Gezondheidszorg en gezondheidsbeleid: beter met patientenparticipatie

Page 1

Gezondheidszorg en gezondheidsbeleid: beter mĂŠt patiĂŤntenparticipatie


Meer over het initiatief ‘Patiëntenparticipatie’ is terug te vinden in deze twee publicaties :

Patiënten als partners in gezondheidszorgbeleid – Meerstemmigheid in participatie (2008) Onderzoek naar het actueel debat over patiëntenparticipatie in België en overzicht van concrete voorstellen ter verbetering van patiëntenparticipatie in gezondheidszorgbeleid. Patiënten als partners in gezondheidszorgbeleid Meerstemmigheid in participatie

14/02/08 10:51:37

Patiëntenparticipatie in het gezondheidszorgbeleid (2007) Theoretische omkadering en korte schets van internationale en Belgische ervaringen en benaderingen inzake patiëntenparticipatie.

Patiëntenparticipatie in het gezondheidszorgbeleid Een literatuuroverzicht en verkenning van internationale en Belgische initiatieven

Patiëntenpar ticipatie in het gezondheidszor gbeleid | 1

NL_Participatie.indd 1

28/09/07 9:56:06

Koning Boudewijnstichting Samen werken aan een betere samenleving www.kbs-frb.be De Koning Boudewijnstichting steunt projecten en burgers die zich engageren voor een betere samenleving. We willen op een duurzame manier bijdragen tot meer rechtvaardigheid, democratie en respect voor diversiteit. De Koning Boudewijnstichting is onafhankelijk en pluralistisch. Ze werd opgericht in 1976 toen Koning Boudewijn 25 jaar koning was.


Gezondheidszorg en gezondheidsbeleid: beter mĂŠt patiĂŤntenparticipatie


Gezondheidszorg en gezondheidsbeleid: beter mét patiëntenparticipatie Een uitgave van de Koning Boudewijnstichting Brederodestraat 21 te 1000 Brussel Cette publication existe également en français sous le titre : Soins de santé et politique de santé: avec la participation du patient, c’est mieux. Eindredactie Guy Tegenbos, journalist De Standaard

Coördinatie Koning Boudewijnstichting Gerrit Rauws, directeur Tinne Vandensande, projectverantwoordelijke Hervé Lisoir, projectverantwoordelijke Els Heyde, assistente

Vormgeving : Kaligram Druk : Adam-Demortier

Deze uitgave kan gratis worden gedownload van onze website www.kbs-frb.be

Wettelijk depot : D/2893/2008/12 ISBN-13 : 978-90-5130-615-6 EAN : 9789051306156 NUR : 890

Juni 2008 Met de steun van de Nationale Loterij

2 | Gezondheidszorg en gezondheidsbeleid: beter mét patiëntenpar ticipatie


Voorwoord

De Koning Boudewijnstichting heeft gepeild naar de mogelijkheden om de patiëntenparticipatie te versterken. Ze doet dit in het kader van haar werkthema gezondheid. In een eerste publicatie heeft de Stichting de theoretische mogelijkheden geschetst alsook de realisaties in eigen land en in een reeks andere landen. Meer recent werd ingegaan op de meningen die leven bij diverse stakeholders over die participatie, en over de wegen die kunnen leiden tot een versterking daarvan. De stakeholders namen daaraan enthousiast deel. Er is, zo blijkt, vrijwel unanimiteit over de wenselijkheid de participatie te versterken. De argumenten zijn onder één noemer te vatten : participatie van de patiënt maakt de gezondheidszorg beter. Dat geldt voor de zorgverlening zelf, maar ook voor het beleid, op alle niveaus : dat van de zorginstelling, het lokale beleidsniveau, dat van gemeenschappen en gewesten, en het federale beleidsniveau. Over de vraag via welke wegen dat te bereiken is, leeft een grote verscheidenheid aan meningen. Toch zijn ook daarin gemeenschappelijke patronen te onderkennen. Deze nota schetst de basiselementen, en de eerste aanzetten van een concretisering daarvan. Ze schetst ook wat de Koning Boudewijnstichting kan aanbieden om de keuze voor meer participatie verder te faciliteren. Deze nota is bestemd voor de beleidsvoerders en –voorbereiders op lokaal niveau, op het niveau van gemeenschappen en gewesten en op het federale niveau. Maar evenzeer voor alle stakeholders van het gezondheidssysteem : zowel degenen die al directe participatiemogelijkheden hebben, zoals de woordvoerders van de diverse zorgverlenende beroepen en instellingen, en de ziekenfondsen, als degenen die dit nog niet echt hebben : de patiëntenorganisaties, en de consumenten- en burgerorganisaties die zich betrokken voelen bij de gezondheidszorg.

