Kwintessens 2016-2

Page 1

tijdschrift over design jaargang 25  2de trimester 2016  laatste nummer  € 7,–

Kwintessens 2016-2  nieuwe urgenties

Atelier BXL Productieve Metropool Rachida Aziz Constant De Andere Markt Dear Hunter Jan De Cock DoucheFLUX Archibald Godts Jardin Essentiel Thomas Laureyssens Make.Brussels Onbetaalbaar Open Design-cursus Parckfarm Kristel Peters Plan C Prison Gear Fatima Rafiy Rotor Amina Saâdi Studio Refugee The Post-Couture Collective Toestand Unfold Brecht Vandenbroucke Annelies Vaneycken Judith Vanistendael

kwintessens nieuwe urgenties


tijdschrift over design jaargang 25  2de trimester 2016  laatste nummer  € 7,–

Kwintessens 2016-2  nieuwe urgenties

Atelier BXL Productieve Metropool Rachida Aziz Constant De Andere Markt Dear Hunter Jan De Cock DoucheFLUX Archibald Godts Jardin Essentiel Thomas Laureyssens Make.Brussels Onbetaalbaar Open Design-cursus Parckfarm Kristel Peters Plan C Prison Gear Fatima Rafiy Rotor Amina Saâdi Studio Refugee The Post-Couture Collective Toestand Unfold Brecht Vandenbroucke Annelies Vaneycken Judith Vanistendael

kwintessens nieuwe urgenties


1992-4, Nicole Vandevelde & Michel Van Beirendonck

1993-1, Jo Klaps (Brussels Lof, Total Idea Factory)

1993-2, Geert Verstaen

1993-3, Katrien Daemers

1993-4, Vandekerckhove &Co

1994-1, Livin Mentens

1994-2, Herbert Binneweg

1994-3, Johan Jacobs & Hugo Puttaert (Vision & Factory)

1994-4, Luk Mestdagh

1995-1, Arne Reynaert (Rein-Art)

1995-2, Lia Schelkens

1995-3, Leen Depooter (Quod)

1995-4, Herman Lampaert & Visu-L

1996-1, Michaël Samyn (Zupergraphyx!)

1996-2, Inge Van Damme

1996-3, Eric Desombere

1996-4, Miet Marneffe

R. Buytaert, C.Cruys- 1997-2, Jessika L’Ecluse 1997-1, Rob Buytaert, Carl Cruysberghs & A.Vandezande berghs & Annemie Vandezande

1997-3, Thomas Soete (Cloaca Maxima)

1997-4, Johnny Bekaert

1998-1, Triumvira[a]t

1998-2, Qui ViveMertens & Michiel Krist de Munter (Qui Vive)

1998-3, Jan Van Caneghem

1998-4, Misjel Vossen

1999-1, Tinne Luyten (Oskar D)

1999-2, Joke Mestdagh

1999-3, Gorik Lindemans & IYO

1999-4, Sanny Winters & Tim Oeyen

2000-1, Jan Van Son

2000-2, Koen Bruyñeel

2000-3, Raf Thienpont

2000-4, Mega-L-Una

2001-1, Bailleul Ontwerpbureau

2001-2, Randoald Sabbe

2001-3, Chris Martens

2001-4, Johan Vandebosch (Ziezo)

2002-1, Boudewijn Delaere

2002-2, Annelies Vaneycken (Trans-ID)

2002-3, Sander Vermeulen (Mastic)

2002-4, Parcifal Neyt

2003-1, Jan W. Hespeel

2003-2, Koen Geurts & Marenthe Otten

2003-3, Dion Boodts (Le Poisson illustré)

2003-4, Michaël Bussaer (H+M)

2004-1, Yuri Bollaerts

2004-2, Saskia Westerduin (Marketing-21)

2004-3, Paul Boudens

2004-4, Geoffrey Brusatto

2005-1, Saskia Vanderheyden & Fauve

2005-2, Filip De Baudringhien 2005-3, Sara De Bondt & Stéphane de Schrevel

2005-4, Graphic Group Van Damme

2006-1, Christophe Heylen (Kern02)

2006-2, Saskia Wierinck (Barlock)

2006-3, Pablo Hannon & Manon Wethly (Hectica)

2006-4, Thomas Soete

2007-1, Koen Bruyñeel

2007-2+3, Lodewijk Joye

2008-1, Compagnie Paul Verrept

2007-4, Sander Vermeulen (Fanclubproject)

1

1992-3, Jaak Van Damme

inleiding

1992-2, Lejon Tits

96 nummers van Kwintessens, vormgegeven door Vlaamse ontwerpers

1992-1, Filiep Tacq (Leopold & Zonen)


V l a a m s t i j d s c h r i f t Vo o r Vo r m g e V i n g e n m o d e j a a rg a n g x V i i · 4d e t r i m e s t e r 2 0 08 · a b o n n e m e n t € 2 3, 5 5 · l o s n u m m e r € 6, 2 5

desıgn 4

kwintessens

V l a a m s t i j d s c h r i f t Vo o r Vo r m g e V i n g e n m o d e j a a rg a n g x V i i · 4d e t r i m e s t e r 2 0 08 · a b o n n e m e n t € 2 3, 5 5 · l o s n u m m e r € 6, 2 5

mode

25/11/08 13:10:32

2

Mies Van Roy

2008-3, An Eisendrath (Oskar D)

2008-4, Stéphane de Schrevel

2009-1, Annelies Vaneycken (Trans-ID)

2009-2, Geoffrey Brusatto

2009-3, Sara De Bondt & Chris Svensson

2009-4, Jan & W.Randoald Hespeel & Randoald Sabbe

2010-1, Ronny Duquenne

2010-2, Johan Vandebosch (Ziezo)

2010-3, Pascal Van Hoorebeke

2010-4, Jens Pieters (Jens Dawn)

2011-1, Paul Boudens

2011-2, Koen Geurts

2011-3, Livin Mentens

2011-4, Tom Hautekiet & Tom Suykens (KIET)

2012-1, Pieter Willems (Pjotr)

2012-2, Kris Demey

2012-3, Iris Rombouts

2012-4, Wim Vandersleyen

2013-1, Ward Heirwegh

2013-2, Ronny Duquenne&&J. Johny 2013-3, Katrien Daemers & 2013-2, R. Duquenne Van de & Johny) Van deVyver Vyver(Ronny (Ronny & Johny) Jessika L’Ecluse (Gestalte)

2013-4, Michaël Bussaer & Jef Cuypers

2014-1, Peter De Roy

2014-2, The Factory Brussels

2014-3, indianen

2014-4, DIFT

2015-1, Laura Bergans

2015-2, Ines Cox

2015-4, Lodewijk Joye

2016-1, Eva 2016-1, E. Moulaert Moulaert&& Marie Sledsens(Dear (DearReader) Reader) M. Sledsens

2015-3, Ine Meganck

laatste nummer NUMMER 97 Mies Van Roy U hebt het allerlaatste nummer van Kwintessens in handen. Misschien hebt u het al vernomen: na net geen 25 jaar houdt dit tijdschrift op te bestaan. De werking van Design Vlaanderen werd aan het begin van dit jaar opgenomen in Flanders DC, wat geleid heeft tot deze beslissing. 1.

In dit nummer staan verwijzingen naar artikels uit voorgaande nummers, herkenbaar door dit symbool Ⓚ.

goed voor voor 77 384 384 pagina’s pagina’s inspiratie, inspiratie, in in de de vorm vorm van van 97 nummers van Kwintessens Kwintessens,1, goed artikels, recensies, interviews, portretten, fotoshoots en meer. Kwintessens was een platform dat de meerwaarde van design – in al zijn domeinen, raakvlakken en disciplines – belichtte, met een focus op het werk van ontwerpers van bij ons. Over de geschiedenis van Kwintessens leest u meer op p. 102, in een interview met oprichter Johan Valcke.

Mist u nog een nummer in uw Kwintessens-verzameling? Laat dan gerust iets weten via info@designvlaanderen.be. Niet alle nummers zijn nog voorradig, maar we doen ons best om uw collectie te vervolledigen.

2008

kwintessens

kwintessens20084-cover.indd 1

2008-2, Jurgen Maelfeyt


In de afgelopen jaren is het designlandschap veranderd, en dat op verschillende vlakken. Zo is er meer aandacht gekomen voor onder meer digitaal ontwerp. Meer en meer ontwerpers werken ook multidisciplinair of vormen (tijdelijke) samenwerkingsverbanden. Ze richten zich eerder op het oplossen van een probleem, waarna ze eventueel naar de juiste partners op zoek gaan, dan te denken vanuit aangeleerde capaciteiten. Ook wat betreft de promotie van design is er veel veranderd. Er zijn veel partners in het veld bijgekomen, zowel private als gesubsidieerde organisaties. Terwijl er 20 jaar geleden misschien één jaarlijks event rond design werd georganiseerd, zijn er vandaag tientallen. Hetzelfde geldt voor de media. Vroeger was er amper berichtgeving over design, vandaag is dat gelukkig anders. Zowel online als offline magazines helpen mee om ontwerpers bekendheid te geven. Al blijft het een feit dat weinige de verschillende aspecten van design zo breed en zo diep belichten als Kwintessens heeft gedaan.

We hopen dat dit nummer u deze zomer voldoende inspiratie biedt. In het kader van Design September organiseert Kwintessens een avond met lezingen en een debat rond dit thema in de Beursschouwburg in Brussel. Noteer alvast 27 september in uw agenda, want dan klinken we samen met u op 25 jaargangen Kwintessens. Grote dank aan iedereen die de afgelopen jaren heeft meegewerkt aan Kwintessens: auteurs, fotografen, grafisch ontwerpers, illustratoren, drukkers, en uiteraard ook alle geïnterviewden. We danken ook u, de lezer, voor wie we dit tijdschrift altijd met veel enthousiasme hebben gemaakt. Binnen Flanders DC zullen we verslag blijven brengen over onze ontwerpers, vanuit een klemtoon op hun ondernemerschap. Hun verhalen brengen we op de vernieuwde website die in 2017 online zal gaan.

3

Met dit laatste nummer willen we dan ook een blik op de toekomst werpen. We nodigden ontwerper Annelys de Vet als gastredacteur uit. Zij focuste bij de samenstelling van dit nummer op de maatschappelijke rol van ontwerpers. Hoe kunnen ontwerpers een bijdrage leveren aan de uiteenlopende problemen en uitdagingen die zich vandaag (en morgen zullen) manifesteren? Annelys zorgde eveneens voor het ontwerp van dit nummer, dat ongetwijfeld zal uitgroeien tot een collector’s item.

inleiding

Is print dood? Neen! Maar we kunnen er niet onderuit dat snelle en korte informatie gemakkelijker overleeft in deze drukke tijden, waarin we van alles op de hoogte willen blijven, maar eigenlijk tijd te kort hebben.


INHOUD

1 Nummer 97 Mies Van Roy

6 Ontwerpen in een nieuwe Belgische realiteit Annelys de Vet

14 Le Massacre du Printemps Tom Schamp

16 Duizenden conflicten met een kleine c

Kurt Vanbelleghem 4

24 De burgerparade

44 Jardin Essentiel: Cultuur en natuur komen steeds dichter bij elkaar 46 Make.Brussels: Wereldwijd zie je een tendens om meer beroep te doen op de bevolking 48 Annelies Vaneycken, Office for Public Play: Kinderen als ontregelaars van vastgeroeste normen en vormen 50 Thomas Laureyssens, Whistle.city: Een sociaal draagvlak verhoogt de hoeveelheid interactie

Over de zin van zinloos geweld en de politieke 52 Dear Hunter: (im)potenties van design Hoe is het werkelijk om ergens Pascal Gielen

31 Intrinsiek politiek

Schoonheid in sociale duurzaamheid Heini Lehtinen

te zijn?

56 Amina Saâdi, Versailles: Daardoor is het moeilijk om hier een toekomst op te bouwen

38 Atelier BXL Productieve Metropool: Een gezonde stad is een productieve stad

58 Prison Gear: We moeten de architectuur van het gevangenisregime herformuleren

40 Parckfarm: Hoe bewoners actief kunnen bijdragen tot de geleefde ruimte

60 Rachida Aziz, Le Space: Veel culturele centra zijn overwegend wit, vaak ook met politieke kleur

42 Toestand, AllĂŠe Du Kaai: Leegstand mag geen business worden

62 Jan De Cock, Brussels Art Institute: Een sterk standpunt innemen, tegendraads zijn en een eigen pad volgen


64 DoucheFLUX: 88 Studio Refugee: Je ook ‘mens’ voelen als dakloze Door vluchtelingen te werven, kunnen zij werkervaring 66 Rotor: opdoen en beter integreren Duurzaam economisch model dat internationaal inzetbaar 90 Open Design-cursus is en talrijke jobs kan creëren voor vluchtelingen en asielzoekers: Een onderwijsexperiment en 68 Plan C, Reburg: een geavanceerde vorm van Afval is de nieuwe grondstof culturele integratie

72 The Post-Couture Collective: Hoelang gaan we nog door met productie in lagelonenlanden? 74 Onbetaalbaar, De Veiling der Dingen: De waarde van objecten is zowel economisch, ecologisch, artistiek als emotioneel 76 Unfold: Fysiek vervaardigen en digitaal vormgeven 78 Constant: Gezamenlijke kennis ontwikkelen door ervaringen met elkaar te delen 82 De Andere Markt: Waarin ben je goed? Wat zou je graag willen doen? 84 Archibald Godts, Man’s best friend: Zorgen dat ouderen langer zelfredzaam kunnen wonen 86 Fatima Rafiy, Noor D*Izar: Made in Belgium is een kwaliteitslabel, ook in de Arabische wereld

92 Judith Vanistendael: Ik teken om subtiliteit in het leven aan te brengen 96 Brecht Vandenbroucke: Wat een waarheid is voor de ene, is een leugen voor de andere 98 Subjectieve selectie van relevante quotes uit Kwintessens 5

70 Kristel Peters: Modulair, zero wastematerialen, -technieken, product én service

102 Schoonheid,

constante vernieuwing en ultieme vrijheid Oprichter Johan Valcke over 24 jaar Kwintessens Natasja Admiraal

110 Hands on Design,

of het onzichtbare zichtbaar maken Johan Valcke


EFFECTIEF AFFECTIEF vorm relatie woord beeld beeld middel intellectueel visueel stijl mentaliteit ontwerp strategie

6

Annelys de Vet

object proces product verhaal esthetiek ethiek objectief subjectief cognitief intuĂ?tief identiteit fantasie science FIction

nostalgie

echt FIctie waarheid meervoud waar waarachtig


ONTWERPEN IN EEN NIEUWE BELGISCHE REALITEIT Annelys de Vet1

De redactie was vol vertrouwen: “We beschouwen dit laatste nummer van Kwintessens als middel om na te denken over de toekomst, en een mogelijk vervolg op onze werking als blad. Alles staat open.” 1. Ⓚ Staat van

En daarmee is dit nummer een voorbeeld geworden voor de manier waarop ik met ontwerpen denk te moeten omgaan; waarbij er vertrouwen is tussen de samenwerkende partijen, zonder hiërarchie, als ‘partners in

crime’. De ruimte voor het auteurschap is optimaal, er is sprake van cocreatie, en het proces is wezenlijk een dialoog tussen de partijen geworden. Deze Kwintessens werd zo een middel om vragen te stellen, onder-

verwarring, of: nieuwe ontwerpsstrategieën,

Annelys de Vet, 2009-4, p. 53 (design) Ⓚ Wereldvisie =

levensvisie. Alles staat in verband met elkaar,

Kurt Vanbelleghem, 2013-3, p. 41

7

Tot mijn verrassing vroegen ze mij onlangs opnieuw. Ditmaal voor het allerlaatste nummer van Kwintessens, waarvan vorm en inhoud nog helemaal open stonden. Op de eerste redactievergadering kwam uiteraard ter sprake hoe groot mijn inhoudelijke ruimte was. Zou een kritische geëngageerde visie op het vakgebied centraal mogen staan? Zou dit nummer een manifest kunnen zijn voor een mentaliteitsverandering binnen de ontwerpdiscipline? Konden we dit nummer gebruiken om maatschappelijke veranderingen te contextualiseren, te benoemen en daarbij inspirerende actuele Belgische projecten als voorbeelden te tonen? En konden we met deze aandacht en focus die ontwikkeling onderstrepen? En hoe zat het met de vaste rubrieken, konden we die ook in vraag stellen?

essay

Enkele jaren terug vroeg de redactie van Kwintessens mij om een nummer vorm te geven. In eerste instantie uitgedaagd door de vraag, heb ik de opdracht niet aangenomen, de inhoud was namelijk al bepaald. En in mijn ontwerppraktijk is het ondenkbaar om niet betrokken te zijn bij die inhoud. Ik ontwikkel hem mee, of moet me er op zijn minst verwant mee voelen. Het werk wordt zo een manier om mij tot de wereld te verhouden. Dus ging de beker aan mij voorbij.


ervaring specialisme specialist hybride zijn worden burger vluchteling ontwerper collectief individueel samen monoloog dialoog

8

Annelys de Vet

academie peer-to-peer kennis

onderzoek

technologie biologie gedrag script gezicht interface lichaam

device

materiaal data cinema youtube winkel website studio platform


zoek te doen zonder vastomlijnd kader of einddoel. We gaan heel bewust relaties aan met maatschappelijke vraagstukken met als doel om een bredere dialoog te voeren over gemeenschappelijkheden. Enerzijds streven we ernaar om maatschappelijke actoren bewust te maken van hun verantwoordelijkheid in het scheppen en waarborgen van ruimte voor de veranderende posities van ontwerpers, anderzijds willen we met dit nummer bijdragen aan een nieuw referentiekader en vocabulaire voor die veranderingen. Met een publiek debat in september zullen we die dialoog actief voeden. We hopen dat het gesprek daarna op andere plekken wordt voortgezet, met dit nummer als inspiratie. Anders gezegd, deze allerlaatste Kwintessens is in het klein wat het in het groot wil aankaarten.

Kritisch burgerschap Annelies Vaneycken, Office for Public Play, p. 48

9

zichzelf staande onderzoeksprojecten aan de orde, onder meer waar nieuwe ‘talen’ worden ontwikkeld voor de participatie van kinderen in ontwerpprocessen, of over de vormgeving en status van gevangenissen in België. De openbare ruimte wordt op verschillende manieren geherinterpreteerd, opgetekend door middel van stedelijke observaties in prachtige subjectieve stadskaarten die moeten bijdragen aan sterkere verbindingen tussen burger en beleid. Maar ook over de organisatie van arbeid en productie, en hoe burgers actiever kunnen worden betrokken bij stadsontwikkeling. Door middel van artistieke interventies wordt de notie van werk bevraagd, en onderzoekt men nieuwe manieren om arbeid te organiseren vanuit de talenten van individuen. Andere projecten verhouden zich tot demografische veranderingen, de integratie van vluchtelingen of daklozen. Hoe kunnen we deze groepen op hun kwaliteiten aanspreken en samen projecten ontwikkelen? Er Wat opvalt, is dat het voor een groot deel is een atelier opgericht waar vluchtelingen zelfgeïnitieerde projecten betreft, waar an- en ontwerpers nieuwe producten maken, dere partijen pas later bij worden betrokken. en elders wordt er een designcursus voor Of het zijn opdrachten die geformuleerd vluchtelingen georganiseerd, waar deelzijn naar aanleiding van eerder onderzoek nemers een informeel certificaat krijgen dat van een ontwerper. Zo komen er ook op hen een grote stap vooruit kan helpen. Ook

essay

De 27 projecten die centraal staan in dit nummer zijn casestudy’s over makers die in hun werk maatschappelijke issues aankaarten. Deze ontwerpers, architecten en initiatiefnemers zetten hun werk in om iets in de wereld te veranderen, bij te dragen aan veranderingen of bewust inzicht en begrip te kweken. In alle projecten schuilt kritisch burgerschap, een bewuste houding ten opzichte van politiek, maatschappij of omgeving; het werk staat in relatie tot die visie. De praktijk wordt ingezet om als ontwerper te participeren in processen die we met elkaar aangaan, zowel op individueel, als stedelijk, als politiek niveau. En die praktijk is steeds interdisciplinairder geworden. Ontwerpers en andere specialisten werken samen in collectieven waar fysieke of digitale platforms worden opgericht. Praktijken zoeken steeds vaker de marges op van het ontwerpen tot een punt waar het ontwerp soms niet meer als zodanig herkenbaar is.


cafĂŠ hub nieuwbouw herbestemming statisch modulair consumptie participatie engagement verantwoording publiek gebruiker copyright opensource

10

Annelys de Vet

eigendom delen economisch ecologisch zelfverdienend zelfvoorzienend hiËrarchie netwerk verticaal

horizontaal

ofFICieel informeel lineair circulair exclusief inclusief zekerheid kwetsbaarheid eeuwig tijdelijk


tonen we enkele van de door ontwerpers en kunstenaars nieuw opgerichte ontmoetingsplaatsen; voor jonge kunststudenten, voor ‘diverse’ buurtbewoners of voor poëtische actievoerders. Samen geven zij vorm aan een nieuwe hybride samenleving waar respect en solidariteit centraal kunnen staan. Het gaat daarbij ook om economische modellen en circulaire productieprocessen. Hoe kunnen we zo goed mogelijk met onze materialen en productiemethodes omgaan? Wat kan worden hergebruikt en hoe kan er in cyclussen worden gedacht, ontworpen en ontwikkeld?

in combinatie met al bewezen methodes. Hoe kunnen mode, illustraties of bits en bytes bijdragen aan een diversere beeldvorming en een inclusievere samenleving?

Vormgeving Het kan zeer klein beginnen. Zo is de letter die u nu leest een collectieve verdienste van een netwerk makers die elkaar niet noodzakelijk kennen; het is een opensourcesoftware-letter die kan worden aangepast, verdeeld en gebruikt. En dat gaat niet alleen over D E Z E letter, maar over alle karakters en families in dit blad, ze zijn stuk voor stuk ‘libre fonts’. Het papier waarop ze gedrukt zijn, is gerecycleerd papier. De drukker kreeg deze opdracht natuurlijk om zijn kwaliteit, maar ook omdat hij nadrukkelijk aangaf hoezeer deze opdracht van betekenis was voor hem. Kwintessens was geenszins standaarddrukwerk, maar iets om zich mee te onderscheiden, om zich persoonlijk voor in te zetten. En in de snede van het blad kan de Belgische driekleur worden ontdekt. Dat is zeker geen gratuite nationalistische retoriek, maar een verwijzing naar het feit dat alle projecten in het blad uit België komen, en dat het die realiteit is waar de projecten zich op richten. Een precaire actualiteit.

Onbetaalbaar, De Veiling der Dingen, p. 74

11

In al deze projecten manifesteert de ontwerper zich actief als actor in maatschappelijke, sociale, politieke, economische of ecologische vraagstukken. Anderzijds tonen de projecten vooral wat op dit moment echt urgente kwesties zijn. Zo staat bij architectuur niet nieuwbouw centraal, maar herbestemming van gebouwen. Bestaande plekken worden voorzien van nieuwe betekenis, die aansluit bij de veranderende bevolkingssamenstelling. De publieke ruimte staat onder druk, openbaarheid wordt geprivatiseerd, hoe kunnen we die opnieuw organiseren? Er wordt ingegaan op ons sociale weefsel en hoe ontwerpers kunnen bijdragen aan een betere integratie, uitwisseling met de omgeving. Waarmee ook duidelijk wordt dat we op andere manieren kunnen nadenken over de productie van ons voedsel, en dat we dat alleen collectief en in nieuwe gemeenschappen kunnen doen. Er wordt op alle mogelijke manieren aandacht besteed aan recyclage en upcycling van grondstoffen en objecten. En wie zijn de makers van onze spullen en hoe kunnen we hen en het productieproces betrekken in een bewust ontwerpproces? Hoe kunnen we afstand nemen van de eenzijdige neoliberale systemen en onze eigen structuren daartegenover zetten? Een en ander geeft aan dat ontwerpers veel contextueler en relationeler denken, en eerder modellen en circulaire systemen ontwerpen dan ‘dingen’. Daar zijn nieuwe denkmodellen voor nodig,

essay

Urgente kwesties


nieuwe urgenties

meer ruimte voor kritisch geëngageerde ontwerppraktijken

Op dinsdag 27 september organiseert Design Vlaanderen naar aanleiding van het laatste nummer van Kwintessens een symposium in de Beursschouwburg* in Brussel. * Beursschouwburg, Auguste Ortsstraat 20-28, 1000 Brussel, België www.beursschouwburg.be

start: 19.30u toegang: gratis, inschrijven is noodzakelijk via mies.vanroy@designvlaanderen.be

Ontwerpen in een nieuwe Belgische realiteit Annelys de Vet (inleiding) Duizenden conFLicten met een kleine c Kurt Vanbelleghem (betoog)

12

Presentaties van casestudy’s De Andere Markt (team De Andere Markt) Le Space (Rachida Aziz) Onbetaalbaar (Sophie De Somere) Rotor (Maarten Gielen) Studio Refugee (Sarah Rombouts) Versailles (Amina Saâdi)

Debat met

moderator: Nik Baerten

Pascal Cools (directeur Flanders DC) Annelys de vet (ontwerper en hoofd Design Sandberg Instituut) Erwin Goegebeur (departementshoofd PXL-MAD) Katrien Laporte (directeur Design museum Gent) Dirk snauwaert (artistiek directeur WIELS) Kurt Vanbelleghem (curator en uitgever) Philippe Van Cauteren (artistiek directeur S.M.A.K.)

Drink

We klinken op Kwintessens! + stand met gratis nummers uit het archief


Modellen van bewustwording

Doos van Pandora

Wat opvalt is dat het beeldmateriaal bij alle projecten vooral tekeningen, schetsen, diagrammen en organogrammen zijn of documentatiemateriaal van workshops en ontmoetingen. Feitelijk gaat het veelal niet om het beeld van het werk, maar om een poging om de achterliggende mentaliteit te tonen. Het product, medium of interventie wordt deel van een verhaal, iets waarmee de ontwerpers zich binden en verbinden. De vormen en dingen die daaruit voortkomen, lijken haast rekwisieten in dat verhaal. De projecten samen vormen een denkbeeldige maquette; een schaalmodel voor een nieuwe werkelijkheid. Dit model lost geen problemen op, maar bevraagt en ontrafelt. Ze kunnen worden gelezen als ‘modellen van bewustwording’ voor een werkelijkheid waarvoor de totstandkoming een collectieve verantwoordelijkheid veronderstelt. In die zin is deze Kwintessens een pleidooi voor een nieuwe ontwerppraktijk waar ontwerpers een belangrijke maatschappelijke rol spelen. De ontwerpers staan er klaar voor, maar het beleid, het onderwijs en de culturele instellingen moeten nog volgen. We roepen die partijen op om praktijken zoals hiervoor genoemd in te zetten en hen ruimte en vertrouwen te geven.

Terwijl ik dit schrijf, staken treinpersoneel en cipiers; groeit het onbegrip tussen de Walen en Vlamingen; neemt de werkloosheid toe, evenals de maatschappelijke segregatie; wachten duizenden vluchtelingen angstvallig op hun plek in de samenleving en is het maar enkele maanden geleden dat de ingrijpende aanslagen plaatsvonden. Ik woon als Nederlandse inmiddels acht jaar in België, maar het land lijkt in de afgelopen drie maanden meer veranderd te zijn dan in alle jaren daarvoor. Op bestuurlijk niveau is er een doos van Pandora opengegaan, en wordt zichtbaar wat lang onzichtbaar blijkt te zijn geweest.

Zwermbeheer, Atelier BXL Productieve Metropool, p. 38

zwermbeheer

13

essay

Het is een realiteit die nood heeft aan creatieve maatschappelijke projecten, met meer ruimte voor verbinding, verbeelding, zinnenprikkeling en waarachtigheid. Dit allerlaatste nummer van Kwintessens wil daaraan een actieve bijdrage leveren.

3. Het beho ook in nie op de pro een syste van klein Een onde

Volgende pagina: Le Massacre du Printemps, Tom Schamp




Maximiliaanpark

16

Kurt Vanbelleghem


DUIZENDEN CONFLICTEN MET EEN KLEINE c

Sinds het begin van dit millennium is onze samenleving op heel regelmatige tijdstippen brutaal opgeschrikt door zinloos geweld en door niets en niemand respecterende terreur. De gevolgen zijn extreem ontwrichtend, en sterk polariserende opinie- en beleidsmakers manipuleren op een weinig omfloerste manier onze bijbehorende emoties en reacties. De recente aanslagen in Brussel maken die angst en die kwetsbaarheid heel tastbaar. Het zijn niet langer de media die ons gevoel van afschuw dienen te visualiseren, onze rechtstreekse betrokkenheid zorgt daar nu voor. We hebben allemaal een persoonlijk gedefinieerde band met de plaatsen waar de aanslagen hebben plaatsgevonden en/of met een kring van mensen omheen de personen die rechtstreeks getroffen zijn door de gevolgen van die terroristische daden. Het overheersende gevoel bij dit blinde geweld is dat van machteloosheid. Die onmacht wordt in de onmiddellijke nasleep van de terroristische aanslagen op twee manieren vertaald. Ten eerste door het opwekken van een pseudoveiligheidsgevoel door middel van een sterk verhoogde militaire aanwezigheid in ons dagelijks leven, gekoppeld aan ontiegelijke veiligheidscontroles. Daarbij komen dan ook nog verkrampte reacties zoals het zonder veel overleg afgelasten van culturele, sportieve en sociale evenementen. Tegelijkertijd ontstaan er breed gedragen burgerinitiatieven die getuigen van een warm gevoel van solidariteit. Spontaan komen mensen op symbolische locaties bijeen om hun verdriet te delen en om hun steun en hoop uit te drukken. Je merkt daarbij een intense opwelling om met kunst die onmiddellijke emoties te vertalen. Voor ontwerpers en kunstenaars is er echter voorbij hun deelname aan die spontane samenhorige dynamiek een veel belangrijker taak weggelegd. Hun impact moet voornamelijk terug te vinden zijn in de manier waarop zij een maatschappij opbouwende rol kunnen vervullen op langere termijn.

17

Tekeningen van vluchtelingen uit het boek Van hier tot daar (2016), uitgegeven door Mercatorfonds. Met potlood en papier trok S.M.A.K. naar opvangcentra in Maximiliaanpark, Poelkapelle, Sijsele, Koksijde, Leopoldsburg en Holsbeek en nodigde er de bewoners uit om te tekenen.Â

essay

Kurt Vanbelleghem


Koksijde

18

Kurt Vanbelleghem


en uitgewerkt worden die tot een algemeen gevoel van vooruitgang kunnen leiden.

