Transfer 4 (maart/april 2015)

Page 1

t rans fe r

4

vakblad over internationalisering in het hoger onderwijs

interview

Jindra Divis: ‘Standaard Engels vanaf groep 1’ reportage

Pre-Academic Experience verrijking voor beide kanten achtergrond

Missie in Canada: meer evenwicht in mobiliteit

Internationaliseren van 4 tot 24 jaar

maart / april 2015


2

inhoud

Global Perspectives ralph rozema

rrozema@epnuffic.nl

In de trein bij Hilversum vormen ze soms een

opmerkelijk groepje: leerlingen die net uit school komen

en in rap Engels met elkaar

24

aan het kletsen zijn. Ze zijn onmiskenbaar Nederlands,

maar spreken Engels alsof het

hun moedertaal is. En het plezier spat er vanaf.

Nederland kent inmiddels meer dan honderd tweetalige vwo-opleidingen. Die bereiden hun leerlingen voor op een vervolgopleiding in het hoger onderwijs, waarbij Engelse taalvaardigheid en internationalisering vanzelfsprekend zijn.

Verscheidene middelbare scholen in Nederland geven Global Perspectives, een vak dat is ontwikkeld door de

Meer stages voor internationals Buitenlandse studenten willen graag stage lopen in

Nederland. Taal- en cultuurverschillen maken dat soms moeilijk, maar ook wetgeving zit wel eens in de weg.

University of Cambridge, compleet met opdrachten als het schrijven van een academic paper.

Relatief nieuw is dat middelbare scholen samenwerken

met universiteiten om de leerlijn op elkaar af te stemmen. In Maastricht krijgen leerlingen uit het voortgezet

onderwijs een onderdompeling in het Engelstalige

academische leven, ze volgen college en krijgen coaching van internationale studenten voor een Engelstalig paper.

De voorbeelden van samenwerking tussen het voortgezet en hoger onderwijs zijn veelbelovend. Maar er zijn ook

nog veel hordes te overwinnen, betogen betrokkenen in

26

dit nummer van Transfer. Jindra Divis pleit voor een betere

afstemming tussen primair, voortgezet en hoger onderwijs bij internationalisering. Leerlingen moeten er vroeg mee

in aanraking komen, dan gaat het speels en bijna vanzelf. En internationalisering moet er niet alleen zijn voor een selecte groep, betoogt hij, maar voor alle leerlingen.

Bij universiteiten en hogescholen gaan de ontwikkelingen snel. Soms zijn de afstanden klein: in de grensregio’s

heeft internationalisering een eigen gezicht, zoals de

internationale Fontys-campus in Venlo laat zien. Verder

Internationalisation at home Studenten in Tilburg en Lima houden samen

videoconferenties. "Het is een internationale ervaring die je bij zal blijven."

in dit nummer het voorbeeld van Canada waar tal van Nederlandse instellingen al partners hebben. Maar de

uitwisseling van studenten is niet in balans. In mei brengt een grote onderwijsmissie een bezoek aan Canada om de samenwerking te versterken.

rubrieken

4 — nieuws  13 — opinie De verankering van Bologna  17 — aanpakken Emiel de Groot, coördinator internationalisering VH  30 — column Chris Wind over huisvesting van internationale studenten  31 — sorry? pardon! Cultuurschok in Kazachstan

Transfer, een onafhankelijk vakblad voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs en onderzoek, is een uitgave van EP-Nuffic en verschijnt zes keer per jaar.  Redactie­ ­— Ralph Rozema (hoofdredacteur), Ralph Aarnout, Els Heuts en Annelieke Zandvliet  Aan dit nummer werkten mee­ ­— Leonard van der Hout, Martine Postma, Chris Wind en Rineke Wisman.  Redactieraad­ ­— Ries Agterberg (DUB), Sebastiaan den Bak (Neth-ER), Klaartje van Genugten (Zuyd Hogeschool), Roos Hogenkamp (Tilburg University), Leonard van der Hout (Hogeschool van Amsterdam) en Erwin Ploeger (Unesco-IHE).  Vormgeving en lay-out­ ­— Sabrina Luthjens BNO en Christina Schürmann (www.makingwaves.nl)  Druk­ ­— Drukkerij Verloop, Alblasserdam  Abonnementen­ ­— aanmelden (gratis), opzeggen of wijzigen via www.nuffic.nl/transfer.  Overname artikelen­­— het overnemen en vermenigvuldigen van artikelen uit Transfer is slechts geoorloofd na schriftelijke toestemming van de redactie.  Contact met de redactie­­— via transfer@epnuffic.nl of www.nuffic.nl/transfer. Transfer 5, jaargang 22, verschijnt op 14 mei 2015. Foto omslag: iStock


3

focus

Onderwijsbreed internationaliseren Internationaliseren van 4 tot 24 jaar. Fusie-organisatie EP-Nuffic heeft samenwerking tussen funderend en hoger onderwijs als speerpunt.

10

18

14

Jindra Divis werkt

Ze krijgen een onderdom-

Voor het eerst zijn Orange

internationalisering. Als

leven. Leerlingen van

voor alle onderwijssectoren.

al jarenlang aan

directielid van EP-Nuffic pleit hij voor een betere

aansluiting van de onderwijs­ sectoren. “Al het onderwijs moet zijn ingebed in een internationale mindset.”

Carpet Awards uitgereikt

peling in het universitaire

In het hoger onderwijs

een middelbare school in

ging de prijs naar het Global

Maastricht volgen college

Exchange Ambassador

in het Engels en krijgen

Programme van de

tutorials van buitenlandse

Universiteit van Amsterdam..

studenten.

20

27

Onderwijsmissie naar Canada

Internationaliseren in de grensregio

Zeventig jaar na de bevrijding gaat een

Veel Duitse studenten studeren net over de grens

naar Canada. Het doel: bestaande contacten

studieklimaat? Een reportage vanaf de

grote delegatie onderwijsbestuurders eind mei verstevigen en nieuwe samenwerking opstarten.

in Venlo. Hoe krijg je dan een internationaal Fontys International Campus.


4

nieuws

Foto: EP-Nuffic

dertig nieuwe ambassadeurs

Deel je enthousiasme, maar wees ook eerlijk over eventuele nadelen van studeren in Nederland. Dat was een van de lessen die dertig internationale studenten meekregen tijdens hun training als Study in Holland Ambassador bij EP-Nuffic. Met hun persoonlijke ervaringen zijn buitenlandse alumni de beste reclame die het Nederlandse hoger onderwijs zich kan wensen, is het idee. Nieuwe groepen internationals staan al klaar om de training te volgen.

Onenigheid over gevolgen bursalenstelsel voor mobiliteit Leidt de invoering van een bursalenstelsel tot meer promovendi uit het buitenland, of juist minder? Die discussie is opgelaaid door de aankondiging van een experiment met student-promovendi. Minister Bussemaker kondigde in februari aan dat universiteiten de komende acht jaar tweeduizend promovendi een beurs mogen geven, in plaats van een salaris met bijbehorende sociale premies. Zo kunnen zij meer onderzoekers opleiden, die bovendien sneller promoveren doordat ze geen onderwijstaken krijgen. Met de invoering van een derde cyclus in het hoger onderwijs – na de bachelor en de master – wordt de situatie in Nederland beter vergelijkbaar met dat in de omringende landen. Dat vergroot ook de aantrek-

maart/april 2015 | transfer

kingskracht, zo redeneert de minister. Eerder adviseerde de Raad van State haar juist het bestaande stelsel in tact te laten, omdat het aantrekkelijk zou zijn voor buitenlandse promovendi. Een flink aantal medezeggenschapsraden en promovendi-organisaties plaatst in een brief aan universiteitsbestuurders ook vraagtekens bij de bewering dat promotieonderwijs tot meer internationale mobiliteit en erkenning in het buitenland leidt. Het huidige aio-stelsel wordt internationaal hoog gewaardeerd en andere landen overwegen juist het bursalenstelsel op te heffen, zo schrijven zij. Verschillende universiteiten hebben al laten weten niet mee te doen aan het experiment.  (RA/AZ)


5

Afrikaanse universiteiten vormen alliantie Vijftien universiteiten uit acht landen in Afrika gaan samenwerken in de African Research Universities Allicance (ARUA). Dat maakten zij begin maart bekend tijdens een top over hoger onderwijs in Afrika. Hun belangrijkste doel is om onderzoek in dit werelddeel te verbeteren. Zes universiteiten uit Zuid-Afrika doen mee: Witwatersrand, Kaapstad, Stellenbosch, Pretoria, KwaZulu-Natal en Rhodes University. Nigeria is vertegenwoordigd met de universiteiten van Lagos, Ibadan en Obafemi Awolowo University. De overige universiteiten zijn die van Ghana, Rwanda, Nairobi (Kenia), Dar es Salaam (Tanzania), Makerere University (Oeganda) en Université Cheikh Anta Diop (Senegal). “Het is de bedoeling om onze expertise te bundelen

en zo complementaire en samenhangende onderzoeks- en onderwijsprogramma’s tot stand te brengen”, aldus Max Price van de Universiteit van Kaapstad, een van de initiatiefnemers en voorzitter van ARUA, “waarbij ook de voornaamste prioriteiten voor de ontwikkeling van Afrika aandacht krijgen.” De eerste activiteiten van ARUA zullen bestaan uit het opzetten van gezamenlijke onderzoeks­ projecten voor medewerkers van de universiteiten en het organiseren van een symposium waar promovendi hun onderzoek kunnen presenteren. Daarnaast komt er een capaciteits­ opbouwprogramma om de vaardigheden van onderzoeksleiders en hun medewerkers te verbeteren.  (AZ)

Hoeveel studenten wonen in Hotel Mama? Percentage studenten dat bij de ouders woont

De meerderheid van de Italiaanse studenten woont bij de ouders. In Nederland woont ruim een derde van de studenten thuis.

33.255

De meerderheid van de Finse studenten woont met partner/kinderen.

Zoveel deelnemers schreven zich in voor de online introductiecursus Nederlands van de Rijksuniversiteit Groningen die deze maand van start ging. De cursus beslaat drie weken en is bedoeld voor iedereen die voor werk, studie of plezier Nederlands wil leren.

75%

36%

4%

Bron: Eurostudent

maart/april 2015 | transfer


6

nieuws

De beurs van…

Masterlening Erasmus+ komt in zicht

jean d’amour (29)

master management of development, wageningen ur`

Je werkt bij de Genocide Widows Association in Rwanda. Wat doen jullie?

“Direct na de genocide richtten wij ons op wederopbouw, recht en sociale integratie. Inmiddels verlenen we vooral medische en psychische hulp, en helpen we vrouwen hun economische positie te versterken. Vrouwen hebben een sterke positie in Rwanda. 64 Procent van de parlementariërs is vrouw, bijvoorbeeld. Dat is driemaal zoveel als het wereldwijde gemiddelde.”

Waarom is gender-gelijkheid zo belangrijk voor jou?

“In veel Afrikaanse landen werken vrouwen harder dan de meeste mannen, en in conflictgebieden zijn vrouwen het meest kwetsbaar. Die ongelijkheid beïnvloedt hele families op een negatieve manier. Tijdens de genocide zijn mijn vader en veel familie en vrienden omgekomen. Ik heb veel weduwen en wezen begeleid en veel verdriet en frustratie gezien. Dat is een grote motivatie om dit werk te doen.”

Wat wil je bereiken?

“Met wat ik in Nederland leer, wil ik een bijdrage leveren aan mijn land. Daarna wil ik mijn kennis delen met andere landen. Een stabiel politiek klimaat en inspirerend leiderschap zijn de basis voor vrede. Gelijkheid is het belangrijkste dat er is om te voorkomen wat er in mijn land gebeurd is. Geen mens is superieur aan een ander.”  (RW) maart/april 2015 | transfer

Foto: Guy Ackermans

Jaarlijks komen honderden studenten, promovendi en cursisten uit ontwikkelingslanden naar Nederland met een beurs uit de Netherlands Fellowship Programmes. Wie zijn zij en wat doen zij?

