Kwintessens 2014-3

Page 1

KWI NTESSE NS

Jaargang 23 — 3de trimester 2014 / abonnement: 25 euro — los nummer: 7 euro

MAKE R S

TIJDSCHRIFT OVER DESIGN EN MODE


1

66 I NTRO Al doende leert men — Steven Cleeren en Trui Moerkerke

3

KORT

8

Henry van de Velde Labels 2014

13

OP ROE P 8ste Triënnale voor Vormgeving

15

34

38

S HO OT Het atelier — Jef Boes TH E MA Feest van de nieuwe arbeid Ontwerpers buigen zich over de toekomst van arbeid — Natasja Admiraal De geur van lijm en leder Over schoenmakers Natalie Van Lijsebettens en Katrien Herdewyn — Cathérine Ongenae

44

Gesmaakte authenticiteit Handmade in Belgium — Koen Van der Schaeghe

48

54

59

Het schept genoegen met de handen iets te maken dat de geest heeft bedacht Het ambacht, van het uitvoerende tot het creatieve, van het handgemaakte tot het geïndustrialiseerde, vraagt om economische en maatschappelijke waardering — Johan Valcke

70

Kennis is de sleutel Ontwerpers Antoine van Loocke en Jan Kuppers over hun visie op scholing — Adrienne Peters

75

Mode, is dit Belgisch? Nadenken over lokale productie — Cathérine Ongenae

79

S HO OT MoMu Nu — Stany Dederen/Michaël Smits

86

CAS E S Michel Vaerewijck: fotografie met een handleiding — Trui Moerkerke

88

LMBRJK: gelaagde ontwerpen in houtfineer — Stephanie Duval

Een toekomst voor ambachten? Een gesprek met Bart Lens, Laura Braspenning en Saskia Van der Gucht — Kurt Vanbelleghem

90

MÖBEL: upcycling met internationale ambitie — Christian Oosterlinck

Het failliet van de massa 3D-printen brengt design en productie terug naar individuele voorwerpen — Roel Jacobus

95

Generation Creatives — Trui Moerkerke

95

The Power of Object(s) — Elien Haentjens

Geen hamer, maar software Rizon Parein en Sieg Minten over nieuwe ambachten — Natasja Admiraal INHOUD

94

97

G E S P OT Awareness Award — Lut Pil

S P ECIAL Klas van 2014


Al doende leert men Steven CLEEREN en Trui MOERKERKE Deze Kwintessens wijden we aan ‘maken’. Dat is in de creatieve industrie minder evident dan je zou denken. Van een architect kunnen we bezwaarlijk zeggen dat hij gebouwen ‘maakt’. In de afgelopen eeuwen is er een kloof gegroeid tussen het concipiëren van een product en het uitvoeren daarvan. Misschien ontstond design wel bij de gratie van die kloof. In zekere zin heeft design zich afgesplitst van een meer ambachtelijke praktijk, net om meer aandacht te schenken aan de voorafgaande conceptfase. Dat blijkt nog uit de oorsprong van het woord: design verwijst naar tekenen, schetsen, bedenken.

technieken als hout- en metaalbewerking, maar ook – en vooral – van recente technologieën zoals robotica, elektronica en software. Doordat nu computergestuurde machines worden gebruikt waartoe voorheen alleen de industrie toegang had, wordt er ook wel gesproken van een ‘democratisering’ van productie. Hoogtechnologische maar tegelijk toegankelijke fabricagetechnieken stellen gewone mensen in staat om zelf unieke alternatieven te maken voor massaproducten. Sommigen bestempelen dit fenomeen zelfs als een derde industriele revolutie. Nochtans is de directe economische impact van al dit geknutsel te verwaarlozen.

Wellicht is de vraag naar het onmiddellijke rendement de verkeerde. Het nieuwe ‘maken’ beantwoordt namelijk Uiteraard is design helemaal niet niet aan een reële vraag uit de markt, gespeend van een hands-on benadering. maar aan een uitdaging. Anders gezegd: Denken we maar aan het vervaardigen van het is geen kwestie van moeten maken, prototypes, vaak nog heel erg een kwestie maar van kunnen maken. De waarde zit van handwerk. In mode is dat nog meer dan ook in het ‘maken’ als werkwoord, in het geval: ontwerpen ontstaan misschien het proces eerder dan het product. als schets, maar groeien vaak naar hun Dat proces wordt gekenmerkt door definitieve vorm op de paspop. samenwerking en kennisuitwisseling tusNiettemin kent het eigenhandig in sen gelijkgestemden, in een informele elkaar knutselen van allerlei objecten sinds context, los van top-down structuren als kort een opleving en heeft het zelfs geleid universiteiten. Ontmoetingen gebeuren tot een maker culture of maker movement. reëel of virtueel in zogenoemde hackerspaces of makerspaces. Daarin daagt Maar hoe kun je van een bloei van iedereen elkaar uit om als gemeenschap ‘maken’ spreken als we al sinds de preinnovatief te zijn. historie artefacten vervaardigen? En waarInnoveren gebeurt in die zelforganisein verschilt die ‘makerscultuur’ dan van rende makerspaces door nieuwe contexten doe-het-zelven of huisvlijt? te vinden voor bestaande technologieën, Wel, de nieuwe makers geven een geof door open-sourceonderdelen ingenieus heel eigentijdse invulling aan ‘maken’ door met elkaar te combineren, zoals de popuzich niet alleen te bedienen van traditionele laire Arduino-microcontrollers met de AL DOENDE LEERT MEN

1


doos kunnen worden gebruikt in tientallen verschillende automodellen. Eigenlijk keert VW daarmee terug naar de relatieve eenvoud van de autoproductie van een eeuw geleden.

Het nieuwe ‘maken’ gaat dus over de sociale en educatieve waarde van het proces, eerder dan de economische waarde van het product. Het voorziet een alternatief raamkader voor innovatie en O&O (Onderzoek & Ontwikkeling).

Voorlopig is er nog sprake van een ongemakkelijke verhouding tussen big business en de maker movement. In ieder geval wordt de potentiële impact van nieuwe modellen van productie en innovatie door de bedrijfswereld begrepen, en niet alleen bij ons. In China worden nog wekelijks hackerspaces als broeikassen voor innovatie opgericht.

En daarin is ook de traditionele industrie geïnteresseerd. Bedrijven kijken voorbij het soms geitenwollensokken of nerdy imago van de makerscultuur en zien ook het potentieel in consumerdriven innovatie. Samenwerking en cocreatie dringen stilaan door tot de voorheen gesloten onderzoeksafdelingen.

Misschien is het nieuwe maken helemaal niet zo nieuw, maar door het een naam te geven, benadrukt het in ieder geval de ‘gemaakte’ en ‘gedesignde’ dimensie van de werkelijkheid. Die gedachte van de maakbaarheid van de wereld werkt niet alleen verheffend voor jongeren, maar draagt ongetwijfeld ook bij tot de algemene appreciatie voor design.

2

KWI NTESSE NS

Niet alleen de industrie kijkt geïnteresseerd toe. Ook onderwijsinstellingen zien brood in de educatieve waarde van dat nieuwe ‘maken’. Vooral in Amerika worden de makerspaces ingezet om jonge mensen warm te maken voor wetenschappelijke en ingenieursopleidingen.

Hier en daar zie je al tekenen van dit nieuwe ‘maken’ en vooral het nieuwe denken over ‘maken’. Hoegenaamd niet te bestempelen als open design, wordt het samenwerken aan herbruikbare modules toch ook al gehanteerd door Volkswagen. Door gebruik te maken van zogenoemde Modulare Baukasten wil de VW-groep alle modellen van al haar merken baseren op slechts enkele platformen. Dat betekent dat dezelfde componenten uit de bouw-

AL DOENDE LEERT MEN

I NTRO

Processing-programmeertaal. Door het gebruik van vrij beschikbaar bronmateriaal en het openlijk delen van kennis daarover, wordt er ook wel gesproken van open design.


Egypte en het oriëntalisme, terwijl Franky Laousselle met houtskool herinneringen Guy Thiron haalde een master product- uittekent tot bijna architecturale pareltjes. ontwikkeling en volgde daarna een opleiding Guillaume Neu-Rinaudo op zijn beurt levert schoenmaker in avondschool. Hij runt sinds een confronterende experimentele installatie af terwijl Judith Mertens in een papieren vijf jaar een schoenwinkel in de Drukkerijinstallatie illusie en realiteit met elkaar straat in Antwerpen en lanceert voor H/W zal vermengen. Mysterieus? Een bezoek 2014-2015 een eigen vrouwencollectie. Voor het ontwerp en de productie werkt Guy aan Toegepast 19 zal het ontrafelen. — Van 23 november 2014 tot 1 maart 2015 Thiron in tandem met zijn goeie vriendin Sybil Mortelmans die haar sporen verdiende in Z33, Hasselt. (www.toegepast19.be) als ontwerpster en consultant voor merken als Paule Ka, Carven, Vanessa Bruno en TOEGEPAST 20 Hoss Intropia. De collectie is verkrijgbaar bij Thiron en in de webshop. (www.thiron.be) Ben je net afgestudeerd als designer, vormgever, architect, of mode- of juweelontwerper en wil je graag deelnemen aan Toegepast 20? Zou je je nog graag verder willen ontwikkelen als designer? Daarin persoonlijk bijgestaan door professionele ontwerpers? Mét een werkbudget van 1250 euro? Dan kunnen afgestudeerden zich voor 24 november 2014 kandidaat stellen voor Toegepast 20. Anders dan voorgaande edities wordt er ook gezocht naar iemand die de grafische vormgeving van Toegepast kan invullen, evenals de scenografie van de expo. (www.design.cultuurplatform.be) VROUWENCOLLECTIE THIRON

MASTE RSTU DE NTE N ONTWE R PE N VOOR AR I STI DE

KWI NTESSE NS

Ook dit jaar brengt aristide voor de vierde maal een collectie interieurstoffen uit, ontworpen door een Belgische ontwerper. Na Marina Yee, Tim Van Steenbergen en Piet Stockmans is de eer dit keer aan masterstudenten textielontwerp van de hogescholen La Cambre in Brussel en School of Arts/KAS K in Gent. Zij kregen de opdracht om een digitaal ontwerp te maken voor gordijnen, geschikt voor de aristide-klant. Om de finale keuze te maken, werd rekening gehouden met de aantrekkelijkheid van het design, maar ook met de commerciële haalbaarheid. De ontwerpen maken deel uit van de najaarscollectie. (www.aristide.be)

B I E N N IAL OF DE S IG N I N LJ U B LJANA

KO RT

BIO 50 staat voor deze 24ste editie onder het curatorschap van Jan Boelen, directeur van Z33 in Hasselt. Deze biënnale focust op samenwerkingen tussen ontwerpers binnen 11 vooropgestelde thema’s. Vanuit Belgische hoek neemt voor het thema Walking the City Caro Van den hole deel; voor The Fashion System TOEGEPAST 19 FASHERCISE zijn Clara Vankerschaver en Eva PanneHet Belgische, in Londen wonende duo coucke geselecteerd. — Van 7 december Met Toegepast stimuleert Cultuur2014 in het Museum of Architecture and Alexandra Vanthournout en Camille Roeplatform Design traditiegetrouw jong Design, Ljubljana, Slovenië. (www.bio.si) ontwerptalent. Dit jaar ontbinden designers giers lanceerde zopas een eigen webshop, gelinkt aan hun platform Fashercise. BeCarla Swerts, Franky Larousselle, Guillaume Neu-Rinaudo en Judith Mertens hun halve tips voor een gezondere maar tegelijk LE LABO DE S fashionable levensstijl, biedt het duo nu ook creatieve duivels in Toegepast 19. HoeHÉR ITI E RS een selectie van trendy sportmerken aan, wel ze elk individueel een ontwerptraject waaronder het Belgische label BEEN by aanvatten, is Time to unravel een intrigeOntwerpers en kunstenaars doen er D’Heygere. (www.fashercise.com) rende tentoonstelling waarin illustratrice vaak alles aan om hun individueel talent, Carla Swerts je een nieuwe kijk aanreikt op hun eigen creativiteit naar voor te schuiven. Het maken van een tentoonstelling A-Z LEZINGEN over hun familiebanden is dan ook niet vanzelfsprekend. Naast ouders en familie De affiche van de jaarlijkse A-Z hebben immers ook docenten, collega’s Lezingen heeft veel weg van een festivalen vrienden een invloed op hun werk. poster waarop nationaal en internationaal En dan is er nog de tijd waarin iets wordt gerenommeerde architecten, designers en gemaakt. Heeft die niet veel meer impact kunstenaars als headliners geprogramop een ontwerp of werk dan wie ook? Met meerd staan. Omdat elk van deze toppers de families Bakker, Scarpa, Van Severen de moeite waard is, werden ze telkens op en Vermeersch als uitgangspunt stelt de dinsdag geprogrammeerd. Noteer alvast tentoonstelling Le Labo des héritiers de namen als Konstantin Grcic, Tobia Scarpa vraag: wat betekent de artistieke familie en Studio Maarten Kolk & Guus Kusters. vandaag? — Tot 4 januari 2015 in GrandEen uitgelezen kans om tekst en uitleg te krijgen van deze invloedrijke creatievelingen. Hornu Images, Grand-Hornu. (www.grand-hornu-images.be) — Van 4 november 2014 tot 31 maart 2015 in Z33, Hasselt. (www.a-zlezingen.be)

3


Kwintessens geeft twintig boeken Conflict & Design weg. Wil je graag meer lezen over de projecten van de 7de Triënnale voor Vormgeving, die in het voorjaar nog te zien waren in C-mine in Genk, stuur dan een mailtje naar mies.vanroy@designvlaanderen.be met je adresgegevens. De eerste twintig hebben prijs! NADÈG E VAN H E E AAN DE S LAG B IJ H E R MÈS

Brussels Design September is de jaarlijkse afspraak voor alle designliefhebbers en omvat meer dan honderd culturele en commerciële evenementen in Brussel, met Belgische maar ook internationale designers. Voor zijn negende editie blijft het festival de verschillende toepassingen van design en multidisciplinaire relaties belichten. Design September opende al op 9 september, maar haast u! Het festival loopt nog tot 30 september. Voor wie niet de tijd heeft om alles te bezoeken, maakte Kwintessens een kleine selectie.

De tentoonstelling in het Atomium Intersections#3. Belgian Design zet het denkproces voort over de aard van deDe 36-jarige Nadège Vanhee-Cybulski sign, de essentie tussen artistieke realivervangt voormalig creatief directeur satie en commercieel product. Deze keer Christophe Lemaire, die vier jaar werkkomen het werk van Kaspar Hamacher, zaam was voor Hermès. De Française Hugo Meert en Vera Vermeersch aan bod. studeerde aan de Antwerpse Modeacademie Het is ook het moment om het artisaen was daarna actief bij Maison Martin nale aspect in het hedendaagse design Margiela, Céline en The Row. te bekijken. In Espace Wallonie hebben Quentin de Coster en Frederik Delbart dertig ontwerpers, jong en oud, uit BrusG R E E N LIG HT DI STR ICT sel, Vlaanderen en Wallonië, uitgenodigd om recent werk te tonen in Dialogue. In november start in de Budafabriek Cruso is een nieuw Belgisch editiebedrijf in Kortrijk het Green light district-programdat voor een eerste collectie samenwerkt ma. Gedurende drie maanden zullen onder met Jean-François d’Or en met studenten MODE ABC curatorschap van Christophe Dejaegher van La Cambre. Hugo Meert is te gast expo’s, lezingen, workshops en labs over bij Contemporary Jewellery met Bless de relatie tussen mens en natuur in de Waar komt de term ‘soepjurk’ vanis More, zijn keramische reflectie rond stad worden georganiseerd. Ontwerpers, daan? Waarom noemen we naaldhakken functie, schoonheid en design. Uptown ondernemers, kunstenaars en wetenschap- ook wel killer heels? Welke astronaut zette pers presenteren er concrete projecten die de Moonwatch wereldwijd op de kaart? Laat Design geeft een forum aan Raphaël Charles, Michaël Bihain, Gauthier Poulain het doemdenken over ecologie proberen te je verrassen door de meest uiteenlopende en Pascal Breucker. De Dyson Design overstijgen. (www.designregio-kortrijk.be) objecten in de almaar groeiende database Awards worden tentoongesteld bij Smets. van Mode ABC en ontdek de geschiedenis achter jouw garderobe. (www.mode-abc.com) {YES WE ARE WORKING} stelt werk tentoon bij Kreon van de studenten U ITR E I KI NG OVAM ECODE S IG N interieurvormgeving aan LUCA School AWAR D VOOR STU DE NTE N of Arts. OJA Jonge ontwerpers spelen een grote Maar zoals gezegd is er ook heel rol in de toekomst van ecodesign. OVAM Architect en (juweel)ontwerper Denise wat internationaal design. De Argentijnse waardeert hun prestaties en reikt daarom Gielen opende deze zomer een nieuwe de OVAM Ecodesign Award voor stuzaak vlak bij C-mine in Genk, die zowel een architect Max Zolkwer laat in Recyclart Congres zien hoe hij architectuur en denten uit. De wedstrijd richtte zich naar shop, galerie als atelier is. Niet enkel haar studenten die een ontwerpopleiding voor eigen werk, maar ook dat van andere veel- design (meestal op maat gemaakte meubels) benadert. Dat zijn over het driedimensionele producten volgden, zoals belovende ontwerpers en kunstenaars, en algemeen kleine projecten met een beproductontwikkeling, industriële vormgegevestigde namen zoals Linde Hermans, ving, productdesign, verpakkingsontwerp Lore Langendries en Mieke Dierckx, is er te perkt budget, veel beperkingen en hoge verwachtingen van de klanten. In Hotel en interieurvormgeving. OVAM ontving bewonderen. Oja staat voor een collectie 57 dossiers. Op 9 oktober 2014 vindt de van objecten, juwelen en accessoires aller- Bloom loopt A to Z, met werk van een groep internationale designers die elkaar uitreiking plaats in de MAD -faculty in hande, gaande van keramiek en textiel tot hebben leren kennen aan de Design Genk om 17 uur. Er zullen vier studenten leder- en papierwaren. (www.oja.be)

4

KO RT

WI N E E N BOE K CON FLICT & DE S IG N!

B R USS E LS DE S IG N S E PTE M B E R

KWI NTESSE NS

Aldo Bakker — © Wilpert Dreesman Particle

in twee categorieën worden beloond met een geldprijs. Gastspreker van de avond is Studio Segers. (www.ecodesignlink.be)


KWI NTESSE NS

I NTE R I E U R 2014

Black Tripes, Hugo Meert — foto © Serge Gutwirth

KO RT

de geldigheid in vraag van huiselijkheid in het kader van de informatie-economie, de netwerkcultuur en technologische De 24ste editie van de tweejaarverzadiging. Hebben we meubelen nodig? lijkse designbeurs Interieur vindt dit jaar Welke producten zijn nodig in een ruilplaats van 17 oktober tot 26 oktober 2014. Naast de talrijke primeurs van bin- economie? Bezoekers worden van de nen- en buitenlandse designmerken stelt Buda-Toren en de Broelschool tot op de de biënnale vragen naar de rol van design Rambla geleid doorheen een alternatieve in de hedendaagse woonomgeving, een geschiedenis van radicaal interieurbeleven. zoektocht naar nieuwe strategieën voor de productdesignindustrie in een overDe scenografie in Kortrijk Xpo geeft heersende netwerkcultuur. ruimte en zichtbaarheid aan innovatieve ideeën. Centraal in elke hal zijn er unieke Op zaterdag 20 september 2014 standen, plug-and-play eilanden en de stellen een twintigtal ontwerpers hun deuren Joseph Grima, curator van het winnende barontwerpen van de Interieur open voor het publiek. Zo kun je onder an- culturele programma, stelt dat de eerste dere terecht bij Diane Steverlynck, Marina editie van Interieur in 1968 erop uit was Awards in de categorie Spaces. In de bezoekers te choqueren. Hun conservacategorie Object won de Keystones-tafel Bautier en Nathalie Dewez. Die avond is tieve smaak werd geconfronteerd met van Minale Maeda, een Italiaans Japans er in Recyclart de bekende Pecha Kucha avant-gardeoefeningen van de industrie: duo uit Rotterdam. Marina Bautier krijgt Night, georganiseerd door Alok Nandi. In de leefkamer als geboorteplaats van een een presentatie als Designer van het Jaar Flagey zijn er nog lezingen van Ronan en 2014. Alle Designers van het Jaar van de Erwan Bouroullec op 23 september 2014, nieuwe sociale revolutie. Die modernistiafgelopen acht jaar werden uitgenodigd en van Julien De Smedt op 24 september sche droom wordt onder vuur genomen. SQM: The Quantified Home is een onder- om samen Interieur Bistro uit te werken. 2014. (www.designseptember.be) zoek in opdracht van Interieur. Het stelt In de Buda-fabriek vinden we Ventura Interieur, een internationaal podium voor jong talent. Hier vindt ook de Week van het Ontwerpen plaats. Glithero kreeg de opdracht om een installatie te creëren die bezoekers meeneemt op een mysterieuze tour door het Broelmuseum. De Broelschool, een nieuwe locatie, maakt plaats voor acht Design Duos. Er is de Mad About Living-expo en creatief bedrijf DIFT brengt Eyes/Nights Only. Tijdelijke kamers, ingericht door diverse merken en ontwerpers, geven hun visie op een hotelkamer weer. De kamers worden overdag opengesteld en kunnen ’s nachts worden gebruikt door ontwerpers. Design Tables, in acht Kortrijkse eetgelegenheden, brengt jonge Belgische ontwerpers met een concept dat proeven en Academy van Eindhoven. Sweet Life is een tentoonstelling in La Fabrika over het werk van Caroline Gomez, dat is verankerd in het dagelijks leven en het heden. Crazy Polish Communist-Inspired Design toont in enkele kubussen, verspreid in de stad, recent design uit de streek van Łód . Lucie Koldova, een jonge Tsjechische ontwerpster, exposeert bij Diito. Het Hongaars Cultureel Instituut brengt juweelkunst.

Caroline Gomez

5


Maar breng vooral een bezoek aan de Kwintessens-stand van Design Vlaanderen in hall 3! (www.interieur.be)

KWI NTESSE NS

Keystones, Minale Maeda

Het Centrum Vlaamse Architectuurarchieven daagt ontwerpers en producenten uit om zorg te dragen voor hun archief. Op 22 oktober 2014 wordt de workshop ‘Geef vorm aan uw archief!’ georganiseerd met tips rond ordenen, verpakken en digitaal archiveren. Moderator Griet Pauwels voert gesprekken over het belang van designarchieven en -collecties, onder meer met een ontwerpster, een restaurateur en een onderzoekster.

Ook Design Platform Vlaanderen is prominent aanwezig op Interieur. Een B2B matchmakingevent op 21 oktober 2014 linkt vijftig ontwerpers met vijftig mensen uit de industrie. Die dag is er ook Design Fusion, met een inhoudelijk programma rond ‘Care, maatschappelijke uitdagingen en design’. Een tour voor vijftien internationale journalisten en influentials leidt hen doorheen de activiteiten op Interieur, gekoppeld aan studio- en bedrijfsbezoeken in Vlaanderen. Ten slotte krijgen vijftien jonge ontwerpers de kans om deel te nemen aan Ventura Interieur.

KO RT

Interieur-uniform, Mattia Van Severen

ontwerpen combineert. Buda-films, in de Budascoop, toont onder andere Maarten Van Severen: Addicted to Every Possibility van regisseur Moon Blaisse.

6


the home does not exist Joseph Grima

Curator of the cultural programme

London*

Kortrijk

Amsterdam

Paris* *via Lille

Lille

24th international

Brussels

a hybrid mix of commerce and culture

17—26 october kortrijk—belgium

over 250 selected international brands Travelling to Kortrijk? Check all travel & stay info at:

WWW.INTERIEUR.BE


Henry van de Velde Labels 2014

gen over het hoge niveau van de inzendingen. In de tweede ronde werden de inzendingen volop getest en gekeurd. De taak van de jury was dan ook niet eenvoudig. Uit de hele verzameling van producten en diensten, allen voorbeelden van goed design, zoeken naar net deze zaken die echt onderscheidend zijn en die beantwoorden aan de strengste criteria. Uiteindelijk beslisten ze om deze 15 producten het Henry van de Velde Label toe te kennen.

Bijna 160 producten dongen dit jaar mee naar de Henry van de Velde Labels 2014, het kwaliteitslabel voor ontwerpers en bedrijven, georganiseerd door Design Vlaanderen. Dat zijn er meer dan ooit tevoren. In een eerste ronde werden meer dan 80 producten en diensten geselecteerd. De jury was al in de eerste ronde opgeto-

3.

2.

HENRY VAN DE VELDE LABELS 2014

4.

8

KWI NTESSE NS

foto: Filip Dujardin

1.


KWI NTESSE NS

5.

7.

6.

8.

1.

NOR DIC S PR UCE BOX, Modulair kastensysteem — Ontwerp: Atelier Ternier, Bedrijf: Labt — www.labt.be, www.atelierternier.be

2.

R E KTOR, Verlichting — Ontwerp: Bram Couvreur & Bjorn Devos, Couvreur & Devos, Bedrijf: Modular — www.couvreurdevos.be, www.supermodular.com

3.

STOOL, Krukje — Ontwerp: Caroline Voet, Bedrijf: Drisag — www.drisag.be, www.carolinevoet.be

4.

CANVAS, Tapijt uit gerecycleerde canvas (legertenten) — Ontwerp: Christophe Vervaeke en Kim De Cabooter (Papilio), Bedrijf: Papilio (Prado Rugs) — www.papilio.be

5.

THINK IN COLOUR, A KALEIDOSCOPIC VIEW OF VISIONANDFACTORY’S MULTIFACED OUTPUT, Boek — Ontwerp: Hugo Puttaert en Dimitri Jeannottat, Visionandfactory – integrated design, Bedrijf: Graphius + Dioss — www.visionandfactory.com, www.thinkincolour.be

HENRY VAN DE VELDE LABELS 2014

9

6.

LINEA, Tuinbank en tuintafel — Ontwerp: Jan Kuppers & Karen Wuytens, kuppers&wuytens — www.kupperswuytens.com

7.

PIANO BY LITHOSS, Lichtschakelaar — Ontwerp: David Dos Santos, Studio Dos Santos, Bedrijf: Lithoss nv — www.dossantos.be, www.lithoss.com

8.

AESTEEM, Lichtschakelaar — Ontwerp: Innodux bvba (Matthias De Buck en Pieter Stichelbaut), Bedrijf: Innodux bvba — www.aesteem.com


11.

10.

12.

KWI NTESSE NS

9.

HENRY VAN DE VELDE LABELS 2014

10


15.

13.

© Outdoor Wood Concepts

KWI NTESSE NS 14.

foto: Jean Godecharle

9.

TWI N S, Decoratieve en functionele keramiek — Ontwerp: Margot Thyssen — www.margotthyssen.be

10. TH E S I B LI NG S, Familie van lampen — Ontwerp: Frederik Delbart, Bedrijf: PER/USE — www.frederikdelbart.be, www.peruse.be 11. S MAPPE E, Slimme elektriciteitsmonitor — Ontwerp: Steven Dehollander, Pilipili, Bedrijf: Smappee nv — www.pilipili.be, www.smappee.com

12. DAILY NEEDS, Een modulair programma om te tuinieren en kleinvee te houden (kippenhok, groentebak, tuinberging) — Ontwerp: Wim en Bob Segers, Studio Segers, Bedrijf: Daily Needs — www.studiosegers.be 13. WOODFACE, Gevelbekleding — Ontwerp: Roel Vandebeek, Depot Roel Vandebeek, Bedrijf: Outdoor Wood Concepts — www.depotroelvandebeek.be, www.outdoorwoodconcepts.be

HENRY VAN DE VELDE LABELS 2014

11

14. BANKNOTES BED SHEETS (“AL SLAPEND RIJK WORDEN”), Bedlinnen — Ontwerp: Sofie Lachaert en Luc d’Hanis, slld, Bedrijf: Verilin — www.lachaert.com, www.verilin.be 15. B E LG I U M XTRA BOLD, Boek — Ontwerp: Sanny Winters, oeyenenwinters, Bedrijf: Lannoo — www.winterswonderland.be, www.lannoo.be


Toegankelijkheid ĂŠcht toegankelijk maken “On Wheelsâ€? is een jonge organisatie die zich als doel heeft gesteld de toegankelijkheid van steden in kaart te brengen en deze aan te bieden via een app. Onze missie is om in de eerste plaats mensen die in een rolstoel zitten via de smartphone de weg te wijzen naar toegankelijke straten, WC’s, bezienswaardigheden, parkeerplaatsen en nog veel meer! Zo ver zijn we echter nog niet. De proefregio om alle relevante informatie te verzamelen is Antwerpen. In het totaal willen we meer dan 2.500 handelszaken en bezienswaardigheden screenen op hun rolstoeltoegankelijkheid. We zoeken nog vrijwilligers om deze enorme klus te klaren. U kan ons uw contactgegevens (naam, voornaam, mailadres en GSM) doorsturen op info@onwheelsapp.com. Wij sturen u vervolgens een korte handleiding door om te leren werken met de app van onze partner Roamler. Deze app kan u eenvoudig downloaden in de Appstore (Apple) of de Play-store (Android). Zo kan u ons eenvoudig gegevens verstrekken over de toegankelijkheid van de plekken die je gaat nakijken. De persoon die het grootste aantal plekken evalueert wint een smartphone! Kent u familie, collega’s, vrienden, kennissen die ons willen helpen? Dan ontvangen wij graag hun gegevens! Wij willen ten laatste half oktober klaar staan met de app voor het centrum van Antwerpen. Als de proefversie goed loopt, dan rollen we verder uit over gans Vlaanderen. En wie weet volgt dan BelgiĂŤ, de buurlanden, Europa en tenslotte de hele wereld. Laten we beginnen met het begin. Stuur ons uw contactgegevens door, dan contacteren we u om wat meer uitleg te geven en kan u uw steentje bijdragen om ’t stad wat toegankelijker te maken. Zo loopt voor iedereen het leven wat meer op wieltjes.

