NTGent De Standaard Insert

Page 1

ntgent.be

PB-  PP  PB—PP

BELGIE(N) - BELGIQUE

NTGent magazine | speciale editie april 2018 | Jaargang 16 #18 april 2018 | Verschijnt 6× per jaar in februari, april, mei, augustus, oktober, december Afgiftekantoor Gent X I P2009538 | Afzendadres Pablo Fernandez Alonso, Sint-Baafsplein 17, 9000 Gent

MILO RAU HET STADS THEATER VAN DE TOEKOMST

BELGIE(N)-BELGIQUE


MILO RAU — HET STADSTHEATER VAN DE TOEKOMST

MILO RAU, DE NIEUWE ARTISTIEKE LEIDER VAN NTGENT. DE WERELD IS HET (KUNST)WERK. Evelyne Coussens, freelance theaterjournaliste

Zijn grootste angst? Verveling. Dat zijn werk vervlakt tot een voorgekauwd stappenplan, waarvan hij nog slechts de uitvoerder is, ‘like an old lady in a chair, finishing a pullover’. Voorlopig echter lijkt Milo Rau, artistiek leider van NTGent, nog niet direct aan het breien te slaan. Integendeel: de projecten die hij opzet vergen van hem het uiterste aan engagement en flexibiliteit. Omdat ze zich afspelen buiten de veilige kunstenbubbel, in de onvoorspelbare realiteit van de echte wereld.

Wie erin slaagt Milo Rau (° 1977, Bern) te vatten in één catchy soundbite moet van goeden huize zijn. Rau is veel, en hij is veel tegelijk. Hij is regisseur, filmmaker, journalist, activist en socioloog, maar ook kunstenaar, artistiek leider, wetenschapper, literair criticus, humanist en vader. Al die persona’s lopen elkaar dan ook nog eens voortdurend voor de voeten. Neem nu de aanduiding ‘regisseur’, van toepassing op Raus film- en theaterwerk, alleen op een niet erg traditionele manier. Rau is niet de ‘grote regisseur’, van wie de innerlijke noodzaak het alfa en omega is van zijn voorstelling. Zijn artistieke aanpak is veeleer gekleurd door een verregaande sociologische interesse en zijn methodiek volgt die wetenschappelijke insteek: hij vertrekt van wat hij om zich heen ziet, brengt mensen samen en kijkt wat er gebeurt. Maakt hem dat meer onderzoeker dan kunstenaar, of is het toch andersom? Weegt het maatschappelijke engagement zwaarder dan de drive van de artiest? Het antwoord is bij Rau nooit zwart-wit. In zijn werk staan het maatschappelijke en het artistieke vanzelfsprekend in verbin­ding met elkaar, ze maken noodzakelijkerwijs deel uit van elkaar. Op dezelfde manier zijn pakweg zijn journalistieke en literaire activiteiten nauwelijks van elkaar te scheiden. Probeer daar maar eens hoogte van te krijgen.

Afkomstig uit een gezin waar Lenin en Trotski de bibliotheek sierden en tijdens zijn studies in Parijs gevormd door de Franse marxistische socioloog Pierre Bourdieu, mag het niet verwonderen dat Rau zich eerder aan de linkerzijde van het politieke spectrum bevindt. In eerste instantie gaat hij als journalist aan de slag bij de Neue Zürcher Zeitung, maar vanaf 2000 begint hij zijn eigen teksten te ensceneren en in 2007 richt hij het International Institute of Political Murder (IIPM) op: een kruising tussen een documentatiecentrum en een artistieke hub. Zes vaste krachten en ruim dertig vrijwilligers doen er research naar de meest penibele episodes uit de Europese of mondiale geschiedenis, vaak gelinkt aan het nationalisme: de val van het communisme in Roemenië, de opkomst van het Europese jihadisme, de Joegoslavische­burgeroorlog … Met die gedetailleerde historische informatie gaat Rau artistiek aan de slag. Als regisseur, ja, maar wat hij opzet zijn fictieve tribunalen, geënsceneerde processen, massabewegingen waarin niet zijn eigen artistieke verhaal centraal staat, maar de collectieve trauma’s van een hele natie.­In die zin noemt hij zichzelf een mediator of een facilitator: hij creëert een context waarin die delicate historische episodes bespreekbaar worden. ‘Ik ben de man die het frame maakt waarbinnen bepaalde dingen kunnen gebeuren.’

ARTISTIEKE PSYCHOANALIST

En waar Rau opduikt gebeurt er wat. Hij brengt mensen en organisaties in beweging, met de bedoeling golven te veroorzaken die reiken tot ver buiten de voorstelling, de film of het boek — tot ver buiten het artistieke product. Dat betekent niet dat Rau de kracht van de kunsten onderschat, wel dat het kunstwerk voor hem geen eindpunt is, maar net het startpunt van een breder veranderingsproces. Gezien zijn intellectuele erfenis laat de richting van dat proces zich raden. Rau is er vooral op gebrand om een stem te geven aan diegenen die in de maalstroom van de geschiedenis dreigen te worden vergeten. Het is hem al langer duidelijk dat er zowel politiek als artistiek een probleem is met de representatie van kwetsbare groepen. De democratische instituten die we kennen — parlementen, rechtbanken, tribunalen — vertegenwoordigen maar een stuk van de wereldbevolking, terwijl een grote, zwijgende massa zich niet vertegenwoordigd weet. Daarom zette hij in 2017 in Berlijn de eerste editie op van een General Assembly — een wereldparlement, waarin vooral representanten van de Derde en Vierde Wereld het woord konden nemen. Ook de film The Congo Tribunal (2017) is erop gericht de slachtoffers van etnisch en economisch geweld in Congo zichtbaar en

David: Ja, dat geloof ik wel. Ik werk niet meer als archeoloog, maar ik denk nog steeds als archeoloog. Veel van mijn werk draait om lange-termijnprocessen (kolonialisme, democratisering, etc). Een mensenleven bestaat niet uit ideeën maar uit voorwerpen, plekken, lichamen. Ik besteed veel aandacht aan de materiële cultuur. In Congo, in Indonesië. Maar ook aan de vormgeving van onze democratie. Is het parlementaire halfrond echt de best denkbare architectuur om verstandig met elkaar te praten over de toekomst? Is het stemhokje de beste denkbare plek om de volkswil te laten spreken? Toen het nieuwe parlement van Westminster werd ingehuldigd zei Churchill: ‘We shape buildings, and then the buildings shape us.’ Ik geloof dat gebouwen, objecten, plaatsen niet alleen sociale interactie omkaderen, maar verregaand beïnvloeden. Daarom stel ik op een afgelegen eiland in de Indonesische archipel aan een vrouw van 95 domme vragen zoals ‘Welke kleren droeg u tijdens de Japanse bezettingstijd?’, ‘Welke taal sprak u met uw ouders?’, ‘Wat at u het liefst in de Hollandse periode?’. De wereldgeschiedenis, dat is toch voornamelijk een kwestie van mensen die eten, koken, vrijen, slapen en sterven.