Het Europees Investeringsfonds heeft de leenfaciliteit van Erasmus+ een stap dichterbij gebracht. Financiële instellingen kunnen zich daar nu aanmelden als zij leningen willen verstrekken aan studenten die in een ander Europees land een master willen doen. Waarschijnlijk is het vanaf komende zomer mogelijk om zo’n lening aan te vragen. Naar verwachting zullen niet veel Nederlandse studenten gebruik gaan

maken van de masterlening. De voorwaarden van de meeneembare studie­ financiering zijn namelijk gunstiger, ook als de basisbeurs verdwijnt. Maar de leenfaciliteit kan het wel aantrekkelijker maken voor andere Europese studenten om hier een masteropleiding te komen doen. De Europese Commissie schat dat er tot 2020 in totaal 200.000 leningen kunnen worden verstrekt in het kader van Erasmus+.  (AZ)

Peru en Nederland versterken onderwijsband Het ministerie van Onderwijs van Peru en EP-Nuffic zijn een vierjarige overeenkomst aangegaan om samenwerking in het hoger onderwijs tussen beide landen te intensiveren. Dit gebeurt door de banden tussen Peru en Nederland te versterken en kennis te delen. Op deze manier wordt ook de kenniseconomie in beide landen gestimuleerd. Beide partijen zetten zich in om via

deze overeenkomst de mobiliteit van studenten, docenten en onderwijspersoneel te ondersteunen en verder te promoten. Daarnaast worden good practices uitgewisseld op het gebied van promotie van internationale uitwisselingen. Jaarlijks zijn er meer dan honderd Peruaanse studenten in Nederland en tientallen Nederlandse studenten studeren in Peru.  (RR)

Run op Deense stufi door EU-studenten Het aantal EU-studenten dat Deense studiefinanciering krijgt is in enkele jaren tijd vertienvoudigd. Dat meldt University World News. In 2012 ging het nog om 441 personen. Na een uitspraak van het Europees Hof van Justitie explodeerde dat in 2014 tot ruim 4.600. De Deense overheid moet volgens het hof beurzen verstrekken aan EU-studenten die als werknemer of zelfstandige geld verdienen in Denemarken voordat zij aan een opleiding beginnen. Voor arbeidsmigranten uit EU-lidstaten geldt

immers het beginsel van gelijke behandeling. De uitspraak leidde tot bezorgdheid over het voortbestaan van het Deense studiefinancieringsstelsel, dat volgens de OESO het gunstigste ter wereld is. Studenten ontvangen een jaar lang omgerekend bijna 800 euro per maand. Bovendien hoeven ze geen collegegeld te betalen. Studeren in Denemarken kan ook een aantrekkelijke optie zijn voor Nederlanders die straks geen basisbeurs meer ontvangen.  (AZ)


Foto: Stenden

7

Hotelschool Stenden krijgt als eerste Europees certificaat International Hospitality Management van Stenden Hogeschool is de eerste opleiding in Nederland met een Certificate for Quality in Internationalisation. Dat is de Europese variant van het Bijzonder Kenmerk Internationalisering (BKI). De opleiding was een van de twaalf deelnemers aan een pilot van het European Consortium for Accreditation (ECA). Ook instellingen uit Finland en Frankrijk, een faculteit uit Spanje en opleidingen uit Duitsland, Oostenrijk, Polen, Kroatië, Slovenië en Frankrijk deden mee. Elf daarvan behaalden het certificaat.

Stenden wilde een Bijzonder Kenmerk Internationalisering (BKI) voor de opleiding aanvragen en hoorde toen over de pilot, vertelt Prue Nairn, teamleider bij de Stenden Hotel Management School. “Dat leek ons een geweldige kans. Het is bijzonder om je met andere instellingen in Europa te kunnen meten.” En dat pakte erg goed uit, constateert ze trots: “Uit het rapport bleek dat we echt aan de top zitten. Voor de opleiding is het fijn om te weten dat we op de goede weg zijn en het is een mooie erkenning voor mijn team.” Nairn is vooral

blij dat de aspecten ‘internationaal en intercultureel onderwijs’ en ‘doceren en leren’ als excellent werden beoordeeld. “Want dat is toch de kern van wat we doen.” Hoe belangrijk het Europese certificaat voor de buitenwereld is, moet nog blijken. Maar Nairn denkt dat potentiële studenten en hun ouders er wel waarde aan zullen hechten, evenals het werkveld. “In het buitenland zegt dit meer dan de nationale certificering.” De Nederlands-Vlaamse accreditatieorganisatie (NVAO) blijft het BKI wel toekennen, zegt beleidsmedewerker Axel Aerden. De universiteiten van Wageningen en Maastricht hebben het weten te bemachtigen voor de hele instelling. Daarnaast zijn er inmiddels 37 opleidingen met een BKI, waarvan 14 aan een hogeschool. Of die automatisch ook het Europese certificaat krijgen, is nog niet zeker. “Dat zou ideaal zijn”, zegt Aerden, tevens coördinator van het project CeQuInt (Certificate for Quality in Internationalisation). “Maar daar kunnen we niet zonder onze Europese partners over beslissen.” In april wordt dit besproken. Cruciaal is daarbij het verschil, dat een opleiding het BKI al kan krijgen bij voldoende kwaliteit, terwijl voor het Europese certificaat is het oordeel ‘goed’ of ‘excellent’ nodig is.  (AZ)

cv universityworldnews

Kofi Annan – universities outside Africa can play imp role in partnerships, can work tog on research, offer grants train yng profs #AHES2015 Mocht er ruimte overblijven, dan eventueel ook deze: joep houterman@joephouterman

Oproep @Jan_Anthonie: Wij rusten niet voordat iedereen in onderwijs internationale ervaring heeft gehad! #EpNufficCongres hear hear!

en

u -b e r z

beurs

deadline

start studie/onderzoek

Rusland, studie

20 apr

dec 2015

Rusland, zomerbeurs

7 mei

1 jul 2015

Japan, studie en onderzoek

20 jun

apr / okt 2016

Duitsland, kort onderzoek

20 jul

vanaf jan 2016

Meer informatie op www.wilweg.nl/cv

maart/april 2015 | transfer


8

nieuws

Meer buitenlandse studenten bij universiteiten

Foto: Cees Elzenga / Hollandse Hoogte

De opening van het academisch jaar van de Twentse faculteit ITC.

Dat er dit studiejaar meer buitenlandse studenten in Nederland zijn, is volledig toe te schrijven aan de universiteiten. Bij de hogescholen daalde hun instroom een beetje. Dat stelt EP-Nuffic vast. Voorlopige cijfers die de Vereniging Hogescholen in het najaar naar buiten bracht, leken te duiden op

een halvering van het aantal internationale inschrijvingen. Maar de ongerustheid destijds was onterecht, zegt Eric Richters van EP-Nuffic. “Het aantal nieuwe buitenlandse studenten in het hbo nam af met 58, slechts 0,2 procent. En het wordt waarschijnlijk nul als we meer weten over de groep waarvan de oorsprong nu nog niet bekend is.” Het aantal nieuwe inschrijvingen van buitenlandse studenten aan universiteiten steeg met bijna 2.300, ofwel ruim 7 procent ten opzichte van 2013–2014. Uit de cijfers blijken grote verschillen binnen zowel het hbo als het wo. Hogeschool Zeeland en Hotelschool Den Haag zagen het aantal buitenlandse studenten met 15 procent toenemen, de TU Eindhoven kreeg er zelfs meer dan een kwart bij. Maar drie hogescholen noteerden een daling van de internationale instroom met meer dan 10 procent. Ook was er bij twee universiteiten sprake van een lichte afname. In Nijmegen, waar zowel hogeschool als universiteit sprake minder buitenlandse studenten trokken, wordt de komst van Hochschule Rhein Waal als mogelijke oorzaak genoemd.  (AZ)

Drie Nederlandse universiteiten topscorers in internationalisering Nederlandse universiteiten scoren goed in de ranglijst voor internationalisering van U-Multirank. De universiteiten van Delft, Eindhoven en Wageningen behalen de hoogste score op alle onderzochte aspecten van instellingsbrede internatio­nalisering. De ranglijst bevat 237 universiteiten van over de hele wereld waar ten minste 7,5% van de studentenpopulatie uit het buitenland komt. Slechts 27 instellingen halen op alle onderzochte aspecten de hoogst haalbare score. In totaal komen negen Nederlandse universiteiten voor op de ranglijst. De instellingsbrede internationalisering wordt beoordeeld op vier aspecten: studentenmobiliteit, stafmobiliteit, gezamenlijke internationale publicaties en internationale promoties. “Op alle kenmerken de hoogste score halen voor internationale oriëntatie is een opmerkelijke prestatie,” aldus

maart/april 2015 | transfer

Frans van Vught, een van de projectleiders van U-Multirank. “Slechts weinig instellingen zullen dit ooit bereiken.” De lijst met 27 topscorers is opmerkelijk divers. Grote, brede universiteiten staan naast kleine gespecialiseerde en instellingen met een lange historie naast relatieve nieuwkomers. U-Multirank beoordeelt niet alleen de internationalisering van instellingen als geheel, maar ook in afzonderlijke vakgebieden. Tilburg University haalt de hoogst mogelijke score in de ranking van Business studies; de universiteiten van Delft en Eindhoven scoren goed in Electrical engineering, Mechanical engineering en Physics. In die laatste categorie is ook de universiteit van Groningen vertegenwoordigd.  (RA)


9

Afrikaanse dansfilm dankzij NFP-trainingen

Foto: Cinedans

Op het Cinedans Festival in het EYE Filmmuseum in Amsterdam ging op 14 maart de dansfilm Son du Serpent in première. Het is een opmerkelijke spin-off na de toekenning van twee Tailor-Made Trainingen van NFP aan een dansgroep in het West-Afrikaanse Benin. De film Son du Serpent van Feri de Geus en Tami Ravi stelt seksueel geweld aan de kaak. Twaalf dansers van de Compagnie Walô hebben samen met de Nederlandse organisatie Le Grand Cru, die internationale dansproducties begeleidt, een week op verschillende locaties in de hoofdstad Cotonou de scènes gedraaid. Le Grand Cru traint choreografen om door dans een verhaal te kunnen vertellen. Meestal komen aanvragen voor Tailor MadeTrainingen, die deel uitmaken van de Netherlands

Fellowship Programmes (NFP), van onderwijsinstellingen of overheden. “Het is uitzonderlijk dat een dansgroep een training krijgt toegewezen, hier werkt het prima”, zegt Luuk Bosma van de afdeling beurzen en subsidies van EP-Nuffic. “Ze worden beter in choreografie en met hun optredens op scholen bereiken ze een groot publiek.” De voorstellingen van Compagnie Walô hebben een sociale boodschap, in dit geval het voorkomen van seksueel geweld. Benin geldt als een door mannen gedomineerde samenleving waarin geweld veel voorkomt. Een flits uit een optreden dat is opgenomen op video. Op het toneel probeert een man een vrouw te verkrachten. En dan gebeurt er iets vreemds: de honderden leerlingen van een school die eromheen staan, beginnen te joelen, de man moet harder toeslaan. Dan onderbreken de spelers de show. De vrouw pakt de microfoon: “Je lacht, maar waarom eigenlijk?” Er ontstaat een gesprek met de kinderen. “Hier heerst een soort trots dat je dominant kan zijn over iemand anders”, zegt de trainer achteraf. “Ze vinden dat geweld er vanzelfsprekend bij hoort. Dat stelt deze voorstelling aan de kaak.” Na een korte pauze pakken de spelers de voorstelling weer op. De groep geeft ook voorstellingen over andere thema’s, soms opnieuw met een Nederlands tintje. Zo was er een opmerkelijke samenwerking in Benin tussen Compagnie Walô en drinkwaterbedrijf Brabant Water. Die leidde tot voorstellingen over een groot water- en sanitatieprogramma.  (RR)

enda ag

datum

organisator

evenement

locatie

meer informatie

16 apr

DHENIM en PIE

Seminar over marketing en werving in Afrika

Utrecht

www.pieonline.nl/pie-agenda

16 apr

EP-Nuffic

Cospa-dag

Utrecht

www.nuffic.nl/cospa

7 mei

EP-Nuffic

Netwerkwerkdag Mobstacles Studie

Utrecht

www.nuffic.nl/nieuws/ agenda/evenementen-innederland/netwerkdagmobstacles-studie

24–29 mei

NAFSA

Annual conference

Boston

www.nafsa.org/Attend_ Events/

maart/april 2015 | transfer


10

onderwijsbreed internationaliseren

jindra divis, directielid van ep-nuffic

‘Laat heel het onderwijs ­werken aan een internationale mindset’

maart/april 2015 | transfer


11

Door de fusie van ‘zijn’ Europees Platform met de Nuffic krijgt Jindra Divis na negen jaar weer te maken met internationalisering in het hoger onderwijs. Hij bepleit meer aandacht voor doorlopende leerlijnen. “Je kunt niet zeggen: de

