nora University, die exclusief voor vrouwen is. De impact is groot. “Onderwijs is de sleutel voor vernieuwing en emancipatie.”

juli/augustus 2015 | transfer


“Het is een drukke week. We moeten colleges inhalen universiteit, waren die niet langer welkom. Vanuit de die niet doorgingen, eerst door de regen, een paar Erasmus Universiteit werken nu tien docentes aan de dagen later door een zandstorm. De universiteit Princess Nora University. ligt buiten Riyad. Als het weer slecht is, kunnen de De Erasmus Universiteit rolde er bij toeval in. “Een meiden niet komen.” De telefoonverbinding met oud-promovendus, een Soedanees, vond werk in Saoedi-Arabië is glashelder. Het is daar aan het begin Saoedi-Arabië”, vertelt Schmidt. “Hij kwam in contact van de avond. Docente Tamara van Driel vertelt over met de universiteit. Die wilde graag een vierjarige de colleges die ze net achter de rug heeft. Daarin ging bachelor klinische psychologie opzetten. Ze boden het over angststoornissen en dwanggedachten. Van goede faciliteiten. Toen is het snel gegaan.” Driel is één van de docentes van het team van de Depressies Erasmus Universiteit Rotterdam dat de bachelor klinische psychologie verzorgt aan de Princess Nora Bint De bachelorstudie is een praktijkgerichte opleiding. Abdulrahman University, de grootste vrouwenuniverDe eerste drie jaar krijgen de studenten practica en siteit ter wereld. cursussen over psychologie, neurowetenschappen ‘Women area’ geven de bordjes bij en psychopathologie. Het vierde het immense complex aan. Er staan jaar is voor de stage. Het onderwijs “Deze bachelor biedt grootse paleizen waar faculteiten zijn is probleemgestuurd; studenten vrouwen kansen. Dat is gevestigd en enkele moskeeën. Zo’n worden getraind in het oplossen een belangrijke drijfveer vijftigduizend vrouwen studeren van problemen die ze in een praktijk voor ons om hier te zijn.” er. In de ochtend staat er een file kunnen tegenkomen. “In Saoedivan auto’s waarmee chauffeurs de Arabië is geen aandacht voor psychologie bij de gezondheidszorg, terwijl vrouwen naar college brengen; zelf daar wel grote behoefte aan is”, zegt rijden mogen ze niet. In zwarte Schmidt. “Mensen kampen met depressies. Het aantal abaja’s stappen ze uit, alleen hun ogen zijn zichtbaar. Wat in de collegezalen gebeurt, kunnen alleen zelfdodingen onder vrouwen ligt relatief hoog.” vrouwen uit de eerste hand vertellen. Dat heeft volgens Schmidt te maken met de beperkingen die vrouwen krijgen opgelegd. “Binnenshuis Hippe topjes kan veel, daarbuiten niet. Bij een psycholoog kunnen “In de collegezalen hoeft niet alles meer in het zwart”, ze bespreken hoe ze daarmee kunnen omgaan. vertelt Van Driel. “Dan sta ik voor een groep gekleed Daarnaast biedt onderwijs – en dus ook deze bachelor – in hippe topjes op de verplichte zwarte rok. Dit zijn vrouwen kansen en ontplooiingsmogelijkheden. Dat is moderne, vlotte meiden die goed weten wat er in de ook een belangrijke drijfveer voor ons om hier te zijn.” wereld gebeurt. Ze zijn veel met hun uiterlijk bezig, De studentes lopen stage in ziekenhuizen. Bij de je ziet leuke kapsels, veel make-up, dure accessoires, universiteit staat een groot ziekenhuis voor vrouwen tassen en zonnebrillen.” Van de week deden haar studenten een rollenspel, als onderdeel van het vak communicatie. Eén speelt de psycholoog, de ander de cliënt. Ze spelen en bekritiseren elkaar. “Ze vinden het spannend. Deze manier van lesgeven zijn ze niet gewend. Ze groeien in hun rollen.” Oud-rector van de Erasmus Universiteit Henk Schmidt was drie jaar geleden betrokken bij de oprichting van de bachelor op de Saoedische universiteit. In de begintijd gaf hij er zelf college. Dat mocht toen nog, vertelt hij in zijn werkkamer in Rotterdam. “Maar het moest vanuit een andere zaal, via een video­verbinding. Ik loop tijdens college graag rond, maar ik moest voor de camera blijven. De studentes mocht ik niet zien. Ik praatte tegen een zwart scherm.” Toen in de media een keer ophef ontstond over mannelijke docenten op de Foto: Sara Veerman