NTGent

Milo: Ons werk kent een aantal interessante parallellen. Beiden werkten we omtrent Africa (en kolonialisme), beiden hebben we het over de crisis van de democratie in Europa. Het lijkt wel of ­Europa verlamd is door populistische politiek en expertocratie en blind is voor wat zich aan de overzijde van de Middellandse Zee afspeelt. Met General Assembly vorige herfst in Berlijn, probeerde ik om zij die werkelijk geraakt worden door de Europese politiek — tot de Congolese en Zuid-Afrikaanse mijnwerkers toe — in overdrachtelijke zin te betrekken bij de (voor hen zeer belangrijke) beslissingen van het Duitse Parlement. Hoe zijn deze twee issues — de crisis van de representatieve democratie in Europa en de machtverhoudingen met de voormalige kolonies — voor jou aan elkaar verwant? David: Europa heeft allang geen kolonies meer, maar nog steeds exporteert het één bepaalde vorm van democratie naar alle uithoeken van de wereld. Als Afghanistan of Congo moet democratiseren, dan enkel op de wijze zoals wij het doen: met stembrieven en stemhokjes en politieke partijen en kieslijsten. Wij versturen de democratie alsof het een IKEA-pakket betreft: ready-made, bedacht en vervolmaakt in Zweden, ter plekke te assembleren. En als die landen daarvan afwijken, gaat onze geldkraan dicht. Daarbij vergeten we dat die landen vaak erg interessante, eeuwenoude tradities van gezamenlijk overleg hebben, die vaak respectvoller en waardiger

hoorbaar te maken. Five Easy Pieces (2015), over de affaire-Dutroux, legde dan weer ons eigen Belgische trauma bloot. Zo bekeken zou je Milo Rau een artistieke­ psychoanalist kunnen noemen. In het doorwerken en herbleven van het verleden opent zich immers de mogelijkheid om opnieuw naar de toekomst te kijken. Het gaat Rau nooit om een reconstructie van het verleden an sich, wel over wat dat verleden veroorzaakt in het heden, om de emoties die het oproept bij deelnemers en toeschouwers van nu. En net zoals de psychoanalyse bedient Rau zich van een ‘symbolische orde’ om dit proces mogelijk te maken, want uiteindelijk blijven zelfs de meest wrange getuigenisstukken en historische re-enactments fictie. Het is theater, ook al zijn de acteurs in The Congo Tribunal echte slachtoffers van geweld en zijn de rechters in The Moscow Trials (2014) beëdigde magistraten. Het wonder is dat net die ‘onechte’ representa­ ties van geweld, de fictieve processen en nagespeelde tribunalen hun sporen nalaten in de echte wereld. De theaterversie van een gebeurtenis werkt soms ingrijpender dan de (verdrongen) realiteit zelf. Doorheen de fictie kan een dieperliggende waarheid worden blootgelegd, en het is die ervaring die zorgt voor ongemak. En voor controverse. De Russische regering vond de filmopnames van

The Moscow Trials in ieder geval verontrustend genoeg om er de oproerpolitie op af te sturen en Raus visum in te trekken. In de hetze die ontstond na het uitkomen van The Congo Tribunal moesten twee ministers en de gouverneur uiteindelijk ontslag nemen. Bovendien gaf Rau zijn Congoproject een rechtstreeks activistisch staartje, door in de slipstream van de film een campagne te organiseren die geld inzamelt voor het oprichten van nog meer tribunalen. In een eerste fase werden tweeduizend kopieën gemaakt in Swahili en Lingala, en naar verschillende Congolese regio’s gezonden — zodat men overal zou zien dat het mogelijk is, dat het denkbaar is om op te staan en gehoord te worden. Op die manier evolueert The Congo Tribunal van een film naar veel meer dan enkel dat: het wordt een instituut op zich.

EVOLUTIE EN REVOLUTIE

Instituten — ze vormen voor Milo Rau de sleutel tot een rechtvaardiger toekomst. Niet zozeer het spektakel van de grote kladderadatsj zal de wereld veranderen, maar het ge­leidelijk aan vervellen van parlementen, gerechtshoven en tribunalen, de instellingen die de democratie stutten. Prefereert de rebel met de links-radicale wortels dan het gekabbel van de evolutie boven de clash van de revolutie? Niet helemaal — zoals steeds is het

‘WE LEVEN IN EEN GEGLOBALISEERDE WERELD, MAAR WE HEBBEN GEEN WERELDPARLEMENT, GEEN WERELDRECHTBANK EN GEEN ENKEL INSTITUUT DAT DE WERELDWIJDE ECOLOGISCHE CRISIS AANPAKT OP DAT verlopen dan eender welk parlementair debat in Europa. Maar nee, NIVEAU. DAT IS ABSURD.’ dat telt niet mee. We doen met het traditionele overleg precies het-

Milo Rau in gesprek met David Van Reybroeck, auteur, cultuurhistoricus en maatschappijcriticus:

Milo: We hebben elkaar een paar jaar geleden ontmoet naar aanleiding van een debat omtrent jouw Congo-boek en mijn project Het Congotribunaal. Ik herinner me nog hoe je bij die eerste ontmoeting zei: ‘Ik studeerde archeologie en werd een schrijver, en jij studeerde sociologie en werkt nu als film- en theaterregisseur.’ Op welke manier denk jij dat zulke veranderingen invloed hebben op je werk? Is een voormalige archeoloog een andere schrijver, een voormalige socioloog een andere regisseur?