Primordiaal is dat men daarbij dient te vertrekken vanuit de centrale gedachte dat ontwerpen niets meer te maken heeft met een zoektocht naar een individuele authenticiteit, maar met het creëren van sociale cohesie. Design dient niet langer om uitsluitend letterlijk ‘vorm’ te geven, maar ook om sociale dynamiek te modelleren en te ontwikkelen. Als een geëngageerde dichter zoals Paul Demets in een Radio 1-interview enkele dagen na de aanslagen in Brussel een sterk pleidooi houdt voor meer participatieve kunstprojecten in probleemgebieden zoals Molenbeek, dan duidt hij daar op een Designers hebben geen rechtstreekse impact ongelofelijke opportuniteit. In zijn analyse op oorlogssituaties, op klimaatsverandedat men met jongeren met diverse culturele ringen, op natuurrampen of hongersnood. achtergronden aan de slag moet gaan om Ze hebben geen kant-en-klare oplossingen hen een meerwaarde te geven door hen voor immense uitdagingen zoals het bevor- dingen te laten creëren, ligt er een grote deren van sociale cohesie, het ontwarren uitdaging voor ontwerpers. Zij kunnen van de mobiliteitsknoop, de sterk stijgende die meerwaarde, via aangepaste designeenzaamheid bij ouderen of de opvang en processen, omzetten in duurzame verbeterde integratie van vluchtelingen. Ze slagen sociale relaties en kansen. Ontwerpen voor er – gelukkig – niet in om tot een door een en vooral met de anderen, waarbij cocreatie ontwerpproces aangestuurde uniformerende primeert op authenticiteit, heeft dit potenen eensluidende oplossing te komen. Desig- tieel. Design als katalysator voor sociale ners die zich engageren om een betere we- ontwikkelingen met een blijvende impact. reld te ontwerpen, functioneren niet op een abstract, overkoepelend niveau. Ze pakken Het klinkt allemaal natuurlijk heel mooi, uitdagingen aan die van een heel bevattelijk maar al snel blijkt dat de uitdaging om niet en concreet kaliber zijn. Ze houden zich niet langer voor de markt maar om voor en met mensen te ontwerpen honderden keren bezig met conflicten met een grote C maar complexer is. Je dient onder meer te focusop een intelligente manier met duizenden sen op verschillen in etniciteit, nationaliteit, conflicten met een kleine c. gender, maatschappelijk functioneren, perDie immense machteloosheid en de bijbeho- soonlijke en professionele mogelijkheden, rende frustraties, de polariserende, xenofobe taal, religie, levensstijl en engagement. Je en fascistische reacties, de mank lopende moet leren denken in informele oplossingen, sociale verankering en kansarmoede binnen omdat die vaker de essentie en de dynamiek immigrerende bevolkingsgroepen kan men van een maatschappelijke vraag ondereveneens niet vanuit één omvattend kader schrijven. Je dient afstand te nemen van het aanpakken. Via het stellen van vragen over auteurschap van je eigen ideeën en cocreaen het visueel vertalen van onze betrokken- tie centraal te stellen, niet enkel om input te heid en via het opzetten van meer duurzame verwerven of om tot gedragen oplossingen sociale designinitiatieven kunnen er echter te komen, maar ook om de voortschrijdende tal van nieuwe opdrachten geformuleerd processen blijvend te evalueren. De design-

19

Katalysator

essay

Op de muren van het rectoraatsgebouw van de Universiteit Gent staat in immense letters de slogan ‘the next big thing will be a lot of small things’ geschilderd. Daarmee wil de academische wereld aan iedere passant duidelijk maken dat dat de manier is waarop zij over de toekomst nadenken. De complexiteit van onze maatschappij heeft geleid tot zogenaamde ‘wicked problems’, problemen die incompleet, contradictorisch en steeds adaptief zijn, waardoor men het niet meer als één geheel kan behandelen. Slechts door die uitdagingen op te delen in honderden specifieke vraagstukken, die lokaal uitgewerkt en gedragen moeten worden, kan men wel tot solide en onderbouwde (deel) oplossingen komen.


Holsbeek

20

Sijsele

Kurt Vanbelleghem


Onderwijs Alhoewel het debat over meer diversiteit in het onderwijs breed maatschappelijk wordt gevoerd, is het nog maar heel recent dat men zich ook in het hoger kunstonderwijs is beginnen af te vragen waarom onze kunsthogescholen slechts een onbeduidend klein percentage van allochtone jongeren weten aan te trekken. Men kan daarbij terecht de vraag stellen in hoeverre het huidige onderwijsaanbod genoeg overeenstemming biedt met het visuele denken en de cultuurhistorische achtergrond van die jongeren. Er kunnen dan wel sterke pleidooien gehouden worden voor meer participatieve artistieke en ontwerpprojecten bij jongeren met diverse culturele achtergronden, om een bepaalde kans op duurzaam succes te realiseren, gaat men vooral beroep moeten kunnen doen op creatief hoogopgeleide ankers in die gemeenschappen die mee de projecten gaan bedenken, uitwerken en begeleiden. Het wordt dan ook hoog tijd dat onze kunstacademies hun maatschappelijke rol gaan integreren in hun onderwijsprogramma. Dat ze zich sterker dienen te engageren om het brede spectrum van onze maatschappij aan te spreken lijkt nu meer dan noodzakelijk. De aandacht voor maatschappelijke diversiteit dient niet enkel in het artistieke discours van hun huidige studenten te zitten, het dient weerspiegelt te zijn in hun huidige studentenpopulatie. Over het curriculum gesproken. Je hebt voorlopig nog een vergrootglas nodig om

Musea Om tot een echte impact binnen een maatschappij te komen, mag men zich niet beperken tot het uitwerken van designprojecten voor sociale innovatie binnen specifieke contexten. De intenties, strategieën en resultaten dienen breed gecommuniceerd en gepresenteerd te worden. Vooral naar diegenen die er niet bij betrokken zijn geweest. Bij de voorbije Triënnale voor Vormgeving,

21

Om die complexiteit te kunnen incorporeren, heeft een ontwerper niet alleen moeten leren ontwerpen in netwerken, in directe samenwerking met tal van andere professioneel betrokkenen, maar er moeten onder meer ook fundamentele vragen gesteld worden aan het onderwijs, aan de culturele instellingen en aan de overheid.

die opleidingsonderdelen terug te vinden waar men op een geïntegreerde manier inzichten en kennis weet aan te bieden omtrent design voor sociale innovatie, omtrent de inzetbaarheid van designstrategieën om tot sociale cohesie te komen. Voordat we kunnen beschikken over een breed aanbod aan ontwerpers die in staat zijn om de complexiteit van een maatschappelijk probleem te duiden en die op intelligente manieren deelaspecten ervan kunnen verwerken in doeltreffende designprocessen, dienen we onze studenten eerst en vooral aan te leren dat hun designkennis niet het doel op zich is, maar slechts een middel om hun inzichten maatschappelijk 360° breed in te zetten. Het haast eenzijdig focussen op excellentie in de kunsten helpt ons hier niet vooruit. Centraal in het curriculum zouden dan ook de volgende vijf vragen dienen behandeld te worden: hoe verwerf je kennis over culturele diversiteit en samenwerking? Hoe leer je om te reflecteren over je eigen rol en de bijdrage van anderen in cocreatieve designprocessen? Hoe slaag je erin om een probleemgeoriënteerd designproces te communiceren en te visualiseren naar alle vaak heel divers geëngageerde partijen? Hoe leer je om belangrijke inzichten te identificeren en hoe leer je om te bepalen wat inof exclusief is? Hoe leer je om probleemspecifieke designmethodes te ontwikkelen, te selecteren en toe te passen in actuele en steeds veranderende maatschappelijke contexten? Om ingewikkelde maatschappelijke uitdagingen te ontwarren, kun je pas met jonge ontwerpers aan de slag die op die vragen een doelgericht antwoord kunnen formuleren.

essay

studio waar de designprocessen ontwikkeld worden is niet langer een fysieke plaats, maar een interculturele en gefragmenteerde dialoog.


22

Kurt Vanbelleghem

Maximiliaanpark

Conflict & Design, lag de focus op het feit dat de output van een designpraktijk een duurzaam proces kan zijn, iets wat dus niet opgepakt en op een sokkel kan worden geplaatst. De aanwezige voorwerpen en designobjecten waren dan ook altijd instrumenteel, net zoals een etnografisch masker enkel een reĂŤle betekenis heeft binnen het ritueel waarvan het een onderdeel is. Die tentoonstelling was voor sommige ontwerpers ontluisterend, maar heeft ook heel wat jonge designers en vooral een breed publiek weten te inspireren.

staande vragen al een paar zeer relevante antwoorden kunnen verzinnen. Onze musea kunnen via het promoten van het begrip, de inzet en de impact van de sociale designprocessen een meer directe en actieve rol spelen in het visualiseren en meer toegankelijk maken van de wicked problems waar we als gemeenschap in zijn geheel mee geconfronteerd worden. Dit engagement zou als een katalysator voor de hele maatschappij kunnen werken. Designmusea die hier de leiding zouden in moeten nemen, bengelen nu nog aan de staart van het peloton.

Hoe zorgen we ervoor dat musea duurzaam blijven bijdragen aan de samenleving? Dat is de openingszin van de meest recente visietekst van het Overleg Vlaamse Musea. Hoe maak je als museum een betere stad van de stad waarin je werkt? Indien een breed platform aan culturele presentatieinstellingen zich meer zou gaan focussen op de werking en output van de nieuwe sociale designprocessen, dan zou je op boven-

Het blijkt dat het een grote uitdaging is en blijft om de gelaagdheid en de dynamiek van een sociaal designproces curatorieel te vertalen binnen vier witte muren. Als je de inspanningen van Z33 in Hasselt buiten beschouwing laat, kun je het aantal tentoonstellingen over dergelijke nieuwe designpraktijken in Vlaanderen nog altijd op ĂŠĂŠn hand tellen. Een museum hoeft zich natuurlijk ook niet te beperken tot enkel het


Dat de overheid binnen dit geheel ook haar verantwoordelijkheid dient op te nemen, staat buiten kijf. De resultaten van tal van sociale designprojecten hebben al aangetoond dat investeren in dergelijke ontwerppraktijken belangrijke winsten kunnen opleveren, niet alleen maatschappelijk maar ook binnen budgetteringen op middellange termijn. Druppelsgewijs zien we dat de overheid soms verleid wordt om dergelijke vormen van designdenken ook als een vorm van bestuur te ontwikkelen, door het onder meer op hun eigen organisatiestructuren en dienstverlening toe te passen. Maar een overheid hoeft niet enkel subsidiĂŤrend op te treden of tot zelfreflectie in staat te zijn. Ze kan binnen deze context ook heel stimulerend functioneren. Het zou een bijzonder sterk signaal zijn als de overheid mee de oprichting van een reflectie- en actiegroep mogelijk zou maken die als taak heeft om de rol en de impact van design voor sociale innovatie te promoten. Als de hierboven beschreven summiere reflectie op de mogelijke betrokkenheid van het onderwijs en van de museale wereld al tal van vragen oproept en opportuniteiten blootlegt, dan blijkt er wel degelijk een noodzaak te bestaan om een dergelijke reflecterende, inspirerende en activerende organisatie op te richten. Naast onderzoek naar de beste nationale en internationale praktijken binnen het domein van design

Al de kleinere projecten die samen het grote, nieuwe ding zullen zijn, vinden nu al plaats en er moeten er nog veel meer komen. Daarnaast dienen ze verankerd te worden binnen bredere maatschappelijke krachten, onder meer op het vlak van het onderwijs, beleid en presentatie. Een denken actietank voor sociale innovatie die al die projecten groepeert, bestudeert, verbindt en communiceert, kan aantonen dat al die initiatieven die begaan zijn met de kleine c van conflict inderdaad het grote nieuwe ding zijn waarmee we de complexe Conflicten binnen onze maatschappij kunnen aanpakken. Zeker en vast ook dat gevoel van machteloosheid.

Koksijde

23

Engagement

voor sociale innovatie dient een dergelijke groepering met een zweepfunctie voornamelijk tot distributie van kennis en expertise te komen.

essay

presenteren binnen zijn muren. Men kan niet stellen dat een museum geĂŤngageerd is indien het buiten een grotere maatschappelijke dynamiek blijft opereren. Kunstenaars en ontwerpers nemen hun vaak hybride praktijk mee in de maatschappij, een museum kan hen best volgen. Zo kunnen ze optimaal de creativiteit die nu binnen de gemeenschappen bestaat en verder ontwikkeld wordt, versterken. Deze artistieke en designprojecten zijn multigenerationeel, multiraciaal en klasseoverschrijdend, museale ruimtes zijn dat niet.


DE BURGERPARADE over de zin van zinloos geweld en de politieke (im)potenties van design Pascal Gielen

24

Pascal Gielen

De terrorismeaanslagen in Brussel en de aanhoudende dreigingen in geheel Europa leiden tegenwoordig onze aandacht van een ander soort geweld af. Het behelst dan ook een vorm van agressie die veeleer sluipend doorheen de wereld waart. Het afgelopen decennium werden we bij regelmaat opgeschrikt door plotse, maar hevige woede-uitbarstingen. Verklaringen voor dit soort geweld laten zich niet direct tot God of vaderland herleiden en stoten daarom op zijn minst op evenveel onbegrip als terrorisme. Hoewel de directe aanleiding soms nog wel kan worden aangewezen, vallen de erupties zelf en vooral de ongemeen grote destructieve proporties buiten ieder begrip. Of het nu gaat om rellen in de Parijse banlieues, de Londense suburbs, het Brusselse Molenbeek, het katen-muisspel rondom de Antwerpse Turnhoutsebaan of het straatgeweld in de Schilderswijk van Den Haag, de oorzaak wordt veelal gelegd bij een betwiste arrestatie of soms een dode door politiegeweld. Waarom echter de reacties zo hevig zijn en waarom ze ook vrij massaal een roerige menigte in gang zetten, blijft onduidelijk. Bovendien kan men bijzonder moeilijk voorspellen of de vlam werkelijk in de pan zal slaan of de eruptie dan toch zal uitblijven. Terwijl het symptoom met andere woorden duidelijk is, blijft het onderliggende ziekte– patroon weinig vatbaar. De reacties van vooraanstaande politici en mainstreammedia op gewelddadige erupties herinneren eraan dat burgerschap altijd al te maken heeft gehad met een regulerend mechanisme van in- en uitsluiting. Het afgelopen decennium werden we echter geconfronteerd met een opmerkelijke betekenisverschuiving van een formele naar morele invulling (Schinkel, 2010). Waar de formele vorm gaat over de juridische status van een burger, behelst moreel burgerschap de buiten juridische normatieve invulling van wat een goede burger is of moet zijn en doen.


Brussel (Vorst) tijdens de World Cup 2014. Foto’s: Annelys de Vet

25

retoriek over actief burgerschap en de parIn de steeds luider klinkende oproep tot ticipatiesamenleving te verdringen. Noch‘eigen verantwoordelijkheid’ verlegt een tans zijn agonie en dissensus de kern van humanistische visie op burgerschap zich een (deliberatieve) democratie. Dissensus naar een functionalistisch perspectief. Niet betekent dan niet zomaar discussie, ruzie of meer de ‘totale mens’ wordt als onderwerp onenigheid tussen verschillende opinies. Het van burgerrechten genomen, maar wel de gaat er vooral om dat wat nog niet zichtbaar mens die iets kan en vooral iets moet doen. is zichtbaar te maken, om met de woorden Pas wanneer een persoon kan aantonen dat van de Franse filosoof Jacques Rancière zij of hij bepaalde functies vervult of op zijn (2015) te spreken. Dissensus betekent dan minst de intentie betoont om die te vervul- bijvoorbeeld wijzen op burgerrechten voor len, kan zij/hij aanspraak maken op burger- wie het heersende beleid ze absoluut niet rechten. Het appel tot actief burgerschap zag (of wilde zien), of waarvoor de overheid wordt dan ook veelal met verplichtingen zelfs niet kon begrijpen dat ze ook voor hen omkleed. Zo moet de mens die burger wil zouden kunnen gelden. Het kan ook betezijn, laten zien dat hij wil integreren, wil kenen dat inwoners van een stad bepaalde participeren, de taal wil leren spreken, maar ecologische, sociale, politieke of econoook dat hij zich (flexibel) beschikbaar voor mische rechten opeisen, rechten waarvan de arbeidsmarkt stelt. Binnen de nieuwe niemand – buiten zijzelf – ervan uitging dat retoriek maakt de burger slechts aanspraak die hen toekwamen. Dissensus bevraagt en op burgerrechten wanneer hij een functie breekt dus steeds de consensus door op het vervult voor de samenleving, voor de ecoaltijd anders mogelijke te wijzen. nomie en het bnp. Als hij dan al geen werk vindt, moet de onderdaan maar als vrijwil- De burgerparade Het merkwaardige positieve effect van de liger zijn diensten ter beschikking van de geschetste evolutie is nu net dat de disgemeenschap stellen. sensus alsmaar meer komt bovendrijven. Tussen overheid en markt, tussen vakbond De overgang van formeel naar moreel en werkgever zien we overal ter wereld burgerschap loopt dus in de pas met de verschuiving van een democratisch naar een een groeiende civiele ruimte opentrekken. Wellicht brachten de indignado’s en Occupy moreel discours binnen de politieke arena. Dat democratie en vooral hoe deze politiek de mondiale draagkracht voor deze nieuwe civiele beweging het meest opvallend aan vorm moet krijgen echter voortdurend zelf onderwerp van discussie en dus juist van dis- het licht. Tegenwoordig trekt echter een stoet van activisten en burgerinitiatieven sensus tussen burgers onderling is, lijkt de

essay

Functioneel burgerschap


26

Pascal Gielen

over de aardbol. Beter, ze opereren vaak lokaal, maar hun activiteiten werken blijkbaar zo aanstekelijk dat ze overal ter wereld worden gespiegeld. Virtuele netwerken en sociale media verbreiden niet alleen in geen tijd hun boodschappen, ook hun tactieken en organisatievormen krijgen er wereldwijde weerklank. Wie even de moeite doet om te surfen begrijpt algauw dat internet tegenwoordig een instructief handboek voor burgerinitiatieven vormt. Of het nu gaat om subversieve of revolutionaire praktijken dan wel ludieke of reformistische activiteiten, nieuwe communicatiemogelijkheden geven ze onmiddellijk een mondiaal gezicht. Van Zapatistas in Latijns-Amerika tot Pussy Riot in Rusland, van Recetas Urbanas en Sanidad Universal in Spanje tot de bezetting van het Maagdenhuis in Amsterdam, van Anonymous in Canada tot Culture 2 Commons en Independent Culture in Kroatië, van Teatro Villa Occupato in Italië tot Hart boven Hard in België – hoe divers de achtergrond van al deze initiatieven ook mag zijn, allemaal kneden ze een nieuwe burgermaatschappij. Welgeweten is dat hun acties vaak even snel verdwijnen als dat ze oppoppen. Maar wellicht is het de aanhoudende opeenvolging van activiteiten die telt. Bovendien maakt hun groeiende mondiale verwevenheid dat ze van elkaar leren en zich aan elkaar sterken. De Spaanse socioloog Manuel Castells legt in zijn boek Networks of Outrage and Hope: Social Movements in the Internet Age haarfijn uit wat bij-

voorbeeld de Egyptische revolutie met de Keukenwarenrevolte in IJsland verbindt. Punt is dat de stroom nog moeilijk lijkt tegen te houden. Hoe heterogeen de aanleiding van acties en initiatieven ook mag blijken, overal ter wereld worden de bouwstenen voor een nieuwe burgermaatschappij gelegd. Virtuele verbindingen en mondiale netwerken maken dat nationale overheden hier steeds minder vat op hebben. De nieuwe civiele ruimte die in de steigers staat, kent een mondiale omvang, en de nieuwe burger zal een wereldburger zijn. Dat klinkt misschien allemaal wat voorbarig, en wellicht iets te optimistisch. Maar terwijl nationale overheden of Europa nog via een liberaal representatieve democratie denken hun onderdanen te kunnen onderhouden, valt moeilijk te ontkennen dat in hun achtertuin een geheel andere democratie in de maak is. Immers, de democratie waar nogal wat natiestaten mee schermen, lijkt in feite een neoliberale agenda te vervullen. Een begroting in evenwicht dient als excuus om de welvaartstaat en solidariteitsstructuren verder af te bouwen. Wanneer er al iets goeds aan de aanhoudende crisis is, dan is het wel dat. Het valt steeds moeilijker om het ware gelaat van de vigerende politiek te verbergen.

Zin De liberaal representatieve democratie dient niet zozeer burgerrechten, maar wel privaat eigendom en kapitaal. Onze stem-


27

houden als we nauwelijks nog burgerrechten kunnen genieten?, meent de razende menigte wanneer ze etalages en straatmeubilair aan diggelen slaat. Zowel professionaliteit als burgerschap heeft inderdaad bijzonder veel met zingeving te doen. Ze maken het mogelijk om betekenis te geven aan ons eigen zijn, onze plaats en identiteit in een samenleving. Het aanhoudende repressief liberale beleid dat zich fixeert op kwantiteit blokkeert nu juist dit proces van betekenisgeving. We zouden het ook zo kunnen stellen: terwijl de arbeidersrevolte en vakbondsacties de symptomen waren van een onderliggende ziekte – met name de uitbuiting van het proletariaat vanaf vroegkapitalistische tijden – dan is het nu veeleer de deprivatie van zingeving die het zogenoemde precariaat naar de wanhoop in laatkapitalistische tijden leidt. Alvast leven de dokter, onderwijzer of rechter voorlopig nog niet in armoede, maar ook de nieuwkomer mag veelal genieten van een weliswaar erg bescheiden inkomen. Naast geld is er dus iets anders dat een burgerleven bekommert. Mensen kunnen steeds moeilijker zin geven aan hun werk en aan de samenleving waarin ze vertoeven. Dat resulteert welgekend in stress, burn-out en soms een depressie. En terwijl vluchtelingen en andere nieuwkomers het steeds moeilijker wordt gemaakt om zichzelf enige betekenis toe te kennen in het land van aankomst, ontgaat autochtone burgers steeds meer de zin van hun nationale cultuur en politieke identiteit.

essay

busgang verbergt een politiek-economische ideologie. Net dat brengen mondiaal oppoppende sociale bewegingen en burgeracties aan het licht. Hoe uiteenlopend en vluchtig de activiteiten van deze burgerparade ook zijn, de opeenvolgende acties breken telkenmale de consensusdemocratie met haar retoriek over vanzelfsprekende vrijmarkteconomie en ‘natuurlijk’ competitiemodel. Een hard repressief liberaal beleid van economische maatregelen, bezuinigingen en saneringsoperaties, maar ook van technocratische audits, accreditaties en monitoringsbestuur lijkt nauwelijks nog een hart te hebben. Daarmee verliezen overheden, bestuurders of de politiek in het algemeen hun maatschappelijk draagvlak, want managementpolitiek ontneemt burgers iedere zin. Een technocratisch beleid dat enkel met economische parameters navigeert, verhindert betekenisgeving. Zoals een opstapelende verantwoordingsbureaucratie iedere zin en beroepssatisfactie uit onderwijs, justitie of gezondheidssector blaast, zo doet ook de economisering van het (actief) burgerschap de vraag naar de zin van dat alles rijzen. Waarom doe ik dit nog?, vraagt de onderwijzer zichzelf af wanneer hij ’s avonds formulieren over competenties en contacturen bijhoudt. Wat is de betekenis van dit alles?, denkt de chirurg wanneer zij haar quotum operaties afvinkt. Waar is mijn beroepsplezier gebleven?, mijmert de rechter die zich nu in een competitieve sfeer met zijn collega’s bevindt. En, waarom ons nog in-


28

Pascal Gielen

Wanneer de staat structurele solidariteit afbouwt, gratis onderwijs en gezondheidszorg bemoeilijkt, vraagt de burger zich inderdaad af waarom hij nog belasting betaalt. Wie zelf wordt becijferd, gaat nu eenmaal ook zelf meer rekenen. Kortom, de berekende burger ziet zich steeds meer in een contractrelatie met de samenleving. Deze gerationaliseerde verhouding tussen burger en staat, maar ook tussen werknemer en werkgever oogt eenvoudig en functioneel. Wat ze echter nooit kan bieden is een ‘ziel’. Daarmee wordt de burger steeds meer de mogelijkheid op een zinvol bestaan ontnomen. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat de groeiende groep die door de alsmaar groter wordende mazen van de slinkende welvaartstaat valt zich bij regelmaat op geweld beroept. Het zogenoemde zinloze geweld is inderdaad zinloos in die zin dat het voor velen de laatste strohalm is om toch nog betekenis op te eisen. Wanneer iedere toegang tot zingeving wordt ontzegd, voelt de vuist als het allerlaatste redmiddel om toch nog opgemerkt te worden, om zich toch nog betekenis te verschaffen. En inderdaad, wanneer de rellen uitbreken, hebben media en politici plots weer aandacht voor diegenen die ze decennialang negeerden, waarvan ze iedere (electorale) betekenis veronachtzaamden, waaraan ze iedere zin ontnamen. Geweld is kortom de laatste manier van uitdrukken voor wie ieder expressiemiddel wordt ontzegd. Agressie op straat, maar ook ten opzichte van

zichzelf (zoals bij zelfmoord) bevindt zich met andere woorden op de rand van cultuur. Wanneer een cultuur niet meer voldoende tekens of zin kan aanreiken om een persoon en zijn omgeving te betekenen, wanneer een mens afgesloten wordt van cultuur, lijkt geweld soms nog de enige weg om opnieuw betekenis op te eisen, zich in een cultuur te kunnen schrijven (Gielen en Lijster, 2015). Dat is paradoxaal de zin van wat vooraanstaande politici ‘zinloze’ razernij van ‘krapuul’ en ‘achterlijke gladiolen’ noemen.

Het culturele gemeen Tegenover zinloos geweld ontpopt zich echter een vitalistische vloed aan initiatieven die juist weer betekenis aan beroep, burgerschap of eenvoudigweg het leven willen geven. Wanneer mainstreammedia steeds moeilijker alle stemmen laten horen, wanneer zelfs openbare omroepen nalaten de volledige culturele rijkdom en diversiteit binnen hun eigen samenleven in beeld te brengen, en wanneer de liberaal representatieve democratie steeds moeilijker burgers toelaat, ontpopt zich een kleurrijke parade van migranten, kunstenaars, wetenschappers, homoseksuelen, ecologisten, vrouwenrechten- en vakbondsactivisten. Wat opvalt, is dat dit bonte gezelschap zich alsmaar meer met elkaar mengt. Nieuwe sociale bewegingen bevechten niet enkel arbeidsrechten van hun leden, zoals de vakbonden van weleer. Wie naar de actiepunten van pakweg indignado’s of Hart boven Hard


De groeiende burgeracties beperken zich niet meer tot eenduidige bekommernissen zoals een rechtvaardig inkomen, een opwarmende aarde of vrouwendiscriminatie, maar draaien steeds meer om de inrichting van ons totale leven waar al die zaken deel van uitmaken. De gemeenplaats van deze murmelende menigte is zoals gezegd zingeving. En de maatschappelijke plaats waar ze die probeert te genereren heet het gemeen of in het Engels de ‘commons’. Tussen markt en overheid, privaat en openbaar domein restaureert de burgerparade met publieke acties, gedeelde stadstuintjes, semilegale bouwwerken, Wikipedia, opensource en Creative Commons een ‘gemene’ autonome plek in de stad of op het net. Wanneer de arbeidsvreugde wordt ‘weggemanaged’, beroepsplezier en -eer weggesaneerd, en burgerrechten in een burgerbegroting ‘vastgerekend’, biedt het gemeen nog een van de weinige reservaten voor betekenisgeving.

29

Urbanas, de reuzen van de Hart boven Hard-parade, ze bieden alle de imaginaire ruimte om de wereld anders te denken. Hoe fictief of utopisch ze ook mogen blijken, telkens opnieuw genereren ze mogelijkheidszin en vooral: ze houden de bonte menigte met haar hoogst heterogeen eisenpakket samen. Net dat maken artistieke uitingen mogelijk. Ze genereren een imaginaire ruimte waarop de meest uiteenlopende wensen en verlangens kunnen worden geprojecteerd.

essay

kijkt, stoot op een allegaartje van eisen en bekommernissen. Terwijl nogal wat mainstreammedia en politici die dan gemakkelijk afdoen als een volkje dat niet weet wat het wil, is dat echter juist de kern van de zaak. De burgerparade staat voor een totale verandering die niet anders kan dan een heterogeen eisenpakket neerleggen. Punt is dat ecologisten en vakbondsafgevaardigden, migranten en vrouwenrechtenorganisaties, kunstenaars en dokters, architecten en pedagogen elkaar alsmaar gemakkelijker vinden in een gemeenschappelijke strijd. Maar wat is dan het gedeelde punt? Vermoedelijk is dat de reeds gesignaleerde zin. De burgerparade wil opnieuw betekenis kunnen geven aan het eigen bestaan, het eigen beroep, het eigen zijn in een samenleving. Daarom is de heterogene strijd ook in de diepste betekenis niet economisch, ecologisch of politiek, maar wel cultureel van aard. De acties van Anonymous, Pussy Riot of Recetas Urbanas beogen wel zeker sociale, politieke, economische of gendergelijkheid. Maar ze beogen in de eerste plaats dat de economie, de politiek en het samenleven op een andere manier worden vormgegeven, zodat ze ook op een andere manier dan nu betekenis aan henzelf en de samenleving geven. Betekenisgeving is dus de centrale bekommernis van al deze bewegingen. Vandaar dat cultuur als reservoir van betekenissen en zingeving een cruciale rol speelt in hun acties. De subversieve performances van Pussy Riot, de guerrilla-architectuur van Recetas


30

Pascal Gielen

En we hoeven ons geen illusies te maken. Het gemeen vormt geen harmonieuze gemeenschap. Geen hippieromantiek, maar veel bekvechten en geruzie bepalen het toneel van het gemeen. In het gevecht voor betekenis en zin botsen uiteraard tegenstrijdige eisen en verlangens. Maar het is nu juist die dissensus die een ware democratische cultuur levendig houdt. En we mogen daar best optimistisch over zijn. Hoe meer bestuurders zich verschuilen achter begrotingstekorten, hoe hoger het management de verantwoordingsbureaucratie stapelt, hoe meer men burgerrechten afbouwt, hoe groter de honger naar zingeving en cultuur zal zijn, en hoe harder het gemeen zal optreden. Soms gebeurt dat met gewelddadige erupties, maar steeds meer met een kleurrijke en betekenisvolle stoet. De burgerparade maakt BIBLIOGRAFIE Castells, M. (2012). Networks of Outrage and Hope: Social Movements in the Internet Age. Polity Press: Cambridge Gielen, P. en Lijster, T. (2015). ‘Culture: The substructure for a European common’. In P. Gielen (Ed.). No Culture, No Europe: On the Foundation of Politics. Valiz: Amsterdam, pp. 19-66

Rancière, J. (2015). Dissensus. On Politics and Aesthetics. Bloomsbury: New York Schinkel, W. (2010). The Virtualization of Citizenship. Critical Sociology, 36 (2), pp. 265-283. Van Hees, S., Horstman, K., Jansen, M. en Ruwaard, D. (2015). Betekenissen van burgerschap van ouderen in de participatiesamenleving. Tijdschrift Gezondheidswet, 93 (5), pp. 191-196.

