SP 1979 (4)

Page 1

officieel orgaan van de Afdeling Parachutespringen Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart

Jaargang 7 - nummer 4 -1 maart 1979


Jaargang

RBDAKTIONBBL

7 - nummer 4 - 1 maart 1979

sportparachutist TWEEMAANDELLJKSE UITGAVE VAN DE KNVvL AFDELING PARACHUTESPRINGEN Eindredactie, samenstelling Karst Sikkens

en ontwerp:

Redaktie: Hein Cannegieter Bert Wijnands Voor copy en foto's zorgden o. a. deze maand Ernst Bode, Jan de Bruijne, Nathalie Chudiak, Waldy Groenewold, de familie Lasschuijt (Sr. & Jr.), Jan v.d. Male, RichardMeijer, Leen Pfrommer, Max de Reta en Eef de Wekker. De met name onderschreven artikelen zijn voor verantwoordelijkheid van de schrijvers en behoeven niet altijd de mening van de redaktie weer te geven. Zonder schriftelijk toestemming van de redactie mag niets van de inhoud worden overgenomen. Abonnement SPORTPARACHUTIST LEDEN VAN DE AFDELING PARACHUTESPRINGEN ONTVANGEN HET BLAD GRATIS. Advertenties: Advertentietarieven

op aanvtaag.

Verschijningsdatum: 1 jan. , 1 mrt, 1 mei, 1 november.

1 juli, 1 september

en

Druk: Van Deventer bv 's-Gravenzande

Sportvrienden, Het springseizoen is weer begonnen. De eerste sprongen zijn weer gemaakt en eveneens zijn de opleidingen weer gestart. Het is onze grote wens dat dit betere resultaten zal geven dan in het afgelopen jaar. Over dit soort zaken kunt u meer informaties aantreffen in het voortreffelijke rapport van Jan de Bruijne en Eef de Wekker. Deze twee instrukteurs hebben springend Nederland "technisch" bestudeerd en de resultaten gepubliceerd. Op dit ogenblik is de jaarlijkse vergadering van de F.A. I. IC. I. P. weer geweest. Voor de tweede keer in de geschiedenis heeft deze vergadering "buiten Frankrijk" plaatsgevonden. Eénmaal in Zwitserland en nu in 1979 in Nederland! Een dergelijke vergadering eist een grondige organisatorische voorbereiding. Dit heeft betrekking op de vergadering zelf alsmede alle representatieve aangelegenheden. Meer hierover in onze volgende sportparachutist. Voorts veel informaties over dropzones, instrukteurs en clubs. Hein bezocht (voor de zoveelste maal) hét Airborne-museum in zijn woonplaats. Wij adviseren u: bent u eens in de buurt .... ga eens "langs" én "in" dit museum. Het is zeer zeker de moeite waard!

~

==::::!(f)~.t,rl'-'!!~==

Tenslotte:

VELE PLEZIERIGE

KONINKLLJKENEDERLANDSE VERENIGING voor LUCHTVAART AFDELING PARACHUTESPRINGEN Bestuur: W. A. Velthuizen E. T. H. Wijnands P. Santegoeds H. Cannegieter H. Verbeek H.A. Elias C.A. T. Pellens K. Sikkens

-

voorzitter vice-voorzitter algemene zaken voorlichting sport en instruktie algemene projekten algemene projekten algemene projekten secretaris tvs afdelfngs bureau

Adres secretariaat: p/a KNVvL Jozef Israëlsplein Lidmaatschap Alle leden f 60, -- per jaar, Het inschrijfgeld melding f 4, --.

8, 's-Gravenhage.

na 1 juli

f

33, --.

voor leden bedraagt bij aan-

èn VEILIGE SPRONGEN.

Met vriendelijke

inhoud Een aantal leden voerden sprongen uit boven Paramaribo --- een prachtige foto van MAX DERETA

1

Redaktioneel

2

Afdelingsnieuws

3

Hein in gesprek met de direkteur van het AIRBORNE-MUSEUM (gen. maj. b. d. TOUBER) 4/5 De Eerste Nederlandse Parachutisten Club met een GESLOTEN deur en Flying Dutchmen met nachtsprongen. 6 "Para-psychologie" door de fam. Lasschuijt & Leen Pfrommer Para-dropzones

7, 8 en 9

1979

10/11

Verslag van de TECHNISCHE COMMISSIE Aanmeldingen voor het lidmaatschap Te richten aan het afdelings-secretariaat (d. t. v. de clubsecretaris).

2

12 tlm 15

Hegeners boek gepubliceerd?

16

1000-sprongen

17

Instrukteurs, Uw copie voor de eerstvolgende uitgave dient vóór 15 maart a. s. bij de eindredacteur te zijn ingeleverd.

groeten,

KS

F Al en Personalia

18

Wedstrijdkalender

19

Verenigingen

20

van de Afd. Parachutespringen

sportparachutist


nationale kampioenschappen weer "gewoon" op teuge f .a.l-l icenties Deze licenties kunt u alleen op de volgende wijze verkrijgen: gireer f 7,50 op postrekening 179618 t. n. v. K. N. V. v. L. te Den Haag. Op het strookje gelieve u te vermelden: T. g. v. afd. PARA/FAI licentie 1979 lidmaatschapsnr.: .

kontributies Heeft u de kontributie van de afdeling over het jaar 1979 nog niet betaald? Een vriendelijk verzoek: regel dit vandaag nog eventjes! Al jarenlang worden wij (helaas) geconfronteerd met mensen die niets van zich laten horen op het einde van het jaar. Dit kost ons veel geld, die wij (in het belang van ons allen) nuttiger zouden kunnen besteden. Een lid dat zich niet tijdig afmeld ontvangt toch nog zeker tweemaal Sportparachutist, is verzekerd enz. MOGEN WIJ OP UW MEDEWERKING REKENEN?

verzekerlnqs-verkl ari ng Leden die voor een (spring)-vakantie, wedstrijden enz. naar het buitenland vertrekken kunnen ten behoeve van de buitenlandse verenigingen, centra enz. een verzekeringsverklaring (in het frans, duits en engels gesteld) verkrijgen bij de clubsekretaris. Individuele leden kunnen deze verklaring (schriftelijk) aanvragen bij het Afdelings-sekretariaat. De verklaring is ALTIJD van toepassing voor zover men in het bezit is van een geldige LIDMAATSCHAPSKAARTvan de K. N. V. v. L. /Afd. PARA.

ledenadministratie Gaat u verhuizen? Heeft u andere wijzigingen v. w. b. de ledenadministratie dan verzoeken wij u beleefd dit (bij voorkeur schriftelijk) door te geven aan de LEDENADMINISTRATIE van de K. N. V. v. L. Dus niet naar het afdelingssekretariaat ! Vergeet u niet het lidmaatschapsnummer te vermelden? Dit vergemakkelijkt de werkzaamheden. K.S.

V.l.n.r.: Peter Levering Paul Koudij s en Jacques Gielen sportparachutist

Het heeft er alle schijn van dat de NKP dit jaar weer "gewoon" in ons land zijn en weer "gewoon" op Teuge. Het heeft geweldige voordeel dat de NKP zijn waar ze horen: in eigen land. Natuurlijk, het heeft zoals we sinds vorig jaar weten, ook een paar nadelen, omdat Teuge een vliegveld is waar op gesprongen mag worden en geen springveld waar ook op gevlogen mag worden. Maar hoe dit ook zij: als er een Nederlandse kandidaat is (en er waren er zelfs drie! ! l) dan weegt dat natuurlijk het zwaarst. Er is nog één facet dat misschien een probleem zou kunnen worden. Dat zijn de deelnemerskosten. Het organiseren van NKP in Nederland is een stuk duurder dan op het kant- en - klare Maubeuge. De financiële experts van de VCPT en de Afdeling zijn de zaken deze weken nauwkeurig aan het uitrekenen. Volgend keer daarover dus meer. Alle andere zaken zijn al wel in principe rond. Datum: 16 tot en met 24 juni. Programma: acht precisiesprongen vier stijlsprongen en zes viermansrelatiefsprongen. Iedereen die een C-brevet heeft kan zich inschrijven voor de precisie. Voor stijl en relatief zijn (behoudens schriftelijke toestemming van de eigen chef instructeur) het D-brevet vereist. Voor stijl ook nog dat men tenminste drie keer een serie (inclusief penalties) van maximaal 16 sekonden heeft gedraaid. En wat relatief betreft: de deels nieuwe uitgetekende sequentials zijn in het bezit van de clubsecretaris. Hij heeft ook al of krijgt binnenkort een aantal wedstrijdreglementen, maar afgezien van een aantal technische zaken, die niets met het springen (en dus het trainen) te maken hebben, blijft alles hetzelfde als vorig jaar op één aspect na wat het relatiefspringen betreft: de eerste "vaste" sequential en de eerste lootsequential staan vast en zullen de eerste twee sprongen van het relatief worden. Mensen die bij hun trainings basisartikelen willen hebben over precisie stijl of relatief kunnen deze schriftelijk aanvragen bij de Afdelingssekretaris. Men ontvangt dan (tegen kostprijs) een aantal fotocopieën van vroeger in de Sportparachutist verschenen artikelen over deze onderwerpen. Succes met de training. En laat de NKP nóg spannender worden dan vorig jaar op Maubeuge! ! HC

Foto: Ernst Bode 3


hein cannegieter •

In gesprek met brigade-generaal b.d. touber Voor Sportparachutist heb ik inmiddels vele verhalen gemaakt vanuit verschillende werelddelen en vele landen. Dit keer bleef ik dicht bij huis, erg dicht, om precies te zijn 250 meter bij mijn achtertuin vandaan, het Airborne Museum, sinds acht maanden gevestigd in het huis Hartestein aan de Utrechtseweg in Oosterbeek. Het Airborne Museum geeft in foto's, materialen en ook wassen beelden die bepaalde situaties weergeven een beeld van de Slag om Arnhem, de Operatie Market Garden, een Brug te Ver, hoe dan ook één van de meest dramatische episoden uit de laatste wereldoorlog, een episode waarbij de parachute zo'n belangrijke rol speelde. Zo is één van de ook voor sportspringers interessante zaken een uitgehangen, gele, zijden parachute. Het ding hangt zo dat je er net even aan kan voelen: voor ons loodzwaar, bijna winterjassen-dik. Veel dichter bij ons staat de omgehangen soldaat: wie nog een pack van een leerlingenreserveparachute moet hebben, kan deze zo meenemen (ware het niet dat alles electronisch beveiligd is) en hem in de kast op de club leggen: hij is praktisch dezelfde. De heer Touber: "Hoe groot de belangstelling voor deze slag om Arnhem is blijkt wel uit de bezoekcijfers. W~ zitten nu (half januari) op ongeveer 64.000 sinds 11 mei vorig jaar, de dag van de opening. Als het een beetje meezit dan krijgen we dit jaar wellicht 100.000 mensen, wat fantastisch zou zijn. In het oude Airborne Museum, in het Kasteel Doortwert, zijn er nooit meer dan 50.000 geweest, wat logisch is: het was erg excentrisch, niet bereikbaar met openbaar vervoer, klein, enzovoort. Hartestein is natuurlijk dé plaats voor een museum als dit. Het was het hoofdkwartier van het opperbevel van de operatie. " In korte lijnen even de historie. Op zondag 17 september 1944 om 13.00 uur streek de Eerste Britse Luchtlandingsdivisie neer op grote open heiden en velden (onder andere het Papendalse veld, waar nu het nationale sportcentrum Papendal ligt) ten westen van Arnhem. De opzet was de verkeersbrug in Arnhem te bezetten en bezet te houden tot het oprukkende grondleger via de weg Eindhoven - Veghel - Uden - Grave - Nijmegen Arnhem bereikt had, waarmee het geallieerde leger in één klap vóór de winter alle grote rivieren gepasseerd was. Door allerlei oorzaken - overwacht grote aanwezigheid van uitstekend geoutilleerde Duitsers, veel te grote afstand tussen de landingsterreinen en de brug, onbruikbare verbindingsapparatuur - kwam alleen een zeer klein deel bij de brug. De rest werd in Oosterbeek en Arnhem-

