Financial Investigator 2018-7

Page 1

WWW.FINANCIALINVESTIGATOR.NL

JAARGANG 10 | NUMMER 7 | 2018 | €10.95

ONAFHANKELIJK MAGAZINE OVER VERMOGENSBEHEER EN SECURITIES SERVICES

WIJ WILLEN ALS PENSIOENFONDS EEN MAATSCHAPPELIJKE BIJDRAGE LEVEREN GERALDINE LEEGWATER, ABP Ontkennen wereldwijde risico’s niet langer mogelijk Willem Buiter, Special Economic Advisor, Citigroup

Ronde Tafel Implementing, Managing & Measuring ESG

Vooruitzichten voor 2019 Waar liggen de grootste kansen en bedreigingen?


Why is a bobtail squid an asset manager’s responsibility? Because the Great Australian Bight is under threat from oil giants. Because it’s home to strange creatures and 270 newly found species. Because our work can extract ‘no go’ commitments from extractive companies. Because our voice has the power to change an industry. Because responsibility influences outcomes – for investors and for everyone. Read how we take responsibility every day at avivainvestors.com/responsible/nl

For today’s investor

For professional clients and advisers only. Issued by Aviva Investors Global Services Limited. Registered in England No. 1151805. Registered Office: St Helen’s, 1 Undershaft, London EC3P 3DQ. Authorised and regulated by the Financial Conduct Authority. Firm Reference No. 119178.

RA18/1105/01102019


// VOORWOORD Foto: Ruben Eshuis Fotografie

// colofon

HOOFDREDACTEUR Jolanda de Groot jolanda@financialinvestigator.nl ADJUNCT HOOFDREDACTEUR Harry Geels harry@financialinvestigator.nl EINDREDACTIE Baart Koster REDACTIE Hans Amesz, René Bogaarts, Baart Koster, Joost van Mierlo, Jan Jaap Omvlee en Lies van Rijssen. RAAD VAN ADVIES Han Dieperink Justus van Halewijn Bob Homan Dries Nagtegaal Jeroen van der Put Karin Roeloffs Hans de Ruiter REDACTIERAAD Michiel Cleij Ronald Florisson Derya Gunaydin AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE Gosse Alserda, Menno Altena, Paras Anand, Marcel Andringa, Kris Atkinson, Joost de Baaij, Marcel de Berg, Remco Bleijs, Frank van Blokland, Paul Boerboom, Robin Braun, Todd Bridges, Roland van den Brink, Theo Brouwers, Philip Bueters, Willem Buiter, Michael Cantara, Aela Cozic, Valeria Dinershteyn, Markus Ebner, Evalinde Eelens, Martijn Euverman, Tonko Gast, Paul van Gent, Andrew Gillan, Campe Goodman, Jamie Govan, Anne Gram, Robert de Guigné, Ana Harris, Nina Hodzic, Jeroen van der Hoek, Erik van Houwelingen, Marleen Janssen Groesbeek, Timothée Jaulin, Marcel Jeucken, Thijs Jochems, Anita Joosten, Jack Julicher, Tabitha Kannegieter, Erik Kemper, Kyra Kemps, Hans Kestens, Kees Koolen, Willem Korteweg, Johan Krijgsman, Annette van der Krogt, Marcel Kruse, Claudia Kruse, Tessa Kuijl, Andy Langenkamp, Geraldine Leegwater, Karlijn van Lierop, Wen-Wen Lindroth, Coos Luning, Nick Maroutsos, Antony Mardsen, Lloyd McAllister, Kathryn McDonald, Frank Meijer, Ton Moes, Julie Moret, Lise Moret, Geralt Nekkers, Daan Nijssen, Henry Odogwu, Mary Pieterse-Bloem, Jeroen van der Put, Pim Rank, Jeroen Rijk, Grethe Schepers, Srilatha Singh, Gideon Smith, Ingo Speich, Ian Spreadbury, Alex Torrens, Daniel Ung, Xander den Uyl, Kees Verbaas en Nancy Westerlaken. FOTOGRAFIE Ruben Eshuis Fotografie Kees Rijken Fotografie OPMAAK Hans Delnoij Grafisch Ontwerp DRUK EN DISTRIBUTIE Scope Business Media in samenwerking met Real Concepts ADVERTENTIES Jolanda de Groot jolanda@financialinvestigator.nl UITGEVER Financial Investigator Publishers B.V. info@financialinvestigator.nl ABONNEMENTEN Financial Investigator wordt via controlled circulation uitsluitend verspreid onder professionele beleggers. Lezers die tot de doelgroep behoren waar Financial Investigator zich op richt kunnen het magazine of de PDF van het magazine zonder kosten toegezonden krijgen. U kunt zich zowel aanmelden als afmelden via onze website www.financialinvestigator.nl. Voor verzending naar het buitenland brengen wij portokosten in rekening. Neem voor meer informatie contact met ons op via info@financialinvestigator.nl DISCLAIMER De inhoud van Financial Investigator dient enkel ter informatie en is geen voorstel of aanbod tot het aankopen of verhandelen van de financiële instrumenten die hierin beschreven worden en is geen beleggingsadvies. Uitgever en auteurs verklaren dat deze uitgave op zorgvuldige wijze en naar beste weten is samengesteld, evenwel kunnen uitgever en auteurs op geen enkele wijze instaan voor de juistheid en volledigheid van de informatie. Uitgever en auteurs aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard dan ook, die het gevolg is van handelingen en/of beslissingen die gebaseerd zijn op bedoelde informatie. Evenmin aanvaarden uitgever en auteurs aansprakelijkheid voor materiaal zoals foto's en afbeeldingen die door derden zijn aangeleverd. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt worden, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, middels fotokopieën, opnamen, of enige andere manieren, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Jolanda de Groot / Hoofdredacteur

H

et bruto nationaal product is een te beperkte maatstaf om te bepalen hoe omvangrijk een crisis is en vooral hoe die bestreden kan worden. Overheden hadden effectiever kunnen reageren op de crisis van 2008 en 2009 als zij naast economische groei ook criteria zoals duurzaamheid en de gevoelens van burgers hadden meegewogen. Dat schrijven drie economen in een onlangs verschenen rapport voor de OESO. Nobelprijswinnaar Joseph Stiglitz, de Franse hoogleraar Jean-Paul Fitoussi en het hoofd statistiek van de OESO Martine Durand zwengelen met het rapport de discussie over een ander welvaartsbegrip aan. In steeds bredere kring bestaat het gevoel dat het bbp te beperkt gedefinieerd is. Er zou volgens de critici meer ruimte moeten zijn om zaken als duurzaamheid, vertrouwen in instituties en inkomensverdeling mee te nemen. Het CBS dat in mei van dit jaar voor Nederland een breed welvaartsbegrip heeft gepresenteerd, zou lokaal kunnen helpen. Het bureau werkt aan landelijke statistieken voor de bijna 170 indicatoren van de zeventien SDG’s, de Ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties die voor 2030 gehaald moeten zijn. De recent gelanceerde gids voor bedrijven, SDG-reporting van de VN Global Compact en het Global Reporting Initiative kan ook een goed hulpmiddel zijn. Ondertussen zoeken investeerders en kredietverleners naar duurzame projecten. Vraag en aanbod komen op de financiële markten bij elkaar als bedrijven hun duurzaamheidsprestaties op een heldere manier hard kunnen maken: gericht op de lange termijn, controleerbaar en valideerbaar. De onderwerpen ESG, Duurzaamheid, Impact Investing, Klimaatverandering en Disruptieve Innovatie komen in deze uitgave volop aan bod. In het coververhaal met Geraldine Leegwater kunnen we lezen dat Duurzaam en verantwoord beleggen een essentieel onderdeel van het ABP-beleid is geworden. ‘We zijn niet alleen op zoek gegaan naar duurzame en verantwoorde beleggingsmogelijkheden’, maar hebben’ aldus Leegwater, ‘en dat is misschien nog wel belangrijker, duurzaamheidsaspecten en criteria voor verantwoord ondernemen volledig geïntegreerd in de beleggingsbeslissingen.’ In de ronde tafel over Implementing, Managing and Measuring ESG gaven de deelnemers aan dat het een uitdaging is om een bedrijf een ESG-score te geven en deze vervolgens te gebruiken in het beleggingsproces. En tijdens de ronde tafel over Impactbeleggen werd duidelijk dat er steeds vaker gekeken wordt naar impactbeleggen, dat volop kansen biedt als we in staat zijn de juiste projecten te selecteren. Dat de onderwerpen ESG, Duurzaamheid, Impact Investing en Klimaatverandering een steeds grotere rol gaan spelen, bleek ook uit de jaarlijks terugkerende rubriek ‘De vooruitzichten voor 2019’. Het is voor het eerst dat een van de deelnemers aan deze rubriek opmerkt dat een meer structurele bedreiging voor de toekomst het klimaatrisico is. ‘Door de hoge mate van waarschijnlijkheid en de wereldwijde schade is dit het risico met de grootste impact voor beleggers.’ In deze editie treft u vanzelfsprekend ook nog veel andere interessante en relevante interviews, artikelen en columns aan. Ik wens u fijne feestdagen toe en een gelukkig en gezond 2019!

Save-the-Date Educatieve bijeenkomst voor pensioenfondsbestuurders en bestuursbureaus over Fiduciair Management, Integraal Balansbeheer, en Uitbesteding Externe Manager Selectie. 18 maart 2019 ten kantore van Blue Sky Group in Amstelveen Meer informatie en registratie: www.financialinvestigator.nl/pensioenfondsseminar18maart

NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

1


WE KNOW BONDS. WE UNDERSTAND RISK. PGIM Fixed Income is an active asset manager that navigates across the global fixed income markets in the pursuit of consistently strong, risk-adjusted returns. We draw on nearly 90 years of experience, through all market cycles, utilizing a credit and quantitative research-driven approach, and supported by disciplined risk management, to help clients achieve their investment objectives.

SOLID RISK INFRASTRUCTURE EXTENSIVE FUNDAMENTAL RESEARCH TEAM FOCUS ON CONSISTENCY OF RESULTS Get our perspective at pgimfixedincome.com For professional investors only. All investments involve risk, including possible loss of capital. Past performance is not a reliable guide to the future and there is no guarantee that objectives will be met. No risk management technique can guarantee to mitigate or eliminate risk in any market environment.

NEWARK

|

LONDON

|

TOKYO | SINGAPORE

© 2018. PGIM is the primary asset management business of Prudential Financial, Inc. (PFI). PGIM Fixed Income is PGIM’s public fixed income investment advisory business and operates through PGIM, Inc., a U.S. registered investment adviser. Prudential, PGIM, their respective logos as well as the Rock symbol are service marks of PFI and its related entities, registered in many jurisdictions worldwide. PFI of the United States is not affiliated with Prudential plc, a company headquartered in the United Kingdom. In the United Kingdom and various European Economic Area (‘EEA’) jurisdictions, information is issued by PGIM Limited with registered office: Grand Buildings, 1-3 Strand, Trafalgar Square, London, WC2N 5HR. PGIM Limited is authorised and regulated by the Financial Conduct Authority of the United Kingdom (Firm Reference Number 193418) and duly passported in various jurisdictions in the EEA. As of 30 September 2018. 2018-4331


// INHOUD

Coververhaal 12

Wij willen als pensioenfonds een maatschappelijke bijdrage leveren, Interview met Geraldine Leegwater, ABP

Thema ESG & Impact Investing 20 36

38 50 58 62 64 76 80 84 86 88

Ronde Tafel Implementing, Managing and Measuring ESG Verslag paneldiscussie: Hoe maak je duurzaam beleggen transparant? ESG and Smart Beta Investing – The Trends, FTSE Russell Ronde Tafel Impactbeleggen The impact of climate change on rural livelihood in East Africa: A real life case from Uganda, Avida International Wereld vergroenen lukt met tien invloedrijke mensen, Interview met Marcel de Berg Verslag paneldiscussie: Bestuurlijke dilemma’s bij duurzaam beleggen ESG Investing: Spotting opportunities and avoiding risks, Union Investment Getting the measure of impact, Wellington Management The importance of a tobacco-free portfolio, Interview with Dr. Rachel Melsom, Tobacco Free Portfolios Diversiteit is een ‘must have’ voor beleggers, Rosenberg Equities (an AXA Investment Managers company) Verslag paneldiscussie: ESG & Long Term Investing

Thema Disruptive Innovation, Long Term Investing & ESG

Wij willen als pensioenfonds een maatschappelijke bijdrage leveren 12

94

Creëren teamgeest cruciaal voor succes bedrijf, Interview met Kees Koolen, Lithium Werks 100 Verandering is de enige constante, Janus Henderson Investors 106 Verslag paneldiscussie: Disruptive Innovation & Long Term Investing

Thema Vooruitzichten 2019 128 Vooruitzichten voor 2019

Wetenschap en praktijk 8

Ontkennen wereldwijde risico’s niet langer mogelijk, Interview met Willem Buiter, Citigroup 16 Pensioen is eigenlijk heel simpel, Interview met Johan Krijgsman, Royal HaskoningDHV 33 Cardano: Rendement: Leuk, maar middel en geen doel op zich 112 Financieel én maatschappelijk rendement bij het hart van de wijk, Syntrus Achmea Real Estate & Finance 120 Investment cases: is uw proces compleet?, TrigNum 126 How locked-up money can flow back to the real economy, Dynamic Credit

Gesponsord 30 34

Beleggen in oplossingen voor wereldwijde milieuuitdagingen, Interview met Marc-Olivier Buffle, Pictet Asset Management Actief beheer op zijn best, Interview met Jamie Jenkins, BMO Global Asset Management

Ontkennen wereldwijde risico’s niet langer mogelijk 8 NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

3


// INHOUD 40 44 46 66 70 72

Ronde Tafel Implementing, Managing and Measuring ESG 20

78 82 92 96

102 110 114 122

Drie manieren om de obligatieportefeuille klimaatvriendelijker te maken, Interview met Kris Atkinson, Fidelity International Risico verlagen door groener te beleggen – financiële risico’s van een abrupte transitie, TKP Investments ESG: van waarom naar waarom niet en hoe dan?, Interview met Dr. Robin Braun, DWS Het integreren van ESG in de portefeuilleconstructie, Interview met Margaret Stumpp, QMA (a PGIM company) Klimaatbeleggingen opnieuw uitgevonden, State Street Global Advisors Actieve dialoog en langetermijnaanpak, Interview met Richard Carlyle, Capital Group Opkomend: Ongelijkheid als ESG-risico, Fidelity International Hoe zouden we impact kunnen of moeten meten?, NN Investment Partners De gevolgen van de digitale revolutie voor het klimaat, Schroders Innovatie en technologie stellen beleggers in staat te navigeren in complexe kapitaalmarkt en sterk gereguleerde omgeving, Interview met Martin Mlynár, Corestone Investment Managers Investment opportunities from Industry 4.0, Interview with Alex Torrens, Walter Scott (a BNY Mellon company) Aantrekkelijke yields zoeken en vinden in een door de ECB verstoorde obligatiemarkt, Interview met Frank Meijer, Aegon Asset Management Index approach inferior for corporate bond investing, Interview with Christian Kopf, Union Investment Kosten beleggen kunnen nog verder omlaag, Vanguard Asset Management

Columns 43 49 69 75 99

Vooruitzichten voor 2019 128 RONDE TAFELS 2019 ➜ RONDE TAFEL UITBESTEDING SELECTIE EN MONITORING EXTERNE MANAGERS BIJ FIDUCIAIR MANAGEMENT: 24 JANUARI ➜ RONDE TAFEL FIDUCIAIR MANAGEMENT: 24 JANUARI SEMINARS 2019 ➜ SEMINAR VOOR PENSIOENFONDSBESTUURDERS OVER FIDUCIAIR MANAGEMENT, INTEGRAAL BALANSBEHEER EN UITBESTEDING VAN DE EXTERNE MANAGER SELECTIE: 18 MAART ➜ SEMINAR ESG & IMPACT INVESTING: 21 MEI

4

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018

105 117 118 125

Quoniam: Hidden beta in risk premia strategies Thijs Jochems: Moeder Aarde krijgt het warm, dé beleggingskans? Jeroen van der Put: Agile Governance CFA Society VBA Netherlands: Scenariodenken: wat brengt het ons? KAS BANK: Data, het nieuwe goud voor de institutionele belegger? CACEIS: How Quantum Computing and Artificial Intelligence could impact investing IVBN: Goed verhuurderschap Pim Rank: De Staat versus Deutsche Bank: wie het onderste uit de kan wil… ECR Research: Geschiedenisdoorstart vormt rem op wereldeconomie

Rubrieken

140 Boeken 143 On the move special: Erik van Houwelingen 144 On the move kort

Financial Investigator in 2019 zonder kosten (blijven) ontvangen? Meld u dan nu aan op onze website: www.financialinvestigator.nl


ACTIVE IS: TAKING ALTERNATIVE ROUTES Investments in Infrastructure Equity or Infrastructure Debt offer promising diversification opportunities to institutional investors, due to their low volatility and because they are largely uncorrelated with other asset classes. However, investors will need to rely on proven expertise in order to achieve long-term sustainable and stable returns. As your competent partner, Allianz Global Investors will be able to support you in your investment decisions, from small to very large and complex projects. We have been managing considerable investments in these asset classes on behalf of our clients for many years – and you can now benefit from this expertise. Would you like to learn more? We will be happy to answer any questions you may have!

Value. Shared. Investing involves risk. The value of an investment and the income from it may fall as well asrise and investors might not get back the full amount invested. This is a marketing communication issued by Allianz Global Investors GmbH, www.allianzgi.com, an investment company with limited liability, incorporated in Germany, with its registered office at Bockenheimer Landstrasse 42– 44, 60323 Frankfurt/M, registered with the local court Frankfurt/M under HRB 9340, authorised by Bundesanstalt fürFinanzdienstleistungsaufsicht (www.bafin.de). Status: July 2018


// KORT NIEUWS

Vermogen van ’s werelds grootste vermogensbeheerders groeit met +15% et totale beheerd vermogen (assets under management - AuM) van de 500 grootste vermogensbeheerders groeide in 2017 naar 93.800 miljard USD, een stijging van 15,6% ten opzichte van het voorgaande jaar, volgens het laatste Global 500 onderzoek van Willis Towers Watson’s Thinking Ahead Institute. Bovendien bereikte de concentratie van het vermogen dat wordt beheerd door de 20 grootste vermogensbeheerders het hoogste niveau sinds de oprichting van het instituut (in 2000). Dit behelst nu meer dan 43% van het totale AuM van de top 500 vermogensbeheerders.

afgelopen vijf jaar gestegen van 19,5% naar 22,4%. In 2017 steeg het passief beheerde vermogen met 25%.

Uit het onderzoek blijkt dat de Noord-Amerikaanse vermogensbeheerders het grootste deel van het vermogen beheren (58,1%), hoewel hun aandeel in 2017 licht is gedaald de eerste daling sinds 2008. De Europese vermogensbeheerders vertegenwoordigen 31,8% van het beheerde vermogen (het Verenigd Koninkrijk 7,4%), Japan 4,8% en de rest van de wereld 5,2%. Het vermogen in elke regio is in 2017 toegenomen. Hoewel het grootste deel van het totale vermogen (77,6%) nog steeds actief wordt beheerd, is het aandeel van het passief beheerde vermogen in de

Bij een indicatie van toekomstige aandachtsgebieden meldde 81% van de bevraagde vermogensbeheerders een toename van de belangstelling van klanten voor duurzaam beleggen, inclusief stemmen, terwijl bijna driekwart (74%) aangaf meer middelen aan te wenden om meer technologie en gebruik van big data toe te passen. Bijna twee derde van de geënquêteerde bedrijven had in 2017 het aantal producten verhoogd, terwijl 60% van de vermogensbeheerders volgens het onderzoek een toename van het toezichtniveau door de regelgevende instanties meldde.

Foto: Archief Geralt Nekkers

> OP DE AGENDA VAN <

H

BlackRock blijft de grootste vermogensbeheerder op de ranglijst, een positie die het sinds 2008 bekleedt. Vanguard en State Street Global Advisors vervolledigen voor het vierde opeenvolgende jaar de top drie. Van de Nederlandse vermogensbeheerders heeft Aegon Groep met de 22e positie de hoogste notering op de ranglijst, gevolgd door NN Investment Partners (69) en Robeco Groep (93).

De agenda van Geralt Nekkers ZAKELIJKE PRIORITEITEN

Nekkers’ studeerlust was na de afronding van zijn studie Franse Taal- en Letterkunde nog niet over. Hij

• De strategische beleidsvisie van de Pensioenfederatie voor de komende jaren verder brengen en opstellen. • De ins en outs van het concept ‘pensioen voor alle werkenden’, dus ook voor zzp’ers, in kaart brengen. • De ontwikkelingen rond de Wet Arbeidsmarkt in Balans scherp monitoren. • Contactpersoon zijn voor Netspar en voor de collega’s van de Pensioenfederatie in Brussel.

toog naar het noorden en volgde daar aan de Rijksuniversiteit Groningen de studie Algemene

OOK PRIORITEIT

Economie. Vervolgens reisde hij af naar het diepe

• De verbouwing van mijn huis in het oosten afronden en mijn tuin daar verder aanleggen. • Wandelen, bij voorkeur in de bergen. Het is de hoogste tijd om dat weer te gaan doen. Het is er te lang niet van gekomen! • Weer meer lezen. In het verleden deed ik dat altijd met veel plezier. Het is de laatste jaren helaas in de verdrukking geraakt door andere drukke bezigheden.

zuiden, waar hij drie jaar als onderzoeker werkte bij het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit Maastricht. Daarop volgden maar liefst zestien jaren bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in Den Haag, op vier jaar na, die hij doorbracht in Brussel als gedetacheerde bij de Europese Commissie (DG Employment). In april van dit jaar streek hij elders in Den Haag neer, dit keer bij de Pensioenfederatie, waar hij als beleidsadviseur aan het werk is.

6

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018


// KORT NIEUWS

Dalende ESG-score voor meeste landen De meeste landen hebben de afgelopen jaren slechter gepresteerd op het gebied van ESG (Environmental, Social and Governance). Dat blijkt uit onderzoek van vermogensbeheerder Insight Investment, onderdeel van BNY Mellon IM. Dit geldt in lichte mate ook voor Nederland, dat wegens een gemiddelde score op het gebied van milieu op de zestiende plaats staat van een door Insight opgestelde ESG-wereldranglijst van 155 landen. Van de onderzochte landen scoort Nieuw-Zeeland het beste, gevolgd door IJsland en Zweden. Ook Finland, Denemarken en Noorwegen staan in de top 10. Duitsland staat op de elfde plek; het Verenigd Koninkrijk (17) en Frankrijk (27) scoren slechter dan Nederland. Onderaan bungelen Afghanistan, Zuid-Soedan en Syrië. Ivoorkust, Somalië en Pakistan lieten de afgelopen zes jaar de grootste verbetering zien qua ESG-score; Eritrea en Libië hebben de slechtste ‘momentum score’. Uit de analyse blijkt dat er weinig tot geen verband bestaat tussen de ESG-score (en de verandering daarin) en de kredietstatus van een land. Hetzelfde geldt voor de risicopremie die overheden betalen op staatsobligaties. Insight benadrukt dat er meer onderzoek nodig is naar ESG-factoren en de invloed daarvan op beleggersrisico’s. Nu gaat de meest aandacht nog uit naar de ESG-score van bedrijven, terwijl de onderliggende factoren ook significante invloed kunnen hebben op de vooruitzichten van landen. In het algemeen hebben landen met een hoog inkomen per hoofd van de bevolking een hogere ESG-score. Dat komt vooral omdat ze beter presteren op het gebied van governance en sociale factoren; milieu blijft daarbij achter. De meerderheid van de ontwikkelde landen heeft de ESGscore gedurende de onderzochte zes jaar echter zien dalen, vooral door slechtere prestaties op het gebied van ‘governance’. Het blootleggen van trends is belangrijk, aldus de onderzoekers van Insight, want vooral daarmee kunnen de toekomstige risico’s worden geïdentificeerd.

Pensioenfonds PostNL kiest Kempen voor fiduciaire dienstverlening Stichting Pensioenfonds PostNL heeft Kempen Capital Management N.V. aangesteld als nieuwe fiduciair manager. Het pensioenfonds is verantwoordelijk voor ruim 95.000 deelnemers en heeft een belegd vermogen van circa 8,5 miljard euro. In 2017 startte Stichting Pensioenfonds PostNL een zoektocht naar een nieuwe fiduciair manager, die optreedt als adviserende partij voor het vermogensbeheer van het totale belegd vermogen. Het pensioenfonds zocht naar een partij die aan een groot aantal specifieke wensen en eisen kon voldoen, zowel kwalitatief als kwantitatief. In het uitgebreide selectietraject met gebruik van casuïstiek, speelden governance, teamwork en inhoudelijke scherpte een prominente rol. Stichting Pensioenfonds PostNL stelt hoge eisen aan de professionele uitvoering en zet met het opnieuw inrichten van het fiduciaire proces een belangrijke stap voorwaarts.

BMO Global Asset Management en PWRI zetten samenwerking voort BMO Global Asset Management bevestigde onlangs dat PWRI, het pensioenfonds voor de sociale werkvoorziening met meer dan 200.000 deelnemers en een belegd vermogen van bijna 9 miljard euro, zijn samenwerking met BMO Global Asset Management continueert op het gebied van fiduciair vermogensbeheer.

Jury voor De Gouden Pump Award 2019 is bekend De netwerkorganisatie ViiP (Vrouwen in institutioneel Pensioen) reikt om het jaar de Gouden Pump Award uit aan een organisatie die aantoonbaar werk maakt van de benoeming van vrouwen in topfuncties in de wereld van (institutionele) pensioenen. Een sterk juryteam gaat de nominaties beoordelen. De jury bestaat uit: Nicole Beuken, Executive Directeur bij St. Pensioenfonds ABP, Jolanda de Groot, Oprichter en Hoofdredacteur van Financial Investigator, Mattijs Hooglander, Bestuurslid van het ABN Amro Pensioenfonds en tevens interim voorzitter van het Uitvoerend Bestuur, Esther Raats – Coster, ondernemer en toezichthouder, voormalig zakenvrouw van het jaar en voormalig directeur stichting Talent naar de Top, Shaktie Rambaran Mishre, benoemd tot de voorzitter Pensioenfederatie en Steven van Weyenberg, Lid Tweede Kamer voor D66 Woordvoerder Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Met ingang van heden kunnen organisaties zich nomineren om voor deze prestigieuze prijs in aanmerking te komen. Waarom een prijs? De Award sluit aan bij het streven van ViiP naar een grotere zichtbaarheid van vrouwen in de pensioensector. Het aandeel van vrouwen in besturen, toezichtorganen en beleidsbepalende functies in de sector is slechts 10%. Wat ViiP betreft moet dat percentage naar minimaal 30%. Organisaties en besturen met een evenwichtige man-vrouwverhouding zijn aantoonbaar innovatiever en slagvaardiger, kunnen beter omgaan met verandering, benutten meer potentieel, hebben meer voeling met de markt en zijn succesvoller. Alle reden voor een actief diversiteitbeleid. Voor wie? De Gouden Pump wordt uitgereikt aan een organisatie die werkzaam is in de wereld van pensioenen. Dat kunnen pensioenverzekeraars, pensioenfondsen, pensioenuitvoeringsorganisaties, toezichthouders, de academische wereld, vermogensbeheerders en adviseurs zijn. Winnaars van de afgelopen jaren zijn: TKP Investments, Robeco, ABP en ABN Amro Pensioenfonds. Nominaties: Organisaties die in aanmerking willen komen voor de Gouden Pump kunnen zich aanmelden bij de Gouden Pump Commissie van ViiP tot uiterlijk 1 februari 2019. De uitreiking zal plaatsvinden op het jaarcongres van ViiP op 11 april 2019 bij Achmea in Zeist. Zie ook de website van ViiP: www.viip.nl. NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

7


// WETENSCHAP EN PRAKTIJK

Ontkennen wereldwijde risico’s niet langer mogelijk DOOR JOOST VAN MIERLO

De wereld moet weer wennen aan het normaliseren van risico’s. Het beleid van centrale banken heeft de risico’s jarenlang gemaskeerd. En alleen degenen die blind zijn, snappen niet dat politieke risico’s zijn toegenomen.

Amerikaanse Citigroup. Met het onderschatten van de

U heeft het over het beleid van centrale banken. Wat is er misgegaan?

risico’s zijn in zijn ogen wel weer de bouwstenen verzameld

‘Het ruime monetaire beleid van centrale banken heeft

voor een nieuwe wereldwijde crisis. Die laat nog een jaar of

ervoor gezorgd dat de verschillen tussen risicopremies voor

twee, drie op zich wachten.

tal van financiële activa wereldwijd kleiner werden of zelfs

Dat stelt Willem Buiter, Special Economic Advisor van het

verdwenen. Dat is vragen om problemen. Het zijn stellige uitspraken. Buiter staat er bekend om. Citibank haalde hem indertijd, begin 2010 binnen, nadat hij de bank

De centrale banken hebben natuurlijk geen directe invloed

enkele maanden eerder nog had gekapitteld in zijn succesvolle

op de verschillende risicopremies. Maar door de rentes op

blog Maverecon die hij schreef voor de Financial Times.

obligaties te drukken, ontstaat er een zogenoemde ‘search for yield’ waardoor het rendement op andere financiële

Het is volgens Buiter een illusie dat mensen leren van hun

instrumenten ook lager wordt. Dat zorgt ervoor dat er grote

fouten. Ze maken zichzelf voortdurend wijs dat het ‘deze keer

risico’s worden genomen.’

anders is’ met het opbouwen van ondraaglijke schulden. Het Dat land stevent af op een schuldencrisis.

De situatie is aan het veranderen. In de Verenigde Staten is sprake van monetaire krimp. Gaat het snel genoeg?

Eind volgend jaar of begin 2020 zal het conflict losbarsten.

‘In de Verenigde Staten is de Fed inderdaad de rente aan het

Daarbij vergeleken zijn de huidige problemen rondom Brexit

verhogen, maar dat gaat allemaal niet zo snel. In Europa

een peulenschil. Het is echter lang niet het enige probleem

wordt het stimuleringsbeleid afgebouwd. Misschien dat het

waar de wereld mee te maken heeft.

omslagpunt volgend jaar plaatsvindt. In Japan laat het

belangrijkste probleem is op dit moment waarschijnlijk Italië.

allemaal nog wat langer op zich wachten. Het gaat allemaal

De kredietcrisis zit bij de meeste mensen nog vers in het geheugen. Toch worden risico’s volgens u massaal genegeerd. Hoe kan dat?

tergend langzaam.

‘Je leert niet van fouten zolang je niet echt met de

bedrijfsobligaties. Die is weliswaar iets gestegen, maar nog

consequenties wordt geconfronteerd. Dat is de les van de

altijd belachelijk laag. Hetzelfde geldt voor de schuld van

econoom Hyman Minsky, die veel over dit fenomeen heeft

Amerikaanse huishoudens. Het is nog altijd erg gemakkelijk

geschreven. Mensen hadden na het uitbreken van de

voor nauwelijks kredietwaardige Amerikanen om geld te lenen.

Neem als voorbeeld de risicopremie op Amerikaanse

kredietcrisis het gevoel dat een ramp was voorkomen. Het is overigens mijn verwachting dat de risicopremies Maar de schuldenberg die indertijd de crisis veroorzaakte, is

verder zullen stijgen. Dat kan bijna niet anders zodra

niet opgeruimd. De schulden in Westerse landen zijn

centrale banken de markt niet meer verstoren. Maar het is,

vergelijkbaar met die van voor de kredietcrisis en de situatie

zoals gezegd, een waanzinnig langzaam proces.’

in Opkomende Markten is zelfs verslechterd. Dat is vragen om problemen. Een nieuwe crisis laat hoogstens twee, drie jaar op zich wachten.’

U heeft het over de risicopremies, maar ook de risicovrije rente is uitzonderlijk laag. Kan dat zo blijven? ‘Het is voor pensioenfondsen vervelend, maar dat zal inderdaad nog wel even het geval zijn. De lage risicovrije

8

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018


rente, in sommige recente periodes zelfs negatief, wordt

worden besteed aan de krakkemikkige infrastructuur. Als

veroorzaakt door een spaaroverschot als gevolg van de

daar nu mee zou worden begonnen, wat niet gebeurt, zou het

invloed van sparende Chinezen. De tweede reden is de

achterstallig onderhoud over twintig jaar achter de rug zijn.’

dalende productiviteit, vooral als gevolg van de stijgende hoeveelheid mensen op de arbeidsmarkt.

Dat is de situatie in de Verenigde Staten. Hoe kijkt u tegen het beleid in China aan?

Het is een situatie die nog wel enige tijd aanhoudt. Ik voorzie dat

‘Dat is feitelijk ondoorzichtig. Ik heb geen flauw benul wat

de risicovrije rente het komende decennium niet veel meer dan

zich achter de schermen afspeelt. Op het oog is er sprake

0,5% zal bedragen. Dat is heel wat minder dan de 2 tot 2,5% uit

van een enorme machtsconcentratie bij president Xi Jinping.

het verleden. Maar de situatie zal veranderen. De Chinese

Dat is zorgelijk. Als hij de juiste beslissingen neemt, kan dat

bevolking is aan het verouderen. Jonge mensen sparen voor hun

fantastische resultaten opleveren, maar het omgekeerde is

oude dag. Naarmate ze ouder worden, wordt dat minder tot ze

het geval bij verkeerde beslissingen.

gaan interen op hun verzamelde spaargeld. De omslag vindt

Dit zijn puur economische omstandigheden. Is de politieke situatie niet risicovol? ‘Ook daar is sprake geweest van jarenlange ontkenning. Brexit zou nooit gebeuren, tot de Britten ervoor kozen. Trump zou nooit verkozen worden tot Republikeinse kandidaat, laat staan dat hij kans maakte op het presidentschap. We zijn nu twee jaar verder en alles wijst

Foto's: Ruben Eshuis Fotografie

over een jaar of tien plaats, dat is nu al te voorzien.’

erop dat hij over twee jaar zal worden herkozen.’

Oh ja? ‘De Democraten hebben vooralsnog geen geloofwaardige tegenkandidaat. Iedereen heeft het over Beto O’Rourke die er bijna in slaagde om de Republikeinse senator Ted Cruz te verslaan in Texas. Maar zijn belangrijkste verdienste is op dit moment dat hij een mooie toespraak hield bij het accepteren van zijn nederlaag. Dat is echt onvoldoende om Trump straks te verslaan. En intussen blijft Trump met vuur spelen in Noord-Korea en het Midden-Oosten en ontketent hij een handelsoorlog met China.’

De echte politieke risico’s spitsen zich toe op de machtsstrijd tussen de Verenigde Staten en China. Hoe kijkt u daartegen aan? ‘Het is een bron van aanhoudende spanning. De Verenigde

CV

Staten is een grootmacht wiens invloed relatief afneemt, 1949

Geboren in Den Haag

1968

Afronding Europese School Brussel

Je kunt veel van Trump zeggen, maar dit begrijpt hij in ieder

1975

Promotie Yale University, USA

geval. Hij denkt echter dat de relatieve achteruitgang

1976-1979

Hoogleraar Economie Princeton

verklaard wordt door slechte overeenkomsten die zijn

1980-1982

Bristol University

voorgangers hebben gesloten. Met het steunen van de

1982-1985

London School of Economics

Amerikaanse staalindustrie kiest hij feitelijk voor het

1994-2000

Hoogleraar Economie Trinty College

terwijl die van China relatief stijgt.

Cambridge

beschermen tegen het slechte nieuws van gisteren. 1997-2000

Beleidscomité Bank of England

De diagnose van de problemen die de Amerikanen hebben,

2000-2005

Hoofdeconoom EBRD

deugt niet. Het medicijn dat hij toedient in de vorm van

2005-2010

Adviseur Goldman Sachs

protectionisme is dan ook niet adequaat. De Amerikanen

2010-2017

Chief Economist Citigroup

zouden moeten investeren in Onderzoek & Ontwikkeling en in

2017-heden

Special Economic Advisor Citigroup

het onderwijs. En er moeten vele honderden miljarden NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

9


// WETENSCHAP EN PRAKTIJK

De kans op verkeerde beslissingen neemt toe als er geen

Het betekent dat het beleid van de ECB minder voordelig

sprake is van een goed werkende controle op de macht. Daar

wordt. In de afgelopen jaren heeft de ECB 20% van de

lijkt het niet op in China, maar wie weet wat voor

uitstaande Italiaanse staatsschuld opgekocht. Niet alleen

controlemechanismes er van toepassing zijn binnen het

werden nieuwe staatsleningen opgekocht, maar er is nog

Chinese Politbureau.’

eens eenzelfde bedrag aan oude leningen opgekocht. Als dit ophoudt, is het wachten op het moment dat de Italianen een

Maar u kunt toch wel wat zeggen over het economische beleid van China?

staatslening niet door kunnen rollen. Ik voorzie dat dit eind 2019, begin 2020 het geval zal zijn.’

‘Inderdaad. Daar kunnen wel wat vraagtekens bij geplaatst worden. Neem nu dat One Belt One Road project. Het

Wat gebeurt er dan?

bouwen van havens in andere landen lijkt niet de meest

‘Dan heb je een crisis van jewelste. In het meest extreme

efficiënte investering. Er wordt veel geld mee verkwanseld.

scenario crashen de Italianen uit de eurozone. De schuld in

Sommigen mensen zeggen dat de Chinezen er geopolitieke

euro moet worden omgezet in nieuwe lires. Op het moment

invloed mee verwerven. Ik stel daartegenover dat er een

dat dit gebeurt, zal er sprake zijn van een waardevermindering

risico bestaat dat de Chinezen gezien gaan worden als

van 20%. De volgende dag is er sprake van nog eens een

nieuwe neo-kolonisten.’

depreciatie van 20%. Dat is een ramp, want de meeste Italianen zijn heel conservatieve spaarders, in schrille

Dan naar Europa. Wat is ernstiger: Brexit of de begrotingscrisis in Italië?

tegenstelling tot de regering.’

‘Oh dat is gemakkelijk: de situatie in Italië is vele malen zorgelijker. Als je, enkele jaren geleden, een groot land had

Het klinkt zo ernstig dat er waarschijnlijk een alternatief wordt gevonden?

mogen uitkiezen dat uit de Europese Unie zou vertrekken,

‘Het is niet duidelijk hoe die oplossing eruit zou zien. Het kan

zou iedereen voor het Verenigd Koninkrijk hebben gekozen.

natuurlijk dat de Italiaanse regering ineens de noodzakelijke

Het is lastig genoeg, maar het feit dat de Britten een eigen

maatregelen neemt. Er zijn broodnodige veranderingen

munt hebben, maakt het probleem overzichtelijk.

nodig op het gebied van deregulering, privatisering en aanpassingen in de rechtspraak. Op die manier zou de groei

De situatie in Italië is veel chaotischer en ingrijpender. De

kunnen worden aangezwengeld, waardoor de huidige

huidige Italiaanse regering lijkt te opteren voor uitstel. Ik

schuldenlast wellicht draaglijk wordt.’

denk dat ze hopen dat de Commissie, na de Europese verkiezingen van volgend voorjaar, wat inschikkelijker zal

Hoe hoog schat u die kans in?

zijn. Het is waarschijnlijk ijdele hoop.

‘Met de huidige regering is die kans nul. In de afgelopen jaren zijn diverse kansen gemist, maar is in ieder geval het

De Italianen onderschatten bovendien dat hun steunpilaar

pensioenprobleem aangepakt. Het was het meest

Mario Draghi volgend najaar vertrekt als president van de

geavanceerde programma in Europa, maar dat wordt nu

ECB. Het is natuurlijk nog niet duidelijk wie hem zal

teruggedraaid.’

opvolgen, maar de kans dat diens voornaam met Jens begint, is aanzienlijk groter dan dat het een Paolo wordt.

Wat is het alternatief? ‘De andere Europese landen kunnen natuurlijk een deel van de schuld kwijtschelden. De kans daarop is echter nihil gezien het verzet van de nieuwe Hanze-liga en het Duitse parlement. Nee, Italianen mogen hopen dat er een manier wordt gevonden om schulden binnen de EMU te herstructureren. Maar de kans dat er zoiets komt voordat de situatie escaleert, is niet groot.’ «

Schuldsituatie sinds Crisis niet verbeterd. Machtsconcentratie rond President Xi Jinping is zorgelijk. Alles wijst erop dat Trump zal worden herkozen.

10

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018


ALTERNATIVES

MULTI-ASSET

QUANTITATIVE

ACTIVE EQUITIES

FIXED INCOME

REAL ESTATE

PRIVATE MARKETS

More investment strategies. One objective. Yours. We’re connecting one of the broadest ranges of ESG-integrated capabilities with deeper insights and diverse perspectives. It’s a more progressive way of investing. Discover extraordinary investment connections in ESG, Fixed Income and more. aberdeenstandard.nl/connections Capital at risk

Aberdeen Standard Investments is a brand of the investment businesses of Aberdeen Asset Management and Standard Life Investments. Aberdeen Asset Managers Limited is registered in Scotland (SC108419) at 10 Queen’s Terrace, Aberdeen, Scotland, AB10 1XL, Standard Life Investments Limited is registered in Scotland (SC123321) at 1 George Street, Edinburgh EH2 2LL, and both companies are authorised and regulated by the Financial Conduct Authority in the UK.


Foto’s: Kees Rijken Fotografie

// COVERVERHAAL

12

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018


Als pensioenfonds een maatschappelijke bijdrage leveren DOOR RENÉ BOGAARTS

ABP stelde in 2015 ambitieuze doelen voor duurzaamheid en dit betekende pionieren en uitvinden hoe die te behalen. Maar ze komen binnen handbereik. Sommige zijn al bereikt. ‘We willen onze kracht graag inzetten om Nederland duurzamer te maken’, zegt bestuurslid Geraldine Leegwater. Volgens haar stellen de deelnemers dat beleid op prijs.

Onlangs werd bekend dat ABP dit jaar bovenaan de ranglijst

andere concrete doelstelling is om in 2020 € 58 miljard

staat van duurzaam beleggende pensioenfondsen van de

belegd te hebben in de Sustainable Development Goals (de

Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (de

SDG’s) van de Verenigde Naties. Dat is toch een aardig

VBDO). Geraldine Leegwater, bestuurslid van het pensioen-

percentage, op een beleggingsportefeuille van pakweg € 410

fonds en voorzitter van de commissie beleggingsbeleid, is er

miljard. Eind 2017 zaten we al op 49,8 miljard, dus dat schiet

zichtbaar trots op: ‘Al is het geen doelstelling op zich om

ook al lekker op.’

voorop te lopen, we vinden het natuurlijk wel leuk’. Enthousiast somt ze nog een paar van dergelijke concrete Duurzaamheid, en breder gezien maatschappelijk verantwoord

doelstellingen op. ‘In 2020 hebben we ook vijf miljard

beleggen (MVB), was vóór 2007 nauwelijks een aandachtspunt

geïnvesteerd in hernieuwbare energie, we zitten nu al op vier

bij de meeste pensioenfondsen. Ook niet bij ABP. Sinds die tijd

miljard. En we willen investeren in sectoren en producten die

heeft duurzaam en verantwoord beleggen zich bij ABP enorm

specifiek passen bij onze achterban. We hebben in 2016

ontwikkeld. ‘Wij zijn niet zomaar een financiële instelling, we

vastgelegd dat we in 2020 een miljard extra in onderwijs en

zijn een maatschappelijke, financiële instelling. We willen als

communicatie-infrastructuur hebben gestoken. Daar zijn we

pensioenfonds een maatschappelijke bijdrage leveren met het

eind vorig jaar al circa een half miljard overheen gegaan.’

geld van onze deelnemers. Zij moeten nu en in de toekomst op hun pensioenfonds kunnen vertrouwen. Het rendement dat

Duurzaam en verantwoord beleggen is een essentieel

je op korte termijn kunt halen, mag niet ten koste gaan van de

onderdeel van het ABP-beleid geworden. ‘We zijn niet alleen

mensen die later in het fonds komen. We willen onze

op zoek gegaan naar duurzame en verantwoorde beleggings-

deelnemers nu en straks een goed pensioen bieden in een

mogelijkheden’, zegt Leegwater. ‘We hebben, en dat is misschien

leefbare wereld. Dat kan volgens ons alleen als je je

nog wel belangrijker, duurzaamheidsaspecten en criteria voor

verantwoordelijkheid neemt’, aldus Leegwater. ‘Dat klinkt

verantwoord ondernemen volledig geïntegreerd in de

natuurlijk abstract, maar in 2015 hebben we vastgelegd hoe

beleggingsbeslissingen. In 2020 hebben we dus voor iedere

we daar concreet vorm aan willen geven.’

belegging hiernaar gekeken. Vroeger hadden we overal twee teams voor, het ene keek naar risico en rendement, het

‘Een van de concrete doelstellingen die we hebben

andere naar duurzaamheid. Nu moet iedere belegger vanuit

vastgelegd, is bijvoorbeeld het verlagen van de CO₂-uitstoot

vier invalshoeken naar een belegging kijken: risico, rendement,

van onze beleggingsportefeuille met beursgenoteerde

kosten en ESG.’

bedrijven met 25% in het jaar 2020’, zegt Leegwater. ‘Een ABP hanteert uiteraard alle bekende vormen van MVB: uitsluiting, best-in-class, engagement en impact investing,

We willen als pensioenfonds een maatschappelijke bijdrage leveren met het geld van onze deelnemers.

maar Leegwater benadrukt dat het duurzaam en verantwoord beleggingsbeleid van ABP nog wat verder gaat met ‘insluiting’. ‘Uitsluiting, wat veelal is vastgelegd in wet- en regelgeving, deden we al langer. Het gaat erom waar je wél in belegt. NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

13


// COVERVERHAAL

Bij aandelen bijvoorbeeld gaat het om de vraag of bedrijven

antwoord. ‘Dat is op voorhand lastig te zeggen. Of we in

voldoen aan onze duurzaamheidsdoelstellingen. We kiezen

oliemaatschappijen moeten beleggen bijvoorbeeld? Voor ons

daarbij niet alleen voor de bedrijven die het ’t best doen, maar

geldt de vraag of we als maatschappij zónder kunnen. Zolang

kijken ook naar bedrijven die nog niet aan onze maatstaven

dat nog niet kan, willen wij ons er ook niet uit terugtrekken.

voldoen. Zijn er bedrijven die wel de potentie hebben om dat

Sterker, we stimuleren dergelijke bedrijven liever om stappen

te gaan doen, nadat wij er bijvoorbeeld met hen over in

naar meer duurzaamheid te zetten. Zij zijn het tenslotte die

gesprek zijn gegaan? We kiezen voor koplopers en beloften.’

de grootste verandering in de energietransitie teweeg kunnen brengen. We hebben begin dit jaar wel besloten om niet meer

Op de vraag of een strategie van best-in-class niet hypocriet

in tabaksproducenten te beleggen. Waarom? De maatschappij

is, omdat je dan immers zou kunnen beleggen in sectoren die

kan zonder! En wij kunnen tabaksproducenten niet aansporen

uit zichzelf niet duurzaam zijn, heeft Leegwater een helder

om gezonde sigaretten te produceren. Ons streven is, zoals aangekondigd, om dit jaar deze beleggingen te verkopen. Ik zou onze deelnemers benadelen, als ik over de verkoop nog meer zou zeggen.’ ABP heeft ook besloten om niet in kernwapens te investeren. Wel in gewone wapens? Leegwater: ‘Dat is voor ons best lastig. Defensie- en politiemedewerkers zijn ook deelnemers van ons pensioenfonds en worden bewapend ingezet voor de openbare orde en veiligheid in binnen- en buitenland. Maar voor kernwapens geldt hetzelfde als voor tabak: die wapens kunnen niet bij vreedzame operaties worden ingezet.’ Om bedrijven ertoe te bewegen te verduurzamen, gebruikt ABP al zijn invloed. ‘Veel Japanse bedrijven konden veel verbeteren op gebied van governance. Vaak bleven voormalige CEO’s een belangrijke rol spelen. Omdat wij daar vragen over stelden, is die praktijk nu grotendeels verleden tijd. Bedrijven als Shell en Total zijn mede door onze inzet nadrukkelijker op zoek gegaan naar duurzamere investeringen’, zegt Leegwater. ‘En als er niet naar ons geluisterd wordt, nemen we ook maatregelen. Het Zuid-Koreaanse Posco Daewoo bijvoorbeeld. Dat was via een dochteronderneming betrokken bij het kappen van oerwoud om er palmolieplantages van te maken. We hebben het bedrijf er herhaaldelijk op aangesproken, maar dat had niet genoeg effect. Daarom

CV

hebben we besloten de aandelen van dat bedrijf te verkopen.’

Geraldine Leegwater, CFA, heeft Monetaire

Het beleid van het ABP heeft de steun van de deelnemers.

Economie en Oost-Europakunde aan de

‘Omdat we dat belangrijk vinden, doen we er ook voortdurend

Rijksuniversiteit Groningen gestudeerd. Ze liep

onderzoek naar, bijvoorbeeld middels representatieve

stage bij ABN AMRO in Moskou en Polen. Nadat ze

steekproeven met gerichte vragenlijsten, maar ook via

het traineeship volgde, kon ze aan de slag op de

deelnemersbijeenkomsten, paneldiscussies en webinars. We

afdeling asset management van de bank. In 2004

zien ook aan de e-mails en de brieven hoe groot de

stapte ze over naar het ABN AMRO Pensioenfonds

betrokkenheid is van onze deelnemers. Deelnemers vinden

waar ze tot 2014 Chief Investment Officer was.

het belangrijk dat ABP een duurzaam en verantwoord

Vervolgens was ze tot september 2018 Chief Executive Officer van hetzelfde fonds. Sinds 2015 is ze bestuurslid van het ABP, en sinds september 2018 voorzitter van de commissie beleggingsbeleid. Leegwater is tevens directeur van Stichting Verenigd Bezit en lid van de beleggingsadvies- en toezichtcommissie van DNB. Ze doceert aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

14

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018

We hebben, en dat is misschien nog wel belangrijker, duurzaamheidsaspecten en criteria voor verantwoord ondernemen volledig geïntegreerd in de beleggingsbeslissingen.


We willen onze deelnemers nu en straks een goed pensioen bieden in een leefbare wereld. ABP, krijgen we heel goed onderzoek en nieuwe ideeën aangereikt. We proberen de kennis die daar zit, zo goed mogelijk te gebruiken.’ De maatschappelijke verantwoordelijkheid die ABP voelt, uit zich ook in de bereidheid om ook in maatschappelijk belangrijke binnenlandse projecten te investeren. ‘We kijken altijd vanuit die vierhoek van risico, rendement, kosten en ESG, maar als de mogelijkheid zich voordoet zullen we er absoluut op inspelen’, zegt Leegwater. ‘We beleggen graag in Nederland. De energietransitie bijvoorbeeld biedt wellicht mogelijkheden. We willen onze kracht graag inzetten om Nederland duurzamer te maken. We hebben bijvoorbeeld veel green bonds, waarmee duurzame ontwikkelingen worden gefinancierd.’ pensioenfonds is. Tegelijk horen we natuurlijk ook deelnemers

Volgens Leegwater is samenwerking voor ABP cruciaal om

die aangeven dat ze niet willen dat het ten koste van het

iets te bereiken. Bij het vaststellen van het beleid speelt APG,

rendement gaat’, zegt Leegwater. ‘Dat het niet ten koste mag

de uitvoerder van het beleid van ABP en andere pensioen-

gaan van het rendement is overigens ook óns uitgangspunt.

fondsen, een belangrijke rol. ‘We hebben elkaar op dit terrein

En we zijn ervan overtuigd dat duurzaam en verantwoord

uitstekend gevonden’, zegt Leegwater. ‘APG beschikt niet

beleggen niet ten koste hoeft te gaan van rendement. Dat

alleen over heel veel deskundigheid, maar kan onze inzichten

wordt bevestigd door allerlei wetenschappelijk onderzoek.

ook verder uitdragen. Ik zie dat we gezamenlijk pionieren. Zij

Het universum van beleggingen is zó groot dat er voldoende

ontwikkelen de instrumenten om ons beleid uit te voeren. Ze

alternatieven zijn.’

komen met ideeën, ze geven input op basis van hun ervaringen. Er is sprake van een mooie wisselwerking.’

Dat steeds meer institutionele beleggers voor duurzame beleggingen kiezen, heeft ongetwijfeld ook te maken met de

Ook met collega-pensioenfonds PFZW en diens

veronderstelling dat duurzaam opererende bedrijven op

uitvoeringsorganisatie PGGM wordt volgens Leegwater

termijn beter zullen presteren. Duurzaam beleggen zou

vruchtbaar samengewerkt. Bijvoorbeeld bij de ontwikkeling

gewoon uit rendementsoogpunt al verstandiger zijn.

van het raamwerk voor beleggen in de Sustainable

Leegwater deelt die visie. ‘Dat inzicht wordt explicieter, maar

Development Goals. ‘Het is belangrijk om een gezamenlijke

het was er al langer. Onderwerpen als good governance

taal te ontwikkelen’, legt ze uit. ‘Daarmee voorkom je

werden al veel langer door analisten meegewogen, een goed

bijvoorbeeld dat bedrijven zich voor verschillende

bestuurd bedrijf presteert vaak beter. En er komen ook steeds

investeerders op verschillende zaken gaan richten. Het

meer data beschikbaar die bevestigen dat ESG belangrijk is.’

gaat om de vraag wanneer een bedrijf nu echt werkt aan bijvoorbeeld gezondheid en welzijn en aan het tegengaan

Volgens Leegwater vindt ABP de dialoog met belangen-

van armoede. Hoe kun je de SDG’s vertalen in concrete

organisaties en andere stakeholders, en vooral met de

beleggingen? Als we dat samen met anderen kunnen doen,

deelnemers, erg belangrijk. ‘We doen niet alleen ons best om

versnellen we het proces.’ «

producenten te bewegen tot duurzame keuzes, maar willen ook met consumenten het gesprek aangaan over hun duurzame keuzes. Het gaat om bewustmaking en het bespreken van dilemma’s. We hebben daar een speciale website voor ontwikkeld, www.belangrijkekeuzes.nl. Daar worden de keuzes die we in ons beleid maken en de dilemma’s die we daarbij ervaren, toegelicht. Tegelijk peilt de website via vragen de mening van de deelnemers. Het ABP wordt gevoed door de ideeën van de deelnemers. Van medewerkers van universiteiten bijvoorbeeld, die ook zijn aangesloten bij het

Een van de concrete doelstellingen die we hebben vastgelegd, is het verlagen van de CO2-uitstoot van onze beleggingsportefeuille met beursgenoteerde bedrijven met 25% in het jaar 2020. NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

15


// WETENSCHAP EN PRAKTIJK

Pensioen is eigenlijk heel simpel DOOR LIES VAN RIJSSEN

Verbindend en analytisch. Die beide competenties zet hij moeiteloos in, in wat hijzelf ‘zijn twee deeltijdbanen’ noemt. Financial Investigator sprak met Johan Krijgsman, adviseur bij Royal HaskoningDHV en bestuurder bij het pensioenfonds van het bedrijf. Pensioen kreeg mijn belangstelling toen ik hier in de centrale ondernemingsraad kwam. Ik had me gemeld uit nieuwsgierigheid naar wat er speelde in het bedrijf en naar mijn belangen als werknemer. Het arbeidsvoorwaardelijk overleg kwam op tafel, inclusief de pensioenen. De

We maken prognoses en leggen uit dat pensioen flexibel is: mensen kunnen kiezen om eerder of later te stoppen.

overgang van eindloon naar middelloon speelde en later, in 2006, de overgang naar een cdc-regeling. Men vroeg of ik in het pensioenfondsbestuur wilde komen. Dat leek me

Al die mensen die er verschillend in zitten, moeten op de

leuk. Ik kwam direct in het dagelijks bestuur, later werd ik

een of andere manier op één lijn komen.

voorzitter. Pensioen is een hele leuke mix van rekenkundige elementen, proces en de omgang met mensen. De

Ik ben erg voor collectief pensioen. Individueel regelen kan,

diversiteit van pensioen boeit me. Ook mijn achtergrond

maar daarvoor kennen we pas sinds kort wat betere

heeft mijn belangstelling bevorderd: mijn vader was vanuit

mogelijkheden, zoals doorbeleggen na pensionering. Maar

het Gemeenschappelijk Administratiekantoor (GAK)

laat je het over aan mensen zelf, dan betekent dat meestal

betrokken bij werkloosheids- en ziektewetuitkeringen.

dat het niet gebeurt. ZZP’ers moeten ingewikkelde vragen

Betrokkenheid bij het sociale stelsel in Nederland is me

beantwoorden als ‘heb ik er geld voor over?’ en ‘wanneer

met de paplepel ingegoten.

begin ik dan?’ Nooit op tijd natuurlijk. Mensen doen dat gewoon niet uit zichzelf als ze 25 zijn. Enig paternalisme is

Pensioen is eigenlijk heel simpel, maar we hebben het

daarom op zijn plaats. Laten we mensen maar helpen tijdig

prachtig ingewikkeld weten te maken. Het grappige is dat

te beginnen zodat ze pensioen en een uitkering hebben

die combinatie me wel past. Als het ingewikkeld wordt, vind

tegen de tijd dat ze dat wel belangrijk vinden.

ik de uitdaging om er toch mee uit de voeten te kunnen echt leuk. De menselijke factor van pensioen kom je op

Nog steeds is collectiviteit het fundament onder het

verschillende fronten tegen. Allereerst in direct contact

stelsel. Prima om het hier en daar te willen bijstellen. Maar

met deelnemers. Wij doen veel in huis via ons eigen

zorg dat je het kind niet met het badwater weggooit. Het

pensioenbureau. Dat gold voor het voormalige pensioen-

pensioenstelsel is uiteindelijk bedoeld om armoede onder

fonds DHV, daarna voor het multi-OPF HaskoningDHV en

ouderen te voorkomen. Ook om tijdig met pensioen te

sinds 1 juli 2018 voor het ondernemingspensioenfonds

kunnen en niet zonder geld te zitten. Veel collega’s

HaskoningDHV. De menselijke factor speelt ook binnen het

onderschrijven de zin van collectief pensioen zodra ze er

bestuur en tussen bestuur en VO, ondernemingsraad en

wat meer van weten. Wel zijn de meningen net zo divers

werkgever. Die laatste moeten het als sociale partners

als onze achterban van ingenieurs. Ik leg graag uit wat er

eens worden over de pensioenregeling. Als bestuurder kan

speelt en hoe de regeling in elkaar zit. Ons ondernemings-

ik ondersteunend zijn, allerlei zaken toelichten.

pensioenfonds heeft nog de omvang dat we gewoon op kantoor belangstellenden voor bijeenkomsten kunnen uitnodigen. Daar komen veel deelnemers en

Pensioen is een hele leuke mix van rekenkundige elementen, proces en de omgang met mensen.

gepensioneerden op af. We maken prognoses en leggen uit dat pensioen flexibel is: mensen kunnen kiezen om eerder of later te stoppen. We geven uitleg over het nieuwe toezichtkader, waarom dat strenger is geworden en wat voor- en nadelen zijn. Als je inzicht geeft, krijg je meestal

16

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018


waardering en begrip terug. Over het algemeen is er relatief veel belangstelling voor pensioen binnen deze onderneming. Ook bij werkgever en ondernemingsraad.

Betrokkenheid bij het sociale stelsel in Nederland is me met de paplepel ingegoten.

Naast het bestuurswerk ben ik ingenieur. Ik deed Civiele techniek in Delft en kwam bij DHV na een promotieonderzoek over Remote Sensing. Ik werk sinds

beweging in ons bedrijf in 2006 al is gemaakt. Er is geen

jaar en dag op het gebied van water, wateradvies en

werkgever meer die gaten opvult. Deelnemers en

afvalwaterzuivering. Als er ergens water stroomt, heb ik er

gepensioneerden dragen beleggingsrisico’s en

meestal wel over geadviseerd. Met de tijd ging pensioen

langlevenrisico’s collectief zelf. Individuele potjes met

een steeds groter deel van mijn werk uitmaken totdat je watergebied werk ik momenteel aan een zeer uitvoerige verbouwing van de afvalwaterzuivering van Dublin. Dat megagrote systeem wordt volledig omgebouwd naar de Nereda-technologie die ontwikkeld is samen met de TU Delft. Nereda’s worden wereldwijd verkocht. In de kwaliteitshandhaving speel ik zelf een kleine rol.

Foto: Archief Johan Krijgsman

eigenlijk kon spreken van twee deeltijdfuncties. Op

Prima dat er nu meer eisen aan bestuurders gesteld worden dan in de jaren negentig. Pensioenfondsen zijn financiële instellingen. Ze moeten zorgen voor het inkomen voor straks. Dat daar voldoende gekwalificeerde mensen aan werken is belangrijk. De beveiliging aan de voordeur is te streng. In ons grote bestuur van acht mensen moet iedereen bij aanvang volledig gekwalificeerd zijn. Het zou goed mogelijk zijn bij een vacature een achtste persoon de tijd te gunnen als aspirant binnen te komen, het vak te leren en opleidingen te volgen. We zijn dan nog altijd met zeven gekwalificeerde ervaren bestuurders. We hebben een goed pensioenstelsel en kunnen veel behouden. Ik begrijp de voorkeur van bepaalde mensen voor individuele potjes, die je kunt associëren met flexibiliteit. Idealiter zouden ZZP’ers ermee geholpen zijn. Maar omdat die geen eigen bedrijfstakpensioenfonds hebben, niet verplicht pensioen opbouwen en lastig uit zichzelf gaan sparen, werkt het niet zo. Ik pleit ervoor om

CV

naast de bestaande constructie ruimte te bieden voor een alternatieve opzet en dan deelnemers te laten uitmaken

1993 – heden werkzaam bij ingenieursbureau Royal

welk systeem de voorkeur heeft. Het blijft namelijk lastig iets anders te bedenken waarin je wel collectief risico’s

HaskoningDHV 1993 – heden Projectmanager en Senior Adviseur

blijft delen. De aanleiding om na te denken over een nieuw stelsel was dat we moesten laten zien dat pensioen niet

Waterbeheer 2005 – heden Bestuurder Stichting Pensioenfonds

zeker is. Met enig chargeren kan je zeggen dat die

HaskoningDHV (SPHDHV) 2015 – heden lid dagelijks bestuur SPHDHV

In het fiscale kader voor de pensioenopbouw zie ik wel elementen om te vernieuwen. Het huidige kader maakt de uitvoering van pensioen nodeloos gecompliceerd.

2015 – heden voorzitter Beleggingsadviescommissie SPHDHV 2010 – 2015

voorzitter Stichting Pensioenfonds DHV (SPDHV)

2006 – 2010 lid dagelijks bestuur SPDHV 1988 – 1993

TU Delft: Onderzoeker Remote Sensing

1983 – 1986

TU Delft: Student-assistent computertoepassing

NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

17


// WETENSCHAP EN PRAKTIJK

Ik ben erg voor collectief pensioen. Individueel regelen kan, maar daarvoor kennen we pas sinds kort wat betere mogelijkheden, zoals doorbeleggen na pensionering. Er is breedsprakig veel onenigheid over. Vandaar ook mijn pleidooi om bij een stelselherziening een alternatief te bieden waarbij deelnemers met elkaar uitmaken welk stelsel we kiezen. In het fiscale kader voor de pensioenopbouw zie ik wel elementen om te vernieuwen. Het huidige kader maakt de uitvoering van pensioen nodeloos gecompliceerd. Dat gaat niet alleen over de regeling en de fiscale ruimte. Er zou enorm veel verbeteren door een pensioenuitkering bij Afbeelding: Woordwolk.nl

vervroeging te belasten conform de belastingregels na AOW-datum. Het maakt feitelijk niet uit wanneer dat geld uitgekeerd wordt, daarvóór of daarna, mensen krijgen net

collectieve risicodeling beogen ongeveer hetzelfde. Dit laat

zo veel uit de pot. De fiscus kan zeggen ‘jouw tweedaagse

zien dat de stelselherziening heel eenvoudig kan zijn als de

deeltijdpensioen, dat eerder wordt uitgekeerd, belasten we

lijn is ‘de uitkomst van je pensioen is niet gegarandeerd, je

tegen de tarieven van pensioenuitkeringen. Wat je verdient

hebt geen recht op een vaste uitkomst’. Naast: ‘Hier

in je andere deeltijdfunctie belasten we volgens het kader

bouwen we naartoe op, ons streven is te indexeren, voor

waarin het anders ook zou vallen. Dan kan je echt flexibel

dat doel lopen we beleggingsrisico’s. De verwachting is dat

met je pensioen omgaan. Nu is die flexibiliteit pro forma

je je pensioentoezegging krijgt, de onzekerheid daarover

want de fiscus zet er een enorme rem op. Dat houdt

proberen we zo goed mogelijk te beheersen’. Leg het zo uit

mensen tegen de flexibiliteit van hun pensioenregeling te

en je hoeft onderaan de streep niets aan het stelsel te

benutten. Maak het fiscale kader soepeler passend bij wat

veranderen. Dan ontloop je ook die ingewikkelde transitie

een pensioenregeling biedt.

van een verplichte omzetting. Is er leven naast water en pensioenen? Ik ben workaholic. Dit hoeft de verplichtstelling niet in de weg te staan.

De combinatie werk-pensioenen vraagt veel. Maar ik ben

Verplichtstelling kan op verschillende manieren. Je kan

ook een familiemens. Wij gaan graag op bezoek of uit in de

verplicht in een pensioenfonds zitten, je kan niet switchen

stad. Zaterdags lees ik lekker rustig een krantje, de

tussen pensioenfondsen. We hebben bijna geen

Volkskrant en - vanwege het pensioenfonds - het FD. «

eindloonregelingen meer, dus de noodzaak om je pensioen mee te nemen bij een baanwisseling is verdwenen. Het is dus niet erg als je naar een andere branche vertrekt en volgens daar geldende kaders verder pensioen opbouwt. Je krijgt waar je recht op hebt in je nieuwe werk en behoudt Het pensioenstelsel dient om armoede onder

wat je had.

ouderen te voorkomen; Toeslagverlening is wel een punt. Ook daar geldt strenge regelgeving. Juist om niet na een jaar al te hoeven korten,

Maak duidelijk dat pensioen onzeker is;

moest de toeslagdrempel omhoog. Tegelijk moeten we ruimere buffers aanhouden. Dat is misschien té prudent.

Pensioen is eigenlijk heel simpel, maar we hebben het prachtig ingewikkeld weten te maken. 18

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018

Laat deelnemers kiezen hoe we het stelsel aanpassen; Individuele potjes zijn niet per se nodig; Vernieuw het fiscale kader zodat mensen werkelijk flexibel met pensioen kunnen.


ESG AND PERFORMANCE TRUMP’S LEGACY

ADVERTORIAL

FAKE NEWS

ETHICS & ALPHA: CAN INVESTING RESPONSIBLY ENHANCE RETURNS? GDP REFORM

CURRENCY WARS

ISSUE 007

In recent years investors have moved away from applying screens, of either the negative or positive variety, towards integrating ESG considerations into mainstream investment processes and areas such as impact investing. Unfortunately — and perhaps one of the main reasons why people still question whether ESG can add value — it is difficult to accurately quantify the value of embedding ESG considerations into the investment process. Since it is just one of multiple investment considerations, disentangling its effect on fund performance from other factors is impossible to do in a purely objective way. Nonetheless, there is overwhelming evidence ESG data can give investors valuable insight into how well a business is run, where its material risks lie and how sustainable its business model and practices really are.

ETHICS & ALPHA

In recent years researchers from both academia and the asset management industry, drawing on an ever-expanding universe of data, have conducted numerous studies to establish whether such a relationship exists.

According to researchers at the University of Hamburg and Deutsche Asset and Wealth Management, a positive relationship between ESG ratings and corporate performance was found in close to half of the 1816 academic studies published since 1970, with a negative correlation being found just ten per cent of the time.¹ For instance, a July 2013 Harvard Business School study found that over an 18-year period, a sample of ninety “high-sustainability” companies “dramatically outperformed” ninety low-sustainability firms in terms of both stock market and accounting measures.²

Firstly, assets underpinned by high ESG ratings are likely to be less risky. For instance, while in the short term, firms may in some instances be able to get away with exploiting their customers or workforce, or degrading the environment, common sense suggests they will eventually be damaged by such behaviour.