Gezondheidszorg en gezondheidsbeleid: beter mét patiëntenpar ticipatie | 3


G e z o n d h e i d s z o r g e n ge z o n d h e i d s be l e i d :

be t e r m e t p a t i ë n t e n p a r t i c i p a t i e

Gezondheidszorg is beter als de patiënt in de besluitvorming betrokken wordt, als hij participeert : als wat er gebeurt met hem, ook mee zijn eigen keuze is. Dat weet elke zorgverlener. En dat is, sinds de patiëntenrechtenwet, meer dan ooit het vertrekpunt van elke zorgverlening : de ‘informed consent’. Dat vergt inspanning van de zorgverlener, luisterbereidheid en overredingskracht, maar dat rendeert : dat verhoogt onder meer de therapietrouw en het effect van de behandeling. En dat geldt, mutatis mutandis, ook op het niveau van de zorgorganisatie en het gezondheidsbeleid : op micro-, meso- en macro-niveau. In de Westerse landen werden afgelopen jaren stappen gedaan om die participatie echt in te bouwen in de zorg. En ook in het beleid. De Wereldgezondheidsorganisatie en de Europese Unie bepleiten dat. En ze doen dat ook zelf in hun eigen beleid. De EU heeft bijvoorbeeld een Health Policy Forum met woordvoerders van een vijftigtal ngo’s waaronder patiëntenverenigingen, professionele organisaties van gezondheidswerkers, vakbonden, verstrekkers van gezondheidsdiensten, ziekteverzekeraars en de industrie. De positieve en negatieve ervaringen die onder meer het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Nederland afgelopen decennia al opdeden, kunnen inspirerend zijn voor ons land. In België en in zijn gemeenschappen en gewesten zijn de jongste jaren ook verspreide beleidsinitiatieven tot stand gekomen. Bijna twee decennia geleden al kwam de Ziekenfondswet (1990) tot stand die deze organisaties verplicht om hun leden te betrekken bij de verkiezing van de bestuurders van de regionale ziekenfondsbesturen. Meer recent zijn er federale en gemeenschaps- en gewestsubsidies aan de twee koepels van patiëntenverenigingen, Ligue des Usagers des Services de Santé (LUSS) en Vlaams Patiëntenplatform (VPP) toegekend. Die twee patiëntenorganisaties hebben vertegenwoordigers in de Federale Commissie voor de Rechten van de Patiënt en in de Commissie Standaarden inzake Telematica. In het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en in het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten zitten geen vertegenwoordigers van de patiëntenorganisaties maar wel van de consumentenorganisaties. De Vlaamse Vereniging voor Geestelijke Gezondheid besteedt sinds haar oprichting ruime aandacht aan patiëntenvertegenwoordiging en betrekt vertegenwoordigers van patiënten en hun familieleden actief in het beleid van de vereniging. Het Institut wallon pour la Santé mentale brengt alle betrokken actoren samen en geeft aan patiëntenverenigingen en hun naasten een stem in zijn bestuursorganen.