4

direkteur van het airborne museum, oosterbeek west afgeslagen. Het deel dat de brug wel ber-eikte, wist deze niet twee keer 24 uur te houden - wat de afspraak was - maar moest het pas na vier dagen en nachten onafgebroken vechten tegen tanks en kanonnen afleggen. Van de 10.000 aan parachutes en in grote zweefvliegtuigen gelande manschappen moest 60 procent als vermist opgegeven worden, dood, gewond of krijgsgevangenen. De heer Touber: "De hoeveelheid oorlogsmaterieel dat in die paar dagen met name hier in westelijk Oosterbeek, waar de strijd zich de laatste dagen van de actie concentreerde, is afgeschoten en achtergelaten, is zo groot, dat bijna nog dagelijks mensen komen met allerhande dingen, die zij bij het spitten in de tuin, verbouwingswerkzaamheden, huizen bouwen hebben gevonden. Alles, van kogelhulzen tot bladen van propellors. Er zijn verschillende deskundigen die wij dan inschakelen. Meestal is snel bekend wat het is en waarvoor het gebruikt is, maar onlangs bijvoorbeeld kwam iemand met een gesp van een riem waar de naam "Hermann Göring" ingegraveerd stond, de naam van een van Hitlers naaste medewerkers. Van wie die was, waar die vandaan kwam en waarom juist die naam er op staat, is tot nu toe onduidelijk. En iets heel anders: men zegt dat het hout uit het bos hierachter onverkoopbaar is: er zit te veel metaal vergroeid in de stammen. " Hoe dit zij: een feit is dat vrijwel alle beuken (daarbij kun je het het beste zien) onder de dichtgegroeide "wonden" zitten stille getuigen van het dagenlange vuur waaronder de Engelse parachutisten gelegen hebben tot zij - althans de overgeblevenen die nog konden lopen - in de nacht van 25 op 26 september de Rijn overstaken. De aandacht voor de Slag om Arnhem is de laatste tien jaar enorm toegenomen, getuige niet alleen de film "Een brug te ver", maar ook tientallen boeken die de laatste jaren geschreven of herdrukt zijn. De heer Touber: "In totaal zijn er zo'n 2000 publicaties over de Operatie Market Garden bekend. Veel goede, maar ook veel minder goede. Ik ben bezig een bibliotheek hiervan samen te stellen. " Is er een speciaal boek dat u kunt aanraden aan geinteresseerden? De heet Touber: "Zeker wel. Dat is "Remember Arnhem", een in elk opzicht uitstekend boek. Zeer slecht daarentegen - en daar is erg veel reclame voor gemaakt is "Bruggehoofd Arnhem" van Unieboek Bussum, dat deels plagiaat en deels pertinent onjuist is. Wij verkopen allerlei zaken betreffende de slag om Arnhem, maar dit boek hebben wij geweigerd. sportparachutist


grootse herdenking. Dan komen veteranen en familieleden naar Oosterbeek , logeren traditiegetrouw bij Oosterbekers thuis. Ze herdenken mét de Oosterbekers hun makkers op het Airborne-kerkhof, hebben bijeenkomsten in allerlei zalen, waar films worden gedraaid en uren lang opgewonden wordt gepraat, gelachen, geschreeuwd en vooral gedronken. Echt op z'n Engels: heel veel in heel korte tijd. Afgelopen jaar bezocht ik zo'n avond, stond ik tussen ze in bij de tap, luisterde naar ze, praatte soms even met ze. En dan voel je je toch wel gek: een nieuwerwets springertje-voor-z 'n-Iol uit Oosterbeek tussen redelijk bejaarde buitenlandse overlevende springers-voor-devrijheid, een vrijheid die in datzelfde Oosterbeek leek te beginnen. De Slag om Arnhem een van de grootste para-acties uit de laatste wereldoorlog, leeft nog steeds. Wie zich daarvan wil overtuigen, kan elke dag op Huize Hartestein in Oosterbeek terecht. HC V.l.n.r.:

De FAIjCIP gedelegeerden C.v.Gillard (Australië), J. Peacock (Groot Brittannië) en uiterst rechts R. Bennett in gesprek met de generaal b. d. Touber. Foto: H. C.

De heer Toubers belangstelling voor de slag om Arnhem dateert niet van 11 mei 1978. "In de tijd dat ik op de Hogere Krijgsschool studeerde - dat was begin vijftiger jaren moesten we een scriptie over de Operatie maken. Ik woonde in Arnhem. En dat zal er zeker mede de reden van geweest zijn dat mijn scriptie werd bekroond. Ik bleef me er sinds die tijd in verdiepen. En toen ze vorig jaar iemand voor deze functie zochten - en ik was toen toch gepensioneerd - heb ik er op geschreven. Maar - hoewel ik durf te stellen dat ik inmiddels een expert ben wat die Operatie betreft - er zijn een aantal mensen waar ik een stap voor opzij zet, zoals de directeur van de Arnhemse bibliotheek, de heer Groeneweg. " Vol enthousiasme geeft de heer Touber informaties over de Slag bij Arnhem aan de vertegenwoordigers uit 26 bij Maar de belangstelling uit zich niet alleen in publicade FAI aangesloten landen. ties en het onvoorstelbare bezoek aan het Airborne Museum Foto: H.C. (gemiddels 265 mensen per dag!) Hoogtepunt elk jaar is de

gaat u verhuizen? Laat dit dan even weten aan: a. uw clubsecretaris b. de ledenadministratie

South Pacific Tours

van de KNVvL.

organiseert van dinsdag 22 mei tot en met woensdag 6 juni a. s. een speciale reis naar Hawaii, waarin o. a. een programma voor sportparachutisten is opgenomen. De reissom bedraagt f 2.195, -- (exclusief maaltijden). Verblijf in eerste klas hotel. Uw springmateriaal wordt gratis vervoerd. Het huren van een uitrusting is eveneens mogelijk (ca. $ 15,00 per sprong).

hawaii sportparachutist

Verdere informaties kunt u verkrijgen bij SOUTH PACIFIC TOURS Makassarstraat 33 1095 ST AMSTERDAM Tel. 020 - 945880. Een SPOEDIGE aanmelding is vereist. 5


~

d/Iié 71j;/ngvufc/Jmen SKYDIVINGCLUB

nachtsprongen Tot de befaamdheden van de FD behoren de nachtsprongen. Helaas ging het de afgelopen jaren door slecht weer of het niet beschikbaar zijn van een toegestaan vliegtuig niet door, maar gelukkig was het verleden jaar op 7 oktober weer zover. . Het grote probleem bij nachtsprongen is dat er vanwege de geluidshinder niet met een C-182 gevlogen mag worden, maar nu lukte het om een C-172 te huren, het enige type vliegtuig dat is toegelaten voor nachtsprongen, maar wel met een beperkte kapaciteit. Drie mensen met portofoons zorgden voor de kommunikatie tussen dropzone, instappunt en verkeerstoren. Pas zodra een stick op de dropzone gelokaliseerd was kon de volgende stick omhoog, dit om te voorkomen dat er springers zoek zouden raken. De man op de verkeerstoren was nodig om het springen gelijk te kunnen stoppen, mocht Zestienhoven plotseling uitwijkhaven van Schiphol worden.

Omdat het afstand schatten 's nachts bijzonder moeilijk is door het gebrek aan referentiepunten was één van de klubeisen dat men tenminste 3 nachtsprongen gemaakt moest hebben om met een square te mogen springen. En zo zag men gerenommeerde squarespringers aan een C-9 of een PC hangen, wat de gezelligheid alleen maar ten goede kwam. Op de dropzone ontstond al gauw een heel bijzondere sfeer. De grond was bedekt met een laag grondmist van een meter dikte. Vanaf de grond zie je eerst de lichten van het vliegtuig, horen doe je hem niet, dan lukt het een enkele keer om een schim van een springer in zijn vrije val te zien, vervolgens diverse gekleurde lampjes die zich snel langs de sterren verplaatsen en als je dan tenslotte een zachte plof hoort is er weer een nachtsprong gelukt. Kort na tien uur kwam de grondmist omhoog en was na 9 sticks met 27 sprongen het nachtspringen weer voorbij.

aktiviteiten Springvierdaagse

op 24, 25, 26 en 27 mei.

Met de Pinksteren (3 en 4 juni) wordt in het Kralingse Bos in Rotterdam weer het jaarlijkse springfestijn georganiseerd, waarbij tegen gereduceerd tarief interessante sprongen voor een groot publiek gemaakt kunnen worden. Springers van andere verenigingen zijn van harte welkom. Voor inlichtingen en/of een vrijblijvende opgave kunt u terecht bij Riet Becker, Oostzeedijk 342, 3063 CC Rotterdam, tel.: 010 - 143989.

EERSTE NEDERLANDSE PARACHUTISTEN CLUB VELE VOORBEREIDING. VEEL EXTRA WERK HEBBEN ONS NIET GEZET VOOR "DEUR" EN PERK! ECHTER ZULLEN

- DANKZIJ DE HULP VAN ZEER VELEN WIJ ONS IN "DE" SPORT NIET GAAN VERVELEN!

ALLE SPRINGERS EN SPRINGSTERS WELKOM" OP SEPPE.

SPORTVRIENDEN ONS VLIEGTUIG

"VAN

HARTE

..... "ONZE WENSEN ZIJN VERVULD DE "PH-PAX" IS MET EEN DEUR VERGULD

Foto's: R.A. Meyer (vliegtuigen) en Nathalie Cudiak.

