Spirit binding 2017 Nr 03

Page 1

3

méér over pleegzorg

December 2017 | jaargang 21

Special

Thuis

Een kind te leen

Transgender

Diane, Esmee en Abdel…

Interview met Dichter des Vaderlands > 12

‘Wat nu als iemand het er niet mee eens is?’ > 16

zoeken een pleeggezin…

> 22


Special

Thuis

3

4

6

8

10

13

14

16

18

19

21

24

Het gevoel van thuis

Wat betekent ‘thuis’ voor kinderen die – tijdelijk – niet meer thuis kunnen wonen? Die vraag staat in deze speciale uitgave van Binding centraal. We stelden hem behalve aan Bram, die bovenstaand antwoord gaf, ook aan de 74-jarige Annie BouwmanScheermeijer die in het Burgerweeshuis woonde. En aan Maureen, die van haar zesde tot zestiende bij pleegouders en in tehuizen verbleef. En aan Selam, die op haar vierde door haar pleegouders geadopteerd werd. Uit de verhalen blijkt dat ‘thuis’ voor iedereen iets anders is. En dat het soms lukt om een gevoel van thuis te ervaren terwijl je niet thuis woont. Maar vaak ook niet. Hoe probeer je dan toch een thuis voor een pleegkind te creëren? Dat is een kwestie van finetunen. Goed luisteren. Goed kijken. Er soms simpelweg alleen maar zijn. En als dan dat ‘gevoel van thuis’ zich aandient, al is het maar voor een moment, dan is dat zoals Dichter des Vaderlands Ester Naomi Perquin zou zeggen: ‘een visje van geluk.’

Binding, een blad over pleegzorg, is een uitgave van Spirit voor haar pleegouders en andere geïnteresseerden en verschijnt drie keer per jaar. De artikelen in dit blad vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs het standpunt van Spirit. Evenmin kunnen aan dit blad rechten worden ontleend. Overname artikelen Overname van artikelen uit Binding is alleen toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie. Ontwerp, opmaak en druk Ecodrukkers, Nieuwkoop

2

Binding | december 2017

Thuis 3 ‘Ik ben geen Burgerwees, maar Stadsbestedeling!’ 4 ‘Je raakt eraan gewend, maar wennen doet het nooit’ 6 Onmacht verduren en erbij blijven 8 ‘Ik zit met een lach in mijn helm’ 10 ‘Pleegouderschap is verstrekkend’ 12 Column: een tweede thuis? 15 ‘Wat nu als iemand het er niet mee eens is?’ 16 Column: muziek 18 Hoe maak je een thuis? 19 Thuis volgens de pleegouderraad 20 Column: een zet in de goede richting 21 Wij zoeken pleegouders 22 Vroeger & nu: Léon 24

Redactie Meie Geerlings (pleegouder), Helen Hupsel, Maaike Maas (hoofdredactie), Ilse van der Mierden (eindredactie), Ellen Schulze, Jennifer Tjon En Fa, Sarah Zagt en Conny Zeilstra (hoofdredactie). Met medewerking van Frank Bouma, Coraline, Meie Geerlings, Ilse van der Mierden, Robin van den Pol en Cato Thier. Spirit Servicepunt Pleegzorg en Verblijf Fred. Roeskestraat 73, 1076 EC Amsterdam 020 - 540 04 40 @SpiritPleegzorg pleegzorg@spirit.nl,

Redactieadres Spirit, team communicatie 020 - 540 05 00 - communicatie@spirit.nl Oplage 1.800 exemplaren Adreswijzigingen U kunt adreswijzigingen of onjuiste adressering doorgeven via pleegzorg@spirit.nl. Fotografie Nienke Laan (p. 4 - 11, p. 16), Marion Duimel (p. 24), Tessa Posthuma de Boer (p. 13), Ineke Vis – Lek (p. 24).

colofon

Eenentwintigste jaargang, nummer 3, december 2017 ISSN 1386-2138

inhoud

‘Ken je dat gevoel als je terugkomt van vakantie en dan weer in je bed gaat liggen, dat je weer thuis bent? Dat gevoel heb ik hier niet.’


gele vla afscheid

keukentafel

cultuur

Thuis

fijne muziek

geur

luisteren

vertrouwen

knuffel buren

vader

familie

praten

motorrijden

veiligheid fiets foto’s

wonen

heimwee

moeder Albert Heijn

gezin

tehuis

basis

aandacht

kaas

dagboeken

blijven

rust

tekeningen herinneringen

twinkelen

speelgoed huis team zakgeld

lekker eten

plek gewoon bed kleren

Wat betekent thuis voor jou? Die vraag stelden we aan alle geĂŻnterviewden. Dit zijn woorden uit hun antwoorden.

Wij bedanken u voor het delen van uw thuis... ... en wensen u een gelukkig, gezond en liefdevol 2018 Binding | december 2017

3


Special

Door Cato Thier

Thuis

‘Ik ben geen Burgerwees,

Annie Bouwman-Scheermeijer (74) woonde tussen 1955 en 1959 in het Burgerweeshuis aan de Kalverstraat in Amsterdam. ‘We kregen aandacht, als je ergens mee zat dan werd er met je gepraat. Je kon altijd wel ergens terecht. Dat is heel belangrijk, want dan kan je je ook echt thuis voelen.’

‘Geen zakgeld was voor mij heel erg, want ik schreef iedere week een brief aan mijn moeder.’

‘Mijn eerste kennismaking met het Burgerwees-

in de sinterklaasperiode en ik mocht niet met

sum. Als alleenstaande moeder was er niemand

huis maakte diepe indruk op mij. Ik was zes jaar

het speelgoed spelen van de andere kinderen.

die voor haar zeven kinderen kon zorgen.

en moest daar een paar dagen blijven tot mijn

Het was heel vreemd, sommige dingen die je als

Een oude wet bepaalde dat alle inwoners van

moeder hersteld was van de geboorte van mijn

kind meemaakt vergeet je niet.

Amsterdam recht hadden op Burgerweeshuis-

zusje. De sfeer in het tehuis was donker en som-

zorg. Samen met mijn vijf jaar jongere zusje en

ber en ik herinner me dat ik in een tinnen bad-

Burgerweeshuiszorg

mijn twee jaar jongere broertje moest ik naar

kuip werd gezet, gewassen en ontluisd. Mijn

Ik was elf jaar toen ik weer in het Burger-

het Burgerweeshuis, de anderen gingen naar

eigen kleren werden weggegooid en ik kreeg

weeshuis terechtkwam. Mijn moeder was ziek

pleeggezinnen.

andere kleren aan. Alles van jezelf was weg, dat

geworden, ze had tuberculose en werd opge-

Er woonden wel honderd kinderen in het ge-

was heel raar. Het was begin december 1950

nomen in het sanatorium Zonnestraal in Hilver-

bouw aan de Kalverstraat, wat nu het Amster-

4

Binding | december 2017


maar een Stadsbestedeling!’ dam Museum is. Er waren de ‘Burgerwezen’,

dat ik naar haar toe kon en stiekem haar bordje

want ik schreef iedere week een brief aan

de kinderen die geen ouders hadden, maar de

leeg at. Of als mijn broer door andere jongens

mijn moeder. Tot mijn moeder de leiding bel-

meesten waren net als ik ‘Stadsbestedelingen’:

op zijn kop werd gezeten, dan vloog ik er op af.

de en vroeg waarom ze geen brieven meer

kinderen waarvoor de ouders tijdelijk niet kon-

Heimwee had ik wel, vooral wanneer er iets

van mij kreeg. Weer moest ik bij de directeur

den zorgen. Ik vond dat zo’n schitterend woord

was gebeurd met mijn broertje of mijn zusje,

komen en heb ik moeten uitleggen dat ik

dat ik iedereen vertelde dat ik een ‘Stadsbeste-

of dat je iets niet kon of kreeg. Dat waren wel

zonder zakgeld geen postzegels kon kopen.

deling’ was. Leuk was natuurlijk anders, maar ik

momenten dat ik dacht: ’Ik wil naar huis, naar

Voortaan mocht ik iedere week op kantoor

heb het niet als slecht ervaren. Ik dacht altijd: ‘Ik

mijn moeder!’

een postzegel komen halen. Dat heb ik nooit

ga weer naar huis toe als mijn moeder beter is.’

gedaan, het was mijn eer te na. Ik wist dat

Je stelde je erop in, je kon niet anders en je zat

Griezelige zolder

alle uitgaande post werd gelezen en daarom

daar, dus je moest er wat van maken.

Ieder had zijn eigen achtergrond en zijn eigen

bracht ik mijn brieven liever zelf naar het

verhaal, onderling spraken we er weinig over.

hoofdpostkantoor.