Foto: Henriette Guest

wereld internationaliseert pas vanaf 18 jaar.” In 2006 verliet hij de Nuffic om directeur te worden van het Europees Platform. “Mensen zeiden toen: jij komt hier zeker om ons te laten fuseren met de Nuffic”, herinnert Jindra Divis zich. Een fusie leek hem destijds ondenkbaar. “De wereld van het funderend onderwijs en die van het hoger onderwijs leken toen zó ver uit elkaar te liggen.” Sinds januari is Divis terug aan de Kortenaerkade in Den Haag, als vicevoorzitter van de directie van EP-Nuffic. De eerste maanden was hij vooral druk met interne zaken, vertelt hij. Maar binnenkort maakt Divis een rondje langs universiteiten en hogescholen om te horen wat daar tegenwoordig speelt op het gebied van internationalisering. Zijn eigen carrière begon in het hoger onderwijs, vertelt Divis. Hij was docent aan de Universiteit Leiden bij Geschiedenis en Ruslandkunde. “Ik deed onder meer onderzoek naar het bolsjewisme. Toen die vermaledijde Muur viel, dacht ik: ik wil naar buiten.” Divis hoefde niet lang na te denken toen de Nuffic op zoek bleek naar een Oost-Europadeskundige. Als een soort hoofd consultancy bij de afdeling Diplomawaardering ging hij veel op reis naar landen als Oekraïne, Bulgarije, Letland en Tsjechië. Hij hielp daar kwaliteitszorg- en accreditatie­ systemen opzetten.

Aanvankelijk stond de instelling centraal bij internationalisering, zegt Divis. “Maar langzamerhand gaan we toe naar een ander perspectief. Het is de bedoeling dat leerlingen en studenten internationale en interculturele competenties opdoen, om zich in de globaliserende wereld te kunnen redden. Daar moet elke sector iets aan bijdragen. Te beginnen vanaf groep 1.” Kinderen komen immers al jong in aanraking met andere culturen, legt hij uit. “In de klas, bij de moskee om de hoek. Je kunt niet zeggen: de wereld internationaliseert pas vanaf 18 jaar. Internationalisering in het basisonderwijs is eigenlijk het doorbreken van je eigen cultuurbarrières. Het gaat om een mindset. Daarnaast is taal een heel belangrijk instrument. Hoe vroeger je een taal leert, hoe beter, weten we. Daarom stimuleert EP-Nuffic ‘vroeg vreemdetalenonderwijs’: Engels, of heel soms een andere taal, vanaf groep 1.” Als het aan Divis ligt, zal de term ‘vroeg vreemdetalenonderwijs’ (vvto) snel verdwijnen en wordt het aanleren van een tweede taal op jonge leeftijd de standaard. Nu loopt het niveau van het Engels bij kinderen die de basisschool verlaten, sterk uiteen. “Dat is jammer”, vindt Divis, “want dan moet het voortgezet onderwijs vaak bij nul beginnen.”

Onontwarbaar web

Hier komen ‘doorlopende leerlijnen’ om de hoek kijken; een term die EP-Nuffic graag gebruikt als wordt gevraagd naar de voordelen van de fusie. ‘De theorie klinkt goed’, schreef internationaliserings­ expert Els van der Werf hierover in de vorige Transfer. ‘Als we van basisschool tot universiteit gecoördineerd aan internationalisering gaan werken, gaan er meer studenten naar het buitenland en leren ze daar meer van.’ Maar in de praktijk blijken kennis en vaardigheden van nieuwe studenten op allerlei vlakken enorm te verschillen, merkte Van der Werf op. ‘Dus zijn we voortdurend bezig aansluitingsproblemen op te lossen. Internationalisering heeft daarbij, hoe jammer ook, geen prioriteit.’ Divis kent de opinie van Van der Werf en hoopt dat zijn organisatie haar zal kunnen verrassen. Hij

Om aan te tonen dat de tijd anno 2015 wel rijp was voor een fusie van het Europees Platform en de Nuffic, schetst Divis de geschiedenis van internationalisering in het onderwijs. Hoe dat thema in de jaren ’70 ontstond vanuit de wens om de kwaliteit te verhogen; het hoger onderwijs wilde behalve onderzoek nu ook het onderwijs benchmarken met buitenlandse instellingen en andere onderwijssystemen. En hoe daar in de jaren ’90 een tweede reden bij kwam: globalisering. Divis ziet globalisering als 'een wereld die tegelijkertijd groter en kleiner wordt'. "Een bijna onontwarbaar web van wederzijdse afhankelijkheden en ook conflicten. Internationalisering was daar een bewust antwoord op, ook in het primair en voortgezet onderwijs.”

Inpassen

maart/april 2015 | transfer


12

begrijpt dat er andere prioriteiten zijn dan internationalisering. Maar het gaat hier om een dimensie die je over het bestaande onderwijs heen legt, benadrukt Divis. Bij ‘Onderwijs 2032’, de landelijke discussie over hoe het funderend onderwijs er in de toekomst moet uitzien, wordt dat ook de insteek van EP-Nuffic. “Internationalisering is niet iets extra’s, zoals aandacht voor pesten of obesitas. Je kunt internationale projecten inpassen in bestaande vakken. Onderwijs dat niet is ingebed in een internationale mindset, doet studenten en leerlingen tekort.”

Een aardrijkskundeleraar in het voortgezet onderwijs kan dat nog wel.”

Voor- en nazorg

Naast tto kent het voortgezet onderwijs Elos, een onderwijsconcept met nog meer internationalisering. En er zijn internationale pre-university streams, zoals het in Cambridge ontwikkelde Global Perspectives [zie pagina 14]. Divis is niet bang dat studenten niet meer te porren zijn voor een periode in het buitenland na zoveel internationalisering in het voortgezet onderwijs. “Per jaar gaan 25.000 leerlingen de grens Missiewerk over voor uitwisselingen van twee weken. Dat is Leraren spelen een cruciale rol in die visie. iets anders dan een buitenlandverblijf van drie of zes Lerarenopleidingen, waarmee het Europees Platform maanden. Je ziet dat studenten dat sneller doen, als ze altijd al veel contact had, blijven daarom een belangdaar als leerling al aan hebben kunnen ruiken.” rijk focuspunt voor EP-Nuffic. In het strategisch plan Bovendien is de kans dan groter dat hun internatio­ voor de organisatie worden alleen nale competenties toenemen, zo lerarenopleidingen als specifieke wijst onderzoek uit. “Alleen een “We moeten kijken doelgroep in het hoger onderwijs uitwisseling volstaat daarvoor niet. naar wat doorloopt. benoemd. Daarbij streeft EP-Nuffic Het helpt als er voor- en nazorg Wat betekent niet naar full-fledged internationais, als de internationale ervaring is internationalisering vanaf ingebed in het beleid van de instellisering op pabo’s, voegt Divis toe. vier tot voor mijn part “Uiteindelijk leidt een pabo leerling. Dan kan het ook helpen als 88 jaar?” krachten op voor het Nederlandse een student daar in het voortgezet onderwijs. Ik vind het belangrijk onderwijs al mee bezig is geweest.” dat pabo’s internationaliseren, Als het aan EP-Nuffic ligt, brengt zodat hun studenten later ook het raam kunnen de Onderwijsraad zulke doorlopende leerlijnen goed opengooien. Maar dat is iets heel anders dan interin kaart voor zijn onderwijsbrede internationalisenationalisering bij university colleges, die een heel ringsagenda, die eind dit jaar verschijnt. “Er moet een andere doelgroep hebben.” visie zijn op internationalisering per sector”, vindt Zorgen dat het hoger onderwijs nog beter op de Divis, “maar ook een focus op wat doorloopt. Wat hoogte is van wat er in het voortgezet onderwijs betekent internationalisering vanaf vier jaar tot 24, gebeurt, ziet Divis als een belangrijke taak voor of voor mijn part wel 88 jaar? Het is op een andere EP-Nuffic. “Op dat vlak valt nog veel missiewerk manier naar de wereld kijken, begrijpen dat er andere te verrichten.” Als voorbeeld noemt hij het tto, een culturen zijn, dat je daarmee moet communiceren specifieke vorm van tweetalig onderwijs met een en hoe dan. Dat idee moet doorlopen van primair tot internationaliseringscomponent, momenteel gevolgd hoger onderwijs. Wij gaan daarover graag in gesprek door zo’n 30.000 leerlingen. “Een paar jaar geleden met de Onderwijsraad.” zag je dat voormalige tto-leerlingen weggingen bij Bij EP-Nuffic zelf moeten de doorlopende leerlijnen Engelstalige opleidingen in het hoger onderwijs, in het dna komen, zegt Divis. Hij onderhoudt dit jaar omdat ze het Engels van de docenten niet goed nog wel het contact met primair en voortgezet ondergenoeg vonden. Toen was het onze missie om tegen wijs namens de organisatie, om de herkenbaarheid het hoger onderwijs te zeggen: neem deze leerlingen voor de doelgroepen te waarborgen. “Maar als we serieus.” het goed doen, dan praten we in 2016 niet meer over Divis heeft de indruk dat steenkolen-Engels inmid‘voormalig EP’ en ‘voormalig Nuffic’. We moeten dels aan het uitsterven is op universiteiten en hogegewoon alle sectoren goed kunnen bedienen.” scholen. “Het is een voordeel dat internationalisering ralph rozema en annelieke zandvliet mainstream wordt in het hoger onderwijs. Je kunt daar als docent echt niet meer om het Engels heen.

maart/april 2015 | transfer


13

opinie

‘Veranker Bologna verder in de instelling’

Foto: Herman van der Wal

Vijftien jaar na de Bolognaverklaring is het Europese hoger onderwijs transparanter geworden, maar veel van de Bologna-instrumenten kunnen in de praktijk beter worden gebruikt. Daarom is er nu Faboto. Volgens expert Leonard van der Hout moeten de onderwijsinstellingen er snel mee aan de gang.

Een Zuid-Afrikaans recept net als bobotie? Nee, Faboto is een nieuw Europees project om het Bolognaproces verder te laten doordringen in de haarvaten van het Nederlandse hoger onderwijs. De afkorting staat voor: Facilitating the use of Bologna Tools for HEIs and Quality Assurance organisations. Eind 2014 liepen de ondersteuningsprogramma’s van de Europese Commissie voor de 47 Bolognalanden af. Bologna-experts hebben tien jaar lang de visie van ‘Bologna’ uitgelegd en gepromoot. De Bolognaverklaring, die bijna vijftien jaar geleden werd getekend, was het begin van een proces naar een transparante Europese hogeronderwijsruimte. Terugkijkend is er veel gerealiseerd: er is een bachelor-masterstructuur, we werken met ECTS, elders behaalde studiepunten worden erkend, elke student krijgt het Diploma Supplement en studentgeoriënteerd werken wordt steeds gangbaarder. Op nationaal en instellingsniveau zijn steeds meer zaken formeel geregeld, maar de concrete uitwerking laat te wensen over. Ook in Nederland is nog niet alles rond. Aandachtspunten zijn de online beschrijvingen van onderwijsprogramma’s, het vaststellen van

leeruitkomsten op een meetbare wijze, verbetering van de cijferconversie met behulp van de ‘grading table’, de ontwikkeling van joint degrees en de passende kwaliteitszorg daarbij. Faboto is er dan ook op gericht om instellingen te ondersteunen met informatie, advies en trainingen om de Bolognainstrumenten optimaal te kunnen gebruiken. In het project werken het ministerie van Onderwijs, de Nederlands Vlaamse Accreditering Organisatie en het Nationaal Agentschap Erasmus+ samen met een groep nationale hogeronderwijs­experts (afkomstig uit het hbo en wo) aan de verdere implementatie van ‘Bologna’. In mei 2015 komen de ministers van Onderwijs in Yerevan bijeen om de voortgang te bespreken. Bij die gelegenheid wordt ook de nieuwe ECTS user’s guide gepubliceerd. Daarin kun je lezen hoe concreet vormgegeven kan worden aan de Bologna-instrumenten (zie: www.ehea.info). Het Bolognaproces is bijzonder. Het heeft niet alleen gevolgen voor de 47 aangesloten landen, maar ook voor landen elders in de wereld. Denken in studiebelasting, studentgeoriënteerd onderwijs in plaats van docent­ georiënteerd, het gebruik van learning

outcomes: het zijn voorbeelden uit het Bologna-instrumentarium die in sommige landen voor een onderwijs­ revolutie zorgen.