TOT ZIENS sportparachutist


Het is algemeen bekend dat elk traintngsprooas aan bepaalde Iicha.nel.ijke voorwaarden en aanpassingsmechanismen gebonden is, die echter weer door de werking van het centraal zenuwstelsel beïnvloed worden. Deze werking van het centraal zenuwstelsel is weer afhankelijk van de actuele functionele toestand van de hersenen, die bijvoorbeeld door acute of chronische vermoeidheid, geneesmiddelen, ALKOHOL, soft-drugs e. d. niet optimaal is. Deze actuele hersenfunctie heeft een zeer belangrijke invloed op de beide basis-processen bij de werking der zenuwen: de stimulering en de remming. Onder een stimulering verstaat men in het algemeen een functie van het zenuwstelsel, die tot een bepaalde werking van zenuwcellen en daardoor van het organisme aanleiding geeft.

Concentratie

Foto: W. Groenewold

para"psychologie door a. lasschuijt jr. Als we het hebben over de oorzaken van "bijzondere voorvallen" bij het parachutespringen, komen we de kreet "menselijk falen" nog al eens tegen. Met deze term wordt dan bedoeld, dat het voorval door de springer zelf werd veroorzaakt, dus zonder dat er een inwerking van buitenaf, b. v. van meteorlogische of technische aard, de terreintoestand of een fout in de exitprocedure te bespeuren was. Deze vage definitie "menselijk falen" heeft echter meer om het lijf, dan over het algemeen wordt aangenomen en hetïs daarom dat dit artikel geschreven werd. Het is belangrijk om in de toekomst ook (naast materiaal, uitrusting e. d.) de factoren, die het "falen" veroorzaken, intensiever dan tot nu toe 't geval is, te onderzoeken en de conclusies van dat onderzoek op te nemen in het opleidingssysteem . In de springerij zijn het voornamelijk de ongelukken van leerlingen, die als "menselijk falen" bestempeld worden, hoewel zo nu en dan ook ervaren springers ongelukken veroorzaken, die voorkomen hadden kunnen worden. --Zoals ons allemaal bekend is, beleeft de springer tijdens een sprong bijzonder sterk het "buitengewone" van de situatie, waarin hij verkeert. Bij de eerste sprong, de eerste vrije val, maar ook bij het omschakelen van bijv. een c-9 canopy naar een p. c. c. q. square spelen zich in ons brein gecompliceerde processen af. Er ontstaat, - afhankelijk van het opleidingsniveau en onderling verschillend - een sterke toestand van opwinding. Deze opwinding is er de oorzaak van dat de springer op de steeds veranderende omstandigheden nogal eens niet doelmatig reageert. In deze spanningstoestand kan hij datgene wat hij in theorie weet en kan, nog niet in de situatie zèlf toepassen, omdat bepaalde psychische eigenschappen en zenuwprocessen hem dat beletten. Hij "faalt" dat wil zeggen: hij weet de aangepaste, noodzakelijke. reactie voor dié situatie niet meteen te selecteren en te gebruiken. sportparachutist

Een remming daarentegen is een actieve zenuwwerkïng, die precies tegengesteld is aan een stimulering. Een remming bewerkstelligt een verhindering van prikkelopname of onderdrukt een orgaanfunctie. De normale activiteiten van de grote hersenschors wordt bepaald door het samenspel van stimuleringsen remmïngsprocessen. Deze beide processen werken op elkaar in. Tegengestelde

induktie

Ontstaat ergens op de hersenschors een prikkel of stimulans, dan ontwikkelt zich in de directe omgeving een remming (negatieve induktie). Ontstaat er echter om een remmingshaard een prikkel, dan noemen we dat een positieve induktie. Irradiaties

en concentraties

Elke prikkel of remming heeft bij zijn ontstaan de neiging, om zich in alle richtingen uit te breiden. (irradiare = uitbreiding) Concentratie is het tegenproces van irradiatie. Door irradiatie is het mogelijk om gedurende korte tijd zenuwverbindingen te vormen met andere heel verschillende hersengedeelten. Al deze processen spelen zich af in het zenuwstelsel bij het aanleren van een nieuwe oefening. Ze stellen ons in staat om ons gecompliceerde bezigheden eigen te maken; en parachutespringen mag in dit verband best een gecompliceerde bezigheid genoemd worden. Aan de andere kant vormen deze processen ook een bepaalde fysiologische grens, die niet ongestraft overschreden mag en kan worden. In sterk vereenvoudigde vorm kennen we de volgende "grenzen": Aan het begin van een nieuwe oefening bevinden zich op de grond van het irradiatie-proces grote delen van de hersenen in een prikkelings toestand, het GENERALISATIESTADIUM. De springer is nu nog niet in staat om de waarnemingen van zijn zintuigen op de juiste wijze te annalyseren en aangepast en juist op een bepaalde situatie te reageren. In dit stadium zijn niet alleen de hersenschors, maar ook de subcorticale centra (dat zijn de onder de hersenschors gelegen zenuwcellen, b. v. die van de middelste hersenen en van het verlengde ruggemerg) geprikkeld, die op hun beurt weer de vegetatieve centra beinvloeden. Dit kun je bijvoorbeeld herkennen aan het oplopen van de pols en ademfrequentie en een verhoging van de bloeddruk. De stofwisselingsprocessen verlopen sneller, terwijl bij het aanleren van een nieuwe lichamelijke oefening, dit generalisatiestadium een onnodige inzet van kracht te zien geeft, wat weer tot energieverlies leidt. Er worden onnodig veel spiergroepen gebruikt, vaak zelfs die, die storend werken op de beoogde oefening. (valbrekende leerlingen!) 7


Op zo'n moment lijkt het alsof je het die vent nooit aangeleerd krijgt, en in dit stadium is het dan ook moeilijk. (afb. 1) Het volgende stadium is het stadium van de beginnende concentratie. Dit stadium wordt gekenmerkt door een gedeeltelijke localisering van het prikkelingsgebied op bepaalde hersengedeelten. Daardoor komen weer enkele delen van de hersenschors vrij om hun eigen taak weer over te nemen. Ze kunnen dan bijvoorbeeld analytisch-synthetische functies overnemen, zoals bijv. oriëntatie in de ruimte tijdens de vrije val, eerste pogingen om lichaamscorrecties in vrije val toe te passen, waarneming van détails op de aarde, positie t. o. v. de bak enz. (afb. 2) Langzaam maar zeker groeit er een doelmatiger spierwerking en bewegingscoördinatie, terwijl de vegetatieve en psychische belasting geringer wordt. (afb. 2) De laatste jaren staat de z. g. autogene training in de belangstelling. Het aanleren van gecompliceerde bewegingen als stijle kan uitstekend gebeuren met hulpmiddelen zoals video. Autogene training houdt in dat de leerling de beweging( en) die hij gaat maken sterk geconcentreerd vooraf gaat doorleven in een toestand van ontspanning, b. v. liggend in het gras gedurende 8-10 minuten. Deze training een z. g. "concentratie-training" dient steeds toegepast te worden in samenwerking met praktisch oefenen en ZIEN wat goed en fout is op video-apparatuur. Deze trainingswijze wordt momenteel naast "normale training" vooral toegepast bij "technische sporten" zoals schoonspringen, schaatsen en turnen, - echter - diverse autocoureurs gebruiken het ook in hun trainingsopzet. Met andere woorden: met je te concentreren kun je leren! Automatiseringsstadium De prikkelingsvelden op de hersenschors zijn nu ingeperkt in kleine gebiedjes, en er is een uitgekiend evenwicht tussen prikkel en remming tot stand gekomen. Dit is de situatie waarin we positieve emoties tegenkomen: de springers hebben er echt lol in. Karakteristiek voor deze fase is de automatisering van de diverse bewegingen, ze gebeuren "reflexmatig". Op dit moment is er een dynamisch stereotype ontstaan. Alleen de absoluut noodzakelijke spiergroepen worden gebruikt, terwijl de bewegingen doelmatig en zeer goed gecoördineerd zijn. Om zo'n dynamisch stereotype te vormen bij leerlingen moet de hand gehouden worden aan de volgende opleidingsfasen: 1. de theoretische opleiding Met behulp van een voordracht(les) en boeken e. d. moet het doel van de les, bijvoorbeeld "hoe en wanneer maak ik mijn final approach naar de schijf" duidelijk uitgelegd worden. Eigen ervaringen van de instructeur zijn hier de "finishing touch" van zijn verhaal, zij vervolmaken zijn les. Dia's, foto's, films zijn uiteraard in deze fase zeer goed te gebruiken. 2. de demonstratie In deze fase moet de instructeur laten zien hoe het moet, en evenetueel welke hoofdfouten er gemaakt kunnen worden. Demonstratiesprongen kunnen door de instructeur uitgevoerd worden, doch ook het kijken bij anderen met tekst en uitleg van de instructeur is van grote waarde. Ook hier zijn films, dia's e. d. zeer goed bruikbaar. 3. het zelf doen Praktische oefeningen stellen de leerlingen tenslotte in staat om zelf ervaring op te doen. Bijzonder belangrijk 8