7.11.2017: exact 100 jaar na de bestorming van het Winterpaleis in SintPetersburg die tot de Russische Revolutie leidde, leidt Milo Rau in een re-enactment de bestorming van de Reichstag in Berlijn. Foto: dpa/Belga

Milo Rau in 2016 met Peshmerga aan het front met IS nabij Sinjar (Noord-Irak). Foto: Stefan Bläske

zelfde als met de traditionele geneeskunde: weg ermee, hier is de superieure, Westerse variant. Die arrogantie, ik kan daar niet bij. Mijn denken over democratie is rechtstreeks geïnspireerd op Afrikaanse voorbeelden: de Waarheid- en Verzoeningscommissie in Zuid-Afrika, de Nationale Soevereine Conferentie in Zaïre, beide in de jaren negentig. Daar kan Europa veel van leren: meer dan de rechten van het individu ging het hier om de noden van een samenleving. Beide landen stelden zich de vraag: hoe kunnen wij het sociale weefsel versterken na al wat we hebben meegemaakt? Dat Europa ook iets van Afrika kan leren, lijkt voor velen nog volstrekt nieuw. Zoals zo vaak neemt de kunstensector nu het voortouw: Afrikaanse kunst is de afgelopen jaren niet weg te denken van westerse theaters, musea en biënnales. Ik zei dat Europa geen kolonie meer had. Dat klopt maar ten dele. Europa heeft opnieuw een kolonie: Europa zelf. De manier waarop de Europese Unie zich gedraagt ten opzichte van de burgerbevolking verschilt niet grondig van een laat-koloniale administratie die het lot van de burger zegt te verbeteren, maar de stem van die burger niet wil horen. Qua arrogantie, elitarisme en doofheid voor het gemor van de massa hoeft de EU alvast niet onder te doen. Ik word er steeds kwader om. Denken dat het met wat info-avondjes gaat lukken, dat is waar we staan anno 2018. Maar als de kolonies ons iets geleerd hebben dan is het dit: emancipatie zonder participatie leidt altijd tot frustratie. De gevoelens van anti-europeanisme die nu overal ontstaan verschillen niet erg van de gevoelens van anti-kolonialisme een paar decennia geleden.

Seizoen 18/19

MILO RAU Recensenten noemden hem de ‘meest invloedrijke’ (Die Zeit), ‘meest bekroonde’ (Le Soir), ‘meest interessante’ (De Standaard) en ‘meest ambitieuze’ (The Guardian) kunstenaar van onze tijd: de ­Zwitserse regisseur en auteur Milo Rau (° 1977), vanaf het seizoen 2018–2019 artistiek directeur van NTGent. Hij studeerde sociologie, Duits en Romaanse taal- en letterkunde in Parijs, Berlijn en Zürich onder meer bij Pierre Bourdieu en Tzvetan Todorov. Sinds 2002 heeft hij al meer dan 50 toneelstukken, films, boeken en acties op zijn naam staan. Zijn producties waren te zien op alle grote internationale festivals, waaronder het Berlijnse Theatertreffen, het Festival d ­ ’Avignon, de Theaterbiënnale van Venetië, de Wiener Festwochen en het Kunstenfestivaldesarts, en ze toerden door meer dan 30 landen wereld­wijd. Rau ontving tal van onderscheidingen, meest recent de Peter-Weiss-prijs 2017, de 3sat-Prijs 2017, het Saarbrücken Poëzielectoraat 2017 voor Drama en, in 2016, de prestigieuze World Theatre Day ITI-prijs als jongste kunstenaar ooit na Frank Castorf en Pina Bausch. Rau is ook tv-recensent en een productief schrijver. Zijn politieke essay Was tun? Kritik der postmodernen Vernunft werd een bestseller in het Duitse taalgebied.


‘IN DE HECTIEK VAN HET VELE REIZEN EN DE STEEDS VERANDERENDE OMGEVINGEN KOMT HIJ TOT RUST DOOR ZICH LETTERLIJK TE DECONNECTEREN: WAAR HIJ TIJDELIJK WOONT OF WERKT VERKIEST HIJ INTERNETLOOS TE ZIJN, OM ZICH TEN VOLLE KUNNEN CONCENTREREN OP DE PLEK WA ARis alvast HIJ ZICH BEVINDT.’ Raus eigen omgang met repertoire OPTIMISME VAN DE WIL bij RauTE een dubbel verhaal. Evolutie en revozijn voor hem irrelevant. Zijn ­artistieke, socio-

lutie zijn twee keerzijdes van dezelfde medail- logische en politieke interesse kan zich op le, die zich enkel in snelheid van elkaar onom het even welk werelddeel richten, het derscheiden. Een béétje revolutionair heeft is zijn vorm van globale solidariteit. feeling voor beide. Zo moet een theatervoor- ‘De kunstmatige constructie van identiteit stelling een ‘bom’ zijn, een moment van saaan de hand van natiestaten neemt niet weg mengebalde energie, maar mag die kracht dat we uiteindelijk allemaal samenleven.’ na de première niet wegebben — ze moet Het is geen zweverige uitspraak van een uitmonden in een proces van langere adem. verstokte leftie — voor Rau is het een wetenZelfs ophefmakende producties zoals Breischappelijk gegeven. ‘De geschiedenis van vik’s Statement (2014), waarin Rau Breiviks de mensheid is geëvolueerd van een 50.000 zelfgeschreven verdedigingsrede liet voorkleine communities enkele duizenden jaren lezen, moet meer zijn dan een provocatie. In geleden naar 200 naties vandaag. Dat is ondie opvatting is Rau geëvolueerd, vertelt hij. miskenbaar een beweging richting globa‘Toen ik jonger was vond ik het schandaal an le verbinding.’ Die droge vaststelling voedt sich wel interessant, maar hoe ouder ik word, zijn pleidooi voor global realism: de idee dat hoe meer ik daarvan terugkom. You push de realiteit vandaag globaal is, maar dat het some buttons, maar het explosieve effect ons aan de gepaste tools ontbreekt om aan verdwijnt even snel als het is gekomen. Op die werkelijkheid uitdrukking te geven. ‘Eén dit moment investeer ik liever in projecten simpel waterflesje is gemaakt met onderdemet een duurzaam leven.’ len of mankracht uit zo’n twintig verschillenDie duurzaamheid strekt zich niet alleen de landen. We leven in een geglobaliseerde uit in de tijd, ze overschrijdt ook ruimtelijwereld, maar we hebben geen wereldparleke grenzen. The Congo Tribunal is voor Rau ment, geen wereldrechtbank en geen enkel een belangrijk werk, maar wie hem vraagt instituut dat de wereldwijde ecologische criwaarom hij, als Zwitser, geïnteresseerd is in sis aanpakt op dat niveau. Dat is absurd.’ de uitwassen van de Belgische koloniale geIn het artistieke veld stelt hij hetzelfde schiedenis, wordt getrakteerd op een lacomanco vast. Ook een stadstheater zou moenieke wedervraag: ‘Waarom niet?’ Het geeft ten getuigen van global realism, bijvoorbeeld aan in welke mate Rau een globale denker door zijn programma te verrijken met teksten is — de scheidslijnen tussen de continenten die buiten de witte westerse canon vallen.