“Faboto ondersteunt instellingen met informatie, advies en trainingen om de Bolognainstrumenten optimaal te kunnen gebruiken” Al met al heeft ‘Bologna’ geleid tot mobielere studenten, meer en betere transparantie-instrumenten en een groter bewustzijn bij alle Bolognadeelnemers van de waarde van kwaliteitsborging. Dat is onmiskenbaar winst. Tegelijkertijd is onderwijs­ hervorming een taai en weerbarstig proces en is het nodig over een lange adem te beschikken. Faboto zal de nadruk leggen op samenwerking met de instellingen, met docenten en studenten. De echte internationale contacten vinden tenslotte op dat niveau plaats.

leonard van der Hout Leonard van der Hout is vanuit de Hogeschool van Amsterdam als hogeronderwijsexpert betrokken bij het Faboto-project. Ook in de periode 2004–2014 was hij Bologna-expert.

maart/april 2015 | transfer


14

onderwijsbreed internationaliseren

school en universiteit samen in internationalisering

‘Verrijking aan beide k

Foto: Ralph Rozema

Tijn, Zahra, Daphne, Gauthier

Ze krijgen college in het Engels en volgen tutorials met internationale studenten. Tijdens de Pre-Academic Experience worden leerlingen van het Maastrichtse Porta Mosana College ondergedompeld in het Engelstalige academische leven. “Het is aanpoten, je moet gemotiveerd zijn.” “Het moment dat me is bijgebleven? Toen mijn leerlingen vroegen of ik weg wilde gaan. Ik was ineens overbodig”, zegt Casper Gardeniers, docent op het Porta Mosana College in Maastricht. De scholieren uit de vijfde klas tweetalig vwo mengden zich als vanzelfsprekend onder de internationale studenten van Maastricht University. Ze vroegen de Italiaanse, Duitse en Chinese studenten de oren van het hoofd: over het studentenleven, de studie en hoe ze het best hun paper konden aanpakken.

maart/april 2015 | transfer

De leerlingen vinden de Pre-Academic Experience bij Maastricht University zonder uitzondering zwaar. Twee dagen worden ze ondergedompeld in het Engelstalige academische leven, ze volgen college, krijgen advies over het academic paper dat ze moeten schrijven, leren hoe ze tot een goede vraagstelling komen. Het is hard werken, maar achteraf is de voldoening groot. De onderwerpen van hun papers liegen er niet om: particuliere veiligheidsdiensten in Irak, de invloed


15

kanten’ van Israël op de Amerikaanse politiek, het effect van Facebook op menselijke relaties. Met een keurige lijst bronnen en literatuur, geschreven in vlot Engels. Sommige werkstukken zouden in een gevorderde bachelor course op de universiteit niet misstaan, maar de auteurs zijn middelbare scholieren.

“Pak je smartphone erbij, kijk op een nieuwssite”, zegt leraar Gardeniers. Even later gaat de les over Charlie Hebdo en de aanslagen in Parijs. Gardeniers laat foto’s en video’s zien. Dan gaat het over de werkstukken die de leerlingen moeten schrijven. In tweetallen vertellen ze elkaar hoe ze het willen doen, de ander doet verslag aan de Prestigieus klas. “Oh, great”, roept de leraar. Lars legt uit hoe hij De Pre-Academic Experience maakt deel uit van het thema’s uit de wereldpolitiek en het multiculturavak Global Perspectives and Independent Research lisme wil combineren. Een ander is zo ver nog niet. Report, dat is ontwikkeld door de “Could you help him out?” vraagt “Pas als ze zelf op de University of Cambridge, compleet Gardeniers. “It is important that universiteit komen, merken your learn from others’ work.” met opdrachten voor essays en ze wat een voorsprong presentaties in het Engels. In deze Klassikaal worden even later ze hebben” academische vooropleiding kunnen cartoons geanalyseerd. Gardeniers de leerlingen het prestigieuze pre-U toont een cartoon over Syrië met certificate halen. Ze moeten daarObama en Poetin die de oorlog voor vier examens doen. zouden financieren. “Who are these people? What is Het Porta Mosana College is de eerste school die the cartoonist trying to tell us?”, wil de docent weten. Global Perspectives op het Europese vasteland introHet gesprek komt op vrijheid van meningsuiting. duceerde. Dat gebeurde in nauwe samenwerking met “Cartoons make us think”, zegt een leerling. het Europees Platform, de organisatie voor internaLonden en Cambridge tionalisering in het basis- en voortgezet onderwijs, Na de les praten we na met Daphne, Zahra, Tijn die dit jaar met de Nuffic is gefuseerd. Inmiddels en Gauthier. Zij hebben vanaf het begin tweetalig bieden ruim dertig tweetalige scholen het vak in de onderwijs gehad en zouden niet anders meer willen. bovenbouw aan, of zijn in de aanloopfase om het aan Hun eerste onderdompeling was in de brugklas te bieden. toen ze naar Londen en Cambridge gingen. “We Het tweetalig onderwijs (tto) van het Porta Mosana moesten straatinterviews doen, terwijl ons Engels College begint, net als bij de 130 andere tweetalige nog helemaal niet goed was”, zegt Gauthier. “Maar de scholen, in de brugklas. In de onderbouw van het Engelsen hielpen ons, ze spraken langzaam zodat we tto wordt ruim de helft van de vakken in het Engels het konden volgen.” gegeven; in de bovenbouw is dat 35 procent. De Vakken als geschiedenis en integrated science kregen school hoopt dat leerlingen door het hoogwaardige ze vanaf het begin in het Engels. Ze dromen er nog Engelstalige onderwijs een directe aansluiting vinden net niet in, maar denken wel in het Engels. Bij het bij het internationale universitaire onderwijs. deel van de vakken dat in het Nederlands wordt Charlie Hebdo gegeven zitten ze soms samen in de klas met vwoHet is eind van de ochtend als klas tto4 een leerlingen die geen tto volgen. “Zij zien ons een Engelstalige les krijgt over wereldpolitiek, islam en beetje als nerds, maar wij vinden Engels gewoon terrorisme. Vanuit de ramen kijk je uit over lieflijke leuk”, zegt Zahra. “Wij gaan ervoor”, vult Gauthier Limburgse heuvels, maar de leerlingen zijn bij de les. aan. “Je hoeft van tevoren geen extra kennis te Net die dag is de leider van de radicale moslimorganihebben, maar het is aanpoten, je moet gemotiveerd satie Sharia4Belgium veroordeeld tot twaalf jaar cel. zijn.”

maart/april 2015 | transfer


16

maar die kun je ook hier hebben. Maastricht of de Randstad, verder hoef ik niet.” Opvallend is de grote instroom van geslaagde tto’ers van het Porta Mosana College bij de University Colleges in Utrecht, Rotterdam, Leiden of Maastricht. Bijna een kwart kiest daarvoor. Maastricht University is niet ver weg. Het monumentale bestuursgebouw staat in het hart van de stad. Communicatiedirecteur Denis Ancion en student recruiter Iris Mols zijn daar nauw betrokken bij de Pre-Academic Experience die samen met tto-scholen is opgezet. Niet alleen uit Maastricht, ook uit onder meer Harderwijk, Den Haag en Venlo komen leerlingen voor de colleges en de tutorials met internationale studenten. “Onze studenten vinden het leuk”, zegt Mols. “Het is verrijkend aan beide kanten.” Ook Ancion merkt het enthousiasme, maar wijst erop dat het voor de leerlingen ook zwaar is. “Ze bespreken de opzet van hun paper met een internationale student. Maar dan moeten ze het nog wel schrijven en dat leidt soms tot veel stress. Pas als ze zelf aan een universiteit studeren, merken ze de voorsprong die ze op anderen hebben behaald.”

Foto: Ralph Rozema

Overmoed

De leerlingen zijn zelfverzekerd over hun taalvaardigheden. “Laatst hadden we een tijdelijke leraar die geen goed Engels kon. Hij sprak sommige woorden verkeerd uit”, zegt Gauthier. “Dat was wel raar”, vindt Zahra. “De klas was toen beter in Engels dan degene die ervoor stond.”

Werken bij Google Veel tto-leerlingen dromen van een internationale carrière. Tijn denkt dat hij later een master in het buitenland wil doen, bij Stanford of op MIT bij Boston. En wie weet daarna een baan bij Google. Zahra is aangestoken door haar zus die in Australië was, zij wil zelf ook verder in het buitenland. Daphne denkt aan economie, een toekomst in het bedrijfsleven en dat kan prima buiten Nederland. Alleen Gauthier is beslist. “Engels is goed voor je carrière,

maart/april 2015 | transfer

Grappig genoeg maken ook de begeleidende studenten een verandering door. “Ze gaan het verhaal in met overmoed: laat die kids maar komen”, vertelt Ancion. “Maar sommige scholieren zijn slimmer dan onze eigen studenten. Dat zet ze aan het denken.” De buitenlandse studenten zijn ook op het Porta Mosana College geweest. Ancion: “Daar kunnen ze meemaken hoe het Nederlandse onderwijs is georganiseerd. Voor een student uit China is dat een verrijking.” Maar hoe succesvol het tweetalig onderwijs en de Pre-Academic Experience ook zijn, Ancion plaatst ook een kanttekening. “Dit zijn vroegbloeiende leerlingen met een hoog niveau. Maar er zijn wellicht anderen die op de middelbare school nog een beetje aanrommelen, die de motivatie nog niet hebben. Het grote talent kan ook onder hen zitten, zij verdienen ook aandacht.” Op het Porta Mosana College moeten Daphne, Zahra, Tijn en Gauthier naar hun volgende les: Duits. De school wil ook bij Duits en Frans leerlingen de mogelijkheid te bieden een internationaal examen te doen om zo makkelijker toegang te krijgen tot een buitenlandse universiteit. Gardeniers verwacht dat de samenwerking tussen scholen en universiteiten bij internationalisering alleen maar intensiever zal worden. “Dit biedt een kans om middelbare scholen en universiteiten dichter bij elkaar te brengen.”

ralph rozema


17

aanpakken Wat komt er kijken bij internationalisering in het hoger onderwijs? Betrokkenen vertellen over hun werk.

‘Net als in studententijd bezig met kwaliteit van onderwijs’

Foto’s: René van den Burg

Hoe kan het Nederlandse hoger onderwijs zich beter verkopen? De discussie daarover aanzwengelen is een van de taken van Emiel de Groot, coördinator internationalisering bij de Vereniging Hogescholen. Menigeen zou er jaloers op zijn. De allereerste sollicitatiebrief leverde Emiel de Groot zijn huidige baan op, die hij zeven jaar later nog ‘super leuk’ noemt. De HBO-raad, zoals de organisatie toen heette, zocht een secretaris voor het lectorenplatform. “Ik was net afgestudeerd in politicologie en wilde graag dicht bij het vuur zitten”, zo vat hij zijn motivatie voor die functie samen. “En als lid van de studentenraad was ik ook al bezig geweest met de kwaliteit van het onderwijs.” De Groot kreeg een ander takenpakket en werd na vier jaar coördinator internationalisering, iets waar hij eigenlijk in rolde. Dat begon met het vernieuwen van de ‘Gedragscode internationale student in het hoger onderwijs’, herinnert hij zich. Het verbeteren van de onderwijskwaliteit staat nog steeds centraal in zijn werk, want dat is volgens De Groot ook waar internationalisering toe moet leiden. Anders dan de functie wellicht doet vermoeden, zit de coördinator inter-

nationalisering niet regelmatig in het buitenland. “Als je Brussel niet meetelt, ben ik voor mijn werk maar één keer de grens over geweest: drie jaar geleden met de onderwijsmissie naar Brazilië.” Dat is niet vreemd, vindt De Groot. “Wij dienen de hogescholen, dus wij helpen vooral bij de voorbereiding van hun bezoeken aan het buitenland. Welke vragen kunnen ze verwachten, hoe willen ze zichzelf verkopen?”

