7 minute read

Lichter dan Luchtmacht

De allereerste Nederlandse luchtmacht was geen onverdeeld succes

EEN DOELBALLON WORDT IN 1908 OP OEFENTERREIN OLDEBROEK OPGELATEN. FOTO: W.H. COOL, OVER LUCHTVAART (1908)

DOOR HAN NABBEN

DIT VOORJAAR WERDEN DE NIEUWE NEDERLANDSE F-35 JACHTVLIEGTUIGEN VOOR HET EERST OFFICIEEL INGEZET VANWEGE DE RUSSISCHE INVAL IN OEKRAÏNE. ANDERHALVE EEUW EERDER RICHTTE HET NEDERLANDSE LEGER HET VIZIER VOOR DE ALLEREERSTE KEER OP HET LUCHTRUIM. WANT MOGELIJK, ZO WAS DESTIJDS DE GEDACHTE, ZOU IN DE TOEKOMST NAAST LAND EN WATER DE LUCHT OOK EEN ROL KUNNEN GAAN SPELEN IN DE VERDEDIGING VAN DE LANDSGRENZEN. EEN BESTUURBAAR LUCHTVAARTUIG WAS ECHTER NOG NIET UITGEVONDEN. MET VALLEN EN OPSTAAN VERKENDEN DE MILITAIREN HET LUCHTRUIM DAAROM MET LUCHTBALLONNEN. DE VROEGSTE VOORLOPER VAN DE F-35 WAS DE BALLON KIJKUIT.

Toen de bemande luchtballon in 1783 werd uitgevonden, waren de verwachtingen hooggespannen. De toepassingsmogelijkheden waren eindeloos, zo leek het, vooral wanneer de ‘lugtbol’ met zeilen en roeispanen in de gewenste richting zou worden gedirigeerd. Maar de ballon liet zich moeilijk temmen. Het grootste gedeelte van de negentiende eeuw bleef de spectaculaire uitvinding koppig de richting van de wind kiezen.

Militaire interesse

Desondanks kreeg, tegen het einde van de negentiende eeuw, het Nederlandse leger interesse in de ballonvaart voor militaire toepassingen. Luchtballonnen hadden tijdens de Duitse bezetting van Parijs (1870-1871) een spectaculaire rol gespeeld in de communicatie van de belegerde Parijzenaars met de vrije buitenwereld. Tien jaar daarvóór hadden de Fransen ook al eens, tijdens de oorlog met Oostenrijk, luchtballonnen ingezet om vanuit de lucht de vijand te bespieden. Dat alles was in Nederland niet onopgemerkt gebleven.

Artillerie-kapitein De Wit onderzocht daarom of men in Nederland het militaire vizier ook op het luchtruim moest gaan richten. Het antwoord op die vraag volgde in 1882, en bleek positief: De Wit concludeerde dat bemande kabelballonnen konden worden ingezet voor terreinverkenningen, en onbemande kabelballonnen om seinen over grote afstanden over te brengen. Vrije ballonnen vond hij vanwege de onbestuurbaarheid ongeschikt (twee jaar na De Wit’s onderzoek ontwikkelden Renard en Krebs hun bestuurbare luchtschip). Ook concludeerde De Wit dat het handig was om postduiven in te zetten, in geval van belegering, om de communicatie met de buitenwereld op gang te houden. Ook dat werd als ‘luchtvaart’ beschouwd en beide aanbevelingen van De Wit – de inzet van kabelballonnen én de aanschaf van postduiven – werden door het Nederlandse leger opgevolgd.

NEDERLANDSE MILITAIREN MET (WAARSCHIJNLIJK) DE BALLON

KIJKUIT. DE KIJKUIT WAS HET ALLEREERSTE LUCHTVAARTUIG VAN

HET NEDERLANDSE LEGER. DE KABELBALLON WERD INGEZET VOOR

VELDVERKENNINGEN. FOTO: GENIEMUSEUM.

