Transfer 2, jaargang 17

Page 1

­

t ransfer

vakblad over internationalisering in het hoger onderwijs

Studeren in

2

little Germany jaargang 17 | oktober 2009

yvonne van rooy luidt noodklok  |  succesvol beurzenprogramma ifp nadert

einde  |  eerste lector internationale ­samenwerking  |  helft studenten codarts is internationaal  |  twinning stimuleert capaciteitsopbouw in suriname


2 Transfer is een onafhankelijk vakblad voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs en onderzoek. Transfer is ook online: www.transfermagazine.nl. Transfer is een uitgave van de Nuffic, de Nederlandse organisatie voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs. Verschijnt negen keer per jaar. Redactie Els Heuts (hoofdredacteur), Annelieke Slappendel en Elleke Bal Aan dit nummer werkten mee Annemieke Bosman, Yvonne van de Meent, Martine Postma, Evert-jan Quak, Robert Visscher Beeld Philip Driessen, Ellen Kok/HH, Phil Nijhuis/ANP, Johannes Odé, Arenda Oomen, Gerhard van Roon/HH, Edward Troon/ANP, Pim Trooster, Jorg de Vette, Robert Vos/ ANP, Diederik van der Wees Redactieraad Riekele Bijleveld (ITC), David Bohmert (Nether), Patrick Cramers (Codarts), Madeleine Gardeur (Rijksuniversiteit Groningen), Frans Godfroy (Delta), Joep Huiskamp (Technische Universiteit Eindhoven) Redactieadres Nuffic, Postbus 29777, 2502 LT Den Haag, tel. 070 – 426 0126 / 426 0144 / 426 0122 fax 070 – 426 0399 e-mail: eheuts@nuffic.nl, aslappendel@nuffic.nl, ebal@nuffic.nl website: www.transfermagazine.nl Abonnementen Transfer is gratis verkrijgbaar. Geïnteresseerden kunnen zich voor een gratis abonnement aanmelden via www.ikabonneermij.nl/transfer, bellen naar DUO-tijdschriftenservice 030 – 263 1089 of een e-mail sturen naar info@ikabonneermij.nl. Abonnementenadministratie DUO-tijdschriftenservice Postbus 681 3500 AR Utrecht tel 030 – 263 1089 Advertenties Bureau van Vliet, tel 023 – 571 4745 Vormgeving en lay-out Sabrina Luthjens BNO en Brigitta Opstal (www.makingwaves.nl)

transfer

Juiste verhoudingen? Het kabinet houdt stug vol dat ons land tot de meest concurrerende economieën moet gaan behoren. Het neemt er genoegen mee om met de investeringen in onderwijs, innovatie en kennis op het OESO-gemiddelde te blijven zitten en dat rijmt niet met deze grootse ambitie. “Wil Nederland wel echt een kennissamenleving zijn?”, vraagt Yvonne van Rooy zich in dit nummer van Transfer af. De bestuursvoorzitter van de Universiteit Utrecht en oud-staatssecretaris van Economische Zaken maakt zich zorgen over de internationale positie van de Nederlandse universiteiten. Ze zal blij zijn als het haar instelling lukt om dit jaar weer in de top-50 van de Sjanghai Jiao Tongranglijst te komen. Niet omdat Utrecht het slechter is gaan doen, maar omdat de concurrentie beter is gaan presteren. Voor goed onderzoek is nu eenmaal meer geld nodig. Ze ziet met lede ogen aan hoe toptalent naar Duitsland verdwijnt, waar wel stevig geïnvesteerd wordt in de kennissector en ruime onderzoeksbeurzen beschikbaar zijn. Als het om een studie gaat, weten onze oosterburen op hun beurt Nederland goed te vinden. Vorig studiejaar studeerden hier bijna 20.000 Duitsers. Een vijfde van hen doet dat aan de Universiteit Maastricht, waardoor deze instelling zich de meest internationale universiteit van ons land mag noemen. Maar hoe internationaal ben je, als een derde van je studenten uit Duitsland komt? Van scheefgroei is volgens het bestuur van de UM geen sprake: “Er zijn niet te veel Duitse studenten, er zijn te weinig studenten uit andere landen.” Niet iedereen in Maastricht is die mening toegedaan, blijkt uit de reportage in deze Transfer. Het aantrekken van studenten van buiten de Europese Economische Ruimte (EER) wordt er in ieder geval niet gemakkelijker op. Minister Plasterk maakte op Prinsjesdag bekend dat het budget voor deze studenten, voor een deel ooit de kennisbeurzen genoemd, met veertig procent wordt verlaagd. Dat rijmt niet met de wens om internationaal een sterke positie te verwerven, luidt de kritiek. Gebrek aan ambities is er niet, de realisering ervan is een heel ander verhaal.

i n h o u d

8

24-42

‘Wil Nederland wel een kennissamenleving zijn?’ De internationale positie van de Nederlandse universiteiten is in gevaar, vindt Yvonne van Rooy. De collegevoorzitter van de Universiteit Utrecht overziet het slagveld: buitenlandse instellingen streven de Nederlandse in de ranglijsten voorbij, toptalent verdwijnt naar Duitsland en de regering laat na om in kennis te investeren.

11

Plasterk bezuinigt op niet-EER-studenten Het overheidsbudget voor studenten van buiten de Europese Economische Ruimte (EER) gaat omlaag, zo blijkt uit de onderwijsbegroting die op Prinsjesdag is gepresenteerd. Het bedrag, dat in de plaats is gekomen van bekostiging voor niet-EER-studenten, neemt in enkele jaren met bijna de helft af. De HBO-raad verwacht de klappen vooral in het sterk internationale kunstonderwijs.

12

22

Maastricht is little Germany van Nederland De Universiteit Maastricht noemt zichzelf ‘de meest internationale universiteit van Nederland’. Maar naast Nederlanders zijn er vooral studenten uit Duitsland. Het college van bestuur wil niets weten van scheefgroei. Maar de vraag dringt zich onvermijdelijk op: is dit nu internationalisering?

Doek valt voor beurzenprogramma IFP Na twaalf succesvolle jaren dreigt er een einde te komen aan het International Fellowships Program (IFP), het beurzenprogramma voor achtergestelde minderheden dat uitgaat van de Amerikaanse Ford Foundation. Betrokkenen in Nederland puzzelen op mogelijkheden om door te gaan. Maar de torenhoge kosten zijn een probleem.

Els Heuts eheuts@nuffic.nl

Druk Drukkerij Deltahage, Den Haag Overname artikelen Het overnemen en vermenigvuldigen van artikelen uit Transfer is slechts geoorloofd na schriftelijke toestemming van de hoofdredactie. Foto omslag Studenten op de trap van het bestuurs­ gebouw van de Universiteit Maastricht. Foto: Philip Driessen Transfer 3, jaargang 17, verschijnt op 12 november 2009

En verder 2 Colofon en redactioneel  4 Nieuwsberichten  16 Column Eun-mi Postma  17 Vliegende Hollander  18 Eerste lector internationale samenwerking  20 De expat  25 Codarts weer de meest internationale ho-instelling  27 Vliegende Hollander  28 Twinning faciliteert samenwerking met Suriname  31 Agenda


n i euwsb er ic hten

Studeren met waanzinnig

uitzicht

Verplicht voorschot is misverstand gestelde bewijsmethode”. Een student zou ook kunnen aantonen dat hij of zij een beurs ontvangt of een garantstelling heeft. De SP vindt dat het voor niet-EER-studenten lastig is om rond te komen, omdat zij maximaal tien uur per week of drie maanden in de zomer mogen werken. De onderwijsminister is het daar niet mee eens. Studenten moeten juist aantonen dat ze genoeg geld hebben, zodat ze zich hier volop op hun studie kunnen richten. Bij verruiming van de urennorm voor bijbaantjes verandert het verblijfsdoel feitelijk van studie in arbeid.  (AS)

Foto: Diederik van der Wees

Het is een misverstand dat buitenlandse studenten vooraf 10.000 euro moeten betalen om in Nederland te kunnen studeren. Minister Plasterk gaat de onderwijsinstellingen die dat bedrag vragen bij de aanvraag van een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) daarop wijzen, antwoordt hij op Kamervragen van CDA en SP. Studenten moeten bij de aanvraag van een mvv aantonen dat zij genoeg geld hebben om ten minste een jaar lang hun levensonderhoud en collegegeld te betalen. Veel instellingen verplichten hen daarom om in één keer 10.000 euro over te maken, voor visa- en administratiekosten en collegegelden. Maar volgens Plasterk is dat geen “van overheidswege verplicht

Met deze foto won Diederik van der Wees de jaarlijkse fotowedstrijd van het Bureau Internationale Studentenzaken van de Universiteit van Amsterdam. Studenten pologie en ging voor een uitwisseling een aantal maanden naar de University of Otago in Dunedin, Nieuw-Zeeland. “Na lang zoeken vond ik een kamer met dit waanzinnige uitzicht, met een heerlijk balkon om op te studeren.”

De algemene beschouwingen, met rechts de ministers Van der Hoeven en Plasterk.

Openingsredes veelal Bij de opening van het academisch jaar op vrijwel alle universiteiten kwam internationalisering minder nadrukkelijk aan de orde dan vorig jaar. Economie was een populair thema in deze crisistijd. Toch klonk de oproep om in het buitenland te gaan studeren op verschillende plekken. De Tilburgse rector Eijlander vroeg zich af of we kunnen volhouden dat internationalization at home goed genoeg is. Door te constateren dat de 10 procent van zijn afgestudeerden

4 | oktober 2009 | transfer

over crisis

die buitenlandervaring heeft, veel te weinig is, gaf hij daarop meteen zijn antwoord. Eijlander wil over vier jaar drie keer zo veel afgestudeerden met buitenlandervaring. Een ‘vrij’ semester in het derde bachelorjaar en intensievere voorlichting moeten daaraan bijdragen. Rector Kortmann zei voor zijn Radboud Universiteit te streven naar een buitenlands studieverblijf voor minstens 33 procent van de studenten. En om het merk ‘Delft’ sterk te houden, verwacht college-

voorzitter Van den Berg dat aan zijn TU afgestudeerde ingenieurs internationale ervaring hebben. ‘The World is Yours’ was het thema van de opening in Eindhoven. “Word een ondernemende student en go international”, zei TU/erector Van Duijn. “Door naar het buitenland te gaan, leer je dingen die je nooit voor mogelijk had gehouden.”  (AS) Zie www.transfermagazine.nl voor de

Foto: Phil Nijhuis/ANP

konden foto’s insturen van hun studieverblijf in het buitenland. Thema van de wedstrijd was ‘huisvesting/studentenkamer’. Van der Wees is student culturele antro-

‘Robuuste kenniseconomie’ blijft ambitie Het doel van Nederland is en blijft om tot de meest concurrerende economieën te behoren en niet tevreden te zijn met middelmaat. Dat schrijven de ministers Plasterk (OCW) en Van der Hoeven (EZ) in de brief Naar een robuuste kennis­economie die op Prinsjesdag verscheen. De ministers zetten uiteen waar Nederland staat ten opzichte van andere landen en hoe ze de ontwikkeling van onderwijs, innovatie en kennis – ondanks de crisis –

naar minstens het niveau van het OESO-gemiddelde willen brengen. Op het gebied van onderwijs en wetenschap doet Nederland het goed, schrijven ze. Maar alertheid is geboden om dat zo te houden en de prestaties op bepaalde punten te verbeteren. Zo willen de ministers meer studenten en excellentie, meer (top-)onderzoekers en onderzoeksscholen en betere beschikbaarheid van wetenschappelijke kennis. Tegelijkertijd moet er rijksbreed

worden bezuinigd. Bij de opening van het academisch jaar in Twente kondigde Plasterk al aan ons hogeronderwijsstelsel te laten vergelijken met buitenlandse stelsels. Dat zou kunnen leiden tot wijzigingen. Verder wordt onder meer onderzocht of er meer private financiering kan worden binnen­ gehaald. Voor het onderwijs is ver­hoging van het collegegeld, bijvoorbeeld via een sociaal leenstelsel, een optie.  (AS)

openings­redes.