88 8 0/8) &&-4"11 $0. r */'0! 0 / 8) & & -4" 1 1 $0 . r '"$& #0 0 , $0 . 0 / 8 )&&- 4 "1 1


Oproep

8ste Triënnale voor Vormgeving

KWI NTESSE NS OPROEP

schiep bijvoorbeeld een enorme expansie van Amerika’s productiecapaciteit, wat na 1918 leidde tot een consumer boom (Industrial Design, John Heskett, p. 105, Londen, 1980) en we hebben de indruk dat WO II hetzelfde bewerkstelligde. In H I STOR I SCH E ACHTE RG RON D — De de decennia nadien vergrootte het verindustriële revolutie die een aanvang nam trouwen in technologische innovatie nog in de 18de eeuw met de uitvinding van de meer, met als symbolisch hoogtepunt in stoommachine en op kruissnelheid kwam België de Wereldtentoonstelling van 1958 in de tweede helft van de 19de eeuw, in Brussel. Die was meteen het startpunt creëerde een blijvende spanning tussen van de golden sixties. De ‘crafts’ bleven het ambachtelijke en het industriële. De over-leven, ook al omdat het modernisme, anonimiteit van de eerste massaproducvoortbouwend op de principes van het tie bracht een dialoog op gang tussen Bauhaus, het ontwerpen via het ambachvoor- en tegenstanders, maar leidde ook telijke erkende (The Craft Reader, Glenn tot bitse discussies. Vooral de kwaliteit en Adamson, p. 584, Oxford, New York, 2010). authenticiteit van individueel ontworpen In de loop van de jaren 70 van de vorige producten werd in vraag gesteld. Verschil- eeuw kwam er een eerste zichtbare revival lende historische bewegingen in de design van het ambachtelijke. Dat steunde eerder community vonden er hun missie: de arts- op ecologische dan op creatieve principes. and-craftsbeweging (tweede helft 19de De Club van Rome had zijn eerste rapeeuw) van William Morris (1834-1896), de port (1972) gepubliceerd, waarin deze een Wiener Werkstätte (1903-1932) van Josef einde van de groei vooropstelde en gelijk Hoffmann (1870-1956) en Koloman Moser kreeg, want in 1974 barstte in de geïndus(1868-1918), de Werkbund (1907-1938) trialiseerde wereld de eerste oliecrisis los. van Hermann Muthesius (1861-1927), In de laatste decennia van de 20ste eeuw Bauhaus (1919-1933) met voorloper Henry ontstond een derde industriële revolutie, van de Velde (1896-1957) en leider Walter die van de virtuele wereld ‘werkelijkheid’ Gropius (1883-1969), de art nouveau maakte, denk maar aan de beurs Flanders (1890-1910) en art deco (1918-1940) om Technology International in Gent. Een de voornaamste te noemen. De enen hiel- revolutie die in het begin van deze 21ste den het ambachtelijke hoog in het vaandel, eeuw tot een enorme bloei is gekomen. de anderen de industriële vormgeving. DE 21STE E E UW — Internet, sociale DE 20STE E E UW — Beide wereldoormedia, robotica en mass customization logen in de vorige eeuw versterkten de zijn vandaag niet meer weg te denken. inzet op technologie en industrialisatie, Maar deze ontwikkelingen genereren ook automatisatie en massaproductie. WO I de duidelijke wens om terug te keren naar De 8ste Triënnale voor Vormgeving, die zal plaatsvinden van 18 november 2016 tot 12 maart 2017 in het Design museum in Gent, heeft als thema ‘innovatie via ambacht in de creatieve industrie’.

8ste TRIËNNALE VOOR VORMGEVING 13


KWI NTESSE NS

H ET WETE N SCHAPPE LIJ KE COM ITÉ — Prof. dr. Willem E LIAS: cultuurfilosoof, voorzitter Hoger Instituut voor Schone Kunsten, Prof. dr. emeritus Rik PI NXTE N: filosoof, specialisatie culturele antropologie, Prof. dr. Annick SCH RAM M E: historica, specialisatie cultuurmanagement en expert in management creatieve industrieën, Ellen VANDENBULCKE: projectcoördinator Tapis Plein vzw, Katrien LAPORTE: directeur Design museum Gent, Dr. David HUYCKE: doctor in de kunsten, specialisatie Tijdens de 8ste Triënnale onderzoeken edelsmeedkunst, Christian OOSTERLINCK: en visualiseren we die trend met werk adviseur Design Vlaanderen, kunstvan Vlaamse designers en bedrijven aan historicus, Johan VALCKE: directeur de hand van cases die ofwel al werden Design Vlaanderen, kunsthistoricus en gerealiseerd in de loop van 2015 of 2016, of die in het kader van de triënnale worden curator. gegenereerd via matching tussen ontwerWe roepen designers en makers die gepers en bedrijven. We onderzoeken ook interesseerd zijn in deze thematiek op om de potentiële multiculturele inbreng door contact op te nemen met Johan Valcke, via makers van niet-Europese afkomst te e-mail: johan.valcke@designvlaanderen.be. stimuleren om samen te werken met designers en bedrijven. Het Designplatform Vlaanderen zal worden gevraagd — Johan VALCKE om, indien mogelijk, zijn Design Summit in die periode te organiseren.

OPROEP

het authentieke, het tastbare en het handgemaakte. Sinds enige tijd constateren we in de internationale designwereld een herwaardering van het ambachtelijke in een maatschappelijke en industriële context. De opkomst van de 3D-printers en het DIY-principe accentueren in onze hedendaagse maatschappij de behoefte aan design waar de gebruiker zelf een grote inbreng in heeft en zelfs ‘maker’ wordt.

8ste TRIËNNALE VOOR VORMGEVING 14


Het atelier

KWI NTESSE NS S H O OT

Fotografie: Jef BOE S 15


P 15, 20, 21 De sculpturale ontwerpen van Jørgen Missotten bevinden zich op het raakvlak tussen kunst en design. Onlangs maakte hij een reeks schaalobjecten van massieve blauwe steen uit de steengroeve van Soignies. Jørgen Missotten houdt van de originele ruwheid van de steen. De korstlagen zijn telkens anders, soms zijn ze geerodeerd of verkleurd door sporen van ijzeroxide. Het gaat om gevonden voorwerpen die hij in hun eigenheid bewerkt, en die hij afwerkt met een gepolijste lak. P 22—24 Peter De Roy is grafisch ontwerper. Zijn ontwerpbureau SignBox verzorgt de vormgeving van allerhande drukwerk voor de culturele sector, grafische wereld, overheid en het onderwijs. Peter ziet vormgeven niet als een extra laagje aanbrengen op een boodschap of product, maar als maken van wat nodig is in de best mogelijke, meest gepaste vorm. Geen toegevoegde waarde, maar inherente vormlogica die rekening houdt met materiaal en context. In 2012 richtte hij de letterpress-studio Tipozero op, dat ook Riso-machines van het printlab Rosi huisvest. Peter heeft zijn werkplaats boven drukkerij Gillis in Brussel.

P 28—29 Als zoon van een boswachter groeide Kaspar Hamacher op in de bossen in de Oostkantons. Hout heeft als materiaal voor hem geen geheimen, het liefst gaat hij aan de slag met de kettingzaag, met bijlen of handwerktuigen. Experiment staat voorop, waarbij Kaspar de limieten van het materiaal aftast. Hij voelt zich meer een ambachtsman dan ontwerper. De natuur is zijn plek waar design eerder een fysieke dan een conceptuele interventie wordt, waarbij de materie wordt getransformeerd tot een functioneel object. P 30—32 Dries Verbruggen en Claire Warnier vormen samen Unfold, een Antwerps ontwerpbureau met een sterke multidisciplinaire achtergrond in design, technologie en kunst. In het digitale tijdperk zijn ontwerpers zich vaak niet bewust van de gereedschappen die ze gebruiken. Dries en Claire richten zich juist op het maken en begrijpen van de instrumenten die ze hanteren. Ze verdiepten zich in 3D-computermodellen en 3D-printers en kwamen tot een printproces dat de traditionele technieken imiteert. Dat geeft hen de ruimte om verder te gaan dan het door de huidige digitale tools haast gedicteerde ontwerp. Recentelijk bracht uitgeverij Gestalten het door Unfold samengestelde boek Printing Things over 3D-printing uit.

16

S H O OT

P 25—27 Ontwerpers Raphaël Charles, Maarten De Ceulaer en Damien Gernay delen hun Studio With A View in hartje Brussel met een kunstenaar, fotograaf, animator en videomaker. Private ruimtes worden er gecombineerd met een flexibele gemeenschappelijke werkplaats. Die specifieke setting maakt de studio tot een ideale ruimte voor research, experiment, discussie en productie. Zowel Maarten, Raphaël en Damien maken objecten, vanuit een eigenzinnige, eerder conceptuele visie op design.

KWI NTESSE NS

P 17—19 Als professionele amateur assembleert, bricoleert en recycleert de Antwerpenaar Daniel Von Weinberger spullen uit een overproductieve wegwerpmaatschappij. Hij maakt er juwelen mee die nationaal en internationaal hoge toppen scheren. Het zijn meestal uitbundige, kleurrijke objecten, gerecycleerd uit niet-edele materialen. Hij combineert allerlei soorten materialen, vooral contrasterende, die hij recycleert met een grenzeloze fantasie en verwerkt tot een draagbaar kunstwerk. Daniel is een maker, hij kan niet stilzitten. Creatie is voor hem een uitlaatklep.


KWI NTESSE NS S H O OT 17

Daniel Von Weinberger


18 KWI NTESSE NS

S H O OT


KWI NTESSE NS

S H O OT

19


KWI NTESSE NS

Jørgen Missotten

20 S H O OT


KWI NTESSE NS

S H O OT

21


KWI NTESSE NS

Peter De Roy

22 S H O OT


KWI NTESSE NS

S H O OT

23


24 KWI NTESSE NS

S H O OT


KWI NTESSE NS RaphaĂŤl Charles, Maarten De Ceulaer en Damien Gernay

S H O OT 25


26 KWI NTESSE NS

S H O OT


KWI NTESSE NS

S H O OT

27


KWI NTESSE NS

Kaspar Hamacher

28 S H O OT


KWI NTESSE NS

S H O OT

29


S H O OT KWI NTESSE NS

Claire Warnier en Dries Verbruggen

30


KWI NTESSE NS

S H O OT

31


32 KWI NTESSE NS

S H O OT


Makers 34

KWI NTESSE NS

Feest van de nieuwe arbeid 38

De geur van lijm en leder 44

Gesmaakte authenticiteit 48

Een toekomst voor ambachten? 54

TH E MA

Het failliet van de massa

Thema 59

Geen hamer, maar software 66

Het schept genoegen met de handen iets te maken dat de geest heeft bedacht 70

Kennis is de sleutel 75

Mode, is dit Belgisch?

We leven in boeiende tijden. Na jaren van industriële schaalvergroting brengt net de technologie — meer bepaald 3D-printen — productie en design terug naar hun ambachtelijke oervorm van maatwerk. Voorts zijn ambachten meer dan ooit terug van nooit weggeweest. En nieuwe technologieën leiden daarenboven tot nieuwe soorten vakmanschap. In de mode is er eveneens een hernieuwde belangstelling voor vakmanschap, handmade en lokale productie. Ontdek de nieuwe makers in dit themadossier. 33


KWI NTESSE NS

TH E MA

Feest van de nieuwe arbeid — foto: Sebastiaan ter Burg

Feest van de nieuwe arbeid

Ontwerpers buigen zich over de toekomst van arbeid 34


KWI NTESSE NS

Vlaams Cultuurhuis de Brakke Grond en Hôtel Droog in Amsterdam presenteerden afgelopen voorjaar de expositie #Arbeid van de dag, met grensverleggende ontwerpen over de toekomst van arbeid. Design Vlaanderen bood vijftien erkende ontwerpers een retourticket om aan de 1 meiviering Feest van de nieuwe arbeid deel te nemen. Hoewel het vertrekpunt van deze dag vrij concreet was, namelijk arbeid, werden de gespreksonderwerpen tijdens het event gaandeweg steeds filosofischer.

P34 — 37

TH E MA

“Om na te denken over de toekomst van arbeid, is het belangrijk om ook naar het verleden te kijken”, vertelt strategist en researcher Anke de Vrieze, die ons rondleidt door het oude centrum van Amsterdam. Typerend voor de arbeidscultuur van nu, is dat specifieke functieomschrijvingen vaak niet meer van toepassing zijn: met name in de creatieve sector hebben mensen meerdere ‘petten’ op. Vroeger was dat veel rechtlijniger, zo blijkt tijdens deze Old Amsterdam Crafts Tour, een initiatief van CITIES. Hier in de buurt hoef je maar een blik om je heen te werpen om te ontdekken dat eigenlijk alles is gerelateerd aan arbeid. Vrijwel alle namen op de straatbordjes verwijzen naar beroepen van weleer. In de Kuipersstraat bijvoorbeeld, werden in de 17de eeuw kuipen vervaardigd waarmee men spullen kon vervoeren. Tegenwoordig tref je hier een printshop, waar consumenten eigen ontwerpen kunnen laten 3D-printen. Via het Turfdraagsterpad werd destijds de turf in grote manden naar de turfmarkt versleept. Een gerestaureerde gevelsteen toont een turfvulster aan het werk, een beroep dat opvallend genoeg vooral door vrouwen werd beoefend. Stoere, jenever drinkende vrouwen welteverstaan. In de middeleeuwen werd het gebied rond het Vlaams Cultuurhuis gedomineerd door een aantal kloosters. Na de reformatie verloren veel kloosters

FEEST VAN DE NIEUWE ARBEID

— Natasja ADM I RAAL

hun functie. Eén klooster veranderde in een Vleeshuis (geen slachthuis), destijds het centrale punt van waaruit al het vlees van de stad werd verkocht aan particulieren. Een gevelsteen aan het Nespleintje met een beeltenis van het karkas van een varken, vergezeld van de tekst ‘Die vinderskamer 1655’, herinnert nog aan die tijd. Tegenwoordig huist hier een van de vele creatieve broedplaatsen die Amsterdam rijk is. Dat veel straatnamen on-Nederlands klinken is geen toeval. Veel geschoolde Vlamingen trokken naar Amsterdam en leverden een belangrijke bijdrage aan het economische succes van de gouden eeuw.

TOE KOM STSCE NAR IO’S De Old Amsterdam Crafts Tour is onderdeel van een themamaand, georganiseerd door de Brakke Grond en Droog, waarin zij het debat rondom de toekomst van arbeid willen aanzwengelen. Het is voor het eerst dat de Brakke Grond en Droog de handen ineenslaan. De internationaal gerenommeerde designstichting wil zich naast productdesign ook meer gaan richten op processen. Voor de expositie werden kunstenaars Revital Cohen & Tuur Van Balen, Thomas Lommee en Christiane Högner (Intrastruc-

35


FEEST VAN DE NIEUWE ARBEID

KWI NTESSE NS

PieterJan Pieters vindt dat we technologie moeten zien als iets leuks dat het leven verrijkt. Hij ontwierp onder andere The Social Bench, een bankje dat in openbare ruimtes een iPhone kan opladen. Zodra er iemand naast je komt zitten, valt het 3G-netwerk weg. Sociale interactie, het vermogen om te netwerken, is volgens hem iets wat onmogelijk door computers of robots kan worden overgenomen. Om nog even een sprongetje in de tijd te maken: al in de 16de eeuw bestonden er koffiehuizen waar in de ene hoek over landbouw en in de andere hoek over textielhandel werd gespro-

TH E MA

is onvermijdelijk. Naar aanleiding daarvan buigen de ontwerpers zich over relevante vragen als: hoe kunnen we iets maken wat niet kan worden gekopieerd door de industrie? Over welke eigenschappen beschikken wij, die niet door computers kunnen worden overgenomen? Oftewel: wat maakt ons als mens uniek? “Een product moet een filosofische toegevoegde waarde hebben”, stelt Tania De Bruycker van MdSt, een van de genodigde ontwerpers. “Dan bereikt het ontwerp eerder het niveau van beeldende kunst en kent het geen concurrentie van de industrie. Anders is het gewoon de zoveelste stoel.”

Feest van de nieuwe arbeid — foto’s: Sebastiaan ter Burg

tures / LoFi Studio), PieterJan Pieters (OWOW) en Caro Van den hole (MaisonCaro) geselecteerd vanwege hun opmerkelijke toekomstvisies. Gemene deler is dat zij zich stuk voor stuk bezighouden met het ontwerpen vanuit de mens. Ze tonen elk zowel twee bestaande als een nieuw vervaardigd werk, waarmee verschillende scenario’s worden geschetst. Hoe ziet de arbeid van de toekomst er volgens hen uit? Feit is dat technologische veranderingen van grote invloed zijn op onze manier van werken. Het kan nog jaren duren, maar dat robots een plaatsje in onze maakindustrie zullen verwerven

36


ken. Juist die sociale interactie heeft de toekomst. Dus voorspelt Pieters een terugkeer naar analoog, waarbij er wél wordt gebruikgemaakt van moderne technologieën.

KWI NTESSE NS

Eenduidige antwoorden zijn er vanzelfsprekend niet, daarvoor zijn de vraagstukken te complex en is de avond te kort. Maar het geeft wel een goed beeld van de actuele kwesties waarmee ontwerpers zich vandaag de dag bezighouden. Ook komt er een manifest uit voort vol kritische vragen over de rol van de mens in RON DETAFE LG E S PR E KKE N een toekomst waar het al technologie is wat de klok slaat. Daarna gaat het feest van de dag verder in Hôtel Droog, waar iedereen aanschuift voor een filosofisch Terug in het cultureel centrum gaat het pudiner. Tot laat in de avond wordt er gegeten, gedronbliek om de tafel met filosofen en sprekers Karim Benammar, Koert Van Mensvoort, Yvonne Zonderop, ken, gediscussieerd, gedebatteerd en genetwerkt alsof Stine Jensen en Leo Wentink. Hoewel het vertrekpunt we ons in een koffiehuis uit de 16de eeuw bevinden. En ook hier aan de Staalstraat is de link naar arbeid van deze dag heel concreet was, namelijk arbeid, zichtbaar aanwezig. Aan de muur hangt een kunstwerk worden de onderwerpen tijdens deze rondetafeldat Berend Strik maakte in opdracht van Droog, ter gesprekken filosofischer. Binnen afzienbare tijd zijn alle deelnemers met hun tafelgenoten aan het discus- ere van de geschiedenis van het gebouw als thuisbasis van de Amsterdamse textielgilde. Het is een siëren over praktische en ethische vragen. Hoe kunnen we bevorderen dat de mens bij uitstek menselijke herinterpretatie van Rembrandts beroemde schilderij De Staalmeesters, dat ooit precies op deze plek heeft arbeid blijft verrichten en de robot bij uitstek machigehangen. — www.brakkegrond.nl nale? Wie vangen wij in onze consumentendromen?

The Social Bench, PieterJan Pieters — foto’s: Kristof Vrancken

TH E MA FEEST VAN DE NIEUWE ARBEID

37


KWI NTESSE NS

Collectif d'Anvers — foto: Rebekka Vanderhaeghen

TH E MA

De geur van lijm en leder

Over schoenmakers Natalie VAN LIJSEBETTENS en Katrien HERDEWYN 38


Natalie Van Lijsebettens en Katrien Herdewyn genoten beiden een universitaire opleiding, maar hun hart ligt bij het maken van schoenen. Een portret van twee jonge vrouwen die hun roeping vonden in de kunstambachten.

KWI NTESSE NS P38 — 43

— Cathérine ONG E NAE

had ik geen zin in. Ik heb mijn studies stopgezet, vond een deeltijdse baan bij Stijl, een boetiek in Brussel, en schreef me in voor de technische opleiding die Naaimachines. De geur van lijm. ik zocht. Drie jaar lang pendelde ik naar Bleekhouten leesten, rondslingerende Nieuwegein, een dorp in Nederland, waar hakken, ledervellen in intense aardetinten. ik leerde hoe je schoenen maakt, van In het lichte atelier van Collectif d’Anvers patroon tot montage. Ik ben erg blij dat ik werken twee vrouwen hard door aan een die technische bagage heb, dan pas kun serie handtassen. “Het is druk”, zegt Natalie je je fantasie de vrije loop laten. Maar ook Van Lijsebettens. “De bestellingen zijn sinds mijn universitaire opleiding komt van pas, september verdriedubbeld”. De bezielster zeker als ik ontwerp. Dan kunnen geschievan het atelier ziet er met haar leren voordenis en cultuur belangrijke inspiratieschoot uit zoals alleen vakmensen eruit bronnen zijn.” kunnen zien: geaard, met de voeten op de Een halve dag per week geeft Natalie grond en vooral: rustig. TECHNIEK EN FANTASIE — Schoen- Van Lijsebettens les in de dagopleiding Van Lijsebettens is schoenmaakster, schoendesign van Syntra Roeselare. Belmaker werd Van Lijsebettens, maar niet een van de intussen witte raven die een gië komt ambachtsmensen tekort, vindt ze. meteen. “Mijn vader was tegen, hij wilde schoen van begin tot einde in elkaar kun“Op academisch niveau zie je wel mooie dat ik een universitaire opleiding volgde. nen zetten. Van patronen tekenen tot leder Dus ging ik Oost-Europese talen studeren. ontwerpen, maar niemand kan daar op stikken, hakken maken en de zool doorstik- Ik dacht: dat lukt me toch niet, dan mag lopen. Mijn medewerkster komt uit Finland. ken, alles doet ze met de hand. Zelfs het Ze begon als stagiaire, maar ze is zo goed ik daarna vast wel schoenmaker worden. leder dunner schrapen – de machine die dat ik haar bij mij wil houden. Ze leerde Maar het lukte me wonderwel, ik slaagde ze daarvoor heeft, staat werkloos naast het elk jaar. Tot ik na drie jaar zag welke jobs het vak aan de polytechnische universiteit grote schuurtoestel uit de jaren vijftig. “Het mijn oudere medestudenten gingen doen. van Hamk, de enige schoenmakersschool is gewoon beter als ik het met de hand doe.” Zonnebanken verkopen in Rusland, daar van Scandinavië. Vijf jaar lang was ze vijf NATALIE VAN LIJSEBETTENS RUNT HET SCHOENMAKERSATELIER COLLECTIF D’ANVERS

TH E MA

“Zolang ik me kan herinneren, wilde ik schoenen maken”, vertelt ze. “Zelfs mijn barbiepoppen droegen enkel schoenen. Verder hadden ze geen kleren aan, en ze hadden kortgeknipt haar.” Omdat haar oom een schoenmakerszaak had en haar grootouders een schoenwinkel, vraag je je af of de voorliefde voor schoenen toevallig dan wel genetisch is. “Ik speelde altijd in het magazijn van de winkel. Dozen stapelen, in- en uitpakken, het rook er ook altijd lekker naar leder. Nog steeds ben ik in mijn sas als ik leder ruik, ik mis het zelfs als ik met vakantie ben.”

DE GEUR VAN LIJM EN LEDER

39


DE GEUR VAN LIJM EN LEDER

40 KWI NTESSE NS

Collectif d'Anvers — foto: Rebekka Vanderhaeghen

Natalie Van Lijsbettens — foto: Elina Juntunen

TH E MA

Collectif d'Anvers — foto: Elina Juntunen


ook al een serie schoenen voor de Nederlandse ontwerpster Iris van Herpen, en ik werk in opdracht van theaters, ontwerpers en modehuizen. In mijn eigen collectie leg ik dan weer mijn voorliefde voor boots.” Bijzonder is dat Natalie Van Lijsebettens alles zelf kan maken, zelfs de hakken schuurt ze hoogstpersoonlijk in de gewenste vorm. “Kwaliteit en comfort zijn erg belangrijk. Het resultaat ziet er robuust uit, maar dat heb je als je voor natuurlijke materialen kiest en als je je schoenen aan de binnenkant nog voert met leder. We naaien het leder bovendien door de zolen FETISJ- EN ANDER MAATWERK — Collectif heen. Dat maakt onze schoenen zo goed als onverslijtd’Anvers bestaat intussen bijna vier jaar. “Het duurde even voor men wist dat we bestonden. Het eerste jaar baar. Ook de tassen hebben die ambachtelijke look.” Of er dan zoveel mensen geld veil hebben voor heb ik vaak gehuild”, geeft ze toe. Maar op het moment maatwerk? “Jawel”, lacht ze. “Mijn cliënteel is zeer gedat haar vader – die intussen wel achter haar staat varieerd. Ik krijg zowel oude mijnheertjes over de vloer en zelfs haar boekhouding beheert – dacht dat ze de als mensen met een schoenen- of andere fetisj. Het boeken maar beter kon sluiten, begonnen de orders gebeurt wel eens dat iemand vraagt of die studs aan binnen te stromen. “We werken zowel met nieuwe als de binnenkant van die lieslaars kunnen. Als je maatoude materialen”, legt Van Lijsebettens uit. Upcycling werk maakt, zit je al snel een uur met iemand samen. vindt ze leuk om te doen: “Je kunt in het ontwerp Mensen vertellen hun verhaal, en ik luister graag.” knipogen naar het oude stuk verwerken, zoals de — www.collectifdanvers.be binnenzakken van een leren jekker of zo. Ik maakte

dagen per week bezig met schoenen maken en leder bewerken. Zo’n opleiding heeft België ook nodig. Hier vind ik niemand die kan wat zij kan, en dat is jammer, want er is wel werk.” Vanuit de modesector voelt ze een toenemende interesse voor lokaal gemaakte producten. “De mensen met wie ik werk, komen allemaal terug uit China. De communicatie is er rampzalig, en de marge op de mislukte producten is te groot.”

KWI NTESSE NS

Collectif d'Anvers — foto: Elina Juntunen

TH E MA DE GEUR VAN LIJM EN LEDER

41


3D -PR I NTI NG — Dat die twee werelden, de wetenschappelijke en de artistieke, een hybride kijk op schoenen zouden opleveren, lag in de lijn der verwachtingen. Herdewyn haalde begin dit jaar de nationale pers toen de Italiaanse Vogue haar derdejaarscollectie Nano FT nomineerde voor de M U US E x Vogue Talents Young Vision Accessories Award 2014. De gedeeltelijk 3D-geprinte schoenen zijn dan ook indrukwekkend. Inspiratie putte Herdewyn uit de moleculen van de vier basiselementen uit de nanotechnologie, de chemische elementen silicium, germanium, koolstof en zuurstof. Die collectie oogde erg futuristisch, haar afstudeercollectie oogt feeërieker. Maar opnieuw, niets is wat het lijkt. De met rushes bezette transparante schacht van een beenstuk bestaat uit gebreid staal. De glanzende stukjes in het ontwerp bestaan bijvoorbeeld uit dun geweven koper. De voering van de schoenen is belegd met zilverpartikels. “Deze drie materialen zijn bacteriewerend”, legt

DE GEUR VAN LIJM EN LEDER

TH E MA

metaalsoorten, in keramiek en men ontwikkelt momenteel manieren om zelfs leer en vilt in 3D te printen.” De schoenen zijn modulair, de hakken kunnen er worden afgenomen en gewisseld. Ze zijn imposant, als schelpen omklemmen ze de hiel. “De hak- en hielpartijen zijn geïnspireerd op een hand die een appel plukt. Het thema van de collectie is De Zeven Hoofdzonden. Elke schoen staat voor een bepaalde zonde. Slangentongen voor de leugen, waaiers voor ijdelheid, wafeltjes voor gulzigheid. Omdat ik van kleine details hou die met de hand moeilijk uit te voeren zijn, biedt 3D-printing voor mij een meerwaarde.” Toch weert Katrien Herdewyn het ambachtelijke niet. Het leer perforeerde en bewerkte ze bijvoorbeeld met de hand – sneetjes gemaakt, de randen opgerold tot er een bloemen- of ruitenpatroon verscheen, met scalpel en lederlijm. “Het leer en de zolen stik ik ook zelf.”