Vrooman, C., Noije, L. van, Jonker, J. J., Veldheer, V. (2012). Responsabele burgers, regisserende overheid. In: Veldheer, V., J.-J. Jonker, L. van Noije en C. Vrooman (red.), Een beroep op de burger. Minder verzorgingsstaat, meer eigen verantwoordelijkheid, Sociaal en Cultureel Rapport 2012. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.

zich wereldwijd op om het neoliberalisme definitief ten grave te dragen, om het leven opnieuw zin te geven. Zo, en wat zou dat nu allemaal voor de designer kunnen betekenen? Wel, die staat voor de keuze: meelopen met de retoriek over actief burgerschap en zijn oproepen voor sociale innovatie met modieuze begrippen als ‘design thinking’ en ‘social design’. De laatste term roept bij de socioloog overigens onvermijdelijk fascistische associaties op, maar dat terzijde. Het blinde maar altijd enthousiaste nahijgen van dit neoliberale ambtenaren- en managementjargon leert op zijn minst dat creatief design bijzonder oncreatief kan zijn. Het vergeet dat creativiteit altijd begint met kritiek. En dat veronderstelt in dit geval in de eerste plaats kritisch staan tegenover dergelijke modieuze begrippen. Pas dan opent de weg voor de tweede keuzemogelijkheid. De designer die werkelijk kritisch burgerschap wil stimuleren, zal in de burgerparade moeten stappen. Net zoals de vormgevers van Recetas Urbanas zal die namelijk een politieke keuze moeten maken. Alleen wie zijn design radicaal politiek doordenkt als een mogelijke verhouding tot democratische modellen zal de toekomstige burger werkelijk zin kunnen geven. Deze designer is echter geen ‘probleemoplosser’, maar een die op een soms hoogst irritante manier problemen maakt.


INTRINSIEK POLITIEK schoonheid in sociale duurzaamheid Heini Lehtinen

“Voor de poëet en schilder Lucebert (19241994) en zijn generatiegenoten was schoonheid iets onbegrijpelijks geworden.” schrijft Kuilman. “De drie-eenheid van Waarheid, Goedheid en Schoonheid heeft afgedaan. Hun esthetische ervaring wordt verstoord door een verlammend besef van nietigheid.”1, 2 De huidige politieke en economische situatie in Europa doet de vraag rijzen of de wereld vandaag niet in zekere zin midden in de derde wereldoorlog zit. Radicalisering, onzekere economische situatie, massa’s vluchtende mensen en bedreigende mi-

lieukwesties creëren een sfeer waarin het misschien niet zo’n verrassing is dat de notie van schoonheid nog steeds wordt verwaarloosd. Als schoonheid al werd verworpen in de tijd dat design een aura van luxe had, waarom zou schoonheid dan vandaag meer betekenis toegekend krijgen, nu design de sprong heeft gemaakt richting bijdragen aan maatschappelijke uitdagingen? Tegen alle waarschijnlijkheid in, kent de notie van schoonheid momenteel een heropleving in design en architectuur bij generaties die niet direct getroffen waren door de wereldoorlogen van de twintigste

1. Kuilman, D. Custodians of Beauty. Works That Work, uitgave 1, winter 2013. Nederland. http:// worksthatwork.com/1/ custodians-of-beauty 2. Kuilman, D. Aesthetic Awakening. 25 augustus 2012. Nederland. https://dingeman kuilman.com/2012/ 08/25/esthetisch-reveil

31

In 2012 reflecteerde de ontwerper en ondernemer Dingeman Kuilman over het verwaarlozen van schoonheid in design in zijn essay ‘Aesthetic Awakening – Esthetisch Ontwaken’1. In dit essay, dat ook werd gepubliceerd in Works That Work magazine onder de titel ‘Custodians of Beauty – Bewaarders van schoonheid’2 in 2013, voert Kuilman dit veronachtzamen terug naar de wereldoorlogen die Europa deden daveren in de eerste helft van de 20ste eeuw.

essay

Tot voor kort werd de notie van schoonheid veronachtzaamd en verwaarloosd binnen design. Misschien tegen alle verwachtingen in zijn maatschappelijk en politiek geëngageerde kunstenaars, ontwerpers en architecten begonnen met het impliceren van schoonheid als een van de sleutelelementen van hun praktijk. Schoonheid kan in design en kunst bijdragen tot het menselijk welzijn door middel van materiële en immateriële omgevingsfactoren, en tegelijk de impact van de ontwerppraktijk bekend maken aan een ruimer publiek.


32

Heini Lehtinen


Benjamin Loyauté’s The Astounding Eyes of Syria (2016) vertelt het verhaal van een door de oorlog verscheurd Syrië met als leidraad de traditie van snoep. Loyauté doet dit aan de hand van installaties, een boek en een film (gebracht in tentoonstellingen), maar ook door traditionele Syrische snoepjes te ontwerpen. 3. Knapton, S. Beautiful urban architecture boosts health as much as green spaces. The Telegraph 28 december 2015. www.telegraph.co.uk/ news/science/science-news/12065883/ Beautiful-urban-architecture-boosts-health-asmuch-as-green-spaces. html 4. Lehtinen, H. Snøhetta – Subtle Shapeshifters. TL magazine, 24 oktober 2015. http://tlmagazine. com/snohetta-subtleshapeshifters

In 2015 bracht de Franse Biennale Internationale Design St. Étienne tien tentoonstellingen samen rond het thema ‘Les Sens du Beau – Gevoel van schoonheid’. In het bijzonder Hypervital, een tentoonstelling gecureerd door Benjamin Loyauté, groef diep in sociale en politieke kwesties. In 2016 focust ook het Smithsonian Design Museum Cooper Hewitt in New York tijdens de Cooper Hewitt Design Triennial op het thema ‘Schoonheid’. Binnen de architectuur spreekt en schrijft Aga Khan prijswinnaar Raul Pantaleo over de notie van schoonheid als een element voor psychologisch herstel. Zijn Venetiaanse architectuurbureau TAMassociati werkt rond ziekenhuizen en sociale huisvesting, vaak gesitueerd in conflictgebieden rondom de wereld. Ook bij het in Boston gevestigde architectuurbureau MASS Design Group is schoonheid de hoeksteen bij het ontwerpen en bouwen van ziekenhuizen en gemeenschapscentra waarvan vele in crisisgebieden liggen. Het Italiaanse architectuurmagazine San Rocco zal later in 2016 een nummer uitbrengen gewijd aan ‘Pure Beauty – Pure schoonheid’, op zoek naar nieuwe parameters voor schoonheid in architectuur. Het Duitse kunstenaarscollectief Center for Political Beauty werkt aan humanitaire en politieke kunstprojecten vanuit het perspectief van morele schoonheid. Ook Pascal Gielen en Niels Van Tomme’s boek Aesthetic Justice – Artistic and Moral Perspective / Esthetische rechtvaardigheid – Artistiek en moreel perspectief uit 2015 onderzoekt dezelfde kwesties.

Op basis van deze voorbeelden lijkt er een

zoektocht naar de herdefinitie en hertoeeigening van schoonheid binnen de context van design en architectuur aan de gang te zijn.

Kwaliteitsvolle ontmoetingen Binnen de context van sociaal en maatschappelijk ontwerp kan schoonheid een materiële of immateriële vorm aannemen. Verschillende onderzoeken wijzen erop dat esthetische en zintuiglijke omgevingselementen bijdragen tot het welzijn.3 In onze alledaagse omgeving komt de notie van schoonheid neer op kwaliteit en functionaliteit. Als medeoprichter van architectuurbureau Snøhetta stelt architect Kjetil Trædahl Thorsen dat de kwaliteit van onze leefomgeving de bewustwording en het vertrouwen van de gebruikers uitlokt en hen aanzet zorg te dragen voor de ruimte. Ze draagt ertoe bij dat gebruikers zich gerespecteerd voelen.4 Voor het architectuurbureau MASS Design Group kan schoonheid als kwaliteit van de omgeving de gebruikers aanmoedigen om verantwoordelijkheid op te nemen voor hun leefomgeving. “Dat is de ultieme duurzaamheid”, zegt Alan Ricks, architect en medestichter van het bureau.5 In immateriële maatschappelijke designcontexten – in het ontwerp van ontmoetingen, interactie en verbondenheid – verandert de notie van schoonheid in vragen van hoop, respect, waardigheid, moraal, wederkerigheid en menselijkheid. Hoewel Dingeman Kuilman schrijft over het achterlaten van de drie-eenheid waarheid, goedheid en schoonheid, kan immateriële schoonheid in maatschappijgericht design terecht gedefinieerd worden als ‘goedheid’. Meerdere onderzoekers wijzen erop dat zowel materiële als immateriële confrontaties binnen de leefomgeving bijdragen tot het menselijk welzijn. Maatschappelijk en maatschappijgericht ontwerp focust inherent op ontmoetingen met materiële omgevingsfactoren en andere mensen en zoomt in op de kwaliteit van deze interacties.

33

eeuw. Vandaag staat de notie in verband met maatschappelijke en politieke designcontexten.

essay

The Astounding Eyes of Syria Wereldpremière: London Design Biennale, september 2016. Somerset House, Londen, VK. © Benjamin Loyauté 2016. The Astounding Eyes of Syria, 2016 HD lm, 1,85:1, kleur, surround sound, 17 min. 54 sec. Uitgave van 3 + 1AP


34

Heini Lehtinen


5. Lubell, S. How MASS Design Group Uses Architecture to Empower Communities. Curbed, 12 november 2015. www.curbed. com/2015/ 11/ 12/9901266/ massdesign-grouparchitecture-bostonrwanda- ground breakers

Vele van de ontwerpgerichte participatieve projecten kunnen minstens gedeeltelijk gelinkt worden aan de recente politieke gebeurtenissen in het Midden-Oosten, Frankrijk en België. In 2015 kwam er een vluchtelingenstroom naar Europa op gang die leidde tot een reeks sociale, door ontwerpers geleide projecten zoals Studio Refugee (zie p. 88) of Cinemaximiliaan, met als doel vluchtelingen te integreren in hun nieuwe omgeving en samenleving. Na de aanslagen van maart 2016 kwamen mensen samen in het centrum van Brussel om te praten over de recente gebeurtenissen – niet om te protesteren, maar om een verschil te maken. Het Make. Brussels-initiatief (zie p. 46) doet een oproep voor ontwerpvoorstellen voor publieke en gemeenschapsruimte in Brussels die de stad verbeteren en de eenheid tussen de bewoners versterken. De actuele golf van gemeenschapsprojecten is erop gericht mensen samen te brengen en burgers aan te moedigen en te helpen bij het opzetten van initiatieven die hun eigen leefwereld rechtstreeks beïnvloeden. De projecten creëren dialoog en verbondenheid tussen mensen. Binnen onze onzekere en hyper-geïndividualiseerde samenleving hebben deze gemeenschapsacties de potentie om een gevoel van zorg en verbondenheid te doen ontstaan, een veiligheidsnet te

midden van een onzekere maatschappelijke toestand. Ze hebben bovendien de potentie bij te dragen tot het plaats- en thuisgevoel, verbondenheid, nieuwsgierigheid en tolerantie tegenover sociale diversiteit. In het beste geval kunnen de projecten bijdragen tot de reeds genoemde waarden van immateriële schoonheid.

Design voor meta-design Alhoewel niet alle huidige sociale en gemeenschapsprojecten designgebaseerd zijn, worden er vele geleid door ontwerpers. Bestaat er een verschil tussen beide of zou dat er moeten zijn? Zoals eerder aangehaald, kunnen de aspecten van schoonheid in maatschappelijke designprojecten herleid worden tot ontmoetingen met materiële en immateriële elementen van een samenleving. Anderzijds worden ontwerpers opgeleid tot specialisten in het begrijpen en definiëren van vorm en functie, gericht op de gewenste gebruikerservaring. Als het ervaren van hoge kwaliteit het respect van de gebruiker in zijn dagdagelijkse omgeving vergroot, is de ontwerper dan een geschoolde facilitator van kwaliteit? In sociale en maatschappelijke projecten kan een ontwerper de rol van facilitator van materiële of immateriële kwaliteit of beide op zich nemen. Misschien is de eerste die van de ontwerper in de traditionele zin van het woord als vormgever, en de tweede die van een meta-ontwerper die ernaar streeft sociale, politieke of economische kaders van de ontwerppraktijk (opnieuw) te creëren. In beide gevallen ontwikkelen en bewaken ontwerpers de kwaliteit van de materiële of immateriële ontmoetingen. In vele hedendaagse sociale of maatschappelijk bewuste meta-design ontwerpprojecten lijken beide noties elkaar uit te sluiten. Dit brengt ons terug naar de redenen van het verwerpen van de noties van schoonheid tijdens de laatste decennia. Met name die van het begrijpen van schoonheid als verwant aan marketing, ijdelheid en welvaart. Bij

35

Kindertransporthilfe des Bundes (2014) van het Duitse kunstenaarscollectief Center for Political Beauty plant 55 000 Syrische kinderen veilig onder te brengen in Duitsland. Het project kreeg heel wat mediabelangstelling en dwong politici te reageren.

Ontwerpers richten zich de laatste jaren meer en meer op participatieve gemeenschapsprojecten en het PhD doctoraatsprogramma TRADERS aan LUCA School of Arts is erop gericht kunst- en designonderzoekers te trainen in participatieve projecten in de publieke ruimte. Het programma ging van start in 2013 en loopt tot 2017 (zie bijvoorbeeld Office for Public Play, het project van Annelies Vaneycken, op p. 48).

essay

Center for Political Beauty. Kindertransport des Bundes, 2014 www.politicalbeauty. com/kindertransport. html


36

Heini Lehtinen


De esthetiek van een gemeenschapsproject kan ook bekeken worden vanuit het perspectief van kwaliteit als een vorm van respect voor de gebruikers, in casu de deelnemers. Voor sommige deelnemers in kleinschalige projecten werkt de grassroots, ad hoc esthetiek perfect. Maar trekt deze esthetiek een ruimer publiek aan of wordt dat uitgesloten, en functioneren de projecten enkel op een kleinschalig grassroots niveau?

Communicatiezaken 6. Pantaleo, R. 9 november 2015. [interview] TAMassociati, Venice, Italy.

Als goed ontworpen materiële vorm en functie – materiële schoonheid – bijdraagt tot dezelfde elementen van humaan welzijn als immateriële elementen van projecten, kunnen beide vormen van schoonheid als evenwaardig worden beschouwd. En, als het de bedoeling van de gemeenschapsprojecten is een maatschappelijke verandering teweeg te brengen door actie te spreiden, moet de materiële vorm van de projecten een veelzijdig publiek aanspreken. Een goed voorbeeld hiervan is het Brusselse architectuurcollectief Rotor (zie p. 66). Alhoewel ze werken rond de gebruikscycli van materiaal in plaats van sociale duurzaamheid, verandert Rotor de inhoud – gevonden en gerecycleerde bouwmaterialen – in esthetisch aansprekende eenheden voor tentoonstellingen en publicaties. Dat stelt hen in staat een veel ruimer publiek aan te spreken. In een interview geeft architect Raul Pantaleo van TAMassociati een ander voorbeeld van de eenheid tussen de twee vormen van schoonheid die bijdragen aan het welzijn van de mens. TAMassociati bouwde een klein ziekenhuis in een vluchtelingenkamp

in Khanaqin in Noord-Irak. Het ziekenhuis werkt net zo goed of beter dan een gewoon ziekenhuis in een vluchtelingenkamp. TAMassociati besteedde veel meer aandacht aan de esthetiek van het gebouw dan normaal in dat soort omstandigheden. Het aan een neveningang van het kamp gelegen gebouw veranderde de toegangspoort in de hoofdingang als belangrijke gasten het kamp bezochten. Het kleine ziekenhuis werd de trots van het kamp en het eerste wat aan bezoekers werd getoond. Even later volgde er een oproep voor een ander vluchtelingenkamp. Ze wilden een kopie van de kliniek. Het hoofddoel van het gebouw was het welzijn van de gebruikers – patiënten en medewerkers – vergroten. Maar de esthetica maakte dit type van goed functionerend ziekenhuis begerenswaardig voor andere plaatsen. Zo draagt het bij tot het vergroten van het welzijn op andere plaatsen.6 De aangeboren menselijke nood aan imitatie van schoonheid wordt een medium voor het doel, zowel in vorm als in functie. Aspecten van het ontwerp van ontmoetingen, kwaliteit, communicatie en verdeling van meta-design projecten zijn uiterst relevant voor de sociale duurzaamheid. Nu, en misschien nog meer straks door veranderende demografie en herhuisvesting van mensen, kunnen deze acties bijdragen tot wederzijds begrip en co-existentie van individuele burgers, culturen en religies. Samen dragen deze vormen en rollen van schoonheid bij tot een bredere sociale duurzaamheid. Om het even welke notie van schoonheid besproken wordt in materiële of immateriële contexten van menselijk welzijn, schoonheid is inherent politiek. Vertaling uit het Engels: Joris Vermeir

37

projecten geworteld in grassroots activisme, worden esthetische materiaalbeslissingen als louter futiel beschouwd. De inhoud – het faciliteren, mogelijk maken en samenbrengen van mensen – is de prioriteit. Het bewuste gebruik van grassroots esthetiek kan worden beschouwd als bereikbaar en zelfs sympathiek vanuit het oogpunt van de deelnemer.

essay

Center for Political Beauty. Kindertransport des Bundes, 2014 www.politicalbeauty. com/kindertransport. html


Atelier BXL Productieve Metropool:

Een gezonde stad is een productieve stad www.plusoffice.eu

TECHNICAL SCHOOL

270 m2

WAREHOUSE 1500 M2

340 m2

WAREHOUSE 1500 M2

OFFICES

230 m2

APARTMENTS

1500 m2

WAREHOUSE 1600 1500 M2

m2

1250 m2

© plusoffice

38

Atelier BXL Productieve Metropool

ONTWERPEND ONDERZOEK OP GEMENGD BOUWBLOK In de dichtbebouwde negentiende-eeuwse bouwblokken veroorzaakt de aanwezigheid van werkplaatsen vaak overlast: woningen verliezen hun tuinen en de straten slibben dicht met bestelwagens. Plusoffice onderzoekt hoe in overmaatse bouwblokken een collectieve binnenruimte gecreëerd kan worden die een hybride is tussen een groenruimte voor de bewoners en een gezicht voor de productieve stad. Het openen van de werkplaatsen op een publieke ruimte opent de deur voor nieuwe allianties: de school deelt een atelier met het bedrijf, de bedrijfskantine wordt een horecazaak, het dak van de loods vormt een nieuwe speelplaats en de leveringszone wordt in het weekend een basketbalpleintje.

LIDL

CREATIVE START-UPS

MICRO

SMALL

MEDIUM

LARGE

0-200 M2 MICRO

200-500 M2 SMALL

500-2000 M2 MEDIUM

> 2000 M2 LARGE

0-200 M2

200-500 M2

500-2000 M2

> 2000 M2

OVERZICHT VAN BESTAANDE WERKPLAATSEN IN MASUI De Brusselse wijk Masui is een industriële stadswijk die gekenmerkt wordt door een grote hoeveelheid aan stedelijke werkplaatsen. De stijgende vastgoeddruk en de grote vraag naar woningen veroorzaken echter een verdringing van de

bestaande industriële activiteiten naar meer perifere gebieden, voornamelijk voor middelgrote en grote bedrijven. Het zijn deze middelgrote ruimtes die volgens plusoffice een plaats moeten behouden in de gezonde productieve stad.


langer onderschatten, maar erkennen. Daarnaast is een bepaald soort productie uitbesteden aan lageloonlanden puur financieel misschien voordelig, maar moeten we ook stilstaan bij de maatschappelijke kosten op sociaal of ecologisch vlak.”

ticale, stedelijke fabrieken. Met het oog op deze ontwikkelingen doen we suggesties voor de aanpassing van de regelgeving, en ontwikkelen we ideeën over hoe burgers daarbij kunnen worden betrokken.” Intussen ziet Verbakel spontaan al mooie voorbeelden opduiken. “Zo zijn er in Brussel verschillende succesvolle microbrouwerijen actief, kun je werkmateriaal uitlenen bij Tournevie en is Rotor1 (zie p. 66) begonnen met de recuperatie van oud bouwmateriaal. Zo’n materialenbibliotheek, waarbij iedereen oud bouwmateriaal kan brengen of net kan kopen, sluit perfect aan bij het idee van de circulaire economie. Onder meer OVAM2 werkt al aan die grotere doelstelling, waarbij de afvalstromen op lange termijn zoveel mogelijk zullen worden gereduceerd.”

Om beleidsmakers en organisaties te overtuigen van dit nieuwe model werkt plusoffice, samen met WRKSHP collective, concrete voorbeelden, ruimtelijke typologieën en gewenste ontwikkelingsmodellen uit. “Zo werken we aan projecten in de wijk Masui, waar zich rond het kanaal onder meer een aantal schroothandelaars bevinden. En kijken we ook hoe we de zone rond het kanaal in het zuiden van de stad, aan de Anderlechtse Biestebroeck, kunnen omvormen tot een stedelijke ruimte waarin economie en wonen samengaan”, stelt Verbakel. “We willen aantonen dat die in- Elien Haentjens dustrie perfect kan worden geïnte- 1. Ⓚ Ontwerpen voorbij het hier en nu. De greerd in de stad, dat ze niet gepaard noodzaak van systeemdenken in een circulaire economie, Leen Creve, 2014-4, p. 53 zal gaan met vervuiling of lawaai en 2. Ⓚ De ecologische waarde van materialen, dat verschillende activiteiten net als Evelyn Lafond, 2011-1, p. 9 (design) Ⓚ Closing loop. OVAM en Plan C over duurzame vroeger ook boven elkaar kunnen the economie en nieuwe businessmodellen, Elien worden gestapeld. Als een soort ver- Haentjens, 2016-1, p. 80

39

Terwijl Architecture Workroom voor het project Atelier BXL Productieve Metropool het debat voert, werkt architectenbureau plusoffice concrete ideeën uit. “De voorbije decennia hebben we de industriezones meer aan de rand van de stad ingeplant, maar nu de maakindustrie terug is, moeten we de organisatie van onze ruimte herdenken. Want een gezonde stad is een productieve stad. Mensen moeten kunnen werken in de onmiddellijke omgeving van hun huis. Dat Brussel minder ver staat in het omvormen van industriële sites tot wooncomplexen is dus eigenlijk een geluk bij een ongeluk. Daardoor kunnen die gebouwen veel sneller worden gerecupereerd. Want de toekomst van onze economie ligt in de maakindustrie. Of om het met een boutade te zeggen: niet iedereen kan op een laptop in een koffiebar werken”, steekt Ward Verbakel van plusoffice van wal. “Bovendien blijkt uit onderzoek dat 50 procent van de omzet in de meeste sectoren wordt gedraaid door bedrijven met minder dan 10 personeelsleden. Die grote groepen kleine spelers willen we dus niet

stromen gescheiden van publieksstromen. De onderzochte ‘tinker tower’ vult de Brusselse skyline van kantoorgebouwen en appartementscomplexen aan met een ode aan de productieve stad.

case study

FOTOMONTAGE VAN TOREN Ontwerpend onderzoek naar een verticale stapeling van industriële activiteiten op de kruising tussen haven en stad. Via externe schachten worden goederen-


Parckfarm:

Hoe bewoners actief kunnen bijdragen tot de geleefde ruimte www.alivearchitecture.eu

I heat the bread oven every Saturday and Sunday. Therefore I earn a little salary as a paid volunteer. People come from all over the region to bake their breads or to celebrate their birthdays.

Rhama

I come here to learn about cooking food with vegetables from the garden next by. Sometimes we learn how to cook moroccan food, I enjoy this!

I give cooking courses every second sunday to people from the neighbourhood equally as those visiting the Parckfarm. It generates encounter among people through food.

Abdel

Through barbecues and other social activities we extend our network from the neighbourhood to the region.

Tcharmela

Guests

40

Parckfarm

ough barbecues d other social vities we extend network from neighbourhood o the region.

Tcharmela

When the Farmhouse needs some bread or other ingredients for their kitchen in the Farmhouse I take my bycicle and pick it up for them. In exchange I receive some food or drinks for free.

I am a cook living in the neighborhood. For special events in the Farmhouse I prepare the meals for them!

Nathan

Joachim

Marcel

I have my little vegetable garden in the jardin des recettes. Sometime I use the ingredients to prepare marmelades or something else in the Farmhouse.

I am living in a small hut on the site. This is why I took over the role of the guardian as a paid volunteer of the Farmhouse and help out for other issues to repare things or elsewise.

Nadine

Marcel

I am living in a small hut on the site. This is why I took over the role of the guardian as a paid volunteer of the Farmhouse and help out for other issues to repare things or elsewise.

Mustafa

Charly

We are gardining in the vegetable garden and use the ingredients to cook at home. We hope to have the possibility in the future to sell the food to guests in the Farmhouse.

Tessa

I work in the canteen with a half-time job. I sell drinks and small snacks to guests at the Parckfarm. Most of the products we sell come from the local bakery, others come from farms from the region.

We come here to have a drink in the Parckfarm! It’s the only place in Brussels where you can enjoy a drink in the park, being served by local farmers!

Š Alive Architecture

Guests

M


Parckfarm, het project dat haar bureau Alive Architecture in 2014 samen met landschapsarchitect Thierry Kandjee van Taktyk op poten zette, vormde de conclusie van het doctoraat. “Ons project werd gekozen na een open oproep. Vooral het participatieve aspect kon op veel bijval rekenen. Bij een eerste bezoek aan de site onderzochten we wat er al was, en hoe we daar verder op konden inspelen. De ontdekking van twee collectieve moestuinen en een kippenhok bracht ons bij de thematiek van de boerderij”, stelt Petra. “Daarna lanceerden we rond dit thema een publieke oproep voor de bouw van meerdere stedelijke installaties. Een belangrijke voorwaar-

De bijen vertoeven nog altijd in de

Beecar van Scrabe en de Receptentuin van Taktyk en de Landschapstafel van Jacques Abelman worden

nog gebruikt. Maar een van de meest succesvolle installaties is de broodoven die buurtbewoner AbOm Parckfarm samen met kunste- del bouwde. Elk weekend komen er naars, bewoners en betrokkenen mensen langs om er pizza, brood of op te bouwen en te activeren, or- tajine te maken”, stelt Petra. ganiseerde Petra maandelijks een vergadering in een café in de buurt. Sinds 2010 geeft de architecte en “De cafébaas van Café Pannenhuis praktijkgeoriënteerde doctor les of Chez Momo was enorm opgeto- aan de KU Leuven en werkt ze aan gen, en wilde zelf zijn steentje bij- het wijkcontract Pogge in Schaardragen. Zo brak hij een deur aan beek. “Om er bewoners te bereiken, de achterzijde van zijn pand open, trekken we soms met de Farmtruck, en installeerde er een terras. Boven- die ik voor Parckfarm ontwierp, de dien kwam er langzaam maar zeker straat op. Tijdens deze ontmoetinmeer volk over de vloer, en was het gen bespreek ik met de bewoners niet langer uitsluitend een café veranderingen in de gebouwde voor Marokkaanse mannen. Op een ruimte, maar vooral hoe ze actief bepaald moment stond zelfs minis- kunnen bijdragen tot de geleefde ter Evelyne Huytebroeck plots in ruimte”, besluit Petra. het café.” Elien Haentjens Van de negen installaties die in   2014 zijn gebouwd, zijn er maar twee afgebroken. De rest trekt nog altijd enorm veel volk. “Het Farmhouse van 1010 architecture urbanism is nu een ontmoetingsplek voor mensen uit de buurt, en je kunt er koffie drinken of iets eten.

41

de daarbij was dat de designer zou samenwerken met buurtbewoners én met een boer. Want ik hecht veel belang aan het samenbrengen van mensen met verschillende achtergronden en kennis.”

case study

In november diende de Duitse dr. Petra Pferdmenges haar doctoraat aan de KU Leuven/RMIT Australië in. Voor Founding Alive Architecture zette ze een aantal cases op in arme buurten van Brussel. “Daarbij onderzocht ik wat ik als architect voor de bewoners kon betekenen, wat ze echt nodig hadden voor een betere buurt. Daarbij ging ik telkens op zoek naar sociale ontmoetingen. En naar hoe mensen een rol kunnen krijgen in het leven”, stelt Petra.