Can you do well Secondly, there is plenty of evidence to suggest highly-rated firms have a lower cost out of doing good? of capital. However, even if there are strong

Logical explanations There are logical explanations as to why high, or improving, ESG ratings might boost investment returns.

grounds for believing there is a relationship between ESG rankings and corporate performance, it has not always been clear investors have been able to profit from it in their portfolios. ESG Integration does work

The rationale for doing so ultimately boils down to the extent to which you believe in the efficient market hypothesis — the idea asset prices fully reflect all available information and it is impossible to ‘beat the market’ consistently on a risk-adjusted basis.

Incorporating ESG criteria into the investment process can improve investment returns in other ways. Since the evidence suggests companies can create value by improving their ESG scores, it makes sense to engage with them to help improve their approach. For example, investors may wish to encourage an oil company to improve its safety record to lessen the danger of oil spillages, or to be more transparent in assessing the risks it faces due to climate change. Such improvements are likely to be rewarded by the market, even if not immediately. The trend is clear However you define it and subsequently measure its impact, it is becoming extremely difficult to argue against incorporating some level of ESG analysis into the investment process. While investors need to be wary of overpaying for assets based on ESG criteria alone, there is every reason to believe investing responsibly, far from leading to returns being sacrificed, will pay off. Visit: avivainvestors.com/responsible

Steve Waygood Chief Responsible Investment Officer, Aviva Investors

¹ Friede G, Busch T & Bassen A (2015): ESG and financial performance: aggregated evidence from more than 2000 empirical studies, Journal of Sustainable Finance & Investment ² Eccles R, Ioannou I, & Serafeim G (2011): The Impact of Corporate Sustainability on Organizational Process and Performance, Working Paper Harvard Business School Important Information Except where stated as otherwise, the source of all information is Aviva Investors Global Services Limited (Aviva Investors) as at September 25, 2018. Unless stated otherwise any views and opinions are those of Aviva Investors. They should not be viewed as indicating any guarantee of return from an investment managed by Aviva Investors nor as advice of any nature. Information contained herein has been obtained from sources believed to be reliable, but has not been independently verified by Aviva Investors and is not guaranteed to be accurate. Past performance is not a guide to the future. The value of an investment and any income from it may go down as well as up and the investor may not get back the original amount invested. Nothing in this document, including any references to specific securities, assets classes and financial markets is intended to or should be construed as advice or recommendations of any nature. This document is not a recommendation to sell or purchase any investment. In the UK & Europe this document has been prepared and issued by Aviva Investors Global Services Limited, registered in England No.1151805. Registered Office: St. Helen’s, 1 Undershaft, London, EC3P 3DQ. Authorised and regulated in the UK by the Financial Conduct Authority. Contact us at Aviva Investors Global Services Limited, St. Helen’s, 1 Undershaft, London, EC3P 3DQ. J39613 RA18/1054/31122018


VOORZITTER: Erik van Houwelingen, Dimensional Fund Advisors DEELNEMERS: Lloyd McAllister, Newton Investment Management (a BNY Mellon company)

Foto’s: Ruben Eshuis Fotografie

// RONDE TAFEL IMPLEMENTING, MANAGING AND MEASURING ESG

Aela Cozic, Fidelity International Valeria Dinershteyn, Kempen Capital Management Jamie Govan, Aberdeen Standard Investments Ana Harris, State Street Global Advisors Nina Hodzic, Allianz Global Investors Antony Marsden, Janus Henderson Investors Ingo Speich, Union Investment Deze Ronde Tafel is tot stand gekomen in samenwerking met Aberdeen Standard Investments, Achmea Investment Management, Allianz Global Investors, AXA Investment Managers, Fidelity International, Janus Henderson Investors, Kempen Capital Management, Newton Investment Management, State Street Global Advisors en Union Investment.

ESG-SCORES MAKEN BEDRIJVEN VERGELIJKBAAR Door Hans Amesz

ESG (Environment, Social, Governance)-kwesties zijn over het algemeen te complex om weer te geven met één algemene ESG-score. De ESG-risico’s en -kansen moeten in kaart worden gebracht om na te gaan hoe een bedrijf deze effectief beheert.

20

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018


Hoe komt een institutionele belegger tot de samenstelling van een actieve benchmark die past bij zijn ESG-criteria en op een passieve manier kan worden gemanaged? Ana Harris: ‘Institutionele beleggers willen in toenemende mate hun bestaande passieve of geïndexeerde portefeuilles kantelen in de richting van specifieke ESG-criteria die zij hebben gedefinieerd binnen hun beleggingsbeleid. Vandaag de dag kunnen we dat heel gemakkelijk doen. Wij integreren ESG-gegevens in toenemende mate in onze portfolio managementsystemen. Er zijn verschillende instrumenten, zoals risico-optimalisatoren, die kunnen worden gebruikt om de exposure naar bepaalde ESG-kenmerken te verhogen en tegelijkertijd ongewenste risico’s te beheersen.’ Jamie Govan: ‘De laatste jaren is er sprake van een exponentiële groei in factoring en ESG-tilt in passieve portefeuilles. De

verwachting is dat, als meer en meer bedrijven doorgaan met het verstrekken van metrische informatie, het makkelijker wordt om dit soort portefeuilles samen te stellen.’ Valeria Dinershteyn: ‘Bij passieve oplossingen kijken wij steeds meer naar specifiek duurzaam beleid. Zelfs als we in passieve fondsen beleggen voor onze klanten, dan is er nog steeds een behoorlijke mate van actieve betrokkenheid.’ Aela Cozic: ‘Onderzoeksmogelijkheden en toegang tot bedrijven zijn twee belangrijke onderdelen van actief management. Het zou interessant zijn te weten of we in de toekomst meer op maat gesneden benchmarks zullen zien, zoals op basis van intern ESGonderzoek .’ Harris: ‘Er is wel degelijk sprake van een actieve betrokkenheid bij passieve managers. We zijn meer uitgesproken over ons beleid en

> Erik van Houwelingen is werkzaam als Directeur Business Development Europa bij Dimensional Fund Advisors vanuit London, waar hij verantwoordelijk is voor de bediening en ontwikkeling van de Europese marktsegmenten. Tot medio dit jaar was Van Houwelingen bestuurslid bij ABP en voorzitter van de beleggingscommissie. Tevens was hij een aantal jaren voorzitter van de raad van commissarissen van Achmea Investment Management. In een verder verleden was Van Houwelingen actief als partner en adviseur bij Montae en was hij lange tijd werkzaam bij AEGON, onder andere als CEO van het internationale asset management bedrijf.

NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

21


// RONDE TAFEL IMPLEMENTING, MANAGING AND MEASURING ESG

> Aela Cozic werkt sinds 2017 als ESG Analyst in het ESG-team van Fidelity International en houdt zich bezig met de integratie van ESG-analyses in alle activaklassen, bedrijfsbezoeken, stemmingen bij aandeelhoudersvergaderingen en interne initiatieven om de ESG-strategie en -processen verder te verbeteren. Voordat Cozic bij Fidelity kwam, werkte zij als Responsible Investment Analyst bij USS Investment Management en bij Novethic, dochteronderneming van Caisse des Dépôts. Cozic heeft niveau 2 CFA en een master in financieel management.

onze opvattingen. Sommige bedrijven gedragen zich op bepaalde gebieden beter dan andere. Daarom proberen we door middel van proactieve betrokkenheid de achterblijvers te helpen om de leiders en degenen die best practices laten zien, in te halen.’ Antony Marsden: ‘Ik denk dat passieve betrokkenheid een echte uitdaging biedt, namelijk het in staat zijn een effectieve dialoog met bedrijven aan te gaan over moeilijke zaken.’ Ingo Speich: ‘Als actieve belegger streven wij naar maatoplossingen. Veel van onze institutionele klanten hebben hun eigen preferenties die moeten worden geïntegreerd in duurzaamheidscriteria.’ Nina Hodzic: ‘Expliciete opname van materiële ESG-aspecten in het bottom-up beleggingsproces, wat geen rules-based proces is, is iets dat alleen actieve managers kunnen doen. Maar passieve beleggers kunnen ook invloed uitoefenen via engagements en door bijvoorbeeld rekening te houden met ESG in hun stemgedrag (proxy voting). In de praktijk doen ze veel op het gebied van ‘thematische’ engagements, maar wat betreft proxy voting is er nog veel voor verbetering vatbaar.’ Lloyd McAllister: ‘Het lijkt erop dat passief bezig is terug te gaan naar meer actieve benaderingen, die worden gekenmerkt door engagement en meer in detail naar de data kijken. Als actieve belegger richten wij ons op de laagst scorende bedrijven om te proberen hun prestaties te verbeteren en ze meer aan te laten sluiten bij de koplopers.’

In welke mate kan de industrie fondsen (met een gemeenschappelijke ESG-noemer) gebruiken om tegemoet te komen aan de zeer uiteenlopende ESG-voorkeuren die door de asset owners worden ontwikkeld? McAllister: ‘Je moet een reeks producten hebben die voldoen aan de behoeften van verschillende klanten. Er zijn geen wereldwijde normen voor ESG en wat klanten wensen, is nogal verschillend. Sommige klanten zijn gericht op CO2, andere op gender of iets anders. Op dit moment is er geen alom aanvaarde definitie van duurzaamheid. Hopelijk zal een deel van het werk van de Europese Unie gericht zijn op standaardisatie van ESG-vereisten.’

22

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018

Speich: ‘Je moet duurzaamheid aan de ene kant combineren met het kapitaalmarktperspectief aan de andere kant. Als je bijvoorbeeld een portefeuille wilt samenstellen met een Europese dividendfocus, is het vrij moeilijk om tegelijkertijd een zeer strikt ESG-proces te hanteren. Ik geloof niet in het actieplan van de Europese Unie, omdat ik denk dat het om individuele voorkeuren gaat die niet alleen per land, maar ook per belegger verschillen. Er zal dus geen uniforme oplossing komen.’ Dinershteyn: ‘Wij hebben dit jaar besloten niet meer in tabak te beleggen, maar daar is een lange discussie aan voorafgegaan. Dat neemt niet weg dat we duurzame fondsen aanbieden. Als je op dit gebied een assortiment creëert, zullen de klanten verschillende opties gaan overwegen, zonder de one-size-fits-all.’ Harris: ‘Ik denk dat er meer discussies tussen de eigenaren van assets nodig zijn om een gemeenschappelijke basis te vinden. Als je impact wilt hebben en als je verandering wilt, moet je schaalgrootte hebben. Als elke asset owner iets anders doet, kunnen ze hun gezamenlijke grootte en schaal niet gebruiken om veranderingen teweeg te brengen.’ Marsden: ‘Met name aan de consumentenkant bestaat veel verwarring over wat duurzame beleggingsfondsen zijn en waarin ze kunnen investeren. Het is een gevecht om informatie van betekenis te krijgen en bijvoorbeeld te weten te komen hoe ze gemanaged worden.’ Govan: ‘Ik ben er niet echt zeker van dat we als industrie krachtig moeten streven naar een gemeenschappelijke noemer voor ESG. Het voordeel van uiteenlopende ESG-voorkeuren is dat het de volumes in de concurrerende markt opdrijft en dat vermogensbeheerders gestimuleerd worden met meer innovatieve oplossingen te komen om aan de verschillende behoeften te voldoen. Beleggers hebben daardoor meer keuzemogelijkheden en dat is uiteindelijk een goede zaak.’ Cozic: ‘Vooral retailbeleggers zijn misschien niet geïnteresseerd in de details van het ESG-proces, maar wel in de impact op de eindportefeuille. Wellicht kunnen we een paar gemeenschappelijke noemers vinden om ESG-prestaties te meten en de impact aan te kunnen tonen.’


Wat is het belang van de Sustainable Development Goals (SDG’s) van de Verenigde Naties en hoe kunnen doelstellingen die daaruit zijn afgeleid in portefeuilles worden geïmplementeerd? Speich: ‘Vermogensbeheerders moeten druk uitoefenen op bedrijven om duurzaamheidsdoelstellingen te integreren in hun interne controlesystemen en om hun strategie af te stemmen op de SDGdoelstellingen. We kunnen ook een strategie voor portefeuillebeheer afstemmen op deze SDG-doelstellingen.’ McAllister: ‘Het is heel nuttig om een gemeenschappelijk overeengekomen reeks einddoelen in de wereld te hebben waar iedereen naartoe kan werken. Ik denk dat iedereen een brug probeert te slaan tussen deze wereldwijde einddoelen en zijn eigen investeringsproces.’ Cozic: ‘Zelfs vooraanstaande beleggers op dit gebied hebben moeite te bewijzen dat hun investeringen bijdragen aan de SDG’s. We moeten voorzichtig zijn met nieuwere producten en om iets te claimen dat we niet kunnen leveren. De SDG’s hebben nog steeds één groot voordeel, namelijk dat ze ervoor zorgen dat beleggers ook kijken naar de impact van producten op het milieu en de maatschappij, in plaats van alleen te focussen op praktijk en beleid.’

daadwerkelijk de intentie hebben om SDG’s te integreren in de bedrijfsstrategie. Bedrijven moeten kunnen aantonen welke bijdrage zij leveren aan het bereiken van een bepaalde SDG en in staat zijn om deze bijdrage meetbaar te maken.’

Hoe slaagt uw bedrijf erin ESG te integreren in uw dagelijkse werkzaamheden als portfoliomanager? Speich: ‘Er zijn drie stappen te maken in verband met ESG-integratie. De eerste stap is dat ESG-analisten een gemeenschappelijke basis en een gemeenschappelijke taal krijgen. De tweede stap is het bij elkaar brengen van kennis; vervolgens moeten de analisten hun kennis uitwisselen vanuit een financieel en een duurzaamheidsperspectief. De derde stap is om in de eerste plaats de juiste beleggingsbeslissing te nemen op basis van de verzamelde kennis. Het is ook belangrijk om druk uit te oefenen op ondernemingen om de goede kant op te gaan en de onderneming te laten zien dat ESGintegratie niet alleen een theoretisch onderwerp is, maar, om het zo te zeggen: een levend dier.’

Marsden: ‘Het in kaart brengen van de SDG’s is een positieve stap, hoe moeilijk het ook is, omdat je hierdoor wel wordt aangemoedigd om te focussen op de impact en het bredere doel van bedrijven. Bedrijven met een duidelijk en belangrijk doel hebben meer kans op succes op de lange termijn.’

Hodzic: ‘Voor grote actieve asset managers, zoals voor ons, die beleggingsteams hebben over de hele wereld, is het een uitdaging om ESG-aspecten te integreren in het mainstream beleggingsproces. Wij beschikken over een digitaal platform, waarop al onze mainstream analisten, portfoliomanagers en het ESG-researchteam debatteren en informatie delen. Op het platform is ook alle informatie beschikbaar over de engagements met bedrijven. Bijna de helft van de engagements waar ESG besproken wordt, wordt bij ons gedaan door mainstream portfoliomanagers en analisten. Hieruit blijkt dat ESG echt geïntegreerd is in het beleggingsproces.’

Dinershteyn: ‘Ik denk dat een van de positieve aspecten van SDG’s is dat de grotere spelers, de grotere eigenaren van activa, meer aandacht hebben voor het onderwerp ‘impact’ en in dit opzicht meer dezelfde taal spreken. Wij, als vermogensbeheerder, zien de belangstelling voor impactoplossingen toenemen en dat is de reden dat we dit jaar ook een impactfonds hebben gelanceerd.’

Cozic: ‘Portfoliomanagers wonen regelmatig bedrijfsvergaderingen bij die focussen op ESG-kwesties en kunnen ESG-gerelateerde opmerkingen van analisten bekijken in hun onderzoeksnotities. Door kwartaalgesprekken tussen de portefeuillebeheerders en hun CIO’s weten de eersten heel goed hoe hun portfolio scoort op ESGfactoren, zoals de carbon footprint.’

Govan: ‘SDG’s worden ingezet om de impact van bepaalde beleggingen tastbaar te maken voor beleggers. Het is echter van belang dat bedrijven SDG’s niet als checklist gebruiken, maar dat zij

McAllister: ‘Met betrekking tot ons sustainable fund heeft het ESGteam een veto. Tot nu toe was het nooit nodig van dat vetorecht gebruik te maken, maar het is mogelijk dat het ESG-team tot de

> Valeria Dinershteyn is Analist Verantwoord Beleggen bij Kempen Capital Management. Haar focus ligt op milieuproblemen, in het bijzonder klimaat-issues en ze richt zich op ‘engagement’ en ESG-integratie. Dinershteyn heeft onder meer werkervaring opgedaan bij een Aziatisch bedrijf gevestigd in Rusland; hier ontwikkelde ze haar interesse in ethische en duurzaamheidskwesties. Haar bachelordiploma Taalwetenschap en Antropologie behaalde ze aan de St. Petersburg State Polytechnical University in Rusland. Aan Nyenrode Business Universiteit studeerde ze International Business en behaalde ze haar mastertitel.

NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

23


// RONDE TAFEL IMPLEMENTING, MANAGING AND MEASURING ESG

> Jamie Govan is Senior ESG-analist in het ESG Investment & Stewardship-team van Aberdeen Standard Investments. De voornaamste verantwoordelijkheden van Govan zijn het analyseren en uitvoeren van engagement met internationale bedrijven vanuit een risicooogpunt op het gebied van ESG; het gezamenlijk vormgeven, adviseren en uittekenen van het ESG-beleid in verschillende activaklassen; het bepalen van opvattingen over actuele ESGthema’s; het intern communiceren van ESG-processen en de ESG-aanpak. Govan startte bij Aberdeen in 2008 in het Global Equities Investment-team.

conclusie komt dat de risico’s te groot zijn om tot aankoop van de betreffende aandelen over te gaan.’

overleg en advies ingeschakeld wanneer dat nodig is. De portfoliomanagers moeten met goede argumenten komen om het ESG-team en de CIO’s te overtuigen van het belang van een bepaalde belegging.’

Dinershteyn: ‘Onze portfoliomanagers worden geacht zelf op de ESG-aspecten van een belegging te letten. Het ESG-team wordt voor

Financial Investigator stelde Lise Moret, Head of Climate Strategy and Sustainability Standards bij AXA Investment Managers een tweetal vragen over Implementing, Managing and Measuring ESG. Wat zijn de uitdagingen bij het meten en rapporteren van de ESG-performance van een portefeuille? We zien verschillende uitdagingen in het meten en rapporteren van de ESG-performance. Er is vooral een gebrek aan algemeen erkende ESG-standaarden. Als gevolg hiervan is het soms moeilijk om ESGindicatoren geloofwaardig en voor iedereen toepasbaar te maken. Wij doen actief mee aan het debat hierover en hebben richtlijnen opgesteld voor de ESG-standaarden die systematisch worden toegepast op het ESG-productaanbod. Daarnaast zijn er andere belemmeringen waarmee beleggers te maken krijgen met betrekking tot de ESG-meting. Allereerst is dit de ESG-datakwaliteit en de volledigheid van de gegevens. Onder ESG KPI’s zijn sociale maatstaven nog steeds moeilijk terug te vinden en te monitoren. Bovendien zijn binnen het beleggingsuniversum van bijvoorbeeld microcaps, opkomende markten en niet-beursgenoteerde ondernemingen weinig ESG-data voorhanden. Een ander aandachtspunt is de tijdspanne waarin de ESG-data zijn verzameld. Historische tijdreeksen zijn nog steeds relatief kort, in het beste geval maximaal tien jaar. Hierdoor is een vergelijking in de tijd nog steeds niet volledig en is het moeilijk om over de geboekte vooruitgang te rapporteren. Ten slotte verschuiven ESG-transparantievereisten geleidelijk van een ESG-prestatiebeoordeling naar een meting van de ESG-impact en de bijdrage aan de United Nations Sustainable Development Goals

24

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018

(UNSDG’s). Beleggers missen nog steeds de instrumenten die nodig zijn om beleggingen aan de hand van deze criteria te identificeren en erover te rapporteren. Om deze data issues zo adequaat mogelijk te adresseren, werken wij voortdurend aan het versterken van de kwantitatieve capaciteit en het diversifiëren van de mix aan ESG-databronnen. Het ontwerpen van ESG-oplossingen om beleggingen in de richting van impact en UNSDG’s te leiden, is een speerpunt van onze RIstrategie. Hierbij is het opzetten van duidelijke, geloofwaardige en wetenschappelijk onderbouwde kaders voor het meten van impact essentieel. Wat is het risico van greenwashing vanuit een industrieperspectief? Greenwashing betekent het belichten van een aantal positieve ‘groene effecten’ van een beleggingsstrategie, terwijl andere negatieve ESG-uitkomsten ontbreken of worden verhuld. Wij zien veel risico’s vanuit het oogpunt van de belegger, zoals het verlies aan geloofwaardigheid en vertrouwen van de begunstigden van de beleggers. En we zien reputatie- en materialiteitsrisico’s die ontstaan wanneer men zich uitsluitend richt op groene communicatie en geen rekening houdt met andere bronnen van risico.


Een onderneming kan zowel positieve als negatieve ESG-scores hebben, bijvoorbeeld positief op environment en negatief op social. Hoe weeg je dat in de eindscore en hoe komt dit in de portefeuille terecht? McAllister: ‘De manier waarop we dat proberen te doen, is door de negatieve externe effecten van een bedrijf af te wegen tegen de positieve. Idealiter kunnen we, door middel van milieu- en sociale economie, een eindscore bereiken die goed gewaardeerd en uitgelegd kan worden.’ Marsden: ‘Persoonlijk houd ik niet van het hele concept van een ESG-bedrijfsscore. Ik denk zelfs dat een score toekennen aan governance nogal averechts werkt. Het is dus een echte uitdaging om te proberen een bedrijf een ESG-score, bijvoorbeeld in de vorm van een cijfer, te geven en vervolgens dit direct te gebruiken in het beleggingsproces.’ Speich: ‘Ik geloof in cijfers en ook in ESG-scores, want het maakt bedrijven vergelijkbaar. In het algemeen ben ik van mening dat een kwantitatieve meting noodzakelijk is om aan te kunnen tonen dat aan bepaalde eisen wordt voldaan. Wij stemmen onze portefeuilles af op bepaalde ESG-doelstellingen: ESG-scores. Onze portfoliomanager moet beter presteren dan de onderliggende benchmark. Je kunt natuurlijk een bedrijf kopen dat een lage ESG-score heeft, maar dan moet je dat compenseren door een bedrijf met een hogere score te kopen. Verder moet duidelijk zijn wanneer je een bepaald aandeel uit je portefeuille dient te verwijderen, namelijk op basis van uitsluitingscriteria.’ Govan: ‘Ik denk dat het absoluut cruciaal is om te kijken naar materialiteit als het gaat om ESG-vraagstukken waar een bedrijf tegenaan loopt of die het creëert. ESG-kwesties zijn te complex en veelzijdig om eenvoudigweg te worden bestempeld met een algemene ESG-score, waardoor fundamentele analyse van belang is. Vanuit een holistisch perspectief moeten de ESG-risico’s en -kansen in kaart worden gebracht om te kunnen evalueren hoe een bedrijf deze effectief beheert. Bedrijven moeten duidelijk kunnen aantonen hoe zij ESG-risico’s in hun bedrijfsstrategie integreren en welke strikte maar realistische doelen zij stellen die gekoppeld zijn aan KPI’s (Key Performance Indicators) om effectief de voortgang te kunnen meten.’

Harris: ‘Ik houd van getallen, maar ze vertellen je niet het hele verhaal. Als je denkt in termen van brede oplossingen als smart beta of indexportefeuilles, kun je waarschijnlijk aan de scoremethodologieën vasthouden. Echter, als je meer geconcentreerd bent in je portefeuille – dertig namen – moet je ook verder gaan, de ondernemingen in relatie tot hun sector bekijken en een meer kwalitatieve visie toevoegen.’ Speich: ‘Puur focussen op ESG-scores is zeker de verkeerde aanpak, maar als een eerste stap heb je ESG-scores nodig om het globale universum terug te brengen tot een hanteerbare hoeveelheid.’ Marsden: ‘ESG-scores zijn een middel om een doel te bereiken en geen doel op zichzelf. Ik maak me zorgen over oversimplificatie.’ Hodzic: ‘Om te beginnen heb je in ieder geval de drie dimensies, dus een E-, een S- en een G-score nodig, want uit één totale ESG-score kan je niet veel afleiden. Het is heel goed mogelijk dat je een hoog risico mist aan bijvoorbeeld de milieukant als je alleen naar de totale ESG-score zou kijken, die er relatief goed uit kan zien doordat bijvoorbeeld de S-score heel hoog is. Je moet er dus goed op letten dat bepaalde risico’s niet onontdekt blijven doordat het bedrijf goed gedrag toont op een ander gebied.’

Wat zijn volgens jullie enkele van de uitdagingen bij het managen van ESGportefeuilles en -fondsen? Govan: ‘Net als bij het beheer van een mainstream portfolio, waarbij je niet speciaal over ESG hoeft na te denken, is geduld een van de grote uitdagingen bij het managen van ESG-portefeuilles. Een belangrijk onderdeel van het beheren van deze portefeuilles is dan ook engagement.’ Cozic: ‘We constateren vaak dat de tijdshorizon die onze analisten hanteren en de tijdshorizon van ESG-issues nogal verschillen. Dat is duidelijk een uitdaging bij het managen van een ESG-portefeuille. Dit is een van de redenen waarom we nog steeds een team van ESGspecialisten nodig hebben om naar deze kwesties te kijken.’ Harris: ‘Een van de uitdagingen betreft de beschikbaarheid en vergelijkbaarheid van de data.’

> Ana Harris, Managing Director, begon in 2013 bij State Street Global Advisors als portefeuillestrateeg en staat ondertussen aan het hoofd van de ‘Equity Portfolio Strategists’ voor EMEA, een team van experts inzake actieve, index- en smart betastrategieën voor aandelen. Voordien werkte Harris bij Russell Investments, waar ze verantwoordelijk was voor het onderzoek naar actieve en passieve aandelenbeheerders. Ze begon er als portfoliomanager van multimanagerfondsen. Harris is een CFA-charterhouder en afgestudeerd aan de School of Economics and Management (Technische Universiteit van Lissabon).

NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

25


// RONDE TAFEL IMPLEMENTING, MANAGING AND MEASURING ESG

> Nina Hodzic is ESG Integration Manager bij Allianz Global Investors sinds 2017. Zij leidt verschillende projecten op het gebied van ESG-integratie, ESG-strategie en ESG-marktpositionering. Ze heeft meer dan 15 jaar ervaring in de financiële sector en werkte eerder bij ING Group en NN Investment Partners. Hodzic is lid van de adviesraad van LeaderXXchange. Ze heeft een Master of Science in Financial Econometrics van de Erasmus Universiteit in Rotterdam.

McAllister: ‘De uitdaging die ik nog steeds verrassend vind, is de bij velen levende gedachte dat ESG eerder afbreuk doet aan de performance dan dat het eraan bijdraagt.’

Dinershteyn: ‘Bij het beheer van ESG-portefeuilles bestaat regelmatig onduidelijkheid over definities. Het zou bijvoorbeeld nuttig zijn om te weten wat precies onder de term duurzaamheid wordt verstaan.’

Financial Investigator stelde Annette van der Krogt, Hoofd Verantwoord beleggen bij Achmea Investment Management, een tweetal vragen over Implementing, Managing and Measuring ESG. Veel (institutionele) beleggers kiezen om goede redenen (lage kosten in vergelijking met actieve aandelen, eenvoud, et cetera) voor passieve beleggingen in aandelen. De integratie van ESG in passieve portefeuilles is echter een complexe puzzel. Hoe komt een institutionele belegger tot een samenstelling van een actieve benchmark die past bij zijn ESG-criteria en die op een passieve manier kan worden beheerd? Bij het samenstellen van een actieve benchmark is het voor een institutionele belegger van belang als eerste na te gaan waar zij voor staat als het gaat om verantwoord beleggen. Aan de hand van de strategische keuzes, drijfveren, normenkader, kosten, rendement, de mate van ESG-integratie en de bijbehorende ambities, worden de uitgangspunten bepaald voor de samenstelling van de actieve benchmark. Ondernemingen die niet passen binnen het normenkader van een institutionele belegger kunnen bijvoorbeeld uitgesloten worden. Hierbij kan gedacht worden aan het uitsluiten van structurele VN Global Compact schenders, producenten van controversiële wapens en tabaksproducenten. Vanuit een risicoperspectief kan dit verder aangevuld worden met ondernemingen met een exposure naar steenkool. Aanvullend kan een ESG-integratiestrategie worden toegepast. Bijvoorbeeld in de vorm van een best-in-class benadering, waarbij de ondernemingen met de slechtste ESGprestaties worden uitgesloten. De ESG-keuzes kunnen vertaald worden naar een belegbare en

26

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018

onafhankelijk te monitoren actieve benchmark. Vervolgens kan tegen deze actieve benchmark passief worden belegd. Door een slimme keuze van de actieve benchmark en door efficiënt portefeuillebeheer kan de beta van de markt gevolgd worden met een beperkte tracking error terwijl er concreet invulling wordt gegeven aan de MVB-keuzes en maatschappelijke overtuigingen. Wat zijn de uitdagingen bij het meten van en rapporteren over de ESG-performance van een portefeuille? Het effectief meten van de portefeuille exposure naar ESG-factoren ten opzichte van een benchmark of het meten van een CO2-footprint kan voor een aandelenportefeuille relatief eenvoudig uitgevoerd worden. De grootste uitdaging zit in het duiden en begrijpen van de uitkomsten. Als de portefeuille een betere geaggregeerde ESG-score heeft dan de benchmark, betekent dit dan ook dat de financiële risico’s lager zijn? Betekent een lagere CO2-intensiteit voor de portefeuille ook dat de portefeuille relatief minder blootgesteld is aan klimaatrisico’s? De ESG-performance is vooral een momentopname en kan een vertrekpunt zijn voor nadere analyses waarbij inzichten verkregen worden in potentiële risico’s die van belang zijn voor bijvoorbeeld het engagementprogramma.


Hoe meten we een succesvolle ESG-integratie? Wat betekent dat in de praktijk? Cozic: ‘Wij hebben verschillende tools geïntroduceerd om te kunnen volgen hoe ESG-kwesties worden meegenomen in de aantekeningen van onderzoeksanalisten. Analisten moeten reageren op ESGpraktijken van bedrijven met een slechte rating. Uiteindelijk betekent succesvolle integratie dat alle portfoliomanagers ESGkwesties volledig omarmen en kunnen praten over de kansen, maar ook over de risico’s in hun portefeuilles.’ Marsden: ‘Het is van fundamenteel belang dat we overgaan naar de realiteit van het beleggingsproces en de fondsbeheerder ertoe bewegen te praten over de aandelen waarin hij heeft belegd en waarom hij dat heeft gedaan.’ Hodzic: ‘Wij hanteren intern een streng proces voordat we een bepaalde beleggingsstrategie echt geïntegreerd noemen. De portfoliomanager moet bijvoorbeeld uitleg geven waarom bepaalde namen in de portefeuille zitten als ze hoge ESG-risico’s hebben. Daar wordt ook transparantie over verschaft richting de klanten. Intern vinden regelmatig discussies met de portfoliomanagers plaats waarbij kritische vragen worden gesteld als: ‘Zijn er voorbeelden van aandelen te noemen waarin niet is belegd vanwege ESG-redenen?’ Harris: ‘Sommige van de ESG-metingen, met name op het gebied van CO2, zijn misschien niet perfect. Ze geven echter wel een aantal referenties waaruit kan worden afgeleid dat er actie kan worden ondernomen en dat bedrijven zichzelf kunnen beoordelen en kunnen bepalen of ze leidend of achterblijvend zijn.’ Hodzic: ‘Er wordt op dit moment te veel aandacht besteed aan carbon footprinting. De focus ligt dan puur op het beleggen in bedrijven die een lage carbon footprint hebben. Echter, als we de overgang naar een koolstofarme economie echt mogelijk willen maken, moeten we juist ook beleggen in bedrijven die nu een relatief hoge carbon footprint hebben, maar deze snel aan het verlagen zijn. En in bedrijven die zelf een hoge carbon footprint hebben, maar oplossingen bieden aan andere bedrijven, waardoor die en hun eindklanten hun carbon footprint kunnen verlagen.’

Speich: ‘Carbon footprinting is voor mij een interessant hulpmiddel als je een portfolio hebt en wilt zien waar zich het risico op carbon bevindt en of er een koolstof-bubble is. De grote vraag voor ons is wat we later in het engagementproces gaan doen, wat nauw is verbonden met TCFD (Task Force on Climate-related Financial Disclosures).’

Wat zijn de belangrijkste ESG-onderwerpen die niet door gespecialiseerde ESG-onderzoekers worden behandeld? Marsden: ‘Als je wilt begrijpen wat er waarschijnlijk zal gaan gebeuren met betrekking tot de milieu-impact of sociale impact van een bedrijf, moet je proberen te begrijpen hoe het bedrijf wordt geleid en wat de waarden en het gedrag van de leidinggevenden zijn. Ik zou graag een veel betere analyse zien van het menselijk kapitaal en de cultuur.’ Harris: ‘Diversiteit in haar verschillende gedaantes. Als je een grotere diversiteit hebt aan mensen, kun je betere beslissingen nemen. Als je betere zakelijke beslissingen kunt nemen, is je financiële performance op de langere termijn waarschijnlijk ook beter.’ McAllister: ‘Duurzaamheid van landen. Hoe je overheden, olie- en gasmaatschappijen in staatsbezit, ertoe brengt te veranderen, is een vraag van groot belang. De focus op beursgenoteerde ondernemingen heeft immers slechts betrekking op een klein deel van het probleem.’ Speich: ‘We hebben een wereldwijde standaard nodig voor duurzaamheid, want anders zijn we niet in staat gegevens met elkaar te vergelijken. Hoe zuidelijker je op de aardbol komt en hoe verder je naar het oosten gaat, hoe slechter de kwaliteit van data in het algemeen wordt. Als vermogensbeheerder moet je er voor de toekomst zeker van zijn dat je niet afhankelijk bent van één enkele dataleverancier. Dat gevaar is niet denkbeeldig, want er is sprake van een enorm concentratieproces, gepaard gaande met een prijszettingsmacht. Bepaalde dataleveranciers kunnen zeer machtig worden en beleggers en vermogensbeheerders onder druk zetten.’

> Antony Marsden is Hoofd van Governance & Verantwoordelijk Beleggen bij Janus Henderson Investors, een titel die hij sinds 2014 heeft. In deze rol is hij verantwoordelijk voor de implementatie van het verantwoordelijk beleggingsbeleid en voor het ondersteunen van de integratie van milieu, sociale en corporate governance kwesties binnen de beleggingsteams. Marsden trad in 2005 in dienst bij Henderson als corporate governance manager. Voordat hij bij Henderson in dienst trad, werkte hij meer dan zes jaar in verschillende functies bij Pensions & Investment Research Consultants Ltd (PIRC), een adviesbureau voor corporate governance.

NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

27


// RONDE TAFEL IMPLEMENTING, MANAGING AND MEASURING ESG

> Lloyd McAllister is een Responsible Investing Analyst bij Newton Investment Management. Zijn rol omvat het uitvoeren van research en company engagement met betrekking tot ESG. Hiervoor werkte McAllister bij KPMG, waar hij lid was van het sustainability consulting team en waar hij tevens zijn chartered accountant titel heeft behaald. Hij is lid van de Climate Disclosure Board’s technologische werkgroep en tevens van het Institute of Chartered Accountant’s of Scotland Sustainability panel. Hij is ook treasurer bij een UK charity en behaalde zijn BSc titel aan de Universiteit van Loughborough. Zijn MSc behaalde McAllister aan de London School of Economics en Political Science.

Wat zijn de positieve en negatieve effecten van het toenemende belang van het verstrekken van ESG-informatie door derden aan eigenaren van assets en vermogensbeheerders? Govan: ‘Mede als gevolg van de groei van externe dienstverlening is er een grotere waardering en bewustwording met betrekking tot ESG-issues bij reguliere beleggers, asset owners en financiële instellingen. De toegenomen honger naar openbaarmaking van ESGinformatie heeft voor een domino-effect gezorgd, wat bedrijven ertoe aanzet meer informatie te verstrekken. Het gevaar bestaat dat data providers buitengewoon machtig en invloedrijk worden, wat tot andere problemen leidt.’ Harris: ‘Als je duurzaamheidsnormen zou hebben, zou je tot op zekere hoogte het speelveld en het risico van dominantie van bepaalde dataleveranciers gelijk maken. Betere en meer algemeen aanvaarde normen voor openbaarmaking kunnen dat risico verminderen.’

Wat vinden jullie van de TCFD (Task Force on Climate-related Financial Disclosure) – aanbevelingen? Hodzic: ‘Wij vinden deze aanbevelingen om meerdere redenen echt een game changer. Bedrijven zullen niet alleen hun metrics en targets rapporteren, maar ook hoe klimaatfactoren geïntegreerd zijn in risicomanagement, strategie en governance. De nadruk ligt op forward looking methodologieën, zoals scenario-analyse. Dit zullen bedrijven allemaal in hun financiële rapportage moeten opnemen en niet in hun duurzaamheidsverslagen. Naast bedrijven dwingt TCFD ook asset owners en asset managers om te rapporteren en dat betekent dat ze bedrijven nog sneller gaan pushen om iets te doen. Dat is positief voor de hele keten.’

Geduld is een van de grote uitdagingen bij het managen van ESG-portefeuilles.

28

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018

McAllister: ‘TCFD geeft een gemeenschappelijke taal en taxonomie om over klimaatverandering te praten, wat tot nu toe volledig ontbrak. Wat betreft de scenario-analyse zijn we ervan overtuigd dat die op dit moment nuttig is. We denken er hard over na wat de beste manier is om een scenario-analyse uit te voeren.’ Dinershteyn: ‘Naast wat er al gezegd is over nieuwe standaarden, vergelijkbaarheid en een betere opleiding van portfoliomanagers, helpt TCFD ons om vergelijkbare discussies te voeren met verschillende portfoliomanagers die verantwoordelijk zijn voor verschillende sectoren.’ Speich: ‘Scenario-analyse levert resultaten op die iets zeggen over wat er vermoedelijk in de toekomst zou kunnen gebeuren. Dat is beter dan niets. De grote vraag is hoeveel druk we kunnen uitoefenen op bedrijven met betrekking tot dergelijke scenario’s om de uitstoot van koolstofdioxide te ontmoedigen.’ McAllister: ‘Het is natuurlijk niet beter dan niets als het verkeerd is. Ik ben accountant en houd van cijfers, maar als de aannames verkeerd zijn en resulteren in een reeks resultaten die niet echt tot stand komen, heb je een groot probleem. Het kan erger dan nutteloos zijn als de analyse actie veroorzaakt die niet helpt bij het beperken van toekomstige risico’s of het benutten van toekomstige kansen.’ Harris: ‘Rond de tijd van TCFD en de conclusies die daaruit zijn voortgevloeid, hebben we een klimaatrisicokader voor bestuurders gecreëerd. Het gaat ons erom ons engagement en de gesprekken met betrekking tot ondernemingen te sturen als we met hen praten over de fysieke risico’s, de risico’s op het gebied van regelgeving en de economische risico’s van klimaatverandering.’ Govan: ‘De TCFD-aanbevelingen zijn zeer welkom en brengen ons een stap dichter bij het vaststellen van consistente normen voor klimaatgerelateerde informatieverschaffing. Als ze rigoureus en breed ten uitvoer worden gelegd, bieden ze enige duidelijkheid en betrouwbaarheid voor de huidige rapportagepraktijken op het gebied van informatieverschaffing. Dat is van essentieel belang als de markten deze koolstofrisico’s effectief willen proberen te waarderen, maar ik denk dat de aanbevelingen bestaande kaders niet geheel kunnen vervangen.’


> Ingo Speich is sinds augustus 2004 bij Union Investment actief voor portfoliomanagement. Als senior portfoliomanager en hoofd Sustainability & Engagement is hij verantwoordelijk voor duurzame investeringen en de thema’s Corporate Governance en actieve betrokkenheid van aandeelhouders. Bovendien is hij auteur van talrijke artikelen en meerdere columns en is hij vaak spreker tijdens algemene vergaderingen. Na zijn opleiding tot bankemployé bij de Dresdner Bank studeerde Speich bedrijfsadministratie aan de Universiteit van Trier, aan de Boston University/ VS, European Business School Oestrich-Winkel en Durham University/Engeland. Speich voltooide zijn opleidingen met de titels Diplom-Kaufmann en Master of Business Administration (MBA). Tevens voltooide hij met succes het programma Chartered Financial Analyst (CFA).

Hodzic: ‘Wat heel belangrijk is, is dat bedrijven binnen een en dezelfde industrie samenkomen en nadenken over wat TCFDaanbevelingen voor hun industrie betekenen en hoe ze tot een consistente aanpak kunnen komen. Wij als beleggingsindustrie zouden op dit gebied ook moeten engagen met bedrijven, want een consistente aanpak is cruciaal als het gaat om klimaatscenarioanalyse op portefeuilleniveau.’

veranderen. Openbaarmaking is misschien een gebied waar we op een relatief korte termijn impact kunnen hebben.’

Hoe zorgen jullie voor impact en daadwerkelijke verandering van gedrag?

Speich: ‘Wij gebruiken bijvoorbeeld media en het internet om druk op bedrijven uit te oefenen. Als wij in de Financial Times of een Duitse of Nederlandse krant aankondigen dat een bestuur of een CEO van een onderneming om bepaalde redenen moet vertrekken en als dat ook daadwerkelijk gebeurt, kun je zeggen dat je impact hebt gehad.’

Harris: ‘Dat is uiteindelijk wat we willen van een ESG-belegging en -engagement. We doen veel aan engagement en het is de bedoeling dat dit op termijn vruchten afwerpt, omdat de meeste problemen pas na verloop van tijd kunnen worden aangepakt en opgelost.’ Hodzic: ‘Wij maken duidelijk aan bedrijven (management en commissarissen) dat we graag continu in dialoog willen blijven en dat het niet een one-off aangelegenheid is. Als we op bepaalde punten tegen het management hebben gestemd, geven we ook feedback aan bedrijven zodat ze weten wat ze zouden moeten verbeteren.’ Cozic: ‘Ik ben het ermee eens dat het engagement vergt, dat het tijd kost en dat het een paar jaar kan duren om gedrag te

McAllister: ‘Als klanten iets van impact of duurzaamheid willen zien, hoef je ze alleen maar je stemgedrag op aandeelhoudersvergaderingen en je engagementrecord te tonen. Dat moet wel goed gedocumenteerd zijn.’

Marsden: ‘Je moet wel voorzichtig zijn, want het is heel goed mogelijk dat beleggers, in plaats van een positieve impact, een negatieve impact hebben. Dit zijn vaak ongelooflijk complexe situaties als het om governance en engagement gaat.’ Dinershteyn: ‘Engagement is een zaak van de lange adem. Het duurt soms jaren om een goede engagementcase af te ronden. Engagement in het algemeen moet de hoeksteen blijven voor impactbeleggen. Wellicht nog ten overvloede: een passieve belegger kan nog steeds actief zijn in zijn ESG-aanpak.’

CONCLUSIE Institutionele beleggers willen in toenemende mate hun bestaande passieve of geïndexeerde portefeuilles kantelen in de richting van specifieke ESG-criteria. Er zijn geen wereldwijde normen voor ESG en wat klanten wensen is nogal verschillend. Met name aan de consumentenkant bestaat veel verwarring over wat duurzame beleggingsfondsen zijn en waarin ze kunnen investeren. Vermogensbeheerders moeten druk uitoefenen op bedrijven om duurzaamheidsdoelstellingen te integreren in hun interne controlesystemen en om hun strategie af te stemmen op de SDG-doelstellingen van de Verenigde Naties. Het is een

uitdaging om te proberen een bedrijf een ESG-score te geven en deze vervolgens te gebruiken in het beleggingsproces. Er moet wel rekening mee worden gehouden dat uit één totale ESG-score niet alles is af te leiden. Je moet er goed op letten dat bepaalde risico’s niet onontdekt blijven doordat het betreffende bedrijf goed gedrag toont op een ander gebied van ESG. Bij het managen van ESG-portefeuilles is geduld vereist. Wat beleggers willen van een ESG-belegging is impact en daadwerkelijke verandering van gedrag. Je moet voorzichtig zijn, want in plaats van een positieve kunnen beleggers ook een negatieve impact hebben.

NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

29


// INTERVIEW OP MAAT

Beleggen in oplossingen voor wereldwijde milieu-uitdagingen DOOR JAN JAAP OMVLEE

‘Er is een breed scala aan milieutechnologieën beschikbaar die oplossingen kunnen bieden voor de milieu-uitdagingen van onze planeet.’ Aldus Marc-Olivier Buffle, PhD, Senior Product Specialist van het Pictet-Global Environmental Opportunities (GEO) fonds. Onze planeet kampt met grote milieu-uitdagingen. Zo neemt de

3 biljoen. ‘Het universum bevat bijvoorbeeld bedrijven die zich

biodiversiteit af en wordt schoon water steeds schaarser. Deze

binnen deze sector gespecialiseerd hebben in afvalmanagement,

uitdagingen beïnvloeden ook de belegger: de bedrijven waarin

lucht- of verontreinigingsbeheersing, het recyclen van

wordt belegd, krijgen bijvoorbeeld te maken met hogere prijzen

onderdelen, groene chemie, afvalwaterbehandeling, duurzame

voor grondstoffen en hogere kosten voor CO2-emissies. Voor

landbouw en het testen van voedsel. Bedrijven die doeltreffende

bedrijven die oplossingen bieden voor de milieuproblematiek

producten en diensten leveren om grondstoffen efficiënter te

zijn er kansen. Buffle: ‘Essentieel daarbij is dat er een belegbaar

gebruiken en vervuiling te minimaliseren, kunnen sterk groeien.

universum van bedrijven is waarmee een goed samengesteld

Door in deze bedrijven te beleggen, kunnen beleggers positief

en uitgebalanceerd portfolio kan worden gebouwd, ook vanuit

bijdragen aan een duurzamere wereld en tegelijkertijd

het risicoperspectief, dat in staat is om goede rendementen te

aantrekkelijke rendementen realiseren.’

behalen en tegelijkertijd milieuvriendelijk is. Dat is een overduidelijke win-winsituatie.’

Wat is daarbij voor beleggers de grootste uitdaging? ‘De grootste uitdaging is dat veel mensen wel willen beleggen

Snelgroeiende markt

in ESG maar daarbij uit het oog verliezen dat het om meetbare

De ‘environmental’ markt bedraagt op dit moment wereldwijd

resultaten gaat. Het gaat erom dat je de uitkomsten meet, zodat

USD 2 biljoen en omvat bedrijven die een lage milieu-impact

je kunt laten zien dat je gedaan hebt wat je had beloofd. ‘True

hebben of milieuvriendelijke oplossingen bieden. In 2020 zal

impact’ is de directe allocatie van kapitaal waar veel beleggers

deze sector naar verwachting groeien tot een omvang van USD

naar op zoek zijn.’ Dit was de reden dat Pictet AM in oktober

Figuur 1: De ‘environmental’ markt is een markt van USD 2 biljoen die jaarlijks 6-7% groeit en een brede impact heeft op de economie

Bron: Pictet Asset Management

30

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018


2014 de Global Environmental Opportunities-strategie heeft

en de toekomstige schade die we aanrichten aan onze planeet,

gelanceerd; een ‘pure play’-benadering in beursgenoteerde

leidt tot een convergentie van de belangrijkste factoren:

aandelen. Belangrijkste thema binnen de strategie is

consumenten, de private sector en de beleidsmakers. Daar zie je

milieubescherming. Ongezonde leefmilieus veroorzaken

veranderingen die we twintig jaar geleden nog niet zagen.’

wereldwijd bijna een kwart van alle sterfgevallen, waarbij vooral ziekten die verband houden met luchtvervuiling een

Invloed van de consument

bijzonder zware tol eisen. Buffle: ‘Bedrijven met oplossingen

Drivers achter deze verandering zijn de snelle opmars van

om natuurlijke hulpbronnen te beschermen en vervuiling te

internet en de ontwikkeling van sensor- en smartphone-

verminderen, hebben mooie groeivooruitzichten.’

technologie. Nu bijna 50% van de wereldbevolking internet heeft, wordt kritische informatie sneller en breder verspreid dan ooit.

Energie-efficiëntie en schonere energiebronnen

Als voorbeeld noemt Buffle ‘Under the Dome – Investigating

Twee belangrijke thema’s binnen de strategie zijn energie-

China’s Smog’, een indrukwekkende film over de grootschalige

efficiëntie en de overgang naar schonere energiebronnen. Dat

stedelijke vervuiling in China. De film werd in 2015 in een paar

dit nodig is, blijkt volgens Buffle wel uit het feit dat minimaal

dagen tijd 200 miljoen keer online bekeken. ‘Niet via nationale TV

drie van de negen planetaire grenzen zoals geformuleerd door

maar via Youku, de Chinese variant van YouTube. Dus circa een

het Stockholm Resilience Centre al zijn overschreden, namelijk fosforkringloop; veranderingen die onomkeerbaar zijn. Het planetaire grenzen-model bepaalt de ‘veilige beweegruimte’ (‘safe operating space’) waarbinnen de menselijke activiteiten moeten plaatshebben (zie Figuur 2). Buffle noemt als voorbeeld het overschot aan nitraat en fosfaat in de landbouw dat zorgt voor eutrofiëring: de vergroting van

Foto: Ruben Eshuis Fotografie

klimaatverandering, biodiversiteit en de stikstof- en

de voedselrijkdom in water waardoor soortenrijkheid of biodiversiteit sterk afnemen en vissen sterven.

Welke milieutechnologieën dragen bij aan een oplossing? ‘Er is een breed scala aan milieutechnologieën beschikbaar. Zo wordt door de ontwikkeling van geavanceerde analyses en diensten in afvalbeheer en recycling de verspilling van natuurlijke hulpbronnen verminderd. Innovatieve technologische modellen helpen om de kwaliteit en efficiëntie van waterzuivering te verbeteren, hergebruik van afvalwater aanzienlijk te verhogen en het gebruik van water efficiënter te maken.’ Als voorbeeld noemt hij ‘slimme’ irrigatie en microirrigatie waarmee 30% tot 80% water bespaard kan worden. Bij druppelirrigatie bijvoorbeeld wordt alleen de grond direct naast de planten van water voorzien en worden de planten met minder water vochtig gehouden. ‘Deze focus op het voorkomen van verspilling creëert kansen voor bedrijven die technologische oplossingen ontwikkelen. Er wordt minder water gebruikt, evenals minder fungiciden, minder pesticiden en minder kunstmest. Of denk ook aan watertechnologie waarbij water gerecycled wordt.’

Waarom is publiek bewustzijn een ‘game changer’?

CV

‘Het is ieders verantwoordelijkheid om te werken aan een betere wereld en dat kun je niet alleen overlaten aan de politiek. Maar als

Marc-Oliver Buffle, PhD, trad in 2014 toe tot Pictet

de overheid beperkingen oplegt die dwingend zijn, is het

Asset Management als Senior Product Specialist in het

gemakkelijker om die op te volgen, omdat dit uiteindelijk leidt tot

Thematic Equities team. Daarvoor werkte hij zes jaar

veranderende consumptiepatronen.’ Buffle stelt dat er een

lang bij RobecoSAM als Senior Analist, Head of

exponentiële groei is van de verkoop van organisch voedsel in de

Industrials en Head of SI Research.

Verenigde Staten. ‘Dit publieke bewustzijn van milieu, gezondheid

NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

31


// INTERVIEW OP MAAT

kwart van de Chinese bevolking heeft de film gezien en dat had

verboden zijn. Buffle: ‘We hopen dat technologische oplossingen

een impact.’ Kort daarna beloofde China de CO2-uitstoot tegen

zich in de toekomst verder zullen verdiepen en verbreden.

2030 te beperken tot 60-65% van het niveau in 2005. De Chinese

Consumentenvoorkeuren zijn aan het veranderen en bedrijven

overheid wil een circulaire economie tot stand brengen en

moeten daarop reageren door duurzamer te produceren. Denk

voorkomt zo dat de Chinese markt wordt overspoeld door afval.’

bijvoorbeeld aan innovaties in verpakkingen zoals op houtvezel gebaseerd gerecycled materiaal.’ Tot slot: ‘Met onze strategie

Welk selectieproces wordt er gehanteerd?

laten we zien dat ‘global equity exposure’ een hele positieve

‘In ons selectieproces hanteren we een zeer gerichte aanpak bij

impact op de wereld kan hebben vanuit ESG-perspectief.’

het bepalen van welke bedrijven in aanmerking komen voor ons universum. Om de ecologische voetafdruk van bedrijven te meten,

Over Pictet Asset Management

gebruiken we een model dat de analyse van de levenscyclus (‘life

Pictet AM is de divisie binnen Pictet (anno 1805) die

cycle assessment’) combineert met het eerdergenoemde

verantwoordelijk is voor vermogensbeheer voor institutionele

planetaire grenzen-model.’ Pictet komt zo tot een global equity

beleggers en beleggingsfondsen en werkt vanuit 17 vestigingen

universum waarin alle regio’s, emerging markets en frontier

over de hele wereld. Pictet AM biedt een volledig programma aan

markets zonder beperkingen zijn vertegenwoordigd. In dit

actieve en kwantitatieve beleggingsoplossingen met aandelen-,

universum zijn geen financials of traditionele energie opgenomen.

vastrentende en alternatieve strategieën.

Het biedt verder toegang tot alle MSCI-producten. ‘Een breed

Website: www.am.pictet/nl/netherlands «

universum dat beheerd wordt als een global equity portfolio met een ‘environmental tilt’. Als je kijkt naar stijl van dit universum, dan lijkt het op een ‘growth tilt’ vergeleken met een global universum.’ De gemiddelde groei van het universum ligt iets hoger dan de gemiddelde groei van de MSCI-benchmark. De verwachting is dat de verkopen van de bedrijven die opgenomen

Sterke overtuiging: geconcentreerde global equity

zijn in het belegbare universum, zullen groeien met 6,8% versus

portefeuille van circa 50 aandelen, zonder beperkingen

een groei van 5,5% voor MSCI AC World stocks.

in sectoren, omvang of regio’s.

Veranderende consumentenvoorkeuren

Actief beheerde themastrategieën streven naar een

Naast milieu-uitdagingen zijn er ook milieusuccessen. Sinds de

overtuigend voor risico gecorrigeerd rendement op de

ratificatie van het Montreal Protocol in 1987 is het gat in de

lange termijn.

ozonlaag kleiner geworden en heeft de ozonlaag zich alweer deels hersteld. Dit gat is gekrompen doordat de schadelijke

Doelstelling is outperformance ten opzichte van de MSCI

stoffen die vroeger in koelkasten werden gebruikt, tegenwoordig

World Index. Geïntegreerde rapportage van financiële en

Figuur 2: Pictet AM combineert de ‘life cycle assessment’ met de planetaire grenzen om een lens te construeren die de sectoren kan aanwijzen met de kleinste milieuvoetafdruk

duurzaamheidsinformatie helpt institutionele beleggers om het risico-rendementsprofiel van hun beleggingen te verbeteren. Thematic team: 23 jaar ervaring, +USD 43 miljard in AUM en +37 beleggingsprofessionals.

Verder lezen: Global Environmental Opportunities: transforming sustainable investment: https://www.am.pictet/en/ globalwebsite/global-articles/2018/insights/equities/ thematics/global-environmental-opportunitiesintroduction#PAM_Section_2 A process to unlock the potential of environmental investments: https://www.am.pictet/en/globalwebsite/ global-articles/2018/insights/equities/thematics/globalenvironmental-opportunities-introduction#PAM_Section_3 Bron: Pictet AM

32

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018

Global Environmental Opportunities strategie


// WETENSCHAP EN PRAKTIJK

RENDEMENT: LEUK, MAAR MIDDEL EN GEEN DOEL OP ZICH Door Jeroen van der Hoek

Het lijkt logisch: als je een doel wilt bereiken, maak je een plan. En hoe verder dat doel in de toekomst ligt, hoe belangrijker het is dat dit plan – op hoofdlijnen – duidelijk is. Daarbij is discipline een vaak onderschatte factor. Angst of hebzucht kunnen leiden tot verkeerde beslissingen of juist tot decision paralysis. Het kan daarom nuttig zijn vooraf duidelijk vast te leggen wanneer je wat gaat doen. Dit heet het opstellen van pre-commitments. Nu zijn pensioenfondsbestuurders ook mensen en kan het voor hen ook nuttig zijn zichzelf te disciplineren om het hoofddoel van het pensioenfonds te bereiken.

Foto: Archief Cardano

Voor een pensioenfonds is het hoofddoel helder: het realiseren van de ambitie. Die ambitie is een bepaalde mate van jaarlijkse toeslag, veelal gericht op het behouden van koopkracht. Het plan om die ambitie te realiseren, is simpel: rendement maken door risico te nemen middels het beleggen in categorieën als aandelen en vastgoed alsook het nemen van renterisico. Daarmee lijkt het plan klaar. De geschiedenis leert echter anders.

Jeroen van der Hoek

Illustratie: Bram Borsje voor Cardano

In 2006-2007 hadden veel Nederlandse pensioenfondsen voldoende geld in kas om jaarlijks de beoogde toeslag voor alle deelnemers gedurende hun gehele pensionering uit te keren. Dit betekende dat er geen noodzaak meer was nog veel risico te nemen, de fondsen waren immers op de plaats van bestemming aangekomen. In plaats van gas terug te nemen bleven de meeste fondsen echter substantieel rente- en beleggingsrisico nemen. De afgelopen jaren is het risico hiervan gebleken. Dekkingsgraden zijn tot op de dag van vandaag veel lager dan ruim tien jaar geleden. De kredietcrisis en de daaropvolgende jaren zijn een pijnlijke ervaring geweest voor iedereen die werkzaam is in de pensioensector. Gelukkig hebben we er als sector van geleerd. Ik zie steeds meer fondsen die zich voorbereiden op het verlagen van het risico bij hogere

dekkingsgraden. Ze leggen vooraf vast wanneer genoeg echt genoeg is door minder risico te nemen. Een les van de kredietcrisis is zorgen dat er goed onderbouwd en breed gedragen pre-commitment is binnen een fonds. Rendement maken is leuk, maar het is een middel en geen doel op zich. Helaas zijn veel pensioenfondsen voorlopig nog niet op de plaats van bestemming aangekomen: een dekkingsgraad die hoog genoeg is om alle deelnemers de beoogde toeslag te geven gedurende hun gepensioneerde leven. De geschiedenis leert echter dat het raadzaam is om tijdig te gaan nadenken over een remweg. Want wie met een noodvaart langs zijn bestemming rijdt, zal er uiteindelijk enkel verder vandaan raken. « Dit artikel is geschreven door Jeroen van der Hoek, Cardano. NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

33


// GESPONSORDE BIJDRAGE

Actief beheer op zijn best DOOR PHILIP BUETERS

Waar velen vooral vertrouwen op cijfers en rapportages, gaat fondsmanager Jamie Jenkins verder. Voor de Responsible Global Equity strategie van BMO Global Asset Management, selecteren Jenkins en zijn team duurzame en ethisch verantwoorde bedrijven die ESGkansen volop benutten. Ondanks de strenge selectiecriteria op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen en een geconcentreerde portefeuille, kan de wereldwijde strategie zich al jaren met gemak meten met vergelijkbare niet-duurzame strategieën. Actief beheer op zijn best. Om direct met de deur in huis te vallen: wat maakt deze strategie ‘responsible’?

dat de ondernemingen positief bijdragen logische innovatie, gezondheid en

Hoe selecteren jullie bedrijven en controleren jullie hun duurzaamheidsclaims?

‘Wij zoeken al ruim twintig jaar

welzijn, verantwoorde financiële sector,

‘De hoeveelheid informatie omtrent de

ondernemingen met een uitstekende

efficiënt gebruik van grondstoffen,

ESG-prestaties van bedrijven is de

balans, een gezonde cashflow, de beste

duurzame mobiliteit en energietransitie.’

laatste jaren enorm toegenomen, maar

aan zes duurzame thema’s: techno-

de rapportages en ratings kunnen veel

groeivooruitzichten en strategisch sterk

ruis bevatten. Meestal klopt het beeld

moeten duurzaamheid, ofwel de ESG-

Werken jullie ook volgens de duurzame ontwikkelingsdoelen van de VN?

principes, in het hart van hun organisatie

‘Ja, deze thema’s en bijna 90 procent van

op alle vragen antwoord. Daarvoor heb je

hebben verankerd. Of concreet: wij willen

onze portefeuille zijn verbonden aan een

kennis van de sector, de cultuur, en

of meerdere ontwikkelingsdoelen van de

ervaring met ESG nodig. Die ervaring en

VN. Onder andere aan goede gezondheid

kennis hebben we ruimschoots in huis,

en welzijn, industrie, innovatie en infra-

ook dankzij ons grote gespecialiseerde

structuur en eerlijk werk en economische

Responsible Investment team.

management. Maar daarbij komt nog iets

Foto: Archief BMO Global Asset Management

wezenlijks: de geselecteerde bedrijven

wel van grote afstand, maar als je echt gaat inzoomen op een bedrijf, krijg je niet

groei. Ondernemingen die actief zijn in de pornografie, of in de tabak-, wapen- of

Overigens selecteren wij niet alleen

gokindustrie sluiten wij uit. Dat geldt

zorgvuldig, maar richten we ons ook op

sinds enkele jaren ook voor fossiele

actief engagement, omdat we goede

brandstoffen.’

bedrijven nog beter willen maken. Daarvoor gaan we actief de dialoog met

Wat levert dit op aan duurzaamheid?

ze aan. Bij zeker de helft van onze

‘Bijvoorbeeld dat in 2017 de CO₂-

jaar onze invloed aangewend, ook weer

intensiteit van onze strategie 43% lager

in samenwerking met onze ESG-experts.’

portefeuilles hebben we het afgelopen

is dan die van de MSCI World Index. En bedrijven een hoge score behaalt op het

Waarin onderscheidt de strategie zich nog meer?

vlak van waterbesparing. Wij hebben

‘In samenwerking met het Responsible

vorig jaar ook gezien dat een van onze

Investment team, doet ons Equity team

bedrijven – een cloud computing

dus zelf zijn huiswerk. Hierdoor kunnen

dat een belangrijk deel van onze

leverancier – de CO₂-uitstoot van de ITactiviteiten van een van zijn klanten met 88% heeft verlaagd. Het zijn maar een paar voorbeelden: echt resultaat wordt bereikt doordat wij een langetermijnrelatie aangaan met de bedrijven.’ JAMIE JENKINS

34

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018

We richten ons op actief engagement, omdat wij goede bedrijven nog beter willen maken.


Echt resultaat wordt bereikt doordat wij een langetermijnrelatie aangaan met bedrijven.

wij in tegenstelling tot veel andere

energieverslindend nieuw aluminium

duurzame fondsen ook small- en

meer aan te pas komt. Als Apple, met zijn

midcapbedrijven opnemen. Dit binnen

merk en uitstraling, dergelijke stappen

een geconcentreerde portfolio met

maakt, heeft dat een enorme impact, ook

tussen de 40 en 60 namen. Veel

op andere spelers in deze industrie die

analistenbureaus laten kleinere bedrijven

niet kunnen achterblijven. Wat dat

namelijk links liggen of geven ze een

betreft beleggen we liever in een bedrijf

relatief lage duurzaamheidsrating. Dat

dat zichzelf wezenlijk verbetert en een

kan komen doordat dergelijke

zichtbaar voorbeeld is voor andere

terugkomen dat de lat hoger legt. We

ondernemingen zelf niet beschikken over

partijen dan in een best in class-bedrijf

zullen in de toekomst nog meer nadruk

bijvoorbeeld een Chief Sustainability

dat niemand kent.’

leggen op de ontwikkelingsdoelen en subdoelen van de VN, ook bij ons

Officer of uitgebreide rapportages over

kunnen hebben. Met onze research zien

Voor welke thema’s vragen jullie momenteel extra aandacht bij jullie engagement?

wij dat dan wel.

‘Plastic afval, data privacy en de

hun CO2-footprint. Terwijl kleinere bedrijven wel een sterk ESG-momentum

engagement. We zijn altijd bezig met onze strategie voor de komende vijf jaar, niet met die van de afgelopen vijf jaar.’ «

discussie over genderdiversiteit, zijn Het doet me trouwens deugd dat als wij

zaken waarop we actief engagement

eenmaal het duurzame karakter van een

hebben gevoerd in 2018. Dat zijn issues

bedrijf hebben vastgesteld, na verloop

die ook volgend jaar actueler dan ooit

Wij willen dat de ondernemingen

van tijd de rating agencies zich er ook

blijven. Van technologiebedrijven zien we

waarin we beleggen positief

over buigen.’

dat ze veel te weinig experts op het

bijdragen aan zes duurzame

gebied van data privacy in huis hebben,

thema’s: technologische innovatie,

De hamvraag blijft natuurlijk: gaan alle eisen en voorwaarden niet ten koste van het rendement?

zeker op bestuursniveau, terwijl de

gezondheid en welzijn, verant-

technische mogelijkheden maar ook de

woorde financiële sector, efficiënt

regelgeving zich snel ontwikkelen. Daar

gebruik van grondstoffen, duur-

voeren we ook actief de dialoog over. Bij

zame mobiliteit en energietransitie.

‘Misschien zijn we daar wel het meest

plastics gaat het bijvoorbeeld vaak om

trots op: we bewijzen dat je vanuit een

verpakkingen waarvoor alternatieven

Met onze research kunnen wij ook

bepaalde filosofie – strikt ethisch

moeten worden gezocht. Juist om die

het duurzame karakter van small-

beleggen – toch een goed rendement

reden beleggen wij bijvoorbeeld in een

en midcapbedrijven beoordelen.

kunt realiseren. Zonder dat we daarvoor

bedrijf als Smurfit Kappa*, dat met

hogere kosten in rekening brengen.

kartonnen en papieren producten

We bewijzen dat je vanuit een

Sterker nog: met onze aanpak sluiten we

duurzamere alternatieven ontwikkelt.’

bepaalde filosofie – strikt ethisch beleggen – toch een goed

bedrijven uit die risico’s lopen, risico’s die

rendement kunt realiseren.

van oliebedrijven de opverende olieprijs

De strategie bestaat nu twintig jaar. Wat is er in die tijd veranderd?

gemist. Maar je ziet nu al, dat die

‘We zijn continu in ontwikkeling. In de

discussie over genderdiversiteit,

prijsstijging niet helemaal is vertaald in

begintijd draaide het veel meer om

zijn zaken waarop we actief

die van de olieaandelen.’

uitsluitingen op basis van een negatief

engagement hebben gevoerd in

geformuleerde screening, waarna de

2018.

ze op termijn veel geld kunnen gaan kosten. Ja, we hebben door de uitsluiting

U investeert in Apple. Is dat nu echt best-in-class op ESG-gebied?

fondsmanagers hun keuze maakten.

Plastic afval, data privacy en de

Vervolgens zijn we ons steeds actiever

We zullen in de toekomst nog meer

op duurzaamheid gaan richten en hebben

nadruk leggen op de ontwikkelings-

‘Wij beschouwen het als een mijlpaal dat

we onze eisen positief geformuleerd. We

doelen en subdoelen van de VN,

het voor 100 procent draait op

zijn continue op zoek naar de beste

ook bij ons engagement.

hernieuwbare energie en dat het zijn

ideeën rond duurzame groei. We vragen

toeleveranciers verplicht om daartoe

een vooruitstrevende aanpak van ESG

over te gaan voor 2020. Misschien is Tim

van de bedrijven in onze portefeuille.