KWI NTESSE NS

“Tussen 100 en 170 paar”, is het antwoord. We staan voor Katrien Herdewyns persoonlijke schoenencollectie, of toch het deel dat op haar studentenstudio staat. Het is een adembenemend zicht en niet alleen wat de hoeveelheid betreft. Ook haar frivole stijl is opmerkelijk. Rijen en rijen torenhoge damesschoenen, pumps van 10 tot 12 cm hoog in felle snoepjeskleuren. Satijn in shocking pink, dwergen en eenhoorns als hakken, gevaarlijk ogende sleehakken beslagen met puntige spijkers. Sprookjesachtig is het woord. Met haar fijne elfachtige trekken kan Herdewyn zelf ook meteen in een sprookje. Maar laat u niet misleiden door haar frêle verschijning en lichtvoetige imago. Over enkele maanden levert deze jonge vrouw haar doctoraat in de fysica af. Als burgerlijk ingenieur doet ze onderzoek naar nieuwe organische mogelijkheden in de nanotechnologie. En als u dit leest is ze net afgestudeerd als schoenontwerpster aan de Stedelijke Academie van SintNiklaas. Vier jaar lang combineerde ze haar voltijdse job aan de universiteit van Leuven met de deeltijdse opleiding. “Het was soms druk”, geeft ze toe. “Ik heb geen enkele dag vrij, zelfs boodschappen doen, moet ik inplannen.”

Herdewyn uit. “Het idee is dat ze zweetvoeten tegengaan.” Het is niet het enige aan haar ontwerpen wat hightech oogt. De naaldhakken voor de collectie en de webachtige structuren die ze verwerkte in de patronen tekende ze uit op de computer, de CATfile wordt vervolgens verwerkt door een 3D-printer. Het is nog steeds een vrij nieuw procedé, en een dure zaak: per hak betaal je al snel 200 euro. “Voorlopig ben ik op school de enige die 3D-printing gebruikt. Het procedé is vooral interessant bij het ontwikkelen van prototypes”, vertelt Herdewyn. “Zodra je de juiste hak hebt, kun je een mal laten maken en de hakken gieten in plastic in plaats van in polyamide, zoals nu. Het voordeel van 3D-printing is dat je van een tekening snel naar een volledig nieuw ontwerp kunt. En het kan intussen met veel materiaalsoorten. Polyamide, zoals deze hakken, maar het kan tegenwoordig ook in rubber, in verschillende

Katrien Herdewyn — foto: Rob Stevens

KATR I E N H E R DEWYN I S B U RG E R LIJ K I NG E N I E U R E N SCHOE NONTWE R PE R

42


ON DE R TAFE L — Een verklaring voor haar liefde voor schoenen heeft ze niet. “Toen ik nog klein was, was mijn droomjob schoenverkoopster. Ik heb erg veel tijd onder tafels gespendeerd, ook in gangpaden, altijd om schoenen te bekijken zonder te worden afgeleid door wat zich daarboven afspeelt. Ik vind schoenen gewoon interessante objecten.” Hoewel ze uit een kunstzinnig nest komt – haar moeder runt een balletschool in Leuven – en ze in het middelbaar onderwijs al naar de kunst-

academie ging, volgde ze het advies van haar ouders om niet alleen voor een creatieve opleiding te kiezen. “Mijn ouders zijn apotheker, ze vonden het belangrijk dat ik een wetenschappelijk onderbouwde opleiding genoot”, verklaart ze. Zodra ze was afgestudeerd, klonk de lokroep van het schoenen maken eens zo hard. “Het is niet iets wat je zo maar even op jezelf leert”, aldus Herdewyn. “Schoenen maken is een ambacht en dat zal nog wel een tijd zo blijven.”

KWI NTESSE NS Superbia (ijdelheid) met hak Invidia (jaloezie), Peccati Spogliati, Katrien Herdewyn — foto: David Collart

Avarizia (hebberigheid) met hak Lussuria (lust), Peccati Spogliati, Katrien Herdewyn — foto: David Collart

TH E MA DE GEUR VAN LIJM EN LEDER

43


KWI NTESSE NS

Awardt

TH E MA

Gesmaakte authenticiteit

Handmade in Belgium 44


KWI NTESSE NS

Met het authenticiteitslabel Handmade in Belgium (H I B) erkent zelfstandigenorganisatie Unizo de makers van kwaliteitsproducten van eigen bodem. Die maken vandaag de dag het verschil voor de moderne consument. De maker als held van deze tijd? Dankzij dit label krijgt hij alleszins meer cachet en onderscheiding. Drie gedreven labelhouders getuigen over de revival van het maken: Awardt, Eden Design en Studio Twee.

P44 — 47

TH E MA

Dat de houders van het H I B-label vele gezichten hebben, blijkt uit het trio Awardt, Eden Design en Studio Twee: ontwerpers van respectievelijk accessoires, verlichting en juwelen. Het ambacht floreert. Steeds meer mensen vragen en zoeken authenticiteit. Onder meer als tegenreactie op de massaproductie, waarin almaar minder kwaliteit en duurzaamheid zit. Een statement is dat, tégen de vervlakking en vóór de smaak, want het ambacht staat voor unieke producten die met passie worden gemaakt. De kracht van het H I B-label is de synergie tussen ‘handgemaakt’ en ‘Belgisch’. De makers krijgen een hedendaags etiket en tegelijkertijd wordt het vakmanschap ontdaan van zijn kneuterige imago. HIB is hip. De labelhouders zijn overtuigd: de consument zoekt authentieke, handgemaakte producten. Met hun creaties boren de designers een publiek aan dat oog heeft voor de afwerking, het tactiele en de kwaliteit van de materialen. Dat Belgisch daarenboven niet saai hoeft te zijn, maakt het label compleet. “Het is

— Koen VAN DER SCHAEGHE

een manier om zich te onderscheiden, met bewust strenge criteria en een brede ondersteunende werking, waaronder een imagocampagne voor de herwaardering van vakberoepen bij jongeren. Je hoort zelfs echo’s om het meester-leerlingverhaal weer onder de aandacht te brengen”, zegt Ilse Claes van Unizo. “Het label helpt om de soms hogere prijsklasse waarin een artisanaal product zich bevindt te ‘verantwoorden’, maar oriënteert de designer ook verder in de richting van het ondernemerschap”, gaat Ilse Claes verder. “Productontwerpers van eigen bodem verdienen die steun. Onze intentie is om de skills van ondernemers en de creatievelingen samen te brengen. ‘Handgemaakt’ is een sleutelbegrip, maar dat omvat meer dan we vermoeden. Omdat skills en vakmanschap zich niet altijd beperken tot één sector, worden de handwerkers op de site ook opgedeeld volgens materialengroepen. Het toont hoe verschillend materiaal kan worden toegepast.” “Het ontstaan van het label groeide vanuit Unizo, dat het potentieel van onder-

GESMAAKTE AUTHENTICITEIT

45

nemers die met hun handen werken een duwtje in de rug wil geven. Vakmanschap zat lange tijd in het verdomhoekje. Vandaag zijn het creatieve ondernemers, die met hun talent het verschil maken. Het stof wordt van het ambacht geblazen. De Belgische handen bewegen zich tussen traditie en vernieuwing. Ervaren en beslagen in hun vak, staan ze hun mannetje in een markt waar moet worden opgetornd tegen buitenlandse concurrenten.”

FOCUS OP CR EATIVITE IT B IJ AWAR DT “De drang naar verdieping groeit. We consumeren steeds meer à la carte”, zegt Els Van den Berghen, een van de twee vrouwen achter Awardt, dat handtassen, hoeden en sjaals vervaardigt. “We focussen op creativiteit, op concept, op diepgang. Zo snakken we naar hoogwaardige en authentieke materialen, en staan ambacht en traditioneel vakwerk opnieuw hoog in aanzien. In onze eigen winkel vertellen we dit


vrij ver van het traditionele metier, maar niettemin voldoen we er ook minstens deels aan, omdat we toch wel veel aanpassingen op wens van de klant doen.” “Vaak komt een ontwerpvraag rechtstreeks van de klant. Ze komen bij ons terecht voor ontwerpen in functie van het interieur. Een uniek stuk in huis hebben, GEEN MASSAPRODUCTIE spreekt tot de verbeelding van veel menVOOR EDEN DESIGN sen. Ze hechten er belang aan en geven toch wat uit aan verlichting als belangrijke “HIB is een meerwaarde, een erkensfeerschepper. Voor onze onderneming is ning dat we onze producten in België het kleinschalige een doelbewuste keuze. maken, ondanks de hogere loonkosten. Via massaproductie zouden we veel groVoor onze klanten is het belangrijk, omdat tere hoeveelheden kunnen verkopen, maar wij veel exporteren. Het is een kwaliteitsgarantie”, aldus Kim Jonkmans van verlich- door klantgericht te ontwerpen kunnen tingsproducent Eden Design, die ontwerpen we onze productie in België houden. We concurreren ook niet met de massafabrivan Bart Lens uitvoert. “Een handmadelabel is erg uitzonderlijk in onze vrij geauto- kanten. Een klant weet wat hij koopt: een matiseerde sector. De meeste producenten uniek stuk van Belgische makelij. Sommigen willen niet dat bij hen hetzelfde hangt hebben een standaardproductrange, met weinig variabelen. Het ontwerpen en produ- als bij de buren … dat exclusieve speelt ceren van verlichting bevindt zich misschien een rol.” — www.edendesign.be

GESMAAKTE AUTHENTICITEIT

KWI NTESSE NS

TH E MA

daarom beter is. Je mag koesteren wat van eigen bodem is. Je geeft er creatieve medemensen ook werk mee. Het vak heeft een toekomst … ook al staat het onder druk.” — www.awardt.be

Sphere, Eden Design

verhaal, elders helpen onze HIB-pancartes. De boodschap komt onmiddellijk aan.” “Tijdens open atelierdagen is de belangstelling groot, zowel voor het productieproces, als voor materialen. Het ambacht, dat een ouderwetse en negatieve bijklank had, leeft vandaag meer dan ooit. Mensen willen iets van eigen bodem, het hoeft niet uit China te komen. Het label werkt versterkend en trekt klanten aan. Sommige klanten willen alleen maar producten van eigen bodem. Waar je vroeger te horen kreeg dat je voor kwaliteit in het buitenland moet zijn, is inlands maatwerk vandaag het codewoord.” “Dat heeft zijn prijs en uiteraard kan alles goedkoper. Op reis in Vietnam zag ik ze, de kleine goedkope ateliers. Maar daar voel ik me niet goed bij. Het label past bij onze visie: we gaan voor kwaliteit tegen een eerlijke prijs. Een beetje chauvinisme mag ook. Wij waarderen het lokale, het is niet omdat er Made in Italy opstaat, dat het

46


diversiteit ook. Het is belangrijk dat de vakkennis blijft bestaan, want zonder die kennis kun je niet maken wat in je hoofd zit. Wij geven workshops in technieken waarvoor je geen opleiding meer kunt vinden, zoals granuleren en filigraan. Talent staat centraal en dat laten we graag zien.” “We werken kleinschalig. We willen wel groeien, maar hebben geen van beiden de bedoeling om een productie op te starten van honderd stuks tegelijk. Er kan wel een mal worden gemaakt, maar de afwerking gebeurt altijd met de hand. Elk stuk is door onze handen gegaan en hebben wij afgewerkt, naar onze wensen. Dat zal altijd blijven. Machines passen niet in onze visie. ‘Handmade’ heeft het grootste gewicht, maar ‘Belgium’ wekt zeker de interesse. Dat het allemaal lokaal is gemaakt, spreekt aan.” — www.studiotwee.com

TALE NT STAAT CE NTRAAL B IJ STU DIO TWE E

KWI NTESSE NS

“Het HIB-label helpt om de creativiteit naar buiten te brengen”, steken juweelontwerpers Lotte De Mey en Nathalie Perneel van Studio Twee van wal. “Vanuit de galerie zie je het atelier, het kloppende hart van ons pand. Je komt over de schouder meekijken, krijgt inzicht in het ontwerpproces en begrijpt hierdoor hoe dingen aan hun prijs komen. Dat leeft echt. Vraaggericht werken is ook een groeiproces met de opdrachtgever, die wij inwijden in het technische aspect. Zo groeit het ontwerp.” Wie een juweel draagt, wordt er wel eens op aangesproken. Als drager geef je daar graag een woordje uitleg over. “Het label is een houvast. Mensen worden zelf ook mondiger, vragen hoe iets is gemaakt, hebben meer interesse en kennis. Er is heel wat creativiteit te vinden in België, een grote

— www.handmadeinbelgium.com

Lotte De Mey Nathalie Perneel

TH E MA GESMAAKTE AUTHENTICITEIT

47


KWI NTESSE NS

Pinocchio, Bart Lens voor Eden Design — foto: Philippe van Gelooven

TH E MA

Een toekomst voor ambachten?

Een gesprek met Bart LENS, Laura BRASPENNING en Saskia VAN DER GUCHT 48


KWI NTESSE NS

Zijn ambachten gedoemd om te verdwijnen of om weg te kwijnen in de vergeetput van oubolligheid en irrelevantie? Nee. Ze zijn terug van nooit weggeweest, de perceptie heeft enkel wat tegengezeten. In het brede veld van creatieve beroepen winnen ambachten aan belang. Zeker als autonome discipline, en hun betekenis wordt nu nog meer onderstreept door de manier waarop ambachten worden ingezet binnen maatschappelijke processen.

P48 — 53

TH E MA

Een paar maanden geleden bracht de organisatie Tapis Plein vzw het inspiratieboek Een toekomst voor ambachten uit. Die publicatie wil een antwoord bieden op de vraag hoe futureproof ambachten zijn en slaagt daarin tot op zekere hoogte. Het boek staat boordevol tips voor en getuigenissen van zeer diverse betrokkenen. De samenstellers focussen niet alleen op de directe doelgroep van hedendaagse ambachtslui, andere professionelen uit sectoren zoals onderwijs, toerisme en economie kunnen er ook antwoorden vinden op hun vragen omtrent de positie van ambachten in de 21ste eeuw. Het is onmiskenbaar dat Tapis Plein scoort met deze integrale aanpak. Het boek is geen droge lectuur, maar inhoudelijk en vormelijk fris en gedegen aangepakt. Zowel de geïnteresseerde leek als de doorgewinterde ontwerper kan er iets aan hebben. Toch blijf je als gebruiker van dit boek ietwat op je honger zitten als je op zoek gaat naar tips en voorbeelden van manieren waarop ambachten kunnen

worden ingezet in bredere maatschappelijke, artistieke en creatieve processen. In de achterflaptekst werpen de auteurs met stelligheid op dat ambachten nuttig kunnen zijn om antwoorden op maatschappelijke, economische en ecologische uitdagingen te formuleren. De context en de methodologie waarin en hoe dit moet worden gerealiseerd, is in deze publicatie ontoereikend aangebracht. Dat uit zich het best in het veel te beperkte stukje over nieuwe designbenaderingen (p. 87-88). Dat is bij uitstek de ideale context om op een uitgebreide manier ambachten te benaderen als een middel tot en niet als doel op zich. Deze nieuwe designbenaderingen worden gekenmerkt door het inzetten van ontwerpkennis en -kunde om andere doelstellingen te realiseren die zich buiten het traditionele blikveld van de ontwerper bevinden. Ambachten kunnen hierbinnen een sterke rol vervullen, maar over het hoe en waarom blijft het boek op de vlakte.

EEN TOEKOMST VOOR AMBACHTEN? 49

— Kurt VANBELLEGHEM Los van de bruikbaarheid van ambachten voor sociale innovatie binnen de visie van design, worden ambachten ook ingezet in tal van andere disciplines, zoals architectuur en zelfs beeldende kunst. Het is daarom jammer dat in dit inspiratieboek de interactie met de autonome kunst volledig buiten beeld blijft. Zoals Saskia Van der Gucht in haar interview terecht opmerkt, wordt er nog altijd vanuit die dichotomie naar kunst en design gekeken. Tal van jonge kunstenaars en ontwerpers hebben lak aan deze opdeling, en denken en werken met een andere blik op creativiteit. Een toekomst voor ambachten blijft een praktisch en inspirerend boek, maar het is een gemiste kans om jonge professionals en mensen die aan de grens van het ambachtelijke opereren, niet verder mee te nemen in praktijken waarbinnen de visie op design voorbij het objectgedefinieerde ontwerpen ligt. Daarom laten we hier drie ontwerpers aan het woord die wel vanuit die bewuste strategie denken en werken.


Jij implementeert het ambachtelijke vaak als proces in jouw gediversifieerde praktijk. Daarvoor doe je een beroep op ambachtslui die je mee uitnodigt om bepaalde ideeën te ontwikkelen. Hoe gaat dat precies in zijn werk? Bart Lens: Het fijne om met dergelijke mensen samen te werken, is dat je soms ergens totaal anders uitkomt dan waar je voorzien had om te landen. Alhoewel ik vanuit specifieke concepten vertrek, laat ik me graag verrassen en probeer ik me zo open mogelijk op te stellen. Zo was ik bijvoorbeeld een lamp aan het ontwerpen waarbij het licht niet wordt gedimd, maar waarbij het kan groeien. Als een lamp 10 cm licht verspreidt, krijg je een andere intensiteit dan wanneer ze 20 cm licht zou

Maak je in je architecturale werk ook gebruik van zulke toevalligheden die door liefde voor een bepaald materiaal en vakmanschap worden opgewekt? In de architectuurprojecten proberen we niet om telkens het wiel weer uit te vinden. We werken vaak en graag met materialen van hier. We hebben glas, het beste zand, de klei is van hier. Om een verhaal goed te vertellen, hoef je niet noodzakelijk te grijpen naar alle nieuwe materialen. Bij productontwikkeling ligt dat toch iets anders.

EEN TOEKOMST VOOR AMBACHTEN? 50

TH E MA

BART LE N S

geven. Het is een nieuwe beleving van licht en we waren gestart met een aantal experimenten. Dat resultaat was hoopgevend en de volgende logische stap was om na te denken over de vormgeving. Ons uitgangspunt, het groeiende en krimpende licht, bracht ons al snel bij het verhaal van Pinocchio. Niet om een oplichtende Pinocchio-figuur te maken. Pinocchio is van hout, dus dachten we aan een houten bol, waarin we de techniek konden wegsteken. De dimmer zouden we visueel verwerken als een klein mondje en er komt een lange staaf uit de bol. Het geheel is herkenbaar, maar blijft abstract. Om dit plan tot uitvoer te brengen gingen we op zoek naar een schrijnwerker. Iemand die hele mooie bollen kan frezen, met de hand – zo lopen er geen tientallen rond. Ik zocht Jean-Marie Waelkens op, in een stoffig atelier, met foto’s en schetsen in de hand. Aan de telefoon was hij weinig geïnspireerd, maar zodra ik mijn verhaal persoonlijk had gedaan, is hij er echt voor gegaan. Ik ging een tijdje later het prototype ophalen en ik zag in zijn atelier allerlei bollen staan, in alle maten en houtsoorten, waarbij hij heeft gebruikgemaakt van alle houtresten en stukjes die hij over vele jaren heeft opgespaard. Met die afvalstukken hout is hij Pinocchio’s beginnen te maken, maar niet zoals we die kennen. Door gebruik te maken van de karakteristieken van het hout maakte hij iets wat Pinocchio representeerde. Hij heeft dertig à veertig zulke figuren gemaakt, allemaal anders, en die zullen we binnenkort tentoonstellen. Ons verhaal, dat heel technisch was, heeft die schrijnwerker geïnspireerd en hij heeft er iets totaal anders mee gerealiseerd dan wat wij hadden voorzien. Die openheid neem ik graag mee in het totale proces. Je moet de dingen soms gewoon laten gebeuren, verwonderd blijven en het op de juiste manier incorporeren in het grotere verhaal.

KWI NTESSE NS

over de betekenis van het ambachtelijke binnen een juweelcontext en vertaalt dat binnen een autonome artistieke praktijk.

Blauwe tafel, Bart Lens — foto: Bieke Claessens

De eerste, Bart Lens, is bekend als architect en productdesigner, en ontwikkelaar van concepten en systemen die ons toelaten om op een andere manier naar de werkelijkheid te kijken. Hij beschrijft hoe in zijn praktijk ambachtslui hem uitdagen en zijn ideeën verder ontwikkelen. Hij vertrekt vanuit een open geest, waardoor de integratie van het ambachtelijke in zijn praktijk zich niet enkel op uitvoerend vlak bevindt, maar eerder op conceptueel en stimulerend niveau. In een tweede gesprek beschrijft Laura Braspenning, keramiste van opleiding maar nu actief binnen design voor sociale innovatie, hoe zij ambachten op een metaforisch niveau gebruikt om nieuwe samenlevings- en werkdynamieken te ontwikkelen. Ten slotte laten we Saskia Van der Gucht aan het woord, die pas haar opleiding juweelontwerp en edelsmeedkunst aan Sint Lucas Antwerpen heeft afgerond. Zij zet haar ambachtelijke vaardigheden en kennis in om te komen tot autonoom artistiek werk. Ze doet dat niet vanuit een doelmatigheid, maar vanuit een reflectie


Betekent het dat je het ambachtelijke een andere rol toekent naargelang het doel of de praktijk die je voor ogen hebt?

KWI NTESSE NS

Het ambacht is iets wat we nodig hebben, wij kunnen het wel bedenken, maar we sturen het maakproces maar voor een deel. Je eist die mensen op, zij moeten je helpen. Als ontwerper ben je een leek in een ambacht, die mensen leren het ons en dragen op die manier volwaardig bij aan de uiteindelijke vorm en het resultaat. Je kunt ook niet constant op hun handen staan kijken, je moet dat voor een deel loslaten.

Wij brengen graag mensen uit hun comfortzone. Dat is niet anders als we met ambachtslui samenwerken. Je laat hen ontwerpen maken die ze niet kennen, wat op de eerste plaats bevreemdend overkomt. Wij hebben hun kennis nodig en door die interactie brengen ook zij ons uit onze comfortzone. — www.lensass.be, www.objetbart.be

LAU RA B RAS PE N N I NG In hoeverre ben je nu met ambachten bezig?

TH E MA

Laura Braspenning: Op dit moment speelt het voornamelijk een beschouwende rol in mijn praktijk, maar het is wel mijn achtergrond. Ik heb keramiek gestudeerd en tijdens die opleiding heb ik geleerd hoe je een productieproces in handen neemt. Humor is een belangrijk element dat we Ik heb keramiek altijd open benaderd, graag met onze ontwerpen oproepen, omhet laat toe om van a tot z een proces te dat humor verbindt. De Blauwe tafel die we ontworpen hebben voor een notariskantoor beheersen. Dat is voor mij de metafoor is daar een heel mooi voorbeeld van. De re- van keramiek. Een ander belangrijk aspect cuperatie van kringloopstoelen was niet ons die deze discipline mij heeft bijgebracht, is uitgangspunt. We streefden naar een object dat je in een traditie van 2 000 jaar stapt. Welke betekenis kan deze geschiedenis in dat de mensen die bij de notaris hun echtdeze tijd hebben? De uitdaging is om die scheidingsdocumenten kwamen ondertekenen even deed stilstaan en nadenken. Op historische reflectie hedendaags te maken. zijn minst wilden we een glimlach ontlokKeramiek is voor jou dus geen doel ken, omdat de sfeer op dat soort momenten op zich meer. Vanaf wanneer is dat al heel gespannen is. De notaris in kwestie inzicht ontstaan en ben je keramiek nam dat verhaal over, en ging er verder mee gaan inzetten om andere doelen te aan de slag binnen zijn eigen praktijk. bereiken? Speel je dan in op dat effect van het onverwachte? Met mijn afstudeerproject aan het Sandberg Instituut in 2004 heb ik die Zeker, maar met architectuur kun je dat niet switch gemaakt. Ik had picknicktassen doen. In Nederland vind je dat wel, maar dat gemaakt waarmee ik vooral een soort belewordt dan snel te geinig. Je kunt architecvenis wilde creëren. Het ging mij niet meer tuur wel personaliseren. We zijn daar niet om het product op zich. Om een belevenis bewust mee bezig. Achteraf kun je daar mee te geven, heb je wel producten nodig, over reflecteren, maar we ontwerpen niet maar die spelen geen hoofdrol meer. vanuit die reflectie. Het object mag geen humor op zich zijn, dan wordt het een Ik neem aan dat die gedachte ook gimmick. Het kan wel humor oproepen. mee aan de basis heeft gelegen van het Foe Ooi Leeuw Huisserviesproject Er is een patroon binnen jouw praktijk dat je hebt uitgewerkt in samenweraanwezig dat gelijk loopt met de meer king met een gemeenschap bejaarde recente ontwikkelingen binnen social Chinese migranten in Amsterdam? design, namelijk dat je als designer meer en meer in netwerken ontwerpt. Vast en zeker. Het Foe Ooi Leeuw-servies is Verschillende disciplines brengen hun een project dat ik gerealiseerd heb samen kennis en kunde samen en versterken met ontwerper Irma van Weeren. In nauwe zo het volledige proces en eindsamenwerking met Chinese ouderen van de product. Is dat een manier waarop woongemeenschap Foe Ooi Leeuw in Amjij naar ambachten kijkt? sterdam hebben we verhalen, herinneringen Via het ambachtelijke streef je ook een overdracht en aanscherping van waarden na. Hoe bewust ben je daarmee bezig?

EEN TOEKOMST VOOR AMBACHTEN? 51

en traditionele symboliek vertaald naar een hedendaags design waarin zowel de historische als de hedendaagse relatie tussen Nederland en China wordt weerspiegeld. Traditionele Qing-en-Mingpatronen smelten samen met tekeningen van actuele gebeurtenissen en de dagelijkse omgeving van Chinezen in Nederland. Tijdens kookworkshops, een buurtwandeling en creatieve brainstormsessies zijn praktische aspecten en vormentaal uitgewisseld en afgestemd met de bewoners. Ontwerpbijeenkomsten hebben een proces van sociale samenhang en verbinding op gang gebracht. Het gerealiseerde Foe Ooi Leeuw Huisservies, met ruim honderd couverts, werkt als katalysator om ook in de toekomst diners te blijven organiseren en zo de onderlinge saamhorigheid te laten voortduren. We hebben erop gelet om de hedendaagse relevantie van de keramiektraditie niet te bruusk te maken, het moet niet schuren, maar moest op een natuurlijke manier verlopen. Vanaf een afstand blijft dat een Chinees servies, maar van dichtbij zie je hoe dat hedendaagse verhaal zich manifesteert. Meerdere elementen zijn samengekomen tijdens de ontwikkeling van het Foe Ooi Leeuw-project? Ik was in een fase binnen mijn professionele leven waarbij ik op zoek ging naar manieren om als ontwerper meer sociale betekenis te ontwikkelen. Ik werd uitgenodigd om samen te werken met een gemeenschap van Chinese ouderen die allemaal zelfstandig woonden, in één groot complex. Ze werden verbonden door hun Chinese roots en de opdracht was om die mensen zich thuis te laten voelen in hun nieuwe woonsituatie. Tijdens de ontmoetingen bleek de Chinese eetcultuur een geschikte kapstok om als gemeenschappelijk draagvlak voor dit project te functioneren. Dat oversteeg de taal- en culturele barrières. Een ander verrassend element was dat er bij die bewoners heel veel aandacht was voor ambacht, en handgemaakte artefacten enorm veel waardering kregen. Hoe ben je dat te weten gekomen? Het begon al toen ik mezelf ging presenteren. Dat gebeurde met een tolk en verliep tamelijk stroef, maar als ik over mijn keramiek sprak, kwamen er spontane reacties en applaus. Dat is iets wat ze waarderen en dat hen opnieuw verbindt.


EEN TOEKOMST VOOR AMBACHTEN? 52 KWI NTESSE NS

Deken, Saskia Van der Gucht — foto: Benny Van den Meulengracht-Vrancx

TH E MA

Foe Ooi Leeuw Huisservies, Laura Braspenning en Irma van der Weeren — © Laura Braspenning en Irma van Weeren


De eetcultuur en die aandacht voor ambacht hebben we samengebracht en zo zijn we een gemeenschappelijk servies gaan creëren. Zijn die mensen mee met jou in dat ambachtelijke cocreatieproces gestapt?