Lara Staal, curator:

Je zou kunnen denken dat Milo Raus werk documentair is — wat het natuurlijk ook is als je kijkt naar projecten als Hate Radio, Breivik’s Statement, The Moscow Trials, The Congo Tribunal en General Assembly … Toch is er meer aan de hand. Rau is niet zozeer geïnteresseerd in het overbrengen van informatie, maar in het dramatische verhaal dat in de realiteit besloten ligt. Bij Rau wordt het spel omgedraaid en het theater uit de werkelijkheid opgediept. Met de reële duur, precieze context en volgorde wordt niet al te omzichtig omgesprongen. Daar transformeert de sociologische, journalistieke blik van Rau in die van de theaterregisseur. Waar The Last days of the Ceausescus, Hate Radio en Breivik’s Statement bestaan uit gecomprimeerde re-enactments, verschuift de focus van de re-enactment gedurende Raus oeuvre naar de pre-enactment. In The Moscow ­Trials werd de geschiedenis herhaald om tot een betere versie te komen. Van pure showcase naar oprechte rechtszaak op zoek naar de waarheid. The Congo Tribunal en General Assembly vormen daadwerkelijke pre-enactments. Bij een gebrek aan officiële instituten die structurele onrechtvaardigheid agenderen en de grote vraagstukken van onze tijd behandelen, wordt het theater ingezet om die rol op zich te nemen. Zo bezien brengt Raus theater meer democratie in een wereld waarin die permanent onder druk lijkt te staan. Hoewel deze projecten handelen naar een situatie die via de ruimte van de fictie werkelijkheid is geworden, is de regisseur nooit volledig uit beeld. Met feilloos gevoel voor opponenten wordt via speculatieve dramaturgie het dramatische conflict opgezocht, ondanks het feit dat niet te voorspellen is hoe en wanneer het zich precies zal voordoen. Met een snelheid en conceptuele scherpte weet hij met zijn projecten uit de nog steeds vaak gesloten bourgeois theatercircuits te breken. En dat is misschien nog wel het meest inspirerend: dat hij niet schuwt alle middelen in te zetten om zijn werken te laten interacteren met de samenleving en zo het theater inzet om alternatieve werkelijkheden te creëren.

NTGent

breed. Het gaat voor hem in zijn meest eenvoudige definitie om alles wat het vandaag waard is om opnieuw verteld te worden. Dat betekent dat in principe alles repertoire kan zijn, of het kan worden: een gebeurtenis, een schilderij, een tribunaal, een radioshow. ‘Het gaat er niet om een klassiek stuk te hergebruiken. De uitdaging bestaat er in om een nieuwe klassieker te maken — eentje die klopt met vandaag.’ Een tweede heikel punt is een meer representatieve samenstelling van het ensemble, iets wat bij de grote Duitstalige stadstheaters waar Rau de laatste jaren veel werkte nog onvoldoende aandacht krijgt. ‘In de D ­ uitse ensembles moet je met een vergrootglas zoeken naar een gekleurde acteur of een vrouw ouder dan veertig jaar.’ Maar ook in zijn ‘eigen’ NTGent is er rond repertoire en ensemble nog werk aan de winkel. Het proces richting een gedroomd city theatre of the future is lopend, maar het gaat traag, tergend traag voor een onrustige, daadkrachtige persoonlijkheid als Milo Rau. ‘Ik vind dat tempo lastig, ja. Maar een mens moet strategisch zijn. Geduld uitoefenen zolang het traag gaat; klaar staan wanneer het snel kan gaan. Of zoals Lenin zei: soms gebeurt er in honderd jaar minder dan in één dag, en dan in één dag meer dan in 100 jaar.’ (lacht)

Hier spreekt een activist, een idealist én een realist. Maar is Milo Rau ook een moralist, zoals sommigen beweren? In ieder geval niet in de meest nauwe betekenis van het woord, als ‘iemand die in zijn stoel zit, zelf niets onderneemt maar andere mensen wel vertelt wat ze moeten doen.’ Rau ziet op zichzelf wel een andere, bredere definitie van toepassing: die van de chroniqueur van de zeden en gewoonten van zijn tijd. ‘Toen het woord voor het eerst werd gebruikt, in de zestiende of zeventiende eeuw, werd er iemand mee bedoeld zoals La ­Rochefoucauld; hij beschreef hoe de mensen van zijn tijd zich gedroegen. Eigenlijk doet theater nog steeds dat: het beschrijft bepaalde mechanismen in de samenleving en geeft je de kans je daartoe te verhouden. In die zin beschouw ik een stadstheater wel degelijk als een moreel instituut.’ En dus is, in de woorden van filosoof Karl Popper, optimisme ook voor een stadstheater een morele opdracht. Het woord optimisme kan vreemd klinken uit de mond van een man die al vijftien jaar lang de meest gruwelijke passages uit de wereldgeschiedenis in beeld brengt, maar Rau pareert graag met een citaat van Antonio Gramsci en diens ‘Pessimisme van de rede, optimisme van de wil’. ‘Natuurlijk word ik niet blij als ik vandaag met rationele blik naar