is hier de grondopleiding, b. v. vrije val posities in een opgehangen harnas of voor de hele beginners b. v. de afspronghouding droog oefenen. Als dit echt beheerst wordt, dan sluiten de eerste sprongen uit de kist goed aan. Er moet op gelet worden dat deze opleidingsvolgorde zowel bij nieuwe leerlingen als bij "terug van weggeweestspringers " gehandhaafd wordt. Belangrijk ook is het regelmatig inlassen van korte pauzes tussen de diverse oefeningen. Deze dienen ter ontspanning van het centraal zenuwstelsel en voorkomen vermoeidheid. De psychische vermoeidheid is nauw verbonden met de prikkelingstoestand van de hersenschors, waardoor het reeds bereikte automatiseringsstadium terug kan vallen tot het stadium van beginnende concentratie of zelfs tot het generalisatiestadium. Dat is er dan meestal de oorzaak van, dat leerlingen soms slechte prestaties leveren, die op het eerste gezicht "onverklaarbaar" zijn, maar die wel het ongevalrisico vergroten. Van belang is veder, dat de oefeningen in de juiste volgorde gegeven worden. De gestelde eisen, moeten langzaam maar zaker hoger worden, zodat de zenuw processen in de hersenen verder ontwikkeld kunnen worden. Voorwaarde is echter, dat de leerling de voorgaande oefening geheel beheerst. Is dat niet het geval, dan kan het psychisch uit de hand lopen, er kunnen zelfs neurosen ontstaan, zoals bijvoorbeeld bij "overtrainde" sportmensen het geval is. Raakt de man overvraagd, dan ontstaat er een storing in de "evenwichtsleidingen" tussen prikkels en remming, wordt hij echter niet voldoende aan de tand gevoeld, dan ontstaat deze storing öök, Hieruit kun je dus afleiden, dat de instructeur de persoonlijke eigenschappen van de hem toevertrouwde leerlingen moet weten te taxeren. Instructeurs moeten dus de individuele psychische eigenaardigheden van hun leerlingen onderkennen en deze bij het geven van een bepaalde opdracht bij een sprong goed voor ogen houden! Daarbuiten moet de instructeur de persoonlijkheidsontwikkeling van zijn pupillen tijdens springactiviteiten, maar zo mogelijk ook daarbuiten (bar, hangar, etc.) voortdurend observeren. Als zich dan enkele eigenschappen van de springer tijdens allerlei bezigheden herhalen, kan men met enige zekerheid een oordeel over het optreden van de pupil tijdens zijn springopleiding vormen. Als een instructeur een leerling een bepaalde opdracht om tijdens de sprong uit te voeren geeft, moet hij proberen vast te stellen, hoe "opgewonden" zijn leerling is en beoordelen, in hoeverre hij dit compenseert. Een fijne hulp bij het beoordelen van de "spanningsgraad" en de emoties bij de leerling is het voortdurend observeren van het gedrag van de man/vrouw, dat in perioden met "geestelijke belasting" sterk afwijkend kan zijn. Veranderingen in bewegingspatroo n Er komen sterk geremde bewegingen voor, maar ook heel overdreven driftige. Sommige bewegingen verlopen verkrampt, er komt zelfs complete disharmonie in de lichaamsbeweging voor. Opvallend zijn ook de pendelbewegingen met het bovenlichaam of het hoofd. Ieder van ons kent de bewegingen bij zenuwachtige beginners: wrijven van de handen, knokkels kraken, haar achteroverstrijken, aan de neus wrijven of de oorlel, het zitten frommelen aan uitrustingsstukken, gespen e. d. Deze veranderde lichaamsmotoriek kan zelfs aanleiding zijn van hele foutieve handelingen, d. w. z. gewone dingen als het sluiten van een harnas lukt niet meer normaal. .. Veranderingen in De spraak van Sommige mensen ningen onderhevig

de spraak de leerling kan snel of stotterend zijn. lijden in situaties, waarin ze aan spanzijn aan een woordentekort: op vragen sportparachutist


wordt dan slechts langzaam, aarzelend en vaak tegen hun zin geantwoord. Anderen hebben echter ineens een woordenvloed: deze dient dan om de innerlijke spanning te camoufleren; vaak verspreken zij zich of gebruiken foute woorden. De toonhoogte van de stem is vaak afwijkend en verraadt neusveusiteit; ook een "dikke" of juist een bibberend stemgeluid, soms afgewisseld met veelvuldig kuchen, kan een teken aan de wand zijn. Afwijkingen in de mimiek Een oud spreekwoord zegt: het gezicht is de spiegel der ziel. En inderdaad doet de instructeur er goed aan te letten op de gezichtsuitdrukkingen van zijn leerlingen. Vaak zie je voor de sprong een bezorgde trek veroor. zaakt door een verkrampte mimiek; ook verwijde pupillen en glanzende ogen wijzen op grote spanningen. Vegatieve veranderingen Opvallend hierbij zijn de rode - soms echter juist een bleke - gelaatskleur, een verhoogde zweetafscheiding, speciaal in handen en op voorhoofd. Het "nog even snel naar het toilet" als ze reeds omgehangen zitten te wachten op hun beurt, wijst op een verhoogde spiertonus bij sterke emotionele belasting. Meer bekend zijn de versnelde pols, en het snellere ademhalen; ook misselijkheid en braken kunnen voorkomen. Bij het observeren van de net genoemde veranderingen is het natuurlijk noodzakelijk een vergelijking met de normale situatie te kunnen trekken, omdat de ene leerling nog al met de ander verschilt (sommige hebben een rood hoofd van zichzelf ... ) Bij jonge leerlingen is er nog een rijtje andere psychische problemen, die de jeugd met zich brengt. De jongelui streven naar zelfstandigheid en erkenning. Deze geldingsdrang kan nogal eens tot ondoordachte handelingen leiden, omdat de jonge springer nog wat psychisch labiel is. Je kunt dit herkennen aan b. v. de snelle wisseling van stemming: hij valt van het ene uiterste in het andere. Als instructeur moet je dit in de taken die je je pupil geeft, verdisconteren. Meestal zetten jongeren hun stekels op bij een autoritair optreden, terwijl ze aan de andere kant keiharde kritiek hebben op het gedrag van hun instructeur, die ze scherp in de gaten houden. Op deze leeftijd zijn emoties vaak de drijfveer van hun eigen handelingen, maar bij het ouder worden slijt dat weer. (Hij wordt al wat rustiger ... TI) Later wordt hun doen en laten meer bepaald door een abstract-theoretisch denken. De springinstructeur moet alle hiervoor genoemde problemen en aanwijzingen voor elk geval apart en in elke situatie anders weten toe te passen. Met opgedane ervaring en kennis moet hij proberen de innerlijke spanning van zijn leerlingen te verminderen. Dit is b. v. door zijn gedrag mogelijk. Hoe meer de leerling merkt, dat de instructeur hem een bepaalde taak toevertrouwt, hoe beter hij zijn eigen psychische belasting weet te compenseren. Er moet onderling een bepaalde zakelijke sfeer heersen; speciaal dan, als de instructeur merkt, dat zijn leerling aan een vrije sterke psychische opwinding ten prooi is.

(Onstabiel); armen waren ingetrokken; spanboog) . Het verdient aanbeveling om steeds in een paar woorden het "verhaal van de sprong" in het logboek van de springer te schrijven, zodat er een soort documentatie ontstaat over het verloop van de opleiding. De instructeur die deze moeite wil doen, zal zonder meer bijdragen tot een verbetering van de opleidingsresultaten, dus van het parachutespringen in het algemeen. Want de bedoeling was uiteindelijk, om ongevallen bij de opleiding, die het predikaat "menselijk fa'len " hebben, zo veel mogelijk uit te schakelen. AFB. 1

logen

Generalisatiestadium van de prikkelings-processen in de hersenen. De prikkeling (+) is over de gehele hersenschors en de subcorticale centra verspreid. Schematisch zijn de belangrijkste zintuigcentra voor een springer getekend.

AFB. 2

Stadium van beginnende concentratie Gedeeltelijke localisering van het prikkelingsveld paalde hersengedeelten.

op be-

AFB. 3

Een goede kennis van algemene zaken, grondoefeningen en theorie geeft de leerling een gevoel van zekerheid, en dat werkt de spanning tegen.

Automatiseringsstadium De prikkelingsvelden op de hersenschors zijn op kleine gebiedjes teruggedreven en ingeperkt. Afhankelijk van de situatie kunnen ze gemakkelijk naar andere gebiedjes verlegd worden.

Bij het doorspreken van een sprong moeten we steeds van het positieve uitgaan: lof doet een leerling sterker in zijn schoenen staan, waardoor de spanningen weer minder zullen worden. Fouten moeten echter ook zakelijk worden doorgesproken, maar de kritiek mag nooit kwetsend zijn voor de pupil. De leerlingen moeten zodanig toegesproken worden dat ze zelf hun fouten zien en meteen zelf de juiste oplossing geven.

Met dank aan: A. Lasschuijt Sr. Docent Pedagogische Academie Rotterdam & L. C. Pfrommer trainingsdeskundige, Afd. LO/sport KMA.

sportparachutist

9


"" o

overzicht vaste springgebieden in nederland Para-Vereniging

Springplaats

Positief Radius

Periode & Tijden (GMT)

Hoogte in ft

Voorwaarden

Opmerkingen

Eerste Nederlandse Parachutisten Club (ENPC) en Cadetten Parachutisten Vereniging (CPV)

Oudenbosch

51 35 30 N 04 34 00 E Radius 2 NM

Dagelijks: SR - SS

12.000

Tel. aan-/afmeld.: MATCC (05775 - 366) Tijdens sprongen: R/T contact MATCC op 132.35 Mhz. Geen restricties tot 3. 000 ft Voor sprongen op of boven 3.000 ft tevoren toestemming vereist van MATCC coördineert met ACC/SPL

a/c uitgerust (4096)

met SSR

Skydiving Club Flying Dutchmen (FD)

Pijnacker

52 00 10 N 04 26 00 E Radius 2 NM

Woensdag: 1600- SS

12.000

Vóór elke sprong coördineert vlieger met TWR/RTM. TWR/RTM coördineert daarna met VKL-APP en ACC-SPL. Er wordt nooit op beide springplaatsen tegelijkertijd gesprongen.

a/c uitgerust (4096)

met SSR

51 57 25 N 04 26 14 E Radius 2 NM

Woensdag: 1600 - SS

a/ c uitgerust (4096)

met SSR

Vliegveld Zestienhoven

Zaterdag, zondag en feestdagen: 0700 - SS 12.000

Zaterdag, zondag en feestdagen: 0700 - SS

Vereniging Paracentrum Teuge (VPCT)

Teuge AD

5214 45 N 06 02 50 E Radius 2 NM

Dagelijks: SR - SS

10.000

Tel. aan-/afmeld.: MATCC (05775 - 366). Tijdens sprongen: R/T contact MATCC op 132.35 Mhz. Voor sprongen boven FL 60: eerst tel. toestemming MATCC; MATCC coördineert met ACC/SPL. Sprongen vanaf FL 100 zullen incidenteel voorkomen.

F L 65 a/ c uitgerust met SSR (4096)

Paraclub (PCI)

Hilversum

1 NM ten zutden van het vliegveld Radius 2 NM

Dagelijks: 17.30 lt - SS

13.000

Tel. aan-/afm.: MATCC (05775-366). Vlucht en sprongen vinden plaats buiten de (ge con troleerde) gebieden TMA Schiphol CTA Amsterdam, CTR Soesterberg en EHR 7.

a/c uitgerust met SS 4096 2-zijdig radiocontact Dutch Mill. 132.35.