KWI NTESSE NS

Daar waagden ze zich absoluut niet aan. Zij gaan niet voor de grap wat tekenen of kalligraferen, laat staan keramiek maken. Ze beleven dat op een heel andere manier. Uit respect voor het meesterschap proberen ze dat niet. Uiteindelijk hebben we hen wel betrokken in een cocreatief proces door hen met beelden en vormen te laten werken. Ze zijn ook beelden gaan selecteren en die hebben we meegenomen in de uitwerking van het servies. Vanuit hun belevenis kon dit servies alleen door middel van hun inbreng tot stand zijn gekomen en is het echt iets van hen geworden. Het is een hybride samenstelling van beelden, betekenissen en waarden geworden, en vanuit het respect voor het verleden en de kennis van keramiek zijn we tot een eigen beelden vormentaal gekomen. Het is op die manier een visuele representatie van de diversiteit van de groep.

SAS KIA VAN DE R G UCHT Jij bent pas afgestudeerd als juweelontwerper, traditioneel wordt deze discipline ondergebracht binnen de ambachten, maar je hebt daar tijdens je studies al een aparte visie op ontwikkeld. Je zoekt de vervaging op tussen het toegepaste en het autonome. Is het nog langer opportuun om deze opdeling te behouden? Je kunt die opdeling in twee vakgebieden beschouwen als een vraag van het verleden, maar ze komt telkens terug. Ze wordt misschien op een andere manier geformuleerd en benaderd, maar blijft daardoor heel actueel. Het gaat over definities die niet sluitend zijn, het is een subjectief gegeven dat heel contextgevoelig is. Binnen dit opgedeelde referentiekader ben ik vanuit mijn praktijk bezig met de positie van ambachten. De opdeling tussen toegepast en autonoom blijft relevant, maar er zijn steeds meer kunstenaars en ontwerpers die verder kijken en bij wie dat niet meer aan de orde is. Je gebruikt het ambacht binnen je creatieproces, waarbij je tot autonome objecten komt die verwijzen naar de context van juweelontwerpen. Kun je de rol van het ambachtelijke duiden binnen jouw werk?

Hoe vertaalt zich dat in jouw werk? Hoe zet je het ambachtelijke in als inhoudelijke betekenis en als drager van waarden zoals kostbaarheid? Ik illustreer het met een voorbeeld. Ik heb een lappendeken gemaakt met dertien stukken stof in verschillende formaten, kleuren en textuur, en één stuk zilver. Van het zilver heb ik een rechthoekig plaatje gemaakt met een weeftechniek geleend uit de wereld van textiel. De kostbaarheid van het edele metaal vervaagt en wordt tegelijkertijd geaccentueerd. Het zilver verandert het deken in iets anders dan een functioneel object, het maakt het ook materieel waardevoller. Maar het deken waardeert vooral het zilver op tot iets meer dan een koud stuk metaal, door de emotionele waarde en de associaties die we maken met warmte, herinneringen en geborgenheid. Het gaat dus over het verschil tussen twee soorten kostbaarheid. Zijn er nog andere waarden die je via het metaforische gebruik van ambachten in autonome kunstwerken verwerkt?

TH E MA

Het gegeven tijd link ik binnen mijn artistieke proces met het ambachtelijke. Ambachten hebben heel erg met tijd te Je gebruikt de ambachtelijke maken. Omdat iemand heel veel tijd heeft processen binnen sociale procesgestopt in het vervaardigen van iets, wordt sen. Ben je daarin beperkingen er betekenis aan het object verleend. Het tegengekomen? In hoeverre kun is een open deur intrappen om te zeggen Ambacht krijgt een inhoudelijke betekeje die ambachtelijke kennis meedat in onze huidige maatschappij alles nis. Mijn werk gaat over kostbaarheid nemen in een bottom-up proces? heel snel moet gaan, dat tijd voortdurend en waarde, en het ambachtelijke refemoet worden gereduceerd. Daartegenover reert daar naar. Binnen de wereld van De beperkingen liggen in de culturele kun je de tijd plaatsen zoals die wordt de sieraden wordt iets onder andere als verschillen; wij richten ons te veel op waardevol ervaren omdat het getuigt van beleefd vanuit het ambachtelijke. Ik zie dat de beeldtaal en niet op de symboliek jonge mensen ernaar teruggrijpen, dat ze vakmanschap en kunde. Dat referentieerachter. In die Chinese gemeenschap weer uren met hun handen werken. Dat proces wil ik inzetten en vertalen naar bijvoorbeeld is het risicovol om de voegt zich bij een bredere maatschappevoorwerpen die op het eerste gezicht symboliek als metafoor te interpreteren lijke tendens waarbij analoge technieken niet als waardevol worden ervaren. en om daarmee gediversifieerd, vanuit opnieuw vaker worden gebruikt en op Daarmee stel ik de waardentoekenning onze westerse visie aan de slag te gaan. een evenwaardige plaats naast nieuwere binnen de juweelwereld in vraag. Is Het gebruik van ambachten in dergedigitale technieken worden gezet. iets waardevol omdat het heel goed is lijke designprocessen verloopt volgens gemaakt en omdat er uren en uren aan is Omdat techniek een middel is en geen traditionele leerprocessen, We herhalen doel worden ze ingezet waar ze nodig zijn gewerkt? Gaat het over dat werk zelf of het proces, we werken met onze handen over de representatie van de inspanning en is het een kwestie van een bepaald en we leren van elkaar. Dat op zich werkt en de handeling? Welk effect heeft het idee zo goed mogelijk te communiceren, verbindend en is fundamenteel sociaal. Je ambachtelijke werk op de manier waarop of dat nu 3D-geprint of analoog gefotograleert al doende. Het ambachtelijke en het iemand naar het uiteindelijke product feerd is. sociale omarmen elkaar. Dat inspireert kijkt? Ik zet mijn ambachtelijke kennis in mij ook om een ambacht op die manier om iets anders te bereiken en verwijs op betekenis te geven binnen social design. een metaforische manier naar het inzicht — www.laurabraspenning.nl dat iets waardevol moet zijn omdat het heel goed is gemaakt.

EEN TOEKOMST VOOR AMBACHTEN? 53


KWI NTESSE NS

3D-model van een schedel met titanium-implantaat, Materialise — Š OBL

TH E MA

Het failliet van de massa

3D-printen brengt design en productie terug naar individuele voorwerpen 54


KWI NTESSE NS

O ironie. Het hoogtechnologische 3D-printen brengt design en productie, nadat eeuwen naar schaalvergroting is gestreefd, weer naar hun ambachtelijke oervorm: het bedenken en maken van één voorwerp precies op maat van één gebruiker. Met als proeftuin de medische sector, wijzen Vlaamse bedrijven en ontwerpers wereldwijd de weg in een evolutie die het massamodel van de maakindustrie op zijn kop zet.

P54 — 58 3D -PR I NTE N VAN MATE R IALI S E LOOPT VOOROP I N G E PE RSO NALI S E E R DE G E N E E S KU N DE

TH E MA

“Samen met de orthopedisch chirurgen stellen we de vraag: wie is de mens achter de knie, schouder, schedel? Hoe is zijn levensstijl en wat wil hij na de Orthopedie zou je de ultieme vorm operatie opnieuw doen: tennissen, fietvan design kunnen noemen: een-op-een- sen, golfen, tuinieren, …? Dan kom je tot maatwerk voor elke individuele patiënt. een gepersonaliseerde geneeskunde. Die De medische wereld maakte de jongste omvat enerzijds de medische planning jaren kennis met digitale scanning, comop maat van de pathologie en levensstijl puteranalyses en gerobotiseerd frezen van de patiënt. Anderzijds gaat het om het in lichtgewicht kunststoffen. Vandaag bepalen van de meest geschikte implanexploreren orthopedisch chirurgen gretig taten (lichaamsvervangende stukken) en de mogelijkheden van 3D-printen in instrumenten (operatiehulpstukken die titanium en innovatieve kunststoffen. niet in het lichaam van de patiënt blijven). Stefaan Motte is directeur van de Kies je voor standaardoplossingen – al eenheid Clinical Services bij Materialise, dan niet aanpasbaar – of creëer je meteen de Leuvense leider in additive manufaciets op individuele maat? Chirurgen zijn turing zoals 3D-printen technisch heet. per definitie creatieve mensen die om zich De twee andere grote divisies zijn 3D heen kijken naar nieuwe mogelijkheden.” Printing Software en Industrial Producti“Sinds Materialise 24 jaar geleden on. Deze laatste omvat zowel de produc- startte, is het medische domein al lang tie van prototypes en kleine series voor geen kleine niche meer: in 2013 maakten industriële klanten als de designerlijnen wij niet minder dan 146 000 stukken op (.MGX) en consumer goods (i.Materialise) maat. De manier waarop chirurgen werken, die het bedrijf rechtstreeks voor consuevolueerde sterk. Vroeger bereidden ze menten print. een operatie voor op basis van tweedi-

HET FAILLIET VAN DE MASSA

55

— Roel JAC O B U S mensionale röntgenfoto’s en werkten ze hun strategie bij volgens wat ze ‘op de tafel’ constateerden. Nu kunnen ze door de digitale, driedimensionale beeldverwerking en planning hun strategie preoperatief vertalen naar op maat gemaakte instrumenten en implantaten. Of ze kunnen beter kiezen uit de beschikbare standaardimplantaten.”

HOE EVOLU E E R DE N DE MATE R IALE N VOOR M E DI SCH E TOE PASS I NG E N? Stefaan Motte: In de eerste plaats gebruiken we voor de instrumenten biocompatibele plastics. Een chirurg bepaalt preoperatief waar hij wil snijden, boren en implantaten plaatsen. Op basis van die strategie maken wij een mal die perfect op het bot past en waarin we op voorhand exact de gewenste boorgaten en zaagsneden aanbrengen. Het soort plastic is afhankelijk van de applicatie. We kiezen bijvoorbeeld een transparante kunststof wanneer een mal


STAAT B I N N E N KORT I N E LK DOKTE RS KAB I N ET E E N 3D -PR I NTE R? Stefaan Motte: Elk medisch instrument of implantaat op maat en van hoge kwaliteit vergt heel wat complexe kennis en kunde. Patiënten kunnen opnieuw een normaal leven leiden door de combinatie van chirurgen, creatief design en onze realisatiekracht inzake 3D-printing. Zoiets rolt niet zomaar uit de printer. Daarnaast speelt het schaalvoordeel. Sommige hospitalen schaffen zelf een printer aan, maar dat is niet vanzelfsprekend. De meeste stukken worden bij ons geprint en ontstaan in nauw partnership tussen de chirurgen, die focussen op de klinische oplossing, en onze ingenieurs, die alle beschikbare engineering-, design-, modellering-, en vervaardigingmagie ter beschikking stellen.

HET FAILLIET VAN DE MASSA

56

3D -KRACHT VOOR DE S IG N E RS

Materialise ondersteunt individuele ontwerpers met de printing service en community i.materialise. Daarnaast richtte het een eigen designafdeling .MGX by Materialise op. Die doet voor haar collecties verlichting, interieur en modeaccessoires een beroep op internationale grote namen als Maxime Szyf, Elvis Pompilio, Xavier Lust, Patrick Jouin en Niccolò Casas. Specialist in metalen onderdelen Melotte kwam begin dit jaar in het nieuws (zie Kwintessens 2014-1) met een 3D-geprinte titanium bril in samenwerking met Patrick Hoet. De ontwerper kan met deze techniek telkens een nieuwe bril creëren die perfect op het gezicht van de drager past. Waar in de klassieke productie van brillen elk model en elke maat eigen tooling nodig heeft, volstaat één 3D-file om om het even welke unieke bril te printen. Hoet kan zelfs elke bril personaliseren met de naam van de drager. Ook Layerwise specialiseert zich in 3D-printen van metaal, met name voor de lucht- en ruimtevaart, de industrie en medische sectoren. Een opvallende realisatie was ‘s werelds eerste volledig 3D-geprinte metalen onderkaakprothese. — www.materialise.com, www.melotte.be, www.layerwise.be

TH E MA

In 3D-printen doet België het internationaal bijzonder goed. Naast Materialise behoren ook die andere KU Leuven spin-off Layerwise en het Limburgse Melotte tot de wereldtop. Bovendien hebben ze alle drie oog voor design én designers.

ZAL 3D -PR I NTE N B US I N E SS MAKE N OF KRAKE N? De verspreiding en democratisering van 3D-printen plaatst het businessmodel van de hele maakindustrie voor dezelfde uitdaging als eerder de audiovisuele sector. Muziek en films werden via het internet snel en goedkoop – tot zelfs gratis – beschikbaar, al dan niet legaal of illegaal. 3D-prints gaan dezelfde weg op. Het wordt mogelijk om designs en blauwdrukken te downloaden – alweer legaal of illegaal – en vervolgens in een zelf gekozen materiaal te produceren. De Britse internetadviseur Nicolas Lovell geeft in zijn boek The Curve als voorbeeld de fameuze citruspers van Alessi. Het 3D-drukbare design is te verkrijgen op Thingiverse, een community opgezet door MakerBot, een Amerikaanse fabrikant van ‘tafelmodel’-3D-printers. Op Thingiverse zijn ruim 100 000 ‘dingen’ virtueel beschikbaar en worden mensen uitgenodigd om er zo veel mogelijk toe te voegen. Het platform gaat er prat op de instapdrempel bijzonder laag te houden en daarmee het grootste ter wereld te zijn. Andere grote 3D-printing communities komen voornamelijk uit de VS, zoals Shapeways, SoliForum, LulzBot (opgezet door

KWI NTESSE NS

over de tanden moet passen of wanneer de chirurg de boven- en onderkaak moet positioneren. In andere gevallen verlangt de chirurg een model dat de anatomie en pathologie van de patiënt én de gekozen oplossing weergeeft. In dat geval printen we bijvoorbeeld een transparante replica van de schedel met ingekleurde zones waar zich een tumor bevindt, waar zenuwbanen lopen, welke gedeelten weg te nemen zijn, waar welke implantaten moeten komen, enzovoort. Daarnaast maken we in flexibele kunststoffen modellen waarop hartchirurgen complexe, levensbedreigende operaties inoefenen. We printen dan de exacte situatie die de chirurg bij de patiënt zal aantreffen. Die materialen geven hem bij de proefoperatie het gevoel dat hij in echt menselijk weefsel snijdt. De methode vervangt ook het traditionele oefenen op donorlichamen voor studenten geneeskunde. Bijzonder is dat je er ook problematische harten mee kunt repliceren. Voor de implantaten, die vaak voor tientallen jaren in het menselijk lichaam blijven, worden zowel kunststoffen als het metaal titanium gebruikt. Met titaniumpoeder kun je een implantaat perfect op maat printen, niet alleen qua vorm maar ook qua imitatie van de eigenschappen van het menselijke bot. Dat in tegenstelling tot bijvoorbeeld een gewone metalen plaat in je hoofd die kan opwarmen in de zon, afkoelen in de winter en de gewichtsbalans verstoort. Met 3D-printen kun je complexe, fijnmazige, gedetailleerde structuren ontwerpen die met traditioneel spuitgieten of klassiek frezen onmogelijk zijn. Bijvoorbeeld poreuze structuren die weloverwogen botingroei toelaten. Een laatste type materialen zijn de resorbeerbare stoffen die na verloop van tijd door het menselijk lichaam worden afgebroken. Dat lijkt nog toekomstmuziek, maar er is al een toepassing bekend bij een Amerikaanse baby die in zijn luchtpijp een stuk kraakbeen tekort kwam. Hij werd geholpen met een 3D-geprint stuk dat zal oplossen tegen de tijd dat het kind zelf kraakbeen kan aanmaken.


KWI NTESSE NS TH E MA HET FAILLIET VAN DE MASSA

57

3D-model van een hart, Materialise — © Heartprint


KWI NTESSE NS

Design op Maat is een onderzoeksproject van de multidisciplinaire onderzoeksgroep Social Spaces van de Media, Arts & Design Faculty in Genk, iMinds en Het project Design op Maat ontwikkelt drie persoonlijke prototypes van tools KU Leuven. Het project kende een intense samenwerking met FabLab Genk, voor drie individuele diabetici. De stand dat computergestuurde machines en een van zaken werd getoond op Conflict & werkplaats ter beschikking stelt om de Design, de jongste Triënnale voor Vormgeving in Genk. Het project verkent sinds individuele ontwerpen te realiseren. Social Spaces creëert sociale, participatieve twee jaar de mogelijkheden van een ontwerpen met zowel digitale als fysieke Fabrication Lab (FabLab Genk) en open elementen. De onderzoekers richten zich design voor de ontwikkeling van ‘gereedschappen’ voor zelfhulp bij diabetes type 1. daarbij op groepen die in de maatschappij minder vaak aan bod komen. Het gaat om houders voor een glucometer, een prikpen, een jurk om makkelijker Het project Design op Maat startte insuline toe te dienen en een modulaire op 1 oktober 2012 en loopt tot maart 2015. toolbox. Katrien Dreessen: “We bekijken de moge“Het project resulteert in drie zeer per- lijkheden voor een vervolg om de herwersoonlijke prototypes voor drie participanten. king voor andere gebruikers te stimuleren, De prototypes bieden telkens een antwoord aansluitend op het doctoraatsproject van teamlid Danny Leen. Dat traject gaat speop een probleem, vraag of bepaalde situcifiek kijken naar de mogelijkheden van atie die relevant is voor de betrokken paramedisch design voor de ontwikkeling participant”, vertelt onderzoekster Katrien Dreessen. “Deze prototypes worden tijdens van tools voor personen met een chronische aandoening. Ontwerpen die niet enkel een het project ‘herwerkt’ voor anderen. Dat houdt in dat ze aangepast worden zodat ze persoonlijke oplossing voor één persoon ook relevant zijn voor anderen met een ver- kunnen bieden, maar die dynamisch genoeg zijn zodat personen door het instellen van gelijkbaar probleem, situatie of vraag.” De parameters een uniek design kunnen ge3D-printfiles van de prototypes zijn ‘open design’: ze kunnen worden gedownload en nereren binnen de vooropgestelde grenzen van de designer.” — www.designopmaat.be, afgedrukt in een FabLab. www.socialspaces.be, www.fablabgenk.be

HET FAILLIET VAN DE MASSA

TH E MA

OPE N DE S IG N OP MAAT VAN DIAB ETICI

Design op Maat

de gelijknamige hardwarefabrikant), 3D Printerhub en het specifieke 3D-luik van het veelzijdige forum Reddit. België, en bij uitbreiding Europa, kent een vrij omvangrijke lokale community onder de koepel van het Nederlandse 3D Hubs. Als 3D-printen zich doorzet, zullen maakbedrijven in alle sectoren het verschil moeten maken met exclusieve materialen of door extreem te customizen, wat een doorgedreven vakkennis vraagt. Dat wordt een meervoudige economische evenwichtsoefening. Ga je het product nog aanbieden in materialen – en zo ja in welke – of alleen als printfile? En waar leg je de accenten in seriegrootte: op unieke ontwerpen of uitvoeringen, op kleine series, op massaproductie? 3D-printen kan de visuele vormgeving op maat nog verder doordrijven. “Tegenwoordig wordt van alles 3D-geprint in diverse materialen: maquettes in kunststof, gerechten in chocolade, complete huizen in beton, je kunt het zo gek niet bedenken. Ook ik printte al onderdelen van machines met behulp van een bestand van de fabrikant. 3D-printen kan het businessmodel van wie actief is in individueel design op maat alleen maar versterken. Ik zie de toekomst hoopvol tegemoet”, getuigt een ontwerper uit de orthopedische sector die anoniem wenst te blijven.

58


Geen hamer, maar software

KWI NTESSE NS Objects, Rizon Parein

TH E MA

Rizon PAREIN en Sieg MINTEN over nieuwe ambachten 59


Een korte studie op internet leert dat er twee soorten ambachten zijn. Als eerste de museale ambachten, zoals klompen maker, touwslager, mandenvlechter, bezembinder of ganzenvanger. Door de meeste zoekmachines word je al snel doorverwezen naar openluchtmusea, omdat deze ambachten sinds de industrialisatie vrijwel zijn uitgestorven. Daarnaast zijn er de hedendaagse ambachten, waaronder beroepen als timmerman, metselaar, smid, bakker en slager worden verstaan. Wat helaas minder vaak wordt vermeld, is dat de ambachtseconomie dynamisch van samenstelling is, dat er steeds weer nieuwe ambachten opkomen. Grafisch ontwerpers, informatietechnici, lichtreclamemakers, game developers: het zijn slechts enkele voorbeelden van specialisten die in de afgelopen decennia de ambachtseconomie zijn komen versterken. Geldt de bekende stelling ‘al doende leert men’ eigenlijk ook voor beroepen als deze? Rizon Parein volgde geen opleiding tot 3D-ontwerper, maar leerde zijn vak in de praktijk. Zeven jaar ontwierp hij flyers

voor clubavonden in het nachtleven, waarbij hij de vrijheid had om technieken te leren en op zoek te gaan naar zijn eigen stijl. Een ideale playground. Daarna maakte hij een tijdlang animaties en tv-spotjes, waarbij veel 3D-animatie om de hoek kwam kijken en de focus op stilstaande beelden lag. Via deze weg is hij uiteindelijk in de reclamewereld beland. Momenteel voert hij grote opdrachten uit voor internationale bureaus, in het bijzonder voor de Amerikaanse markt. Zo ontwierp hij onlangs een neoncampagne voor Budweiser Made in America, het festival van de bekende rapper en producer Jay-Z in Philadelphia, dat dit jaar voor het eerst gelijktijdig in Los Angeles plaatsvond. Zo nu en dan werkt hij samen met modefotografen als Frederik Heyman en Daniel Sannwald voor Vogue Hommes Japan. Ook bij Sieg Minten zat de liefde voor grafische vormgeving er al vroeg in. Tijdens zijn fotografiestudie verkende hij – buiten schooltijd – heel rudimentair wat er allemaal mogelijk was met Photoshop. Van de verschillende effecten tot het werken

GEEN HAMER, MAAR SOFTWARE

60

— Natasja ADM I RAAL in lagen. Hij zocht tutorials op internet, leerde nieuwe technieken van anderen en onderzocht wat er zoal op de markt verkrijgbaar was aan filters om beelden sfeer te geven. Bij zijn eerste werkgever had hij het geluk tussen enkele grote talenten te worden geplaatst, die al jaren in het vak zaten en van wie hij veel heeft geleerd. Tegenwoordig richt hij zich met zijn bedrijf The Machine volledig op de postproductie van fotografie met een duidelijk specialisme: samengestelde beelden voor de reclame-industrie. Voor het vorige nummer van Kwintessens was hij verantwoordelijk voor de beeldbewerking van de shoot en het coverbeeld, die verzorgd werden door fotograaf Geert De Taeye. Het ambachtelijke werk verplaatst zich tegenwoordig grotendeels naar de computer. Wat is jullie belangrijkste ‘gereedschap’? Rizon Parein: Voor mij is dat software: programma’s om objecten te modelleren in 3D. De volgende stap is textuur geven

KWI NTESSE NS

P59 — 65

TH E MA

Nog al te vaak wordt de ambachtsman gezien als iemand bij wie de tijd is blijven stilstaan en die op middeleeuwse wijze producten vervaardigt. Niets is minder waar. Er is een groeiende behoefte aan vakmensen die code kunnen schrijven, websites en apps ontwikkelen op een iMac. Ook wel omschreven als de ‘hamer van nu’. Opmerkelijk is eveneens dat er een hernieuwde belangstelling is voor de kwaliteiten die verscholen liggen in ambachtelijke technieken. Dat ook de nieuwste beroepen vakmanschap vereisen, wordt nog wel eens onderschat. Kwintessens ging in gesprek met 3Dontwerper Rizon Parein en creatief retoucheur Sieg Minten over kennis vergaren, geduld, ervaring en herhaling.


en renderen, ook daarvoor bestaat weer speciale software om het resultaat zo realistisch mogelijk te maken. Sieg Minten: Mijn toolbox is mijn volledige werkstation: computer, beeldscherm, Wacom-pen, Photoshop en een internetverbinding.

KWI NTESSE NS

Welke vaardigheden zijn er vereist om jouw vak goed te kunnen uitoefenen? RP: Een flinke portie techniek voor het 3D-modelleren, kennis van belichten, texturen maken en grafisch inzicht. Er zijn maar weinig goede grafici die de stap zetten om 3D te leren. Na vier jaar aan de academie te hebben gestudeerd vinden ze het meestal welletjes geweest en treden ze in dienst bij een reclamebureau of worden zelfstandige. Zelf heb ik er een goede vijf jaar over gedaan om te kunnen wat ik nu doe. En dan ken ik programma’s nog steeds niet volledig.

SM: Een algemene basiskennis van beelden en kleuren is onmisbaar voor grafisch ontwerpen, fotografie, film – eigenlijk alles in de familie van ‘beelden maken’. Er wordt altijd gesproken in termen van contrasten, composities, kleurintensiteit. Het observeren van dagelijkse dingen is dus heel belangrijk voor retoucheren: hoe de zon op een muur schijnt, de kleur van dat muurtje, de kleur en hardheid van de schaduw. En wat zijn de verschillen als je rondloopt op een zonnige of een regenachtige dag? Gaandeweg kun je dat wel leren, maar persoonlijk ben ik er heel blij om dat ik een gedegen achtergrond op het gebied van kleurenleer heb. Klassieke ambachten vereisen geduld, ervaring, herhaling. Herkennen jullie dat? SM: Herhaling komt heel veel voor, op verschillende vlakken. De basis van elk beeld gebeurt immers altijd op dezelfde logische wijze: alle lagen zijn duidelijk gerangschikt,

het opruimen en prepareren van een bestand is telkens van toepassing. Komt er een reeks van twintig beelden binnen, dan moet ik dat twintig keer opnieuw doen. Hierbij is het een kwestie van muziek op te zetten, je verstand op nul te zetten en door te gaan. Pas in de daaropvolgende fase wordt het interessant. Om daarmee om te kunnen gaan, moet je geduld hebben, heel veel geduld, vooral naar het einde van opdrachten toe. Het begin gaat altijd snel, in één adem bijna, omdat je duizend aanwijzingen krijgt. Maar dan komt het finetunen, wat meestal driekwart van de tijd in beslag neemt. Dan komt het perfectionisme om de hoek kijken. Een goede eigenschap trouwens, want het is beter om zelf de details aan te pakken, anders is de opdrachtgever je voor. Anderen zeggen wel eens: “Als ik jou was, had ik al lang de pen neergelegd en was ik naar buiten gelopen!” RP: Ik heb een wisselende verstandhouding met herhaling, omdat ik zelf in dat straatje zit. Een paar jaar geleden ontstond

Rizon Parein, neoncampagne voor Jay-Z’s festival Budweiser Made in America

TH E MA GEEN HAMER, MAAR SOFTWARE

61


GEEN HAMER, MAAR SOFTWARE

62 KWI NTESSE NS

Sieg Minten — foto: Frieke Janssens voor SP.A

Sieg Minten — foto: Karel Duerinckx

TH E MA

Sieg Minten — foto: Geert De Taeye


KWI NTESSE NS

er tijdens het maken van de filmposter Drive onenigheid over het gebruik van Mistral – een typisch jaren 80-font. Ik vond dat zeer toepasselijk. Het neonlogo heb ik in één nacht gemaakt en is gelijk viraal gegaan. Sindsdien word ik constant gevraagd om neonletters te ontwerpen, waardoor dit voor mij op den duur een saaie routineklus werd. Daarom probeer ik nu bij elke nieuwe ‘neonopdracht’ iets nieuws te doen met licht, schaduw of materiaal. Van klassieke neonletters tot varianten volledig van plastic. Ook vind ik het nog altijd boeiend om op straat te letten op neondetails en typografie. Op die manier blijft het leuk en ontstaan er atypische resultaten. Zien jullie nog meer overeenkomsten tussen oude en innovatieve nieuwe ambachten? SM: Ja, dat er in het eindresultaat niet altijd duidelijk zichtbaar is hoe arbeidsintensief de klus is geweest. Mensen buiten de branche onderschatten vaak hoeveel tijd er in één beeld kan kruipen, tot ik de vooren nabeelden ter vergelijking naast elkaar leg. Onlangs heb ik een beeld bewerkt waar een persoon bij een hek moest worden verwijderd en vervangen door een ander personage op een andere plaats. Daar heb ik een volledige dag aan gewerkt. Tussen de mazen van het hekwerk door heb ik het personage weggehaald en met behulp van een ‘masker’ heb ik een nieuw stuk hekwerk gecreëerd. Dat is echt precisiewerk. Professionele opdrachtgevers hebben meestal wel zicht op de hoeveelheid werk die in zoiets schuilt. Voor bijvoorbeeld kunstprojecten is dat soms niet zo evident, dan moet je je meer verantwoorden.