Kijkuit

In 1886 werd de daad bij het woord gevoegd. De Nederlandse Genie gaf opdracht aan het Parijse Lachambre om een kabelballon te fabriceren. Deze bolvormige ballon (diameter 12 meter; inhoud 900 m3) kreeg de toepasselijke naam ‘Kijkuit’: de ballon zou als bemande uitkijkpost gaan dienen bij veldverkenningen. Op 19 augustus 1886 werd de Kijkuit voor het eerst opgelaten. De ervaringen stemden tot tevredenheid en een jaar later werd de kleinere ‘Telegraaf’ met 190 m3 inhoud in gebruik genomen. Deze ballon was in de winter van 1886-1887 door de genie zelf in elkaar gestikt. De Telegraaf had onvoldoende draagkracht om personen mee omhoog te nemen maar zou gaan dienen om lichtsignalen over te brengen en bovendien, zo was de gedachte, kon de ovale ballon worden ingezet als mobiel gasreservoir voor de Kijkuit. In april 1887 werden beide ballonnen binnen de genie ondergebracht in het speciaal hiervoor opgerichte ‘ballondetachement’ onder commando van kapitein Quarles van Ufford.

Sceptisch

Van een breed gedeelde overtuiging van het nut en de noodzaak van legerballonnen was overigens geen sprake, en na een bijna-ongeluk met de Kijkuit nam de sceptische houding alleen maar verder toe. Tijdens een legeroefening in 1887 steeg luitenant Meier met de Kijkuit op vanaf het fort aan de Biltstraat in Utrecht. Zijn collega’s zouden vanuit Houten een mars gaan lopen, en het was de bedoeling dat Meier hen vanuit de Kijkuit zou spotten, maar dat plan verliep niet geheel vlekkeloos. Een harde wind deukte de bolvormige kabelballon na lancering in, waardoor er gas uit de ballon stroomde en de mand gevaarlijk ging overhellen. Naarmate de ballon meer gas verloor en de wind meer vat kreeg op het steeds verder ingedeukte gevaarte, begon deze ook nog eens gevaarlijk te slingeren. De geschrokken balloncrew haalde de Kijkuit weer snel naar beneden en de marcherende collega’s werden niet waargenomen. Na het incident kwamen de beide legerballonnen nauwelijks nog uit de opslag. Aan de andere kant van het koninkrijk - in Nederlands-Indië - werd in 1890 bij Atjeh nog wel kortstondig geëxperimenteerd met ballonopstijgingen. In de zomermaanden werden daar enkele proeven uitgevoerd met een kabelballon van de op Java woonachtige Engelse ballonvaarder Spencer, maar ook die experimenten vonden geen vervolg.

Doorstart

Na het Kijkuit-debacle werd in militaire kring nauwelijks nog nagedacht over militaire activiteiten in de lucht. Dat veranderde kort na de eeuwwisseling, toen kapitein Petri in 1901 een lezing verzorgde over ‘Militaire Luchtscheepvaart’. Een en ander leidde tot de detachering van luitenant P.J. Post van der Steur bij het Militär-Aeronautische Anstalt in Wenen, waar hij in de zomermaanden van 1902 een ‘Militär Aeronautische’ cursus volgde. Hij maakte enkele opstijgingen per kabelballon en steeg drie keer op in een vrije ballon, wat voldoende bleek om als allereerste Nederlander een officieel ‘brevet tot balloncommandant’ te bemachtigen.

Op aanraden van Post van der Steur schafte het leger enkele Zodiac-doelballonnen aan, die hij in Wenen in actie had gezien. Deze doelballonnen dienden als schietschijf bij legeroefeningen, en werden vanaf oktober 1904 op Artillerie Schietkamp Oldebroek ingezet. De langwerpige vliegerballonnen hadden een ‘stabiliteitsslurf’ waar de wind doorheen kon

stromen, waardoor de ballonnen aanzienlijk stabieler in de lucht bleven hangen dan de eerdergenoemde Kijkuit. Ze werden aan kabels opgelaten tot zo’n 800 meter hoogte, en met elke voltreffer werd de perforatie groter. Uiteindelijk gaven de langzaam leeglopende ballonnen zich gewonnen en keerden ze weer terug op aarde. In de Utrechtse Damlustkazerne was een ballonwerkplaats ingericht om de doelballonnen weer op te lappen voor hergebruik: na verloop van tijd veranderden de Zodiacs dan ook in een grote lappendeken. Tot 1914 werden ze voor dit soort schietoefeningen ingezet. Veel verder dan de proefvluchten in Frankrijk kwam de Duindigt niet. Walaardt Sacré had echter de smaak te pakken: hij werd in 1913 de eerste commandant van de nieuwe opgerichte luchtvaartafdeling van het Nederlandse leger in Soesterberg. Het vrijwel ongebruikte luchtscheepje Duindigt werd opgeslagen in Fort Vossegat in Utrecht om nooit meer gebruikt te worden. Schenker Jochems ontving als dank voor zijn gift - en wellicht als pleister op de wonde - het Ridderkruis in de Orde van Oranje Nassau.