0507 E 5208 N Radius 2 NM

Dagelijks 17.30lt-SS Weekend SR-SS

13.000

idem

idem

05 06 E 5210 N Radius 2 NM

Dagelijks 17.30lt-SS

13.000

Icarus

Westbroek

Maarssen

Weekend SR-SS

+ Soesterberg

Weekend SR-SS

idem

idem + Soesterberg

ril

gesloten

gesloten

'0

Toestemming kan zonder opgave van reden door Soesterberg ingetrokken worden. Icarus dient te. bereikbaar te zijn op tel. of Havendienst Hilv.

o 'i M-

'g

~ o

[ 00' M-

Para Club Mobiele Colonnes (PCMC)

Bunschoten

5214 30 N 05 21 00 E Radius 2 NM

Werkdagen: 1800 - SS Zaterdag zondag en feestdagen: SR - SS

6.000

Tel. aan-/afmeld. : MATCC (05775 - 366). Vlucht/sprongen vinden plaats buiten TMA Schiphol: geen toestemming vereist. Vlucht/

sprongen

vinden

plaats

a/c uitgerust SSR (4096)

.

met


~~-~~--- -_._-

-----r-----

.. -----

start tel. toestemming C-VKL APP/SPL (020-5162199). Ná de start R/T contact APP/SPL. Hilversum

5211 30 N 05 09 00 E Radius 2 NM

.1730 - Sunset op dinsdag, vrijdag, zaterdag en zon- en feestdagen

13.000

Tel. aan-/afmeld.: MATCC (05775 - 366). Vlucht en sprongen vinden plaats buiten de (gecontroleerde) gebieden TMA Schiphol, CTA Amsterdam, CTR Soesterberg en EHR 7.

Aanbeveling: a/ c uitgerust met SSR (4096)

Hoogland

5211 00 N 05 23 00 E Radius 2 NM

Zaterdag, zondag en feestdagen SR - SS

15.000

Sprongen tot 6.500 ft: tel. aan/ afmeld. SBG/TWR. Boven 6.500 vt: bovendien tel. aan/afmeld. C-VKL ACC Amsterdam. Radiocontact met SBG/TWR 122.1 of MATCC 132.35. In alle gevallen vrijblijven van CTA Amsterdam.

a/c uitgerust met SSR (4096)

Afdeling Parachute spring Vliegc1ub Flevo (FLEVO-PARA)

Oostelijk Flevoland

52 25 30 N 05 30 10 E Radius 2 NM

Dagelijks SR - SS

6.000

Voor sprongen tot 3; 500 ft geen toestem. vereist. Voor sprongen van 3.500 ft tot 6.000 ft. : a. tevoren tel. toestem. C-VKL App. tel. 020-5162199. b. vliegtuig moet met SSR (4096 codes) zijn uitgerust. c. nà de start: R/T met Schiphol/ APP freq. 121. 2 Mhz ,

Korps Commando Troepen (KCT)

Rechte Heide

51 30 00 N 05 02 00 E Radius 2 NM

Maandag t/m vrijdag: 0800z tot 1600z

7.000

TWR GR open: vlieger C GR TWR (sprongen boven 3.000 ft GR C MATCC) TWR GR clsd: vlieger moet tel. aan-/afmelden aan MATCC 05775366; opgave van hoogte waarvan wordt gesprongen.

Ul

'0

o

::l-

'El ~ o ~ Ul e+

I-' I-'

I

Gebied ligt in Gilze-Rijen CTR Aanbeveling: a/c uitgerust met SSR (4096)

Para Centrum Noord (PCN)

Nieuw Balinge

524600 N 06 35 00 E Radius.2 NM

Zaterdag, zondag en feestdagen: SR - SS Woe- en vrijdag: 1200 - SS

9.000

Tel. aan-/afmelden: MATCC (05775 - 366) Tijdens sprongen: R/T contact met MATCC freq. 132.35 Mhz, (Buiten bovenstaande: vooraf overleg met C-VKL MATCC).

Aanbeveling: a/ c uitgerust met SSR (4096)

Marine Sport Parachute Club (MSPC)

Barsingerhorn

52 47 00 N 04 51 00 E Radius 2 NM

Dagelijks SR - SS

8.000

Tel. aan-/afm.: MATCC (05775 - 366) Voor sprongen boven FL 055 tevoren toestemming MATCC. Vlucht/sprongen worden uttgevoerd buiten TMA/SPL.

Aanbeveling: a/ c uitgerust met SSR (4096)

Paracentrum Texel Spa (PC TEXEL/SPA)

Texel AD

53 06 59 N 04 50 02 E Radius 2 NM

Dagelijks SR - SS

15.000

Op werkdagen: v66r start tel. melden Vuurleiding; nà start R/T met "Cornfield" (122.1. Mhz). Voor sprongen boven FL 055: v66r elke sprong aan-i/ afmelden C-VKL MATCC (05775 - 366).

Aanbeveling: a/ c uitgerust met SSR (4096)

Noord Nederlandse Para Club (NNPC)

Winde

53 07 38 N 06 31 51 E Radius 2 NM

Zaterdag, zondag en feestdagen SR - SS

12.500

Vliegveld Eelde

53 07 30 N 06 35 00 E Radius 2 NM

Zaterdag, zondag en feestdagen SR - SS

12.500

Voor elke sprong dient de vlieger te coördineren met TWR/EEL plus R/T contact. Voor sprongen boven FL 65: a. tevoren tel. toestemming C-VKL ACC/AMS b. vliegtuig moet met SSR zijn uitgerust (4096) c. R/T contact met ACC.


technische commissie

verslag over het springjaar 1978

samenstellers: jan de bruijne - eet de wekker

In het volgende artikel treft u een uitvoerig en zeer deskundig samengesteld verslag van de heren Jan de Bruijne en Eef de Wekker. Het verslag bevat de SPRINGTECHNISCHE gegevens over de periode van 1 november 1977 tot 1 november 1978. Hoewel de resultaten niet direkt schokkend zijn, vragen de samenstellers toch wel speciale aandacht voor een aantal zaken. Met name: - de teruggang van het aantal staticline sprongen en - een groot aantal storingen (malfunkties) die vermeden hadden kunnen worden. Het paracentrum Texel deed het afgelopen jaar niet mee aan het totstandkomen van het jaarverslag waardoor er enige grote verschillen zijn ontstaan in vergelijking tot de rapportage van 1977. (Red. : deze ontbrekende gegevens worden binnenkort alsnog ingezonden) . De Marine Sport Parachutisten Club kon in het afgelopen jaar zowel in figuurlijke als letterlijke zin van het woord nagenoeg geen akti viteiten ontplooien om reden dat er geen instrukteur meer aanwezig is. De PCMC heeft voorlopig onderdak gevonden bij de Paraclub Mobiele Colonnes. De Paraclub Hohne (BRD) en de Para-Vereniging Korps Commandotroepen werden in het afgelopen jaar aangesloten bij de afdeling. Dankzij de inzet van de instruktiegroep van het Korps Commandotroepen werd ook over militaire springgegevens beschikt - waarbij in enige gevallen een vergelijking tussen het militaire en het sportspringen mogelijk is geworden. Kort na afsluiting van het verslag 1978 maakte een springer van de Vereniging Paracentrum Teuge een ongeval met dodelijke afloop. Na onderzoek van het materiaal, de documenten, enz. is vast komen te staan dat de oorzaak van het ongeval een kwestie is geweest van menselijk falen.

uitgevoerde sprongen In de periode 1 november 1977 - 1 november 1978 werden door de leden van de afdeling Para 30.197 sprongen uitgevoerd. In 1977 werden 28.107 sprongen gemaakt. Dus een stijging van 10.7% ten opzichte van het totaal aantal sprongen. Dit cijfer geeft een verkeerde indruk van de situatie in Nederland, want deze totaalcijfers kwamen tot stand door een optelling van: - bij de clubs gemaakte sprongen - F 27 sprongen - NKP - internationale training en wedstrijden - individueel in het buitenland gemaakte sprongen. V. w. b. de ontwikkeling van het sportspringen in Nederland zijn de volgende cijfers van toepassing. De cijfers tussen haakjes geven de jaargegevens 1977 aan. Vereniging

AO

VV

TOTAAL

ENPC

911 (884)

2690 (1754)

3601 (2638)

CPV

350 (334)

950 (503)

1300 (857)

FD

420 (684)

2552 (2047)

2972 (2731)

PCI

362 (386)

1166 (897)

1528 (1283)

PCMC

240 (450)

751 (1100)

991 (1550)

VPCT

709 (867)

2633 (4316)

3342 (5183)

PCN

593 (603)

489 (640)

1082 (1243)

TU-ZEVEN

779 (828)

626(1959)

1405 (2787)

APC

579 (361)

1521 (1322)

2100 (1683)

FLEVO

647 (723)

2153 (1925)

2800 (2648)

MSPC

0

PC-HOHNE

0

234 (0)

PV-KCT Totaal

(163)

0

0

140 (0)

(0)

5824 (6283)

(175)

(338)

374 (0)

92 (0)

92 (0)

15763 (16638)

21587 (22921)

De teruggang van het aantal VV sprongen wordt veroorzaakt door het in het buitenland houden van de NKP'78. Door leden team verband het buitenland 4300 sprongen

van de Af'deltng werden individueel of in (buiten de NKP-'78 om) 2920 sprongen in uitgevoerd. Samen met de NKP is dit ruim in het buitenland.

Voor het eerst hebben de samenstellers een vergelijk kunnen maken tussen het springen met ronde en vierkante parachutes.

De tendens om in het buitenland gebruik te maken van de betere springmogelijkheden wordt steeds sterker, vooral als het om hoge trainingssprongen gaat.

Verheugend is het te konstateren dat vele GELE meldingskaarten werden ingediend. Hierdoor ontstaat de indruk dat 100% van de voorvallen zijn gerapporteerd.

Voor de Afdeling Para (dus inclusief de F 27 sprongen) is volgens de grafiek het resultaat:

Het verschil binnen de afdeling in het aantal ongevalsmeldingen welke de RLD bereikten en hetgeen de TC aan het eind van het jaar doorkreeg was slechts 2%. Bij het vorige jaarverslag was het verschil ca. 60% voornamelijk veroorzaakt door het Paracentrum Texel. Wij hopen dat u - mede in het belang van elke springer - ook in 1979 zult meewerken aan een korrekte rapportage t. w. : - VOORVALLEN melden op een GEEL KAARTJE; - ONGEVALLEN rapporteren via de Rijksluchtvaartdienst op een ONGEVALLENRAPPORT; Namens de Technische Commissie danken wij u voor het gestelde vertrouwen. En bij deze onze dank voor het vele "uitspit-werk" aan JAN DE BRUIJNE en EEF DE WEKKER. KS 12

static line sprongen

- teruggang 7. 3%

vrije val sprongen

- teruggang 5. 6%

totaal sprongen

- teruggang 6%

Dit betekent voor het static line springen een teruggang naar de situatie van voor 1975! Alleen werd er toen de helft van het aantal leerlingen van nu in opleiding genomen! Volgens de opgave van de clubs werden van alle vrije val sprongen 54.9% uitgevoerd met een square canopy. Het militaire

springen

Er werden 4. 518 militaire sprongen uitgevoerd, waarvan: 3.373 met automatische opening en 1. 145 vrije val, waarvan 30.7% met een square, 85 sprongen werden in het buitenland gemaakt. sportparachutist


24000

Leerling ongevallen m. b. t. hun ervaring

r:

2360';--'<,

23672

TOT

A

A

L

Z2177

/

I

I

r

bij sprong 1 t/m 4

62%

(over 1977

90.9%)

bij sprong 5 en 6

33%

(over 1977

9.1%)

I 18000

Voornaamste

/ /

16000

/

-rL

I

17324

-, V RIJ

I

E

Leerlingen

VAL

16353

/161.29

I

tr: 14000

/

,

AO

- onjuiste parahouding , slechte landingsrol

I

/

/

oorzaken van ongevallen:

- landing op obstakels,

I

I

bomen en daken

- landing in een draai

/

76% 13.7% 10.3%

I

vrij e val, ronde koepels

/~ / / 8000

- onjuiste landingshouding

36.3%

- landing op obstakels,

27.2%

/ /'000

~

~

STA

~4

TIC

L I

auto' s, hoogspanning

- onstabiel bij opening, ledematen in lijnen

ti E

- landing in een draai

1.000

27.2% 9%

sguare springers

7J

78

75

80

79

ONGEVALLEN In de geregistreerde periode verongelukte één landgenoot in het buitenland. De oorzaak was een ondeugdelijke uitrusting gecombineerd met een onjuiste reserveprocedure.