transfer | oktober 2009 | 5


n i euwsb er ic hten

Koks gezocht voor stage in Sjanghai tot 1 juli aanmelden. Vooral de hostessfuncties bleken in trek, vertelt Sanne Boots van Skills Netherlands, dat de kandidaten selecteert. “Daar komen studenten van toeristische opleidingen op af, die verplicht stage moeten lopen in het buitenland.” Voor de uitverkorenen worden reis en verblijf geregeld, inclusief visum, verzekeringen, eten en drinken en een vrijetijds­ programma. De stagiairs ontvangen een vergoeding van 250 tot 300 euro per maand en krijgen

One-stop shops voor buitenlandse studenten

een Chinese student als buddy. Ze moeten wel bereid zijn zes dagen per week te werken en een eigen bijdrage te betalen van 750 tot 1.000 euro. Verder moeten ze aantoonbaar kunnen samenwerken en wordt hun Engels getest. “Ze zijn in Sjanghai het visitekaartje van Nederland”, verklaart Boots. Voor tien hbo-functies gaat Skills Netherlands zelf hogescholen benaderen.  (AS)

Australië moet informatiecentra voor internationale

studenten opzetten, ‘one-stop shops’ die toegang bieden

tot alle diensten die van belang zijn voor hun onderwijs en

welzijn. Dat is het belangrijkste advies dat onderwijsminister

Julia Gillard onlangs kreeg tijdens een rondetafelbijeenkomst met 31 buitenlandse studenten. De studenten vertelden

over hun ervaringen met informatie voorafgaand aan hun komst, visa, integratie, en de kwaliteit en kosten van het

onderwijs. Australië besteedt veel aandacht aan de situatie

van internationale studenten na toenemend raciaal geweld in Melbourne en Sydney. Internationaal onderwijs is heel belangrijk voor de Australische economie.  (AS)

Foto: Pim Trooster

Stagelopen op de World Expo in Sjanghai, wie wil dat niet? Er zijn dan ook ruimschoots genoeg kandidaten voor de functie van hostess. Maar toekomstige koks reageerden nauwelijks. Daarom kunnen zij zich nog inschrijven tot 16 oktober. In totaal zijn circa 180 stageplaatsen beschikbaar bij het Nederlandse paviljoen op de World Expo, van 1 mei tot eind oktober 2010. Die zijn bijna allemaal bedoeld voor mbostudenten. Zij konden zich

Buitenlands nieuws

Hans de Wit lector internationalisering Ontwerp van het Nederlandse paviljoen voor de World Expo.

Stenden stelt vestiging in Berlijn uit Stenden University Berlin gaat dit jaar nog niet van start. Reden is de economische crisis en de gevolgen daarvan voor de aanmeldingen, aldus de hogeschool, die zijn hoofdvestiging in Leeuwarden heeft. Bij de opening van het vorige studiejaar maakte Stenden met veel tamtam bekend in 2009 een universiteit te zullen openen in Berlijn. De nieuwe vestiging zou parttime masterprogramma’s gaan verzorgen voor internationale studenten. Zij zouden grotendeels via internet studeren en slechts twee keer per jaar een week in Berlijn doorbrengen. De werving was vooral gericht op de bank- en verzekeringssector, legt woordvoerder Peter Mulder uit. “We

6 | oktober 2009 | transfer

merkten dat het losbarsten van de economische crisis invloed had op het aantal aanmeldingen. De opleiding is zeker in trek, maar de huidige situatie maakt mensen huiverig. Dus is dit geen goed moment om iets nieuws te beginnen.” Volgens Mulder leidt het uitstel niet tot een financiële strop. Stenden had een optie op een gebouw in Berlijn, en heeft die laten verlopen. Uitstel zou geen afstel betekenen: “We gaan van jaar tot jaar bekijken wanneer we kunnen beginnen.” Dat geldt eveneens voor de vestiging in China, waar een aardbeving vorig jaar roet in het eten gooide.  (AS)

Hans de Wit is dit studiejaar begonnen als lector internationalisering aan de Hogeschool van Amsterdam (HvA). Hij gaat zich bezighouden met de eisen die de mondiale kenniseconomie stelt aan het economie- en managementonderwijs en de economische dimensie van het hoger onderwijs op het internationale vlak. De Wit promoveerde in 2001 aan de Universiteit van Amsterdam op de dissertatie Internationalization of Higher Education in the United States of America and Europe. Hij is editor van het wetenschappelijk tijdschrift Journal of Studies in International Education en tevens zelfstandig consultant. De nieuwe lector stond aan de wieg van de European Association for International Education en was eerder oprichter en dean van het Honours College Windesheim. Tegelijk met het aantreden van De Wit aan de HvA ging aan de Hanzehogeschool Groningen Maarten Regouin met pensioen. Hij was lector internationalisering en de internationale beroepspraktijk. De Hanzehogeschool bekijkt nog of er eventueel een nieuw lectoraat kan ontstaan dat zich op het thema richt. Tot die tijd is het lectoraat van De Wit het enige in Nederland met een focus op internationalisering van het hoger onderwijs. De Haagse Hogeschool heeft weliswaar het lectoraat van Nuffic-veteraan Jos Walenkamp, maar dat richt zich op internationale samenwerking.  (EB)

Britten worstelen met aanmeldingen

Op Britse universiteiten zijn dit semester alle aanmeldings-

records gebroken. UCAS, het Engelse inschrijvingensysteem,

meldde een stijging van 10 procent. Volgens de Britse universitaire denktank Million+ vielen 40.000 mensen die graag

hadden willen studeren buiten de boot, omdat de regering heeft verzuimd voldoende extra plaatsen te creëren.

Ironisch genoeg vrezen de universiteiten dat er in het

komende semester niet genoeg aanmeldingen zullen zijn,

schrijft The Guardian. Sinds de regering in april een nieuw

immigratiesysteem invoerde, zijn veel visa van internationale studenten geweigerd. Diana Warwick, president van belangenorganisatie Universities UK, zegt dat de nieuwe

procedures te lang duren en te streng zijn. Ze is bang dat de komst van internationale studenten naar Engeland wordt “vertraagd, of zelfs tegengehouden”.  (EB)

‘Doctorstitel te koop in Duitsland’

Duitsland vreest voor zijn imago door berichten dat doctorstitels er te koop zouden zijn. Aanleiding is een onderzoek

naar ongeveer honderd hoogleraren die promotieplekken beschikbaar stelden in ruil voor geld.

Het Institut für Wissenschaftsberatung zou 4.000 tot 20.000

euro hebben gevraagd voor bemiddeling bij het bemach-

tigen van een promotieplek. Volgens de openbaar aanklager worden vooral buitengewoon hoogleraren verdacht van het opstrijken van steekpenningen.

De manager van het instituut werd ruim een jaar geleden al veroordeeld, zo meldt de krant Neue Westfälische. De rechtbank achtte bemiddeling tussen 61 academici die

wilden promoveren en een hoogleraar van de universiteit van Hannover bewezen. Ook die laatste moest daarvoor

een gevangenisstraf uitzitten. Instellingen in onder meer Frankfurt, Leipzig, Hamburg en Berlijn worden nu ook genoemd als betrokkenen in de corruptiezaak.  (AS)

transfer | oktober 2009 | 7


i ntervi ew

Nederland houdt de bezuinigingen op onderwijs volgend jaar beperkt. Maar dat is volgens Yvonne van Rooy heel iets heel anders dan investeren in de kenniseconomie, zoals andere landen doen. De bestuursvoorzitter van de Universiteit Utrecht begint er langzamerhand aan te twijfelen of Nederland wel echt een kennissamenleving wil zijn.

y von n e

van

u n ivers iteit

ro oy

,

b estuu rsvo o rz it te r

utr ec ht

:

Foto: Gerhard van Roon/HH

‘Ons toptalent verdwijnt naar Duitsland’

Als staatssecretaris van Economische Zaken reisde die door de economische crisis werkloos dreigen te Yvonne van Rooy de wereld over om de Nederlandse worden, anderhalf jaar te detacheren bij universihandelsbelangen te verdedigen. Als collegevoorzitter teiten en onderzoeksinstituten. En de bezuinigingen van de Universiteit Utrecht (UU) zet ze zich onvervolgend jaar zijn volgens Van Rooy ‘behapbaar’. moeibaar in voor de internationale positie van de “Maar dat is natuurlijk iets anders dan investeren Nederlandse universiteiten. Want die is in gevaar, in de kennissector om er als kenniseconomie straks vindt ze. Het kabinet heeft weliswaar de ambitie om beter uit te komen, zoals de VS, de Scandinavische met de Nederlandse kenniseconomie tot de mondiale landen en Duitsland doen.” Angela Merkel geeft top te behoren, maar laat na om in kennis te inveseen geweldige impuls aan onderwijs en onderzoek, teren. weet Van Rooy. De effecten daarvan zijn in Utrecht De UU staat nu nog als enige Nederlandse universial merkbaar. “Wij hebben al jonge toppers richting teit in de top-50 van de Sjanghai Jiao Tong-ranglijst. Duitsland zien vertrekken omdat ze daar onder Daar moeten minimaal twee Nederlandse univerprachtige voorwaarden onderzoek kunnen doen. We siteiten bij komen, is het kabinetsstreven. Maar hebben eerst een braindrain naar Amerika gezien; nu Van Rooy zal al blij zijn als Utrecht in de nieuwe gaat ons toptalent ook al naar Duitsland.” Sjanghai-ranglijst die in november uitkomt, nog Die ontwikkeling roept bij Van Rooy de vraag op of steeds tot de vijftig best presterende onderzoeks­ Nederland eigenlijk wel echt een kennissamenleving universiteiten behoort. “I’ll keep my fingers crossed”, wil zijn. “Het is tekenend dat het kabinet tevreden zegt ze. is als we met onze investeringen in onderwijs Niet omdat de kwaliteit in Utrecht achteruit holt, en onderzoek op het OESO-gemiddelde zitten”, maar omdat de concurrentie het beter is gaan doen. vindt ze. “Terwijl we in 2007 zeiden dat we tot de “We zijn vorig jaar al voorbijgestreefd door de Europese top wilden horen. Dan spiegel je je aan universiteit van Kopenhagen. In Denemarken zijn de Scandinavische landen, Zwitserland, Duitsland. onderzoeksinstituten die lijken op Niet aan de Oost-Europese landen onze KNAW-instituten, onderen Mexico.” Denemarken, dat qua “Wat is er mis mee om gebracht bij de universiteiten. economische structuur vergelijkDaardoor kregen zij er in één keer baar is met Nederland, geeft 2,5 afgestudeerden die een een hele vracht publicaties bij en procent van het Bruto Nationaal dan stijg je op de ranglijsten.” Ook Product uit aan research and deveprachtig salaris krijgen, meer lopment. “Terwijl wij blijven Frankrijk voert volgens Van Rooy bewust beleid om hoger op intersteken op een schrale 1,7 procent. te laten terugbetalen?” nationale ranglijsten te komen. Blijkbaar beseft men in Nederland Nederland kan niet achterblijven. onvoldoende dat er gigantisch geïn“Je kunt die rankings natuurlijk vesteerd moet worden in kennis relativeren, maar ze blijven ongelooflijk belangrijk om onze toekomstige concurrentiepositie veilig te voor je internationale reputatie en daarmee voor je stellen”, concludeert Van Rooy. “Daardoor ontbreekt aantrekkingskracht op buitenlands toptalent.” het draagvlak voor investeringen in kennis.” Maar doen de universiteiten zelf genoeg om aansluiBehapbaar ting met de wereldtop te houden? Tijdens de opening De crisismaatregelen die het kabinet-Balkenende van het Utrechtse academisch jaar verweet KNAWneemt, ondersteunen deels de wetenschap. Dit jaar voorzitter Robbert Dijkgraaf de universiteiten gebrek is 180 miljoen euro uitgetrokken om onderzoekers aan ambitie. “Wij zijn wereldkampioen in gemid-

transfer | oktober 2009 | 9


actu e e l

deld zijn.” Hij pleitte voor krachten­bundeling in het onderzoek en zwaartepuntvorming. Een proces dat volgens Van Rooy al in gang is gezet bij het medisch onderzoek en natuur- en scheikunde. En bij wiskunde verzorgen de algemene universiteiten gezamenlijk één masteropleiding.