4 | Gezondheidszorg en gezondheidsbeleid: beter mét patiëntenpar ticipatie


Er zetelen leden van de organisaties van gehandicapten en hun mantelzorgers in het raadgevend comité van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap en in de raad van bestuur van het Agence Wallonne pour l’Integration des Personnes Handicapées. Alle gesubsidieerde rusthuizen in Vlaanderen, Brussel en Wallonië moeten bewonersraden hebben. Ook steden en gemeenten beginnen een gezondheidsbeleid te ontwikkelen en betrekken daarbij haast altijd patiëntenorganisaties. De tijd is voor ons land rijp om dit systematischer aan te pakken. De Belgische wet op de patiëntenrechten heeft trouwens principiële bakens gezet op dat vlak.

In het Verenigd Koninkrijk is in 2003 een Commission for Patient and Public Involvement in Health opgericht om de inspraak van publiek en patiënten in het gezondheidsbeleid gestalte te geven. De commissie ondersteunt en overkoepelt lokale patiëntenfora, en rapporteert over de opinies van die lokale fora aan de centrale beleidsorganen. Het National Institute for Clinical Excellence (NICE) betrekt burgers bij de adviesvorming over de kwaliteit van de zorg en over sociale, morele of ethische vraagstukken. Het Verenigd Koninkrijk heeft ook een traditie van goed uitgebouwde aandoeningsgebonden patiëntenorganisaties die actief zijn inzake zelfhulp en lotgenotencontacten maar ook inzake beleidsbeïnvloeding. In Nederland bouwde de overheid sinds eind vorige eeuw haar centrale planning – die leidde naar lange wachtlijsten – geleidelijk af om een vraaggestuurd model op te bouwen met meer marktwerking en concurrentie tussen verzekeraars en zorgaanbieders maar ook met een – in België al langer bekende – keuzevrijheid voor de patiënt. Collectieve participatie kwam later aan bod, eerst vooral via klachtenmanagement, later via medezeggenschap in het regionale beleid. Sinds begin deze eeuw worden zorggebruikersorganisaties gefinancierd en wetenschappelijk ondersteund en zijn de patiënten- en consumentenorganisaties uitgegroeid tot een volwaardige derde partij, naast de zorgverzekeraars en de zorgaanbieders. De participatie van patiënten verloopt vooral via 21 regionale Patiënten/Cliëntenplatforms die sinds 2006 optreden onder de naam ‘Zorgbelang’. Zij moeten ‘de bevolking ondersteunen, de kwaliteit van de zorg evalueren en bevorderen, informatie verzamelen en verspreiden, individuele klachten opvangen, collectieve belangen van de zorgontvangers behartigen en het beleid beïnvloeden’. Ze worden vooral gefinancierd door de provincies. In Frankrijk situeert de start van de patiëntenparticipatie zich in de jaren negentig, met een doorbraak in 2002 met de wet over de individuele en collectieve rechten van de patiënten. Dat laatste wordt er vaak ‘la démocratie sanitaire’ genoemd. Er zijn nu structuren die participatie mogelijk maken. In de Conseil régional de santé spreken bijvoorbeeld woordvoerders van zorgberoepen, gebruikers en ziekteverzekeraars zich uit over de gezondheidszorg in hun regio. De gebruikers zijn ook vertegenwoordigd in de Haut Conseil de la Santé Publique en in de jaarlijkse Conférence nationale de Santé. Ook ziekenhuizen moeten ‘overleg plegen’ met patiënten/gebruikers. Het Collectif Interassociatif Sur la Santé overkoepelt meer dan twintig nationale organisaties van patiënten, gehandicapten, consumenten en familieleden van patiënten.

Gezondheidszorg en gezondheidsbeleid: beter mét patiëntenpar ticipatie | 5


Welke participatie ? Participatie is niet beperkt tot inspraak via vertegenwoordigers van gestructureerde bewegingen. Dat is niet de enige weg en is ook niet noodzakelijk de ‘hoogste’ vorm. Enquêtes, consumer research, klachtenmanagement, tevredenheidsmetingen, hoorzittingen, consensusconferenties, focusgroepen, burgerpanels, burgerjury’s, rondetafelconferenties, beleidsevaluerend onderzoek zijn voorbeelden van de talloze manieren die er zijn om participatie vorm te geven. Bovendien moet participatie zich op verschillende niveaus afspelen :

ýýop het micro-niveau, het niveau van het zorgproces zelf ; ýýop meso-niveau : in de zorginstellingen, in de lokale samenwerkingsverbanden en –diensten, en in het lokaal gezondheidsbeleid ; en

ýýop macro-niveau : in de ziekteverzekering, in het federale beleid en in dat van de gemeenschappen en gewesten.