Cook te bescheiden met zijn beloftes,

Daar is de afgelopen vijf jaar nog meer

maar Apple* wil de productiekringloop

nadruk op komen te liggen. Wie goed,

echt sluiten: al zijn producten moeten

maar niet opvallend goed presteert,

volledig worden hergebruikt, zodat er

verwijderen we uit onze portefeuille.

geen extra kobalt uit Congo of

Maar daar moet wel een bedrijf voor

*Bedrijfsnamen zijn uitsluitend genoemd als voorbeeld en vormen geen advies om in deze bedrijven te beleggen of beleggingen te verkopen. Beleggingen in bedrijven kunnen op elk moment uit de portfolio worden verwijderd zonder voorafgaande kennisgeving.

NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

35


Foto’s: Ruben Eshuis Fotografie

// VERSLAG PANELDISCUSSIE HOE MAAK JE DUURZAAM BELEGGEN TRANSPARANT?

VOORZITTER

Martijn Euverman, Partner, Sprenkels & Verschuren

DEELNEMERS Robert de Guigné, Lombard Odier Asset Managers Willem Korteweg, Centrale Diaconie Den Haag Karlijn van Lierop, MN Deze discussie is tot stand gekomen in samenwerking met Lombard Odier Asset Managers.

DUURZAAMHEID KOMT IN DE KERN VAN BESLUITVORMING Door René Bogaarts

Pensioenfondsen zijn het in grote lijnen eens over verantwoord beleggen. Duurzaamheid dwingt vermogensbeheerders nieuw gereedschap te gebruiken. Om de hele waardeketen te kunnen doorzien zullen portefeuilles minder bedrijven omvatten. Hoewel duurzaamheid in 1998 al een gespreksonderwerp was voor pensioenfondsen, vormde een uitzending van het tvprogramma Zembla in 2007 volgens pensioendeskundige Roland van den Brink het onbetwistbare kantelpunt. Het nieuws dat sommige pensioenfondsen in clusterbommen belegden, dwong iedereen na te denken over zijn portefeuille. Sindsdien is er volgens Van den Brink, dagvoorzitter van de door Financial Investigator georganiseerde educatieve bijeenkomst over de bestuurlijke dilemma’s bij ESG en Impact Investing, veel veranderd. Dat bleek ook tijdens de eerste paneldiscussie. Bij de bedrijven van de drie panelleden bleek duurzaamheid inmiddels een vast onderdeel van het beleid. Bij de introductie van de drie panelleden veronderstelde discussieleider Martijn Euverman, Partner bij Sprenkels & Verschuren, dat er wel verschillen in opvatting zouden zijn 36

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018

over verantwoord beleggen. Dat bleek echter nauwelijks het geval. Typerend was dat Karlijn van Lierop, Director Responsible Investing bij MN, na een opmerking over de toekomst van ESG van mede-panellid Robert de Guigné, Hoofd Sustainable Solutions bij Lombard Odier Investment Managers, begon met de opmerking dat ze diens woorden eigenlijk alleen kon na-echoën. Willem Korteweg, Penningmeester van de Centrale Diaconie in Den Haag, zei op zijn beurt ‘de echo van Van Lierop alleen te kunnen herhalen’. Euverman toonde de panelleden een lijstje met begrippen over verantwoord beleggen: uitsluiting, best-in-class, stemgedrag, engagement en impact investing. Op zijn vraag wat Lombard Odier onder verantwoord beleggen verstaat, antwoordde De Guigné zonder enige aarzeling: ‘Voor ons vallen al die punten onder duurzaamheid, maar ze moeten in een model gevat worden. Wij hanteren drie regels bij investeringen: 1) bedrijven moeten duurzaam zijn op financieel gebied, wat natuurlijk een vrij traditionele manier van asset management is, 2) we investeren niet in bedrijven die niet goed omgaan met grondstoffen en medewerkers, of die slecht geleid worden, 3) bedrijven moeten


duurzaamheid in hun business model hebben geïntegreerd. Ze moeten bezig zijn met de dingen die spelen, zoals op het gebied van klimaatverandering, en daarop een positieve impact hebben.’ De Guigné legde uit hoe Lombard Odier gegevens verzamelt en beoordeelt. ‘We moeten namelijk niet uit het oog verliezen dat veel van die informatie door de bedrijven zelf wordt aangeleverd’, zei hij. Vervolgens legt Lombard Odier volgens hem de gegevens over duurzaamheid naast de financiële resultaten. ‘Dat is niet altijd makkelijk, want het gaat niet alleen om aandelen, maar ook om andere financiële instrumenten, zoals obligaties, opties en futures.’ Met instemming van De Guigné vatte Euverman het beleid van Lombard Odier samen als ‘financiële duurzaamheid, managementduurzaamheid en duurzaamheid in het business model.’ De volgende vraag was gericht op het publiek. ‘In hoeverre betrekken jullie organisaties de voorkeuren van hun achterban in het beleid? Dat vinden wij als consultancy-firma best lastig, namelijk’, aldus Euverman. Slechts 4% van de aanwezigen bleek daar geen rekening mee te houden. ‘Het lijkt geen issue te zijn’, zei de discussieleider. Hij vroeg hoe MN tegen dat onderwerp aankijkt. ‘Het is belangrijk dat je de voorkeuren van je achterban goed begrijpt en meeweegt in vormgeving van het beleid voor Verantwoord Beleggen en in de invulling van portefeuilleconstructie’, zei Van Lierop. ‘Daarmee maak je de verbinding met je deelnemers.’ De eerste verantwoordelijkheid van een pensioenfonds is volgens Van Lierop natuurlijk een goed rendement en een uitgebalanceerde portfolio. ‘Maar het gaat verder. We doen ons werk niet goed als we straks geen schone lucht en water hebben, geen gezond voedsel. Het is onze taak om twintig, dertig jaar verder te kijken. We zijn immers een langetermijnbelegger. Met dat in ons achterhoofd kijken we naar bedrijven. Het gaat er niet alleen om dat we negatieve invloeden verkleinen, maar ook om het creëren van positieve impact. ESG is bij onze opdrachtgevers PMT en PME verankerd in het Strategisch Beleggingskader. Dat kader is het vertrekpunt voor alle investeringsbeslissingen. Per asset class wordt bekeken wat een passende en efficiënte manier is om ESG invulling te geven. Als MN beheren we 130 miljard euro en hebben we te maken met twee miljoen pensioendeelnemers. Met online panels en gesprekken met deelnemers zijn we in staat te achterhalen welke thema’s hun voorkeur hebben. We kiezen in onze strategieën voor Impact Investing en Engagement (dialoog beleid) thema’s waar onze deelnemers veel waarde aan hechten. Zo zijn we in staat om goed aan te aansluiten bij de voorkeuren en identiteit van onze achterban.’ Euvermans volgende vraag – ‘Hoe maak je je beleid transparant?’ – was bestemd voor Korteweg. ‘De Centrale Diaconie Den Haag, een onafhankelijk onderdeel van de protestantse kerk in Den Haag, beheert een vermogen van zestig miljoen euro’,

antwoordde deze. ‘Elk jaar willen we 2,5 miljoen euro besteden aan protestantse, sociale projecten in de stad en we investeren in duurzame, verantwoorde beleggingen. We zijn daarbij zowel praktisch als ethisch. Daar zijn we erg transparant over, zeker tegenover mensen die dicht bij de protestantse kerk staan. Op onze website is alles over onze strategie en onze resultaten te vinden.’ Volgens Korteweg is het ook voor een kleine vermogensbeheerder als de Centrale Diaconie niet moeilijk om verantwoord te beleggen. ‘Er zijn geen praktische problemen.’ ‘ESG komt in de kern van alle besluitvorming’, zei De Guigné, antwoordend op Euvermans vraag hoe de panelleden de toekomst zien. ‘ESG raakt volledig geïntegreerd. Het wordt verwerkt in allerlei ratio’s met indrukwekkende namen, maar het komt allemaal op hetzelfde neer. Ze verschaffen ons nieuwe informatie, althans informatie die we eerder niet kregen en waar we niet om vroegen, informatie die het gedrag van bedrijven toont en die iets zegt over de risico’s en de toekomst van die bedrijven. Gegevens omtrent duurzaamheid zullen worden opgenomen in de winst- en verliesrekeningen. Dat is geen beperking, het is een nieuwe set gereedschappen waarmee we zullen werken. Dat is uitdagend en het stelt ons in staat onze taak als rentmeester beter uit te voeren. Duurzaamheid raakt ons allemaal. Niet alleen bedrijven, maar ook asset managers.’ Van Lierop sloot zich bij De Guigné aan. ‘De verschillende pijlers van ESG-beleid – uitsluiting, actief aandeelhouderschap integratie en impact – zullen meer samensmelten, ESG zal zich verder verdiepen en tot de kern van portefeuilles doordringen’, zei ze. ‘Dat vereist dat we onze portfolio’s goed moeten kennen, alsook de bedrijven waarin we investeren. Ook inzicht in de waardeketen van deze bedrijven wordt steeds belangrijker; waar en onder welke arbeidsomstandigheden wordt er geproduceerd, wordt er een ‘leefbaar loon’ betaald? Ik verwacht daarom dat we op termijn minder bedrijven in portfolio zullen hebben, en ons zullen beperken tot sectoren en bedrijven die wij bij onze ‘beliefs’ vinden passen en waarvan we overtuigd zijn dat zij bijdragen aan lange termijn waardecreatie. Naast de aandacht voor klimaatrisico’s worden sociale kwesties en mensenrechten steeds belangrijker. De SDG’s van de VN worden de belangrijkste leidraad. Voor asset owners is en blijft de risicorendementsverhouding het belangrijkste. ESG-data verbeteren de informatie ratio en geven meer inzicht in risico’s en kansen. Maar er wordt van pensioenfondsen ook verwacht dat zij laten zien hoe zij bij kunnen dragen aan maatschappelijke vraagstukken. De SDG’s zijn daarbij een belangrijk internationaal aanvaard kader.’ Korteweg beaamde dat ESG steeds belangrijker zal worden. ‘Dat zal niet altijd gemakkelijk gaan, keuzes zullen niet altijd voor de hand liggen’, zei hij. De Centrale Diaconie, die een geschiedenis van vijfhonderd jaar achter de rug heeft, heeft de laatste vijftig jaar bijvoorbeeld sterk van Shell geprofiteerd. ‘De afgelopen jaren hebben we echter afscheid genomen van Shell. We zijn verder gegaan’, aldus Korteweg. ‘We zijn een andere richting ingeslagen.’« NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

37


// THEMA ESG & IMPACT INVESTING

ESG AND SMART BETA INVESTING – THE TRENDS By Henry Odogwu

Recent years have witnessed two major trends among professional investors: an increasing interest in environmental, social and governance (ESG) questions; and rising allocations to smart beta, a catch-all term referring to investment strategies where the underlying index departs from the standard method of weighting constituents by their market capitalisation. These trends have now come together in the form of smart sustainability indices, which allow investors to implement sustainable investment strategies with greater sophistication than in the past.

INTEREST IN ESG CONTINUES TO GROW…

Photo: Archive FTSE Russell

When we launched our FTSE4Good indices in 2001, the story hit the headlines.

For many, the concept of using an index to help investors allocate their funds according to ethical principles was a step too far. Many dismissed the FTSE4Good as a marketing gimmick and one UK newspaper even called it the ‘silly index’. It’s fair to say that, among professional investors, environmental, social and governance (ESG) issues were regarded by some as niche concepts that were irrelevant, distracting and potentially detrimental to returns. But the idea of investing sustainably has more than stood up to the test of time. Nearly two decades later, the investment landscape has changed beyond recognition.

Financial institutions around the world including pension funds, insurance companies, asset managers and banks now incorporate sustainable approaches into their in-house investment philosophy and processes as a matter of course. According to FTSE Russell’s 2018 Smart Beta survey, which polled 185 large investors from around the globe, with estimated total assets under management of over $2 trillion, ESG topics are now part of investment strategy discussions at over half the world’s institutions (see Figure 1). Even in the US, traditionally a laggard in ESG adoption, nearly two in five asset owners now consider sustainability as central to portfolio construction.

Figure 1: Are you currently implementing or evaluating ESG considerations in your investment strategy?

Henry Odogwu

38

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018

Source: FTSE Russell, 2018 global survey findings from asset owners


This trend has been reinforced by supranational and national legislation and directives designed to limit global warming, improve working practices and strengthen corporate governance. A central initiative in relation to climate change was the 2015 Paris Agreement, which aims to limit increases in global average temperature to a maximum of 2°C above pre-industrial levels.

…AS DOES INTEREST IN SMART BETA At the same time as interest in ESG is on the rise, so are adoption rates for smart beta. Our annual smart beta surveys show a rise in allocations to nontraditional index strategies from 26 percent of the sample in 2015 to 48 percent in 2018 (see Figure 2).

Investors’ stated motivations for using smart beta include return enhancement, risk reduction, improved diversification and cost savings. A majority of those currently using smart beta told us that they allocate to this type of strategy for the long-term, as well as using more than one smart beta approach. As a result, there is also growing interest in integrated smart beta approaches, which achieve different risk reduction, factor or sustainability objectives in a consistent manner.

AN INTEGRATED SOLUTION: SMART SUSTAINABILITY Smart sustainability indices represent the logical outcome of these two trends 38 percent of asset owners worldwide, and more than half those in Europe, told us this year that they anticipate

Figure 2: Which best describes your organization’s usage of smart beta?

Source: FTSE Russell, 2018 global survey findings from asset owners

Figure 3: Do you anticipate applying ESG considerations to a smart beta strategy?

According to FTSE Russell’s 2018 Smart Beta survey, ESG topics are now part of investment strategy discussions at over half the world’s institutions

applying ESG considerations to a smart beta strategy (see Figure 3). But how does smart sustainability work in practice? As an example, take the FTSE All-World ex CW Climate Balanced Factor indexes, which follow transparent rules. The first step is to screen stocks for their exposure to common ‘factors’, or shared characteristics. In this case, four ‘tilts’ (volatility, quality, value and size) are applied to the index weights of a starting universe of stocks, producing a portfolio with exposure to all four factors. This smart beta approach is then integrated with three climate parameters. The parameters reduce the index’s exposure to companies with high fossil fuel reserves or carbon emissions, while increasing exposure to companies exposed to a low-carbon economy, as measured via our in-house ‘green revenues’ model. The outcome is an index that achieves two results simultaneously - smart beta exposure and a screen for sustainability. Smart sustainability indices therefore meet the demands of many global asset owners by helping them to express their investment beliefs in a succinct and logical manner. «

This article was written by Henry Odogwu, Source: FTSE Russell, 2018 global survey findings from asset owners

Managing Director, Head of Asset Owners Europe at FTSE Russell. NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

39


// INTERVIEW OP MAAT

Drie manieren om de obligatieportefeuille klimaatvriendelijker te maken DOOR HARRY GEELS

Kris Atkinson, Portfolio Manager Fixed Income van Fidelity, stelt dat er grofweg drie manieren zijn om het klimaatrisico mee te wegen in het beleggingsproces van een obligatieportefeuille: green bonds, uitsluitingen van fossiele brandstoffen en het volgen van ‘low carbon indices’. We bespraken met hem de voor- en nadelen, alsmede de complicaties van deze drie groene obligatiestrategieën. CO2-reductie ligt op de lippen van veel beleggers. Is het cruciaal in de strijd tegen opwarming van de aarde?

emisses tot 2100 een temperatuurstijging van 4,1-4,8 graden

‘Mark Carney, de president van de Bank of England en

opleveren. Het is goed dat de financiële wereld het probleem

voorzitter van de Financial Stability Board heeft recent

ziet en met oplossingen komt.’

steeds uit van een stijging in de komende jaren. Volgens Climate Action Tracker zal de basisprojectie van de CO2-

gezegd dat ‘de klimaatverandering een tragedie aan de onderwerp wordt voor de financiële stabiliteit, het weleens

Welke beleggingsoplossingen zijn er dan om CO2 te reduceren?

te laat zou kunnen zijn’. Volgens mij wijzen de meeste

‘Er zijn grofweg drie oplossingen. Ten eerste green bonds,

onderzoeken uit dat het de verkeerde kant op gaat met de

ofwel obligaties waarvan de opbrengsten geheel of

opwarming van de aarde.

gedeeltelijk worden geïnvesteerd in nieuwe of bestaande

horizon is’. En dat ‘zodra klimaatverandering een kritiek

projecten die het milieu verbeteren. Ten tweede uitsluitingen Zomaar een figuur ter onderbouwing kunnen we vinden op

van bedrijven die actief zijn in het ontginnen van fossiele

de website van NASA (zie Figuur 1). De stijgende lijn, die de

brandstoffen. Tot slot kunnen zogeheten low carbon indices

verandering van de luchttemperatuur over een lange

worden gevolgd. Deze indices verminderen de exposure naar

periode weergeeft, spreekt boekdelen. Wat betreft emissies

bedrijven met hoge CO2-uitstoot of bedrijven met grote

van fossiele brandstofgassen gaan de meeste prognoses nog

brandstofvoorraden. Deze drie vormen hebben allemaal zo hun voor- en nadelen.’

Figuur 1: Global annual mean surface air temperature change

Laten we beginnen met green bonds. Hoe ziet deze markt eruit? ‘Het voordeel van green bonds is dat de opbrengsten van de emissies worden gealloceerd aan nader gespecificeerde groene projecten en activiteiten. Echter, voor dit universum is er helaas tot op de dag van vandaag een gebrek aan standaardisatie, in termen van definities en het meten van de milieu-impact van de investeringen. Er zitten nog wel eens bonds tussen waarbij twijfel bestaat of ze echt wel als groen mogen worden bestempeld. Een ander nadeel betreft de yield. Ondanks de groei van het aanbod, is de vraag de laatste jaren zo groot geweest dat de

Bron: NASA, http://climate.nasa.gov/vital-signs/global-temperature/

40

NUMMER 7 / 2018

yields op zulke lage niveaus staan dat de financiële aantrekkelijkheid momenteel beperkt is. De yield van de


BofAML schommelt momenteel rond de 1,8%. De groei van de markt zien we terug in Figuur 2. Er zijn echter nog maar zo’n 280 obligaties in deze index opgenomen met een marktwaarde van rond de $ 215 miljard. Ter vergelijking: de yield op de ICE BofAML Global Energy Bond Index ligt rond 3,8%. Deze index heeft zo’n 1.200 obligaties met een

Sowieso kunnen we ons afvragen of we met een passieve benadering nu echt de grote stap zetten naar een beter milieu.

marktkapitalisatie van bijna $ 1.000 miljard. En nog een vergelijking: de ICE BofAML Global Corporate Index bestaat

green bonds is dus eigenlijk te klein. Secundaire green bonds

Bereiken we met het uitsluiten of het ‘verlagen’ van bepaalde bedrijven of sectoren zoals low carbon indices dat doen, nu écht een beter milieu?

handelen tegen een aanzienlijke premie.’

‘Uitsluiten beperkt het universum van beleggingsmogelijkheden,

uit 13.711 obligaties met een yield van rond de 3% en een marktkapitalisatie van ruim $ 10.300 miljard. De markt voor

hetgeen het lastiger maakt de fiduciaire taak van het

Dan de tweede beleggingsoplossing: uitsluiten van energiebedrijven. Is dat zo gemakkelijk?

maximaliseren van het rendement per eenheid risico te realiseren. Nuts- en energiebedrijven hebben wereldwijd

‘Er zijn twee sectoren die verantwoordelijk zijn voor ongeveer

het reduceren van de uitstoot aan fossiele brandstoffen is de juiste meting van de ‘carbon footprint’. Er wordt onderscheid gemaakt tussen Scope 1 (direct) en Scope 2 en 3 (indirecte) emissies. Om te meten hoe efficiënt bedrijven zijn en om onderlinge vergelijkbaarheid te verbeteren wordt de maatstaf ‘Carbon Intensity’ vaak gebruikt. Echter, deze maatstaf kan scheef getrokken worden door verschillende

Foto: Archief Fidelity International

40% van de CO2-uitstoot: nuts- en energiebedrijven. Op wat afstand volgt de (zware) industrie. Maar het probleem bij

factoren, zoals de mix van verschillende activiteiten in een bedrijf, lokale regulering en boekhoudnormen. Specifiek voor de zware industrie zou een meting van de efficiëntie van de productie-output een nauwkeurige schatting opleveren. Laten we dit verduidelijken met een voorbeeld door twee verschillende green bonds van een Spaans en een Scandinavisch nutsbedrijf met elkaar te vergelijken. De directe CO2-emissie van het Spaanse nutsbedrijf bedraagt 29.641.582 ton en die van het Scandinavische nutsbedrijf 19.428.151 ton. Dit zegt niet zoveel als we het niet relateren aan bijvoorbeeld de omzet. Het Spaanse bedrijf heeft een omzet van € 29.215 miljoen, het Scandinavische € 3.632 miljoen. In eerste instantie oogt dan de veel gebruikte Carbon Intensity (ton CO2 gedeeld door € miljoen omzet) van het Spaanse bedrijf aantrekkelijker: 1.014,60 versus 5.169,73. Maar het gaat volgens ons om hoe efficiënt energie wordt opgewekt. In dit voorbeeld produceert het Spaanse bedrijf een energieopwekking van 137.348 GWh (gigawatt per uur) en het Scandinavische 100.900 GWh. De CO2-uitstoot

CV

gedeeld door de GWH is daarmee voor het Scandinavische bedrijf veel gunstiger of groener, namelijk 193 versus 216,

Kris Atkinson is Portfolio Manager Fixed Income van

waar een lagere uitkomst dus beter of groener is. De ‘juiste’

Fidelity International in Londen. Na ruim een jaar

maatstaf hanteren maakt dus een wereld van verschil. Dit is

Analist te zijn geweest bij Lexecon ging hij in 2000

eigenlijk ook het manco van low carbon indices: hoe wordt

werken bij Fidelity, eerst als Credit Analist, daarna als

er gemeten? Sowieso kunnen we ons afvragen of we met

Assistent Portolio Manager en nu als Lead Portfolio

een passieve benadering nu echt de grote stap zetten naar

Manager. Hij is CFA holder en heeft zijn MA behaald aan

een beter milieu.’

de University of Cambridge.

NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

41


// INTERVIEW OP MAAT

In onze ogen is niet uitsluiting, maar 'engagement' een superieure benadering om klimaatverandering tot stand te brengen.

Figuur 2: Green bonds issuance

alleen al $ 2 biljoen aan marktkapitalisatie. Onder geen enkel plausibel scenario kan dit momenteel vervangen worden door bedrijven uit de nieuwe energie. Door het uitsluiten wordt de concentratie naar bijvoorbeeld Financials

Bron: Fidelity International, ICE BofAML. Data as of 31 July 2018.

verder vergroot, een sector waar de CO2-emissies ook nog eens lastig zijn te meten. Uitsluiten zet bovendien niet aan tot verandering.

Terzijde, als alle bedrijven en consumenten dit zouden realiseren, hebben we volgens MIT een

Het is verder waarschijnlijk dat door bepaalde sectoren uit

85%-waarschijnlijkheid om de opwarming van de aarde

te sluiten de toekomstige rendementen van die sectoren

onder de 2 graden te houden. Kortom, Shell transformeert

hoger zullen worden. Immers, bepaalde groepen beleggers

zich van Big Oil naar New Energy. Als beleggers Shell zouden

mogen niet in de vervuilende sectoren beleggen, wat leidt

uitsluiten, maken ze dit transformatieproces lastiger.’

tot lagere koersen, gunstigere waarderingen en hogere uitsluiting, maar ‘engagement’ een superieure benadering

Wat is dan volgens u de beste beleggingsbenadering ter verlaging van de CO2-uitstoot?

om klimaatverandering tot stand te brengen.’

‘Wij hanteren een actieve benadering met een combinatie

rendementen op de lange termijn. In onze ogen is niet

van beleggingen in New Energy, het uitsluiten van de

Dan kunnen grote oliemaatschappijen dus onderdeel uitmaken van een low carbonbeleggingsfonds.

actieve research en engagement, zodanig dat het risico-

‘Juist. Analisten voorspellen dat de vraag naar olie pas zal

bedrijfsobligatiemarkt. Wij accepteren geen lager risico-

pieken rond 2030, voordat die een daling inzet die rond 2040

rendementsprofiel dan de marktindex. We hebben voor ieder

zal uitkomen op niveaus van nu. Zelfs bij de meest

bedrijf ‘carbon screens’ ontwikkeld. Het doel is een

optimistische voorspellingen zal in de tweede helft van deze

60%-reductie van de ‘Weighted Average Carbon Intensity’

eeuw olie ongeveer 20% van de energieconsumptie

(WACI) - tonnen CO2 gedeeld door de omzet - van onze

uitmaken. Niet één technologie zal een transformatie

portefeuille versus de conventionele indices. Dat lukt: onze

opleveren naar een nieuw energiesysteem met een lagere

WACI ligt onder de 200; die van ICE BofAML Global Corporate

CO2-uitstoot. Er zal een complexe combinatie van elkaar

Index ligt op bijna het dubbele. Ook ligt onze WACI ruim

versterkende acties van de maatschappij, markten en

onder die van de low carbon indices.’ «

bedrijven met hoge CO2-uitstoot en zonder transitieagenda, rendementsprofiel in lijn ligt met die van de wereldwijde

overheden vereist zijn, wat uiteindelijk alle economische activiteiten zal transformeren. De gehele economie en alle sectoren die daar onderdeel van uitmaken, zullen in de

Drie oplossingen om CO2 te reduceren:

komende vijftig jaar herschreven worden.’

• Green bonds: het voordeel van green bonds is dat de opbrengsten van de emissies worden gealloceerd

Dus een bedrijf als Royal Dutch Shell kan volgens u een goede belegging zijn? ‘Ja. Royal Dutch Shell heeft aangekondigd dat het zijn ‘net

aan nader gespecificeerde groene projecten en activiteiten. • Uitsluitingen van bedrijven die actief zijn in het

carbon footprint’ in 2050 gehalveerd heeft, met een

ontginnen van fossiele brandstoffen: dit beperkt

tussentijdse doelstelling van een 20% reductie in 2035. Het

het universum van beleggingsmogelijkheden, het-

zogeheten Transition Pathway Initiative concludeerde dat

geen het lastiger maakt de fiduciaire taak van het

Shell’s energiemix in lijn ligt met de Paris Pledges voor de

maximaliseren van het rendement per eenheid risico

eerste jaren van de periode tussen 2040 en 2050. Shell is echter nog verder gegaan en heeft een ‘Sky Scenario’

te realiseren. • Volgen van low carbon indices: deze verminderen

geformuleerd, waarin het tracht de doelstelling uit het

de exposure naar bedrijven met hoge CO2-uitstoot

Verdrag van Parijs - om geen CO2-emissies meer te hebben -

of bedrijven met grote brandstofvoorraden.

te realiseren.

42

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018


Photo: Archive Quoniam Asset Management

BY MARKUS EBNER, SENIOR ASSOCIATE PARTNER AT QUONIAM ASSET MANAGEMENT

Hidden beta in risk premia strategies Most risk premia strategies sold off significantly earlier in 2018 while equity markets lost up to 10%. For investors, it is crucial to understand which risks are taken to pick a suitable strategy.

Risk premia strategies have become increasingly popular

Time-series momentum, also known as buying winners

in recent years, especially due to their promise of

and selling losers, builds up equity exposure temporarily.

uncorrelated returns. To many funds, February 2018 was

Typically, the strategy is implemented with derivatives

a first stress test, as most strategies were launched in

based on holding long positions in assets with positive

2016 or afterwards, a period of mostly subdued market

past returns, combined with short positions in assets

volatility. Most funds suffered considerably earlier this

with negative past returns. Applied to equity markets, a

year. Some investors may indeed have wondered why

positive economic regime tends to mean long positions in

their strategies displayed high beta exposure, despite

the majority of equity indices and vice versa for a

most of them not having any explicit long equity exposure.

negative economic regime.

Sources of beta are manifold, and can easily add up to significant aggregate exposure.

A final example of equity beta exposure is assets which are linked to the performance of equity markets. The

Many risk premia strategies comprise equity long/short

most prominent strategy in this field is investing in credit

portfolios which seek exposure to the value, size and

spreads. But other premia – such as FX carry – have a

momentum premia. The value premium, for instance,

link to equities too. The reason for this is that countries

when implemented in dollar-neutral long/short form, can

with high interest rates are more sensitive to the global

leave significant residual beta. This is because value

economy than countries with low interest rates. Hence,

stocks often have a beta greater than 1.0, given their

investing in FX carry links the portfolio to the equity

additional cyclical risk. By contrast, short positions in

markets which are by nature sensitive to the global

growth stocks often have a beta below 1.0. Therefore, the

economy.

dollar-neutral implementation may generate implicit beta.

In summary, there are many ways for beta exposure to enter a risk premia portfolio, as many of the premia

Yet another way beta can creep into portfolios is in the

share common sources of risk. Combining several beta-

form of volatility selling. While these positions expose

exposed premia in a strategy can easily result in a

investors to the risk of negative returns during market

heavily exposed portfolio. The sharp sell-off in equity

crashes, they tend to be very attractively rewarded in the

markets in February highlighted the importance of

long run. One of the most prominent volatility strategies

understanding how premia are implemented. The choice

is selling variance swaps. Though variance swaps are

of strategy should always be made in a context of the

delta hedged, they are by definition exposed to equity

investor’s existing asset allocation. «

risk, especially during market downturns. This is because equity sell-offs coincide with an increase in realised volatility, which in turn leads to negative swap returns.

NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

43


// GESPONSORDE BIJDRAGE

Risico verlagen door groener te beleggen - financiële risico’s van een abrupte transitie DOOR GOSSE ALSERDA EN MENNO ALTENA, INVESTMENT STRATEGISTS BIJ TKP INVESTMENTS

Zonder ingrijpen koerst de wereld af op een sterke klimaatverandering, met grote gevolgen voor de gehele wereldbevolking. Als nieuwe maatregelen uitblijven, is het waarschijnlijk dat de temperatuur op aarde tegen 2100 vier graden hoger is dan tijdens de pre-industriële periode en drie graden hoger dan nu (IPCC, 2018). Dit scenario heeft grote gevolgen voor

echter volstrekt onvoldoende

gereduceerd (Haustein et al., 2017).

de bewoonbaarheid van veel gebieden

maatregelen doorgevoerd om een

Dit houdt in dat tegen 2030 de

op aarde, de frequentie en omvang

goede kans te maken dit 1,5 graden-

mondiale CO2-uitstoot gehalveerd

van extreme weersomstandigheden

scenario te realiseren (IPCC, 2018).

dient te zijn, een doelstelling die ook

en sterfte als gevolg van voedsel-

Om het 1,5 graden-scenario te

de Nederlandse overheid heeft

tekorten en ziektes. Ook wanneer er

realiseren, is een abrupte transitie

aangenomen. Om een dergelijke

op grote schaal maatregelen worden

nodig, waarbij zowel consumenten als

verlaging van de uitstoot te

genomen om de temperatuurstijging

bedrijven hun gedrag en processen

realiseren, moet voor alle partijen,

tegen te gaan, is het aannemelijk dat

sterk moeten aanpassen. De kans dat

direct of indirect, een hogere prijs

de gevolgen van klimaatverandering

we op de huidige voet doorgaan totdat

komen voor het uitstoten van

nog lange tijd blijven toenemen.

de meer extreme effecten van

broeikasgassen. De meta-analyse van

klimaatverandering zich daadwerkelijk

IPCC wijst uit dat in het 1,5 graden-

In het Klimaatakkoord van Parijs

voordoen, is reëel.

hebben 195 landen afgesproken om de

scenario de kosten per ton CO2uitstoot tussen € 120 en € 4.800

Klimaatverandering kan ook leiden tot

liggen; in alle gevallen fors hoger dan

tot 1,5 graden ten opzichte van de pre-

financiële verliezen in de beleggings-

de huidige prijs, die in Europa rond

industriële periode: het 1,5 graden-

portefeuille. Op de lange termijn kunnen

€ 20 ligt.

scenario1. Op dit moment worden

beleggingsrendementen nadelig worden

Foto's: Archief TKP Investments

opwarming van de aarde te beperken

beïnvloed, bijvoorbeeld vanwege

Een abrupte transitie, met als gevolg

frequente schade door extreme

een hoge prijs voor het uitstoten van

weersomstandigheden. Op korte

broeikasgassen, heeft verschillende

termijn zijn de financiële gevolgen

financiële effecten. Voor de volgende

echter beperkt. Vanuit financieel

mogelijke financiële gevolgen bestaat

perspectief vormt vooral een abrupte

voldoende wetenschappelijke

transitie om de doelstellingen uit het

onderbouwing:

Parijsakkoord te halen een risico voor

- Stijging inflatie door toenemende

de beleggingsportefeuille.

kosten; - Tijdelijk lagere economische groei;

Prijs uitstoot broeikasgassen moet fors omhoog Onderzoek van het Intergovernmental Panel on Climate Change van de

- Hogere reële rente vanwege grotere vraag naar kapitaal voor investeringen in groene productieprocessen; - Daling winstgevendheid – en

Verenigde Naties (IPCC, 2018) toont

daardoor waardering – voor

aan dat het 1,5 graden-scenario alleen

bedrijven met forse uitstoot van

gerealiseerd kan worden als in de

broeikasgassen.

komende 25 jaar de door de mens GOSSE ALSERDA

44

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018

veroorzaakte netto CO2-uitstoot2 van

Hoewel wetenschappelijk voldoende

41 miljard ton in 2017 naar nul wordt

onderbouwd is dat deze effecten zich


Een beoordeling van het risico van een

Figuur 1: Energietransitie

abrupte transitie wijst uit dat MVBbeleid niet ten koste hoeft te gaan van de financiële resultaten van een pensioenfonds. Het uitgewerkte scenario kan pensioenfondsen helpen meer grip te krijgen op de financiële gevolgen van klimaatbeleid en de interactie met het eigen MVB-beleid. In het onderzoeksrapport ‘Klimaatrisico’s in ALM’ dat TKP Investments in het voorjaar van 2019 Bron: TKP Investments

uitbrengt, is het stress-scenario van een abrupte transitie – inclusief de onderliggende factoren – in meer detail uitgewerkt en wordt ook

voordoen, is de exacte kwantificering

financiële gevolgen. In het algemeen

ingegaan op de financiële impact van

van de effecten zeer complex. Op

zien we dat de goedkoopste

alternatieve klimaatscenario’s waarbij

basis van best estimates heeft TKP

alternatieven als eerste worden

de transitie kleiner of afwezig is, maar

Investments een stress-scenario

uitgevoerd. Hoe groter de gewenste

de impact op klimaatverandering

ontwikkeld dat gebruikt kan worden

reductie van uitstoot, hoe hoger de

groter. «

om inzicht te krijgen in de mogelijke

marginale – en daardoor gemiddelde –

financiële gevolgen van een abrupte

kosten voor bedrijven voor het

transitie.

reduceren van de uitstoot van broeikasgassen.

Een belangrijke eigenschap van het

Referenties: Crane, K., Curtright, A. E., Ortiz, D. S., Samaras, C., & Burger, N. (2011). The economic costs of reducing greenhouse gas emissions under a US national renewable electricity mandate. Energy Policy, 39(5), 2730-2739. Haustein, K., Allen, M. R., Forster, P. M., Otto, F. E. L., Mitchell, D. M., Matthews, H. D., & Frame, D. J. (2017). A real-time global warming index. Scientific Reports, 7(1), 15417 IPCC (2018), Global Warming of 1.5 °C

scheid wordt gemaakt tussen bedrijven

Risico verlagen door groener te beleggen

op basis van hun afhankelijkheid van

Voor de Nederlandse pensioenfondsen

de uitstoot van broeikasgassen.

kan het gebruik van de Socially

Bedrijven die meer CO2 uitstoten,

Responsible Investment (SRI)-

zullen hogere emissierechten moeten

benchmark een oplossing bieden. Ten

1

betalen, meer uitstoot-reducerende

opzichte van de reguliere benchmark

maatregelen moeten nemen en/of

wordt in de SRI-benchmark binnen

2

meer activiteiten moeten afstoten. In

elke sector alleen belegd in de best

dit kader zijn ook de zogenaamde

presterende bedrijven in termen van

stranded assets relevant, bezittingen

Environmental, Social & Governance

ontwikkelde scenario is dat er onder-

– zoals oliereserves – die met een

(ESG). De gemiddelde CO2-uitstoot van

hogere emissieprijs hun waarde

de onderliggende bedrijven is in de

verliezen. De mogelijkheden die een

SRI-benchmark 33% lager dan in de

bedrijf heeft om uitstoot te reduceren,

reguliere benchmark. Doordat de

bepalen in belangrijke mate de

bedrijven in de alternatieve benchmark

Gedefinieerd als een kans van 2 op 3 dat de stijging onder 1,5 graden blijft tot 2100 CO2-equivalent. Uitstoot van andere gassen wordt vertaald naar CO2 op basis van de invloed op klimaatverandering. In het vervolg van dit artikel wordt met CO2-uitstoot, CO2-e uitstoot bedoeld.

minder afhankelijk zijn van de uitstoot

Bedrijven die meer CO2 uitstoten, zullen hogere emissierechten moeten betalen, meer uitstootreducerende maatregelen moeten nemen en/of meer activiteiten moeten afstoten.

van broeikasgassen, is ook de financiële impact van een abrupte transitie lager voor deze benchmark. In het vastgestelde scenario zou dit de verliezen van Nederlandse pensioenfondsen met in totaal vier miljard euro verlagen. Beleggingen die bijdragen aan het Maatschappelijk Verantwoord Beleggen (MVB)-beleid kunnen via deze weg ook bijdragen aan het reduceren van financiële risico’s. MENNO ALTENA

NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

45


// INTERVIEW OP MAAT

ESG: van waarom naar waarom niet en hoe dan? DOOR HARRY GEELS

Het wetenschappelijke bewijs dat ESG waarde toevoegt, wordt steeds overweldigender. Financial Investigator sprak met Dr. Robin Braun van DWS over de uitkomsten van een recent gepubliceerde metastudie (de grootste in zijn soort) die DWS in samenwerking met Hamburg University heeft uitgevoerd. Een van de belangrijkste conclusies was dat wat betreft ESGbeleid bedrijven en beleggers zich aangemoedigd moeten voelen: de financiële en ‘stakeholders’-belangen gaan namelijk hand in hand. ESG lijkt een niet te stoppen trend of beweging!

In september publiceerden we, wederom in samenwerking

‘Ik denk dat we de fase van een trend of beweging eerlijk

met de Hamburg University, een nieuwe metastudie onder

gezegd al voorbij zijn. ESG is tegenwoordig volledig

de titel ‘Digging deeper into the ESG – Corporate financial

mainstream. De waarom-vraag is op basis van talloze

performance relationship’. We waren blij om te zien dat er

wetenschappelijke onderzoeken reeds beantwoord. De

sprake was van persistentie in de resultaten. Maar met deze

meeste vermogensbeheerders praten niet of ze het doen,

studie zijn we verder gegaan om de aanjagers van de

maar hoe ze het doen. Veel beleggers worstelen overigens

prestaties beter te kunnen begrijpen. Zo is ook gekeken naar

nog wel met de hoe-vraag. Vooral de kleinere vermogens-

factoren als reputatie, filantropie en het al dan niet bestaan

beheerders staan voor de uitdaging hoe de data te integreren

van een size-effect en de richting van de causaliteit. Het

in het beleggingsproces. Er zijn ook diverse vragen te

maakte de resultaten robuuster.’

beantwoorden. Welke investment beliefs ten aanzien van Welk beleggingsproces en welke databronnen komen het

Voordat we de metastudie van 2018 bespreken, graag eerst wat reflecties op de studie van 2015.

beste aan die beliefs tegemoet? En vervolgens moet ook nog

‘Zo’n 90% van de meer dan 2.000 onderzochte studies

gemeten worden in welke mate de doelstellingen die worden

toonde een positieve relatie aan tussen ESG en de CFP

afgeleid uit de beliefs ook worden gerealiseerd. Daarnaast

(Corporate Financial Performance), minder dan 10% was

zijn er nog de nodige praktische uitdagingen, vooral bij

negatief over ESG. Verder was er een disproportionele

emittenten die geen ESG-ratings hebben omdat ze te klein

positieve relatie tussen ESG-factoren in alle beleggings-

zijn of pas net een beursnotering hebben. Dus het is niet

categorieën, specifiek in obligaties en vastgoed. Kijkend naar

genoeg om alleen op de rating te vertrouwen – je moet het

de regio’s was ESG vooral betekenisvol in Noord-Amerika en

hele plaatje hebben en ESG in de research integreren.’

de opkomende markten. Kijkend naar de E-, S- en G-sub-

ESG worden er geformuleerd? En zijn die reëel en uitvoerbaar?

categorieën leek er geen dominante factor te zijn. Ze doen er

Kunt u een kort overzicht geven van een aantal belangrijke wetenschappelijke ESG-studies?

alle drie toe. Tot slot bleef de positieve correlatie tussen ESG

‘In 2012 heeft Deutsche Bank een eerste metastudie gedaan,

meer constant over een periode. Over deze metastudie zei

zeg maar een overzicht en beoordeling van alle belangrijke

Martin Skancke, bestuurder bij PRI: ‘als er nog steeds twijfel

onderzoeken tot dat moment. De algemene conclusie van

bestaat over de relatie tussen ESG en financiële prestaties

deze studie was dat er een significante relatie bestaat

dan wijs ik beleggers op de academische uitkomsten van

tussen ESG en prestaties. In 2015 kwam er een studie onder

DWS en Hamburg University.’

en CFP in de verschillende studies door de tijd heen min of

de titel ‘From stockholder to stakeholder’ in een samenwerking tussen Arabesque and Oxford University. Hierin

Ik wil er graag een interessante studie uit pakken namelijk

werd de relatie tussen ESG en prestaties verder onder-

één van Goldman Sachs die zich specifiek richtte op de E- en

schreven. In datzelfde jaar kwam DWS samen met de

S-factoren, die vervolgens weer werden opgedeeld in

Hamburg University opnieuw met een metastudie waarbij 2.000 wetenschappelijke onderzoeken werden gepubliceerd. De conclusie was dat er zelfs een sterk positief verband bestond tussen ESG en financiële bedrijfsprestaties.

46

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018

ESG is tegenwoordig volledig mainstream.


Er bestaat een significante relatie tussen ESG en prestaties.

Welke van de drie ESG-factoren is nu het belangrijkste? ‘De G-factor is het belangrijkste. Let wel, we moeten dit niet verwarren met de eerder besproken ESG-transparantie. Bedrijven hebben de neiging die informatie naar buiten te

subfactoren. Zo bleken er significante alpharelaties te

brengen die hun het beste uitkomt, maar de rating agencies

bestaan voor bedrijven die divers zijn in hun medewerkers

hebben manieren gevonden om ESG-informatie goed te

(hoe meer vrouwen, hoe beter de prestaties), efficiënt

meten. Het is belangrijk hoe het bestuur een bedrijf leidt.

omgaan met hulpbronnen, een laag personeelsverloop

Hebben ze een goede visie op het creëren van

hebben, strakke emissiedoelstellingen formuleren en halen

aandeelhouderswaarde op de langere termijn? Houden ze er

en interne maatregelen hebben genomen om de bedrijfsethiek

een goede bedrijfsintegriteit en –ethiek op na? De wijze

te versterken. Denk bij het laatste aan het installeren van een

waarop een bedrijf wordt geleid, zegt veel over hoe er over

ombudsman, het aanmoedigen van klokkenluiders en

sociale aangelegenheden en milieu wordt gedacht.’

Dan de metastudie van 2018: ‘Digging deeper into the ESG-CFP relationship’. ‘Grofweg valt de 2018-studie in vier onderzoeksblokken uiteen. Ten eerste is opnieuw gekeken naar de relatie tussen ESG en CFP. Deze relatie was opnieuw significant positief en robuust, dit allemaal in verschillende onderzoeksopzetten, subgroepen (E en S) en rekening houdend met verschillende robuustheidscontroles. Er werd een bijzonder sterke relatie tussen ESG en operationele CFP gevonden, hetgeen

Foto’s: Ruben Eshuis Fotografie

ideeënboxen.’

benadrukt dat ESG de operationele parameters zoals energie-efficiëntie en personeelsverloop en –motivatie, positief beïnvloedt. Verder werd opnieuw de positieve relatie tussen ESG en financiële prestaties aangetoond. Dan het tweede onderzoeksblok, de reputatie van een bedrijf als de meest overkoepelende ESG-maatstaf, en filantropie. Zowel reputaties als filantropie zijn sterk gecorreleerd met CFP. Niet geheel toevallig identificeerde Paul Polman, CEO van Unilever, op de 2018 PRI-Conferentie reputatie als de meest bepalende factor voor bedrijfssucces. Wat betreft reputatie is nog wel vervolgonderzoek nodig. Er kan hier sprake zijn van een kip-en-ei-relatie. Een bedrijf kan een goede reputatie hebben als gevolg van veel verschillende factoren. In het derde blok werd onderzocht of de mate van ESGtransparantie invloed heeft op de resultaten. Echter, het door bedrijven publiek maken van het ESG-beleid en de vorderingen daarvan had statistisch de zwakste relatie met CFP. Gebrek aan standaardisaties over ESG-publicaties moedigt bedrijven niet aan objectieve en gestandaardiseerde informatie naar buiten te brengen. Slechte bedrijven kunnen goede ESG-informatie naar buiten brengen. Er moeten

CV

strengere publicatieregels komen. Dr. Robin Braun werkt acht jaar bij DWS. Voor zijn Ten vierde zijn er verschillende checks op de resultaten

huidige rol in de Sustainability Office was hij Head of

gedaan en is er onderzocht of er bepaalde biases zijn. Zo is

Product Governance and Economics bij het DWS

er gekeken naar de publication bias. Ofwel, worden er alleen

Product Platform voor retail en institutionele

onderzoeken gepubliceerd als er een positieve relatie is

producten in UCITS en alternative investment fund

tussen ESG en resultaten en is de kans kleiner dat

strategies. Braun heeft zijn doctorstitel behaald aan de

onderzoeken met andere uitkomsten worden geopenbaard?

Universiteit van Maastricht.

Ons onderzoek heeft hier geen bewijs voor gevonden.’ NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

47


// INTERVIEW OP MAAT

Zijn er regionale verschillen? ‘Ja, ESG voegt in alle regio’s waarde toe, maar nog wel het meest in opkomende markten. Het is nog de vraag of die sterke statistische relatie tussen ESG en prestaties wordt veroorzaakt door de goede prestatie van bedrijven die hoog scoren op ESG, of dat dit komt door het uitsluiten van de

De wijze waarop een bedrijf wordt geleid, zegt veel over hoe er over sociale aangelegenheden en milieu wordt gedacht.

echt slechte bedrijven die in opkomende markten vaker voorkomen. Er zijn diverse studies die aantonen dat een

eigenlijk zó veel ESG-beleggingsbenaderingen dat het

sterke outperformance kan worden behaald door in

antwoord wellicht is dat ze elkaar opheffen.’

opkomende markten bedrijven uit te sluiten met een E- en F-rating, de twee laagste ESG-ratings waardoor negatieve verrassingen kunnen worden vermeden.’

Dan de hoe-vraag: wat is de ESG-benadering van DWS? ‘Vanuit een breder perspectief maakt DWS een scheiding

Is er een causaal verband? Bedrijven die succesvol zijn kunnen immers in meer ESG investeren.

tussen liquide en niet-liquide beleggingen, maar ESG wordt

‘Dit lijkt inderdaad logisch, maar de causaliteit gaat beide

onze ESG-engine alleen toegepast op liquide beleggingen.

kanten op! Succesvolle bedrijven kunnen inderdaad meer in

Wij maken een consensus ESG-score op basis van de input

ESG investeren. Maar er is ook genoeg bewijs dat door te

van diverse ratingbureaus. Deze informatie, alsmede ook het

investeren in ESG bedrijven succesvoller worden. En in het

ESG-verhaal achter een bedrijf, is geïntegreerd in de

2018-onderzoek zijn er statistische technieken toegepast om

databases die iedere portfoliomanager en analist gebruikt.

dit aan te tonen.’

We hebben specifieke ESG-strategieën en niet-ESG-

geïntegreerd over het gehele platform. Vooralsnog wordt

proposities voor iedere liquide beleggingscategorie, maar

Doen duurzame beleggingsfondsen het dan ook beter dan niet-duurzame?

een portfoliomanager is verplicht te kijken naar de ESG-

‘Dat werd niet helemaal duidelijk in onze metastudies uit

beslissingen. In onze ESG-beleggingsfondsen hanteren wij

2015 en 2018. Een belangrijk punt hier is dat iedere

wél minimale criteria op de E-, S- en G-scores en wij staan

fondsbeheerder en vermogensbeheerder zijn of haar eigen

een maximum toe van 15% van de allocatie. Voor

benadering heeft. Veel fondsen kijken naar ESG-informatie.

instrumenten met een D-rating; E- en F-ratings zijn sowieso

Sommige doen aan uitsluitingen, andere aan een of andere

uitgesloten. Ook sluiten we in onze dedicated duurzame

vorm van engagement. Als er maar duidelijk iets aan

proposities bepaalde subsectoren uit. In mandaten kunnen

duurzaamheid wordt gedaan in het beleggingsbeleid mag

onze institutionele klanten ook nog specifieke eisen

een beheerder zich duurzaam noemen. Slechts weinig

neerleggen, bijvoorbeeld uitsluitingen van bepaalde

fondsen hebben een strikte benadering, bijvoorbeeld één

bedrijven of hogere minimale scores op de E, S of G.’ «

informatie in onze databases en deze mee te nemen in de

waarbij ze minimale scores op de E, S en G hanteren. Er zijn

Gebrek aan standaardisaties over ESG-publicaties moedigt bedrijven niet aan objectieve en gestandaardiseerde informatie naar buiten te brengen.

Circa 90% van ruim 2.000 onderzochte studies toonde een positieve relatie aan tussen ESG en de CFP. Diverse studies tonen aan dat een sterke outperformance kan worden behaald door in opkomende markten bedrijven uit te sluiten met een E- en F-rating. ESG voegt waarde toe en bovendien gaan financiële -en stakeholdersbelangen hand in hand.

48

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018


Foto: Archief Thijs Jochems

DOOR THIJS JOCHEMS, ADVISEUR EN PRIVATE INVESTOR

Moeder Aarde krijgt het warm, dé beleggingskans? Wat hebben Arnhem, China, Fatih Birol, DNB en u met elkaar te maken? Alle zijn deelnemers in de discussie en soms ook nog verantwoordelijk voor de invoering van maatregelen met betrekking tot klimaatbeleid en energievoorziening.

In de tweede week van november publiceerde de

Luchtvervuiling, CO₂ én fijnstof, waterstress,

International Energy Agency (IEA) haar World Energy

energietekort et cetera. China heeft in haar 5-jaren

Outlook 2018. Volgens Fatih Birol, directeur van het IEA,

plannen de ambitie van een groene economie.

moeten we de komende jaren rekening houden met een

Bijvoorbeeld in haar ‘Air Pollution Plan 2018 – 2020’

tekort aan olie. De reden? Er wordt niet geïnvesteerd in

heeft zij een doelstelling geformuleerd om in 2020 al

nieuwe bronnen. Is dat een probleem? De depletion

31% van de energie uit niet-fossiele brandstoffen te

(jaarlijkse productieafname van de bestaande bronnen)

halen. Daar kan Nederland wat van leren! Overigens

is - volgens deskundige bronnen - circa 5% per jaar. De

geeft China hiermee, volgens de US ITA, een

wereldwijde vraag naar olie groeit de komende jaren met

investeringsopportunity van 66 miljard dollar in een

zo’n 1,5% per jaar. In vele olieproducerende landen

markt die al zo’n tien jaar met 13% per jaar groeit.

binnen en buiten de OPEC zien we ook nog grote geopolitieke problemen. Het risico van disrupties bij de

De International Maritime Organization (IMO) heeft

bestaande olieproducerende en -exporterende landen is

voor 2020 de toegestane zwavel in scheepsbrandstof

niet gering. IEA denkt niet dat de VS met haar schalieolie

gereduceerd van 3,5% tot 0,5%. Is dat belangrijk? De

een mogelijk aanbodtekort zal kunnen oplossen.

scheepvaart verbruikt 10% van de olie die de wereldwijde

Onwaarschijnlijk, gegeven de hoeveelheid die er dan

transportsector gebruikt. Transport is verantwoordelijk

extra door de VS geproduceerd moet worden.

voor circa 50% van het wereldwijde olieverbruik. Nu ja, 10% van 50%, niet overdreven. Ware het niet dat

Er is in het afgelopen jaar, wereldwijd, meer wind- en

scheepsbrandstof 3.500 keer zoveel zwavel bevat als

zonne-energie geproduceerd dan ooit tevoren. Wat voor

diesel voor auto’s.

uw columnist verrassend was, is dat sinds de publicatie van het beroemde ‘Brundlandt Report’ van de VN in 1987

Steden als Arnhem weren auto’s die te veel

blijkbaar niets is veranderd. In 1987 zorgden fossiele

uitlaatgassen produceren uit de binnenstad. In Kenia

brandstoffen voor 81% van alle energie. Anno 2018 is dat

mag u geen plastic tassen meer invoeren. Dat gaan we

percentage volgens het IEA nog steeds 81%. Een

in Nederland voorlopig nog niet doen. Kortom, er

gelijkluidend percentage, maar wel van een veel grotere

gebeurt al heel veel op veel plaatsen. Mooie groei-

‘energiekoek’ en dus krijgt Moeder Aarde het warmer.

sectoren met prachtige doelstellingen doemen voor beleggers op de meest onverwachte plaatsen op. Nu

Wat doen we nu aan het klimaat op deze wereld? Politici

maar die zonnebril afzetten – het was er wel de zomer

op internationaal niveau praten, maar komen maar

naar – en eens verder kijken dan de Nederlandse

moeilijk tot iets van een akkoord. Als we echter kijken

omgeving. Dat heeft meer impact en bovendien vindt

naar minder internationale politieke gremia zien we dat

Gisella van Vollenhoven, directeur toezicht pensioen-

er heel veel gebeurt.

fondsen, dat de pensioenfondsen toch al te veel assets in Nederland beleggen. Kansen!? Krijgt u het er ook al

China is dan het eerste land waar we naar kijken. Dat

warm van? «

land heeft alle problemen op milieugebied tegelijk. NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

49


VOORZITTER: Marleen Janssen Groesbeek, Avans Hogeschool DEELNEMERS: Remco Bleijs, EY Theo Brouwers, ACTIAM

Foto’s: Ruben Eshuis Fotografie

// RONDE TAFEL IMPACTBELEGGEN

Evalinde Eelens, Ravenna Consulting, bestuurder en toezichthouder in de pensioensector Paul van Gent, Corestone Investment Managers Erik Kemper, Menzis Hans Kestens, Pensioenfonds Woningcorporaties/ Pensioenfonds Particuliere Beveiliging Jeroen Rijk, PGB Xander den Uyl, bestuurder en toezichthouder in de pensioensector Deze Ronde Tafel is tot stand gekomen in samenwerking met ACTIAM.

IMPACTBELEGGEN BIEDT ENORME KANSEN Door Hans Amesz

Het pensioenvermogen verduurzaamt meer en meer, al dan niet gedreven door toenemende aandacht van toezichthouders. Er wordt vaker gekeken naar impactbeleggen, dat volop kansen biedt als we in staat zijn de juiste projecten te selecteren.

50

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018


Wat verstaan jullie onder impactbeleggen? Evalinde Eelens: ‘Bij impactbeleggen hoort dat je in de sector waarin je belegt een aantoonbaar verschil maakt als gevolg van die belegging.’ Paul van Gent: ‘Er zijn nogal wat verschillende definities van impactbeleggen. Ik vind dat het intentioneel moet zijn en dat het rendement moet passen bij het risico. Je moet de output kunnen meten en eigenlijk zou impactbeleggen moeten plaatsvinden aan de onderkant van de piramide, dat wil zeggen dat het de allerarmsten betreft. Ik vind het moeilijk om impact in Nederland voor te stellen.’ Remco Bleijs: ‘Het doel van impactbeleggen is een positieve nietfinanciële impact realiseren, altijd in combinatie met een goede financiële performance.’

Hans Kestens: ‘Bij de contacten met gepensioneerden kom ik impactbeleggen weinig tegen. De grote puzzel is aan de deelnemers uit te leggen wat impactbeleggen is en waarom het in hun belang is. Deelnemers zeggen: zorg ervoor dat je goed belegt en ik mijn pensioen krijg. Als beleggen door pensioenfondsen maatschappelijke impact heeft, duurt het heel lang voordat mensen daar echt enthousiast over worden.’ Erik Kemper: ‘Voor ons is impactbeleggen, naast het behalen van een financieel rendement, een bijdrage leveren aan een maatschappelijk probleem waar echt een verandering noodzakelijk is, omdat doorgaan op de huidige voet gewoon niet kan. Dit hoeft niet de onderkant van de piramide te zijn, maar kan ook dicht bij huis. Om een voorbeeld te geven: als we doorgaan zoals nu, wordt de zorg in Nederland onbetaalbaar.’

> Marleen Janssen Groesbeek is Lector Sustainable Finance & Accounting aan Avans Hogeschool. In haar lectorale rede benadrukte zij dat als we een ander financieel systeem en een duurzaam geld- en bankwezen willen, we zelf in actie moeten komen. Ze was 20 jaar financieel-economisch journalist, waarvan bijna 17 jaar bij het Financieel Dagblad. Daarna werkte ze als beleidsadviseur Duurzaamheid bij Eumedion, de belangenbehartiger van de institutionele beleggers. Voor haar lectorschap was ze als Sustainability Manager bij DSM verantwoordelijk voor stakeholderengagement en integrale jaarverslaggeving.

NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

51


// RONDE TAFEL IMPACTBELEGGEN

> Remco Bleijs is verantwoordelijk voor Sustainability Services die door EY aan financiële instellingen worden verleend. In deze rol adviseert hij financiële instellingen op het gebied van ESG en duurzaamheid op terreinen als strategie, doelstellingen, implementatie, (impact) meten en monitoren, screenen, rapporteren, assurance, ESG maturity scans, ESG-investing en ESG-screening, EU Sustainable Finance et cetera. Hij is sinds 1988 werkzaam voor EY waar hij in 1999 registeraccountant werd en is tevens lid van de stuurgroep sustainability van EY EMEIA en van het managementteam van de Asset Management groep van EY Nederland.

Theo Brouwers: ‘Bij impactbeleggen gaat het om een combinatie van financiële en maatschappelijke opbrengsten. Die moeten meetbaar zijn (terug- en vooruitkijkend) en inzichtelijk zijn voor pensioenhouders.’ Xander den Uyl: ‘Bij PWRI - Pensioenfonds Werk en (re)Integratie hebben we impactbeleggen gedefinieerd als beleggen waarbij een maatschappelijke doelstelling nevengeschikt is aan het realiseren van een financieel rendement.’ Jeroen Rijk: ‘Naast het behalen van financieel rendement is het doel van impactbeleggen maatschappelijke impact te bewerkstelligen. Ook het intentionele aspect is hierbij belangrijk.’

Hebben jullie speciale thema’s of onderwerpen geselecteerd voor impactbeleggen? Kemper: ‘Je zou kunnen zeggen dat impactbeleggen themabeleggen is, maar niet ieder thema heeft impact.’ Eelens: ‘De begrippen impact- en themabeleggen worden vaak door elkaar gebruikt. Bij zorg bijvoorbeeld kun je over impactbeleggen spreken en zorg kan ook een mooi voorbeeld van een themabelegging zijn.’ Van Gent: ‘Je hoeft niet per se een thema te hebben, je kunt aan alles wel een thema koppelen. Als belegger ben ik een beetje bang voor thema’s: waarom is het ene thema wel relevant en het andere niet?’

Den Uyl: ‘De kern is dat je als pensioenfonds iets zoekt wat past bij je eigenheid. Welke keuzes kunnen wij maken in ons beleggingsbeleid waardoor we iets doen wat onze deelnemers raakt? Bij PWRI beleggen wij in ondernemingen die werk creëren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.’ Eelens: ‘Dat kan niet altijd. Niet iedere sector kan deze koppeling maken. Het is dan ook belangrijk te kijken naar gemeenschappelijke thema’s in de markt om krachten te bundelen.’ Kestens: ‘Je moet er wel op letten dat je als vermogensbeheerder, als belegger, afstand bewaart en niet wordt overmand door emoties en de wensen van de politiek. Je moet je ervan bewust zijn dat sommige investeringen op korte termijn geen rendement opleveren, maar op lange termijn wel. De energietransitie zie ik als echte innovatie en daar is lef voor nodig. Het is wellicht een hoog risico, maar dit moet je afzetten tegen de mogelijkheden binnen je totale portefeuille.’ Van Gent: ‘Ik zie impactbeleggen puur als geld in dingen investeren die het meest nodig zijn. De vraag is of je beleggingen kunt vinden die de juiste omvang hebben. Als je een grote belegger bent en op het gebied van impact, bijvoorbeeld een bedrag van 250 miljoen euro wilt beleggen en maximaal niet meer dan een derde van het beschikbare volume, kun je op dit moment volgens de Global Impact Investment Network (GIIN) maar vijf mogelijke impactbeleggingen vinden.’ Brouwers: ‘Belangrijk is je fiduciaire plicht. Er moet geen uitruil zijn tussen rendement en impact. Ook zie je vaak de voorkeur voor

> Theo Brouwers is sinds april 2006 werkzaam bij ACTIAM. Tussen 2006 en 2010 was hij Commercieel Directeur en lid van de Raad van Bestuur van SNS Asset Management en sinds 2011 Managing Director. Daarvoor werkte Brouwers ruim 18 jaar bij ING Bank onder andere als Algemeen Manager van beleggingen voor ING Bank Nederland (discretionair vermogensbeheer, productontwikkeling en verkoop). Vanaf 2003 was hij eindverantwoordelijk voor het MVObeleid van ING Bank. Brouwers is afgestudeerd in Economie aan de Universiteit van Tilburg, heeft een master in Financiële Economie (Tilburg Institute Academic Services) en een master in Financiële Planning (Erasmus Universiteit Rotterdam).

52

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018


> Evalinde Eelens is sinds 2009 actief in de pensioenfondssector, waar ze bij uitvoeringsorganisaties A&O Services en PGGM werkzaam is geweest. In 2018 heeft Eelens ervoor gekozen zich in te zetten als Bestuurder en Toezichthouder. Op dit moment is zij Bestuurder bij BPF Schilders en BPF Particuliere Beveiliging en lid van de Raad van Toezicht voor het Delta Lloyd pensioenfonds. Eelens is afgestudeerd als ingenieur aan de Wageningen Universiteit en heeft een CAIA- en FRM-certificaat behaald.

beursgenoteerd, maar er zijn juist beleggingskansen op het gebied van private debt. En daar is inderdaad lef en visie voor nodig, omdat er extra drempels zijn, zoals het ontbreken van een benchmark, schaal en omvang.’

niet moet doen. Er zijn mensen die roepen alleen geïnteresseerd te zijn in een maximaal financieel rendement, maar die vormen altijd een minderheid. Het gros vindt dat hun pensioenfonds ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid heeft.’

Rijk: ‘Onze deelnemers zeggen: wij willen een goed pensioen, maar ook dat jullie dat op een maatschappelijk verantwoorde manier voor ons bereiken. Wij willen van dat pensioen kunnen genieten in een wereld die echt leefbaar is. Onderwijs en gezondheidszorg worden genoemd als belangrijke thema’s. Daarin is misschien niet altijd goed te beleggen, maar je kunt ook impact hebben door bijvoorbeeld engagement.’

Kestens: ‘Een stukje pensioen weggeven om iets anders te krijgen? Daar heb ik nog geen deelnemer enthousiast over gehoord.’

Het gaat dus om het zoeken naar beleggingen met zowel een positief financieel als nietfinancieel rendement?

Kemper: ‘De vraag of je impact wilt maken ten koste van pensioen, is niet de juiste. Iedereen zegt daar nee op. Als je de overtuiging hebt dat er sprake is van een omschakeling in de maatschappij, bijvoorbeeld ten aanzien van het gebruik van energie, moet je het lef hebben op basis daarvan een beleggingsvisie te ontwikkelen. Dat is je verantwoordelijkheid als institutioneel belegger.’

Kestens: ‘Mijn overtuiging is dat bedrijven die een goed maatschappelijk beleid hebben op termijn ook een goed financieel rendement opleveren. Je moet je maatschappelijke elementen dusdanig kiezen dat je ze kunt ‘verkopen’ met een verwijzing naar hun financiële opbrengsten op termijn.’ Eelens: ‘Het zou in de communicatie met de deelnemers helpen als de niet-financiële rendementen gekwantificeerd zouden kunnen worden. Je moet iets kunnen laten zien. Ik vind het op termijn materialiseren van niet-financiële rendementen erg belangrijk.’

Van Gent: ‘Er wordt nu nog te veel naar historische gegevens gekeken. Je moet wel het lef hebben om te zien dat sommige dingen die je op ESG-gebied doet mogelijk pas veel later geld kunnen gaan opleveren. Dat jij iets ziet, wat de markt nog niet ziet.’

Welke gegevens hebben beleggers nodig om in te schatten hoe de wereld er over tien, twintig jaar uit zal zien? Rijk: ‘Met betrekking tot klimaatverandering hebben we een scenarioanalyse gedaan en gekeken naar wat er gebeurt als bepaalde ontwikkelingen zich voordoen. Daaruit kwam naar voren

Bleijs: ‘Twee zaken zijn belangrijk: toekomstig positief resultaat en het risicoperspectief. Dieselgate bij Volkswagen was vooral het gevolg van slechte governance, de G van ESG. Als dat tijdig was ingezien en gekwantificeerd, had een enorme waardedaling van het aandeel in de beleggingsportefeuilles van de verschillende pensioenfondsen voorkomen kunnen worden. Ik pleit zeer voor het communiceren van ook de niet-financiële impact. Het enige nadeel daarvan is dat je het niet meteen op je bankrekening kunt zien. Dat is wel wat de deelnemers willen: wat krijgen we er netto in euro’s voor terug?’ Den Uyl: ‘Dat vind ik te kort door de bocht. De taak van een pensioenfonds is ervoor te zorgen dat zijn deelnemers een goed pensioen krijgen. Tegelijkertijd hebben die deelnemers verschillende opvattingen over wat hun pensioenfonds met zijn beleggingen wel en NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

53


// RONDE TAFEL IMPACTBELEGGEN

> Paul van Gent is Chief Investment Officer van Corestone Investment Managers, dat managerselectie en portefeuilleconstructie doet voor institutionele beleggers waaronder voor de fiduciaire oplossingen van Robeco. Hiervoor was Van Gent Fondsmanager van het bedrijfstakpensioenfonds voor de Metalektro (PME). Daarvoor was hij Hoofd Investment Consulting van IBM Retirement fund EMEA dat managerselectie deed voor de IBM pensioenfondsen in de EMEA-regio. Hij heeft 30 jaar beleggingservaring. Van Gent is Bedrijfskundig Ingenieur van de Technische Universiteit Eindhoven.

dat als wij niets doen en de energietransitie komt, we worden geraakt. Wij streven naar een balans wat betreft energietransitie. Dat is in feite gewoon risicomanagement.’ Eelens: ‘Dat is een goede benadering: het risico-rendementsperspectief. Uitgaande van de huidige inrichting zal de olieindustrie over tien jaar minder rendement bieden en over twintig jaar nog minder. Maar het gaat hier wel om ondernemingen met de grootste budgetten die er zelf het meeste van profiteren als ze zich aanpassen en doorontwikkelen. De giganten van vandaag zijn misschien wel de vernieuwers van morgen.’ Kestens: ‘Ik ben zeer voor de aanpak van risicomanagement bij het bepalen van waarin we moeten beleggen, zeker bij impactbeleggen. Zo bouw je een robuuste portefeuille op die redelijk beschermd is tegen tegenvallers.’ Brouwers: ‘Er moet gekeken worden naar de daadwerkelijke impact vanuit een levenscyclusperspectief en hoe bedrijven bijvoorbeeld scoren op R&D-investeringen. Hier is een taak weggelegd voor analisten en vermogensbeheerders. Ook educatie over pensioenfondsen en verzekeraars en over hoe bepaalde zaken geïnterpreteerd moeten worden, is essentieel. Dat helpt ook in de communicatie naar de achterban.’