Foto: Hassan Ammar/Getty Images

25

juli/augustus 2015 | transfer


26

en kinderen; daar kunnen ze in normale kleding hun werk doen, zonder in zwart gehuld te hoeven zijn. Volgend jaar studeert de eerste lichting af. “We denken dat ze grote kans hebben op een baan in een ziekenhuis. Een deel van hen zal daar terecht kunnen”, zegt Schmidt. “Sommigen zullen na hun studie weer naar huis gaan. Dit is een traditionele samenleving waar nog lang niet alle vrouwen de mogelijkheid krijgen om te werken. Maar ze hebben wel mooi die opleiding gedaan. Daarmee is al een verandering ingezet.”

doceerde. “Riyad is een internationale stad, je hebt hier gauw contacten.” Maar ook voor buitenlandse vrouwen zijn er beperkingen. “Ook wij mogen niet autorijden. Je bent afhankelijk van een chauffeur.” De Erasmus Universiteit is blij met de samenwerking; die is goed voor de internationale contacten. En alleen al het feit dat een Arabisch land als Saoedi-Arabië een opleiding klinische psychologie heeft gekregen, is een succes. Maar is de werkwijze ook toepasbaar in andere landen? Henk Schmidt: “Lang niet overal werkt het. We hebben het in Indonesië geprobeerd. Daar kwam het niet van de grond. Alles valt of staat met de mensen die er zitten. In SaoediArabië hadden we alles mee: er waren visionaire bestuurders die hun schouders eronder zetten. En onderwijs in Saoedi-Arabië is gratis, de overheid betaalt, dat maakt het wel gemakkelijker.”

Losbreken Een deel van de studentes wil naar het buitenland, bijvoorbeeld Nederland, om een master te doen. “Ze willen losbreken, als het kan naar Europa”, zegt Van Driel. “Ook hun ouders staan daar vaak achter”, vult Hofman aan. “Dat zou je misschien niet verwachten in Saoedi-Arabië: ouders die willen dat hun dochter onafhankelijk wordt.” Sommigen willen uiteindelijk lesgeven op de universiteit. “Die willen ons opvolgen. Dat is in de toekomst best een mogelijkheid.” Wonen en werken in Riyad, de docenten van de Erasmus Universiteit zijn er tevreden over. Ze hebben gemotiveerde studenten, de werkomstandigheden zijn prima, ze krijgen een goed salaris. “Het is voor ons vooral bijzonder dat je de belevings­wereld van die vrouwen meemaakt”, vindt Tamara van Driel, die met haar Syrische man en jonge kinderen in Riyad woont. Ze heeft inmiddels ook Saoedische vrienden die op de campus wonen. “Ik voelde me snel thuis in Saoedi-Arabië”, reageert ook Saskia Hofman die enkele jaren aan de universiteit

juli/augustus 2015 | transfer

Foto: eigen beeld

Het Nederlandse team in Saoedi-Arabië

Stille revolutie Schmidt is sceptisch over topuniversiteiten die elders in de wereld even een vestiging beginnen, zoals Harvard in Dubai. “Ik zie dat hoogleraren het korte tijd interessant vinden. Daarna nemen jonge krachten het over en zakt het in. Tenzij er goede docenten met visie ter plekke zijn. In Saoedi-Arabië heb je die; dan gaat het lopen.” Saskia Hofman is inmiddels terug in Nederland. Ze doet nu in Rotterdam promotieonderzoek naar de onderwijssamenwerking met Saoedi-Arabië. In hoeverre werken de Nederlandse onderwijs­methoden, zoals probleemgestuurd onderwijs, in de Arabische cultuur? Het onderzoek loopt nog, maar de eerste indruk is dat het werkt. “Het is anders dan de colleges die ze gewend zijn, in het begin is er veel begeleiding nodig.” Hofman herinnert zich haar laatste dagen in SaoediArabië nog goed. “Dan merk je hoe dankbaar de studentes zijn. Ze zien je als een rolmodel, ze hebben ideeën gekregen hoe ze nieuwe stappen kunnen zetten.” Schmidt benadrukt het streven naar vernieuwing en emancipatie als drijfveer bij het opzetten van de opleiding. “Onderwijs is een belangrijke veranderingskracht in elke samenleving.” In Riyad zelf merkt Van Driel dat er veranderingen gaande zijn. “Het gaat niet snel, maar je voelt het. Er is een stille revolutie aan de gang. Dit is een nieuwe generatie die het anders wil. Onze rol is onderwijs geven. Het mooie is dat we hen zo kunnen helpen om verder te komen.”

