Transfer 1, jaargang 21

Page 1

t ran sfe r

vakblad over internationalisering in het hoger onderwijs

tsla i u d thema

nd

aar m , r i dse la Popu Nederlan ij niet b t n stude

1

jaargang 21 | september/oktober 2013

‘in duitsland voor dubbeltje op eerste rang’ | correspondenten over cultuur­

verschillen | samenwerken vergt veel inspanningen | nederlands geen obstakel voor duitse student | waarom tóch naar duitsland?


1 Transfer is een onafhankelijk vakblad over internationale samenwerking in het hoger onderwijs en onderzoek. Transfer is ook online: www.transfermagazine.nl. Transfer is een uitgave van de Nuffic, de Nederlandse organisatie voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs. Verschijnt acht keer per jaar. Redactie Els Heuts (hoofdredacteur), Annelieke Zandvliet en Ralph Aarnout Aan dit nummer werkten mee Annette Birschel, Annemieke Bosman, Margriet Brandsma, Han van der Horst, Yvonne van de Meent en Martine Postma Beeld Aisa Photo/HH, Freek van Arkel/Hollandse Hoogte, Demotix/HH, Philip Driessen, Henriëtte Guest, Jennifer Jacquemart/ EU, Annabel Jeuring, Jerry Lampen/ANP, Jan Luursema, Norbert Michalke/Getty Images, Sylvain Sonnet/Getty Images, Siebe Swart/HH Redactieraad Ries Agterberg (DUB), Sebastiaan den Bak (Neth-ER), Riekele Bijleveld (Universiteit Twente), Patrick Cramers (Codarts), Klaartje van Genugten (Fontys), Joep Huiskamp (TU Eindhoven) Redactieadres Nuffic, Postbus 29777, 2502 LT Den Haag, tel. 070-4260126/4260144/4260122 fax 070-4260399 e-mail eheuts@nuffic.nl, azandvliet@nuffic.nl, raarnout@nuffic.nl Website: www.transfermagazine.nl Abonnementen Transfer is gratis verkrijgbaar. Geïnteresseerden kunnen zich voor een gratis abonnement aanmelden via www.transfermagazine.nl/transfer/ transfer-abonnement. Abonnementenadministratie DUO-tijdschriftenservice Postbus 681 3500 AR Utrecht tel. 030 – 263 1089 Vormgeving en lay-out Sabrina Luthjens BNO en Christina Schürmann (www.makingwaves.nl) Druk Drukkerij Verloop, Alblasserdam Overname artikelen Het overnemen en vermenigvuldigen van artikelen uit Transfer is slechts geoorloofd na schriftelijke toestemming van de hoofdredactie. Omslag De koepel van de Rijksdag. Foto: Jose Fuste Raga/Corbis Transfer 2, jaargang 21, verschijnt op 31 oktober

transfer

Kansen

verzilveren

Met gedroogd voedsel en een geweer ter bescherming tegen eventuele ijsberen ging Peter Kuipers Munneke als student op expeditie naar Spitsbergen. De weerman van de NOS, tevens poolonderzoeker, is de eerste BN’er die in de nieuwe rubriek ‘Onbekend terrein’ achterin Transfer vertelt over zijn internationale studie-ervaring. “Door naar het buitenland te gaan, kreeg ik kansen die ik in Nederland niet kreeg, en leerde ik dingen die ik in Nederland niet had kunnen leren”, zegt Kuipers Munneke. Zo avontuurlijk als de expeditie van deze weerman hoeft studeren in het buitenland natuurlijk niet te zijn. Ook van een verblijf vlak over de grens valt veel op te steken, zo is te lezen in de Duitsland-special van dit nummer. En het is niet alleen dichtbij; studeren en wonen bij de oosterburen is ook nog eens relatief goedkoop én goed voor je cv. Toch laten Nederlandse studenten Duitsland massaal links liggen. Voor de Nederlandse economie zou het goed zijn als daar verandering in komt en de banden met onze belangrijkste handelspartner en bondgenoot in Brussel worden versterkt. ‘Kansen verzilveren’ of, zo u wilt, Chancen nutzen, was daarom de titel van een werkconferentie die het ministerie van Onderwijs in februari organiseerde ter voorbereiding van een Duits-Nederlandse mobiliteitsen samenwerkingsagenda. Vervolgens werd het stil. Transfer zet voor u op een rijtje wat er verder gebeurde, achter de schermen. Welke obstakels zijn geïdentificeerd? Wat is er nodig om die weg te werken? Hoe zijn de ervaringen van studenten die wél naar Duitsland zijn gegaan en instellingen die, soms tegen de klippen op, met een Duitse partner samenwerken? En welke voordelen biedt de Bondsrepubliek nog meer? Dat laatste gaat de Duitslanddesk, die het eerste concrete resultaat vormt van de mobiliteits- en samenwerkingsagenda, ook met een flyer onder de aandacht brengen. Een Nederlandse student in Aken hoeft niet meer overtuigd te worden. “Je zit hier voor een dubbeltje op de eerste rang”, weet hij. annelieke zandvliet azandvliet@nuffic.nl


r

i n hou d

24-42 16–33

10

14

Thema: Nederlands-Duitse mobiliteit Onder Duitse jongeren is Nederland een favoriete studiebestemming. Andersom wil de stroom studenten maar niet op gang komen. Terwijl Duitsland ook de Nederlandse student veel te bieden heeft. In dit themanummer buigt Transfer zich over de NederlandsDuitse mobiliteit, met vragen als: hoe kunnen de scheve mobiliteitsverhoudingen worden rechtgetrokken, wat zijn de voordelen van samenwerking met Duitsland? En: hoe bevalt het de Nederlanders die wél in Duitsland studeren?

‘Internationalisering is nog niet mainstream’ Ruim een kwart eeuw stond haar loopbaan in het teken van internationalisering. In die tijd heeft dat onderwerp in het hoger onderwijs behoorlijk vorm gekregen. Maar het kan nog veel beter, benadrukt Hanneke Teekens bij haar afscheid als directielid van de Nuffic. ‘Instellingen moeten specifieker studenten gaan werven die bij hun international classroom en opleiding passen.’

Nederlandse studenten op avontuur in Noord-Korea Noord-Korea is het meest ontoegankelijke land ter wereld. Dat hield de Utrechtse student Wouter Witvoet niet tegen om juist daarheen een studiereis te organiseren. Met twintig Nederlandse studenten en pas afgestudeerden bracht hij deze zomer tien dagen in het streng communistische land door. Zijn doel? Een brug slaan met Noord-Korea.

En verder 2 Colofon en redactioneel  4 Nieuwsberichten en actueel  23 Aanpakken: internationaliseerders aan het werk  34 Gelezen  35 Onbekend terrein: BN'er over buitenlands studieverblijf


Foto: Jan Luursema

n i euws

kamer op cruiseschip

Wonen op een cruiseschip, dat klinkt niet verkeerd. De Arlene biedt die mogelijkheid aan 45 buitenlandse studenten. Tropische oorden zullen zij niet aandoen: het cruiseschip blijft tot eind december in het Groningse Eemskanaal liggen. Daarna moeten de studenten elders onderdak vinden. De kamers zijn met 11 vierkante meter vrij klein, maar hebben wel een eigen badkamer. Bij de huur van 768 euro zijn maaltijden en schoonmaak inbegrepen. (AZ)

Helft techniekstudenten wil baan in buitenland Een zeer kleine meerderheid van de techniek­ studenten in Nederland, 51 procent, heeft een voorkeur voor een baan in het buitenland. Dat blijkt uit een onderzoek van ASML. De chipmachine­f abrikant ondervroeg 1300 studenten van de technische universiteiten in Eindhoven, Twente, Delft, de KU Leuven en de RWTH in Aken. De respondenten die in België of Duitsland studeren, zijn relatief minder geneigd om in eigen land te blijven werken: respectievelijk 45 en 38 procent. De studenten uit Nederland hechten overigens niet enorm aan de locatie van hun werk. Slechts 42 procent vindt die belangrijk.

4 | september/oktober 2013 | transfer

Techniekstudenten die naar het buitenland willen vertrekken, zoeken het niet al te ver weg. Ze hebben vooral belangstelling voor een baan elders in Europa (gemiddeld 35 procent). De Verenigde Staten volgen op ruime achterstand (12 procent). Azië is nauwelijks in trek (3 procent). In de uitkomsten van het onderzoek staat niets over de nationaliteit van de respondenten. Met het oog op de ambitie van het kabinet om meer buitenlandse studenten aan Nederland te binden, zou het interessant zijn om te weten of zij van plan zijn om hier te blijven werken. Het percentage respondenten dat tijdens de studie in contact is gekomen met interessante bedrijven, is in Nederland het grootst.  (AZ)


MOOCS ROEPEN VEEL DISCUSSIE OP Meer dan 30.000 belangstellenden wereldwijd hebben zich ingeschreven voor de eerste Leidse massive open online course (MOOC), in Delft zijn er al ruim 50.000 aanmeldingen. Dat werd gemeld bij de opening van het collegejaar. “Stel je voor: als maar 1 procent kiest voor een masterprogramma in Delft, dan zouden we er vijfhonderd masterstudenten bij krijgen”, rekende de Delftse collegevoorzitter uit. Minister Bussemaker wees in haar speeches bij de Erasmus Universiteit en Inholland eveneens op de enorme vlucht die MOOCs nemen. Punt van aandacht is volgens haar de kwaliteits­controle, en hoe de instelling contact kan houden met studenten en tussen studenten onderling. Ook volgens voorzitter De Graaf van de Vereniging Hogescholen

vragen vormen van internetonderwijs om door­ denking van de structuren. Het is een mooie uitdaging om sturend en niet volgend te zijn, zei hij bij de Hanzehogeschool. Vooralsnog leveren MOOCs nauwelijks iets op in termen van afstuderen en wordt hun waarde nog niet erkend door werkgevers, constateerde de Maastrichtse collegevoorzitter Paul. Daarom houdt zijn universiteit vast aan probleemgestuurd onderwijs. Toch moet ook Maastricht nadenken over het gebruik van nieuwe technologieën en bedenken hoe om te gaan met studenten die MOOC-diploma’s overleggen, beseft Paul. Hij denkt bovendien dat MOOCs een rol kunnen spelen in het aanbod voor deeltijdstudenten en lifelong learning. (AZ)

6.407

Percentage uitgaande studiepuntmobiliteit, gemeten onder afgestudeerden, 2003–2011 40%

WO 36,0

35%

31,6

31,3

30%

29,1 26,6*

26,6* **

25%

23,7*

21,5

HBO 20%

19,4

20,2 17,2

15%

2003–04

23,7* ***

2004–05

19,9

20,5

21,4

18,3

2005–06

2006–07

2007–08

2008–09

2009–10

2010–11

* Bron VSNU/IVA ** 2007-08-data ***2009-10-data

is het aantal Engelstalige masteropleidingen in Europa, buiten de landen waar Engels de belangrijkste onderwijstaal is. Dat betekent een groei van 38 procent ten opzichte van 2011. Nederland is nog steeds koploper met 946 Engelstalige masters. In 2011 waren het er 812, in 2007 nog slechts 386. Nummer 2 is Duitsland (733), op 3 staat Zweden (708) waar het aantal de afgelopen twee jaar toenam met 73 procent. Alleen in Denemarken was er een iets sterkere stijging. bron: iie, english-taught master’s programs in europe: a 2013 update

bron: nuffic, internationalisering in beeld 2013

transfer | september/oktober 2013 | 5


n i euws

kort nieuws

6,5 Miljoen voor twinning Minister Ploumen trekt tot 2016 in totaal 6,5 miljoen euro uit voor de voortzetting van de ‘Twinningfaciliteit’. Nederlandse en Surinaamse organi­saties, waaronder hogeronderwijs­instellingen, kunnen binnen die regeling maximaal 200.000 euro subsidie ontvangen voor een gezamenlijk project. In de eerste fase van de Twinning­ faciliteit, van 2008 tot 2012, was 12

miljoen euro beschikbaar. Ongeveer een zesde werd toegewezen aan projecten op het gebied van hoger onderwijs. Bijna 75 procent ging toen op aan reis- en personeelskosten, bleek uit een evaluatie. Een criterium in de nieuwe regeling is dat organisaties blijk geven van een ‘sobere, kostenbewuste uitvoering’. Ook wordt een redelijke eigen bijdrage in de kosten van het project verwacht.  (AZ)

Rusland stelt beurzen uit Moskou ziet voorlopig af van een beurzenprogramma voor excellente studenten die in het buitenland willen studeren, omdat er te weinig garanties zijn dat zij na het afronden van hun opleiding drie jaar in Rusland werken. Dat meldt The Moscow Times. Die terugkeer is een voorwaarde van het programma dat toenmalig president Medvedev in 2010 aankondigde. Het zou drieduizend Russen in staat stellen om met beurzen tot omgerekend zo’n 34.000 euro per jaar een masteropleiding te volgen aan buitenlandse universiteiten uit de top 300 van de rankings. Dit studiejaar had de eerste lichting studenten aan een master in het buitenland moeten beginnen.  (AZ)

Dit najaar actieplan binding Make it in the Netherlands! wordt de titel van een actieplan voor het binden van buitenlandse studenten dat dit najaar verschijnt. Minister Bussemaker kondigde het aan in de kabinetsreactie op het gelijknamige SER-advies. Zij betrekt onder meer de koepelorganisaties van hogeronderwijsinstellingen en van studentenhuisvesters, de vakbeweging en werkgeversorganisaties, studentenbonden, Studielink en Studiekeuze123,

6 | september/oktober 2013 | transfer

maar ook verschillende ministeries bij het actieplan. Er komen concrete maatregelen in te staan binnen vijf thema’s, zoals Nederlands leren, verbinding met de arbeidsmarkt en sociale integratie. Ook is er aandacht voor versoepeling van administratieve procedures en praktische zaken. Tot slot moet de internationale mindset van Nederland worden versterkt, informatie worden gedeeld en taken duidelijk verdeeld.  (AZ)

De beurs van… Jaarlijks komen honderden studenten, promovendi en cursisten uit ontwikkelingslanden naar Nederland met een NFP-beurs. Wie zijn zij en wat doen zij?

zeleke dejen (35) promovendus bij unesco-ihe, delft

Wat voor onderzoek doe je?