MILO RAU — HET STADSTHEATER VAN DE TOEKOMST

de wereld kijkt. Maar dat betekent niet dat ik niet het verlangen mag koesteren om iets aan die realiteit te veranderen.’ Met het oog op alle projecten en creaties die vandaag gelijktijdig lopen, moet Rau trouwens zelf over behoorlijk wat veerkracht beschikken. Het rechtstreekse gevolg van zijn keuze om voor elke creatie uit de realiteit te vertrekken, is dat hij dagelijks stoot op instanties en organisaties die niet in zijn artistieke plannetjes meestappen, op acteurs die er de brui aan geven, op situaties die dag om dag wijzigen. ‘Je project kan elke dag fucked zijn, op alle mogelijke niveaus,’ geeft hij toe. ‘Neem het Congo-tribunaal: als morgen onze advocaten van het Internationaal Strafhof in Den Haag en de Democratische Republiek Congo beslissen om zich terug te trekken, valt alles in het water.’ Wat helpt om het hoofd koel te houden zijn een trouwe ploeg doorgewinterde medewerkers en de privé-geborgenheid van een warm gezin. Al moet gezegd dat Rau de laatste jaren meer tijd doorbrengt in het buitenland dan in Keulen, waar zijn vrouw en twee dochters wonen. In de hectiek van het vele reizen en de steeds veranderende omgevingen komt hij tot rust door zich letterlijk te deconnecteren: waar hij tijdelijk woont of werkt verkiest hij internetloos te zijn, om zich ten volle te kunnen concentreren op de plek waar hij zich bevindt. ‘Toen we in 2016

Johan Leysen, acteur:

in Syrië ­waren voor Empire, was er in bepaalde streken geen elektriciteit, we leefden er met de opkomende en ondergaande zon. Het deed me denken aan de tijd dat ik kind was en mijn ouders me verplichtten om het licht uit te doen, omdat ik moest slapen. Vaak lag ik nog drie uur wakker in het donker, daar te zijn. Die ervaring had ik in Syrië opnieuw, en ze maakte me erg gelukkig.’ Ook in zijn huisje in Gent weert Rau het internet. ‘Als ik niet naar een voorstelling ga, ben ik om negen uur thuis en lees ik tot twaalf uur. Geen theoretische stuff, maar fictie. Ik heb altijd al gehouden van lezen. Het helpt me om rustig te worden, het maakt mijn gedachten vrij.’

VRIJHEID EN VERANTWOORDELIJKHEID

Vrij en scherp blijven denken, de tijd nemen én bewaken, niet de slaaf worden van de eigen projecten — het zijn de uitdagingen waarover ieder die ooit aan het hoofd heeft gestaan van een grote organisatie kan meespreken. Zo ook Luk Perceval, die in Antwerpen het Toneelhuis leidde (1998–2004) en in Hamburg hoofdregisseur was van het Thalia Theater (2009– 2017), maar bewust terugkeerde naar een leven als freelancer. Bij NTGent zal hij op uitnodiging van Milo Rau elk jaar één productie maken. ‘Ik zag lang geleden Luks bewerking van King Lear bij Toneel­huis (L., King of Pain,

2002) en was erg onder de indruk: ik herinner me ­vooral dat grote, kale podium en de ­intense acteurs­regie. Ik voel me met Luk verwant. Ook hij vertrekt vanuit mensen, niet vanuit een abstract regieconcept. Hij neemt de tijd om met zijn acteurs te werken. Die tijd benijd ik hem soms, want ik voel dat ik op dit moment te vaak moet terugvallen op snel-snel. Dat verveelt me, omdat ik de uitvoerder dreig te worden van een strak stappenplan waarin ik enkel nog de eindjes aan elkaar moet breien.’ Finishing the pullover, juist. Rau hoopt weg te kunnen blijven van dat schrikbeeld, zeker nu hij ondervindt dat er na vijftien jaar werk een vruchtbare bodem is ontstaan voor zijn ideeën. ‘Ik besef steeds vaker dat ik niet op deze manier moet meehollen met het circus. Ik lig nog steeds wakker van ieder project, maar in de loop der jaren is het me wel duidelijk geworden dat er iets is dat aanslaat — ook al vinden mensen nog steeds sommige van mijn projecten geweldig en andere vreselijk.’ Het runnen van een stadstheater betekent bovendien dat Rau zich niet enkel meer met zijn eigen werk kan of mag bezighouden, en dat voelt als een bevrijding. ‘Het feit dat je een heel seizoen te vullen hebt, dwingt je om minder egocentrisch te zijn. Je moet het grotere plaatje in het vizier hebben, je verantwoordelijkheid reikt verder dan je eigen producties.’

Verantwoordelijkheid — misschien is dat wel de startmotor achter de complexe machine die ‘Milo Rau’ heet. De verantwoordelijkheid om méér te doen dan kunst maken — want kunst kan veel, maar in haar eentje kan ze niet genoeg. In dat denken staat Rau niet alleen, maar is hij de exponent van een nieuwe generatie die vooral sinds het millennium van zich laat horen. Terwijl zo’n vijftien jaar geleden van de kunstenaar nog uitsluitend werd verwacht dat hij een kunstwerk zou maken, bestaat zijn kunst er vandaag in om iets te maken dat werkt. Het onderscheid tussen ‘artistiek’, ‘sociaal’ of ‘politiek’ is daarbij vervaagd, net zoals de concrete output van het werk — het kan gaan om een voorstelling of een boek maar evengoed om een optocht of een feestmaal. ‘Zelfs als ik de grootste artiesten van deze tijd engageer, probeer ik hen ertoe te overhalen om een gebaar stellen naar het publiek, naar de samenleving. De oude rituelen, waarbij alles draait rond de aanwezigheid van de artiest, zijn passé. We hebben daar geen tijd meer voor.’ Rau is zoals gezegd niet de eerste of enige die zijn artistieke praktijk op deze verruimde manier invult. Maar het feit dat net hij vandaag de leiding heeft over een groot artistiek instituut, is betekenisvol. De tijden zijn wel degelijk aan het veranderen.

Colette Braeckman, Africa-journaliste voor onder meer Le Soir:

Ik hou van het werk van Milo Rau vanwege zijn onweerstaanbare drang om daar te gaan wroeten waar het zeer doet, en vanwege de wonderlijke wijze waarop zijn voorstellingen tot stand komen. Meestal gaat het zo: de regisseur wil aan de slag met een vast omlijnd gegeven. Dat kan een stuk zijn, een roman, een filmscenario, een eigen tekst, of gewoonweg een idee. Het werk met de acteurs bestaat er vervolgens uit om die inhoud uit te werken en leesbaar te maken. Zo niet met Milo Rau. Hij maakt omzwervingen, plukt ideeën, verzamelt teksten, plekken. Hij combineert intuïtie en intelligentie, zonder dat beide kwaliteiten elkaar in de weg zitten. Samen met zijn ploeg van acteurs en dramaturgen voert hij gesprekken met mensen die op het eerste gezicht weinig met elkaar te maken hebben, en hij vertrouwt er op dat ze hem ergens zullen brengen, dat de samenwerking van professionele spelers met amateurs iets nieuws op zal leveren. Meer nog: hij laat zich van zijn stuk brengen door hun getuigenissen, waardoor de thema’s kantelen en onverwachte richtingen uitgaan. En dan komt steevast het moment waarop de zaak stokt. Het lijkt er op alsof Milo Rau de behoefte heeft om zichzelf vast te rijden. De impasse als methode. Alsof de ware betekenis van de voorstelling ergens moet worden losgewrikt. Er wordt herschreven, weggegooid, bijbedacht, waardoor de zin en de slagkracht van de voorstelling gaandeweg komt bovendrijven en pas rond de première echt zichtbaar wordt. Die onvoorspelbaarheid levert een duizelingwekkende, ontregelende ervaring op. Voor zijn medewerkers, maar vooral, en daar gaat het uiteindelijk om, voor de toeschouwers.