ralph rozema


27

wisselcolumn Hoofdredacteuren van universiteits- en hogeschoolbladen schrijven op uitnodiging van Transfer een column.

Nederlanders doen nooit de gordijnen dicht, laten rauwe haring naar binnen glijden, gaan met de fiets naar het werk, smeren rare spullen op hun brood, sturen geboortekaartjes en van hun feestjes kom je hongerig thuis. Internationale studenten valt soms de mond open over die rare gewoontes van ons Hollanders. Maar verwondering is een wederzijds gebeuren; in Duitsland dragen alle fietsers helmen, in Suriname kun je rustig tijdens het werk een power nap doen, in Australië barbecueën ze drie keer per week, vegetarisch is een vloek in ZuidAmerika, en Chinese kleuters hebben een gat in de broek zodat ze op straat alleen maar hoeven te bukken als ze moeten. Ruim twaalf jaar heb ik – naast mijn werk als hoofdredacteur – studenten geworven in het buitenland, voornamelijk het verre oosten. Lange vliegreizen, eindeloze interviews, ruzies met agenten, gesprekken met kandidaten en hun ouders, TOEFL en IELTS- testen, de uitslag (welkom of niet) en weer verder. Vermoeiend maar ook bijzonder leerzaam en een fantastische ervaring. Ook ik verbaasde me vaak over die rare gewoontes in sommige landen. Over de Russen in Volgograd die mij persona non grata verklaarden vanwege een paar foto’s

HAN GEURTS

Foto: Ralph Schmitz

Rare jongens, die ...

die ik publiceerde. Over de politie in Beijing die mannetjes met vlaggetjes op kruispunten zet om aan te geven dat de stoplichten op rood staan. En daar weer controleurs op zet omdat het voortrazende verkeer ook die mannetjes volkomen negeert. Over die moeder in Indonesië die het paspoort van haar hier studerende dochter innam omdat die weinig zin had om te trouwen met moeders kandidaat. Over de agente in Vietnam die wel heel persoonlijke middelen wilde inzetten om haar kandidaten naar Nederland te krijgen. Over de chauffeurs in India die in het donker als gekken op de verkeerde weghelft blijven rijden. Ik blijf me verbazen. Net zoals al die buitenlandse studenten doen als ze in ons kikkerlandje komen studeren. En ze komen in groten

getale. Alleen op de HAN stromen er jaarlijks al meer dan tweeduizend in. Veel uit buurland Duitsland natuurlijk, maar ook uit andere landen en continenten. Zo’n tachtig verschillende nationaliteiten lopen hier rond, met onverwachte landen als Kyrgizië, Venezuela, Burundi en Nepal. Studenten schrijven zich in, betalen de fees, regelen een visum, kopen tickets en reizen deze kant op. Laten vrienden, families, land, klimaat en cultuur achter zich om te vertrekken naar een stad waar de meesten nog nooit van gehoord hadden. En verbazen zich hier over die rare Hollanders. En andersom. Maar wat is het toch heerlijk als je over elkaars cultuur kunt glimlachen. Als je denkt; wat doen die nou? Geen betere verbroedering dan de lach. Of de buitenlandse keuken. Gezamenlijk eten schept een band en zeker met de gezichten die af en toe getrokken worden bij de eerste hap. Gewoon proeven dus, die gebakken cactus, die canh chua, die Mongoolse tsuivan of desnoods die gesmoorde vleermuis. En Schotse Haggis? Ho, wacht even, Schotse Haggis? Er zijn grenzen. Han Geurts is hoofdredacteur van Sensor, het onafhankelijke magazine van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen.

juli/augustus 2015 | transfer


28

achtergrond

met een handicap naar het buitenland is hard werken

Illustratie: Marco Jeurissen

Doorzetten en blijven vechten

Wie een handicap heeft en in het buitenland wil studeren, moet heel wat extra hordes nemen. Alleen echte doorzetters durven het aan. Twee ervaringsdeskundigen vertellen over regelwerk, belemmeringen en vooroordelen.