Gele vla met vellen

We trokken gezamenlijk als groep met elkaar op,

Ik sliep op een slaapzaal met kinderen van mijn

het was een collectief gevoel. Je maakte er van

Leuke herinneringen

eigen leeftijd. De leiding was in handen van

alles mee en er werd van alles georganiseerd,

In de zomer verhuisde het hele Burgerweeshuis

de directeur en twee hoofdleidsters. En iedere

maar je had je wel aan de regels te houden.

naar Bergen aan Zee. Zes weken lang speelden

groep van twaalf kinderen had weer twee leidsters. Wij droegen geen uniform, het zwartrood gekleurde uniform was afgeschaft, alleen de bijbehorende zwarte cape heb ik wel gedragen. Dat vond ik fijn, want het was geweven

Alles van jezelf was weg, dat was heel raar

wij in zon, zee, bos en duinen, het was voor mij een feest. Het enige wat ik niet leuk vond was corvee; je moest bergen met tuinbonen doppen, letterlijk voor een heel weeshuis. Ik heb er echt leuke herinneringen aan over-

van zware wol, lekker warm.

Natuurlijk probeerden we die regels uit. Een

gehouden. Je zat in een andere omgeving, het

We hadden het goed, we kregen iedere dag

keer hadden we in de avond via de gymzaal

was niet je thuis, maar je ging het wel als je

aardappels, groente en een klein beetje vlees

de trap genomen naar de griezelige zolder.

thuis beschouwen. Het was een heel andere

of vis. En altijd pap toe: havermoutpap, gries-

Er stonden harnassen, die nu in het museum

tijd. We wisten niet beter en je kon niet an-

meelpap en ‘s zondags gele vla, met vellen. Ik

staan. Om het extra spannend te maken, slo-

ders. We kregen wel aandacht, als je ergens

vond alles lekker. We gingen naar school en

ten we het zolderluik en bleven zitten. Na

mee zat dan werd er met je gepraat. Je kon

we moesten meehelpen in de keuken, met de

enkele uren moesten we van de leiding naar

altijd wel ergens terecht. Dat is heel belangrijk,

was en de lakens vouwen. Maar wat ik het lief-

beneden en de volgende ochtend hadden we

want dan kan je je ook echt thuis voelen.

ste deed was de verzorging van de kleintjes,

ons te melden in de regentenzaal bij directeur

Mijn moeder keerde in 1959 terug uit het sa-

helpen aankleden en de bedjes opmaken.

Van Meurs. Er waren twee ingangen, een via

natorium en toen konden wij naar huis. Dat

de poort en een binnendoor. Wanneer je straf

was vlak voor de verhuizing van de Kalver-

Als oudste voelde ik me verantwoordelijk en

had moest je via de poort. Aan het eind van

straat naar het IJsbaanpad. Bij de opening van

lette ik op mijn broertje en zusje. Tijdens het

de indrukwekkende zaal zat de directeur ach-

het nieuwe gebouw verkocht een mevrouw

avondeten bijvoorbeeld, dan wist ik dat mijn

ter zijn bureau. Bij het kleed moest je wach-

poppetjes met het zwart-rode wezenuniform.

zusje niet van andijvie hield, maar dat het op-

ten, en dan kreeg je je straf.

Ik vond dat zo schattig, die poppetjes staan

gegeten moest worden. Ze was zo slim dat ze

Deze straf was: geen zakgeld en vroeg naar

nog altijd op een mooi plekje in mijn boeken-

bleef zitten totdat iedereen van tafel ging, zo-

bed. Geen zakgeld was voor mij heel erg,

kast.’ ■

Binding | december 2017

5


Special

Door Cato Thier

Thuis

‘Je raakt eraan gewend, maar wennen doet het nooit’

Maureen Afame (20) verbleef van haar zesde tot haar zestiende op verschillende plekken. Nu woont ze samen met haar moeder, zusje en stiefvader. ‘Elke keer weer verplaatst worden, weer naar een nieuwe school, weer naar het volgende huis. Het voelde als een achtbaan.’

‘De leraren op de basisschool hadden opge-

We werden vaak overgeplaatst; een half jaartje

huizen gewoond. Het voelde als een acht-

merkt dat het thuis bij ons niet goed ging. Mijn

hier, een half jaartje daar. Het uitgangspunt was

baan. Elke keer weer verplaatst worden, weer

ouders waren pas uit elkaar en mijn moeder

dat we zoveel mogelijk bij elkaar zouden blijven

naar een nieuwe school, weer naar het vol-

was alcoholiste. Ik was zes jaar toen ik met mijn

en naar dezelfde school bleven gaan, zodat we

gende huis. Je vergeet ergens een knuffel en

broer en zusje terechtkwam in het systeem van

nog een beetje ons oude leven hadden. Maar in

die ben je dan kwijt. Of je vergeet je fiets in

opvang. Mijn moeder kon niet langer voor ons

de praktijk pakte dat anders uit. Ik heb in ver-

een tehuis en die krijg je dan niet meer terug.

zorgen, daar was een heel proces aan voor­

schillende tehuizen gewoond, bijna een jaar in

Ik ben zo ook foto’s kwijtgeraakt. Voor een

afgegaan.

een pleeggezin en anderhalf jaar bij mijn oma.

kind is dat echt heel zwaar, je wil naar huis, op

Je wil gewoon thuis zijn, bij je moeder. Maar

Daarna zijn we ook een periode thuis geweest

één plek blijven. Je raakt er aan gewend, maar

je weet dat je moeder niet voor je kan zorgen.

omdat ze dachten dat het weer goed ging met

wennen doet het nooit.

Ik voelde een verantwoordelijkheid, want mijn

mijn moeder. Maar het ging niet goed.

zusje was amper twee jaar oud. Ik verschoon-

‘Je vergeet ergens een knuffel en die ben je dan kwijt’

de haar luiers, zorgde dat we brood aten en

Jeugdzorg kwam langs om met ons in ge-

dat ik naar school ging. Mijn broer hielp mij

sprek te gaan. Ze vroegen bijvoorbeeld: ‘Voel

wel een beetje, maar hij was ook vaak buiten-

je je wel veilig thuis?’ of ‘Zie je jezelf hier wo-

spelen met de jongens. Hij zag de problemen

nen?’ Dat was moeilijk want je wil niet weg bij

Ik paste me aan, misschien wel omdat ik zo

wel, maar was ook een jongen die gewoon

je moeder, want het blijft je moeder. Maar je

jong was. Je begrijpt wel wat er aan de hand

wilde spelen. Hij liet mij vaak alleen voor mijn

kijkt naar de situatie en denkt: ‘Wil je dat weer,

is en je probeert het overal leuk te hebben.

zusje zorgen. Ik was pas zes jaar, maar ik deed

dat mama dronken op bed ligt? Dat je weer

Maar er zijn ook momenten dat je ‘s avonds

het gewoon.

alles alleen moet doen, dat je weer zelf je eten

verdrietig in bed ligt en dat je naar huis wil,

Zelfs toen we al in een tehuis zaten, bleef ik

moet regelen?’ Als je dat dan wordt gevraagd,

naar je moeder. Nergens is thuis zoals je eigen

voor mijn zusje zorgen. Ik had dat zelf niet

wil je niet liegen, maar ook niet de waarheid

huis, maar omdat mijn situatie nu eenmaal zo

eens door. De leiding probeerde mij vaak af

zeggen. Je wil dat alles weer normaal is.

was, heb ik toch overal mijn thuis gemaakt.

kind. Wij zijn hier om voor jullie te zorgen, dus

Achtbaan

Overbezorgd

je hoeft niet meer op je zusje te letten.’ Het

Sinds mijn zestiende wonen we weer bij mijn

Ik heb met mijn moeder eigenlijk nooit echt

gaf rust dat we hulp kregen, alles is beter dan

moeder. Daarvoor zijn we een paar keer uit

over mijn jeugd gepraat. Mijn ouders komen

je thuissituatie op dat moment.

huis geplaatst en hebben we in verschillende

uit Ghana en daar praat je niet zo over je pro-

te remmen. Ze zeiden: ‘Je bent zelf ook nog

6

Binding | december 2017


Maureen Afame: ‘Als ik terugkijk op mijn jeugd zie ik wel dat die mij heeft gevormd.’

blemen. In Nederland is het normaal om over

raar, want ik ben geboren in Nederland. Ik heb

is niet goed, dus ik probeer die zorgzame kant

je problemen en je verleden te praten. In de

een Nederlands paspoort, ik ben Nederlander.

een beetje in de hand te houden. Gelukkig heb

Afrikaanse cultuur accepteer je de situatie en

Maar voor mijn gevoel en de cultuur die mij

ik nu mijn werk en studie. Ik ben bijna klaar

laat je het verder gewoon gaan. Gelukkig kan

identificeert ben ik een Ghanese.

met mijn opleiding Verpleegkunde. Dan heb

ik er met mijn broer en zus wel over praten. Opgroeien in die twee culturen botst soms. Ik ben drie keer in Ghana geweest. Heerlijk, dan ga ik naar mijn nicht toe, de dochter van mijn oom van moeders kant. Ze woont in Accra.