Toen Milo Rau vanuit Rwanda in Congo aankwam, waar hij Hate Radio creëerde, was hij een van de weinigen die de sleutels vond om deze schijnbare chaos onmiddellijk te begrijpen. In Mutarule greep het geweld hem bij de keel. Hij was er een van de eerste getuigen van een bloedbad, een van de zovele. De brutaliteit van de mijnbouw raakte hem, net zoals de machteloosheid van dit volk, dat ontroofd werd van zijn grondstoffen, zijn land, zijn beslissingsbevoegdheid en dat al zovele jaren zijn woede uitschreeuwt om het stilzwijgen van de wereld. Milo Rau kent de patronen van de uitbuiting van volkeren; al jaren volgt hij de paden van het onrecht en ontcijfert hij de wanorde van de wereld. Maar hij wil er tenminste iets aan doen. Filmen. Illustreren. Uitleggen. En vooral luisteren en vervolgens het woord geven aan zij die gedoemd waren om in stilte te sterven. Hij houdt hen een microfoon voor, richt zijn camera en bouwt met al die brokstukken een rechtszaak op, Het Congotribunaal, waar iedereen wordt gedagvaard, de slachtoffers, de getuigen, de verdachten. Een fictief tribunaal waarin alles waar is, waar het woord oprecht is omdat het wordt gesproken voor een echt publiek van honderden mensen die bijeen zijn gekomen om eindelijk te kunnen luisteren naar een geschiedenis, naar hun eigen geschiedenis die aan hen wordt teruggegeven, beschreven door elkaar tegensprekende getuigen en eindelijk berecht.

Milo Rau met Congolese soldaten tijdens een onderzoeksshoot voor The Congo Tribunal in 2015. Foto: Fruitmarket, Langfilm & IIPM/ Eva-Maria Bertschy

Seizoen 18/19

In dit land waar de internationale rechtspraak nog niet is aanbeland, waar lokale rechtbanken vaak worden omgekocht of geïntimideerd, laat Milo het oordeel van de publieke opinie toe. Zowel de nationale als de internationale. We zullen niet kunnen beweren dat we het niet wisten. Dat de bronnen van het drama niet blootgelegd waren. Dat de ware schuldigen op het terrein én de verre opdrachtgevers ‘met hun propere handen’ niet waren aangeduid … Aan het eind van dit historische tribunaal komt slechts één eis naar voren: er moeten andere processen komen, ogenschijnlijk fictief maar reëel in de feiten. Processen in andere steden, andere provincies. Stap voor stap, geval per geval, moet de straffeloosheid wijken … Milo Rau in Congo is de strijd van een man die de waarheid wil laten doorbreken en iedereen voor zijn verantwoordelijkheid wil plaatsen. Als geëngageerd intellectueel, kunstenaar, film- en theatermaker nam hij alvast zijn verantwoordelijkheid, en in de ogen van de Congolezen is dit werk van getuigenis afleggen en solidariteit betonen reeds een begin van genezing, een straaltje licht in de nacht …


LA REPRISE HISTOIRE(S) DU THÉÂTRE I, DE NIEUWSTE CREATIE VAN MILO RAU

MILO RAU — HET STADSTHEATER VAN DE TOEKOMST

PRELUDE OP EEN NIEUW ARTISTIEK TIJDPERK IN NTGENT Stefan Bläske, hoofddramaturg NTGent in gesprek met Milo Rau

‘Toneel spelen is als dromen’, luidt het in jouw jongste succesproductie Five Easy Pieces. Bij jou zijn dat vaak angstdromen. Over de zaak Dutroux, de genocide in Rwanda, de Milo, momenteel werk je in Luik en Brussel misdaden in Congo. Je lijkt wel bezeten door aan een voorstelling die op 4 mei in première de donkere kanten van de Belgische en de gaat in het KfdA. En daarmee start je meteen koloniale geschiedenis. Hoe is jouw relatie een nieuwe reeks bij NTGent die je niet onmet België, met Europa? bescheiden Histoire(s) du Théâtre noemt, Ja, ik ben altijd al zeer geïnteresseerd ontleend aan Jean-Luc Godards Histoire(s) geweest in de donkere kanten van België du Cinéma. Waarover gaat het? (en van Europa). Voor de eerste editie van Godards ‘filmgeschiedenissen’ zijn zeer Histoire(s) du Théâtre kozen we ook voor persoonlijke anekdotes, beeldverhalen — het een moordzaak, de zaak Ihsane Jarfi die gaat om zijn eigen biografie als toeschouwer, in 2012 heel Wallonië beroerde. Een ongeom verhalen uit het starsystem van Hollywood, looflijk wrede, zinloze misdaad waarbij een daarover, over hoe montage functioneert en jonge homoseksueel met Noord-Afrikaanse dergelijke meer. Net zo zal het ook in mijn wortels door vier werklozen werd doodgeeerste deel van Histoire(s) du Théâtre gaan marteld. Het tweede deel van Histoire(s) du over de blik van de maker op het complexe Théâtre, verzorgd door de Congolese choreogegeven ‘theater’, om de obsessie van de graaf Faustin Linyekula, gaat over Congo. acteurs, om mijn obsessies. Daar horen ook En eveneens volgend seizoen zal ook huiszeer technische vragen bij: hoe komt een regisseur Luk Perceval zich focussen op een acteur op, hoe gaat hij af? Hoe ontstaat uit duister hoofdstuk van de Belgische aanwezigtekst een personage? Hoe kunnen menselijke heid in Centraal-Afrika, de rubbergenocide grenservaringen — en vooral extreem geweld onder Koning Leopold. Naar mijn mening is — op het toneel worden getoond? Wat is ‘waar- dit de taak van het theater: zoeken naar de heid’ op het toneel? En wie ‘maakt’ eigenlijk crisisgevoelige oorsprong en achtergronden het theater: enkel de regisseurs en acteurs? van de wereld, die wij als normaliteit ervaren. Of ook iedereen die normaalgezien niet op het toneel staat? In mijn theatergeschiedenis speelt ook een heftruckchauffeur en Weinig regisseurs zijn zo internationaal en een dierenverzorgster mee. genreoverschrijdend actief als jij: je maakt