Foto’s © Oiseaux Sans Tête

42

Toestand, Allée Du Kaai


Toestand, Allée Du Kaai:

Leegstand mag geen business worden www.alleedukaai.be www.toestand.be

Nu vzw Toestand vier jaar bestaat, is Felix Aerts er meer dan ooit van overtuigd dat we leegstand als een opportuniteit moeten zien. “Het is alleen omdat we die 10 000 vierkante meter gratis kunnen gebruiken én omdat we regelmatig materiaal krijgen van organisaties als Ancienne Belgique, Kaaitheater of BOZAR, dat we deze activiteiten op poten kunnen zetten. Hoewel tijdelijke bezetting als concept nog in de kinderschoenen staat, zijn er in Brussel een 40-tal organisaties actief. Dat stemt ons blij, want ze vormen een alternatief voor antikraakorganisaties als Lancelot die zowel aan de eigenaars als aan de bewoners van leegstaande panden geld vragen voor de bezetting. Leegstand is een probleem, het mag geen business worden”, stelt Aerts. “Zo droom ik er onder meer nog van om een soort Brico met recuperatiemateriaal op te richten, of een feestzaal. En als graficus zou ik graag een grafisch bureau ter ondersteuning van sociale actie of een drukkerij voor de verspreiding van goede ideeën oprichten.” Elien Haentjens

43

had de vader van een jongen uit de buurt hier onlangs een hok voor konijnen gebouwd, en zorgde dat bij de veganisten voor verontwaardigde reacties.”

case study

over 4 gebouwen, die samen met de open ruimte ertussen zo’n 10 000 vierkante meter omvatten. “In de grote loods, of Zinzinerie, hebben we een skatepark, een cinemazaal in een oude bus van de MIVB en ruimte voor luchtacrobatie en bokslessen. Als we er een Freestyle O-sessie organiseren, staat er soms tot 300 man te dansen en te rappen. In de kleine loods brachten we een fietsen houtatelier onder, en in RAG is er onder meer een ontmoetingsruimte met pingpongtafels, een keuken en een zeefdrukatelier. Het laatste gebouw dat we hebben ingepalmd, is Barlok, en dat is een meer alternatief cultureel centrum. Voor Intussen werken er acht mensen bij al deze activiteiten werken we saToestand, en beheert de vzw onder men met een 40-tal partnerorganisameer drie grote sites die ze tijdelijk ties, en minstens 100 vrijwilligers.” bezet in opdracht van de overheid. “In Anderlecht werken we aan Terwijl Allée Du Kaai meestal alBiestebroeck, in Sint-Gillis onder- leen toegankelijk is voor de deelzoeken we met buurtbewoners hoe nemers aan de activiteiten, zijn er de Moskoustraat naast de Parvis het per week drie momenten waarop best zou kunnen worden ingevuld, iedereen er terechtkan. “Op woensen met Allée Du Kaai bouwen we dag, vrijdag en zaterdag vind je hier – tot de aanleg van het park in 2018 – jongeren uit de buurt, maar ook een socioculturele werking uit op mensen uit de psychiatrie of mendit terrein naast het kanaal, vlak bij sen zonder papieren. Aangezien Tour & Taxis”, vertelt Aerts. “Rode er voor alle activiteiten een vrije draad bij al die projecten is dat we bijdrage wordt gevraagd, blijft de leegstaande gebouwen en plekken drempel laag. Ik vind het boeiend tijdelijk heractiveren door er spon- om te zien hoe mensen met een verschillend referentiekader met eltane actiezones van te maken.” kaar in contact komen. Soms leidt Intussen beschikt Allée Du Kaai dat ook tot grappige discussies. Zo Sinds 2012 zet Felix Aerts zich met vzw Toestand in voor de strijd tegen leegstand. “Toen we tien jaar geleden met 54KOLAKTIV op zoek waren naar een fuifzaal, vonden we niets betaalbaars. We kregen te horen dat we subsidies moesten aanvragen, maar subsidies aanvragen voor een plek die al gesubsidieerd is, dat vonden we te gek voor woorden. Die ervaring, onze interesse voor de krakerscultuur én de massa leegstand in Brussel – ongeveer 1 miljoen vierkante meter kantoorruimte en 15 000 à 30 000 woningen – deed ons bij leegstaande panden belanden”, vertelt Felix.


3D-schets paviljoen ‘Apparatus Distillatus’ © PioveneFabi

Aanleg kruidentuin door Rudy J. Luijters, Dudenpark Vorst. Foto: Julie Guiches voor Parckdesign 2016

Aanleg kruidentuin door Rudy J. Luijters, Dudenpark Vorst. Foto: Julie Guiches voor Parckdesign 2016

44

Jardin Essentiel


Jardin Essentiel:

cultuur en natuur komen steeds dichter bij elkaar

Centraal komt een tuin met een dertigtal variëteiten aan eetbare en geneeskrachtige kruiden, ontworpen door Rudy J. Luijters. “In drie paviljoenen richten we een keuken, een laboruimte en een podium in. Daar zullen we culinaire workshops en artistieke performances houden, en samen met de lokale gemeenschap op basis van de kruiden olie, pigmenten, verzorgingscrèmes of

thee maken in het destillatielabo. Daarbij hebben we aandacht voor de medische en gastronomische gewoontes van verschillende nationaliteiten en sociale groepen uit de buurt, maar ook aan bijvoorbeeld de medewerkers van de gemeentelijke groendienst zullen we hun mening over de invulling van de groene ruimte vragen. Via experimentele activiteiten willen we op zoek gaan naar de natuurlijke en culturele bronnen die de essentie vormen van ons hedendaagse leven.”

en filosofen enkele lezingen komen geven”, stelt Karjevsky. Om een zo groot mogelijk publiek te bereiken, beperkt het trio zich niet tot het Dudenpark, maar spreiden ze via vijf satellietruimtes hun vleugels uit over de hele stad. “Zo komt er in het nabijgelegen Park van Vorst een labyrinth voor kinderen, en zullen onze kunstenaars verblijven in een tijdelijke constructie in De Witte Villa in het park Tournay-Solvay in Watermaal-Bosvoorde. Daarnaast bouwen we in het park Carré Tillens in Ukkel een structuur voor activiteiten van de gemeente, en blazen we de kiosk in het Elisabethpark in Koekelberg nieuw leven in”, vertelt Karjevsky. “En op het einde van ons festival schenken we ons destillatielabo aan het Agrobiopôle-project in Neerpede, waar educatieve activiteiten voor Brusselse scholen zullen plaatsvinden.”

“Op die manier willen we de relatie tussen natuur en cultuur, en het belang van groene ruimtes in de stad, onderzoeken. Traditioneel was er een strikte scheiding tussen natuur en cultuur. Een park was een plaats voor reflectie, een plaats waar je eventjes kon ontsnappen aan het drukke stadsleven. De laatste jaren zien we dat cultuur en natuur steeds dichter bij elkaar komen, en dat de stadsbevolking de groene ruimte actief gaat gebruiken voor Elien Haentjens de productie van voedsel. Over deze veranderingen zullen antropologen

45

Voor de nieuwe editie van de biënnale Parckdesign, die tussen 14 juli en 11 september loopt, werken drie curators – Judith Wielander, Gilly Karjevsky en Alex Roemer – onder de noemer ‘JARDIN ESSENTIEL’ aan een programma rond groene ruimtes in de stad. “Als hoofdlocatie kozen we voor het Dudenpark, dat sociaal al actief is maar tegelijk nog een enorm potentieel heeft. Op dit moment ontbreekt het in het park aan focus”, stelt Karjevsky. “Bovendien willen we met ons project diverse sociale en culturele groepen aanspreken, en beschikken Sint-Gillis en Vorst daarvoor over een boeiende sociale mix.”

case study

Foto: Julie Guiches voor Parckdesign 2016

www.parckdesign.be


DE TIEN WINNENDE ONTWERPEN:

Dansaert:

Marollen:

46

Make.Brussels

Kring Café Vélo

Alors on Zwanze

Conceptstore die producten en diensten aanbiedt ten dienste van het fietsvolk van de stad en meer bepaald dat van de Dansaertwijk.

Foto- en audiotentoonstellingen en micro-events die de inwoners en de initiatieven van de handelaars en verenigingen van de Marollen in het daglicht stellen.

Sint-Katelijne:

Zuid-Lemonnier:

Stelt gratis zeilplezier voor met schaalmodellen van boten in het grote waterbekken van de Vismet.

Zestien animatiefilms gerealiseerd in de tram en de metrostations van de wijk, die handelaars en burgers verbinden.

Sainte-Cath-sur-Mer

Nieuwstraat:

Entramie

Zavel:

Stryty – De superlokale app

The sound of chocolate

Digitale krant die de laatste lokale tendensen over shopping (producten en diensten) en evenementen samenvat, met een snuifje social news en suggesties.

Stelt een zintuigelijke en smakelijke ervaring voor die chocolade en muziek combineert dankzij de samenwerking van chocolatiers, musici en wetenschappers.

Grote Markt:

Kunstberg:

L’Arbre à palabres/ Palaverboom

Nationa(a)l Talent Hole

Mobiele palaverboom die her en der in de wijk wordt geïnstalleerd om een oase van communicatie te creëren.

Paviljoen met een tentoonstellingsruimte voor de opkomende artistieke scene van Brussel.

Sint-Jacob:

Onze-Lieve-Vrouw-ter-Sneeuw:

La Ligne / The Subway Art Project Wenst het premetrostation van de Beurs te herwaarderen via een onlineprojectoproep die artiesten uitnodigt om hun creatieve projecten in te dienen.

Melting Pots

Laat de verschillende restaurants van de wijk ontdekken via twee typische menu’s van hun gastronomie, klaar om mee te nemen en geserveerd in cilindervormige gemerkte verpakkingen.


Make.Brussels:

wereldwijd zie je een tendens om meer beroep te doen op de bevolking www.make.brussels

Wat Make.Brussels bijzonder maakt, is de sterke betrokkenheid van de lokale bevolking. “Voor zover we weten, is dit de eerste echte crowdsourcingactie in Brussel. Want de burgers mochten niet alleen de projecten indienen, ze konden er achteraf ook voor stemmen. Per wijk gingen de drie projecten met de meeste publieksstemmen door naar de finaleronde, waarbij een jury uiteindelijk het beste project – dat met 30 000 euro wordt beloond – selecteerde. Al hopen we dat ook andere voorstellen via andere kanalen zullen worden opgepikt”, zegt Dehas. “Bovendien willen we met deze actie een signaal geven aan de Brusselse politiek. Want in de meest recente beslissingen over onder meer de voetgangerszone is de bevolking amper gehoord. Terwijl burgers vaak zeer goede ideeën hebben over hun wijk. Om die reden zie je wereldwijd een tendens om minder met grote, vaak dure studiebureaus te werken, en meer beroep te doen op de bevolking. Daarnaast is Brussel een zeer creatieve stad, en willen we die creativiteit aanwakkeren. Make.Brussels gaat dus een stap verder dan louter een communicatiecampagne. Meer zelfs, het project geeft ons maar liefst tien concrete redenen om Brussel positief op de kaart te zetten. En op lange termijn versterkt het de identiteit van de wijken, én promoveert het de creatieve Brusselaars tot ambassadeurs van de stad.” Elien Haentjens

47

De voorbije jaren maakte Atrium een specifieke barometer op voor de verschillende Brusselse wijken binnen de Vijfhoek. “Daarvoor onderzochten we onder meer hoeveel voetgangers er per week in de verschillende straten van een wijk passeren, en op welke dagen ze dat vooral doen. Of hebben we een perfect overzicht van de commerciële mix in de buurt, en kunnen we zo tips geven aan mensen die een zaak willen starten over waar ze dat het beste doen. Bovendien stimuleren we hen ook om samen te werken met een Brusselse ontwerper, en hun zaak een uniek cachet te geven. Deze ervaring gebruiken we nu voor Make.Brussels”, stelt Dehas. case study

Na de aanslagen in Parijs kreeg Atrium, het gewestelijk handelsagentschap, de vraag van Brussels minister van Economie Didier Gosuin om een campagne te bedenken om de Brusselse Vijfhoek nieuw leven in te blazen. Want uit een onderzoek van Beci, de Brusselse Kamer van Koophandel, blijkt dat de impact van de gebeurtenissen vooral in het centrum van Brussel voelbaar is. De aanslagen van 22 maart hebben de nood aan een positief project nog groter gemaakt. Jonathan Dehas, communicatie- en marketingverantwoordelijke van Atrium: “Al snel waren we het er met onze partners Beci en Impulse, het agentschap voor ondernemingen, over eens dat we het budget van 400 000 euro niet louter in één communicatiecampagne zouden investeren. We wilden de bewoners van de stad zelf bij het project betrekken en hen stimuleren om hun creativiteit de vrije loop te laten. Daarom daagden we hen met Make.Brussels uit om een specifiek idee op maat van een van de tien wijken in Stad Brussel te ontwikkelen. De enige voorwaarde daarbij was dat het project moest aansluiten bij de identiteit van de wijk. Want als een project zich inschrijft in de geschiedenis en sfeer van een buurt, heeft het meer kans op succes.”


Public Time. Foto’s: Ylva Holmgren

48

Annelies Vaneycken, Office for Public Play


Annelies Vaneycken, Office for Public Play:

Kinderen als ontregelaars van vastgeroeste normen en vormen

Aan de hand van verschillende ontwerpexperimenten Mies Van Roy met kinderen tracht ze om zowel het bewustzijn van gebruikers van de openbare ruimte als van ontwerpers 1. Ⓚ Herfstselectie, 1999-4, p. 7 Ⓚ 2009-1 (grafisch ontwerp) Ⓚ Tien dingen die ik weet over Belgisch grafisch ontwerp, Rick Poynor, 2009-4; p. 78 (design) te vergroten. Hoe kan participatief ontwerpen met Ⓚ Verhalen uit de Braziliaanse favela’s. Annelies Vaneycken, Repórter sem kinderen bijdragen aan een leefbare stedelijke omge- Beiras, Lut Pil, 2011-3, p. 30 (design)

49

De maatschappelijk geëngageerde ontwerper Annelies ving en de specifieke eigenheid en kwaliteiten van die Vaneycken1 trok anderhalf jaar geleden naar Göteborg omgeving respecteren tijdens het ontwerpproces? in Zweden om er een onderzoek aan de HDK Academy of Design and Crafts (University of Gothenburg) Zo organiseerde Annelies in 2014 Public Borders, een op te starten dat past binnen het Europese project workshop met kinderen tussen zeven en elf jaar oud, TRADERS – ‘Training art waarbij het de bedoeling and design researchers in parwas om grenzen in het ticipation for public space’. straatbeeld te ontdekken, rangschikken en hertekeOffice for Public Play, het onnen. De kinderen brachderzoeksplatform van waarten zowel zichtbare als onuit ze opereert, wil kinderen zichtbare grenzen volgens inspraak geven in het actuele hun impact in kaart. De discours over de openbare reacties op deze grenzen ruimte en hen actief bewerden fysiek uitgebeeld trekken in het bedenken en via een performatieve taal. vormgeven van de stedelijke Wat tolereren kinderen in openbare ruimte. De speelse het straatbeeld, wat niet en interacties van kinderen met hoe kun je dat ombouwen hun urbane omgeving wornaar iets constructiefs? den als waardevolle kennis in het ontwerpproces geïnOnline is er ook het Artegreerd. Door hun spontaniteit en fantasie bij het teschive for Public Play, dat ten van regels en aftasten van verhalen verzamelt van grenzen, werken kinderen als door mensen zelfbedachontregelaars van vastgeroeste te vormen van spelen. Dit normen en vormen. Ze daarchief vormt een hedengen uit om sociale en maatdaagse versie van Pieter schappelijke conventies in Bruegel de Oudes schildede openbare ruimte radicaal rij Kinderspelen (1560) en te herdenken, maar ook uit wil zelfbedachte vormen te proberen. van spelen als cultureel erfPoster ter aankondiging van de onderzoeksweek, georganiseerd door goed erkennen. Het archief Office for Public Play in Göteborg, over de rol van ‘Play’ in relatie tot ontwerpen in de openbare ruimte. Ontwerp: Niek Kosten en Annelies laat zich inspireren participatief wordt ook actief gebruikt Annelies Vaneycken door de gedachten van de om de openbare ruimte te Braziliaanse pedagoog Paulo Freire. Hoe kun je be- heractiveren door middel van Public Time, een publiek wustzijn creëren om iets aan je eigen situatie te veran- speelmoment in de openbare ruimte waarbij het spederen? Wat betekent emancipatie van kinderen? Hoe len weer tot leven wordt gewekt en waardoor sociale gaan we om met de invloed van directe en indirecte interactie tussen spelers, voorbijgangers en hun omgeactoren binnen dit kader? ving ontstaat.

case study

www.officeforpublicplay.org  www.anneliesvaneycken.be


Scale

Version

Designed by

Color Legend

1/1

0.95

Thomas Laureyssens

Orange: Black: Blue:

This print is available on http://whistle.city

Laser cut Laser engraving Instructions

Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International Licence

Parts & Assemblies

Final Sparrow Assembly Instructions

Assembly

Part

front view

front view

Front Section

Bolt Attachement (4x)

Material

Material

Opaque Acrylic 3mm, e.g. PMMA GS Satinice DC (LED diffusion)

Transparent Acrylic 10mm

A

B

C

D

E

A

B

C

D

E

Tiewrap

Alternatively, if you don’t have 10 mm transparent acrylic at hand you can also weld 2 pieces of 5mm acrylic together

Instructions

top view

1) Insert LED 0 in the Back Section Assembly.

2) Use a tiewrap to secure the LED cable to the Back Section Assembly. top view

hotglue

4x

Using hotglue, fix the Bolt Attachment parts onto the engraved spots.

4x

4x

M6 Washer

M6 Nut

M6 Insert

3) Fit the Middle Section on the Back Section, fixing nuts and washers losely. Turn the Insert (E) on the bolts, but only loosely so they don’t expand yet. Sligthly press the cables of the LED string down.

Alternatively, you could try welding the parts using aceton, but some types of LED diffusion acrylic don’t weld that well, and also, the bolt attachment will probably expand slightly during use and the elastic hotglue is quite forgiving.

2x Plyers

4) Gently fit the Front Section on the Inserts. Turn the (A) bolts at the back of the Back Section while holding the inserts so they will slightly expand. Don’t turn too much, as the Bolt Attachment Part might come loose. Fix the (B) bolts tightly. Push the Middle Section gently down so the LED cables get a bit of pressure but the Middle Section doesn’t bend too much. Tighten (C) and (D) bolts.

top view

Back Section

Assembly

Assembly

front view

soldering iron

heat shrink

2) Cut the end connector from the 12 mm RGB LED string (*) and waterproof it using heatshrink or electrical tape. Cut the start connector from the LED string, and solder a maximum of 2 or 5 meter prolongation cable (**) to it. Waterproof and insulate both individual cables as well as the full cable using heatshrink. Re-attach the connector to the beginning of the prolongation cable.

LED 6

LED 7

LED 4

LED 8

LED 9

LED 2

LED 3

LED 1

LED 13

LED 10

LED 11

LED 14

Brush aceton on top of two parts. Wait 5-10 seconds and then push the parts tightly together for 10 seconds. Try to align the parts as neatly as possible on top of each other. Let dry for a few minutes. The easiest is to first weld the parts in pairs and later weld these pairs into the assemply of 6 parts total.

Material Olimex A20 Arduino Uno WiFi Dongle 2.1mm female plug LED string cable connector USB A>B Cable (short)

LED 0 will be used on the Back Section

LED 12

Heat shrink

USB A

Pin headers

tie wraps 3 2

1) Solder Pin Headers on the Data, Clock and 5V cables of the LED string connector.

data

clock

USB B

+ insulate

Arduino 5V

LED 0

GND

Plyers solder & insulate

solder & insulate

connector To Electronics Module

Eye & Beak Assembly

Eye & Beak Assembly

GND

2.1mm center-positive plug

Screw driver

2) Attach the secondary 5V and GND cables of the LED string connector cable to the female 2.1mm centre positive (test!) plug. Cut off and/or insulate the surplus + cable.

Prolongation cable

3) Gently push the LED’s trough the holes, starting at the second LED counting from the prolongation cable. You can choose which order you distribute all LED’s, but the easiest is that the last 2 LEDs (48 and 49) are the Eye and Beak.

Olimex A20

WiFi Dongle

Instructions

Soldering iron

LED 5

top view

12mm LED cable colours and type can differ by manufacturer and chip type. Carefully check the documentation on your products.

Microphone IN

insulate

gloves

12V Power Adapter

LED 49

vinyl gloves

brush

Weld (*) the parts together using aceton and a brush. Wear vinyl gloves.

* Since aceton will dissolve the acrylic, the parts will be attached to each other on a molecular level, which is a ‘weld’.

8x

top view

Bolt+Nut M3x30mm

Plyers

Screw driver

Tiewrap

3) Screw the Arduino and Olimex A20 to the bottom part. Attach the connectors to the bottom part using tiewraps.

* To avoid confusion later in the software, the LED’s are numbered 0-49 (50 total) ** A LED string with a WS2801 chip will allow a cable length of maximum 2 meter, WS2811 allows for 5 meter.

4) Connect all cables (double check the documentation that came with the 12mm LED String for the right colour codes).

(not all LED’s are visualised)

top view

5) Install the software on the Arduino and the Olimex (see separate manual on http://whistle.city) 6) Test the setup.

Part

Assembly

Suction Unit Attachement

Back Section front view

Material

4x

Material

White Acrylic 5mm

Bolt+Nut M3x30mm

White Acrylic 5mm Suction Unit (SS-TBS) with M8X25mm threaded bar

(2)

 Use the engraving settings as tested with the LED Engraving Test Part

Plyers

Screw driver

7) If all works well, screw the top part on the bottom part.

front view

Instructions side view

4x

2x Plyers

Washers M6

Bolt+Nut M6x40mm

(2)

1) Tightly fit the M6 x 40mm bolts and nuts so the hexagon part of the bolt is at the top.

4x Washers M6

(1)

(1)

(1)

(1)

In-Situ Installation Instructions are given to attach the Sparrow with a Suction Unit, which can be quickly attached and removed on windows and other perfectly flat surfaces such as metal sheets. Alternatively you can also drill a hole or attach the Sparrow to objects using clamps, bolts,...

4x Bolt+Nut M6x90mm

2) Prepare the M6 x 90mm bolts and nuts so the hexagon part of the bolt is at the bottom. Since you will have to rotate the bolts later with the final assembly, only use a loose fit.

top view

(2) window cleaner

(2) For LED cable tiewrap (at Final Assembly)

cleaning cloth

1) Clean surface

For LED 0 (at Final Assembly)

(At Installation) top view

2) Attach the Suction Unit to the surface using the supplied lever. 3) Turn/screw the Suction Attachment Part on the threaded bar of the Suction Unit and fix with a M8 nut and washer.

4x

Part

LED Engraving Test

M6 Wingnut

4) Using 4x M6 wingnuts, attach the Sparrow to the Suction Attachment Part.

Material White Acrylic 5mm

fix loose ly

fix loosely

fix tightly

fix tightly top view

Icons desiner credits (CC) on The Noun Project: Soldering iron created by Semilla Solar,

This part is to find the right setting for the laser to engrave 3 to 3.5 mm deep into the 5mm acrylic. A 12mm LED should fit in the hole.

Tiewrap

5) Using a tiewrap, attach the microphone cable to the Sparrow. 6) Optionally, you can add a security cable, hide the cables using tape, etc. 7) Run the cables towards the interior or the building such so they are damaged the least (between windows,...) Attach the cables and power supply to the Electronics Module. Whistle!

Hot Glue gun by Giulia Malaponti, Plyers by Arthur Shlain, Wing Nut by Jaap Knevel, Bolt and Nut by Mark Hammar, Bottle by Jon Trillana, Spray Bottle by Nithin Viswanathan, Tiewrap by Dan Hetteix, Screwdriver by Pedro Ramalho. http://thenounproject.com

LED String

aceton

1) Weld the Eye and Beak Assemblies to the Middle Section Part at the engraved spots.

wire cutter

Electronics Module

Instructions

LED 48

Instructions

Suction Unit Attachment Part

Assembled Sparrow

5V Power Adapter

50

Thomas Laureyssens, Whistle.city

White Acrylic 5mm

White Acrylic 2mm Eye & Beak Assembly 12mm RGB LED String - 1x50 LED or 2x25 LED – Chip WS2801 or WS2811

brush

Front Section

front view

Material

aceton

Middle Section

Eye & Beak (2x)

Middle Section Materials


Thomas Laureyssens, Whistle.city:

Een sociaal draagvlak verhoogt de hoeveelheid interactie

In het kader van City of Things, een onderzoeksproject van iMinds en de Stad Antwerpen, bouwt Thomas momenteel samen met het iMindsteam aan een multimediaal stadsspel in Antwerpen.

In Wapper zal het concept van internet of things toegankelijk worden gemaakt voor een breed publiek, en bewoners worden geleid naar verborgen plekjes van de stad. Hoe kun je met die technologie

nieuwe ervaringen in de publieke ruimte creëren en die verbinden aan een lokale context? Het project gaat van start in september.

51

lijkheid geeft. “Het is de taak van de musseniers om promotie te maken voor hun mus. Een sociaal draagvlak verhoogt de hoeveelheid interactie met de mussen drastisch”, legt Thomas uit. Op de website whistle.city kun je volgen hoeveel fluittonen er per buurt worden verzameld. Een maand na de start eindigde de wedstrijd tussen de verschillende buurten, maar het ‘leven’ en de impact van de mussen kun je online blij“Toen ik in 2011 mijn doctoraatsonderzoek opstartte, ven volgen, aangezien ze er nog altijd hangen. kreeg ik de mogelijkheid om te participeren aan een Europees onderzoeksproject van iMinds, Stad Gent De gemeente Schaarbeek heeft een groot netwerk geacen Alcatel-Lucent. Dat project mondde uit in het tiveerd, waarbij de musseniers allerlei activiteiten rond stadsspel ZWERM, waarbij we twee wijken in Gent hun mus organiseerden. Een groep musseniers bouwde het tegen elkaar lieten opnemen. Elke wijk kreeg een bijvoorbeeld een babbelbox die ze in het naburige park interactieve boom en vier interactieve mussen. We neerpootten. Maar ook feestjes en collectieve fluitverspreidden ook 1 500 digitale (RFID-)kaarten die acties werden georganiseerd en er werden vogelnestjes bewoners konden gebruiken om in te checken aan de gehangen en vetbollen gefabriceerd. Aan twee mussen bomen en elkaar te ontmoeten”, zegt Thomas. Aange- werden zitconstructies gebouwd, plekken waar menzien de mussen zeer mobiel zijn en relatief goedkoop sen samen kunnen keuvelen, want daar bleek nood om te maken, heeft hij op dit ontwerp verder gewerkt aan. Deze investeringen van personeel en middelen in en is het ook in andere stedelijke contexten gaan toe- het sociale netwerk rond de mussen vergrootten hun passen. Na Gent volgde Hasselt, waarna Thomas aan de impact substantieel. slag ging in Schaarbeek en Elsene. Voor het technologische aspect introduceerde Thomas In april startte in Schaarbeek het Whistle.city-mussen- in Schaarbeek de rol van ‘mussendokter’: iemand die spel onder de lokale naam Quand Les Zoziaux, een net- de installatie, configuratie en updates van de mus voor werk van interactieve mussen die aan de gevels werden zijn of haar rekening neemt. Op termijn wil Thomas gehangen. De mussen lichten op in kleurige animaties er een opensourceproject van maken, met een kit waarals er minstens vier maal naar wordt gefloten. In Has- mee je zelf aan de slag kunt. selt werkte hij ook al met ‘musseniers’, plaatselijke buurtbewoners die Thomas een extra verantwoorde- Mies Van Roy Stadsbewoners leiden vaak een anoniem leven. Steden kennen een grote bevolkingsdichtheid, waarbij vele bewoners elkaar niet kennen en contact vermijden. Het onderzoek van Thomas Laureyssens, interaction designer en onderzoeker aan LUCA – onderzoeksgroep Interactions, tracht mensen dichter bij elkaar te brengen aan de hand van ludieke stadsinterventies.

case study

www.whistle.city www.toyfoo.com


Dear Hunter:

Hoe is het werkelijk om ergens te zijn?

www.dearhunter.eu www.deareuregio.eu www.huntingground.eu

This whole corner is outdoor spa Actually the whole city center see sun, looking around, see and be Who has the most beautiful dre

Is this a bikeshed or a sculpture?

Even from the shopping street you can see this wind turbine.

52

Dear Hunter

Dear Hunter, de onderzoekspraktijk van Marlies Vermeulen en Remy Kroese, zet de ‘kunst van het jagen’ in als methodiek: intens, kwalitatief onderzoek uitvoeren in specifieke plekken of buurten. De metafoor van de jager neemt een centrale plek in binnen hun werkfilosofie. De jager gaat binnen zijn praktijk radicaal te werk. In alle concentratie en met sterke toewijding en een zekere obsessie probeert hij alles te weten te komen over zijn prooi en diens leefomgeving. Zoals een jager altijd ter plaatse is om zijn prooi te observeren, zo is Dear Hunter altijd aanwezig in de directe omgeving die zij onderzoeken. Ze maken deel uit van de leef- en werkomgeving van de plaatselijke bewoners en beleven specifieke situaties van zeer dichtbij. In 2014 is het omvangrijke onderzoeksproject Dear Euregio van start gegaan. Gedurende twee jaar doorkruist Dear Hunter de Euregio Maas-Rijn om samen te leven en te werken met haar inwoners. Het onderzoek vindt plaats tegen de achtergrond van acht verschillende steden in drie verschillende landen

(mét vijf verschillende taalgebieden!). Elke drie maanden verplaatsen de twee containers die als woonen werkruimte dienen met hen mee en verblijven zij zes dagen en nachten per week op locatie. Maastricht, Heerlen, Aken en Hasselt zijn al bezocht en momenteel staan de containers tot 18 augustus in Genk; Eupen volgt later dit jaar. Als zij ter plaatse zijn, verblijvend in de omgebouwde zeecontainers, spelen alle dagelijkse woon- en werkrituelen zich op locatie af en neemt Dear Hunter deel aan de plaatselijke levenswijzen en gewoonten. Ze doen er alles aan om een ‘binnenstander’ te worden en deel uit te maken van de situaties van de ‘prooi’ die zij observeren.

Ze beschrijven de plek en de situaties die er zich voordoen, en hoe die worden ervaren door henzelf en de mensen die er wonen. Deze inzichten verzamelen ze en vertalen ze in subjectieve (of ‘intieme’) kaarten, waarvan ‘atlassen’ worden gemaakt. Doel is om meer belangwekkende verbindingen te creëren tussen top-down- en bottom-upkennis, en methoden van stedelijke inrichting en planning. Centraal bij het idee van de atlassen en hun observaties is de vraag: hoe is het werkelijk om ergens te zijn? Ze brengen de ervaring van een plek in kaart en haar ruimtelijke kwaliteiten en opportuniteiten. In elke stad werkt Dear Hunter rondom een specifieke opgave, geformuleerd vanuit de lokale overheden.


Treffend is dat Dear Hunter naar voren brengt dat ze niet aan ‘participatie’ doen. Ze vragen nooit naar toekomstige verwachtingen van de bewoners. De ervaringen van de bewoners en hun situaties zijn wél het uitgangspunt, maar zij zijn geen codesigners in het proces. Het gaat

ace for the cafés. ems to be. In the eing seen. ess?

om het ‘nu’ en daar conclusies uit trekken: observeren van de prooi, in kaart brengen, de gegevens interpreteren en dat het ontwerp te laten beïnvloeden. Anne van Oppen

Muziekterras, with the Leopoldplein as backstage.

The former kiosk, where music used to be played, stood in the middle of the place. Alwasys a lot of ambiance.

If you pass under the railroad, you arrive at Runkst. It is very steep for bikes.