Veertig jaar geleden zijn met Nederlandse hulp irrigatiestelsels aangelegd op Ethiopische suikerrietplantages. Indertijd werkten ze prima, maar inmiddels verbruiken ze veel te veel water. Dat leidt tot wortelrot, maar ook tot waterschaarste elders in het land. Ik onderzoek hoe het efficiënter kan.

Je reist veel. Is dat zwaar?

Ja, ik reis al bijna vier jaar heen en weer tussen Ethiopië en Nederland. Daar doe ik veldwerk, hier zit ik tot ’s avonds laat achter de computer. Zwaar? Ach, noem het een uitdaging. Straks in Ethiopië wil ik verder in de wetenschap. Maar geen ivoren toren-wetenschap. Ik wil maatschappelijk relevant onderzoek doen, iets veranderen.

Wat valt je op aan Nederland?

Gestructureerd ontspannen, zo zou ik jullie noemen. Jullie zijn heel stipt met afspraken, maar gaan wel heel informeel met elkaar om. Ik kreeg hier pas door hoe afstandelijk wij Ethiopiërs eigenlijk zijn op ons werk. Ja, ik ga met een missie terug naar Ethiopië. Tegen de waterverspilling en vóór informele omgangsvormen!  (RA)


Foto: Jennifer Jacquemart, © EU

Erasmusbeurs ook voor niet-EU studenten

Erasmus+ krijgt een rol in het aantrekken van buitenlands talent naar Europa. Dat zei Eurocommissaris Vassiliou begin deze maand op een bijeenkomst over haar internationaliseringsstrategie ‘Europees hoger onderwijs in de wereld’. Studenten van buiten de EU zullen voor het eerst in aanmerking komen voor een Erasmusbeurs. Langzamerhand wordt steeds meer bekend over het programma voor onderwijs, jeugd en sport dat tot voor kort bekend stond onder de naam Erasmus for All. In totaal zal naar verwachting ongeveer 14.5 miljard euro beschikbaar zijn voor Erasmus+, meldt de European University Association. Waarschijnlijk wordt een derde van dit bedrag uitge-

trokken voor hoger onderwijs en gaat 3,5 procent naar de leenfaciliteit voor studenten die een master in het buitenland willen doen. Het beoogde aantal studenten en docenten dat met een Erasmusbeurs de grens over gaat, verdubbelt bijna tot 4 miljoen tussen 2014 en 2020. Maar internationalisering moet meer zijn dan mobiliteit, vindt Vassiliou. Het overgrote deel van de studenten, 80 tot 90 procent, blijft in eigen land. De Eurocommissaris spoort overheden en onderwijsinstellingen aan een strategie te formuleren, zodat al hun studenten internationale vaardigheden opdoen. Er is geen pasklaar model voor alle universiteiten en hogescholen in elk land,

benadrukt de Eurocommissaris. Maar bij instellingen die écht internationaal willen zijn, bestaat de strategie uit drie onderdelen. Naast het stimuleren van mobiliteit bij studenten en staf is dat ook internationalisering van curricula en digitaal onderwijs. En als derde het versterken van strategische samenwerking, partnerschappen en capaciteitsopbouw. Ook daar is geld voor binnen Erasmus+. Van alle studenten die internationaal mobiel zijn, kiest nu ongeveer 45 procent voor een Europese universiteit of hogeschool. Om Europa aantrekkelijk te houden als studiebestemming, zijn kwaliteit en transparantie van het onderwijs van belang. De Europese Commissie wil daaraan bijdragen door bijvoorbeeld ECTS en het Europese kwalificatieraamwerk (EQF) meer bekendheid te geven, en door de Europese ranking U-Multirank te promoten. Bij het ter perse gaan van dit nummer werd verwacht dat Erasmus+ binnen enkele weken zou worden aangenomen door het Europees Parlement en de Raad. Na goedkeuring van de meerjarenbegroting is vervolgens de weg vrij om aan het eind van dit jaar de eerste calls voor het nieuwe programma te laten verschijnen.  (AZ)

cv @at5 Massachusetts Institute

of Technology (MIT) ontwikkelt ‘derde universiteit’ van Amsterdam — http://at5.nl/s/smw @uniutrecht ‘Vijftig procent van studenten wil meer aandacht voor China’, blijkt uit onderzoek van studenten — http://bit.ly/15xiax5

en

u -b e r z

beurs

deadline

start studie/onderzoek

Duitsland, Research kort

1 okt

vanaf mrt 2014

Duitsland, Architektenbeurs

15 okt

1 okt 2014

Duitsland, Kunstenaarsbeurs

1 nov

okt 2014

Zwitserland, Studiebeurs

15 nov

okt 2014

Israël, Studiebeurs

30 nov

okt 2014

Israël, ULPAN zomerbeurs

30 nov

jul/aug 2014

Meer informatie op www.wilweg.nl/cv transfer | september/oktober 2013 | 7


n i euws

Reorganisatie ISS loopt vertraging op Een groot deel van de ondersteunende werkzaamheden van het Haagse Institute of Social Studies (ISS) wordt voorlopig niet overgeheveld naar Rotterdam. De betrokken medewerkers kunnen in ieder geval tot 1 januari hun werk in Den Haag blijven doen. Vanwege forse bezuinigingen stond per afgelopen juli een reorganisatie gepland bij het ISS, onderdeel van de Erasmus Universiteit. Vijftien fulltime banen, die zich richten op beleid en studentenondersteuning, moeten worden geïntegreerd met de werkzaamheden van de Shared Service Centra van de EUR. Op die manier zou het werk efficiënter kunnen worden gedaan. Het zou vooral gaan om de zogenaamde back office; taken waarbij geen contact nodig is met de studenten.

Maar volgens de Institute Council (IC), de faculteits­ raad van het ISS, is er bij het instituut geen strikte scheiding tussen back office en front office. “De ISS-manier van werken is een coproduction of ­knowledge, waarbij studenten, de academische en ondersteunende staf samenwerken van het begin tot het eind van de studieperiode”, aldus IC-voorzitter Loes Keysers in Erasmus Magazine. Het reorganisatieplan zou onvoldoende garanties bieden dat de kleinschalige aanpak behouden blijft. Eind juni gaf de universiteitsraad zijn zegen aan het reorganisatieplan onder de voorwaarde dat 9,7 fte tot 1 januari in Den Haag blijven. In de komende periode wordt bekeken hoe de ISS-taken het best geïntegreerd kunnen worden.  (EH)

Fairs korea study abroad fair

eeft 2013 taiwan

Busan

3 oktober

Kaohsiung

25 oktober

Seoel

5–6 oktober

Taipei

26–27 oktober

ciep, rusland Kiev

3 oktober

Moskou

5 oktober

Sint Petersburg

6 oktober

european higher education fair indonesië Surabaya

9 oktober

Jakarta

12–13 oktober

europosgrados mexico

8 | september/oktober 2013 | transfer

Monterrey

19 oktober

Léon

21 oktober

Puebla

23 oktober

study in holland tour – brazilië São Paulo, Rio de Janeiro, Porto Alegre, Belo Horizonte

28–31 oktober

Bangkok

2–3 november

ocsc international expo thailand china education expo Beijing Shanghai Guangzhou

2–3 november 9–10 november 16 november

Meer informatie via fairs@nuffic.nl


Ondertussen bij de concurrenten Bezoekers lezen informatie van Education UK op

Foto: Demotix/HH

een beurs in Bangladesh.

Nederland wil meer buitenlands talent aantrekken en behouden. Maar terwijl aan een actieplan wordt gewerkt, zit de concurrentie niet stil. Engeland wil de komende vijf jaar 15 tot 20 procent extra buitenlandse studenten werven. Hoger onderwijs moet ‘een van Britse groeiindustrieën van de 21e eeuw worden’, stelde minister David Willets in het beleidsstuk International education strategy: global growth and prosperity dat eind juli verscheen. Nu nog wordt 75% van de omzet gehaald op onderwijs aan buitenlandse studenten in het Verenigd Koninkrijk. De grootste groei wordt verwacht op het gebied van transnational education – onderwijsaanbod buiten de landsgrenzen. Hiertoe moeten ‘nieuwe vormen van onderwijs en technologie’ ontwikkeld worden. Daarnaast wil Willets de internationale werving van studenten verbeteren en Britse studenten aanmoedigen om in het buitenland te studeren. Onderwijsinstellingen en -koepels moeten gezamenlijk marketing voeren in focuslanden, zoals de VS,

Zuid-Korea en Rusland. De promotie van de onderwijssector wordt opgenomen in de omvangrijke, wereldwijde “GREAT Britain”-campagne van de overheid. In juli werd ook een strategisch stuk van de Duitse wetenschapsraad gepresenteerd, Perspektiven des deutschen Wissenschaftssystems. Daar staan aanbevelingen in om het aantal Bildungsausländer (nu 11,1 procent) te vergroten. Meer Engelstalige opleidingen volstaan niet, denkt de raad die pleit voor aanpassing van het vreemdelingenrecht voor deze doelgroep en daarop toegesneden begeleiding door hogeronderwijsinstellingen. De universiteiten en hogescholen zouden een passend aanbod moeten ontwikkelen en best practices uitwisselen, met ondersteuning van de DAAD, de Duitse Nuffic. Ook de overheid kan een bijdrage leveren aan de marketing van Duitsland als studiebestemming. “Wij zijn zelden zo aantrekkelijk geweest voor buitenlandse studenten en wetenschappers”, reageerde onderwijsminister Johanna Wanka. “Nu komt het er op aan om dit hoge niveau veilig te stellen.” De minister laat het aan de nieuwe regering over om samen met de deelstaten besluiten te nemen op basis van de aanbevelingen. In Zweden hebben hogeronderwijsinstellingen het heft in eigen hand genomen om meer internationale studenten te werven, meldt Times Higher Education. Zeven vooraanstaande universiteiten en het Swedish Institute organiseren samen met het bedrijf Student Competitions allerlei wedstrijden en quizzen. Deelnemers maken kans op een bezoek aan Zweden, studiebeurzen of korting op collegegeld. Het aantal aanmeldingen van niet-EU-studenten in Zweden nam met 79 procent af toen zij vanaf 2011 ruim 9.000 euro collegegeld of meer moesten betalen.  (RA, AZ)

enda ag

datum

organisator

lokatie

meer informatie

1 oktober

Neth-ER

Brussel

www.neth-er.eu

10 oktober

ACA en EUA

Brussel

www.aca-secretariat.be

24–25 oktober

EADTU

Parijs

conference.eadtu.eu

transfer | september/oktober 2013 | 9


i ntervi ew

Foto: Henriëtte Guest

h a n n eke

teekens

ver l a at

d e

n u f f i c

‘Internationalisering is nog niet mainstream’ 10 | september/oktober 2013 | transfer


Meer dan 25 jaar stond haar loopbaan in het teken van internationalisering. In die periode werd het onderwerp een wezenlijk onderdeel van het hoger onderwijs. Toch is er volgens Hanneke Teekens, scheidend directielid van de Nuffic, nog een weg te gaan om internationalisering écht in alle aspecten van het onderwijs te integreren.