TH E MA

RP: 3D-objecten worden vaak benaderd vanuit camerahoeken en met een belichting die identiek is aan fotografie. Daarom kun je in mijn vak veel opsteken van klassieke fotografietechnieken: tegenlicht, reflectie op lichtobjecten, dat soort zaken. Het ‘uitkaderen’ van een beeld om spanning of evenwicht te creëren, is even belangrijk als het maken van het object. Daarom bewonder ik het werk van Nick Knight en Gregory Crewdson. Jullie projecten zijn tijdrovend en kostbaar. Doen jullie alles zelf of besteden jullie wel eens werk uit aan anderen? RP: Tot enkele maanden geleden streefde ik ernaar alles zelf te doen, omdat ik graag de controle over mijn werk wil behouden. Maar ik heb net een opdracht afgerond waar zo immens veel werk aan was, dat ik hulp heb aangenomen in de vorm van een freelancer. Ik besef nu de voordelen hiervan, zelfs zó dat ik het eigenlijk wel zie zitten om er nog iemand bij te nemen, een kleine studio te starten. Samenwerken geeft iets meer ademruimte, bovendien is het makkelijker om correctierondes te doen. Zo houd je zin en energie over om aan het einde van de rit nog een extraatje te doen.

GEEN HAMER, MAAR SOFTWARE

SM: Momenteel doe ik alles nog zelf, al heb ik wel plannen om in de toekomst werk uit te besteden, vooral op het gebied van 3D. Ik heb overwogen om dat zelf te gaan leren en ben er ook al mee begonnen. De basis daarvan is geen probleem. Maar echt niveau bereiken is een ander verhaal; het is echt een specialisme. Zijn er oude ambachten waarvan jullie vinden dat ze nooit zouden mogen verdwijnen? RP: Allemaal! Hoewel ik me nu sterk in de richting van 3D-printen beweeg, heb ik altijd gezegd dat ik na mijn pensioen als houtbewerker meubels ga maken. Ook omdat het niet gezond is voor je lichaam om altijd tot tien uur ’s avonds achter de computer te zitten. Bovendien hou ik erg van architectuur en design, en ben ik verzot op fraai houtsnijwerk. Daar zit liefde, passie en signatuur in. SM: Ik denk direct aan het werk van de oude meesterschilders, een van de nobele kunstvormen. Waar ik ook veel respect voor heb is het fotograferen in één beeld, dus zonder dat er Photoshop aan te pas komt. Dan heb ik het niet over kleine aanpassingen zoals het contrast veranderen, of andere manipulaties die ook in de donkere kamer mogelijk zijn. Ik doel op de wijze waarop fotografen van de ‘oude garde’ hun opnames tot in het kleinste detail voorbereidden: plannen, de set op de juiste manier belichten, de modellen of personages positioneren. Tegenwoordig komt er nog steeds wel de nodige voorbereiding bij kijken, maar het komt nog zelden voor dat een beeld zogoed als klaar is bij het maken van de opname. Een overeenkomst tussen jullie werk is het soms bijna hyperrealistische resultaat. SM: Ik laat mij graag inspireren door matte painting (een geschilderde weergave van een landschap, set, of verre locatie waarmee filmmakers de illusie wekken van een omgeving die in het echt niet bestaat, dan wel onmogelijk of te duur zou zijn om te bouwen, red.). Op internet kan ik urenlang kijken naar het op sciencefiction geïnspireerde oeuvre van Yanick Dusseault, alias Dusso. Hij volgde me op een gegeven moment op mijn Twitter-account van The Machine, terwijl ik eigenlijk hém wilde volgen. Ik was blij als een kind dat hij mij het eerst had toegevoegd en interpreteerde dat als een groot compliment voor mijn werk. RP: Veel mensen die mijn portfolio bekijken, denken dat de objecten echt bestaan. Geregeld krijg ik e-mails met de vraag of een voorwerp kan worden besteld en wat precies de afmetingen zijn. Maar het is echt allemaal digitaal. Al ben ik er wel mee aan het experimenten om de objecten werkelijk te gaan realiseren: al mijn ontwerpbestanden van de afgelopen vier jaar staan klaar om te 3D-printen.

63


GEEN HAMER, MAAR SOFTWARE

64 KWI NTESSE NS

Can It Be All So Simple, Rizon Parein

TH E MA


Wat is voor jullie een proeve van bekwaamheid binnen jullie eigen vakgebied?

KWI NTESSE NS

SM: Bedoel je een meesterstuk? Bij kritische klanten is het elke keer opnieuw zaak om een meesterstuk af te leveren: elke pixel moet perfect zijn, en soms moet je hemel en aarde bewegen om daar te komen. Bijvoorbeeld wanneer twee opnames met een totaal verschillende sfeer moeten worden samengevoegd. Dat is echt een kwestie van het onmogelijke mogelijk te maken. RP: Lastige vraag, voor mij hoeft dat niet per definitie een technisch hoogstandje te zijn. Ik denk eerder aan een mooie compositie in alle eenvoud. Een proeve van bekwaamheid in de meest pure vorm – wat stiekem natuurlijk ook heel technisch is. Dat vind ik mooi, om met een rugzak vol technieken iets heel eenvoudigs te doen. Het is ook een soort reflex om zoveel mogelijk technieken in één beeld te willen steken. Uiteindelijk is dat niet waar het om draait.

Hoe ziet jullie ambacht er over tien jaar uit? RP: Persoonlijk hoop ik meer bezig te zijn met fysieke objecten, installaties. Dat is een pad dat ik graag nog wil ontdekken en ook al aan het voorbereiden ben: onlangs had ik een zeer interessant gesprek met een vertegenwoordiger van Materialise in New York, die zich hoofdzakelijk bezighouden met 3D-prints voor kunstenaars. Ik was verrast hoeveel grote kunstenaars hiermee experimenteren, dat zijn spannende ontwikkelingen. SM: Technisch gezien ben ik voor de volle honderd procent aangewezen op de evolutie van software. Ik denk dat er in positieve zin meer en meer mogelijk zal zijn en kan niet wachten om te ontdekken wat de nieuwe opties zijn bij de volgende versies van Photoshop, de integratie van 3D, noem maar op. Softwarematig is de helft van de nieuwe plug-ins voor Photoshop helaas rommel, maar ongeveer 5 % is de moeite waard om toe te voegen aan mijn toolbox. Ook de opnamekwaliteit van foto’s wordt alsmaar hoger, de megapixelrace gaat sneller dan die van computers. Ik ben bang dat de investeringen te hoog zullen worden om het te kunnen bijhouden, ik verwacht al jaren dat we ergens op een bottleneck

TH E MA GEEN HAMER, MAAR SOFTWARE

65

zullen uitkomen. Zelf sta ik op het punt om een nieuw werkstation te kopen, maar ik stel het steeds uit. Als je het onderste uit de kan wilt halen, ben je net zoveel kwijt als aan een goed uitgeruste auto! Hoe zien jullie de toekomst van de maakindustrie in West-Europa? RP: Ik ben wel optimistisch. We gaan het kleine meer en meer appreciëren, de liefde voor ambachtslieden groeit. In de voedingsbranche is dat al sterk zichtbaar: we gaan minder naar de supermarkt en op zoek naar lokale boeren. Hetzelfde zal gebeuren met onder meer meubels. SM: We varen nu mee op de digitale stroom; veel zaken zijn efficiënter als ze digitaal gebeuren. Men springt daar massaal op. Maar ik denk dat er ook een tegenbeweging gaande is: mensen die zich volledig toespitsen op oude werkwijzen, juist omdat die aan het verdwijnen zijn. Na het digitale en het geautomatiseerde komt het ambachtelijke terug. Een machine kan helpen, maar zeker niet alles doen. Voor sommige dingen heb je eenvoudigweg een persoon nodig, een oog, vakkennis. — www.rizon.be, www.themachine.be


KWI NTESSE NS

Bertus, Alain Monnens voor Durlet

TH E MA

Het schept genoegen met de handen iets te maken dat de geest heeft bedacht

Het ambacht, van het uitvoerende tot het creatieve, van het handgemaakte tot het geĂŻndustrialiseerde, vraagt om economische en maatschappelijke waardering 66


De laatste tijd tekent zich een tendens af in onze maatschappij die de aandacht vestigt op de kwaliteiten van ambacht, en dan specifiek op handwerk. Handmade is of wordt opnieuw actueel.

KWI NTESSE NS P66 — 69

TH E MA

De ambachten zijn nochtans nooit uit het maatschappelijke leven verdwenen, omdat ze intrinsiek met de mens verbonden zijn. Ook in onze virtuele maatschappij zijn ze niet weg te denken. Niet toevallig, en als perfecte illustratie van deze tijdgeest, gebruikt de Vlaamse regering het beeld van het ‘baanbrekend vakmanschap’, om een kwaliteitsmerk te bouwen voor onze regio. Bouwen aan een toekomst, gebaseerd op traditie en vakmanschap. Naast handwerk zijn er ook gemechaniseerde ambachten, vooral uitvoerend, die we als vanzelfsprekend aanvaarden. Je kunt dus meerdere inhouden aan het containerbegrip ‘ambacht’ geven. Je kunt er instoppen en uithalen wat je wilt, van het uitvoerende tot het creatieve, van het handgemaakte tot het geïndustrialiseerde en nog meer. In het inspiratieboek Een toekomst voor ambachten (p. 26) dat eerder dit jaar verscheen, doet auteur Ellen Vandenbulcke (Tapis Plein vzw) een suggestie om de ambachten in soorten in te delen, maar stelt dat zoiets niet gemak-

kelijk is, net wegens de verschillende aspecten die eraan verbonden zijn. Er zijn ambachten waarmee we regelmatig worden geconfronteerd en die we vervolgens negeren omdat ze zo voor de hand liggend zijn. De bouwsector is daar een mooi voorbeeld van, of de garagehouder, of de bakker, enzovoort. De bouwsector zou niet kunnen bestaan zonder een degelijke kennis van tal van ambachten. Schrijnwerk, metselwerk, metaal- en glastechnieken vragen van de uitvoerders een grote vakkennis. En ondanks de vele technologische innovaties, via allerhande machines en nieuwe materialen, die de uitvoering vergemakkelijken, zijn het nog altijd de handen van de vaklieden en hun ervaring die de bouwprojecten tot een goed einde brengen. Je staat er dikwijls versteld van hoe bouwvakkers, elektriciens, loodgieters e.a. constructies realiseren, huizen bouwen, bruggen en wegen aanleggen, enz. Ze verdienen veel respect, omdat zonder goede vaklui veel projecten niet realiseerbaar zijn en ze zonder machines of robots niet betaalbaar zijn.

HET SCHEPT GENOEGEN...

67

— Johan VALCKE Niet alle vaklui zijn te vervangen door robots of computers, omdat die niet beschikken over inzicht en embodied knowledge, die moeilijk definieerbare uitwisseling tussen expliciete en onbewuste kennis (Een toekomst voor ambachten, p. 24). Het is zonneklaar dat voor de meeste domeinen van de menselijke activiteit een ambachtelijke kennis nodig is. Filosoof Willem Elias stelde dat ook tijdens een informele brainstormsessie met Rik Pinxten, David Huycke, Frank Huygens en mezelf over ambachten in onze maatschappij bij Design Vlaanderen op 2 juli 2014: “Er kan niets gebeuren zonder ambacht. Een mens moet iets maken met zijn handen, hoewel in bepaalde tijden handwerk negatief en in andere tijden positief wordt bevonden.” Het DIY-fenomeen vindt onder meer daar zijn basis. Het zou ons echter te ver leiden om er in dit artikel over uit te weiden. In onze tijd heerst er een dubbele mentaliteit. Handwerk krijgt waardering, terwijl het geïndustrialiseerde ambacht grotendeels wordt genegeerd. Opnieuw Elias: “Een ambacht beheersen kan leiden


M E E R DE R E I N ITIATI EVE N KOE STE R E N H ET HAN DWE R K Sinds kort richt een aantal organisaties zijn focus op de levensvatbaarheid van de ambachten. Het gaat dan wel over ambachten die hoofdzakelijk op handwerk berusten, het handmade-effect. Ze reflecteren over de potentie ervan om de toekomst te helpen vormgeven. Ze streven een opwaardering van het handwerk na. Er verschijnen boeken die het inzicht en de kennis van dit soort ambacht analyseren, maar die ook zoeken naar de innovatieve inbreng ervan. Er zijn evenementen,

ECONOM I SCH ON B E KE N D I S OOK ON B E M I N D Economisch is handwerk gemarginaliseerd vooral omdat makers in de meeste gevallen micro-ondernemingen zijn, waarover geen statistieken bestaan. De NACEcodes (NACE staat voor ‘Nomenclature statistique des activités économiques dans la Communauté européenne’), 21 in totaal, vermelden geen specifieke code voor

HET SCHEPT GENOEGEN...

68

OPLE I DI NG E N KOE RS E N TUSS E N HAN DWE R K OF CONCE PT We kennen vooral de hogere opleidingen, de academies en de Sint-Lucas Instituten en minder de technische of beroepsopleidingen. Er zijn nog andere

TH E MA

met als oudste en succesvolste in ons land ArtisanArt, dat al vijftien jaar in Brussel alle soorten ambachtelijke ateliers via de gelijknamige beurs promoot. Recentelijk was er Handmade in Brugge, georganiseerd door de vzw Tapis Plein in Brugge, een bijzonder actieve organisatie die het bewaren van het erfgoed als doel heeft en dus ook ambachtelijke technieken, omdat ze als Immaterieel Cultureel Erfgoed (ICE) erkend zijn. Er is ook Handmade in Belgium, het nieuwe label van Unizo, dat de makers van kwaliteitsproducten van eigen bodem erkent. (Op p. 44 leest u meer hierover.) Er was Handmade, een tentoonstelling georganiseerd door het Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam in 2013, die de creativiteit van ambachtelijke objecten en producten op een podium zette (zie ook het artikel Lange leve het ambacht in Kwintessens 2013-2). En er is Mad’in Europe, een webplatform dat de ‘verborgen’ talenten van makers op hun Europese uitmuntendheid en creativiteit toetst en in een database excellente artisans opneemt en wil promoten. Opvallend is dat al deze initiatieven opnieuw de ons bekende “manuele intelligentie” als onderwerp hebben.

KWI NTESSE NS

Tailor Made, Wim Segers voor Indera

tot het negeren ervan.” Vergelijk het met fietsen of zwemmen: zodra je de technieken kent, gebruik je ze gewoon. Puur technisch handwerk wordt blijkbaar emotioneel niet gewaardeerd, en ook de opleidingen zijn niet echt populair. Jongeren vinden een technische opleiding minder interessant en de technische opleidingen die vaklieden dienen op te leiden, krijgen niet de achting en waardering die ze verdienen. Aan de andere kant wordt handwerk wel gewaardeerd in sectoren die wegens hun creatieve of intellectuele inhoud al relatief hoog op de maatschappelijke ladder staan. Een chirurg koppelt tijdens zijn operaties een bijzondere vorm van ambachtelijkheid, handigheid en kunde aan zijn theoretische opleiding, en hij wordt daarvoor gewaardeerd. Een keramist die unieke vormen draait, boetseert, giet of met welke ambachtelijke techniek dan ook werkt, wordt gewaardeerd. Nochtans is zijn ambachtelijke kennis, of die van de chirurg of van een goed opgeleide bouwvakker een uiting van “manuele intelligentie”, zoals Willem Elias het omschrijft.

handwerk. Statistieken opstellen over de economische impact van deze activiteiten wordt daardoor moeilijk. Er zijn wel degelijk bedrijven die, ondanks de hoge loonkosten, op basis van ambacht – lees handwerk – hun producten op de markt zetten. Maar zij worden op hun uiteindelijke productie en niet op hun technieken gecodeerd. We gingen bijvoorbeeld praten met Serax, Durlet en Indera in het kader van een kleinschalig onderzoek naar de mogelijke innovatie die ambachten in een industriële productie met zich kunnen meebrengen en merkten verschillende benaderingen. Serax vermarkt enkel kleinschalige lifestyleproducten (keramiek, textiel en papier) die op basis van een hedendaags ontwerp van een designer met puur ambachtelijke technieken in Azië worden gerealiseerd. Het bedrijf promoot zijn producten op basis van het ‘artisanale’. Durlet maakt al veertig jaar lederen zitmeubels, lokaal, maar op een geïndustrialiseerde ambachtelijke manier, en gebruikt handmade niet in zijn commerciële communicatie. Indera, dochterbedrijf van het grotere M ECAM, produceert designzitbanken, bekleed met stoffen of leder, op een gelijkaardige manier als Durlet, en is wel handmade als troef in zijn communicatie beginnen te gebruiken. Het zijn au fond drie ambachtelijke bedrijven die hun corebusiness op een andere manier benaderen, wat de definitie ervan niet vergemakkelijkt. Ambacht is zoals gezegd een containerbegrip. Wat ze wel gemeen hebben is een gebrek aan mensen met vakkennis en vooral aan follow-up van die kennis. Onze opleidingen zouden daar veel beter moeten op inzetten, maar we vermeldden het al dat technische opleidingen niet bijzonder populair zijn en dus niet de goede jonge talenten aantrekken. Bedrijven, media, Europa en specifiek DG Entreprise van de Europese Commissie, World Crafts Council Europe en andere organisaties getuigen van een groeiend probleem en verlies aan kennis omdat te weinig jongeren een technisch vak aanleren.


KWI NTESSE NS

opleidingssystemen zoals Syntra, het deeltijds kunstonderwijs, de centra voor volwassenenonderwijs, maar daar kunnen we in dit artikel niet op ingaan. In de loop van juni bezochten we een aantal eindejaarstentoonstellingen en merkte ook daar een sterk gediversifieerde benadering van gelijkaardige ambachtelijke opleidingen. Er is altijd wel een basisvisie, maar de invloed en de ideeën van de docenten geven de doorslag. Je kunt ze, om het eenvoudig te houden, opdelen in twee versies: ofwel gaat het om het beheersen van technieken, om via dat meesterschap tot voldragen resultaten te komen, ofwel is er een proces van conceptueel denken om tot persoonlijke, onderzoekende interpretaties van een ambachtelijke kunst te komen. De academisering van het hoger onderwijs stimuleert dat conceptueel denken, omdat het de kritische kennis van onze ontwerpers aanscherpt, maar verwaarloost naar ons

gevoel de intuïtieve embodied knowledge, en dat zou anders moeten. We merkten tijdens de Open Ateliers van het Hoger Instituut voor Schone Kunsten in Gent (postgraduaat in de Beeldende Kunsten), dat een flink percentage van de afstuderende jonge kunstenaars het ambachtelijke omarmt. Misschien moeten we het systeem van leerling-meester, het oeroude systeem waarbij een jongere het vak krijgt aangeleerd in het atelier, opnieuw promoten. We moeten niet terugkeren naar de compagnonnages of de middeleeuwse gilden, wel naar een kennisoverdracht die niet alleen uit literatuur en theoretische kennis bestaat, maar ook uit ‘lerende ervaring’, uit de ontdekking van materialen, en constructies en technieken. En … we moeten deze opleidingen opnieuw de waardering verschaffen die ze verdienen. Economisch gezien zijn ze zelfs de slechtste niet voor wie een business opstart.

Nedda El-Asmar voor Serax voor Wout Bru

TH E MA HET SCHEPT GENOEGEN...

69


KWI NTESSE NS

Antoine Van Loocke

TH E MA

Kennis is de sleutel

Ontwerpers Antoine VAN LOOCKE en Jan KUPPERS over hun visie op scholing 70


Kennis opent deuren. Daar zijn de leermeesters Antoine Van Loocke en Jan Kuppers het stellig over eens. Vanuit een verschillende achtergrond nemen ze jonge mensen aan de hand om een vak te leren.

KWI NTESSE NS P70 — 74

TH E MA

Vroeger had je gilden, tegenwoordig heb je leercontracten. Daartussen ligt een wereld van tijd en van verschil. Gilden stammen uit de middeleeuwen. Binnen een beroepsgroep van kunstenaars en ambachtslieden deed je kennis en ervaring op volgens het aloude leerling-meesterprincipe. Jonge timmerlieden, bakkers, lakenwevers, kleermakers, maar ook vissers en hoveniers werden door een ervaren ambachtsman ingewijd in de wereld van de technieken en materialen. Zo kregen de jongemannen – vrouwen werden niet toegelaten – de kneepjes van het vak geleerd. Vast onderdeel van de scholing was een reis van een aantal jaar langs ateliers en werkplaatsen door het hele land. Want behalve technisch onderricht moest het leven ook worden geleerd en dat deed je het best op afstand van huis en haard. Zodra ze de gilden- of meesterproef hadden doorstaan, mochten de mannen zichzelf ‘meester’ noemen en een eigen bedrijf beginnen. Het vak was een waar ambacht, woorden als machinaal en massaproductie behoorden nog

KENNIS IS DE SLEUTEL

niet tot het vocabulaire. In West-Europa is de traditie in deze vorm verloren gegaan, alleen Frankrijk en Duitsland houden haar nog in ere. Daar heten de gilden Compagnons du devoir of Compagnons du tour de France, verwijzend naar de reis die leerlingen maken. In Duitsland zijn het de Wanderjahre, de Meisterprüfung is nog steeds een begrip. Gilden waren hechte broederschappen met een romantisch-heroïsche glans. Maar de kennis die zo intens werd gedeeld, bleef binnen de poorten van het ambacht. De huidige leercontracten die theorie met praktijk combineren, zijn lichtjaren verwijderd van het waarachtige vakmanschap. Het zijn schoolse systemen, maar wel democratisch, want ze zijn toegankelijk voor iedereen met een secundair diploma op zak. De praktijk van Antoine van Loocke, naar eigen zeggen eersteklas Belgische messenmaker, combineert het beste van beide leervormen. Hij is een ambachtsman pur sang bij wie jonge vakmensen graag in de leer gaan. Alleen heeft de eigenzin-

71

— Adrienne PETE R S nige autodidact niets met systemen. En aan contracten en examens doet hij ook niet. Als een student niet komt opdagen, dan zal hij of zij daar wel een goede reden voor hebben. Kennis staat voorop, maar de manier waarop studenten die vergaren en het ritme bepalen ze zelf. Iets anders gaat het eraan toe bij Jan Kuppers, docent op de kunstschool Genk en oprichter van de eenjarige opleiding industriële vormgeving. Hij selecteert zijn leerlingen op motivatie. Zodra ze zijn toegelaten, moeten ze zich aan de afspraken houden. Behalve docent is Kuppers productdesigner. Onder zijn eigen merk Kuppers & Wuytens maakt hij meubels, tassen en juwelen. Zowel bij Kuppers als Van Loocke overheerst de absolute liefde voor het vak en de weerzin tegen alles wat ruikt naar massaproductie. Daarnaast is er een andere gemene deler: het delen van kennis. “Kennis moet je nooit voor jezelf houden”, vindt Kuppers. “Ik ben niet zoals een kok. Op mijn eigen website staat hoe we iets maken, met wie we dat doen en wie de producent is. Als je het wilt, kun je het zo


KENNIS IS DE SLEUTEL

72

TH E MA KWI NTESSE NS

Ons Kim, Kuppers & Wuytens

de school voor mijnenbestrijding op zee en ging vervolgens schilderen en beeldhouwen. Maar wat moest hij ermee?, vroeg hij zich af. Die beeldhouwwerken kon hij wel in zijn tuin zetten of verkopen, maar er moest meer zijn. Zijn eerste mes kocht hij in Frankrijk, aan de haven waar hij vissers met netten, vangst en snijgereedschap in de weer zag. Over zijn fascinatie voor messen kan hij kort zijn: een man blijft een man met stoere mannenverhalen, en daar horen nu eenmaal messen bij. Na zijn aankoop kon hij meteen huiswaarts keren want het vakantiegeld was op. Thuis nam hij een stuk spoorrail als aambeeld, de huisstoof gebruikte hij om metalen te smeden. Zijn eerste maaksels waren kunstmessen. De ommekeer kwam jaren later, toen hij met gebruikte materialen begon te werken. Vanaf dat ogenblik begon kennis een grote rol te spelen. Hoe herken je wat bruikbaar is? Een tak op vakantie was al interessant studiemateriaal. Maar ook een oude krant en zelfs afval van afval. Vervolgens was de vraag welke techniek je het beste kon toepassen. En daar kwam de ervaring uit het beeldhouwen weer om de hoek kijken. Het resulteerde in de ordinaire maar o zo handige patattenscheller, een must have in de keuken en de basis van al zijn andere creaties. Stuk voor stuk unieke exemplaren – van hout, krantenpapier, gelijmd perkament, knopen van een jas, eucalyptuswortel of papier van olifantendrollen. Inmiddels sieren zijn messen de tafels van sterrenrestaurants en de vitrines van het Design museum Gent. Met zijn bric-à-bracbegin groeide hij uit tot een van de weinigen die op zijn gebied in België als ambachtsman worden ‘die leerkrachten hebben geen idee wat wij erkend. “Ik heb geleerd van chaos, als bij kopiëren.” Kennis is ook wat Van Loocke hier doen’, aldus Van Loocke. Gewoon een een puzzel met heel veel stukken”, vertelt wil overbrengen. “Ik wil jonge mensen Van Loocke. “Die stukken kwamen bij mij goed idee van haar moeder. In vier dagen de kans geven om te ontdekken wat ze tijd heeft Deconinck een eigen lijn ontwik- samen door veel te knoeien en te prutsen. willen en om daar de besten in te zijn. keld van stretches, een oorsieraad dat zijn Door zelf te ontdekken of door te leren van Niet goed, maar de beste”, benadrukt hij. “Het gaat in mijn atelier helemaal niet over oorsprong vindt in Afrikaanse tribale stam- anderen met een heel andere achtergrond. Want iedereen heeft wel iemand nodig die men. Of, zoals Van Loocke het samenvat: messen, het gaat over de vorming van hem of haar een schop onder zijn kont de mens. Door kennis kun je een niveau in vier dagen tijd staat zij aan het begin bereiken dat een ander niet aankan. Dan van haar eigen bedrijf. Stretches? Messen? geeft. Iemand die je tot andere inzichten brengt.” Als voorbeeld van zijn eigen leeronderscheid je je van de rest. Als je zelf “Het is het materiaal en de techniek waar meester noemt hij kunstschilder Octave de kennis in huis hebt, ben je verplicht het om gaat, en die wijken bij deze heel die door te geven.” En dus is iedereen die verschillende producten weinig van elkaar Landuyt. Om parels te zetten in juwelen keek deze naar de techniek uit de tandover technieken en materialen wil leren af. Sterker nog, de stretches worden gewelkom. Iedereen. Als je maar gewoon maakt van het restproduct van de messen”, heelkunde om kronen te plaatsen. “Dat je een bepaalde techniek uit een sector kunt meeloopt in zijn dagelijkse praktijk, want legt Deconinck uit. toepassen in een heel andere was echt de zaak moet wel blijven draaien. Van Loockes eigen leertraject beeen eyeopener”, zegt Van Loocke. stond uit al wat en wie op zijn pad kwam. Inès Deconinck is als pas afgestuKuppers toog naar het diepe zuiden deerde van de kunsthumaniora Sint-Lucas Te beginnen bij zijn bonte schoolachvan Spanje om een andere weg in te slaan. tergrond. Hij volgde les aan het Hoger in Gent bij Van Loocke in de leer gegaan. Bij een zadelmaker in Sevilla maakte hij Rijksinstituut voor Tuinbouw Melle, zat op Geen verplichting vanuit de school, want


KWI NTESSE NS TH E MA KENNIS IS DE SLEUTEL

73

Inès Deconinck


KENNIS IS DE SLEUTEL

KWI NTESSE NS

kunnen vormgeven, kunnen meedenken in een team of een idee van een klant kunnen vertalen naar een goed product.” Niet alleen bedrijven zien de meerwaarde van deze opleiding. Inmiddels heeft ook de VDAB de opleiding erkend. “Niet zo heel vreemd”, vindt Kuppers, “wanneer je bedenkt dat we een tekort opvullen. Iedereen met een secundair diploma kan zich aanmelden. Er zijn zoveel leerlingen die heel creatief zijn, maar voor wie de hogeschool een brug te ver is. Die vallen anders tussen wal en schip. Andere studenten willen eerst nog wat ontdekken voordat ze een keuze maken voor een vervolgopleiding.” Proeven die hun vruchten afwerpen. Zodra ze zijn afgestudeerd, worden ze assistent-ontwerper bij architectenbureaus of bedrijven. Maar evengoed zijn het technische mensen die in een garage accessoires maken voor gepimpte auto’s. Een andere deel kiest voor een eigen bedrijf. En Inès Deconinck? Haar sieraden zijn inmiddels te koop bij het Design museum Gent. — www.knifeforging.com, www.kupperswuytens.com

TH E MA

nier van denken en een mentaliteit mee te geven. Ik vind het erger als ze hun opdracht niet hebben uitgevoerd dan dat ze iets maken wat nergens op slaat.” Anders denken en creativiteit staan voorop. En dus stuurt hij zijn leerlingen naar de prullenwinkel waar ze zich bij alles wat ze zien de vraag moeten stellen: waarom heeft dat die vorm? “Neem een porseleinen slakom: als ik die omdraai en ik boor een gaatje erin dan is het een lamp. Zelfde vorm, totaal andere functie. Zulke oefeningen zijn de moeilijkste die ze krijgen.” Het succes van de opleiding die Kuppers in 2007 startte, zit in de ontwikkeling in de breedte. Een leerling met een technische achtergrond wordt bijgespijkerd op creatief vlak, terwijl iemand met een enorm creatieve geest geholpen is met technische kennis. “Economisch is er behoefte aan mensen die weliswaar een specialistische achtergrond hebben, maar die breed inzetbaar zijn. Onder technische tekenaars zijn veel werklozen. Wij leren hun meer dan alleen techniek, zodat ze naast die goede technische tekening ook

Salontafel uit corian en eik, leerlingen industriële vormgeving van de Kunstschool Genk voor het project Hoezo Design! in samenwerking met leerlingen van het Technisch Instituut Sint Lodewijk Genk

kennis met het ambacht van leerbewerking. “Tijdens mijn hele opleiding aan de kunsthogeschool in Genk had ik met materialen gewerkt, maar nog nooit met leer. Ik wilde een eigen vak ontwikkelen. Dat lukt je door een materiaal door en door te leren kennen, ver van al het industriële dat en masse en zonder ziel wordt gemaakt.” Leer is nu zijn handelsmerk. Met Michaël Verheyden ontwikkelde hij een eigen tassenlijn, nadien ging hij de samenwerking aan met juweelontwerpster Karen Wuytens. “Juwelen ontwerpen is ook zo’n ambacht, net als leer bewerken. Daar heb je kennis en techniek voor nodig, maar je kunt het alleen echt in de vingers krijgen door te oefenen, te oefenen en nog eens te oefenen.” Hard werken is het adagium. Dat geldt ook voor zijn leerlingen. Met dertien studenten per jaar is het mogelijk om iedereen individueel te begeleiden, maar ze moeten wel zelf aan de bak. Waar Van Loocke meer het principe laisser faire hanteert, is Kuppers de man van ‘afspraak is afspraak’. “Wat ik belangrijk vind,” vertelt Kuppers, “is om jonge mensen een ma-

74


Mode, is dit Belgisch?