A complete grass bed is sacrificed for a drain cover. The Leopoldplein is clean but not maintained, it feels like the backside of the city. Also the smell over here is a bit weird. Here used to be a train station. Hasselt became bigger an thus the station moved. The columns of the entry gate are sinking. Hopefully this can be fixed!

A lot of ‘peggies’!

53

The train makes a lot of noise, especially if it is a goods train.

case study

These are some of the oldest trees of the boulevard.


Expanding a ca No problem!

Also the Sint-Josef school is an important building. Lots of people from Hasselt have their roots over here. It is still a very good school. On the roof of the new building there is a playground.

Even more beautiful houses.

54

Dear Hunter

This is the most beautiful part. If you are lucky with lights, it is very silent for a very short time: no traffi seconds. Wonderful! The Groene Boulevard doesn’t only seem greener here, the trees are also more beautiful. This is because there is grass between the trees instead of cobbles.

The Groene Boulevard seems wider over here.

This is relatively new, you almost don’t see it.

Everywhere there are statues, just like this globe-tro Sometimes they changed place a couple of times. The Atheneum lies behind big trees. It is almost invisible, looking from the Groene Boulevard. Maybe in winter it is different, when the trees lost their leaves.

Not many people know this part, it is well hidden.


Beautiful houses on the Groene Boulevard. Some of them with golden angels. The trees are very small and not very green. There is also no grass.

afé on a bikelane?

This is the old state police, over here the new townhall will be built. This will be a good opportunity for this part of the Groene Boulevard. Now it is empty and lots of buildings are vacant.

otter.

Another couple of beautiful houses at the boulevard: old and elegant.

This building is now painted black, before it had a natural brick color.

This is a relatively new building. It doesn’t fit here very well.

A very odd piece of lost space. Elegantly hidden behind a huge flowerpot.

55

The Van Veldekeplein. A strange square. But a very nice place to have a drink. Sometimes there is music. And Van Veldeke, who is always present together with Cambrinus.

The cafés at Van Veldekeplein are agreeable. Everybody visits the cafés: from lawyer till unemployed.

case study

h the traffic ffic for a few


De tekening van een auto en de handgeschreven tekst werden gecreëerd tijdens een atelier in het jeugdhuis van Versailles. De bedoeling was om een T-shirtcollectie met tags van Versailles te ontwikkelen.

56

Amina Saâdi, Versailles

VERSAILLES CITY VERSAILLES VILLE VERSAILLES STAD QYTETI VERSAILLES ‫ياسرف ةنيدم‬ ГРАД ВЕРСАЙ CIUDAD VERSAILLES ΒΕΡΣΑΛΛΊΕΣ ΠΌΛΗ WERSAL MIASTA CIDADE DE VERSALHES ORAȘ VERSAILLES ГОРОД ВЕРСАЛЬ ВЕРСАИЛЛЕС ГРАД MAGAALADA VERSAILLES MJI VERSAILLES VERSAILLES ŞEHIR МІСТО ВЕРСАЛЬ VERSAILLES ILU SASEVERSAILLES

Dit beeld is het resultaat van Amina’s zoektocht rond architectuur. Het toont ook haar instinctieve manier van werken.

VERSAILLES CITY VERSAILLES VILLE VERSAILLES STAD QYTETI VERSAILLES ‫ياسرف ةنيدم‬ ГРАД ВЕРСАЙ CIUDAD VERSAILLES ΒΕΡΣΑΛΛΊΕΣ ΠΌΛΗ WERSAL MIASTA CIDADE DE VERSALHES ORAȘ VERSAILLES ГОРОД ВЕРСАЛЬ ВЕРСАИЛЛЕС ГРАД MAGAALADA VERSAILLES MJI VERSAILLES VERSAILLES ŞEHIR МІСТО ВЕРСАЛЬ VERSAILLES ILU SASEVERSAILLES

Deze foto’s werden tijdens het naaiatelier genomen. Het gaat in wezen niet over de kleren maar over de manier waarop ze getoond worden hetVERSAILLES atelier als ontmoetingsplaats. VERSAILLES CITY VERSAILLES in VILLE

VERSAILLES CITY VERSAILLES VILLE VERSAILLES STAD QYTETI VERSAILLES ‫ياسرف ةنيدم‬ ГРАД ВЕРСАЙ CIUDAD VERSAILLES ΒΕΡΣΑΛΛΊΕΣ ΠΌΛΗ WERSAL MIASTA CIDADE DE VERSALHES ORAȘ VERSAILLES ГОРОД ВЕРСАЛЬ ВЕРСАИЛЛЕС ГРАД MAGAALADA VERSAILLES MJI VERSAILLES VERSAILLES ŞEHIR МІСТО ВЕРСАЛЬ VERSAILLES ILU SASEVERSAILLES

STAD QYTETI VERSAILLES ‫ياسرف ةنيدم‬ ГРАД ВЕРСАЙ CIUDAD VERSAILLES ΒΕΡΣΑΛΛΊΕΣ ΠΌΛΗ WERSAL MIASTA CIDADE DE VERSALHES ORAȘ VERSAILLES ГОРОД ВЕРСАЛЬ ВЕРСАИЛЛЕС ГРАД MAGAALADA VERSAILLES MJI VERSAILLES VERSAILLES ŞEHIR МІСТО ВЕРСАЛЬ VERSAILLES ILU SASEVERSAILLES

VERSAILLES CITY VERSAILLES VILLE VERSAILLES STAD QYTETI VERSAILLES ‫ياسرف ةنيدم‬ ГРАД ВЕРСАЙ CIUDAD VERSAILLES ΒΕΡΣΑΛΛΊΕΣ ΠΌΛΗ WERSAL MIASTA CIDADE DE VERSALHES ORAȘ VERSAILLES ГОРОД ВЕРСАЛЬ ВЕРСАИЛЛЕС ГРАД MAGAALADA VERSAILLES MJI VERSAILLES VERSAILLES ŞEHIR МІСТО ВЕРСАЛЬ VERSAILLES ILU SASEVERSAILLES

VERSAILLES CITY VERSAILLES VILLE VERSAILLES STAD QYTETI VERSAILLES ‫ياسرف ةنيدم‬ ГРАД ВЕРСАЙ CIUDAD VERSAILLES ΒΕΡΣΑΛΛΊΕΣ ΠΌΛΗ WERSAL MIASTA CIDADE DE VERSALHES ORAȘ VERSAILLES ГОРОД ВЕРСАЛЬ ВЕРСАИЛЛЕС ГРАД MAGAALADA VERSAILLES MJI VERSAILLES VERSAILLES ŞEHIR МІСТО ВЕРСАЛЬ VERSAILLES ILU SASEVERSAILLES

VERSAILLES CITY VERSAILLES VILLE VERSAILLES STAD QYTETI VERSAILLES ‫ياسرف ةنيدم‬ ГРАД ВЕРСАЙ CIUDAD VERSAILLES ΒΕΡΣΑΛΛΊΕΣ ΠΌΛΗ WERSAL MIASTA CIDADE DE VERSALHES ORAȘ VERSAILLES ГОРОД ВЕРСАЛЬ ВЕРСАИЛЛЕС ГРАД MAGAALADA VERSAILLES MJI VERSAILLES VERSAILLES ŞEHIR МІСТО ВЕРСАЛЬ VERSAILLES ILU SASEVERSAILLES

VERSAILLES CITY VERSAILLES VILLE VERSAILLES STAD QYTETI VERSAILLES ‫ياسرف ةنيدم‬ ГРАД ВЕРСАЙ CIUDAD VERSAILLES ΒΕΡΣΑΛΛΊΕΣ ΠΌΛΗ WERSAL MIASTA CIDADE DE VERSALHES ORAȘ VERSAILLES ГОРОД ВЕРСАЛЬ ВЕРСАИЛЛЕС ГРАД MAGAALADA VERSAILLES MJI VERSAILLES VERSAILLES ŞEHIR МІСТО ВЕРСАЛЬ VERSAILLES ILU SASEVERSAILLES

Dit is een onderdeel van de eerste zoektocht naar een identiteit en logo voor het atelier Versailles Bioty, dat met Microsoft Word werd gemaakt.


Amina Saâdi, Versailles:

Daardoor is het moeilijk om hier een toekomst op te bouwen

Als half-Belgische, half-Marokkaanse groeide Amina Saâdi op in Versailles, de bij het grote publiek niet zo bekende wijk in de Brusselse gemeente Neder-Over-Heembeek. Hoewel ze vroeger zelf een dubbel gevoel had bij de plek waar ze woonde, besloot Amina om tijdens haar studies grafisch ontwerp aan het Gentse KASK School of Arts de wijk als uitgangspunt te nemen voor haar onderzoek. “In eerste instantie onderzocht ik de principes van sociale woningbouw, onder meer via het werk van Le Corbusier en het modernistische ideeëngoed. Daarna maakte ik een minipublicatie met fotocollages waarin ik ‘ons’ Versailles vergeleek met de voormalige residentie van Louis XIV bij Parijs”, vertelt Amina. “Maar ik vond het jammer dat ik geen contact had gelegd met de eigenlijke bewoners. En dus besloot ik om daar voor mijn masterproef dieper op in te gaan. Want hoewel er zo’n 2 000 mensen in Versailles wonen, en er tussen de gebouwen best veel groene ruimte is, blijft het een soort no man’s land. Op een paar groepjes hangjongeren na zie je er niemand. De bewoners kennen elkaar niet, en geven amper iets om de plek waar ze wonen. Hoewel het niet de bedoeling was van de modernistische sociale woningbouw, verliest iedereen zichzelf erin. Daarom vergelijkt mijn vader Versailles ook wel eens met een gevangenis”, stelt Amina. “Daardoor is het moeilijk om hier een toekomst op te bouwen. Bij sommige jongeren roept dat een enorm gevoel van woede op, waardoor zoveel mogelijk profiteren van het systeem hun motto is geworden. Zo beschouwen ze de wijk als hun privéterrein om te doen

In haar zoektocht om de anonimiteit te doorbreken en een gemeenschappelijke identiteit te vinden, startte Amina met de opbouw van een netwerk. “Zo ga ik wekelijks naar Versailles beauty waar vrouwen hun eigen schoonheidsproducten maken, of naar het naaiatelier. Daarnaast werkte ik in het jeugdhuis met jongeren om een logo te ontwikkelen voor een eigen T-shirtcollectie op basis van de tags – zoals de postcode 1120 of de letters VRS – die je overal in Versailles terugvindt. Zo kunnen ze hun identiteit ook buiten de wijk verspreiden. In samenspraak met de ouderen ontwierp ik een vlag voor hun vzw en voor de allerkleinsten ontwikkelde ik kleurprenten rond de architectuur van Versailles. Dankzij al die activiteiten hebben de mensen voor mij een gezicht gekregen, met telkens een bijbehorend verhaal.” In de loop van haar onderzoek ging Amina Saâdi steeds meer uit van een sociaal uitgangspunt. “Al het materiaal dat ik verzamelde, verwerk ik in een boek. Dat begint met een postkaart rond de term ‘respect’, die een vrouw tijdens een workshop over racisme op een heel spontane manier heeft gemaakt. Die eerlijkheid is voor mij ook erg belangrijk in dit project. Later maakte ze nog een kaart rond de term ‘vrijheid’, en daarmee zal de catalogus eindigen. Met dit boek wil ik de identiteit van dit vergeten stukje stad blootleggen, en zo waarde geven aan het leven van de mensen die er wonen. Want dat is het begin van een toekomst.” Elien Haentjens

57

wat ze willen, en idealiseren ze hun leven. Vaak verliezen ze daarbij elke voeling met de realiteit.”

case study

De kalligrafieën, van de hand van Khadija (een deelnemer van het naaiatelier), staan voor ‘respect’, ontwikkeld naar aanleiding van de dag tegen racisme, en voor ‘vrijheid’, op verzoek van Amina gecreëerd.

www.vrs1120.tumblr.com www.aminasaadi.be


© BAVO © BAVO

58

Prison Gear

BAVO: “De gevangenis van Haren beroert de gemoederen van de inwoners van Brussel. Terecht, want het gevangenisdorp in Haren is zonder voorgaande in België. Niet minder dan 8 strafinstellingen worden op één terrein samengebracht, voorzien in niet minder dan 1 130 plaatsen voor zowel verdachten, veroordeelden, uit handen gegeven jongeren én geïnterneerden. [...] Het monddood maken van gedetineerden in het ontwerpproces druist in tegen de geest van de Basiswet 2005. Professor Lieven Dupont, auteur van de Basiswet, sprak voor de Kamercommissie Justitie op 2 februari 2001 de woorden: ‘Wil men mensen [hij sprak over gedetineerden] responsabiliseren dan moet men ze respecteren en betrekken bij de besluitvorming met betrekking tot de beslissingen die hen aanbelangen.’”

© BAVO


Prison Gear:

we moeten de architectuur van het gevangenisregime herformuleren

Uitgangspunt bij het onderzoek is de Basiswet van 2005 – waarin de mensenrechten van de gedetineerde zijn vastgelegd. De inzichten die voortkomen uit het relationele actieonderzoek worden onmiddellijk als adviezen verspreid naar betrokkenen en belanghebbende partijen (zoals directies en overheidsinstanties). Deze directe verspreiding stelt hen in staat om zo vroeg mogelijk in het ontwerpproces van een nieuwe gevangenis in dialoog te treden en nieuwe feedbackloops te creëren. Momenten van reflectie en discussie creëren, is essentieel voor

case study

Een recent voorbeeld is een workshopreeks met vrouwelijke gedetineerden in de gevangenis van Hasselt, waarbij ook de verschillen omtrent gender in het gevangeniswezen onderwerp van onderzoek zijn. Geven vrouwen een andere definitie aan humane gevangenisarchitectuur dan mannen?

de vormgeving van een context voor rio’s van kleine, realistische ingrepen in de huidige structuur van de humane vrijheidsberoving. gevangenis. De noden en verlangens Prison Gear begeeft zich daarbij zo- van de vrouwen waren richtingwel op het terrein van ruimtelijke gevend bij de formulering van deze ordening als van architectuur. En scenario’s. Treffend is de spontane dat door onder andere in gesprek te zelfcorrectie van de vrouwen. Ze gaan met gedetineerde vrouwen in plaatsten zichzelf ook in de positie de gevangenis van Hasselt. In de na- van bewakingspersoneel en direcbije toekomst worden ook ontwerp- tie, vanuit de gedachte dat hun viworkshops opgezet in de gevangenis sie niet zou voortkomen vanuit een met het bewakingspersoneel van utopie, maar met het doel om haalHasselt. Je zou hier kunnen spre- bare aanpassingen te bedenken die ken van ‘relationele esthetiek’ die als realistisch zullen worden ontwordt toegepast op architectuur vangen. Een van de door de vrouen wordt doorontwikkeld om niet wen geformuleerde scenario’s is alleen de gevangenisarchitectuur te het integreren van een buurtwinkel resocialiseren, maar ook het ont- in de gevangenis, ook toegankelijk voor publiek van buitenaf. Voordewerpproces zelf. len daarbij zijn: sociale interactie Samen met de vrouwen werkte Prison bevorderen, arbeid creëren en verGear naar een scala van architectu- antwoordelijkheidszin aanspreken. rale en ruimtelijke concepten, die een beeld scheppen van een voor Anne van Oppen de vrouwen humane vrijheidsbero- 1. Ⓚ Prison Gear. Een platform voor humane ving. De sterkste discussiepunten gevangenisarchitectuur, Anne van Oppen, 2014-2, werden uitgewerkt tot zes scena- p. 38

Concept buurtwinkel

Om tot een humane strafuitvoering te komen moeten we volgens het kennisplatform Prison Gear1, met initiator Gideon Boie en Fie Vandamme, de architectuur van het gevangenisregime herformuleren. Vóór gevangenissen worden ontworpen en gebouwd – bijvoorbeeld de toekomstige gevangenis van Leopoldsburg – moet er een vooronderzoek plaatsvinden waarbij de dagelijkse ervaringen van de gedetineerden centraal staan. Daarom organiseert Prison Gear in verschillende gevangenissen participatieve ontwerpworkshops.

59

www.prisongear.be


© Professeur Tournesol

© Lyse Ishimwe

Foto’s © Le Space

60

Rachida Aziz, Le Space


Rachida Aziz, Le Space:

Veel culturele centra zijn overwegend wit, vaak ook met politieke kleur

© Professeur Tournesol

kunstenaars staan achter de bar. Het podium biedt ruimte aan artistieke performances. “We hanteren een bottom-upcultuurbeleid, wat inhoudt dat we de artiesten geen format opleggen. Het Brussel van vóór de aanslagen is een totaal andere stad dan het Brussel van nu. Zou je de programmatie op voorhand vastleggen, dan kunnen kunstenaars daar niet meer op inhaken. Cultuur De Brusselse Rachida Aziz staat be- moet ademen.” kend als een vrouw die vecht voor haar idealen. Haar nieuwe project Over het reguliere cultuurbeleid Le Space komt voort uit haar mode- laat Rachida zich kritisch uit. lijn en gelijknamige winkel Azira, “Veel culturele centra zijn overwewaarmee ze sinds 2008 bruggen gend wit, vaak ook met politieke bouwt tussen vrouwen van verschil- kleur; ze slagen er niet in om de lende culturen en achtergronden. echte Brusselaars te bereiken. Wij De ligging in de hippe Dansaert- willen bewijzen dat het via deze wijk, vlak bij het multiculturele Mo- weg wél lukt en gaan een dialoog lenbeek, was strategisch gekozen. aan met grote Nederlandstalige en Al snel vormde zich rond het merk Franstalige instituten. Het feit dat een community van mensen die el- zij openstaan voor coproducties bekaar vonden in de maatschappelijke tekent dat ze ons serieus nemen.” boodschap. Rachida besloot om de Le Space biedt ook een podium boetiek te sluiten en de functie van aan kleine of nomadische culturele het pand als ontmoetingsplek te be- organisaties. Deze uitwisselingen bouwen bruggen in de stad die er houden. nooit zijn geweest. Aziz krijgt regelLe Space promoot de samenleving matig te horen dat ze haar tijd te ver van morgen: een solidaire, inclusie- vooruit is. Maar haar motto luidt: ve, duurzame samenleving. Het cul- we are not avant-garde, you’re just tuurhuis richt zich op een gemengd late. Een cultuurbeleid dat is vastpubliek, ongeacht leeftijd, geaard- gelegd in hokjes past in de verste heid, sociale status, politieke voor- verte niet bij een stad die zo divers keur of geloofsovertuiging. Hier en kosmopolitisch is als Brussel. komen progressieve mensen samen om na te denken over een nieuwe Natasja Admiraal maatschappij en om deze idealen te verwezenlijken. Het café draait op vrijwilligers: zowel professoren als studenten, als vluchtelingen en

61

Kunstenaars, activisten, ecologische start-ups en cultuurliefhebbers: ze ontmoeten elkaar in Le Space. Een vrijplaats voor de nieuwe hybride samenleving die in onze superdiverse steden vorm krijgt. Het is een proeftuin voor het cultuurcafé van morgen, maar bovenal een veilige haven waar respect en solidariteit centraal staan.

case study

© Professeur Tournesol

© Professeur Tournesol

www.lespace.brussels


Fotoserie ‘Brussels Art Institute’ bij de Immoweb-advertentie

62

Jan De Cock, Brussels Art Institute


Jan De Cock, Brussels Art Institute:

Een sterk standpunt innemen, tegendraads zijn en een eigen pad volgen Lees de hele aanklacht LAISSEZ-FAIRE op www.brusselsartinstitute.org

Naast een school, atelier en een tentoonstellingsplek vestigde De Cock er een jazzcafé waar optredens plaatsvinden. Wegens financieringsproblemen zette De Cock zijn gehele patrimonium in maart van dit jaar te koop op Immoweb voor de vraagprijs van 3,4 miljoen euro. In dezelfde periode deed De Cock een aanklacht tegen de stiefmoederlijke behandeling van de kunst en de door de markteconomie opgelegde marginalisering van het kritische nadenken over woord en beeld door de media. In zijn aanklacht richt hij zich met zijn argumenten tegen de VRT, Mediahuis, De Persgroep en Roularta Media Group. Zij zouden zich bewust moeten zijn van de rol en de verantwoordelijkheid die zij (maar ook zeker ieder van ons) hebben om betekenis

Het gebrek aan contemplatieve kritiek ontneemt de mogelijkheid en het bewustzijn dat elk beeld in twijfel te trekken is. JE SUIS FRAGILE is een oproep van De Cock om ons fragiel op te stellen ten opzichte van systemen, zoals de media, die ons dat steeds meer ontnemen. Daarmee vraagt JE SUIS FRAGILE juist dat we een sterk standpunt innemen, tegendraads zijn en een eigen pad volgen. Een pad waarbij we alles wat we tegenkomen betwijfelen (en daarmee ook wéér iets anders in twijfel trekken). Anne van Oppen 1. Ⓚ Architectuur en design als inhoudelijk gelaagde omgeving, Lut Pil, 2005-2, p. 5

63

Kunstenaar Jan De Cock1 kocht de voormalige papierschepperij Papeterie de la Meuse aan de August Gevaertstraat in Anderlecht al in de jaren 90 voor de huisvesting van zijn atelier. Vanaf 2013 nam ook de kunsthumaniora Sint-Lucas (met rond de 320 studenten en 40 leerkrachten!) uit Schaarbeek er zijn intrek, vanwege verbouwingswerkzaamheden aan de verouderde schoolgebouwen. Louis Paul Roosen Croeckaert, zesdejaarsstudent aan het BAI vertelt enthousiast over hoe belangrijk en bijzonder het is om te worden opgeleid binnen het atelier van een kunstenaar. “Er is veel ruimte voor experiment en tegelijkertijd is er een belangrijke nabijheid met een gerenommeerde kunstenaar, die zorgt voor veel directe ervaringen die niet evident zijn in een ‘gewone’ kunstschool.”

case study

te vormen en duiding te geven in de maatschappij, om mogelijkheden te creëren om verder te komen als samenleving en cultuur, en tradities voort te zetten. Ondertussen heeft de Vlaamse Gemeenschapscommissie 250 000 euro huursubsidie aan Sint-Lucas gegeven voor de komende twee schooljaren. Advertentie Immoweb, april 2016

Het Brussels Art Institute (BAI) is meer dan alleen een school, het is een vrijhaven voor experiment, voor creatie, voor de ontwikkeling van het individu. Centraal staan het proces en de ontwikkeling, niet het eindresultaat. Er is geen begin, en er is geen einde. Het is een open en tegendraadse omgeving waarbinnen een toekomstige generatie de kans en de ruimte krijgt om te improviseren.


DoucheFLUX:

Je ook ‘mens’ voelen als dakloze www.doucheflux.be

64

DoucheFLUX Een user path schets van Namahn (Tilly De Rechter) waar werd bekeken hoe een bezoeker in het gebouw een douche zou nemen en zijn kleren zou wassen.

Laurent d’Ursel is de man achter het sociale project DoucheFLUX, dat ernaar streeft om daklozen en sans-papiers weer een gevoel van waardigheid en zelfvertrouwen te geven. Onmogelijk om dat te bereiken “als je er vuil en onverzorgd bijloopt”. En daar knelt precies het schoentje. Laurent d’Ursel stelde vast dat Brussel met zijn 2 700 daklozen over veel te weinig publieke sanitaire voorzieningen beschikt en dat de bestaande niet meteen de fijnste plekken om te vertoeven zijn en om je er ook nog ‘mens’ te voelen. Dat bracht hem al in 2011 op het idee om een badhuis te openen waar daklozen zich als mens gerespecteerd en behandeld weten.

Vlak bij het Zuidstation, in de Veeartsenstraat, vond hij de geschikte locatie. Met enkele privé-investeerders kocht DoucheFLUX het pand aan om het om te bouwen tot een modern en open gebouw met veel licht en een aangenaam interieur. Iedere dakloze zou er zich welkom voelen en voor de eigen lichaamsverzorging kunnen rekenen op het nodige comfort. De architect voorzag 20 douches, een wassalon, 450 lockers en een ruimte voor paramedische zorg zoals pedicure. De plannen werden besproken met enkele mensen uit de sector en in november 2015 startten de werkzaamheden.

Roze lijn = DoucheFLUX-bezoeker Groene lijn = DoucheFLUX-vrijwilliger

Enkele maanden eerder kwam Laurent toevallig in contact met Joannes Vandermeulen, van het Brusselse bureau Namahn, en vertelde over zijn project. Joannes zag dat als een uitgelezen kans om met zijn bureau radicaal sociaal te gaan en stelde zijn service designexpertise vrijwillig ter beschikking. Hij zag het breed en wilde ook de expertises inzetten van de bureaus waarmee hij binnen het platform Hybrio Design1 samenwerkt: KAN2 (communicatie/ branding), MAXIMALdesign3 (interieurvormgeving), Ixor (software), Voxdale4 (industriële engineering) en Fosfor5 (materialisatie). Ook zij boden hun hulp vrijwillig aan.


de verschillende soorten diensten. Ze opteerden voor een warme en duurzame uitvoering. Deze samenwerking beschrijft Laurent d’Ursel als een geschenk uit de hemel. Dat designers ook dit soort diensten leveren, was totaal nieuw voor hem. Om dit project te realiseren rekent hij op veel vrijwillige diensten, en de nodige fondsen hoopt hij bijeen te krijgen via diverse kanalen zoals crowdfunding. Op oudejaar wordt dit gebouw met een groot feest officieel opengesteld. Inge Vranken

1. Ⓚ Samen sterk. Een blauwdruk voor de toekomst van het werken?, An Michiels, 2015-3, p. 27 Ⓚ Betere diensten uitbouwen

met designdenken… en wat legoblokken en plasticine, Roel Jacobus, 2011-3, p. 48 (design) Ⓚ Portfolio, Joannes Vermeulen, 2005-1, p. 27 2. Ⓚ KAN Design Consultants. De veelzijdige vormgevers, Farida O’Seery, 1998-1, p. 12 Ⓚ Creativiteit vloeit voort uit beperking,

Klara De Smedt, 1999-3, p. 13 3. Ⓚ Portfolio, 2004-4, p. 31 Ⓚ Scoren met design. Deze Belgen bewijzen dat sport en design wel matchen, Goele Tielens, 2015-4, p. 56 Ⓚ Redesigned, Alles kan beter?, An Bogaerts,

2016-1, p. 92 4. Ⓚ Innovatie en mobiliteit. Drie

ontwerpbureaus presenteren hun slimme oplossingen, Koen Van der Schaeghe, 2014-1, p. 42 5. Ⓚ Ecologisch design, natuurlijk!, Frank Huygens, 2013-1, p. 88 Ⓚ Portfolio, 2012-4, p. 27

65

case study

Foto © Gaétan Verdikt

Nog diezelfde zomer startte Hybrio Design met een reeks workshops. De juiste vragen werden gesteld en al heel snel kwamen een aantal essentiële tekortkomingen aan het licht in de organisatie en beleving van de diensten. Er was niet optimaal gedacht vanuit het DNA van de daklozen zelf (analfabetisme, anderstaligheid, slechtziendheid, gebrek aan zelfrespect). De verschillende diensten, de signalisatie en de inrichting werden verder verfijnd. Zo dachten ze na over de software die ervoor zorgt dat er altijd douches ter beschikking zijn en de dakloze voldoende tijd krijgt om comfortabel te douchen. Bij de kleurkeuze hielden ze rekening met


Rotor:

Duurzaam economisch model dat internationaal inzetbaar is en talrijke jobs kan creëren www.rotordb.org  www.opalis.be www.rotordeconstruction.be

Een nieuw economisch model, gebaseerd op een verantwoorde ecologische strategie, is wat het Brusselse Rotor1 met onderzoek en ontwerp heeft ontwikkeld. Het was al van bij hun oprichting in 2005 een gedeelde ambitie bij de zes mensen van het collectief om met hergebruik van materialen verder te gaan dan het ontwikkelen van gebruiksvoorwerpen. Met lede ogen zagen ze hoe gebouwen werden gesloopt en tonnen materiaal door de bulldozer werden afgevoerd en tot

schroot herwerkt. Op grote schaal, ruimtelijk en architecturaal, wilden ze bouwmaterialen zorgvuldig recupereren en hergebruiken. Dat vraagt een heel andere ingesteldheid dan op het niveau van productontwikkeling. Alle betrokkenen (overheid, projectontwikkelaars en aannemers, ontwerpers en bouwheren) moeten mee zijn met het toch wel complexe verhaal vol valkuilen. Een hoop vragen drongen zich op, onder meer over het organiseren van een stabiele toevoer van

recuperatiemateriaal, het stockeren en catalogeren, de garantie van de kwaliteit ervan, en de vraag rees of het materiaal bij aankoop ook meteen klaar was voor gebruik. Overtuigd van het ecologische, culturele en economische belang startte Rotor met zijn onderzoek. Gaandeweg, met eigen experimenten en opdrachten, ontwikkelden ze een theorie die ze via een platform wilden delen met iedere architect, particulier en aannemer die er oor © Rotor

66

Rotor


kopere prijs dan nieuwe materialen. De ontmanteling gebeurt stapsgewijs: voor de sloop wordt een inventaris van ‘interessante’ materialen bekendgemaakt aan mogelijke afnemers en alleen dat wat voor de sloop verkocht raakt, wordt gerecupereerd. Bijzondere materialen ‘redden’ ze door ze zelf op te slaan om ze dan later te verkopen. Rotor Deconstruction werkt momenteel eerder lokaal, vooral in Brussel. Deze zomer wordt een tweede filiaal in Parijs actief. Interessant aan dit verhaal is dat Rotor een grotendeels onbenutte markt blootlegde die ook nog andere spelers toelaat, en er een duurzaam economisch model aan koppelde dat internationaal inzetbaar is en talrijke jobs kan creëren.

Hun grootste project tot nu is de ontmanteling vorig jaar van het interieur van de hoofdzetel van de voormalige Generale Bank, nu BNP Paribas Fortis in Brussel, een gebouw van de jaren 70 met prachtige interieurs van onder meer Jules Wabbes. 200 ton materiaal werd er gerecupereerd, waaronder een ‘historisch’ vals plafond dat een nieuw leven kreeg in de openbare ruimte van de bibliotheek van Sint-PietersWoluwe. Inge Vranken 1. Ⓚ Ontwerpen voorbij het hier en nu. De

noodzaak van systeemdenken in een circulaire economie, Leen Creve, 2014-4, p. 53

Enkele bronnen: – Gesprek van Designstreams met Maarten Gielen (Rotor), naar aanleiding van hun deelname aan Reciprocity in Luik, 2015. – Interview van Plan C met Lionel Billiet op 28 mei 2015.