Op eigen maat bedienen Maar om internationaal mee te tellen, moet er ook meer differentiatie in het onderwijs komen, vindt Van Rooy. “Twee jaar geleden constateerde de OESO al dat het Nederlandse hoger onderwijs veel te veel een eenheidsworst is. Studenten kunnen naar de universiteit of hogeschool, maar daar volgt iedereen min of meer hetzelfde programma. Om een echte kenniseconomie te worden, moet je talent veel meer op eigen maat bedienen.” Ze is daarom blij met het onderzoek naar een nieuw hogeronderwijsstelsel dat minister Plasterk eind augustus aankondigde. “De minister wil meer mogelijkheden voor differentiatie en dat is prima. Ik vind alleen dat je buitengewoon voorzichtig moet zijn met stelselherzieningen en denk dat je ook al veel kunt bereiken als universiteiten zelf meer ruimte krijgen, bijvoorbeeld om te selecteren voor de poort.” Niet dat Utrecht bij alle opleidingen zou willen selecteren. Maar voor opleidingen met een speciaal programma waarvoor studenten in de rij staan, is het beter dan loten, betoogt Van Rooy. De experimenten die de UU de afgelopen jaren heeft uitgevoerd met selectie aan de poort, tonen dat aan. “Bij het University College, het Law College en ook bij Bestuurskunde hebben we laten zien dat je op die manier getalenteerde en gemotiveerde studenten een opleiding kunt bieden die aan hun aspiratie tegemoet komt. Zowel docenten als studenten geven aan dat selectie voor een enorme cultuurverbetering zorgt.

i nzetbar e

har de

Van het budget voor studenten van buiten de Europese Economische Ruimte (EER) blijft slechts 60 procent over. Dat blijkt uit de begroting die het ministerie van Onderwijs op Prinsjesdag heeft gepresenteerd. De HBO-raad maakt zich grote zorgen.

De bezuiniging bedraagt volgend jaar 4 miljoen euro en loopt op tot bijna 22 miljoen in 2015. Sinds de overheid de bekostiging voor studenten van buiten de EER (die bestaat uit EU-lidstaten en Noorwegen, IJsland en Liechtenstein) heeft afgeschaft, krijgen de instellingen ter compensatie een vaste vergoeding voor deze groep. Voor deze regeling, waarvan een gedeelte lange tijd als ‘kennisbeurzen’ bekend stond, wordt jaarlijks 50 miljoen euro uitgetrokken. Dat bedrag, onderdeel van de zogenaamde lumpsum, gaat vanaf volgend jaar omlaag. Het is niet de bedoeling dat universiteiten en hogescholen geen beurzen meer verstrekken aan studenten uit ontwikkelingslanden, benadrukt een OCW-woordvoerder. De minister wijst in de toelichting bij de begroting expliciet op de andere beurzen en het profileringsfonds, waarmee de studenten financieel ondersteund kunnen worden. De instellingen zelf hebben de mogelijkheid om niet-EERstudenten meer collegegeld te vragen en zo het bezuinigde bedrag terug te verdienen. Volgens de minister maken zij daarvan nu al goed gebruik.

Sociaal leenstelsel Studenten en hun ouders zullen meer moeten bijdragen, concludeert Van Rooy. Ze vindt dat we de crisis moeten benutten om de discussie over een sociaal leenstelsel te voeren. “Studenten lenen dan voor hun studie, ook als die in de toekomst wat duurder zou worden, en betalen terug naar de mate waarin ze carrière maken. Dus als je een heel mooie baan hebt, betaal je meer terug dan wanneer je moet leven van een bescheiden salaris.” Zo’n stelsel vindt ze goed te rechtvaardigen. “Neem een studie als geneeskunde. Het overgrote deel van de afgestudeerden krijgt een prachtige baan met bijbehorend inkomen. Die opleiding is grotendeels door de belasting­betaler betaald. Ik zie eerlijk gezegd niet wat erop tegen is om afgestudeerden iets meer terug te laten betalen van die maatschappelijke investeringen. Temeer daar ook de portier die studenten hier binnenlaat, via de belasting meebetaalt aan hun studie.”

Kunstonderwijs

Yvonne van de Meent

we r k e r

Voordat Yvonne van Rooy (1951) in 2004

(1989–1994) was ze staatssecretaris van

internationale kaart wil zetten. Maar of ze

voorzitter van het college van bestuur van

Economische Zaken. In die functie leidde

nog lang universitair bestuurder blijft is

de Universiteit Utrecht (UU) werd, ver-

ze veel handelsmissies en voerde ze de

de vraag. Haar naam valt regelmatig als er

vulde ze dezelfde functie bij de Katholieke

delegatie aan die namens Nederland

een bestuurlijke functie vrijkomt die het

Universiteit Brabant in Tilburg. Begin jaren

onderhandelde over liberalisering van de

CDA claimt. Op dit moment maakt ze vol-

tachtig zat ze twee jaar voor het CDA in

wereldhandel. Daarna zat ze drie jaar in

gens ingewijden kans om Neelie Kroes op

het Europees parlement. In de kabinet-

de Tweede Kamer. Yvonne van Rooy staat

te volgen als eurocommissaris.  (YvdM)

ten Lubbers II (1986–1989) en Lubbers III

bekend als harde werker die de UU op de

10 | oktober 2009 | transfer

op niet-EER-studenten

Iedereen is gemotiveerd, enthousiast, werkt hard. Zo ontstaat er een studiecultuur die vergelijkbaar is met die bij toonaangevende Angelsaksische univer­ siteiten.” Behapbare bezuinigingen in 2010, maar daarna moet de overheid jaarlijks 35 miljard euro bezuinigen om de staatsschuld tot aanvaardbare proporties terug te brengen. Het hoger onderwijs kan dan niet buiten schot blijven. Maar als we ons echt willen meten met kennislanden als Zwitserland, is het verlagen van de universitaire budgetten geen optie, stelt Van Rooy. Het bedrag dat instellingen per diploma ontvangen, daalt al jaren. De UU is zo sinds 2002 93 miljoen euro misgelopen, ongeveer 10 procent van het onderwijsbudget.

Foto: Robert Vos/ANP

b r eed

Minister bezuinigt

De HBO-raad vreest dat veel hogescholen het instellings­collegegeld inderdaad moeten verhogen en maakt zich grote zorgen over de bezuiniging. “De soep wordt gewoon dunner”, zegt woordvoerder Annelieke van Schie. Deze bijdrage van de overheid wordt volgens haar vrij veel gebruikt voor internationale positionering en beurzen, uit solidariteitsoverwegingen. “Dat dit wegvalt is slecht voor de plaats van het Nederlandse hoger onderwijs buiten Europa.” Zij verwacht dat vooral het kunstonderwijs, waar een heel internationale groep talentvolle studenten op afkomt, door de maatregel wordt getroffen. Zo heeft Artez hogeschool voor de kunsten van de overheidsbijdrage een beurs in het leven geroepen voor studenten van buiten de EU, mede omdat het

collegegeld was verhoogd en het dus moeilijker werd voor studenten om een opleiding te betalen. Als de bezuiniging doorgaat, ziet de hogeschool het voor die beurzen somber in, zegt Viola Gal van het inter­ national office. Ab Groen, directeur van de afdeling Onderwijs en Onderzoek bij Wageningen Universiteit, denkt dat de bezuiniging voor Wageningen “heel onvoordelig uitpakt”. Wageningen heeft van oudsher veel nietEER-studenten, en gebruikt dit gedeelte van het OCW-budget voor de opvang van internationale studenten. “Wij willen ons heel graag inzetten voor internationale samenwerking, maar de minister maakt het ons niet makkelijker,” zegt Groen. “Plasterk moet natuurlijk keuzes maken, maar ik vind dit niet in lijn met de wens van Nederland om internationaal een sterkere positie te verwerven.”

Annelieke Slappendel en Elleke Bal

transfer | oktober 2009 | 11


ac htergron d

um

-b

estu u r

wi l

n i ets

Studeren in

wete n

va n

i nte g rati e p ro b l e m e n

little Germany

Steeds meer Duitsers studeren in Nederland. Vooral de Universiteit Maastricht trekt ze massaal aan: een derde van de studenten is daar Duits. Transfer onderzocht hoe de komst van zo veel Duitsers de universiteit beïnvloedt. ‘Dat de UM de meest internationale universiteit van Nederland is, dat is toch

Foto’s: Philip Driessen

niet vol te houden?’

12 | oktober 2009 | transfer

“Bist du deutsch?” Het klinkt eind augustus overal op de introductiedag van de Maastrichtse School of Business and Economics. Op de parkeerplaats voor de faculteit zijn honderden nieuwe studenten op zoek naar hun mentor. Tweedejaars economie­student Manuel Papouschek uit Frankfurt speurt in de menigte naar zijn pupillen. Hij is vandaag mentor van groep nummer zestien, met daarin negen Duitsers en drie Nederlanders. Papouschek begint zijn rondleiding door de faculteit in het Engels, maar onderweg naar de boekenverkoop schakelt hij al snel over op Duits. De Nederlanders sjokken samen het groepje achterna. “Zullen we er iets van zeggen?” fluistert een van de drie. Manuel legt net uit hoe de Duitse studenten hun boeken tweedehands kunnen kopen via studiVZ, de Duitse studentenversie van Hyves. “Het is toch handig als we deze zaken gewoon even in onze eigen taal kunnen regelen”, zegt hij later. “Dat gaat sneller.” De Nederlandse economiestudenten kijken op de introductiedag verbaasd om zich heen. Meer dan de helft van hun nieuwe medestudenten is Duits. Op de faculteit klinkt overal Duits. De universiteits­bibliotheek om de hoek wordt ook wel little Germany genoemd. Op prikborden hangen briefjes: ‘Wir suchen einen neuen Mitbewohner’, en ‘Gitarrenlehrer bietet Unterricht’. Op de parkeerplaats blinken de Duitse nummerborden in de zon.

In het studiejaar 2008/2009 studeerden bijna 20.000 Duitsers voor een diploma in Nederland, blijkt uit de nieuwste Internationaliseringsmonitor. De meesten studeerden aan een universiteit of hogeschool langs de oostgrens. Eenvijfde studeerde aan de Universiteit Maastricht (UM). In 2004 telde de UM tweeduizend Duitse studenten, vier jaar later zijn het er bijna vierduizend. Het afgelopen studiejaar was eenderde van de studenten in Maastricht Duits. De vraag dringt zich op: is dit nu internationalisering?

schreef het invloedrijke weekblad Der Spiegel. Duitse studenten roemden in het artikel de “brandschone en hypermoderne faciliteiten” in Maastricht.

Gescheiden werelden

“Onze locaties zijn keurig en collegezalen puilen niet uit zoals in Duitsland”, beaamt Mols. “En we hebben korte lijnen tussen staf en studenten. In Duitsland zijn die afstanden veel groter.” Ook in de Duitse CHE-Ranking deed de UM met een aantal faculteiten mee, en dat pakte positief uit. Scheefgroei Wat zijn de gevolgen als een universiteit in korte tijd “Er zijn niet te veel Duitse studenten, er zijn te zo veel Duitse studenten aantrekt? weinig studenten uit andere landen,” zegt rector Veelzeggend is dat universiteitskrant Observant magnificus Gerard Mols. Van scheefgroei wil Mols sinds kort een nieuwe rubriek heeft onder de naam niets weten. “Maastricht heeft nooit gestreefd naar Grüße aus Holland. About German students and their een evenwichtige samenstelling van nationaliteiten. level of integration. Alle Maastrichtse studenten – We werven momenteel ook veel buiten de EU, in Duitsers én Nederlanders – zullen het noemen als China, Turkije en India. We werken het over de komst van de oosterhard aan verdergaande internatioburen gaat: Maastricht kampt met “Er zijn niet te veel nalisering van deze universiteit.” een integratieprobleem. Duitse en Ook kritiek op de kosten van de Nederlandse studenten leven veelal Duitse studenten, er zijn Duitse studenten voor Nederland in gescheiden werelden. wijst hij van de hand. Vorig jaar Dat wordt zichtbaar in het onderte weinig studenten uit veroorzaakte het Financieele wijs, vooral op de faculteiten met Dagblad ophef door in een artikel veel Duitsers, zoals economie, andere landen” te stellen dat de Nederlandse belaspsychologie en cultuur- en tingbetaler minimaal 100 miljoen maatschappijwetenschappen. euro bijdraagt aan de opleiding In onderwijsgroepen waar veel van Duitse studenten in Nederland. Het stuk wees Duitsers zitten, wordt in de pauzes Duits gesproken. op het feit dat er slechts een handje­vol Nederlandse Vervelend voor die ene Nederlander of Chinees die studenten naar Duitsland gaat, waardoor er ertussen zit. Duitsers werken ook liever niet samen een scheve verhouding zou ontstaan. “Typisch met de Nederlanders. Die zijn lui, en al blij met een Nederlandse knulligheid”, volgens Mols. “Binnen de zes, is het idee. De Nederlanders op hun beurt zijn EU hebben we afgesproken dat studenten niet meer ook niet zo happig op samenwerking. Want het hoeft collegegeld hoeven te betalen in een andere lidstaat, toch niet morgen al af? En moet het zo gedetailleerd? dus moeten we hier ook niet over zeuren.” Sommige studieverenigingen hebben een voltallig Dit jaar zal het aantal Duiters in Maastricht opnieuw Duits bestuur en organiseren feesten waar vooral toenemen, verwacht Mols. Dat is niet vreemd, want Duitse studenten op af komen. De Nederlanders de universiteit werft uitbundig op de Duitse markt. organiseren zich vaker in studentenverenigingen. Duitse studenten komen naar Maastricht omdat de Thomas Luijken, universiteitsraadslid en student universiteit goed staat aangeschreven, het probleemaan het Maastrichtse University College, kan een gestuurde onderwijs in kleine groepjes ze aanspreekt, waslijst voorbeelden noemen waaruit blijkt dat de en omdat er veel in het Engels wordt lesgegeven. Het universiteit niet altijd een prettig studieklimaat heeft. afgelopen jaar kwam de UM ook goed naar voren in Hij vindt dat de groep Duitsers te groot is geworden, de Duitse pers. “Studieren in den Niederlanden ist “waardoor er geen noodzaak tot integratie meer is”. wie in Deutschland, nur anders. Viel besser nämlich”, De studentengeleding in de universiteitsraad schreef