“Ik ben zeer geïnteresseerd in onderwijs, in de wereld universiteit van Amsterdam. Ze begeleidde de eerste en in mensen. Die elementen komen bij elkaar in Erasmusstudenten en draaide mee in samenwerinternationalisering.” Dat is de reden dat het werkkingsprojecten met voormalige Oostbloklanden, terrein haar tot op de dag van vandaag is blijven die na de val van de Muur ontstonden. boeien, vertelt Hanneke Teekens. Internationalisering werd steeds belangrijker in haar Ze verhaalt enthousiast over de takenpakket en werd, toen ze in bijdragen die binnenstromen na de 1998 hoofd internationalisering van oproep die ze deed aan haar brede “De internationalisering van de Amsterdamse lerarenopleiding netwerk van internationaliseerders, werd, een dagtaak. in Nederland en ver daarbuiten. “Ik het curriculum staat nog in Ze maakte van nabij mee hoe het wilde graag de opvattingen over hoger onderwijs zich steeds verder internationalisering en wat het de kinderschoenen” internationaliseerde. Maar de voor mensen betekent, hun story opvatting dat internationalisering of internationalisation, expliciet inmiddels mainstream is geworden, maken.” Het boek, waarover ze de redactie voert, deelt ze niet. “Het aantal buitenlandse studenten verschijnt in november ter gelegenheid van haar en het aantal Engelstalige opleidingen zijn enorm afscheid van de Nuffic, waar Teekens tien jaar deel toegenomen, maar vaak ontbreekt een geïntegreerde uitmaakte van de directie. aanpak. Ik zie veel goede voorbeelden, bijvoorbeeld Wat is de kern van haar story of international­isation? bij de university colleges. Toch zou internationalise“Internationalisering is wezenlijk voor de kwaliteit ring veel meer een integrale ontwikkeling binnen het en aantrekkelijkheid van het hoger onderwijs. Het is hoger onderwijs moeten zijn.” geen keuze. Je kunt de wereld niet buiten het onderwijs houden. Neem een land als China: dat wil op Diversiteit korte termijn net zo veel inkomende als uitgaande Dat het onderwerp niet overal topprioriteit heeft, studenten hebben. Kijk naar het enorme beurzenkan Teekens wel begrijpen. “Instellingen staan onder programma waarmee Brazilië het contact met andere financiële druk en moeten aan veel kwaliteitseisen landen zoekt. Aansluiting houden bij de rest van de voldoen. Zo steekt een aantal hogescholen en univerwereld is van immens belang.” siteiten veel tijd en energie in de eerste generatie studenten van niet-Nederlandse afkomst. Het vraagt Rassenrellen flinke investeringen om daar nog een internationaliHanneke Teekens zelf verkende de wereld al op jonge seringsslag overheen te doen. Maar het zou goed zijn leeftijd. In 1966 vertrok ze naar Oklahoma om daar als er meer gebruik werd gemaakt van de diversiteit een jaar highschool te doen. “Het was toen redelijk die er al is. Het is een ingewikkeld proces om die te populair om na je eindexamen een jaar naar de VS te koppelen aan de traditionele internationalisering. gaan. “AFS, (waar ze nu bestuurslid van is, red.) bood Toch moeten we die kant op, want het zal nooit zo goede mogelijkheden.” Ze was er getuige van rassenzijn dat alle studenten buitenlandse studie-ervaring rellen die in die hete zomer een hoogtepunt bereikten opdoen. Van alle studenten wereldwijd is minder dan en diepe indruk op haar maakten. 2 procent mobiel.” Terug in Nederland begon ze aan een studie Het concept internationalisation at home is en blijft geschiedenis. Internationalisering kwam op haar daarom zo belangrijk, vindt ze. Maar het zou beter pad toen ze als docent en onderzoeker werkte bij kunnen worden uitgevoerd. “De internationalisering de leraren­opleidingen van de hogeschool en de van het curriculum staat nog in de kinderschoenen.

transfer | september/oktober 2013 | 11


De noodzaak ervan is nog niet bij alle docenten geland. Zij moeten op hun beurt ook competenties ontwikkelen om hun lesstof van een internationale dimensie te voorzien.” Teekens verwacht dat een jongere generatie docenten en onderzoekers daarmee beter uit de voeten kan. “Maar het zal nooit makkelijk zijn. Onderwijs is nu eenmaal niet gemakkelijk.” Een echte international classroom ziet ze als ‘een hele grote opdracht voor het hoger onderwijs’. Teekens wijdde er verschillende publicaties aan. “Studenten van verschillende nationaliteiten bij elkaar zetten is niet genoeg. Voor zowel Nederlandse als buitenlandse studenten moet het een meerwaarde bieden. Het heeft weinig zin om een college voor honderd Nederlandse en twee buitenlandse studenten in het Engels te geven. Je moet je afvragen of het per definitie verstandig is om, zonder begeleiding, verschillende nationaliteiten bij elkaar te zetten. Dat kan ook averechts uitpakken. Nu internationalisering qua aantallen zo’n vlucht heeft genomen en Engelstaligheid een wezenlijk aspect van het hoger onderwijs is geworden, moet er ook oog zijn voor de onbedoelde effecten.”

Facebook Hetzelfde geldt voor een buitenlands studieverblijf. Ook dat hoeft niet per definitie positief uit te pakken. “De hele notie van fysieke en virtuele werkelijkheid plaatst vraagtekens bij de toegevoegde waarde van mobiliteit. Je kunt via Facebook, Skype en mail bijna permanent in contact staan met het thuisfront. Hoe zorg je ervoor dat een student volledig gebruikmaakt van de mogelijkheden die een verblijf in het buitenland biedt en in zijn vrije tijd niet steeds op Facebook zit?” Teekens ziet het aantal Nederlandse studenten dat naar het buitenland gaat, stagneren. “Als de toegevoegde waarde voor hen niet duidelijk is, gaan ze niet. Daarom zal er veel meer moeten worden ingezet op andere vormen van mobiliteit: korter, vaker, breder inzetbaar en digitaal ondersteund.” Ze voorziet meer verschuivingen. “In Azië zullen steeds meer jongeren in hun eigen regio gaan studeren vanwege de toegenomen capaciteit en kwaliteit. Als ze naar het buitenland gaan, kiezen ze bewuster en zijn ze kritischer. Dat zal invloed hebben op de aantallen buitenlandse studenten. Voor instellingen betekent het dat ze specifieker studenten moeten werven die bij hun international classroom en opleiding passen. Dat is een groot verschil met sturen op aantallen. Ook zal er steeds minder overheidsgeld beschikbaar zijn voor flankerend en ondersteunend beleid. Daardoor zullen de opbrengsten van buitenlandse studenten belangrijker worden."

12 | september/oktober 2013 | transfer

Dat de economische aspecten van internationalisering aan belang winnen, is te zien in het advies van de Sociaal-Economische Raad (SER) over de binding van internationale studenten om onze kenniseconomie te versterken. Dit najaar verschijnt het actieplan Make it in the Netherlands. Teekens vindt dat het onderwerp iets te veel is ingegeven door Hollandse koopmansgeest. “Het lijkt erop dat studeren in Nederland vooral een economisch belang moet dienen. Ik vind dat een te smalle basis om ons land tot een aantrekkelijke studiebestemming te maken. Nederland als interessant studieland heeft een intrinsieke waarde. Roepen dat studenten na hun studie hier moeten blijven, is niet genoeg. De arbeidscondities moeten concurrerend zijn. Ik zie genoeg aanknopingspunten in het SER-advies, maar ik vraag me af of de arbeidsmarkt dit alles kan waarmaken. De banen en werkgevers moeten interessant genoeg zijn. In sociaal, cultureel en economisch opzicht komt er veel meer bij kijken dan bètastudenten hierheen halen en na hun afstuderen aan het werk laten gaan.”

Werven Behalve internationale studenten aan Nederland binden, wil de overheid ook dat er méér studenten naar Nederland komen. Die ambitie spoort volgens Teekens niet helemaal met de bezuiniging van bijna 2 miljoen euro op de Neso’s, de tien Nederlandse onderwijskantoren in het buitenland. “Ik begrijp dat er bezuinigd moet worden, maar ik vind het jammer dat een aantal investeringen niet voldoende tijd hebben gekregen om resultaat op te leveren.” Teekens doelt op de Neso-kantoren die in 2009 zijn geopend. “Vier jaar is heel kort; het ontwikkelen van relaties kost tijd. Daarnaast blijft het heel belangrijk om niet-Europese studenten te werven. Door de vergrijzing op ons continent redden we het niet met alleen Europees talent. Aan de andere kant heb ik het volste vertrouwen dat we met minder geld toch veel kunnen doen in de landen waar we Neso-activiteiten uitvoeren.” Haar werk gaat ze beslist missen, maar haar pensionering betekent geen afscheid van de internationalisering. Zo zal ze universiteiten blijven adviseren en blijft ze verbonden aan de Nafsa, de Association of International Educators. Via de non-profitorganisatie PUM hoopt ze haar expertise te kunnen inzetten voor kortlopende projecten in ontwikkelingslanden. “Mijn belangstelling voor internationalisering zal niet verdampen. Maar ik zal die anders invullen dan als directielid van de Nuffic. Dat past ook bij deze fase in mijn leven.”

els heuts


a a n pakken

‘Vreemdste vraag:

waar is hier de Gucci-winkel?’ Onder de noemer internationalisering worden in

verricht. In deze aflevering van de rubriek Aanpakken

tionale studenten is het natuurlijk lastig om even op gesprek te komen als ze nog niet in Nederland zijn”, legt Loman uit. Ouderejaars kunnen dat wel overwegen, net als antikraak wonen, waarbij enige kennis van het Nederlands een voorwaarde is.

vertelt Dionysia Loman van Saxion over haar werk

Zwembad

het hoger onderwijs de meest uiteenlopende taken

Foto’s: © Annabel Jeuring Fotografie

als housing officer.

Bussen vol internationale studenten reden in de tweede helft van augustus van Schiphol naar het oosten van het land. In Enschede werden ze opgewacht door Dionysia Loman, met de sleutel van de kamer waar zij de komende tijd zullen wonen. Zo’n 300 kamers heeft Saxion tot zijn beschikking in Apeldoorn, Deventer en Enschede. Daar kunnen in elk geval de studenten van buiten Europa maximaal een jaar terecht. “Maar ook Europese studenten proberen we aan onderdak te helpen”, zegt Loman. “Al komen die soms pas laat in zicht, want zij kunnen nog tot 1 september collegegeld betalen.” Met enige creativiteit weet de housing officer meestal wel iets te regelen. “Door de jaren heen hebben we een netwerk van particulieren opgebouwd waarop we kunnen terugvallen, ten minste voor een tijdje. We hebben wel eens studenten voor drie weken in een Stayokay ondergebracht, of in een bed & breakfast.” Nooit in caravans, verzekert Loman, zoals in andere steden wel gebeurde. In Enschede zijn kamers van stichting Acasa, die woonruimte verhuurt aan studenten van de Universiteit Twente, nog een optie. Die zijn echter niet gemeubileerd en worden toegewezen op basis van de voorkeur van medebewoners. “Voor interna-

Teleurgestelde studenten die op een luxe onderkomen hadden gerekend, ziet de housing officer eigenlijk nooit. “We informeren ze vooraf dat de accommodatie basic is en dat ze faciliteiten moeten delen met anderen.” Wel kreeg Loman eens de vraag, of er een zwembad bij de huisvesting zat. Samen met ‘waar is de Gucci-winkel in Deventer?’, behoort die tot de vreemdste vragen die haar zijn gesteld. Het werk houdt niet op bij de piekmomenten in augustus en februari, als grote groepen nieuwe studenten arriveren. Daarbuiten worden Loman en haar parttime collega benaderd met een heel scala aan verzoeken en problemen, variërend van een kapotte pan tot buren die overlast ondervinden. “De huismeesters zijn het eerste aanspreekpunt voor technische zaken”, vertelt de housing officer. “Maar als studenten die niet kunnen vinden, bellen ze ons of komen naar ons wekelijkse spreekuur. Dat gebeurt ook als er relaties ontstaan of weer uitgaan, waardoor studenten bij elkaar willen wonen of juist niet meer.” Loman komt zo veel mogelijk tegemoet aan wensen van huurders. Nederlandse en buitenlandse studenten bij elkaar huisvesten is lastig, vindt ze. “Niet iedereen wil mengen. Met internationale studenten onderling gaat het negen van de tien keer wel goed. Die komen hier immers allemaal om buitenlandervaring op te doen.”

annelieke zandvliet transfer | september/oktober 2013 | 13


ac htergron d

n eder l an dse

stu denten

op

b ezo ek

i n

n o o r d

-ko

r ea

Op avontuur in het meest ontoegankelijke land ter wereld “Je kunt een land pas echt beoordelen als je er zelf bent geweest.” Met die gedachte in zijn achterhoofd organiseerde de Utrechtse student Wouter Witvoet (23) deze zomer een studiereis naar Noord-Korea. Voor volgend jaar staat een tegenbezoek gepland. “Ontspanning in de betrekkingen begint met eens een keer een deur open te houden voor elkaar.”

“Natuurlijk hebben we ons afgevraagd of we een land moesten bezoeken dat door de rest van de wereld wordt gemeden vanwege het repressieve bewind. Maar al snel besloten we dat we juist daarom moesten gaan. Om te proberen een brug te slaan”, stelt Wouter Witvliet (23). Toch was het niet alleen

14 | september/oktober 2013 | transfer

idealisme dat de Utrechtse student informatiekunde ertoe bracht een studiereis naar Noord-Korea te organiseren. Een zekere eerzucht speelde ook een rol, erkent hij. Witvliet bezocht vorige zomer de Netherlands-Asia Honours Summer School in Hongkong. Hoewel de Chinese cultuur veraf staat van de Nederlandse, constateerde hij dat het land door de toenemende globalisering steeds meer westerse trekken krijgt. Hij voelde de behoefte te worden gedwongen om meer uit zijn comfortzone te komen. Noord-Korea leek daarvoor de aangewezen bestemming. “Voor ons is de Koude Oorlog geschiedenis, maar daar is het nog springlevend,” aldus Witvoet. “Ik wilde dat dolgraag gezien hebben voordat ook daar de moderne tijd doordringt.” Samen met Anne Marie Droste, die ook de Summer School in Hongkong bijwoonde, richtte hij de Beyond West Foundation op om de reis te kunnen organiseren. Ze riepen de hulp in van de Canadese East West Coalition dat al jaren warme banden met