67

case study

© Rotor

voor had. Met de steun van Leefmilieu Brussel startten ze de website Opalis, waarop Rotor niet alleen tips en handigheden, maar ook een zo volledig mogelijke lijst plaatste van professionele handelaars in België, in de hoop vraag en aanbod dichter bij elkaar te brengen. Ze stelden vast dat de handelaars alleen oude, vaak rustieke materialen aanboden. Voor materiaal van naoorlogse gebouwen bestond er geen afzetmarkt. Dat ging onherroepelijk verloren. Daarom richtte Rotor, zonder steun of subsidie, in 2014 Rotor Deconstruction op, een spin-off met een gespecialiseerd team dat zelf naoorlogse gebouwen – hoofdzakelijk kantoren – ontmantelt, het gerecupereerde materiaal verpakt, het opslaat, en het te koop aanbiedt tegen een aanzienlijk goed-


Plan C, Reburg:

Afval is de nieuwe grondstof www.reburg.world www.plan-c.eu

Leven we in een ‘tijdperk van verandering’ of in een ‘verandering van tijdperk’? Eerder het tweede als je de circulaire denkers mag geloven. Het lineaire model waarop de huidige wereldeconomie is gebaseerd, blijkt niet langer houdbaar. Afval bestaat niet meer of beter, afval is de nieuwe grondstof. De stad van morgen is circulair. Een nieuwe realiteit klopt aan de deur.

68

Plan C, Reburg

De oplossingen van vandaag voldoen niet meer. ‘Minder slecht’ of ‘een beetje beter’ zijn niet langer valabele opties. Er is dringend nood aan een ingrijpend alternatief. Een dat niet alleen symptomen bestrijdt,

maar een plan dat streeft naar radicale systeeminnovaties. De behoefte aan een beter, effectiever en efficiënter economisch systeem wordt steeds groter. Vooral in een stedelijke omgeving liggen de kansen voor het grijpen. In de circulaire economie worden producten en materialen hergebruikt, en behouden grondstoffen hun waarde. Dat dat kansen biedt voor het grondstoffenverbruik en de afvalrecuperatie hoeft amper betoog: reststoffen vloeien terug naar de natuur en producten worden zo ontworpen en vermarkt, dat ze kwalitatief kunnen worden herge-

bruikt. De uitdaging is om processen anders te organiseren. Hoe zouden onze steden eruitzien? Welke bedrijven floreren? Om deze en andere vragen te verkennen, ontwierp Plan C1 de imaginaire stad Reburg, waar de circulaire economie tot leven komt. “Als knooppunt verbindt en activeert Plan C ondernemingen en organisaties rond circulaire economie”, duidt directeur Jiska Verhulst de missie. “Wat een containerbegrip is geworden, maken wij tastbaar. Wat betekent circulaire economie voor de stad of de chemiesector? Wat is de link met deeleconomie? Trajec-


Steden nemen het voortouw. Reburg toont de puzzelstukken op weg naar de toekomst. Het prikkelt om te denken en te doen. “Reburg gaat niet back to basics, wat sommige circulaire projecten wel eens wordt verweten. Neen, het kijkt visionair naar de toekomst.” De grootste uitdaging zit hem wellicht in technologieën die snel achterhaald zijn. Zo zouden we met de kennis van vandaag gisteren zeker andere beslissingen hebben genomen. Maar

“Wat ontwerpers tot belangrijke actoren maakt, is dat zij per definitie Koen Van der Schaeghe innovatief denken. In steden vinOntwerpen voorbij het hier en nu. De den zij het perfecte weefsel voor een 1. Ⓚ noodzaak van systeemdenken in een circulaire verdienmodel dat het moet hebben economie, Leen Creve, 2014-4, p. 53 Ⓚ Closing van schaalvergroting. Dat maakt the loop. OVAM en Plan C over duurzame economie en nieuwe businessmodellen, Elien Reburg tot een geweldige speeltuin Haentjens, 2016-1, p. 80 Ⓚ Additive Design voor architecten en designers.” Challenge, 2015-4, p. 5 De herbestemming van gebouwen wordt gekoppeld aan een behoedzame omgang met grondstoffen. De natuur kent geen afval, wat kunnen we daarvan leren? Denk aan het

REBURG

Originele foto: Jan Mehlich. Bewerking: Plan C

CITY OF

69

weten we met de knowhow van vandaag wel wat we morgen moeten doen? Het besef leeft dat we moeten betalen voor de leerschool.

case study

omzetten van afvalwater tot drinkwater en warmtenetten zonder afval. Kan de warmteregulatie van een termietenheuvel worden toegepast in de stad van de toekomst?

ten worden opgezet rond specifieke thema’s waarbij we ondernemers uitdagen om innovatieve circulaire oplossingen te zoeken.”


Growing Shoe © Caroline Vincart

Alice © Cojak, Filip Bullens

70

Kristel Peters


Kristel Peters:

Modulair, zero waste-materialen, -technieken, product én service www.cojak.be/work/rethinking-high-fashion-shoes

Het modulaire lost ze op door Alice, een schoenconcept dat bestaat uit twee delen: de draagstructuur of basisvorm en de upper of bovenwerk. Voor de basisvorm gebruikt Kristel additive manufacturing. Dat combineert ze met meer ambachtelijke technieken voor de diverse, vervangbare uppers. Het bovenwerk en de toegepaste bewerkingen bepalen dus de variaties en modellen. Het 3D-materiaal voor deze basisvorm waarmee zij werkt, is helaas nog niet echt recycleerbaar. Bovendien heeft een schoen zowel een buigende als een dragende functie en moet hij dus soepel en stevig zijn. Deze eigenschappen heeft ze nog niet gevonden in één monomateriaal. Voor de bovenwerken vertrekt ze vanuit het zero waste-idee en experimenteert ze met verschillende materialen die zowel worden gerecycleerd als geüpcycled, die bioafbreekbaar zijn of zelfs worden gekweekt. De Universiteit Utrecht, Officina Corpuscoli en Stichting Mediamatic nodigden in het project Mycelium Design (2014-2015) kunstenaars en ontwerpers uit om deel te nemen aan het Myco Design Lab en om te experimenteren met mycelium, een dicht netwerk van schimmeldraden dat onder andere op en door plantaardig afval groeit. Wanneer verweven tot één netwerk, ontstaat er een soort licht en sterk composiet. Dat vormt een aantrekkelijk alternatief voor traditionele materialen zoals plastic, omdat het 100 procent natuurlijk en afbreekbaar is en wordt verkregen uit afvalstromen.

Growing Shoe is Kristels eerste zelf gekweekte en ge-

maakte schoen, maar is nog niet draagbaar. Toch heeft dit materiaal veel potentie. Fungal Futures, de eerste tentoonstelling met uitsluitend mycelium, heeft de wereld getriggerd. Niet alleen schimmels, maar ook algen of fruitleer kunnen oplossingen bieden. De volgende stap is nu tonen dat het daadwerkelijk kan. Christian Oosterlinck

1. Ⓚ Additive Design Challenge, 2015-4, p. 5 Ⓚ Dutch Design Week, Christian Oosterlinck en Mies Van Roy, 2015-4, p. 66

71

Wereldwijd worden jaarlijks meer dan 20 miljard paar schoenen geproduceerd. In Europa zorgt dat voor een afvalberg van 1,2 miljoen ton. Als schoenenliefhebber wilde ze daar wat aan doen. Ze overlegde met experts om tot een duurzaam ontwerp te komen binnen het concept van de circulaire economie. De conclusie was drieledig: het design moet modulair zijn, ze moet zero

waste-materialen en -productietechnieken gebruiken, en de schoen als product én als service opvatten.

case study

Kristel Peters1 werkte vijftien jaar in de mode-industrie voor onder andere Dries Van Noten en Bottega Veneta. De unieke professionele ervaringen die ze daar opdeed, stemden steeds minder overeen met haar nieuwe bewuste, duurzame levensstijl. Ze startte aan het KASK School of Arts in Gent – waar zij gastdocente is op de modeafdeling – haar project Rethinking High Fashion Shoes, een onderzoek naar het verduurzamen van de schoenenmode.


Foto’s: Olya Oleinic Haar en make-up: Yokaw Pat (Angelique Hoorn Agency)  Styling: Denise Ruigrok van der Werven  Modellen: Yu Lun (77 Models), Anne (Anka Models)  Concept: Martijn van Strien en Olya Oleinic

72

The Post-Couture Collective


The Post-Couture Collective:

Hoelang gaan we nog door met productie in lagelonenlanden? www.postcouture.cc

The Post-Couture Collective zet aan tot bewustwording: wat is er nodig om een kledingstuk te maken? En wat doe je ermee als je het niet meer wilt dragen? Het project brengt designers en consumenten dichter bij elkaar. Ontwerpers doen een stapje terug. Makers van over de hele wereld kunnen met de patronen experimenteren, verbeteringen aanbrengen en nieuwe ideeën voorleggen: de community als proeftuin. Momenteel wordt er gewerkt aan de tweede collectie in samenwerking met de Antwerpse lasercuttingstudio Maakbaar en Duurzame Stad Antwerpen. Het designteam bestaat uit ontwerpers opgeleid aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten. In de toekomst hoopt van Strien alles wat H&M verkoopt te vervangen. De grootste uitdaging is het technische aspect. “De huidige kledingindustrie heeft zich in de loop der eeuwen ontwikkeld. Ik verwacht niet dat wij die kwaliteit binnen een paar jaar kunnen evenaren. Maar deze manier van produceren heeft nu al een positieve invloed op iedereen die ermee in aanraking komt.”

Critici spreken zich steeds vaker uit over het tempo waarin nieuwe trends elkaar opvolgen en de overmatige consumptiedrang van de consument. Mode is een wegwerpartikel geworden. Hoelang gaan we nog door met productie in lagelonenlanden, waarbij kleding over de hele wereld wordt getransporteerd, in afwachting of het wordt verkocht? De Nederlandse pionierende ontwerper Martijn van Strien wil af van de industrie zoals die nu is. Met de invoering van een draagbare en duurzame modelijn geeft hij consumenten de mogelijkheid om via het opensource-principe zelf kleding te produceren. Het idee is simpel: je kiest een ontwerp en een stof, downloadt het digitale patroon, zet het op een USBstick en laat het realiseren in een zogenoemd fab lab met behulp van een lasersnijmachine. Het ontwerp is zo gemaakt dat je het eenvoudig kunt assembleren. The Post-Couture Collective adviseert over verantwoorde materialen. Zo zijn monomaterialen gemakkelijker om te recyclen dan blends en gaat de voorkeur uit naar Natasja Admiraal één materiaal per kledingstuk. “We linken naar stof-

73

fenwinkels en bieden zelf ook een hightech stof aan gemaakt van gerecyclede petflessen, die we importeren uit Taiwan.”

case study

The Post-Couture Collective is de eerste opensourcemaker-community voor kledingstukken ter wereld. De ontwerpen worden speciaal ontwikkeld voor productie op een lasersnijder en assemblage door de eindgebruiker. Het project biedt een alternatief voor het huidige modesysteem met technologie, democratisering en lokale productie als sleutelbegrippen.


Foto’s: Richard Duyck

74

Onbetaalbaar, De Veiling der Dingen

Turnstoel, Leon Duyck

Marble Sound, Jan Fack

Uit de reeks 4 of a kind, Jan Fack

Deluxe, Emile Duyck

Malheur, Dietger Vanwynsberghe

Uit de reeks Chair Challenge, Emile Duyck

LC Infirmier, Leon en Emile Duyck

Salvo Lanteri, Leon en Emile Duyck

Off The Hook Too, Dries Warlop

Nachtelijk Noordzeezicht, Sophie Doore

Preaching To The Choir, Dries Warlop

Udo Orange, Jan Fack


Onbetaalbaar, De Veiling der Dingen:

De waarde van objecten is zowel economisch, ecologisch, artistiek als emotioneel www.onbetaalbaar.com

Daarna zijn die afdankertjes klaar voor een nieuw leven en voor de aandacht van aangesloten vaklui en denkers. Sommige voorwerpen ondergaan een transformatie: ze worden gestript, half ontbonden en met andere opnieuw samengesteld. Andere worden netjes opgekuist of gerestaureerd om hen in eer te herstellen. De ingrepen worden via bijvoorbeeld schetsen, foto’s, teksten,

75

Op die manier nodigt De Veiling der Dingen mensen uit om na te denken over wat we wegwerpen en om stil te staan bij het verhaal, de identiteit en de echte kosten van een object. Het project doet ons reflecteren over onze consumptiemaatschappij en mee brainstormen over hoe we dingen beter kunnen maken op een De Veiling der Dingen is een artistiek onderzoekspro- menselijke manier. ject van makerscollectief ONBETAALBAAR1, een organisatie geboren uit liefde voor objecten. Als werk- ONBETAALBAAR is daarmee een collectief dat doeplaats en denktank is ONBETAALBAAR een plek waar ners en denkers verenigt om concreet te werken aan meubelmakers, stoffeerders, schrijvers, filosofen, bri- een nieuw Utopia: artistiek, door te zoeken naar een coleurs, productdesigners, restaurateurs, grafici – wer- nieuwe esthetiek met de klemtoon op lokale ambachtekers en denkers – elkaar vinden in materialisme met lijkheid; ecologisch, door te bewijzen dat vernieuwing emotie. en duurzaamheid hand in hand kunnen gaan; en economisch, door een rol te spelen als ongebonden critiVoor De Veiling der Dingen vertrekt ONBETAAL- cus van de huidige marktmechanismen en consumptieBAAR vanuit de filosofie dat de waarde van objecten maatschappij. niet alleen economisch is, maar ook ecologisch, artistiek en emotioneel. Wanneer het project neerstrijkt Annelies Thoelen in een stad wordt er een oproep gelanceerd om oude of afgedankte spullen te doneren aan de organisatie. 1. Ⓚ ONBETAALBAAR, Heleen De Koster, 2015-2, p. 89 Van alles komt dan binnen, van kapotte of ongewenste meubelstukken, een halve deur, een schuifje, een tafel met drie poten, tot zelfs design en antiek. Deze ‘sans papiers’ onder de voorwerpen worden gesorteerd en gelabeld. Ze krijgen een paspoort met foto en vermelding van schenker, vindplaats en/of datum; en daarmee dus een identiteit en geschiedenis.

case study

quotes, stempels en overschotjes materiaal weergegeven in het paspoort. Elk object krijgt zo een nieuwe samengestelde unieke identiteit, een eigen verhaal. Na twee kijkdagen volgt dan het orgelpunt: een theatrale performance waar de voorwerpen worden geveild aan een groot publiek. Hoeveel is de gratis afgedankte tafel nu waard na haar prachtige transformatie?


Foto’s: Kristof Vrancken

Skafaldo Foto: Unfold

76

Unfold Unfold Recollected

The Transaction Project

Skafaldo


Unfold:

Fysiek vervaardigen en digitaal vormgeveN Skafaldo-onderzoek het printen van de uiteindelijke objecten achterwege, en kiest ervoor om alleen de ondersteunende vormen te genereren. Zij worden ge-3D-print, en erna in brons gegoten door Factum Arte. Zo krijgen ze, ondanks hun automatische digitale generering qua vorm, een volledige ambachtelijk ontstaan qua methode. De bronzen structuren ondersteunen dan het mondgeblazen glas en CNC-gefreesde en met de hand afgewerkte vormen, die de nooit gerealiseerde oorspronkelijke ge-3D-printe objecten vervangen. Het resultaat is een volledig ambachtelijk vervaardigd object, handwerk van boven tot onder, ook al is de vorm automatisch bepaald door een computeralgoritme.

Meer recent werk onderzoekt onder andere hoe mondgeblazen glas ambachtelijk kan worden vormgegeven binnen de randvoorwaarden van een machinaal ge-3D-print keramieken object. Deze perfecte verzoening van tacit knowlegde en een machinaal gevormde esthetiek is te zien in de vazen van The Transaction Project. In dezelfde lijn ligt ook het nieuwe project Skafaldo. Daarbij worden automatisch ‘ondersteunende vormen’ gegenereerd door de eStage-software van Materialise. Deze lichte geometrische vormen dienen ter ondersteuning van een object als het wordt ge-3D-print, Annelies Thoelen en worden normaal samen met Portfolio, 2008-2, p. 44 Ⓚ Selecties, 2008-2, p. 47 het object uitgeprint en later weg- 1. Ⓚ Ⓚ Details en meer, Lut Pil, 2010-2, p. 42 (design) gegooid. Unfold laat binnen het Ⓚ Reportage Milaan, 2011-2, p. 65 (design)

3D-rendering Skafaldo

Al snel na hun afstuderen aan de Design Academy Eindhoven in 2002 raken Claire en Dries in de ban van onderzoek naar nieuwe manieren van maken, produceren, financieren en verdelen. Geïnspireerd door een veranderende industriële en geglobaliseerde context, beginnen ze in 2009 met het ontwerpen en op kleine schaal printen van objecten in klei. Binnen het Stratigraphic Manufactury-netwerk verspreidde Unfold deze 3D-modellen daarna ook naar kleine producenten wereldwijd. Het geprinte resultaat was overal anders, en liet zien hoezeer een identieke vorm kan variëren als er sprake is van verschillende parameters. Het is een vormelijk antwoord op de vraag hoe natuurlijke fenomenen zoals geologische samenstelling van klei, omgevingstemperatuur en luchtvochtigheidsgraad een invloed kunnen hebben op een ‘identiek reproduceerbaar’ product. Daarbij zie je diversiteit

en globalisering in één oogopslag, met een subtiele kritiek naar massaproductie en standaardisering op de koop toe.

case study

Unfold1, de designstudio van Claire Warnier en Dries Verbruggen, heeft een bijzondere relatie met de scheidingslijn tussen ambachtelijk en digitaal werk. Fysiek vervaardigen en digitaal vormgeven: dat vat hun ontwerpen voor een groot deel samen. Zo is het duo vooral bekend van hun experimenten met 3D-geprinte keramiek. Na jaren succesvol aan de weg timmeren, was hun werk onlangs te zien in Unfold Recollected, een tentoonstelling bij galerie Valerie Traan. Daar viel te bekijken hoe Unfold stilaan een wat breder pad bewandelt. Maar ambachtelijk ontwerp, en de wereld van technologie en wetenschap zijn nooit ver verwijderd.

77

www.unfold.be


YOOGLE! Yoogle! is een online spel waarin gebruikers kunnen spelen met de parameters van de Web 2.0 economie en met de rolverdeling tussen verschillende actoren die daarbij horen.

OBJECTEN ALS GEMEENGOED Digitale media hebben geleid tot een toename van de gedistriueerde productie van gepersonaliseerde objecten. Hoe is het mogelijk om de productie en het ontwerp van deze objecten echt toegankelijk te maken, meer dan alleen de plannen te publiceren op online platformen? Hoe kunnen we reageren op de steeds grootschaligere productie, die buiten de capaciteit valt van de oorspronkelijke gemeenschap? Hoe kan de ambachtelijke cultuur in dialoog gaan met digitale processen? Hoe kunnen we collectief objecten creëren, die flexibel zijn in gebruik en gemaakt door en voor andere lichamen? Via een reeks activiteiten tussen oktober 2015 en maart 2016 zocht Objecten als gemeengoed antwoorden op deze en andere vragen die verband houden met de uitdagingen van de materiële cultuur in het digitale tijdperk.Objecten als gemeengoed is een project in samenwerking met Medialab-Prado in Madrid en georganiseerd door Susana Moliner en Constantlid Wendy Van Wynsberghe.

CONSTANT VERLAG Constant Verlag is een verzamelplaats voor teksten uit de diepten van het Constant Archief. Sommige van die teksten waren al eerder online beschikbaar, anderen alleen opgeslagen op één van onze harde schijven; er zijn er geschreven in het Frans, anderen in het Engels of Nederlands; er zijn recente teksten en publicaties die terug gaan naar 1997. De teksten zijn gepubliceerd onder open content licenties, waarmee u uitgenodigd wordt om het materiaal te gebruiken, te kopiëren, te wijzigen en elders te publiceren.

78

Constant OPEN SOURCE PUBLISHING

Open Source Publishing neemt

opdrachten aan waarbij inhoud, vorm en productieproces een betekenisvolle relatie aangaan en genereert op eigen initiatief projecten op het snijvlak van taal, design en code. OSP startte als een experiment om te onderzoeken of open source software voor grafisch ontwerp kon worden ingezet voor professionele opdrachten. Een dergelijk experiment was noodzakelijk omdat we ons zorgen maakten over de vernauwing van de gereedschappen die door het monopolie van Adobe-software was ontstaan. Drie jaar later is OSP uitgegroeid tot een onafhankelijke zevenkoppige onderzoeksgroep die experimenteert, teksten en software schrijft, performances ontwikkelt, lettertypes ontwerpt en workshops geeft.

VERBINDINGEN/JONCTIONS Verbindingen/Jonctions (V/J) is het tweejaarlijkse multidisciplinaire festival van Constant. V/J combineert high-, low-, en no-tech strategieën uit utopische, hedendaagse, traditionele en fanculturen met open standaarden, vrije licenties, feminisme en queertheorieën. Het festival biedt kunstenaars, software-programmeurs, academici, radiomakers, Linux-gebruikers, interface-ontwerpers, urban explorers, performers, techneuten, advocaten en anderen de kans om elkaars praktijken te ervaren en hun activiteiten en interesses met elkaar en met een breed publiek te delen.


Constant:

gezamenlijke kennis ontwikkelen door ervaringen met elkaar te delen typfout) ging op zoek naar de schaduwzone van de statistiek en computing. De deelnemers gingen daarbij collectief met meer dan vijftig kunstenaars aan de slag met data, op zoek naar manieren om hun intuïtie, stem, zintuigen, lichamen en de fysieke context in algoritmes en tabellen te smokkelen. Met een publiek debat rond de theoretische kadrering voor de experimenten in progress werd bovendien een bredere expertise betrokken dan alleen die van de kunstenaars. Want samen raak je verder.

In de tijdelijke collectieve werksessies diepen kunstenaars, ont- Annelies Thoelen werpers, onderzoekers en denkers concrete en sociaal-politieke theObjet, Afgeleide Objecten, ontwerpen aan ma’s uit. Constant gaat er prat op Libre de hand van voorwerpen die een gemeenschappedat de deelnemers een gezamenlijke lijke afkomst hebben met weer een ander voorwerp kennis ontwikkelen door hun erva- (workshop), 2014, Foto: Constant, © Free Art License ringen met elkaar te delen. Geen excathedralezingen, maar peer-to-peer learning staat centraal. Ontwerpen en nadenken gebeurt samen, rondom een collectief thema en met gedeelde waarden. Een werksessie wordt zo een methodologische snelkookpan. Er ontstaan persoonlijke netwerken, een gemeenschappelijk veld van ervaringen, en duurzame menselijke relaties die artistieke uitwisseling op lange termijn bevorderen.

Constant is een artist-run kunstenwerkplaats in Brussel waarvan het onderzoek en de output zich afspeelt op de grens tussen kunst, media en technologie. Deze ‘vereniging voor kunst en media’ werkt bewust interdisciplinair op thema’s zoals gezamenlijk werken, software-infrastructuren, cloudcomputing, algoritmes, datasystemen, privacywetgeving, onlinenetwerken, (cyber)feminisme en de ethiek van het world wide web. Bijzonder aan de werking van Constant is de maatschappijkritische houding die Een voorbeeld van dergelijke acdoordringt in al zijn acties, en het tie is de werksessie Cqrrelaties uit gebruik en de ondersteuning van 2015 waarin er gedurende tien dafree, libre and open-source software gen intensief werd gewerkt rond de (FLOSS). Technologie voor kunst big data die onze dagelijkse omgeving en taal mee vormgeven. Cqrreen – vooral – voor iedereen. laties (met de herkenbare Qwerty-

79

In halfjaarlijkse werksessies aan de ene kant en jaarlijkse collectieve residenties aan de andere, zet Constant artistieke middelen in om met al die abstracte technologische materie te experimenteren. De organisatie fungeert daarbij vooral als denktank en inhoudelijke broedplaats om de praktijk van individuele kunstenaars op het vlak van informatica, vrije software en internet verder te voeden. Dat gebeurt via artistiek experiment en de demystificatie van technologie.

case study

Cqrrelations, poëzie voor de statisticus, wetenschap voor de dissident, detox voor een data-verslaafde. De Buren, Brussel, 2015. Foto: Constant © Free Art License

Relearn summerschool (F/LAT, OSP, Constant en anderen), Zinneke, Brussel, 2015. Foto: Constant © Free Art License

www.constantvzw.org


De fonts die in deze Kwintessens zijn gebruikt, werden ontwikkeld door OSP (Open Source Publishing), het designcollectief dat ontstond in de context van Constant. Sommige zijn volledige afgewerkte lettertypes, andere worden nog verder ontwikkeld. Allemaal zijn het libre fonts, wat betekent dat ze zijn uitgebracht volgens de principes van opensourcesoftware. Ze kunnen dus worden aangepast, verdeeld en gebruikt. Typografie is voor OSP meer dan het werk van een eenzame meester die zijn kennis doorgeeft aan gepassioneerde en toegewijde studenten, die zich specialiseren in iets wat de meeste mensen over het hoofd zien. Dit beeld, dat wordt in stand gehouden

in de wereld van de typografie, verdringt het feit dat typografie vandaag wijdverspreid is. Het staat haaks op de principes van free software die de gebruiker uitnodigt om hem te gebruiken, kopiëren, verspreiden, bestuderen en verbeteren. Kan de productie en distributie van libre fonts dit verouderde systeem omkeren? Wat als experts en amateurs samenwerken en de lettertypes verbeteren die ze gebruiken, wat als ze die delen met anderen? Wat als een letterontwerp kan gebruikmaken van de kennis van ontwerpers van over de hele wereld? Wat als een lettertype geen vaststaand gegeven is, maar een netwerk van elementen die reageren op de context en het gebruik ervan?

Binnen OSP wordt letterontwerp aanzien als inherent generatief, vooral omdat digitale bestanden er alle baat bij hebben dat ze worden gekopieerd of geremixt. OSP werkt liever met hun beperkingen en mogelijkheden, dan zich te baseren op een tegenstrijdig businessmodel dat meer in rechten investeert dan in de ontwikkeling van de fonts zelf. Letterontwerpers kopiëren en gebruiken (vaak zonder creditvermelding) de ideeën en ontwerpen van hun collega-ontwerpers. OSP wil graag expliciet de herkomst van het gebruikte en herwerkte materiaal vermelden.

osp.kitchen/foundry

Libertinage abcdefghijklmnopqrst uvwxyzABCDEFGHIJK L M N O P Q R ST UVW XY Z 1 234567890

80

Open Source Publishing

Libertinage werd ontwikkeld voor het boek FLOSS+Art. Het kwam tot stand door delen van de Linux Libertine-glyphs te kopiëren en te plakken of door gewoon de glyphs te draaien. Er zijn 27 varianten, één voor elke letter van het Latijnse alfabet, en de full version, die alle aanpassingen bevat. Elk deel van het boek kreeg één font. Het boek reflecteert over de groeiende relatie tussen de ideeën van vrije software, open content en digitale kunst.

Het letterype Cimatics werd ontwikkeld voor de grafische identiteit van Cimatics A\V Platform. Het bestaat uit verschillende elementen: glyphs van FreeSerif, FreeSerifItalic, DejaVuSans, DejaVuSerif, de kikkermascotte van OSP, het tweedelige hart van Cimatics, een palmboom van de Open Clip Art Library en dingbats getekend voor Cimatics.

NotCourierSans Regular a b c d e f g h i j k m n o p q r s t u v w y z A B C D E F G H I K L M N O P Q R S T Univers Else Bold V W X Y Z 1 2 3 4 5 abcdefghijklmnopq 7 8 9 0 rstuvwxyzABCDEFG H I J K L M N O P Q R S T U NotCourierSans Bold VWXYZ1234567890 a b c d e f g h i j k is een experiment en poging om te ontsnappen aan de jaren m n o p q r s t u v w 80-stijl met geometrische puurheid die typisch is voor vectoriële PostScriptlettertekeningen. De vormen van ontstonden door geprinte y z A B C D E F G H I tekstpagina’s in te scannen die waren samengesteld door goedkope fotozetmachines uit de jaren 60 en 70. Kenmerken van zijn: ronde K L M N O P Q R S T hoeken, zwevende en grillige . V W X Y Z 1 2 3 4 5 7 8 9 0 Univers Else Light abcdefghijklmnopq rstuvwxyzABCDEFG HIJKLMNOPQRSTU VWXYZ1234567890

Univers Else

Univers Else

Univers Else

baselines

kernings

NotCourierSans is een herinterpretatie van Nimbus Mono, een lettertype

dat werd ontworpen ter gelegenheid van de Libre Graphics Meeting 2008 in Wroclaw.

l x J U 6 l x J U 6


De Alfphabet-letterfamilie is gebaseerd op de Belgische bewegwijzering, ‘Alphabet’ in het Frans en ‘Alfabet’ in het Nederlands. 3M introduceerde Alfphabet in 1945 voor het Marshallplan na WO II. In 1975 werd het vervangen door Zwitserse SNV-lettertypes, maar het wordt nog altijd hier en daar gebruikt door de Belgische Spoorwegen en de metro in Charleroi. In de vroege jaren 90 slaagde Pierre Huyghebaert erin om de originele platen te recupereren. Alfphabet Condensed is een ruwe mengeling van Alfphabet II (alleen condensed hoofdletters) en Alfphabet III (alleen semi-condensed onderkasten). Karl Bassil en Pierre (Hammerfonts) hertekenden het en nadien vervolledigde Karl het met de hulp van Nadim Zablit in de late jaren 90. Het contrast tussen de kapitalen en onderkasten is nog altijd behoorlijk ‘non typographic’ en heel wat woordtekens kunnen nog worden verbeterd. Pierre en Ludi hertekenden Alfphabet IV in 2007.

Crickx Rush ABCDEFGHIJKLMNO PQRSTUVWXYZ123 4567890

Logisoso Medium a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z 1 2 3 4 5 6 7 8 9 0

Crickx SharkCut a b c d e f g h i j k l m n opqrstuvwxyzAB C D E F G H I J K L M N O P Q RSTUVWXYZ123456 7890

Logisoso is een herinterpretatie van de letters van het Delhaize-logo, ontworpen tijdens een opdracht voor de signalisatie voor het logistieke centrum van Zellik. Het werd gebruikt om verschillende gebouwen te identificeren. Later werd het font aangevuld met Inkscape en gegenereerd met FontForge. De kapitalen zijn afgeronde letters, de onderkasten niet.