‘Nergens is thuis zoals je eigen huis’

ik alle diploma’s gehaald en daar ben ik trots op. Ik heb veel kennis van de zorg. Voor mij is dat genoeg, ik weet dat ik altijd een baan zal kunnen vinden. Ik woon nu met mijn moeder, mijn zusje en mijn stiefvader. Mijn broer woont

In Nederland ben ik een buitenlander, maar

Wat je meemaakt, dat maakt je. Als ik terug-

ergens anders maar komt vaak langs. Dit was

in Ghana ook. En toch voel ik me daar ook

kijk op mijn jeugd zie ik wel dat die mij heeft

altijd al wat ik wilde, bij mijn moeder thuis zijn.

thuis omdat ik daar in mijn eigen cultuur ben.

gevormd. Ik ben vaak overbezorgd over ande-

Ik ben blij dat ik nu niet meer weg hoef, dat dit

Je voelt je gewoon op je plek. Dat klinkt heel

ren en soms gaat dat ten koste van mezelf. Dat

mijn thuis is.’ ■

Binding | december 2017

7


Special

Door Ilse van der Mierden

Thuis

Onmacht verduren en erbij blijven

Tien jaar geleden verliet Mariënne Verhoef het ministerie van Financiën om bestuurder te worden bij Spirit. In deze Binding blikt ze terug op de afgelopen jaren. Over de erfenissen van de jaren ’70, waarom niets doen heel goed kan zijn en wat thuis voor haar betekent.

Wat is het grootste verschil in de werkwijze

jongeren, gezinnen en pleegouders willen.

woon altijd dingen mis. En dat kan allerlei rede-

van Spirit tussen nu en tien jaar geleden?

De methodiek blijft natuurlijk de basis en van

nen hebben. De vraag is: wat leren we ervan?’

‘De jeugdzorg had de jaren daarvoor een be-

daaruit zijn we gaan werken vanuit de relatie.’ Is present werken moeilijk omdat je in de

weging gemaakt naar een professionalisering die gepaard ging met zakelijkheid en bedrijfs-

In het werken vanuit de relatie speelt bij

basis werkt met gezinnen die in de pro-

matig werken. Toen ik hier binnenkwam,

Spirit de presentiebenadering een centrale

blemen zijn gekomen? En dat het gesprek

dacht ik: ben ik hier bij een zorginstelling? Het

rol. Wat houdt die benadering in?

daarom snel gaat over wat er mis is?

is hier nog bedrijfsmatiger dan bij het ministe-

‘Het betekent dat je werkt vanuit een open en

‘Klopt. Als je niet oplet ga je voorbij aan het echte

rie. Er werd gesproken over productie, gespe-

empathische houding. Dat je zorgvuldig aan-

luisteren, voorbij aan de ander echt leren kennen

cialiseerd hulpaanbod en alleen gewerkt met

sluit en afstemt op de ander. En dat is makkelij-

en te snel in de modus problemen oplossen. Dat

bewezen methodieken. Alles was gevangen in

ker gezegd dan gedaan. Om dat echt helemaal

is ook wat hulpverleners altijd gevraagd is. Erop-

jaarplannen en beleidsstukken. Alsof je daar-

te doorleven, wordt iedereen binnen Spirit

af! Handen uit de mouwen. Dat soort termen.

mee de werkelijkheid te pakken krijgt. Er werd

hierin getraind. Van de receptie en de ICT-afde-

Dat heeft toch iets van een ander overrulen.

minder waarde gehecht aan de ‘gut feeling’

ling tot alle teams, ook het directieteam.’

van mensen: wat vind je nou zélf dat er nodig

‘Voor mijn gevoel was de ziel uit het werk gehaald’

is? Gelukkig déden mensen dat nog wel, daar

Wat was voor jou de eye-opener tijdens de

mag je in zekere zin blij om zijn. Voor mijn ge-

presentietrainingen?

voel was de ziel uit het werk gehaald.

‘Dat het moeilijk is. Dat het echt iets meer is

Het was een verklaarbare reactie op de jaren

dan alleen maar goed luisteren. Het betekent

zeventig, een tijd van de vrije moraal, waarin

je eigen oordelen aan de kant zetten. Wat zegt

Dat wil trouwens ook niet zeggen dat je niets

grenzen tussen kinderen en medewerkers ver-

iemand nou eigenlijk echt? Wat heeft die an-

moet doen. Soms luister je, ben je aanwezig,

vaagden. Er werd anders tegen seksualiteit

der nou écht nodig? Bijvoorbeeld in de pleeg-

betrokken. Soms is het in gesprek gaan, soms

aangekeken en veel gewerkt met vrijwilligers.

ouderraad, daar probeer ik heel goed te luiste-

iets doen. Present werken vraagt om continu

Daar is halverwege de jaren tachtig een zake-

ren naar ‘wat zeggen jullie nou?’

fine-tunen. Beseffen wat je wel en wat je niet

lijke benadering voor in de plaats gekomen.’

Wat mij raakt is dat pleegouders, als iets lastig is

kan. Daaronder valt ook onmacht kunnen ver-

in de relatie met de pleegzorgwerker, ze dat niet

duren, en er dan tóch bij blijven.’

Wanneer kwam de omslag?

durven te zeggen. Terwijl wij vanuit presentie

‘Vanaf 2010 hebben we weer meer de blik

erg bezig zijn met: bespreek alles met elkaar. Het

Erbij blijven, zonder dat je iets doet. Dat

gericht op: wat zijn we nou eigenlijk kwijtge-

is ontzettend belangrijk om een sfeer te hebben

kan dus voldoende zijn?

raakt door die zakelijke benadering? Dat was:

waarin mensen beloond worden als ze zich zor-

‘Het kan zelfs heel goed zijn! Voldoende klinkt

aansluiten, beter luisteren naar wat kinderen,

gen maken of dingen aankaarten. Er gaan ge-

alsof het niet goed genoeg is.’

8

Binding | december 2017


Dit lijkt mij heel herkenbaar voor pleeg­ ouders. Die zullen die onmacht ongetwijfeld herkennen, en die ook moeten kunnen verduren. ‘Inderdaad. Terwijl we hier zo over praten denk ik dat een volgende vraag voor ons is: hoe kunnen we pleegouders daarin beter ondersteunen? Er wordt veel van pleegouders gevraagd. Ik snap dat pleegouders trainingen soms een grote investering vinden. Maar je zou ze een presentietraining gunnen. Het is een enorme investering om iedereen daarin te trainen, dat geldt voor ons ook, maar het levert ontzettend veel op. Het is een grote verandering in ons denken en doen.’ Spirit wil ervoor zorgen dat kinderen en jongeren zich thuis voelen, ook als ze niet thuis wonen. Wat betekent thuis voor jou persoonlijk? ‘In de basis dat mijn twee zoons thuis zijn en aan de keukentafel zitten, het liefst met hun vrienden erbij. Mijn kinderen wonen niet meer thuis. Mijn oudste zoon begint een eigen thuis te krijgen, een nieuw thuis. Hij woont samen met zijn vriendin. Het is bijzonder om uitgenodigd te worden bij hem thuis. Maar thuis is groter dan alleen mijn gezin. Ook vrienden, buren en verre familie horen daarbij. En er voor elkaar zijn, in goede en slechte tijden.’ Ook bij Spirit is er een steeds groter bewustzijn dat er meer mensen in en rond

Mariënne Verhoef: ‘Het is ontzettend belangrijk om een sfeer te hebben waarin mensen beloond worden als ze zich zorgen maken en dingen aankaarten.’

het gezin een belangrijke rol kunnen spelen in de hulpverlening. Denk aan de inzet

mijn kinderen hadden andere gesprekken met

gestalte geven. Niet hiërarchisch werken, maar

van JIM, Jouw Ingebrachte Mentor.

ze. Er wordt nu ook gekeken hoe we JIM in

vanuit een netwerkgedachte er met elkaar zijn

‘Bij JIM vragen we aan het kind: wie is er in

pleegzorgsituaties een rol kunnen geven.’

voor kinderen en gezinnen. Gelijkwaardiger.

jouw omgeving die wil dat het goed met je

Ieder brengt een andere rol, andere deskundig-

gaat en een rol kan vervullen in het opgroeien

Wat is jouw droom voor de toekomst voor

heid en ervaring in. Maar je doet het wel met

en opvoeden? Dat kan een grootouder, een

pleegzorg?

elkaar. En iedere keer kijken we opnieuw: wat

stiefvader, een broer, een leraar zijn. Eigenlijk

‘Allereerst natuurlijk dat er voldoende pleeg-

is de community rondom dit kind?’

gun ik ieder kind een JIM, niet alleen kinderen

ouders zijn, dat er geen kinderen hoeven te

in de jeugdzorg. Wij hadden bijvoorbeeld een

wachten of op tussenplekken zitten. Maar ook

Meer weten?

bevriend stel, die als een JIM voor mijn kinde-

het partnerschap tussen pleegouders, hulp-

presentie.nl

ren waren. Ze brachten een ander perspectief,

verleners en anderen rondom het gezin meer

jimwerkt.nl ■

Binding | december 2017

9


Special

Door Cato Thier

Thuis

‘Ik zit met een lach in mijn helm’

Selam van Tongeren (30) werd drie dagen na haar geboorte bij pleegouders geplaatst en vier jaar later door hen geadopteerd. ‘Ik denk wel eens dat ons contact beter is dan dat tussen anderen met hun eigen ouders.’