Noord-Korea onderhoudt, en ondermeer uitwismogelijk was. Maar de openheid van de Nederlanders selingsprogramma’s met Noord-Koreaanse sporters bleek hen toch te kunnen ontdooien. organiseert. Dankzij de Canadese connectie gingen “We hebben op een avond met hen staan dansen en voor Witvoet deuren open die voor de reguliere zingen. Patriottische liederen, natuurlijk”, glimlacht reisbureaus gesloten blijven. Daardoor kon uiteindeBurgers. “Wij kunnen ons daar niets bij voorstellen, lijk een groep van twintig studenten en pasafgestumaar hun vaderlandsliefde leek oprecht. Ik kreeg in deerden aan een tiendaagse reis door Noord-Korea ieder geval niet de indruk dat de geesten in Noordbeginnen. Op 12 augustus staken ze de Chinees/ Korea al rijp zijn voor een omwenteling zoals die nu Noord-Koreaanse grens over om het noordelijke deel gaande is in de Arabische wereld.” van het land te bezoeken waar heel zelden westerse Die indruk werd bevestigd door de studenten van een bezoekers komen. Van daaruit namen ze een binnenelite-universiteit uit Pyongyang die ze tijdens een landse vlucht naar de hoofdstad Pyongyang om daar dagje aan het strand tegenkwamen. “We hebben met het geijkte toeristische programma hen gevolleybald”, vertelt Teuben. te volgen langs mausolea en “Dat vond ik erg leuk. Een gesprek parades. met hen voeren was lastig, want “Wij kunnen ons daar hun Engels was erg beperkt. Ook Warme agenda hielden ze er onwetenschappelijke niets bij voorstellen, maar “De Noord-Koreaanse overheid ideeën op na. Zo probeerden ze was zo coulant omdat wij met een mij ervan te overtuigen dat er geen hun vaderlandsliefde leek warme agenda kwamen”, stelt ziektes in Noord-Korea voorkomen, Witvoet. “Contact met het westen omdat het zich heeft afgesloten van oprecht.” juichen ze toe, als het maar vriendhet westen. Maar door samen te schappelijk is. Ze willen graag een spelen en lol te maken kwamen we aantrekkelijke bestemming voor toeristen zijn. En het elkaar toch nader.” scheelde natuurlijk dat ons gezelschap uit een zogeHet reisgezelschap vroeg zich natuurlijk af of deze noemd neutraal land kwam.” spontane ontmoeting geen doorgestoken kaart Floor Burgers (24), bezig met haar master Strategic was. “We kregen er de vinger niet achter, maar we Human Resource Management aan de Universiteit ervoeren allemaal, toen we eenmaal weer de grens Utrecht, wilde graag mee naar Noord-Korea omdat met China over waren: nu zijn we vrij”, zegt Burgers. ze verwachtte tijdens zo’n onalledaagse reis inspirerende mensen te ontmoeten. “Als het niet de NoordTegenbezoek Koreanen zelf zouden zijn, dan toch zeker de mensen Voor de Beyond West Foundation is het bezoek aan met wie ik reisde. Ik verwachtte avontuurlijke lieden Noord-Korea geen vrijblijvend avontuur geweest. te treffen, net als ikzelf, en daarin ben ik bepaald niet Volgend jaar volgt er een tegenbezoek: twee teleurgesteld.” Het niet onaanzienlijke bedrag dat ze Noord-Koreaanse studenten van de Kim Jung-sun voor de trip op tafel moest leggen, zo’n 3.500 euro, University uit Pyongyang komen naar Nederland. leende ze van haar ouders. “Het is al bijna helemaal rond,” zegt Witvoet opge“In het contact met de ons toegewezen gidsen togen. “De scholarships worden door de Foundation zochten we bewust de grens op,” vertelt deelnemer betaald, de visa zijn geregeld. Nu nog de juiste kandiMichel Teuben (27), promovendus aan de a­ fdeling daten zien te vinden. Er is geen internet in Noordheelkunde/traumatologie van het Universitair Korea, dus skypen of mailen zit er niet in. En we Medisch Centrum Utrecht. “We probeerden hen een willen wel graag stevige types over de vloer hebben beetje te ontregelen. Niet zo dat we hen in gevaar die zich hier weten te redden. brachten natuurlijk, maar wel zo dat ze moesten Of we ons zo misschien voor het karretje van Noordimproviseren. Dan gingen we in een restaurant aan Korea laten spannen? Al hebben onze gasten tien de bar zitten, terwijl achterin speciaal voor ons een dubbele agenda’s, ontspanning in de tafel was gedekt.” betrekkingen begint met eens een keer een deur open te houden voor elkaar.”

Patriottische liederen

De gidsen konden de plaagstootjes goed hebben, maar ze lieten niet over zich lopen. Camera’s werden na een tripje gecontroleerd, onwelgevallige foto’s waarop bijvoorbeeld armoede te zien was, werden gewist. Informatie over zichzelf gaven ze niet, laat staan dat een gesprek over gevoelige onderwerpen

annemieke bosman Een bundel met persoonlijke reisverslagen van de studenten komt beschikbaar op www.beyondwest.eu

transfer | september/oktober 2013 | 15


thema duitsland

Populaire studiebeste maar niet voor Nederl Duitsland is in trek bij internationale studenten, maar Nederlanders zijn nauwelijks te porren voor een studie in dit buurland. Duitse jongeren weten op hun beurt al jaren ons land goed te vinden. 45 Procent van onze internationale instroom bestaat uit Duitse studenten; in 2012 volgden bijna 26.000 Duitsers hier een opleiding. Een groot contrast met de ongeveer 1.600 Nederlanders die bij een Duitse instelling voor hoger onderwijs staan ingeschreven. De scheefgegroeide mobiliteitsverhouding is al jaren een onderwerp van discussie. Ook omdat een kwart van al onze economische, culturele en maatschappelijke buitenlandse contacten Duitsland betreft. Een van de oplossingen om deze dis­balans een halt toe te roepen, is ervoor te zorgen dat meer Nederlandse studenten oostwaarts gaan. Dat klinkt simpel, maar dat is het niet. De animo om een studie over de grens te doen, is sowieso gering in Nederland. En als studenten die stap wagen, geven ze de voorkeur aan een land waar ze in het Engels kunnen studeren. Het Duitse hoger onderwijs heeft veel te bieden, het staat goed aangeschreven en is goedkoop. Het is niet voor niets dat Duitsland, na het Verenigd Koninkrijk, het populairste studieland van Europa is. Om de mobiliteit naar Duitsland te stimuleren, werken de Nederlandse en Duitse overheid aan een aantal maatregelen. Een eerste wapenfeit is de Duitslanddesk van het Duitsland Instituut. Via de website studereninduitsland.nl wordt inzichtelijk gemaakt wat je moet doen als je in Duitsland wilt gaan studeren en wat de mogelijkheden zijn. Daarnaast worden er de komende drie jaar beurzen verstrekt voor studie of onderzoek in Duitsland. Daarnaast moet de desk een rol vervullen bij het matchen van Nederlandse en Duitse onderwijsinstellingen. Want uitwisselingen kunnen ook een goede basis vormen voor meer mobiliteit naar Duitsland. Verder zullen beide landen met elkaar in gesprek gaan over de dubbele accreditatie die nu nog nodig is voor joint degreeopleidingen. In de toekomst zou een enkele accreditatie moeten volstaan. Deze ontwikkelingen en het feit dat onze oosterburen op tal van gebieden een voorbeeldfunctie voor Nederland vervullen, was voor de redactie van Transfer aan­leiding om de Nederlands-Duitse verhoudingen, de belemmeringen en de mogelijkheden op onderwijsgebied nader te beschouwen. In dit themanummer over Duitsland leest u onder meer over gympjes en stropdassen, massale hoor­colleges versus kleinschalig onderwijs, zesjescultuur en strenge selectie, de o ­ bstakels die samenwerkingsverbanden in de weg staan en last but not least, vijf redenen om wél in Duitsland te gaan studeren.

els heuts

16 | september/oktober 2013 | transfer


Foto: Aisa Photo / HH

emming, landers PAGINA 18-19

ZESJESCULTUUR VERSUS GRÜNDLICHKEIT PAGINA 20-24

STUDEREN BIJ OOSTERBUREN WIL MAAR NIET HIP WORDEN PAGINA 25

WAAROM WÉL NAAR DUITSLAND? PAGINA 26-30

VLOEIEND NEDERLANDS LEREN IN EEN PAAR WEKEN TIJD PAGINA 31-33

DUITSERS WILLEN WEL, NEDER­LAND DOET MOEILIJK

transfer | september/oktober 2013 | 17


thema duitsland

Zesjescultuur versus Gründlichkeit Nederlanders zijn locker, losjes. In hun capuchon­truien en op oude gympies lijken ze door de wereld te huppelen. Ze kennen geen gevaar, geen risico’s, zien alleen maar kansen en daarbij hebben ze nog pret ook. Om jaloers van te worden. Zo zien wij – de Duitsers – onze lievelingsburen. Maar andersom is het ook niet mis. Duitsers zijn gründlich en pünktlich. En zo betrouwbaar. In hun strakke pakken met stropdas en op stevige gezondheidsschoenen veroveren ze de wereld. En daarbij zijn ze beleefd en kunnen ze nog voetballen ook. Dat is in een notendop wat Nederlanders van ons Duitsers vinden. Om je te schamen – als Duitse dan. Maar elk voordeel heb zijn nadeel, zei de bekendste BN’er. Of was het andersom? Maakt niet uit, Goethe had het niet beter kunnen verwoorden. Dat nadeel heb ik zelf ruim twaalf jaar geleden voor het eerst pijnlijk ervaren. Mijn zoon kwam thuis met zijn eerste rapport. In plaats van cijfers waren er balletjes. Balletje een stond voor ‘Uw kind hoort bij de 25 procent die onder het gemiddelde scoren’. Balletje twee: ‘Uw kind hoort bij het gemiddelde van Nederland.’ Balletje drie: ‘Uw kind hoort bij de 25 procent die boven het gemiddelde scoren.’ Mijn zoon had het beste rapport wat je in Nederland kunt hebben. Hij scoorde alleen middelste balletjes. Voilà, mijn eerste kennismaking met de Nederlandse zesjescultuur. Maar, dacht ik toen: hij is gelukkig, hij

18 | september/oktober 2013 | transfer

staat niet onder prestatiedruk – Leistungsdruck –, er is geen zelfmoord onder scholieren in Nederland, geen Schulangst. In dit opzicht was ik blij dat mijn zoon een gewone gemiddelde balletjes scorende Hollander was, op gympies.

Zeuren Natuurlijk hebben ook wij perfecte Duitsers onze nadelen: omdat we elk risico willen uitsluiten, kunnen we soms vreselijk zeuren over details, afspraken en notulen. Alles moet in beton gegoten. Er blijkt geen ruimte voor experimenten of losjes huppelen. Onze immens grote behoefte aan veiligheid vereist strikte procedures en tijd. Andersom is in Duitse ogen een Nederlander snel oppervlakkig. Zijn plannen zijn niet stevig onderbouwd. En dan is er nog de vraag: wie mag überhaupt beslissen? De man op gympies of die in stropdas en pak? Die laatste blijkt in Nederland vaak de chauffeur te zijn. In feite zijn we – Duitsers en Nederlanders – het ideale paar: De Gründlichkeit en het risicomijdende gedrag van de Duitser. En de durf van de Nederlander met zijn gekke maar innovatieve ideeën. Foto's: Henriëtte Guest

Stropdas en gympies

Met mijn gemiddeld scorende zoon is het inmiddels goed gekomen. Hij begint nu met zijn studie. In Amsterdam. De Duitse in mij houdt haar hart vast. Maar na zeventien jaar in Nederland weet ik inmiddels: alles wird gut.

annette birschel Annette Birschel woont en werkt al zeventien jaar in Nederland. Ze is correspondent voor Duitse publieke omroepen en het Duitse persbureau DPA.


Duitsland is dichtbij, maar toch heel anders. Margriet Brandsma, voormalig NOS-correspondent in Duitsland en Annette Birschel, al zeventien jaar correspondent voor Duitse publieke omroepen, over de verschillen en overeenkomsten.

Driedubbel­ overgehaald blöd Toen ik in 2002 naar Duitsland vertrok, vroegen mensen mij waarom ik in vredesnaam naar Duitsland wilde. “Wat moet je daar nou?” Toen ik begin 2011 terugkwam, hoorde ik een heel ander geluid: “Jammer dat je weg moest zeker?” Het maakt duidelijk dat Nederlanders de afgelopen jaren met andere ogen naar Duitsland zijn gaan kijken. Berlijn is hot,

Duitsland als vakantieland populair. So weit, so gut. Maar we blijven wel hardnekkig weigeren om de taal van de Duitsers te leren. Dat is natuurlijk driedubbelovergehaald blöd. Weet u dat er op het moment meer Duitsers zijn die Nederlands leren dan Nederlanders Duits? Dat aan de Duitse kant van de grens, waar de universiteiten in Groningen, Nijmegen en Maastricht dichterbij zijn dan die in Hamburg, Hannover of Berlijn, het aantal docenten Nederlands niet valt aan te slepen? Natuurlijk worden Duitse scholieren die hier willen studeren, gewezen op culturele verschillen. Ze krijgen bijvoorbeeld de tip dat deadlines hier Verhandlungssache zijn: Darum haben es die h ­ olländischen Studenten auch nicht besonders eilig ihre Hausarbeiten abzugeben. En ze moeten er maar aan wennen dat Nederlanders minder prestatiegericht zijn dan Duitsers, die, volgens het cliché, streberig zijn. Maar intussen zijn de overeenkomsten tussen Nederlanders en Duitsers veel groter dan de verschillen. Natuurlijk, onze organisaties zijn platter dan die in Duitsland en daaruit vloeit voort dat wij makkelijker tutoyeren. Nadat ik twee jaar lang bijna wekelijks had getennist met een Duitser, bood hij mij

het du aan. Een hele eer! Maar vanaf dat moment is waakzaamheid geboden: zeg nooit meer Sie, want dat wordt opgevat als een belediging. Het verschil formeel/informeel zie je overal terug. Waar wij graag een grap maken om het ijs te breken, is dat in Duitsland ongepast: Wir sind doch nicht hier um Witze zu machen! Duitsers zijn minder direct dan wij. Je zou ook kunnen zeggen dat ze beleefder zijn. Met name in het voormalige OostDuitsland kom je nog regelmatig afstandelijkheid tegen. Wat wil je, als je bent opgegroeid in de wetenschap dat ook je beste vriend voor de geheime dienst kan werken?