Kunnen jullie betere beleggingsbeslissingen nemen, omdat de kwaliteit van de data is toegenomen? Van Gent: ‘Als het gaat om responsible investing wel, bij impactbeleggen minder. Als je bij impactbeleggen gaat meten, kom je tot conclusies als: er zijn zoveel mensen aan een baan geholpen, er hebben zoveel mensen schoon water gekregen, et cetera. Maar relatief tot wat? Er is geen normering en die is bij responsible investing voor een groot deel wél aanwezig, omdat je in ieder geval dezelfde factor kunt meten over alle andere beleggingsmogelijkheden.’

Gaan we algoritmes krijgen waardoor impacten responsible investing makkelijker worden? Bleijs: ‘Er komen steeds meer data beschikbaar, helaas ook steeds meer fake data. We werken samen met een Duitse partij, die ESG54

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018

informatie verzamelt vanuit 400 verschillende datasources. Daarmee creëren we een artificial intelligence tool die informatie op redelijkheid weegt en waarbij ook historische informatie wordt meegewogen. Dat kan inderdaad via een algoritme. Dit project zit nu nog in de pilotfase, maar moet eind van dit jaar zijn afgerond. Vanuit een ESG-profiel kunnen beursgenoteerde bedrijven, illiquide projecten, projectfinancieringen en dergelijke door de hele keten bekeken en geanalyseerd worden: als zich een ESG-event voordoet, wat is daarvan dan de verwachte financiële impact? Die algoritmes worden steeds belangrijker en, in combinatie daarmee, ook de zogenoemde true price. Wat is de werkelijke prijs ofwel waarde van een product inclusief alle impacteffecten, positief en negatief?’

Dus als die data meer volwassen en betrouwbaarder worden, is dat een enorme katalysator voor impactbeleggen omdat je een veel betere risico-rendementsafweging kunt maken? Rijk: ‘Dat zie je nu al voor ESG en in het verlengde daarvan voor allerlei andere beleggingsbeslissingen.’ Eelens: ‘Er is een verschil tussen data en informatie. Data zijn niet noodzakelijkerwijs relevant, informatie wel. Bij het omzetten van data in informatie kunnen algoritmen een belangrijke rol spelen.’

Wat is de voorspelling wanneer impactbeleggen onderdeel wordt van Asset Liability Management (ALM)? Van Gent: ‘Het lijkt me dat het vanaf volgend jaar in ieder geval moet, want De Nederlandsche Bank (DNB) eist dat ESG-factoren dan moeten worden meegenomen in je risicomanagement.’ Kemper: ‘Ik denk niet dat je kunt stellen: energietransitie zit in mijn ALM-studie vanwege welke asset class dan ook. Nee, de transitie zal altijd vertaald moeten worden.’ Rijk: ‘Ortec is bezig om klimaatscenario’s in een ALM-studie te verwerken. Je kunt in duurzame infrastructuur en in infrastructuur met een grote fossiele brandstofcomponent beleggen. Als je beide door de ALM haalt, komt er geen enkel


> Erik Kemper is manager Treasury en Vermogensbeheer bij zorgverzekeraar Menzis. Hij is verantwoordelijk voor het vermogensbeheer van Menzis met een sterke focus op duurzaam beleggen dat is geïntegreerd op diverse manieren in het gehele proces. Zo zijn ESG-criteria integraal onderdeel van het selectieproces voor externe vermogensbeheerders. Impactbeleggen is ingevuld met green bonds, een klimaatmandaat voor beursgenoteerde aandelen en een zeer specifieke portefeuille aan venture-capitalfondsen met impactdoelstellingen voor gezondheid en de zorg in Nederland.

verschil uit, maar als je aan de ALM klimaatscenario’s toevoegt, zijn er wel degelijk verschillen.’ Den Uyl: ‘Je kunt zeggen dat in Nederland al een aanzienlijk deel van het pensioenvermogen ESG-geïntegreerd is. Bij het ABP bijvoorbeeld heeft een volledige ESG-integratie plaatsgevonden. Waar je als belegger mee bezig moet zijn, is hoe ondernemingen zich aanpassen aan gewijzigde omstandigheden. Inschatting en timing zijn essentieel voor beleggers: hoe lang en zwaar blijf je inzetten op fossiele brandstoffen of teerzanden en hoe snel stap je over naar duurzame energie?’ Kestens: ‘Het gaat wat mij betreft juist om de fase voor de ALMstudie, welke cases je meeneemt, is relevant voor de output. Kern is dan ook de bepaling van scenario’s, bijvoorbeeld met betrekking tot klimaatverandering, die je als input gebruikt.’ Van Gent: ‘Het wordt hachelijk als je emotie boven analyse stelt, zeker als die emotie de doorslag bij een beleggingsbeslissing geeft. Wordt tabak uitgesloten omdat het op den duur geen rendabele business meer is of omdat het niet goed is voor mensen? Het is moeilijk een zuivere ESG-discussie te voeren, omdat emotie daarbij zo’n grote rol speelt.’

De taak van een pensioenfonds is ervoor te zorgen dat zijn deelnemers een goed pensioen krijgen.

Kemper: ‘Als je zo redeneert, komt er nooit een transactie tot stand. Vanuit goed huisvaderschap heb je lef nodig, maar ook een eigen visie en overtuiging, ook zonder dat je daar een volledig draagvlak voor nodig hebt.’ Van Gent: ‘Wij werken in een maatschappij waarin de politiek vaststelt wat mag en niet mag. Ik zou daar niet doorheen willen fietsen. Als ineens een bestuur van een pensioenfonds dingen die ik fijn vind, slecht vindt, zou ik zeggen: daar hebben ze niets mee te maken.’

Als we de energietransitie aan de Nederlandse overheid zouden overlaten, zouden we nog geen stap zijn opgeschoten. Van Gent: ‘Met een paar duizend zonnepanelen op je dak, ga jij het verschil niet maken. Natuurlijk hebben veel individuen samen ook een impact, maar je hebt de overheid nodig om de grote dingen te bewerkstelligen zoals infrastructuur, industriebeleid en bijvoorbeeld zoiets als CO2-uitstoot belasten.’ Den Uyl: ‘Dat is waar, je hebt de overheid nodig. Maar de overheid is geen ondernemer, levert geen nieuwe technologieën. Voor de energietransitie heb je een kaderstellende overheid nodig, maar ook maatschappelijke organisaties en ondernemingen die werkelijk in alternatieve energie investeren en dingen anders doen.’ Rijk: ‘Een pensioenfonds moet in de eerste plaats zorgen voor het verschaffen van goede pensioenen. Als je als fonds denkt dat de energietransitie een enorme impact zou kunnen hebben op je

> Hans Kestens studeerde economie en bestuurlijke informatica. Na werkzaam te zijn geweest bij KPMG en Sara Lee/DE, vervulde hij bij Achmea en Delta Lloyd directiefuncties. In 1998 trad hij als lid van de Raad van Bestuur in dienst van zorgverzekeraar VGZ en later bij Univé. Op dit moment is hij Bestuurder bij Pensioenfonds Woningcorporaties en onafhankelijk voorzitter bij Pensioenfonds Particuliere Beveiliging. Daarnaast is Kestens commissaris bij een aantal beleggingsinstellingen en zelfstandig adviseur.

NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

55


// RONDE TAFEL IMPACTBELEGGEN

beleggingsportefeuille, moet je daar iets mee doen. Als je de energietransitie als een risico ziet en toch niets doet, verzaak je je fiduciaire plicht.’

Wie is er al aan de slag gegaan met de vereisten van Task Force on Climate-related Financial Disclosures (TFCD)? Kestens: ‘Er wordt zeker aandacht aan besteed. De kennis over klimaatverandering zit bij een aantal grote vermogensbeheerders, maar nog veel meer bij een aantal herverzekeraars in Duitsland en Zwitserland. Het is een gemiste kans dat de verbinding tussen vermogensbeheerders en herverzekeraars nog niet is gemaakt. Wat betekent klimaatwijziging voor de risico’s op natuurrampen in de komende jaren? Die informatie is bij herverzekeraars aanwezig; het moet toch mogelijk zijn dat te vertalen naar risico’s van je beleggingsportefeuille?’ Van Gent: ‘Dat soort risico’s is niet gemakkelijk in kaart te brengen. Je weet dat er natuurrampen komen, maar niet wanneer en waar en in welke hoedanigheid.’

Hoe vertaal je de verschillende scenario’s in strategie en beleid? Kestens: ‘We doen dat al sinds jaar en dag. Als je alle informatie over klimaatverandering zou gebruiken voor de selectie van je beleggingen, zou als gevolg daarvan de politiek ook sneller in actie komen. Ik bedoel, als hypotheken op huizen in Noord- en ZuidHolland vanwege het klimaatrisico zouden worden uitgesloten, gebeurt er echt wel wat.’ Brouwers: ‘Het is belangrijk om naast risico’s ook te kijken naar kansen. Nu gaat er veel kapitaal naar bewezen technieken in winden zonne-energie, waardoor rendementen naar beneden gaan. Qua energietransitie moet je ook kijken naar zaken als transport, opslag en de gevolgen van elektrificatie/ ledificatie. Hier wordt nog relatief weinig naar gekeken, maar dat zal, als het om impactbeleggen gaat, snel veranderen. Het zal groot worden en de kansen zijn enorm als we in staat zijn de juiste projecten te selecteren.’

Kestens: ‘Er is voldoende kapitaal voor impactbeleggen, alleen is het heel lastig om de goede projectkeuzes te maken. Dat betekent dat beleggers niet alleen kennis moeten hebben, maar ook lef om voor een lange termijn te kiezen.’

Is dit een pleidooi om meer risico te nemen teneinde de energietransitie te versnellen? Kestens: ‘Ja, om meer risico te nemen voor een deel van je portefeuille. Dat betekent echter niet per definitie dat er meer risico komt op je totale portefeuille.’ Den Uyl: ‘Ik geloof niet dat je meer risico moet nemen. Wel moeten we ervoor zorgen dat de markt zijn werk doet. Er is geld genoeg, maar het ontbreekt wel af en toe aan voorstellen waar beleggers wat mee aan kunnen.’

Zijn green bonds (groene obligaties) belangrijk om de energietransitie te versnellen? Van Gent: ‘Een emittent van green bonds moet extra kosten maken, onder andere omdat er een aparte administratie gevoerd moet worden. Het is dus niet zo’n intelligente beslissing om een green bond uit te geven als het je niets oplevert, tenzij je het om marketingredenen doet. Als een green bond hetzelfde risico loopt als een gewone bond, is het een moeilijke beslissing om met minder rendement genoegen te nemen. Als een green bond een lager risico heeft, is het natuurlijk een ander verhaal. Green bonds kunnen een grote bijdrage leveren als er voor zowel de emittent als de belegger voordelen zijn.’ Eelens: ‘Het is tegenwoordig gemakkelijker om je lening volgeplaatst te krijgen als het om green bonds gaat. Europa biedt hiertoe volop kansen. Dat is een voordeel voor de emittent. Voor de belegger zijn green bonds aantrekkelijk, omdat ze transparanter zijn dan veel andere impactbeleggingen.’ Kemper: ‘Green bonds passen bij je maatschappelijke verantwoordelijkheid als belegger. Als wij kunnen investeren in green bonds die een fantastisch geneesmiddel financieren dat veel mensenlevens redt, interesseert mij als zorgverzekeraar het financiële rendement nauwelijks, omdat het maatschappelijk rendement zo enorm is.’

> Jeroen Rijk is Manager Balansmanagement bij PGB Pensioendiensten. In deze rol is hij verantwoordelijk voor advies over balanssturing, beleggingsstrategieën, ALM en maatschappelijk verantwoord beleggen. Hiervoor was hij Senior Strategist bij PGGM, Hoofd Beleggingsbeleid bij a.s.r. en Directeur Beleggingsstrategie en Productontwikkeling bij MN. Rijk is zijn carrière begonnen als strategisch consultant bij OC&C.

56

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018


> Xander den Uyl is afgestudeerd in de economie. Na een loopbaan van 30 jaar in de vakbeweging is hij thans actief als professioneel bestuurder en toezichthouder, bestuurslid van pensioenfonds ABP, voorzitter van pensioenfonds PWRI, toezichthouder bij BPF Slagers en bij BPF Notariaat. In 2015 werd hij verkozen in het bestuur van de UN Principles for Responsible Investment. Den Uyl is sinds de jaren negentig betrokken bij verantwoord beleggen.

Rijk: ‘Green bonds kunnen een deel van de puzzel oplossen, doordat er kapitaal beschikbaar komt voor de nodige duurzame investeringen. Belangrijker is dat er daadwerkelijk investeerbare projecten komen. De overheid zou hier meer kunnen doen om vraag en aanbod bij elkaar te brengen.’

zijn. Belangrijk is ook dat er met dezelfde degelijkheid wordt belegd als voor niet-impactbeleggen geldt.’ Eelens: ‘Mijn voorkeur gaat uit naar green bonds. Met green bonds kun je zowel nieuwe initiatieven helpen als bestaande ondernemingen steunen bij het omvormen van hun beleid.’

Hoe ziet jullie ideale impactbelegging eruit? Kemper: ‘Voor ons is dat zorg. Onze impactportefeuille moet een positief effect hebben op de zorg in Nederland.’ Den Uyl: ‘Ik zou via een social bond heel graag willen investeren in bedrijven die ook daadwerkelijk werk bieden aan mensen met een arbeidsbeperking.’ Van Gent: ‘Ik zou in ieder geval met een beleid willen beginnen. Je moet goed vastleggen waarom je iets wilt gaan doen en daar het rendement en het risico van afwegen. Ik zou ook de engagement goed geregeld willen hebben. Het moet verder helder zijn welk percentage van je portefeuille je alloceert aan impactbeleggen en de monitoring en rapportage moeten op orde

Rijk: ‘Het beste wat nu kan gebeuren voor impactbeleggen is dat er meting- en rapportagestandaarden komen. Verder zou ik qua impactbeleggen inzetten op projecten die bijdragen aan de Sustainable Development Goals.’ Bleijs: ‘Ik denk aan Sustainable Development Goal 13 (Klimaat) van de Verenigde Naties.’ Brouwers: ‘Ik denk dat we aan de vooravond staan van een enorme energietransitie - vergelijkbaar met de industriële revolutie van eind achttiende, begin negentiende eeuw - waarbij niet alleen pensioenfondsen, maar ook pensioenhouders betrokken zijn. Daar liggen dus grote kansen voor impactbeleggen.’

CONCLUSIE Bij impactbeleggen gaat het om een combinatie van financiële en maatschappelijke opbrengsten. Die moeten meetbaar zijn (terug- en vooruitkijkend) en inzichtelijk zijn voor pensioenhouders. Je moet er wel goed op letten dat je als impactbelegger afstand bewaart en niet wordt overmand door emoties en de wensen van de politiek. Belangrijk is je fiduciaire plicht. Er moet geen uitruil zijn tussen rendement en impact. Bij het zoeken naar beleggingen met zowel een positief financieel als niet-financieel rendement zijn twee zaken belangrijk: toekomstig positief resultaat en het risicoperspectief. Het gros van de deelnemers vindt dat hun pensioenfonds niet alleen voor goede pensioenen moet zorgen, maar ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid

heeft. Risicomanagement speelt zeker bij impactbeleggen een belangrijke rol. Zo bouw je een robuuste portefeuille op die redelijk beschermd is tegen tegenvallers. Het is belangrijk om naast risico’s ook te kijken naar kansen. Nu gaat er veel kapitaal naar bewezen technieken in wind- en zonne-energie, waardoor rendementen naar beneden gaan. Qua energietransitie moet je ook kijken naar zaken als transport, opslag en de gevolgen van elektrificatie. Het beste wat nu kan gebeuren voor impactbeleggen is dat er meting- en rapportagestandaarden komen. Belangrijk is dat er daadwerkelijk investeerbare impactprojecten komen. De overheid zou meer kunnen doen om vraag en aanbod op dit gebied bij elkaar te brengen.

NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

57


// THEMA ESG & IMPACT INVESTING

THE IMPACT OF CLIMATE CHANGE ON RURAL LIVELIHOODS IN EAST AFRICA: A REAL LIFE CASE FROM UGANDA By Paul Boerboom

In November 2016 the ‘Future Climate For Africa’ (FCFA) mentioned the following in its report ‘Africa’s climate helping decision-makers make sense of climate information’: East Africa’s climate is already changing. The equatorial and southern parts of eastern Africa have experienced a significant increase in temperature since the early 80s. Seasonal average temperatures have risen in many parts of the region over the past 50 years. Rainfall in the region is extremely variable across time and space. The implications for productivity of food and cash crops and lake fisheries will be profound, likely negatively impacting livelihood patterns and household incomes for farmers.

DAILY MONITOR - THURSDAY SEPTEMBER 28, 2017: 3.4 MILLION MORE UGANDANS SLIP INTO POVERTY Dr. Ibrahim Kasirye, the Principal Research Fellow in the Macroeconomic department at the Economic Policy

are always hit hardest during drought. ‘There are few trees and the land has become infertile. Also, the wildlife in eastern Uganda is no longer as it used to be because they have died of diseases,’ he said.

Research Centre (EPRC), said in an interview with Daily Monitor during the launch of the report that the increase in income poverty level means that three of every 10 Ugandans slipped into poverty in five years. ‘They live on less than $ 1.25 per day and they cannot afford three meals a day,’ he added.

THE CASE

Explaining why poverty rose in eastern Uganda, Dr. Kasirye said people in the region purely depend on agriculture and

In 2007 a Social Enterprise named Sunshine Agro Products was set up with the aim to promote agriculture as a business for the rural people. Sunshine

Photo: Archive Avida International

CV Paul Boerboom (Avida International) is advising institutional investors. Typical themes are partnering and outsourcing in various (complex) investment areas such thematic ESG. Boerboom acted as Chief Negotiator to protect the farmer’s interests in the Sunshine case. Previously, he performed a number of senior roles at Royal Dutch Shell and has lived in Latin America and various European countries. During this time he was part of the Supervisory Committee of various joint ventures and led complex M&A projects and contractual negotiations in the renewable energy, gas and power sectors. Boerboom also acted as Head of Investment Strategy and Portfolio Manager Private Equity for Shell Pensions. Boerboom is an econometrician and business economist by training, completed by executive education programs at the Wharton School of Management and Harvard Business School. Today he is a lecturer at various business schools and a frequent speaker at seminars. Paul Boerboom

58

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018


Photo: Archive Sunshine

works directly with 11.000 farmers living on less than $ 2 a day, no water, no electricity. Farmers who produce various healthy herbal teas, cacao beans and chillies. Over 6.000 rural women are involved. Over 12.000 farmers are mobilized and trained. Over 4.000 have planted different crops in the first half of 2018: Cocoa, herbs and moringa. The company was financed by the owners, who put in a significant part of their personal capital and time, a series of loans from Root Capital Partners, a loan from Rabobank Foundation and a number of (repayable) grants from the African Enterprise Challenge Fund (AECF). All instruments were debt instruments with fixed repayment terms.

Photo: Archive Sunshine

Sunshine has indicated that it needs to invest in irrigation systems for the farmers to be protected against future droughts.

In August 2018 Root Capital decided to exercise its legal right to collect the amount of money lent to Sunshine, using a local law firm in Uganda. This decision could potentially lead to the liquidation of Sunshine, implying that 11.000 farmers would lose their source of income through Sunshine. For this reason Sunshine has sought court protection.

The other creditors Rabobank Foundation and AECF are willing to give the company time to recuperate and continue to make a social impact. Investors in Root Capital include the Overseas Private Investment Corporation (The U.S. Government’s Development Finance Institution) and the Bill and Melinda Gates Foundation. The Dutch FMO has recently announced

Photo: Archive Sunshine

Due to erratic rainfall and droughts in 2015 and 2016, Sunshine has had a temporary setback as crops fields dried up. Therefore Sunshine has not been able to reimburse part of the outstanding loan and pay interest (11%) to Root Capital. Currently the business is picking up again with new clients (including Kuli Kuli foods for Sunshine’s leading product Moringa tea) coming in. Farmers are waiting for their crops to be harvested and shipped to be delivered to the clients.

NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

59


// THEMA ESG & IMPACT INVESTING

its intention to commit USD 5 million in Root Capital. Rabobank Foundation gets its funding from institutional and retail investors through a range of financial debt instruments. AECF is funded by the governments of the United Kingdom, the Netherlands, Denmark, Austria and Australia. After the court case it is quite likely that the case will receive media and political attention. All actors, to their own frustration, are currently spending money on expensive lawyers, instead of helping farmers. The case illustrates that in times of stress the various stakeholders show a different DNA. Root Capital uses its legal rights to protect the financial interest of its investors, whereas the Rabobank Foundation and AECF are more patient and focus more on impact. Do we really have alignment behind the social mission of reducing poverty and helping find solutions for climate change, even if that means that the loan needs to be written off? Sunshine should probably have been more careful with it’s financing policy, since it has too much debt on the balance sheet. Given the uncertainty of the business, social venture capital or equity financing would have been more appropriate. At the same time Root Capital and other creditors were fully

SUNSHINE AGRO PRODUCTS LTD Mission: The mission of the company is ‘doing business and doing good’. Objective: The objective of the company is to promote agro export oriented growth and sustainable food production. Vision: The vision of the company is that everyone must have access to means for a decent livelihood. Hence the company works with people who live in the rural areas, in extreme poverty and who are locked into subsistence and out of the market, to provide them means for decent livelihoods through incomes generated from agricultural products. A Social Business means that instead of measuring the company’s financial profits alone, we measure success by their positive social impact on the farmers, specifically how the business helps them improve their livelihoods. So the philosophy of Sunshine rotates around reaching the poorest, doing business, doing good and making a big difference for those who are usually excluded.

aware of these risks when they did their due diligences. Sunshine is currently in discussions with new financiers, who are willing to provide emergency financing to collect and ship crops before the dry season starts.

CONCLUSION The equatorial and southern parts of eastern Africa have experienced a significant increase in temperature since the early 1980s. Rainfall in the region is extremely variable across time and space. The implications for productivity of food and cash crops, and lake fisheries will be profound, likely negatively impacting livelihood patterns and household

ROOT CAPITAL PARTNERS ‘We invest in the growth of agricultural enterprises so they can transform rural communities.’ RABOBANK FOUNDATION ‘Together, we invest in self-reliance.’ AFRICA ENTERPRISE CHALLENGE FUND ‘The AECF is a development institution which supports businesses to innovate, create jobs, leverage investments and markets in an effort to create resilience and sustainable incomes in rural and marginalized communities in Africa.’

incomes for farmers and fishing communities within the Lake Victoria Basin (LVB). From the perspective of the asset owners the Sunshine case illustrates that besides the traditional financial risk, there is a significant legal and reputational risk. This is particularly relevant in the ESG space where the fiduciary and financial interests of the end investors need to be protected and at the same time impact needs to be realised. Capital owners such as pension funds, foundations and endowments increasingly embrace ESG elements in their investment policies. All too often these policies have not been tested in reality since they are relatively new or simply too abstract and defined at a strategic level. The stance towards ESG often tells a lot about the culture of an asset owner, manager or company. Owners need to carefully assess the real DNA of the managers and companies they invest in and ensure the interest of stakeholders is well aligned (money versus impact). «

This article was written by Paul Boerboom, Founding Partner of Avida International.

60

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018


Bond Compass Navigating the Fixed Income Market

Discover where trillions of dollars in fixed income assets moved in Q3 2018 The Bond Compass is a new, quarterly report that leverages proprietary research from State Street Global Markets, providing a snapshot of fixed income flows and holdings indicators, extracted from a wider set of $10 trillion of assets.1 These indicators capture behavioural trends across tens of thousands of portfolios, representing 10% of the global fixed income universe.2

spdrs.com/fixedincome Marketing communication. For professional clients use only. 1Source: State Street Form 10-K, as of 31 December 2017. The fixed income flows and holdings indicators produced by State Street Global Markets, the investment, research and trading division of State Street Corporation, are based on aggregated and anonymized custody data provided to it by State Street, in its role as custodian. State Street Global Advisors does not have access to the underlying custody data used to produce the indicators. 2Source: Bank of International Settlements, 2017. The fixed income flows and holdings indicators produced by State Street Global Markets, the investment, research and trading division of State Street Corporation, are based on aggregated and anonymous custody data provided to State Street Global Markets by State Street, in its role as custodian. State Street Global Advisors does not have access to the underlying custody data used to produce the indicators. These metrics are generated from regression analysis based on aggregated and anonymous flow data in order to better capture investor preference and to guarantee the safe guarding of client confidentiality. Investing involves risk including the risk of loss of principal. ETFs trade like stocks, are subject to investment risk, fluctuate in market value and may trade at prices above or below the ETFs net asset value. Brokerage commissions and ETF expenses will reduce returns. The information provided does not constitute investment advice as such term is defined under the Markets in Financial Instruments Directive (2014/65/EU) and it should not be relied on as such. Standard & Poor’s, S&P and SPDR are registered trademarks of Standard & Poor’s Financial Services LLC (S&P); Dow Jones is a registered trademark of Dow Jones Trademark Holdings LLC (Dow Jones); these trademarks have been licensed for use by S&P Dow Jones Indices LLC (SPDJI) and sublicensed for certain purposes by State Street Corporation. State Street Corporation’s financial products are not sponsored, endorsed, sold or promoted by SPDJI, Dow Jones, S&P, their respective affiliates and third party licensors and none of such parties make any representation regarding the advisability of investing in such product(s) nor do they have any liability in relation thereto, including for any errors, omissions, or interruptions of any index. Bond funds contain interest rate risk (as interest rates rise bond prices usually fall); the risk of issuer default; issuer credit risk; liquidity risk; and inflation risk. This document has been issued by State Street Global Advisors Limited (“SSGA”). Authorised and regulated by the Financial Conduct Authority. Registered No. 2509928. VAT No. 5776591 81. Registered office: 20 Churchill Place, Canary Wharf, London, E14 5HJ. T: 020 3395 6000. F: 020 3395 6350 ssga.com © 2018 State Street Corporation — All rights reserved. ID15033 2326239.3.1.EMEA.INST Exp. Date: 28/02/2019.


// THEMA ESG & IMPACT INVESTING

Wereld vergroenen lukt met tien invloedrijke mensen DOOR RENÉ BOGAARTS

Al zo’n vijfentwintig jaar ijvert Marcel de Berg, strategist bij Appolaris, voor duurzaam beleggen. Nu is de tijd er rijp voor, denkt hij. ‘Koppel het kapitaal van de pensioenfondsen aan de basisbehoeften van de samenleving’, zegt hij. ‘En gooi de ALM-modellen overboord.’ Duurzaam beleggen is niets anders dan investeren in de

verantwoord beleggen die op 30 oktober werd georganiseerd

generaties die na jou komen, opdat ze later voor jou kunnen

door Financial Investigator.

zorgen. Daarom moet je het kapitaal waarover pensioenfondsen beschikken rechtstreeks koppelen aan de

Die bijeenkomst vond plaats in De Burcht, het oudste

basisbehoeften van de samenleving. Dat is de stellige

vakbondsgebouw van Nederland. ‘Stom toeval natuurlijk,

overtuiging van Marcel de Berg. Hij is tegenwoordig strategist

maar in november 1997, precies 21 jaar geleden, sprak ik ook

bij Appolaris, de uitvoeringsorganisatie van het Pensioenfonds

in de Burcht en over precies hetzelfde onderwerp. Het is nog

Medewerkers Apotheken (PMA), maar spreekt op persoonlijke

steeds relevant’, zegt De Berg. Echt duurzaam beleggen

titel tijdens de educatieve bijeenkomst over maatschappelijk

vereist volgens hem wel een volstrekt andere manier van denken.

Foto: Archief Marcel de Berg

De Berg legt uit hoe het beheer van pensioenfondsen zich de laatste decennia heeft ontwikkeld. ‘In de jaren tachtig werd het matchen van de opbrengsten van de vermogens aan de noodzakelijke verplichtingen de Heilige Graal. In de volgende fases is dat idee uitgewerkt en is men begonnen met het opleiden van de mensen. Momenteel managen we de balans, maar we moeten dóór. We moeten vanwege de maatschappelijke verantwoordelijkheid van pensioenfondsen leren vanuit een nieuw perspectief te kijken. Ik herinner me nog dat ik in 1993 bij PGGM werkte en tegen mijn collega zei dat het een pot met geld werd die steeds verder van de samenleving af kwam te staan.’ ‘Toen tien jaar geleden het Topsectorenbeleid werd ontwikkeld, sprak men over de Gouden Driehoek van bedrijfsleven, overheid en kennisinstituten. Vergeten werd echter dat zo’n driehoek niks voorstelt zonder kapitaal en zonder burgers. De Gouden Driehoek had natuurlijk een Gouden Vijfhoek moeten zijn’, zegt De Berg. Volgens hem hebben de meeste politici geen flauw benul van de rol die pensioenfondsen zouden kunnen spelen. ‘Als we hen vragen hoeveel geld de Nederlandse pensioenfondsen bezitten,

MARCEL DE BERG

62

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018

Het wordt tijd dat pensioenfondsen actief gaan meedenken over het oplossen van de grote maatschappelijke problemen.


denken ze dat het over twee-, driehonderd miljard euro gaat, in plaats van veertienhonderd miljard.’ Het wordt tijd dat pensioenfondsen actief gaan meedenken

Echt duurzaam beleggen vereist een volstrekt andere manier van denken.

over het oplossen van de grote maatschappelijke problemen, vindt De Berg. Dit vraagt een meer ondernemende mentaliteit,

Samen met enkele geestverwanten richtte De Berg in 2011 de

maar dat kan niet meer sinds de Pensioenfondsenwet zo’n

Stichting Nulpuntnul op, om initiatieven voor een duurzame,

tien jaar geleden werd aangepast. ‘Er is een bepaling in de

circulaire economie te ondersteunen. Een jaar eerder

wet gefietst die het pensioenfondsen verbiedt te

organiseerde hij een ‘diner pensant’ met een select groepje

ondernemen’, sneert De Berg.

pensioenfondsbestuurders en vertegenwoordigers van de agrisector. Iedereen leek ervan overtuigd dat zo’n circulaire,

Tijdens de financiële crisis hebben sommige pensioenfondsen

door pensioenfondsen mede gefinancierde aanpak er kon

volgens De Berg wel geprobeerd de bouwsector vlot te

komen, maar uiteindelijk ging het allemaal niet door. ‘Risk

trekken met duurzame investeringen, maar wilde niemand uit

managers van grote pensioenfondsen vroegen om een track

die sector daar gehoor aan geven. Als pensioenfondsen er

record van twintig jaar. Een deel hebben we kunnen omzeilen,

samen hun naam aan hadden verbonden, zou het succesvol

maar uiteindelijk bleek de tijd er nog niet rijp voor.’

geworden zijn, denkt hij. ‘Zo’n 80% van alle huizen staat in databases. Als je het slim aanpakt, kun je echt iets bereiken

De Berg slaakt een diepe zucht als gevraagd wordt of hij zich

met concrete, gecombineerde oplossingen als dubbel glas,

geen roepende in de woestijn voelt. ‘Mijn verhaal doet het

zonnepanelen, warmte-opslag en groen. Als je in de

goed aan het kerstdiner. Geef mij een groep van tien

gebouwde omgeving investeert, heb je het vertrouwen van de

invloedrijke mensen die de kar zouden kunnen trekken en het

consumenten nodig dat zoiets echt goed is. In de jaren

lukt! Nederland zou het voortouw kunnen nemen. De

negentig was PGGM het betrouwbaarste merk van Nederland.

condities zijn nu niet goed voor pensioenfondsen, ook omdat

Laat clubs als PGGM nu, een coöperatie met zes- à

DNB hen de duimschroeven heeft aangedraaid. DNB vergist

zevenduizend leden, zo’n database bewaken!’

zich in zijn beleid in één letter, namelijk de ‘s’: de bank vindt dat pensioenfondsen hun vermogen moeten ‘beheersen’,

Volgens De Berg kunnen pas echt resultaten worden geboekt

terwijl het om ‘beheren’ gaat. We kunnen het weer niet

als pensioenfondsen hun traditionele benadering loslaten. ‘De

beheersen, echter wel de beheermaatregelen passend bij een

ALM-modellen moeten overboord’, zegt hij resoluut. ‘Je moet

maatschappelijk verantwoord dijkbeheer. Beheren van het

vooral kijken naar kasstromen, want alleen dan kun je

pensioenvermogen is wat anders dan de dekkingsgraad

circulair bezig zijn. Wat zijn je verplichtingen, wat hebben je

beheersen. Het een kan, het ander niet.’

deelnemers nodig? Niet alleen geld! Het gaat ook om zorg, warmte, voedsel, een leefbare aarde. Als je dat als

‘Als ik het budget voor klimaatverandering mocht beheren’,

pensioenfonds meeneemt, doe je pas echt iets aan de

vervolgt De Berg hartstochtelijk, ‘dan zou ik 60% ervan in

behoeften van de toekomst. Als je toekomstige verplichtingen

vergroening investeren, 20% in technologische

koppelt aan de kasstromen van je huidige investeringen, trek

ontwikkelingen en 20% in reductie van de CO2-uitstoot.

je mogelijk én het Pensioenakkoord én de energietransitie

Waarom zouden we het niet samen met alle betrokkenen

vlot.’

doen? Als het gaat om vastgoed, zouden stadsbesturen een rol moeten spelen. Bedrijven als Unilever weten ook heel

Van alle maatschappelijke behoeften waarin pensioenfondsen

goed hoe ze kunnen verduurzamen. Waarom nemen wij de

zouden kunnen investeren, heeft er één volgens De Berg de

investeringen niet voor onze rekening in ruil voor een belofte

hoogste prioriteit. ‘We moeten de aarde vergroenen’, zegt hij

van Unilever om die duurzame producten af te nemen. Een

met klem. Dat is niet overdrachtelijk bedoeld, maar letterlijk!

utopie? We hebben geen keuze.’«

De aarde koelt zich namelijk met behulp van bomen en planten. Volgens De Berg moeten we bij het vergroenen niet alleen denken aan behoud en herstel van regenwouden, maar ook aan de aanleg van natuur in steden, gekoppeld aan landbouwgebieden in de buurt van die steden. Daarmee slaan we volgens hem drie vliegen in één klap: koeling, beheer van waterstromen en voedsel.

De ALM-modellen moeten overboord. Je moet vooral kijken naar kasstromen.

Als je toekomstige verplichtingen koppelt aan de kasstromen van je huidige investeringen, trek je mogelijk én het Pensioenakkoord én de energietransitie vlot. Neem voor meer informatie contact op met Marcel de Berg: marcel@nulpuntnul.nl NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

63


// VERSLAG PANELDISCUSSIE BESTUURLIJKE DILEMMA'S BIJ DUURZAAM BELEGGEN

ONNODIGE DISCUSSIES OVER RENDEMENT VERTRAGEN ESG-BELEID Door René Bogaarts

De paneldiscussie toont hoe ESG-beleid van pensioenfondsen evolueert. Deelnemers krijgen steeds meer begrip voor duurzaam beleggen, maar besturen zien nog te veel beren op de weg. Pensioenfondsen zouden een vuist kunnen maken. ‘Aan de slag, wat DNB ook zegt!’ ‘Pensioenfondsen zouden al hun bestuurders naar dit soort bijeenkomsten moeten sturen.’ Dat zei Anne Gram in de paneldiscussie aan het einde van de educatieve bijeenkomst over EGS en Impact Investing die op 30 oktober werd georganiseerd door Financial Investor. Gram, Toezichthouder en Beleggingscommissielid bij diverse pensioenfondsen, vertolkte daarmee het gevoel dat onder de meeste aanwezigen leeft.

Foto’s: Ruben Eshuis Fotografie

Aan het einde van een dag vol boeiende sprekers, nieuwe onderzoeksresultaten en geanimeerde breakout-sessies vroeg dagvoorzitter Roland van den Brink, al dertig jaar werkzaam voor pensioenfondsen, de drie leden van het laatste panel hoe zij de dag ervaren hadden. Marcel Andringa, Uitvoerend Bestuurder Vermogensbeheer van Pensioenfonds PME, beet het spits af. ‘Het valt me vooral op dat er zoveel mensen op zoveel niveaus mee bezig zijn.

V.l.n.r.: Marcel Andringa, Nancy Westerlaken en Anne Gram

64

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018

Veel verhalen lijken op elkaar, maar de kleine verschillen zijn positief omdat het betekent dat er niet één oplossing is. Aan de andere kant toont het dat we pas halverwege zijn, of misschien zelfs pas op een kwart, van waar we moeten uitkomen.’ Nancy Westerlaken, afdelingshoofd Innovatie Centrum Bouw van TNO en bestuurslid van het TNO-pensioenfonds, was het opgevallen dat steeds meer zaken rond ESG-beleggen meetbaar geworden zijn. ‘Ik heb een achtergrond in de bouwfysica. Daar maak je allerlei sommetjes die onderaan de streep kloppen. Toen ik in het bestuur van het pensioenfonds kwam, wilde ik dat ook gaan doen, maar ik kreeg te horen dat zoiets niet zomaar kan. Vandaag heb ik echter gezien dat er steeds meer informatie beschikbaar komt die ons gaat helpen om duurzaam beleggen wél meetbaar te maken. Nu de einddoelen duidelijker worden, kunnen we bovendien beleidsmatig plannen maken.’ Gram, die onder meer betrokken is bij PFZW, PF DNB en SPHuisartsen, verwees naar de gepresenteerde onderzoeken die aantonen dat duurzaam beleggen niet ten koste hoeft te gaan van het rendement. ‘Discussies daarover aan de bestuurstafels


verhinderen te vaak dat we de volgende stap zetten. Daarom alleen al zou iedereen verplicht naar een seminar als dit moeten komen. We moeten onze verantwoordelijkheid nemen; niet alleen maatschappelijk, maar ook naar deelnemers toe. Bestuurders zien te vaak beren op de weg, maar de overheid doet al mee, gemeenten doen mee, alleen DNB doet nog moeilijk. Ik zou zeggen: ‘Ga aan de slag, wat DNB ook zegt! Met geld kun je heel veel bereiken. Je hoeft niet te wachten op de overheid.’ Volgens dagvoorzitter Van den Brink staan er veel onderwerpen op de agenda van besturen. Hoe zorgen de panelleden dat maatschappelijk verantwoord beleggen voldoende aandacht krijgt? ‘We hebben de afgelopen jaren veel gedaan om MVB over het voetlicht te krijgen. Niet alleen in een bestuurssetting, maar ook tijdens studiedagen’, antwoordde Andringa. ‘We praten regelmatig een ochtend of een middag extern over het onderwerp en laten deskundigen langskomen om hun verhaal te vertellen. Als je de tijd neemt en er mensen bij betrekt die wat meer op afstand zitten, zo is mijn ervaring, heb je na afloop van zo’n bijeenkomst het besluit al bijna genomen.’ ‘Het helpt enorm dat we onze deelnemers sinds enkele jaren via enquêtes en focusgroepen bevragen. Er blijkt een enorme verschuiving te hebben plaatsgevonden. Tweeënhalf jaar geleden zagen we een mix van mensen die het wel goed vonden dat we maatschappelijk verantwoord wilden beleggen, als het maar niet ten koste ging van het rendement, terwijl er veel mensen waren die zeiden: ‘Doe maar niet, want ik wil verzekerd zijn van een goed pensioen!’ Nu zeggen deelnemers dat ze het ongelooflijk belangrijk vinden dat wij aandacht schenken aan MVB. Een deel vindt zelfs dat het geld mag kosten. Ook de oudere groep van gepensioneerden dacht er zo over.’

Toen Van den Brink opmerkte dat de rekenvoorschriften van DNB niets over duurzaamheid zeggen, antwoordde Westerlaken dat het Pensioenfonds van TNO in zijn mission statement heeft staan dat de pensioenregeling op maatschappelijk verantwoorde manier wordt uitgevoerd. ‘Daar vinden wij de borging voor duurzaamheid. Trouwens, ook binnen de grenzen van risico en rendement kun je stappen maken. Dat hebben we laten zien.’ Net als PME heeft het Pensioenfonds van TNO volgens Westerlaken onderzocht hoe de deelnemers over duurzaamheid denken. ‘Tijdens roadshows in alle TNO-vestigingen vroegen we of we duurzaam moesten beleggen en of dat eventueel ten koste van het rendement mocht gaan. Dan blijkt dat ze het belangrijk vinden. Niet iedereen vindt dat het ten koste van het rendement mag gaan en ik weet ook niet of wij zo ver willen gaan, maar er ontstaat wel steeds meer draagvlak voor. Iemand zei: ‘Ik wil een goed pensioen, maar ik wil ook kunnen genieten van een mooie wereld.’ Dat is voor ons een mooie driver.’ Westerlaken vertelde dat TNO onlangs zijn organisatie heeft aangepast. ‘We hadden een commissie voor duurzaamheid, waar ik ook in zit, die onder de beleggingsadviescommissie hing. Dat werkte niet goed, omdat we elkaar vaak aan zaten te kijken met de vraag ‘Wat vind jij?’ Tegenwoordig kan die commissie het bestuur zelf direct activeren.’ Van de in Denemarken geboren Gram wilde Van den Brink ten slotte weten of ‘wij met onze Hollandse Koopmansgeest’ niet ons voordeel zouden kunnen doen met MVB én met het feit dat er op de wereld de komende jaren twee miljard mensen bij komen. Toen hij opmerkte dat Gram geen Nederlandse is, vroeg zij hem tot hilariteit van de zaal eerst of het soms om een inburgeringscursus ging. ‘Maar ik ben het eens met je stelling. We kijken veel te beperkt naar al die ontwikkelingen. Kijk bijvoorbeeld niet alleen naar wat je wilt uitsluiten, maar ook wat je wilt insluiten, waar je een positieve impact kunt hebben. Rendement blijft relevant, maar ik vind de vraag aan deelnemers of het geld mag kosten verkeerd, omdat je ze daarmee op het verkeerde been zet.’ Gram adviseert de bestuurders van de pensioenfondsen waarbij ze betrokken is altijd om de deelnemers te raadplegen. ‘Bij het Pensioenfonds voor Huisartsen is expliciet gezegd dat de deelnemers aandacht willen voor duurzaamheid, maar ook bij Akzo is dat expliciet genoemd, met name door de jongeren. Duurzaamheid blijkt een generatie-issue.’ Op Van den Brinks verzoek om een laatste opmerking zei Gram: ‘Het is één minuut voor twaalf, één secónde voor twaalf misschien. Bestuurders moeten inzicht krijgen in de klimaatrisico’s. Daarom zeg ik: ‘Maak er tijd voor!’ Andringa: ‘We hebben vandaag gezien dat er heel veel issues zijn. Mijn advies is om er een paar uit te kiezen en daar stappen in te zetten. Als je eenmaal met duurzaam beleggen begint, komt de rest vanzelf.’ Westerlaken sloot af met de opmerking dat Nederland van het gas af moet, maar dat hier het gas óp moet. «

NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

65


// INTERVIEW OP MAAT

Het integreren van ESG in de portefeuilleconstructie DOOR JOOST VAN MIERLO

Empirische studies tonen aan dat er een tegenstrijdige relatie is tussen ESG-exposure en de beleggingsperformance. Margaret Stumpp, PhD, Senior Advisor bij QMA en Vice-President bij PGIM, licht haar onderzoek toe. ‘It’s all about disclosure.’

beleggingsperformance. Dit kan volgens Stumpp, een van de

Is de ESG-factor een manier om een oplossing te vinden voor de beperkte beschikbaarheid van data?

onderzoekers, het gevolg zijn van uiteenlopende definities

‘Je kunt beter stellen dat om ESG goed te kunnen

van het containerbegrip ESG (Environmental, Social,

implementeren, beleggers zeer nauwgezet moeten focussen

Governance) of van de onbetrouwbaarheid of beperkte

op de kwaliteit van de data die zij gebruiken. Veel bedrijven

beschikbaarheid van de onderliggende data.

rapporteren niet of nauwelijks over ESG (zie Figuur 1). We

De studie ‘Integrating ESG in Portfolio Construction’ stelt dat er een tegenstrijdige relatie is tussen ESG-exposure en de

hebben daarom de data gebruikt van bedrijven die ESG-

Wat is in het kort de aanbeveling van uw studie?

informatie rapporteren en een statistisch model hebben om

‘De eerste premisse is dat het classificeren van bedrijven in

bedrijven te vinden met vergelijkbaar gedrag. En die

goede en slechte ESG-bedrijven gebaseerd moet zijn op het

bedrijven met vergelijkbaar gedrag zijn óf goede ESG-

gebruik van ESG-items die van materieel belang zijn voor de

bedrijven óf slechte ESG-bedrijven. Dus de ESG-factor is een

desbetreffende sector van het bedrijf. De tweede premisse is

manier om het gebrek aan data te ondervangen. Daarom

dat het mogelijk moet zijn om een oplossing te vinden voor

moet je je richten op ESG-data die wél materieel zijn.

het schaarse aanbod van vrijwillig aangeleverde ESG-data

Materieel wil zeggen dat beleggers het belangrijk vinden,

die gerapporteerd worden door bedrijven door het

dat het meetbaar is en dat het consistent is door de sector

samenstellen van een ‘ESG Good Minus Bad’ (GMB)-factor en

heen, plus een ‘metric’ is waarop een bedrijf kan acteren.

vervolgens de bedrijven te vinden waarvan het rendement

Alleen dan kunnen beleggers naar de data kijken zoals een

aanzienlijk laadt op deze factor.’

bedrijf dat zelf (ook) doet.’

Figuur 1: Very Little Disclosed ESG Data for USA Stocks

Bron: QMA, Standard and Poor’s, Frank Russell Company and Bloomberg

66

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018


Wat zijn de uitkomsten van uw onderzoek?

dat dit uiteindelijk even belangrijk zal worden als de

‘In ons onderzoek hebben we de ESG-kenmerken afgezet

accountantsverklaring en onderdeel wordt van de formele

tegen de performance. Als een investeringsbank geen beleid

bedrijfsrapportage. Daar hebben beleggers behoefte aan.’

omtrent kinderarbeid heeft, is dat niet relevant. Maar als

Wat kan Europa leren van de aanpak van SASB?

ander verhaal. We hebben dus niet gekeken naar zaken die

‘Het SASB-verhaal is in Europa nog vrij onbekend. Beleggers

niet belangrijk zijn voor deze bedrijven. Wat we gevonden

zijn overal ter wereld op zoek naar hetzelfde resultaat. Onze

hebben, is dat de slechte ESG-bedrijven underperformen en

studie laat zien dat wanneer je naar materiële factoren kijkt,

de goede ESG-bedrijven outperformen. En van de slechte

de beleggersbelangen en de sociale belangen parallel lopen.

ESG-bedrijven suggereren alle data-items dat zij risicovoller

Je kunt maatschappelijke issues benadrukken die materieel

zijn. Dus een van de redenen dat zij underperformen is dat

zijn en het ziet ernaar uit dat dat de performance niet

deze bedrijven die in maatschappelijk opzicht niet goed

negatief beïnvloedt. En dat is mooi. Ik moet wel benadrukken

bezig zijn, zich bezighouden met risicovolle activiteiten. En

dat het resultaat statistisch aanmerkelijk, maar zwak is. Je

als we dezelfde studie zouden doen, maar niet zouden kijken

wilt dit niet als alphasignaal gebruiken, omdat het te veel

naar materialiteit, zou je zien dat er geen relatie is tussen

ruis bevat. Wat ik wel kan zeggen, is dat maatschappelijke

goede en slechte performance. Je ziet dan het gehele bos,

betrokkenheid voor beleggers op de lange termijn niet

maar niet de afzonderlijke bomen.’

nadelig is. Het lijkt erop dat het beleggers zelfs zal helpen.’

Het ontbreekt dus nogal eens aan betrouwbare data? ‘Amerikaanse bedrijven publiceren weinig data op vrijwillige basis, ook omdat zij niet weten hoe (zie Figuur 1). Welk format moet je gebruiken? Welke vragen dien je te beantwoorden? Moet je rapporteren over emissies? Hoe rapporteer je over emissies? Moet je rapporteren over

Foto: Ruben Eshuis Fotografie

een sneakerfabrikant dat beleid niet heeft, is dat een heel

arbeidsbeleid en hoe doe je dat? De Amerikaanse Sustainability Accounting Standards Board (SASB) zet zich hiervoor in, stelt regels op en definieert per bedrijfstak welke factoren een materiële impact zullen hebben op de performance en probeert de ‘noise’ beperkt te houden (zie kader). Door deze aspecten te meten, krijgen zowel de organisatie zelf als de beleggers een goed beeld van de duurzaamheid van de processen vertaald naar finance en waardecreatie. De standaarden van de SASB zijn rules-based en bieden materialiteitskaarten (https://materiality.sasb. org/) die wij gebruikt hebben in ons onderzoek. Hiermee kunnen beleggers eenvoudig bepalen welke ‘metrics’ relevant zijn om materieel over de duurzaamheidsperformance te rapporteren. Niet over de vraag of een bedrijf ‘goed’ is of ‘slecht’, dat is geen relevante vraag.’

Kunt u ons een voorbeeld geven uit de materialiteitskaart? ‘Laten we de financiële sector nemen. Voor een bank is marketingmateriaal belangrijk: doet een bank aan onjuiste advertising, dan kan dat veel mensen beïnvloeden. Banken

CV

zijn geen grote energieverbruikers dus energie is minder belangrijk dan het beïnvloeden van mensen. Farmaceutische

Margaret Stumpp, PhD, is Senior Advisor bij QMA, een

bedrijven gebruiken juist wel veel energie in het

onderdeel van PGIM, waar zij zeer nauw betrokken is bij

productieproces. Hun energiebeheer en vooral waterbeheer

kwantitatief research in asset allocatie, security

zijn daarom belangrijk. Bij tabaksfabrikanten zie je onder

selection en portefeuillesamenstelling. Voorafgaand

‘eerlijke marketing’ op de materialiteitskaart het aantal

aan deze rol heeft Stumpp twintig jaar als CIO van QMA

rechtszaken en boetes staan. Deze materialiteitskaart maakt

gewerkt. Zij heeft veel toonaangevende publicaties

dat zichtbaar en is interactief. SASB stelt dat beleggers dit

over finance en economie op haar naam staan.

moeten weten en dit moeten publiceren. SASB streeft ernaar NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

67


// INTERVIEW OP MAAT

‘Good minus bad ESG betas’

• Voor asset managers geldt: herken de issues die inherent

‘Een ander interessant aspect is de ‘good minus bad ESG

zijn aan ESG-scores van derden; focus op de materialiteit

betas’. Zelfs als je data van analisten gebruikt of van een

van ESG-issues; een gedisciplineerde portefeuilleconstructie-

ESG-ratingbureau, dan nóg kun je niet alle aandelen van de

methodologie kan ESG-scores accommoderen zonder een

wereld volgen. Het blijkt dus dat je statistische technieken

materiële impact op de verwachte alpha te hebben. «

kan gebruiken om te ‘bootstrappen’ van de bedrijven die wel data hebben om hieruit conclusies te trekken voor bedrijven zonder data. Wanneer je kijkt naar de markten die niet goed gevolgd worden door analisten en als je een ESG-sensitieve belegger bent, kun je een poging doen deze tools te

Over QMA

gebruiken om deze bedrijven te beoordelen. En dan blijkt dat

QMA is de kwantitatieve beleggingsboutique van PGIM (www.

de aandelen die positieve ESG-beta laten zien met een

pgim.com) en heeft een trackrecord van meer dan 40 jaar in het

exposure naar goede bedrijven, neigen naar

aanbieden van equity en multi-asset beleggingsoplossingen. De

outperformance.’

beleggingsfocus ligt op quantitative equity en dynamische asset allocatie. QMA beheert voor haar klanten een vermogen van

Wat zijn enkele implicaties van uw onderzoek voor asset managers?

USD 127 miljard. Website: https://www.pgim.com/pgiminvestments/about/qma

‘Elke institutionele belegger wil een focus op materiële items. En door deze focus verminder je de ’noise’ in je ESGproces en ben je in staat om de bomen te zien in plaats van

De SASB-materialiteitskaart (https://materiality.sasb.org/)

het bos. Dat is nummer een. De tweede implicatie is dat

De materialiteitskaart van SASB geeft een set van 30

bedrijven die slechte ESG-bedrijven lijken – kijkend naar hun

issues weer op een set van 79 industrietakken in 10

materialiteit – ook risicovol blijken te zijn. Een asset

sectoren volgens haar eigen ‘SICS’ (Sustainability Industry

manager zal blij zijn dat hij of zij deze risico’s kan vermijden.

Classification System). Deze volgt de definitie van

De derde implicatie: je kunt statistische technieken

materialiteit zoals vastgesteld door het Amerikaanse

gebruiken om een schatting te maken van de ESG-

Hooggerechtshof: ‘a substantial likelihood that the

sensitiviteit van bedrijven waar de data ontbreken.’

disclosure of the omitted fact would have been viewed by the reasonable investor as having significantly altered the

Wat gebeurt er als je op basis van uw verhaal een portefeuille samenstelt?

‘total mix’ of information made available.’

‘Het blijkt dat als je minpunten geeft aan bedrijven met

drie criteria: 1. Bewijs dat van belang is afkomstig uit

slechte ESG-scores en positieve scores aan bedrijven met

openbare bronnen, 2. Bewijs met een financiële impact

goede materiële ratings in een kwantitatieve

waarbij vastgesteld wordt of een duurzaamheidsissue

portefeuilleconstructie, je de factorexposure kunt behouden

impact heeft op de financiële performance. 3. ‘Forward-

die je wenst. Er is geen effect op de factorexposure en geen

looking’ impact. De analisten van SASB passen de

effect op de performance, maar de ESG-kwaliteit van de

materialiteitskaart aan bij items die positieve of negatieve

portefeuille verbetert wel enorm. Ons argument is: ‘you can

externaliteiten creëren. Bron: ‘Integrating ESG in Portfolio

do well by doing good’. Daar draait het om en ons onderzoek

Construction door QMA, PGIM (juni 2018)

SASB benadrukt ‘disclosure’ en consistentie en hanteert

laat zien dat dit mogelijk is. De sleutel daartoe ligt in materialiteit. Wanneer je focust op materialiteit, doen je aandelen het goed. Dat is de essentie.’ GRI en IIRC versus SASB

Conclusies onderzoek:

Zowel GRI (Global Reporting Initiative, www.gri.org) en IIRC

• Beleggers blijken vaak ‘slechte’ aandelen te mijden zonder

(International Integrated Reporting Council, www.

consensus over wat een ‘goed’ aandeel is. Een

integratedreporting.org) streven vergelijkbare doelen na als

materialiteitsfilter voor kwantificeerbare ESG-items lijkt

SASB. SASB is echter meer rules-based en sterker georiënteerd

handig, maar vermindert het aantal bedrijven dat ‘goed’ of

op meetbaarheid, terwijl GRI en IIRC meer principles-based zijn.

‘slecht’ is. • Er is geen sterk bewijs dat het omarmen van ‘goed’ of

Verder lezen:

‘slecht’ gerelateerd is aan de performance die daarop

SASB Materiality Map: https://materiality.sasb.org/

volgt.

Integrating ESG in Portfolio Construction door QMA, PGIM

• ‘Slechte’ ESG-aandelen blijken sommige onwenselijke

(juni 2018): Roy Henriksson, Joshua Livnat, Patrick Pfeifer and

kenmerken te hebben. ‘Goede’ ESG-aandelen blijken

Margaret Stumpp.

aanzienlijk te outperformen maar met een hoge jaarlijkse

https://www.qma.com/assets/pdf/QMA_Integrating_ESG_in_

afwijking.

Portfolio_Construction.pdf

68

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018


Foto: Archief Jeroen van der Put

DOOR JEROEN VAN DER PUT, BESTUURDER, ADVISEUR PENSIOENFONDSEN

Agile governance Het is tien jaar geleden dat de pensioensector wakker geschud werd door een van de grootste crises sinds mensenheugenis. Sindsdien is er veel veranderd en het einde is nog niet in zicht. Integendeel.

Onlangs was ik voorzitter van een seminar over

goed gewaardeerd in sociaal gevoelige sectoren als de

disruptieve ontwikkelingen. Het was een leerzame reis

verpleging. Chatbots zijn al gemeengoed. De vierde

begeleid door veel brainpower uit de beleggingswereld.

industriële revolutie met 3D-printing breekt door. Biotech

We brachten drie bronnen voor disruptie bij elkaar:

maakt je DNA-profiel eenvoudig en betaalbaar beschikbaar,

geopolitieke verschuivingen, duurzaamheid en

met mogelijkheid tot veel betere diagnoses en inschatting

technologie.

van gezondheidsrisico’s. De wetenschap bestempelt ouderdom als een ziekte die we gaan genezen. Op

In de geopolitiek verschuift het zwaartepunt van west

Berkeley hebben ze doelen gedefinieerd voor deze

naar oost. Onlangs was ik in China. Het valt op dat het

generatie (‘inThisGen’): ‘wist je nog dat we dachten dat we

daar minstens zo bruist als in Silicon Valley. Veel jonge en

geen 120 jaar konden worden?’

hoogopgeleide mensen met veel ambitie en ondernemingszin. Opklimmend uit armoede kopen ze eerst een scooter,

Deze ontwikkelingen gaan een stevige impact hebben. De

dan een auto en dan willen ze gaan reizen. Pas 10% van de

wil om te veranderen is groot en de time to market wordt

Chinezen heeft een paspoort. De grote golf komt er nog

steeds kleiner. De levenscyclus van bedrijven wordt

aan! Europa is een mooi museum dat laat zien dat

korter, the winner takes it all. Politiek en centrale banken

democratie niet werkt. En met de Brexit wordt dat nog

grijpen in om uitwassen te beperken. Lastig te voorspellen

eens onderstreept. De westerse moraal is niet geloof-

hoe het gaat zijn. Kunnen we de trends van de afgelopen

waardig met het koloniale verleden dat ook in China heeft

dertig jaar zonder meer extrapoleren? Misschien niet.

huisgehouden. De op westerse waarden gebaseerde

Desgevraagd was het publiek van het seminar verdeeld

wereldorde is aan het veranderen. En dat komt niet alleen

over de vraag of we een disruptieve wereld instappen. Het

door China.

risico erop is reëel.

In 2015 is in Parijs het klimaatakkoord door 196 landen

Wat betekent dat voor de besturing van onze

ondertekend. In hetzelfde jaar zijn de Sustainable

pensioenfondsen? Naast onze ervaring in de normale

Development Goals door de VN gelanceerd. De wereld wil

wereld gebaseerd op continuïteit en evolutie met statisch

belangrijke doelen bereiken in 2030 wat betreft klimaat,

beleid en goed uitgewerkte ALM-analyses, moeten we ook

gezondheid en armoedebestrijding. In Nederland heeft de

rekening houden met een meer disruptieve wereld. We

VVD inmiddels de klimaatagenda van Groen Links

kennen de termen crisisplannen en verandervermogen

omarmd. Iets wat onmogelijk werd geacht. Onderschat het

inmiddels al aardig. Het scenariodenken à la dat van Shell

politieke kapitaal hierachter niet! Er is tientallen jaren aan

komt enigszins in zwang. In tijden van disruptie kunnen

gewerkt en het moet nu gaan gebeuren. Het komt massief

slechte beslissingen grote gevolgen hebben. Goede

op ons af met forse impact op de maatschappelijke opinie

overigens ook. Het is daarom ook zaak dat de

en het dagelijkse leven. Revoluties starten in Parijs.

besluitvormingsorganen dit verder doordenken en crisisplannen in hun routine brengen. Een ‘agile

Blockchain, artificial intelligence en robots automatiseren

governance’ maakt het verschil. «

de samenleving vergaand. In Japan worden robots zelfs

NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

69


// GESPONSORDE BIJDRAGE

Klimaatbeleggingen opnieuw uitgevonden DOOR TODD BRIDGES, HOOFD ESG-RESEARCH BIJ STATE STREET GLOBAL ADVISORS

Klimaatverandering is een steeds belangrijkere factor voor beleggers om de levensvatbaarheid van ondernemingen wereldwijd op de lange termijn in te schatten. Het is een domein waar beleggers niet alleen op focussen vanwege de implicaties voor het beleggingsrisico, maar ook voor de financiële situatie van een onderneming, zoals de winst of de aandelenkoers, die de verwachte waarde van de toekomstige winsten vertegenwoordigt. Vooral institutionele beleggers

klimaatexposure bewust op in de

doelstelling om de exposure naar

bekijken opnieuw hoe zij hun vermogen

portefeuille; we proberen het klimaat-

ondernemingen te verhogen die zich

waarderen en alloceren met de

risico niet te hedgen. Wij focussen ook

aanpassen aan huidige of verwachte

klimaatverandering in gedachten.

op heel liquide long-only portefeuilles

toekomstige gevolgen voor het

die een voldoende activagrootte kunnen

klimaat (dat wil zeggen de fysieke

Het juiste kader uitwerken

hebben, in tegenstelling tot long–short

impact van de klimaatverandering).

Op basis van ons recente grote

portefeuilles die voor veel beleggers

onderzoek hebben wij een innovatief

beperkt toepasbaar zijn.

Matiging en aanpassing zijn complementaire benaderingen om

kader ontwikkeld om effectieve en belegbare, klimaatbewuste

Wij beginnen bij koolstofinformatie,

de impact van klimaatrisico’s over

portefeuilles op te bouwen.

maar gaan dan verder naar andere

verschillende tijdspannen te

klimaatmaatstaven, die steeds beter

verminderen. Deze benaderingen

Ons kader verschilt van eerdere

voorhanden zijn, zoals cijfers van

zijn ideaal aangezien de meeste

benaderingen in die zin dat we zowel

groene of bruine omzet en aanpassings-

institutionele beleggers de korte-

matiging als aanpassing nastreven en

cijfers. De afgelopen jaren zien wij,

termijnrisico’s in evenwicht willen

een variëteit aan maatstaven gebruiken

naarmate de wetenschap achter de

brengen met de kansen op langere

van diverse dataproviders. Wij nemen

klimaatverandering groeit, een

termijn.

ontwikkeling in de tools die institutionele Foto: Archief State Street Global Advisors

beleggers kunnen inzetten.

Matigende beleggingsacties zijn alle beleggingsactiviteiten die positief

Ons kader omvat zowel de matiging van

gerelateerd zijn aan de vermindering

klimaatrisico van dit moment als de

van de uitstoot van broeikasgassen en

aanpassing aan de klimaatverandering

de verhoging van de exposure naar

in de toekomst binnen een beleggings-

een koolstofarme economie.

strategie die direct is afgestemd op het 2-graden scenario, het akkoord

Aanpassende beleggingsacties zijn

van Parijs en de TCFC.

alle activiteiten die de weerbaarheid van een beleggingsportefeuille voor

Verder dan de vermindering van de CO₂-uitstoot: matiging en aanpassing Het matigingsgedeelte van onze duurzame klimaatstrategie omvat de expliciete doelstelling om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en de exposure naar nieuwe energie en groene ondernemingen te verhogen. Het aanpassingsgedeelte van de TODD BRIDGES

70

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018

strategie omvat een expliciete

de fysieke impact van de klimaatverandering verbeteren.

Wij focussen ook op heel liquide long-only portefeuilles die een voldoende activagrootte kunnen hebben.


Wij tonen hoe u een portefeuille kunt opbouwen die is eruitgevonden afgestemd op de voorzichtigste Verder dan de vermindering van de CO -uitstoot: matiging en aanpassing klimaatprojecties. 2

Het matigingsgedeelte van onze duurzame klimaatstrategie omvat de expliciete doelstelling om de uitstoot van broeikasgassen in de atmosfeer te verminderen en de blootstelling aan nieuwe energie en groene ondernemingen Alles bij elkaar kunnen beleggers hun te verhogen. Het aanpassingsgedeelte van de strategie omvat een explicietenaar doelstelling om exposure koolstofuitstoot, de de blootstelling aan ondernemingen te verhogen die zich aanpassen aan huidige verwachte brandstofuitstoot vanof fossiele toekomstige gevolgen voor het klimaat (d.w.z. de fysieke impact van de klimaatverandering). reserves en inkomsten die afhankelijk Matiging en aanpassing zijnCO₂-rijke complementaire zijn van sectoren reduceren. benaderingen om de impact van klimaatrisico’s over verschillende tijdspannes te verminderen Tegelijkertijd kunnen zij hun exposure en zijn ideaal aangezien de meeste institutionele beleggers de naar kortetermijnrisico’s in evenwicht inkomsten uit koolstofarme of willen brengen met de opportuniteiten op groene sectoren aanzienlijk verhogen. langere termijn. Matigende beleggingsacties zijn alle beleggingsactiviteiten die positief gerelateerd zijn aan de vermindering van de uitstooten aanpassingskader Ons matigingsvan broeikasgassen en de verhoging van de is een voldoende blootstelling aan koolstofarme flexibel economie. om portefeuilles

Effectieve en belegbare, klimaatbewuste portefeuilles opbouwen

Figuur 1: Effectieve en belegbare, klimaatbewuste portefeuilles opbouwen met vijf doelstellingen Metduidelijke 5 duidelijke objectieven

1 2 3 4 5

Minimalisering van de blootstelling aan CO2-uitstoot

De hoeksteen van elke klimaatgerichte strategie. We verwachten dat ondernemingen met hoge directe koolstofuitstoot voor steeds grotere uitdagingen zullen komen te staan, zoals hogere energiekosten, naarmate de regels voor de prijzen van producten die veel CO2-uitstoot veroorzaken, algemener worden.

Minimalisering van de blootstelling aan uitstoot door fossiele brandstoffen

Reserves van fossiele brandstoffen beschouwen wij als toekomstige koolstofuitstoot. De IEA verwacht dat hernieuwbare energiebronnen tegen 2040 in zo’n 40% van de wereldwijde energievraag zal voorzien.

Minimalisering van de blootstelling aan bruine inkomsten

Bruine inkomsten worden gedefinieerd als de proportie inkomsten die een onderneming uit activiteiten haalt die te maken hebben met de extractie van fossiele brandstoffen, of stroomopwekking op basis van energiebronnen die met fossiele brandstoffen werken. Dit geeft een beeld van de ondernemingen die aan de conventionele energiewaardeketen verbonden zijn.

Maximalisering van de blootstelling aan groene inkomsten

Snelle uitrol van zonne- en windenergie en massale opkomst van elektrische voertuigen (samen met het gebruik van andere hernieuwbare energiebronnen en lagekoolstoftechnologie) zijn essentieel om de doelstellingen van 2 °C te behalen.

Maximalisering van de blootstelling aan klimaataanpassingsratings

Specifiek is dit bedoeld om de blootstellingen te maximaliseren aan de ondernemingen die zich voorbereid tonen op de toekomst met betrekking tot het klimaatrisico.

Opbouw van de portefeuille

Hoe kunt u een portefeuille opbouwen die alle vijf deze doelstellingen behaalt? Op basis van de vijf bovenstaande blootstellingsmaatstaven kan er geen portefeuille opgeleverd worden die consistent een sterke blootstelling biedt en zeker geen maximale blootstelling. Onze aanpak bestaat er dus uit de efficiëntie te optimaliseren op basis van de mediaan en variantie, waarbij de objectieve functie streeft naar een evenwichtige blootstelling over de vijf thema’s, met een geoptimaliseerde portefeuille met grote impact tot gevolg.

Aanpassende beleggingsacties alle verschillende op te bouwenzijnmet activiteiten die de weerbaarheid van een beleggingsportefeuille voorvan de fysieke impact niveaus concentratie, tracking van de klimaatverandering verbeteren.

error en exposure naar het klimaat-

Alles bij elkaar kunnen beleggers hun blootstelling aan koolstofuitstoot, de uitstoot risico. We kunnen bijvoorbeeld een van fossiele brandstofreserves en inkomsten die afhankelijkportefeuille zijn van CO2-rijke sectoren opbouwen die is afgestemd reduceren. Tegelijk kunnen zij hun blootstelling op projecties van het klimaatmodel. aan inkomsten uit de koolstofarme of groene sectoren aanzienlijk verhogen.