Volgende vormen van participatie kan men onderscheiden :

Medebeheer

formeel meebeslissen in de aansturing van het zorgsysteem

Ervaringskennis meedelen

ervoor zorgen dat ervaringskennis mee aan de grondslag van beleidsbeslissingen kan liggen

Co-appreciatie

met andere actoren in het zorggebeuren complexe dossiers duiden/ kaderen

Evaluatie

participeren in het beoordelen van kwaliteit van het zorgaanbod

Consultatie

het gestructureerd bevragen van ­doelgroepen met het oog op het beter begrijpen van noden en bekommernissen

Voorlichting

informeren van achterban met betrekking tot structuur, gebruik, kwaliteit en kostprijs van het zorgaanbod

Validatie

(informed consent) : het bekrachtigen van het voorgestelde diagnose- en behandelingstraject door de individuele patiënt (of zijn vertegenwoordiger)

6 | Gezondheidszorg en gezondheidsbeleid: beter mét patiëntenpar ticipatie


Waarom participatie ? Waarom participatie in de gezondheidszorg en in het gezondheidsbeleid ? Het is de logica zelf. Op micro-niveau ziet iedereen dit in. De gezondheidszorg is beter en effectiever als de patiënt erin gelooft, en dat doet hij als hijzelf is betrokken in de besluitvorming. Die betrokkenheid heeft al juridisch gestalte gekregen in de patiëntenrechtenwet. De informed consent is het uitgangspunt. Welnu, dat geldt ook op meso- en macro-niveau. Meer geëxpliciteerd kan men vier argumentaties aanhalen. Participatie strookt met onze visie op samenleving en zorg. Participatie verhoogt de kwaliteit van de zorg. Participatie verhoogt de zelfredzaamheid van de patiënt. Participatie zorgt voor een beter beheer van de middelen.

ýýParticipatie, tweewegscommunicatie, is de enige aanpak die strookt met de democratische en sociale visie over ons bestel en zeker ons zorgbestel die we collectief aankleven. Alle belanghebbenden – stakeholders – hebben recht op een volwaardige inbreng van hun bekommernissen, de sterken maar ook de zwakken. Dat is ook het enige middel om op een afgewogen manier moeilijke beslissingen te nemen en moeilijke keuzen legitimiteit te geven. Niet participatie maar een gebrek aan participatie leidt tot frustratie en tot gevoelens van miskenning, tot een kloof tussen patiënten en instellingen, en tot conflictmodellen die op hun beurt leiden tot overjuridisering van zorgrelaties. Dat alles geldt zowel op het individuele (micro-) vlak als op meso- en macro-niveau

ýýParticipatie verhoogt ook wezenlijk de kwaliteit van de zorg. Aangepaste zorg ontstaat pas als hij ‘geco-creëerd’ wordt door zorgverlener en patiënt. De ‘informed consent’ moét vandaag trouwens de basis zijn van elke zorgverstrekking. Dat geldt ook op meso- en macro-niveau. Een ziekenhuis moet leren luisteren zoals een arts dat moet leren : het kan leren uit het professioneel beluisteren van klachten van zijn patiënten via zijn ombudsdienst, bijvoorbeeld, of uit tevredenheidsmetingen. Ervaringskennis van groepen van patiënten kan het zorgproces verbeteren en kan zorgen voor een betere informatie aan nieuwe patiënten. Dat geldt ook voor het beleid op federaal of gewestelijk en gemeenschapsniveau en keuzen die aldaar moeten worden gemaakt.