Crickx is een digitale herinterpretatie van kleefletters. De Publi Fluor-winkel

in Schaarbeek werd opgestart door de vader van Christelle Crickx, een ervaren letterschilder. Hij was een van de eersten die gebruikmaakten van fluorescerende kleuren voor winkelvitrines. Omdat het toen moeilijk was om letters te schilderen op een oppervlak met een onstabiele coating, ontwikkelde hij een techniek met vinyl dat hij fluo kleurde en met de hand sneed. In 1975 ging zijn gezondheid snel achteruit, waarna zijn dochter in de zaak stapte.

OSP-DIN a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z A Polsku Regular BCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ a b c d e f g h i j k l werd ontworpen voor het festival Cinéma du Réel in 2009, naar aanleiding van een cartografische versie van het programma. Het eerste ontwerp m n o p q r s t u v werd gemaakt op basis van het opensource-lettertype, van gridtekeningen vergelijkbaar met het origineel van 1932. w x y z A B C D E F G H I J K L M N O Reglo Bold abcdefghijklmnopqr P Q R S T U V W X stuvwxyzABCDEFGHI Y Z is geïnspireerd op Poolse tekens, straatsymbolen en winkelJ K L M N O P Q R S T U V W X Y belettering. Het lettertype bevat enkel kapitalen en onderkasten, en een beperkt aantal leestekens. Z1234567890 OSP-DIN

DIN

Polsku Regular

Reglo is een stug font, dat is ontworpen door Sebastien Sanfilippo in 2009.

Het wordt onder andere gebruikt voor de huisstijl van Radio Panik.

81

Crickx Regular ABCDEFGHIJKLMNOP QRSTUVWXYZ12345 67890

case study

Alfphabet Condensed abcdefghijklmnopqrstu vwxyzABCDEFGHIJKLMNOP QRSTUVWXYZ1234567890


Foto: Boumediene Belbachir. Foto ‘hulplijn’: Liesbeth Huybrechts

82

De Andere Markt


De Andere Markt:

Waarin ben je goed? Wat zou je graag willen doen?

De onderzoekers en ontwerpers van De Andere Markt gingen de stad in op een bakfiets met een eenvoudige, geïntegreerde drukpers. In de verschillende buurten van Genk spraken ze bewoners aan met de vraag wat hun specifieke vaardigheden zijn. Waarin ben je goed? Wat zou je graag (voor werk) willen doen als je zou kunnen kiezen? Met behulp van de drukpers maken de bewoners zelf een visualisatie van hun vaardigheid. Al die ‘gevonden’ vaardigheden van Genk brengt De Andere Markt in kaart, om een grote inventarisatie te maken van alle vaardigheden en talenten die aan-

Sinds september 2015 heeft De ject Studio Refugee (zie p. 88), dat Andere Markt ook een fysieke uit- onlangs zijn intrek nam in de uitvalsbasis gekregen, een open werk- valsbasis van De Andere Markt.

Foto: Boumediene Belbachir

wezig zijn in Genk. Daaruit destilleren en clusteren ze vervolgens de meest voorkomende vaardigheden. De volgende stap is om door middel van codesign ‘werkmodules’ of ‘werkstations’ te ontwerpen samen met de mensen die hun vaardigheden hebben gedeeld. Deze modules of stations hebben als doel om door iedereen te worden gebruikt en zo hun vaardigheid in de praktijk te kunnen uitvoeren. Het zijn met andere woorden nog niet bestaande werkplekken of instrumenten, geïnspireerd door de specifieke vaardigheden van de Genkenaars. De Andere Markt wil ze daarom samen met de Genkenaars realiseren in de stad.

en presentatieplek waar iedereen welkom is, in een zijstraat van de Vennestraat in Genk. De Andere Markt biedt een alternatief op de traditionele manier van omgaan met het thema ‘werk’. De Andere Markt probeert niet om direct toegang te geven tot werk, maar daagt de inwoners van Genk uit om samen na te denken over wat werk eigenlijk is; wat hun verlangen en behoeften hieromtrent zijn; en welke (ook niet-traditionele) vaardigheden kunnen worden ingezet.

De Andere Markt werd geïnitieerd door designers, onderzoekers en architecten verbonden aan de UHasselt, LUCA School of Arts (campus C-mine) en Stad Genk. Tot het team behoren Teodora Constantinescu, Liesbeth Huybrechts1, Oswald Devisch, Katrien Dreessen, Pablo Calderón Salazar. Anne van Oppen 1. Ⓚ Sociaal design is riskant, Niels Hendriks en Liesbeth Huybrechts, 2010-4, p. 9

83

Daarvoor maakt De Andere Markt gebruik van de ‘Living Lab’-methodologie. In deze onderzoeksmethodologie staan de actieve gebruiker en een open benadering centraal, opererend binnen de lokale en directe context van de participanten. Naast het direct contact leggen met inwoners van Genk door middel van interventies, probeert De Andere Markt verbindingen te maken tussen verschillende lokale initiatieven (en inwoners) van Genk. Voorbeelden daarvan zijn samenwerkingen met De Tuin van Betty, een lokale gemeenschapstuin; een groep Genkse hiphoppers met wie jam nights worden georganiseerd; en het pro-

Een dringend en actueel onderwerp in onze samenleving is de notie van werk. Onze veranderende samenleving vraagt nieuwe benaderingen, en nijpende situaties zoals de definitieve sluiting van Ford Genk in 2014 tonen hoe ingrijpend het kan zijn als in een stad de werkgelegenheid wegvalt. Het project De Andere Markt wil samen met inwoners en beleidmakers nadenken over de toekomst van werk in Genk. Vorig jaar in juni ging het project van start met een reeks interventies in de stad, uitgevoerd in de context van het participatieve stadsproject G360.

case study

www.deanderemarkt.wordpress.com


Foto: Femke Reijerman

84

Archibald Godts, Man’s best friend


Archibald Godts, Man’s best friend:

Zorgen dat ouderen langer zelfredzaam kunnen wonen www.archibaldgodts.be www.mans-best-friend.squarespace.com

Honden worden sinds decennia vooral in huis gehouden als trouw huisdier, soms nog als waker, speur-, jacht- of blindegeleidehond. Honderd jaar geleden was het een puur functionele vriend die er zelf niet aan mocht denken om de woning te betreden. Bijna niemand hield hem alleen voor het gezelschap. Maar waarom hem niet opnieuw ten dienste stellen van de mens? Het gebeurt al bij blinden en andere mensen met een beperking. Het kan ervoor zorgen dat ouderen langer zelfredzaam kunnen wonen en dat ze in de eigen woning blijven. Het onderzoek van Archibald resulteerde in vier tools. In een ver verleden was de hond ook een trekdier, en dan niet alleen als sledehond. Kleine karren werden hem voorgespannen. Waarom zou een hond nu geen rolstoel kunnen voorttrekken? Is dat niet een beetje zielig voor de hond? Een honden-

Een hond kan bovendien wel tegen enkele zadeltassen op zijn rug om kleinere boodschappen te gaan doen. Hij kan een kleinere tas dragen voor kostbare zaken of een kit voor dringende medische hulp. Bovendien is het veiliger dan een handtas, waarvan oudjes al eens worden beroofd. Een goed opgeleide hond doet de vergeetachtige eigenaar eraan denken dat het tijd is om zijn medicatie te nemen uit het kleine pillendoosje aan de halsriem. Maar het is een mogelijkheid voor iedereen om de beste vriend van de mens te herstellen in zijn nobele positie: een huisdier dat heel wat meer mogelijkheden biedt dan alleen het gezelschap voor een eenzame op zijn oude dag. Waarschijnlijk doet hij het nog heel graag ook. Christian Oosterlinck

85

fysiotherapeut werd bij het onderzoek betrokken. Grotere honden hebben echt voldoende kracht. En als je ziet met hoeveel plezier een husky voor de slede wordt gespannen, kan dat ook geen probleem zijn.

case study

Archibald Godts trok na zijn studie zilversmeden aan de Academie van Antwerpen naar de Design Academy in Eindhoven, waar hij in 2015 afstudeerde. Zoals heel wat studenten aan de DAE onderzoekt en analyseert hij de directe omgeving en de wereld, en de rol die design kan spelen om oplossingen te bieden voor de problemen. Menselijke waarden en waardigheden zijn daarbij heel belangrijk. Tijdens de Design Week in Milaan presenteerde hij zijn eindwerk Man’s best friend, een onderzoek over hoe honden bejaarde mensen kunnen bijstaan bij de dagelijkse taken en daardoor hun levensomstandigheden kunnen verbeteren.


86

Fatima Rafiy, Noor D*Izar


Fatima Rafiy, Noor D*Izar:

Made in Belgium is een kwaliteitslabel, ook in de Arabische wereld

Zowel modehuizen als individuele ontwerpers brengen de hoofddoek of hidjab weer in de mode. Sluiers verliezen opnieuw hun enigszins politieke of religieuze lading. Weinigen herinneren zich nog dat de hoofddoek in de jaren 50 als een toonbeeld van elegantie en stijl gold. Het was het favoriete accessoire van bekende filmsterren als Audrey Hepburn. Met het toenemende aantal moslima’s in westerse steden wijzigde geleidelijk die associatie. De tegenbeweging is echter een feit. Zeker nu merken als Dolce

87

Diversiteit toont zich overal, ook in het modelandschap. Mode voor moslima’s scheert hoge toppen. Het is een wisselwerking: moslima’s ontdekken dat ze binnen de kledingvoorschriften best modebewust kunnen zijn en modemerken spelen daarop in. Het draagt bovendien bij tot de acceptatie van de bevolkingsgroep én de traditionele islamitische kleding.

sluier’, zijn ontworpen om stijl, mode en praktisch vernuft te combineren. “Een klassieke hoofddoek maak je vast met spelden en drapeer je over het hoofd. Als je niet oplet, ligt je kin helemaal open. Het aantal brillen dat breekt, omdat de bril niet achter de oren kan, wil je niet betalen. Het model Imsar is voorzien van gleufjes. Voor velen is dat een openbaring, een stuk luxe en tijdgewin, zeker in de ochtend. Want de sluier is onmiddellijk aan en uit. De gleufjes zijn er ook in functie van de bril, ook de zonnebril, die veilig aan en af kan. Er zijn & Gabbana volledige collecties voor uitvoeringen met diverse motieven moslima’s ontwerpen. Onder de en materialen tot leder en nepnaam Noor D*Izar creëert de Bel- bont.” gische Fatima Rafiy al langer originele hoofddoeken, waarmee zowel Fatima ziet de doelgroep verbreden, moslima’s als niet-moslima’s crea- van geloofsgenoten naar dames die tief naar buiten komen. het een mooi accessoire vinden en het toevoegen aan hun ensemble, Fatima noemt ze de hoofddoeken tot toeristen die Arabische landen van de toekomst, traditioneel en bereizen en uit respect op sommitoch modebewust, praktisch en cre- ge plaatsen een hoofddoek dragen. atief, verhullend en toch vrouwe- “Er zijn uiteraard ook de praktische lijk. “Je kunt de sluiers op verschil- toepassingen voor het dagelijkse lelende manieren draperen, zodat je ven, zoals het beschermen tegen nek, schouders en lange lokken al warmte en koude of in de zorgsecdan niet bedekt zijn. Mijn creaties tor, voor de zieken die zich meer op zijn erg praktisch. Als drukke, wer- hun gemak voelen met hoofdbedekkende moslima ben je altijd wel op king.” Fatima zoekt en vindt the zoek naar snellere manieren om je best of both worlds, het minutieuze hidjab te dragen én er toch nog be- borduurwerk, de dure kant en vrodekt uit te zien. Het keuzeaanbod lijke prints. Doelbewust ontwerpt biedt moderne moslima’s eerder en produceert ze alles zelf. “Made een vorm van vrijheid dan een keurs- in Belgium is een kwaliteitslabel lijf.” trouwens, ook in de Arabische wereld”, besluit ze. De hoofddoeken van Noor D*Izar, wat staat voor ‘schoonheid van de Koen Van der Schaeghe

case study

www.noordizar.eu


Foto’s: Jonas Vrancken

88

Studio Refugee


Studio Refugee:

Door vluchtelingen te werven, kunnen zij werkervaring opdoen en beter integreren

Foto: Stefanie Schaut

Foto: Ali Selvi

Foto: Ali Selvi

worden tentoongesteld. Dat versterkt het gevoel van eigenwaarde, zelfvertrouwen en identiteit. In het leder- en naaiatelier blijken de meeste vluchtelingen al goed te kunnen naaien. Wie nog andere vaardigheden beheerst, zoals macramé of Arabische kalligrafie, kan deze unieke skills inzetten. Het ultieme doel is om vluchtelingen aan te werven voor de productie en verkoop van de ontwerpen. Dat zal de grootste toegevoegde waarde zijn, denkt Rombouts: “Door vluchtelingen te werven, kunnen zij werkervaring opdoen en beter integreren in onze maatschappij.” Ze hoopt ook bewustwording te creëren rond het onderwerp. Enerzijds gebeurt dat al omdat het project bestaat. Anderzijds doordat de discipline design aanzien geniet. Maar het belangrijkste is dat mensen door het werk worden geraakt. Zo bevat de collectie een lederen portefeuille met symbolen die het verhaal van een Somalische vluchtelingenfamilie uit Limburg verbeelden. De jonge dochters zijn besneden en kampen daardoor met grote gezondheidsproblemen. “We hebben woordkunstenaar Jee Kast gevraagd om dit schrijnende verhaal om te zetten in een begeleidend gedicht.”

Tijdens haar master productdesign, nog voor de vluchtelingencrisis, ontwierp Sarah Rombouts een opleiding op maat van illegale immigranten. Toen zij dit project na haar afstuderen wilde uitwerken, drong zich een veel dringendere kwestie op: de toestroom van vluchtelingen uit oorlogsgebieden. Mensen die, na het doorlopen van een lange procedure, grote kans maken om te mogen blijven. Een kwetsbare groep in onze samenleving die te maken krijgt met vooroordelen. Studio Refugee benadert hen vanuit hun waardevolle vaardigheden en organiseert gratis workshops voor asielzoekers en vluchtelingen in samenwerking met grafisch vormgevers, productontwikkelaars, ambachtslieden, vertalers en marketeers. Deze workshops bieden meer dan een nuttige tijdsbesteding. Door in groepsverband te werken aan een gemeenschappelijk doel ontstaat er een samenhorigheidsgevoel. Dankzij de samen- Natasja Admiraal werking met Belgen leren zij ook de cultuur kennen. Zo voelen zij zich welkom en breiden ze hun beperkte netwerk uit. Daarnaast worden zij in de spotlights gezet, doordat de producten die eruit voortkomen,

89

Studio Refugee is een sociale startup, gevestigd in Genk, met als missie om de levenskwaliteit van vluchtelingen te verbeteren door hen te koppelen aan Belgische ontwerpers. Samen ontwikkelen zij producten die de vluchtelingenverhalen vertellen. Het ultieme doel is om banen te creëren.

case study

Foto: Weichien Chan

www.studiorefugee.be


90

Open Design-cursus voor vluchtelingen en asielzo eke rs


Open Design-cursus voor vluchtelingen en asielzoekers:

Een onderwijsexperiment en een geavanceerde vorm van culturele integratie wetenschappen, interieurarchitectuur of schilderkunst. Maar er zijn ook journalisten, een radioproducer en een filmmaker. Het is een brede groep van hoogopgeleide en getalenteerde deelnemers. De opleiding wordt mogelijk gemaakt door het engagement van docenten design en mediakunst van de school, maar ook door externen. Het is de bedoeling dat zij hun professionele netwerk openstellen en zo de studenten ondersteunen. Het was niet het opzet om te focussen op de vluchtelingenproblematiek, maar aangezien dat de voornaamste band was, is dit thema niet uit te sluiten. Het blijft een onderwijsexperiment en een geavanceerde vorm van culturele integratie.

De oproep voor de opleiding, in het Engels, werd heel gericht verspreid naar het doelpubliek van vluchtelingen en asielzoekers. Er reageerden een 80-tal kandidaten, van wie er 35 op basis van hun cv werden uitgenodigd voor een proef met rondetafelgesprekken. Bedoeling was om te starten met 12 studenten, maar Er werd gewerkt rond thema’s als door het risico dat mensen worden design en ambacht, digitale cultuur uitgewezen of werk vinden, is gestart met een reserve. Het vraagt van de vluchtelingen een inspanning om driemaal per week van een – soms landelijk – asielcentrum naar Gent te komen. Voor sommigen werd zelfs een reisbudget voorzien. De 15 geselecteerde studenten hebben heel diverse achtergronden: webdesign,stedenbouw, filosofie, computer-

en massamedia. Alles draait rond open design en cocreatie, waarbij de mix van design, kunst, technologie en elke andere academische opleiding kan leiden tot interessante resultaten. Bram zelf vergelijkt het met een makerscommunity die samenwerkt in een fab lab. Tijdens de eerste maand van de opleiding kregen de studenten input aan de hand van theorie en skills. Nadien werkten ze aan eigen projecten. Deze resultaten werden getoond op

Graduation, de eindejaarstentoon-

stelling van KASK. Maar er is ook internationale interesse. Zo is het UNHCR, de vluchtelingenorganisatie van de Verenigde Naties, al op bezoek geweest in Gent om het project te bestuderen voor de projecten Innovation en Education. Er zijn contacten met het ROG Agency uit Berlijn, Fab Lab Barcelona en de P2P Foundation, die alle werken rond open cultuur en kritische transformatie. Het zou mooi zijn om dit model te kunnen aanbieden in andere landen. In elk geval plant men al voor volgend academiejaar een vervolg in Gent, met meer middelen. Er staan nog voldoende interessante kandidaten op de lijst. Christian Oosterlinck

91

Op 2 mei startte deze opleiding, georganiseerd door KASK School of Arts in Gent, met als coördinator Bram Crevits. Al is het geen geaccrediteerde opleiding, toch zullen de studenten een certificaat ontvangen. Vluchtelingen hebben vaak problemen om hun diploma’s te laten gelijkschakelen, waardoor ze niet aan bod komen in de reguliere opleidingen. Daar wil KASK onder meer met dit multidisciplinaire initiatief een antwoord op geven.

case study

www.opendesign.schoolofarts.be


92

Judith Vanistendael


Judith Vanistendael:

Ik teken om subtiliteit in het leven aan te brengen

“Mikel gaat over menselijke hardheid, over een man die zijn verantwoordelijkheden ontloopt, tot zijn gezin ten onder gaat. Het gaat over de zin en zinloosheid van ambitie, over de keuzes van een mens en de gevolgen. Het boek begint gezellig, maar dan komt de angst, de stress, de vervreemding. Dit is het levensverhaal van Mark Bellido, de auteur. Ik ontmoette hem tijdens het wandelen van de Camino, de pelgrimstocht naar Santiago de Compostela. Twee weken eerder stopte Mark als bodyguard in Pamplona.”

schoonheid. “Het botste, maar dat sprak me ook aan. Mark zocht een spannend en heroïsch leven, waarover hij wilde schrijven. Een job als bodyguard leek hem ideaal. Het is herkenbaar natuurlijk, het nastreven van onbereikbare dromen, maar

“Dat Mark uiteindelijk recht in de spiegel durft te kijken, beviel me. Hij schrijft het van zich af, geeft zichzelf helemaal bloot met al zijn zwakheden. Ook al is het niet autobiografisch, Judiths tekenwerk kruipt niet minder dicht op de huid. “Ik wil verhalen vertellen en tekenen die de mensen beroeren. Ik teken om subtiliteit in het leven aan te brengen.” Je kunt als tekenaar gauw een karikatuur van iets of iemand maken, Judith kiest voor de eerlijke weg, dicht bij de mens en diens omgang met het leven. Een waardigheid die ook in haar eerdere werk zit. “Ik wil niet provoceren, wel duiden wat het betekent om constant door terreur omgeven te zijn, die angst gekoppeld aan een gevoel van vervreemding. Zo teken ik ook. Ik begin met de sfeer vorm te geven. Ik streef minder het realisme na, wel de emotionele waarheidsgetrouwheid, waaruit een bepaalde esthetiek voortvloeit, die in elk boek anders is. Dat is mijn manier van werken en die is traag omdat het lang duurt vooraleer je die sfeer vindt, met alle schakeringen van gevoelens. Het zijn wel die kleine details die ons leven maken en de geloofwaardigheid benadrukken.”

in essentie wanhopig en eenzaam zijn.” Voor het eerst begaf Judith zich buiten haar eigen wereld, die echter heel erg nabij kwam, als inwoonster van de meest beruchte Brusselse gemeente. De terreur in Noord-Spanje is alleen de achtergrond, in een regio waar men al deDe Spanjaard roept, de Brussel- cennialang leeft met de vrees voor Koen Van der Schaeghe se fluistert. Hij zoekt de zin van de ETA.” De Nederlandstalige versie van Mikel verschijnt in het leven, zij vindt de verborgen september 2016.

93

Tekenares Judith Vanistendael verkiest persoonlijke revoluties boven maatschappelijke. Wie haar werk ontrafelt, ontrafelt ook de illustrator. We dwalen door haar hoofd en dat van een Spaanse snoepverkoper die bodyguard wordt. Zij tekent zijn schrijfsels. Haar kleurpotloden scherpte ze aan zijn werkelijk gebeurde tragedie. Weinig zo intiem als de kloof tussen wie we zijn en wie we hadden gehoopt te worden. Hoe ze dat op papier brengt? “Door langzaam te kneden aan personages, traag, tergend traag.” Judith tekent onmogelijke verlangens en schurende ontgoochelingen. Iets tragisch tot iets moois verheffen, noemt ze haar engagement.

case study

www.judithvanistendael.wordpress.com


94

Judith Vanistendael


95

case study


True love

96

Brecht Vandenbroucke


Brecht Vandenbroucke:

Wat een waarheid is voor de ene, is een leugen voor de andere www.brechtvandenbroucke.blogspot.be

Brecht haalt dingen uit de wereld rondom hem en voegt ze aan zijn eigen universum, complexloos, visueel verbluffend en inhoudelijk allesbehalve vrijblijvend. Niet alleen zijn hand is getraind, ook zijn opmerkingsgave. “We worden overspoeld door meningen in een tijd waarin sociale media de emoties opzwepen. Ik probeer de wereld te bekijken door de ogen van een kind, dat veel vragen stelt, de dingen voor het eerst ziet en probeert te ontleden. Het zijn vaak maatschappelij-

“De nood om nieuwsfeiten te becommentariëren heb ik niet. Ik neem afstand in tijd en ruimte om dingen te laten bezinken. Humor heeft tijd nodig. Ik heb tijd nodig

Time to choose

Er zit heel veel sérieux in wat Brecht doet, maar geen goedkope moraal. Als een fijnproever vermengt hij idealisme met surrealisme. “Met satire kun je een boodschap kwijt. De wereld van vandaag verdient dat ook. Het is een simplificatie natuurlijk, maar als je blind bent, zie je geen huidskleur. Dan zou je als lid van de Ku Klux Klan sneller dan je denkt de helpende hand van een blinde donkere vrouw aanvaarden. Door humor kun je een situatie van haar zwaarte ontdoen en toch de boodschap weergeven. Daarmee toon ik ook mezelf, wat je niet doet als je abstract werkt. Wie communiceert, geeft zich bloot.”

om wat ik meen te voelen over te brengen op anderen. Ik schilder mijn beelden ook, wat op zich al vertragend werkt.” Zijn werk is bedrieglijk luchtig, maar hij wil het niet overanalyseren. Belangrijk is dat het klopt volgens zijn logica. “Ik omarm de beeldcultuur, omdat je eruit kunt plukken wat je wilt. De keerzijde is dat je soms een etiket krijgt waar je niet om vraagt. Mijn werk wordt publiek bezit, maar de gedachte erachter blijft wel mijn eigendom, ook als het foutief (ideologisch) wordt gerecupereerd.” Koen Van der Schaeghe 1. Ⓚ New visions, 2012-1, p. 12 (mode)

97

Brechts beeldverhalen zijn nooit vrijblijvend. “Als ik niets te zeggen heb, heb ik minder reden om te tekenen. Wat is aanvaard of niet? Ik zoek die rand wel op. Ik communiceer met mijn keuzes en ben mijn eigen curator. Dat doe ik vanuit mijn eigen achtergrond, normen en waarden. Soms botst dat, maar niets is zo erg als onverschilligheid. Je kunt nooit iets maken wat voor iedereen goed is. Wat een waarheid is voor de ene, is een leugen voor de andere. Je hebt dat niet in de hand, maar ik ben er wel gevoelig voor. Mijn ziel verkoop ik niet, maar binnen mijn grenzen zoek ik de marges.”

ke thema’s, ik kan geen werk maken dat over niets gaat. Ik studeerde illustratie, maar hou niet van verluchting, opvulling of decoratie. Ik heb de drang naar het narratieve.”

case study

Brecht Vandenbroucke1 verleidt en entertaint via wonderlijke beeldverhalen in acrylverf. Humoristisch inventief hanteert hij meesterlijk zijn penseel. Met ironie en satire als wapens deelt hij zijn gevatte inzichten op papier en online. Doorspekt met een dosis idealisme knipoogt hij naar onze zelfvoldane samenleving. “Ik heb de behoefte om te reageren op de wereld, maar niet te momentgericht.”


Nik Baerten:

Door alternatieven te creĂŤren en samen mogelijkheden te ontwikkelen ga je deuren openen in plaats van de gesloten deuren te blijven bevestigen. Design en armoede. Empowerment door sociaal design Kurt Vanbelleghem, 2016-1, p. 85

In een ideale wereld worden creatieve mensen ingezet om, out of the box en wars van politieke en economische belangen, oplossingsgericht en vaak kleinschalig mee te denken en te handelen rond de belangrijkste problemen van deze wereld. Nice or necessary? Inge Vranken, 2016-1, p. 3

Kristel Van Ael:

Experiment is een onderdeel van de moderne manier van werken. De mate ervan hangt natuurlijk nauw samen met de risicobeheersing. Samen sterk. Een blauwdruk voor de toekomst van het werken? An Michiels, 2015-3, p. 28

Koert van Mensvoort:

98

Wie waagt het om vastgeroeste Deepak Mehta: systemen te doorbreken, Design moet niet langer de boel radicaal om te gooien, gezien worden als een softe te experimenteren met het onmogelijke? opleiding, maar als een noodVoorlopers zijn de ontwerpers, zakelijke tool voor ingenieurs, uitvinders en kunstenaars die hun dokters en biologen. gedachten in een nieuwe richting Deepak Mehta, initiatiefnemer van 3dee en APE dwingen en zo bijzondere antwoorden Elien Haentjens, 2015-3, p. 69 geven op hedendaagse vragen. Design fiction. Proefballon voor de ongrijpbare toekomst Adrienne Peters, 2015-3, p. 42

Annelys de Vet:

Hoe kan je, als het politieke discours is vastgelopen, vanuit artistieke perspectieven dingen teweegbrengen of losmaken die je op andere niveaus niet kunt bereiken? Wereldvisie = levensvisie. Alles staat in verband met elkaar Kurt Vanbelleghem, 2013-3, p. 47

Tim Brown:

Misschien is de grootste opportuniteit voor design vandaag wel het herontwerpen van wat design is. Transitie, adhocratie, sustainisme Lut Pil, 2014-1, p.16

VilĂŠm Flusser:

Jan Leyssens:

Ontwerpen is het tegengestelde van onderwerpen.

Als je circulair wil ontwerpen, moet je niet focussen op producten, maar op businessmodellen.

Weil Design die Welt verändert Lut Pil, 2013-3, p. 79

Cocreatie, crowdfunding, opensource zijn allemaal nieuwe mogelijkheden voor mensen om deel te nemen aan een innoverend creatief proces. Wat we zelf doen, doen we beter? Trui Moerkerke en Johan Valcke, 2013-2, p. 1

Ontwerpen voorbij het hier en nu. De noodzaak van systeemdenken in een circulaire economie Leen Creve, 2014-4, p. 53


Tim Van Steenbergen:

Kurt Vanbelleghem:

Het participatieve aspect, het voortdurend veranderende verloop van het proces, de nadruk op het persoonlijke en de impuls die je aan maatschappelijke veranderingen kan geven [via social design], leiden ertoe dat je je eigen rol als ontwerper ook voortdurend in vraag stelt.

in het kwadraat. De kracht van cocreatie Natasja Admiraal, 2013-1, p. 9

De zin en onzin van designkritiek. Volgens de designer en de criticus Natasja Admiraal, 2012-3, p. 12 (design)

Hugo Puttaert:

Hedendaagse opleidingen zijn steeds in volle evolutie (of zouden dat moeten zijn) en het wordt in deze context almaar duidelijker dat de grenzen tussen de diverse disciplines vervagen.

Sociaal design creeërt verbondenheid. Hoe het Straatstarters-project buren bij elkaar bracht Kurt Vanbelleghem, 2012-3, p. 31 (design)

Let’s get rid of all dictates! Integrated 2011 Hugo Puttaert, 2011-3, p. 27 (design)

Ola-Dele Kuku:

De conflicten, rampen en vernieling in deze wereld maken Hugo Puttaert: dat we in een zeer bijzondere Eigenlijk is Kwintessens een uniek periode leven; ik ben benieuwd laboratorium gebleken, waarbij hoe architectuur als grafische ontwerpers van verschillende antwoord hierop zichzelf generaties op een vaak ‘ecletische’ nieuw leven zal inblazen. wijze hun ding deden. 20 jaar grafische vormgeving in Kwintessens. Kaleidoscopisch ongeregeld Hugo Puttaert 2011-4, p. 41 (design)

Ontwerpen voor conflict en chaos Kurt Vanbelleghem, 2011-2, p. 55 (design)

Social Spaces We merken dat in onze definieert sociaal westerse, geïndustraliseerde design als een wereld een maatschappelijke ontwerpaanpak User-centered verandering of een bewustdie toelaat dat de design helpt vooral wordingsproces aan de gang betekenis van een heel wat frustatie is dat design terugvoert naar ontwerp kan groeide wereld uit en zijn oorsprong. en na het eigenlijke wie kan daar iets afleveren van het Voorwoord op tegen hebben? Johan Valcke, 2010-4, p. 1 (design) ontwerp. Het alledaagse maar onzichtbare design van Human Interface Group en U-sentric Kurt Vanbelleghem, 2010-4, p. 25 (design)

Sociaal design is riskant Niels Hendriks en Liesbeth Huybrechts, 2010-4, p. 12 (design)

99

Delen is het nieuwe bezitten. Alternatieve modellen zetten de modesector op zijn kop Natasja Admiraal, 2013-2, p. 28

quotes

Er is een behoefte ontstaan om je spullen op een andere manier te krijgen in plaats van alles nieuw te kopen.