- bij uitflaren doorzakken en op eigen enkel c. q. voet terecht komen

30.7%

- te vroeg uitflaren

30.7%

en armen uitsteken

- in draai landen (vaak zware verwondingen) vooral in turbulente omstandigheden

23%

Binnen de afdeling para werd 98% van de ongevallen direkt gemeld aan de RLD.

De sprongervaring bij de laatste groep varieerde tussen 100 en 700 sprongen maar er was geen indicatie omtrent hun ervaring aan de square canopy. Wel valt op dat 61. 4% van de ongevallen in de duidelijke categorie ''beginnersfouten" ligt.

Landelijke ongevalscijfers

Het militaire 1976

1977

1978

over alle gemaakte sprongen

1:277

1:378

1:569

over alle static line sprongen

1:238

1:161

1:200

over alle square sprongen

?

?

1:660

over alle ronde vv

?

?

1:793

springen

- bij 3373 static line sprongen ontstonden 5 ongevallen dat is 1:674 - bij 350 square sprongen ontstond geen ongeval - bij 795 vrije val sprongen ontstonden 6 ongevallen. 1 : 132 OPLEIDINGEN

Als we 1976 aanhouden als het jaar waarin de square begon te komen dan is het beeld duidelijk. Nu meer dan de helft van de vrije val sprongen met square canopy's wordt uitgevoerd, is het aantal ongevallen in die categorie gedaald met 65%.

7\ i

\, \

I I

In de static-line categorie werd het beeld over 1977 vertekend door het hoge aantal static line sprongen van het Par-a Centrum Texel, waarmee ook een hoog aantal ongevalsmeldingen binnenkwam. In feite is ook bij het static line springen het cijfer teruggelopen tot dat van 1975 maar toen werden er 1000 static line spronge meer gemaakt dan nu.

\

I

97,-

r

90

\

I

\

r

\

r

7J

I

I I

In 1978 waren de ongevallen als volgt verdeeld: 54.7% voor ao leerlingen

aan C9 en T 10 koepels

16.9% voor vv leerlingen

aan C9 en T 10 koepels

3. 7% voor springers 24.5% voor springers

Opgeleide leerlingen

in relatie

\ \ \53~

/53 I'

\

I'

,L' I' 30

<,

,-L-L'

\

I'

\ 29~

~

\

-zt

~

tot hun ongevallen:

1976

1 :26

1977

1:25

1978

1 :43 (zie opleidingen)

75

sportparachutist

\

--'-

aan PC achtige koepels aan square canopy's

\

\

I

60

\

\ \

/

76

77

78

?9

ONG~VALLEN

13


malfunkties en voorvallen 1. Incidenten met automatische

openers

Er waren vier meldingen van levensgevaarlijke situaties, waarbij de springer door een automaat onder zijn reserve parachute kwam te hangen. Twee keer betrof het een Sentinel en twee keer een HiTek model 12000. Dertien meldingen over onjuist werken van automaten kwamen binnen waarvan twaalf keer een sentinel 2000 en één keer een verkeerd afgestelde HiTek 8000. Wanneer een sentinel gemonteerd wordt op een tandemreserve en de springer dan met zijn square stallturns gaat maken op 1000 ft of lager behoort de sentinel af te vuren! 2. Incidenten bij relatief

Uit het materiaaloverzicht blijkt dat het bestand aan leerlingen parachutes is opgebouwd uit 75.3% C9 koepels en 24.7% T10 koepels. De malfunktiecijfers voor deze koepels zijn resp. 85.8% en 14.2%. Een T 10 heeft een lager malfunktiecijfer dan een C9, zelfs sleeve-deployed. Malfunkties C9/T10 m. b. t. het gebruikte statie-line - pin type statie line met velero l!i!.Q!. assist - volledig breekkoord systeem - pin type statie line met breekkoord sleeve assist --

systeem

1:129 1 :84 1:251

Over het direct bag-type systeem zijn bij de clubs nog geen gegevens bekend. Het milHitair springen 3373 statie line sprongen met de EFA 656-2 koepel en een breekkoord-bag deployed systeem leverden één malfunktie op.

exits.

Twee incidenten van deze soort werden gemeld, beide driemans exits uit een Cessna 206. In beide gevallen was tenminste één borstreserve bij het incident betrokken. 3. Koepelbotsingen

110

Bij het zgn. koepel relatief werd één keer verkeerd ingekomen, de koepels raakten verward en een dubbele break-a-way was het gevolg. 4. Malfunkties 110 meldingen over malfunkties werden gedaan d. m. v. de gele meldingskaart. Verdeling naar koepeltype : - square

canopy'

- C9/TlO

vrije

- PC -achttge - C9/TlO

1977

1978

5

52.9%

59% of 1:132

val

15.5%

31. 8% of 1:288

koepels

16.1%

statie

LEERLING 33%

9.2%

Cloud/reefing

- malfunkties

van Strato

Star/slider

- malfunkties

van Para

- malfunkties of vouwfout

main canopy

Plane

PC Texel)

1.5%

opleidingen

23%

Cloud

3%

1975

3%

38% A brevet

daarvan

45% door in vv

1976

1315

668 leerlingen leerlingen

27.3%

A brevet

daarvan

27.5%

door in vv

1977

1167

leerlingen

26.9%

A brevet

daarvan

30.5%

door in vv

1978

1264

leerlingen

31% A brevet

daarvan

38. 5% door in vv

door weigeren

Square malfunktie door materiaal

15.3%

of vouwfout.

- 2x square achterstevoren gemonteerd - 2x verkeerd gemonteerde pilot en/oï bridle - 4x gebroken stuurlijnen stratocloud - 1x connector link opengebogen - 1x geen hoe check, koepel verward - Lx nauwelijks gevouwen - 2x halve rem verkeerd vastgezet

2x breaka way 2x 4x Lx Lx Lx 2x

breakaway breaka way breakaway breakaway breakaway breakaway

Square malfunkties door weigering openingssysteem Eagle - blokkering bij het trekken Eagle - wel de pilot vrij. niet de pin eruit Eagle - flying hand deploy Eagle - hard pull Sierra - sluitpin voortijdig losgeschoten Condor - hard pull Handbury - flying hand deploy

total total 2x total total horseshoe total total

De conclusie is dat de enorme toename van leerlingen in 1976 een achteruitgang in kwaliteit tot gevolg had. De clubs zijn er wel in geslaagd dit aantal leerlingen te handhaven, iets wat ook financieel vaak een harde noodzaak is. Na twee jaar gaat nu echter de kwaliteit van de individuele springer die doorgaat weer omhoog. Dit moet wel gekoppeld worden aan een toenemende onverschilligheid van de leerling ten aanzien van het behalen van het Abrevet. Het aantal statie-line leerlingen liep niet terug maar het aantal static line sprongen wel. In 1975 maakten 668 leerlingen gemiddeld 10

van

verdeling naar type malfunktie 40%

- line over ripcord

of hard pull

14.2%

- streamer

11.4%

horse

20%

6853 sprongen,

In 1978 maakten 1264 leerlingen gemiddeld 4, 6!

Dit maakt samen met nog een aantal niet volledige meldingen een totaal van 33 of wel 50% van de square malfunkties uit. Tel hierbij een onbekend aantal break-a-ways van goede eanopy's, veroorzaakt uit onwetendheid. Dan blijven er erg weinig echte square malfunkties over.

14

(zonder (MALrUNKTIES)

door materiaal

main canopy van het openingssysteem

shoe

AD

1978

18. 4%

- total malfunktie

- total door flying

, 977

35.3%

- malfunkties main canopy door voortijdige opening van canopy releases

Ronde koepels C9/T10,

1976

STORINGEN

Strato Cloud/slider

van

van Strato

15.5%

, 975

Square malfunkties naar koepeltype: - malfunkties

LEERLING

LEERLING 22% AD

line

- malfunkties

AO

vallen

1264 er

29

5824 sprongen,

leerlingen

100%

af door een blessure

(2.2%)

en

841

houden op met springen voordat acht sprongen hebben gemaakt

zodat

394

het A brevet

waarvan

152

tenminste

ze (66.5%)

halen

één clear

(31%) and pull maken

(12%)

sportparachutist


In 1978 heeft de Paraclub Flevo voor het eerst gewerkt met het Stevens Break-a-way-systeem. Omdat er erg weinig malfunkties ontstonden is het nog te vroeg om een oordeel te geven over de uitvoering van de procedure. Wel werd hij een aantal keren toegepast door springers met weinig ervaring en met het gewenste resultaat. E茅n van de conclusies die al wel te trekken is, is dat het systeem erg gemakkelijk aan te leren is en ook beter aansluit bij de break-a-way procedure die iemand leren moet die doorgaat in de vrije val.

Voor de Technische Commissie is dat aanleiding om haar standpunt te handhaven en ten sterkste aan te dringen op het gebruik van automatische openers tot aan aantekening B. Ook het dodelijk ongeval uit 1978 had door een automaat voorkomen kunnen worden.