Palet aan mogelijkheden In het buitenland valt nog veel te winnen, zo werd geconstateerd in de gezamenlijke Visie Internationalisering van de Vereniging Hogescholen en de VSNU. “Dat geldt nog meer voor de hogescholen dan voor de universiteiten, die internationaal meer bekendheid genieten dankzij rankings, hun onderzoeksnetwerken en herkenbare benaming in het Engels”, zegt De Groot. “Tijdens de ambassadeursconferentie in februari werd ik weer met de neus op de feiten gedrukt. Een ambassadeur

noemde alleen twee universiteiten toen het ging over het Nederlandse hoger onderwijs in het buitenland.” Het bleek overigens eenvoudiger dan hij had verwacht om een internationaliseringsvisie te formuleren waar alle 37 hogescholen zich in konden vinden, net als de veertien universiteiten. Het geheim? “Kwaliteit als kern en een palet aan mogelijkheden om te internationaliseren.” Nu is het mede aan De Groot om de uitvoering op te pakken. De voor­bereiding van het Holland Scholarship-programma heeft De Groot net achter de rug. Zijn volgende grote klus is een Europa-strategie voor de hogescholen. Zorgen dat hogescholen meer aan internationalisering gaan doen, ziet hij niet direct als zijn taak. “Dat zou ik wel willen, want ik ben inmiddels een echte believer. Maar er zijn ook andere manieren om de onderwijskwaliteit te verhogen; dat is aan de hogescholen.”

annelieke zandvliet

maart/april 2015 | transfer


18

achtergrond

Foto: EP-Nuffic

UvA wint Orange Carpet Award

Guido de Wilde (UvA) en juryvoorzitter Jan Antonie Bruijn

De Universiteit van Amsterdam heeft de Orange Carpet Award 2015 voor het hoger onderwijs gewonnen met haar Global Exchange Ambassador Programme. De winnaar werd gekozen op het jaarcongres van EP-Nuffic. Veel waardering was er ook voor het kwaliteitszorgprogramma van Stenden Hogeschool, de andere genomineerde. De prijs beloont bijzondere initiatieven op internationaliseringsgebied.

UvA-ambassadeursprogramma: groot in eenvoud Een flinke groei in het aantal inkomende en uitgaande studenten en vergaande samenwerking tussen studenten uit Nederland en het buitenland. Dat zijn de resultaten van het Global Exchange Ambassador Programme van de Universiteit van Amsterdam (UvA). Het programma duurt een semester, maar de positieve effecten zijn veel langer merkbaar. Het levert namelijk

maart/april 2015 | transfer

elk semester dertig levenslange ambassadeurs op. “Het programma heeft vergeten buitenlandse bestemmingen voor Nederlandse studenten weer populair gemaakt en omgekeerd”, zegt Guido de Wilde, student exchange coordinator aan de UvA. Neem de uitwisseling met Costa Rica. “Jarenlang hebben we geen aanmelding gehad. Toen werd een Costa Ricaanse student ambassadeur voor zijn univer-

siteit, daarna volgde een Nederlandse ambassadeur. Een jaar later waren er heel veel aanmeldingen voor Costa Rica.” Of neem het Boston College. Dat trok wel Nederlandse studenten, omgekeerd was er minder animo voor uitwisseling. “Dankzij een ambassadeur komen studenten uit Boston nu ook weer massaal naar de UvA.” Bijzonder aan het programma is de kleinschalige opzet. Jaarlijks


19

doen vijftien teruggekeerde UvA-uitwisselingsstudenten en vijftien net begonnen buitenlandse studenten mee. “De buitenlanders zien het als een waardevolle aanvulling op de uitwisseling in Amsterdam; de teruggekeerde Nederlanders kunnen zo in een internationale omgeving blijven. Beide groepen zien de voordelen.” Om de interculturele samenwerking te stimuleren kiezen de studenten een buddy, zodat er koppels ontstaan van een lokale en een internationale student. Het programma kent vier plenaire bijeenkomsten en diverse workshops.

Eerst is er een introductiebijeenkomst met een training in interculturele communicatie. Later volgt onder meer een netwerktraining. Op drie plenaire bijeenkomsten worden naast de ambassadeurs ook anderen uitgenodigd. Zo’n vijftig internationale collega’s komen naar de ontmoeting tijdens de International Staff Week; de jaarlijkse buitenlandmanifestatie trekt rond de duizend oriënterende studenten. De ambassadeurs voeren diverse opdrachten uit. Zo organiseren ze een pre-departure-bijeenkomst, voor circa tweehonderd lokale

en internationale studenten. “Ze geven de studenten waardevolle adviezen. We merken dat de ambassadeurs het waarderen dat ze een eigen verantwoordelijkheid krijgen.” Voor de professionals die werken aan internationalisering is het ambassadeursprogramma ook aantrekkelijk. “Het is niet alleen leuk, maar noodzakelijk voor je ontwikkeling als internationaliseerder. Dit programma stelt je in staat om elk semester feeling te blijven houden met je doelgroep en hecht samen te werken.”

Foto: Marcel de Jong/De Beeldredaktie

Stenden: kwaliteitszorg internationalisering centraal

“Het grootste winstpunt is dat iedereen nu meedoet”, zegt opleidingsmanager Gerry Geitz van Stenden Hogeschool. “Vroeger waren maar een paar medewerkers bezig met kwaliteitszorg op het gebied van internationalisering.” Het kwaliteitszorgprogramma van de hogeschool is erop gericht dat studenten na hun studie hun weg kunnen vinden in een steeds internationalere wereld. Centraal staan de internationalisering van het lesprogramma, het bijscholen van docenten en het werken in de international classroom. Het programma is opgezet binnen de School of Commerce bij de opleidingen Commerciële Economie en International Business and Languages. Voor internationale studenten is het

vaak een grote overgang: van hun vertrouwde thuissituatie naar Stenden. Behalve met cultuurverschillen krijgen ze ook te maken met andere les­methoden, een andere leeromgeving en een andere relatie tussen student en docent. Uit onderzoek blijkt dat de meeste stressfactoren bij internationale studenten te maken hebben met deze laatste verschillen. Aan het begin van het studiejaar krijgen de internationale studenten in Emmen daarom een workshop die ze moet voorbereiden op andere lesmethoden. Daar horen ze hoe ze het beste kunnen studeren en hoe ze worden beoordeeld. In het eerste en tweede jaar is er aandacht voor de ontwikkeling van interculturele en internationale competenties. “Het is een proces dat tijd en inspanning vraagt”, zegt Geitz. “Maar uiteindelijk heeft iedereen er baat bij.” Op veel hogescholen blijven internationale studenten in groepjes per land bij elkaar. “Wij zorgen dat studenten tijdens de lessen in groepen met verschillende nationaliteiten werken. Je moet de lesmethoden erop instellen. Ook buiten het formele programma is er veel aandacht voor gezamenlijke activiteiten.” Het kwaliteitszorgprogramma speelt

een belangrijke rol bij het vaststellen van het lesprogramma. Dat gebeurt in vijf stappen: reflectie over het huidige curriculum, bedenken hoe het anders zou kunnen, een verbeterplan opstellen, ondersteuning geven aan docenten en studenten, en tot slot een evaluatie van de bereikte resultaten. De aanpak bij Stenden onderscheidt zich door de systematische werkwijze en de diepgang bij het monitoren van de kwaliteit van internatio­ nalisering. Niet alle studenten willen of kunnen op reis. Voor hen biedt internationalisation at home uitkomst. Zo heeft Stenden een gezamenlijk project met een Finse hogeschool, waarbij studenten op afstand samenwerken via een elektronische leeromgeving. Ook werken studenten aan internationale onderzoeks­projecten. De grootste uitdaging voor Stenden is om de studentenpopulatie nog gevarieerder te maken. Geitz: “We willen studenten van over de hele wereld aantrekken. Ook het docententeam wordt steeds internationaler, doordat we buitenlandse gast­docenten inzetten. Het kwaliteitszorg­programma voor internationalisering heeft dat een nieuwe impuls gegeven.”

ralph rozema

maart/april 2015 | transfer


20

achtergrond

bestuurders willen tweerichtingsverkeer met canada

Onderwijsmissie naar ‘he

In mei 1945 bevrijdden Canadese soldaten het laatste deel van Nederland. Zeventig jaar later, in mei dit jaar, doet een delegatie met vertegenwoordigers van ruim twintig onderwijsinstellingen Canada aan. Het doel: bestaande contacten verstevigen en nieuwe samenwerkingverbanden starten.

maart/april 2015 | transfer


21

et bekende onbekende’ Open vlaktes, grillige bergen, oerbossen en glinsterende meren. Zulke beelden, die op een ansichtkaart niet zouden misstaan, hebben veel mensen bij Canada. Maar dat Canada ook een moderne, progressieve, open en tolerante multiculturele samenleving is met twee officiële talen, zal niet meteen bij iedereen opkomen. Dat valt te lezen op de website ‘Education au/in Canada’ (Educationau-incanada.ca). Toch is het land in trek bij internationale studenten. Canada staat zevende op de lijst van populairste studiebestemmingen. Het aantal buitenlanders dat er een volledige opleiding volgt, verdubbelde tussen 2001 en 2013 tot meer dan 270.000. Nederlandse studenten zijn daar nauwelijks bij. Tien jaar geleden waren het er 65, in 2014 nog maar 45. Mogelijk vormen de kosten een barrière. Het college­geld voor internationale studenten loopt op tot omgerekend 25.000 euro. Voor dat geld kun

je wel studeren aan de meest prestigieuze van alle circa tachtig universiteiten in Canada: de University of Toronto – de nummer 20 in de laatste ranking van Times Higher Education. Omgekeerd betalen Canadezen in Nederland het instellingstarief, doorgaans 6.000 tot 11.000 euro, waarmee ze vaak ook fors duurder uit zijn dan in eigen land. Desondanks nam hun aantal toe van 135 in 2005 tot 190 vorig jaar. In totaal doen ongeveer 45.000 Canadese studenten een bachelor of master in het buitenland, waarbij meer dan de helft voor de Verenigde Staten kiest. Naar schatting studeert een even hoog aantal voor kortere tijd buiten de landsgrenzen. “Canada heeft eigenlijk hetzelfde probleem als Nederland”, zegt Sabine Amft, namens EP-Nuffic betrokken bij het organiseren van de onderwijsmissie. “Het ontvangt veel meer studenten dan het naar het buitenland stuurt. De meeste Canadezen blijven zelfs binnen hun eigen provincie.”