Wij tonen hoe u een portefeuille kunt

Ons matigings- en aanpassingskader is opbouwen dieopiste afgestemd op de voldoende flexibel om portefeuilles bouwen met verschillende niveaus van voorzichtigste klimaatprojecties en concentratie, tracking error en blootstelling aan het klimaatrisico. We kunnen bijvoorbeeld een die dedie cumulatieve portefeuille opbouwen is afgestemd op deCO₂-uitstoot tot projecties van het klimaatmodel. Wij tonen hoe u een plafond beperkt, waardoor de een portefeuille kunt opbouwen die is afgestemd op de voorzichtigste klimaatprojecties, die onder de twee klimaatopwarming de cumulatieve CO2-uitstoot tot een plafond beperkt waardoor de klimaatopwarming onder graden blijft. 2 graden blijft.

De uitdaging van s: State Street Global Advisors Netherlands, Apollo Building, 7th floor Herikerbergweg klimaatbeleggen behalen ce of State Street Global Advisors Limited. State Street Global Advisors Limited is authorised Qua matiging wilden we aspecten

es not constitute investment advice as such term is defined under the Markets in Financial be considered a solicitation to buy or an offer to sell any investment. It does not take into s, tax status, risk appetite or investment horizon. If you require investment advice you should ation. All Rights Reserved. ID14640 2284093.1.1.EMEA.INST 1018 Exp. date: 31/10/2019

Bron: State Street Global Advisors

De uitdaging van klimaatbeleggen behalen Qua matiging wilden we aspecten integreren in verband met koolstofgerelateerde uitstoot, uitstoot door

productie, leveranciers en reserves de aanpassingen wilden wij de exposureWatzinvol weet betreft, te verminderen aan de toekomstige implicaties vanvan fossiele brandstoffen. toekomstige opportuniteiten benutten die gepaard gaan met de CO2-arme nieuwe energie-economie en

het klimaatrisico. De strategie is groene inkomsten.

en tegelijk de exposure naar de groene

Onze strategie biedt ons de mogelijkheid een overwogen positie nemen in ondernemingen die niet alleen sector en tekoolstofarme inkomsten bijzonder flexibel, waardoor we de vandaag al het klimaatrisico matigen door hun uitstoot te reduceren, maar ook in ondernemingen die zich

aanpassen aan de toekomstigevoor implicaties van het klimaatrisico. Deverhoogt, strategie is bijzonder flexibel, waardoor significant zodat eigenaren portefeuille kunnen kalibreren we de portefeuille kunnen kalibreren voor verschillende klimaatprojecties.

verschillende klimaatprojecties. Het

van activa hun effectenportefeuille

Het eindresultaat is een strategie die de beoogde klimaatgerelateerde blootstellingen zinvol weet te verminderen en tegelijk de blootstelling aan de groene sector en koolstofarme inkomsten significant kunnen voorbereiden op de transitie verhoogt, zodat eigenaars van activa hun effectenportefeuille kunnen voorbereiden op de transitie naar een koolstofarme naar een koolstofarme economie.« eindresultaat is eeneconomie. strategie die

de beoogde klimaatgerelateerde

integreren in verband met koolstofgerelateerde uitstoot, uitstoot door productie, leveranciers en reserves van fossiele brandstoffen. Wat de aanpassingen betreft, wilden wij de toekomstige kansen benutten die gepaard gaan met de CO₂-arme nieuwe energie-economie en groene inkomsten. Onze strategie biedt ons de mogelijkheid een overwogen positie te nemen in ondernemingen die niet alleen nu al het klimaatrisico matigen door hun uitstoot te reduceren, maar ook in ondernemingen die zich aanpassen

Matiging en aanpassing zijn complementaire benaderingen om de impact van klimaatrisico’s over verschillende tijdspannen te verminderen.

Marketing communication. For Investment Professional Use Only. Netherlands: State Street Global Advisors Netherlands, Apollo Building, 7th floor Heriker10/23/2018 4:01:46 PM bergweg 29 1101 CN Amsterdam, Netherlands. T:31 20 7181701. SSGA Netherlands is a branch office of State Street Global Advisors Limited. State Street Global Advisors Limited is authorised and regulated by the Financial Conduct Authority in the United Kingdom. Investing involves risk including the risk of loss of principal. The information provided does not constitute investment advice as such term is defined under the Markets in Financial Instruments Directive (2014/65/EU) and it should not be relied on as such. It should not be considered a solicitation to buy or an offer to sell any investment. It does not take into account any investor’s or potential investor’s particular investment objectives, strategies, tax status, risk appetite or investment horizon. If you require investment advice you should consult your tax and financial or other professional advisor. © 2018 State Street Corporation. All Rights Reserved. 2303053.1.1.EMEA.INST Exp. date: 31/10/2019

NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

71


// INTERVIEW OP MAAT

Actieve dialoog en langetermijnaanpak DOOR JOOST VAN MIERLO

Naast het grote aanbod indexfondsen en ETF’s voor beleggers zijn er ook nog steeds succesvolle actieve aanbieders te vinden. Capital Group is daarvan een bekend voorbeeld. De combinatie van grondige analyse van sectoren en regio’s, een actieve dialoog en regelmatige ontmoetingen met het management en vooral een langetermijnaanpak, zijn factoren die hierbij een grote rol spelen. Richard Carlyle is Investment Director bij Capital Group en

opkomende markten genoteerd staan in de Verenigde Staten

werkzaam in Londen. De belangrijkste verdienste van

of Europa. Als je dus in wilt spelen op de ontwikkelingen in

indexfondsen is volgens hem dat ze ervoor hebben gezorgd

bijvoorbeeld China of India op het gebied van gezondheids-

dat beleggers zich meer bewust zijn van de kosten van

zorg, is het goed dat in het achterhoofd te houden bij het

beleggen. Hij zou ‘de laatste zijn’ om te beweren dat passief

zoeken naar exposure in opkomende markten.’

beleggen geen rol zou moeten spelen in de beleggings-

Wat zijn de mogelijke beperkingen van een index?

Maar indices worden natuurlijk steeds verfijnder, om niet te zeggen slimmer. We hebben dit gezien met de ontwikkeling van smart beta-fondsen. In hoeverre heeft dat invloed op de positie van Capital?

‘Laten we vooropstellen dat indices bijzonder nuttig kunnen

‘Wij zijn zeer overtuigd van het nut van zelfstandige analyse.

zijn. Bij Capital hebben we zelfs aan de basis gestaan van de

Natuurlijk komen er voortdurend nieuwe indices bij, maar

ontwikkeling van de index. In de jaren zestig begrepen we

het blijft lastig om de toenemende complexiteit van de

dat er behoefte was aan indices, en die hebben we

globaliserende wereld in indices te vatten. Neem

vervolgens in eigen huis ontwikkeld. Later hebben we die

bijvoorbeeld Naspers. Officieel is dat een Zuid-Afrikaans

verkocht aan Morgan Stanley. Die bank staat voor de MS in

bedrijf dat actief is in de communicatiesector. De waarde

de MSCI-fondsen. De ‘CI’ staat voor Capital International, het

van het aandeel wordt bijna volledig bepaald door het

onderdeel van Capital Group dat destijds de indices

belang dat Naspers heeft in het Chinese internetbedrijf

ontwikkelde.

Tencent. Van welke index moet je het dan deel uit laten

wereld, maar beleggen draait niet alleen om kosten. Actief beleggen blijft aantrekkelijk, althans als dit, benadrukt Carlyle, op de Capital-manier gebeurt.

maken? Echter, indices hebben ook de nodige beperkingen. Als men bijvoorbeeld in opkomende markten wil beleggen, kan het

Ook smart beta-fondsen hebben hun eigen rol, en kunnen

verstandig zijn om wat verder te kijken dan de voor dat

voor de nodige uitdagingen zorgen voor beleggers. Neem het

segment beschikbare indices. Zo zien we dat gezondheids-

succes van de low-vol fondsen. Die richten zich op bedrijven

zorg in opkomende markten een steeds belangrijkere rol

met een lage koersvolatiliteit. Door de populariteit van low-

speelt, vooral als mensen meer te besteden hebben.

vol fondsen stegen de koersen van de aandelen van de

Bedrijven in de gezondheidszorg maken momenteel slechts

onderliggende bedrijven, met als gevolg dat de volatiliteit

4% van de MSCI Emerging Markets index uit, terwijl de

van het aandeel steeg. Daardoor kwamen ze niet langer

meeste farmaceutische bedrijven die actief zijn in

meer in aanmerking voor het fonds en moesten worden verkocht, met de nodige gevolgen voor de resultaten en het beschikbare beleggingsuniversum. Het lijken in theorie

Wij baseren onze keuzes als actieve belegger liever op structurele ontwikkelingen bij individuele bedrijven. 72

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018

allemaal interessante benaderingen, maar in de praktijk kunnen de resultaten heel anders uitpakken. Daarom baseren wij als actieve belegger liever onze keuzes op structurele ontwikkelingen bij individuele bedrijven.’


U geeft het voorbeeld van de low vol-fondsen. Indexfondsen hebben dus invloed op koersen. Wat betekent dit voor Capital? ‘We zijn recent begonnen met het in kaart brengen van de belangen die ETF’s in een bepaald aandeel hebben. Het is voor ons een van de indicaties waarmee we trachten te begrijpen

We maken gebruik van ons stemrecht voor ieder aandeel dat we bezitten, en we zullen om deze reden ook geen aandelen uitlenen.

waarom een koers zich op een bepaalde manier ontwikkelt. Neem bijvoorbeeld de handelsstrijd tussen de Verenigde

waarbij diverse specialisten elkaar ontmoeten. Als het over

Staten en China. Dat had gevolgen voor de koers van

Toyota gaat, zit er ook iemand bij die alles van Tesla weet en

Facebook, terwijl het bedrijf in eerste instantie niet direct

is er daarnaast een specialist die alles weet over het

wordt geraakt door de invoering van nieuwe handels-

dieselschandaal rond Volkswagen. Door onze omvang zijn

tarieven. Maar zodra ETF’s als gevolg van dalende koersen

we in staat dat uitgebreide netwerk van specialisten te

aandelen moeten verkopen, mede door de onzekerheid rond

onderhouden.’

aandelen van Facebook. En ongeveer 15% van de uitstaande Facebook-aandelen zijn in handen van ETF’s.’

Dus het advies is om niet te beleggen in aandelen waarvoor ETF’s een groot belang hebben? ‘Nee, zo werkt het niet. Het is juist een extra bron van informatie, en geeft inzicht in koersontwikkelingen van aandelen. En kan misschien juist een reden zijn om het

Foto’s: Ruben Eshuis Fotografie

de wereldhandel, dan verkopen ze ook automatisch

aandeel te kopen op het moment dat je denkt dat Facebook niet geraakt wordt door een handelsoorlog. Een index kan dat soort afwegingen niet maken.’

Als gevolg van de omvang van Capital, maar vooral ook als gevolg van de beleggingsstrategie, heeft Capital vaak aanzienlijke belangen in bedrijven. Is dat niet lastig? ‘Het klopt dat we aanzienlijke belangen hebben in veel bedrijven. Dat is een verantwoordelijkheid die we heel serieus nemen. We maken gebruik van ons stemrecht voor ieder aandeel dat we bezitten, en we zullen om deze reden ook geen aandelen uitlenen. Het totale beheerde vermogen van 1.800 miljard dollar is verdeeld onder tientallen portefeuillebeheerders, met ieder een eigen beleggingsstrategie en verantwoordelijkheid. De een kan een bepaald bedrijf aantrekkelijk vinden vanwege het dividend, een ander vanwege de groeistrategie. Dat is hun individuele verantwoordelijkheid.’

CV

Praten al die portefeuillebeheerders met het management?

Richard Carlyle is Investment Director aandelen bij

‘Ja, dat is mogelijk. We hebben ruim 165 aandelenanalisten in

beleggingsindustrie en werkt al 12 jaar bij Capital

dienst die niets anders doen dan bedrijven analyseren en

Group. Voordat hij bij Capital kwam werken, was Carlyle

bezoeken. Alleen die groep staat al garant voor ruim 12.000

Hoofd aandelen voor Henderson Investors. Daarvoor

afspraken met bedrijven. Daarnaast hebben we specialisten

was hij Fondsbeheerder voor Morgan Grenfell Asset

voor regio’s en sectoren. Ook zij spreken allemaal met

Management, Pensioenfondsbeheerder voor British

bedrijven.

Petroleum en Analist voor Equity & Law Life Assurance

Capital Group. Hij heeft 36 jaar ervaring in de

Society. Hij heeft een bachelor in de economie met Nog belangrijker is echter om de kennis daarna met elkaar

onderscheidingen van de Universiteit van Leicester.

te delen. We hebben daarom voortdurend bijeenkomsten NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

73


// INTERVIEW OP MAAT

Die gesprekken zorgen voor hechte relaties. Is dat niet hinderlijk wanneer het misgaat bij een bedrijf? ‘We zijn bij Capital geïnteresseerd in de lange termijn. We houden aandelen bijvoorbeeld gemiddeld vier jaar in portefeuille. Dat is drie keer zo lang als het gemiddelde in deze sector. Het is ook de manier waarop we naar de

We houden aandelen gemiddeld vier jaar in portefeuille. Dat is drie keer zo lang als het gemiddelde in de sector.

resultaten van onze portefeuillebeheerders kijken. Hun compensatie wordt voor het grootste deel bepaald door de resultaten van hun portefeuille over de afgelopen acht jaar.

Is afwachten een optie?

Het zorgt voor een lange adem die volgens ons uitstekend

‘Nee, we kijken naar de mogelijkheden die er zijn, en die zijn

werkt, nu en in de toekomst.’

talrijk. In opkomende markten, Japan en zelfs Europa zijn nog tal van bedrijven die zowel historisch als in vergelijking

Wat betreft de toekomst. Op dit moment zijn aandelen relatief hoog gewaardeerd. Is dat niet zorgelijk?

met andere bedrijven aantrekkelijke waarderingen hebben.

‘Dat wordt voor een deel bepaald door bedrijven die extreme

China. Terwijl iedereen bezig was met de kredietcrisis,

waarderingen hebben. Neem Amazon. Dat bedrijf heeft een

openden wij er in 2008 onze eerste kantoren. De

succesvol bedrijfsmodel waar wij als beleggers flink van

mogelijkheden in het land zijn enorm. Als je alleen al kijkt

hebben kunnen profiteren. Maar de waardering is extreem.

naar Mumbai: die stad heeft een bevolking van 60 miljoen

Dat heeft vanwege de omvang van het bedrijf ook invloed op

inwoners en een infrastructuur die misschien geschikt is

de waardering van de index. Facebook is een ander geval.

voor een stad van 10 miljoen inwoners. Het land heeft een

Het bedrijf kent de nodige problemen rond privacy, maar er

schreeuwende behoefte aan investeringen in infrastructuur.

is op dit moment geen enkel bedrijf dat de rol van Facebook

In China is er een partijbestuur dat snel beslissingen kan

op het gebied van het onderhouden van contacten over kan

nemen, maar in India is sprake van enorm stroperige

nemen. De mogelijkheden om te groeien zijn nog steeds

bureaucratie, wellicht een van de erfenissen van de Britse

enorm.

koloniale aanwezigheid.’

Maar dat is slechts een deel van het verhaal. We bevinden ons aan het einde van de bedrijfscyclus. Het is niet duidelijk

Wat heeft dat soort kennis voor invloed op investeringsbeslissingen?

wanneer de omslag precies plaats zal vinden en wat

‘Net als bij andere sectoren en andere landen is specifieke

daarvan de oorzaak zal zijn. Is het de rente? Is het de

kennis noodzakelijk. We hebben bijvoorbeeld in een Indiaas

inflatie? Is het een handelsoorlog? Het is onmogelijk om dat

cementbedrijf geïnvesteerd. Zo’n bedrijf is afhankelijk van

precies te voorspellen.’

een constante toevoer van elektriciteit. Dat is geenszins

Je moet ze alleen weten te vinden. Neem bijvoorbeeld de situatie in India. Dat land groeit tegenwoordig sneller dan

vanzelfsprekend in India, dus het bedrijf moest een eigen elektriciteitscentrale bouwen. Dat is kostbaar, maar die eigen elektriciteitscentrale is er gekomen. Nu is het bedrijf succesvol. Dat soort kennis krijg je nooit vanachter een bureau in Los Angeles of Londen. We hebben een sterk lokaal team opgebouwd met ervaren analisten, en onze portefeuillebeheerders krijgen voortdurend inzichtelijke rapporten over de ontwikkelingen in India. Dat is een bron van aanhoudend nieuwe inzichten en beleggingsmogelijkheden.’ «

Toenemende complexiteit van de globaliserende wereld niet altijd in indices te vatten. Beleggen op basis van structurele ontwikkeling individuele bedrijven. Langetermijnrendement belangrijkst bij bepaling compensatie.

74

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018


Foto: Archief CFA Society VBA Netherlands

DOOR ANITA JOOSTEN EN TESSA KUIJL, BEIDEN LID VAN DE COMMISSIE ALM VAN CFA SOCIETY VBA NETHERLANDS

Scenariodenken: wat brengt het ons? De toekomst is onzeker, veel scenario’s voor groei, rente en rendementen zijn denkbaar. Hoe ga je hier als pensioenfonds of verzekeraar mee om? Op het ALM-congres van CFA Society VBA Netherlands dat op 1 november plaatsvond, werd dit onderwerp uitgebreid besproken.

Scenariodenken wordt al decennialang toegepast door

onafhankelijk beleid kunnen voeren, aantast? Van een

organisaties voor strategische planning. Op het congres

short list met de meest relevante wereldbeelden

van CFA Society VBA Netherlands in april werd al

formuleert Philips Pensioenfonds kwantitatieve

stilgestaan bij de ‘systemic change’, en de impact van

aannames en analyseert deze in de ALM-studie.

ontwikkelingen als Blockchain, EMIR en de consolidatie

Voornaamste punt van discussie dat Anita Joosten

in de financiële sector die we van dichtbij meemaken.

(Philips Pensioenfonds) voorlegde aan het publiek is de

Daarnaast groeit de aandacht voor de impact van globale

vraag ‘wat kun je concreet met verschillende

en algemeen maatschappelijke ontwikkelingen bij

wereldbeelden?’ De mening van het publiek is verdeeld:

pensioenfondsen en verzekeraars. Gedreven door

van ‘thinking tool’ voor meer risicobewustzijn tot

wereldwijde politieke spanningen, technologische

daadwerkelijke beïnvloeding van het beleid.

innovatie, demografische ontwikkelingen, klimaatverandering, et cetera.

Pensioenfonds PGB zet scenariodenken in om te voorkomen dat het fonds zijn doelstellingen niet haalt,

Het jaarlijkse ALM-congres van CFA Society VBA

aldus Jeroen Rijk. Onder andere door dynamische

Netherlands stond in het teken van het thema

balanssturing, afhankelijk van waarderingen en

‘scenariodenken’. Daniel Erasmus (DTN) introduceerde

momentum op markten. In dit proces is het cruciaal om

innovatieve technieken op het gebied van big data

het bestuur te betrekken en op te leiden om hier ook

analytics die het proces van scenario ondersteunen.

daadwerkelijk op te kunnen acteren. Stef Vermeulen

Efficiënte en snelle analyse van enorme hoeveelheden

(PGGM) benadrukte in de ALM-studie de relevantie van

digitale data kunnen beleggers helpen wereldwijde trends

scenariodenken voor inzicht en bewustwording van het

te identificeren, om hier tijdig op te kunnen anticiperen.

bestuur. Maar, zowel aan de bestuurstafel als bij ALM-

Specifiek het scenario van klimaatverandering stond

adviseurs moet je oppassen voor ‘behavioural biases’.

centraal in de presentatie van Lisa Eichler en Willemijn

Hiermee rekening houden in de ALM-cyclus is dan ook

Verdegaal (Ortec Finance). Hun onderzoek wijst uit dat

van belang. Volgens Thomas van Galen (Cardano) zijn de

opwarming van de aarde een fors negatieve impact kan

biases in ons eigen gedrag veelal de roze olifant in de

hebben op de economie en financiële markten. In welke

kamer. Van overconfidence, tot confirmation bias en

mate is het beleid van pensioenfondsen en verzekeraars

status-quo bias.

robuust voor deze risico’s? Gedurende het congres blijkt er consensus dat scenarioBij Philips Pensioenfonds wordt scenariodenken mede

denken het risicobewustzijn bevordert door het proces

ondersteund vanuit macro-economisch perspectief door

van identificeren, kwantificeren en analyseren van

Gabriel Stein (Stein Brothers). Wat is de impact van

wereldbeelden. De rol van scenariodenken in de

vergrijzing en de mogelijke consequentie voor rentes en

besluitvorming is minder evident. Wellicht is dit het

inflatie? Wat gebeurt er in een scenario waarin de

gevolg van status-quo bias richting het basiswereldbeeld?

eurozone uiteenvalt, of wanneer de enorm gestegen

Reden te over om scenariodenken ook in de toekomst

schuldenberg de mate waarin centrale banken

verder te blijven ontrafelen. «

NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

75


// THEMA ESG & IMPACT INVESTING

ESG INVESTING: SPOTTING OPPORTUNITIES AND AVOIDING RISKS By Ingo Speich

Integrating sustainability criteria into the investment process has proven to be an effective risk management tool. In addition, environmental, social and governance (ESG) criteria are a crucial factor in the assessment of the business models and thus the future earnings potential. The rise of the once niche subject of sustainability has been impressive. Just a few years ago it was hovering on the fringes of global asset management and was considered as relevant primarily to certain investor groups such as the church. Now, however, it is very much in the mainstream and there are sound reasons for this rise, as sustainability criteria have a positive impact on investment success. One key objective is better risk management. Another is to use ESG research as a tool that helps us identify key industries of the future and to seize investment opportunities early on. Many events in the recent past have clearly shown that there are a number of risk factors that can influence share prices, but cannot be sufficiently explained by traditional company analysis. These include litigation risk, regulatory risk, reputational risk and event risk, as illustrated by the catastrophe involving BP’s Deepwater Horizon oil rig, the network of corruption at Brazilian oil giant Petrobras and the VW emissions scandal. Anyone integrating sustainability criteria into their investment process is first and foremost adding an additional risk management filter. After all, problems such as carbon emissions, poor working conditions or insufficient 76

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018

controls in a company do not arise suddenly: there will have been warning signals beforehand. In-depth ESG analysis brings these problems to light at an early stage. Sustainability specialists and portfolio managers who focus on fundamentals should therefore work in tandem as part of an integrated research process in order to boost the fundamental securities analysis with ESG factors and enable such risks to be reflected in investment decisions. At Union Investment, this approach has been common practice for a long time. These discussions are not always focused exclusively on how to avoid potential

risks. A key consideration is the question of whether and to what extent any identified risks have already been priced in by the market. Sometimes, the markdown on a security can be excessive and the assessment thus identifies a potential purchasing opportunity. This can happen, for example, if potential fines or revenue losses are overestimated by market participants.

BETTER INSIGHT INTO SUCCESSFUL BUSINESS MODELS Taking sustainability criteria into account helps asset managers to avoid losses, but also to tap into significant opportunities. Besides the risk

Figure 1: Our proprietary Sustainable Investment Research Information System

Source: Union Investment


situation, there is another major reason why ESG research is hugely beneficial. Examining sustainability criteria provides a better picture of whether a business model is feasible. In-depth knowledge of future emissions standards, for example, makes it possible to properly assess which companies in the transport sector will lead the way in this area. Anyone who knows about demographic change and the ensuing health problems for the population at large is better placed to gauge future demand for medical products. Whenever a sector or region faces disruptive changes, there are good opportunities for market players to stay ahead of the pack by using ESG research as a leading indicator. This applies to a whole host of core issues that, a few years ago, investors did not yet know were relevant: energy efficiency, water filters, LED, electric-powered transport and the accompanying battery technology. These are just some of the areas that show how the clear trend towards managing resources efficiently has led to new future-oriented business models that are often highly profitable. In recent years, our portfolio managers have developed and have been continuously enhancing our research platform SIRIS in order to integrate fundamental analysis and sustainability criteria. SIRIS now delivers research on 13,000 issuers, nearly 72,000 securities and 95 countries. The information includes proprietary research as well as objective and thus comparable ESG

Whenever a sector or region faces disruptive changes, there are good opportunities for market players to stay ahead of the pack by using ESG research as a leading indicator.

Figure 2: Sustainability provides an additional risk perspective

Source: Union Investment

scores, notes on past company dialogues, carbon footprint data and the impact of a company’s business model on the sustainable development goals of the United Nations. In addition to our proprietary output, SIRIS also integrates data from external providers such as MSCI, Vigeo Eiris and Trucost. This enables our portfolio managers to use sustainability aspects to corroborate their decision for or against a security. SIRIS also has a function for simulating the changes that will occur in a portfolio when certain parameters are adjusted. For example, users can see in real time how the portfolio would be affected if nuclear power or tobacco companies were excluded from the permitted investment universe.

COMPANIES IN DIALOGUE As important as research and analysis are to investment performance, a sophisticated sustainability strategy amounts to much more than this. Direct dialogue with companies is just as vital. Close contact and a strong working relationship with senior management provide the opportunity to address deficiencies regarding both ESG and other factors. In practice, this paves the way for dialogue on matters such as risks in the supply chain or at certain production sites. Another engagement instrument is voting at annual general meetings. Here too, the goal is to raise companies’ awareness of the relevance of sustainability, strengthen their corporate governance structures and

thus minimise the risks. Each year, our fund managers hold around 4,000 meetings with companies, at which ESGrelated matters feature on the agenda more and more often.

INCREASING REGULATORY PRESSURES ESG matters are not expected to disappear from the limelight any time soon. This is because investors, particularly institutions, will come under increased pressure from regulators. Based on the findings of a group of experts at the EU, work packages are currently being put together that are to become mandatory across Europe very soon. This plan of action will undoubtedly lead to significant changes for institutional investors. One example is the EU Shareholder Rights’ Directive, which has already been issued and must be transposed into national law by the middle of next year. It requires institutional investors to exercise their voting rights at annual general meetings. Pension funds, for example, will be forced to examine governance matters because they will have to justify their voting behaviour in the event of a crisis. Sustainability criteria will therefore inevitably become a greater factor in investment decisions. That is definitely good news. «

This article was written by Ingo Speich, Senior Portfolio Manager, Head of Sustainability & Engagement at Union Investment. NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

77


// GESPONSORDE BIJDRAGE

Opkomend: Ongelijkheid als ESG-risico DOOR PARAS ANAND, HEAD OF ASSET MANAGEMENT, ASIA PACIFIC, IAN SPREADBURY, SENIOR PORTFOLIO MANAGER, WEN-WEN LINDROTH, SENIOR CREDIT RESEARCH ANALYST EN GRETHE SCHEPERS, EUROPE EDITOR BIJ FIDELITY INTERNATIONAL

‘Als kapitaal eenmaal is gevormd, reproduceert het zich sneller dan dat de output toeneemt. Het verleden verslindt de toekomst.’ Thomas Piketty, ‘Kapitaal in de 21ste eeuw’. Dit boek verscheen in 2013 en was

meer mensen inmiddels een eigen

bijna onmiddellijk een kaskraker. Het

woning bezaten, maar heeft op de

zorgde ervoor dat sociale weten-

lange termijn geleid tot een verlaging

schappers massaal hun hand in eigen

van de kredietstandaarden, hetgeen

boezem staken. Was het dan volledig

uiteindelijk leidde tot financiële

langs ons heen gegaan dat ons

problemen in 2007-2008. Om te

economisch systeem helemaal

voorkomen dat deze neerwaartse

scheef was gegroeid?

spiraal zou omslaan in een depressie, begonnen overheden als

Jongeren zijn de grootste verliezers; ze lopen achter wat betreft huizenbezit, inkomen en andere indicatoren van welvaart.

Groeiende schulden als bron van financiële ongelijkheid

tegenmaatregel nog meer te lenen. De

Het economische argument voor

recordhoogte. De winnaars van deze

schulden is gebaseerd op productiviteits-

meer recente krediet-boom waren

inmiddels een punt bereikt waarop de

groei: lenen van de toekomst kan

degenen die het meest konden lenen

rijkste 1 procent de helft van de

werken als het helpt de toekomstige

en konden investeren in onroerend

wereldwijde koopkracht in handen

output te verhogen en de welvaart

goed of financiële markten. Daardoor

heeft. Dat is meer dan de 42,5 procent

voor verschillende generaties te

kwam er van de middelen van de

op het hoogtepunt van de crisis van

vergroten. In de afgelopen vijftig jaar

centrale banken maar weinig in de

2008. Jongeren zijn duidelijk de

was het echter met name het aantal

daadwerkelijke economie terecht.

grootste verliezers. Ondanks dat ze

wereldwijde schulden bereikten een

beter opgeleid zijn, lopen ze achter op

hypotheken voor woningen dat explosief steeg, onder de invloed van

Deels aangedreven door het stijgende

hun ouders wat betreft huizenbezit,

deregulering en financiële innovatie.

belang van financiële activa, heeft de

inkomen en andere indicatoren van

De verticale integratie van hypotheken,

kloof tussen rijk en arm, zoals gemeten

welvaart.

waarbij banken leningen samen-

in het belangrijke rapport van Credit

voegden en doorverkochten in plaats

Suisse, het ‘Global Wealth Report’,

van relaties voor de lange termijn op te bouwen met hun cliënten, stelde het bankwezen in staat het risico af te wentelen op derden en gaf daarmee de verkeerde stimulansen voor het verstrekken van leningen.

Figuur 1: Met meer dan driemaal het BBP, is de global debt veel hoger dan voor de crisis

Gegevens voor het derde kwartaal van elk jaar

Dit grotere aanbod van schulden heeft de ongelijkheid verminderd, omdat

Inmiddels heeft de rijkste 1 procent de helft van de wereldwijde koopkracht in handen. 78

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018

Bron: Business Insider UK, gebaseerd op gegevens van IIF, BIS, IMF en Haver, januari 2018.


Bij een te sterke concentratie van de stijging van de welvaart gaat de koopkracht van de massa achteruit en hebben bedrijven minder flexibiliteit om hun prijzen te bepalen.

Figuur 2: Wereldwijd is de extreme armoede aanzienlijk afgenomen

Bron: Verslag over de SDG's van de VN, 2015

Investeringsrisico’s beoordelen Wanneer de stijging van de welvaart te sterk geconcentreerd is, daalt het

effecten op de productiviteit te kunnen

blijven investeren in hun gemeenschap

inkomen van de massa en gaat hun

waarnemen, maar het is waarschijnlijk

in de vorm van onderwijs, infrastructuur

koopkracht achteruit. Bedrijven hebben

dat de verbeteringen in machines,

of gezondheidszorg, de beroeps-

hierdoor minder flexibiliteit om hun

technologie en andere activa de

bevolking uit. Dit eist niet alleen zijn

prijzen te bepalen en populistische

efficiëntie van bedrijven een boost

tol voor werknemers, maar heeft ook

bewegingen steken de kop op, omdat

zullen geven.

gevolgen voor de consumptie.

men er niet meer zo van overtuigd is

Bedrijven moeten daarom een andere

dat de vrije markt bijdraagt aan de

De juiste tools toepassen

mentaliteit aannemen wat betreft hun

democratie. Bovendien vormt een

Tijdens de derde golf van auto-

rol in het bredere ecosysteem. En die

systeem dat een grote ongelijkheid

matisering die we momenteel

rol kan alleen duurzaam zijn als de

creëert door de prijzen van activa op te

doormaken, zullen niet alleen de

opbrengsten op acceptabele wijze

blazen zonder ervoor te zorgen dat de

levens van ongeschoolde arbeiders,

worden gedeeld.«

productiviteit groeit, een voedings-

maar ook die van andere werknemers

bodem voor een steeds groter wordend

onherkenbaar veranderen. En dit zal

systemisch financieel risico. Zo kan een

een hefboomeffect teweegbrengen in

bedrijf met veel vreemd vermogen

termen van welvaart. Zo hoeft

kopje onder gaan als de omstandig-

kunstmatige intelligentie bijvoorbeeld

heden ongunstiger worden.

niet per definitie te leiden tot de vervanging van werknemers, maar kan

Groei helpt en de cycli zijn nog niet dood

hun output ermee worden verhoogd.

De ongelijkheid kan misschien nog iets

economische baten: voor functies

toenemen, totdat activaprijzen tegen

waarvoor een hoog niveau van

obstakels aanlopen, maar een steeds

menselijke fysieke en interpersoonlijke

groter aantal mensen en een steeds

vaardigheden nodig is, zijn de

groter percentage van de wereld-

vooruitzichten met name gunstig.

Dit leidt tot verschuivingen in de

bevolking leeft niet meer in armoede. Bedrijven worden zich eindelijk bewust Als percentage van het bbp stijgt de

van hun realiteit, waarin klanten snel

wereldwijde schuld niet langer,

kunnen overstappen naar de concurrent

aangezien de economische groei

als hen iets niet zint, toezichthouders

aanzienlijk is hersteld. Dit laat zien dat

ondernemingen het vuur aan de

de huidige trends in grote mate

schenen leggen en beleggers aan-

cyclisch zijn en niet structureel. Een

dringen op veranderingen. Het zal

ander voorbeeld is dat bedrijven voor

waarschijnlijk een stuk moeilijker

het eerst in jaren weer actief

worden om rendement voor aandeel-

investeren in hun eigen productieve

houders te behalen ten koste van

kapitaal. Het is nog te vroeg om de

arbeid. Zo hollen bedrijven die niet

Belangrijke informatie Deze informatie mag niet worden gekopieerd of verspreid zonder voorafgaande toestemming. Dit document is uitsluitend bedoeld voor beleggingsprofessionals; particuliere beleggers mogen zich er niet op baseren. De waarde van beleggingen en de daaruit voortvloeiende inkomsten kunnen fluctueren, en u loopt het risico het belegde bedrag niet terug te krijgen. Beleggers dienen er nota van te nemen dat ingenomen standpunten mogelijk niet langer actueel zijn en dat er mogelijk reeds naar gehandeld is. Fidelity verstrekt uitsluitend informatie over haar eigen producten en diensten en geeft geen beleggingsadviezen die gebaseerd zijn op persoonlijke omstandigheden, tenzij anderszins specifiek vermeld door een naar behoren gereglementeerde firma in formele communicatie met de klant. Fidelity International verwijst naar de groep van bedrijven die deel uitmaken van de wereldwijde beleggingsbeheerorganisatie die informatie biedt over producten en diensten in bepaalde rechtsgebieden buiten Noord-Amerika. Deze publicatie is niet bestemd voor inwoners van de Verenigde Staten en is uitsluitend bestemd voor personen die gevestigd zijn in rechtsgebieden waar de betreffende fondsen voor distributie zijn toegelaten of waar een dergelijke toestemming niet vereist is. Tenzij anders aangegeven, worden alle producten aangeboden door Fidelity International en zijn alle hier gegeven meningen en visies afkomstig van Fidelity. Fidelity, Fidelity International, het Fidelity International logo en het F symbol zijn geregistreerde handelsmerken van FIL Limited. Uitgegeven door FIL (Luxembourg) S.A., goedgekeurd en gereguleerd door de CSSF (Commission de Surveillance du Secteur Financier). SSL 18NL11XX

NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

79


// THEMA ESG & IMPACT INVESTING

GETTING THE MEASURE OF IMPACT By Campe Goodman

Impact investing – that is, investing with the dual goals of addressing the world’s major social and environmental challenges and also generating a financial return – has traditionally been the domain of private-market investors. More recently, impact investing has been expanding into the public markets, making it easier and more accessible for a larger, more diverse investor base to participate.

Photo: Archive Wellington Management

In our approach to impact investing in the public fixed income markets, we consider several key factors when evaluating whether debt issued by a company, government or other organisation qualifies for our opportunity set. One of our most important considerations is whether the impact is

measurable — that is, whether or not we can quantify the degree to which the issuer is effecting social or environmental change.

WHY IMPACT MEASUREMENT IS IMPORTANT Impact measurement seeks to quantify the progress made towards the investor’s intended impact goals. Understanding what impact your investment is making, helps investors compare opportunities so that they can focus on making a meaningful difference in what is important to them. The process of gathering and analysing data for impact measurement can often help facilitate valuable dialogue between investors and issuers. It can even result in investors changing their investment thesis if the issuer’s activities generate a smaller (or even greater) impact than originally expected. Lastly, impact measurement can signal to clients the authenticity of the impact investment approach.

MEASURING IMPACT THROUGH KEY PERFORMANCE INDICATORS (KPIs)

Campe Goodman

80

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018

Researching and reporting on KPIs can be challenging in public fixed income markets, partly because most issuers have not previously had reason to explicitly track or disclose impact metrics. The impact of issuers addressing social challenges such as education or

One of our most important considerations is whether the impact is measurable.

affordable housing can be especially hard to quantify. Some results – such as an improvement in graduation rates, a reduction in homeslessness or an overall improvement in the quality of life – may not be observable for many years. On the other hand, the impact of activities tackling environmental issues is sometimes more scientifically quantifiable. For example, with alternative energy, we can measure the amount of CO2 emissions avoided as a result of using solar or wind facilities, rather than the current prevailing mix of energy plants, which may include coal, oil and gas. We have adopted a five-step logic chain from the impact investing industry to help us quantify an issuer’s social or environmental impact. The logic chain


Global Impact Bond Measuring Title Line 2impact in fixed income

Figure 1: Measuring Impact in Fixed Income

Impact measurement can signal to clients the authenticity of the impact investment approach.

begins by assessing the capital inputs and | This work is illustrative activities beingData financed, followed by shown as of 2018 of research carried out by Wellington Management. Developed on an issue by issue basis, product or service outputs and theleveraging, company/issue reports, publications, and databases. | The examples shown are presented for resultant outcomes. The final step of the illustrative purposes only and are not to be viewed as representative of actual holdings. It should not be logic chain seeks to quantify how much a assumed that any client is invested in the (or similar) example, nor should it be assumed that an investproduct or service towill be profitable. ment incontributes the example has been or Actual holdings will vary for each client and there is achieving the investor’s goals. In no guarantee that aimpact particular client’s account will hold the examples presented. | Source: company/ some cases, thisissue reports final step may be aspirational. WeAtypically gather data and information for the logic chain from a variety of sources, including issuer filings and direct engagement with issuers, as well as industry and academic research.

KPI LOGIC CHAIN EXAMPLES In Figure 1 we illustrate how we might look to measure each link of the logic chain for two hypothetical impact issuers that are aiming to address challenges within our resource stewardship and affordable housing themes. While this logic chain model represents one way of measuring impact, industry methodologies are constantly evolving as more investors seek to understand how their capital is being put to use.

Impact measurement seeks to quantify the progress made towards the investor's intended impact goals.

Security

European recycling company

Low income multi-family rental property

Theme

Resource Stewardship

Affordable Housing

2

Activity EUR 900 million in industrial assets conducting recycling programs in Europe

Activity Mortgage loan issued to provide financing for construction of multi-family rental property

3

Output Operates 75 recycling plants; including 12 dedicated to plastic and two dedicated to construction waste recycling; also operates a modern truck fleet and river boats to efficiently transport waste

Output 644 affordable rental units constructed

4

Outcome 10.7 million tons of materials recycled and 7.9 million tons recovered

Outcome Affordable housing stock increased by 0.45% on average by state

5

Impact Methane emissions reduced by 6.29 million metric tons of CO2 equivalent, which accounts for 0.61% of current methane emissions from landfills.

Impact 0.0031% of cost burdened households provided with affordable housing at the national level

CO2 emissions decreased by 22.72 million metric tons, which accounts for 0.06% of CO2 emissions globally.

Data shown as of 2018. This work is illustrative of research carried out by Wellington Management. Developed on an issue by issue basis, leveraging company/issue reports, publications and databases.| The examples shown are presented for illustrative purposes only and are not to be viewed as representative of actual holdings. It should not be assumed that any client is invested in the example (or similar), nor should it be assumed that an investment in the example has been or will be profitable. Actual holdings will vary for each client and there is no guarantee that a particular client’s account will hold the examples presented. 2001431105/472979_14/492110/G3330 A Copyright © 2018 All Rights Reserved 15 A1

Source: Wellington Management

Companies are responding to investor demands by seeking to provide better data and greater transparency. We believe better impact reporting will enhance the profile of the sustainable investing ecosystem. For issuers, it demonstrates that they increasingly value their sustainable investor base, and are willing to be held accountable for the outcomes they say they are committed to achieving. For investors, it provides evidence whether or not their

impact goals are being met. We believe that better measurement will ultimately lead to better outcomes towards meeting the major societal and environmental challenges we face around the world. «

• Understanding what impact your investment is making helps investors compare opportunities so that they can focus on making a meaningful

FOR PROFESSIONAL INVESTORS ONLY. THERE IS NO GUARANTEE AN INVESTMENT STRATEGY WILL BE SUCCESSFUL. INVESTING INVOLVES RISK AND AN INVESTMENT COULD LOSE MONEY. INVESTMENTS MAY BE VOLATILE AND FIXED INCOME SECURITIES WILL FLUCTUATE IN RESPONSE TO CHANGES IN INTEREST RATES, CURRENCY VALUES, AND THE CREDITWORTHINESS OF THE ISSUER. This material and its contents are current at the time of writing and may not be reproduced or distributed in whole or in part, for any purpose, without the express written consent of Wellington Management. This material is not intended to constitute investment advice or an offer to sell, or the solicitation of an offer to purchase shares or other securities. Any views expressed herein are those of the author(s), are based on available information, and are subject to change without notice. Individual portfolio management teams may hold different views and may make different investment decisions for different clients. Issued by Wellington Management International Limited, a firm authorised and regulated the United Kingdom by the Financial Conduct Authority.

difference in what is important to them. • We believe better impact reporting will enhance the profile of the sustainable investing ecosystem.

This article was written by Campe Goodman, Portfolio Manager of Wellington Management’s Global Impact Bond strategy. NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

81


// GESPONSORDE BIJDRAGE

Hoe zouden we impact kunnen of moeten meten? DOOR JEROEN BOS, HEAD OF SPECIALIZED EQUITY INVESTMENT TEAMS AT NN INVESTMENT PARTNERS

Verantwoord beleggen en de integratie van milieu-, sociale en governance-factoren (ESG) in het beleggingsproces zijn normaal geworden. De focus schuift nu snel op richting het beoordelen van de werkelijke impact van bedrijven op de samenleving en het milieu. Het blijft voor analisten lastig om deze impact te meten, maar verbeterde rapportages en transparantie, meer databronnen en de standaardisatie van meetmethoden zullen in de komende jaren zorgen voor verbetering. Ook de beoordeling van fondsen op duurzaamheid en impact zou versterkt worden als de kernelementen ‘engagement’ en ‘intentionaliteit’ worden meegenomen, aldus NN Investment Partners (NN IP). De integratie van ESG-overwegingen in

op de niet-financiële impact van

Het meewegen van twee kernelementen

de beleggingsprocessen wordt steeds

investeringen verscherpt en zijn gericht

in het beoordelen van fondsen op

meer de norm. De laatste jaren is de

op het beëindigen van armoede, het

Duurzaamheid – engagement en

focus echter verlegd van alleen ESG

beschermen van het milieu voor

intentionaliteit – zou het meten ook

naar ook impact-integratie. Een van

toekomstige generaties en het

verder verbeteren, vindt Jeroen Bos,

de bekende referentiepunten voor

bevorderen van welvaart voor iedereen.

Head of Equities bij NN IP. ‘Engagement’ verwijst naar aandeel- en

het denken over ‘impact’ zijn de 17 Bekende impactmaatstaven zijn de

obligatiehouders die hun

Verenigde Naties. Deze hebben de focus

koolstof- en waterfootprint (die meten

eigendomspositie gebruiken om

de CO₂ die een bedrijf produceert en

bedrijven actief aan te moedigen om

de intensiteit van het waterverbruik)

hun impact op de maatschappij of het

en ‘maatschappelijke’ maatstaven,

milieu te verbeteren. Denk aan het

zoals het aantal mensen dat toegang

verbeteren van de CO₂-footprint, het

krijgt tot financiële diensten of

waterverbruik of de sociale impact van

gezondheidszorg. De totale, gewogen

een bedrijf. Uit wetenschappelijk

footprint van een beleggingsportefeuille

onderzoek blijkt dat engagement en de

kan ook worden vergeleken met een

resulterende verbeteringen een bedrijf

benchmark die op eenzelfde manier is

aantrekkelijker en het bedrijfsmodel

berekend. De gefinancierde CO₂-uitstoot

duurzamer maken. Dit is gunstig voor

van onze European Sustainable Equity-

beleggers dankzij de verbeterde

portefeuille bedraagt bijvoorbeeld

financiële prestaties en waardering.

Foto: Archief NN Investment Partners

Duurzaamheidsdoelen (SDG’s) van de

38.197 ton per jaar, tegenover 205.966 voor de MSCI Europe-index, op basis van het beheerde vermogen van EUR 323 miljoen1. De vergelijkingscijfers voor het gefinancierde afval zijn 3.483 ton versus 108.007 ton voor de index. Het verschil in gefinancierde CO₂-uitstoot komt overeen met de jaarlijkse uitstoot van 7.456 huishoudens, zoals weergegeven in Figuur 1. Het meten van de impact van beleggingen is lastig in verband met de beschikbaarheid en integriteit van data en het JEROEN BOS

82

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018

gebrek aan methodologische normen.

Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat engagement en de resulterende verbeteringen een bedrijf aantrekkelijker en het bedrijfsmodel duurzamer maken.


‘Intentionaliteit’ beoordeelt in hoeverre bedrijven van plan zijn om in de toekomst goed te doen via hun producten en oplossingen en de manier waarop zij in de samenleving actief zijn. ‘Intentionaliteit’ beoordeelt in hoeverre

obligatiehouders, toezichthouders en

minder gevoelig maken voor toekomstige

niet-gouvernementele organisaties.

stijgingen van koolstofprijzen en

Ondanks alle uitdagingen blijft het

belastingen. «

belangrijk dat wij op dit vlak stappen blijven zetten als sector en verdere verbeteringen in dit veld stimuleren.

Meer informatie?

Betere rapportages en transparantie,

Meer informatie vindt u in de Mindscope

nieuwe databronnen en de

‘Hoe meet je de impact van beleggingen?'’

standaardisatie van meetmethoden

U kunt de publicatie downloaden op

zullen in de komende jaren op dit

impact.nnip.nl.

gebied ongetwijfeld forse vooruitgang opleveren. Voor beleggers kunnen

Contactinformatie

engagement en dus de uitvoering van

Maureen Schlejen

onze taken als aandeelhouder van de

Hoofd Institutionele Relaties Nederland

bedrijven waarin we beleggen, een win-

Maureen.schlejen@nnip.com

winsituatie creëren: voor de beleggings-

NN Investment Partners

portefeuilles van onze klanten en voor

Schenkkade 65, 2595 AS Den Haag

de bredere samenleving.’

bedrijven van plan zijn om in de toekomst goed te doen via hun

Meer transparantie over de positieve

Maatstaven voor engagement en

producten en oplossingen en de manier

impact van bedrijven heeft verschillende

intentionaliteit brengen ‘impact’-

waarop zij in de samenleving actief zijn.

gevolgen voor portefeuillemanagers.

metingen naar een hoger niveau.

De juiste intentionaliteit draagt bij aan

Door bijvoorbeeld de CO₂-uitstoot of het

de duurzaamheid van het bedrijfsmodel

waterverbruik van een bedrijf te meten,

Verbeterde rapportages en

voor de langere termijn.

kunnen ze beoordelen hoe efficiënt het

transparantie, meer databronnen

is om met deze kosten aan de slag te

en de standaardisatie van

Jeroen Bos: ‘Het blijft voor de branche

gaan. Goed omgaan met het milieu door

meetmethoden zullen zorgen voor

een uitdaging om de impact van

de uitstoot te verminderen of minder

verbetering.

bedrijven te meten. Het zal voorlopig

water te gebruiken, kan het profiel van

nog zorgen voor veel discussies,

een bedrijf bij consumenten verbeteren.

aangewakkerd door aandeel- en

Een lagere uitstoot kan het bedrijf ook

Figuur 1: Het verschil in gefinancierde CO₂-uitstoot

Bron: NN Investment Partners

1

Bronnen: NNIP, ISS Ethix Climate Solutions, gemiddelde uitstoot per huishouden Milieu Centraal en Surostat. Alle cijfers per 30/09/18.

Disclaimer Deze publicatie is uitsluitend bedoeld voor MiFID professionele beleggers. Deze publicatie is uitsluitend opgesteld ter informatie en is geen aanbod noch een uitnodiging om effecten of een ander beleggingsproduct te kopen of verkopen of om deel te nemen in een handelsstrategie noch het verlenen van een beleggingsdienst noch beleggingsresearch. Hoewel de inhoud van dit document met de meeste zorg is samengesteld en is gebaseerd op betrouw¬bare informatiebronnen, wordt er geen enkele uitdrukkelijke of impliciete garantie of verklaring gegeven omtrent de juistheid of volledigheid van de infor¬matie. De informatie in deze publicatie kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. NN Investment Partners B.V., NN Investment Partners Holdings N.V., noch enig andere vennootschap of onderdeel dat behoort tot de NN Group, noch een van haar bestuurders of werknemers aanvaarden enige aansprakelijkheid of verantwoordelijkheid met betrekking tot de hierin opgenomen informatie. Het gebruik van de informatie in deze publicatie is op eigen risico. Het is niet toegestaan dit document te vermenigvuldigen, reproduceren, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, zonder de voorafgaande uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van NN Investment Partners B.V. De waarde van uw belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Deze publicatie is niet bestemd voor US Persons als gedefinieerd in Rule 902 van Regulation S van de United States Securities Act of 1933, en mag niet gebruikt worden voor het werven van investeringen of inschrijven op effecten in landen waar dit niet is toegestaan door de lokale toezichthouder of wet- en regelgeving. Op deze disclaimer is Nederlands recht van toepassing.

NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

83


// THEMA ESG & IMPACT INVESTING

The importance of a tobacco-free portfolio BY JOLANDA DE GROOT

Financial Investigator asked Dr. Rachel Melsom, MBBS, Director UK and Europe at Tobacco Free Portfolios about the importance of tobacco-free portfolios and her personal motivation to promote this. Why are tobacco-free portfolios important?

paper ‘Tobacco: Reviewing the Growing Financial Risks’7 draws

Tobacco, when used exactly as intended causes the premature

on this research and highlights key actions that prudent and

death of two in every three users - there is no safe level of

responsible investors ought to take to review their position on

use of tobacco. Globally it is the single greatest cause of non-

tobacco.

communicable disease . Tobacco is responsible for 7 million 1

deaths a year, and this will reach 8 million by 2030, and 1

In addition I would advocate that AP4, FRR, ABP, CalPers, First

billion in total by the end of this century2.

State Super, BNP Paribas, Robeco, ABN AMRO, Achmea, and many, many more cannot all be wrong – they no longer invest

These premature and often very painful deaths are entirely

in or lend to tobacco.

preventable. When we look, as responsible citizens, at how we

outcomes. Whilst recognizing that income has previously

What is the biggest challenge that you face when it comes to convincing investors of the need for a tobacco-free portfolio?

been achieved from tobacco, the societal outcome has been

Globally the biggest challenge is overcoming the entrenched

catastrophic, in addition it is costing society over US $1Tn3

view that tobacco will always deliver great returns and

each year to cover the externalized costs of the tobacco

therefore must be retained, and that fiduciary duty precludes

companies.

a move away from investment in tobacco.

What is the effect on the investment return when you exclude tobacco from investment portfolios?

Significant progress has been made in the last two years in

I am not an investment expert, nor would I give advice on how

the increasing focus on climate change enabling this debate

to run a portfolio. However I have been in dialogue with a

to accelerate. There is broad recognition that fiduciary duty

large number of individuals who are experts! The most recent

goes beyond assessing the dividends or returns achievable

industry research and comment on the investment return is

today, and has to encompass also the impact of that

want to drive returns for our pensions and investments, we like to see good levels of income - and also good societal

Europe by the finance sector re-defining fiduciary duty, with

from MSCI and FTSE Russell – both have looked at tobacco

investment on future generations and future financial

and concluded that removing tobacco from a portfolio does

returns. For me this is helped by increasing evidence that

not mean decreasing financial returns.

tobacco-free investment does not have to mean lost income,

4

5

On the academic front, in research commissioned by Tobacco

and the launch of more tobacco-free indices such as the MSCI

Free Portfolios from Maastricht University , and published in

Ex-Tobacco Involvement Indexes available as standard

November, Professor Rob Bauer and his team highlight very

products (not custom) makes tobacco-free decisions easier.

6

clearly through the use of scenario analysis that the future risk of investing in tobacco is increasing, and returns are

Interestingly, in the Netherlands, banks, insurers and investors

likely to decline further than they have already in 2018. Our

are more forward thinking than some other countries, and have been moving to tobacco-free positions over a number of

The future risk of investing in tobacco is increasing, and returns are likely to decline further than they have already in 2018. 84

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018

years. Tobacco Free Portfolios are delighted to have worked with the majority of those who have announced and adopted tobacco-free positions in the last 36 months, including ABP, ABN AMRO, ING, NN IP, Aegon, and many more who joined the 93 Founding Signatories8 of the Tobacco-Free Finance Pledge at the United Nations in September – a pledge that also


highlights Sustainable Development Goal 17: Partnerships. The Pledge demonstrates how leaders in the finance sector from across the world can stand shoulder to shoulder with global health leaders and governments in addressing and solving the Tobacco Epidemic. As the Netherlands are leaders in tobacco-free finance, we

Tobacco-free investment does not have to mean lost income, and the launch of more tobacco-free indices makes tobacco-free decisions easier.

were delighted to have Paul Blokhuis9, Staatssecretaris van Director General of the World Health Organization, the Vice President for Human Development at the World Bank Group, the Head of the UN Tobacco Control Treaty, Mr Bonnafé (CEO BNP Paribas), Mr Duverne (Chairman AXA IM) and Mr Riahi, (CEO Natixis).

What is your personal motivation to promote tobacco-free finance? As a doctor in Elderly Care I have a significant number of

Photo: Archive Tobacco Free Portfolios

Volksgezondheid, Welzijn en Sport speaking alongside the

patients who grew up in an era where smoking was not only considered normal, but positively encouraged. Seeing the impact on their lives, their children and grandchildren, and having worked caring for terminally ill patients, I have firsthand knowledge of the devastation wrought by this one product. It is hugely addictive, marketed to children (very few adults take up smoking), and lethal. Addressing a problem of this size is an exceptional challenge. I cannot count the number of times I have been told that what my colleagues and I are trying to do is impossible – but seeing the change that has occurred in the last five years: more than $12 Billion has moved out of investment in tobacco, over 80% of Australian corporate pension funds, representing A$1.3Tn AUM are now tobacco-free, and credit is increasingly withheld from tobacco companies. All this has been driven by a very small team of three women, who have gained the input and support of enormously insightful, forward thinking, global leaders in finance, all rational human beings with a desire to see this damage to humanity stop. Participating in enabling this change in attitude to tobacco,

CV

and seeing the finance sector move to adopt tobacco-free finance as the baseline standard, is my motivation.

Dr Rachel Melsom completed a BSc in Genetics at University College London in 1987, following which she

And I know there are more announcements to come which

pursued a career in advertising, television and

will continue to move this forward. «

commercial media negotiations. She qualified as a Doctor in 2012, and practices in the Department of

1 2 3 4 5 6 7 8 9

https://ncdalliance.org/sites/default/files/rfiles/NCDA_Tobacco_and_Health.pdf https://tobaccofreeportfolios.org/ http://www.who.int/tobacco/publications/economics/nci-monographseries-21/en/ https://www.msci.com/www/blog-posts/quitting-tobacco-stockswithout/01135038467 https://www.ftserussell.com/blog/getting-tobacco-hit-without-tobacco https://www.maastrichtuniversity.nl/file/thefutureoftobaccostocksascenarioanalysis-finalpdf https://tobaccofreeportfolios.org/how-to-go-tobacco-free/ http://www.unepfi.org/psi/tobacco-free-finance-signatories/ http://webtv.un.org/news-features/un-dag-hammarskj%C3%B6ld-library/ watch/launch-of-the-tobacco-free-finance-pledge/5840453536001/?term= (video starts at 16:20 minutes)

Elderly Care at Worthing Hospital, combined with her work across Europe for Tobacco Free Portfolios. Melsom founded Medical Matrix Consulting Ltd and has been advising independent medical businesses since 2010 on company structure, commercial negotiations and partnership development. She is a Trustee of the charity 4 Cancer Group, and a Diplomat of the Global Charter, World Federation of Public Health Associations.

NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

85


// THEMA ESG & IMPACT INVESTING

DIVERSITEIT IS EEN ‘MUST HAVE’ VOOR BELEGGERS Door Srilatha Singh en Kathryn McDonald

Diversiteit op de werkvloer is niet alleen de juiste strategie in moreel opzicht. Onderzoek wijst uit dat bedrijven met meer diversiteit in de bestuurskamer kunnen bogen op een hogere en stabielere winstgevendheid. Winstkwaliteit vormt een belangrijke pijler onder beleggingsstrategieën. Het vinden van bedrijven van hoge kwaliteit is belangrijk, maar de echte uitdaging is om bedrijven van blijvende hoge kwaliteit te vinden. De kern van de winstkwaliteit is een stabiele winstgevendheid, in het bijzonder duurzame winstgevendheid op de lange termijn. Voor de meest winstgevende bedrijven betekent dit het trotseren van continue concurrentie, die het rendement op eigen vermogen van bedrijven steeds terug naar het marktgemiddelde trekt. Voor bedrijven met een hoge mate van diversiteit gaat dit trotseren makkelijker, zo stelt nieuw onderzoek van Rosenberg Equities. De hogere diversiteit vertaalt zich in een soort ‘winstbuffer’, die zeer winstgevende bedrijven beter bestand maakt tegen concurrentiekrachten dan hun concurrenten. Dan gaat het niet alleen om concurrentie op prijs, maar ook om het aantrekken en behouden van talent. Uit onderzoek blijkt dat de mate van diversiteit op bestuursniveau niet alleen wordt geassocieerd met betere huidige financiële resultaten, maar dat het ook kan dienen als een vooruitzicht op de mogelijkheid voor een bedrijf om toekomstige winsten te beschermen. Diversiteit gaat dus niet alleen om het ‘goede’ doen, er is ook bewijs gevonden dat het ‘economisch correct’ is, omdat het leidt tot betere resultaten voor bedrijven.

86

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018

Bedrijven met een hoge diversiteit hebben waarschijnlijk een voorsprong als het gaat om het oplossen van problemen – de kern in de strijd tegen concurrentie. Concreet betekent dit dat bedrijven met meer gediversifieerd leiderschap (gedefinieerd als een Board Diversityscore van meer dan 20%1) beter zijn in het ontwikkelen van strategieën die de toegang van concurrenten bemoeilijken, en beter kunnen voorkomen dat afnemers een alternatief voor hun goederen en diensten vinden. Ook zijn zij de kweekvijvers voor innovatie. Door te kijken naar de resultaten van de duizend grootste Amerikaanse bedrijven tussen januari 2005 en juli 2017, wil Rosenberg Equities een aanvulling bieden op de bestaande onderzoeken die

de voordelen van diversiteit aantonen – zeker waar het toekomstige winsten betreft.

DRIE BELANGRIJKE ONTDEKKINGEN Gemiddeld, op basis van de historische gegevens, zijn bedrijven met een hoge diversiteit simpelweg winstgevender dan branchegenoten die minder gediversifieerd zijn. Daarnaast is deze winstgevendheid stabieler. Dit wordt weergegeven in Figuur 1. Dit winstvoordeel voor gediversifieerde bedrijven is consistent en werd vooral duidelijk tijdens de wereldwijde financiële crisis. Hoewel bedrijven met een gediversifieerd bestuur op elk moment winstgevender zijn, is het de vraag of de huidige meer

Figuur 1: Invloed van diversiteit op winstgevendheid

Bron: Rosenberg Equities


gediversifieerde bedrijven ook in de toekomst zullen profiteren van een winstvoordeel. Dit wordt getest door te kijken naar de relatie tussen het diversiteitsniveau van een bedrijf op een bepaald moment en de winstgevendheid van het eropvolgende jaar. Uit deze observatie kan worden afgeleid dat bedrijven die ‘vandaag’ meer gediversifieerd zijn, ‘morgen’ een hogere winstgevendheid hebben - in vergelijking met hun branchegenoten en de markt in het algemeen. De toekomstige winstgevendheid is stabieler voor de groep met een hogere diversiteit in vergelijking met bedrijven met een lagere diversiteit, en niet lager dan de markt als geheel. De derde en belangrijkste conclusie is dat de diversiteit van de Raad van Bestuur als een bescherming kan dienen voor bedrijven die al winstgevend zijn en de concurrentie op afstand willen houden. Om te meten of diversiteit als schokdemper kan fungeren, waardoor een deel van de concurrentiedruk als het ware wordt gecompenseerd, wordt specifiek gekeken naar de top 25% van grote Amerikaanse bedrijven in termen van winstgevendheid. Terwijl alle bedrijven in de top 25% een aanzienlijke neerwaartse druk op de toekomstige winsten (gemeten over twaalf maanden) ondervonden (een natuurlijk verschijnsel in een markteconomie), presteerden ondernemingen met hogere diversiteitsscores significant beter. Dit wordt getoond in Figuur 2.

Diversiteit gaat dus niet alleen om het ‘goede’ doen, er is ook bewijs gevonden dat het ‘economisch correct’ is, omdat het leidt tot betere resultaten voor bedrijven.

Figuur 2: Invloed van diversiteit op toekomstige winstgevendheid

Bron: Rosenberg Equities

Ook op sectorniveau houdt de regel ‘hogere diversiteit, hogere weerbaarheid’ over het algemeen stand, hetgeen aangeeft dat de bevindingen niet worden veroorzaakt door het feit dat bepaalde sectoren zijn oververtegenwoordigd in het segment diverse bedrijven (sectorbias). De drie uitzonderingen op de regel zijn de financiële- en industriële sector en gezondheidszorg. In alle andere sectoren zijn de gediversifieerde bedrijven minder onderhevig aan de concurrentiedruk, hetgeen wil zeggen dat de winstgevendheid minder geneigd is te dalen naar het marktgemiddelde. De oorzaak van deze ‘winstbuffer’ is de vaststelling dat gediversifieerde bedrijven waarschijnlijk voordelen hebben als het gaat om het ontmoedigen van nieuwkomers en merk-/productsubstitutie. Verschillende onderzoeken2 hebben aangetoond dat gediversifieerde teams beter in staat zijn om problemen op te lossen – en probleemoplossing is de kern van de strijd tegen de concurrentie! Bovendien is een meer gediversifieerd strategisch bestuur beter in staat om goederen en diensten te creëren die merken productloyaliteit versterken, wat markttoetreding lastiger maakt voor concurrenten. Essentieel daarin is het versterken van de perceptie bij de consument dat het product of de dienst uniek is. Wanneer deze strategie wordt doorgetrokken kunnen consumenten zelfs geloven dat er helemaal geen substituten zijn.

Voor beleggers is de belangstelling voor diversiteit, governance en ESG gebaseerd op de relaties tussen deze concepten en drijfveren van risico en rendement op de aandelenmarkt. Voor diegenen onder ons die zich inzetten voor diversiteit op de werkplek, ondersteunen deze resultaten het idee dat diversiteit niet alleen een ‘nice to have’ is; wij geloven dat het in plaats daarvan een ‘must have’ is in het licht van hevige marktconcurrentie. «

1 2

In dit onderzoek maken wij gebruik van de Board Diversity Score van Asset4. Woolley et al., ‘Evidence for a Collective Intelligence Factor in the Performance of Human Groups’, Science, oktober 2010. David Rock en Heidi Grant, ‘Why Diverse Teams are Smarter’, Harvard Business Review, 2016. Alison Reynolds en David Lewis, ‘Teams Solve Problems Faster When They’re More Cognitively Driven’, Harvard Business Review, 2017.

• Diversiteit in de top leidt tot hogere en stabielere winstgevendheid; • Dat geldt ook voor de vooruitzichten; • Een bestuur met meer diversiteit leidt tot betere oplossingen en meer innovatie.

Dit artikel is geschreven door Srilatha Singh, Ph.D. Director, Earnings Forecast Models, en Kathryn McDonald, Head of Sustainable Investing bij Rosenberg Equities. NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

87


Foto’s: Ruben Eshuis Fotografie

// VERSLAG PANELDISCUSSIE ESG & LONG TERM INVESTING

VOORZITTER: Jeroen van der Put, bestuurder, adviseur pensioenfondsen DEELNEMERS: Michael T. Cantara, MFS Investment Management Timothée Jaulin, Amundi Marcel Jeucken, Sustainability in Finance Claudia Kruse, APG Asset Management Julie Moret, Franklin Templeton Investments Deze discussie is tot stand gekomen in samenwerking met Amundi, Franklin Templeton Investments en MFS Investment Management.

BETERE DATA ZULLEN TOT BETERE BELEGGINGSRESULTATEN LEIDEN Door Baart Koster

Tijdens het seminar Disruptive Innovation, Long Term Investing & ESG spraken de deelnemers van de paneldiscussie ESG & Long Term Investing over risico’s, rendementen en trends in duurzaam beleggen. Een belangrijke conclusie: om maximale ESG-impact te hebben, is het zaak je te richten op die gebieden waar je ook echt het verschil zult maken.

88

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018


Voordat hij vragen over de ontwikkelingen en uitdagingen in langetermijninvesteringen en ESG aan de deelnemers voorlegde, startte de voorzitter Jeroen van der Put met een kleine nulmeting. Waar staan de paneldeelnemers in termen van ESG en waarop leggen ze hun focus? Het wereldwijde ESG-programma van Franklin Templeton bevat enkele kerncomponenten waaronder een opgebouwd intern ESG-risicobeoordelingskader, trapte Julie Moret af. ‘Wij leggen onder meer het accent op het verdiepen van ons beleggingsonderzoek met betrekking tot ESGfactoren. Onze intern ontwikkelde tools helpen ons om naar ESGfactoren te kijken vanuit het oogpunt van economisch risico. De verzamelde data zijn voor ons een instrument om een volledig, integraal oordeel over een bedrijf te vormen, zowel qua investeringsrisico’s als qua interessante beleggingskansen op de lange termijn.’

ESG draait om product, proces en doel Bij APG vindt het vermogensbeheer grotendeels in eigen beheer plaats en gebeurt dat actief, beantwoordde Claudia Kruse de nulmetingsvraag. ‘Dat geeft ons beleggingsvrijheid, maar tevens de verantwoordelijkheid om de belangen en beleggingsvoorkeuren van pensioenfondsen en pensioengerechtigden zorgvuldig te weerspiegelen in onze beleggingskeuzes. Wat betreft verantwoord en duurzaam beleggen: die keuzes gaan dwars door alle asset classes heen’, aldus Kruse.

volgens hem dalende rendementsverwachtingen in de toekomst alleen nog alpha kunt blijven genereren door te investeren in bedrijven die het belang van ESG begrijpen. ‘En heel belangrijk’, besloot Cantara, ‘is dat we ons richten op het bedrijfsproces en niet alleen op het product dat wordt gemaakt. Het gaat om engagement en we zullen daarom als vermogensbeheerders veeleisender moeten zijn ten aanzien van de transparantie van processen van ondernemingen waarin we beleggen. Zodat vooraf aantoonbaar kan worden gemaakt dat een belegging ook werkelijk ESG-impact zal opleveren.’ Marcel Jeucken vertegenwoordigt geen gevestigd bedrijf maar de door hem opgerichte nieuwkomer: Sustainability in Finance. Hij beaamde Cantara’s opmerkingen over het belang van zowel product als proces, maar voegde daaraan toe dat de industrie zich zal moeten richten op ‘purpose’, en dus van product én proces naar doel zal moeten denken. Het verheugde hem overigens te constateren dat ESG door de jaren heen van een relatief nieuw begrip nu mainstream is geworden. ‘Dat neemt echter niet weg dat er op beleidsniveau in mijn optiek nog veel gedaan moet worden om inzichtelijk te maken hoe ESG-output kan worden gerealiseerd, en minstens zo belangrijk: hoe helder kan worden gemaakt wat een investering in ESG-termen nu precies heeft opgeleverd.’