‘Thuis betekent voor mij: veiligheid, liefde, gezelligheid en vooral ook humor. Thuis is de comfortzone van waaruit je je verder kan ontwikkelen. Voor mij is de motor die nu in de woonkamer staat het meest dierbare in huis. Dat is een tijdelijke oplossing, want na de inbraak niet zo lang geleden, hou ik mijn zwarte Suzuki Hayabuza 1300 cc liever dicht bij mij. Motorrijden geeft mij een enorm gevoel van vrijheid. Ik had eerst een BMW GT, maar dit is het echte werk. Als je als motorrijder een tunnel inrijdt en extra gas geeft, voel je het geluid van je motor tot in je botten. Dan zit ik met een lach in mijn helm.

Oorlog Ik hou van reizen, van veranderingen. Maar ik moet wel een thuisbasis hebben. Wat dat betreft ben ik zo Hollands als maar kan. Op reis kan ik heimwee hebben en verlangen naar een boterham met kaas, of naar zoiets als boodschappen doen bij de Albert Heijn. Toen ik klein was, wist ik dat ik een moeder had en dat ik niet bij haar kon wonen. Drie dagen na mijn geboorte kwam ik bij mijn pleegouders Helena en Bert. Mijn biologische moeder komt uit Eritrea. Als ongetrouwde, zwangere vrouw was zij gevlucht vanwege de oorlog met Ethiopië. In Nederland ben ik geboren, in het AMC in Amsterdam. Vrijwel direct heeft mijn moeder mij afgestaan.

10

Binding | december 2017

Selam van Tongeren: ‘Ik heb met mijn biologische moeder niet echt een moeder-dochter band, dat hoeft ook niet.’


Tot mijn vierde kwam zij maandelijks op bezoek. Daarna veranderde dat, omdat het in de Eritrese cultuur een schande is om als ongetrouwde vrouw een kind te krijgen. Ik heb met mijn biologische moeder niet echt een moeder-dochter band, dat hoeft ook niet. Zo liggen de verhoudingen. Ik was acht toen zij tegen mij zei: ‘Zeg nooit tegen iemand dat ik je moeder ben.’ Daarna heb ik tot mijn eenentwintigste geen contact met haar gehad.

Adoptiefeestje Op mijn vierde kon ik worden verplaatst naar een ander pleeggezin. Mijn pleegouders wil-

waarin ik las dat ik de familienaam heb gekre-

manier hoe ze op de fiets stapt bijvoorbeeld,

den dat niet, want ik hoorde inmiddels bij hun

gen om mij het gevoel te geven dat ik er echt

de eerste meters steppend met twee benen. Ik

gezin. Ik was zo gehecht. Zij hebben alles in

bij hoor.

vond het eerst altijd zo stom hoe ze dat deed,

het werk gesteld om mij te kunnen adopteren. Uiteindelijk was ik acht toen ze dat officieel lukte. Dat was tweeëntwintig jaar geleden een heel uitzonderlijke situatie. Het kon ook eigenlijk niet, omdat adoptie in Eritrea bijna niet

‘Het raakt me als ik over ze praat, dan schiet ik al snel vol’

maar laatst stapte ik op de fiets en betrapte mezelf erop dat ik het precies zo deed. Ik moest zo lachen! Het zijn van die kleine dingen die aangeven dat je zo verbonden bent met elkaar.

voorkomt en het daar ook eigenlijk niet mag.

Bij ons thuis waren altijd pleegkinderen. Ik ge-

Wat ik ook fijn vind is dat mijn ouders betrok-

Dat vind ik trouwens heel goed. Een kind hoort

loof dat mijn ouders bij elkaar wel honderd

ken zijn, en geen oordeel hebben. Motorrijden

op te groeien bij familie.

pleegkinderen hebben opgevangen. Zij vonden

hebben ze mij nooit verboden. Ze zeggen al-

Toch werden mijn pleegouders mijn ouders.

bij ons een tijdelijk thuis. Ik vond het leuk en

leen: ‘Doe je voorzichtig?’ Ze hebben mij veel

Om de adoptie te regelen moesten we naar

speelde met ze. Afscheid nemen vond ik altijd

vertrouwen gegeven. Ik denk wel eens dat ons

de Eritrese ambassade in Den Haag. Wat ik

moeilijk, helemaal als een kind bijna een jaar

contact beter is dan dat tussen anderen met

me daar nog van herinner, is dat die mensen

bij ons had gewoond. Mijn ouders leerden mij

hun eigen ouders.

opeens Eritrees tegen mij begonnen te praten.

dat het goed is als een kind weer teruggaat

Ik snapte er niets van. Eenmaal thuis hielden

naar zijn eigen ouders. Het heeft onbewust in-

Thuis

we een adoptiefeestje, met mijn vriendjes en

vloed gehad op mijn latere keuzes. Misschien

Vorig jaar ben ik voor het eerst naar Eritrea

vriendinnetjes.

werk ik nu daarom zelf met kinderen. Ik heb in

gegaan met mijn beste vriendin. Zij is ook Eri-

kinderdagverblijven gewerkt, voor jongeren in

trees en spreekt de taal goed. Via familie in

de thuisbegeleiding en als gastouder.

Nederland en Facebook had ik contact opge-

‘Ze hebben alles voor mij bewaard, dagboekjes, kindertekeningen en fotoboeken’

nomen met familieleden daar. Overigens bui-

Voorbeeld

ten mijn biologische moeder om, want zij wil

Mijn ouders zijn bijzondere mensen. Het raakt

nog steeds liever niet dat ik anderen vertel dat

me als ik over ze praat, dan schiet ik al snel

ik haar dochter ben. Het bezoek aan Eritrea

vol. Het klinkt emotioneel, maar het is positief,

had op mij een enorme impact. Ik voelde me

Mijn ouders hebben dat zo goed gedaan! Ze

het is een warm gevoel. Ze zijn een voorbeeld

er meteen thuis. Zo gek was dat, in een land

hebben alles voor mij bewaard, dagboekjes,

voor mij. Ze zijn heel open, ik kan alles met ze

waar je nooit eerder bent geweest! Komend

kindertekeningen en fotoboeken. Het meest

bespreken en aan ze vertellen. Niet alleen dat

voorjaar ga ik met mijn vriend en mijn ouders

verbaasd was ik toen ik mijn dossier van de

heb ik van ze overgenomen, ook in andere op-

naar Eritrea om dit bijzondere gevoel met ze te

adoptie kreeg. Een enorme hoeveelheid papier

zichten ben ik op mijn moeder gaan lijken. De

delen.’ ■

Binding | december 2017

11


Special

Thuis

Ik kreeg een kind te leen Ik kreeg een kind te leen en wilde ervoor zorgen. Maar het kind smeet met bestek, met gore woorden. Het had geen lichaam dat aan armen was gewend. Ik smeerde brood dat het niet wilde eten, het huilde ‘s nachts. Ik kreeg een kind te leen. Het was nog niets vergeten. Soms schoot een visje van een glimlach langs, een flard bestaan dat het nooit had gekend. Niet echt. Het raakte voorzichtig gewend, groeide in mijn vreemde kamers. Zong een liedje. Liep niet weg. Ik kreeg een kind te leen en wilde ervoor zorgen. Soms mocht ik kusjes geven als het pijn had. Meestal niet. Dan zweeg het lang, alsof het weg was. Soms vroeg het kind waar het zou blijven. Het schopte ergens tegen, gooide glazen in of maakte speelgoed stuk. Ik kreeg een kind te leen. Het zou me zoveel geven dat ik bijna omviel. En ik noemde dat: geluk.

Ester Naomi Perquin, Dichter des Vaderlands

12

Binding | december 2017


Special

Door Ilse van der Mierden

Thuis

‘Pleegouderschap is verstrekkend’

Aan het begin van het jaar markeert Dichter des Vaderlands Ester Naomi Perquin de dagen en weken waarin zij ‘in een koor van stemmen’ een extra stem wil toevoegen. De Week van de Pleegzorg was dit jaar een van de gelukkigen.

Hoe kwam je ertoe om een gedicht te schrijven voor de Week van de Pleegzorg? ‘Toen ik de Week van de Pleegzorg zag staan, gingen mijn gedachten terug naar mijn vroegste herinnering aan volwassenen-tv: de documentaire ‘Kinderen van de Hondsberg.’ Daarvan was ik diep onder de indruk. Ik zag hoe ontoereikend ouders soms kunnen zijn. Hoe ouders soms wel willen, maar niet kunnen. Ook van huis uit heb ik een sterke bewondering voor pleegouders. Veel familieleden werken in de zorg.’ Het gedicht lijkt in een paar regels alle elementen uit het pleegouderschap te vangen. Hoe heb je je zo goed kunnen inleven? ‘Het grappige is dat ik dat juist vanuit mijn eigen moederschap heb gedaan. Ik hoefde er alleen maar het woordje pleeg aan toe te voegen. Vergeet niet dat er ook veel ‘echte’ ouders zijn die er gaandeweg achter komen dat opvoeden moeilijk is. Dat het moeilijk is om je kind te accepteren. Dat het moeilijk is om te zien dat je iets te bieden hebt, wat ze helemaal niet willen hebben.

‘Soms vraagt een kind iets dat je niet te bieden hebt’

Dichter des Vaderlands Ester Naomi Perquin.