films en toneelstukken, schrijft boeken, voert acties. Moet een kunstenaar politiek betrokken zijn om invloed te hebben? Ik denk het wel. Engagement kan echter op vele niveaus plaatsvinden. In de Europatrilogie hebben we geprobeerd om de wereldwijde geschiedenis te vertellen via private levens. Eigenlijk gaat het bij mij, zelfs in mijn grootschalige projecten, altijd over de individuele persoon, het individuele verhaal. Daarom koos ik voor mijn Histoire(s) du Théâtre voor een eerder klein voorval, voor een zeer concrete vraag: waarom wordt deze man die nacht vermoord? Waarom door die mannen, waarom op dat tijdstip? Mijn ‘grote’ projecten als Het Congotribunaal of General Assembly vormen de optimistische pool in de sombere kosmos van mijn werk: van voorstelling naar verandering, van realisme naar Realpolitik.

Naast uw acties, films en boeken brengt u ook grote conventionele stukken acteurstheater, zoals onlangs nog LENIN in de Berlijnse Schaubühne. De New York Times noemde jouw theaterambacht in die voorstelling ‘meesterlijk’. Wat betekent dat ambacht voor jou? Ik ben blij dat de kritiek beseft dat ik in feite een ouderwetse vakman ben, ondanks alle politieke bovenbouw. Zoals ik al zei, begint alles bij mij in de directe confrontatie met de acteurs, met de ruimte, met de zeer specifieke

mogelijkheden van theater als live medium. Ik probeer repetities met een open geest te benaderen. Voor mij is dit de basisregel van het theater: dat alles mogelijk is, dat iedereen erbij betrokken kan worden — ook de hondenliefhebber, zelfs de heftruckchauffeur.

Al van bij het prille begin is theater een bezwering van de doden, een geritualiseerde ervaring van oerzonden en collectieve trauma’s. In het eerste deel van de door Milo Rau gecureerde reeks Histoire(s) du théâtre benadert deze regisseur en auteur de tragedie als een allegorisch misdaadspel. Hij tracht de gebeurtenissen te reconstrueren van april 2012 toen Ihsane Jarfi, een homoseksueel van Marokkaanse origine, urenlang werd gefolterd en brutaal vermoord door vier jonge mannen uit Luik. Dit voert Rau naar de vraag hoe geweld op het toneel kan getoond worden. Voor deze productie werkt hij behalve met de acteurs Sara de Bosschere, Sébastien Foucault en Johan Leysen ook met een aantal mensen zonder acteerervaring die hij selecteerde na een uitgebreide casting in Luik.

In jouw teksten en werken bekritiseer je het kapitalisme en het neoliberalisme. Nu neem je als artistiek directeur de verantwoordelijkheid over meer dan 80 medewerkers. Geniet je van jouw nieuwe baan? Wat maakt een goede baas, wat maakt een goede artiest en regisseur? Ik geloof sterk in de structurerende kracht van het werken. Of anders gezegd: een goede theaterintendant is iemand die geen ideologische programma’s of praktisch onbruikbare organogrammen ontwikkelt, maar die theater maakt. Het Stadstheater van de toekomst, zoals we dat in Gent willen uitwerken, is gebaseerd op vier pijlers. De eerste en belangrijkste is de ontwikkeling van nieuwe stukken. Ten tweede, het internationaal toeren met deze producties om wereldwijd de Gentse stijl uit te dragen. Ten derde de betrokkenheid en opleiding van jonge kunstenaars, maar ook de integratie van de stad en sociale projecten om de vinger aan de pols te houden. En natuurlijk ook interessante producties uit de regio en het buitenland uitnodigen. De wereld komt naar Gent, Gent straalt de wereld in.

Concept, tekst en regie: Milo Rau Spel: Sara De Bosschere, Suzy Cocco, Sébastien Foucault, Fabian Leenders, Johan Leysen, Tom Adjibi Productie: International Institute of Political Murder (IIPM) en Création Studio Théâtre National Wallonie-Bruxelles. Op vr 4 (première), za 5, zo 6, di 8 en wo 9 mei in het Théâtre National Wallonie-Bruxelles in het kader van het Kunstenfestivaldesarts

De cast voor La Reprise in Luik, maart 2018. Foto: Michiel Devijver

MILO RAU ZET ZIJN ONDERZOEK VAN GROTE TRAGEDIES EN/OF KANTELMOMENTEN IN DE RECENTE BELGISCHE GESCHIEDENIS VERDER. NA DE AFFAIRE DUTROUX IN FIVE EASY PIECES VORMT NU DE HOMOFOBE MOORD OP IHSANE JARFI IN LUIK IN 2012 HET STARTPUNT VOOR DE PRODUCTIE. Kristof Blom, artistiek directeur CAMPO:

Het International Institute of Political Murder en het werk van Milo Rau kwam voor het eerst op mijn radar naar aanleiding van het ­Duitse Theatertreffen 2012. Milo was er geselecteerd met zijn ­Hate Radio, en ook CAMPO stond er, met Before Your Very Eyes. Hate ­Radio had een grote impact op mij. Er ging een ongelofelijke relevan­tie van uit, dit in een periode waarin (zeker hier in Vlaanderen) ­het maatschappelijk engagement van de podiumkunsten op een lager pitje stond dan vandaag. Hate Radio was meteen ook de start van mijn bewondering voor het werk van Milo, een bijzondere combinatie van documentaire, journalistiek, film en theater. Uiteraard ben ik trots dat CAMPO Milo Rau mocht introduceren in Gent. Maar los van de presentatie van zijn eerdere werk — de passage van Breivik’s Statement in de aula aan de Voldersstraat is er eentje om nooit te vergeten — groeide bij ons de nieuwsgierigheid om intenser samen te werken met deze bijzondere kunstenaar. CAMPO werkt reeds jaren aan een reeks voorstellingen met kinderen op scène, gemaakt voor een volwassen publiek. Toekomstbeelden, authenticiteit, fantasie, … het zijn vaak gebruikte uitgangspunten voor voorstellingen met kinderen, maar als er één maker was die hier iets aan toe te voegen had, was het wel Milo Rau. Helemaal interessant werd het wanneer hij met het voorstel op de proppen kwam om rond het thema van Marc Dutroux te werken: Five Easy Pieces werd een ongezien succes, een avontuur mét bijhorende commotie, tabloid pers, censuurcommissies, prestigieuze prijzen en nog meer uitnodigingen voor prestigieuze festivals. De voorstelling toerde al langs vijftien landen — binnen en buiten Europa — en het einde van de speelreeks is nog niet in zicht. Tijdens de creatieperiode van Five Easy Pieces spendeerde Milo veel tijd in Gent, maar niemand had durven voorspellen dat hij nog geen twee jaar later aan het hoofd zou staan van het Gentse stadstheater. Het is spannend om van dichtbij te kunnen meemaken wat een dwarsligger als Milo met een dergelijke grote structuur gaat aanvangen. Voor CAMPO betekent dit vooral ook een mogelijkheid om verder met Milo Rau en NTGent te kunnen samenwerken, op andere manieren, met oneindig veel mogelijkheden. Ik kijk er naar uit. NTGent

La Reprise. Histoire du Théâtre I wordt gespeeld in het Frans met Nederlandse en Engelse boventitels. Actiecode De Standaard: MILO_DS

HET LAM GODS VOOR ����

Nathalie De Boelpaep, zakelijk directeur NTGent:

Zoals elke rechtgeaarde cultuurfan kende ik het werk van Milo Rau al een hele tijd, zeker sinds het een vaste plek kreeg op het Kunstenfestivaldesarts. Ik zag Breivik’s statement in het Brusselse stadhuis en ook The Civil Wars en Five Easy Pieces. In stijl en inhoud heel verscheiden voorstellingen, met engagement en een documentaireachtige kijk als gemene deler. Nooit gratuit: elke voorstelling leverde uren gesprekstof op met vrienden en collega’s. Milo zelf ontmoette ik pas twee dagen voor mijn benoeming bij NTGent. Een afspraak in het station van Keulen, op en af met de Thalys. Ik was wat nerveus. Er was veel te vragen en te zeggen, maar door zijn heesheid na een verkoudheid lukte dit niet zoals hij wilde. Ik voelde wel dat het goed zat, was rustig geworden van zijn kalmte. Ik kan niet wachten tot we volop de tijd en ruimte krijgen om onze samenwerking op te starten en uit te diepen. Enkele weken geleden, tijdens het Buda-symposium Return of the Fantastic Institution, kwamen artiesten, theoretici en directeuren van over heel Europa samen om het te hebben over artistieke instellingen en hoe ze in tune kunnen zijn (of blijven) met hun artistieke, sociale en politieke waarden en ambities. Dat we ons als instituut bewust moeten zijn van onze veranderende maatschappij, een plicht hebben om de kwetsbaren te respecteren en onze privileges over boord moeten gooien, werd niet in vraag gesteld. Maar over het hoe, wie en waarom viel ik soms achterover. Al te vaak worden de armen in de lucht gegooid dat het toch allemaal zo moeilijk is. In Zinnema, waar ik tot voor kort werkte, nemen we deze verantwoordelijkheid ten volle op, in openheid en vanuit een artistiek verhaal. Als je echt iets wil veranderen in hoe mensen samenleven en aan politiek doen, in grote én kleine dingen, dan geloof ik echt dat dit kan. Ik kijk er naar uit om met Milo, alle andere NTGenters én de Gentenaars zelf, de komende jaren als echte bondgenoten die uitdaging aan te gaan en een reële bijdrage te leveren aan de schoonheid van de solidariteit.

Op wo 16, do 17, vr 18 en za 19 mei in NTGent Minnemeers met gratis inleiding 45' voor aanvang

Voor zijn openingsproductie van het nieuwe theaterseizoen neemt NTGent Het Lam Gods, het beroemde 15de-eeuwse retabel van de gebroeders van Eyck, als uitgangspunt en krijgen acteurs als Chris Thys, Frank Focketyn en Lien Wildemeersch het gezelschap van ‘gewone mensen’ uit Gent. De castings zijn intussen volop aan de gang, de première vindt plaats op 29 september 2018 in NTGent Schouwburg. Wie nog wenst mee te werken als een van de personages van Het Lam Gods, kan mailen naar lamgods@ntgent.be

Enkele beelden van de casting van 20 maart 2018. Foto’s: Michiel Devijver Lam. Foto: Marie von Krogh

Seizoen 18/19

COLOFON Samenstelling: dienst communicatie & dramaturgie NTGent Vormgeving: L8 Coverfoto: Michiel Devijver Coördinatie & eindredactie: Koen Van Caekenberghe Verantwoordelijke uitgever: Pablo Fernandez Alonso — NTGent, Sint-Baafsplein 17, 9000 Gent


DE WAARHEID IS DAT WIJ U EEN KRANT WILLEN VERKOPEN De waarheid is dat dit een advertentie is voor De Standaard. Dat wij in deze publicatie adverteren omdat we ons willen linken aan onze sponsors en partners, omdat wij denken dat hun profiel bij het onze past. En dat wij op deze manier ook nieuwe lezers kunnen aantrekken. Want de waarheid is ook dat hoe meer kranten we verkopen, hoe beter we u over de waarheid kunnen vertellen. Onze journalisten kunnen dan grondiger uitzoeken hoe de vork precies in de steel zit. Meningen filteren en feiten uitklaren. Want de waarheid is dat u tegenwoordig al genoeg onwaarheden te lezen krijgt. En nog meer halve waarheden die in iemand anders zijn kraam passen. De waarheid is dat u op ons rekent om de waarheid zo goed mogelijk bloot te leggen, en dat wij op u rekenen om uw tijd en geld in ons te investeren. Kortom de waarheid is niet altijd gemakkelijk. De waarheid is bovendien dat uit onderzoek blijkt dat u meer geneigd zal zijn om een krant te kopen wanneer er een stippellijn rond ons aanbod staat. En dan nog meer als er een schaartje bij staat.

Ontdek onze aanbiedingen en kortingen via standaard.be/abonnement


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.