Leider of volgeling, gelovige of scepticus? De beleggingsfocus van MFS is vooral gericht op publieke markten, vertelde Michael Cantara. ‘Want hoewel er veel beweging richting private equity en alternatieve investeringen is, blijven publieke markten nog steeds de grootste ESGbeleggingscategorie waar je ook de grootste beleggingsimpact kunt hebben.’ Daarnaast denkt Cantara dat je in het licht van de

ESG is sinds de oprichting van Amundi een pijler van de beleggingsstrategie, zei Timothée Jaulin. Hij presenteerde veelzeggende statistieken om het toegenomen belang van ESG te illustreren. ‘Tien jaar geleden zijn we begonnen met 5 miljard euro AUM in Responsible Investment (RI)-strategieën, inmiddels is dat gestegen naar 1.280 miljard AUM. We hebben NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

89


// VERSLAG PANELDISCUSSIE ESG & LONG TERM INVESTING

ESG-factoren geïntegreerd in circa 95 procent van ons vermogen onder beheer, zodat we ongeveer 1.4 biljoen aan vermogen realiseren. Dit hebben we gedaan door emittenten met de slechtste ESG-score uit te sluiten.’ Voor Jaulin ligt de focus op het verschuiven van de functie van ESG door middel van ESG-integratie en het uitbreiden van de impact ervan over de verschillende beleggingscategorieën heen. Daarnaast is hij van mening dat ESG ook moet worden gestimuleerd door het creëren van nieuwe markten. In hoeverre zien de deelnemers verschuivingen in hun beleggingsportefeuilles? Allereerst wilde Van der Put weten hoe dat voor Amerikaanse portefeuilles is. Cantara: ‘Wij denken in deze context vooral na over leiders, gelovigen, volgelingen en sceptici. Zeker in de VS zijn er nog steeds veel meer sceptici of volgelingen dan duurzaamheidsleiders. Maar wat betreft de portefeuille en het proces zelf geldt dat onze focus ligt op het begrijpen van wat materieel is voor bedrijven waarin we willen beleggen en wat dat beslissingsproces drijft. Wij zien vanuit dat perspectief kansen in bijvoorbeeld de gezondheidszorg, en dan specifiek in de hoek van de medische hulpmiddelen. Uiteraard zijn er meer specifieke investeringsmogelijkheden die de algehele vorm van de portefeuille veranderen, maar zoals gezegd, het gaat om het begrijpen van structurele veranderingen die plaatsvinden. Denk alleen al aan het feit dat er sinds 1950 vijf miljard mensen bij zijn gekomen op onze planeet. Dat zorgt voor spanning en concurrentie om middelen en het verandert de wijze waarop bedrijven zich gedragen, wat investeringskansen biedt.’

90

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018

Belangrijker dan portfolio shifts is mentaliteitsverandering Moret sloot zich daarbij aan. Inderdaad leveren de groeiende wereldbevolking, vergrijzing en wat zij ‘milieuonvriendelijke tegenwind’ noemt, zowel risico’s als kansen op. Meer specifiek zoomde Moret in op China waar door de bevolkingsgroei en economische conjunctuur zaken als energie-, water- en voedselzekerheid issues zijn. Dat heeft gevolgen voor hoe Franklin Templeton kijkt naar de bedrijven waarin belegd wordt. ‘Waar dat is gaan schuiven in de portefeuille is in de aard van de betrokkenheid en de gesprekken die we voeren. Het gaat daarbij om hoe duurzaamheidscriteria overlappen met financiële investeringscriteria. Dat is belangrijk voor zowel het begrijpen van de werkelijke risico’s, die vaak onder de oppervlakte van de balansgegevens verscholen liggen, als voor het identificeren van investeringskansen die al deze grote thema’s bieden.’ Kruse gaf aan dat ESG echt een onderdeel is van het strategische investeringsplan van de klanten van APG en dat het zodoende aan concrete doelstellingen is gekoppeld. ‘Zo streven we naar een uiterst impactvolle vermindering van 25 procent van de CO2- footprint van de wereldwijde aandelenportefeuille tegen 2020. Ook hebben we concrete investeringsdoelen met betrekking tot hernieuwbare energie, onderwijs gerelateerd onroerend goed en infrastructuur. Bij ons gaat het er niet om wat we niet in onze portefeuille willen hebben, maar om wat we als portefeuille willen zijn en waar we voor willen staan. En dat heeft ook een sociale component, wat aansluit bij ons inclusiebeleid.’


Los van de concrete verschuivingen in de beleggingsportefeuilles vindt Kruse het belangrijk dat verantwoord beleggen iets betekend heeft voor de cultuur bij investeerders. Er wordt bewuster, zorgvuldiger en transparanter omgegaan met investeringen. Elke belegging kan worden verantwoord op duurzaamheid. Zo bezien is er duidelijk een mentaliteitsverandering gaande, en daar hecht Kruse net zo veel waarde aan als aan concrete portfolio shifts. Jaulin gelooft dat we bij elke discussie over ESG eerst even moeten uitzoomen om goed te analyseren wat het doel van het investeringsbeleid is. ‘Dat doel kan zijn het invullen van ethische waarden, of het realiseren van beleggingen met een beter risico-rendementsprofiel, of het maken van ESG-impact. De keuze van je investeringsdoel is uiteindelijk bepalend voor verschuivingen in je portefeuille’, aldus Jaulin. ‘Concreet betekent dit voor ons bijvoorbeeld dat we de meeste bedrijven die betrokken zijn bij de productie van steenkool van onze portefeuilles uitsluiten omdat we de klimaatdoelstellingen omarmen.’

Werk aan de winkel voor een goed (portefeuille) klimaat Het derde gespreksthema behelsde de impact van klimaatverandering op portefeuilles. Indachtig de forse ambities op CO2-reductie van APG, vroeg Van der Put zich af of daarmee het risico-rendementsprofiel niet geschaad wordt. ‘Om te beginnen zijn we geen liefdadigheidsinstelling’, antwoordde Kruse. ‘Onze benadering van verantwoord beleggen is zo opgezet dat het ons vermogen om onze risico-rendementsdoelstellingen te halen niet negatief beïnvloedt. Aan die doelstellingen doen we geen concessies.’ Wat aanvankelijk een intensieve, vrij pijnlijke handmatige oefening was, is inmiddels een geautomatiseerd systeem waarbij de portfoliomanagers dagelijks de CO2footprint van elke titel in hun portfolio direct kunnen zien. Dat actuele beeld van hoe de beleggingen in lijn liggen met onze duurzaamheidsdoelen, is integraal onderdeel van ons portefeuillebeheerproces en van het managen van het risicorendementsprofiel van portefeuilles, voegde Kruse toe. ‘Want wij geloven in een goed pensioen in een duurzame wereld.’ West- en Noord-Europa zijn voorlopers in klimaatbewust investeren, maar er is ook een handvol Amerikaanse investeerders die gevorderd zijn op dit pad, zei Cantara. Interessant vindt hij dat er op het gebied van ESG-data wat aan het veranderen is. Cantara ziet tegenwoordig meer dan genoeg leveranciers van ESG-data, maar waarschuwt ook om daar voorzichtig mee te zijn. ‘Net zoals je niet volledig vertrouwt op externe ratingbureau’s, moet je ook met deze dataleveranciers voorzichtig zijn. Naar mijn mening ontkom je niet aan de noeste arbeid om als asset manager het management van ieder bedrijf te analyseren. En om te doorgronden of dat management de impact van klimaat-, maar ook sociale kwesties goed begrijpt. Het gaat er dus om dat het bedrijfsmanagement niet alleen het marketingverhaal houdt, maar daar ook concreet beleid op ontwikkelt. Dan praat je ook over zaken als inkomensongelijkheid en de veiligheid van werknemers. Dus onze sleutel

is om de juiste, relevante data aan onze portfolioteams te geven, zodat zij dat kunnen integreren in hun dagelijkse risicoen rendementsbeslissingen. Volgens mij zit in kwalitatief goede data de grote verandering. Wij investeren dan ook veel tijd, moeite en geld in die datasystemen en werken hard om ervoor te zorgen dat we die informatie in het proces integreren, zodat we dat ook aan onze klanten kunnen overbrengen.’

Weten waar je het verschil maakt Tot slot van de discussie werden interessante ESG- en langetermijnbeleggingstrends in kaart gebracht. Voor Jeucken is de meest opvallende trend dat ESG onderdeel is gaan uitmaken van het risicomanagement. ‘Je moet die risico’s begrijpen en je moet je systemen, je cultuur en je processen echt aanpassen om het risico te kunnen vangen.’ Een andere uitdaging is impact en dat is direct gerelateerd aan je doel, vervolgt Jeucken. ‘Om impact te hebben, moet je kunnen laten zien wat je daadwerkelijk doet in termen van je beleggingen. Daarbij gaat het er niet alleen om dat je een goed beleggingsproces hebt ingericht en kunt vertellen waarom je ESG belangrijk vindt, maar het is tevens van belang dat je het werkelijke resultaat kunt communiceren. Ik denk dan ook dat toenemende transparantie over de impact die je als vermogensbeheerder realiseert een fundamentele trend gaat worden.’ Moret pakte in haar reactie ook het risicomanagement bij de kop. ‘We hebben veel tijd besteed aan het opbouwen van een eigen ESG-beleggingsrisicobeoordelingskader. We hebben ESGfondsrapportages over al onze aandelenproducten uitgerold, en werken nu aan de vastrentende producten. Onze benadering is dus om op een systematische, gedisciplineerde, gestructureerde en meer holistische manier, voorbij beta en tracking error, naar ESG-beleggingsrisico’s te kijken. De volgende concrete stap zal naar mijn verwachting zijn dat we een intern ESG-data dashboard hebben gebouwd waar al onze beleggers toegang toe hebben.’ Jaulin noemde klimaatverandering het fenomeen dat de grootste potentiële externe effecten zal hebben waarmee we te maken krijgen. Dit maakt het mogelijk om de meest materiële ESG-factor in je portefeuilles te hebben, vindt hij. Het is daarom nuttig om klimaatrisico’s aan te pakken door gerichte beleggingskeuzes te maken en waar nodig de portefeuille aan die risico’s aan te passen. ‘Daarnaast kunnen we veel bereiken met behulp van financiële innovatie. Zoals ik al eerder zei: we kunnen nieuwe markten creëren. Een voorbeeld dat ik in partnerlaboratoria heb gezien, is het ondersteunen van de ontwikkeling van green bonds in opkomende markten. Je kunt ook kijken naar particuliere markten voor de impact van ESG, bijvoorbeeld green private debt en ESG-engagement met particuliere ondernemingen. Mijn punt is dat je altijd moet proberen een maximaal effect te sorteren door je te richten op die gebieden waar je het verschil zult maken.’ «

NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

91


// GESPONSORDE BIJDRAGE

De gevolgen van de digitale revolutie voor het klimaat DOOR HET GLOBAL CLIMATE CHANGE TEAM VAN SCHRODERS

In hoeverre wegen de efficiency-voordelen van de digitale revolutie op tegen de CO2kosten? De digitale transformatie van de economie is een wereldwijd verschijnsel. De helft van de wereldbevolking is inmiddels aangesloten op het internet, hoewel bevolking geen beperkende factor voor de groei meer is nu de fysieke wereld steeds verder digitaliseert door de verspreiding van ‘connected devices’. TV’s, apparaten en gebouwen zijn in toenemende mate met elkaar verbonden. Adviesbureau Gartner schat dat er in 2017 8,4 miljard verbonden apparaten waren, een aantal dat tegen 2020 naar verwachting zal zijn gestegen tot meer dan 20 miljard. Daarnaast draagt het toenemende gebruik van mediastreaming en de opkomst van cryptovaluta’s bij aan de almaar groeiende vraag naar rekenkracht. Wat betekent deze megatrend voor de CO2-uitstoot?

ambities snel verhogen. Inmiddels

met meerdere huurders. Providers die

hebben 145 bedrijven beloofd zich in te

hun datacenters op hernieuwbare

Er zijn argumenten om te veronder-

zetten om 100% van hun wereldwijde

energie laten werken, zullen de beste

stellen dat informatie die via het

elektriciteitsverbruik uit hernieuwbare

kans hebben om van deze trend te

‘Internet of Things’ wordt verzameld, tot

bronnen te halen, wat ook gevolgen

profiteren.

een efficiënter energiegebruik kan

heeft voor hun vraag naar rekenkracht.

leiden. In de industrie kunnen

Deze bedrijven zullen geneigd zijn hun

productiviteit en kwaliteit worden

databeheer uit te besteden aan energie-

Schroders Climate Progress Dashboard

verbeterd. ‘Slimmere’ gebouwen en

zuinige leveranciers van rekenkracht,

Klimaatverandering wordt een

steden kunnen informatie uit duizenden

zoals de cloud of colocatie datacenters

bepalend thema voor de wereld-

sensoren verzamelen en die benutten om zuiniger met energie om te gaan. Feit is echter ook dat de digitale economie een gigantische vraag naar

Figuur 1: Schroders Climate Progress Dashboard

rekenkracht schept, en dat de stroomvoorziening en koeling van al die servers enorme hoeveelheden energie vergen. Geschat wordt dat de energievraag van Bitcoin ongeveer overeenkomt met 20 megaton CO2, ofwel 1 miljoen trans-Atlantische vluchten. En de CO2-footprint van de hit ‘Despacito’, die bijna 5 miljoen keer op YouTube is afgespeeld, is theoretisch vergelijkbaar met de jaarlijkse uitstoot van ongeveer 100.000 taxi’s. In totaal is de digitale economie verantwoordelijk voor ongeveer 7% van het wereldwijde stroomverbruik en dat zal in 2020 zijn gestegen naar 12%. Het goede nieuws is dat niet alleen de hoeveelheid data toeneemt, maar dat ook bedrijven hun duurzaamheids-

92

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018

Bron: Schroders-analyse op basis van industriële bronnen. Gebaseerd op gegevens beschikbaar in september 2018


Foto: Archief Schroders

Feit is dat de digitale economie een gigantische vraag naar rekenkracht schept. Er zijn rigoureuze strategieën nodig voor investeerders om risico's te beheren en kansen te grijpen tijdens de verwachte overgang naar een koolstofarme wereld. De beleggers van vandaag willen rendement, maar ze willen ook dat hun beleggingen bijdragen aan de samenleving als geheel. Duurzaamheidsonderzoek is een

economie. Er zijn rigoureuze strate-

bedrijf en de samenleving en de

integraal onderdeel van de manier

gieën nodig voor investeerders om

omgeving waarin een bedrijf werkt,

waarop wij bij Schroders beleggen,

risico’s te beheren en kansen te grijpen

maar vereist ook een analyse van de

in elke beleggingscategorie en in

tijdens de verwachte overgang naar

manier waarop een bedrijf winst maakt.

elke regio.

een koolstofarme wereld. Ons onder-

Dat kan alleen met een deskundig team

zoek en onze instrumenten zijn gericht

beleggingsprofessionals dat beschikt

op het bieden van nieuwe denkwijzen

over voldoende ervaring en kennis om

Blijf op de hoogte van de voortgang

en oplossingen om beleggers te helpen

situaties te beoordelen en risico’s te

en de research in dit thema via

bij het begeleiden van de gevolgen van

beheersen. De beleggers van vandaag

www.schroders.nl/climate-change-

de klimaatverandering.

willen rendement, maar ze willen ook

dashboard.

dat hun beleggingen bijdragen aan de De Schroders Climate Progress

samenleving als geheel. Duurzaam-

Dashboard monitort 12 indicatoren die

heidsonderzoek is een integraal

de voortgang weergeven naar een

onderdeel van de manier waarop wij bij

koolstofarme wereldeconomie. Het

Schroders beleggen, in elke beleggings-

vergelijkt de prognoses van inter-

categorie en in elke regio. Wij vinken

nationale organisaties om een schatting

geen lijstjes af, maar voegen waarde

te maken van de temperatuurs-

toe door diepgaand inzicht en door

verandering die de vooruitgang op elk

middel van een actieve dialoog met

gebied met zich meebrengt. Samen

bedrijven om hun gedrag en bestuur te

suggereren ze dat we op weg zijn naar

verbeteren. We houden niet op bij

een stijging die dichter bij de 4°C ligt

aandelen, maar gebruiken onze

dan de 2°C-doelstelling die de wereld-

inzichten ook voor beslissingen over

leiders in 2015 in Parijs hebben

andere beleggingscategorieën, zoals

afgesproken.

obligaties en vastgoed. Het is een integraal onderdeel van alles wat we

ESG-aanpak bij Schroders

doen.

De veranderingen in maatschappij en milieu gaan sneller dan ooit. De

Meer wetenswaardigheden over

bedrijven die zich met succes

duurzaam beleggen en de ESG-aanpak

aanpassen, zullen er beter in slagen

van Schroders kunt u vinden op

klanten te werven, werknemers te

www.schroders.nl/duurzaamheid. «

vinden en te groeien. Om de gevolgen van deze krachten te begrijpen, is een toekomstgerichte, actieve beleggingsaanpak nodig. Dit vereist niet alleen inzicht in de wisselwerking tussen een

Belangrijke informatie: De meningen en standpunten in dit document zijn die van het Schroders Global Climate Change Team, en zij vertegenwoordigen niet noodzakelijk de meningen die worden uitgedrukt of weerspiegeld in andere berichten, strategieën of fondsen van Schroders. Dit document is uitsluitend bedoeld ter informatie. Het materiaal is niet bedoeld als aanbod of uitnodiging om een financieel instrument of effect te kopen of te verkopen of een bepaalde beleggingsstrategie te volgen. De verstrekte informatie vormt geen beleggingsadvies, beleggingsaanbeveling of beleggingsonderzoek en is niet afgestemd op de specifieke omstandigheden van enige ontvanger. Het materiaal is niet bedoeld als financieel, juridisch of fiscaal advies en mag niet worden gebruikt als basis hiervoor. De vermelde informatie wordt geacht betrouwbaar te zijn, maar de juistheid of volledigheid wordt door Schroders niet gegarandeerd. Schroders is niet aansprakelijk voor onjuistheden in feiten of meningen. De opvattingen en informatie in dit document mogen niet worden gebruikt als basis voor individuele beleggingsbeslissingen en/of strategische beslissingen. In het verleden behaalde resultaten zijn geen betrouwbare leidraad voor de toekomstige resultaten. De koersen van aandelen en de daaruit gegenereerde inkomsten kunnen zowel dalen als stijgen, en het is mogelijk dat beleggers het oorspronkelijk geïnvesteerde bedrag niet terugkrijgen. Schroders is een data controller met betrekking tot uw persoonsgegevens. In ons Privacybeleid, dat u kunt raadplegen op www.schroders.com/en/privacypolicy, vindt u informatie over de wijze waarop Schroders uw persoonsgegevens kan verwerken. Als u geen toegang hebt tot deze website, is ons Privacybeleid op aanvraag verkrijgbaar. Uitgegeven door Schroder Investment Management (Europe) S.A. Neteherlands Branch, World Trade Center, Tower A, Level 5, Strawinskylaan 521, 1077 XX Amsterdam. Ten behoeve van uw veiligheid kunnen telefoongesprekken worden opgenomen of beluisterd.

NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

93


// THEMA DISRUPTIVE INNOVATION, LONG TERM INVESTING & ESG

Creëren teamgeest cruciaal voor succes bedrijf DOOR JOOST VAN MIERLO

Hard werken, tegenvallers accepteren als natuurverschijnselen en onmiddellijk aandacht besteden aan problemen. Dat zijn de ingrediënten achter het fenomenale succes van Kees Koolen. Koolen is de meest tot de verbeelding sprekende Nederlandse

genomen over de meest urgente problemen. De service die

ondernemer van het moment. Onder zijn leiding groeide

we toen geboden hebben aan onze klanten was ongekend en

Booking.com uit tot de belangrijkste digitale reiswinkel ter

werd dankzij sociale media wereldwijd gedeeld. Daarna waren

wereld. Daarna hielp hij de internettaxidienst Uber uit te

we marktleider.’ En dan de referentie aan het boerenleven:

groeien tot het internationale succes dat het nu is.

‘Een zieke koe heeft onmiddellijk aandacht nodig. Als je tot morgen wacht, is de koe dood.’

Op dit moment besteedt Koolen het grootste deel van zijn ruim honderd-urige werkweek - ‘ik houd nu eenmaal van werken’ -

Booking.com werd in 2005 verkocht aan Priceline, al kochten

aan de uitbouw van batterijenfabrikant Lithium Werks.

Koolen en een deel van het management aandelen terug.

Indertijd, bij de noodzakelijke herfinanciering van Booking.com,

‘Sommige mensen zeggen dat we te vroeg hebben verkocht.

lieten Nederlandse durfkapitalisten en pensioenfondsen hem

Achteraf denk ik zelf ook dat we op eigen kracht zouden

in de steek. Iets waar ze nu enorme spijt van hebben. Deze keer

hebben overleefd. Maar we zaten tot onze oren in de schuld

hoopt Koolen op een toeschietelijker houding , maar het lijkt

en dachten in ieder geval toen dat we onmiddellijk geld nodig

erop dat investeerders opnieuw uit het buitenland gaan komen.

hadden. We zijn bij alle grote investeerders in Nederland langs geweest. Niemand durfde het aan. In Amerika was dat

Tijdens een gesprek met Koolen duurt het nooit lang tot zijn

anders. Priceline hapte toe. We hebben een deel van de

jeugd in de agrarische gemeenschap van Het Loo bij het

aandelen teruggekocht. Uiteindelijk zijn tenminste honderd,

Brabantse Bergeijk ter sprake komt. Bijvoorbeeld als het

misschien wel vijfhonderd medewerkers miljonair geworden

succes van Booking.com ter sprake komt.

door Booking.com. Dat is toch een mooie prestatie.’

Koolen meent het moment precies te kunnen aanwijzen. Dat

Het volgende avontuur heette Uber. Na zijn vertrek bij Booking.

was in 2010 toen het vliegverkeer wereldwijd totaal ontregeld

com werd Koolen gebeld door de Amerikaanse durfinvesteerder

was als gevolg van vulkaanuitbarstingen in IJsland. Overal

Bill Gurley. Of hij niet wat bedrijven wilde bezoeken die mogelijk

zaten toeristen die niet konden reizen. Bij Booking.com werd

interessant waren. Koolen zag de potentie van Uber en was

de situatie vanaf de eerste signalen ieder uur behandeld door

jarenlang betrokken bij de internationale expansie. ‘We hebben

een team van specialisten. Koolen: ‘Het waren bijeenkomsten

ervoor gezorgd dat het internationale hoofdkantoor in

van vijf minuten waarin heel snel beslissingen werden

Nederland staat. Daar werken nu 800 mensen. Mooi toch?’

Foto's: Ruben Eshuis Fotografie

Vier jaar geleden begon Koolen ook zijn eigen investeringsmaatschappij. Er werd in een mum van tijd ruim € 500 miljoen opgehaald. ‘Dat geld is nu voor het belangrijkste deel belegd en het is tijd om nieuw geld op te halen. We hebben vorig jaar naar meer dan 4.800 bedrijven gekeken. We hebben geïnvesteerd in tussen de vijftien en twintig bedrijven. Dat worden natuurlijk niet allemaal successen. Dat is een kwestie van statistiek, maar ik ben ervan overtuigd dat er toekomstige klappers tussen zitten.’ Koolen ziet het creëren van een teamgeest als zijn belangrijkste bijdrage. ‘In mijn bedrijven zijn de specialisten het belangrijkst. Managers zijn er alleen om het werk van de

94

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018


Sommige mensen denken dat het vijf voor twaalf is. Het is echter al ver na twaalven. We spelen Russische roulette met een kogel en drie gaten. Er moet iets gedaan worden en snel.

twaalf is. Het is echter al ver na twaalven. We spelen Russische roulette met een kogel en drie gaten. Dat is niet mijn soort spel. Er moet iets gedaan worden en snel.’ Koolen heeft grote plannen met Lithium Werks. In 2020 moet sprake zijn van een omzet van 1 miljard dollar. Tien jaar later voorziet hij een omzet van 100 miljard dollar voor het bedrijf met fabrieken over de hele wereld.

specialisten te faciliteren. Maar specialisten zijn vaak

Hopelijk in Nederland. Maar dat zal ook van de politiek

eenlingen. Ik besteed veel tijd om ervoor te zorgen dat zij het

afhangen. En daar houdt Koolen zich verre van. ‘Ieder zijn

gezamenlijke doel van het bedrijf onderschrijven. Dat doel is

eigen vak. Ik weet van mezelf dat ik geen goede politicus zou

natuurlijk flexibel en moet van week tot week, en in geval van

zijn. Ik draag liever mijn steentje bij op een vlak waar ik wel

crises van uur tot uur worden herschreven. Ja, snel

talent heb. Dat is veel nuttiger.’ «

beslissingen nemen, daar ben ik ook goed in.’ Het gaat niet altijd goed. Een paar jaar geleden had Koolen grote hoop voor Agri Brasil, dat zich richt op grootschalige veehouderij in Brazilië. De politieke realiteit is dat zijn plannen op dit moment niet haalbaar blijken. ‘Nee, daar ben ik niet emotioneel onder. Ik zie dat als een natuurverschijnsel. Daar heb je je bij neer te leggen. Je kunt nog zo goed kunnen surfen, maar als er geen golven zijn dan heeft het geen zin. We zijn met Agri Brasil de tijd vooruit. Over dertig jaar geeft iedereen ons gelijk, maar daar schiet je nu niets mee op.’ Bij de pakken neerzitten, is er niet bij. Koolen zit tot over zijn oren in het werk met Lithium Werks, een bedrijf dat zich richt op de ontwikkeling van batterijtechnologie, de bouw van batterijen en het bieden van oplossingen voor de transitie van vuile naar schone energie. In oktober schreef Koolen geschiedenis door een investering van 1,6bn euro aan te kondigen met Chinese investeerders in een nieuwe fabriek in de buurt van Shanghai. Het is niet de bedoeling dat het daarbij blijft. Koolen ziet met lede ogen aan dat de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van batterijtechnologie plaatsvinden in Zuidoost-Azië. ‘Het draait om China, Zuid-Korea en Japan. En dan heb je nog Tesla. Maar waar is Europa? We hebben het over twintig procent van de wereldeconomie, maar wat betreft de belangrijkste ontwikkeling ter wereld is Europa niet present. Dat kan niet.’ De ontwikkeling van batterijtechnologie zal voor een

CV

omwenteling zorgen. Dat geldt bijvoorbeeld voor de elektriciteitsmaatschappijen. Die bevinden zich nog veelal

1983

HTS Venlo Werktuigbouw

in het ‘stomen’ tijdperk, zoals Koolen placht te zeggen.

1988

TBK Twente

‘Elektriciteit wordt opgewekt door de stoom die wordt

1996

Angle investor Bookings.nl

veroorzaakt door de verbranding van fossiele grondstoffen.

2001-2008:

COO Booking.com

En ons grid is ongeschikt voor de verspreiding van zonne- en

2008:

CEO Booking.com

windenergie.’

2011:

Chairman Booking.com

2012:

Directeur Uber International

De toekomst is aan de batterij, die een razendsnelle

2014:

weg bij Booking

ontwikkeling doormaakt. Koolen geeft toe een jaar geleden

2015:

Agri Brasil en EQT Ventures

nog nauwelijks een idee te hebben gehad van klimaat-

2018:

Chairman Lithium Werks

verandering. ‘Sommige mensen denken dat het vijf voor NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

95


// INTERVIEW OP MAAT

Innovatie en technologie stellen beleggers in staat te navigeren in complexe kapitaalmarkt en sterk gereguleerde omgeving DOOR HARRY GEELS

De wereld verandert op technologisch gebied snel. Voor de financiële wereld doemt de vraag op of nieuwe technologieën potentieel verstorend werken of juist omarmd moeten worden. Volgens Martin Mlynár, Managing Partner bij Corestone Investment Managers, bieden nieuwe technologieën een uitgelezen kans om onderscheidend te zijn en het hoofd te bieden aan nieuwe uitdagingen. Technologische ontwikkelingen zijn toch van alle tijden?

toezicht en regelgeving. Technologie helpt om aan deze

‘Ja, technologische ontwikkelingen gaan steeds sneller. Denk

aanbieders wordt momenteel flink in technologie geïnvesteerd.

daarbij aan de snelle opmars van smartphones, robotisering,

Wie niet meedoet, zou weleens de boot kunnen missen. Ik

Artificial Intelligence, zelfrijdende auto’s en alles wat met

spreek overigens bewust niet van fintech. Het inzetten van de

duurzaamheid te maken heeft. Ook wordt de omgeving

technologie in de financiële wereld dateert eigenlijk al van

waarin de aanbieders van financiële producten en diensten

twintig jaar, of wellicht nog langer geleden. Fintech is een

actief zijn steeds complexer, door de juridisering van de

modewoord.’

uitdagingen het hoofd te bieden. Door diverse financiële

samenleving, door mondigere klanten en door steeds meer

Figuur 1: Voorbeeld regulation & compliance

Bron: Corestone Investment Managers AG

96

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018


Kunt u concreet drie voorbeelden geven van technologische ontwikkelingen in de asset management industrie?

in open tools die ook voor externe partijen toegankelijk zijn.

‘Binnen de sector private wealth zien we de opkomst van

geworden. Single databases zijn datawarehouses geworden.

Robo-adviseurs. Bij fondsen zien we de opkomst van quant

En wat betreft data zitten we in een transitie van puur

funds, factorbeleggen en steeds geavanceerdere replicatie-

kwantitatief naar kwalitatieve dashboards en verkeers-

modellen voor ETF’s. Het efficiënt inzetten van data en

lichten. Er zijn nieuwe applicaties zoals regulerings- en

modellen kan helpen de kosten voor het beleggen inzichtelijk

compliance monitors, interactieve ESG-dashboards en

en lager te maken. In de bankensector is blockchain een ‘hot

customer due diligences, soms zelfs verrijkt met Artificial

item’. Blockchain heeft de potentie om de financiële wereld

Intelligence, om zomaar enkele voorbeelden te geven. De

te veranderen, van het oude model van ‘trusted advisors’

ambities zijn ‘effectieve controle en overzicht’ en

naar ‘peer-to-peer’ platformen. Veel dienstverleners houden

‘gecentraliseerde monitoring en sturing’.

We zijn overgestapt van lokale hosting naar ‘cloud-based webinterfaces’. Verder is statische output interactief

het amper bij. En dan bespreken we nog niet eens hypothetisch quantum computing eventueel mee gaan maken. Op het congres ‘Disruptive Innovation, Long Term Investing & ESG’ dat Financial Investigator organiseerde op 8 november 2018 en waar ik een keynote presentatie gaf, stelde ik de zaal de volgende vraag: ‘Zoekt u voor nieuwe informatie liever op het internet dan in de interne informatiebronnen en – systemen?’. Ik hield de zaal vier meerkeuzeantwoorden voor:

Foto: Ruben Eshuis Fotografie

wat er met onze en andere industrieën gebeurt als we

altijd, beide, soms, of afhankelijk van het soort informatie. Opvallend was dat ruim meer dan de helft van de aanwezigen het externe internet als aangewezen informatiebron zag. Wat zegt dat over de stand van de interne technologie en informatiebronnen?’

U noemde de zelfrijdende auto, wat zou het equivalent zijn van een zelfrijdende auto voor een belegger, in dit geval een asset manager of een institutionele belegger? ‘Die zelfrijdende auto moet invulling geven aan twee belangrijke trends: complexiteit en regulering. De complexiteit zit hem in verschillende dimensies, zoals nieuwe beleggingscategorieën, infrastructuur of hypotheken, om maar wat te noemen. Maar ook een steeds sneller veranderende macro-economische omgeving en strengere eisen van beleggers, bijvoorbeeld wat betreft transparantie en ESG. De regulering, de andere trend, vereist steeds meer van de infrastructuur van de belegger, zoals documentatie – contracten, guidelines, governance, compliance waaronder ook het vastleggen van ‘breaches en violations’ enzovoort.

CV

Het is leuk om ESG te omarmen, maar hoe zijn we dan in control als er bij een bepaald bedrijf iets mis gaat? Hoe

Martin Mlynár is sinds 2007 mede-oprichter en

snel wordt dit vastgelegd en wordt er actie ondernomen,

Managing Partner bij Corestone Investment Managers

bijvoorbeeld door directe engagement of uitsluiting? We zien

AG. Hij heeft ruime ervaring in de beleggingswereld. Zo

nu dat veel financiële dienstverleners het niet bijhouden. Hun

was hij mede-oprichter en Managing Director van Altis

monitoring en sturing loopt achter op de toegenomen

Investment Management AG. Hij startte zijn loopbaan

complexiteit en regulerings- en/of cliëntenvereisten.’

bij Barings Asset Management in Londen, waarna hij in 1996 ging werken bij ING Barings Equity Capital Markets

Corestone heeft al in een vroeg stadium technologie omarmd. Wat is er de laatste jaren veranderd?

in Amsterdam. In 2002 werd hij Head of Corporate

‘Het adagium is nu: de technologie moet toegevoegde

was Mlynár naast zijn eindverantwoordelijkheid voor

waarde bieden, het gaat niet louter meer om automatisering

Corestone, Hoofd van Robeco Investment Solutions.

Development bij IMC. Vanaf eind 2014 tot medio 2018

en kostenefficiëntie. Zo zijn de interne ‘tools’ getransformeerd NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

97


// INTERVIEW OP MAAT

Een sleutelbegrip bij ons is een ‘live document’. Stel dat we bijvoorbeeld, kijkend door een compliance bril, klikken in het

Figuur 2: Voorbeelden dashboard

systeem op het document met de beleggingsrichtlijnen. Vervolgens wordt uit een centrale bewaarplaats de originele tekst opgehaald. Daarna lichten de actuele beleggingsrestricties op. Op beleggingsrestricties kan geklikt worden om verder te kunnen inzoomen. Stoplichten worden ingezet als er een schending van één of bepaalde richtlijnen plaatsvindt. Voor de duidelijkheid, dit is een voorbeeld, voor de belegger bestaan er actuele, interactieve investment dashboards en voor de risicomanager dito risk dashboards.’

Ontwikkelen jullie alles zelf intern?

Bron: Corestone Investment Managers AG

‘Nee, dat is een achterhaald idee. Een autofabrikant maakt ook niet alles zelf, maar heeft partnerships met leveranciers. We gaan partnerships aan met leveranciers én klanten. Dat

offices hebben ook weer andere informatiebehoeften. Idem

moet wel, er verandert veel en een bedrijf kan intern lang

dito hun eindklanten. Een flexibele ‘engine’ kan helpen alle

niet alles bijhouden. Als je alles intern wilt blijven ontwikkelen

specifieke informatiebehoeften in te vullen en de doel-

en er komen steeds meer nieuwe technologieën dan moet je

stellingen van de eindklanten te realiseren. In Figuur 2 staat

welhaast ook weer andere mensen aannemen. Soms heb je

bijvoorbeeld een afdruk uit een systeem van een vermogens-

jongere generaties nodig om bepaalde technologieën en

beheerder waar een portefeuille is gemaakt om de doelstelling

programmeertalen te kunnen omarmen. Met partnerships

van een jonge dame, namelijk een bepaalde som geld om te

kunnen we flexibeler zijn.’

kunnen studeren, een ‘college fund’, te realiseren. Links in Figuur 2 staan alle portefeuillestatistieken. Rechts wordt

Waar gaan de technologische ontwikkelingen uiteindelijk toe leiden?

inzichtelijk gemaakt welke preferenties de eindklant heeft

‘Een belangrijke vraag is of we technologie moeten

Uiteindelijk gaat het om doelstellingen halen. Veel

omarmen om slimmer te worden en effectiever te werken,

aanbieders bieden in deze industrie de beste producten aan,

of om er de klantrelatie mee te versterken. De nadruk ligt

maar ze zijn lang niet allemaal geschikt om bepaalde

vaak op het eerste. Maar wij denken dat het tot stand

doelstellingen van eindklanten te realiseren. Als ik in de

brengen van betere en transparantere communicatie met

bergen wil wandelen, heb ik niets aan de beste ballet-

een klant minstens net zo belangrijk en onderscheidend is.

schoenen. Ik denk dat de technologie uiteindelijk al onze

En als we het over een klant als een pensioenfonds hebben

financiële zaken, vanuit verschillende perspectieven zoals

dan is dat eigenlijk niet één klant. We hebben een bestuur

sparen, hypotheken, inkomen, beleggen en pensioen, samen

dat bestuurt, een bestuursbureau dat uitvoert en een

gaat brengen in één portal met verschillende dashboards.

beleggingscomité dat adviseert. Dan hebben we, niet in de

Technologie verbindt.’

en in hoeverre de doelstellingen worden gerealiseerd.

laatste plaats, ook nog de pensioengerechtigden, zeg maar

voor al die verschillende eindgebruikers op maat gemaakte

Dit kost toch allemaal veel geld! Kunnen aanbieders beter wachten totdat de markt standaarden heeft ontwikkeld, of moeten ze nu al investeren?

informatie leveren. Aldus hoeven we niet bang te zijn dat

‘Het risico van niets doen en afwachten, is groter dan het

technologie ons gaat ontwrichten. In tegendeel, we moeten

pad van het ontwikkelen van partnerships en het omarmen

het omarmen. Klanten worden beter geïnformeerd en

van technologieën. Grotere partijen, en daarbij denk ik vooral

kunnen zo bijvoorbeeld beter hun doelstellingen en

aan de banken, hebben een grote uitdaging. Ze hebben

‘investment beliefs’, waaronder niet in de laatste plaats

weliswaar financiële mogelijkheden om te investeren, maar

duurzaamheid, realiseren. Vermogensbeheerders of family

ze zijn meestal niet agile genoeg om nieuwe systemen te

de eindklanten. Zij hebben allemaal uiteenlopende kennis, informatiebenodigdheden en doelstellingen. Technologie kan

bouwen. De toezichthouder kan weleens een beslissende rol

Blockchain heeft de potentie om de financiële wereld te veranderen, van het oude model van ‘trusted advisors’ naar ‘peer-to-peer’ platformen. 98

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018

spelen. Nieuwe regelgeving eist nu al steeds meer transparantie naar de eindklant. Die transparantie kan alleen maar geboden worden met behulp van technologie. Denk ook aan ontwikkelingen als blockchain, cryptocurrencies en een credit card-applicatie als Revolut, die potentieel een complete business bij banken kan wegnemen. Als je daar als aanbieder van financiële producten nu al niet mee bezig bent, ben je te laat.’ «


Foto: Archief KAS BANK

DOOR MARCEL KRUSE, SENIOR BALANSMANAGER BIJ KAS BANK

Data, het nieuwe goud voor de institutionele belegger? De laatste jaren worden we in ons persoonlijk leven overspoeld met apps waarin wij allerlei gegevens kunnen bijhouden. Zo zijn er bijvoorbeeld running apps die onze fysieke prestaties in allerlei parameters bijhouden. Vaak zijn dit mooie, gebruiksvriendelijke apps die meestal ook nog geheel kosteloos worden aangeboden. Waarom zijn er zoveel partijen die dit soort apps in de markt zetten, zonder geld voor deze dienstverlening te vragen? Het addertje onder het gras is dat het de makers gaat om het verzamelen van data van personen en patronen van groepen die vervolgens te gelde worden gemaakt. De ‘gratis’ app is hier slechts een middel voor.

Zijn data van institutionele beleggers (g)een goudmijn?

op en ontsluit deze naar de uitvoerders die de gegevens

Deze apps zijn gericht op particuliere gebruikers. Tot nu

gebruiken voor analyses, rapportages of het beheer van

toe worden institutionele beleggers niet op eenzelfde

beleggingsportefeuilles. Hierdoor gebruiken dienst-

wijze belaagd door aanbieders van ‘gratis’ apps. Betekent

verleners consistente datasets en wordt de institutionele

dit dat de data van de institutionele beleggers niks waard

belegger niet meer geconfronteerd met inconsistente

zijn? Of is hier iets anders aan de hand?

uitkomsten. Een win-winsituatie!

De data van de institutionele belegger kunnen niet op

Eén waarheid, meerdere gebruikers, geen verschillen

gelijke wijze worden gebruikt als de data van de particulier.

Het gebruik van data vanaf één centrale locatie kan

Het gaat hier immers om data van een groep als geheel

worden gerealiseerd door beveiligde servers in te richten

en niet van een individu. Hierdoor zijn de data van

die de data naar de systemen van de uitvoerders sturen.

institutionele beleggers minder interessant voor data-

Dit is op zich niet zo’n probleem, maar de uitkomsten van

verzamelaars uit Silicon Valley.

de analyses moeten ook weer terug naar de centrale dataopslag, zodat de centrale dataopslag altijd up-to-

Verschillende analyses, andere data…

date is. Zo ontstaat één waardevolle dataset met alle

Toch hebben data van institutionele beleggers veel waarde

benodigde informatie om de institutionele belegger te

en kunnen ze veel inzicht bieden aan de institutionele

ondersteunen. Hiermee ontstaat een nieuwe vorm van

belegger en haar klanten. Voorbeelden hiervan zijn ALM-

dienstverlening: DAAS – Data As A Service.

studies, risicoanalyses of performanceberekeningen. Deze berekeningen worden echter vaak door verschillende

Goede data zijn in de complexe wereld van de institutionele

partijen uitgevoerd. De ALM-consultant zorgt voor de ALM-

belegger enorm belangrijk. Een veelgebruikte stelling

studie, de risicoanalyse wordt vaak door de fiduciair of de

bij het gebruik van financiële modellen is: garbage in =

investment-consultant uitgevoerd en de administrateur

garbage out. Deze stelling klopt als een bus! Je kunt een

van de institutionele belegger voert veelal de performance-

fantastisch model hebben dat de risico’s van de

berekening uit.

beleggingsportefeuille bepaalt, maar als de gebruikte data in het model niet te vertrouwen zijn, dan zijn de

Veelal doen deze partijen hun werk op basis van hun

uitkomsten van het model onbetrouwbaar en is het

eigen datasets. Naast het feit dat het operationeel

centraal opslaan van data noodzakelijk. Goede data zijn

risicovol is om data uit te wisselen tussen verschillende

hiermee essentieel. DAAS in de vorm van een centrale

partijen, kost het vaak ook veel tijd en energie (en

opslag en verwerking van data kan hierbij de oplossing

frustratie) om de uitkomsten van verschillende analyses

zijn. «

op elkaar aan te sluiten. De oplossing: sla data centraal

NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

99


// THEMA DISRUPTIVE INNOVATION, LONG TERM INVESTING & ESG

VERANDERING IS DE ENIGE CONSTANTE Door Andrew Gillan

Disruptie is een continu proces en iedere succesvolle beleggingsstrategie moet hier rekening mee houden. Andrew Gillan, Hoofd van Asia ex-Japan Equities bij Janus Henderson Investors, bespreekt de kansen die disruptie biedt in de regio Azië. Disruptie is een continu proces dat geen geografische of sectorgrenzen kent. Azië staat al lang centraal hierin, al zijn het disruptietempo, de reikwijdte en de schaal waarop de effecten ervan gevoeld worden nu anders. Technologische vooruitgang, wijzigingen in beleid en regelgeving en een groeiende consumentenpopulatie die graag gebruik wil maken van de nieuwste technologie, stuwen Azië naar de voorhoede van disruptie. Technologie is vaak het eerste thema dat in ons opkomt als we denken aan disruptie. Azië is een middelpunt voor deze ontwikkeling; informatietechnologiebedrijven vertegenwoordigen 26% van de MSCI Asia Pacific ex-Japan Index. Technologische vooruitgang stelt nieuwe bedrijven in staat om sneller dan ooit te

concurreren met gevestigde bedrijven en industrieën. Het snel toenemende gebruik van online en mobiele diensten is hier een belangrijk onderdeel van. In China maakt meer dan de helft van de bevolking gebruik van internet, smartphones en mobiele internetdiensten. De Chinese consument zag ook snel de voordelen van technologische vooruitgang op het gebied van digitale betalingen. Nu 37% van de Chinezen gebruikmaakt van mobiele betaalsystemen – ten opzichte van slechts 15% van de Amerikanen – is het land goed op weg om een geldloze maatschappij te worden.

RELEVANTIE VAN AZIË VOOR TECHNOLOGISCHE DISRUPTIE De snel groeiende trend van de cloud, die voor een gelijk speelveld heeft gezorgd doordat bedrijven altijd en overal tegen

zeer lage kosten toegang hebben tot hun klanten, hangt samen met deze verschuiving in de voorkeur van de consument. Het is onmogelijk om China’s webreus Tencent niet als voorbeeld hiervan te zien. Het bedrijf heeft nu maandelijks meer dan een miljard actieve gebruikers van zijn sociale, berichten- en gamingecosysteem en toont de voordelen van naadloos contact met consumenten. Het is gemakkelijk om je te richten op succesvolle uitdagers als je kijkt naar disruptie op bedrijfs- of sectorniveau. Het is echter de moeite waard om te benadrukken dat enkele van de beste investeringen in de regio in deze eeuw afkomstig zijn van gevestigde bedrijven die hun concurrentievoordeel succesvol hebben behouden of vergroot.

Foto: Archief Janus Henderson Investors

Figuur 1: Relevantie van Azië voor technologische disruptie

Andrew Gillan

100

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018

Bron: EPFR Global, Citi Research, per 12 April 2018


Het Taiwanese TSMC, een wereldwijd toonaangevende fabrikant van halfgeleiders, is hier een goed voorbeeld van. Als een ‘enabler’ van disruptie en technologische evolutie heeft het bedrijf een relatie opgebouwd met zijn klanten die voor beide partijen gunstig is. Het bedrijf deelt de voordelen van zijn technologische ontwikkelingen en levert een aantrekkelijk en consistent rendement aan zijn aandeelhouders. Om dit voor elkaar te krijgen, moest het bedrijf snel actie ondernemen om zich aan te passen aan veranderingen in de apparaten die gebruikmaken van de technologie van het bedrijf. In de meer opkomende markten in de regio zijn beleggingen in gevestigde bedrijven in de financiële sector zeer succesvol. Banken in de particuliere sector in India en de grotere banken in Indonesië profiteren van de eerdere fase van economische ontwikkeling in deze landen. Er zal ongetwijfeld meer concurrentie komen voor deze banken, maar ze kunnen de stijgende lijn doortrekken als ze diensten blijven verlenen aan een consumentenbestand met een lage penetratiegraad en een onderliggende vraag naar hypotheken en andere financiële producten. Hoewel deze demografische wind in de rug gunstig kan zijn voor de omzet, is het belangrijk dat deze bedrijven voorzichtig blijven en hun risicobeheer goed op orde hebben. Het belangrijkste platform voor technologische vooruitgang is ongetwijfeld het grote macroeconomische voordeel ten opzichte van sommige oudere ontwikkelde economieën. Het consumptie- en demografische profiel van de regio biedt fantastische kansen voor bedrijven die daar actief zijn. Het BBP van Azië als geheel groeit aanzienlijk sneller dan het mondiale BBP en zal naar verwachting in de komende decennia blijven groeien. De regio heeft ook een groeiende middenklasse die graag wil consumeren. De uitgaven per huishouden zijn exponentieel gegroeid in de afgelopen tien jaar (zie Figuur 2).

Figuur 2: Cumulatieve groei in consumptie-uitgaven per huishouden (Index 2000 = 100)

Bron: De Wereldbank, gegevens nationale rekeningen, per 31 December 2017

HET MACRO-ECONOMISCHE VOORDEEL VAN AZIË Ondanks deze gunstige factoren wordt Azië nog steeds ondergewaardeerd door beleggers en is de regio naar onze mening ondervertegenwoordigd in wereldwijde indices. Wij zijn van mening dat Azië het potentieel heeft om traditionele manieren van kapitaal verdelen te verstoren, waardoor het een meer gevestigde beleggingscategorie zal worden. Beleggers zullen steeds vaker gericht beleggen in de regio, in plaats van bijvoorbeeld hun exposure te vergroten via wereldwijde opkomende markten. Volatiliteit is historisch gezien hoger dan in ontwikkelde markten – en dat blijft hoogstwaarschijnlijk ook zo – maar langetermijnbeleggers werden beloond door de hoogte van het rendement. Met de opname van de Chinese A-aandelenmarkt1 in de belangrijkste indices is dit jaar een belangrijke stap gezet voor het vergroten van het belang van Azië in de allocatie van wereldwijde beleggers. Het is echter ook waar dat de enorme hoeveelheid aandelenuitgiftes gunstig was voor de opkomst van China in de belangrijkste indices, in plaats van een aanhoudende outperformance ten opzichte van de rest van de regio.

Andere ontwikkelingen op het gebied van beleid en regelgeving spelen ook een rol in disruptie in de regio. De recente spanningen tussen de VS en China rondom de escalerende invoerheffingen onderstrepen hoe overheidsbeleid of grote gebeurtenissen tot disruptie kunnen leiden, zowel met betrekking tot sentiment op de aandelenmarkt als met betrekking tot bedrijfsfundamentals. De traditionele denkwijze dat Aziatische bedrijven concurreren op basis van lage loonkosten is niet meer van deze tijd. Productinnovatie en succesvolle klantgerichte bedrijfsmodellen in de regio bieden aantrekkelijke beleggingskansen. Hoewel er de afgelopen maanden negatieve berichtgeving is geweest over diefstal van intellectueel eigendom, lopen veel Aziatische bedrijven voorop als het gaat om innovatie en het bieden van de beste oplossingen voor hun wereldwijde klanten. «

1

Chinese A-aandelen zijn aandelen die staan genoteerd aan de aandelenbeurs van Shenzhen en Shanghai.

Dit artikel is geschreven door Andrew Gillan, hoofd van Asia ex-Japan Equities bij Janus Henderson Investors. NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

101


// INTERVIEW OP MAAT

Investment opportunities from Industry 4.0 BY JAN JAAP OMVLEE

‘An understanding of what Industry 4.0 really means should help active investors increase their returns and improve the sustainability of their portfolio.’ Says Alex Torrens, Co-Head of Research at Walter Scott. It should come as no surprise that technology is fuelling the

However, some believe that in this fourth industrial

fourth industrial revolution. Mechanisation created the first

revolution, returns may not be so high. Indeed Professor Paul

in the eighteenth century, assembly line production literally

Marsh, Emeritus Professor of Finance at London Business

drove the second with the Ford model T, and then

School, foresees an equity risk premium of 3.5 percent (the

automating those same assembly lines created the third.

premium investors will receive from investing in equities over

The fourth industrial revolution, or Industry 4.0, can perhaps

bonds) which in real terms equates to a potential return from

best be summarised as the digitisation of manufacturing or

equities of between 4 and 5 percent. At Walter Scott, we aim

more broadly, the digitisation of the industrial economy.

for a return of between 7 and 10 per annum over the course of a business cycle and will continue to do so.

Why is Industry 4.0 important for investors? ‘We think Industry 4.0 is important for investors because if

We remain confident that investors will be able to earn

history is anything to go by it should impact future returns.

superior returns; more than they would from a standard

In all three previous industrial revolutions good returns

passive product, a standard factor-based product or even a

were enjoyed by those who understood both the trends and

smart beta product, but only by identifying those active

the technologies, and that were able to identify those

managers who understand these trends and the technology

businesses best placed to benefit. Within the last 20 years

behind them, and invest in them appropriately.’

this has been evidenced by companies such as Fanuc and Keyence which, as early adopters of technology and leaders in their fields, have delivered significant returns. Industry 4.0 will be no different.

Where do you believe the greater returns for investors will come from as a consequence of Industry 4.0? ‘We believe that the investment implications of Industry 4.0 have the potential to improve returns for investors in four fundamental areas. The first is growth: the best companies, in

Figure 1: Gartner hype-cycle

embracing Industry 4.0, are generating incremental growth opportunities that can boost the returns, provided that as an investor you aren’t paying too high a price. The second is perhaps obvious: efficiencies, which, in terms of productivity and return on capital, almost always positively impact a company’s bottom line. The third is ESG. We believe that many of the technologies associated with Industry 4.0 improve the ESG credentials of these companies, which in turn contributes to the portfolio’s sustainability and sustainability of returns. And finally, the fourth area, is the opportunity for companies to change their business by moving away from a product to more of a service-based model.’

What are the ESG implications? ‘The first thing to address is the elephant in the room: what does ESG mean for jobs and employment? It seems likely, Source: https://www.gartner.com/en/research/methodologies/gartner-hype-cycle

102

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018

that given the current trend, we will see a steady rise in automation, which doesn’t paint a particularly positive


picture for employment prospects. It will be essential for

It is still early days but with the right management and

companies to ensure that their ongoing drive for greater

strategy this could create more resilient, predictable

efficiency doesn’t undermine their social license to operate

fundamentals, and greater investor confidence which

– something investors should be considering more carefully

inspires higher multiples and a lower cost of capital.’

But there are significant positives to highlight too – the opportunities from additive manufacturing (3D printing using additives such as plastic or metals) can be very powerful for ESG credentials. For a company such as Renishaw, a manufacturer of precision measurement and process control products and a world leader in additive manufacturing, the implications are obvious: significantly less waste in that 98% of the metal powder used in the

Photos: Ruben Eshuis Fotografie

than they appear to do today.

printing process is reusable. More broadly the ability to print spare parts or source a local supplier who can do so for you has an immediate impact on spare parts you would otherwise need to keep in stock. This kind of innovation enables near-shoring which reduces the global supply chain and any associated greenhouse gases.’

What types of companies would fit in the perfect Industry 4.0 picture? ‘There are certain quantitative and qualitative things that we look for in businesses. On the quantitative side, we’re looking for companies that have a demonstrable history of growth, strong return structures and strong balance sheets. When we find companies with those attributes, we ask ourselves why those financials are the way they are and what is special about this company. Why is it a market leader? What decisions has the management made that positions the company well for the future, and is it in control of its own destiny? This is where some of the thematic work around Industry 4.0 may come into play. So given what we know about the way the industrial economy seems to be evolving, do we think that Keyence, for example, is going to remain a strong market leader in industrial automation and inspection equipment? And if we do, how much do we think we should pay for that?’

CV

There’s another area of opportunity: new business models.

Alex Torrens is Co-Head of Research and an investment

‘The Dutch company ASML has developed a semiconductor

Scott). Walter Scott was established in 1983 to offer

lithography system capable of manufacture at 5nm: 1nm

global equity portfolio management to institutional

is a billionth of a metre and a single human hair is

investors around the world. The firm’s clients today

approximately 75,000nm. The upfront cost of this system to

include pension plans, foundations, public funds and

their clients, who include Intel, Samsung and TSMC, is in the

financial institutions. Walter Scott’s truly global

region of USD 120m. Relatively recently ASML acquired a

approach views the world as a single universe of

company called Cymer, the provider of the light source for

opportunities. The primary task is identifying

the lithography system. In doing so, ASML has been able to

companies able to sustain the highest rates of wealth

adapt its business model to include a new regular and

generation over a long-term investment horizon. This is

repeat revenue stream by charging for the light source

done through original, fundamental research carried

element of the process on a ‘per pulse’ basis. So by adopting

out by the firm’s own team. Walter Scott is based in

an ‘Industry 4.0’ approach ASML is now better placed to reap

Edinburgh Scotland, and since 2006 has been a wholly

the rewards from growth, efficiencies, ESG, and a new

owned subsidiary of BNY Mellon.

manager at Walter Scott & Partners Limited (Walter

business model. NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

103


// INTERVIEW OP MAAT

Can you identify any other companies which might benefit from adjusting their business model in a similar way?

efficient basis. And while today it’s arguable whether Bugatti

‘Kone immediately springs to mind. As a global leader in the

of ‘commercially relevant’, were the approach to be adopted

elevator and escalator industry, one of its challenges is that

for mass market car production that argument becomes

half of its current revenue comes from the initial sale of

indisputable.’

printing the brakes for their latest supercar raises developments such as additive manufacturing to the status

equipment. So having sold an elevator to a customer the but it’s very unpredictable. We think the company could

Are you using the Gartner hype-cycle to demonstrate the conversion of technologies?

benefit from moving to a business model where customers

‘The Gartner hype-cycle (see Figure 1) is certainly an

pay Kone on an ongoing basis for guaranteed uptime of their

interesting tool and possibly of greater relevance in the

elevators. This would introduce greater predictability in the

additive manufacturing space. Both 3D Systems and

business and a steady cash flow which is something that

Stratasys, for example, initially enjoyed skyrocketing Price/

investors would very likely pay a higher multiple for.’

Sales figures which then, and this should hardly have come

revenue stops. That’s fine because you receive cash upfront

as a surprise, completely crashed. So the hype-cycle

How do institutional investors react to the Industry 4.0 story?

typically reflects that initial over-enthusiastic and

‘People are aware of many of the individual technologies

‘trough of disillusionment’.

overestimated expectation followed by what they call the

and new concepts. And what’s increasingly apparent, as with the ASML example mentioned earlier, is that a willingness to

There is all too often an element of hyperbole or silliness

embrace the revolution that is Industry 4.0 can have real

surrounding technological development but I think we’re

commercial relevance.

passed that stage now and the enthusiasm and excitement we see in the market today around Industry 4.0 seems

For instance, up until relatively recently printing metal in 3D

appropriate to the impact we believe it has the potential to

simply wasn’t possible. Now a number of companies,

deliver.’

including Renishaw, can, and are doing so on a commercially

How do you see Industry 4.0 evolving in the years ahead? ‘Firstly there will continue to be thousands of disruptive innovations. What we think of now as being Industry 4.0 will mature and evolve over time. Along the way there will inevitably be a degree of consolidation which, when managed efficiently, should accelerate growth and increase both profit and market share. And we will probably also see acquisitions in this space, consolidations around standards such as connectivity, operating systems, optical machines or any number of the component parts of what we think of as Industry 4.0. We have no way of knowing, for example, whether additive manufacturing will be dominated by one company, by five, by ten or even a hundred companies over the next few years. However it plays out, it’s our belief that Industry 4.0 represents a real opportunity for active investors to increase their returns and improve sustainability in the ESG prospects for their portfolio provided they understand the trends and the technology driving this fourth industrial revolution, and invest appropriately.’ «

For more information please contact: Michael Jasper, Managing Director EMEA BNY Mellon Investment Management Michael.jasper@bnymellon.com

104

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018


Photo: Archive CACEIS

BY TON MOES, BUSINESS DEVELOPMENT MANAGER AT CACEIS, NETHERLANDS BRANCH

How Quantum Computing and Artificial Intelligence could impact investing The financial industry has always been a forward-looking sector, keen to embrace new technologies and innovation to improve customer service, reduce risks associated with human error and improve overall profitability.

We have already seen massive advances, from physical cash

pricing. However, building the algorithms that are optimised

to an electronic banking system, from local branches to

for Quantum Computing power in areas like cryptography,

web-banking and from bearer bonds to high frequency

pattern matching and data sorting will have a major impact

trading. The ceaseless quest for technological innovation

on security, fraud detection and data analysis once the

has seen a new sector, FinTech, emerge and we are today all

power of Quantum Computing arrives.

familiar with the buzzwords of Blockchain, Bitcoin, Big Data and Sentiment Analysis.

The second topic is Artificial Intelligence, which ranges from complex rules-based engines such as the chatbots or robo-

These are however current technologies and live projects

advisors used on online banking platforms all the way to

- tangible tech with real world uses. Beyond the cutting-

true AI that can enable funds to absorb vast amounts of

edge of today’s technology, institutions are investing heavily

data, combine it with self-optimising algorithms and make

into two major areas of innovation, both with enormous

increasingly accurate predictions about the financial

potential to severely disrupt the financial sector. These

markets. Indeed, there are several hedge funds today that

technologies are Quantum Computing and Artificial

are already fully autonomous and make all stock trades

Intelligence (AI). You will be forgiven for thinking that this is

using solely Artificial Intelligence.

the realm of science fiction, but both technologies, although in their infancy, are being tested and refined in labs around

As chatbots improve, robo-advice becomes increasingly

the world - this is not vaporware.

accurate and AI outperforms human managers, it will be essential to focus on how humans and machines can best

Let’s start with Quantum Computing which makes use of a

co-exist. Machines’ lack of human bias could help us find

quantum mechanical phenomenon (superpositions) that

new correlations into vast silos of data, but human intuition,

allows them to solve certain sorts of computational and

common sense and imagination will remain an important

algorithm-based problems orders of magnitude faster than

balance to AI’s weaknesses. Both Quantum Computing and

classical binary computers. Quantum computers will

AI, will have an increasing impact on the financial industry.

render useless some methods of cryptography used in financial services. What is more, this encryption cracking

As always, it is key to ensure any service supplier is

capability could come anytime within the next five years, so

monitoring the forefront of technological developments to

it is essential to plan for post-quantum security now by

be sure it can deliver the robust security, data insights,

selecting encryption methods that are deemed ‘Quantum

information accuracy and business efficiency that you

safe’.

require now and in the future. The human element is central to any business and will remain so, but the assistance

As always, with technological threats come opportunities,

capabilities that AI and Quantum Computing offer will give

and the massive power of quantum computers can be

your staff, and therefore your clients, a significant

harnessed to gain a significant first-starter advantage in

advantage in an increasingly competitive industry. «

areas such as high frequency trading and stock option NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

105


Foto’s: Ruben Eshuis Fotografie

// VERSLAG PANELDISCUSSIE DISRUPTIVE INNOVATION & LONG TERM INVESTING

VOORZITTER: Jeroen van der Put, bestuurder, adviseur pensioenfondsen DEELNEMERS: Jack Julicher, CIO, a.s.r. vermogensbeheer Coos Luning, CIO, TKP Investments Gideon Smith, CIO, Rosenberg Equities (an AXA Investment Managers company) Kees Verbaas, CIO, Altis Investment Management Deze discussie is tot stand gekomen in samenwerking met Rosenberg Equities (an AXA Investment Managers Company).

BETER BELEGGEN MET NIEUWE TECHNOLOGIE Door Hans Amesz

De wereld verandert in een hoog tempo. Is dat iets waarmee rekening moet worden gehouden in het beleggingsproces, of gaat het slechts om een extrapolatie van het verleden naar de toekomst? Gideon Smith: ‘De wereld verandert inderdaad steeds sneller, maar uiteindelijk blijft men vasthouden aan het idee dat de verstoring zelf niets nieuws is, dat er bepaalde constanten in de markt zijn. Ik ben het ermee eens dat technologie de drijvende kracht achter duurzaamheid is, maar de constanten zijn wat beleggers willen in termen van resultaten. Onze klanten hebben zekerheid nodig, stabiliteit, een zeker rendement. Duurzaamheid is daar een onderdeel van, het is een middel om die doelen te bereiken. Dat we ons nu meer bewust zijn van de risico’s en kansen die we associëren met ESG of duurzaamheid, is op zich niet iets nieuws. Dat past in het streven om aan de wensen van beleggers te voldoen. Ik ben een kwantitatief belegger en al twintig, dertig jaar bezig met gegevens en modellen. Wij hebben altijd geprobeerd om 106

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018

meer en betere informatie te krijgen en betere analyses te maken. De automatisering is steeds geavanceerder geworden. De drang naar automatisering, het gebruik van big data, voelt als iets nieuws, maar is het eigenlijk niet. Dus ook in kwantitatief opzicht is er niets nieuws onder de zon. In essentie veranderen we niet wat we doen; we blijven ons richten op de constanten in de markt, op wat de klanten willen bereiken en wat het marktrendement drijft.’ Kees Verbaas: ‘Je bent een kwantitatieve belegger, maar is het niet zo dat het selecteren van bedrijven die daadwerkelijk klaar zijn voor de toekomst juist een veel betere fundamentele analyse vereist?’


Smith: ‘Absoluut, maar je doet die analyse kwantitatief. Ik ben overtuigd van de kracht en mogelijkheden van kwantitatief beleggen. In de toekomst zal het vermogen van machines om betere beslissingen te nemen dan mensen steeds meer toenemen. Ik geloof in de kracht van kunstmatige intelligentie, modellering, neurale netwerkmogelijkheden en beslisbomen; al deze nieuwe mogelijkheden kunnen we gebruiken om betere beleggingsbeslissingen te nemen. Mensen zullen vervangen worden door modellen en computers. Fundamenteel beleggen kan net zo goed worden gedaan door quants als elk ander aspect van beleggen.’ Coos Luning: ‘Wij vinden dat je daar zeker op moet inspelen. We hebben een langetermijnbeleggingsoplossing geconstrueerd vanuit drie invalshoeken: nieuwe technologie en ontwrichting, ESG en lange termijn aandeelhouderschap. De levenscyclus van bedrijven is de afgelopen zeventig jaar gehalveerd. In de toekomst zullen veel bedrijven verdwijnen, omdat ze zich in sectoren bevinden die dan geen grote rol meer zullen spelen. Daar moet je dus met betrekking tot je beleggingsportefeuille rekening mee houden. Wat betreft ESG zal ook steeds meer rekening moeten worden gehouden met deze effecten. Als langetermijnbelegger hebben we gezegd dat we ook langetermijnaandeelhouder willen zijn. Dat betekent dat de handelsomzet in de portefeuille gering is. We bouwen wereldwijde portefeuilles met slechts drie gespecialiseerde managers, elk verantwoordelijk voor zo’n veertig aandelen.’ Jack Julicher: ‘Ik denk dat langetermijnbeleggen heel belangrijk is. Je moet kijken naar bedrijven die businessmodellen hebben waarvan je kunt verwachten dat ze zullen overleven. Je moet echter ook investeren in

bedrijfsmodellen die in opkomst zijn en naar verwachting zullen overleven. Te lang blijven hangen aan de korte termijn leidt tot het risico dat je blijft zitten met stranded assets. Vooral bedrijven die hoog scoren op het gebied van ESG zullen vermoedelijk overleven, omdat het over het algemeen de beter geleide ondernemingen zijn die waarschijnlijk op de lange termijn de beste performance zullen laten zien. Ik denk dus dat er een relatie bestaat tussen langetermijnbeleggen en duurzaam beleggen.’

Voor langetermijninvesteringen is nogal wat instemming vereist, bijvoorbeeld van de Raad van Bestuur. Is het makkelijk om de boodschap van beleggen op de lange termijn over te brengen? Verbaas: ‘Ja en nee. Het is een hele uitdaging, omdat langetermijnbeleggen op gespannen voet staat met kortetermijnrapportages. Zolang er kwartaalrapportages zijn, zijn er vragen over hoe de beleggingsprestaties zich verhouden tot een benchmark op de korte termijn. Veel van onze klanten hebben bijvoorbeeld geïnvesteerd in laagvolatiele strategieën die achter kunnen blijven in stijgende markten. Als zo’n strategie drie kwartalen achter elkaar minder presteert dan het marktgemiddelde, komen daar geheid vragen over. Zelfs als zo’n strategie van start is gegaan met een beleggingshorizon van misschien wel tien jaar. Wij volgen actief een paar duizend strategieën en zijn op basis van ons onderzoek tot de conclusie gekomen dat strategieën met geconcentreerde portefeuilles en een lage portefeuilleomzet – dat wil zeggen minder dan twintig procent per jaar – de neiging hebben op de lange termijn de beste performance ten opzichte van een index te laten zien.’ NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

107


// VERSLAG PANELDISCUSSIE DISRUPTIVE INNOVATION & LONG TERM INVESTING

Smith: ‘Een belegger met een langetermijnhorizon heeft een concurrentievoordeel ten opzichte van beleggers die prestaties op de korte termijn moeten leveren. Een langetermijnbelegger kan een optimalere, efficiëntere portefeuille opbouwen omdat hij minder beperkt is. Als je als belegger de juiste benchmark kunt vinden, zul je het beter doen. Als ik ben ingehuurd om een low-volatility-portefeuille op te bouwen, maakt het vinden van een goede low-volatilitybenchmark het makkelijker om gesprekken met klanten te voeren en weerstand te bieden aan de drang naar kortetermijndenken. Om een voorbeeld te noemen: de wens om te desinvesteren in tabak kan op korte termijn financieel pijnlijk zijn, maar op de lange termijn zijn wij ervan overtuigd dat dit zich uitbetaalt.’

stap zet dat moet uitleggen aan degene die de vorige stap heeft gezet, is de flexibiliteit wellicht niet optimaal. Er is een dialoog gaande die kan helpen om meer vrijheid te krijgen voor investeringen op de lange termijn. Maar omdat alle partijen het gevoel hebben dat ze moeten uitleggen wat ze doen en waarom, wordt het inspelen op uitdagingen er niet makkelijker op.’