Costumelle, gepersonaliseerde broekpakken voor vrouwen, is een recent niche-initiatief van Xandres. De afwerking van de pakken gebeurt in het atelier in Destelbergen. — foto: Wendelien Daan

KWI NTESSE NS

TH E MA

Nadenken over lokale productie

75


TH E MA

De globalisering is stilaan op zijn retour, steeds meer producenten en consumenten tonen opnieuw interesse in lokaal gemaakte producten. ‘Think global, act local’ mag dan een fantastische marketingslogan zijn, maar hoe haalbaar is mode Made in Belgium nog?

Anne Chapelle, directeur van bvba 32, het bedrijf dat designernamen als Ann Demeulemeester en Haider Ackerman produceert, heeft een droom. Ze zou graag een eigen confectieatelier opstarten in Antwerpen. Ze gelooft stellig dat zo’n atelier financieel levensvatbaar kan zijn. Nochtans geeft de Belgische economische realiteit haar ongelijk. “Een drietal jaar geleden vroeg ik mijn zoon, die ingenieur is, of hij een haalbaarheidsstudie kon maken voor zo’n kleine fabriek”, vertelt Chapelle. ‘Doe dat niet, mama’, zei hij. ‘Als je alle machines zelf moet aankopen, zonder goed geschoold personeel om ze te bedienen, dan lukt dat niet’. Ik probeerde me daarbij neer te leggen, maar toch kan ik het idee niet loslaten. Ik blijf me ergeren aan al die extra kosten die productie in het buitenland met zich meebrengt. Vrachtwagentransport, bijvoorbeeld. Ook de maakprijzen stijgen. En dan ga ik weer broeden. Zo’n klein atelier met twintig mensen, dat zou toch moeten kunnen. Ja, het zal inspanningen kosten, maar internationaal zie je dat home production opnieuw in de lift zit.”

MODE, IS DIT BELGISCH?

Sinds zowel de highstreetmerken als de high fashion in de jaren 80 en 90 de voordelen van massaproductie in lageloonlanden ontdekten, ging het steil bergaf met de plaatselijke modeindustrieën, en niet alleen in België. Het fenomeen outsourcing veegde de textielproductie in de meeste landen in WestEuropa van de kaart. Maar een kentering van deze tendens lijkt zich aan te dienen. Sinds een paar jaar zetten modesteden als New York en Londen opnieuw in op lokale productie, en met succes. De Britse textielsector spreekt sinds enkele maanden van lichte groei. Marktonderzoekers spreken van de sterkste toename in 22 jaar. Ook in New York zet het Council of Fashion Designers of America (CFDA) in op mode made in the city. Ter ondersteuning van de sector werd het Fashion Manufacturing Initiative (FM I) opgericht, een fonds waarin belangrijke spelers uit het veld zoals Ralph Lauren en Andrew Rosen van het merk Theory aanzienlijke sommen geld investeren om lokale

76

— Cathérine ONG E NAE textielateliers de kans te geven om te groeien, mensen op te leiden en knowhow op te bouwen. Maar België dus. Eric Magnus, directeur van Creamoda, de Belgische beroepsfederatie van kleding- en textielproducenten, is pessimistisch over de terugkeer van modeproductie op grote schaal naar ons land: “Die ateliers in Londen en New York lijken me eerder marginale fenomenen voor een kleine doelgroep. Bovendien wordt produceren in China stilaan duurder, terwijl de loonkost in de VS gedaald is. Het land is weer competitief met China, dan maak je als fabrikant een kans. Zoiets is ondenkbaar in ons land. België heeft de op een na grootste loonkost ter wereld. Dat maakt het exclusief produceren van grote oplages in ons land nauwelijks nog mogelijk. Sympathiek, zo’n atelier, maar mij lijkt het vooral een naïef idee. De kledingsector zit in een negatieve spiraal.” Wel merkt Eric Magnus op dat producenten die eerst hun heil zochten in China teleurgesteld zijn over het gebrek aan kwaliteit en controle, en stilaan andere oor-

KWI NTESSE NS

P75 — 78


KWI NTESSE NS TH E MA

den opzoeken. Men herlokaliseert naar een Aziatisch buurland van China of Noord-Afrika. En Oost-Europa wordt stilaan populair. Ook Gysemans Clothing Industry, met thuisbasis in Rotselaar, is intussen naar Roemenië verhuisd. Marc Gysemans produceerde vroeger collecties van heel wat Belgische ontwerpers, maar toen de omzet van velen kelderde door de crisis, zag Gysemans zich verplicht te herstructureren en zijn productie naar Oost-Europa te verkassen. Sinds 2011 pendelt hij wekelijks naar Roemenië om de fabricage van de collecties van Rue Blanche, Sofie d’Hoore, Stephan Schneider en Raf Simons te overzien. “In België produceren is onbetaalbaar geworden”, beaamt hij. “Voor 35 euro per uur per stikster kun je geen betaalbare kleding maken, zelfs niet voor high-end fashion. Wij bepalen de waarde niet, dat doet de verbruiker. De consument heeft geen benul van de werkelijke maakprijs, die wil gewoon het goedkoopste. Het is ook niet evident om op een ethische en milieuvriendelijke manier te produceren als de concurrentie in de lageloonlanden handarbeiders uitbuit en het milieu er ook nog eens bij vervuilt. Een oplossing zou kunnen zijn dat de Europese Unie de oneerlijke concurrentie met de lageloonlanden aanpakt door taksen te heffen op producten die van buiten Europa worden ingevoerd. Dat zou lokale productie kunnen stimuleren.” Een andere mogelijke oplossing voor fabrikanten ziet Gysemans in de korteketenproductie, of de fabrikant die zelf retailer wordt. Het is een piste die Gysemans zelf onderzoekt. In september hoopt hij een kleine herencollectie te lanceren die vanuit de intussen sterk uitgedunde productiecel in Rotselaar aan de klant zal worden aangeboden. “Op die manier kan ik een prijsklasse aanbieden die overeenkomt met wat je in de grootwarenhuizen vindt, zonder mensen uit te buiten”, klinkt het. Om de problematiek van de modesector in kaart te brengen, liet het Agentschap Ondernemen een studie uitvoeren. Ook Flanders Fashion Institute (FFI) werd daarbij betrokken. Uit de studie bleek dat de noden van de sector complex zijn. “De loonkost is inderdaad een zwaar probleem voor wie in België wil produceren”, legt FFI-project manager Ann Claes uit. “Maar dat is lang niet het enige. Door de seizoensgevoeligheid van mode kunnen fabrikanten niet continu produceren. Er zijn pieken, maar ook veel dalen. Bovendien zou er een tekort zijn aan goed geschoolde krachten. De instroom van jong bloed ligt laag, de gemiddelde leeftijd van de stiksters neemt toe. De meeste Belgische fabrikanten produceren bovendien in het buitenland. Zo dreigt men ook knowhow te verliezen.” Een goede modeontwerper is daarom nog geen goede ondernemer. Om designers zakelijk bij te staan bekijkt de Vlaamse overheid de haalbaarheid van een ‘huis van de mode’ waarin de inspanningen van verschillende organisaties worden gebundeld om modebedrijven te helpen starten en/of door te groeien

MODE, IS DIT BELGISCH?

naar een hoger niveau. Als incubator zal het huis coaching en ondersteuning voorzien, maar ook denkt men aan een sensibiliseringscampagne die de consument moet uitleggen waarom mode van bij ons duurder is. Maar misschien is het allerbelangrijkste element wel dat dit initiatief de contacten tussen ontwerpers en producenten wil verbeteren. Producenten zijn namelijk niet tuk op de kleine maar vaak ingewikkelde productie-eenheden die beginnende ontwerpers bestellen, omdat het veel energie vraagt voor relatief weinig opbrengst. Maar FFI en Creamoda hebben een lijst klaar met fabrikanten die wel met jonge ontwerpers willen samenwerken. Die lijst staat online, en wordt aangevuld met netwerkdagen waarop verschillende partijen elkaar kunnen ontmoeten. “Werk generen is een stap in de goede richting, maar massaproductie mag men vergeten”, zegt Eric Magnus. Wel ziet Magnus toekomst in het conserveren en ontwikkelen van knowhow en creativiteit. Dat die zaken dringen, blijkt uit de verzuchtingen in de sector zelf: goed geschoolde krachten zouden zeldzaam worden. Liesbeth Wouters is als strategisch accountmanager bij de VDAB en domeinexpert voor de confectieopleidingen op de hoogte van de kwestie. “Mensen die goede kwaliteit kunnen leveren en zelfstandig kunnen werken, zijn inderdaad moeilijk te vinden”, bevestigt Wouters. “Nochtans zitten de opleidingen mode en creatie in het beroeps- en technisch onderwijs vol. Er is interesse en we hebben het talent, maar de studenten die van school komen zijn niet voldoende voorbereid op de industrie. Ze moeten dus verder worden opgeleid, maar omdat die lat zo hoog ligt, haken velen af en kiezen voor een baan als verkoper. De vorige generatie kon tenminste nog aan de slag met een leercontract, zo kreeg men een degelijke opleiding in het bedrijf zelf.” Opmerkelijk is dat Wouters ook veel talent ziet binnenstromen bij allochtonen die bij de VDAB een technische opleiding komen volgen. “Je merkt dat Iraniërs, Afrikanen en Russen enthousiaster zijn en nog de competenties hebben. Ze tonen belangstelling en respect voor handvaardigheid. Alleen moet ik vaststellen dat er op de werkvloer nog een grote barrière is om allochtonen aan te werven. Het andere personeel aanvaardt hen niet.” Maar dat is een kwestie van tijd, denkt ze: “Nog een generatie verder en we weten niet meer wie waar vandaan komt.” “Er is geen gebrek aan geschoold personeel”, nuanceert Rob Senden, directeur van het Opleidingsen adviescentrum voor Belgische mode en confectie (IVOC). “Wel integendeel. Momenteel worden meer dan 3 000 jonge mensen voorbereid op een job in de textielsector. Weinig kun je dat niet noemen. De opleidingen zijn er, maar de kwaliteit moet omhoog. De moeilijkheid om goed personeel te vinden is ook te wijten aan de lonen in de textielsector. Die liggen erg laag voor iemand die de ambitie heeft zich te ontplooien. De sector is dus zeker niet de meest beloftevolle voor jonge mensen.”

77


TH E MA

voort uit een verlangen naar duurzaamheid”, zegt ze. “Ik wil een productieketen die ik kan overzien. In de luxe-industrie is duurzaamheid een must. Veeg je daar je voeten aan, dan speel je over 25 jaar niet meer mee. Als bedrijf moet je ook keuzes durven maken. Wat is het doel? Heel veel profijt maken? Dan moet je naar de lageloonlanden. Maar als je tevreden bent met een gewoon profijt van pakweg 10 % winst op de totale omzet, dan moet dat lukken. Je hebt natuurlijk wel de steun en de medewerking nodig van andere partijen. Waarom geen nieuw Textielplan maken, een overeenkomst tussen overheid, onderwijs en de sector? Want als de een niet mee wil, kan de ander niet verder. Het heeft geen zin om in opleiding te investeren als die mensen geen uitzicht hebben op werk. Bedrijven moeten zich dus ook willen engageren, en zelf investeren in opleiding. Chapelle pleit voor een herwaardering van het beroep in de modesector: “Vroeger was kleermaker een eerbaar beroep. Nu is beroepsonderwijs afvalonderwijs. Terwijl daar best slimme mensen in terechtkomen, alleen hebben ze soms wat meer tijd nodig. Het is dus een kwestie van die leerlingen te motiveren en hun talenten te waarderen. Om hen te tonen dat de modesector een fijne sector is, dat kleren maken fun kan zijn.” Dat Eric Magnus het idee van lokale productie naïef noemt, doet haar weinig. “Naïviteit is een belangrijke motor voor succes”, reageert Chapelle. “Fatalisme en cynisme brengen ons nergens. Een kleine, gezonde kmo, ik geloof daarin. Waar een wil is, is een weg.”

KWI NTESSE NS

Het verlies aan savoir-faire is een probleem waar ook Senden mee bezig is. “Heel Europa heeft te maken met dit fenomeen. De transfer van kennis kalft af. Vroeger werd het vak aangeleerd door jarenlang als leerjongen/leermeisje onder de vleugels van een specialist te werken. Jonge mensen willen dat niet doen. Maar het metier verdwijnt uiteraard ook omdat er minder vraag naar is. Door de technologische evolutie zijn sommige competenties, zoals patroontekenen met de hand, niet meer nodig, behalve dan in een zeer ambachtelijke omgeving.” Om tenminste die erosie tegen te gaan, gaat het IVOC samenwerken met dezelfde consultant die ook samenwerkt met het Parijse Maison du Savoir Faire. Dat werd afgelopen jaar opgericht met steun van de Europese Commissie, en wil als kenniscentrum alle aspecten van het metier documenteren en bewaren. Europa schiet de industrie dus te hulp, maar toch is Senden geen grote believer in subsidies voor de modesector. “Subsidies zijn goed als katalysator”, vindt hij, “maar niet om een heropleving van lokale productie structureel mee te financieren. De oplossing moet in de eerste plaats worden gedragen door de sector zelf. In Londen boekt een project rond Saville Row bijvoorbeeld succes. Kleine modebedrijfjes richten daar met succes ateliers op die van die savoir-faire en dat erfgoed hun handelsmerk maken. Italië doet iets soortgelijks met de ledersector, in Nederland heb je de Arnhem Fashion Factory.” Dat vindt ook Anne Chapelle. Ondanks die hoge loonkost denkt ze dat pure Made in Belgium geen utopie hoeft te blijven. “Mijn droom komt

MODE, IS DIT BELGISCH?

78


MoMu Nu

KWI NTESSE NS

S H O OT

79


Deze vijf namen zijn van een generatie ontwerpers die na de Zes van Antwerpen zijn afgestudeerd, dus vooral van de jaren 1990 - 2000. Met de keuze voor deze ontwerpers zetten Kwintessens en MoMu het hedendaags en toekomstig talent in de verf. MoMu verzamelt in zijn collectie silhouetten van zowel grote als pas aanstormende namen. De gekozen silhouetten zijn ofwel van Belgische ontwerpers of van internationale ontwerpers die hebben gestudeerd aan de modeafdeling van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten.

P 79 Ensemble bestaande uit een jas in kunstvezel en kunstzijde, een blouse in wol, kunstvezel en katoen, een broek in kunstvezel en katoen, en een paar plateauschoenen in leder, Minju Kim, Design Award H&M 2013, H/W 2013-2014 P 81 Japon en jas in bedrukte zijde, versierd met ruches in machinekant, Olivier Theyskens voor Rochas, H/W 2003-2004 P 82 Trenchcoat in kurk, blouse in zijde en kunstzijde, short in katoen en sandalen in leder, Veronique Branquinho, L/Z 2009

S H O OT

Naar aanleiding van de expo MoMu Nu – Hedendaagse Mode uit de MoMu Collectie selecteerde Kwintessens vijf silhouetten uit de collectie van het MoMu – ModeMuseum Provincie Antwerpen en vroegen we de Antwerpse fotograaf en kunstenaar Michaël Smits om een digitale interpretatie te maken van de silhouetten. Zijn gefragmenteerde en kleurrijke bewerking van de beelden zorgt voor een hedendaagse blik op deze silhouetten van jonge ontwerpers.

P 83 Ensemble bestaande uit een jas in leder en zijdesatijn, een rok in wol, ceintuur in leder met metalen gesp en handschoenen in leder met siersluiting in veters, Haider Ackermann, H/W 2011-2012 P 84 Japon in zijde en kunstzijde, Peter Pilotto, H/W 2012-2013

Fotografie silhouetten: Stany Dederen Beeldmanipulaties: Michaël Smits Productie: David Flamée

KWI NTESSE NS

MoMu Nu – Hedendaagse Mode uit de MoMu Collectie — tot 4 januari 2015 in het ModeMuseum Antwerpen

80


KWI NTESSE NS

S H O OT

81


82 KWI NTESSE NS

S H O OT


KWI NTESSE NS

S H O OT

83


84 KWI NTESSE NS

S H O OT


Cases 86

KWI NTESSE NS

Michel Vaerewijck: fotografie met een handleiding

90

MÖBEL: upcycling met internationale ambitie

88

LMBRJK: gelaagde ontwerpen in houtfineer

CAS E S 85


gevernist – is geen bevlieging. De oude techniek die letterlijk unieke beelden oplevert, is voor Michel Vaerewijck een bewandelbaar pad in zijn persoonlijke zoektocht naar waardevolle beelden.

Om nostalgische redenen doet hij het niet. Fotograaf Michel Vaerewijck gebruikt oude fotografische technieken om letterlijk unieke beelden te maken. Foto’s die als object op zich een waarde hebben en de tand des tijds moeiteloos doorstaan.

“Je weet dat ik een gedachtenwroeter ben. Ik heb er heel lang over nagedacht en ben er nog niet uit. Ik zoek nog altijd een antwoord op de allermoeilijkste vraag voor elke creatieveling: wat voeg ik toe? Wetenschap bouwt voort op wat er is, gaat verder. In de creatieve sector daarentegen worden continu dingen herhaald.”

Michel Vaerewijck — foto: Wouter Van Vaerenbergh

Voor hem dus geen modellen met hoge hoeden of een ‘re-enact’ styling. Zijn love affair met glas- of metaalplaten – waar eerst collodium over wordt gegoten en die daarna in een bad zilvernitraat worden ondergedompeld, achterin de camera worden gemonteerd en na het nemen van de foto worden ontwikkeld, gedroogd en

MICHEL VAEREWIJCK

Het was op een fotoveiling enkele jaren geleden dat Michel Vaerewijck zijn al langer sluimerende onrust over de ontelbare foto’s op zijn computer plots helder kon omschrijven. “Ik sta daar rond te kijken en zie prachtig werk hangen van de grootste fotografen. Geweldige foto’s. Maar ik realiseer mij dat ze, los van de inhoud, waardeloos zijn. Het zijn posters. Het object foto is nu een poster. Gratuit, en – mag ik me laten gaan? – vulgair.”

Ook voor de geportretteerden is er een handleiding. “Hoewel ik door het kunstlicht van nu niet werk zoals in de 19de eeuw – toen bonden ze mensen vast aan een stoel vanwege de lange belichtingstijden – moet je toch vijftien seconden op een rustige manier je adem kunnen inhouden. Dat oefen je het best eens. Het resultaat is hoe dan ook een wonder.”

Sindsdien zoekt de fotograaf naar manieren om de foto weer waarde te geven als object. “Ik hou van fotografie. Ik wil ervoor zorgen dat de foto’s die ik maak meer zijn dan een tijdelijke vulgariteit. Ik beschouw de collodiumtechniek als een manier om opnieuw het unieke binnen te brengen in mijn fotografie.”

Helemaal enthousiast is de fotograaf over de fysieke relatie tussen onderwerp en foto. “Op een fotoplaat breng ik met chemicaliën verschillende lagen aan zodat die lichtgevoelig wordt. Tussen de plaat en het model of object staat niets meer: de lichtenergie verandert de materie. Er is dus een rechtstreeks energetisch verband tussen foto en model. Dat is onvoorstelSchoonheid schuilt volgens Michel Vaerewijck niet alleen in de uniciteit, maar baar anders dan om het even welke vorm heeft ook een zekere eeuwigheidswaarde van fotografie. Digitale fotografie daarenen staat middenin het leven. “Wanneer een tegen is volledig ontdaan van het leven. beeldhouwer een steen polijst, dan weet je Het is geen registratie van energie, maar dat er over 300 jaar wel vlekken of sporen een meeting. Een mathematische meeting dan nog, geen fysieke. Er is geen verband zullen zijn, maar dat die dan een toegevoegde waarde hebben. Als je een stuk in meer tussen de foto op je scherm of in polyester maakt, heb je geluk als het over print en de opname die je gemaakt hebt, behalve een zekere gelijkenis.” 20 jaar nog in je living kan staan. Dingen moeten een evolutie kunnen doormaken die hun schoonheid niet ondermijnt.” Het werk van Michel Vaerewijck is te bekijken in galerie C41. Naast de collodiumNa verschillende reeksen portretfotografie (en wie niet graag lang poseert: ten werkte Michel Vaerewijck voor zijn ook digitale beelden kunnen worden omrecentste reeks Arrow of Time, samen met gezet) werkt hij ook met koolstofafdrukken, landschapsarchitect Ronald van der Hilst. een zeldzame techniek die prachtige en Het werden verstilde beelden van een bijcomplexe foto’s met diepzwarte details en zondere bloem, een boeket, zelfs een boe- miljoenen grijswaarden oplevert. renkool. Aparte composities, het resultaat — www.michelvaerewijck.com van een zoektocht die in de begeleidende tekst omschreven wordt als “een queeste naar de schoonheid in de traagheid, het onvolmaakte en immer onvolledige”.

86

KWI NTESSE NS

In het atelier annex laboratorium van Michel Vaerewijck staat een reuze-Titancamera van zowat 70 kilogram. In opdracht van Vaerewijck gemaakt in Bulgarije. Het is een houten gevaarte op hoge poten, een simpele doos eigenlijk waar achteraan een metalen plaat of glasplaat van 50 op 50 cm in kan worden geplaatst en waar vooraan een ronde opening is voor de lens. Verderop in het atelier staan nog een paar kleinere exemplaren. Ze zien er retro uit en daarom wil de fotograaf er liever niet mee op de foto. “Het is niet omdat je verf en penseel gebruikt, dat je een rubensiaans schilderij maakt”, legt Michel Vaerewijck uit. “Het is ook niet omdat je een oude fototechniek gebruikt, collodium, van halfweg de 19de eeuw, dat je probeert foto’s van toen te imiteren.”

Het begrip slow photography, zoals Vaerewijck zijn werk met een hedendaagse term omschrijft, is hier letterlijk te nemen. Een beeld maken doet hij verspreid over minstens drie dagen. De chemicaliën moeten op voorhand worden gemengd en klaargemaakt, en na de opnames is er nog de nabewerking. “Je moet moeite doen. Het is fotografie met een handleiding. Bovendien ben je nooit zeker over de uitkomst. De chemicaliën kunnen echt kuren hebben. Als je mensen fotografeert, weet je ook niet hoe de huid zal worden weergegeven. Maar die onzekerheid is ook wel opwindend. In de moderne fotografie kun je alles exact berekenen. Hier weet je het nooit.”

CAS E S

Michel VAEREWIJCK: fotografie met een handleiding — Trui Moerkerke


Arrow of Time

KWI NTESSE NS

CAS E S

Etienne Vermeersch

87

MICHEL VAEREWIJCK


Toen de crisis toesloeg in Amerika, verhuisde Kleinhample naar Berlijn, waar hij aan de slag kon bij Barkow Leibinger Architects: “Dat is een echt Duits bedrijf, in die zin dat ze zich concentreren op de daadwerkelijke constructie van projecten. Op een gegeven moment begon de idee bij mij te groeien om beide ervaringen te combineren, en complexe structuren zelf, met de hand te bouwen.”

LMBRJK

88

CAS E S

Beide ondernemers komen uit een familie waarin handwerk hoog staat aangeschreven, en dat respect zet het duo voort op hun eigen manier: door hun materialen te blijven onderzoeken om via innovatieve technieken telkens weer limieten te kunnen verleggen, of oplossingen te vinden voor

Sadl Stool

Toch zou het te gemakkelijk zijn om deze twee designers louter te omschrijven als dit soort makers, want wat ze doen, gaat veel verder dan dat. Kleinhample deed eerst ervaring op als architect in New York, bij Asymptote Architecture, waar de nadruk sterk lag op het creëren van innovatieve schaalmodellen. “Er zaten vijftien jonge mensen die door de oudere generatie werden gestimuleerd om de meest wilde ideeën om te zetten naar realiteit”, vertelt hij. “Ik leerde er ontzettend veel bij over complexe vormen.”

“Toen ik een van onze eerste vazen cadeau gaf aan mijn oom, die zelf houtbewerker is, kon hij zijn ogen niet geloven. Die reactie krijgen we wel vaker van mensen die hout als materiaal door en door kennen. Hun appreciatie voor onze aanpak betekent dan ook veel voor ons”, vertelt Loncaric.

KWI NTESSE NS

Zo ontstond de basis voor LMBRJK, dat voorlopig vooral houten objecten ontwerpt en produceert met behulp van een lasersnijmachine. Elk object bestaat uit tientallen lagen fineer die allemaal afzonderlijk werden gesneden en daarna met de De naam LMBRJK werd afgeleid van hand op precieze wijze aan elkaar werden lumberjack, het Engelse woord voor houtbevestigd. “Het is een nieuwe typologie hakker. De designstudio startte twee jaar van productdesign”, verklaart Kleinhample. geleden met het ontwikkelen en produce“Alles kan in onze studio gebeuren, waarren van houten objecten, zoals vazen en door we het niveau van precisie en kwaliteit krukken, herkenbaar aan hun bijzondere, organische vormen. Achter de studio schuilt streng kunnen controleren en bewaken.” een internationaal duo. De Amerikaanse Jon Kleinhample en Sloveense Masa Ironisch genoeg laat deze arbeidsLoncaric leerden elkaar kennen in Berlijn, intensieve manier van werken de studio verhuisden samen naar Brussel en beland- toe om veel efficiënter te werken, zo vertelt den uiteindelijk in Antwerpen, waar ze de designer: “Een vriend van mij produwonen in een loft boven hun studio en ceert een collectie stoelen en krukken atelier. vanuit Berlijn, maar die totale productie kost hem ongeveer vier keer zoveel. Hij moet al die gekwalificeerde vakmensen Op het eerste gezicht maakt betalen, en is bovendien gebonden aan LM B RJ K absoluut deel uit van de maker een strikte planning die ver op voorhand movement die kwam aanwaaien vanuit moet vastliggen. Wij kunnen vandaag een de Verenigde Staten, en waarbij onafhanbestelling voor een stoel binnenkrijgen en kelijke, zelfstandige ontwerpers in hun die de volgende dag nog opsturen.” eigen huis, schuur of garage aan de slag gaan om producten in kleine oplage en De innovatieve productiemethode met de hand te produceren. Kleinhample zorgt er ook voor dat LM B RJ K producten en Loncaric bevestigen dat ze door hun ontdekkingen in Brooklyn en Los Angeles kan ontwikkelen die een traditionele houtbewerker zich zelfs niet kan inbeelden. beïnvloed werden, en benadrukken veel respect te hebben voor de manier waarop deze nieuwe generatie vakmensen de liefde voor hun ambacht doet heropleven.