transfer | oktober 2009 | 13


dit jaar een notitie waarin werd gewezen op de noodzaak om meer aan integratie te doen. De nadruk ligt volgens de studenten te veel op de verschillen tussen Nederlandse en Duitse studenten, terwijl de groepen juist bij elkaar moeten worden gebracht.

Duitse vriend Tijdens de introductiedag op de economie­f aculteit wordt echter al snel duidelijk dat er ook veel verschillen zíjn. Katharina Löwenkamp uit mentorgroep zestien bijvoorbeeld komt speciaal naar Maastricht omdat ze een internationale carrière ambieert. In Duitsland kon ze in de omgeving van Aachen geen internationaal georiënteerde opleiding vinden, in Maastricht liep ze er meteen tegenaan. Kimberly van Tilburg uit Landgraaf daarentegen koos voor Maastricht

a an deel (

c i j f e rs

z i j n

du itse

g e bas e e r d

u n ive rs ite it

d e

d e c e m b ertelli ngen

2001

10%

2002

12%

2003

14%

2004

17%

2005

20%

2006

23%

2007

26%

2008

29% 6000

9000

a a n ta l n e d e r l a n d s e s t u d e n t e n

14 | oktober 2009 | transfer

de

h i er

sa xi o n

9%

3000

van

ma astr i c ht

2000

0

12000

“Eerst maar eens kijken of ik dit jaar genoeg tijd heb voor mijn studie, misschien volgend jaar”, zegt hij. Wim Swaan, docent en intercultureel coördinator aan de School of Business and Economics, merkt op dat de Duitse studenten die naar Maastricht komen geen aselecte steekproef van de Duitse studerende populatie vormen. “Studenten die naar het buitenland gaan, durven altijd iets meer, en in dit geval hebben ze een hogere prestatiedrang.” Het voornaamste verschil tussen de Duitse en de Nederlandse student is volgens Swaan dat Duitse studenten meer op cijfers zijn gericht. “Op de Duitse arbeidsmarkt zijn cijfers enorm belangrijk, terwijl Nederlandse werkgevers ook waarde hechten aan zaken als bestuurservaring en organisatietalent.”

Fricties

stu denten o p

omdat het “lekker dichtbij” is. “Ik kan thuis blijven wonen, en veel vrienden van me studeren hier ook.” Van die vrienden hoorde Van Tilburg dat ze veel Duitse studiegenoten zou krijgen. Ze hoorde ook dat de Duitsers “ijverig, gedreven en precies” zijn. Dat is een understatement, volgens een van haar Nederlandse groepsgenoten uit Nijmegen. Gisteren sprak hij nog met een student van zijn toekomstige studentenvereniging. Die gaf hem een tip: “Zoek een Duitse vriend, dan kom je je studie wel door.” Robert Maximilian Meyer uit Hamburg probeert het Nederlandse gesprek te verstaan. Hij wil graag Nederlands leren, maar staat huiverig tegenover de Nederlandse studentenverenigingen. Hij sprak al verscheidene Nederlanders die probeerden hem over te halen bij een vereniging te gaan.

genoemde

i nstelli ngen

)

h o g e s c h o l e n

11%

2008 0

5000

fo nt ys

10000

15000

20000

h o g e s c h o l e n

5%

2008 0

5000

10000

15000

u n ive rs ite it

20000

25000

30000

35000

n i jm e g e n

5%

2008 0

5000

10000

u n ive rs ite it

15000

a a n ta l d u i t s e s t u d e n t e n

20000

g ro n i n g e n

2%

2008

15000

40000

0

5000

10000

15000

20000

25000

a a n ta l o v e r i g e b u i t e n l a n d s e s t u d e n t e n

30000

De docent waarschuwt voor de stereotiepe beelden van de streberige Duitser en de luie Nederlander. “Er zijn verschillen. Het is heel belangrijk in interculturele communicatie om niet te ontkennen dat er soms fricties of spanningen zijn. Maar het is vooral belangrijk hoe je ermee omgaat.” Daarom is hij er een sterk voorstander van om de komende jaren op de universiteit meer aandacht te besteden aan interculturele communicatie, bijvoorbeeld door het onderwerp aan curricula toe te voegen. Maar rector Mols ontkent dat er integratieproblemen of fricties zijn. “Als Nederlandse studenten zeggen: ‘de Duitsers integreren niet’, dan zeg ik: ‘hallo, sinds wanneer moeten Duitse studenten integreren? Waarom integreren onze Nederlandse studenten niet met de buitenlandse studenten?’” Hij gaat naar aanleiding van de notitie van de studentengeleding in de universiteitsraad wel een werkgroep leiden, maar alleen “om te spreken over de ervaringen met verschillende culturen”. Op de universiteit is wel aandacht voor de international classroom, bleek uit de rede van collegevoorzitter Jo Ritzen bij de opening van het academisch jaar. “Het potentieel van de internationaal samen­ gestelde studentenpopulatie wordt nog niet volledig benut”, zei Ritzen. “Wij veronderstelden dat de international classroom automatisch zou bijdragen aan intercultureel begrip. We zullen ons moeten afvragen in hoeverre daar expliciete aandacht voor nodig is.” Dat die international classroom nu voor een groot

deel uit Duitse studenten bestaat, dat noemde Ritzen niet. Thomas Luijken weet goed dat het onderwerp bij het bestuur gevoelig ligt. The German problem, zo heette de kwestie onder studenten. Totdat Ritzen het onderwerp twee jaar geleden aansneed tijdens een bijeenkomst met studenten die toen aan het roer stonden van de studentenfracties en verenigingen. De benaming “the German problem” lag om allerlei redenen gevoelig, zei Ritzen. Kon de kwestie niet beter als een ‘uitdaging’ worden omschreven?

Afschrikken Luijken vindt het heel kwalijk dat het college de problemen niet voldoende erkent. Volgens hem staat het imago van de UM op het spel. “Verhalen over de vele Duitse studenten in Maastricht kunnen Nederlandse studenten afschrikken. Nu al komen de meeste Nederlandse studenten hier uit Limburg, en minder uit de rest van het land.” En dat de website van de universiteit stelt dat de UM “de meest inter­ nationale universiteit van Nederland” is, dat is toch ook niet lang vol te houden, zegt hij. Wat er volgens Luijken moet gebeuren? “Maak de cursussen Nederlands gratis, want de taal is een groot probleem, en de cursuskosten houden studenten tegen.” Verder moeten volgens Luijken Nederlandse studentenverenigingen toegankelijker worden, bij de introductie moet er meer aandacht voor integratie zijn, en Nederlandse en Duitse studenten moeten vaker samen in een huis wonen. Bovenal moeten er meer studenten uit andere landen, én uit Nederland, worden aangetrokken. Voor rector Mols gaat dat allemaal een beetje te snel. Hij wil eerst inventariseren of er wel echt iets aan de hand is. “Bovendien”, zegt hij, “als je als universiteit in Nederland wilt blijven groeien, dan moet je studenten uit het buitenland blijven aantrekken. Wij zitten hier in ieder geval goed, midden in de Euregio.”

Elleke Bal

transfer | oktober 2009 | 15


c

o

l

u

m

Vrijdagavond in Kangnam

n

vl i e g e n d e

h o l l a n d e r

‘Litouwen wordt in hoog tempo modern’ Roy Ramlal (19) loopt voor zijn studie Hoger Toeristisch en Recreatief Onderwijs aan de Hogeschool Inholland stage bij een Litouwse touroperator. Hij vindt het een uitdaging om Nederlandse toeristen

De biertaps staan op tafel naast de tokkpokki – een pikante Koreaanse snack, gemaakt van rijstballetjes in zoete rode pepersaus. De ambassadeurs van het Nederlandse onderwijs zijn na de lange zomervakantie weer bij elkaar. Ambassadeurs, zo blijf ik onze alumni steevast noemen. Het is vrijdagavond en we zijn in het populaire uitgaansgebied van Kangnam, ten zuiden van de rivier. Iedereen is strak in het pak. Een teken dat de Koreanen rechtstreeks uit hun werk hierheen zijn gekomen. De alumni van dezelfde Nederlandse universiteit zoeken elkaar direct op. Er is een behoorlijke sterke band tussen de mensen die op dezelfde Nederlandse universiteit hebben gestudeerd. Alumni van de Rotterdam School of Management, de MBA van de Erasmus Universiteit, spreken na een paar biertjes al snel over de toekomst van de RSM. Gaat de opleiding wel de goeie kant op? Dat ze inmiddels weer in Korea wonen, maakt die vraag voor de oud-studenten volstrekt niet minder relevant. Ook na hun afstuderen blijven zij lid van de RSM-familie. Vanavond hebben ook een paar Nederlandse studenten zich onder de alumni gemengd. Een van hen is Josha. Ook hij is uit Korea geadopteerd, net als ik. Hij loopt stage op de Nederlandse ambassade en zou het liefst daarna een baan vinden in Korea. “Elke keer als ik met het toestel land in Seoul, voelt als thuiskomen”, vertelt Josha aan Kyungpil, die bij ASML werkt. “Dat heb ik nou ook!”, zegt Kyungpil. “Maar dan iedere keer als ik op Schiphol land.” Met die woorden heffen zij nog een keer het glas. Kyungpil spreekt vloeiend Nederlands. Begin jaren negentig was hij een van de eerste Koreanen die Nederlands studeerden. “The most frequent asked question to me is: why Dutch?!” In die tijd keek

16 | oktober 2009 | transfer

Korea, als opkomende Aziatische tijger, naar Nederland. Korea zag overeenkomsten. Nederland is óók een klein land, omringd door grootmachten. Ook een land met weinig natuurlijke hulpbronnen en dus veel nadruk op investeringen in human resources. De succesvolle Koreaanse economie drijft op de kennis en ontwikkeling van de mensen. Dat is een van de redenen waarom voor Koreanen het onderwijs van hun kinderen de spil is waar alles om draait. Kyungpil heeft voor het Nederlandse bedrijf ASML drie jaar in Nederland gewoond en gewerkt. Hij mist Nederland. Maar zijn vrouw, vertelt hij lachend, mist ons land nog meer. Want daar kwam Kyungpil in elk geval iedere avond om zes uur thuis. In Korea is dat vaak pas uren later. Dat de werkcultuur in Korea anders is dan die in Nederland, blijkt ook vanavond. Het is vrijdagavond, na negen uur. Een aantal van de ‘ambassadeurs’ neemt afscheid. Ze moeten nog even terug naar kantoor...