Er zijn allerlei soorten crises waarbij je snel moet bijsturen. Kunnen wij snel genoeg op dat soort uitdagingen inspelen, zijn we wendbaar genoeg?

Smith: ‘Het probleem is niet dat de beleggingsindustrie niet actief genoeg is of niet bereid zich aan te passen. Ik denk dat we ons wendbaar voelen, maar dat er bij het integreren van verstoringen allerlei beperkende factoren zijn. Er zijn al die prachtige nieuwe gegevens waar we mee kunnen spelen, maar als het gaat om het inbrengen van die gegevens in het proces, is dat ironisch genoeg geen technologisch probleem maar meestal een cultuurprobleem. Het is een zeer menselijk probleem. Hoe organiseer je je teams? Je kunt datawetenschappers aan boord nemen. Onze portfoliomanagers zitten nu aan tafel met onze onderzoekers en datawetenschappers. De manier waarop wij als asset managers onze teams hebben georganiseerd, moet veranderen. Er moeten zeer wendbare, cross-functionele teams worden

Verbaas: ‘Ik zou zeggen van wel. Wij volgen veel managers die hun portefeuilles actief beheren. Zij voeren vaak de juiste veranderingen op het juiste moment door en presteren daarmee over het algemeen beter dan hun benchmarks. Dus ja, ze zijn wendbaar genoeg.’ Luning: ‘In de Nederlandse pensioensector is er een grote afstand tussen de uiteindelijke eigenaar van het vermogen en de entiteit die de aandelen- of obligatiekeuze maakt. Omdat er zo veel stappen in de keten zijn en iedereen die een volgende

108

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018

Julicher: ‘Ik denk dat de vermogensbeheersector achterloopt bij andere sectoren, namelijk in onze flexibiliteit om te veranderen. Ontwikkelingen op het gebied van bijvoorbeeld innovatie blijven lang onder de oppervlakte en voltrekken zich vervolgens heel snel. Daarom moeten we als vermogensbeheerders proberen meer wendbaar te worden, dat is echt noodzakelijk.’


gebouwd, die zich zeer snel kunnen omwentelen in het beleggingsproces.’

Lang geleden bestond er een regel om succesvol te zijn, GIGO: Garbage In, Garbage Out. Smith: ‘Zeker. Je moet je afvragen welk deel van je werk zich dag in, dag uit herhaalt, en of een computer dat niet beter kan doen. Toen ik in de jaren negentig begon in de financiële industrie, moest ik de winstaankondigingen lezen die op de nieuwsdienst van Reuters stonden. Mijn eerste taak was een computerprogramma te schrijven dat dat over kon nemen. Tegenwoordig beschikken we over computer programma’s die het volledige nieuws lezen en daarbij het sentiment meten. Dat is nu een essentieel onderdeel van ons beleggingsproces, maar dit betekent natuurlijk niet dat er geen werk meer overblijft voor mensen. Het bouwen van modellen en het gebruik van nieuwe gegevens, moet immers worden geleid door mensen.’ Verbaas: ‘Wat hier gezegd is, kan volgens mij op gespannen voet staan met beleggen op de lange termijn, omdat sentimenten wekelijks of maandelijks kunnen veranderen. Daarop kun je niet zo gemakkelijk een beleggingsproces voor de lange termijn baseren.’ Smith: ‘Sentiment wordt zeker niet als enig beleggingssignaal gebruikt. Het gaat erom wat de zogenoemde ankers in de markten zijn, wat de markten drijft. Als je een aandeel van een onderneming koopt, betaal je voor een stroom toekomstige

inkomsten. Er zijn verschillende aankoopredenen en – manieren. Ik denk dat sentiment een manier is om je portefeuille te beschermen tegen de valkuilen waarin je anders zou kunnen investeren.’ Luning: ‘Voor mij speelt sentiment niet echt een rol bij langetermijnbeleggen. We maken er wel gebruik van in de langetermijnstrategie, want als een van de strategieën te groot wordt binnen de oplossing, zijn we bereid de portefeuille te herschalen. Dat is slechts een klein detail, sentiment is voor ons niet echt een belangrijk onderdeel van de beleggingsmogelijkheden.’ Julicher: ‘Het personeelsbestand in onze sector zal afnemen, omdat we door automatisering op een andere manier gaan werken. Het beroep van bijvoorbeeld analisten en researchers en zelfs portfoliomanagers gaat ook veranderen door technologische ontwikkeling en nieuwe investeringsstrategieën. Hun rol wordt beïnvloed door Artificial Intelligence (AI), data-science en data-analyse. En dan heb ik het nog niet over iets als relatiebeheer, dat de invloed zal ondervinden van de digitalisering van distributiekanalen en digitale platforms. Maar ook mid office- en back office posities zullen veranderen door automatisering. Het komt erop neer dat je vaker totaal andere mensen, dat wil zeggen met andere capaciteiten, nodig hebt. Op dit moment lopen we het risico dat we de boot missen met het aantrekken van de digitale generatie in onze bedrijven.’ «

NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

109


// INTERVIEW OP MAAT

Aantrekkelijke yields zoeken en vinden in een door de ECB verstoorde obligatiemarkt DOOR HARRY GEELS

Door het opkoopprogramma van de ECB zijn de yields in de meeste obligatiecategorieën erg laag geworden. Aantrekkelijke yields vinden we nog wel in obligatiesegmenten waar de ECB de markt niet verstoort, zoals ABS en Nederlandse hypotheken. Zo betoogt Frank Meijer, Hoofd van het Alternatives and Private Debt team bij Aegon Asset Management. Functioneren de obligatiemarkten wel normaal met een ECB die zoveel opkoopt? ‘De ECB is enkele jaren geleden met een monetaire

Verwacht u een normalisatie van de rentetarieven en zo ja, wat betekent dat voor de verwachte rendementen?

verruiming begonnen die in de lange geschiedenis zijn

‘Ja, we verwachten dat de rente zal stijgen, zoals je al gezien

gelijke niet kent. Wat betreft staatsobligaties ligt het

hebt in de VS. In Europa staan de yields ongezond laag door

opkooppercentage op 25%. Voor bedrijfsobligaties en

de aankopen van de ECB; ze bieden geen inflatiecompensatie.

covered bonds liggen de percentages op respectievelijk 14%

Zodra de ECB ophoudt met het opkoopprogramma zal de

en 42%. Ondertussen is het opkoopprogramma van de ECB

rente waarschijnlijk gaan stijgen. Dit is slecht nieuws voor

nog altijd van kracht. Het opkoopprogramma heeft geleid tot

beleggingscategorieën met een grote rentegevoeligheid

een enorme ‘yield compressie’ in de beleggingscategorieën,

(‘long duration’). Het rendement op deze beleggingen zal

met name in ‘traditional’ fixed income. Dit heeft er

negatief worden in de komende tijd, misschien wel -5%.’

bijvoorbeeld toe geleid dat Europese staatsleningen zo’n Europese investment grade bedrijfsobligaties en covered

Geen vrolijke boodschap voor obligatiebeleggers! Wat is jullie oplossing?

bonds hebben vergelijkbare rendementen gekend. Maar als

‘Kort door de bocht: beleggen in die obligatiecategorieën

de ECB ophoudt met opkopen, zullen de yields waarschijnlijk

waar de ECB de markt nog niet verstoort, bijvoorbeeld

weer normaliseren, wat zal leiden tot negatieve rendementen

Europese Asset-backed Securities (ABS) en Nederlandse

in de komende tijd op deze beleggingscategorieën. Binnen

hypotheken. Daar is de yield nog relatief aantrekkelijk. Voor

alternative fixed income heeft er veel minder yield compressie

Nederlandse woninghypotheken ligt de yield momenteel op

plaatsgevonden door de ECB. Daardoor valt daar meer

2,8%. De verwachte rendementen liggen voor ABS tussen de

rendement te behalen en ziet de toekomst er daar positiever

2,25% en 2,75%, mede doordat ABS een erg korte duration

uit.’

hebben. Beide obligatiecategorieën zijn investment grade.

4,9% per jaar hebben gerendeerd in de periode 2007-2017.

Het is dus niet nodig om risico toe te voegen om rendement Figuur 1: De programma’s van de ECB voor de aankoop van activa hebben de fixed income markten verstoord

te maken. Ze hebben bovendien interessante en unieke eigenschappen, waardoor de opname ervan in de obligatieportefeuille tot betere diversificatie leidt.’

Waarom is, behalve de hogere yield, Europese ABS interessant? ‘ABS heeft door de kredietcrisis een slechte naam gekregen, maar dat is onterecht. In Europa hebben we amper defaults gekend. Het cumulatieve defaultpercentage over de periode 2007-2017 bedroeg in Europa slechts 1,6%, tegenover 19,3% in de VS. De ABS-markt van Europa verschilt op verschillende Bron: Aegon Asset Management, Barclays, ECB (29 juni 2018)

110

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018

vlakken van die van de VS. In Europa zijn bijna altijd banken betrokken bij de totstandkoming van de leningen. In de VS is,


Asset-backed Securities dragen bij aan diversificatie binnen een portefeuille.

In onze strategie hebben we een mix van NHG- en niet-NHGleningen. Meer dan de helft van de verstrekte hypotheekleningen heeft een looptijd van tussen de 16 en 20 jaar en ruim een derde tussen de 21 en 30 jaar. Deze lange duration is aantrekkelijk voor het afdekken van lange verplichtingen van institutionele beleggers, zoals pensioenfondsen en (levens)verzekeraars. En hypotheken ‘werken’ ook goed onder FTK en Solvency II. Hierdoor zien we veel instroom in

zeker in het verleden, veel verlopen via intermediairs, die

ons hypothekenfonds. Niet alleen door Nederlandse klanten,

hypotheken hebben verstrekt aan minder kredietwaardige

maar ook steeds meer door buitenlandse institutionele

mensen; de welbekende Alt-A en subprime hypotheken. In

partijen. In onze strategie worden de hypotheken uitgegeven

Europa worden daarentegen vrijwel uitsluitend hypotheken

door onszelf, en beleggen we als Aegon Asset Management

verstrekt aan ‘prime borrowers’ met een goed salaris en

zelf mee. Dit geeft een goede ‘alignment of interest’, en dat

goede kredietwaardigheid. Daarnaast hebben in de VS de

vinden veel klanten prettig.’ «

hypotheekverstrekkers alleen een claim op het huis in geval bezittingen of (toekomstige) inkomsten van de hypotheeknemer. Door deze twee verschillen waren de verliezen op hypotheken uit de VS – en dus ABS-bonds gedekt door deze hypotheken - veel groter dan we in Europa gezien hebben. Wij hebben zelfs nog nooit een default gehad in onze Europese ABS-fondsen, ook niet in de periode 2007 tot nu. Door ‘spread widening’ was het rendement in ons Europese

Foto: Ruben Eshuis Fotografie

van wanbetaling; zij kunnen geen claim leggen op andere

ABS-fonds weliswaar -14% in 2008 en -2,5% in 2011, maar dat rendement stak positief af tegenover vele andere beleggingscategorieën in die jaren. ABS heeft ons inziens dus onterecht een slechte naam gekregen; er is wel degelijk verschil tussen US subprime ABS en Europese ABS. Europese ABS is om twee andere redenenen aantrekkelijk. Een interessant kenmerk van Europese ABS is dat ze ‘floating rates coupons’ hebben, ofwel variabele rentes. Bij een eventuele rentestijging gaan de couponnen van ABSbonds ook omhoog en blijft de marktwaarde stabiel. Dit kan zeer aantrekkelijk zijn voor klanten die verwachten dat rentes zullen gaan stijgen. Tot slot draagt ABS bij aan diversificatie binnen een portefeuille. Het onderpand bestaat vaak uit hypotheken of autoleningen. Het is dus ‘consumentenrisico’, in plaats van bedrijfsrisico of staatsrisico. In Griekenland heeft een dergelijke diversificatie mooi gewerkt; Griekse staatsobligaties zijn grotendeels afgeschreven, maar ABS-

CV

bonds gedekt door Griekse hypotheken zijn allemaal zonder verliezen afgelost.’

Frank Meijer kwam in 2005 in dienst bij Aegon Asset Management. Hij is Hoofd van het Europese

Wat zijn tot slot de voordelen van Nederlandse hypotheken?

Alternatives and Private Debt team en Lead Portfolio

‘De ECB heeft alleen liquide assets - met een rating en een

is ook lid van het Asset Liability Committee van Aegon

ISIN - gekocht in z’n opkoopprogramma. Hierdoor is de yield

Bank en gastdocent aan de Vrije Universiteit

op liquide assets hard gedaald. De Nederlandse hypotheek-

Amsterdam. Voor zijn huidige baan was hij ook

rente is weliswaar ook gedaald, maar de yield op (illiquide)

verantwoordelijk voor de Quant Group en zette hij de

Nederlandse hypotheken is nog steeds erg aantrekkelijk te

Structured Credit Desk op. Meijer werkte eerder bij ABN

noemen. Het bruto rendement bedraagt zo’n 2,8% en de

AMRO. Hij is cum laude afgestudeerd in Natuurkunde

afschrijvingen zijn altijd erg laag geweest - maximaal een

aan de Rijksuniversiteit Groningen en gepromoveerd

paar basispunten per jaar - vanwege de goede betalings-

aan de Technische Universiteit Delft.

Manager van de Dutch Mortgages & European ABS. Hij

moraal van de gemiddelde Nederlander. NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

111


// WETENSCHAP EN PRAKTIJK

FINANCIEEL ÉN MAATSCHAPPELIJK RENDEMENT BIJ HET HART VAN DE WIJK Door Joost de Baaij

Buurt- en wijkwinkelcentra zijn een belangrijk onderdeel van de winkelstructuur, maar ook van veel beleggingsportefeuilles. Als zij kunnen uitgroeien tot het echte hart van de wijk, levert dit zowel financieel als maatschappelijk een aantrekkelijk rendement op.

Foto: Archief Syntrus Achmea Real Estate & Finance

Met 3.250.000 m² winkelvloeroppervlak maken buurt- en wijkcentra in metrage ruim 10% uit van de Nederlandse winkelstructuur (bron: Locatus). Ook in de MSCIindex werd ultimo 2017 voor € 821 miljoen (circa 9%) belegd in dit winkelsegment. De centra hebben dus niet alleen een belangrijke rol in de dagelijkse bestedingen van consumenten, maar zijn ook voor investeerders een interessante asset class met een aantrekkelijk risico-rendementsprofiel. Na de betere binnensteden vormen de buurt- en wijkcentra namelijk het

winkelsegment waar historisch gezien het meest aantrekkelijke rendement per eenheid risico behaald kan worden. En daar liggen kansen voor de toekomst.

LESSEN Maar als we iets hebben geleerd van de dynamiek op de winkelmarkt de afgelopen vijf tot tien jaar, is het dat stilstand achteruitgang betekent. Dat is niet alleen voor retailers van toepassing, maar geldt ook voor winkelgebieden. Het gaat niet vanzelf: tijden van vanzelfsprekende stijging qua bezoekers en dus omzet zijn voorbij. Er is werk aan de winkel; zeker omdat er binnen dit winkelsegment grote verschillen bestaan. Een asset manager speelt een belangrijke rol bij het toekomstbestendig houden van het buurt- of wijkcentrum. Het is daarbij belangrijk te begrijpen welke factoren er meespelen en waarop gestuurd kan worden.

WINKELGEDRAG EN MAATSCHAPPELIJKE TRENDS

Joost de Baaij

112

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018

De bezoeker vormt altijd het leidende principe wanneer gekeken wordt naar de functionaliteit van het winkelcentrum. De dagelijkse bestedingen moeten vooral snel en gemakkelijk kunnen worden gedaan. Het winkel- en voorzieningenaanbod moet compleet zijn en passen bij de behoefte. Ook fysiek moet het centrum op orde zijn als het gaat om bereikbaarheid, parkeren, lay-out en openbare ruimte. Schoon, heel

en veilig zijn hygiënefactoren. We zien daarnaast de opkomst van technologie en online winkelen, alhoewel dit voor de supermarktbestedingen tot op heden nog beperkt blijft tot 2,9% van de dagelijkse bestedingen (bron: Supermarkt & Ruimte). Maatschappelijk gezien is er sprake van een toenemende vergrijzing, meer en kleinere huishoudens en kans op vereenzaming van sommige groepen in het verzorgingsgebied. De behoefte aan diensten, zorg en ontmoeten neemt dus toe.

VAN BUURT- OF WIJKWINKELCENTRUM NAAR WIJKCENTRUM Eerdergenoemde ontwikkelingen en verschuiving van behoeften zorgen ervoor dat de functionaliteit van het traditionele buurt- of wijkwinkelcentrum moet veranderen om in álle dagelijkse behoeften te voorzien. De parallel met de binnenstad is makkelijk te maken. Ook daar bestaat het winkelhart niet enkel uit winkels. Er is daar een steeds belangrijkere rol weggelegd voor horeca en leisure, maar ook voor wonen en werken. Omdat op buurt- of wijkniveau ook een brancheverbreding wenselijk is, is het beter om te spreken van wijkcentra in plaats van buurt- of wijkwinkelcentra. De pure winkelfunctie wordt minder dominant. Is dat een bedreiging voor het investeringsproduct? Nee: het is een belangrijke kans om met een clustering van vastgoed en programmering van functies een nog relevantere rol te spelen in het dagelijkse


Voor beleggers betekent de verschuiving van de focus naar complete wijkcentra dat een alternatieve meer holistische blik op vastgoedinvesteringen nodig is.

leven van de bewoners in de wijk. Het wijkcentrum is dan dus niet alleen dienstverlener, maar ook een belangrijke facilitator van sociale structuren en kan daarmee een positieve impact hebben op een gemeenschap van duizenden mensen.

supermarkten - laat het toekomstig bestedingspotentieel zich in grote lijnen voorspellen wanneer gekeken wordt naar bevolkingsgroei, een veranderende samenstelling van de leeftijdsopbouw en bestedingsgedrag. Uit onze analyse van 684 winkellocaties - die aangemerkt zijn als buurt- of wijkcentra - blijkt dat circa 30% te kampen heeft met een afnemend bestedingspotentieel in 2030. Het gaat hier veelal om verzorgingsgebieden die afnemen in potentieel als gevolg van gezinsverdunning. Circa 38% kent een stabiel tot gematigd groeiperspectief van 0% tot 5%. Ruim 30% van de buurt- en wijkcentra kan rekenen op een stijgend bestedingspotentieel van 5% tot 20%. Deze cijfers laten zien dat veel buurt- en wijkcentra theoretisch een aanlokkend perspectief hebben.

RISICO’S EN KANSEN EEN ANDER BELEGGINGSPRODUCT EN ANDERE EXPERTISE NODIG Voor beleggers betekent de verschuiving van de focus naar complete wijkcentra dat een alternatieve, meer holistische blik op vastgoedinvesteringen nodig is. Het denken in monofunctionele beleggingssegmenten wordt steeds moeilijker houdbaar. Een trend die niet op zichzelf staat, want bijvoorbeeld ook stedelijke woongebouwen worden steeds vaker gecombineerd met een voorzieningenplint. Met deze trend verandert ook in toenemende mate de rol van de asset manager. In het geval van wijkcentra moet er naast specifieke winkelexpertise ook kennis en kunde aanwezig zijn van woon-, werk-, zorg- en ontmoetingsstructuren. Dus steeds meer een rol van ‘community specialist’. Een rol die niet alleen reactief, maar juist zeer proactief moet worden ingevuld en die uitgaat van het standpunt dat financieel en maatschappelijk rendement hand in hand gaan.

DE POTENTIE IS AANWEZIG De beschermde winkelstructuur in Nederland – met nauwelijks uitbreidingsruimte voor nieuwe buurt- en wijkcentra – zorgt ervoor dat verzorgingsgebieden redelijk constant zijn. Reisafstand en winkelaanbod blijven hierbij belangrijke pijlers. Op basis van een traditionele branchering - met een grote component dagelijkse voorzieningen, zoals

In 2030 zal het bestedingspatroon er per branche waarschijnlijk anders uitzien. Daarnaast gaan de stijgende online bestedingen ook een hapje uit de koek nemen, maar zelfs wanneer de online bestedingen in dagelijkse goederen van 2,9% stijgen naar 10%, blijft het fysieke bestedingspotentieel voor veel centra voldoende en soms zelfs ruim voldoende. Zeker wanneer in ogenschouw genomen wordt dat de bestaande supermarkt een rol kan spelen als distributiepunt. Echter, zoals in het begin van dit artikel geconstateerd, is er geen reden om op de lauweren te rusten. Er zijn kansen die de buurt- en wijkcentra moeten aanpakken om ook richting de toekomst relevant te blijven voor consumenten zodat ze daarmee ook hun financiële beleggingswaarde weten te behouden. Dat geldt met name voor wijkcentra die stabiele tot gematigde groeiperspectieven hebben, zoals in de hiervoor aangehaalde analyse. Er zijn goede perspectieven voor dominante wijkcentra die solitair gevestigde winkels aan zich kunnen binden én die invulling kunnen geven aan de functionele ‘transformatie’ naar wijkcentra. Nieuwe functies komen in beeld die niet alleen functioneel voor impact in het verzorgingsgebied kunnen zorgen maar die ook financieel aantrekkelijk zijn en ‘gewoon’ huur kunnen betalen. Een vaak niet heel hoge huur, maar wel stabiel en met cpi-geïndexeerde ontwikkeling. Waar in de

betere binnensteden het aanvangsrendement momenteel tussen 3 en 4% ligt, is dat voor wijkcentra nu nog vaak tussen 6 en 7%. Voor de wijkcentra die een volledige ‘fit’ hebben en het duurzame hart van de wijk vormen, ligt er een verbetering van de historische risico-rendementsverhouding in het verschiet. Voor investeerders met een brede blik is het dus een uitstekend instapmoment. Zeker omdat financieel en maatschappelijk rendement bij het echte hart van de wijk hand in hand kunnen gaan. «

• Buurt- en wijkcentra zijn historisch gezien aantrekkelijke investeringssegmenten; • Om tegemoet te komen aan trends en ontwikkelingen is brancheverbreding naar andere functies nodig en moeten wijkwinkelcentra transformeren naar complete wijkcentra; • Investeerders moeten minder monofunctionele beleggingssegmenten accepteren en de rol van asset managers verandert van winkelspecialist naar een proactief handelende community specialist met een visie op financiële en maatschappelijke prestaties; • Uit analyse van toekomstige verzorgingsgebieden van wijken buurtcentra blijkt er in 2030 voor ruim 30% een meer dan uitstekend perspectief te zijn op basis van potentiële bestedingsniveaus; • Wijkcentra die in staat zijn om het echte hart van de wijk te gaan vormen, kunnen naast een aantrekkelijk direct rendement ook nog een waardestijging tegemoetzien.

NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

113


// INTERVIEW OP MAAT

Index approach inferior for corporate bond investing BY JOOST VAN MIERLO

The lack of liquidity in the secondary market for corporate bonds causes novel challenges. But it also offers opportunities for active investors. As a consequence an active approach is far superior to just following the index. That’s the opinion of Christian Kopf, CIO of Fixed Income at

developers of liquidity models were no longer sophisticated

the German asset manager Union Investment. Capital

and hardly useful, according to Kopf and his team at Union

requirements have changed because of the financial crisis.

Investment in Frankfurt. The asset manager has invested a

Investment banks need to hold a substantial amount of

substantial amount of money in order to develop its own

capital for their activities. This has changed the way they do

software. But it has been worth every penny, according to

business. Prop trading, one of their most lucrative activities

Kopf. Because of its insights in the market, Union Investment

in the past, has basically disappeared in the past ten years.

has improved its ability to beat the benchmark considerably. Corporate bond investing has become one of the pockets of

Kopf: ‘Flow traders would take large positions in the past.

the financial market where the index approach is inferior.

That’s no longer possible or attractive because of new has decreased and volatility has risen. We have to respond

Do you blame regulators for causing the lack of liquidity in corporate bond trading?

to this as corporate bond investors.’

‘That’s not the way we think. It’s logical that regulators

regulations like Dodd-Frank, Basel III and MiFID II. Liquidity

respond when something like the financial crisis happens. Because of the problems around illiquidity, insight into the

The lack of liquidity in the corporate bond market is one of

market has become increasingly important. Traditional

the unintended consequences, as far as we’re concerned. Broker dealers have become pure intermediates in the market. Before they would be able to warehouse paper for a

Photos: Archive Union Investment

considerable time. That’s no longer possible. We have to deal with this. And we’re not complaining. The corporate bond market is still developing quite nicely.’

Other parties involved face the same problems? ‘Exactly. We all have to deal with these issues. The most important solution in our case has been to develop a systematic model for the liquidity of corporate bonds. We looked at the proxies and models around liquidity that are available in the market. They have been promoted by traditional providers of portfolio management solutions. But each of those have a number of shortfalls. It’s the complexity of the market which is a problem. It’s no use for me to know the liquidity for a certain bond is X. Especially, in November

Corporate bond investing has become one of the pockets of the financial market where the index approach is inferior. 114

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018


Governance issues are hardly incorporated in the index and we find those increasingly more important.

Do you also use the model when you want to buy bonds? ‘Most definitely. It’s an additional indicator for buying bonds. Let's assume a hypothetical situation where you want to buy BMW and Daimler. We assume that these bonds have a similar risk profile. But for BMW the liquidity might be more attractive on a certain day. This can be a reason to opt for

and December we face problems of liquidity due to the

the BMW bond.’

holiday season. At the beginning of January all dealers return to their desks, as such liquidity returns. In order to trade you have to get an insight into the liquidity at any given moment.’

It sounds like a useful model. Why not sell it to other asset managers? ‘There is some discussion about that. For now we’re using it

Systematic modelling of liquidity you called it. What does it entail?

internally and use it to get mandates from our clients.

‘We have developed a model that uses 600.000 datapoints

selling to other asset managers. We have an internal scoring

per day to gauge liquidity in a particular market segment or

for ESG-criteria, which has become increasingly relevant. We

There’s an aspect of the model which we might consider

bond. The main idea behind is to analyze the books of traders by looking at their axed positions. For example whether they have bonds on their books they bought from a client and want to offer or are they looking for offers to sell bonds back to their clients. To give you an example, each morning you will see traders post messages on Bloomberg that, lets say, they're an axed buyer in 5 million IGN 2025 or an axed seller in Deutsche Bank 2028. We systematically collect those messages, aggregate them and input in a model that explains if it's a buyers or sellers market and how high is liquidity at any given moment.

What’s the advantage? ‘Well let’s assume our portfolio managers receive a message from the front desk about a redemption request from a client to sell bonds. So the portfolio manager has a portfolio of let’s say 200 million bonds and needs to sell 50 million bonds. So what this portfolio manager does, is get into our system and puts the intended sell amount into our platform. Lets assume it involves 200 different bonds that need to be sold. The system then comes back with an indication which bonds have the lowest transaction costs and which ones have the largest market depth. It is needless to mention that valuation considerations are included to every investment decision as well. The other ones will have

CV

to wait to see if the market improves. Christian Kopf joined Union Investment in September In doing so transaction costs are reduced. We do this in such

2017 as Managing Director and Head of Fixed Income.

an efficient way that we manage to consistently outperform

He is one of the Union Investment Committee’s six

exchange traded funds. Because ETF’s don’t think like that.

voting members. Prior to joining Union Investment,

They don’t care about liquidity. They will place the whole

Kopf spent eleven years in the London office of

sell order on the market .’

Spinnaker Capital, a dedicated emerging markets asset management firm. Previously, he worked as a Senior

Yes, but you might be stuck with bonds that you really need to sell. How long can you afford to do so?

Portfolio Manager at DWS Investments, where he was

‘The market in corporate bonds fluctuates quite nicely. Most

Kopf holds a master’s degree in economics from

often one will have the opportunity to offload positions

Witten/Herdecke University in Germany and the

within a matter of days. But because of our model we’ve

Chartered Financial Analyst designation.

responsible for Global Emerging Markets Fixed Income.

been able to do that in a much more efficient way.’ NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

115


// INTERVIEW OP MAAT

subscribe to all kinds of external data sources. We develop our own scores based on their input. Some of the companies might not be covered by the external sources and then we provide data ourselves. Governance issues are hardly incorporated in the index and we find those increasingly more important. This ESG-scoring might be interesting for

It's a misconception that ETF's are cheap. They will cost around 25 basispoints. So they're not cheap. At least not for corporate bonds.

other investors as well.’

In what way would an ESG approach be different for bondholders than for stockholders?

index changes on a yearly basis. But ETF’s don’t buy newly

‘There are some issues where the two might be opposed,

new issues are very often attractively priced. Just like they

like for example repurchasing shares, but especially around

do with the issuance of stocks. I think that explains around

ESG-criteria the interests of the two sides are largely

15 basispoints in the difference in performance.’

issued bonds because they’re not yet part of the index. But

similar. It’s in the interest of both shareholders and bondholders that companies take ESG-issues seriously.’

Going back to the liquidity model you use. Can you quantify the advantage?

Your liquidity model does ‘quite a bit’, 15 basispoints because of new issues, does that explain all the difference? ‘A third reason for our outperformance is the analyst team

‘We’ve recently done research on this. We found out that the

we employ. We’ve a team of 25 specialists. They speak to the

average ETF has an underperformance of 46 basispoints

companies and follow the reports on a daily basis. One of

while our average actively managed fund has an

the things they do is warn when a company gets into

outperformance of 32 basispoints. That’s a massive

trouble. That happens every now and then. If you’re smart

difference. One of the reasons for this is this smart use of

enough you can avoid these so called rotten apples.’

trading techniques.’

Can you give an example? What are the others?

‘There was a furniture company called Steinhof which

‘Well, ETF’s only operate in the secondary market. In Europe

almost went bankrupt last year. We foresaw this and we

we’re talking about a total market of around 2.500 bonds.

sold all our bonds and were not affected. An ETF can’t do

Every year around 300 bonds disappear from the index

that.

because they reach, or are close to reaching maturity. Every year you also have 300 to 400 new issues. So 25% of the

Another example was Glencore, the metal trader which ran into all kinds of trouble in Congo. We thought they had an enormous problem with corporate governance and sold our position.’

But ETF’s are cheap? ‘That’s a misconception. ETF’s will cost around 25 basispoints. If we get a mandate from a pension fund they’re never going to pay us 25 basispoints. So they’re not cheap. At least not for corporate bonds.’ «

Brokers' role has dramatically changed since the crisis. Risen illiquidity of corporate bonds offers opportunities. Active investing in corporate bonds not more expensive.

116

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018


Foto: Archief IVBN

DOOR FRANK VAN BLOKLAND, DIRECTEUR VAN DE VERENIGING VAN INSTITUTIONELE BELEGGERS IN VASTGOED NEDERLAND (IVBN)

Goed verhuurderschap Minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zoekt samen met het georganiseerde deel van de sector naar een stevige aanpak van huisjesmelkerij.

Goed verhuurderschap is een van de thema’s in de

verkamering lopen veel gemeenten tegen het probleem

Nationale Woonagenda. Goed verhuurderschap staat

aan dat zij geen aanvullende voorwaarden kunnen

voor gelijke behandeling van iedereen die een huur-

stellen aan eerder afgegeven vergunningen voor

woning zoekt, het handelen in overeenstemming met het

verkamering. De stad Groningen bijvoorbeeld gebruikt

huurrecht, dat verhuurders open en transparant zijn over

reeds bestaande verordenende bevoegdheden om te

de gestelde eisen, dat huurders bij onvrede over de

trachten paal en perk te stellen aan praktijken van

verhuurder gebruik kunnen maken van hun wettelijke

malafide verhuurders.

mogelijkheden en daarbij niet hoeven te vrezen voor intimidatie en dat richting de huurder niet ten onrechte

Het georganiseerde deel van de sector vindt, net als de

bemiddelingskosten in rekening worden gebracht. Voor

minister, dat herhaaldelijke of zware excessen serieus

huurders geldt dat die zich dienen te houden aan gemaakte

moeten worden gesanctioneerd. Dergelijke misstanden

afspraken. Minister Ollongren en het georganiseerde deel

hebben immers een ingrijpend effect op de persoonlijke

van de sector werken samen om de problematiek van

levenssfeer van huurders die ermee worden geconfronteerd,

huisjesmelkerij, discriminatie en onterechte bemiddelings-

en het zorgt ook voor maatschappelijke overlast en het

kosten tegen te gaan. Het grootste deel van de huur-

heeft een negatief effect op de werking van de woning-

sector wordt overigens gekenmerkt door betrouwbare

markt. Ook de bonafide verhuurders en bemiddelaars

dienstverlening door deskundige partijen aan goed-

ondervinden schade van deze misstanden in de huur-

willende huurders.

sector. Professionele partijen tonen daarom ook commitment vanuit hun maatschappelijke rol op de

Partijen zoeken vooral naar aanvullend wettelijk

woningmarkt. Vanuit partijen is er dan ook brede steun

instrumentarium om huisjesmelkerij in haar verschillende

om de wet- en regelgeving aan te passen zodat malafide

verschijningsvormen gericht aan te kunnen pakken en te

verhuurders zwaarder gesanctioneerd kunnen worden.

sanctioneren. Bij malafide verhuurderschap gaat het om een combinatie van symptomen als herhaaldelijk zeer

Tegelijkertijd hebben partijen de minister gevraagd mee

hoge huurprijzen vragen, de gang naar de Huurcommissie

te denken over het bestrijden van overlast die een beperkt

of rechter bemoeilijken of onmogelijk maken, uitspraken

aantal huurders veroorzaakt en die het woongenot van

van de Huurcommissie niet opvolgen, huurders intimideren

mede-huurders ernstig kunnen verstoren. Verhuurders

en bedreigen of hun privacy schenden, niets doen aan de

mogen (in het kader van de Algemene Verordening

kwaliteit van de woning, onderhoudsgebreken niet

Gegevensbescherming) alleen onder zeer zware voor-

herstellen en niet bereikbaar zijn voor de huurder.

waarden en intern een ‘zwarte lijst’ hanteren, die niet uitgewisseld mag worden met andere verhuurders.

Gemeenten hebben diverse bestuursrechtelijke

Bonafide verhuurders zouden echter een zekere mate van

mogelijkheden (op grond van Huisvestingswet, Wet

uitwisselbaarheid op prijs stellen. Dit om te voorkomen dat

ruimtelijke ordening, Woningwet of Bouwbesluit 2012)

huurders die eerder ongewenst gedrag hebben vertoond,

om bij overbewoning, ernstige gebreken waarbij de

opnieuw in de fout gaan en het huurgenot van anderen in

bouwvoorschriften worden overtreden, zoals de brand-

gevaar brengen. De minister gaat na of en hoe aan dit

veiligheidsvoorschriften, maatregelen te treffen. Bij

verzoek tegemoet gekomen kan worden. «

NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

117


Foto: Archief NautaDutilh

DOOR PROF. MR. W.A.K. RANK, ADVOCAAT BIJ NAUTADUTILH TE AMSTERDAM EN HOOGLERAAR FINANCIEEL RECHT AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN

De Staat versus Deutsche Bank: wie het onderste uit de kan wil… In een onlangs gepubliceerd vonnis heeft het Engelse High Court beslist dat Deutsche Bank als zekerheidsgever geen negatieve rente behoeft te betalen over door haar onder een ISDA CSA bij de Nederlandse Staat als zekerheidsnemer geplaatst onderpand in contanten.

In de markt wordt al geruime tijd gedebatteerd over de

Bank, rente moest betalen aan de Nederlandse Staat in

vraag of een zekerheidsgever die cash collateral heeft

plaats van andersom. Toen Deutsche Bank dit weigerde,

gedeponeerd bij een zekerheidsnemer onder een standaard

is zij door de Nederlandse Staat voor het Engelse High

1995 ISDA Credit Support Annex (CSA) – waarin geen

Court gedaagd.

specifieke bepalingen over negatieve rente zijn opgenomen – verplicht is om over dit onderpand rente te betalen aan

Het Engelse High Court heeft Deutsche Bank in het gelijk

de zekerheidsnemer als de met betrekking tot het cash

gesteld. Bij het interpreteren van een CSA moeten

collateral overeengekomen referentierente negatief is. In

volgens het vonnis duidelijkheid, rechtszekerheid en

een recent vonnis heeft het Engelse High Court beslist dat

voorspelbaarheid het uitgangspunt zijn. Gegeven dat de

een dergelijke verplichting voor de zekerheidsgever niet

letterlijke tekst van de CSA alleen de zekerheidsnemer

bestaat. Opmerkelijk is dat het nu juist de Nederlandse

tot betaling van rente verplicht en dat voor het

Staat is die hier in het ongelijk wordt gesteld.

aannemen van een verplichting tot rentebetaling van de zekerheidsgever allerlei constructies nodig zijn, heeft de

De casus was als volgt. De Nederlandse Staat en

rechter geoordeeld dat in de CSA geen verplichting tot

Deutsche Bank zijn op enig moment een ISDA Master

betaling van negatieve rente kan worden gelezen. Het

Agreement en CSA overeengekomen – beide beheerst

ontbreken van een door partijen getroffen contractuele

door Engels recht en met de Engelse rechter als

voorziening werd daarbij van groot belang geacht.

bevoegde rechter – en hebben onder die ISDA Master Agreement een aantal derivatentransacties met elkaar

Deze beslissing brengt duidelijkheid en rechtszekerheid

gedaan. Deutsche Bank was onder de CSA verplicht tot

voor al die gevallen waarin partijen zich niet hebben

het storten van onderpand bij de Nederlandse Staat

aangesloten bij het ISDA 2014 Collateral Agreement

indien en voor zover de Nederlandse Staat uit hoofde van

Negative Interest Protocol en ook geen specifieke

deze derivatentransacties een netto exposure op

bepalingen over negatieve rente hebben opgenomen in

Deutsche Bank zou hebben. Toen dat vervolgens het

hun CSA. Door middel van het zojuist genoemde Negative

geval bleek, heeft Deutsche Bank, ter afdekking van het

Interest Protocol kunnen partijen een regeling treffen

door de Nederlandse Staat op Deutsche Bank gelopen

voor de rentevergoeding over onderpand verstrekt in de

kredietrisico, het nodige cash collateral bij de

vorm van cash.

Nederlandse Staat gedeponeerd. Wat mij betreft is de uitspraak weinig verrassend. Zeker nu Naar de letterlijke tekst van de CSA is het de zekerheids-

het een procedure onder Engels recht bij de Engelse rechter

nemer, in casu de Nederlandse Staat, die over dit cash

betrof, had de Nederlandse Staat beter moeten weten. In

collateral rente moet betalen aan de zekerheidsgever, in

een rechtssysteem waar de letterlijke tekst van een

casu Deutsche Bank. Echter, omdat de rente tijdens het

contract altijd leidend wordt geacht, maakt een pleidooi dat

uitstaan van het onderpand steeds negatief was, meende

in essentie is gebaseerd op een niet-marktconforme uitleg

de Nederlandse Staat dat de zekerheidsgever, Deutsche

van dat contract uiteindelijk weinig kans. «

118

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018


ADVERTORIAL

WAARDE HOEFT NIET GOEDKOOP EN ‘VERRADERLIJK’ TE ZIJN

Tijd om Amerikaanse Value-strategieën te overwegen? Smart bèta kan het antwoord zijn. De algemene (verkeerde) opvatting dat het identificeren van waarde-aandelen enkel aan actieve beheerders overgelaten moet worden, werd de voorbije jaren aan de kaak gesteld door de ontwikkeling van innovatieve indexmethodologiën. Een recent voorbeeld daarvan zijn de MSCI Value Exposure Select Indices, die gevolgd worden door de SPDR UCITS ETF’s. Deze nieuwe benadering tracht een hoge blootstelling te bieden aan goedkope aandelen en ondertussen waardevalkuilen te vermijden, met name bedrijven met slechte kerncijfers.

Het ideale moment voor waarde?

Als pro-cyclische strategie presteert waarde historisch sterker in periodes van matige economische expansie.1 State Street Global Advisors verwacht momenteel dat de reële bbp-groei in de VS in 2018 2,9% zal bedragen.2 Deze gunstige macroeconomische achtergrond evenals de fundamenteel dure aandelenmarkt kunnen de redenen zijn waarom er opnieuw interesse is in goedkopere aandelen. Er is de voorbije drie maanden USD 6,7 miljard naar waarde-ETF’s gevloeid, waarmee dit segment het groeisegment het nakijken gaf. Daar zagen we immers voor USD 1,3 miljard uitstromen.3 Enkel naar goedkope aandelen kijken zonder goed rekening te houden met hun kerncijfers, kan echter onwenselijk zijn, zoals Benjamin Graham in 1949 al zei in The Intelligent Investor. “Het risico te veel te betalen voor aandelen van goede kwaliteit, is niet het grootste gevaar … Beleggers lijden de grootste verliezen door aandelen van slechte kwaliteit aan te kopen op een moment waarop de bedrijfsomgeving gunstig is.4 “ Het is in die geest dat de MSCI Value Exposure Select Indices zijn ontstaan.

Nauwkeurig gerichte waardeblootstelling, maar gediversifieerd blijven Veel indexstrategieën selecteren aandelen op basis van fundamentele ratio’s, die worden toegepast over het hele universum. In dergelijke benaderingen wordt meestal niet ingezien dat ondernemingen in bepaalde sectoren, zoals nutsbedrijven, vaak goedkoper blijken dan de rest van het universum. Dat leidt tot aanzienlijke en persistente sectorvoorkeuren. Bovendien filteren zij de fundamenteel zwakke ondernemingen er niet. Samen heeft dat tot het onterechte geloof geleid dat waarde het voorbije decennium ondermaats heeft gepresteerd (zie afbeelding 1). De nieuwe MSCI Value-benchmark die SPDR volgt, heeft vele van de tekortkomingen opgelost in de waardestrategieën van de eerste generatie en heeft het voorbije decennium een hoge excess return opgeleverd.

Sommige beleggers geven misschien de voorkeur aan actieve waardebeheerders. Uit onze analyse blijkt echter dat 62,5% van de in Europa gevestigde Europe Value-beheerders achterblijft bij de MSCI Europe Value Exposure Select benchmark over 3 jaar, en bij een langere horizon is dat percentage nog hoger.5 De belangrijkste reden is dat velen onder hen geconcentreerde posities aanhouden (zo’n 10% van de Index) en aanzienlijk inzetten op één aandeel, wat veel volatiliteit kan veroorzaken. Focus: Value, Factor Investing, MSCI. Voorspellingen - Vierde kwartaal 2018, State Street Global Advisors. 3 Bron: Bloomberg, SPDR Research Americas, gegevens oktober 2018. 4 The Intelligent Investor, Graham B., 1949. 5 Is het weer tijd voor waarde in Europa? State Street Global Advisors, augustus 2018. 1 2

Figuur 1: Bronnen van actief rendement uit verschillende Amerikaanse waardestrategieën Excess Return (versus MSCI USA) Totaal: 3.70 0.32

5 4

0.96

3

0.48

2

Totaal: -0.18

1

1.14

0

-0.55 -0.46

-1 -2

 Waarde

2.04

-0.19 "Traditionele" waardestrategie MSCI USA Value Index  Kwaliteit

-0.1

-0.12

 Andere kerncijfers dan waarde

Gerichte waardestrategie MSCI USA Value Exposure Select Index  Sectoren

 Effectenallocatie

Bron: SSGA, MSCI, augustus 2018. Maandelijkse cijfers op basis van halfjaarlijkse cijfers van december 1998 tot juli 2018.

Marketing communication. For professional investor use only. SPDR ETFs is the exchange-traded funds (“ETF”) platform of State Street Global Advisors and is comprised of funds that have been authorised by European regulatory authorities as open-ended UCITS investment companies (“Companies”). Investing involves risk including the risk of loss of principal. The information provided does not constitute investment advice as such term is defined under the Markets in Financial Instruments Directive (2014/65/EU) or applicable Swiss Regulation and it should not be relied on as such. It should not be considered a solicitation to buy or an offer to sell a security. Views and opinions are not necessarily those of State Street and are subject to change at any time based on market and other conditions. Standard & Poor’s, S&P and SPDR are registered trademarks of Standard & Poor’s Financial Services LLC (S&P); Dow Jones is a registered trademark of Dow Jones Trademark Holdings LLC (Dow Jones); and these trademarks have been licensed for use by S&P Dow Jones Indices LLC (SPDJI) and sublicensed for certain purposes by State Street Corporation. State Street Corporation’s financial products are not sponsored, endorsed, sold or promoted by SPDJI, Dow Jones, S&P, their respective affiliates and third party licensors and none of such parties make any representation regarding the advisability of investing in such product(s) nor do they have any liability in relation thereto, including for any errors, omissions, or interruptions of any index. Issued by: State Street Global Advisors Limited (“SSGA”). Authorised and regulated by the Financial Conduct Authority. Registered No. 2509928. VAT No. 5776591 81. Registered office: 20 Churchill Place, Canary Wharf, London, E14 5HJ. Web: ssga.com. © 2018 State Street Corporation – All rights reserved. ID15087-2285844.2.1.EMEA.INST Exp. Date: 31/10/2019.


// WETENSCHAP EN PRAKTIJK

INVESTMENT CASES: IS UW PROCES COMPLEET? Door Roland van den Brink

DNB ziet graag dat pensioenfondsen voor elke beleggingscategorie een beschrijving opstellen met de belangrijkste kenmerken en de beoogde bijdrage daarvan aan de fondsdoelstellingen. Maar beschrijven alleen is onvoldoende. Evenzo gewenst is een gedegen bestuurlijke discussie én een kritische kennistoets voordat wordt belegd. INVESTMENT CASES BIEDEN INZICHT

Foto: Archief TrigNum

Veel pensioenfondsen stellen per beleggingscategorie een zogeheten ‘investment case’ op. Daarin wordt onder andere beschreven wat het historische en verwachte risico- en rendementsprofiel van de specifieke categorie is, wat de relatie is met de ALM-analyse en de mogelijke bijdrage daarvan aan de spreiding in de portefeuille, zowel kwantitatief als kwalitatief. In de praktijk gaat het vaak om een document van ongeveer tien tot twintig pagina’s per case. Kortom, een investment case geeft duidelijkheid over hoe het fonds een beleggingsmogelijkheid beoordeelt en

Roland van den Brink

120

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018

hiermee om wil gaan. Het beleggen in een nieuwe categorie, zoals hypotheken of inflatie-gerelateerde obligaties, is vaak aanleiding om een nieuwe investment case op te stellen. Een gedegen memo kost inspanning om te maken. Het biedt het voordeel dat alle relevante aspecten aantoonbaar zijn nagelopen. Verder bespaart het tijd, omdat het als toetsingsdocument te gebruiken is bij de evaluatie van de categorie.

… MAAR ALLÉÉN EEN BESCHRIJVING IS ONVOLDOENDE Diverse pensioenfondsen hebben, naast de categorieën waarin belegd is, ook investment cases opgesteld voor categorieën waarin niet wordt belegd. Dat oogt professioneel. Er zijn echter vaak een aantal stappen die in het proces ontbreken. Enkele voorbeelden: 1. Er is geen sjabloon of raamwerk waarin beschreven staat waaraan de investment case moet voldoen. Dit maakt dat lastig is vast te stellen of de investment case compleet is. Het is verstandig een sjabloon onafhankelijk te laten toetsen (bijvoorbeeld door een actuarieel bureau), zodat wordt voorkomen dat belangrijke zaken worden vergeten of juist minder belangrijke zaken te veel aandacht krijgen. 2. Het is inefficiënt om bij investerings- en selectietrajecten diverse aspecten opnieuw ter discussie te stellen. Vaak ontbreken daarover afspraken en dit is juist met een gedegen sjabloon goed te regelen.

3. Vaak wordt de investment case bestuurlijk opgevat als een ‘document ter kennisneming’, opgesteld door experts met behandeling in de beleggingscommissie, echter de reden waarom DNB dit instrument graag ziet, is dat het een solide basis biedt voor een gedegen bestuurlijke discussie. 4. Een bekende valkuil is dat de verantwoording om in een subcategorie te beleggen ‘gehaald’ wordt uit het verleden, terwijl juist de verwachtingen de doorslag zouden moeten geven. Neem de categorie Staatsobligaties. Sinds 1983 is de kapitaalmarktrente gedaald en zijn de rendementen doorgaans hoog geweest. Zaken als het verwachte rendement en correlaties vragen om een realistische inschatting die waarschijnlijk afwijkt van de historisch bepaalde waarden. 5. Het accorderen van een investment case is onderdeel van het beleggingsproces en geen eindpunt. Het mag (impliciet) niet leiden tot dwang om ook daadwerkelijk in de betreffende categorie te beleggen. Het investeren is een op zichzelf staande processtap met eigen afwegingscriteria. 6. Ten slotte wordt met de mond ‘structuur volgt strategie’ vaak beleden, maar in de praktijk wordt de afweging om wel of niet te beleggen mede gebaseerd op datgene wat met de bestaande middelen behapbaar is. Dat is jammer: juist investment cases kunnen helder maken wat beleidsmatig goed voor het fonds is en waar de operationele knelpunten


Figuur 1: Kennischeck Kennischeck

Ontwikkelde markten

Overige markten

Beursgenoteerd

1. prijsvorming, marktpsychologie, neerwaarts risico (per scenario), correlaties, belangrijkste indices, mogelijkheden type beheer (fonds, mandaat)(passief, actief) 3. + gangbare beleggingsvormen kennen, waarderingsmethoden kunnen plaatsen, impact illiquiditeit (per scenario) kunnen inschatten

2. + valutarisico, impact van politieke onzekerheden en veranderende samenstelling indices kunnen inschatten, beeld hebben van de mate van transparantie (ESG, MVB) 4. + bewust zijn van lokale politieke omstandigheden en (mogelijke) verschillen in omgang met prijsvorming / waardering.

Niet-beursgenoteerd

Bron: TrigNum

zitten bij het bestuursbureau en/of de uitvoeringsorganisatie.

KENNIS-EN-KUNDE-TOETS MAG NIET ONTBREKEN Een van de belangrijkste processtappen bij een nieuwe investment case is de toetsing of het bestuur over de minimaal benodigde kennis beschikt en of de uitvoeringsorganisatie over de benodigde ervaring beschikt. Naarmate de complexiteit van een belegging toeneemt, zijn de eisen hoger. Relatief eenvoudig zijn de beursgenoteerde beleggingen in ontwikkelde markten. Het beleggen in opkomende markten vereist extra kennis, bijvoorbeeld omdat de samenstelling van de index vaker wijzigt en de impact hiervan op de portefeuille duidelijk moet zijn. De opkomst van China maakt dat dit land binnenkort ongeveer 40% uitmaakt van de

bekende aandelenindex MSCI Emerging Markets. Hoe kijkt het bestuur aan tegen het valuta-, politieke en ESG-risico en welke beheermaatregelen zijn gewenst?

EEN HANDVAT Er zijn diverse kennisvereisten voor elke bestuurder afzonderlijk en voor het collectief.

Categorie

Specifieke kennis en vaardigheden

Vastrentende waarden

Duration (looptijd) kunnen hanteren als risicomaatstaf, verschil weten tussen swapcurve en kapitaalmarktcurve Bekend zijn met (de impact van) landenrisico’s, steunoperaties Berekeningssystematiek begrijpen; verschil inflatie Nederland, Europa, wereld kennen Ratingmethoden en enkele bekende ratinginstituten kunnen benoemen Relatie economie en defaults weten, begrip recovery rate kunnen toepassen Totstandkoming rentevergoeding snappen, type convenanten weten Verschil ‘harde’ en ‘lokale’ valuta, politieke onzekerheden Lokale politieke risico’s kunnen onderscheiden Bekend zijn met het marktgedrag van particulieren, het begrip oversluitrisico kennen Rol van onderpand kunnen uitleggen, gangbare waarderingsmethoden kennen, impact van leverage kunnen uitleggen

Investment grade obligaties Hoogrentende obligaties Bedrijfsleningen Leningen aan opkomende landen Infrastructuurleningen Hypotheken Nederland particulieren Hypotheken Europa zakelijk Zakelijke waarden Aandelen grote ondernemingen Aandelen kleinere ondernemingen Aandelen opkomende landen Vastgoedfondsen Grondstoffen Private equity Vastgoed participaties Infrastructuur participaties

De tweede stap gaat over de specifieke eigenschappen van de beleggingscategorie. In figuur 2 zijn specifieke vaardigheden per categorie aangegeven. De check is eenvoudig: als bij navraag in het bestuur blijkt dat men niet weet wat een begrip betekent en hoe dat in de praktijk wordt toegepast, kan beter met beleggen worden gewacht totdat het kennisniveau voldoende is.

RESUMEREND Nog meer kennis én kunde is vereist als het gaat om niet-beursgenoteerde beleggingen. Voordat belegd wordt, is het gewenst dat de uitvoeringsorganisatie (en niet de vermogensbeheerder) aantoonbaar heeft gemaakt dat men op de hoogte is van onder andere marktgewoonten, in- en uitstapvoorwaarden en waarderingsmethoden. En natuurlijk moet zijn nagegaan of er bij de uitvoeringsorganisatie voldoende ervaring is met dit type beleggingen.

Figuur 2: Kennischeck

Nominale staatsobligaties Inflatie-gerelateerde obligaties

In figuur 1 staan trefwoorden vermeld, waarbij een onderscheid is gemaakt naar het type markt en de beleggingsvorm. Het begint bij 1 en het + teken duidt op aanvullende bestuurlijke kennis.

Rendement en volatiliteit in historisch perspectief kunnen plaatsen Koersniveau in historische context (zoals K/W-ratio), stemrecht, ESGrapportages Waarderingscyclus versus aandelen grote ondernemingen Samenstelling van de (veranderende) index, overheidsinvloed, de lokale valuta-, politieke en ESG risico’s Leegstand, huurcontracten Begrippen backwardation, contango, forward pricing kunnen uitleggen Waarderingsmethodiek, IRR, J-curve, IPO, hurdle rate Verschil kennen tussen ‘core’ en ‘non-core’, marktsegmenten kennen Financiële projecties Bron: TrigNum

Diverse pensioenfondsen hebben investment cases laten opstellen, maar niet altijd een compleet proces doorlopen. Het werken met een sjabloon voorzien van een second opinion, plus duidelijke procesafspraken, maakt het instrument completer. Een onderdeel daarvan is dat vooral bij nieuwe categorieën een check plaatsvindt dat het bestuurlijke kennisniveau voldoende is en de uitvoeringsorganisatie aantoonbaar over voldoende kunde beschikt. Kortom, het is aan te raden om de vaak gehanteerde beleggingsovertuiging ‘Het bestuur belegt alleen in zaken die het begrijpt’ letterlijk te nemen. «

• Een investment case geeft duidelijkheid over hoe het fonds een beleggingsmogelijkheid beoordeelt en hiermee om wil gaan. • Een van de belangrijkste processtappen bij een nieuwe investment case is het toetsen of het bestuur over de minimaal benodigde kennis beschikt en de uitvoeringsorganisatie over de benodigde kunde. • Nog meer kennis én kunde is vereist als het gaat om nietbeursgenoteerde beleggingen.

Dit artikel is geschreven door Roland van den Brink, oprichter van TrigNum. NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

121


// INTERVIEW OP MAAT

Kosten beleggen kunnen nog verder omlaag DOOR JOOST VAN MIERLO

De gemiddelde kosten van vermogensbeheer kunnen verder omlaag. De winst is vooral te behalen in activiteiten rond het beheer, zoals advies. De missie van Vanguard Asset Management om beleggingskosten te laten dalen, is dus nog niet voorbij. Met een beheerd vermogen van 5.300 miljard dollar behoort

definitie af, maar onze schatting is dat het niet meer dan

Vanguard tot de grootste vermogensbeheerders ter wereld.

30% van de totale markt is. Bij aandelen ligt het percentage

Vanguard staat vooral bekend om de goedkope indexfondsen

wat hoger dan bij obligaties, maar het is niet zo dat we

die het aanbiedt. Ze zorgden voor een revolutie in de wereld

praten over 99% van de markt. Dan zouden we een probleem

van het vermogensbeheer.

hebben.’

Intussen is Vanguard heel wat meer dan alleen een

niet tegen actief beheer’, stelt Peter Westaway, de Europese

Natuurlijk is het een kwestie van definiëren. Heel veel actieve fondsen volgen met hun portefeuille echter ook de index en staan slechts geringe wijzigingen toe. Verstoort dat het beeld?

Chief Economist van de Amerikaanse vermogensbeheerder

‘Ja, wij noemen dat de Closet Index Followers. Het is

maar tegelijkertijd de Europese ambassadeur van het

onduidelijk welk deel van de markt zij precies vormen. Maar

gedachtengoed van Vanguard. ‘We realiseren ons echter hoe

het is ook de groep van zogenoemde actieve fondsen die

moeilijk het is. We zijn dan ook heel kieskeurig in het

heel kwetsbaar is. Doordat ze de benchmark vrij nauwgezet

uitzoeken van onze actieve beheerders.’

volgen, is het lastiger om deze ook daadwerkelijk te verslaan.

aanbieder van indexfondsen. Het is de op twee na grootste aanbieder van actief beheerde fondsen ter wereld. ‘We zijn

Maar daar staan wel de hogere beheersvergoedingen van Maar de indexfondsen beslaan nog altijd het leeuwendeel

actieve beheerders tegenover.

van de beleggingsportefeuille. En het voorbeeld van passief beleggen is massaal gekopieerd door andere beleggers. Het

We hebben er geen precieze gegevens over, maar we hebben

roept de vraag op of internationale kapitaalmarkten niet

het vermoeden dat het juist deze groep is die beleggers in de

verstoord worden door het groeiende belang van de

steek hebben gelaten bij hun omschakeling naar index-

indexfondsen.

fondsen. Dat klinkt ook logisch.’

Door het succes van de indexfondsen is het volgens critici nauwelijks meer mogelijk om het kaf van het koren te scheiden op vooral de aandelenmarkten. Is Vanguard daarmee slachtoffer geworden van haar eigen succes?

Er wordt gezegd dat de groei van de passieve fondsen, en vooral de huidige populariteit van ETF’s, van invloed is op de volatiliteit. Het zou een van de redenen zijn voor de lage volatiliteit van de laatste jaren.

Westaway: ‘Nou dat is wat kort door de bocht. Het klopt

‘Daar is gewoon geen bewijs voor. Het belang van index-

natuurlijk dat indexfondsen aan belang hebben gewonnen.

fondsen is de afgelopen 25 jaar geleidelijk toegenomen. In

Maar het gaat nog altijd om een aanzienlijke minderheid van

die tijd hebben we periodes met hogere en lagere volatiliteit

de totale markt. Het hangt natuurlijk een beetje van de

meegemaakt. Er is geen sprake van een causale relatie.’

Indexfondsen hebben aan belang gewonnen. Maar het gaat nog altijd om een aanzienlijke minderheid van de totale markt. 122

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018

Maar dan omgekeerd. Er wordt nu van uitgegaan dat de volatiliteit zal stijgen. Krijgen indexfondsen het daardoor lastiger? ‘Dat is een argument dat regelmatig wordt gebruikt. De volatiliteit is waarschijnlijk vooral gedrukt door het ruime monetaire beleid van centrale banken. In de Verenigde Staten is al sprake van een omslag. De verwachting is dat dit


vanaf volgend jaar ook in Europa het geval zal zijn. Op een

Jammer voor beleggers?

gegeven moment moet zelfs Japan volgen.

‘Maar beheerskosten zijn natuurlijk niet de enige kosten waar beleggers mee geconfronteerd worden. We besteden

Een hogere volatiliteit betekent dat er meer ruimte is voor

de laatste jaren meer aandacht aan advies. Daar is nog heel

actieve beleggers om beslissingen te nemen. Dat kan goed

wat terrein te winnen. We zijn bezig om een systeem van

uitpakken en voor de meest succesvolle beheerders zal dat

robo-advies en individueel, persoonlijk advies te

ook het geval zijn. Maar er staat tegenover dat het aantal

optimaliseren. Veel van de beleggingsbeslissingen kunnen

miskleunen ook zal stijgen. Tegenover iedere winnaar staat

in de vorm van een automatische vragenlijst worden

immers een verliezer. Men moet van goeden huize komen

afgewerkt. Maar op de achtergrond blijft een helplijn met

om consequent de juiste winnaar uit te kiezen, vooral ook

een levende persoon die kan worden benaderd, noodzakelijk.

omdat de winnaars uit het verleden vaak niet dezelfde zijn

Dat is een ontwikkeling die nu enkele jaren gaande is, maar

als die van de toekomst.’

waar we hoge verwachtingen van hebben. De voordelen voor beleggers zijn nog niet voorbij.’

‘Zover zullen wij nooit gaan. Niet alleen trouwens omdat we zelf ook grote actieve fondsen hebben. We zien wel degelijk mogelijkheden voor actief beleggen. Maar het is waarschijnlijk verstandig voor veel beleggers om een kernportefeuille te hebben met indexfondsen met daaromheen een selectie van actief beheerde fondsen. Dat is de strategie waar steeds meer institutionele beleggers voor kiezen.’

Foto’s: Ruben Eshuis Fotografie

Je vraagt je af waarom mensen nog de moeite nemen om in een actief fonds te beleggen.

Bij Vanguard draait het vooral om de kosten. In de afgelopen decennia zijn de gemiddelde kosten van indexfondsen gedaald. Gaat die daling gewoon door? ‘Sinds de eerste Vanguard-fondsen werden gelanceerd, zijn de kosten van de grootste fondsen gedaald van ongeveer 30 basispunten naar minder dan 10. Het is vooral het gevolg van een stijgende omvang van de beleggingsfondsen. Als de omvang van het fonds verdubbelt, stijgen de kosten nauwelijks, waardoor de kosten halveren. Het is immers onze strategie dat we onze beleggers laten profiteren van de schaalvoordelen die we behalen. Naarmate de beheerkosten lager worden, wordt het voordeel natuurlijk relatief minder. Maar iedere basispunt is meegenomen.’

Fidelity lanceerde recent een fonds zonder beheerskosten. Is dat de toekomst? ‘Wat ons betreft niet. Er moet natuurlijk toch geld verdiend worden aan een fonds, al is het maar om de kosten te financieren. Bij dit soort fondsen gebeurt dat bijvoorbeeld door de aandelen uit te lenen. Dat is iets wat wij ook doen,

CV

maar niet op dezelfde schaal als andere passieve beleggers. We snappen dat het lucratief is, maar er zijn ook nadelen

Peter Westaway is Chief European Economist van

aan verbonden. Dat hebben we bijvoorbeeld gezien tijdens

Vanguard. Voorheen was hij Chief European Economist

de kredietcrisis. Tevoren werd het risico van de bewaarbank,

van Nomura International en Senior Research Advisor

oftewel van de custodian, verwaarloosd. Dat is niet langer

voor de Bank of England. Hij heeft een PhD in Economics,

mogelijk. Er zullen wat ons betreft dus altijd kosten

een M Phil in Control Engineering & Operations

verbonden blijven aan het fonds.’

Research van de University of Cambridge en een BSc in Mathematics en Economics van de University of York.

NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

123


// INTERVIEW OP MAAT

Hoe staat het met het opkomen van de belangen van aandeelhouders via het stemmen bij aandeelhoudersvergaderingen? ‘Wat dat betreft zien we duidelijk een rol voor onszelf

Een hogere volatiliteit betekent dat er meer ruimte is voor actieve beleggers om beslissingen te nemen.

weggelegd. We begrijpen dat we ons als verantwoordelijke aandeelhouders moeten gedragen. Met de Vanguardfondsen hebben we 5% van alle aandelen in de S&P in

referendum en we moeten nog altijd rekening houden met

handen. Het betekent automatisch dat we in veel bedrijven

de kans dat de onderhandelingen mislukken en dat het

een dergelijk belang hebben. Het is dus in het belang van

Verenigd Koninkrijk zonder overeenkomst vertrekt. Dat is

onze aandeelhouders, dat wil zeggen van de klanten die

overigens niet het meest voor de hand liggende scenario. We

onze fondsen kopen, om een vinger aan de pols te houden.’

denken dat het waarschijnlijk is dat het uiteindelijk uitdraait op een vorm van een zachte Brexit, die overigens nog altijd

Dan gaat het vooral om het Governance aspect van de ESG-benadering. Hoe zit het met invloed uitoefenen op het milieubeleid en het sociale beleid van bedrijven?

kostbaar is voor de Britse economie. Maar we houden in

‘Daar zijn we wat langzamer in. Er zijn wat dit betreft twee

parlement. Dat zou extreem kostbaar zijn.

onze scenario’s toch nog altijd voor 20% rekening met het klappen van de onderhandelingen, doordat de overeenkomst niet wordt goedgekeurd door het Britse of Europese

leerscholen. De ene school zegt dat je met het verwerken van dit soort criteria je keuzemogelijkheden beperkt.

En we hebben ook nog een scenario dat er een nieuw

Daardoor zou het rendement op termijn lager uitvallen. Een

referendum komt of dat er als gevolg van nieuwe

andere leerschool zegt dat door bedrijven te wijzen op hun

verkiezingen helemaal geen Brexit komt. Dat geven we ook

verantwoordelijkheden toekomstige rampen worden

nog een waarschijnlijkheid van 20%. Dat zou ik persoonlijk

voorkomen. Daardoor zou het rendement op termijn dus

toejuichen, maar het zou wel voor politieke chaos in het

hoger uitvallen. Als ik het ruwweg zou moeten samenvatten,

Verenigd Koninkrijk zorgen. Maar de onzekerheid is in feite

dan is de eerste benadering meer Amerikaans en de tweede

bizar.’

benadering meer Europees. Vanguard is natuurlijk een Amerikaanse beheerder, maar er vindt een geleidelijke

Zijn er meer zorgwekkende onderwerpen?

verschuiving plaats richting de Europese benadering. Ik ga

‘Ja, vrij veel zelfs: de mogelijkheid van een handelsoorlog of

ervan uit dat dit een trend is die door zal zetten.’

handelsoorlogen; de situatie in Italië; en over de Brexit hebben we het al gehad. Het zijn allemaal fenomenen die

Iets geheel anders. We naderen de eindfase van de Brexit-onderhandelingen. Wat betekent dit voor beleggers?

bijdragen aan een ietwat negatief sentiment in de markt. Het lijkt alsof de volwassenen de politieke arena hebben verlaten.

‘We hebben te maken met een zeer uitzonderlijke situatie. We zijn bijna tweeënhalf jaar na de uitkomst van het

Dat is natuurlijk wel een reden voor zorgen. Maar het is wel verklaarbaar. Neem nu de situatie in de Verenigde Staten. Daar is het gemiddelde inkomen al 25 jaar niet gestegen. Dat zorgt voor ontevredenheid. En dan zie je dat mensen die goed geboerd hebben in aanloop naar de kredietcrisis geen enkele consequentie hoeven te dragen voor de puinhoop die ze hebben aangericht. Het zorgt er allemaal voor dat de agenda van toenemende globalisering, waar we allemaal gewend aan waren geraakt, steeds meer ter discussie komt te staan. De onzekerheid zal daardoor nog zeker enkele jaren aanhouden.’ «

Vrees voor dominantie indexfondsen overtrokken. ESG-benadering neemt ook bij indexbeleggers aan belang toe. Politieke situatie in wereld zorgwekkend.

124

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018


Foto: Archief ECR Research

DOOR ANDY LANGENKAMP, SENIOR POLITICAL ANALYST BIJ ECR RESEARCH

Geschiedenisdoorstart vormt rem op wereldeconomie De wereldeconomie dreigt teruggeworpen te worden door politieke tegenwinden, waaronder Amerikaanse polarisering, Europese onenigheid en gebrekkig leiderschap en door toenemende ondermijning van democratie.