Deze zomer gaat hij drie maanden stage lopen in Düsseldorf. Maar hij is al ruim acht maanden druk met de voorbereidingen. Natuurlijk, er is altijd een hoop te regelen voor wie een tijdje in het buitenland wil studeren. Maar wie een handicap heeft, zoals Jonathan Terlouw, heeft er helemaal veel werk aan. Aangepaste woonruimte, een parkeerplaats, wekelijkse fysiotherapie, verzekeringen en vergoedingen van bijzondere medische onkosten: er valt vooraf héél veel uitzoekwerk te doen.

juli/augustus 2015 | transfer

“Je moet er vroeg bij zijn, als je een handicap hebt en naar het buitenland wilt voor je studie”, zegt Jonathan. Maar hij lacht erbij. “Ach, je bent niet anders gewend. Je bent altijd een uitzonderingsgeval als je in een rolstoel zit, je moet altijd zelf de regie nemen en extra stappen zetten. Anders kom je nooit ergens.” De dag van zijn vertrek komt al dichtbij, maar helemaal klaar is hij nog niet met zijn voorbereidingen. “Ik zoek nog naar beurzen om bijkomende kosten te dekken”, zegt hij fanatiek. “Ik wil echt


29

zeker weten dat ik alle bronnen heb aangeboord die er zijn.”

van Slooten. Volgens haar onderkennen steeds meer instellingen dat de standaardstudent niet bestaat en dat diversiteit de norm is. “Laat het duidelijk zijn: Altijd maatwerk nodig het is geen schande als decanen, stagecoördinatoren In welk land moet je vooral wél gaan studeren als je en docenten niet weten hoe ze een student met een een handicap hebt? En welke kun je beter overslaan? beperking moeten begeleiden”, zegt ze. “Men zoekt Tot vorig jaar konden studenten met een handicap de misschien te snel houvast in regels en procedures, speciale Higher Education Accesibility Guide (HEAG) terwijl dat maar de helft van het verhaal is. Juist de raadplegen, die een overzicht bood van alle regelingen student in kwestie kan vaak het best vertellen wat hij en voorzieningen voor gehandicapten aan Europese nodig heeft om een studie of stage te kunnen doen.” Rosanne is de eerste Nederlandse hogeronderwijsinstellingen. student in jaren die een aanvulMaar afgelopen jaar werd “Je moet altijd zelf de lende Erasmus(+)-beurs de financiering voor de gids regie nemen, anders kom je krijgt voor studenten met geschrapt en kwam er een einde nooit ergens” een handicap. Ze begrijpt wel aan een nobel Europees project. dat de regeling weinig wordt Irma van Slooten van De Coach aangesproken. De informatie­ (F)irma begeleidt gehandicapten voorziening is wel op orde, bij hun studie. Als geen ander meent ze. “Maar voor studenten met een beperking is kent zij de hordes die deze studenten moeten nemen een studie op zichzelf meestal al een enorme uitdaging. als ze naar het buitenland willen. Het verdwijnen van Ook nog naar het buitenland gaan, is dan misschien de HEAG vindt ze spijtig, maar geen groot drama. “De een brug te ver.” groep studenten met een functiebeperking is ongelofelijk divers. Van dyslexie tot blindheid en van pleinvrees tot gebondenheid aan een rolstoel – studenten Eigen eilandje Jonathan Terlouw is het met haar eens. Je moet een kunnen door hun beperking zoveel verschillende ongelooflijke doorzetter zijn als je het voor elkaar belemmeringen ervaren bij hun studie. Eén gids kan wilt krijgen, zegt hij. Maar daarmee is de kous wat onmogelijk antwoord bieden op alle vragen die ze hem betreft niet af. Hij moet nog té vaak mensen hebben. Voor deze groep is altijd maatwerk nodig.” overtuigen dat hij ondanks zijn beperkingen prima Rosanne studeert neurowetenschappen in Utrecht een wetenschappelijke opleiding kan doen. “Tegen en zit voor een onderzoeksstage een halfjaar in zulke vooroordelen moeten we echt blijven vechten.” Edinburgh, waar ze in een laboratorium celonderzoek doet. In het dagelijks leven is ze op een rolstoel Ook de financiële ondersteuning mag wat hem aan­gewezen. Net als Jonathan moest ze heel wat betreft wel wat ruimhartiger. “Tuurlijk, gehandiregelen voor ze vertrok. “Edinburgh is een prachtige capten moeten assertief zijn en zelf zorgen dat ze oude stad”, vertelt ze vrolijk via Skype, vanuit haar serieus worden genomen. Maar als je ze wil stimutijdelijke onderkomen. “Het is fantastisch om hier leren om alles uit zichzelf te halen, dan mag daar een tijdje te wonen. Maar geschikte woonruimte financieel wel wat tegenover staan, vind ik.” Irma van Slooten ziet dat er goede stappen worden mét parkeerplaats vinden was hier, euh, niet bepaald gezet om studenten met een handicap (door) te gemakkelijk.” laten studeren. “De NVAO schenkt aandacht aan het Openheid onderwerp in haar accreditaties en in het Erasmus+Het grootste dilemma uit haar voorbereidingstijd: programma wordt ‘inclusiviteit’ van het hoger onderwijs nadrukkelijk genoemd. In het Leven Lang Lerenwanneer moest ze haar stagegever vertellen dat ze programma zat dat nog niet.” Maar ook Van Slooten zich in een rolstoel verplaatst? Rosanne: “Dat vond ik heeft nog wel een aanbeveling. “Decanen, international moeilijk. Ik had eerder in Nederland ook een labstage offices, stagecoördinatoren en noem maar op – ze gedaan, ik wist dat het moest kunnen. Maar toch. Een hebben allemaal met het onderwerp te maken, maar stagegever moet er wel in mee willen gaan.” Ze lacht. allemaal op hun eigen eilandje. Het zou grote winst zijn “Gelukkig reageerden ze hier heel positief. Ze dachten als ze hun kennis en ervaring met elkaar zouden delen.” absoluut niet in beperkingen of onmogelijkheden.” Die openheid, de bereidheid om iedereen die anders ralph aarnout is te verwelkomen, daarop komt het aan, vindt Irma