‘Het beste wat ik ooit heb gedaan’ “Omdat ik diplomaat wilde worden, leek het mij handig om buitenlan-

Foto: istock

dervaring op te doen. Na een ontmoeting met een paar Canadezen in Amsterdam, ging ik me in Canada verdiepen. Het leek me een leuk land,

farbod saatsaz van driel honours b.a. in political science & european studies university of toronto 2009-2013

jaar in Canada blijven werken. De universiteit zorgde voor woonruimte op de campus. Alles is daar ongelooflijk goed geregeld. De premie voor de zorgverzekering is bijvoorbeeld opgenomen in het collegegeld.

met goede universiteiten die betaal-

Studeren in Canada is het beste wat

baarder zijn dan die in de VS. Een stu-

ik ooit heb gedaan, vooral door de

die in Canada is ook niet goedkoop,

andere manier van denken die ik

maar gelukkig wilden mijn ouders

daar heb geleerd. Door grootschalige

bijdragen.

immigratie biedt het land immers

Met goede cijfers, aanbevelingsbrie-

veel verschillende perspectieven:

ven van docenten van de middelbare

Aziatisch, Zuid-Amerikaans, noem

school en een sterke motivatie bleek

maar op. Wil je daarmee kennisma-

het niet lastig om te worden aan-

ken, dan kun je beter in Canada zijn

genomen. Vervolgens was het geen

dan al die werelddelen afgaan. En het

probleem om een study permit te

onderwijs is er gericht op discussie

krijgen, al moest ik daarvoor wel naar

en debat. Ik kan eigenlijk geen min-

de ambassade in Berlijn. Met zo'n

punten bedenken, afgezien van de

permit kun je na je studie nog twee

kosten.”  (AZ)

maart/april 2015 | transfer


22

Compatibel Canadese studenten mobieler maken, dat is een van de doelstellingen van Canada's International Education Strategy, die vorig jaar verscheen, al staat het aantrekken van nog meer buitenlandse studenten – 450.000 in 2022 – daarin voorop. Een ander streven in de strategie is het bewerkstelligen van meer partnerschappen tussen Canadese en buitenlandse instellingen, net als wederzijdse studentenmobiliteit. Dat laatste is precies wat Nederlandse hogescholen en universiteiten voor elkaar hopen te krijgen tijdens de missie naar Canada eind mei. Zoals Hogeschool Rotterdam, die al negen Canadese partnerinstellingen heeft. Dat smaakt naar meer, vertelt beleidsadviseur Lisanne Broos, dus de missie komt als geroepen. “Canada is een voorbeeld van kwalitatief hoogwaardig onderwijs. Daarom willen we graag kennis delen. Neem het projectgestuurd onderwijs en de case competitions, waarmee Canadese instellingen vooroplopen. En Canada is populair onder onze studenten, als westers land met een bekende taal.”

‘Bevrijdingsbeurzen’

Jeanette den Toonder, directeur van het Centrum voor Canadese Studies van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) dat onder meer alle uitwisselingen met Canada voor die universiteit regelt, heeft nog meer verklaringen voor de populariteit van het land. “Canada is het bekende onbekende”, zegt zij. “Iedereen heeft er wel een beeld van. Plus de historische links: familie is daarheen getrokken, verre ooms en tantes zijn naar Canada geëmigreerd. Canada heeft ook een heel compatibel onderwijssysteem, met een vergelijkbare manier van stof aanpakken en examineren. Dat is aantrekkelijk.” Studenten van de RUG merken in hun verslagen wel op dat zij in Canada meer college-uren hadden. Bij Avans Hogeschool is de vraag naar een studieverblijf in Canada eveneens groot, weet senior beleidsadviseur internationalisering Peter van Bragt. “Maar het gaat pas echt werken als je langdurig over en weer studenten uitwisselt. We zoeken vooral partners die ook studenten stúren. Nu komen zeer sporadisch Canadese studenten hierheen. Dat wij veel onderwijs in het Engels aanbieden, staat niet bij hen op het netvlies.” Aan collegevoorzitter Paul Rüpp de taak om tijdens de missie in elk geval zijn Canadese collega’s daarop te wijzen. Daarnaast hoopt Van Bragt dat de missie de mogelijkheid biedt om op politiek niveau de quotering van stages aan te kaarten, waar Avans nu tegenaan loopt.

Foto: Spaarnestad Photo / HH

Verjaardag

Met zeventig beurzen voor Canadese studenten wil Nederland de bevrijding in 1945 gedenken en zijn dankbaarheid daarvoor tonen. Met de beurzen kunnen Canadese studenten drie tot twaalf maanden in Nederland studeren. De ministeries van Buitenlandse Zaken en OCW trekken er 150.000 euro voor uit. Daarnaast zijn Nederlandse bedrijven in Canada benaderd om een bijdrage te leveren, waarbij onder meer wordt gewezen op de circa 1 miljoen Canadezen met Nederlandse wortels. Universiteiten en hogescholen doen zelf ook een duit in het zakje door geen collegegeld in rekening te brengen. Tijdens de missie naar Canada wordt het beurzenprogramma officieel gelanceerd.  (AZ)

maart/april 2015 | transfer

Met zeventig speciale beurzen (zie kader) hoopt het Nederlandse hoger onderwijs meer Canadese studenten in beweging te krijgen. Uit een studie van de Association of Universities and Colleges of Canada (AUCC) blijkt dat 97 procent van alle Canadese universiteiten studieprogramma’s in het buitenland aanbiedt, maar dat jaarlijks slechts 3,1 procent van de studenten daaraan deelneemt. Daarbij wordt verwezen naar het belangrijkste obstakel volgens het Canadian Bureau for International Education (CBIE): de kosten. De voorzitter van het CBIE doet ook de suggestie om de Canadese studentenmobiliteit naar een hoger plan te tillen bij een ander jubileum; door 15.000 studiebeurzen beschikbaar te stellen ter gelegenheid van de 150e verjaardag van Canada in 2017. Dat Nederland juist de zeventigste verjaardag van de bevrijding aangrijpt om de banden met Canada aan te halen, verbaast Jeanette den Toonder van het Centrum voor Canadese Studies niet, al is ze behoorlijk verrast door het grote enthousiasme voor de missie. “Het besef dringt door dat het een keer ophoudt met de oud-strijders die naar Nederland komen”, denkt ze. “De wens is om de verhoudingen op een andere manier te blijven bevestigen: door jonge mensen erbij te betrekken.”

annelieke zandvliet


23

Case competition voorbeeld voor Hogeschool Rotterdam ene week in Montreal

competition wint, is groot. Business-

ongelooflijk veel te heb-

opleidingen zijn daar meestal breed

ben geleerd.

opgezet en vanaf dag één opgebouwd

“Canada loopt echt voor-

rondom cases. Afhankelijk van waar

op met zulke case compe-

je goed in bent, ga je je specialiseren.

titions, die in Europa nog

In Nederland is alles vanaf het begin

een relatief onbekend

vaak opgedeeld in aparte opleidingen:

fenomeen zijn”, vertelt

je studeert bijvoorbeeld commerciële

Hans van Oudheusden,

economie of bedrijfseconomie. Dan is

hoofd internationale

het moeilijker om die disciplines later

relaties van het Instituut

met elkaar te combineren.”

BeaverTails, een Canadese keten die

voor Financieel Management van

Canada dient dan ook als voorbeeld

gebak verkoopt, wil uitbreiden naar

Hogeschool Rotterdam. Hij is net

voor de ‘Rotterdam Business School

de Verenigde Staten. Hoe kan het

terug uit Montreal, waarvandaan hij

2.0’, die in 2017 van start moet gaan.

bedrijf dat het beste aanpakken? In

collega’s en andere belangstellenden

“Daar willen we veel meer opleidings-

drie uur tijd moeten vier studenten

per mail op de hoogte heeft gehou-

overstijgend werken in jaar 3 en 4, en

van Hogeschool Rotterdam een ana-

den. Dat leidde tot veel enthousiaste

veel meer met cases doen”, verklapt

lyse maken, om meteen daarna een

reacties. Onder meer van bestuurs-

Van Oudheusden. “Want de wed-

advies te presenteren aan een jury.

voorzitter Ron Bormans, die vanaf

strijden maken iets los in studenten,

Die oordeelt helaas dat het team

2017 ook zo’n wedstrijd wil organise-

wat je in een normale klassituatie

uit Florida een beter verhaal heeft.

ren in Rotterdam.

niet hebt.” Hij denkt dat Nederland

Ook bij de andere cases leggen de

Dat studenten van de organiserende

nog heel wat van Canada kan leren.

Rotterdammers het af tegen hun

Concordia University er met de hoofd-

“De studenten daar zijn erg positief

tegenstanders, deze keren afkomstig

prijs vandoor gingen, is volgens Van

over hun onderwijs. En ze winnen al

uit Singapore en Canada. Wel winnen

Oudheusden niet verrassend. “De

die case competitions natuurlijk niet

ze de spirit award en zeggen ze deze

kans dat een Canadees team een case

voor niks.”  (AZ)

Optimale synergie bij onderwijsmissie In haar visie op internationalisering beloofde minister Bussemaker zich in te zetten voor optimale synergie tussen kennisinstellingen, bedrijfsleven en overheid. Bijvoorbeeld in de vorm van gezamenlijke handelsmissies. Van 27 tot en met 29 mei brengt zij dit voor het eerst in de praktijk. Onder haar leiding doet een delegatie met bestuurders van meer dan twintig universiteiten en hogescholen, de VSNU en de Vereniging Hogescholen, drie regio’s in Canada aan. Tegelijkertijd brengt het koninklijk paar een staatsbezoek aan het land en is er een economische missie. Bovendien is mei Dutch Heritage Month in Ontario, de grootste provincie van Canada. Het programma bestaat onder meer uit een policy ­dialogue, matchmaking-sessies, netwerklunches, een bijeenkomst met alumni, rondetafelgesprekken over bepaalde thema’s en seminars over bijvoorbeeld meertaligheid. Foto: istock

De laatste dag valt het programma samen met dat van de handelsmissie; dan zijn er ontmoetingen met het bedrijfsleven in Toronto.  (AZ)

maart/april 2015 | transfer


24

achtergrond

instellingen willen meer stagekansen voor internationals

Foto: Jim West/ANP

‘Studenten aan het werk

Stage lopen kan voor buitenlandse studenten dé manier zijn om in Nederland een baan te vinden. Steeds meer bedrijven staan ook open voor internationale stagiairs. Toch is er nog ruimte voor verbetering. Zo willen de instellingen af van de regel die niet-EU-studenten soms verbiedt stage te lopen. ‘Die regel vormt het grootste knelpunt.’ Parvathy Chandrasekhar moest behoorlijk wennen aan de bedrijfscultuur bij haar stagegever, het Netherlands Space Office in Den Haag. Aan haar leidinggevende die soms voorstelde om samen koffie te drinken, bijvoorbeeld. “Ik was nog nooit buiten India geweest, voordat ik in Nederland kwam studeren. Veel dingen begreep ik niet”, vertelt ze. “Het leek me ongepast om informeel contact te hebben met mijn chef.” Stage lopen is een ideale kennismaking met het werkzame leven. Niet alleen voor Nederlandse studenten, zeker ook voor buitenlandse studenten kan een stage hét toegangsticket voor de Nederlandse

maart/april 2015 | transfer

arbeidsmarkt zijn. Voor ruim een derde van de internationale studenten is de mogelijkheid om stage te lopen een belangrijke afweging bij hun keuze voor een studiebestemming. Dat bleek eerder dit jaar uit StudentPulse, een grootschalig onderzoek naar de ideeën en verwachtingen van studenten in landen die voor Nederlandse instellingen belangrijk zijn, zoals India, China en Indonesië. Parvathy kan erover meepraten. Na haar aarzelende start als stagiair raakte ze gecharmeerd van de Nederlandse arbeidscultuur. Haar begeleiders namen de moeite om de Nederlandse arbeidsverhoudingen uit te leggen en bleken bijzonder tevreden over


25

krijgen, dáár gaat het om’ haar werk – een studie naar de bruikbaarheid van satelliet­informatie bij landbouw in de derde wereld. Inmiddels is de Indiase afgestudeerd als master in de civiele techniek aan de TU Delft en gebruikt ze haar zoekjaar om een baan in Nederland te zoeken.