Jon Kleinhample

LMBRJK: gelaagde ontwerpen in houtfineer — Stephanie Duval


KWI NTESSE NS Trilip Vase

CAS E S

beperkingen. De lasermachine vormt de basis van hun aanpak, die het duo binnenkort ook op andere materialen hoopt toe te passen. “We willen onze collectie uitbreiden met lederen objecten. We zijn geen vakmensen op dat gebied, want we kunnen niet stikken, maar we kunnen wel op zoek gaan naar productiemethodes waarbij stikken niet nodig is”, stelt Loncaric.

de vakmensen die ze zelf omschrijven als vintage makers. “Hoe hard we soms ook probeerden om objecten te maken die binnen dat label zouden passen, het lukte ons nooit om die moderniteit eruit te houden”, lacht Kleinhample. “Al onze ontwerpen zullen altijd een balans proberen te houden tussen het tactiele en het digitale.”

De mix van respect voor materialen en traditie enerzijds, en de nooit aflatende zoektocht naar moderne technieken anderzijds, zorgt ervoor dat LM B RJ K niet in hetzelfde hokje te vangen is als

Wanneer het duo droomt over de toekomst, is het duidelijk dat die enkel mogelijk is volgens hun specifieke opvattingen. Hun studio willen ze ombouwen naar een commerciële ruimte waar ze niet

LMBRJK

89

enkel hun producten kunnen verkopen, maar ook mensen kunnen ontvangen voor koffie of hun eigen interpretatie van de Californische fusionkeuken, bijvoorbeeld. “Het doel is om samen te werken met grotere bedrijven en voor hen te ontwerpen, maar zonder ooit onze kern te verliezen”, legt Kleinhample uit. Loncaric treedt hem daarin bij: “Als we uitbreiden, dan moet het op onze manier, consistent met onze visie. We zouden nooit zomaar iets ontwerpen, verkopen en dan compleet uit handen geven, zo zitten we niet in elkaar.” — www.lmbrjk.com


Ondanks het succes van kringloopwinkels blijven heel wat spullen er onverkocht. De diverse winkels proberen daarvoor oplossingen te vinden, want een container afval kost ook geld. Voor het upcyclen doen ze dan al eens een beroep op ontwerpers. Het meest bekende initiatief is het jaarlijkse Brusselse mode- en designevent van Spullenhulp. Maar het upcyclen blijft nog al te vaak beperkt tot het herschilderen in trendy kleuren van wat meubeltjes in het kader van tewerkstellingsprojecten.

Pieter Boons contacteerde enkele collega-ontwerpers uit zijn netwerk: Maarten De Ceulaer, Kaspar Hamacher, J IJ’S (architecten de vylder, vinck, taillieu en Serge Vandenhove) en Makkink & Bey. Voor een beperkte vergoeding waren zij bereid mee in het project te stappen. Maar het kind moest een naam hebben. Op weg naar Eupen, waar ze een bezoek brachten aan het atelier van Kaspar, passeerden ze Daar wil ResourceLab wat aan doen. een meubelzaak. ‘MÖB E L’ was geboren. Het project van de Kempense organisatie Kaspar Hamacher ging aan de slag vzw WE B is, net als de kringwinkel, gevesmet stoelen die onverkoopbaar zijn. Hij tigd in Turnhout. Er werken zeven personen, inclusief Debby Van Aalst, verantwoor- geeft ze een gelijkaardige vorm door ze delijke voor de communicatie en verkoop. vlak te schuren en als een diamant te polijsten. Door de schuine zijden worden Met geld van het Europees Sociaal Fonds de stoelen schakelbaar. Ook barkrukken ontwikkelden ze een blauwdruk voor kunnen op dezelfde werkwijze worden een coöperatief samenwerkingsmodel behandeld. met verschillende partners uit de sociale economie en het onderwijs. Zo richtten ze Meubelen die na twee weken onverhet sociaal restaurant in, in samenwerking kocht blijven, worden ontmanteld. Delen met de opleiding interieurvormgeving van de Thomas More-hogeschool in Mechelen. die echt nergens voor kunnen worden gebruikt, laat Maarten De Ceulaer hakselen. Ook de MAD -faculty zette een project op Dat materiaal wordt gesorteerd op kleur onder de naam Artisanato. en wordt in een epoxyvorm gegoten. MaarBinnen dat kader kwamen studenten ten haalde zijn inspiratie bij de Brusselse ontwerper Ado Chale, al maakt deze vooral Ben Hagenaars en Ollivier Piqueray tot twee producten. LayerCake is een collectie gebruik van dure materialen zoals brons, jade en andere halfedelstenen. krukjes en tafeltjes gemaakt uit verlijmde platen houtafval. Graphic Interventions is een methode om stoelen en tafels te Makkink & Bey ontwierpen een verherschilderen en met oude borduurprints bindingselement voor de assemblage van te decoreren, om zo van losse elementen open kasten. Ze werkten daarvoor twee toch één geheel te maken. Deze meubelen weken in het atelier van ResourceLab. Het worden voor vrij lage prijzen vooral via open karakter van de kast laat de inhoud fairtradewinkels verkocht, al wordt ook wel zien. Dat kunnen kleren zijn, die zo gemakop de projectmarkt gemikt. kelijker kunnen worden gelucht, of andere objecten. De wanden van de kast kunnen worden opengezet zoals een kamerscherm.

MÖBEL

90

De architecten van J IJ’S ontwierpen voor de productiestudio’s van Les Ballets C de la B een tafel, die zij op Interieur 2010 aan het publiek hebben gepresenteerd, en die is uitgegeven bij Labt. In 2011 recycleerden ze de reeds ‘van oma gestolen’ tafel van Labt voor het tentoonstellingsconcept Inutilities dat toen te zien was bij Galerie Valerie Traan. Voor MÖB E L wordt deze oorspronkelijke tafel opnieuw in een oud kleedje gestoken door met LayerCake-materiaal te werken, één van de eerste toepassingen van ResourceLab. De eerste collectie van MÖB E L wordt tijdens Design September gepresenteerd in de Design Vlaanderen Galerie, en daarna in in Antwerpen. Verder zal ze te koop worden aangeboden op de webshop van Resourcelab (www.resourcelab.be/ mobel). Om zich internationaal te promoten op de grote beurzen zijn weinig budgetten beschikbaar. Daarom wordt uitgekeken naar betaalbare events rond upcycling en creativiteit. Voor marktonderzoek wordt samengewerkt met de Thomas More-hogeschool. De studenten hebben geholpen met een bevraging en een reeks creatieve marketingideeën. Er komt een volledige huisstijl om de collectie te ondersteunen en elk jaar zal er een nieuwe ontwerper meewerken.

CAS E S

Een hoogwaardige designcollectie lanceren aan de hand van afgedankte materialen: dat is wat ResourceLab doet met MÖB E L. Vier bekende ontwerpers en ontwerpbureaus hebben zich achter dit initiatief van ResourceLab geschaard en stellen hun werk in primeur voor tijdens Design September.

ResourceLab wil de lat hoger leggen. Niet alleen door materialen te recycleren, maar ook in het vormgeven. Het heeft de ambitie een bekend designmerk te creëren dat in de betere designzaak te vinden is. Maar daarvoor heeft het project ook bekende designers nodig. Ze klopten aan bij Pieter Boons, scenograaf van tentoonstellingen zoals Je Suis Dada en Tales of Heroes (voor Design Vlaanderen). Pieter Boons houdt ervan oude dingen te hergebruiken, ook bij zijn interieurprojecten. In Turnhout was hij al goed bekend. In 2012 restylede hij de kantoren van S PK (Strategische Projectenorganisatie Kempen) waar alle kantoormeubilair minutieus werd geïnventariseerd en herdacht naar nieuwe meubels als ideale coworking-omgeving.

Tot en met 31 oktober 2014 kunt u MÖB E L ontdekken in de Design Vlaanderen Galerie in Brussel. Van 27 november 2014 tot en met 17 januari 2015 kunt u ze bekijken in Designcenter De Winkelhaak.

KWI NTESSE NS

MÖBEL: upcycling met internationale ambitie — Christian Oosterlinck


KWI NTESSE NS

Maarten De Ceulaer — foto: Kristof Vrancken

Makkink & Bey — foto: Kristof Vrancken

CAS E S JIJ’S — foto: Kristof Vrancken

MÖBEL

91

Kaspar Hamacher — foto: Kristof Vrancken


MUZIKANT/ CREATIEF ONDERNEMER

WILL.I.AM


Gespot 94

KWI NTESSE NS

Awareness Award

95

The Power of Object(s)

95

Generation Creatives

G E S P OT 93


G E S P OT

Serpentine, Ian Reveley

AWAR E N E SS AWAR D — Lut Pil

López, Sara Tapia en Berta Navarro van dezelfde hogeschool in Spanje het belgeluid van een gsm. De semiconische vorm stuurt het geluid, zonder kabels en Voor de vierde keer organiseerde elektronische technologie te gebruiken. Associated Weavers uit Ronse de Het natuurlijke karakter van de geluidsAwareness Award. Die internationale wedversterking wordt visueel vertaald in een strijd stimuleert jonge designers om op een ecocreatieve wijze oude tapijtstalen en ambachtelijke uitwerking en een ‘ruraal’ afval van tapijtproductie in te zetten in een uiterlijk. Sleutelbegrippen in hun concept proces van upcycling. Dit jaar werd ook een zijn organisch, natuurlijk, rustiek, traditie, handgemaakt. Ze bepalen voor dit prothema opgegeven: sound. Designscholen duct ook de filosofie van de verpakking, uit België, Hongarije, Slovenië, Spanje en die bestaat uit gerecycleerd bruin karton. Groot-Brittannië zonden voorstellen in waarin tapijtrestanten een tweede leven Niet geluid op zich, maar het beeld kregen. De eerste prijs ging naar de akoesvan geluidsgolven is het vertrekpunt van tische wand Aglaya, ontworpen door Ane het derde winnende ontwerp, een inzenCastro Sudupe en Núria Costa Ginjaume ding van Ian Reveley van Buckinghamvan de Escola Superior de Disseny in het Spaanse Sabadell. Het esthetische patroon shire New University, School of Design uit Groot-Brittannië. De stoel Serpentine van zich herhalende tetraëders recycleert verwerkt een aanzienlijke hoeveelheid op een intensieve wijze tapijtafval én de geluidsisolerende en -verbeterende eigen- tapijt in een ‘geluidsgolvende’ beweging, waarbij de plooien een zachte zitting schappen van het materiaal. vormen die nauwelijks nog aan een tapijt doet denken. Aan de achterzijde herhaIn het uiterst eenvoudige maar telen de geluidsgolven zich in de metalen gelijk verrassende ontwerp Kairos, dat de ophanging. tweede prijs wegkaapte, versterken Tania

94

Een speciale vermelding is er voor een andere stoel die expliciet met de idee van tapijt speelt. Magic Carpet Chair van Saloua El Hammouti van de hogeschool Thomas More uit Mechelen verwijst niet alleen in de naam, maar ook in het concept naar de Arabische wereld. Het ontwerp combineert op een poëtische en intelligente wijze de idee van een stoel met de cultuur van op een tapijt zitten – een

Kairos, Tania López, Sara Tapia en Berta Navarro

KWI NTESSE NS

Mur Velu, Nina Vavpeticˇ , Nataša Travnikar, Mojca Cesar en Ema Babošek

Aglaya, Ane Castro Sudupe en Núria Costa Ginjaume


Een speciale vermelding is er ook voor Mur Velu van Nina Vavpeticˇ , Nataša Travnikar, Mojca Cesar en Ema Babošek van de Academy of Design, Ljubljana in Slovenië. De dubbelgeplooide tapijtstrook neemt de contouren aan van een muziekinstrument. Vastgeschroefd aan een wand vormt deze band een beschermende houder voor het instrument. De geselecteerde projecten worden in januari 2015 tentoongesteld op de beurs Heimtextil in Frankfurt am Main. (www.awarenessaward.be)

G E N E RATION CR EATIVE S — Trui Moerkerke

G E S P OT

In dit nummer van Kwintessens wordt traditiegetrouw aandacht besteed aan afstudeerprojecten van studenten in design en mode. Rond deze tijd komt weer een nieuwe lichting creatief talent op de arbeidsmarkt. Wie van deze lichting als creatief ondernemer aan de slag wil, kan nu aansluiten bij Generation Creatives, een platform voor starters in de creatieve sector. Generation Creatives is er voor de pas afgestudeerde architecten, designers, productontwikkelaars, modeontwerpers en andere creatieve beroepen. Dat informatie- en netwerkplatform maakt het gemakkelijker om de weg te vinden in het aanbod van de bestaande sectororganisaties die ondersteuning bieden aan deze creatievelingen.

Marie Boutsen

Magic Carpet Chair, Saloua El Hammouti

KWI NTESSE NS

geruisloos zitten. De gebruiker kan bovendien de hoogte van de zitting veranderen, wat diverse zithoudingen mogelijk maakt.

Daarmee toont de studie aan dat het om een belangrijk deel van onze economie gaat en dat er in deze sectoren een gezonde ambitie is om te ondernemen. Maar ook het pijnpunt werd blootgelegd: de nood aan ondernemerschap. Daarom werd Generation Creatives dus gelanceerd, dat steun krijgt van Agentschap Ondernemen en gerund wordt vanuit Flanders DC.

“In de eerste plaats willen we de krachten van de verschillende sectororganisaties bundelen en stroomlijnen”, aldus Carlo Vuijlsteke, projectmanager bij Flanders DC. “We werken met tal van partners samen. Met vereende krachten kom je een heel eind verder. We willen creatievelingen Via www.generationcreatives.be wordt stimuleren om hun creativiteit zakelijker aan te pakken. Via coaches uit de verde creatieve generatie in contact gebracht schillende sectororganisaties kunnen we met coaches, op de hoogte gehouden van inspirerende voorbeelden en van komende concrete ondersteuning bieden.” activiteiten. Generation Creatives heeft Word nu gratis lid van Generation ondertussen al netwerkavonden georgaCreatives: www.generationcreatives.be. niseerd in Antwerpen, Leuven en Gent, en ook komend najaar staat een en ander op het programma. Want leren van andere creatieve ondernemers en van gespecialiseerde coaches (de topics beslaan het hele ondernemingsspectrum: van financiën over productie, prijszetting tot communicatie) biedt absoluut een competitief voordeel. Bij infopunt Checkpoint van Generation Creatives kunnen afgestudeerden of starters gratis met al hun vragen terecht. Dat kan ter plaatse na afspraak, of via telefoon of mail. Marie Boutsen, projectmanager van Flanders DC, is de contactpersoon van Checkpoint. “De meest uitlopende vragen passeren de revue”, zegt Marie Boutsen. “Vaak gaat het over financiering, bijvoorbeeld om zich internationaal te lanceren. Of over de productie van prototypes. Ook over het vinden van verkooppunten of het opzetten van een PR-actie, kreeg ik al verschillende vragen.” Momenteel zet Vlaanderen dus stevig in op de professionalisering van de creatieve sectoren (twaalf in totaal, waaronder design en mode). Dat is nodig en relevant. De impactstudie ‘Creatieve Industrieën in Vlaanderen’ van het Flanders DC Kenniscentrum aan de Antwerp Management School becijferde dat deze sectoren goed zijn voor 125 000 jobs en dat ze 3 % van de Vlaamse economie vertegenwoordigen. Bovendien werkt 13,2 % van de Vlaamse zelfstandigen in de creatieve sector.

95

netwerkavond What’s Cooking

TH E POWE R OF OBJ ECT(S) — Elien Haentjens Onder de noemer The Power of Object(s) brengt curator en scenograaf van dienst Danny Venlet het werk van 25 designers samen. Elke ontwerper is vertegenwoordigd door zijn icoonontwerp, zijn meest verkopende en zijn meest rendabele stuk. “Het grote publiek ziet design nog steeds vooral als iets esthetisch, als iets voor een elite. Terwijl design vaak veel dichter staat bij onze dagelijkse realiteit, en het de Belgische economie ook doet draaien. Daarom tonen we bijvoorbeeld ook producten van Tupperware of Samsonite. En de trams van Axel Enthoven”, steekt Danny Venlet van wal.


niet alleen blij dat de expo hierdoor langer kan lopen, en dus meer publiek kan bereiken, maar ook dat we onze focus konden opentrekken naar heel België. Al blijft het aandeel Brusselaars wel iets groter.” Naast de locatie maakt ook de thematiek deze designexpo bijzonder. “Tot nu toe was er amper aandacht voor een historisch overzicht van het Belgische design, en de economische kant is al helemaal een aspect dat nooit aan bod komt. Daarom verenigen we deze twee aspecten. Binnen het economische luik komt zowel de waarde voor de economie in zijn geheel als voor de designer zelf aan bod. We willen aan het publiek tonen hoe een designer werkt, hoe hij zijn boterham verdient.” Om een representatief beeld te schetsen selecteerde Venlet in samenspraak met het team van MAD en ING zo’n 25 designers die de laatste jaren goed verkochten en wier werk erkenning kreeg van professionele instanties. Van

96

Tot slot selecteerde Danny Venlet twee ambassadeurs: Maarten Van Severen en Michael Young. “Voor mij is Van Severen een pionier in de – internationale – revival van het Belgische design. Want hij slaagde erin om in de stoel .03 de eisen van de verschillende partijen te combineren, en er ook een emotionele toets aan toe te voegen. En net die aspecten vormen de sterkte van het Belgische design. De keuze voor Michael Young is ingegeven door het feit dat hij Brussel als locatie voor zijn Europese atelier koos, en onze stad daarmee internationaal op de kaart zet. Want terwijl Brussel binnen de kunstwereld al een sterke reputatie geniet, is dat voor design – op de periode van Design September na – nog niet echt het geval.” De tentoonstelling The Power of Object(s) loopt tot 11 januari 2015 in het ING Art Center in Brussel. ING geeft ook een begeleidende catalogus uit, met teksten van Max Borka.

G E S P OT

elk van hen werden telkens drie ontwerpen geselecteerd: het meest iconische, het best verkopende en het meest rendabele. “Ook voor mij als ontwerper was het soms verrassend om te zien welk stuk van mijn collega’s het best verkoopt. Of op welk stuk ze het meest winst maken. Vaak is dat trouwens niet op het meest iconische stuk. Zo verdient Bram Boo veel meer op de stukken die hij zelf produceert dan op de stukken waarvoor hij royalty’s ontvangt”, vertelt Venlet.

KWI NTESSE NS

Cruiser, Marina Bautier voor Swedese (bestseller marge) — © Strinnhed Archiduc, Bram Boo voor Serax (bestseller volume)

Om een groter publiek te bereiken heeft MAD – het Brusselse centrum voor mode en design – in ING België natuurlijk een prima partner gevonden. “Oorspronkelijk wilden we een relatief kleinschalige expo organiseren tijdens Design September. Maar de bank wilde al langer iets doen rond design, en vond ons initiatief een prima aanzet”, stelt de curator. “Ik ben

Le Banc, Xavier Lust voor MDF Italia (icoon)


KLAS VAN 2014

100 AFSTUDEERPROJECTEN

KWI NTESSE NS

P 99 — 106

P 112

GRAFISCH ONTWERP

KERAMIEK & GLASKUNST

P 106 — 110

P 112 — 113

INTERIEURVORMGEVING & -ARCHITECTUUR

MODE P 114 — 117

SPECIAL

PRODUCTDESIGN

P 110 — 111

JUWEELONTWERP & EDELSMEEDKUNST

P 118

TEXTIELONTWERP 97


KWI NTESSE NS

SPECIAL


1.

4.

KWI NTESSE NS

Harm De Gruyter — FOUR — Geanimeerde kortfilm waarin het obsessive compulsive disorder, en meer specifiek de drang naar dwangmatige orde van twee personen, in beeld wordt gebracht.

Mathieu Cieters — THE GRAPHIC NOMAD — Boek waarin het verhaal en de resultaten worden getoond van een zoektocht naar lokale grafische eigenheden binnen een geglobaliseerde cultuur. Het project heeft virtuele netwerken fysiek gemaakt. Grafische ontwerpen worden daarbij als medium ingezet voor internationale uitwisseling.

2. 5.

Petrus Theodorus Rijks — DE RIJN, EEN GRAFISCHE BLOEMLEZING — Onderzoek naar (on)bijzonderheden die de Rijn kenmerken – met zijn water, steden, schepen, oevers, vissen, … – en hoe die grafisch vanuit een authentieke invalshoek te inventariseren.

Dries Deriemaeker — GLOBAL ENTITY — Onderzoek dat parallellen trekt tussen internet als entiteit en het menselijk brein. Kunnen deze parallellen doorgetrokken worden als er bij een van de twee onderzoeksvelden dwalingen optreden? Kan er aan het internet een ziektebeeld van een hersenaandoening worden toegeschreven?

3.

SPECIAL

6.

Valeriya Borisova — VALERIE BORREMANS — Onderzoek naar het vormgeven van identiteit. Zijn het de naam en de nationaliteit op de identiteitskaart die de identiteit weergeven? Is het de pasfoto? Kan het netwerk van lijnen als visuele representatie, gebaseerd op een algoritme dat zich voedt met de data van het individu, als beveiliging van de identiteitskaart dienen?

Tiene Devos — DOOS.PUBLICATIONS — Onafhankelijk self publishing-project dat onderliggende en onbekende verhalen binnen de punk- en hardcorescene bundelt in publicaties met een esthetiek die schatplichtig is aan de DIY-cultuur.

99


Arthur Haegeman — INTERACTIEVE EN MODULAIRE VORMGEVING — Ontwikkeling van een reeks tools, waaronder een modulair lettersysteem, waarbij de eindgebruiker participeert aan het ontwerpproces. Deze tools zijn een aanvulling voor de bekende ontwerpsystemen en creëren extra mogelijkheden en oplossingen voor grafisch ontwerpers, architecten, … (foto: Max Kesteloot) 11.

Tom Packet — GRAPHICAL REPRESENTATIONS OF SOCIAL RELATEDNESS — Onderzoek naar de manier waarop de sociale verwantschap binnen de diverse Brusselse bevolkingsgroepen in kaart kan worden gebracht. Door de visualisatie van stedelijke netwerken wordt het stereotiepe beeld van isolatie door culturele clustervorming op de helling gezet.

Kahil Janssens — MÖBIUS PUBLICATIONS — Publicatieplatform dat werd opgericht in 2012 en publicaties rond topics die de grenzen tussen disciplines verbreken. Er worden geen beperkingen opgelegd aan de publicaties, de omvang wordt gemaximaliseerd door de combinatie van foto, film, video en geluid. 9. 12.

Inna Kolupaeva — ALEKSANDR SKRIABIN. SYMPHONY NO.3 IN C MINOR, OP. 43 — Onderzoek naar de invloed van het concept ‘data’ op het artistieke discours, meer specifiek op de relatie tussen geluid en beeld, tussen muziek en kunst. In die context is chromesthesia een belangrijk fenomeen dat visuele kleurervaringen en auditieve gewaarwordingen samenbrengt.

Lore Snauwaert — DE VROUW MET VELE GEZICHTEN — Classificatiesysteem voor meer dan 300 Mariabeelden via historische en theologische parameters. Centraal bij dit onderzoek staat de vraag hoe een grafisch ontwerper zinvolle structuren in schijnbaar banale verzamelingen kan aanbrengen.

100

KWI NTESSE NS

8.

Giacomo Gabrielli — FORMOPHOBIA — Redesign van een aantal formulieren (waaronder medische documenten en een aanrijdingsformulier) die vaak in erg oncomfortabele situaties (stress, onzekerheid, onduidelijkheid) moeten worden ingevuld.

SPECIAL

10.

7.


13.

16.

KWI NTESSE NS

Dylan Van Elewyck — A(N) (IN)VISIBLE DIALOGUE — Reeks van vijf kunstenaarsboeken, waarbij een diepgaande dialoog tussen vormgever en kunstenaar centraal staat en de focus wordt gelegd op het creatieproces van de kunstenaar.

Femke Degraeve — PAR HASARD — Modulaire tafelsetting, die kan worden gehuurd als toevoeging aan de eettafel. De setting brengt interactie via zoeken, knippen, prikken, breken, schillen, strooien, verzamelen, scheuren, delen en morsen.

14. 17.

Liza Geysens — HET LAATSTE HANDSCHRIFT — Project dat een ode is aan het handschrift en tegelijkertijd een aanklacht tegen het uitsterven ervan. Een boodschappenlijstje wordt vaak aanzien als een zogenaamd banaal lijstje, maar is dankzij zijn handgeschreven karakter zo veelzeggend dat het kan worden aanzien als ‘intiem’.

Laurens De Mets — DOGMALAND — Compilatie van idents en bumpers – korte animaties tijdens of tussen uitzendingen – voor een fictief tv-kanaal, dat zich richt op volwassenen. 18.

15.

SPECIAL Vincent De Nil — ANTEBELLVM — Educatief ondersteunend pakket voor de lessen geschiedenis van de derde graad van het middelbaar onderwijs, dat bestaat uit een spel en grafische lesmaterialen om te doceren over WO I. Sadra Wejdani — VORM VOLGT CONSEQUENTIES — Redesign van consumentenproducten, met als doel om de verborgen en onzichtbare eigenschappen, en de mogelijke effecten ervan zichtbaar te maken.

101


19.

Sascha Veermeer — CREDOISME — Onderzoek naar allerhande vormen van bijgeloof aan de hand van een boek, poster en kalender.

Brecht Hayen — EXERCICES DE STYLE — Grafische vertaling van Raymond Queneaus gelijknamige boek, dat op 99 verschillende manieren hetzelfde banale verhaal vertelt. In elke grafische vertaling wordt gezocht naar de geschikte drager: video, publicatie, poster en muziek.

20.

SPECIAL

22.

Andres Willaert — WANDERKEIT — Onlinevideozine over kunst, design, mode en goede doelen.

Marjolein Huygels — MEESTERSPEL — Gezelschapsspel dat bestaat uit verschillende bestaande bordspelen. Aan de hand van een visuele en inhoudelijke vergelijking tussen de spelen werden de verschillende grafische kwaliteiten van een bordspel weergegeven in een eigen ultieme ‘meesterspel’, zonder hierbij de speelbaarheid uit het oog te verliezen.

21.

24.

Chloé D’hauwe — CHLOÉ KIPPENBERGER — Van 1977 tot 1997 heeft de Duitse kunstenaar Martin Kippenberger 178 posters gemaakt. Naast eigen publiciteit wilde hij hiermee ook Picasso ‘verslaan’, die in zijn leven rond de 400 posters heeft gemaakt. Als een soort hommage, als een manier om met een fascinatie om te gaan, wordt gepoogd Kippenberger te verslaan.

Arnaud Vandamme — ONBEKENDE AVONTUREN EN BELEVENISSEN — Stripverhaal, opgebouwd uit afzonderlijke verhaaltjes. De personages zijn afkomstig uit bestaande stripverhalen zoals Michel Vaillant, De avonturen van Kuifje, Kiekeboe en Jommeke. Een database van alle figuren en een eigen stripverhaal vormen samen het eindresultaat.

102

KWI NTESSE NS

23.


25.

27.

KWI NTESSE NS

Nina Mertz — HET SUPERHELP SPEL — Onderzoek naar de reactie van de omstaander in pestsituaties bij kinderen, waarbij een multimediaal bordspel is ontwikkeld aan de hand van usability tests en codesignsessies. 28. Brecht Van Stappen — EIGEN HAARD IS GOUD WAARD — Aan de hand van een gotisch lettertype en twee beeldenreeksen wordt aangetoond hoe het de dag van vandaag is gesteld met het begrip heimat. Deze twee aspecten worden samen gebundeld in de publicatie die dient als antwoord op de heimatpublicaties van begin 20ste eeuw. 26.

Kevin Bormans — FLANDRIEN — Letterfamilie, ontstaan door toepassing van een systeem van universele vormparameters op een Vlaams geworteld lettertype, die de soms stereotiepe eigenheid van een taal of regiolect in de verf zet. 29.

SPECIAL

Jorgos Coenen — ARRAS — Onderzoek naar de introductie van lifelogging data – het verzamelen van persoonlijke informatie via apps en draagbare gadgets – in de thuisomgeving. De reflectie over lifelogging data wordt gestimuleerd en er wordt gestreefd naar een dieper inzicht in ons dagelijks leven.

Eline Ceyssens — DE VERHULDE WERKELIJKHEID — Onderzoek naar de manier waarop objecten als communicatiemiddel binnen onze waargenomen werkelijkheid fungeren. Wanneer overstijgt kledij het menselijk lichaam en krijgt het een eigen betekenis?

103


33.

SPECIAL

30.

Tim Kiebooms — DISCONNECTED — Action role-playing game, specifiek ontworpen om meerdere keren opnieuw te spelen. De klemtoon ligt voornamelijk op het verkennen van een onbekend gebied dat random gegenereerd is. 34.