Eun-mi Postma Eun-mi Postma is directeur van het Neso-kantoor in Zuid-Korea. Meer columns van haar zijn te lezen op www.transfermagazine.nl in de rubriek Onze m/v in… waarvoor zij maandelijks bericht.

warm te krijgen voor een bezoek aan Litouwen.

Het komende halfjaar moet ik voor dat bedrijf een interessant exportproduct ontwikkelen. Eerlijk gezegd heb ik nog geen idee wat het zou moeten worden. Een fietstocht langs Litouwse hotelletjes, een wellness-arrangement? Wat me in ieder geval zeer bevalt, is dat ik hier meteen veel verantwoordelijkheid krijg. Hoewel mijn collega’s gemiddeld twee keer zo oud zijn als ik, word ik als een volwaardig teamlid behandeld. Dat is wel even wat anders dan enveloppen dichtlikken, waar het bij veel stages toch op neerkomt.

Reuze spannend Roy Ramlal is in Litouwen een van de weinigen met een donkere huidskleur.

“Zelf ben ik van Hindoestaans-Surinaamse afkomst, maar ik heb helemaal niets met de tropen. NoordEuropa bevalt me veel beter. Scandinavië, de Baltische staten, ik vind het allemaal mooi. Litouwen springt er voor mij uit, omdat het zo’n uitgesproken eigen karakter heeft. Letland is meer op Rusland, Estland meer op Finland georiënteerd. Litouwen vaart zijn eigen koers. Terecht, want het land heeft een prachtige cultuur, het beschermen waard. Soms hoor ik in Vilnius mensen op straat in klederdracht volksliedjes zingen. Dan ben ik echt geraakt. Misschien doordat ik zelf een beetje tussen twee culturen in sta. Toen ik voor mijn studie toerisme een stage ging regelen, lag het voor mij vast dat ik naar Litouwen wilde. Daarmee maakte ik het mezelf niet gemakkelijk, want ze hebben hier nauwelijks budget voor dat soort zaken. Uiteindelijk kon ik aan de slag bij een touroperator die de Benelux wil gaan veroveren.

Ik ben tijdig begonnen met zoeken naar een stageplek. Daardoor had ik de verplichte stagetraining op de opleiding niet echt meer nodig. Maar ik denk wel dat zo’n cursus belangrijk is. Naar mijn ervaring krijg je op negentig procent van je brieven geen of een afwijzende reactie. Dan is het prettig als iemand je leert hoe je je in de kijker van een buitenlands bedrijf kunt spelen. En nu zit ik hier, in een land waar bijna geen mensen met een donkere huidskleur wonen, zoals ik. Een land waar ik de taal net voldoende spreek om me in een winkel te kunnen redden, en waar ik zo’n verantwoordelijke klus om handen heb. Ik vind het reuze spannend. Die instelling moet je in de reissector ook hebben. Als je niet durft, als je niet wilt leren, kun je beter thuis blijven. Litouwen is een land in ontwikkeling. Naar onze maatstaven hebben de mensen hier ouderwetse opvattingen, bijvoorbeeld over buitenlanders. Anderzijds worden ze in hoog tempo modern. Ik heb in Nederland tenminste nog nooit een politieagent op een Segway voorbij zien komen.”

Annemieke Bosman

transfer | oktober 2009 | 17


i ntervi ew

n i euw

lectora at

moet

b ij d rag e n

a a n

d u u rzam e

o nt wi k k e l i n g s h u l p

‘Niets doen is

geen optie’

“Ontwikkelings­ samenwerking is een terrein dat veroverd moet worden”

De argumenten van Geert Wilders tegen ontwikkelingshulp zijn hem bekend. Maar Jos Walenkamp

Jos Walenkamp wil meer

bestrijden. En Nederlandse hogescholen kunnen daaraan bijdragen, stelt de eerste lector Internationale

aandacht voor ontwikkelings­ samenwerking in het hbo.

Samenwerking in zijn intreerede.

Elke dag sterven 34.000 kinderen van honger en ellende. De drie rijkste mensen van de wereld zijn rijker dan de 48 armste landen. En, ondanks de vele miljarden die worden uitgegeven aan ontwikkelingshulp, is het aantal mensen dat in diepe armoede leeft de afgelopen twintig jaar verdubbeld. Het zijn geen nieuwe, wel ontmoedigende cijfers die Jos Walenkamp op 15 oktober presenteert in zijn intreerede als lector Internationale Samenwerking aan de Haagse Hogeschool. Dertig jaar is Walenkamp al werkzaam in de ontwikkelingssamenwerking en hij is zich terdege bewust van de feilen van ontwikkelingshulp. Hij kent de argumenten van de Boekestijns en Wildersen, die ontwikkelingshulp het liefst afschaffen of halveren. Maar zijn stellige overtuiging is: niets doen is geen optie. “Het is onverdraaglijk dat de ene helft van de wereld doodgaat van ellende, terwijl anderen zich in rijkdom wentelen”, betoogt hij. “We hebben de morele plicht om daar iets aan te doen. En als al die doodarme mensen een beter bestaan hebben, komt dat zowel de veiligheid in de wereld als de economische groei ten goede.”

Corrupte regimes Met die morele verplichting als uitgangspunt, zijn volgens Walenkamp twee aspecten van belang: hoeveel besteden we aan ontwikkelingshulp en wat doen we? “Nu is die financiële bijdrage minimaal. Wereldwijd ongeveer 0,3 procent van het bruto nationaal product van de rijkste landen. De steun van West-Duitsland aan de voormalige DDR was de afgelopen vijftien jaar, met

18 | oktober 2009 | transfer

ongeveer anderhalf biljoen euro, groter dan de totale ODA (official development assistance) in de hele wereld. En veel geld gaat naar landen die niet tot de armste behoren, maar politiek belangrijk zijn zoals Irak en Egypte. En als het gaat om wát te doen: aan veel vormen van hulp kleven ernstige bewaren. Meest saillant is de budgetsteun aan corrupte regimes zoals in Congo.”

Levensbelang Een van de meest waardevolle vormen van ontwikkelingssamenwerking vindt Walenkamp capaciteitsopbouw in het hoger onderwijs. “Dat is van levensbelang voor de sociale en economische ontwikkeling van een land. Dat blijkt ook uit onderzoeken van de Wereldbank.” Zijn ervaringen in Mozambique bevestigden hem al jaren geleden in die opvatting. In 1981 vertrok Walenkamp naar het Zuid-Afrikaanse land dat zes jaar eerder onafhankelijk was geworden. Met de aftocht van de Portugezen verdwenen ook alle hoogopgeleiden. De Eduardo Mondlane Universiteit, waar Walenkamp de biologiefaculteit leidde, miste goed opgeleid personeel. “De vent die vóór de onafhankelijkheid de vloer veegde, werd gepromoveerd tot directeur. Zo ging dat. Maar uiteindelijk hebben we daar veel Mozambiquanen kunnen opleiden. Dat is van grote waarde geweest voor het land.” Overigens zijn er niet alleen ethische argumenten om internationaal samen te werken, stelt Walenkamp vast in zijn intreerede getiteld Weer een illusie rijker. Ontwikkelingssamenwerking is ook een vorm van internationalisering. In een globaliserende wereld

wordt het steeds belangrijker dat afgestudeerden van hogescholen zich in andere landen en culturen effectief kunnen bewegen. Dat is een goede reden om internationale samenwerking tussen hogeronderwijsinstellingen te bevorderen, vindt de lector. De Haagse Hogeschool heeft de primeur met dit lectoraat op het gebied van internationale samenwerking. Met zes stafleden van de Haagse Hogeschool, de zogenaamde Kenniskring, onderzoekt Walenkamp sinds januari hoe Nederlandse hogescholen meer en effectiever kunnen worden ingezet bij ontwikkelingssamenwerking. Het mes snijdt daarbij aan twee kanten: de basis wordt gelegd voor meer en betere capaciteitsopbouw in het hoger onderwijs in ontwikkelingslanden én het Nederlandse hbo wordt internationaler en speelt daardoor in op de wensen van de studenten en de behoeften van de arbeidsmarkt. Rode draad in het lectoraat is hoe hogescholen hun kennis en expertise duurzaam kunnen inzetten voor ontwikkelingssamenwerking. Er zijn genoeg initiatieven in het hbo op dit gebied, zoals minors, projecten en onderzoeken. Maar duurzaam bijdragen aan ontwikkeling doen ze niet of nauwelijks. Voor professionele ontwikkelingshulp zullen hogescholen langdurige, structurele relaties moeten aangaan met bedrijven en onderwijsinstellingen in ontwikkelingslanden, vindt Walenkamp. Tot nu toe is dat een onderbelicht terrein binnen het hbo. Wel heeft de HBO-raad in april het thema ontwikkelingssamenwerking aangemerkt als reguliere taak binnen het verenigingsbeleid en is het onderwerp opgenomen in de beleidsagenda.

Foto: Arenda Oomen

is er niet van onder de indruk. Rijke landen hebben de morele plicht om honger en armoede te helpen

“Een systematische aanpak met een bestuurlijke visie, een strategisch plan en de benodigde financiën hiervoor ontbreken”, stelt Walenkamp. Zijn lectoraat zal de bouwstenen moeten leveren. Onderzoeksvragen zijn onder meer wat het Nederlandse hbo kan betekenen voor ontwikkelingslanden en hoe het hbo in landen als Ghana, Mozambique en Vietnam zich heeft ontwikkeld. Verder worden de interculturele competenties, talenkennis, motivatie, kennis en ervaring van docenten aan de Haagse Hogeschool onderzocht. Het afleveren van wereldburgers, het professionaliseren van ontwikkelingssamenwerking en het inbedden ervan in het primaire proces valt of staat immers met de inzet van docenten.

Kroon op het werk Walenkamp beschouwt zijn lectorschap als de kroon op zijn werk. Na in Nigeria de training- en researchprogramma’s van de EU te hebben gemanaged en bij de Nuffic jarenlang verantwoordelijk te zijn geweest voor de poot Ontwikkelingssamenwerking, ziet hij dit als een mooie afronding van zijn loopbaan. Maar na negen maanden lectoraat weet hij inmiddels ook dat ontwikkelingssamenwerking in het hbo niet bovenaan de agenda staat. Uitval, diversiteit en kwaliteit van de instroom zijn belangrijkere issues. “Het primaire proces gaat boven alles”, weet de lector. “Ontwikkelingssamenwerking is een terrein dat veroverd moet worden.”

Els Heuts

transfer | oktober 2009 | 19


de

expat

‘Ik kende niemand in Beijing’ Veel talentvolle wetenschappers zoeken – in elk geval tijdelijk – hun heil in het buitenland. Wie zijn deze expats? Transfer praat met negen van hen. Deze maand neerlandicus Bart Roelofsen. Hij is docent marketing en communicatie aan de universiteit van Beijing.

Bart Roelofsen (43) had een paar jaar geleden een leven vol zekerheden. Hij had een goede baan met dito salaris bij Hogeschool Inholland Rotterdam. Zijn toekomst was in kannen en kruiken. “Ik had het in Rotterdam goed, maar als ik niet uitkeek zou ik over tien jaar nog precies hetzelfde werk doen. Dat wilde ik niet”, zegt Roelofsen. “Ik wilde meer avontuur, al klinkt dat misschien wat dromerig.” Na enig beraad trok hij de stoute schoenen aan en zegde zijn baan op. Hij vertrok op de bonnefooi naar China. “Dat land trok mij enorm. Dat heb ik al van jongsaf aan. Ik ben opgegroeid in de Achterhoek. Daar was een Chinees restaurant met vreemde tekens en mensen die er heel anders uit zagen.” Die mysterieuze indruk vergat Roelofsen nooit. Hij bezocht het land een aantal keer. “Ik kan heel goed overweg met Chinezen. Ze zijn warm in de omgang, geïnteresseerd, open. En ik vind Chinees eten heerlijk.” Bijna anderhalf jaar geleden stond Roelofsen met een koffer in de hand op het gigantische vliegveld van de wereldstad Beijing. Werk had hij niet. “Ik had in mijn netwerk wel laten vallen dat ik naar China wilde. Ik heb het aan zo veel mogelijk mensen laten weten. Ook aan enkele Chinese studenten die ik in Rotterdam les had gegeven en die nu weer in China woonden. Zij vonden het ontzettend leuk dat ik naar China kwam.”