juli/augustus 2015 | transfer


30

aanpakken Wat komt er kijken bij internationalisering in het hoger onderwijs? Betrokkenen vertellen over hun werk.

‘Mijn advies: blijf trouw aan wat bij jou past’

Foto: Michel de Groot

Bijna als geen ander weet Nannette Ripmeester welke wensen buitenlandse studenten hebben en wat zij waarderen. Maar de directeur van Expertise in Labour Mobility (ELM) houdt zich met meer bezig dan alleen de International Student Barometer. Sinds de resultaten van de jaarlijkse peiling onder buitenlandse studenten bekend zijn, hebben Ripmeester en haar collega’s van ELM in verschillende landen feedback-presentaties gegeven. Ze adviseren medewerkers van onderwijsinstellingen dan bijvoorbeeld om anders te reageren op een verzoek van een student. “In Nederland zeggen we vaak: ‘Nee, dat kan niet.’ Dat is heel eerlijk, maar in veel landen geen gebruikelijke reactie”, weet Ripmeester. “Je kunt ook eerst zeggen: ‘Goh, wat vervelend dat je dit probleem hebt.’ Dan voelt de student zich serieus genomen.” Naast het uitvoeren van de studenten­ barometer en andere onderzoeken voor I-graduate in continentaal Europa, verleent het bedrijf van Ripmeester allerlei diensten die te maken hebben met de aansluiting tussen onderwijs en de internationale arbeidsmarkt. Zo

juli/augustus 2015 | transfer

verzorgt het workshops voor buitenlandse studenten en promovendi die werk zoeken. Zelf leidt de directeur ongeveer vier keer per jaar zo’n workshop. “Ik help ze ontdekken wat ze willen doen en waar”, zegt ze.