1700

r I

1600 1500 1400 1315 1)00 1200 1100 1000 900 8()()

)00 200 100

Dat noemen ze nog deugdelijk materiaal! 1975

1976

1977

1978

materiaal Naar opgave van de clubs waren er eind 1978 233 square canopy's in gebruik. Gelet op de huidige eisen die aan een square springer wordt gesteld en het totaal ledenbestand der afdeling Para is daarin nog een stijging te verwachten tot ongeveer 300. In 1977 veroorzaakten 166 squares 82 breakaways In 1978 veroorzaakten 233 squares 65 breakaways Deze verbetering is natuurlijk ontstaan door het wennen aan dit materiaal waardoor de instruktie aanzienlijk verbeterde. Dat de helft van de breakaways desondanks vermeden had kunnen worden is toch een aanduiding dat er op dit gebied nog veel te doen is. Het zijn nu vooral de nieuwe tandemsystemen (met hun openingssysteem) die problemen veroorzaken. Op het gebied van reservekoepels valt te melden dat de eerste vierkante reserve in gebruik is genomen en dat er in 1978 een aantal reserve malfunkties zijn gemeld waarbij de koepel total-Ioss werd gesprongen.路 Daarover is al bericht in de Sportparachutist. V. w. b. het leerlingenmateriaal is een tendens te zien om meer T-10 koepels aan te schaffen, echter daar is moeilijk aan te komen. In het voorjaar van 1979 zal het voor het eerst mogelijk zijn om modern leerlingen materiaal te kopen. Moderne harnassen en kleurige containers zijn dan op de markt voor een acceptabele prijs. De containers zijn er in drie kleuren voor C9, T10 en vrije val. De containers voor statie line sprongen zijn voorzien van elastieken eonen. De HiTek 12000 wordt nu volop gebruikt. De Paraclub TU-ZEVEN is zelfs volledig hiermde uitgerust i. p. v. met de Sentinels. Vier reddingen staan tegenover dertien malfunkties in 1978. sportparachutist

aanbevelingen 1. Het is zinvol om de mogelijkheden te bestuderen om de "vlucht" van ervaren springers naar het buitenland te stoppen door betere springmogelijkheden in eigen land te scheppen. 2. Het verdient aanbeveling om door middel van een enquete onder leerlingen die in 1979 opgeleid worden hun motivatie t. a. v. het springen te peilen. Tevens zou de verhouding tussen militaire en burger leerlingen onderzocht kunnen worden. 3. De ongevalsstatistiek vertoont een gunstig beeld. Dit geldt voor de vrije val categorie door de massale overgang op square koepels en voor de leerlingen categorie door het geven van goede basistrainingen. Het is geen reclame als in 1978 in een radioprogramma een geluidsbeeld gegeven wordt van een grondopleiding van drie kwartier(!) waarna de betrokkene werkelijk haar eerste sprong uitvoert. Dit kan nooit door een ieder zo nagestreefde veiligheid bevorderen. 4. Een goede begeleiding en instruktie moet het mogelijk maken dat de square malfunkties nog geringer in aantal worden. Bovendien zou van valscherm instrukteurs en valschermtechnici een meer kritische houding verwacht mogen worden t. a. v. vernieuwingen bij openingssystemen. Niet alles wat van over de oceaan komt is daarom ook goed! 5. Een beschouwing van de opleidingsschema's van de clubs leert dat het Basis Opleidings Plan aan een herziening toe is. 6. Naar aanleiding van de aanbeveling van het Afdelingsbestuur om het direkt-bag-type-static line systeem te proberen is gebleken dat vier clubs zullen overgaan op dit systeem. Het is zaak om eind 1979 een grondige inventarisatie te maken van de dan opgedane ervaringen. 15


hegener's boek

Na zijn overlijden belde zijn zuster mij met de vraag of wij belangstelling hadden voor zijn papieren waarin ook het manuscript van het boek moest zitten. En of ik dan kon proberen het gepubliceerd te krijgen. Met een auto vol dozen met papieren vertrok ik in april 1977 uit Bennebroek. Zoals met vele schrijvers die aan hun levenswerk bezig zijn, gebeurt: Hegener had het boek niet voltooid. Zeventien van de twintig hoofdstukken waren af en zelfs al vertaald in het Engels. Voor een werk als dit is een wereldwijde markt, niet alleen een Nederlandse. Van "mijn" uitgever, De Arbeiderspers, waar mijn eerste boek verscheen, kreeg ik een lijst met mogelijk getntereaseerdo Engelse uitgevers. Eén hiervan, lan Allan, bleef na langdurige briefwisseling, ook met Amerika, over. Een grote steun in alle besprekingen, schrijverijen, telefoontjes was de redacteur van het Engelse springblad, Sport Parachutist en CIP-afgevaardigde van Engeland, Charles Shea-Simonds, die ik eind 1977 opzocht om zijn hulp in te roepen. Dit jaar mei hadden we beet: lan Allan in Shepperton, in Oost-Londen. De - schriftelijke - onderhandelingen waren in november zo ver dat het verantwoord leek dat ik eind december naar Londen ging met al het illustratiemateriaal en allerhande andere spullen die met het manuscript te maken hebben. De besprekingen monden uit in drie dingen. De tekst zou van 123.000 woorden (wat onmogelijk veel is) teruggebracht moeten worden tot ca. 100.000, wat nog enorm is. Er zou een Engelse, ter zake kundige bewerker moeten komen. En er zou een garantie van 2500 exemplaren moeten komen, wat voor een boek dat toch gauw f 25, -- zal gaan kosten, niet niks is.

gepubliceerd

? •

(Red. Foto - 1917! Een instrukteur met in zijn handen een Stevens parachute - zoals deze in gebruik was op kabelballons. H.C.

Met de hulp van 2500 mensen op de wereld zal het in dit blad al vaker genoemde en ook aangehaalde manuscript van de in maart 1977 overleden Henri Hegener , The History of the Parachute, gepubliceerd worden. Dat is kort gezegd het resultaat van besprekingen die ik tussen Kerstmis en Nieuwjaar hield in Engeland met een aantal betrokkenen. Voor wie de voorgeschiedenis gende.

Ik hoop in de volgende Sportparachutist de definitieve aankondiging van de publicatie van "The history of the parachute" te kunnen maken! HC

niet kent, even het vol-

In maart 1977 overleed Henri Hegener , 82 jaar. Hij was één van de eerste springers van ons land. Zijn eerste sprong maakte hij in 1920 als jong en nieuwsgierig luchtvaart journalist. Naast allerlei andere luchtvaartactiviteiten bleef Hegener zijn leven lang alles verzamelen dat met parachutes te maken had. Sinds het eind van de vijftiger jaren mondde dat uit in een boek, waar hij tot het begin van de zeventiger jaren aan werkte, een standaardboek over de geschiedenis van de parachute, een in feite nog onontgonnen gebied. Behalve het schrijven aan het boek verzamelde hij honderden prenten en andere illustraties die 'interessant leken voor zijn boek. 16

Die 100.000 woorden zie ik wel zitten: bepaalde delen in het enorme manuscript zijn logischerwijs wat onevenwichtig en kunnen aangepast worden. Die bewerker wordt natuurlijk Charles Shea-Simonds. Voor zo ver mogelijk zal ik hem natuurlijk helpen. En wat de echte bottle neck, die 2500 exemplaren betreft, dat hopen we bij de CIP-vergadering eind januari op Papendal op te lossen, als ons land en de Engelse sprekende landen elk een deel garanderen zijn we zo aan die 2500 exemplaren. Maar hoe dan ook: het MOET opgelost worden. Het boek is voor de hele documentatie en kennis over de luchtvaarthistorie zo belangwekkend en zo uniek dat het gepubliceerd MOET worden. En de wijze die uitgever lan Allan voor ogen heeft is een prima wijze: een groot formaat boek (voor kenners A4-formaat) van 196 pagina's, dus veel ruimte voor de unieke illustraties, waardoor het in de allereerste plaats een prachtig kijkboek wordt en pas in de tweede plaats een - zo zal blijken - prachtig leesboek.

te koop Hand-deployed WONDERHOG (3-rings release system) compleet met STRATOCLOUD (rainbow). Ca. 150 sprongen. Tevens 26 ft lopo-reserve. S. Blietz Tel. (na 18.00 uur) 04130 - 66750.

sportparachutist


Het was Frans Heuvelmans één van de fijnste en een van de meest behulpzaamste springer van ons land die onder een collapsende square tijdens een Friendshiptraining op de Vliegbasis Twente op 2 september 1977 van een tiental meters naar beneden stortte. Als door een wonder verongelukte hij niet en hij lijkt zelfs - ondanks alle breuken en andere inwendige verwondingen weer helemaal de oude te worden. Eind vorig jaar onderging hij zijn laatste operatie, waarbij zijn been "rechtgezet" werd. Of Frans ooit nog zal springen, dat lijkt onwaarschijnlijk. Maar veel is onwaarschijnlijk in het leven van Frans Heuvelmans. We wachten dus rustig af. De "gouden spreuk" van Frans: "Springen is geen lichaamssport. Het gaat er om wat je in je kop hebt! "

duizend sprongen springers

Jaap Havekotte

Frans Heuvelmans Frans Heuvelmans, onze Blegische Hollander of Hollandse Belg was vele jaren lang een niet weg te denken springer aan het Nederlandse springfirmament. Frans was een van Nederlands begaafste springers en eveneens een van onze begaafste instructeurs, twee dingen die bijna nooit in enige sport samen gaan, dus ook niet in het springen. Frans, geboren in april 1945 in het Belgische Mol waar hij nog steeds woont, maakte in augustus 1967 zijn eerste sprong op Schaffen. Vele jaren was hij lid en instructeur van de ENPC, maar maatschappelijke onrust dreef hem naar Texel, waar hij als full time instructeur verloren leek voor de top sportspringerij: inmiddels was gebleken dat hij met name een zeer getalenteerd relatiefspringer was. Edoch, hij keerde op zijn schreden terug en - hoewel het maatschappelijk wat onrustig bleef -:hernam hij zijn plaats in de Nederlandse springtop. Waar hij met een team in Nederland aan relatiefspringen deelnam, eindigde hij op de eerste plaats. En ook wist hij vele keren met groepsprecisie als eerste te eindigen. Hij is een van de weinige Nederlandse springers die ooit uit een ballon (Schaffen) sprong, evenals een heuse Tiger Moth. Ook memorabel is zijn hoogste sprong: 8.653 meter, dat wil zeggen een zuurstofsprong van zo'n dikke 26.000 voet. Op zijn 1285 sprongen (zijn duizendste maakt hij op 15 juli 1975, dus net vóór het eerste wereldkampioenschap relatiefspringen waar hij vanzelfsprekend ook aan deelnam als lid van het Nederlandse team) had hij twee malfunctions. Typerend voor het intense genoegen dat Frans aan het relatief springen beleefde is zijn antwoord op de vraag wat de opvallendste gekste sprong is geweest. Zijn antwoord:"Alle sprongen sinds 8/11/74 (alle relatiefsprongen) - bijzonder die sinds 17/4/76 (aequenttal s) ". sportparachutist