20 | oktober 2009 | transfer

Bart Roelofsen ziet het niet als zijn taak om Chinezen de les te lezen.

Lang hoefde hij niet op een baan te wachten. In Europa bestaat vaak het beeld dat Chinezen van Roelofsen studeerde Nederlands en specialiseerde Europeanen willen leren. Dat klopt, maar tegelijzich al tijdens zijn studie, eind jaren tachtig, in kertijd kan Europa ook veel van China leren. Dat is marketingcommunicatie. “Al snel ontmoette ik ons uitgangspunt. Via uitwisselingsprogramma’s een Canadees met een trainingsbureau. Ik kon voor willen we Europese studenten naar China halen. hem werken. Dat beviel goed. Hij bracht me weer in Dat wordt nog een hele onderneming, want er zijn contact met iemand van de universiteit van Beijing, helaas relatief weinig Chinese docenten die goed die een docent marketing en communicatie zocht. Engels spreken. We leggen contacten met univerHet klikte meteen en ik werd aangenomen. Ik kende siteiten in Engeland, Zwitserland en Nederland. Ik niemand toen ik in Beijing landde, maar ik had al snel vind onze insteek belangrijk. Er wordt vaak veel een baan en vrienden.” te betuttelend over China gesproken. Ik zie het Roelofsen geeft nu college over marketingcomniet als mijn taak om mensen hier de les te lezen. municatie aan Chinese studenten. China heeft een rijke geschie“In Nederland stellen studenten denis waar westerlingen veel “Out of the box-denken kritische vragen, daar word je door van kunnen leren.” Dat neemt niet weg dat Roelofsen ouders en in het onderwijs in gestizich in China ook wel eens ergens staat hier nog in de muleerd. Dat doen ze hier helemaal aan stoort. Bijvoorbeeld aan het niet en dat vind ik soms lastig. Ik kinderschoenen” feit dat het internet aan banden ben gewend om lastige vragen te ligt. “Op 1 oktober bestond de krijgen en ze te stellen. Bij case Volksrepubliek zestig jaar en door studies zoeken Chinese studenten alle toestanden in de randgebieden waren veel vaak antwoorden waarvan ze denken dat ik ze graag ­pagina’s op internet niet toegankelijk. Ik kon niet bij wil horen. Out of the box-denken staat hier nog in mijn blog, niet naar Facebook of Flickr.” de kinderschoenen, maar ik stimuleer het graag. Ik geef mijn colleges in het Engels. Mijn PowerpointIntenser presentaties zijn tweetalig. Na enkele zinnen stop De afgelopen anderhalf jaar zijn voor de Nederlander ik even zodat een tolk, die altijd aanwezig is, kan voorbij gevlogen. “Ik heb het hier naar mijn zin. Ik vertalen wat ik net heb gezegd.” Ook de omgang bij zakelijke bijeenkomsten is in moet hard werken voor relatief weinig geld. Het is Beijing heel anders dan in Nederland, valt de docent zeker geen vakantie of sabbatical. Maar ik heb het op. “Hier leer je elkaar eerst goed kennen voordat je gevoel dat ik intenser leef dan in Nederland.” zaken gaat doen. Dat is heel belangrijk. In Nederland Roelofsen staat open voor een terugkeer naar praat je alleen even wat over het weer, daarna kom je Nederland. Hij denkt dat hij nog een jaar in China terzake. Hier spreek je af tijdens het eten. Dan vraagt blijft. “Mijn vriendin is niet meegegaan naar Beijing. men eerst uitgebreid naar je familieachtergrond. Ze Ze heeft een goede en leuke baan in Hoofddorp en proberen te begrijpen wat voor iemand je bent. Bij wilde vooralsnog in Nederland blijven. Ze respecteert een eerste ontmoeting ben je vooral daarmee bezig. mijn besluit. We zien elkaar een paar keer per jaar, Pas bij latere ontmoetingen praat je over zaken.” dat is moeilijk.” Maar zeker weten of hij terugkomt doet hij niet. “Mijn vriendin is Britse en het lijkt me Betuttelend ook interessant om bijvoorbeeld in Engeland te gaan Roelofsen ontwikkelt momenteel een plan voor wonen. Alles ligt open.” internationalisering van de universiteit. “We willen Robert Visscher studenten uitwisselen met Europese universiteiten.

transfer | oktober 2009 | 21


ac htergron d

b eu rspro gramma

h eeft

$ 40

m i l j o e n

p e r

ja a r

n o d i g

Is het IFP nog te redden?

“Persoonlijk hoop en bid ik altijd dat iemand het overneemt als IFP is gestopt, omdat in deze regio bijna iedereen hulp nodig heeft. Helaas focussen de meeste beurzen op academische excellentie. Zou het kunnen dat ze onbedoeld bijdragen aan het wijder maken van de kloof tussen privilege en achterstelling in plaats van die te overbruggen?” Het is een citaat van een West-Afrikaanse IFP-functionaris uit 2006, opgenomen in het boek Origins, Journeys and Returns – Social Justice in international higher education. Dat boek gaat over de visie, de praktijk en de resultaten van het Ford Foundation International Fellowships Program. Toen dit beurzenprogramma in 2001 van start ging, was al duidelijk dat de Ford Foundation na twaalf jaar de geldkraan zou dichtdraaien. Met in totaal 280 miljoen dollar is het IFP het duurste programma uit de geschiedenis van de New Yorkse stichting, die allerlei maatschappelijke projecten financiert. Gezien de omvang van het IFP en het economische klimaat is het onwaarschijnlijk dat het programma zonder de Ford Foundation kan worden voortgezet, zegt Cilou Bertin, IFP-programmabeheerder bij de Nuffic, die bursalen plaatst bij Europese instellingen.

Iedereen is enthousiast over het International Fellowships Program (IFP) en onderzoek toont aan dat de Ford Foundation er de doelgroep – achtergestelde minderheden – mee bereikt. Toch wordt het programma over enkele jaren beëindigd. Zonde, vinden betrokkenen in Nederland.

IFP-studenten bij de closing ceremony van de Pre-Academic Training in

Foto: Jorg de Vette

Maastricht.

22 | oktober 2009 | transfer

die al leiderschap hadden getoond”, weet Bertin. Maar ook aspecten als regio van herkomst, gezinssituatie, religie, sekse of een lichamelijke handicap spelen een rol. “En India kiest vaak mensen uit lagere kasten.” Zoals Sukanta Chandra Behera, die net is begonnen aan een studie bij het International Institute of Social Studies (ISS) in Den Haag. Hij is de enige van zijn arme familie die heeft gestudeerd, vertelt hij, hoewel hij van jongsaf aan werd gediscrimineerd. “Ik moest achterin de klas zitten en mocht van de docent geen beurs aanvragen. Ik wil iets doen met mijn leven om te voorkomen dat anderen uit onze dalit-gemeenschap ook worden achtergesteld en uitgebuit door de hogere klasse.” Via werk bij vrijwilligersorganisaties kwam Behera in contact met het IFP, waardoor hij nu verder kan studeren. “Een droom”, zegt hij. “Dat had ik niet voor mogelijk gehouden.”

Kwetsbare mensen

Na hun selectie mogen de fellow-elects zelf bepalen wat ze willen studeren en waar – dat kan ook hun eigen land zijn. Bij het maken van die keuze krijgen ze begeleiding. Als het even kan, wordt gekozen uit strategic university partners van het IFP. “Het zijn Actief werven kwetsbare mensen die op deze manier elkaar kunnen Dat vindt ze jammer, want het IFP is een bijzonder steunen”, legt Bertin uit. Ook kost het soms veel programma. Het biedt mensen die geen structurele overtuigingskracht om kandidaten aan andere insteltoegang tot hoger onderwijs hebben, maar die wel lingen geplaatst te krijgen. beschikken over leiderschapskwaliteiten en acadeVoor fellow-elects die nog niet over de benodigde mische potentie, de mogelijkheid om hun kennis vaardigheden beschikken om een studie in Nederland en capaciteiten te ontwikkelen via te beginnen, regelt het IFP eerst een master of PhD. Als Bertin de een Pre-Academic Training aan “De kandidaten hebben zo dossiers leest, valt haar telkens op de Universiteit Maastricht. “De hoe veel de kandidaten hebben Engelse taal is het enige aspect veel meegemaakt en zijn meegemaakt. “En dat ze dan toch waarop de studenten worden zo ver zijn gekomen. Je gunt het ze afgerekend, maar andere ondertoch zo ver gekomen. Je gunt delen van de training zijn net zo ook.” Voordat de plaatsingsdossiers – belangrijk”, vertelt Jorg de Vette, ze de beurs” dertig tot honderd per jaar – bij de die het programma coördineert. Nuffic belanden, zoeken lokale part“Wij geven ook lessen intercultunerorganisaties kandidaten in de rele communicatie en brengen de 22 landen waarop het IFP zich richt. “Die moeten ze studenten een kritische academische houding bij. echt actief werven”, legt Bertin uit. “Anders meldt bij Want ze hebben al wel een bachelordiploma, maar wijze van spreken alleen het neefje van de minister Aziatische studenten zijn bijvoorbeeld niet gewend zich aan. Dus gaan er mensen naar het ‘Lutjebroek’ hun mond open te trekken.” van Senegal om folders uit te delen.” ISS-student Asifiqbal Abdoulmajid Thakor zegt veel Daarna vindt een uitgebreide selectie plaats, door te hebben geleerd tijdens de training, zoals presencomités waarin hoogwaardigheidsbekleders kunnen taties geven en omgaan met een computer. “Het was zitten, maar ook IFP-alumni. De criteria zijn toegewel erg hard werken”, wil hij er verder over kwijt. spitst op de situatie ter plekke. “In Indonesië werden Het valt De Vette op dat IFP-studenten erg gedreven uit zesduizend aanmeldingen 35 kandidaten gekozen, zijn. “Die mensen willen zó graag slagen. We moeten

transfer | oktober 2009 | 23


r e po rtag e

Erg gemotiveerd Het ISS, net als Wageningen Universiteit een ­strategic university partner, is inderdaad wel eens een beetje soepel met de taaleisen bij kandidaten die in Maastricht zijn geweest. “We hebben één keer iemand afgewezen, op academische gronden”, zegt Wieke Blaauw, deputy academic registrar. “Maar over het algemeen zijn het prima studenten die goed aansluiting vinden. Ze zijn hetzelfde type als de bursalen van het Netherlands Fellowship Programme. Net als daar zitten er soms mensen bij uit de middle of upper class, maar dat kan ook haast niet anders. En het zijn niet allemaal opvallend outstanding kandidaten.” “Maar ze zijn wel erg gemotiveerd”, voegt hoofd van het student office Ank van den Berg toe. “Dat is ook een manier om het te halen.” Het slagingspercentage van IFP-studenten is indrukwekkend, zegt Jürgen Enders, die namens het instituut CHEPS onderzoek doet naar het programma. “Het doet niet onder voor andere programma’s.” Bovendien heeft hij vastgesteld dat het IFP erin slaagt de doelgroep te bereiken. “Het aantal aanmeldingen is heel hoog. En dan gaat het niet om de voor ontwikkelingslanden vanzelfsprekende kandidaten.” Als succesfactor noemt Enders de duurzame structuur. “Er waren geen voorwaarden of druk om snel succes te bewijzen. En ook het netwerk van ondersteunende organisaties bij werving, selectie en plaatsing, is behoorlijk cruciaal. Het is echt een wereldwijd programma, geen tweerichtingsverkeer.” Daarnaast is de toewijding van alle betrokkenen de

24 | oktober 2009 | transfer

Foto’s: Johannes Odé

ze soms afremmen, anders vergeten ze te eten en te slapen. Er hangt ook nogal wat van de training af: ze moeten voldoen aan de taaleis om te worden toegelaten tot de master of PhD. Omdat we goede contacten hebben met de universiteiten en onze alumni succesvol zijn, is tot nu toe iedereen geplaatst. Ook wie de benodigde score net niet haalde. Maar de instellingen in Nederland worden steeds strenger.” CHEPS-onderzoeker opgevallen. Bertin spreekt zelfs van een ‘IFP-family’, waarin ze voor haarzelf de rol van trotse tante ziet weggelegd. Ook student Thakor voelt dat zo, net als De Vette: “Het is bijna familie als de fellows hier weggaan.”