Weerbericht Het recente verleden is er waarschijnlijk ook debet aan dat Duitsers pessimistischer in het leven staan dan wij. Zo is de weersvoorspelling meestal slechter dan het weer zelf. En een weerbericht is niet compleet zonder waarschuwingen voor ziektes die bepaalde weertypes met zich mee kunnen brengen. Het signaleren van die eigenaardigheden – verschillen zo u wilt – vond ik vermakelijk. Mijn interesse voor land en inwoners werd er alleen maar groter door. Verschillen als kans in plaats van hindernis! Grijp die kans, zou ik zeggen, want Duitsland heeft ontzettend veel te bieden. Dan moet je natuurlijk wel de taal spreken. Dat hebben Duitsers beter in de gaten dan wij.

margriet brandsma Margriet Brandsma was van 2002 tot en met 2010 correspondent in Duitsland voor het NOS-Journaal.

transfer | september/oktober 2013 | 19


thema duitsland

Studeren bij oosterb niet hip worden Na Engeland is Duitsland het populairste studieland van Europa, met een kwart miljoen internationale studenten. Daaronder is slechts een handjevol Nederlanders. Terwijl Nederland wel een favoriet studieland is voor Duitse jongeren. Evenwicht brengen in die scheve verhouding lijkt een mission impossible. Toch heeft Duitsland de Nederlandse student volgens kenners veel te bieden.

20 | september/oktober 2013 | transfer

Sinds de eeuwwisseling groeit het aantal buitenlandse studenten in de Bondsrepubliek gestaag. Ruim een kwart miljoen internationale studenten volgden in 2012 een bachelor- of masterstudie aan een Duitse universiteit of hogeschool – een recordaantal. De deelstaten Noordrijn-Westfalen, Baden-Württemberg en Beieren trekken de meeste Bildungsausländer. Maar Berlijn is verhoudingsgewijs het meest in trek: in 2012 was daar een op de drie eerstejaars afkomstig uit het buitenland. De populariteit van Duitsland als studiebestemming komt waarschijnlijk voor een belangrijk deel door de lage studiekosten. In Beieren en Nedersaksen betalen studenten 500 euro collegegeld, in de andere veertien deelstaten is studeren zelfs helemaal gratis, ook voor studenten van buiten de EU. Bovendien zijn de kosten voor het levensonderhoud in Duitsland ­relatief laag.


Foto: Norbert Michalke/Getty Images

uren wil maar IJzersterke marketing

“Als je techniek wilt studeren, moet je in Duitsland zijn. Dat hebben ze echt heel goed verkocht”

Maar Duitsland is ook zo populair door ijzersterke marketing. “Wij stoppen daar al jaren heel veel energie in en dat betaalt zich uit”, stelt Gabriele von Fircks, hoofd van de afdeling Spanje, Portugal, Frankrijk en Benelux bij de DAAD. De Duitse zuster­organisatie van de Nuffic heeft er dan ook de middelen voor. Met vijftien buitenlandse kantoren, 55 informatiecentra en een jaarbudget van 360 miljoen euro is het de grootste academische uitwisselingsorganisatie ter wereld. “We brengen de studiemogelijkheden in Duitsland heel actief onder de aandacht in het buitenland”, vertelt Von Fircks. “Dat doen we niet alleen uit economische motieven, maar ook omdat we denken dat internationalisering in het hoger onderwijs leidt tot meer begrip voor andere samenlevingen en culturen. Het klinkt misschien een beetje hoogdra-

vend, maar internationale uitwisseling kan de wereldvrede een stapje dichterbij brengen. Wij hebben dus ook een culturele doelstelling.” “Duitsland heeft zich de afgelopen dertig jaar heel consequent als wetenschaps- en techniekland op de kaart gezet. Made in Germany is een wereldmerk”, stelt Ton Nijhuis, wetenschappelijk directeur van het Duitsland Instituut van de Universiteit van Amsterdam (DIA). “Als je techniek wilt studeren, moet je in Duitsland zijn, dat hebben ze echt heel goed verkocht. Daardoor zijn ze na Engeland het populairste studieland in Europa en slagen ze er bovendien in buitenlandse studenten aan te trekken in de disciplines waar die hard nodig zijn: de technische vakken.” Een op de tien internationale studenten in Duitsland komt uit China. Maar ook Rusland, Oostenrijk,

transfer | september/oktober 2013 | 21


TOP 10 HERKOMSTLANDEN BUITENLANDSE STUDENTEN IN DUITSLAND (2012) 1 China 2 Rusland 3 Oostenrijk 4 Bulgarije 5 Polen 6 Turkije 7 Oekraïne 8 India 9 Frankrijk 10 Kameroen

23.883 10.401 7.887 7.026 6.972 6.584 6.200 5.745 5.664 5.601

Bulgarije en Polen zijn grote leveranciers. Nederland komt niet eens in de buurt van de top-20. Het aantal Nederlanders dat Duitsland wel weet te vinden, neemt bovendien af. Van zo’n 1.600 in het studiejaar 2005/2006 naar 1.549 in 2010/2011. Terwijl ons land, na Oostenrijk, de favoriete studie­ bestemming van Duitse jongeren is. (Zie kader ‘Duitse studenten in Nederland’, p. 23)

ander bekostigingsmodel”, weet Nijhuis. “De instellingen maken raamafspraken over hoeveel studenten ze opleiden en krijgen daarvoor een vast bedrag. Waarom zouden ze extra Nederlandse studenten werven? Het levert ze geen extra geld op en het aantal buitenlandse studenten is al hoog.”

Supertoll

In die situatie is het te veel gevraagd om de balans recht te trekken, vindt Nijhuis. Het zou volgens hem al mooi zijn als de Nederlandse mobiliteit naar Duitsland de komende jaren verdubbelde. Dat wordt nog lastig genoeg. Hoewel het Duitslandbeeld bij jongeren de afgelopen dertig jaar is omgeslagen van uitgesproken negatief naar supertoll, is Duitsland voor Nederlanders nog steeds geen verleidelijke studiebron: wissenschaft weltoffen, 2013, daad bestemming. Duitsers die in Nederland komen studeren, wacht een gespreid bedje. “Alle adminiUitwijkplaats stratieve zaken worden geregeld, het is net over de Evenwicht brengen in die scheefgegroeide mobigrens en het onderwijs is in het Engels. We noemen liteitsverhoudingen is een mission impossible. dat internationalisering light”, stelt Nijhuis. Maar Daarvoor zijn de structurele obstakels te groot, denkt Nederlanders die naar Duitsland gaan, moeten DIA-directeur Nijhuis. De scheve verhoudingen zijn alles zelf uitzoeken. “Je inschrijven aan een Duitse ontstaan doordat de push- en pull-factoren die de universiteit betekent een flinke administratieve studenten­mobiliteit altijd vaart geven, elkaar in de rompslomp. Je moet al je papieren op orde hebben, Nederlands-Duitse situatie versterken. Duitse univermaar niemand vertelt je welke stempels je nodig siteiten en hogescholen kunnen de hebt.” snelle studentengroei al jaren niet Om erachter te komen bij welke “Duitse master­ bijbenen. Instroombeperkingen opleidingen je met je Nederlandse opleidingen zijn voor zijn daardoor gemeengoed in cijferlijst kans maakt om toegelaten Nederlanders de Duitsland, zeker bij populaire te worden, moet je de websites van verborgen pareltjes” studierichtingen als psychologie individuele instellingen afstruinen. of economie. Opleidingen met een “Aan welke eisen een student moet numerus clausus hanteren hun eigen voldoen, verschilt per instelling, toelatingscriteria. Meestal spelen eindexamencijfers per opleiding en per jaar”, vertelt Gabriella von daarin een grote rol. “Als je cijfers onder het gemidFircks van de DAAD. “Hoe hoog je cijfers moeten delde zijn omdat je geen goede Abitur hebt gedaan, zijn, hangt af van het aantal aanmeldingen en van kun je in Duitsland geen psychologie studeren. Voor de cijfers die de aanmelders hebben gehaald. Je moet die studenten is Nederland een goede uitwijkplaats”, dus gaan shoppen en je bij verschillende universivertelt Nijhuis. teiten inschrijven. Dat doen Duitse studenten ook. Nederlandse universiteiten en hogescholen zetten Maar dan weet je nog steeds niet zeker of je ergens de poort wagenwijd open voor die Duitse jongeren. wordt toegelaten.” Nijhuis: “Nederlandse instellingen worden per Von Fircks bestrijdt dat de Nederlandse scholieren, student betaald en hebben er dus baat bij het gat in de die een zesje vaak al goed genoeg vinden, weinig Duitse markt op te zoeken. Het begint wel iets minder kans maken op een studieplaats aan een van de te worden, maar ze hebben heel actief studenten Duitse sterrenuniversiteiten (zie kader). “Het is geworven in Duitsland en in sommige gevallen niet zo dat de elf universiteiten die nu het predicaat zelfs speciale opleidingen voor Duitse studenten Exzellenz mogen dragen, alleen maar supergoede opgezet.” opleidingen hebben en dat de andere alleen maar Omgekeerd hebben Duitse instellingen er juist weinig mindere opleidingen hebben. Duitsland telt ruim baat bij om Nederlandse studenten te verleiden vierhonderd instellingen voor hoger onderwijs die de grens over te steken. “Duitsland heeft een heel over de volle breedte een heel goed niveau hebben”,

22 | september/oktober 2013 | transfer


DUITSE STUDENTEN IN NEDERLAND Na Oostenrijk is Nederland de belangrijkste studiebestemming voor Duitse studenten die naar het buitenland willen. Het aantal Duitse studenten in Nederland groeide van 780 in 1991 tot bijna 26.000 in 2012. Dat is bijna eenvijfde van alle Duitse studenten in het buitenland.

11

Bijna de helft van de diploma­ studenten kiest voor opleidingen op het gebied van economie, recht en sociale wetenschappen. De instellingen in de grensstreek trekken duidelijk de meeste Duitse studenten. Universiteit Maastricht (4.105 inschrijvingen), Saxion (2.796) en Fontys (2.757)

UNIVERSITEITEN MET STERRENSTATUS

Het Duitse hoger onderwijs is net als het Nederlandse een hoogvlakte met pieken die bij buitenlanders tamelijk onbekend zijn. Om de topuniversiteiten beter zichtbaar te maken, besloot de Bondsregering in 2005 om 1,9 miljard euro te investeren in het Exzellenzinitiative. Als onderdeel daarvan kunnen universiteiten meedingen naar de sterrenstatus. De winnaars krijgen miljoenen euro’s extra om hun onderzoeksprofiel te versterken. In 2009 besloot de huidige regering het excellentie­ programma voort te zetten. Tot 2017 is 2,7 miljard euro beschikbaar. In 2012 werden, na een selectieprocedure waarin twee van de drie aanvragen werden afgewezen, vijf nieuwe topuniversiteiten aangewezen. Zes instellingen behielden hun sterrenstatus, zodat nu elf universiteiten zich excellent mogen noemen. Het Exzellenzinitiative maakt deel uit van een veel breder onderwijsinvesteringsprogramma waaraan Duitsland, ondanks de economische crisis, heeft vastgehouden. In 2008 besloten de Bondsregering en de deelstaten gezamenlijk dat Duitsland in 2015 minimaal 10 procent van het bruto binnenlands product moet besteden aan onderwijs (7 procent) en onderzoek (3 procent). Om dat doel te halen investeert de regering-Merkel 12 miljard euro meer dan was gepland. Het geld komt uit het fonds dat is gevuld met de opbrengst van UMTS-veilingen. De veiling van zes frequenties voor mobiel dataverkeer bracht in 2000 ruim 50 miljard euro op.  (YvdM) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11

Rheinisch-Westfälische Technische Hochschule Aachen Freie Universität Berlin Humboldt-Universität zu Berlin Universität Bremen Technische Universität Dresden Ruprecht-Karls-Universität Heidelberg Universität zu Köln Universität Konstanz Ludwig-Maximilians-Universität München Technische Universität München Eberhard-Karls-Universität Tübingen

voeren de ranglijst aan. Het overgrote deel van de Duitse studenten aan Nederlandse instellingen komt uit de aan­grenzende deelstaten Nedersaksen en NoordrijnWestfalen, zo melden de ­instellingen.  (YvdM)

stelt zij. “Het is waar dat een flink aantal instellingen selecteert, maar dat doen ze niet bij alle opleidingen. Hoge cijfers zijn dus niet noodzakelijk als je in Duitsland wilt komen studeren.” Een Nederlandse student moet wel behoorlijk wat moeite doen om een studieplaats in Duitsland te bemachtigen en het is de vraag of dat allemaal de moeite waard is. Het Duitse hoger onderwijs is top, beter dan de internationale rankings doen vermoeden, stelt Ton Nijhuis. “Die ranglijsten hebben een sterke Angelsaksische bias. Duitse academici publiceren vaak in het Duits. Dat is niet goed voor je score op de internationale citatieindexen, maar het betekent niet dat het onderzoek slechter is.” Nijhuis wil ook weer niet zeggen dat het Duitse hoger onderwijs veel beter is dan het Nederlandse. “Zeker in de bachelorfase niet. In Duitsland is het onderwijs massaler en de afstand tussen docent en student is er vaak wat groter. In Nederland is de studiecultuur vaak prettiger. Dat vinden Duitse studenten ook. Die bachelor in Duitsland, daar moeten we ons niet op gaan richten.” Duitse masteropleidingen kunnen wel interessant zijn voor Nederlandse studenten, vindt de DIA-directeur. “Ze zijn vaak kleinschalig, er wordt met groepen van maximaal 25 studenten gewerkt en ze worden steeds vaker in het Engels aangeboden.” Een zoekactie op de site van DAAD levert inderdaad ruim 700 Engelstalige masterprogramma’s op. Misschien nog interessanter is dat masteropleidingen in Duitsland tweejarig zijn en net als bachelor­ programma’s gratis. “Voor Duitse universiteiten zijn Nederlandse masterstudenten ook interessant. Ze krijgen veel volk uit Midden-Europa en Azië. Nederlanders kunnen voor de broodnodige diversiteit in de internationale klas zorgen. Die master­ opleidingen zijn voor Nederlanders de verborgen pareltjes. Die gaan we via onze Duitslanddesk zeker onder de aandacht brengen.”