De ouders konden dat niet repareren. Dat is zo bepalend geweest voor Je krijgt een pakket afgeleverd en je moet maar kijken hoe je het aan-

hoe ik naar ouders en kinderen kijk. Soms vraagt een kind iets dat je niet

pakt. Je komt er gaandeweg achter dat je de weg niet weet. En dat je

te bieden hebt. Mijn oudste zoon van elf bijvoorbeeld luistert heel goed.

niet altijd de beste ouder bent voor dat kind. Er is een scène uit ‘Kinde-

Ik dacht dus altijd dat ik een goede ouder was. Maar mijn jongste van

ren van de Hondsberg’ die nog altijd op mijn netvlies staat. Je ziet een

drie is een driftkikker: zijn gedrag drijft me soms tot wanhoop.

meisje met een hechtingsstoornis en haar adoptieouders en het meisje

Een ouder zei eens tegen mij: vraag je je wel eens af: ‘wat vraagt hij

kan niets anders doen dan gillen, hen slaan en wegduwen.

van mij?’ Tegengas? Of niks? Of niet zo erbovenop zitten als opvoe-

Binding | december 2017

13


Special

Thuis

dende ouder? Dat een kind veel van je vraagt, betekent dat je nodig

Veel pleegouders gaven aan ontroerd te zijn door je gedicht. Wat

bent. Juist als je die rolschaats naar je hoofd krijgt. Ik vind het knap dat

doet dat met je?

er zoveel pleegouders zijn die dit kunnen.

‘Nu zou mijn antwoord moeten zijn: dat is mijn werk. Ik geef woorden aan gedachten en emoties. Maar ik moet eerlijk zeggen: het raakt

‘Mijn moeder vroeg regelmatig aan mij: ‘ben jij gelukkig?’’ Bij goed ouderschap denk ik aan ouders die echt goed kijken. Mijn moeder vroeg toen ik klein was regelmatig aan mij: ‘ben jij gelukkig?’ Ze gaf daarmee aan mij niet per definitie te kennen. Ik vraag dat nu ook wel eens aan mijn oudste. En dan zie je hem nadenken. Die vanzelfsprekendheid die ouders kunnen hebben, het idee: zo is hij, of zo is hij niet, die hebben pleegouders vaak niet en daar kunnen veel ouders nog wat van leren. Je hebt het geloof en de hoop. En de rest weet je niet. En het geluk, ik noem dat in het gedicht ‘een visje van een glimlach’, dat zit hem dan in dat moment aan het einde van de dag, dat je kind ligt te slapen, zich over durft te geven.’

‘Pleegouders redden niet één kind, ze leggen de basis voor de volgende generatie’ Om je schrijfopleiding te kunnen betalen, werkte je vijf jaar als bewaarder in de Rotterdamse gevangenis aan de Noordsingel. Heb je die ervaring kunnen gebruiken in dit gedicht? ‘Ik werkte er onder meer met jongens tussen de 18 en 21 jaar. Je wordt je daar enorm bewust van hoe bepalend en vormend de basis is: een veilig nest en ouders die er – kunnen – zijn. Ik zag daar zoveel talent en potentie. Wat had dat uitgemaakt als ze een betere basis hadden gekregen. Het is merkwaardig dat we als samenleving zevenhonderd euro per dag investeren in een gevangene, en zo weinig in pleeg- en jeugdzorg, terwijl je daar een levenslang effect mee kan realiseren. Pleegouders redden niet één kind, ze leggen de basis voor de volgende generatie. Het is verstrekkend. Pleegouders kunnen wat mij betreft dus niet genoeg gedichten naar hun hoofd gesmeten krijgen.’

14

Binding | december 2017

mij ontzettend. Als ik lees dat een pleegkind zichzelf in dit gedicht herkent en voor het eerst het perspectief van de pleegouder ziet, dan schiet ik vol. Maar ik ben ook een enorme huilebalk. Zet dat er maar bij.’ ■


Door Meie Geerlings

Column Een tweede thuis? Meie is moeder van Otto (12) en Elin (10), getrouwd met Frank en samen crisispleegouder. Dit keer vraagt ze zich af: waren wij een thuis voor al die kinderen?

Nu ik deze column schrijf is de wintertijd net ingegaan. De dagen worden korter. De gordijnen gaan ’s avonds dicht, de verwarming weer aan. Kerstmis is in zicht. Bij mij thuis deden we vroeger weinig aan kerst. Bij mijn schoonouders is dat anders. De voorbereiding voor de kerstdagen begint als de dagen korter worden en is ontroerend om te zien. Het zorgvuldig versierde huis, het knisperende haardvuur, de mooi gedekte tafel en het heerlijk klaargemaakte eten voelen als een welkom thuiskomen en zijn blijvend mooie herinneringen. Dat gevoel van thuiskomen is wat ik kinderen graag wilde bieden toen ik voor het eerst pleegzorg opperde in ons gezin. Inmiddels zijn we zes jaar verder en hebben we als gezin zeker twintig kinderen opgevangen. Alle kinderen die bij ons hebben gewoond, of dat nou voor een weekend was of juist voor langer, hebben een plekje in ons hart. Allemaal herinneren we ons mooie dingen. Het voelde heel speciaal om samen met onze puberpleegzoon en zijn

Zo ontzettend trots zijn we op onze pleegzoon die bij ons kwam na op

moeder de ramadan te mogen beleven en samen te proberen deze be-

het randje van leven en dood te hebben gebalanceerd. Die met heel

langrijke periode voor hen zo gewoon mogelijk te maken.

kleine stapjes uit dat hele diepe dal kroop, opnieuw leerde eten en weer

‘Deze kinderen wilden niet bij ons zijn’

in zichzelf begon te geloven. Tijd om de balans op te maken. We hebben met al deze kinderen samen

Bijzonder was ook de tijd met onze pleegzoon van vier uit Sri Lanka,

zoveel meegemaakt en alle kinderen waren anders, maar waren we voor

die bij ons kwam tijdens Sint Maarten. Vol verbazing genoot hij van alle

hen ook een thuis? Deze kinderen wilden niet bij ons zijn. Ze wilden

feesten. Zijn eerste Nederlandse woord was ‘pepernoot’, en wat was hij

terug naar huis ongeacht de problematiek en zonder uitzondering. Ze

teleurgesteld toen het januari werd en de dagen weer gewoon werden.

waren boos, verdrietig, teleurgesteld en soms zelfs emotieloos.

Het was ongelooflijk hoe snel hij de Nederlandse taal machtig was en vrolijk meebabbelde aan tafel.

Wij waren niet hun thuis. Zij hadden een eigen thuis. Maar samen met hen hebben we wel nieuwe mooie herinneringen kunnen maken, nieu-

Het was prachtig om de vader van onze Peruaanse pleegzoon te zien.

we ervaringen beleefd, ogen weer zien twinkelen en trots zien groeien.

Altijd ging hij trouw mee naar de gesprekken op school en tijdens de win-

De veiligheid, het vertrouwen en het gevoel dat daarbij hoort is iets wat

teravonden dronk hij graag nog een koffie mee. Alles wat in zijn macht

ik graag een thuis noem. Maken deze mooie herinneringen een tweede

lag wilde hij doen om toch een vader voor zijn zoon te kunnen zijn.

thuis? Ik hoop het wel.

Binding | december 2017

15


Special

Door Ilse van der Mierden

Thuis

‘Wat nu als iemand het er niet mee eens is?’

De eerste reacties toen Bram (19) op zijn zestiende vertelde dat hij zich een meisje voelde, waren zo hartverwarmend, dat het hem een euforisch gevoel gaf. Maar op het moment dat hij het zijn ouders vertelde maakte de euforie plaats voor terughoudendheid en angst. Bij Jans (63) en Willem (59) kruipt Bram langzaam uit zijn schulp.

Bram: ‘Het thuisgevoel is abstract geworden na die periode van continu verhuizen.’

‘De eerste keer dat ik uit de kast kwam,

anders voelde. Rond die tijd was de docu-

Op een dag fietste ik terug naar school van

voelde alsof ik voor het eerst kon ademen.

mentaire van Valentijn de Hingh (model en

mijn dyslexiebijles, en ineens dacht ik: ik

Als kind dacht ik eerst dat iedereen zich zo

transvrouw, red.) op tv. En ik herinner me

geloof dat dit het is! Het eerste dat door

voelde als ik. Maar vanaf groep zes ontstaat

ook een aflevering van de Taarten van Abel,

mijn hoofd schoot was – ik moest in die tijd

die splitsing tussen jongens en meisjes en

waarin een meisje vertelde dat ze transgen-

vanwege mijn dyslexie heel veel zinnetjes

toen wist ik ineens niet bij welke groep ik

der was. Het was een opeenstapeling van dit

oefenen – ‘Oh nee, als ik nu nog meer anders

hoorde. Ik voelde me in het midden gelaten.

soort kleine gebeurtenissen die mij aan het

ben, dan moet ik nog meer zinnetjes

Dat was het allereerste moment dat ik me

denken zetten.

oefenen.’