Jaap Havekotte is een naam die iedere springer in ons land moet kennen. Anders moet hij gewoon terug naar af. Jaap Havekotte, wiens springcarrière tussen 1974 en 1975 zeer nauw verbonden is geweest met die van Frans Heuvelmans, is gedurende een oneindig lijkende reeks van jaren Nederlands beste sportspringer geweest. Vanaf 1970 tot en met 1977 (met uitzondering van 1973 toen hij niet mee kon doen aan de nationals) is hij Nederlands kampioen parachutespringen geweest. En nog steeds - terwijl hij er al jaren vrijwel geen sprong meer aan heeft gewaagd - wint hij op z'n sloffen het stijlspringen. Hij heeft (en hij zal het ook nog wel jaren houden) het Nederlandse record stijlspringen met een serie van 7. 4 sekonden. Sinds 1975 is er nog maar één ding voor Jaap en dat is niet meer precisie en stijl, maar relatiefspringen. Wat hem er dus niet van weerhield tot 1978 alle NKP's te winnen. En in 1978 en (wedden?) zeker ook nog in 1979 de stijl. Toen hij eenmaal geheel aan het relatief zijn hart kwijt was, kwam hij als evenzeer uiterst begaafd relatiefspringer in die teams die altijd (in ons land) eerste werden. Ook maakte hij tot nu deel uit van alle nationale relatieftems, tien-, acht- en viermans. Dit jaar ziet er het er iets somberder uit. Zijn baan als directiemedewerker van de Viking-schaatsfabrieken leidt er toe dat hij essentiële trainingsperioden van het achtmansteam niet kan bijwonen. En een team is een team ..... Jaap maakte zijn eerste sprong in 1968, 21 jaar oud, op Hilversum, bij de Paraclub Icarus, de club die hij trouw bleef. Op zijn ongeveer 1500 sprongen had hij één malfunktie. Als relatiefspringer heeft hij zijn vrije valtijd bijgehouden: een dikke twaalf uur. Zijn duizendste sprong maakte hij vier dagen na zijn teamgenoot Frans Heuvelmans : 19 juli 1975. Ook al lijkt Jaaps maatschappelijke carrière zijn springvarrière langzamerhand in het nauw te drijven, hij zal als een soort sportwonder te boek blijven staan. Wie in welke sport heeft het gepresteerd om zeven keer Nederlands kampioen te· worden? Geen wonder dan ook dat hij hoogstwaarschijnlijk de meest getnte'rviewde , meest bewonderde, meest genoemde sportspringer van ons land is. En met recht. 17


FEDERATION

AERONAUTIQUE

INTERNATIONALE

SPORTING CODE

D Op 14 januari 1979 stonden ondervermelde personen ingeschreven als INSTRUKTEUR VALSCHERMSPRINGEN in het bezit van een geldige bevoegdheid. BREVET NR. NAAM 76-02 78-08 73-09 75-02 74-06 72-09 73-04 70-01 77-04 71-07 76-08 74-08 72-05 74-04 76-04 76-03 78-01 78-04 74-05 76-14 75-04 78-05 73-06 76-05 76-10 77-01 71-06 76-01 73-05 74-03 76-11 72-07 77-02 76-06 78-02 78-09 72-08 68-06 72-03 69-03 72-02 76-07 70-03 73-08 76-15 76-09 71-09 75-03 69-04 74-10 78-03 68-03 77-03 72-01 74-09 72-04 71-04 78-07 73-01 78-06 68-07 18

H. M. Asselbergs P. W. op de Beek S. Blietz E.F. de Bock J. S. K. Bronsveld J. de Bruyne E. Bussemaker J. W. M. Buster A. Camfferman V.A. B. M. Cillekens J. J. N. van Dam P.J. Danens F. Dierssen J. de Graaf W. W. D. Groenewold P. de Haas H. 't Hart A. H. Hendriks H. C. P. Hoefnagels P. J. Hoogerwerf H. Jansen J. H. M. P. Jansen J. L. Jansen E.G.L Kahn J. T. A. Kouwenhoven J. Y. van der Krieke M. R. Krooneman R. Kunz A. Lasschuijt A.H.M.J. van Lierop M. W. M. Maltha L.G.H. van der Meer J. Mennink K. Meyer A. Niehues J. M. F. Oosterveer S.D. Otsen C.A. T. Pellens H. C. Pijnenburg B. D. Rienks P. J. Santegoeds C. M. J. Schoonen C. R. Schuilenburg J. Spiering J. H. Stegman C. L. von Sury F.M.A.G. Thijssens J. van der Veer W. A. Velthuizen H. Verbeek L. F. Verboom J. Verhaar B. de Vries E.J. de Wekker A. J. Wierenga A. Willebrandts T. Wilschut E. P.J. Wissink B. F. Woltering M. Wormgoor E. T.H. Wijnands

Section 5

REGULATIONS FOR SPORT PARACHUTING Verkrijgbaar

bij de KNVvL/Afd.

PARA.

Door overmaking van f 5, -- op postrekening 179618 t.n. v. KNVvL - Den Haag volgt z. s. m. toezending. Op het strookje

gelieve u te vermelden

"T. g. v. afd. PARA - Sporting Code."

GEBOREN ROB (E. N. P. C.) zoon van HENK en HILDA VEREIJKEN (4 december 1978)

YURI (F.D.) zoon van JAN en MARIANNE FLORIS (10 december 1978)

MARK (PARA FLEVO) zoon en broertje van JEANNET , TOM en MONA van FLEEF

OUDERS en ANDERE FAMILIELDEN

.

VAN HARTE GEFELICITEERD MET DEZE "ZONEN".

sportparachutist


wedstrijdkalender (om N U in uw eigen agenda over te nemen!!!) MEI 18-20 mei de jaarlijkse precisiewedstrijd voor de senioren-para's op het vliegveld Zutendaal, georganiseerd door de AFCENT PARACHUTE CLUB. 24-25 mei de jaarlijkse precisiewedstrijd voor alle springers met een RAM-Am parachute op het springterrein van de PARACLUB FLEVO (uitwijkdatum 26-27 mei) 24 t/m 27 mei clubkampioenschappen LANDSE PARACHUTISTEN CLUB.

EERSTE NEDER-

JUNI 2 juni A-kampioenschappen DUTCHMEN

voor leden van de FLYING

3-4 juni (Pinksterdagen) de jaarlijkse Coupe Maarsseveen een voor iedereen openstaande precisiewedstrijd op het strand van de Maarsseveense Plas (bij de speeltuin aldaar), georganiseerd door de PARACLUB ICARUS. 2 t/m 4 juni open clubwedstrijden - georganiseerd de VERENIGING PARACENTRUM TEUGE A PRIL 14-15 april open precisiewedstrijd - een voor leden van alle clubs openstaande wedstrijd georganiseerd door het PARACENTRUM NOORD (uitwijkdatum 21/22 april). 15-16 april (de twee Paasdagen dus) - een voor leden van alle clubs openstaande precisiewedstrijd als seizoensopening georganiseerd door de PARACLUB ICARUS op het vliegveld Hilversum.

9 juni B-kampioenschappen DUTCHMEN.

door

voor leden van de FL YING

16 tot en met 14 juni NATIONALE KAMPIOENSCHAPPEN PARACHUTESPRINGEN OP HET VLIEGVELD TEUGE (informatie elders in deze editie).

AUGUSTUS

MAART

17 t/m 19 augustus open precisiewedstrijd voor leden van alle verenigingen op het afspringterrein van de EERSTE NEDERLANDSE PARACHUTISTEN CLUB.

31 maart BBB-wedstrijd (springen met test op lichamelijke en geestelijke vaardigheid georganiseerd door de FL YING DUTCHMEN op het vliegveld Zestienhoven.

18 augustus relatiefwedstrijd FLYING DUTCHMEN.

georganiseerd

door de

18-19 augustus open precisiewedstrijd + viermansrelatief georganiseerd door het PARACENTRUM NOORD. 22 augustus tot 2 september WERELDKAMPIOENSCHAPPEN RELA TIEFSPRINGEN OP HET VLIEGVELD CHATEAUROUX (Midden-Frankrijk). 25 - 26 augustus clubkampioenschappen ICARUS (uitwijkdatum 1-2 september).

PARACLUB

SEPTEMBER 5 - 10 september precisie- en stijl-wedstrijd om de Adriatic Cup (tweejaarlijkse officieuze wereldkampioenschappen PA en stijl), Portoroz, JoegoslaviĂŤ. 8 - 9 september Frankrijk.

groepsprecisiewedstrijd,

Chartres,

14 t/m 16 september "De drie dagen van Straatsburg" groepsprecisiewedstrijd, Straatsburg, Frankrijk.

-

NOVEMBER 1 t/m 4 november "Coupe d'Automne" wedstrijd, Chambery, Frankrijk. sportparachutist

groepsprecisie-

19


KONINKLIJKE NEDERLANDSE VERENIGING voor LUCHTVAART AFDELING PARACHUTESPRINGEN VERENIGING

VLIEGVELD

DROPZONE

ADRES

EERSTE NEDERLANDSE PARACHUTE CLUB

Seppe NB

Hoeven

ROOSENDAAL,

CADETTEN PARACHUTISTEN VERENIGING

Seppe NB

Hoeven

BREDA, Kasteelplein

SKYDIVING CLUB "FL YING DUTCHMEN"

Zestienhoven

Pijnacker

DEN HAAG, Postbus

PARACLUB "ICARUS"

Hilversum

Hilversum

enz.

LEIDEN,

Hoge Rijndijk 42

PARACLUB MOBIELE COLONNES

Hilversum

Hilversum

enz.

WEESP,

M. Nijhoffstraat

Cameedijk

21

10

11515

50

VERENIGING PARACENTRUM TEUGE Teuge

Teuge

OLDENZAAL,

PARACENTRUM NOORD

Hoogeveen

Nw. Balinge

ASSEN, Postbus

NEDERLANDSE PARAVERENIGING TU-ZEVEN

Seedorf

Seedorf

HEESLINGEN (BRD), Am Holzbeck 15

AFCENT PARACHUTE CLUB

Zutendaal

VLIEGCLUB FLEVO AFD.

Lelystad

Lelystad

MARINE SPORT PARACHUTE CLUB

De Kooy

Barsingerhorn

SCHAGEN, Notenhof 37

PARA VERENIGING KORPS COMMANDOTROE PEN

Gilze-Rijen

Rechte Heide

ROOSENDAAL,

PARACLUB HOHNE

Bergen

Bergen

BERGEN. (BRD), Exinerstrasze

PARA

(B)

(BRD)

Zutendaal

(B) (omgeving)

(BRD)

Bolkskanip

25

260

ROERMOND, Jan Truyenstraat NUNSPEET,

van Hallstraat

40

29

Commandobaan

4 10a

deze verenigingen •• zun aangesloten bij de afdeling parach utespri ngen van de koninklijke nederlandse vereniging voor luchtvaart 20

sportparachutist


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.