ýý Participatie verhoogt ook de zelfredzaamheid van de patiënt. Het betrekt hem bij het zorgproces en dat maakt dit meteen veel efficiënter. Therapie-afspraken die gezamenlijk gemaakt zijn met inbreng van de ervaringskennis van de patiënt, leiden sowieso tot grotere therapietrouw bijvoorbeeld. Er zijn al projecten om dit zelfde principe met dezelfde doelstellingen toe te passen op een macro-vlak. Een project van Cebam (Belgisch Centrum voor Evidence-Based Medicine), Trefpunt Zelfhulp en het Vlaams Patiëntenplatform1 brengt opstellers van richtlijnen - hier gaat het meer specifiek om artsen -, leden van zelfhulpgroepen en patiëntenorganisaties samen om bestaande klinische praktijkrichtlijnen te herwerken, alsook om verbetermaatregelen te formuleren voor de inclusie van het patiëntenperspectief in richtlijnen die nog moeten ontwikkeld worden. Die richtlijnen stoelen dan niet alleen op wetenschappelijke evidence, maar ook op de aanbevelingen van ervaringsdeskundigen. 1

‘Kwaliteitsvolle, betrouwbare informatie op maat van personen met een chronische aandoening’, pilootproject in uitvoering o.l.v. Trefpunt Zelfhulp vzw : www.zelfhulp.be

Gezondheidszorg en gezondheidsbeleid: beter mét patiëntenpar ticipatie | 7


ýýZo’n participatie leidt ook haast vanzelf tot een beter beheer van de middelen op alle niveaus. Dat blijkt meteen als de drie voorgaande argumentaties of vertogen worden vertaald in financiën. Maar er is nog meer : de betaalbaarheid van de gezondheidszorg wordt almaar meer een probleem, minder door de vergrijzing maar vooral door de toename van de technologische mogelijkheden. Het maken van keuzen, delicate keuzen op het snijpunt van technologie, financiële middelen en ethiek, wordt onafwendbaar. Patiënten daar niet bij betrekken, zal leiden tot afwijzing van die keuzen, en tot een stijgende druk op de uitgaven. Patiënten daar wel bij betrekken, maakt het keuzeproces iets moeilijker, maar zoveel legitiemer en daarom realistischer.

Concreet : participatie versterken door patiëntenorganisaties te versterken Er is een veelheid aan participatiemogelijkheden (zie hoger). Om aan te sluiten bij de tradities in dit land, lijkt het voor de hand te liggen eerst de klassieke representatieformule in aanmerking te nemen ; die optie sluit de weg naar andere formules evenwel niet af. Buitenlandse ervaringen leren dat participatie tot stand komt door het op elkaar inspelen van wettelijke maatregelen en spontane evoluties in de samenleving. De wetgeving in ons land heeft al voor een verankering gezorgd van de patiëntenparticipatie op microniveau. De wettelijk verankerde ‘informed consent’ speelt in op het mondiger worden van de patiënt en zijn wens voor zelfbeschikking en zelfredzaamheid, en wordt daarom snel effectief. Er groeien ook van langsom meer mondige patiëntenorganisaties die al de neiging vertonen zich te groeperen en te professionaliseren. Het beleid kan daarop inspelen door die evolutie te versterken en door, met hen, formules uit te testen en punten te zoeken waarop hun participatie wettelijk kan verankerd worden. Dat is het patroon dat in haast alle stakeholdersmeningen tot uiting komt. De theoretische analyses en de ervaringen van het buitenland wijzen in dezelfde richting.

8 | Gezondheidszorg en gezondheidsbeleid: beter mét patiëntenpar ticipatie


Die participatie past trouwens perfect in het Belgisch zorgmodel en het Belgische besluitvormingsmodel.