Ervaring overdragen De coördinator uit Maastricht zou het zonde vinden als het IFP ophoudt te bestaan. Voor zijn voorbereidingsprogramma is hij al op zoek naar andere deelnemers. “We vinden het een waardevolle training en hopen ermee door te kunnen gaan. Maar het collegegeld is aan de maat vanwege de vele contacturen.” In deze tijden van crisis acht programmabeheerder Bertin de kans klein dat het IFP een andere geldschieter vindt. “Het gaat om 40 miljoen dollar per jaar, voor vijfhonderd bursalen. Dat is erg veel geld. En de naam ‘Ford’ zit aan het programma vast. Het IFP-bureau in New York is wel bezig om ervaring over te dragen, onder meer via het boek.” Bertin hoopt dat in elk geval onderdelen van het programma door andere partijen worden overgenomen. “De Nuffic kijkt bijvoorbeeld voor het NFP met belangstelling hoe het IFP de kwalificatie ‘benadeeld’ definieert.” Jürgen Enders stelt vast dat het IFP al nationale programma’s heeft geïnspireerd, onder meer in Chili. Student Behera bekijkt het helemaal positief: “Door het delen van de opgedane kennis en ervaring blijft het IFP altijd bestaan.”

Annelieke Slappendel

h e l f t

va n

d e

stu d e nte n

komt

va n

ove r

d e

g r e n s

Kunstvakschool trekt

buitenlanders naar Rotterdam Ook in de jongste Mobiliteitsmonitor is Codarts weer nummer 1 op de lijst van instellingen met het hoogste percentage buitenlandse studenten. Wat maakt de Rotterdamse hogeschool voor de kunsten zo bijzonder? Transfer ging kijken.

Wie over de lange roltrap van het hypermoderne Codartsgebouw aan het Rotterdamse Kruisplein omhoog gaat, krijgt een fascinerend kijkje in de muziekwereld. Aan de ene kant liggen oefenruimtes. Door kleine ramen zie je een jongen op een gitaar tokkelen. In een andere kamer strijkt een meisje geconcentreerd over de snaren van haar viool. Aan de andere kant, achter grote ramen, bevindt zich het muziekwalhalla van Rotterdam: de Doelen. Het is de droom van veel studenten om in zo’n prachtige zaal te spelen. Om die droom te laten uitkomen, is veel oefenen noodzakelijk. De roltrap leidt naar de kantine, waar studenten van over de hele wereld gezamenlijk aan tafel zitten. “De kunstwereld is bij uitstek internationaal en dat zie je aan onze studenten”, vertelt Patrick Cramers, secretaris van het college van bestuur van Codarts. Maar

transfer | oktober 2009 | 25


Patrick Cramers.

Zwitserland, Japan, Korea, Canada, de Verenigde Staten, IJsland en Nederland. Wie kijkt naar het grote aantal aanmeldingen bij de dansacademie, denkt al snel dat Codarts wel veel zal adverteren en beurzen bezoeken. Maar dat is niet zo. Daarmee verschilt de hogeschool van veel andere hogeronderwijsinstellingen. Cramers: “Op beurzen word je vaak overschreeuwd. Bovendien komen veel mensen naar beurzen om zich te oriënteren. Onze studenten oefenen al van jongsaf aan en weten heel goed wat ze willen.” Codarts maakt aankomende studenten daarom liever warm voor de opleidingen door activiteiten zoals summer schools te organiseren, bijvoorbeeld tijdens North Sea Jazz.

Befaamde artiesten

liefst de helft van de studenten komt uit het buitenland. Daarmee is Codarts al jaren de instelling met procentueel de meeste buitenlandse studenten van Nederland. Ook in de jongste Mobiliteitsmonitor, over 2008, staat de Rotterdamse hogeschool weer bovenaan, met 46 procent buitenlanders onder de studentenbevolking.

IJzersterke reputatie Codarts heeft opleidingen klassieke muziek, jazz, pop, wereldmuziek, muziektheater, dans en circus. Een aantal van die opleidingen, zoals wereldmuziek, vind je volgens Cramers nergens anders. En dat trekt studenten. Bij andere opleidingen is de ijzersterke reputatie aantrekkelijk. Dat geldt bijvoorbeeld voor de dansopleiding. “De reputatie van Codarts was voor mij de reden om naar Rotterdam te komen”, zegt de Duitse danser Andreas la Monica (23). “Er is geen Duitse opleiding die daaraan kan tippen.” Over de hoeveelheid aanmeldingen heeft de dansopleiding dan ook niet te klagen. Zevenhonderd gegadigden uit alle hoeken van de wereld schreven zich dit jaar in voor een auditie. Slechts 44 daarvan kregen een plaats op de dansacademie. De studenten komen onder meer uit Italië, België, Polen, Frankrijk,

26 | oktober 2009 | transfer

Maar het allerbelangrijkste om studenten te lokken zijn de docenten. Dat geldt voor alle Codartsopleidingen, maar in het bijzonder voor de muziek­ opleidingen, omdat studenten met instrumenten individueel les krijgen. Het hebben van befaamde artiesten is een must, weet Cramers. “Bij kunstvakken is het een voorwaarde dat een docent een beroepspraktijk heeft en zijn sporen heeft verdiend in het vak. Veel docenten spelen op internationale podia, festivals en zitten in jury’s. Neem onze jazztrompettist Eric Vloeimans. Hij is internationaal veelgevraagd. De Zwitserse oud-danser Samuel Wuersten is artistiek directeur van zowel onze dansacademie als het Holland Dance Festival. Hun relaties openen deuren naar het buitenland. Bovendien komen zo veel aankomend studenten in contact met docenten.” Flamenco-studenten kiezen bijvoorbeeld voor Codarts vanwege de Spaanse gitaarvirtuoos Paco Peña. Hij is een van de belangrijkste flamenco­gitaristen ter wereld en docent en artistiek leider van de studierichting flamenco. “Daardoor krijgen we automatisch veel aanmeldingen uit Spanje. Via hem onderhouden we ook nauwe banden met dat land”, zegt Cramers. De beroemde docenten waren twee jaar geleden ook voor Oded Tzur (25) de belangrijkste reden om naar Codarts te gaan. “Ik krijg les van Hariprasad Chaurasia”, zegt de Israëlische tweedejaarsstudent saxofoon Indiase muziek enthousiast. “Dat is fantastisch. Daarnaast vind ik het fijn dat er in Rotterdam meerdere muziekstudies zijn. Ik speel ook graag jazz, dat kan hier ook.” De afhankelijkheid van docenten heeft ook een nadeel: als een docent weggaat, verliest een opleiding ook studenten.

Struikelblok Door de vele buitenlandse studenten is de voertaal binnen de opleidingen Engels. Ook buiten het klaslokaal wordt voornamelijk Engels gesproken in het Codartsgebouw. Alleen de accenten verschillen. Een

blonde student in een strak balletpak praat met licht Duitse tongval tegen een zwartharige jongen met Zuid-Europees accent. Op de achtergrond klinkt het geluid van stromend water: de douches van de dansacademie. Dat bij Codarts Engels de voertaal is, maakt de opleiding voor buitenlanders toegankelijk. Maar voor sommigen is het ook een struikelblok. “De Nederlandse ambassade in Turkije heeft onlangs een paar Turkse studenten afgewezen omdat hun Engels niet goed genoeg was”, zegt Cramers. “Dat baart mij zorgen. Het is niet de rol van de ambassade om dit te doen. Aan getalenteerde studenten is zo’n afwijzing moeilijk uit te leggen. Wij kijken allereerst naar talent. Natuurlijk is taal belangrijk om je verstaanbaar te maken, maar wij werken daar ook aan met studenten die niet zo goed Engels kunnen.” De Ierse hobodocente Aisling Casey spreekt met haar studenten Engels, Duits en Nederlands, vertelt ze, in accentloos Nederlands. “Ik heb wel Spaanse en Aziatische leerlingen die in het begin weinig Engels spreken, maar dat verbetert altijd snel. En als een student de uitleg niet begrijpt, speel ik het voor. Dan is het direct duidelijk.” Cramers zou graag zien dat Nederland en Rotterdam zich internationaal nog meer profileerden als cultuurland en -stad. “Ik zou het interessant vinden als Nederland internationaal niet alleen culturele instellingen als musea en orkesten neerzet, maar ook kunstvakopleidingen in het hoger onderwijs. Dat gebeurt nu nog te weinig.” Daardoor is het volgens hem nu vaak lastig om nieuwe internationale docenten genoeg lesuren te bieden.

Relatief goedkoop Sinds een paar jaar betalen studenten van buiten de Europese Unie een hoger collegegeld dan EU-studenten: 7.500 tegen 1.620 euro. “Voor arme studenten kan dat een reden zijn om niet te komen”, weet Cramers. “Daarom hebben wij een talentenbeurs, zodat grote talenten de boot niet hoeven te missen.” Overigens is Codarts volgens Cramers relatief nog altijd niet duur. “Als je ons collegegeld vergelijkt met instellingen in Duitsland, Engeland en Amerika, zijn wij nog steeds goedkoper.” Saxofoonstudent Tzur schrok dan ook niet van het collegegeld. “Andere instellingen kosten al snel 30.000 euro”, relativeert hij. Toch is hij blij met zijn HSP-beurs. “Die maakt het leven veel makkelijker.” Tzur vindt wel dat hij ook voor het collegegeld van 7.500 euro iets terug mag verwachten. “De docenten zijn geweldig, maar daarbuiten kan nog wel wat verbeteren. Nu is het vaak moeilijk om oefenruimte te bespreken bij Codarts.” Die heeft de Israëlische student nodig, want in het gehorige gebouw waar

hij woont, kan hij niet steeds op de saxofoon spelen. “Ook de administratie werkt niet altijd even goed, ik moet soms achter mensen aan om cijfers aan te melden. Als je meer betaalt verwacht je toch dat dit allemaal perfect geregeld is.” Met al die buitenlandse studenten zou je bijna de Nederlandse studenten vergeten. Maar ook op die groep richt Codarts zich nadrukkelijk. Sinds vorig studiejaar werkt de dansacademie samen met de dansvakopleiding van het Koninklijk Conservatorium Den Haag onder de noemer ikworddanser.nl. Cramers: “Gezamenlijk willen we Nederlandse kinderen vanaf acht jaar enthousiast maken voor dans en ze voorbereiden op een professionele loopbaan in de internationale danswereld. We krijgen vaak de vraag of Nederlanders niet goed genoeg zijn, omdat we zo veel buitenlandse studenten hebben.” Talent is volgens Cramers niet het probleem. Het is eerder een mentaliteitskwestie. “Veel buitenlanders hebben een droom en gaan daar volledig voor, Nederlanders hebben die instelling vaak minder. Om dat te veranderen, is het belangrijk om al vroeg in Nederlandse jongeren te investeren. Zodat toptalent uit Nederland een grotere kans krijgt.”

Robert Visscher

transfer | oktober 2009 | 27


ac htergron d

h o

verzorgt

eenvij fde

van

a l l e

t wi n n i n g p roj e cte n

Twinning maakt samenwerking met Suriname makkelijker Het hoger onderwijs heeft een nieuwe potje ontdekt om samenwerking met Suriname uit te

kennisontwikkeling in het maatschappelijk middenveld. De relatie tussen Nederland en Suriname moet opnieuw worden omgeschreven, want de oude – gevormd door het Ontwikkelingsverdrag van 1975 en het Raamverdrag van 1992 – loopt dit jaar af. Vorig jaar is een speciaal subsidiefonds geopend, met daarin 12 miljoen euro. Dat bedrag moet volgens het principe van twinning worden besteed.

financieren: de twinning-subsidie van Buitenlandse Zaken. Via die faciliteit bevordert het ministerie kennisontwikkeling in het Surinaamse maatschappelijk middenveld.