16

Binding | december 2017


De puberteit was de periode van ‘misschien is

Wel maakte ze een afspraak met de huisarts

Een ruzie met mijn broertje was de druppel.

het morgen weer over.’ Dan kwam het gevoel

en de VU (Vrije Universiteit, afdeling gender-

De ruzie ging nergens over, maar ik zag toen

op, drukte ik het weg, en dan leek het ook

dysforie red.). Maar ik voelde dat mijn ouders

letterlijk geen toekomst meer voor me. Ik heb

even weg. En zo kwam ik de dagen door. Er

dachten dat het iets was dat overging, dat ze

aan de praktijkondersteuner verteld en aange-

waren destijds genoeg tv-programma’s over

misschien zelfs hoopten dat ik tijdens de ge-

geven dat ik me thuis onveilig voelde. Na drie

homo’s en lesbiennes die uit de kast kwamen,

sprekken afgewezen zou worden.

korte opvangen op groepen, in een pleeggezin

maar daar identificeerde ik me niet mee. En het besef dat ik zou kunnen en mogen transformeren, dat had ik niet. Toen ik liefdesgevoelens ging ontwikkelen voor

‘Eens had ik de illusie dat ik gewoon het roer kon omgooien’

in Haarlem en in Purmerend, kon ik bij Jans en Willem terecht. Daar woon ik nu bijna een jaar.

Babystapjes Het thuisgevoel is abstract geworden na die pe-

jongens, viel alles op zijn plek. Ik ging mezelf

Van een reeks aan goede ervaringen ging ik

riode van continu verhuizen. Ken je dat gevoel

meer accepteren. Het duurde nog een half jaar

dus naar een behoorlijk slechte ervaring, en

als je terugkomt van vakantie en dan weer in

voordat ik het aan een vriendin durfde te ver-

dan ook nog eens met mijn ouders, juist de-

je bed gaat liggen, dat je weer thuis bent? Dat

tellen. En daarna vertelde ik het mijn nichtje.

genen waar je altijd op terug denkt te kunnen

gevoel heb ik hier niet. Maar het is hier wel een

Aan andere vriendinnen. Mijn mentor. Leraren.

vallen. Toen kreeg ik het besef: wat als iemand

veilige plek om me te kunnen ontwikkelen.

En iedere keer dat ik het aan iemand vertelde,

anders ook zo reageert? Na zoveel positieve re-

Ik heb meer zelfkennis. Ik weet beter wie ik

voelde ik weer die euforie. Ik kreeg het gevoel

acties was dat voor mij geen onderdeel meer

ben en waar ik naartoe wil. Al denk ik nauwe-

dat het vanaf nu alleen nog maar beter kon

van de scenario’s. Die ervaring heeft me terug

lijks vooruit. Ik maak babystapjes. Want anders

worden. En toen kwam ik uit bij mijn ouders.

de kast in geschrokken en het duurde tweeën-

wordt het te groot. En het is al heel groot. Zo-

half jaar voordat ik daar weer voorzichtig uit

als de angst voor het over straat lopen als het

Terug de kast in

durfde te komen. Ik trok me terug in mezelf.

eenmaal zover is, die angst die gaat komen,

Mijn pogingen tot gesprekken werden afge-

Thuis en op school. Nu denk ik: dat had ik niet

daar ben ik nu al bang voor. Wat nu als iemand

wezen. Op de laatste schooldag van het jaar

moeten doen, het was niet nodig. Ik had zo-

het er niet mee eens is? Zoiets eindigt vaak in

vond mijn moeder make-up die ik verstopt had

veel mensen waar ik wel terecht kon, maar ik

verbaal of fysiek geweld, en wat doe je dan?

op mijn kamer. Ze werd daar heel boos over.

zag dat niet meer. De angst was te groot.

Gewoon

‘Nu Bram er is, is er weer een reden om thuis te zijn’

Eens had ik de illusie dat ik gewoon het roer kon omgooien, zo hup, en nu doen we het anders. Maar zo werkt het niet. Transgenders zijn

Pleegmoeder Jans: ‘Hier mag Bram twijfelen. Hij hoeft hier niets zeker te weten. Het enige wat wij doen, is aandacht hebben voor de groei die hij wil doormaken. We kenden Bram van zien, zijn ouders wonen verderop. Toen zijn ouders vroegen of hij hier mocht komen wonen, zei Willem: ‘We kunnen er alleen achter komen of het werkt, als we het proberen’. Dus ruimde hij zijn kantoortje op en dat werd Brams kamer. We zitten hier dicht op elkaar, maar het gaat heel goed.

van de LHBT (lesbische vrouwen, homo­seksuele mannen, biseksuele personen en transgenders, red.) de minst geaccepteerde groep. Er is veel discriminatie en fysiek geweld. Het is toch iets dat je liever geheim wil houden, omdat je als normaal door het leven wil gaan. Dat is ook het hele idee. Je bent transgender tot na de

Ons thuis veranderde door de komst van Bram. We hadden een druk leven. Mijn dochter was al een tijd het huis uit. Willem geeft net als ik les, vaart daarnaast in de luxe salonbootjes door de stad en maakt websites. Wij deden al moeite om elkaar eens in de week te zien. Nu Bram er is, is er weer een reden om thuis te zijn. Ik heb niet het gevoel dat ik een pleegouder ben en een pleegkind hebt. Het voelt als een derde huisgenoot.’

transitie, en daarna ben je gewoon. Dan ben je waar je wezen wil.’ ■ De namen van Bram, Jans en Willem zijn vanwege privacy gefingeerd.

Binding | december 2017

17


column

Coraline is onze vaste columniste. Ze is 14 jaar en woont bij haar oma.

een instrument komt. Een bekend en bewezen instrument. Ikzelf zie het iets breder. Dat komt ook omdat ik veel verschillende muziekstijlen ken en gewaardeerd heb. Dus om even terug te komen op ‘muziek maak je niet per ongeluk’, als ik een paar keer met een hamer op de grond sla, het opneem en zeg dat het muziek is, is het ook opeens muziek. Aan de waarnemer dan de taak om te oordelen of het goede muziek is. En wat is dan goede muziek? Je snapt me al… hoop ik… Nu weer terug naar wat muziek is. Ik heb een tijd geleden een discussie gevoerd met een klasgenoot over muziek. Ik als liefhebber van alle soorten muziek was het er helemaal mee eens dat bespelers van instrumenten muzikanten zijn. Mensen die muziek maken en daarvoor respect verdienen omdat zij het leven van anderen daarmee - als het ‘goede’ muziek is - wat dragelijker maken. Ik ben van mening dat de mensen die achter draaitafels staan ook muzikanten zijn.

Muziek

Het meisje in kwestie ging hierin niet met mij mee. Haar argument was

Tja, wat is muziek eigenlijk? Een opvolging van tonen van bepaalde

maar dat kon ik toch echt niet verkroppen. Ik had haar kunnen uitleggen

hoogte, duur en volume in een vastgesteld ritme of patroon, soms

dat dj’s ook nieuwe geluiden produceren met hun eigen instrumenten.

onder begeleiding van vocals? Als je de definitie erop na wilt slaan zul je

Denk aan laptops en synthesizers die niet meer weg te denken zijn uit de

erachter komen dat die er helemaal niet is. Want, wat is dan nu muziek?

muziek. Ik koos daar niet voor. Mijn aanpak was anders. Ik vertelde haar

dat dj’s geen instrument bespelen. Zij ‘stelen’ muziek, worden groot met de creaties van anderen en verdienden daarom geen respect. Ik was onmiddellijk en direct klaar met het best leuke meisje. Nobody’s perfect,

dat ze niet op haar plek zat en ze zeker als muzikant nooit succesvol zou Wat voor mij als muziek in de oren klinkt, is bij een ander misschien wel lawaai voor het leven. Het is zo’n lekker ontastbaar begrip. Daarom dat ik toch even de tijd neem om er eens over te filosoferen.

kunnen worden. En ik vertelde haar ook waarom.

‘Muziek maak je niet per ongeluk’

Op de eerste plaats is er een verwarrend, maar op zich logisch argument

‘Muzikanten en artiesten worden getekend door creativiteit’, vervolgde

dat als volgt luidt: muziek maak je niet per ongeluk. Bijvoorbeeld: ik sla

ik mijn verhaal. ‘En als je denkt dat je alleen muziek kunt maken met

met een hamer een aantal spijkers in het hout. No big deal. Aangenomen

een aantal klassieke instrumenten dan ben je niet helemaal wakker.

kan worden dat ik een bouwvakker of timmerman ben en hopelijk

Het is maar goed dat niet iedereen zo denkt. Anders hadden we heel

gehoorbescherming draag. Wat nu als ik in plaats van de hamer een

veel prachtige instrumenten vandaag de dag niet gehad.’ Ze was het

paar houten stokjes neem en in plaats van de spijker een trommel? Dan

daarin dan wel met mij eens, maar bleef bij haar standpunt dat dj’s geen

is het opeens muziek, omdat de geluiden uit een instrument komen.

muzikanten zijn. Ik probeerde nog aan te tonen dat ze daarmee niet echt consequent was, maar het mocht allemaal niet baten… Wat vind

Er zijn mensen die iets pas als muziek kunnen beschouwen als het uit

18

Binding | december 2017

jij? Wanneer ben je een muzikant?


Special

Thuis Door Robin van den Pol

Hoe maak je een thuis? Een thuis creëren voor een kind dat niet thuis woont. Hoe doe je dat? Drie pleegouders geven tips.

DENNIS (44) LANGDURIGE PLEEGZORG ‘Geef het kind een eigen plek in huis, als het kan een eigen kamer. Hier kan het kind zich terugtrekken en zichzelf zijn.’