In de politieke democratie heeft de burger de mogelijkheid het beleid te beoordelen, te sturen en te beïnvloeden door bij de verkiezingen zijn stem uit te brengen. Hij kan bovendien niet alleen om de vier of vijf jaar zijn stem uitbrengen, hij kan permanent ook zijn stem laten horen ; de vrijheid van meningsuiting waarborgt hem dat. De vrijheid van vereniging – het derde van de drie klassieke rechten van de politieke democratie – geeft hem bovendien de kans om die meningsuiting collectief uit te oefenen en organisaties op te richten die voor zijn belangen opkomen, zoals in dit geval patiënten- en consumentenorganisaties. Deze derde participatiemogelijkheid verder uitbouwen, zoals hier wordt voorgesteld, maakt de realisatie van het trio van politieke rechten volledig. Maar er is nog meer. In het Belgisch zorgbestel heeft de patiënt ook nog een vierde recht : de kans om te ‘stemmen met de voeten’. Dat is lang niet overal gebruikelijk en dat is, zo wordt algemeen aangenomen, de basis voor de zeer hoge tevredenheidsscore van het gezondheidsstelsel in ons land. Andere landen voerden de jongste jaren vormen van ‘vermarkting’ in voor hun zorgsector, om de patiënt/burger en zijn wensen meer centraal te stellen en hem een groter sturend vermogen te geven. België heeft dat van oudsher : de keuzevrijheid van de patiënt is een verworvenheid van ons zorgbestel : hij kan vrij zijn zorgverleners en zorginstellingen kiezen ; hij heeft ook het recht vrij een ziekenfonds te kiezen dat overigens niet alleen een verzekeraar is, maar ook de rol van dienstverlener op zich neemt en van belangenverdediger. De participatie vervolledigt niet alleen het trio van politieke rechten ; het verdiept ook dit vierde recht, het stemmen met de voeten. Stemmen met de voeten zonder meer, laat de zorgverlener en de beleidsvoerders op hun honger inzake de motieven van degene die zo stemt. Waarom bleef hij of ging hij of zij weg ? Participatie maakt het waarom bespreekbaar, op micro-, macro- en meso-niveau.

Gezondheidszorg en gezondheidsbeleid: beter mét patiëntenpar ticipatie | 9


De participatiemogelijkheden verbeteren, werkt bovendien de zwakheden van de patiëntenorganisaties weg

Aan het structureren van de inbreng van patiëntengroepen zijn vanzelfsprekend moeilijkheden en risico’s verbonden. Ze zijn te overstijgen als men de keuze maakt die groepen verder ontwikkelingskansen te geven. Het gebrek aan deskundigheid dat soms aan patiëntengroeperingen verweten wordt, is te counteren als deze groepen de kans hebben zich te professionaliseren en zich te laten ondersteunen. De greep van commerciële groepen op patiëntengroeperingen die men soms vermoedt, is vermijdbaar als deze groepen op een reguliere manier aan middelen geraken om zich te uiten en hun belangen te definiëren. Dat patiëntengroepen zich voor andermans kar laten spannen, is te vermijden als men hen te kans geeft zich afdoende te professionaliseren. Dat patiëntengroeperingen de belangen van zeer kleine groepen zouden verabsoluteren en minder mondige groepen zouden verwaarlozen, is te vermijden door de zeggingskracht die ze krijgen, te koppelen aan hun representativiteit en de mate waarin ze aan koepelvorming doen. Het pathologiegebonden karakter van de meeste patiëntengroeperingen richt hun aandacht ook vooral op de curatieve zorg. Dit perspectief kan verbreed worden door aangepaste ondersteunings­ voorwaarden. De vrees dat participatie tot stand komt via expliciete formulering van het patiëntenbelang en dat dit onvermijdelijk zal leiden naar meer conflictuele verhoudingen en verder naar een juridisering van de relaties in de gezondheidszorg, is ongegrond. De spontaan groeiende explicitering van het patiëntenbelang zal daartoe leiden als er geen participatie komt.