yvonne van de meent

transfer | september/oktober 2013 | 23


Duitslanddesk wil de drempel verlagen Een flyer met tien redenen om in Duitsland te gaan studeren, speciale beurzen en een webportaal met veel Nederlandstalige informatie en Erfahrungsberichte. Daarmee hoopt de Duitslanddesk van het Duitsland Instituut meer Nederlandse studenten de grens over te krijgen. De desk is een initiatief van het Nederlandse ministerie van Onderwijs en de Deutsche Akademische Austauschdienst (DAAD), in eerste instantie als driejarige pilot. Deze zomer is hard gewerkt om zo veel mogelijk informatie te verzamelen voor www.studereninduitsland.nl, vertelt Jennifer Steetskamp, hoofd van de Duitslanddesk. De portal gaat komende maand online. Dan kunnen studenten er antwoord vinden op vragen als ‘hoe vind ik een passende studie?’, ‘hoe goed moet mijn Duits zijn

PLAN BADEN-WÜRTTEMBERG: COLLEGEGELD VOOR NIET-EU-STUDENTEN De snelle groei van het aantal buitenlandse studenten wordt niet overal in Duitsland met gejuich begroet. De Rekenkamer van de deelstaat Baden-Württemberg trok deze zomer aan de bel over de Aziatische studenten die de vijf conservatoria in de deelstaat overspoelen. Een op de vier muziekstudenten komt inmiddels uit China, ZuidKorea, Japan of Taiwan. Dat kost de deelstaat volgens de Rekenkamer jaarlijks 10 miljoen euro. Een conservatoriumstudie kost in Baden-Württemberg 19.000 euro per jaar. De Rekenkamer stelt daarom voor dat niet-EUstudenten voortaan 2.000 euro collegegeld per semester gaan betalen. De bond van buitenlandse studenten (BAS) kwam meteen met felle kritiek. Buitenlandse studenten louter ­benaderen als een bron van inkomsten, schaadt de internationale positie van Duitsland als studieland, vindt de bond.  (YvdM)

24 | september/oktober 2013 | transfer

voor een opleiding in Duitsland?’ en ‘hoe kom ik aan een kamer?’. Een stappenplan helpt om concrete studieplannen in Duitsland te verwezenlijken, een woordenlijst biedt uitkomst als de student daarbij op termen als Immatrikulationsbescheinigung (bewijs van inschrijving) stuit. Ook brengt de Duitslanddesk beurzen onder de aandacht waarmee de toch al relatief lage kosten van een studie in het buurland nog kunnen worden verminderd. Zoals het door OCW en DAAD gefinancierde DIA-Stipendium. De Duitslanddesk mag jaarlijks beurzen van 600 euro per maand toewijzen voor in totaal ongeveer 140.000 euro, al kan dat per jaar iets verschillen. Om zo veel mogelijk studenten en promovendi daarvan te laten profiteren, zijn de beurzen in principe bedoeld voor een tijdelijk studieof onderzoeksverblijf van minimaal drie en maximaal tien maanden. “Zijn je cijfers ruim voldoende, kun je je aanvraag duidelijk motiveren en heb je een goed plan, dan is de kans op toewijzing nu groot”, zegt Steetskamp. Tot 1 oktober kunnen nog enkele beurzen voor dit studiejaar worden aangevraagd. De deadline voor opleidingen vanaf volgend voorjaar is 1 december. Aanvragen kunnen in het Nederlands, Duits of Engels worden ingediend. Naast de mobiliteit vergroten wil de Duitslanddesk ook draagvlak creëren voor samenwerking tussen Nederlandse en Duitse hogeronderwijsinstellingen. Ook medewerkers van universiteiten en hogescholen kunnen er dus terecht met vragen. De ruim 16.000 opleidingen in Duitsland bieden voor elk wat wils, benadrukt Steetskamp. Voor wie een minder voor de hand liggende bestemming zoekt, tipt ze Leipzig, ‘het nieuwe Berlijn’. “En Bochum lijkt misschien minder aantrekkelijk, maar de universiteit daar is goed.”

annelieke zandvliet De Duitslanddesk is te bereiken via duitslanddesk-dia@uva.nl of 020–5255041.


Waarom wél naar Duitsland? STUDEREN IN DUITSLAND IS BETAALBAAR

HET AANBOD AAN OPLEIDINGEN IS GROOT

In Beieren en Nedersaksen betalen studenten 500 euro collegegeld, in de andere veertien deelstaten is de studie gratis, ook voor studenten van buiten de EU. Bovendien zijn de kosten van het levensonderhoud er relatief laag, met uitzondering van duurdere steden als München en Hamburg. Uit een studie die de Britse bank HBSC in augustus publiceerde, kwam Duitsland als veruit het goedkoopste studieland voor inter­nationale studenten uit de bus. Van de dertien onderzochte studielanden is Australië het duurst. Een internationale student is daar gemiddeld 38.500 dollar per jaar kwijt, in Duitsland is dat 6.285 dollar.

Wie in Duitsland wil studeren, heeft de keuze uit meer dan 16.000 opleidingen. Is de Duitse taal een probleem? Volgens de database van de DAAD kun je in Duitsland terecht voor 120 Engelstalige bachelors en 685 masters, zoals Modern Indian Studies en Petroleum Exploration. Het Duitse hoger onderwijs staat bovendien goed aangeschreven.

GEEN BINDEND STUDIEADVIES Binnen de opleiding heeft een student in Duitsland relatief veel keuzevrijheid, zeker na het eerste jaar aan een universiteit. Een bindend studieadvies? Dat kent Duitsland niet. En studeren in deeltijd is geen probleem. Studenten mogen meerdere master­ opleidingen doen. Daar hangt geen extra prijskaartje aan zoals in Nederland, waar je voor een tweede master het instellingscollegegeld betaalt wat vele malen hoger is dan het wettelijk collegegeld.

AANTREKKELIJK STUDENTENLEVEN Berlijn staat momenteel bekend als coolste hoofdstad van Europa. Maar ook elders in Duitsland valt wat te beleven, in de vele kroegen en op festivals waar studenten vaak korting krijgen. Denk maar aan het Oktoberfest, carnaval en de vele kerstmarkten.

GOED VOOR JE CV Hoe je het ook wendt of keert, Duitsland is de belangrijkste handelspartner van Nederland. En vaak een bondgenoot als er gelobbyd moet worden in Brussel. Een Duitse opleiding staat daarom goed op je cv en kan je kansen op de arbeidsmarkt vergroten. Bovendien spreek je dan vloeiend Duits.

transfer | september/oktober 2013 | 25

Foto: Sylvain Sonnet/Getty Images

thema duitsland


thema duitsland

du itse

stu denten

i n

n ede r l a n d

Vloeiend Nederlands leren in een paar weken tijd Na Oostenrijk is Nederland de populairste buitenlandse studiebestemming voor Duitse studenten. De taal is voor hen geen obstakel, blijkt tijdens een bezoek aan het Talencentrum van de Universiteit Maastricht. Nederland is leuk en gezellig; Duitsers zijn pessimistisch en bekrompen, zeggen de aankomende Duitse studenten.

Ze formuleert bedachtzaam, met haar wijsvinger tegen haar kin. “In generaal vind ik de atmosfeer heel leuk. Maastricht is mooi. De mensen zijn vriendelijk.” In haar ogen een vragende blik. Heeft ze het zo goed gezegd? Of bevatte haar uitspraak akelige grammaticale fouten? Katja is negentien en komt uit de buurt van Aken. Vanaf komend collegejaar wil ze psychologie studeren in Maastricht. Maar of haar dat gaat lukken, weet ze nog niet zo zeker. “Ik heb niet gedacht dat ik dat kan doen”, zegt ze langzaam. “Maar vrienden zeiden het is niet zo moeilijk.” De oe-klank gaat haar nog niet gemakkelijk af. Het is warm in de collegeruimte. Terwijl buiten de zomer in volle gang is en de gangen van het universiteits­gebouw verlaten zijn, houden elf Duitse meisjes en een jongen even pauze. Met een intensieve taalcursus bereiden ze zich voor op het collegejaar, en op de rest van hun studietijd in Nederland. In sneltreinvaart leren ze de taal. Een dikke twee weken geleden had geen van hen ooit Nederlands gesproken. Nu hebben ze de basisgrammatica onder de knie en hebben ze het werkboek Taal vitaal. Niederländisch für Anfänger al bijna uit.

Straks, na zes weken cursus, kunnen ze probleemloos meedraaien in Nederlandse werkgroepen, begrijpen ze complexe Nederlandse teksten en kunnen ze referaten houden en opstellen schrijven in de nieuwe

26 | september/oktober 2013 | transfer

Foto: Philip Driessen

Bekrompen

De introductieweek in Maastricht.


taal. Al kunnen de meesten zich daar nu nog weinig bij voorstellen. Anna, ook negentien, zegt: “Ik ga terug naar Duitsland als ik niet slagen zal.” Ze kijkt erbij alsof ze per ongeluk een hap uit een rotte appel heeft genomen. Nee, in teruggaan heeft ze geen zin. “In Duitsland zijn de mensen pessimistisch en, eh, spießig.” Dat is Duits voor bekrompen. “En de steden zijn niet mooi”, voegt ze er beslist aan toe. Wie gaat het halen en wie niet? Docente Nederlands en cursusco“Al snel moet je ördinator Katja Verbruggen van het je best doen om te w heeft het na twee weken meestal horen of het nou wel in de gaten. Van de Duitse Nederlanders zijn studenten op de cursus haalt doorof niet” gaans zo’n 90 procent op tijd het staatsexamen, weet ze. De meeste kunnen dus met hun studie psychologie of gezondheidswetenschap beginnen. Want dat zijn de Maastrichtse studies waar Duitse studenten in groten getale op afkomen, en waarvoor een Nederlandse taaleis geldt. Aan de eveneens populaire economiefaculteit stromen de Duitsers in Engelstalige programma’s in. Verbruggen geeft al twintig jaar taalcursussen, maar ze blijft zich verbazen hoe snel Duitsers het Nederlands oppikken. Zeker in een intensieve cursus in een Nederlandstalige omgeving leren ze razendsnel, vertelt ze. “Dan merk je dat de taal voor Duitsers eigenlijk geen enkele horde vormt. De eerste twee weken komt er heel veel op ze af. Maar al heel snel daarna moet je je best doen om te horen of het nou Nederlanders zijn of niet.”

Contact maken Bij het talencentrum van de Universiteit Maastricht (UM) hebben zich deze zomer ruim 130 studenten aangemeld voor een cursus Nederlands. Een ruime meerderheid kiest voor de intensieve, zesweekse cursus. Maar de belangstelling voor de drieweekse zomercursus groeit. Studenten aan de economische faculteit hoeven dan weliswaar in principe geen Nederlands te leren voor hun studie, legt Verbruggen uit, maar krijgen daar in de loop van hun studietijd toch vaak behoefte aan. “Bij een studie als economie komt 70 tot 80 procent van de studenten uit Duitsland“, vertelt ze. “Dat zit de studenten uit Nederland en andere landen niet altijd lekker, maar de Duitsers evenmin. Ze willen

niet alleen met andere Duitsers omgaan, maar ook contact maken met Nederlanders.” Dat de UM vanaf dit collegejaar alle buitenlandse eerstejaars een gratis cursus Basic Dutch aanbiedt, vindt ze dan ook verstandig. Anders dan vaak wordt gedacht, zijn het niet de meest ambitieuze studenten die uit Duitsland naar Nederland komen, weet Verbruggen. Voor velen die in Duitsland zijn uitgeloot, biedt Maastricht een mogelijkheid om alsnog psychologie te studeren. Toch zijn de Duitse studenten vaak vlijtiger en fanatieker dan veel Nederlandse. Verbruggen: “De Duitse studenten werken vaak gestructureerder. Moeten ze een referaat houden, dan bouwen ze dat zorgvuldig op met een inleiding, een kern en conclusies.” Lachend: “Vlotjes presenteren gaat de Nederlanders prima af. Maar hun betogen zijn toch vaak wat minder doordacht.”