belangrijk vinden. Omdat dat op de werkvloer ook wordt verwacht.” Het blijft fascinerend om studenten deze ontwikkeling te zien doormaken, vindt Verdegaal. “Voordat ze op stage gaan, hoor ik buitenlandse studenten geregeld vragen wat zíj werkgevers nou te bieden hebben. Heel wat hordes Ze vinden het eng, stage lopen in een land dat ze niet Nederland wil dat méér buitenlandse studenten na kennen. Maar hebben ze hun stage eenmaal achter hun studie hier blijven werken. Minister Bussemaker de rug, dan stappen ze hier opeens als zelfverzekerde lanceerde daartoe afgelopen jaar het actieplan Make young professionals door het gebouw. Zeker als ze een it in the Netherlands. Een van de middelen daarin is aanbod voor een baan op zak hebben, natuurlijk.” het verlagen van de drempel tussen studie en werk. Dat de Nederlandse bureaucratie het internationale Terecht, vinden stagecoördinatoren van veel instelstudenten overdreven moeilijk maakt om stage te lingen. Want voor de stage die voor Nederlandse lopen, kan Verdegaal niet zeggen. Slechts één regel studenten zo vanzelfsprekend is, ligt haar zwaar op de maag: dat “Nederlandse studenten moeten buitenlandse talenten heel studenten van buiten de EU alléén mogen altijd stage lopen, wat hordes nemen. Zoals de taal, de stage mogen lopen als het een internationals niet. Dat cultuur en een aantal ingewikkelde verplicht onderdeel van hun studie krijg ik moeilijk uitgelegd.” in Nederland is. “Studenten die regels en bepalingen. Steeds meer bedrijven staan open tussen hun bachelor en master in voor internationale stagiairs, merkt zitten, bijvoorbeeld, willen hun tijd Maaike Kraeger, stagecoördinator bij civiele technuttig besteden. Stage lopen zou dan ideaal zijn, maar niek in Delft. “Ik hoor niet vaak meer dat bedrijven dat mogen ze niet. Terwijl Nederlandse studenten in ­stagiairs niet in het Engels kunnen begeleiden”, zegt principe altijd stage mogen lopen. Dat krijg ik moeize. Toch hebben buitenlandse stagiairs het volgens lijk uitgelegd aan internationals.” haar beduidend moeilijker dan Nederlandse. “De druk Judith Hoogmoed van het international office van om op tijd af te studeren is voor hen nóg groter. Ook de Erasmus Universiteit Rotterdam is het roerend moeten ze een Nederlandse basiszorgverzekering met Verdegaal eens. “Ja, dat is het grootste knelpunt afsluiten als hun stagevergoeding te hoog wordt.” voor internationale stagiairs. Het komt geregeld voor Sommige hordes zijn juist leerzaam voor de dat werkgevers onze studenten gráág voor een stage studenten, vindt Femke Verdegaal, collega van willen hebben, maar dat de studenten niet aan de slag Kraeger bij de opleiding luchtvaart- en ruimtevaartmogen.” Haar universiteit is ‘flink aan het lobbyen’ techniek in Delft. Door de taalbarrière mag het lastig om de regelgeving aangepast te krijgen, vertelt zijn een stageplek te vinden; buitenlandse studenten Hoogmoed. “Uitbuiting van studenten voorkomen, moeten wel zelf initiatief nemen. “Veel Nederlandse dat is wat de wet beoogt. Natuurlijk, daar zijn we het studenten zijn proactief. Als ze na een week of twee helemaal mee eens. Maar als instelling kunnen wij niks hebben gehoord op hun sollicitatiebrief, pakken prima beoordelen of een stage duidelijke leerdoelen ze de telefoon. Die houding verwachten werkgevers heeft, en of ’ie van toegevoegde waarde is voor ook. We leggen dat aan internationals uit bij voorlichiemands opleiding. Als dat zo is, moet je een stage tingsbijeenkomsten. Maar uiteindelijk moeten ze zelf toestaan, vinden wij. Studenten aan het werk krijgen, aan de bak.” dáár gaat het wat ons betreft om.”

Eng Niet iedereen waardeert dat, is haar ervaring. “Sommige studenten verwachten dat je alles voor ze regelt. Maar als ze eenmaal op stage zijn geweest, begrijpen ze beter waarom we dat eigen initiatief

ralph aarnout De positie van buitenlandse stagiairs komt uitgebreid aan bod tijdens een bijeenkomst van het Cospa-netwerk, op 16 april a.s. in Utrecht. Meer informatie via www.nuffic.nl/cospa.

maart/april 2015 | transfer


26

achtergrond

internationalisation at home

‘Ineens ben je met een Peruaan in debat’ Tilburg University werkt samen met de business school van de Universidad ESAN in Lima, Peru. Studenten gaan tijdens videoconferenties in discussie met hun Peruaanse counterparts. “Het is een internationale ervaring die je bij zal blijven.” Twee zalen met videoschermen, de ene in Tilburg, de andere in de Peruaanse hoofdstad Lima. Door het tijdsverschil zijn de studenten in Peru soms nog een beetje aan het wakker worden; de Nederlanders hebben de werkdag er al bijna opzitten. In Tilburg volgen de studenten het vak Cross-Cultural Psychology; in Peru zijn het studenten van de business school van de Universidad ESAN. “De Nederlanders voelen zich alsof ze in het buitenland zijn. Ze gaan in discussie met hun Peruaanse coun-

Kenniscirculatie over internationalisation at home Het Tilburgse virtual mobility-project is een van de cases uit het onderzoek ‘Studenten internationaliseren in eigen land’ van EP-Nuffic. Tijdens de gelijknamige, drukbezochte bijeenkomst in februari, sprak directeur Freddy Weima de hoop uit dat universiteiten en hogescholen op basis van het onderzoek aan de slag gaan met internationalisation at home. “EP-Nuffic biedt jullie ondersteuning aan en vraagt er jullie goede ervaringen voor terug”, zei Weima.

Foto: Ralph Rozema

“Zo brengen we kenniscirculatie op gang.”  (AZ)

terparts. Maar ze hoeven er niet voor op reis”, zegt docent Michael Bender. Het idee ontstond toen een Peruaanse collega in Tilburg onderzoek deed. “Ze kwam van de Universidad ESAN. Die werkte toen al samen met universiteiten in de VS en Europa, ook via videoconferenties. Zij hebben er veel ervaring mee. En dat is wel opmerkelijk, want eigenlijk is Tilburg de junior partner in het project.”

Intercultural management Elke sessie staat een thema centraal, van culturele tradities tot intercultural management. Daarnaast gaan de studenten bezig met een zelf gekozen onderwerp waarvoor ze informatie van de andere partij nodig hebben. “Het is een echte virtual classroom waarin Nederlandse en Peruaanse studenten elkaar ontmoeten”, zegt Bender. Zo nu en dan ontstaan er misverstanden in de communicatie tussen Nederlanders en Peruanen. “En dat is ook de bedoeling”, legt Bender uit. “Dat zijn de leermomenten waar we het achteraf over hebben.” Bender is nu druk bezig met de voorbereiding voor de nieuwe cursus dit jaar. Het aantal videosessies wordt uitgebreid van acht naar twaalf. “Er komt meer ruimte om met de Peruanen in gesprek te gaan.” Voor wie geen verre reis wil maken en toch internationale ervaring wil opdoen is het ideaal. Elk jaar schrijven enkele tientallen studenten zich in. Maar er is ook een drempel. “Tja, dit haalt studenten uit hun comfortzone. Ineens zit je met vreemden uit een ander land in de klas. Je kan niet gaan zitten afwachten, je moet meteen meedoen.” Dat is ook de kracht van de cursus. “Je kan veel uit colleges en boeken halen, maar dit gaat verder. Dit is real life learning, het is een internationale ervaring die je niet snel vergeet.”

ralph rozema

maart/april 2015 | transfer


reportage

27

venlo wil een internationale studentenstad worden

Foto’s: Piroschka van de Wouw

Duitsers, Nederlanders én andere nationaliteiten

Tot enkele jaren terug liepen er veelal Duitse studenten rond, die in Duitstalige opleidingen werden klaargestoomd voor de Duitse arbeidsmarkt. Maar die tijd is voorbij. Fontys wil in Venlo een werkelijk internationale onderwijscultuur vestigen. ‘Venlo moet een kennishub worden, die internationaal talent aantrekt.’ Malte is een beer, Niklas een harig fantasiedier en Philip een kabouter. Tussen twee colleges zitten de jongens in een waterig zonnetje op de Fontyscampus in Venlo te roken. In Nederland is het nog geen carnaval, in Duitsland al wel – en dat mogen de Nederlanders weten. De drie studenten wonen in Kaldenkirchen, een dorpje net over de grens. Normaal gesproken gaan ze dáár ook uit, vertelt Malte in het Engels. Als Duitsers onder elkaar.

Grinnikend: “Maar vanavond is het studenten­ carnaval in Venlo. Met wat alcoholische hulp gaan de nationaliteiten wel mengen, denk ik.” Op het terrein van wat ooit de Hogeschool Venlo heette, is nu de Fontys International Campus gevestigd. Een dikke 4.000 Duitse en Nederlandse studenten volgen hier opleidingen op het gebied van bedrijfseconomie en logistiek – aangevuld met een groeiend aantal studenten van over de hele wereld.

maart/april 2015 | transfer


28

sche onderwijs, moderner. Ze kijken de kunst van het praktijkgerichte Nederlandse onderwijs af, weet Hans Aarts, directeur van Fontys’ logistieke opleidingen in Venlo. Groeiende concurrentie dus. Wil Aarts zijn opleidingen relevant en de studenten­ aantallen op peil houden, dan moet de instroom van buiten de regio toenemen en moet een werkelijk internationale onderwijscultuur ontstaan. Naast de al langer bestaande euregionale opleidingen biedt zijn instituut sinds dit jaar de eerste volledig Engelstalige opleidingen aan. Aarts hoopt op gestage, maar vooral ook beheersbare groei van het aantal internationale studenten. “Ik wil kunnen pilotten met het onderwijs. Groepen Duitse en Nederlandse studenten hebben hier in het verleden te veel langs elkaar heen gestudeerd. We kregen te snel te veel Duitsers te verwerken en hebben de cultuurverschillen veronachtzaamd. Dat is ontzettend zonde geweest.” Om het personeel goed voor te bereiden op de nieuwe opleidingen en een goed doortimmerd programma aan te bieden, hoopt Aarts ‘jaarlijks een klasje’ internationals te werven voor de Engelstalige opleidingen.

Tot twee jaar geleden volgden Duitse studenten in Venlo massaal volledig Duitstalige opleidingen. Toenmalig staatssecretaris Zijlstra stak er een stokje Teuer und schmutzig voor: met Nederlands belastinggeld Duitse studenten Terwijl de jongens in hun carnavalspakken zich klaarstomen voor de Duitse arbeidsmarkt was niet de klaarmaken voor de laatste colleges voor hun feestbedoeling. week, maken drie meisjes zich op voor hun reis naar De compleet Duitstalige opleidingen behoren huis. Net als veel andere Duitse studenten uit de inmiddels tot het verleden. In plaats daarvan zijn regio komen ze met een clubje, een Fahrgemeinschaft, euregio­nale opleidingen gekomen, deels in het Duits, met de auto naar Venlo – het campusterrein is Nederlands en Engels. Alle studenten lopen stage omgeven door een opvallend ruime aan de andere kant van de grens en parkeerplaats. Ongezellig, zo heen voor iedereen staan taalcursussen “Toen we begonnen en weer rijden? “Ach”, zegt Julia, de op het programma. Daarnaast met internationaliseren, bestuurder, terwijl ze haar tas en jas zijn er volledig Engelstalige opleiwaren we naïef. Nu weten in de kofferbak van haar Volkswagen dingen voor studenten die verder we hoe belangrijk een Polo gooit. “Ik studeer niet om willen kijken dan de eigen regio. internationale omgeving is” zoveel mogelijk te feesten. Ik kom De verhoudingen anno 2015: hier voor mijn bachelor – so ist es 60 procent van de studenten einfach.” komt uit Duitsland, 35 procent uit Haar passagiers op de achterbank Nederland en 5 procent van elders. denken er niet anders over. Wonen in Venlo, daar Waarbij ‘elders’ betekent: vooral uit het voormalig piekeren ze niet over. De studentenkamers zijn er Oostblok en Azië. ‘teuer und schmutzig’. En waarom zouden ze? Ze Groeiende concurrentie wonen nog geen twintig kilometer verderop. Julia Internationaal onderwijs is de toekomst, daarvan weet ook nog niet zeker of ze een internationale zijn ze in Venlo inmiddels overtuigd – misschien wel carrière wil. Dat een deel van haar opleiding in het sterker dan elders in Nederland. Want de ontwikkeEngels is, vindt ze hooguit een ‘gutes Nebeneffekt’. lingen in de regio gaan razendsnel. De instroom van En: ‘Fontys hat einen guten Ruf ’ – de hogeschool staat Nederlandse én Duitse studenten neemt af, aangegoed bekend. Maar nu moeten ze er echt vandoor. zien de geboortecijfers aan beide kanten van de grens “Tschühüüss”, klinkt het opgewekt. onder druk staan. Tegelijkertijd worden de Duitse In een van de gangen van het Fontys-gebouw hangt Hochschulen, ooit berucht om hun stoffige, theoretieen enorm touchscreen met een wereldkaart. Overal

maart/april 2015 | transfer


29

zitten vlaggetjes op de kaart ‘geprikt’ – aangezien overal ter wereld studenten in uitwisselingsprogramma’s zitten, legt Rob Maat uit, die verantwoordelijk is voor het internationaliseringsbeleid op de campus. Hij swipet heen en weer, tikt de vlaggetjes aan en roept zo informatie op over de vele partnerinstellingen. “We willen onze studenten stimuleren op uitwisseling te gaan, en zich vroegtijdig op de mogelijkheden te oriënteren”, legt hij uit. “Zo’n touch­ screen helpt. Net als de voorlichtingsbijeenkomsten en de jaarlijkse informatiemarkt.”