Toen logopediedocent Gerda Brondijk twee jaar geleden in Suriname was, wist ze niet wat ze meemaakte. “Het hele land telde slechts twee Surinaamse logopedisten, en tijdelijk één Nederlandse. Een opleiding was er niet.” Brondijk, verbonden aan de logopedie-opleiding van de Hogeschool Rotterdam, besloot er werk van te maken. De hogeschool stelde een samenwerkingscontract op met het Instituut voor de Opleiding van Leraren (IOL) in Paramaribo. Daarin stond dat de Rotterdammers het IOL zouden gaan helpen met

het opzetten van een opleiding logopedie. Maar toen Brondijk vervolgens op zoek ging naar subsidie, liep ze tegen gesloten deuren op. “Er werd mij verteld dat reis- en verblijfkosten niet konden worden vergoed. Terwijl dat juist onze grootste kostenpost is.” Toen kwam de mogelijkheid van twinning. Dat gaf lucht in de organisatie. Suriname kampt met een groot tekort aan goed opgeleide mensen. Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft daarom besloten de nieuwe ontwikkelings­ relatie met Suriname te richten op versterking van de

Schoolmeisjes in

Foto: Ellen Kok/HH

Paramaribo.

28 | oktober 2009 | transfer

“In Suriname is over het algemeen heel weinig kennis over Latijns-Amerika aanwezig”, zegt juriste Kanhai. De nadruk ligt op het Caribische gebied, terwijl Brazilië als buurland een steeds grotere machtsfactor in de regio wordt. “Er wordt gewerkt aan een weg die Suriname en Brits en Frans Guyana verbindt met belangrijke afzetgebieden in Brazilië. Ook is er een concentratie Brazilianen in het zuiden van Suriname”, legt Kanhai uit. De Surinaamse Armoedebestrijding overheid zal volgens haar dus steeds vaker om de Twinning komt erop neer dat gelijkwaardige orgatafel zitten met overheden in Latijns-Amerika, en nisaties in het maatschappelijk middenveld een vooral met Brazilië. Kanhai: “Dan moet je wel specipartnerschap aangaan. Die samenwerking moet fieke kennis over die landen hebben.” leiden tot een kritische massa in Suriname, zodat Eerder dit jaar gaven docenten van het CEDLA in het Surinaamse middenveld op haar manier kan Suriname colleges over handelsrelaties en regionale bijdragen aan armoedebestrijding in eigen land. integratie op het Zuid-Amerikaanse continent. De faciliteit is nodig: volgens minister Koenders voor Ook zijn cursussen Spaans, Portugees en Engels Ontwikkelingssamenwerking komt de capaciteits­ inbegrepen in het programma. Kanhai en Nahar opbouw in Suriname moeilijk zijn tevens deeltijddocent aan op gang. het Instituut voor Internationale “De aanvraag is pittig, maar Betrekkingen. Econome Nahar wil Voor de logopedisten is de mogelijkheid van twinning een uitkomst. de kennis die ze tijdens het onderer zijn geen beperkingen “Om de kosten laag te houden, wijsprogramma opdoet, gebruiken konden we voorheen geen vervanin haar colleges. “De betrekkingen wat betreft doelgroepen of gers aannemen als collega’s enkele met Latijns-Amerika moeten een weken in Suriname waren om daar vast onderdeel van het onderwijs inzet van middelen" onderwijs te geven. Dan kwamen worden.” we hier in Rotterdam om van het Coordinator van het twinningprowerk”, vertelt Brondijk. Nu is de ject is CEDLA-hoogleraar Pitou ruimte voor vervangers er wel. Ook gaan nu elk van Dijck. Volgens hem onderscheidt twinning zich jaar elf studenten uit Rotterdam naar Suriname om van andere subsidiekanalen die er al zijn voor het studenten daar te helpen in praktijklessen. Want hoger onderwijs. “In dit programma gaan twee relapraktijkervaring opdoen is voor Surinaamse logopetief gespecialiseerde instituten op een hechte manier diestudenten een probleem. “Simpelweg omdat er de samenwerking aan voor een scherp omlijnde geen stageplekken zijn. Daarom hebben we nu een periode van twee jaar. Dat is volgens mij uniek.” De Poli-practicum aan het IOL zelf.” formule dwingt beide partners volgens Van Dijck Ook in hele andere hoeken van het hoger onderwijs “tot een absolute committering” om aanvraag en is twinning inmiddels een bekend begrip. Aashna uitvoering rond te krijgen. “En dat onderstreept Kanhai en Chanel Nahar volgen dankzij de subsidie, tegelijkertijd de gelijkheid van beide partners in het samen met drie andere Surinamers, een speciaal project.” onderwijsprogramma. Zowel aan het Instituut voor Handig instrument Internationale Betrekkingen van de Anton de Kom Het twinningprogramma van het ministerie van Universiteit in Paramaribo, als aan het Centrum voor Buitenlandse Zaken staat niet alleen open voor het Studie en Documentatie Latijns-Amerika (CEDLA) van hoger onderwijs, maar is toegankelijk voor het hele de Universiteit van Amsterdam. Het twinningproject maatschappelijk middenveld. Toch tonen de eerste moet het onderwijs over Latijns-Amerikaanse vraagtwee indienrondes dat veel Nederlandse hogeronderstukken bij het instituut in Paramaribo versterken.

transfer | oktober 2009 | 29


A G E N D A

Making ends meet – Innovative ways of funding international students is de titel van een gezamenlijk seminar van de Academic Cooperation Association (ACA) en het Swedish Institute op 15 oktober in Stockholm. Meer informatie en aanmelden op www.aca-secretariat.be

Dichtgetimmerde subsidiesystemen Tijmen van Grootheest, directeur van de Gerrit Rietveld Academy, denkt dat de nadruk op capaciteitsopbouw de reden is dat het hoger onderwijs zo goed is vertegenwoordigd in het twinningprogramma. Maar hij vermoedt ook dat hogeronderwijsinstellingen met twinning eindelijk de mogelijkheid hebben om door het dichtgetimmerde subsidiesysteem heen te breken. “Wij zijn in de uitgaven voor dit soort internationale projecten beperkt. Daar wordt heel precies naar gekeken sinds de hbofraude”, legt Grootheest uit. Het twinningproject van de Gerrit Rietveld Academy heeft als doel het kunstonderwijs aan de Nola Hatterman Art Academy in Suriname te versterken, vooral op het gebied van video en conceptueel denken. “In schilderen zijn ze daar heel goed, maar met kennis over theorie en nieuwe media lopen ze erg achter”, zegt Grootheest. De Gerrit Rietveld Academy wil vijf talentvolle studenten selecteren die, na een voorbereidende opleiding van twee jaar aan de Nola Hatterman Art Academy, naar Nederland komen om verder te studeren en zich uiteindelijk voor te bereiden op een docentschap in Suriname. “Zo kan het kunstonderwijs daar langzaam opgetild worden naar een hoger niveau.”

over h ei d

sta at

op

afstan d

Comenius, Erasmus, Leonardo da Vinci en Grundtvig staan centraal bij een conferentie in het kader van de Europese dag voor een Leven Lang Leren, op 3 november in Groothandelsgebouw Engels in Rotterdam. Meer informatie op www.na-lll.nl/actueel/seminar-internationalisering-werkt/

november

2009

De internationale conferentie 2009 van de International Association of Universities wordt van 4 tot en met 6 november gehouden in Louaize, Libanon. Het thema is The Role of Higher Education in Fostering a Culture of Inter-Cultural Dialogue and Understanding. Meer informatie en aanmelden op www.unesco.org/iau/conferences/Lebanon2009/ DAIR, vereniging van mensen die vakmatig informatie over het hoger onderwijs verzamelen en analyseren, organiseert op 4 en 5 november het seminar Grenzeloos over Internationalisering in het hoger onderwijs, internationale rankings & innovatie en valorisatie van onderzoek. Meer informatie en aanmelden op www.dair.nl/seminar13 Nog een nieuwe Nuffic-cursus, Internationale partnerships, institutionele samenwerkingsprogramma’s en financiering vindt plaats op 5 en 6 november in Den Haag. Meer informatie en aanmelden op www. nuffic.nl/cursussen

Evert-jan Quak

Een bezoek aan Madurodam, de Tweede Kamer of het Mauritshuis behoort tot de mogelijkheden op de Dag van de Internationale Student, ofwel DIS. Die is dit jaar op 7 november in het World Forum Den Haag. Ook zijn er allerhande lezingen en workshops en kunnen buitenlandse studenten elkaar ontmoeten. Meer informatie, o.a. over aanmelden op www.dis2009.nl De Nuffic organiseert op 12 en 13 november een introductiecursus Immigratieprocedures voor buitenlandse gastdocenten en wetenschappelijk onderzoekers. Op 19 november is een cursus over Diplomawaardering en gebruik van de Nuffic-landenmodules. Beide in Den Haag. Meer informatie en aanmelden op www.nuffic.nl/cursussen

Minister Koenders in Suriname.

i n

t wi n n i n g p ro g ram ma

Het twinningprogramma Suriname-

uit Berenschot in Nederland en Nikos in

bewaakt de voortgang en kan interveniëren

Nederland loopt via een tender­

Suriname. In twee indienrondes, in 2008

bij problemen. Voor organisaties is er de

procedure. De overheid staat dus op een

en 2009, zijn in totaal 337 subsidieaan-

mogelijkheid om voor een beperkt bedrag

afstand. Voortgang en kwaliteit van de

vragen binnengekomen. Daarvan zijn 105

hulp te krijgen bij het vinden van een

aanvragen worden bewaakt door de

projecten, voor in totaal 12 miljoen euro,

geschikte partner. Meer informatie over het

Uitvoeringsorganisatie Twinningfaciliteit

goedgekeurd. Elk goedgekeurd project heeft

programma op www.utsn.nl. (EjQ)

Suriname Nederland (UTSN), die bestaat

een monitorings­adviseur vanuit UTSN. Die

Quality in the internationalization of higher education staat centraal bij een Executive Forum van de EAIE en CHE Consult op 27 november in Malmö, Zweden. Meer informatie en aanmelden op www.eaie.org Zie ook www.transfermagazine.nl/nieuws/agenda

Fairs Meer informatie via fairs@nuffic.nl International Education Fair Moskou 10 okt St. Petersburg 11 okt www.iciep.ru

European Education Fair Turkey @ IEFT Ankara 18 okt Istanbul 24 – 25 okt www.ieft.net

30 | oktober 2009 | transfer

2009

Op 22 en 23 oktober geeft de Nuffic in Den Haag een nieuwe cursus: Beleidskader internatio­­na­ lisering. Meer informatie en aanmelden op www.nuffic.nl/cursussen

Zonder het twinningprogramma zou het lastig zijn geweest om dit project uit te voeren. Grootheest ving bot bij diverse fondsen voordat hij aanklopte bij de twinningfaciliteit Suriname-Nederland. “De aanvraag is pittig, maar twinning legt tenminste geen beperkingen op ten aanzien van doelgroepen of inzet van middelen. Ik denk dat het hoger onderwijs deze nieuwe mogelijkheid met beide handen aangrijpt om gestalte te geven aan het internationaliseringsbeleid.” De twinningfaciliteit Suriname-Nederland wordt volgend jaar geëvalueerd. Daarna maakt minister Koenders bekend of het ministerie van Buitenlandse Zaken het programma voortgezet. Ook wordt dan duidelijk of de minister het programma wil uitbreiden naar andere landen waarmee Nederland een bilaterale ontwikkelingsrelatie heeft.

Foto: Edward Troon/ANP

wijsinstellingen twinning als een handig instrument zien voor bekostiging van hun projecten in Suriname. Eenvijfde van de in totaal 105 goedgekeurde projecten is gerelateerd aan het hoger onderwijs. Zo wil het Conservatorium van Amsterdam samen met de Nationale Volksmuziekschool in Suriname de blaascultuur in Suriname een oppepper geven. Het Universitair Medisch Centrum Groningen zet een surveillancesysteem op voor dengue-controle in Suriname, in samenwerking met het Academisch Ziekenhuis Paramaribo.

oktober

China Education Expo (CEE) Beijing 17 – 18 okt Wuhan 21 okt Shanghai 24 – 25 okt Chengdu 28 okt Guanghzou 31 okt – 1 nov www.chinaeducationexpo.com

EHEF Bangkok 2009 Thailand 30 okt – 1 nov www.ehef-bangkok09.org

Holland Education Fair Yogyakarta 10 nov Bandung 12 nov Jakarta 14 – 15 nov Makassar 17 nov

Europosgrados Mexico City Monterrey

21 – 22 nov 25 nov

www.europosgrados.org

Facon Education Fair – KL Maleisië 12 – 13 dec www.faconex.com

www.nesoindonesia.or.id

transfer | oktober 2009 | 31



Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.