Berlijnse muur De pauze zit erop, de cursus gaat verder. Het tempo ligt hoog. De grammaticaregels zijn nog niet uitgelegd of de studenten moeten de nieuw opgedane kennis in tweetallen oefenen. Ze moeten elkaar vragen stellen over onderwerpen uit hun oefenboek. “In welk jaar wurde de eerste stap op de maan gezet?”, klinkt het. “Is de kamer door de man reserveerd?” “Wanneer is de Berlijnse muur afgebroken worden?” “De Berlijnse muur werd afgebroken in, eh, 1964”, beweert iemand. Uit de verwarring en het gelach in de collegeruimte blijkt dat hier een nieuwe generatie studenten Nederlands leert. Een generatie die zich nauwelijks iets kan voorstellen bij het – soms ondoordringbare – woud van grenzen dat Europa nog niet zo lang geleden was. De studietijd in Maastricht lijkt hun vooral ‘leuk’ en ‘heel gezellig’, vertellen ze na de les. Anders dan in Duitsland, waar massale hoorcolleges de norm zijn, zullen zij in Maastricht onderwijs krijgen in kleine groepen. Dat trekt ze aan. Een enkeling wil thuis blijven wonen en heen en weer reizen. Maar de meeste aankomende studenten hebben allang een kamer in Maastricht gevonden. Of dat lastig te regelen was? Ze reageren verbaasd. “Nee hoor, dat is ganz einfach über Facebook.”

ralph aarnout

transfer | september/oktober 2013 | 27


n eder l an dse

stu denten

i n

d u its l a n d

‘Je zit hier voor een dubbeltje op de eerste rang’ Maar weinig Nederlanders zijn te porren voor een studie

en helpen ze Nederlandse scholieren met de tamelijk ingewikkelde aanmeldingsprocedure. Momenteel in Duitsland. Dennis Pötter, Guido Creusen en Benjamin studeren er 150 Nederlanders aan de RWTH, op een totaal van 40.000 studenten. “Veel scholieren komen Bädorf gingen wel. Twee jaar geleden werden ze toegelaten helemaal niet op het idee”, weten ze uit eigen ervaring. En dat vinden ze jammer. tot de prestigieuze RWTH Aken. Het bevalt ze uitstekend. “Zo’n prijs-kwaliteitverhouding vind je nergens”, licht Dennis toe. “De RWTH behoort tot de vier beste technische universiteiten van Europa. Voor vergelijkbare opleidingen ben je veel meer geld kwijt. Het is half augustus en volop zomer, maar in en rond Wij betalen geen collegegeld, zijn nauwelijks geld aan de gebouwen van de Rheinische Westfälische Technische boeken kwijt en het onderwijs is van hoog niveau. Hochschule (RWTH) aan de Templergraben is het Je zit hier voor een dubbeltje op de eerste rang.” een drukte van belang. Het tweede semester loopt “Als student kun je hier gebruikmaken van de duurste tot eind september. De drie Nederlanders Dennis apparaten en duurste stofjes”, vertelt Guido (chemie) Pötter, Guido Creusen en Benjamin Bädorf zijn hard die 25 uur practica per week heeft. “Dat komt doordat aan het studeren voor hun examens. Op het terras, er nauw wordt samengewerkt met het bedrijfsleven, vlakbij het hoofdgebouw, vertellen ze over hun dat flink investeert in de RWTH.” ervaringen in Aken. En over hun drijfveren om ook Na twee jaar voelen ze zich helemaal ingeburgerd, zijn andere Nederlanders te wijzen op de mogelijkheid om er eraan gewend om met Sie te worden aangesproken hier te studeren. en spreken ze vloeiend Duits. Dat is ook wel nodig, Twee jaar geleden begonnen ze hun want al hun colleges zijn in het studie aan de RWTH, een van de Duits. “Daardoor pik je de taal snel “Op de middelbare zogenaamde Exzellenz-universiteiten op”, vinden ze. De drie Nederlanders school word je in Duitsland. Dennis Pötter studeert konden de eerste maanden goed aan doodgegooid met de elektrotechniek, Benjamin Bädorf het Duits wennen, doordat aan het TU Eindhoven, over doet werktuigbouwkunde en begin van de studie veel stof van de Aken hoor je niets” Guido Creusen koos voor chemie. middelbare school werd herhaald. Ze komen alle drie uit het uiterste Het onderwijs, met grote hoorcolzuiden van Limburg. Jarenlang stond leges, is massaal. Maar dat bevalt het voor hen vast dat ze naar Eindhoven of misschien hun wel. “Je moet heel zelfstandig werken. Als je een Delft zouden gaan. Een studie aan de andere kant van halfjaar niet op college komt, zal niemand je daarop de grens, vijftien kilometer verderop, was nooit een aanspreken. Je kunt wel terecht bij een mentor, maar optie. Totdat er in 6 vwo een presentatie werd gegeven dat is op eigen initiatief.” over de RWTH. “Als je een technische studie wilt doen, word je op de middelbare school doodgegooid Snoeihard met de TU Eindhoven, over Aken hoor je niets.” De uitval is vooral aan het begin van de studie hoog, weten ze. “Ik denk dat na de tentamenperiode van Prijs-kwaliteitverhouding het eerste semester zeker wel een paar honderd van De drie zijn zeer tevreden over hun keuze. Zo de 1.400 studenten werktuigbouwkunde waren afgetevreden, dat ze een jaar geleden het project Studeren vallen”, schat Benjamin. “De eerste vraag die wij geïnin Aken zijn gestart. Via de website studereninaken.nl, teresseerde scholieren stellen, is: hoe hoog is je gemidpresentaties op middelbare scholen en meeloopdagen delde cijfer en heb je het ervoor over om op je tenen te geven ze informatie over een studie aan de RWTH moeten lopen?”

28 | september/oktober 2013 | transfer


GOEDKOOP STUDEREN IN AKEN

Dennis, Guido en Benjamin (van links naar rechts) hebben het naar hun zin in Duitsland.

Studenten betalen in Aken geen collegegeld. Wel betalen ze 225 euro per semester voor het zogenaamde semesterticket. In ruil daarvoor mogen ze in heel Noordrijn-Westfalen gratis reizen. Aan boeken zijn ze weinig geld kwijt. De meeste docenten schrijven zelf boeken die gekocht kunnen worden voor 5 euro per stuk en meestal ook digitaal beschikbaar zijn. Nederlandse studenten kunnen hun studiefinanciering ‘meenemen’ en ontvangen, als ze afzien van de Nederlandse OV-kaart, in ruil daarvoor een maandelijkse vergoeding van 98 euro.

Veel RWTH-opleidingen kennen een zogenaamde numerus clausus, waarbij hoge cijfers een belangrijk toelatingscriterium zijn. Een op de drie studenten die zich aanmelden, wordt geplaatst. “Veel scholieren horen pas in 6 vwo over het bestaan van de RWTH. Dan is het vaak te laat om hun cijfers nog op te krikken. Daarom is het ook belangrijk om ze vroegtijdig te informeren”, benadrukken de studenten. Zelf haalden Dennis, Guido en Benjamin een eindexamengemiddelde tussen de 7,5 en de 8. Maar ook voor hen is het hard werken. “Zeker in vergelijking met vrienden die in Nederland studeren”, vertellen ze. “Het is een prestigieuze universiteit. De normen zijn hoog en de exameneisen zijn snoeihard.” Benjamin weet nu al dat hij een jaar langer over zijn bachelor zal doen. “Ik ken niemand die het binnen de officiële duur redt. Dat komt ook doordat er weinig herkansingen zijn en vaak pas na een halfjaar.” Ook Dennis houdt rekening met een jaar uitloop. Financiële problemen verwachten ze daardoor niet. De universiteit biedt

transfer | september/oktober 2013 | 29


veel zogenaamde HiWi-jobs aan. HiWi staat voor HilfsWissenschaftler. Hoe verder je in je studie bent, hoe makkelijker het is om een bijbaan op niveau te bemachtigen. En hoe meer salaris daar tegenover staat.

Foto’s: Philip Driessen

Putzfrau

“IK WIL MEER UIT MIJN STUDIE HALEN” Niet de lage kosten, maar het niveau van de RWTH was voor de Groninger Sjors de Groot de reden om in Aken wiskunde te gaan studeren. In eerste instantie oriënteerde hij zich op de Rijksuniversiteit Groningen. “Daar werd me verteld dat een 6 voor wiskunde op de middelbare school voldoende was om de studie te kunnen volgen. Maar ik haalde veel hogere cijfers, zonder daar moeite voor te doen. Ik wil meer uit mijn studie halen.” Zijn opa en oom, de Limburgse tak van de familie en werkzaam bij DSM in Sittard, adviseerden Sjors om eens in Aken te gaan kijken. Hij volgde er een meeloopdag en meldde zich aan. “De aanmeldprocedure is veel omslachtiger”, weet hij inmiddels. “In Nederland klik je twee of drie keer en je staat ingeschreven. Nu moest ik veel formulieren invullen, een test voor wiskunde doen plus een aanvullende opdracht.” Hij verwacht dat het hard werken wordt. “In Groningen had ik een studie wiskunde en natuurkunde willen combineren. Maar ik heb gehoord dat je in Aken met alleen wiskunde al je handen vol hebt.” Een bewijs van voldoende Duitse taalvaardigheid is voor zijn studie niet vereist. Toch is Sjors ijverig bezig om zijn Duits bij te spijkeren. Hij liet het vak na de derde klas vallen. “Ik versta het wel. Maar spreken is een stuk lastiger.” Hij heeft nog even de tijd, want zijn eerste colleges beginnen half oktober.  (EH)

30 | september/oktober 2013 | transfer

Daarnaast is het leven in Duitsland niet duur en wonen goedkoop. Dennis vertelt dat je via studentenhuisvesting al een kamer kunt huren voor 160 euro per maand. “In Duitsland vinden ze dat iedereen moet kunnen studeren.” Zelf wonen de Nederlanders wat duurder. Maar dan zitten ze ook in het centrum, komt er wekelijks een Putzfrau langs en hebben ze ieder minstens 32 vierkante meter tot hun beschikking. Omdat in juli een dubbele lichting scholieren eindexamen heeft gedaan in Noordrijn-Westfalen, vanwege de inkorting van het vwo, is de druk op de woningmarkt dit studiejaar veel groter en zijn de prijzen gestegen. De stad Aken bevalt hun uitstekend en biedt op deze zomerse dag een gezellige aanblik. Overal hangen verkiezingsposters en in het historische centrum worden buitenlandse toeristen rondgeleid. In de Pontstraße, het studentenuitgaansgebied, zijn de terrasjes gevuld met studenten die hier hun middagpauze houden. Aken heeft het hoogste ‘Kneipen pro Kopf’-gehalte van Duitsland. “Je kunt hier heel goed uitgaan en er zijn veel minder vechtpartijen dan in Nederland”, vertelt Guido. En zo zijn er meer verschillen. Het bier in de mensa is even duur als water, maar de omgangsvormen zijn veel formeler. “Aan titels wordt zo veel belang gehecht”, weten ze inmiddels. “Het is altijd Sehr geehrter Herr Doktor Professor. Als je een mail stuurt, moet je heel veel introducerende zinnen schrijven voordat je tot de kern komt. Want het is onbeleefd om met de deur in huis te vallen. Nederlandse humor is ook veel harder. Een Hans Teeuwen zou hier echt niet kunnen.”

els heuts


Foto: Siebe Swart/HH

thema duitsland

samenwer ken

vergt

veel

i ns pan n i n g e n

Duitsers willen wel, Neder足land doet moeilijk Meer structurele banden tussen Duitse en Nederlandse onderwijsinstellingen kunnen de mobiliteit naar Duitsland bevorderen, is het idee. Toch valt het in de praktijk niet altijd mee om een succesvolle samenwerking op te zetten met de oosterburen. Betrokkenen van twee instellingen over hun ervaringen.