Vrij naïef De inspanningen hebben effect. Het aantal studenten dat kiest voor een uitwisseling, is de afgelopen jaren meer dan vervijfvoudigd. Om de kwaliteit van internationalisering op de campus te verhogen, wordt geïnvesteerd in docentprofessionalisering – door middel van cursussen, uitwisselingen en congresbezoek. Alle docenten moeten er minstens tachtig uur per jaar aan besteden. Maat: “Toen we in 2008 begonnen met internationaliseren, waren we vrij naïef. Inmiddels zijn we ervan doordrongen hoe belangrijk het is om docenten én studenten voor te bereiden op een internationale studie-omgeving. Alleen dan kan het werken.” Buitenlandse studenten moeten wennen aan de Nederlandse onderwijsvormen, legt Maat uit, en docenten moeten leren met de blik van een buitenstaander naar hun eigen onderwijs te kijken. “De voorkennis van studenten kan enorm verschillen. Niet alleen doordat ze andere vooropleidingen hebben gehad, maar ook doordat veel kennis in de cultuur ingebakken zit.” Hij lacht. “Voor

Nederlanders is het Rijnlandse organisatiemodel heel vanzelfsprekend – maar leg het maar eens uit aan een Aziaat.”

Krimpregio Zo dicht bij de grens zal internationaal onderwijs in Venlo altijd een ander karakter hebben dan in veel andere regio’s. Het is en blijft lastig om te voorkomen dat grote groepen Duitse en Nederlandse studenten langs elkaar heen leven. Maar Hans Aarts wijst graag op het grotere plaatje. “We zitten hier in een krimpregio, dat moet je niet vergeten. Willen we de werkgelegenheid in stand houden en bedrijvigheid stimuleren, dan moeten we echt studenten van beide kanten van de grens opleiden, die ook aan beide kanten aan de slag kunnen.” Wie in de stad Venlo rondloopt, merkt nog weinig van een studentencultuur, laat staan van een internationale studentencultuur, vindt Rob Maat. Maar daar moet verandering in komen. Niet alleen Fontys is ambitieus, ook de gemeente en de provincie hebben grote plannen. Op het voormalige Floriadeterrein ten noorden van de stad komt een onderzoekscampus, waarin bedrijfsleven en kennisinstellingen samenwerken op het gebied van logistiek en landen tuinbouw, de zwaartepunten van de regionale economie. En dat de Universiteit Maastricht in Venlo een university college heeft geopend, gespecialiseerd in gezonde voeding, logistiek en economie, is ook geen toeval. Aarts: “Venlo moet een studentenstad worden, dat is de bedoeling. Een kennishub, die internationaal talent aantrekt.” Een paar van de internationale talenten waarop de regio zijn hoop heeft gevestigd, werken die middag in een studiecabine aan een groepsopdracht. Ze behoren tot de eerste lichting studenten van de volledig Engelstalige opleiding logistiek. Vanwaar hun keuze? Jessica (19) uit Duitsland in rad Engels: “Als de studieboeken dan toch in het Engels zijn, krijg ik er liever meteen maar in het Engels college over. Bovendien wil ik een internationale carrière. Waarom zou ik me beperken tot Duitsland?” Asta (27) uit Letland: “Ik wil een carrière in de logistiek, en daarin loopt Nederland voorop. Ik ben hier omdat ik de beste opleiding wil die er is in mijn vakgebeid.” Jie (30) uit China: “Ik woonde al in Venlo, omdat mijn man hier werkt. Ik heb een tijdje Chinees gedoceerd, maar ik werk liever met cijfers.” Haar medestudenten lachen om haar bescheidenheid. “Don’t be humble Jie,” klinkt het. “You’re a numbers genius!”

ralph aarnout

maart/april 2015 | transfer


30

wisselcolumn Hoofdredacteuren van universiteits- en hogeschoolbladen schrijven op uitnodiging van Transfer een column.

‘Huisvesting buitenlandse studenten is beschamend’

27 jaar was ik, en zoekende. Ik had een jaar als mediacoördinator bij de Tweede Kamerfractie van de SP gewerkt. Een hectische tijd die begon met de val van de twin towers en eindigde met de moord op Pim Fortuyn. Eén ding wist ik zeker: politiek was niks voor mij. Socialisme trouwens ook niet. In Groningen wachtte een onafgemaakte studie, waar me de motivatie voor ontbrak. En toen kreeg ik een telefoontje. De faculteit Letteren van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) zat in de rats. Housing Office, de organisatie die internationale studenten onderdak verschafte, kon de stroom niet aan. Letteren had besloten om zelf het heft in handen te nemen: ze hadden een leegstaand asielzoekerscentrum in Haren gehuurd. Of ik niet... Het was juni en begin augustus zouden de eerste bewoners aankomen. Het ging allesbehalve professioneel, maar het lukte. Drie geweldige jaren volgden: wilde feesten, nieuwe vriendschappen en een toch nog afgeronde studie. Toen, in 2002, had de RUG 1.250

maart/april 2015 | transfer

chris wind

internationale studenten en de Hanzehogeschool enkele honderden. Inmiddels lopen er bij de universiteit ruim 4.500 rond en op de hogeschool meer dan 2.000. En die aantallen zullen alleen maar toenemen. De aanpak is professioneler geworden, maar op één punt is er stilstand. Achteruitgang zelfs. De woonomstandigheden van internationale studenten zijn ronduit beschamend. Bekijk de Facebook-pagina Experiences from Groningen’s Housing Office, en schrik je kapot: schimmel op de muren, gaten in de vloer, kapotte lampen en afgebladderde plafonds. Volgend studiejaar sluiten enkele internationale studentenhuizen de deuren, om te worden vervangen door nieuwe. Laten het nu net de meest verwaarloosde zijn. Het lijkt erop dat Housing Office de huizen die ze sluit laat

versloffen. Erg lullig voor de honderden bewoners, die zich moeten redden in zwaar verwaarloosde panden. Op 1 januari 2015 is Housing Office overgenomen door Stichting Studenten Huisvesting (SSH). Maar of daarmee alles ten goede verandert? De eerste tekenen zijn niet gunstig. Naar aanleiding van hun nominatie voor Huisjesmelker van het Jaar, een jaarlijkse prijs van ROOD, de jongerenafdeling van de SP, reageert SSH in het Dagblad van het Noorden met:“De SSH staat open voor klachten en lost deze op. (…) We herkennen ons er niet in en vinden het jammer zo genomineerd te worden.” Een organisatie met zo weinig zelfinzicht moet misschien toch eens tot de orde worden geroepen door de twee hogeronderwijsinstellingen in Groningen. Zo niet, dan denk ik dat ik, geheel tegen mijn principes in, weer voor één keer achter de socialisten van ROOD ga staan: geef de SSH de prijs die ze verdient! Chris Wind is hoofdredacteur van HanzeMag, het onafhankelijke magazine van de Hanzehogeschool Groningen.


31

sorry? pardon! Studenten vertellen over leerzame uitglijders en misverstanden in het buitenland.

wie: Anne Kok (24)

studie: Internationale Pabo

(ITEPS, Stenden), Meppel

buitenlandervaring: stage op basis-

school in Astana, Kazachstan

tip:

‘Probeer juist te studeren in een land waar je niks van weet.’

‘De ongelijkheid zat me dwars’

Foto Astana: iStock

Anne Kok liep twee maanden stage op een basisschool in Kazachstan. Het geschreeuw van Kazachse docenten maakte indruk. En ze schrok ervan dat sommige collega’s haar niet durfden aankijken. Dat de cultuur op een buitenlandse

“Omdat het eindigde op -stan, dacht

deden er pijn van.” Haar zachtzin-

school heel anders kan zijn, daarop

ik dat het er wel onveilig zou zijn.

niger aanpak vonden de leerlingen wel

was ze tijdens haar studie al wel voor-

Daar hield het zo’n beetje op. Maar

interessant. “Maar ik was de stagiair,

bereid. Dacht ze. Maar toen samen

dat bleek totale onzin. Je kon er om

een rare nieuwe juf. Was ik langer

met een studiegenote twee maanden

vijf uur ’s nachts naar de supermarkt,

gebleven, dan had ik misschien ook

op een basisschool in Kazachstan

of je duim opsteken langs de weg en

moeten schreeuwen om hun respect

rondliep, ontdekte ze dat er tussen

bij wildvreemden in de auto stappen.

te verdienen.”

theorie en praktijk een behoorlijke

Eigenlijk was het er veiliger dan in

Iets schijnbaar kleins, hoe collega’s

kloof kan gapen.

Nederland.”

van het schoonmaakteam haar niet

Anne Kok is tweedejaars op de inter-

Op de school waar ze terechtkwam,

durfden te groeten, maakte nog wel

nationale Pabo van Stenden. Straks,

merkte ze dat Kazachstan een commu-

de meeste indruk. “Ze voelden zich

als ze klaar is met haar opleiding, mag

nistisch land is geweest. “Docenten

kennelijk zó ondergeschikt dat ze zelfs

ze in Nederland voor de klas staan,

die Engels moesten spreken voor de

je blik ontweken. Ik bleef proberen om

maar ook op internationale scholen

klas, spraken Kazachs. En niemand

contact te maken, omdat ik een ándere

in het buitenland. Ter voorbereiding

die er iets aan deed. De sfeer was: het

indruk wilde achterlaten. Maar het

staan er meerdere buitenlandse stages

gaat nou eenmaal zo, je kunt toch

lukte gewoon niet. Ik had het gelukkig

op het studieprogramma.

nooit iets veranderen.”

ook druk met andere dingen, maar die

Ze had vurig gehoopt dat ze naar

Ze schrok ervan hoe lokale docenten

ongelijkheid zat me wel dwars.”

IJsland kon, maar het werd een land

konden schreeuwen tegen leerlingen,

waar ze écht helemaal niets van wist.

zelfs tegen kleuters. “Mijn oren

ralph aarnout

maart/april 2015 | transfer


Uitnodiging consultatiebijeenkomsten ‘EP-Nuffic-strategie 2020’

Denk mee over de strategie van EP-Nuffic Om onze ambities voor 2020 te behalen, heeft EP-Nuffic een strategische agenda opgesteld. Deze agenda vindt u op www.epnuffic.nl/strategie2020. Graag willen we met u in gesprek over onze ambities tijdens drie bijeenkomsten. Per bijeenkomst zoomen we in op een van de volgende thema’s :

1 Naar een onderwijsbrede internationaliseringsagenda

2

3

Capaciteitsopbouw die aansluit Verbinden internationalisering bij internationaliseringsambities onderwijs en arbeidsmarkt

Hierbij gaan we in op vragen als: Hoe gaan we realiseren dat vanaf 2020 alle leerlingen en studenten van 4 tot 24 jaar internationale kennis en vaardigheden opdoen? • Hoe geven we internationalisering een vaste plek in het onderwijscurriculum, in een doorlopende leerlijn? • Hoe kunnen we beter aansluiten op de ambities van overheid, instellingen en bedrijven op het gebied van capaciteitsopbouw? • Hoe versterken we de binding van internationaal talent aan het bedrijfs­ leven? • Hoe bereiken we deze ambities met elkaar?

Wilt u meepraten over de strategische agenda en over een van deze drie thema’s? Kijk op www.epnuffic.nl/strategie2020 en geef u op. Hier vindt u ook meer informatie over de drie thema’s en de data van de bijeenkomsten.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.