‘Laat het van het kind afhangen wanneer het behoefte heeft aan contact.’

‘Je kunt een stabiele, veilige basis creëren door alles te benoemen wat je doet: ‘Ik ga even wat pakken uit de keuken en dan kom ik weer terug.’ Dat geeft een gevoel van vertrouwen.’

‘Zorg voor rust, regelmaat en voorspelbaarheid in de dagelijkse dingen.’

IRMA (51) CRISISPLEEGZORG ‘Heb geen verwachtingen. Het loopt altijd anders dan dat je vooraf gedacht had.’ ‘Laat het kind lopen in zijn of haar eigen kleren en laat de meegebrachte spullen van het kind intact, ook al zijn ze vies. Daar zit veel geur en gevoel van thuis bij, dat de kinderen graag dichtbij zich houden.’

‘Focus je niet te veel op het kind, ga ook door met de normale taken die je dagelijks doet, zoals de vaatwasser uitruimen. Dit geeft het kind de ruimte om even onbespied rond te lopen en op zijn of haar gemak te komen.’ ‘Ik laat het kind altijd de eerste paar dagen zelf kiezen wat het ’s avonds graag op tafel wil.’

MARTINE (55) NDE PLEEGZORG CRISISPLEEGZORG EN KORTDURE ‘Alle kinderen hebben een eigen bak met speelgoed in de woonkamer staan. Die bak is van jou! Dit geeft het gevoel van erbij horen, iedereen is hetzelfde.’ ‘Regels en structuur zijn erg belangrijk. Bij ons krijgt het kind een vast plek aan tafel, een vaste beker, een eigen kledingkast en kamer. Zo ontstaat er ook geen verwarring en is er zekerheid: wat van jou is, is van jou!’

‘Laat het nieuwe kind invoegen in de structuur die er al is. Dat geeft hen een gevoel van veiligheid.’ ‘Betrek je andere pleegkinderen of eigen kinderen. Kinderen maken makkelijker contact met andere kinderen rond hun eigen leeftijd. Het geeft het kind het gevoel dat het niet alleen is.’

Binding | december 2017

19


Special

Ingezonden berichten NAMENS DE PLEEGOUDERRAAD spirit.nl/pleegouderraad

Thuis

Thuis volgens de pleegouderraad spirit.nl/pleegouderraad Alle leden van de Por bieden een plek in hun

Deze ervaringen, maar ook die van andere

vraaggericht en niet aanbodgericht, betrek

huis en leven aan kinderen die permanent of

pleegouders, die ons mailen, uit ons netwerk

pleegouders bij beslissingen en leg ze uit, in-

tijdelijk pleegzorg nodig hebben. Onder meer

of die we bij bijeenkomsten ontmoeten, le-

ventariseer of andere hulp nodig is en bewaak

de ‘pleeg-oma’ die samen met haar man al

veren thema’s op die we aankaarten bij be-

en ondersteun dit. En organiseer dat (pleeg)

meer dan 15 jonge kinderen in een crisissitu-

stuurders of gemeente. Voorafgaand toetsen

ouders en kinderen laagdrempelig kunnen

atie heeft opgevangen. Maar ook de alleen-

we bij hulpverleners: is dit uitzonderlijk, hoe

aankaarten wat zij anders zouden willen zien.

staande pleegvader bij wie ‘pleegpubers’ zijn

ervaren jullie de samenwerking met en infor-

Eigenlijk veranderen die thema’s niet zo veel:

de

matievoorziening vanuit andere organisaties,

bezuinigingen, reorganisaties en de cultuur-

pleegvader die samen

inwonen,

hoe is jullie ervaring met het regelen van (an-

omslag die het vergt spelen ongetwijfeld mee.

met zijn vrouw kinderen

dere) zorg?

Wij doen het, omdat het naar voren brengen

van alle leeftijden tijdens crises

als

van het perspectief van pleegouders en kin-

permanent

Iets aankaarten doen we in beginsel alleen als

deren nuttig en noodzakelijk is. En omdat we

opvangt en weekend-

we denken dat het overstijgend is of iets zegt

vinden dat het steeds moet gaan om het bes-

pleegouders... het levert

over hoe de zorg of begeleiding georgani-

te en stabielste thuis dat geboden kan wor-

veel ervaringen op.

seerd is. We doen tevens aanbevelingen: werk

den en een goede basis voor de toekomst.

Thuis is waar je eet

En als je oud genoeg of juist te oud bent?

is waar je bed staat

Is thuis dan je eigen zorg?

is waar er voor je wordt gezorgd

Weet je dan ineens hoe je van een huis thuis kunt maken?

is waar je groeit

Is thuis dan ‘helpers weg’, zoek het maar uit?

is waar je veilig bent

En op de valreep nog een spoedtraining ‘over geld, school en seks’?

is waar je avontuur begint Thuis is thuis, tot thuis thuis niet meer is.

Die harde knip tussen ‘zorg’ en ‘doe het zelf’, 18+, staat hoog op de agenda’s. Doorpakken, bestuurders, inkopers, zorgverleners, (pleeg)ouders en 18+’ers!

Dan klinken er alarmbellen,

Regel de zachte overgang, niet lullen maar poetsen!

wordt er een thuis voor je gezocht. Vaak tijdelijk, bij vreemden thuis. Of een thuis dat een tehuis blijkt, in de hoop dat je daar thuis bent

20

Binding | december 2017

Hoor ik nou in de verte Marco Borsato’s nieuwe album ‘thuis’?

Door Sander Hartog

Door Alexandra van Ouwerkerk

komen


Special

column

Door Frank Bouma

Thuis

Frank en Myrna wonen met pleegzonen Abby (11) en Calvin (8) in het centrum van Amsterdam. Dit keer schrijft Frank over hoe pleegzoon Abby – eerst wars van sporten in In het begin kostte het wat toch moeitethuis om Abby zover te krijgen. clubverband - zich ging voelen in ‘Maar waarom niet, Abby?‘ ‘Nou, dan zijn er jongens die er beter in zijn dan ik, zijn hockeyteam.

Een zet in de goede richting

en dat wil ik niet.’ Dit was precies de reden dat we Abby toen hij een jaar of acht was voorzichtig de richting op manoeuvreerden om voor een teamsport te kiezen. Toch ging Abby op turnen, en dat was het helemaal voor hem. Hij heeft de geschikte fysiek en vond het vooral zelf leuk. Abby heeft met turnen veel geleerd over zijn mogelijkheden om zijn lichaam in alle bochten te wringen. Niet voor niets hangt er in de woonkamer een paar ringen waar Abby nog steeds niet uit kan blijven. Een aantal keren per dag moet er even geslingerd worden of klimt hij erin voor de ideale houding om een Donald Duck te lezen. Volleybal, voetbal, allemaal hartstikke leuk, maar om dat in clubverband te doen, dat boeide hem niet. De onderliggende lading was dat hij bang was voor te competitieve teamgenootjes of de start in een ‘vreemd’ team.

‘Abby voelt zich thuis in een fijn team’ Twee jaar geleden kon hij naar hockeytraining op een korfbalveldje bij ons in de buurt. Sportacademiestudenten geven daar op woensdagmiddag training aan kinderen uit de buurt. Hockeyplezier, en dat was het. Op een laagdrempelige manier maakte Abby kennis met hockeyen, maar belangrijker: met een teamsport. En het beviel hem. Na de afgelopen zomervakantie werd Abby ingeloot voor de hockeyclub in de buurt. Geen overleg, dus ook geen bezwaren. Gewoon doen. Abby werd toevallig geplaatst in een team met vriendjes - een klasgenootje en een oude bekende - en hij had al zijn bezwaren en weerstand overwonnen, blijkbaar. Inmiddels wordt het seizoen bijna afgesloten voor de winterstop en ‘s zaterdags spelen de jongens in lange broek en met handschoenen, maar dat maakt niet uit. Abby is een factor van belang in zijn team en speelt met een bevlogenheid die respect afdwingt. En voelt zich thuis in een fijn team op een fijne club, alsof hij nooit anders wilde.

Binding | december 2017

21


Wij zoeken pleegouders! Angel (5)

LANGDURIGE PLEEGZORG

SPECIALISTISCHE PLEEGZORG* Dylan (9) en Danny (11) … zijn broertjes. We zoeken voor hen met spoed een (specialistisch) pleeggezin waar zij in eerste instantie volledig en later voor een deel van de week kunnen wonen. Dylan en Danny zijn sportieve jongens met veel vriendjes. Ze spelen veel en zijn graag buiten. De kinderen maken zich zorgen om hun moeder en met name Danny heeft een volwassen rol hierin aangenomen.