Met het einde van de Koude Oorlog werden immense

twee kanten aan. Het Westen deed en doet al jarenlang

(geo)politieke, sociale en economische veranderingen in

goede zaken met autocratische regimes. Markten

gang gezet. In die tijd riep Francis Fukuyama in The End

prefereren een stabiel autoritair regime dat buitenlandse

of History de overwinning uit van liberale democratie op

bedrijven toelaat en marktdenken tot op zekere hoogte

de andere grote ideologieën. Toch zag hij zelf al op

omarmt boven een onvoorspelbare, chaotische

ironische wijze in dat dit te mooi was om waar te zijn; hij

democratie. De andere kant van het verhaal is of leiders

besloot met:

hun zaakjes op orde kunnen houden en tegen welke prijs.

‘The end of history will be a very sad time…The

Tegelijk stemmen autoritaire tendensen in Westerse

worldwide ideological struggle…will be replaced by

landen niet vrolijk vanuit marktperspectief, omdat –

economic calculation, the endless solving of technical

wanneer deze doorzetten – de kans op terugval van

problems, environmental concerns, and the satisfaction

structurele groeivooruitzichten aanzienlijk is.

of sophisticated consumer demands…Perhaps this very prospect of centuries of boredom …will serve to get

In elk geval is de geschiedenis weer vol op stoom, zijn

history started once again.’

schaakstukken op het mondiale schaakbord volop in beweging en barst en kraakt democratie op veel plekken.

De geschiedenis heeft zeker een doorstart gemaakt, nog

Zelfs de democratie die zichzelf altijd als voorbeeld ziet

los van het feit dat we hebben gezien dat liberale

voor de rest is in de ban van een leider die constant

democratie erg goed buiten de deur gehouden kan

vijanden creëert uit eigenbelang, een permanente

worden.

crisissfeer schetst en waarheid en leugen niet van elkaar kan of wil onderscheiden.

Het idee dat alle staten naar het kapitalistischdemocratische model tenderen, is vooralsnog een illusie.

De risico’s voor de markten nemen dan vanuit politiek

Volgens menig expert ondermijnt autocratie op langere

oogpunt ook toe. Waar niet zo lang geleden in Europa

termijn de economie. Als autoritaire tendensen het

nog gedacht werd dat populisme zijn langste tijd gehad

groeipotentieel ondermijnen, zijn recente ontwikkelingen

had en werd gehoopt op een sterke as Berlijn-Parijs in de

niet hoopgevend. ’s Werelds tweede economie China

personen van Merkel en Macron, daar nemen de

draait de duimschroeven steeds strakker aan en stelt

spanningen nu toe tussen oost en west en noord en zuid

zich internationaal almaar assertiever op. Breder gezien

met uitholling van het politieke centrum en versterking

staat vrijheid wereldwijd al ruim een decennium onder

van de flanken. Daarbij is Europa ook kwetsbaar voor de

druk en de ontwikkelingen in onder andere China,

sudderende handelsoorlog en toenemende botsingen in

Venezuela, Turkije, Ecuador, Thailand, Egypte, Polen en

het Midden-Oosten. In de VS zal het verdeelde Congres

Hongarije stemmen niet optimistisch.

voor verdere verlamming zorgen. Democraten zullen onderzoeken starten naar president Trump en zijn

De ondemocratische trend lijkt voorlopig niet te keren.

regering en hij zal zich op zijn beurt meer als een kat in

De vraag is wat dit betekent voor de markten. Er zitten

het nauw gedragen. « NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

125


// WETENSCHAP EN PRAKTIJK

HOW LOCKED-UP MONEY CAN FLOW BACK TO THE REAL ECONOMY By Tonko Gast

Institutional investors are interested in investing more in the real economy, but the lack of investable products is making this difficult. By using an investor servicing platform, granular loans become investable. By 2018 Dutch pension funds and insurance companies have invested over € 100 billion in newly originated Dutch mortgage loans. This investment accomplished three things: 1. investors get a better return compared to other low risk fixed income products; 2. borrowers get lower cost loans; 3. borrowers get more access to loans with fixed rate periods longer than 10 years.

€ 10.000 billion to invest. An estimated € 7.000 billion is invested in liquid investments. We believe that part of this money could conservatively be allocated to less liquid loan investments, further improving upon the positive impacts as described above. So what are the hurdles for more of this locked-up money to flow back to the real economy?

However, more can be done as Dutch pension funds on average still invest only 17% of their balance sheet in illiquid investments.

REQUIRED CREDIT MATURITY IN THE REAL ECONOMY

Photo: Archive Dynamic Credit

In Europe, institutional investors with long term locked-up money have over

Tonko Gast

126

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018

The real economy operates at optimal efficiency when loans are efficiently priced across different maturities. Required credit maturities differ based on economic life span of collateral and the underlying repayment capacity from home buyers, entrepreneurs, buy-to-let investors, et cetera. Maturities of mortgages, for example, are typically around 30 years in most countries. With this constraint, where would the most efficient money for this type of maturity and risk/return profile be? A natural fit is the long term money that households save through pension funds and life insurance contracts. As such, it is unfair for households to give up liquidity to pension funds and insurance companies to have those long term funds largely invested in liquid markets which don’t compensate for illiquidity. Instead households and their pension and insurance savings should get compensation, or an illiquidity premium,

which can be earned by investing in granular loans. The opportunities and hurdles for mortgages on different balance sheets are listed in Figure 1.

INSTITUTIONAL INVESTMENT HORIZONS AND HURDLES Institutional investors with long term liabilities have a special position in the financial system. They can take a longer term view, and this allows for a long term investment horizon. Longer investment horizons are very valuable for society. It means that investments can be made without decisions being driven by short term performance, or liquidity needs. Society needs strong shoulders which can carry credit risk, interest rate risk, inflation risk and liquidity risk through economic cycles. When investors create a strategic asset allocation, they consider the expected risk and return over their investment horizon. However, periodic rebalancing can be important because investor preferences, asset liability matching (ALM) outcomes, and rules and regulations can change over time. This means that the ability to trade illiquid exposures is important. A big component of the price of credit is the cost of capital. The cost of capital is


largely determined by the source of that capital. If the source of capital comes from a balance sheet that has mainly short term liabilities, transforming that short term capital to long term loans results in higher borrowing costs compared to loans that are funded by long term capital. In the past, large amounts of mortgage loans were made ‘investable’ by banks through securitisation. While securitisation serves an important function in funding the real economy, a flaw in funding very long term assets like mortgages with Asset Backed Securities (ABS) is that the primary motivation is to achieve a lower cost of funds for a bank, rather than to create a mortgage investment product for investors. Investors want a higher return and to a large extent are comfortable taking more credit risk than what a new issue 80-95% senior ABS tranche offers. In addition, ABS are typically shorter duration floating rate bonds which are attractive for many investors, but institutional investors with long term liabilities also want a product with longer duration to match their investment horizons. What are the hurdles for this long term money to flow to granular loans? What does it mean for loans to be investable? Seven hurdles are identified below: 1. Size: Institutional investors generally cannot afford to spend time on small investment propositions. 2. Historical data: Investors need to be able to make their investment case based on historical performance data. 3. Operations: Investors do not want to be bothered with operations such as labels, marketing, underwriting and borrower servicing. 4. Compliance: Investors do not want to have the duty of care risk towards borrowers. 5. Investor Administration: Even between investors with long term investment horizons, investors often have different requirements and preferences. To get the right loans to the right investors, there needs to be an unbiased, but thoughtful loan allocation process. At the same time, investors prefer not to deal with many rows of loan receivables in their books.

Figure 1: Opportunities and hurdles for mortgages on different balance sheets

Source: Dynamic Credit

6. Reporting: Investors need transparency and have varied and complex reporting needs covering valuation, risk, performance, regulatory, capital, sustainability impact, amongst others. 7. Rebalancing: As mentioned above, investors need the ability to trade loans as they rebalance their risk exposure over time. Direct lenders or bank originators can usually solve hurdles 1 to 4. The remaining hurdles 5 to 7 are currently not dealt with well and are technologically and operationally challenging for investors to overcome. Especially if they diversify across different types of loans from multiple different originators. Hurdles 5 to 7 can be overcome by the right investor servicing platform that can tailor specific pipelines for individual investors to multiple originators, covering loan data, allocation, investor administration, valuation, benchmarking and reporting. Through aggregation of investor demand, the platform can also deliver the institutional size and diversification required as well as negotiating leverage with originators on behalf of investors. Historical loan performance data is unified

and standardized on a single investor servicing platform where it can be used to research and support investment cases. Additionally, the platform can serve as a marketplace where investors can rebalance their portfolio by trading with other institutional investors with different requirements, preferences or outlooks. If needed, the platform can tailor loan exposures through a bond or pass-through note structure. When these hurdles above are overcome, granular loans are unlocked as an investable asset class for all institutional investors, large and small. Investment decisions can then just depend on the riskreturn preferences and requirements, much like with other traditional fixed income products. By expanding the investor base, loans will be more efficiently priced for borrowers, resulting in a better match between savings and credit for a more prosperous society! ÂŤ

This article was written by Tonko Gast, Founder and CEO of Dynamic Credit and LoanClear. NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

127


// VOORUITZICHTEN VOOR 2019

VOORUITZICHTEN VOOR 2019

Door Jolanda de Groot

128

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018

Zoals u van ons gewend bent, stelde Financial Investigator een 16-tal vermogensbeheerders een aantal vragen over het komende jaar. Wat zijn de economische vooruitzichten voor 2019? Waar liggen de grootste kansen en bedreigingen voor beleggers? En hoe kijken vermogensbeheerders naar de relatieve aantrekkelijkheid van de diverse beleggingscategorieën en risico’s? De economie had vorig jaar de wind in de zeilen. De financiële crisis lag definitief achter ons, politieke risico’s waren (tijdelijk) weggeëbd en het positieve sentiment was weer terug. Er werd van uitgegaan dat deze trend zou doorzetten in 2018. De groei werd breed gedragen en vertrouwenscijfers stonden op recordniveaus. De verwachting was dat de wereldwijde economische groei dit jaar zou uitkomen tussen de 3,5% en 4,5%. De Amerikaanse economie zou met zo’n 2% groeien en voor de eurozone werd een nog iets hoger percentage verwacht. De inflatie zou voorlopig laag blijven en daarom zou de ECB een ruim monetair beleid blijven voeren. De grote vraag van vorig jaar was of de aantrekkende groei en de verbeterende economische omstandigheden zich zouden vertalen in een cyclus die zichzelf in stand zou houden wanneer de centrale banken de liquiditeit die zij sinds 2009 in de wereldeconomie hebben gepompt, geleidelijk zouden gaan afbouwen. Het naderende einde van het QE-tijdperk introduceerde een noodzakelijke perspectiefwisseling voor beleggers in een omgeving waar waarderingen van bijna alle beleggingscategorieën historisch hoog waren. De verwachting was dat er gematigde rendementen voor vastrentende waarden te behalen zouden zijn. Binnen vastrentende waarden zouden vooral de alternatieve en illiquide beleggingen zoals ABS en Nederlandse hypotheken interessant zijn, maar ook bedrijfsobligaties en schuldpapier uit opkomende landen. Relatief bezien zouden aandelen een aantrekkelijke optie blijven, mede omdat deze een gematigde schok in de kapitaalmarktrente in eerste instantie zouden kunnen opvangen. Europese aandelen zouden door het economische momentum en het gunstige financiële klimaat vermoedelijk goed presteren en Japanse aandelen waren relatief aantrekkelijk gewaardeerd. Kansen lagen ook in aandelen van de opkomende markten, die met bijna 5% zouden kunnen groeien. De grootste risico’s waren vorig jaar politiek en monetair van aard. De eurozone bleef kwetsbaar voor politieke strubbelingen en de Italiaanse verkiezingen zouden potentieel tot onrust kunnen leiden. Daarnaast zou een hoger dan verwachte inflatie kunnen resulteren in een sneller dan verwachte normalisatie van het monetaire beleid. Ook China was een aandachtspunt, vooral het systeem van schaduwbanken, de slechte interbancaire leningen en de hoge binnenlandse schuldenniveaus.


Prof. Dr. Mary Pieterse-Bloem

Global Head Fixed Income bij ABN AMRO Private Banking

>

Wat zijn de economische vooruitzichten voor 2019? Wij voorzien tragere groei, maar geen recessie, ook niet in 2020. De groei van de wereldeconomie is recentelijk vertraagd door zwakkere wereldhandel. De oorzaak daarvan lag in China. Daar hebben opkomende landen en Europa het meeste last van gehad. Groeiverwachtingen voor die regio’s hebben we naar beneden bijgesteld. Omdat de Chinese overheid aan het stimuleren is om groei te stutten, is het ergste achter de rug. Wel zal in de tweede helft van 2019 de groei in de VS behoorlijk vertragen, als het bestedingseffect eruit loopt. Een wereldwijde recessie zal er echter niet komen. Recessies worden veroorzaakt door schokken of door monetair beleid dat inflatie wil beteugelen. Dat laatste zien wij niet gebeuren. De Federal Reserve zal eerder in 2019 een pauze inlassen. Waar liggen de grootste kansen en bedreigingen voor beleggers? Het is wel duidelijk dat het beleggingsklimaat zal omslaan in 2019. Beleggers zullen hun portefeuilles moeten aanpassen aan de veranderende omstandigheden. Rendementen zijn lang goed geweest, maar vooruitkijkend verwachten wij meer bescheiden rendementen. De lagere groei zal leiden tot lagere winstgroei, wat belangrijk is voor aandelenmarkten. Aan de obligatiekant worden rendementen voornamelijk bepaald door rentestanden die maar weinig zullen stijgen. Het risico op financiële markten, gemeten naar marktvolatiliteit, zal hoogstwaarschijnlijk toenemen, omdat er nog veel politieke risico’s spelen. Wij adviseren een brede diversificatie in beleggingsportefeuilles die aandelen bevoordelen ten opzichte van obligaties en die thematische elementen bevatten voor blootstelling aan groei. Wij zetten wat betreft dat laatste in op bedrijven die kunstmatige intelligentie en duurzame groei prominent in hun bedrijfsstrategie opnemen.

Maurice Geraets

Senior Investment Strategist bij Achmea Investment Management

>

Wat zijn de economische vooruitzichten voor 2019? Wereldwijd is de economische groei over het hoogtepunt heen. In de Verenigde Staten loopt het gunstige effect van de fiscale en begrotingsstimulansen op de groei in 2019 ten einde. Daarnaast wordt de normalisatie van het monetaire beleid in sommige sectoren voelbaar. Ook in de eurozone en in China zwakt de economische groei af. De inflatie is vooralsnog gematigd, al neemt de loondruk in de Verenigde Staten toe. De Fed gaat voorlopig door met de normalisatie van het monetaire beleid. Wanneer de conjunctuur te veel afzwakt, zal de Fed een pas op de plaats maken. De ECB stopt met ingang van 2019 het obligatieopkoopprogramma, maar zal zeer terughoudend zijn met de verdere normalisatie van het monetaire beleid gezien de risico’s in de eurozone. Waar liggen de grootste kansen en bedreigingen voor beleggers? De belangrijkste thema’s in 2019 zijn de afzwakkende wereldwijde economische groei, de verdere normalisatie van het centralebankbeleid en de diverse politieke risico’s (onder andere handelsconflict, Italië en Brexit). Dit leidt tot een uitdagende beleggingsomgeving. De marktvolatiliteit zal hoog blijven. Per saldo bevinden we ons nog steeds in een laagrendementsomgeving. De renteniveaus in de eurozone zijn gemiddeld genomen laag, waardoor de verwachte rendementen voor de meeste vastrentende categorieën beperkt zijn. Aandelenmarkten ondervinden mogelijk hinder van de afzwakkende economische groei. Daarnaast verwachten we dat de winstgroei afneemt. Vanuit waarderingsoogpunt zijn de hoogste rendementen in de opkomende landen te behalen.

NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

129


// VOORUITZICHTEN VOOR 2019

Jordy Hermanns

Portfolio Manager bij Aegon Asset Management

>

Wat zijn de economische vooruitzichten voor 2019? De afgelopen jaren herstelde de economie van de crisis en profiteerden we van een bovengemiddelde economische groei. Dit jaar was dat niet anders: de groei van de economische activiteit blijft sterk, maar de verschillen tussen verschillende regio’s zijn wel toegenomen. Momenteel zitten we in een periode van verdere acceleratie van de economie in de Verenigde Staten – van een niveau dat al hoog was – aangejaagd door het fiscale plan, terwijl de groei in het Verenigd Koninkrijk vertraagt door de Brexit-onzekerheid. Als we vooruitkijken, dan verwachten we dat de groei langzaam zal afnemen in de komende jaren. De sterke groei van de afgelopen jaren begint op verschillende vlakken tot capaciteitsproblemen te leiden. Een goed voorbeeld hiervan is de krapte op de arbeidsmarkt. De afgelopen jaren zijn er veel banen toegevoegd. Bedrijven in de Verenigde Staten, Duitsland en Nederland hebben steeds meer moeite om geschikt personeel te vinden. Daarnaast zullen volgend jaar de tijdelijke positieve effecten van het belastingplan in de Verenigde Staten vervallen. Deze factoren zetten een rem op de potentiële economische groei. Waar liggen de grootste kansen en bedreigingen voor beleggers? Op basis van onze economische uitzichten zien we vooral kansen voor alternatieve beleggingscategorieën. Een goed voorbeeld zijn ABS-beleggingen, die een lage rentegevoeligheid hebben, maar wel een aantrekkelijke kredietopslag bieden. Ook beleggingen met een illiquiditeitspremie, zoals bijvoorbeeld Nederlandse hypotheken, komen goed uit onze analyses. Voor 2019 zijn er logischerwijs ook bedreigingen voor beleggers. Zo kan de situatie in Italië snel uit de hand lopen en kan de Brexit zorgen voor negatieve rendementen. Door de snel veranderende omstandigheden, denken we dat de komende jaren veel waarde kan worden toegevoegd door actieve beleggers die snel kunnen inspelen op kansen en bedreigingen. Goed gespreide multi-asset fondsen kunnen daarom een interessante belegging zijn.

Neil Dwane

Global Strategist bij Allianz Global Investors

>

Wat zijn de economische vooruitzichten voor 2019? Wij verwachten wereldwijd een voortzetting van de matte economische prestaties. De groei in de VS zal vertragen tot 2% of minder, omdat er weinig groeiversnellers overblijven: het verdeelde Huis van Afgevaardigden maakt extra belastingdouceurtjes onwaarschijnlijk en de Fed verhoogt de rente geleidelijk. China zal zijn schulden verder afbouwen. Azië krijgt dus te maken met zowel een dalende economische groei bij zijn grootste handelspartners als met spanningen over handel en tarieven. Europa en het VK kunnen zwaar worden getroffen door Brexit-onzekerheid en toenemende politieke problemen in Duitsland en Italië. Dit kan het optimisme van bedrijven ondermijnen. We zitten in een laatcyclische periode van langzame groei. De rentes stijgen, het soepele monetaire beleid wordt strikter en de vrees voor inflatie neemt toe nu de arbeidsmarkten zich herstellen. Waar liggen de grootste kansen en bedreigingen voor beleggers? De instroom en het momentum van de FANG (Facebook, Amazon, Netflix en Google) en de BAT’s (Baidu, Alibaba en Tencent) hebben veel ondergewaardeerde aandelen opgeleverd die goede groeivooruitzichten bieden. China en Azië zijn in 2018 onterecht zwak geweest en bieden ook kansen. We denken aantrekkelijke rendementen te vinden bij bijvoorbeeld Amerikaanse obligaties met een korte looptijd en bij bepaalde high yield obligaties. Europese aandelen met hoge en duurzame dividenden vinden we ook aantrekkelijk. Bedreigingen zien we onder meer in de handel- en tarievenoorlog en in de oneerlijke acquisitie van Amerikaanse technologie door China. Dit kan tot een koude tech-oorlog leiden, die toeleveringsketens verstoort, de marges verlaagt en innovatie belemmert. Ook zou de Fed te agressief kunnen worden met alle gevolgen van dien!

130

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018


Daniel Morris

Senior Investment Strategist bij BNP Paribas Asset Management

>

Wat zijn de economische vooruitzichten voor 2019? De Amerikaanse economie profiteert nog steeds van de belastingverlagingen en fiscale stimuleringsmaatregelen. Gezien de consensusvoorspellingen voor de bbp-groei van 2,6% in 2019 en 1,9% in 2020, verwachten economen duidelijk geen terugval. De economie draait op een gezond tempo en de inflatie is beperkt (waardoor de Fed de rente slechts op een gematigd tempo hoeft te verhogen), dus een recessie lijkt redelijk ver weg. In andere ontwikkelde economieĂŤn lijkt een recessie nog onwaarschijnlijker. Het herstel van de eurozone verloopt geleidelijk en de bbp-groei ligt nog steeds onder het niveau van voor de financiĂŤle crisis. De inflatie blijft ruim onder de doelstelling van de ECB en de economie heeft nog steeds reservecapaciteit. De Chinese bbp-groei kan vertragen in de richting van 6%, maar draagt nog steeds bij aan de wereldgroei, vooral in opkomend AziĂŤ. Wat zijn de grootste kansen en bedreigingen voor beleggers? We kiezen voor een onderweging in vastrentende waarden. Onze focus ligt op de eurozone, waar de ECB net als de Fed het beleid kan verkrappen, omdat de economie niet langer steun behoeft. We kiezen ook voor een onderweging in hoogrentende schulden, vooral in de VS. In Europa ziet de cyclus er vriendelijker uit. Voor de opkomende markten kunnen een opnieuw sterkere dollar en handelsconflicten leiden tot volatiliteit en de prestaties ondermijnen, maar positieve, macro-economische vooruitzichten rechtvaardigen een optimistische houding. Voor alle activa verwachten we dat we in 2019 een nieuw regime gaan zien en dat het een jaar wordt voor beleggers met oog voor de krenten in de pap en voor kansen om alpha te genereren.

Dr. Cord Hinrichs

Head Asset Allocation at Corestone Investment Managers AG

>

What is the economic outlook for 2019? While we still believe in the thesis that the global economic upturn remains intact, and that US growth is solid, conditions are unmistakably changing. Growth looks set to moderate in 2019 and beyond as more economies run up against capacity constraints; central banks tighten monetary policy; the US fiscal boost gradually fades; and China continues to rebalance the economy towards a lower, more sustainable growth path. However, as the macroeconomic environment becomes more challenging, the risks of recessionary tendencies are increasing. The expansion might not be over yet, but it can get rough out there in 2019! What are the biggest opportunities and threats for investors? Rising US protectionism is the clearest menace to the global outlook, in our view. We see increasing US actions against China and other countries sparking bouts of volatility but not derailing the global economy. Yet, any escalation into a more deep rooted trade war could substantially lower growth prospects globally. If these developments are not addressed properly, they pose significant threats to overall portfolio performance of investors. On the plus side, we remain structurally positive on Emerging Markets overall. We expect the improvements in EM balance sheets and macro policies over the past decade to continue to support both EM earnings growth and the financial strength of EM sovereign and corporate bond issuers. We are, however, also aware of the risks and advise investors to remain vigilant and selective when it comes to their EM exposure.

NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

131


// VOORUITZICHTEN VOOR 2019

Tonko Gast

Founder and CEO of Dynamic Credit

>

What is the economic outlook for 2019? European economies are entering a prolonged late stage of the economic cycle. At the same time, monetary policy tightening is likely to add some upward pressure on rates. Interest rates are relatively low for the stage of the cycle, but we expect them to increase moderately throughout the year. Credit performance for households is likely to remain strong, while the market risk for corporate credit is likely to increase as investors re-assess their preferred risk profiles for the coming phase. We are also at the end of close to 30 years of US lead push towards globalization culminating in now increasing protectionism and nationalism around the world. We are looking at more political volatility and a reset of the basic global economic foundation and there is uncertainty of what comes next. What are the biggest opportunities and threats for investors? Opportunities: • Direct loan exposure like mortgages, buy-to-let and SMEs still provide an opportunity compared to other fixed income products. These exposures have become investable institutionally. • Within Asset Backed Securities we see opportunities on the short-end of the credit curve and the floating rate feature of ABS generates upside in an increasing rate scenario. Threats: • Ongoing uncertainty around Brexit and Italy has continued impact well before the negative scenarios play out. • Trade war between US/China is likely to change trading relationships. • Over-shooting of monetary tightening.

Tommy Garvey

Lid van het asset allocatie team van GMO

>

Wat zijn de economische vooruitzichten voor 2019? Er liggen ongetwijfeld grote macro-economische ontwikkelingen aan de horizon. De geschiedenis leert ons echter dat het correct voorspellen van deze ontwikkelingen extreem lastig is. Minstens zo belangrijk is dat financiële markten bovendien vaak onvoorspelbaar op deze ontwikkelingen reageren. Wij beleggen daarom op basis van waarderingen, wat op de lange termijn een betrouwbare en robuuste methode is gebleken. Waar liggen de grootste kansen en bedreigingen voor beleggers? De grootste bedreiging voor beleggers bestaat momenteel uit de torenhoge waarderingen van vrijwel alle beleggingscategorieën. De grootste kans bieden de extreme onderlinge verschillen in waardering tussen een aantal van deze beleggingsklassen. Aandelen in opkomende markten, en dan met name value-aandelen, zijn significant aantrekkelijker geprijsd dan Amerikaanse aandelen, die op hun beurt juist extreem duur zijn. In onze benchmark-free asset allocatie portfolio’s beleggen we ook veel in verschillende alternatieve strategieën. Die zijn relatief minder gevoelig voor renteveranderingen én voor de hoge waarderingen van traditionele beleggingen. Deze strategieën bieden daarnaast de mogelijkheid om met long/short trades te profiteren van waarderingsverschillen. Rentestanden in de Verenigde Staten zijn nu uitnodigender dan een jaar of twee geleden, maar in de rest van de wereld blijven ze onaantrekkelijk. In de huidige omstandigheden van aanzienlijke risico’s met beperkte kansen, kiezen wij ervoor een aanzienlijke cashreserve aan te houden. Dat is droog kruit dat kan worden ingezet zodra de markt weer aantrekkelijker geprijsd is.

132

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018


Bob Homan

Hoofd Investment bij ING Investment Office

>

Wat zijn de economische vooruitzichten voor 2019? De potentiële economische groei in de ontwikkelde markten is de afgelopen jaren flink afgenomen omdat de twee belangrijkste factoren achter die groei, namelijk bevolkings- en productiviteitsgroei, slechts beperkt zijn. Zowel in de VS als Europa draaien we nu al een poosje boven deze potentiële groei en lopen we tegen capaciteitsgrenzen aan. In onze ogen zal daarom in 2019 de economische groei afzwakken, maar we verwachten geen krimp. In lijn met lagere economische groei zullen winsten ook veel minder sterk stijgen dan afgelopen jaar. Wij verwachten wereldwijd een winstgroei van beursgenoteerde ondernemingen van 6% in 2019 tegen naar verwachting 15% voor 2018. Door de koersdalingen van oktober zijn waarderingen genormaliseerd en intussen aangepast aan de geleidelijke stijging van obligatierentes die we door de afbouw van het stimulerende monetaire beleid verwachten. Al met al zien we voor 2019 slechts ruimte voor beperkte koersstijging, misschien 3 procent. Gecombineerd met een dividendrendement van ruim 2,5 procent voor wereldwijde aandelen levert dit een totaalrendement op van ongeveer 6 procent. Waar liggen de grootste kansen en bedreigingen voor beleggers? Bedreigingen zijn er genoeg. Wanneer de economische groei daalt, wordt deze gevoeliger voor tegenslagen. In onze ogen is een sterke daling van vertrouwenscijfers, als voorbode van nog minder dan verwachte economische groei, het grootste risico. We zien volgend jaar kansen in afgestrafte opkomende markten, de terugkeer van waardeaandelen en zeker ook in de volatiliteit. De minder vriendelijke omgeving voor aandelenbeleggingen zal in onze ogen namelijk tot flinke bewegingen op de beurs leiden, waarbij periodes van optimisme en pessimisme elkaar afwisselen. Met actieve asset-allocatie, waarbij we vooral tegen het sentiment in zullen handelen, verwachten we in 2019 goed waarde te kunnen toevoegen.

Nick Maroutsos

Co-Hoofd Global Bonds bij Janus Henderson

>

Wat zijn de economische vooruitzichten voor 2019? Het belangrijkste thema is of de Amerikaanse Federal Reserve (Fed) de rente zal verhogen in het verwachte tempo. Veel van wat er zal gebeuren op de obligatiemarkten en in de economie zal beïnvloed worden door de acties van de Fed. Wij zijn echter van mening dat de Fed, gezien hun voorzichtigheid in het verleden, een meer verruimingsgezinde houding zal aannemen. De dreiging van een escalerende handelsoorlog en de algemene vooruitzichten voor een vertraging van de wereldwijde groei, zijn twee factoren die een onderbreking van de rentestijging noodzakelijk zouden kunnen maken. Dat de hogere rente aanhoudt, zou een tweede thema kunnen zijn. De volatiliteit van aandelen deze herfst zorgde niet voor een wezenlijk lagere obligatierente (dat wil zeggen hogere obligatiekoers). Waar liggen de grootste kansen en bedreigingen voor beleggers? Wij kijken verder dan de VS voor de aantrekkelijkste kansen, namelijk in zwakker wordende economieën waar de centrale bank de rente waarschijnlijk stabiel zal houden of verlagen. Australië en Nieuw-Zeeland zijn twee voorbeelden daarvan. Nu de Fed voorloopt op andere centrale banken in ontwikkelde markten, lijkt het riskant om zeer langlopende Amerikaanse obligaties te hebben. Aan de kredietkant denken we dat semi-sovereign of structureel bevoordeelde sectoren, zoals banken en infrastructuur waar regelgeving een hoge drempel vormt voor toetreding, een aantrekkelijke inkomstenbron zijn. De combinatie van een agressiever beleid van de Fed met oplopende creditspreads vormt het grootste risico voor de markt. Factoren die kunnen bijdragen aan een dergelijk scenario zijn een onverwachte versnelling van de inflatie, handelsconflicten die nadelig zijn voor marges en een langere kredietcyclus.

NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

133


// VOORUITZICHTEN VOOR 2019

Joost van Leenders

Beleggingsstrateeg bij Kempen

>

Wat zijn de economische vooruitzichten voor 2019? De financiële crisis ligt alweer ruim tien jaar achter ons en sindsdien heeft de wereldeconomie een gestaag herstel laten zien. De omvang van de economieën in de VS, China, Japan, Duitsland en ook Nederland is ruimschoots groter dan voor de financiële crisis. Aandelenmarkten hebben sterk geprofiteerd van het herstel, maar ook van het extreem ruime monetaire beleid. Langzaamaan gaan we nu naar het einde van de cyclus. De krapte op arbeidsmarkten neemt toe en er ontstaat opwaartse druk op de lonen. Centrale banken bouwen het stimulerende beleid langzaam af. Daarbij loopt de Amerikaanse Federal Reserve voorop. De combinatie van renteverhogingen en het afbouwen van de balans begint verkrappend te werken. De Amerikaanse economie draait nog goed, maar door minder stimulerend monetair en fiscaal beleid, een duurdere dollar en hogere invoertarieven, verwachten we voor 2019 een groeivertraging. In de eurozone tempert de groei richting trend. Waar liggen de grootste kansen en bedreigingen voor beleggers? Een minder gunstige verhouding tussen groei (lager) en inflatie (hoger) maakt het beleggingsklimaat minder gunstig. Staatsobligaties krijgen te maken met hogere rentes, net zoals bedrijfsobligaties. Bovendien kunnen risicopremies verder gaan oplopen. Voor aandelen zal de ontwikkeling van winstmarges van belang zijn en kunnen waarderingen onder druk komen te staan door hogere rentes. Dit alles pleit voor een defensiever beleggingsbeleid. Maar we vinden het te vroeg om echt defensief te worden. Dat zou een draai betekenen naar obligaties die naar onze mening een te laag rendement opleveren. In ons tactische beleid hebben aandelen dan ook nog onze voorkeur. We voorzien weliswaar lagere winstgroei, vooral in de VS, maar nog wel groei. Daarnaast denken we dat beleggers meer rekening moeten houden met inflatie. Inflatiebestendige en laat-cyclische beleggingen, zoals vastgoed en grondstoffen, hebben daarom ook onze voorkeur.

Valentijn van Nieuwenhuijzen

CIO bij NN Investment Partners

>

Wat zijn de economische vooruitzichten voor 2019? De groeivooruitzichten voor 2019 blijven gezond. We verwachten geen versnelling, eerder een zijwaartse of neerwaartse beweging van de economie. Belangrijk daarbij is dat tussen de grootste economieën in de wereld geleidelijke convergentie in groeitempo zal plaatsvinden, waarbij Europa, Japan en China wat zullen aantrekken na een zwakkere groeiperiode in 2018 en de VS wat zal terugvallen als het effect van de belastingverlagingen begint uit te werken. Het grote vertrouwen bij consumenten en het bedrijfsleven plus de doorgaande werkgelegenheidsgroei bieden stevige onderbouwing voor deze groeivisie. Vooral omdat we verwachten dat echte knelpunten in de arbeidsmarkt of productieketen nog niet voor grote loon- of prijsdruk zullen gaan zorgen buiten de VS. In Amerika zijn die risico’s iets groter, maar we verwachten geen duurzame inflatiedruk volgend jaar. Als we daar verrast zouden worden dan verwachten we dat de Fed alert zal zijn in de bijstelling van het beleid. Natuurlijk blijven handelsbeleid tussen de VS en China en de politieke spanning tussen de Europese commissie en de regeringen van Engeland en Italië risicofactoren, maar niet meer dan dat en geen reden om een structurele ontregeling van de wereldeconomie te verwachten. Waar liggen de grootste kansen en bedreigingen voor beleggers? We verwachten dat rentes geleidelijk verder oplopen volgend jaar en zien daarom vooral kansen in asset classes met lage rentegevoeligheid. Voorbeelden hiervan zijn obligaties van opkomende landen (EMD) met korte looptijd, converteerbare obligaties, maar ook aandelen van bedrijven uit de financiële sector of uit Europa en Japan. Verder zien we dat duurzaam beleggen of investeren in meer flexibele absolute return strategieën (met een lage correlatie van de obligatie- of aandelenmarkten) voor aantrekkelijk rendement in 2019 kunnen zorgen.

134

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018


Miro Zivkovic

Global Head of Product Management at Nordea Asset Management

>

What is the economic outlook for 2019? Looking at the next 6-12 months, the key question for markets is whether we see the rest of the world catching up to the US or the US decelerating to align with the rest of the world. Catch up would lead to ‘risk-on’ 2017 deja-vu, whereas US deceleration implies a risk-off environment. We stick to our view that deceleration is more likely. The drivers behind US strength are mostly temporary (tax cuts, jobs act, bipartisan budget act and higher oil prices), and are likely to fade in 2019. China’s headwinds, on the other hand, seem more structural in nature and, therefore, persistent. Lastly, financial risks are rising as we speak, and in the current late-cycle environment, causality can easily change, implying the market place becomes the biggest risk for the economy. What are the biggest opportunities and threats for investors? Risk assets should remain under pressure in H1 2019, while the second half might offer some relief for investors as bad news becomes good news: the tailwinds for the US economy should fade as external risks build, allowing the Fed to put tightening on hold. We expect developed markets and defensive sectors to outperform within equities in an environment of continued US Dollar strength and negative earnings revisions. Safe havens and high-rated bonds should increasingly be sought after as the big top is getting closer. Sell-offs in core bonds like the one we saw in September should be viewed as buying opportunities.

Ivan Moen

CIO bij Optimix Vermogensbeheer

>

Wat zijn de economische vooruitzichten voor 2019? Het jaar 2019 wordt naar mijn idee het jaar van de pas op de plaats. De economische groei wereldwijd is aan het pieken. Vooral de groei in Amerika, die lang de kar heeft getrokken, zal afzwakken. Deze afzwakking zal repercussies hebben voor de winstontwikkeling, die veel minder uitbundig zal zijn dan in de afgelopen jaren. De Fed zal naar mijn idee volgend jaar een draai maken en sneller dan nu wordt verwacht, stoppen met verhogen. Deze ‘Powell put’ zal echter een lagere ‘strike’ hebben dan de huidige (Amerikaanse) aandelenkoersen. De draai in beleid door de Fed zal met name de geplaagde opkomende markten goed doen en ook de dollar doen verzwakken. Tot die tijd is een behouden positionering echter troef. De ECB zal overigens geheel niet aan verhogen toekomen volgend jaar. Op korte termijn speelt hier de Brexit, maar belangrijker is het relatief zwakke bankwezen, dat nog altijd te kampen heeft met nonperforming loans (NPL’s) en ook nog altijd niet sterk genoeg is gekapitaliseerd. Waar liggen de grootste kansen en bedreigingen voor beleggers? Het jaar zal bewegelijk zijn. Ik zou vanuit een defensieve uitgangssituatie bij significante (verdere) daling vooral het accent in opkomende markten aanzetten. Ik verwacht dat China nu écht werk gaat maken van fiscale stimulus. Zeker zodra dit gepaard zal gaan met een draaiende Fed, zullen opkomende markten profiteren. Tot die tijd adviseer ik echter defensieve accenten, bijvoorbeeld in de basisgoederensector, die minder gevoelig is voor winstschommelingen.

NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

135


// VOORUITZICHTEN VOOR 2019

Han Dieperink

CIO bij Rabobank Groep

>

Wat zijn de economische vooruitzichten voor 2019? Volgens het IMF zal de wereldeconomie volgend jaar met 3,7% groeien. Dat is boven de langetermijntrend en de risico’s lijken daarmee aan de onderkant te liggen. Een recessie op korte termijn is even onwaarschijnlijk als onvoorspelbaar. Wel zal de volgende recessie waarschijnlijk niet zo diep zijn als de vorige, een gevolg van alle maatregelen om het financiële systeem te verbeteren. De sleutel voor de wereldwijde economische groei ligt in China, een land dat door de dreigende handelsoorlog minder afhankelijk wil worden van de Verenigde Staten en van de Amerikaanse dollar. Omdat schulden nog altijd hoog zijn, kunnen stijgende rentes vat krijgen op de economische groei. Waar liggen de grootste kansen en bedreigingen voor beleggers? In de wereld van beleggen vormen bedreigingen vaak de grootste kansen. Dat was niet het geval in 2018, waar positieve impulsen wegvielen door de niet langer versnellende economische groei en de piek in monetaire liquiditeit. Beleggers zochten in 2018 de veilige havens op. Voor volgend jaar ogen risico’s als Argentinië, Turkije, Italië en China opeens kansrijk, al kan het moment van instappen een grote invloed hebben op het rendement. Een meer structurele bedreiging is het klimaatrisico. Door de hoge mate van waarschijnlijkheid en de wereldwijde schade is dit het risico met de grootste impact voor beleggers. Draconische klimaatmaatregelen en een sterke institutionele beleggingsvraag zullen bij duurzaam beleggen zorgen voor een bovengemiddeld rendement, juist doordat men oog heeft voor de risico’s.

Peter van der Welle

Beleggingsstrateeg bij Robeco Investment Solutions

>

Wat zijn de economische vooruitzichten voor 2019? Is het glas halfvol of halfleeg? Conjunctureel zijn we het buigpunt van versnellende expansie naar afnemende expansie gepasseerd, maar een recessie in 2019 lijkt tegelijkertijd onwaarschijnlijk. Daarbij blijven groeivoeten van ontwikkelde markten zich waarschijnlijk rond trend evolueren, waarbij de risico’s met name in de VS eerder aan de bovenkant liggen en oververhitting inmiddels niet ondenkbaar meer is. Stijgende loongroei en een gezonde private vermogenspositie van huishoudens biedt perspectief voor verder aantrekkende consumptieve bestedingen in de VS. Gezien de krappe arbeidsmarkten zien we verdere substitutie van arbeid naar kapitaal als productiefactor, de productiviteitsgroei in de VS blijft echter gematigd. Dat impliceert dat de Fed de vraagkant van de economie gaandeweg toch zal moeten afremmen door de beleidsrente tegen het eind van 2019 naar een niveau te brengen dat netto restrictief is voor economische activiteit. Opkomende markten zouden een groeiversnelling kunnen laten zien ten opzichte van ontwikkelde markten. Waar liggen de grootste kansen en bedreigingen voor beleggers? Hoewel het macro-economische beeld voor 2019 overwegend zonnig oogt, verwachten we op de markten wel turbulentie. De bull-markt is nog niet ten einde, maar ondergaat een transitie waarin waarde-aandelen en aandelen met een lage volatiliteit een inhaalslag weten te maken. Gezonde winstcijfers bieden initieel rugwind voor aandelen en bedrijfsobligaties, maar gaandeweg het jaar zullen gunstige, fundamentele data toch vaker overschaduwd gaan worden door zorgen over een Fed die afkoerst op netto restrictief beleid, vervlakkende rentecurves en oplopende kans op een recessie in de VS. Gelet op de historisch zeer lage aandelenrisicopremie versus de globale markt is een traditionele defensieve regio als de VS in dit klimaat juist in toenemende mate riskant.

136

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018


CONCLUSIE

Figuur 1: Relatieve aantrekkelijkheid asset classes per 30/11/2018

VOORUITZICHTEN VOOR 2019

Xxx

Bron: Alpha Research

Figuur 2: Relatieve aantrekkelijkheid aandelen per 30/11/2018

Bron: Alpha Research

Figuur 3: Relatieve aantrekkelijkheid obligaties per 30/11/2018

Bron: Alpha Research

NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

137


// VOORUITZICHTEN VOOR 2019

CONCLUSIE

VOORUITZICHTEN VOOR 2019

De verwachting voor 2019 is een tragere economische groei, maar geen recessie, ook niet in 2020. Volgens het IMF zal de wereldeconomie volgend jaar met 3,7% groeien. Wereldwijd lijkt de economische groei over het hoogtepunt heen te zijn. In de Verenigde Staten loopt het gunstige effect van de fiscale en begrotingsstimulansen op de groei in 2019 ten einde. De groei in de VS zal naar verwachting vertragen tot 2% of minder. De inflatie is vooralsnog gematigd, al neemt de loondruk in de VS toe.

138

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018

Ook in China zwakt de economische groei af. China zal zijn schulden verder afbouwen. Azië krijgt te maken met zowel een dalende economische groei bij zijn grootste handelspartners, als met spanningen over handel en tarieven. Europa en het Verenigd Koninkrijk kunnen zwaar worden getroffen door Brexit-onzekerheid en toenemende politieke problemen in Duitsland en Italië. We zitten in een laatcyclische periode van langzame groei. De rentes stijgen, het soepele monetaire beleid wordt strikter en de vrees voor inflatie neemt toe nu de arbeidsmarkten zich herstellen. De belangrijkste thema’s in 2019 zijn de afzwakkende wereldwijde economische groei, de verdere normalisatie van het centralebankenbeleid en de diverse politieke risico’s. Een meer structurele bedreiging is het klimaatrisico. Kortom; bedreigingen zijn er genoeg. Wanneer de economische groei daalt, wordt deze gevoeliger voor tegenslagen. Een sterke daling van vertrouwenscijfers vormt een groot risico voor de financiële markten, waardoor de marktvolatiliteit naar verwachting toe zal nemen. Op basis van de economische vooruitzichten worden er goede kansen gezien voor alternatieve beleggingscategorieën. Denk hierbij aan ABS-beleggingen die een lage rentegevoeligheid hebben, maar wel een aantrekkelijke kredietopslag bieden. Ook beleggingen met een illiquiditeitspremie zullen goed uit de verf komen, bijvoorbeeld Nederlandse hypotheken. Inflatiebestendige en laatcyclische beleggingen, zoals vastgoed en grondstoffen, zullen het ook goed gaan doen. De verwachting is dat China echt werk gaat maken van fiscale stimulans. Zodra dit gepaard zal gaan met een draaiende Fed, zullen opkomende markten gaan profiteren, zowel aan de aandelen- als aan de vastrentende kant. Draconische klimaatmaatregelen en een sterke institutionele beleggingsvraag zullen bij duurzaam beleggen zorgen voor een bovengemiddeld rendement, juist doordat er zo veel aandacht uitgaat naar de risico’s. Relatief gezien zijn aandelen en cash op portefeuilleniveau de meest interessante beleggingscategorieën en obligaties de minst interessante beleggingscategorie. Binnen aandelen worden de VS, Japan en Emerging Markets het meest overwogen. Binnen de asset class obligaties lijken zich de beste kansen voor te doen in Inflation Linked Bonds en Emerging Markets. De minst interessante vastrentende categorieën zijn staatsobligaties en bedrijfsobligaties.


// OPVALLENDE UITSPRAKEN VAN HET AFGELOPEN JAAR

Otto Hulst, Innovation Lead bij KAS BANK, bestuurder van Pensioenfonds KAS BANK en stagiair in de Raad van Toezicht van bpfBOUW: Het belang van diversiteit zit in verscheidenheid aan mindsets. (editie 1, pagina 18)

Ronde Tafel APF:

Prof. Kerry Brown, King’s College in Londen:

Wat je ziet is dat China gebruikmaakt van de politieke chaos in de Verenigde Staten waar president Donald Trump voor verdeeldheid zorgt en van het navelstaren van Europa dat de komende jaren wordt beziggehouden door de Brexit.

BPF-en begrijpen wat veel OPF-en helaas nog onvoldoende begrijpen: dat schaalvergroting een must is. Ik zou graag zien dat de strengere eisen die aan APF-en worden gesteld ook aan commerciële BPF-en gesteld gaan worden want nu is er geen level playing field. (editie 6, pagina 22)

Ronde Tafel Fixed Income:

ESG is becoming, next to risk and return, a third factor in fixed-income investing. (editie 5, pagina 44)

(editie 2, pagina 8)

Ronde Tafel ESG in Emerging Markets:

Bij het genereren van alpha is G de meest prominente factor. E en S zijn meer risicofactoren en risico’s zijn van groot belang voor de eigenaar van de assets. (editie 3, pagina 28)

Willem Buiter, Citigroup:

Met het onderschatten van de wereldwijde risico’s zijn wel weer de bouwstenen verzameld voor een nieuwe wereldwijde crisis. Die laat nog een jaar of twee, drie op zich wachten. (editie 7, pagina 8)

Ronde Tafel Factor Investing strategies & ESG across Asset Classes: In het algemeen geldt: hoe efficiënter een markt is hoe beter factorbeleggen werkt. (editie 4, pagina 84)

NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

139


// BOEKEN

De waarde van alles Door Hans Amesz

H Titel: De waarde van alles Auteur: Mariana Mazzucato Uitgever: Nieuw Amsterdam ISBN: 9789046823798

et concept van waarde moet zijn geëigende plek in het middelpunt van het economisch denken terugkrijgen, vindt Mariana Mazzucato, hoogleraar aan University College London. Haar nieuwe boek heet ‘De waarde van alles, onttrekken of toevoegen aan de wereldeconomie’ – die titel is een verwijzing naar de uitspraak van Oscar Wilde dat een cynicus iemand is die de prijs van alles en de waarde van niets kent. Het boek biedt evenzeer een analyse van een strategie om het idee van de financiële elite als productieve scheppers van rijkdom te bestrijden. Volgens Mazzucato is een volledige heroverweging van ons systeem van economische waarden nodig. De financialisering, het kortetermijndenken van bedrijven, het afgeven op de publieke sector en de gigantische kloof in beloningen tussen een topgroepje en de rest van de werkende bevolking, wijzen allemaal op een verwrongen waarderingssysteem. We moeten van koers veranderen, benadrukt Mazzucato in haar uitdagende, prettig leesbare boek. We moeten onder andere de relatie tussen markten en overheden heroverwegen, een duidelijk onderscheid maken tussen de scheppers van welvaart en degenen die er alleen maar rijkdom aan onttrekken. In de economie wordt het onttrekken van waarde – het toe-eigenen van winsten, zoals dividenden voor aandeelhouders en bonussen voor bankiers – beter beloond dan het scheppen van waarde, wat juist de motor van een gezonde economie en samenleving is. Een duidelijk voorbeeld is de manier waarop de financiële sector in de jaren die tot de financiële crisis van 2007-2009 hebben geleid, een enorme toename van de schuldenlast van huishoudens heeft gegenereerd. De erfenis daarvan: een enorme crisis, een even enorme schuld, zwakke economische groei en grote politieke ontgoocheling. Maar voor degenen die deze schuld hebben gecreëerd, gemanipuleerd en verkocht, was het een goudmijn. Hetzelfde beeld is te zien bij het vermogensbeheer, met zijn vaak buitensporige handel, exorbitante vergoedingen, gebrek aan transparantie, slecht rentmeesterschap en belangenconflicten. Mazzucato stelt dat de financiële sector een kwaadaardig effect heeft gehad op de economie. ‘De waarde van alles’ heeft volgens Martin Wolf, economisch commentator van de Financial Times, drie belangrijke sterke punten. Ten eerste zet Mazzucato ons ertoe aan om af te stappen van het simplistische credo dat markten altijd goed en overheden altijd slecht zijn. Ten tweede biedt ze links een positief doel van welvaartsbevorderende innovatie in plaats van een steriele en uiteindelijk destructieve politiek van wrok en herverdeling. Tot slot dwingt zij ons om ons vooral af te vragen wat waarde toevoegt aan de samenleving en hoe we een economische en sociale orde kunnen creëren die dat bevordert.

De conservatieve belegger Door Hans Amesz

O Titel: De conservatieve belegger Auteurs: Pim van Vliet en Jan de Koning Uitgever: Business Contact ISBN: 9789047012023 140

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018

p basis van een grondige analyse en academisch onderzoek komen de beleggingsexperts van Robeco Pim van Vliet en Jan de Koning tot de conclusie dat de algemeen heersende gedachte dat bij beleggen het nemen van risico loont, niet klopt. De ondertitel van hun boek ‘De conservatieve belegger’ luidt dan ook: ‘Een bewezen formule voor hoog rendement met laag risico’. Investeren in aandelen met een laag risicoprofiel levert meer op dan investeren in aandelen met een hoog risico. Volgens de auteurs gaat het bewijs voor de superioriteit van laagrisicobeleggen terug tot 1873, maar beginnen beleggers deze filosofie nu pas toe te passen op hun aandelenportefeuilles. Laag-risicobeleggen bevindt zich, stellen Van Vliet en De Koning, nog in de kinderschoenen vergeleken met een aantal andere, alom bekende beleggingsstijlen zoals waardebeleggen. Zij verwachten dat van veel beleggers de ogen zullen worden geopend omdat die zich bewust worden van de door hen ontdekte beleggingsparadox. Op drie bladzijden voorin het boek staat wat zo’n dertien bekende beleggingsdeskundigen ervan vinden. Han Dieperink, Chief Investment Officer bij Rabobank, schrijft: ‘Pim van Vliet is een creatieve kunstenaar die met durf en lange adem systematische oplossingen uitdenkt. Een boek over beleggen op basis van wetenschappelijk bewijs, toegankelijk voor zowel de beginnende als de ontwikkelde belegger.’


The Future of Capitalism Door Joost van Mierlo

E

Titel: The Future of Capitalism Auteur: Paul Collier Uitgever: Allen Lane ISBN: 9780241333884

en ethisch reveil. In de jaren zeventig sprak toenmalig minister-president Van Agt erover. Maar het is opnieuw noodzakelijk. In ieder geval in de ogen van Paul Collier, een van de boeiendste economen van dit moment. Eerder vroeg Collier aandacht voor de armoede in ontwikkelingslanden. Nu gaat het hem om de toenemende ongelijkheid in westerse landen, met name over zijn eigen Verenigd Koninkrijk. De ongelijkheid bestaat immers niet alleen tussen arme en rijke landen, maar in rijke landen ook tussen steden en platteland en, wat betreft het Verenigd Koninkrijk, tussen het rijke zuiden en het arme noorden. Collier weet waarover hij praat. Hij is opgegroeid in Sheffield, een van de meest deprimerende steden in Engeland. Collier had geluk: hij was slim en mocht naar een grammar school, een soort gymnasium. Nu is hij hoogleraar aan de prestigieuze Blavatnik School of Government in Oxford. Zijn zus trof het minder. Ze werd zwanger als tiener, en een generatie later ook haar eigen dochters. Een samenleving moet volgens Collier niet alleen streven naar het verhogen van de welvaart, maar vooral naar het verhogen van het welzijn. Daar ontbreekt het de laatste decennia aan. Bij het groeiende respect voor het individu is zelfzuchtigheid gaan overheersen. Een omslag is noodzakelijk. De overheid moet het initiatief nemen. Bijvoorbeeld door het rijke Londen extra te belasten. Met het geld zouden minder bedeelde regio’s kunnen worden gestimuleerd. Een ander voorstel is om huurwoningen in privébezit met korting te verkopen aan huurders. Geen van zijn voorstellen oogt erg praktisch. Maar intussen zoekt hij wel naar alternatieve oplossingen voor de problemen waar veel ontevreden burgers tegenaan lopen. Hij noemt het de toekomst van het kapitalisme. Het is een verwijzing naar een boek van de Britse politicus Anthony Crosland, die eind jaren vijftig een boek schreef onder de titel ‘The Future of Socialism’. Het socialisme heeft geen glorietijd gehad, sindsdien. Wie weet wat het kapitalisme te wachten staat.

Bullshit Jobs Door Joost van Mierlo

R Titel: Bullshit Jobs Auteur: David Graeber Uitgever: Allen Lane ISBN: 9780241263884

eorganiseren is aan de orde van de dag. Geen wonder. Als we David Graeber mogen geloven is 40% van alle banen volstrekt nutteloos. Dat denken in ieder geval de medewerkers zelf. Graeber verwijst onder andere herhaaldelijk naar een onderzoek in Nederland waaruit dit nihilisme zou blijken. Het gaat hier niet om de baantjes bij MacDonald’s of om schoonmaakbaantjes tegen het minimumloon. Dat zijn volgens Graeber ‘echte’ banen waar ‘echte’ prestaties worden geleverd. Het zijn volgens Graeber ‘shitbanen’, maar geen ‘bullshit banen’. De laatste soort wordt vooral aangetroffen binnen kantooromgevingen. Het zijn de banen van managers die nieuwe lagen van management creëren om het eigen postuur op te vijzelen. Het zijn banen waar het vooral gaat om het controleren of toetsen van de prestaties van anderen. In een eerder essay, waar het boek op is gebaseerd, schreef Graeber dat geen mens de bedrijfsadvocaten of lobbyisten zou missen als ze ineens van de aardbodem zouden verdwijnen, ook hun klanten niet. Het zijn goedbetaalde banen, maar ze geven op geen enkele manier voldoening. Dat is niet het oordeel van Graeber, maar dat vinden mensen zelf. Uit het Nederlandse onderzoek zou blijken dat 40% van de werknemers in het volgens Graeber ‘goed georganiseerde’ Nederland vindt dat zijn of haar baan overbodig is. Die leegte is volgens Graeber uiteindelijk funest. Het boek is op geen enkele manier belerend. Graeber, een Amerikaanse cultureel-antropoloog die nu doceert aan de London School of Economics, heeft een heel toegankelijke schrijfstijl en lardeert zijn boek met tal van anekdoten. Zoals dat van de Spaanse ambtenaar die onvindbaar was toen hij gelauwerd moest worden voor zijn 25-jarig jubileum. Hij bleek al jaren thuis te zitten om zijn tijd te wijden aan een studie filosofie aan de Vrije Universiteit. Hij had een bullshit job en doet nu iets veel nuttigers, aldus Graeber. NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

141


// OPVALLENDE UITSPRAKEN VAN HET AFGELOPEN JAAR

Dr. Adam Tooze:

Het blijft ontstellend hoe relatief gebrekkig de economische groei is die de steunmaatregelen hebben voortgebracht. (editie 5, pagina 8)

Emmanuel Deblanc, Allianz Global Investors:

Voor pensioenfondsen is dit hĂŠt moment om in infrastructuur te beleggen. Onderzoek van McKinsey leert dat er tot 2030 wereldwijd behoefte is aan maar liefst 57 biljoen dollar voor dergelijke investeringen. (editie 2, pagina 46)

Kees Koolen, Lithium Werks:

Sommige mensen denken dat het vijf voor twaalf is. Het is echter al ver na twaalven. We spelen Russische roulette met een kogel en drie gaten. Er moet iets gedaan worden en snel. (editie 7, pagina 94)

Praveen Jagwani, UTI international:

At a GDP growth rate of 7.5%, India is the fastest growing l arge economy of the world today. (editie 6, pagina 60)

Dr. Dambisa Moyo, schrijfster en econome:

De kortademigheid van het democratisch proces staat haaks op de uitdagingen die de wereldeconomie de komende decennia te wachten staan. (editie 3, pagina 8)

Semih Eski, CNV Jongeren:

Veel jongeren zijn niet bezig met pensioenen omdat ze het ontzettend ingewikkeld vinden. Eenvoud draagt bij aan vertrouwen. (editie 1, pagina 15)

142

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018

Ronde Tafel Kostentransparantie:

Als je niet kwaliteit maar alleen kosten meet dan zegt dat nog niets. Kosten krijgen pas betekenis wanneer je weet wat je ervoor terugkrijgt. (editie 4, pagina 38)


Foto: Archief Erik van Houwelingen

>

// ON THE MOVE SPECIAL

ERIK VAN HOUWELINGEN VAN ABP EN ACHMEA INVESTMENT MANAGEMENT NAAR DIMENSIONAL FUND ADVISORS IN LONDEN

Proficiat met uw nieuwe baan. Hoe bevalt uw nieuwe functie? Prima! Na ruim een jaar als adviseur met Dimensional te hebben gewerkt aan hun EMEA-strategie ben ik per 1 september fulltime aan de slag gegaan voor het bedrijf in Londen. Ik ken de organisatie dus goed en dat helpt natuurlijk bij het maken van een vliegende start.

U begon uw carrière bij Aegon. Wat was uw functie daar? Na mijn studie in de Verenigde Staten ben ik begonnen als assistent controller bij de vermogensbeheerunit van AEGON Nederland. Ik heb er daarna verschillende managementfuncties gehad, van CIO tot verantwoordelijke voor de verkooporganisatie. Mijn laatste jaren bij AEGON was ik CEO van de wereldwijde asset management organisatie.

Verder heeft u onder andere gewerkt bij Montae en als onafhankelijk adviseur. Daarnaast heeft u als co-founder PensioenPod geïntroduceerd. Kunt u kort aangeven welke kennis u heeft opgedaan? De rode draad als adviseur en bij de diverse financiële instellingen waar ik voor heb gewerkt, is het formuleren van een (noodzakelijke) veranderagenda geweest. En hiermee komt de uitdaging een organisatie te mobiliseren om naar een nieuwe bestemming toe te groeien en succesvol te zijn. Daar krijg ik echt mijn energie van. PensioenPod is een van de fintech-initiatieven waar ik in de afgelopen jaren aan heb gewerkt. Een fantastisch idee en nog volop in ontwikkeling. Ik heb er wel van geleerd dat ik wellicht een ondernemende geest heb, maar geen echte ondernemer ben.

Hoe en wanneer bent u in contact gekomen met Dimensional Fund Advisors? Ik ken de organisatie al meer dan tien jaar. In eerste instantie via hun CEO en in de loop van de tijd via een bredere groep mensen. Vanaf de eerste kennismaking ben ik geïntrigeerd geweest door de eigenheid van de beleggingsfilosofie, de

academische achtergrond die tot en met Nobelprijzen strekt en de bijzondere implementatiekracht in het managen van portefeuilles.

Op welk vlak kunt u de expertise die u heeft opgedaan, gebruiken in uw nieuwe functie? Met name op twee vlakken. Ten eerste aan de klantenklant. Ik ken de perspectieven en uitdagingen als pensioenfonds, verzekeraar en private bank. En ik weet hoe deze per land en in Europa in beweging zijn. Het zijn de primaire bouwstenen van een bedrijfsstrategie. Ten tweede kan ik mijn expertise inzetten om met een organisatie te werken aan een nieuwe bestemming. In ons geval is dat de beoogde footprint in Europa.

Vindt u het een uitdaging om opnieuw te beginnen? Ja. Na een aantal jaren van bestuurslidmaatschappen en advieswerk wilde ik graag weer een fulltimebaan met eindverantwoordelijkheid. Het is een uitdaging om voor een succesvolle organisatie als Dimensional internationaal aan de slag te zijn. En vooral ook om met het gezin een avontuur in het buitenland aan te gaan.

Wat verwacht u bij Dimensional Fund Advisors te bewerkstelligen? Dimensional is een van sterkst groeiende vermogensbeheerders met inmiddels ruim 500 miljard euro onder beheer, waarvan het leeuwendeel in de Verenigde Staten. De onderliggende langetermijnbeleggingsfilosofie en -beleving willen we ook in versnelde mate brengen naar investeerders in Europa. Ik hoop een goede bijdrage te kunnen leveren aan het succesverhaal op ons continent.

Hoe staat het met uw persoonlijke ambities? Eens in de zoveel tijd stel je jezelf de vraag of je nog op het goede spoor zit en hoe het is met je persoonlijke ontwikkeling. Hoe mooi is het dan om op je 53ste met je gezin de boel op te pakken en aan een nieuw avontuur te beginnen? Uiteraard met de ambitie om er iets moois van te maken.

NUMMER 7 / 2018

FINANCIAL INVESTIGATOR

143


// ON THE MOVE KORT

» SELMA GOUDERJAAN wordt vanaf 1 januari 2019 bestuurslid bij Pensioenfonds Detailhandel. Ze zal de werknemers vertegenwoordigen. Sinds eind 2015 is Gouderjaan bestuurder bij FNV Handel. » CHRISTOPHE VAN DE WALLE is door Franklin Templeton benoemd als Retail Sales Director voor de Benelux. Voordat hij in 2011 bij Franklin Templeton aan de slag ging, was hij werkzaam voor BNP Paribas AM en voor Euroclear. » KARIN ROELOFFS is toegetreden tot Avida als Associate Adviser. Zij is afkomstig van Mercer, waar zij Partner was. Eerder was Roeloffs werkzaam voor APG Asset Management en ABN AMRO. » ROB SMEETS wordt met ingang van volgend jaar Directeur van Pensioenfonds Xerox. Hij is al sinds 2005 bestuurslid. Smeets zit tevens in de beleggingscommissie. » EMMA WEEDER EN JEROEN WAGEMAKER zijn door UBS Asset Management aangesteld als Client Relationship Manager Institutioneel Benelux en Denemarken respectievelijk Client Relationship Manager binnen het Benelux Wholesale team. Zij zijn afkomstig van Kempen Capital Management respectievelijk Rabobank Private Banking.

» BOB PUIJN is toegetreden als voorzitter van de beleggingscommissie van Stichting Pensioenfonds TNO. Eerder was hij werkzaam voor onder meer DSM Pension Services, Stichting Algemeen Pensioenfonds VOLO en Pensioenfederatie. » LEEN MEIJAARD is aangesteld als Adviseur door Neuberger Berman. Meijaard ging eerder met pensioen en werkte voorheen voor BlackRock, Merrill Lynch, Fidelity en Robeco. » MARTIJN VAN KLEEF is toegetreden tot het Capital Markets team van Momentum Capital. Eerder was hij Wealth Manager bij een regionale Rabobank en Private Banker bij onder meer ING en Van Lanschot Bankiers. » MICHAEL VAKALOPOULOS is door PIMCO aangenomen om het accountmanagementteam te versterken Hij is afkomstig van Rothschild Asset Management en was eerder professioneel voetballer bij onder meer PSV, Vitesse, SC Veendam en bij het Griekse nationale jeugdvoetbalelftal. » HAROLD VAN BRAGT is benoemd tot Partner bij Singelstate Vermogensbeheer in Breda. Hij is afkomstig van Rabobank waar hij 21 jaar werkzaam was als Beleggingsspecialist. » ROEL BULTHUIS is aangesteld als Co-Fondsmanager van Inkef Capital. Hiervoor werkte hij voor M Ventures als Senior Vice President & Managing Director. Eerder was hij werkzaam voor onder andere Seriono International en Fortis Bank.

» OKAN YILMAZ zal per 1 januari de functie van Partner bekleden bij Almazara. Sinds 2013 was hij werkzaam als consultant bij Almazara.

» SJOERD HEERING is gestart als ALM-Adviseur bij PGGM. Hij werkte eerder als Consultant voor Willis Towers Watson.

» RITA VAN EWIJK EN OTTO VAN ’T HOF zijn toegetreden tot het bestuur van Pensioenfonds Hewlett-Packard. Van Ewijk vertegenwoordigt de werkgever en Van ’t Hof de werknemers.

» THOMAS SMID is als Senior Fixed Income Analyst bij ABN AMRO BANK N.V. aan de slag gegaan. Smid werkte hiervoor bij MN en bij Citco Fund Services.

144

FINANCIAL INVESTIGATOR

NUMMER 7 / 2018

» SJEF PIETERS is aan de slag gegaan als Hoofd Sales Europa bij KraneShares. Hij is afkomstig van Source UK Services waar hij werkzaam was als Executive Director. Eerder werkte Pieters onder andere voor Russell Investments, SAIL Advisors en Lyxor Asset Management. » ALMAR RIETBERG is begonnen bij NN IP als Principal Business Development Manager. Hij is afkomstig van BlackRock, waar hij Director was. Eerder was hij werkzaam voor onder meer Kempen & Co. » MARC VAN HEEL wordt de nieuwe voorzitter van bankverzekeraar Agenta. Van Heel werkte eerder voor Goldman Sachs, Pimco, BlackRock en JP Morgan. » GONNY DUNNINK is sinds oktober de nieuwe voorzitter van Pensioenfonds Scildon. Ze vervult deze positie namens de werkgever. Dunnink werkt al twintig jaar bij Scildon. Momenteel is zij Hoofd Underwriting & Analyse. » JENS VAN EGMOND (FOTO) treedt toe tot het EMEA LDI-team van BlackRock als Hoofd LDI Strategie Nederland. Hij is afkomstig van Cardano Risk Management. Foto: Archief BlackRock

» RUUD FRANSEN is door Candriam benoemd tot Senior Client Relationship Manager. Hiervoor werkte hij voor NN IP, ING Bank en AFM.

Jens van Egmond


Vanguard ETFs ZELFSTANDIG NAAMWOORD 1. Exchange-traded funds van een van ‘s werelds grootste vermogensbeheerders. 2. Voordelige toegang tot een gespreid aanbod van beleggingsstrategieën. 3. Ontwikkeld door een pionier op het gebied van indexbeleggen die de klanten vooropstelt dankzij haar coöperatieve eigendomsstructuur.

De waarde van beleggingen en de inkomsten daaruit kunnen zowel dalen als stijgen en het is mogelijk dat beleggers minder dan hun aanvankelijke belegging terugkrijgen.

vanguard.nl/defininginvestment 020 575 2580

Vanguard definieert beleggen Deze advertentie is uitsluitend bedoeld voor professionele beleggers zoals gedefinieerd in de MiFID-richtlijn. Niet voor distributie aan het publiek. Uitgegeven door Vanguard Asset Management, Limited, waaraan in het VK vergunning is verleend door en dat onder het toezicht staat van de Financial Conduct Authority. © 2018 Vanguard Asset Management, Limited. Alle rechten voorbehouden. VAM 433737


“Werken vanuit een persoonlijke benadering” Invesco helpt beleggers financiële doelstellingen te verwezenlijken Invesco staat voor onafhankelijkheid, een wereldwijd netwerk en beleggingsteams met grondige expertise. Mondiaal is Invesco toonaangevend en lokaal een toegewijde, deskundige partner met aandacht voor specifieke klantbehoeften. Tim Kruis en zijn collega’s helpen institutionele beleggers in de Benelux financiële doelstellingen te verwezenlijken met de hoogwaardige beleggingsstrategieën van Invesco. Meer weten? Bekijk de video van Tim op www.invesco.nl

Beleggingsrisico’s De waarde van beleggingen en de inkomsten daaruit kunnen zowel dalen als stijgen (dit kan gedeeltelijk worden toegeschreven aan schommelingen in de wisselkoersen), en mogelijk krijgt u niet het volledige bedrag terug. Deze publicatie is uitgegeven in Nederland door Invesco Asset Management S.A., Claude Debussylaan 26, 1082 MD Amsterdam. EMEA8854/2018


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.