Koninklijke Luchtmacht

Luchtschip Duindigt

In 1911 werd de Nederlandse luchtmacht-avant-la-lettre versterkt me een heus luchtschip, want inmiddels was de bestuurbare luchtballon voldoende doorontwikkeld om praktisch inzetbaar te zijn. De eigenaar van draf- en renbaan Duindigt in Wassenaar, Walter Jochems, schonk het driepersoons 910 m3 luchtscheepje genaamd ‘Duindigt’ aan de Nederlandse regering om de vaderlandse luchtvaartactiviteiten een impuls te geven. Om het luchtscheepje in gebruik te kunnen nemen werd (K)NVvL-bestuurslid Walaardt Sacré door Zodiac-directeur De la Vaulx in het Franse Saint Cyr opgeleid tot de ’s lands eerste Nederlandse luchtschipcommandant. Die opleiding zou overigens tevergeefs blijken. Minister van oorlog Colijn wist niet de benodigde gelden vrij te krijgen om het luchtschip daadwerkelijk te kunnen exploiteren. Het parlement zag destijds, achteraf wijselijk, meer toekomstperspectief in het nieuwe en veelbelovende (maar technisch nog onbetrouwbare) gemotoriseerde vliegtuig. De Kijkuit, de Telegraaf, de Atjeh-ballon, de Oldebroekse doelballonnen en het luchtscheepje Duindigt vormen zo de niet al te indrukwekkende eerste schreden richting militair gebruik van het luchtruim. Succesvol of niet: deze ‘lichterdan-luchtmacht’ was de voorloper van de huidige Koninklijke Luchtmacht.

VOOR ZOVER BEKEND DE ENIGE FOTO VAN HET MILITAIRE LUCHT-

SCHEEPJE DUINDIGT, TIJDENS EEN TESTVAART IN 1911.

DE DUINDIGT HAD DE VERLENGDE ZODIAC II-ENVELOP ALS BASIS.

DE KARAKTERISTIEKE LICHTE BAND OP HET LUCHTSCHIP MARKEERT FOTO BOVEN: WALTER JOCHEMS, EIGENAAR VAN DRAF- EN REN-

BAAN DUINDIGT IN WASSENAAR, SCHONK IN 1911 HET DRIEPER-

SOONS LUCHTSCHEEPJE DUINDIGT AAN DE NEDERLANDSE REGE-

RING, VOOR MILITAIRE TOEPASSING. HET LUCHTSCHIP WERD IN

BALLONWERKPLAATS IN DE DAMLUSTKAZERNE IN UTRECHT. DE DOELBALLONNEN DIE VANAF 1904 ALS SCHIETSCHIJF WERDEN INGEZET

OP SCHIETKAMP OLDEBROEK WERDEN HIER STEEDS OPNIEUW HERSTELD VAN ALLE VOLTREFFERS. FOTO: NEDERLANDS INSTITUUT VOOR

MILITAIRE HISTORIE.

HET LOCKHEED-MARTIN F-35 JACHTVLIEGTUIG OFWEL DE JOINT

STRIKE FIGHTER (JSF) IS DE RECENTE OPVOLGER VAN DE BEKENDE

F-16. TUSSEN DE KIJKUIT IN 1886 EN DE F-35 IN 2022 ZIT 135

JAAR ONTWIKKELING.

LUITENANT DER GENIE P.J. POST VAN DER STEUR (ZITTEND, LINKS) IN 1902 BIJ HET MILITÄR-AERONAUTISCHE ANSTALT IN WENEN, WAAR HIJ

ZIJN BALLONBREVET HAALDE. FOTO: NEDERLANDS INSTITUUT VOOR MILITAIRE HISTORIE.

Opzoeknaareenveiligelandingsplaatsvooraljeverzekeringen?

Contacteeronsvooreengratischeckup...

BVBAVerdisVerzekeringen,Zandstraat2,9170St-Pauwels Tel:037767634- info@verdis-vanduyse.be–www.verdis-vanduyse.be