transfer | september/oktober 2013 | 31


32 | september/oktober 2013 | transfer

Foto: iStock

Maar liefst drie jaar duurde het voordat het gezain Duitsland een master van een jaar juist onmogelijk menlijke masterprogramma Nederland-Duitslandis. Dankzij ingrijpen van toenmalig minister Van der studies van de Radboud Universiteit Nijmegen Hoeven werd de opleiding uiteindelijk erkend. Sars en de Universität Münster in Nederland werd liep vervolgens nog tegen bekende mobiliteitsobstaerkend. Coördinator Paul Sars moest het college van kels als huisvesting, zorgverzekering en bijbaantjes bestuur vragen te bemiddelen, een beroep doen op aan. Ook hoefden de Duitse studenten zich niet in VNO-NCW-voorzitter Bernard Wientjes als pleitMünster in te schrijven voor hun jaar in Nederland, bezorger en uiteindelijk persoonlijk de minister van terwijl de Nederlanders wel collegegeld aan de Radboud Onderwijs overtuigen. Toch raadt hij iedereen aan om Universiteit moesten betalen voor hun jaar in Münster. samen met een Duitse instelling een programma op te Een ander verschil pakt juist voordelig uit. Omdat zetten. “Wij kunnen nu het beste van twee werelden het Nederlandse collegejaar eerder is afgelopen en het pakken”, legt de hoogleraar Duitse taal en cultuur uit. Duitse later begint, hebben studenten tussendoor tijd “Ik kan me meer op mijn eigen vakgebied concentreren voor de verplichte praktijkstage. “Het programma is en andere vakken aan Münster uitbesteden.” echt zwaar”, beseft Sars, “maar de tweetalig opgeleide De samenwerking begon ongeveer vijftien jaar geleden afgestudeerden zijn interessant voor de markt.” met een binationale opleiding. Studenten uit Münster kwamen een semester naar Nijmegen en vice versa, Weekend naar huis vertelt Sars. Zij volgden vakken van elkaars programma Deze Nederlands-Duitse joint degree is uniek, aldus met wat extra modules aan hun eigen universiteit, de Duitslanddesk. Bij het vakgebied van Sars ligt waarna ze een dubbel diploma ontvingen. “Het was wat samenwerking met Duitsland natuurlijk voor de hand. lastig om dat in beide landen erkend te krijgen”, zegt Door de ligging van Nijmegen nog meer. Tijdens de Sars, “maar het lukte.” werkconferentie ter voorbereiding op een DuitsToch had de constructie nadelen. Zo klaagden de Nederlandse mobiliteitsagenda werd vastgesteld, dat Nederlandse en Duitse uitwisselingsstudenten dat zij partnerschappen met de oosterburen vrijwel alleen in elkaar misliepen. Daarnaast was er overlap bij sommige de grensstreek voorkomen. Toch denkt Sars – die als vakken. Om dat te veranderen, ambassadeur van de Euregio grenszette Sars, samen met zijn collega in overschrijdende samenwerking “We moeten laten Münster en enkele studenten, een moet aanmoedigen – dat dergelijke zien dat Duitsland tweetalige joint master van twee jaar partnerschappen ook aantrekkeook een leuk meisje op. Daarin wordt de expertise van lijk zijn voor bijvoorbeeld Utrecht in een Mannschaftbeide universiteiten optimaal benut. en Amsterdam. Wetenschappelijk tricot kan zijn” Het eerste jaar, in Nederland, ligt ­interessante contacten moeten daarbij de nadruk op taalkunde, literatuur, het uitgangspunt zijn, vindt hij. communicatie en cultuur. Het Duitse “Watermanagement staat centraal in deel focust meer op taalverwerving, politiek en geschiede samenwerking van onze biologen met Essen. Heel denis. praktisch, want vervuiling van de Rijn heeft gevolgen aan beide kanten van de grens. Op financieel gebied Precies andersom kun je aan Frankfurt denken, bijvoorbeeld als partner Het registreren van de nieuwe opleiding verliep in voor de Erasmus Universiteit.” Duitsland vrij soepel. Deskundigen beoordeelden of De Haagse Hogeschool, duidelijk niet in het oosten de inhoud zwaar genoeg was. De Duitse accreditatiedes lands gelegen, had vorig studiejaar wel ongeveer organisatie bekeek alleen of de vormgeving voldeed aan 25 Duitse partnerinstellingen. Als het aan senior de strenge regels van de Prüfungsordnung en gaf daarna beleidsadviseur internationalisering Lennart Nooij ligt, groen licht. Na twee jaar zou ze komen controleren of worden dat er meer. Samenwerkingsverbanden hebben aan bepaalde voorwaarden was voldaan. “Hier gaat immers een gunstige invloed op het aantal uitwissehet precies andersom”, zegt Sars. “Je moet van alles lingen. Nooij maakte onlangs nog lange dagen in een aanpassen voordat je van start kunt.” Hij herinnert zich stand op de EAIE-conferentie om zijn hogeschool te ook dat de Duitse hoogleraren niet blij waren dat ze promoten bij potentiële partners. vooraf inhoud, didactiek en leerdoelen van de nieuwe Zelfs voor Den Haag is Duitsland een relatief nabijgeopleiding precies moesten beschrijven, zodat ‘ambtelegen buitenland, legt Nooij uit. Dat maakt docenten­ naren’ daarover konden oordelen. uitwisselingen interessant. “Zij kunnen dan in het Bijkomend probleem was dat Nederland geen twee­ weekend naar huis. En het is handig bij het begeleiden jarige masters kent voor geesteswetenschappen, terwijl van studenten.”


Foto: Freek van Arkel/HH

Vervuiling van de Rijn staat centraal bij samenwerking tussen biologen uit Nijmegen en Essen.

Voor studenten biedt Duitsland de mogelijkheid van een laagdrempelige buitenlandervaring, zegt de beleidsadviseur. “Je kunt relatief eenvoudig veel leren van een verblijf in Duitsland. Het is er niet schrikbarend anders, maar de cultuur wijkt wel zodanig af dat het confronterend is.” Dat Duitsland ook nog eens de voornaamste handelspartner van Nederland is en daarmee belangrijk voor de toekomst van de studenten, maakt dat het land volgens Nooij eigenlijk ‘bestemming nummer 1’ zou moeten zijn.

Grootste winst De praktijk blijkt echter weerbarstig. Studenten vinden Duitsland niet erg sexy, merkt Nooij net als vele anderen. “Ze hebben er een beeld bij van een oude man in een grijs pak die hard over de Autobahn rijdt. En het Duitse onderwijs heeft de reputatie streng en moeilijk te zijn.” Om nog maar te zwijgen van de taal. “Duitsers doen alles in het Duits, een taal die steeds minder studenten spreken.” Wil je meer studenten naar Duitsland krijgen, dan moet je met dat laatste rekening houden, vindt Nooij. Daarom is hij druk op zoek naar Engelstalige opleidingen in Duitsland. “Eenmaal daar kunnen onze studenten een cursus Duits volgen en ontdekken dat de taal helemaal niet zo moeilijk is. Daar zit de grootste winst”, denkt hij.

Liever zou hij nog verder gaan dan het uitwisselen van studenten en samen met Duitse instellingen Engelstalige modules of zelfs opleidingen opzetten. Maar net als Paul Sars constateert hij dat regelgeving dat moeilijk maakt, zelfs als het om double degrees gaat. Om ook een diploma van de Haagse Hogeschool te kunnen behalen, moet een Duitse student zich hier eveneens inschrijven en collegegeld betalen. Niet erg aantrekkelijk voor de student wiens opleiding in eigen land meestal gratis is. “Wij willen het collegegeld van Duitse studenten best voor onze rekening nemen, of afzien van de 700 à 800 euro die een inschrijving ons oplevert”, zegt Nooij, “maar dat mag niet.” In Duitsland bestaat wel belangstelling voor samenwerking, heeft de beleidsadviseur gemerkt. “Nederland heeft geen slechte reputatie”, denkt Nooij. Wel benadrukt hij het belang van omgangsvormen en goede voorbereiding. Dat een Duitse gesprekspartner opstapte toen zij merkte dat collega’s van Nooij hun huiswerk niet hadden gedaan, noemt hij ‘een goed leermoment’. Wijs potentiële partners er meteen op dat het onderwijs hier anders is, adviseert hij verder: minder gericht op feitenkennis, meer praktijk-geöriënteerd. “En studenten komen frecher, mondiger, terug.” Ook Paul Sars pleit ervoor cultuurverschillen te onderkennen én te gebruiken. “Dankzij de Duitse precisie zit onze onderwijs- en examenregeling goed in elkaar.” De taal hoeft volgens hem evenmin een probleem te zijn. “Mijn collega’s van bedrijfs­communicatie hebben met hun partners in Kleef afgesproken dat ieder zijn eigen taal spreekt. Fronst de ander de wenkbrauwen, dan wordt extra uitleg gegeven.” Sars en Nooij zien beiden een rol weggelegd voor de Nederlandse overheid om samenwerking met Duitsland te stimuleren. Accreditatieorganisaties moeten binnen bepaalde grenzen opleidingen ruimte kunnen geven, vindt Sars. Nooij denkt aan projectsubsidie voor het opzetten van gezamenlijke Engelstalige opleidingen, waarna moet worden geëvalueerd of dat meer mobiliteit oplevert. Beiden verwachten dat het met de interesse bij studenten wel goed komt. Het aantal inschrijvingen voor Nederland-Duitsland-studies neemt toe en Sars ziet steeds meer ‘spijtoptanten’ die deelnemen aan het Nederland-Duitslandprogramma van de Nijmeegse honours academy. “Zij zeggen: had ik op de middelbare school maar meer aan Duits gedaan”, vertelt Sars. “Door hun studie economie, Europese politicologie of wiskunde beseffen ze dat Duitsland leidend is.” Nooij: “We moeten laten zien dat Duitsland ook een leuk meisje in een Mannschaft-tricot kan zijn.”

annelieke zandvliet

transfer | september/oktober 2013 | 33


g e lezen

Internationaliseerders aan het twijfelen gebracht

Over internationale samenwerking in het hoger onderwijs wordt veel gepubliceerd. Historicus Han van der Horst bespreekt maandelijks een publicatie. Deze keer het proefschrift van Helen de Haan, over de intellectuele fundamenten onder de internationalisering.

Nederlandse internationaliseerders zijn eraan gewend geraakt dat het onderwerp van hun werk goed is geïntegreerd in het beleid van hun universiteit of hogeschool. Bij dat gegeven hoort een breed geaccepteerd vertoog. Internationaliseerders hebben pakweg sinds de jaren negentig geleerd over hun vak te spreken in termen uit het bedrijfsleven. De wereld van het internationaal onderwijs heet een markt. Daarin wordt gezocht naar concurrentievoordelen. Instellingen willen winst maken, al is die winst in veel gevallen (nog?) niet van financiële, maar van wetenschappelijke en onderwijskundige aard. Bij dit alles plaatst dr. Helen (of Hajing, zij heeft een Chinese achtergrond) de Haan van InHolland vraagtekens. In de dissertatie waarop zij aan de universiteit van Bath promoveerde, komen de uiteenlopende vertogen van internationaliseringsspecialisten uitgebreid aan bod: ze heeft er voor haar onderzoek 77 geïnterviewd. Zo maken wij kennis met tal van bekende interpretaties van managementmethodieken en analysemodellen. Die worden volgens De Haan niet altijd juist geïnterpreteerd, of op correcte wijze en in de juiste context toegepast. Dat komt onder meer doordat universiteiten en hogescholen geen bedrijven zijn, maar wel in allerlei sectoren bedrijfsmatig optreden of denken dat te doen. De Haan laat zien dat het gebouw van de internationalisering ondanks zijn trotse uiterlijk voor een deel op te zwakke intellectuele heipalen steunt. Niet dat zij er een bom onder legt. Zij meet eerder met haar

34 | september/oktober 2013 | transfer

wetenschappelijk instrumentarium de sterke en de zwakke punten. Daardoor nodigt haar dissertatie internationaliseerders uit om hun theorie en praktijk kritisch te heroverwegen.

Steeds blijven meedenken Het proefschrift van Helen de Haan is wel een boek waar je de tijd voor moet nemen. De auteur gaat zeer systematisch te werk, maar je moet steeds blijven meedenken om niet van het smalle pad te raken waarop zij je voorgaat. Aan het eind heeft De Haan je dan op creatieve manier aan het twijfelen gebracht. Zij heeft onze vertogen niet ontmanteld, maar wel kanttekeningen geplaatst waarmee we verder kunnen: is concurrentievoordeel nu wel altijd zo’n geweldig streven? Past samenwerking als uitgangspunt niet beter bij een instelling voor onderwijs en onderzoek? En zo ja, is dat dan altijd het geval? Of moet een mens zich daar óók niet blind op staren? Zijn de bedrijfskundige analysemodellen die internationaliseerders toepassen wel adequaat en passen ze we ze wel op een juiste manier toe? Dat zijn vragen waarmee we verder komen, als we tenminste niet meteen in de verdediging schieten.

han van der horst Enhancing competitive advantages: Dutch higher Education Institutions strategically managing Internationalisation. Haijing de Haan-Cao, Bath UK. Downloaden via: www.bit.ly/proefschrift-de-haan


Foto: ANP/Jerry Lampen

o n b eken d

ter r ei n

‘Voor veldwerk moest ik naar

het buitenland’ Sinds april dit jaar is hij bekend als weerman van de NOS. Maar Peter Kuipers Munneke (1980) is ook poolonderzoeker aan de Universiteit Utrecht. Zijn eerste échte poolervaring deed hij op als student natuurkunde in Uppsala, vertelt hij in deze eerste aflevering van een nieuwe rubriek. Over bekende Nederlanders op onbekend terrein. “Ik wilde veldwerk doen, dat was de belangrijkste reden om naar het buitenland te gaan. In de loop van mijn studietijd was ik me voor het poolklimaat gaan interesseren. Na alle computermodellen van gletsjers die ik had bestudeerd, wilde ik ook wel eens op een gletsjer staan. Mijn docent aan de universiteit in Groningen kende een onderzoeker in Zweden die elk jaar op expeditie ging naar Spitsbergen en die mij wel wilde meenemen. In een paar mailtjes was het geregeld, ik was welkom in Uppsala. Zweden gaan nog informeler met elkaar om dan Nederlanders, dat bleek toen al. Op een sneeuwscooter over een poolvlakte rijden, is

een indrukwekkende ervaring. Zo’n uitgestrekt en leeg landschap – eigenlijk hoor je er niet te zijn, dat idee heb je als je er rijdt. Maar we waren er wel. Wij, met zijn vieren, en verder helemaal niemand. Met een sateliettelefoon bij ons, met gedroogd voedsel voor drie weken en elk een geweer tegen de ijsberen bij de hand. Eén groot avontuur. Maar ook terug in Uppsala heb ik een heel goeie tijd gehad. Bijna een jaar lang heb ik zitten rekenen met de gegevens die we in die drie weken hadden verzameld. Op basis van de dikte en de stroomsnelheid van het ijs bracht ik in kaart hoe snel de Nordenskiöld-gletsjer smelt. Want daar was het avontuur natuurlijk om begonnen: om een nieuw computermodel te maken. Door naar het buitenland te gaan, kreeg ik kansen die ik in Nederland niet kreeg, en leerde ik dingen die ik in Nederland niet had kunnen leren. Ik heb mijn best gedaan om veel Zweeds te spreken en veel met Zweden op te trekken. Het koste enige moeite, maar uiteindelijk heb ik ook Zweedse vrienden gemaakt. Bijna tien jaar later zie ik die nog steeds. Zweden zijn afwachtend, heb ik geleerd, maar als je eenmaal vrienden met ze bent, dan ben je dat voor de rest van je leven.”

ralph aarnout

transfer | september/oktober 2013 | 35



Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.