Javier Gimeno-Martínez:

Designkritiek gaat Cocreatie is heel verder dan smaak verrijkend, zeker of ‘goed wonen’. nu het verhaal achter een product Het draait om de steeds belangrijker vraag: waarom en waarvoor geven we wordt. vorm? Creativiteit


Renaud Huberlant:

Giorgio Camufo:

Grafisch ontwerpers hebben wereldwijd That we designers should do een hoog niveau bereikt, ze zijn in staat what every person (not neom via zeer professionele tools prachtig cessarily a designer) has to vormgegeven materiaal te maken. Maar do in his/her life: look at the what’s next? Wíllen en zúllen ze als world around us. ontwerpers verder nadenken over hun Verhalen uit de Braziliaanse favela’s. Réporter sem Beiras rol, over communicatie en meer bepaald AnneliesLutVaneycken, Pil, 2011-3, p. 30 (design) over hun bijdrage in de publieke ruimte? Let’s get rid of all dictates! Integrated 2011 Hugo Puttaert, 2011-3, p. 28 (design)

Kristel Van Ael:

Onder meer de digitalisering heeft bijgedragen tot de maatschappelijke verschuiving van producten naar diensten. 10 0

Betere diensten uitbouwen met designdenken... en wat legoblokken en plasticine Roel Jacobus, 2011-3, p. 51 (design)

Design is niet te beperken tot een product of dienst. Het draait om de volledige denkketen van en voor mensen. Dany Snockx, Humin: Design is als een vliegwiel Christophe De Schauvre, 2010-1, p. 46 (design)

Dirk Meylaerts:

Design is nu een ingewikkelde taal geworden. Het conceptuele is veel belangrijker dan het artisanale.

Designers worden ondernemers, experts van wilskracht, die visies waarmaken door tastbare creatie, die voorstellen en niet tegenstellen, in een stille strijd voor verandering. OpenStructures. Kunnen we hardware ontwerpen zoals we software ontwerpen? Thomas Lommee, 2008-4, p. 22 (design)

Het einde van de duivelstoejager Francis Smets, 2006-3, p. 19

Om een duurzame toekomst voor onszelf The age of Access, Jeremy Rifkin: en de volgende generaties te verzekeren, We hoeven allerlei spullen niet zou een product in het jaar 2050 10-maal meer te bezitten, als we ze minder belastend moeten zijn in maar kunnen gebruiken, vergelijking met het huidige product. als we er maar toegang tot hebben. We kopen steeds Ecodesign – handleiding voor ontwerpers met een duurzame visie minder en kiezen steeds Christian Oosterlinck, 2002-4, p. 49 vaker om te huren, te leasen, een lidmaatschap of een Axel Enthoven: Design is immers synoniem van: oplossen toegangsprijs te betalen om van problemen. Design betekent concep- goederen te kunnen gebruiken wanneer het ons uitkomt. ten ontwikkelen, systemen uitwerken die Design? de hele complexe problematiek omvatEn welke job kun je daarmee krijgen? Valerie Frère, 2003-3, p. 12 ten, en die ten slotte uitmonden in concrete oplossingen (‘producten’). Design als oplossing voor het mobiliteitsprobleem? Francis Smets, 2002-2, p. 8


Desk-top punk Jan Hoet Junior, 1994-4, p. 17

Patrick Reuvis:

Alhoewel de hoofdactiviteit van zowel Spitstechnologie, zoals de architect als de vormgever bestaat waterjet, lasertechniek uit het maken van plannen – in de en elektronika maken het ‘ambachtelijke’ opnieuw moge- letterlijke betekenis: uit het vooruitzien lijk, lees economisch rendabel, – heeft creativiteit alles te maken met het toeval. Het toeval laat zich niet voormet dien verstande dat het zien en is in geen enkel plan te vatten. woord hier synoniem werd Het toeval laat zich echter wel forceren. voor ‘gepersonaliseerd’, Stoom op de ketel ‘duurzaam’ en ‘exclusief’. Jan Kenis, 1992-2, p. 10

Woord vooraf Johan Valcke, 1994-4, p. 1

10 1

quotes

Rolf Jensen:

Evolueren we naar een droomVia het internet maatschappij en worden kunnen duizenden Volgens Prof. producten derhalve slechts mensen over de Helmut Gaus kruialibi’s om dromen aan de wereld participepen wij momenteel man of vrouw te brengen? ren in ‘creative uit een diep dal Wordt de nieuwe ontwerper citizenship’ en saen staan wij aan een uitvinder van dromen? men met professihet begin van een onele ontwerpers Ontwerp eens een droom, droom eens een ontwerp nieuwe opgaande nieuwe patronen Francis Smets, 2001-4, p. 8 beweging die zijn en structuren hoogtepunt zal ontwikkelen om Een product mag bereiken tussen zo een antwoord door een ontwerper 2010 en 2020. te formuleren op niet meer opgevat de problemen Het is niet omdat men en beleefd worden Gaus gebracht heeft, van het komende als een ontwerp dat miljoenen mensen ernaar gaan luisteren millenium. waarin hij – in een Christian Lapinne, 1996-2, p. 8 Focus op bevoorrechte positie productontwikkeling – de veranderende Chris Baelus, 1997-3, p. 9 esthetische en culturele sensibiliteit Of het nu een golf van de toekomst is, of gewoon kan vastleggen. De wat glitter in de huidige software, zal de tijd productieprocesmoeten uitmaken, want het probleem blijft sen, de zogenaamde de toepasbaarheid en de integratie in onze ‘deconstructie’ van samenleving. Deze mensen zijn echter wel ervan een product en de overtuigd dat dit een onmogelijk aantal nieuwe communicatie rond perspectieven opent waarvan ze de resultaten zelf het milieugericht nog niet kunnen inschatten. Ze vertellen me over ontwerpen behonog een aantal bars, zoals Cafe Internet die naast ren tot zijn nieuwe de Newsbar een soort psycho-elektronische taken. speakerscorner pleegt te zijn. Hun communicatie Is design een ruggegraat doopten ze ‘E-MAIL’. Moniek E. Bucquoye, 1995-2, p. 8


10 2 Foto: Black Box Studio

ENKELE SLEUTELWOORDEN DIE DE CASE STUDIE IN EEN INHOUDELIJK/PRAKTISCH KADER PLAATSEN

titel van het artikel op deze pagina


SCHOONHEID, CONSTANTE VERNIEUWING EN ULTIEME VRIJHEID Oprichter Johan Valcke over 24 jaar Kwintessens

Wat was in 1992 de aanleiding voor het lanceren van een nieuw kwartaaltijdschrift? Er waren destijds nauwelijks gespecialiseerde magazines. Kranten hadden nog geen weekendbijlagen, de pers schreef maar mondjesmaat over design. Ik liep al langer met het idee rond om een tijdschrift te maken over de meer designgerichte kunstambachten die we vanuit het Vlaams Instituut voor Zelfstandig Ondernemen (VIZO) promootten. Ik was directeur van deze dienst; de naam veranderde in 2004 in Design Vlaanderen. Toen er vanuit de overheid budget vrijkwam om onze dienst uit te bouwen, hoefde ik niet lang na te denken. Ik heb curator en auteur Jan Kenis

gevraagd om een concept te ontwikkelen en een mooie titel te verzinnen. Hij was een man met schitterende ideeën, die in staat was om op een baanbrekende manier over iets banaals als een tijdschrift na te denken. Hij durfde buiten de lijntjes te kleuren.

Waar staat Kwintessens voor? Jan Kenis was gefascineerd door alchemie, de steen der wijzen en het idee dat je een gewone grondstof kunt veranderen in goud. Dit gegeven past bij toegepaste kunst: men neme een klomp klei, boetseert en glazuurt die, plaatst het in de oven en voilà, het wordt een object met een ziel. Of neem het vlas dat op de velden groeit: eenmaal tot een linnen hemd of tafelkleed geweven, is

10 3

Het is een kleurrijke boekenplank vol: 24 jaargangen, 96 nummers. Trouwe abonnees van Kwintessens zullen sommige edities in één oogopslag herkennen aan de kleur van de rug. Elke uitgave diept een thema uit en is een afspiegeling van de tijdgeest. De grafisch ontwerper toont een staaltje van zijn kunnen. In dit laatste nummer – een collector’s item – blikt oprichter Johan Valcke terug op bijna 25 jaar Kwintessens.

interview

Natasja Admiraal


1996-1. Ontwerp: Michaël Samyn (Zupergraphyx!)

10 4

Johan Valcke

1998-2. Ontwerp: Qui Vive

1999-4. Ontwerp: Sanny Winters & Tim Oeyen

2004-3. Ontwerp: Paul Boudens

2007-4. Ontwerp: Sander Vermeulen (Fanclubproject) 2009-4. Ontwerp: Jan & Randoald

2011-3. Ontwerp: Livin Mentens

2012-1. Ontwerp: Pieter Willems (Pjotr)

2012-2. Ontwerp: Kris Demey

2001-4. Ontwerp: Johan Vandebosch (Ziezo)


de materie getransformeerd tot iets functioneels dat mooi en waardevol is. Kwintessens zou je kunnen zien als het vijfde, ongrijpbare element dat staat voor schoonheid en constante vernieuwing.

Over constante vernieuwing gesproken: de vormgeving werd telkens toevertrouwd aan een andere grafisch ontwerper, waardoor elk nummer een unieke look-and-feel heeft. Tegelijkertijd was dat een valkuil omdat het tijdschrift daardoor minder herkenbaar is.

Vanaf de tweede jaargang werd elk nummer gewijd aan een ander thema. Zijn er specifieke onderwerpen die Kwintessens als eerste heeft aangesneden? We waren in alles vernieuwend; er bestonden immers geen vergelijkbare tijdschriften. Internationale titels zoals DAMn° en Wallpaper kwamen pas later en spitsten zich niet toe op Vlaams design. Het eerste themanummer van Kwintessens (1993-1) ging over het sprookjesachtige, het curieuze in vormgeving. Dat bevreemdende aspect van toegepaste kunst wordt ook in latere nummers aangetoond, voortbordurend op de gedachte achter de titel van het tijdschrift.

Door de jaren heen zie ik een ontwikkeling: van een overwegend communicatieve grafische vormgeving naar een lay-out waarbij de nadruk meer ligt op het grafische aspect. Het designspectrum dat aan bod komt is steeds breder geworden: industriële vormgeving is erbij gekomen en vanaf 2008 kreeg Vlaamse mode een vaste plek in Kwintessens. Een initiatief van Edith Vervliet, de toenmalige directeur van Flanders Fashion Institute. De laatste jaren werd de moderedactie aangestuurd door Trui Moerkerke. Om een duidelijk onderscheid te maken, kreeg de modesectie een eigen cover, waarbij je het magazine moest omdraaien. Later hebben we beide delen samengevoegd.

Welke nummers zijn je het meest bijgebleven? We hebben ooit een zeer experimenteel nummer gemaakt (1996-1), ontworpen door Michaël Samyn, een van de eerste Vlaamse webdesigners. Hij had een hekel aan grafische vormgeving op papier. Toch stelden we hem voor deze uitdaging en hij was bereid om zijn principes voor één keer een papieren afwerking te geven. Het resultaat is een computerachtige lay-out met flashy kleuren. We hebben er veel kritiek op gekregen: de teksten zouden onleesbaar zijn. Maar ik vond het erg geslaagd. Terugkijkend

Johan Valcke met het nummer dat Michaël Samyn in 1996 ontwierp.

10 5

Hoe is het blad geëvolueerd?

interview

Ja, we hebben ons leven daarmee niet vergemakkelijkt (lacht). Wanneer je jonge gasten loslaat op het vormgeven van een tijdschrift, slaat de fantasie soms op hol. Niet zelden hadden zij wilde plannen voor druktechnieken als kappen, blinddrukken of een goudkleurige opleg. Om enigszins sturing te geven, hebben we Rudy Vercruysse en Geert Verstaen, destijds respectievelijk uitgever en vormgever van Openbaar Kunstbezit, aangesteld voor de lay-outvergaderingen. Zij bewaakten het stramien dat wij vastlegden: elke uitgave bevat een inleiding, een agenda, diverse thema-artikelen en in het midden een portfolioshoot, waarvoor we telkens ook een andere fotograaf aanstelden. Dit format werd in de loop der jaren nauwelijks gewijzigd. Verder kregen de grafisch ontwerpers alle vrijheid.


2013-1. Ontwerp: Ward Heirwegh

2013-2. Ontwerp: Ronny Duquenne & Johny Van de Vyver (Ronny & Johny)

10 6

Johan Valcke

2013-4. Ontwerp: Michaël Bussaer & Jef Cuypers

2014-4. Ontwerp: DIFT

2015-2. Ontwerp: Ines Cox

2016-1. Ontwerp: Eva Moulaert & Marie Sledsens (Dear Reader)


Belgische designers hebben de laatste jaren een positieve reputatie opgebouwd, net als onze voetballers (grapje). Misschien is design nu wel zo’n geïntegreerd deel van ons dagelijkse leven dat publiciteit in de vorm van een tijdschrift niet meer nodig is. Er heeft een verschuiving plaatsgevonden van producten die in eigen beheer worden ontworpen en gemaakt, naar het werken met en in opdracht van bedrijven. Een evolutie van de galerie naar het commerciële circuit. Niet voor niets maakten we recent een themanummer rond economie (2014-4), dat door studio DIFT werd voorzien van een gouden omslag. Als curator van Hands on Design, de 8ste Triënnale voor Vormgeving, zijn deze ontwikkelingen ook evident. De objecten die ik heb geselecteerd, zijn grotendeels gemaakt met als doel te worden verkocht aan de consument. Het betreft geen museale stukken, maar goede producten, ontworpen vanuit een ergonomisch en op de gebruiker afgestemd standpunt. Maar, je weet nooit, misschien worden ze wel museaal.

Wat heeft Kwintessens betekend voor design in Vlaanderen? Vanuit Design Vlaanderen hebben we vele ontwerpers langdurig ondersteund in hun loopbaan en hen een podium geboden. Wie had gedacht dat de stoel waar wij nu tijdens dit interview op zitten, de .03 van Vitra ontworpen door Maarten Van Severen, zo’n vlucht zou nemen? In Kwintessens toonde Van Severen zijn eerste tafel en wij besloten om hem te subsidiëren. Dat stelde hem in staat om folders over zijn werk te maken en die wereldwijd te verspreiden. Of dat het contact heeft gelegd met Vitra? Wie zal het zeggen? Feit is dat we oog hadden voor zijn talent en dat heeft hem zonder meer een duwtje in de rug gegeven. We hebben ook een flink aantal jonge schrijvers en pas

Heeft een gedrukt blad nog wel toekomst? Ja, daar geloof ik sterk in. Zeker als je ziet hoeveel boeken er vandaag de dag op jaarbasis worden uitgegeven. Het is een van de achterliggende gedachten van Hands on Design: in onze virtuele wereld hebben we behoefte aan iets tastbaars. Mensen grijpen terug naar concrete zaken. Want ook al bevindt veel informatie zich in de cloud, onze lichamen zijn er nog altijd: we zitten, we slapen, we eten en drinken. En we lezen.

Lezen kan ook op een tablet. Toch is dat niet hetzelfde. Onlangs opende ik een kleine tentoonstelling over twee Duitse kunstenaressen die met papier werken. Als ik denk aan papier, dan denk ik aan origami, maar ook aan kalligrafie en typografie. Bij deze kunstvormen is er sprake van een symbiose met de papiersoort. Chinese en Japanse tekens geven op ruw papier bijvoorbeeld een totaal andere indruk dan op zijdezacht papier. Voor Kwintessens zijn vele papiersoorten de revue gepasseerd. Met de opkomst van ruwe papierkwaliteiten kregen we te maken met het probleem dat de inkt door het papier werd opgeslorpt. Dat leverde grijsgetinte beelden op, zelfs met kleurenfoto’s. Dus gebruikten we een andere papiersoort voor de portfoliopagina’s omdat het belangrijk was dat de kleuren daar helder uitkwamen.

Wat mis je in het huidige aanbod magazines? Eerlijk gezegd niet veel. Er wordt een hoop gepubliceerd, vooral over noviteiten uiteraard. Soms vind ik het wat overdreven dat aan jonge designers die één tafel hebben ontworpen meteen twee pagina’s worden gewijd, terwijl de oudere generatie ontwerpers die nog steeds actief is met moeite

10 7

Als de 96 nummers het blikveld zijn op design in Vlaanderen, hoe heeft het vakgebied zich ontwikkeld?

afgestudeerde kunsthistorici de kans gegeven om voor het eerst te publiceren. Zij konden in Kwintessens hun kennis en visie kwijt. Meerdere auteurs zijn vervolgens doorgegroeid naar andere tijdschriften en kwaliteitskranten.

interview

oogt het nummer, op enkele lettertypen na, hedendaags. Een teken dat Samyn zijn tijd vooruit was.


Foto: Black Box Studio

10 8

Johan Valcke


vermeld wordt. Dat is een algemene evolutie in onze maatschappij: de focus ligt op twintigers en dertigers.

Een mooi tijdschrift als Kwintessens heeft de bewaarfactor. Zijn er lezers van het eerste uur die alle nummers verzameld hebben?

Ja. Het is mijn streven geweest om te laten zien dat design niet in een ivoren toren zit. Ik heb altijd geweigerd om advertenties in het blad te zetten. Ik beschouwde het als een promotiemiddel en wilde de complete inhoudelijke vrijheid behouden. Uit een onderzoek onder onze abonnees is gebleken dat het tijdschrift vooral werd gelezen door een professioneel publiek uit de design- en onderwijswereld. De meerwaarde zit in de diepgang van de artikelen en het afwijkende van de thematiek. We konden het ons permitteren om te experimenteren, om werk te tonen dat elders niet aan bod kwam. We hadden, kortom, alle vrijheid. Ik ben trots dat het tijdschrift zo lang heeft bestaan en heb me er ongelooflijk mee geamuseerd. De dag waarop Kwintessens van de drukker kwam, was voor mij keer op keer een zeer speciaal moment.

10 9

Heb je met Kwintessens bereikt wat je wilde bereiken?

interview

Ik hoop het. Wie dat heeft gedaan, zal tevreden zijn. Het is iets blijvends, er staan unieke fotoshoots en verhalen in die je op internet niet vindt. Kwintessens lees je niet voor het snelle nieuws, maar voor de achtergrondverhalen die dieper op de materie ingaan. Ook hebben we altijd geprobeerd om een stapje voor te zijn op de rest. Doordat we heel dicht bij de startende designers en studio’s staan, wisten we vaak vóór de andere pers wat er speelde. Met drie maanden productietijd was het ook noodzaak om er snel bij te zijn.


Hands on Design, of het onzichtbare zichtbaar maken

11 0

Hands on Design

Half 2014 ontstond het idee om de 8ste Triënnale voor Vormgeving in Vlaanderen te wijden aan de creativiteit van het ambachtelijke in het designgebeuren, zowel naar proces, als ontwikkeling, als productie. Wat oorspronkelijk een project was binnen de werking van Design Vlaanderen, werd uiteindelijk een beleidsproject van de Vlaamse minister van Economie. Daardoor kwam er naast het creatieve en technische aspect een economisch perspectief bij. Mij werd het curatorschap toebedeeld, wat ik zonder probleem aanvaardde. Er werden drie partners aangesteld om mee te werken: Design museum Gent, UNIZO en Fedustria. Beide laatste organisaties vooral wegens hun directe verbinding met zelfstandigen en bedrijven. UNIZO, als gangmaker van Handmade in Belgium, maakt van Gent een Maker City, met een Maker Market tijdens het openingsweekend op 19 en 20 november dit jaar. Design museum Gent werd aangezocht om de tentoonstelling te helpen vormgeven en huisvesten. Fedustria, vertegenwoordigd door Wood.be en Febeltex, op zijn beurt coacht zeven samenwerkingen tussen bedrijven en designers. Eind 2014 plaatsten Design Vlaanderen en de drie partners een open oproep naar designers en bedrijven om een project in te sturen dat beantwoordde aan de thematiek van dit evenement. In de lente van 2015 hadden ca. 120 designers en 40 bedrijven de oproep beantwoordt. Het resulteerde in een verkenningstocht door Vlaanderen van bijna 12 000 km, gedurende anderhalf jaar. We bezochten alle ateliers en bedrijven en ontdekten een ongelofelijke variëteit aan ideeën en producten. Op basis van dit onderzoek maakten we een keuze, met als rode draad producten waarin de inbreng van de menselijke hand belangrijk is en die, voor zover mogelijk, via een semi-industriële of industriële productie op de markt komen, liefst zo recent mogelijk. De meeste zijn het resultaat van de samenwerking tussen een designer en een bedrijf. Een groot aantal zijn ambachtelijke of semi-industriële producties die de designer zelf beheert en op de markt zet. Nog andere producten beklemtonen de kracht en de meerwaarde van het ambachtelijke in hun vormgeving.

Hands on Design, de titel van deze 8ste Triënnale, maken we dat ondersteunende, dat onzichtbare zichtbaar. Dat onzichtbare is het voorafgaande proces, van tekening, over computermodel, prototype tot uiteindelijk product. In bijna alle stadia van dit proces is de menselijke hand aanwezig, van het meest bescheiden basishandwerk tot het virtuoze vakmanschap. En dat vakmanschap vertaalt zich niet alleen in het ontwerpproces, in de kennis van ambachtelijke technieken, maar evenzeer in het beheersen van de machines, waarmee vele producten uiteindelijk worden gemaakt. In veel gevallen gaat het om kennis die niet ‘in de boekskes’ staat, maar om het resultaat van een lerend proces, gegenereerd door het hanteren van materialen en gereedschappen. De socioloog Richard Sennett noemt het ‘embodied knowledge’, de ‘belichaamde kennis’, die ligt in de intuïtieve samenwerking van lichaam en geest. Het vertaalt zich in het vakmanschap, in de productie van doordeweekse gebruiksvoorwerpen, maar het is op zijn best wanneer het de grenzen verlegt, opgedrongen door materialen, gereedschappen en machines. In dat stadium bereikt de creativiteit van designer en ondernemer een hoogtepunt. We leggen in de tentoonstelling de focus op functionele objecten, wat over het algemeen resulteert in nieuwe versies van gebruiksvoorwerpen, lifestyleproducten anders gezegd. Opvallend is de terugkeer naar objecten gemaakt in natuurlijke materialen zoals steen, hout, glas, leder, keramiek, brons, enz., met zowel oude traditionele technieken als nieuwe technologieën, zoals CNC-freesmachines, 3D-printen en lasercutten. Beide worden zonder onderscheid toegepast om niet alleen tot een innovatief designproduct te komen, maar ook tot een economisch rendabel product. Het is zelfs zo dat de nieuwe technologieën het concept van een ambachtelijke productie opnieuw mogelijk maken. Op het moment dat ik dit schrijf, zijn er nog een flink aantal ‘works in progress’, maar het geheel wordt een spannend overzicht van functionele objecten, met een meerwaarde aan vakmanschap en creativiteit. Het wordt een dialoog tussen nog niet veel geziene historische stukken uit de collectie van Design museum Gent, designproducten die recent op de markt zijn en vooral met nieuwe producten die in onze regio onder impuls van Hands on Design zijn ontstaan in bedrijven en designstudio’s.

Wat we constateren, is het hoogwaardige vakmanschap, een betere term voor handwerk of ambacht, dat in alle objecten aanwezig is, maar in veel gevallen onzichtbaar blijft. Het ambachtelijke percipieert men nog altijd in een ondersteunende rol, zowel in de kunst als in design, zoals Glenn Adamson schrijft in zijn boek Craft Thinking, hoewel hij stelt dat zonder vakmanschap er geen meerwaarde mogelijk is, noch in kunst noch in design. In Johan Valcke


D es

ig n

19.11.2016 19.11.2016 05.03.2017 05.03.2017

MUSEUM GENT

dwerk dwerk io Vel io Vel St ud St ud ck ck r lo ar lo Ba B n ig es

D

IN DESIGN MUSEUM GENT IN DESIGN

www. designvlaanderen www. .be designvlaanderen www. .be designmuseumgent www..be designmuseumgent .be

11 1

de ge dee lde t oekomst, kwintessens 97. naam maker e n naam project

VOOR VORMGEVING

ENKELE SLEUTELWOORDEN DIE DE CASE STUDIE IN EEN INHOUDELIJK/PRAKTISCH KADER PLAATSEN

8STE TRIËNNALE VOOR VORMGEVING 8STE TRIËNNALE


* Auteurs essays

COLOFON NUMMER 2 JAARGANG 25 Gastredactie en ontwerp Annelys de Vet* Algemene redactie Christian Oosterlinck Annelies Thoelen Mies Van Roy Inge Vranken Werkten mee aan dit nummer Natasja Admiraal Pascal Gielen* Elien Haentjens Heini Lehtinen* Tom Schamp* Johan Valcke Kurt Vanbelleghem* Koen Van der Schaeghe Anne van Oppen Omslagbeeld ‘Le Massacre du Printemps’ (detail), Tom Schamp Tekstcorrectie Schrijf.be 11 2

Lettertypes Alfphabet Condensed Cimatics Noise Crickx Regular Crickx Rush Crickx SharkCut Libertinage Logisoso Medium NotCourierSans Regular NotCourierSans Bold OSP-DIN Polsku Regular Reglo Bold Univers Else Light Univers Else Bold Druk Stevens Print

Redactieadres Design Vlaanderen Kwintessens Kanselarijstraat 19 1000 Brussel T +32 (0)2 227 60 60 info@designvlaanderen.be www.designvlaanderen.be www.designvlaanderen.be/ kwintessens www.facebook.com/ kwintessens ISSN 07791534 Nummers kunnen besteld worden op www. designvlaanderen.be/ publicaties. Niets uit deze uitgave mag worden gebruikt zonder toestemming van de uitgever. © Design Vlaanderen Alle adressen van designers, kunstenaars, galeries e.a. kunnen bij Design Vlaanderen verkregen worden. Verantwoordelijke uitgever Bernard De Potter, Koning Albert II-laan 35 bus 12, 1030 Brussel

ANNELYS DE VET is ontwerper en intiator met een studio in het Pajottenland. Sinds 2008 is ze hoofd van de Master in Design aan het Sandberg Instituut Amsterdam, de ‘Think tank for visual strategies’ waar design op kritische en onderzoekende wijze wordt ingezet. Ze heeft inmiddels 10 Subjectieve Atlassen ontwikkeld, welke van binnenuit een land of regio in kaart brengen door de bewoners zelf, zoals ‘Subjectieve atlas van Henegouwen’ (2013), ‘Subjective atlas of Colombia’ (2015) en ‘Subjective atlas of Pakistan’ (2016). De Vet is mede-oprichter van het inclusieve designlabel ‘Disarming Design from Palestine’ welke bruikbare producten uit en over Palestina ontwikkelt, produceert en distribueert. PASCAL GIELEN is als hoogleraar kunstsociologie en cultuurpolitiek verbonden aan het Antwerp Research Institute for the Arts (ARIA) van de Universiteit Antwerpen en aan het Onderzoekscentrum Arts in Society van de Rijksuniversiteit Groningen. Zijn onderzoek focust op de politieke en sociale context van creatieve arbeid. In 2016 kreeg hij de prestigieuze Odysseusbeurs van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FWO-Vlaanderen). Gielen is tevens hoofdredacteur van de internationale boekenreeks ‘Arts in Society’. Hij publiceerde een tiental boeken over kunst, creatieve arbeid en cultuurpolitiek. Zijn boeken werden vertaald in het Engels, Spaans, Koreaans, Pools, Portugees, Russisch en Turks. HEINI LEHTINEN is een in Brussel gevestigde auteur, curator en ontwerper. Ze werkt aan

publicaties, doet aan creative direction, research and cureert met de nadruk op praktische en theoretische connecties tussen ontwerp, samenleving en sociale duurzaamheid. Haar lopend onderzoek ‘Beauty In Exile’ bevraagt hedendaagse noties van schoonheid binnen het maatschappelijk ontwerp. Lehtinen werkte als hoofdredacteur en journalist voor verschillende designpublicaties sinds 2003. Ze is de mede-oprichter van Fictional Collective, een internationale, collaboratieve gemeenschap van ontwerpers, architecten, schrijvers, curatoren en onderzoekers. Fictional Journal, de online publicatie, bevraagt maatschappelijke designcontexten. TOM SCHAMP is Belgisch illustrator en ontwikkelde een eigen stijl met acrylverf waarbij hij graag grijpt naar diepe kleuren en contrasten. Tom werkt voor zowel kinderen als volwassenen, voor uitgeverijen als pers en publiciteit in binnenen buitenland. De eeuwwissel duwde Tom onder andere richting geïllustreerde kinderboeken met vertalingen in verre en minder verre buitenlanden. KURT VANBELLEGHEM werkt als onafhankelijke curator en uitgever binnen het domein van de hedendaagse kunst en het hedendaagse design. Hij focust zich voornamelijk op het tot stand brengen van een synergie tussen beide disciplines waarbij de relevantie voor de maatschappij centraal staat. Sinds 2010 is hij ook als curator verbonden aan Sint Lucas Antwerpen waar hij extracurriculumprojecten voor studenten en alumni coördineert.


tijdschrift over design jaargang 25  2de trimester 2016  laatste nummer  € 7,–

Kwintessens 2016-2  nieuwe urgenties

Atelier BXL Productieve Metropool Rachida Aziz Constant De Andere Markt Dear Hunter Jan De Cock DoucheFLUX Archibald Godts Jardin Essentiel Thomas Laureyssens Make.Brussels Onbetaalbaar Open Design-cursus Parckfarm Kristel Peters Plan C Prison Gear Fatima Rafiy Rotor Amina Saâdi Studio Refugee The Post-Couture Collective Toestand Unfold Brecht Vandenbroucke Annelies Vaneycken Judith Vanistendael

kwintessens nieuwe urgenties


tijdschrift over design jaargang 25  2de trimester 2016  laatste nummer  € 7,–

Kwintessens 2016-2  nieuwe urgenties

Atelier BXL Productieve Metropool Rachida Aziz Constant De Andere Markt Dear Hunter Jan De Cock DoucheFLUX Archibald Godts Jardin Essentiel Thomas Laureyssens Make.Brussels Onbetaalbaar Open Design-cursus Parckfarm Kristel Peters Plan C Prison Gear Fatima Rafiy Rotor Amina Saâdi Studio Refugee The Post-Couture Collective Toestand Unfold Brecht Vandenbroucke Annelies Vaneycken Judith Vanistendael

kwintessens nieuwe urgenties


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.