Godart Raets — PLI — Organisch navigatiesysteem voor cinema 4D-gebruikers. Het is een webapplicatie waarbij de navigatie is gebaseerd op de structuur van datavisualisaties. In de 3D-database kunnen gebruikers animaties opzoeken, verkennen en uploaden.

Tine Lambrechts — HEIMSUCHUNG — Onderzoek over ‘Das Unheimliche’ aan de hand van drie vertrouwde vormen – het menselijk gezicht, het huis en de boom – en met behulp van de theorieën van psychiaters Jentsch en Freud, en roboticus Mori. 32.

Lennert Van Asselbergh — SONOMORPH — 2D side scrolling puzzle game waarbij de speler, die geluid kan creëren en manipuleren, hersenbrekende puzzels moet oplossen en door hindernissen raken.

104

KWI NTESSE NS

31.

Geertrui Storms — HAND LETTERING BY HAND — Onderzoek naar nieuwe vormen van lettering en kalligrafie door gebruik te maken van de hand om zo unieke letters op papier te vormen.


35.

38.

KWI NTESSE NS

Line Broeckx en Jelmer Dam — UPGRADE RADIUS — Offlinemagazine waarbij leesbare content de basis is, en design een optie. Het duo wil, via een sociaal upgradesysteem, een betaalbaar magazine uitgeven dat ze missen in het huidige aanbod.

Jirs Huygen — PROFUNDA — Lettertype ontworpen vanuit de Blackletter met als doel deze los te maken van haar negatieve connotaties. Het resultaat is een letter die de vormelijke aspecten van een hedendaagse letter voor gemengd gebruik combineert met de penstrook en logische opbouw van de Blackletter.

36. 39.

SPECIAL

Vincent Hagnauer — STILLS ARE TALKING — Onderzoek dat leidde tot autonome video’s en publicaties die de manier waarop de toeschouwer naar iets kijkt, beïnvloeden.

An Onghena — STILL — Fotografisch onderzoek naar het ‘sublieme’ van het landschap. De zoektocht naar de oneindigheid, waarbij steeds nieuwe interessante beelden ontstonden, die het sublieme kunnen bevatten. De verte en het horizontalisme staan centraal.

37.

Hanne Holvoet — DAG IN DAG UIT — Boek dat verhalen van 123 verschillende mensen bundelt, waarbij elk verhaal wordt vertaald in één beeld. De verschillende mensen, verhalen en diversiteit aan tekeningen maken het tot een atypisch beeldverhaal.

105


42.

Ewout Wylin — ZPIE — Collectie van meubels gebaseerd op een verbinding van houten elementen met touw en spie. Het touw zorgt voor een verend effect, en geeft een aangenaam comfort bij het zitten.

Charlotte Severeyns — AT THE ENDS OF THE EARTH — Beeldverhaal, gebaseerd op het gelijknamige boek van Ernest Shackleton, dat bestaat uit dertig verschillende zeefdrukken waarbij de omgeving en de sfeer waarin het verhaal zich afspeelt centraal staan. 43.

SPECIAL

40.

41.

KWI NTESSE NS

Anne-Sophie James — RE:BAKED — Project waarbij vanuit een overschot aan oud brood in het Koningin Groenpark in Schaarbeek, een onderzoek werd gedaan naar context, geschiedenis en gebruikers. Het resultaat is een servies gemaakt uit oud brood, zodat het aan de bewoners wordt teruggegeven en de publieke ruimte een uitgesproken sociale functie krijgt.

Elies Thijs — NARRATIEVE DESSINS, EEN DRAAGBAAR CANVAS — Serie van acht narratieve dessins gepresenteerd op textiel. Elk dessin heeft een eigen verhaal waarbij het algemene thema van de serie de verschillen/vergelijkingen in gender en de geschiedenis van de relatie man/vrouw is. 44.

Anne-Sophie Van Eycken — TABLE 2 — Tafel waarbij de donkere notenhouten voet het witmarmeren blad draagt. Het onderstel gaat een driehoeksverhouding aan met de maagdelijke cirkel. Resultaat is een mooie trendy tafel, naar vorm en materiaal. (foto: Isabel Rottiers)

106


48.

45.

KWI NTESSE NS

Laura Szédelyi — RUBEN — Ontmoeting tussen één tafelblad, twee regels en vier poten. De tafel is uitgevoerd in twee houtsoorten en kan eenvoudig weer uit en in elkaar. Ideaal voor transport, om plaats te maken of als extra tafel. (foto: Isabel Rottiers)

Joop Couwenberg — KURKKRUK — Zitmeubel dat een actieve en bewegende zithouding stimuleert, met een minimaal gebruik van materiaal en onderdelen. De zitting en het onderstel zijn gemakkelijk te (de)monteren. Gedemonteerd is het onderstel stapelbaar. De zitting is vervaardigd uit gerecycleerde kurkstoppen, vermalen en geperst tot biocomposiet. (foto: Isabel Rottiers)

46.

49.

SPECIAL

Mirthe Martens — MARBEL — Blok massief Belgisch Sint-Anna-marmer op een stevig eiken onderstel. Het is een statement voor het gebruik van duurzame, lokale materialen. Verspilling? Nee, het weggefreesde poedermateriaal kan ook worden gebruikt. (foto: Mirthe Martens) 47. Adriaan Tas — TSCHICHOLD — Opbergmeubel voor drukwerk, opgebouwd volgens (typo)grafische principes. De boekenkast fungeert als rustplaats voor flyers, kranten, boeken, vinyls, mappen en andere vormen van drukwerk. De gebruiker krijgt de kans zijn kast samen te stellen uit de beschikbare legplanken en zijpanelen. (foto: Isabel Rottiers)

Pauline Tacquet — AFFAIRES — Affaires met/op/aan tafel ... Dit duo vormt een elegant en onschuldig kastje op een frêle onderstel. Beide delen kunnen afzonderlijk aan om het even welke tafel worden gehangen, waardoor een werkplek wordt gecreëerd. (foto: Isabel Rottiers)

107


Mark Vrinzen — MARK1 — Project met aandacht en respect voor natuurlijke vormen en materialen. MARK1 is een meubel met een ei. Men kiest voor de schoonheid of breekt de perfectie, met bijgeleverde hamer, waardoor het een opbergfunctie krijgt. (foto: Isabel Rottiers)

Jingjie Guan — FONG — Low-tech, ecovriendelijk en multifunctioneel kledingrek, ook als paravent bruikbaar. Het is gebaseerd op Chinese functionaliteiten met een westerse look. Let op de details! Zo zijn er draaibare plankjes met vilt om vocht op te vangen van bijv. een natte paraplu of jas. (foto: Jingjie Guan)

SPECIAL

52.

Janneke Derks — PIECES — Stoel bestaande uit zes onderdelen in berkenmultiplex en een lederen rugleuning. De stoel bestaat uit verschillende onderdelen en is in enkele minuten in elkaar te schuiven zonder gebruik van spijkers, schroeven en lijm. Daardoor kan hij uiterst compact worden opgeborgen en vervoerd.

KWI NTESSE NS

50.

53.

51.

Jan Geboers — ORTHO — Modulair structureel systeem, gebaseerd op een open matrix. Het laat iedereen toe meubelen te creëren naar eigen smaak en nood, gebruik makend van de beschikbare designtools. Het project zal verder worden uitgewerkt in Zweden, voor IKEA. (foto: Isabel Rottiers)

108


54.

57.

KWI NTESSE NS

Elise Engelen — 2250 — Stoel ontworpen uit staaldraad, die zowel minimaal is in zijn materiaalgebruik, als in de uitvoering en het ontwerp. Het resultaat is een stoel met een tijdloos karakter. 55. Axelle Vertommen — STUHL — Stoel waarbij het frame oneindig lijkt door te lopen. Verbindingen tussen dit basisframe zijn noodzakelijk om stabiliteit te garanderen. Dankzij het aanspansysteem zijn verschillende soorten bekledingen mogelijk. 58.

SPECIAL

Katrien Roefs — TRANSP/ONE — Stoel die alle ambachtelijk vervaardigde verbindingen zichtbaar laat. Voor deze transparantie is gebruikgemaakt van een polyurethaan giethars dat zowel dienst doet als zitvlak en rugleuning maar eveneens de verbindingen en stabiliteit van het kaderwerk laat zien. 56. Pieter-Jan Herinckx — (S)CARVED BOX — Opbergdoos voor het bewaren van papier en schetsmateriaal waarin het ambacht sturend is voor de beleving en het gebruik ervan. Het zet aan tot koestering en geeft een nieuwe invulling aan het begrip duurzaamheid.

Eline Van Goethem — C.35 — Stoel die bestaat uit een touw en twee aparte frames. Het touw bij de zitting zorgt voor de uiteindelijke verbinding en de samenhang van de twee frames.

109


Velislava Bozhinova — ADAPTATION — Dagelijkse nutteloze objecten uit keramiek en porselein worden door combinatie en deformatie kunst. Beenderen en schelpen, met hun gladde oppervlak en organische vormen, zijn de inspiratie. De holle vormen zorgen voor een schaduwspel. Stefanie Neven — LA SIGRITA — Verlichte bijzettafeltjes vervaardigd uit acryl en houtfineer via lasercutting. Er ontstaat een warme, gezellige vloed doorheen het houtfineer en het acryl versterkt dat als ware het ledpunten.

SPECIAL

60.

61.

Hermien Cassiers — 2364 — Juwelencollectie waarbij een driedimensionale schakel uit fijne gouddraad de basis vormt. Het repetitieve gebruik van dit element maakt het mogelijk autonome volumes te creëren, waarbij elk klein weloverwogen element deel uitmaakt van een groter geheel. 62.

An Jonckers — A CURTSY TO THE ORNAMENT — Collectie halssieraden en broches waarbij het functionele aspect van de draagbaarheid van het sieraad wordt bepaald door het ornament. Een sierlijke vormgeving enerzijds en de functionaliteit anderzijds worden bekomen door de natuurlijke spanning in de materialen.

110

KWI NTESSE NS

59.


66.

63.

KWI NTESSE NS

Anneleen Swillen — CONTAINERS — Juwelencollectie ontstaan naar aanleiding van een onderzoek naar het esthetische potentieel van wegwerpverpakkingen. Die worden gebruikt als mal. De negatieve ruimte wordt gematerialiseerd in gips en hars. 64.

Octave Vandeweghe — A BRILLIANT CUT — Eigen interpretatie van ‘a brilliant cut’, de meest typische vorm van een diamant met een maximale schoonheid. Het resultaat is een confrontatie tussen het mes en de gefacetteerde edelsteen die functie en schoonheid samenbrengt; beladen statussymbolen die nooit in onbruik zijn geraakt.

Sandra Buyck — MASKERADE, REFLECTION OF THE INNER SOUL — Reeks van maskers waarbij fotografisch werk, als reflectie van de innerlijke gedachte, wordt geïntegreerd in een driedimensionaal gegeven. Elk masker laat toe dat de drager een moment voor zichzelf neemt. De wereld staat stil. Herinneringen of verlangens krijgen vorm. 65.

SPECIAL Saskia Van der Gucht — ALL MY HOMES AND THEN SOME — Onderzoek naar waarde en kostbaarheid aan de hand van vormgeving, context en presentatie. Er wordt een link gelegd tussen huizen en sieradendoosjes. Beide doen dienst als omhulsel, in functie van een bepaalde inhoud, met een binnen- en buitenkant, met een constructie en een aankleding. (zie ook interview op p. 48) (foto: Saskia Van der Gucht)

111


69.

SPECIAL

67.

Jeroen Heerwegh — INTERESTING GLASS — Onderzoek naar harmonische vormen in glas door gebruik te maken van zeer bekende en zachte kleuren aan de buitenkant, en een harde kleur langs de binnenkant. Met een fascinatie voor het balanceren op een klein vlak, dat een groter geheel ondersteunt. 68.

Raffaela Graspointner — HOLI BLUSH BUBBLE CRUSH — Collectie met als uitgangspunt het oeuvre van Ray en Charles Eames. Overtuigend is het magnifieke kleurenpalet, de indrukwekkende borduursels en boeiende combinaties van knitwear en lasercut-stoffen. Winnaar van de FFI Award 2014 Antwerpen!

KWI NTESSE NS

70.

Merlijn van der Hoeven — KLANK — Vanuit een interesse in Tibetaanse klankschalen groeide deze installatie, waarbij het materiaal glas in al zijn puurheid wordt gebruikt. (foto: Tom De Visscher)

Madeleine Coisne — CENTERS — Collectie met een sterk esthetische en gestileerde waarde waarin kleur en print de hoofdrol spelen.

112


71.

73.

KWI NTESSE NS

Nele Berckmans — ERUV — Collectie die een visuele interpretatie van de vooroordelen over de joods-orthodoxe gemeenschap geeft. Elke joods-orthodoxe vrouw wordt verondersteld een keuze te maken: haar eigen pad kiezen of een voor haar uitgestippelde route. Keuzes maken wordt aanzien als iets positiefs door het werken met vrolijke kleuren en prachtige borduursels. Verdiende winnaar van de FFI Award 2014 Gent! (foto: Lieven Dirckx)

Bruno Tansens — EMBRACING STRIPES — Basissandaal met torenhoge sleehak waarop modulaire elementen in geprint leder op diverse manieren kunnen worden gemonteerd. Het resultaat is een soort superelegante gladiatorsandaal met een etnische en tegelijk sterk hedendaagse touch door de felle kleuren en de grafische belijning.

72.

SPECIAL

Ilke Cop — GANGS OF NK — Collectie, geïnspireerd op de film Sympathy for Lady Vengeance, die de dualiteit verbeeldt tussen enerzijds de massacommunicatie die zo typisch is voor Noord-Korea en anderzijds de individuele expressie die elke persoon nastreeft. Deze dualiteit wordt vertaald in magnifieke gewatteerde en doorstikte silhouetten in pastelkleuren met ruiten en oversized kruissteken. (foto: Aaron Lapeirre)

113


77.

Gregoir Basyn — PIEDRA — Verwarmingselement dat de badervaring tot een hoger niveau tilt. Dankzij een warme badrand behoort warm water bijvullen tot het verleden. De organisch gevormde afstandsbediening zorgt voor een extra designaccent.

Gijs Depoortere — HOMECARE — In hoogte verstelbaar bed voor thuisverpleging, dat door een boxspringmatras extra comfort krijgt. 78.

SPECIAL

74.

75.

79.

KWI NTESSE NS

Andreas D’Hollandere — CONNECT — Co-sleepingconcept ontwikkeld voor de materniteit. Het babybedje zorgt voor een directer contact tussen moeder en kind waardoor hongersignalen, uitgestuurd door het kind, sneller kunnen worden opgemerkt. Dat is een win-winsituatie voor zowel moeder als kind.

Sofie Desombere — ORIMATRIX — Tablethouder, folderhouders en verschillende walls om producten te presenteren. De basis zijn slimme infrezingen in een aluminium composietplaat die men plooit tot een stevig afgewerkt product. Dankzij optimaal materiaalgebruik 40 % goedkoper en duurzamer.

76.

Thibault Kreps — HYDROMAT — Modulaire antislipmat uit pvc. Het kussenvormige oppervlak garandeert een comfortabele slipresistente ondergrond en houdt de oppervlakte droog. Steunvoetjes onderaan de mat zorgen voor de afvoering van overtollig water en het kliksysteem verzekert een eenvoudige installatie.

Pearl Denys — BUZZICOCOON — Compacte akoestische personal workspace, die eenvoudig kan worden opgebouwd en geplaatst op je werkblad of bureau. Door zijn lichtheid en design blijft het compact en hanteerbaar, zonder in te boeten op ruimte en akoestische invloed.

114


80.

83.

KWI NTESSE NS

Simon Lemmens — UTSTÄLLNING — Totaalconcept voor de tentoonstelling van 3D-geprinte kunstwerken. De sokkels, die een deel van de expositie zijn, hebben een authentiek uiterlijk. Dat werd gerealiseerd in samenwerking met Nick Ervinck voor de tentoonstelling Oorlog en trauma in het Museum Dr. Guislain in Gent.

Justin Verkest — PRONTO DESK ORGANIZER — Bureauaccessoire, met mobiele eigenschap. Het bevat een Post-It notes-dispenser en opbergcompartiment voor visitekaartjes. Opengedraaid komen telefoon- en penhouders tevoorschijn. De metalen cover biedt stevigheid. 84.

81.

Laura Leynen — KABAS — Kledingtas voor verschillende maten van kostuums. De tas is uitgerust met meerdere verstevigingen – waardoor het kostuum niet kreukt – en kan op drie verschillende manieren worden gedragen: in de hand, over de schouder of op de rug.

Bert Boute — BREASTBOARD — Toestel voor de bestraling van borstkanker. De patiënten liggen op hun buik en de borst hangt door een opening naar beneden, wat zorgt voor een betere anatomische positie. Bovendien is een groter bereik voor bestraling mogelijk. 85.

SPECIAL

82.

Mattias Bovijn — AQUACA — Flexibele watercontainer uit gecoat textiel, gemaakt voor vluchtelingen, om drinkwater te transporteren en te stockeren. Hij combineert duurzaamheid met plaatsefficiëntie. Het vervangen van de zak binnenin verlengt de levensduur, verwijderen leidt tot een gebruik als opbergtas. Beschikbaar in een 10, 15 en 20 literversie. Joran Spitaels — DURA PRO — Nieuwe generatie warmtepompen voor zwembaden.

115


89.

Dieter Van Der Stockt — TOY BRAIN — Concept voor modulair telegeleid speelgoed. Het systeem bestaat uit modules met elk hun specifieke eigenschappen. De elektronische modules worden aangesloten op ‘het brein’ en sturen de mechanische aan. De esthetiek van de modules geeft de voertuigen een nieuw uiterlijk.

Ward Declercq — NEO-HIFI — Betonnen actieve luidspreker die het gebruiksgemak van de moderne docking stations combineert met de hoogwaardige geluidskwaliteit van de klassieke high-end geluidsinstallaties. Een personaliseerbare app bestuurt de luidspreker via je smartphone of tablet.

SPECIAL

86.

90.

Fien Vanderbeke — ADIS — Toolkit, bestaande uit twee mallen en een handleiding, die Ethiopische boeren ondersteunt bij het maken van bijenkasten. De imker bepaalt met de mallen zelf de maten van de kast en bouwt ze uit bamboe en leem voor twee euro per kast. De toolkit is ontstaan uit lokale materialen, kennis en cultuur.

Tobias Knockaert — CELER — Fietsconcept. Gelaserde klikverbindingen maken een kaliber overbodig en geven de framebouwer een ongeziene flexibiliteit om frames op maat te bouwen of laten toe om gelimiteerde series te produceren. Een fietsdesign aanpassen is tot een minimum in tijd beperkt door een parametrisch CAD-model. 88.

91.

Siemen Cuypers — VAN WEGWERPMAATSCHAPPIJ NAAR KOESTERMAATSCHAPPIJ – E-WASTE ERASED — Onderzoek naar hoe open designprincipes en lokale productie een oplossing kunnen bieden voor de afvalproblematiek bij de productie van kwalitatieve elektrische producten, met als case een koffiezetap-

Maxim Solomaniuck — PLECOS — Polaire scan set-up ontwikkeld voor de monitoring van hightech composietmaterialen. De set-up genereert kwantitatieve gegevens van composietoppervlakken in een labomgeving. Het is een geminiaturiseerde versie, een apparaat dat compact, mobiel en bruikbaar is om een niet-destructieve scan uit te voeren.

116

KWI NTESSE NS

87.


paraat. Alle componenten zijn online beschikbaar voor productie, reparatie en/of aanpassingen. Op het einde van de levenscyclus van het koffiezetapparaat worden ze gerecycleerd.

94.

92.

KWI NTESSE NS

Ornella Poponcini — MONODO — Vernevelaar om otitis externa te behandelen, een ontsteking van de huid in de buitenste gehoorgang. De medicatie wordt per dosis primair verpakt in capsules. Het biedt de patiënt een hogere therapietrouwheid, een hoger gebruikscomfort, een nauwkeurige en zelfstandige dosering en een sterk behoud van hygiëne. 95.

Jannelien Verjans — COMMUNICATIE VAN EMOTIES BIJ KLEUTERS IN DE THUISSITUATIE — Knuffels die het leren kennen en (h)erkennen van emoties stimuleren bij kinderen tussen 2,5 en 5 jaar. Op school zijn er veel tools om leerkrachten daarin te ondersteunen, maar voor ouders in de thuisomgeving zijn die er nog niet. 93.

SPECIAL

Remi Schoenmakers — VELIT — Navigatiesysteem voor rolstoelgebruikers, dat de meest rolstoelvriendelijke route aangeeft om van A naar B te gaan. De app is ontwikkeld op basis van mogelijke obstakels en individuele noden, die in kaart worden gebracht (via crowdsourcing en opensourceplatformen) door een toestel voorzien van accelerometers, een gyroscoop en een gps-ontvanger. 96.

Thomas Michiels — RAY — Moderne toverlantaarn voor kinderen van 3 tot 6 jaar. Met de bijbehorende camera kunnen ze spelen met beelden en videocommunicatie. Het vertaalt de mogelijkheden van moderne technologie op gepaste wijze naar de leefwereld van kinderen.

Marieke Van Camp — MUSIC PUZZLE — Interactieve puzzel voor kinderen van 4 tot 6 jaar, waarbij zij door het manipuleren van fysieke elementen op een meer intuïtieve, speelse en directe manier met muziek leren omgaan.

117


100.

Myrthe Steijaert — VERVORMING EN VERVREEMDING — Eclectische combinatie van prints, materialen en technieken met een humoristische inslag. Diverse vormen, kleuren en gedaantes vloeien samen, bestaan apart, maar versterken elkaar vooral.

Charlotte Vandenborre — BEDDENSPEL — Collectie beddengoed met aandacht voor materie, kleur, tactiliteit en patroon. De collectie bestaat uit dekens, dekbedovertrekken en kussen die zijn gemaakt uit diverse natuurlijke materialen zoals wol, katoen en linnen, en die met de hand of machinaal zijn geweven of gebreid. (foto: Tom De Visscher)

98.

SPECIAL

97.

Esther Van Schuylenbergh — DISCOVER — Onderzoek naar de mogelijkheden op het weefgetouw, zowel manueel als industrieel, met als resultaat een reeks stoffen die door middel van kleur, materiaal en structuur de toeschouwer wil verrassen.

KWI NTESSE NS

99.

Emma De Kimpe — GECENSUREERDE BEELDVLOED — Collectie stoffen die dagelijkse beelden uit de media als vertrekpunt hebben. De beelden worden geabstraheerd en getransformeerd tot borduursels of weefsels waar zwarte en witte vlakken overheen zijn geplaatst. (foto: Carina Diepens)

118


INDEX AFSTUDEERRICHTINGEN 1. GRAFISCH ONTWERP

KWI NTESSE NS

ARTESIS PLANTIJN HOGESCHOOL / SCHOOL OF ARTS / KONINKLIJKE ACADEMIE VOOR SCHONE KUNSTEN ANTWERPEN academische master grafisch ontwerp nrs. 1 — 2 HOGESCHOOL GENT / SCHOOL OF ARTS / KONINKLIJKE ACADEMIE VOOR SCHONE KUNSTEN GENT academische master grafisch ontwerp nrs. 3 — 9 LUCA SCHOOL OF ARTS / SINT-LUKAS BRUSSEL academische master information design nrs. 10 — 13 academische master social/advertising design nrs. 14 — 15

SPECIAL

LUCA SCHOOL OF ARTS / SINT-LUCAS GENT professionele bachelor beeldende vormgeving nrs. 16 — 20 academische master grafisch ontwerp nrs. 21 — 25 MEDIA, ARTS & DESIGN FACULTY HASSELT academische master communicatie- en mediadesign nrs. 26 — 27

academische master grafisch ontwerp nrs. 28 — 34 SINT LUCAS ANTWERPEN academische master grafisch ontwerp nrs. 35 — 41

UNIVERSITEIT HASSELT academische master interieurarchitectuur (afstudeerrichting object & design) nrs. 58 — 59 3. JUWEELONTWERP EN EDELSMEEDKUNST

2. INTERIEURVORMGEVING EN -ARCHITECTUUR HOGESCHOOL GENT / SCHOOL OF ARTS / KONINKLIJKE ACADEMIE VOOR SCHONE KUNSTEN GENT professionele bachelor interieurvormgeving (afstudeerrichting meubel en design) nr. 42 LUCA SCHOOL OF ARTS / SINT-LUKAS BRUSSEL professionele bachelor interieurvormgeving nr. 43 THOMAS MORE MECHELEN professionele bachelor interieurvormgeving nrs. 44 — 47 bachelor na bachelor meubelontwerp nrs. 48 — 52 UNIVERSITEIT ANTWERPEN academische master interieurarchitectuur (afstudeerrichting interieurinrichting) nrs. 53 — 57

119

ARTESIS PLANTIJN HOGESCHOOL / SCHOOL OF ARTS / KONINKLIJKE ACADEMIE VOOR SCHONE KUNSTEN ANTWERPEN academische master juweelontwerp en edelsmeedkunst nrs. 60 — 61 MEDIA, ARTS & DESIGN FACULTY HASSELT academische master object & jewellery nrs. 62 — 63 SINT LUCAS ANTWERPEN academische master juweelontwerp en edelsmeedkunst nrs. 64 — 66 4. KERAMIEK EN GLASKUNST LUCA SCHOOL OF ARTS / SINT-LUCAS GENT academische master keramiek en glaskunst nrs. 67 — 68


INDEX AFSTUDEERRICHTINGEN 5. MODE ARTESIS PLANTIJN HOGESCHOOL / SCHOOL OF ARTS / KONINKLIJKE ACADEMIE VOOR SCHONE KUNSTEN ANTWERPEN academische master mode nrs. 69 — 70 HOGESCHOOL GENT / SCHOOL OF ARTS / KONINKLIJKE ACADEMIE VOOR SCHONE KUNSTEN GENT academische master mode nr. 71 STEDELIJKE ACADEMIE VOOR SCHONE KUNSTEN SINT-NIKLAAS

6. PRODUCTDESIGN INDUSTRIAL DESIGN CENTER / HOWEST KORTRIJK professionele bachelor industrieel productontwerpen nrs. 74 — 83 INDUSTRIAL DESIGN CENTER / UNIVERSITEIT GENT academische master industrieel ontwerpen nrs. 84 — 90 MEDIA, ARTS & DESIGN FACULTY GENK academische master productdesign nrs. 91 — 92

deeltijds kunstonderwijs mode nrs. 72 — 73

120

UNIVERSITEIT ANTWERPEN academische master productontwikkeling nrs. 93 — 96 7. TEXTIELONTWERP HOGESCHOOL GENT / SCHOOL OF ARTS / KONINKLIJKE ACADEMIE VOOR SCHONE KUNSTEN GENT academische master textielontwerp nrs. 97 — 100


C OLOFON

N R 3 — JAARGANG 23

R E DACTI E Steven Cleeren, Trui Moerkerke, Christian Oosterlinck, Mies Van Roy, Jasmijn Verlinden

R E DACTI EADR E S Design Vlaanderen, Kwintessens Koloniënstraat 56 (7de verdieping) 1000 Brussel

W E R KTE N M E E AAN DIT N U M M E R Natasja Admiraal, Stephanie Duval, Elien Haentjens, Roel Jacobus, Cathérine Ongenae, Adrienne Peters, Lut Pil, Johan Valcke, Kurt Vanbelleghem, Koen Van der Schaeghe S HO OT DE S IG N Jef Boes S HO OT MODE Stany Dederen/ Michaël Smits TE K STC OR R ECTI E Schrijf.be ONT W E R P indianen DR U K Graphius

T +32 (0)2 227 60 60 F +32 (0)2 227 60 69 info@designvlaanderen.be www.designvlaanderen.be www.designvlaanderen.be/kwintessens www.facebook.com/kwintessens www.kwintessenstijdschrift.be ISSN 07791534 Abonnementen kunnen besteld worden op www.kwintessenstijdschrift.be. Losse nummers kunnen besteld worden op www.kwintessenstijdschrift.be/los. Adreswijzigingen worden gemeld op het redactieadres. Niets uit deze uitgave mag worden gebruikt zonder toestemming van de uitgever. © Design Vlaanderen Alle adressen van designers, kunstenaars, galeries e.a. kunnen bij Design Vlaanderen verkregen worden. Verantwoordelijke uitgever: Bernard De Potter, Koning AlbertII-laan 35 bus 12, 1030 Brussel


I NTE R I E U R 2014 KWI NTESSE NS Kwintessens is aanwezig op Interieur 17 — 26 oktober 2014 Kortrijk Xpo — stand 319 (hal 3) standontwerp: Rotor group

Breng deze Kwintessens mee naar onze stand en ontwerp en print je eigen cover met de Longhand Publishers (indianen).

Wie een abonnement wil kopen of verlengen, kan tijdens de beurs rekenen op exclusieve verrassingen en aanbiedingen.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.