10 | Gezondheidszorg en gezondheidsbeleid: beter mét patiëntenpar ticipatie


V i j f ee r s t e s t a p p e n

Al deze overwegingen leiden tot de conclusie dat de eerstvolgende stappen om de participatie in gezondheidszorg en gezondheidsbeleid verder te ontwikkelen, moeten mikken op het versterken en professionaliseren van patiëntenorganisaties en op het stapsgewijze ontwikkelen en uittesten, samen met hen, van goede participatiemethodes. De Koning Boudewijntichting stelt om die redenen vijf concrete stappen voor : 1. De overheid moet de professionalisering van de patiëntenorganisaties versterken door in de eerste plaats hun analyse- en communicatiecapaciteiten te versterken. Dat kan gebeuren door een specifieke subsidiëringsregeling voor koepelverenigingen en patiëntenverenigingen die bepaalde kwaliteiten vertonen of bereid zijn deze te ontwikkelen. Dit is vooral een opdracht voor de gemeenschappen en gewesten, maar mogelijk ook voor de federale overheid. 2. De uitwerking van eerste concrete formules tot representatie van de patiëntenorganisaties op macro-niveau is een tweede stap. Dit lijkt in deze fase vooral een opdracht voor het federale beleidsniveau maar dat kan evenzeer gebeuren door de gemeenschappen en gewesten voor wat betreft de preventieve zorg. 3. Een bijzondere maar zeer interessante vorm van die representatie is wellicht het actief betrekken van patiënten en hun organisaties bij het evalueren van de kwaliteit van zorg. Dat kan op alle niveaus : federaal, gemeenschappen en gewesten, en op het niveau van zorginstellingen. Dat kan ook gebeuren door of met andere actoren, bijvoorbeeld wetenschappelijke verenigingen die richtlijnen voor goede medische praktijk opstellen. 4. Cruciaal voor de ontwikkeling van participatie, is de bevordering van een participatieve cultuur bij de huidige en toekomstige zorgverleners en bij de zorginstellingen. Dit is te realiseren door de organisaties van de onderscheiden zorgberoepen en de organisaties van zorginstellingen maar ook door de universiteiten en hogescholen die instaan voor de initiële vorming maar ook voor de nascholing. De federale overheid en de overheden van gemeenschappen en gewesten zouden daartoe gezamenlijk of gecoördineerd stimulansen kunnen geven. 5. Tenslotte lijkt het essentieel te zijn de dialoog tussen de patiëntenorganisaties en de andere stakeholders (ziekenfondsen, artsenverenigingen, academische wereld, consumentenorganisaties,...) te bevorderen. Mogelijk komen zijzelf onderling tot die dialoog; overheden kunnen dit aanmoedigen.

Gezondheidszorg en gezondheidsbeleid: beter mét patiëntenpar ticipatie | 11



Meer over het initiatief ‘Patiëntenparticipatie’ is terug te vinden in deze twee publicaties :

Patiënten als partners in gezondheidszorgbeleid – Meerstemmigheid in participatie (2008) Onderzoek naar het actueel debat over patiëntenparticipatie in België en overzicht van concrete voorstellen ter verbetering van patiëntenparticipatie in gezondheidszorgbeleid. Patiënten als partners in gezondheidszorgbeleid Meerstemmigheid in participatie

14/02/08 10:51:37

Patiëntenparticipatie in het gezondheidszorgbeleid (2007) Theoretische omkadering en korte schets van internationale en Belgische ervaringen en benaderingen inzake patiëntenparticipatie.

Patiëntenparticipatie in het gezondheidszorgbeleid Een literatuuroverzicht en verkenning van internationale en Belgische initiatieven

Patiëntenpar ticipatie in het gezondheidszor gbeleid | 1

NL_Participatie.indd 1

28/09/07 9:56:06

Koning Boudewijnstichting Samen werken aan een betere samenleving www.kbs-frb.be De Koning Boudewijnstichting steunt projecten en burgers die zich engageren voor een betere samenleving. We willen op een duurzame manier bijdragen tot meer rechtvaardigheid, democratie en respect voor diversiteit. De Koning Boudewijnstichting is onafhankelijk en pluralistisch. Ze werd opgericht in 1976 toen Koning Boudewijn 25 jaar koning was.


Gezondheidszorg en gezondheidsbeleid: beter mĂŠt patiĂŤntenparticipatie


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.