…houdt van buiten spelen, zwemmen, tekenen, muziek en filmpjes kijken op de computer. Ze is ondernemend, open en

De broertjes hebben een sterke band. Ze woonden al eerder sa-

vriendelijk. Ze heeft veel meegemaakt en daardoor niet veel

men bij twee verschillende pleeggezinnen, soms volledig en soms

vertrouwen in de mensen om haar heen. Hierdoor wil ze graag

voor de weekenden. Hun moeder kan ieder moment voor een

de controle houden over alles, en kan haar gedrag dwingend zijn.

aantal weken worden opgenomen. Bij voorkeur komt er daarna

Angels moeder is overleden en haar vader kan niet voor haar

een gezinsopname bij de Bascule. Mocht hun moeder weer thuis

zorgen. Op dit moment verblijft Angel bij twee opvoedouders. Ze

gaan wonen, dan is het de bedoeling dat de kinderen voor een

heeft hier veel geleerd en ontwikkelt zich goed. Er is professionele

deel bij het pleeggezin blijven wonen en voor een deel naar hun

hulp voor de ondersteuning van zowel de opvoedouders als

moeder gaan. Ook pleeggezinnen die een van de kinderen willen

Angel zelf. Deze ondersteuning kan voortgezet worden zolang

opvangen worden uitgenodigd om te reageren.

als nodig. Voor Angel zoeken wij een pleeggezin waar zij kan opgroeien, zonder jonge kinderen en met pleegouders die goed kunnen om-

Mandy (15)

gaan met afstand en nabijheid. Angel heeft regelmatig contact met haar vader en halfbroer.

SPECIALISTISCHE PLEEGZORG*

Mandy (15) heeft al op veel verschillende plekken gewoond. Ze wil laten zien dat ze sterk is, op niemand rekent en niemand nodig heeft. Mandy zegt dat ze weinig gevoelens heeft bij alles wat ze heeft meegemaakt. Ze heeft regelmatig stemmingswisselingen, van heel uitgelaten tot extreem somber. Mandy: ‘Na alles wat er is gebeurd heb ik mijn gevoelens achter me gelaten.’ Ze heeft iemand nodig die er voor haar is, die naast haar staat, haar kan helpen de juiste keuzes te maken en haar kan motiveren voor therapie. We zoeken pleegouders die een neutrale houding aannemen tot haar wisselende stemmingen en gedrag en Mandy positieve aandacht geven.

* Voor Mandy, en een aantal andere kinderen, zoeken we specialistische pleegouders. Als specialistische pleegouder vangt u voor circa 6 maanden (met kans op verlenging) een jongere tussen de 10 tot 18 jaar op die kampt met stemmingsproblemen, meestal bijzonder onderwijs volgt, niet weerbaar is en traumatische ervaringen heeft opgedaan. Gezien de heftige gedragsproblematiek van deze jongeren treedt één van de pleegouders voor 18 uur per week tijdelijk in dienst bij Spirit in de functie van gezinshuisouder.

22

Binding | december 2017


Diane (16) en Esmee (11)

LANGDURIGE PLEEGZORG

WEEKENDGEZIN

Abdel (7)

… woont met zijn twee zusjes bij hun moeder. Zijn vader is niet …zijn twee zusjes. Diana is een lief en rustig meisje. Ze kan bot

betrokken bij de opvoeding. Abdel is grappig en temperament-

zijn, maar is nooit gemeen. Ze reageert goed als ze wordt aange-

vol. Als hij goed in zijn vel zit, is hij lief en behulpzaam. Hij houdt

sproken op bepaald gedrag. Ze kijkt graag tv op haar kamer en

van paardrijden en spelletjes spelen. Als hij zijn zin niet krijgt,

vindt het leuk om te helpen met koken en bakken. Ze maakt zich

wordt hij snel boos en zoekt grenzen op. Abdel is intelligent,

zorgen om haar zusje Esmee.

maar gaat vanwege zijn gedrag naar speciaal onderwijs. Hij is ge-

Esmee is gek op auto’s, buitenspelen en knutselen. Ze is een lief

neigd om mee te gaan in negatief gedrag van anderen.

meisje dat goed haar grenzen aangeeft. Ze speelt graag met jon-

Voor Abdel zoeken we een stevig weekendpleeggezin dat hem

gere kinderen en dieren. Ze lijkt afspraken en regels te vergeten

veiligheid, structuur en duidelijkheid kan bieden.

en heeft herhaling nodig. Diane en Esmee hebben nog geen zwemdiploma. Ze zijn dol op kun ouders en dat is wederzijds. Tijdens bezoeken wordt er veel geknuffeld en grapjes gemaakt. Diane en Esmee verblijven nu bij een crisispleeggezin, maar kunnen hier helaas niet blijven. Ze hebben een pleeggezin nodig waar zij voorlopig samen kunnen wonen.

Dyan (7) en Jesse (5)

LANGDURIGE PLEEGZORG

OOK GEZOCHT! • Pleeggezinnen die ruimte hebben om voor langere tijd voor een jong kind tussen de nul en vier jaar oud te zorgen. • Pleeggezinnen die het leuk vinden om in de weekenden een puber (12+) aan de keukentafel te hebben.

… zijn zus en broertje. Dyan en Jesse doen het goed op school en hebben vriendjes en vriendinnetjes. Dyan houdt van tv kijken en beiden spelen ze graag met auto’s. Ze zijn dol op hun moeder, de relatie tussen hen drieën is liefdevol. Door omstandigheden kan hun moeder niet voor hen zorgen. Dyan en Jesse hebben al heel wat meegemaakt en maken zich zorgen om hun moeder. Op dit moment verblijven zij in hun netwerk, maar hier kunnen zij niet blijven. Dyan kan nachtmerries hebben. Beide kinderen zijn verdrietig om de situatie en hebben concentratieproblemen op school. Om dit te verwerken hebben zij hulp nodig, die pas ingezet kan worden als zij een stabiele plek hebben. Voor Dyan en Jesse zoeken we daarom met spoed een pleeggezin dat hen beiden wil opvangen, in ieder geval voor een jaar of anderhalf, maar mogelijk langer.

De kinderen op de foto’s zijn modellen en de namen zijn gefingeerd.

Heeft u ruimte in uw hart en huis voor deze kinderen? Kijk op spirit.nl/pleegoudersgezocht, mail pleegzorg@spirit.nl of bel het Servicepunt Pleegzorg en Verblijf op 020 – 540 04 40.

Binding | december 2017

23


Vroeger & nu Léon (21) ‘Thuis’ bij Ineke

Léon woont vanaf zijn 14e bij ‘zijn’ Driehuisouder Ineke Vis, samen met Isaiah (16) en Jip (17). In 2014 is hij geïnterviewd voor een andere uitgave van Spirit. We vroegen hem te reageren op een aantal uitspraken van toen. ‘Ik vind het heel fijn bij Ineke, ik hoop dat ik hier nog lang mag blijven.’ ‘Dat voel ik nog steeds zo. Dit was de eerste plek waarbij me verteld werd dat ik mocht blijven en dat voelde ik ook vanaf het begin. Zekerheid en stabiliteit zijn heel belangrijk voor me.’ ‘Ik was al best mellow toen ik hier kwam… alleen niet over bedtijden enzo.’ ‘Ik denk dat ik nu meer mijn verantwoordelijkheid neem.’ ‘Ik wil niet naar school of werken’ ‘Ik ben niet meer anti-school maar ik heb nog steeds niets met het halen van een diploma. ‘Social skills’, contacten met leeftijdsgenoten en kunnen reflecteren vind ik belangrijker. Mijn mbo-2 diploma heb ik gehaald, nu zit ik in het tweede jaar van mbo-3 richting mode/

2014

2017

Het gele shirt heeft Léon zelf ontworpen en gemaakt.

maatkleding. Hierna ga ik mbo-4 kledingdesign doen. Mode is altijd belangrijk voor me geweest. Ik heb ook heel veel met Ineke achter de naaimachine gezeten.’ ‘Ik ben een vage combi van alles.’ ‘Ik vind het gewoon bullshit hoe de maatschappij werkt.’

‘Nog steeds houd ik van combineren. Ik heb attributen die ‘mainstream’

‘Rijke mensen beseffen niet dat ze voor heel veel dingen afhankelijk zijn

mensen haten en attributen die alternatieve mensen haten. Laatst had ik

van mensen met een lager inkomen of lager IQ, die bepaald werk doen

bijvoorbeeld een Gucci-riem gekocht. Dat vindt de mainstream natuurlijk

waar zij geen zin in hebben. Maar hé, zonder een bakker heb jij geen

mooi en geweldig, mijn alternatieve vrienden zijn daar gewoon tegen.

brood.’

Ik draag het allemaal. Ik heb ook een Adidasjurk en lak mijn nagels, dat is juist mijn ding, ‘fuck you’ ik kies gewoon wat ik mooi vind.’

‘Misschien dat ik wel iets met kunst wil doen, maar ik hou vooral van muziek.’

‘Over anderhalf jaar heb ik vast ook zo’n gat van 40mm in

‘Muziek is nog steeds heel belangrijk voor me, Korn vind ik bijvoorbeeld

mijn oor. Misschien wel lastig als ik dan werk moet vinden.’

‘amazing’. Ik ben veel met muziek bezig. Ik heb een microfoon gekocht,

‘Bij 24mm ben ik gestopt, ik vond het wel mooi zo. Voor de banen

schrijf lyrics, en ik werk met anderen samen. Tekenen doe ik elke dag,

die ik zou willen, is het misschien juist wel een extra. Ik zit liever

‘art is my life’.’

financieel krap dan dat ik er niet uit mag zien zoals ik er uit wil zien.’


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.