Praktische informatie Ripmeester kreeg na haar afstuderen een baan in Brussel dankzij haar scriptie over de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Een medewerker van de Europese Commissie kreeg die toevallig onder ogen. Ripmeester kon meteen terecht bij EURES, de dienst ter bevordering van de beroepsmobiliteit die hij aan het opzetten was. “Ik had veel geluk”, beseft ze, “maar ik heb er ook hard voor gewerkt én genetwerkt.” Voor EURES verzamelde Ripmeester praktische informatie voor expats. Ze bedacht dat die zouden willen

weten hoe je in een ander land solliciteert. “Toen ik dat opperde, werd er schamper gelachen. Een Fransman zei: ‘Het moet gewoon altijd een handgeschreven brief zijn.’ ‘Nee hoor’, reageerde een Brit, ‘referenties zijn van belang’.” Vervolgens begon iedereen door elkaar te praten en wist Ripmeester dat ze goed zat. Na het oprichten van ELM ging ze verder met dit idee. Het leidde tot de boekenreeks ‘Looking for work in …’, met inmiddels 34 delen, en de workshops. Binnenkort verschijnt de app careerprofessor.works, die onderwijsinstellingen ter beschikking kunnen stellen aan hun studenten of alumni. Zij krijgen tips over de arbeidsmarkt, in ruil voor het beantwoorden van vragen. Het belangrijkste advies van Ripmeester aan werkzoekenden? “Blijf trouw aan wat bij jou past. Anders eindig je misschien met een baan in een land waar je niet op je plaats bent.”

annelieke zandvliet


31

sorry? pardon! Studenten vertellen over leerzame uitglijders en misverstanden in het buitenland.

tip:

‘Probeer het patroon achter misverstanden te doorzien’

wie: Mitchell Windsma (23)

studie: Geneeskunde, Rijksuniversiteit Groningen buitenlandervaring: onderzoeks­ project, Ethiopië

‘Onze goede band was volledig aan gort’

Foto: iStock

Elke gelegenheid die hij krijgt om naar Afrika te gaan, grijpt hij aan. Mitchell Windsma wil tropenarts worden. “In Afrika kun je van elke dag een verhaal maken.” ‘Faranji!’ kreeg hij naar zijn hoofd. ‘Hé buitenlander!’ ‘China!’ werd er naar hem geroepen. In Ethiopië lopen zóveel Chinezen rond, dat ‘Chinees’ en ‘buitenlander’ er synoniemen zijn. Continu werd hij aangeklampt. Persoonlijke ruimte? Rust aan je hoofd? In Ethiopië heb je het nergens, is Mitchell Windsma’s ervaring. “In Nederland zitten we met een koptelefoon op achter een laptop in de trein. In Ethiopië zie je het andere uiterste.” Voor een stage zat hij een tijd in ZuidAfrika, voor een co-schap een tijd in Malawi en voor een onderzoeksproject koos hij Ethiopië uit. Hij bracht in kaart op welk peil de zorg voor zwangere vrouwen staat; op de motor trok hij het land door.

Afrika trekt aan hem. Straks, als hij klaar is met zijn studie, wil hij er aan de slag als tropenarts. “In Nederland lijkt de maandag op de dinsdag en de dinsdag op de woensdag. In Afrika kun je van elke dag een verhaal maken. Het ene moment roep je: ‘Ik ga naar huis!’ En even later denk je: ‘Ik ga nooit meer naar huis.’ Dat maakt het zo fantastisch.” Een confrontatie met een Ethiopische student-assistent viel hem rauw op zijn dak. De jongen zou hem helpen zijn data te verwerken en zou per week betaald krijgen. Na een maand was het werk op en stopte hij de betaling. Pure misleiding vond de student; Michell had gezegd dat er misschien meer werk zou zijn. “We hadden

vooraf een keurig contractje opgesteld, maar dat was hem niks waard. De goede band die we hadden, was volledig aan gort.” Hij vatte het conflict persoonlijk op en was even flink uit zijn doen. Pas later realiseerde hij zich wat voor cultuurkloof eraan ten grondslag lag: de rijke westerling versus de arme Afrikaan en het onjuiste beeld dat de twee van elkaar hebben. “Het klinkt heel cynisch, maar dit soort conflicten moet je verwachten, als je naar Afrika gaat. Dat heb ik ervan geleerd: pas als je het patroon ziet, kun je ermee omgaan.”

ralph aarnout

juli/augustus 2015 | transfer



Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.