Lisserbroek in 2020

Hoe denkt u dat Lisserbroek er in 2020 uit zal zien? (deel 4)

Van september 1999 t/m januari 2006 stond de rubriek ‘Uit de pen van…..’ in De Meerkoet. In deze rubriek werden per editie aan bekende en onbekende Lisserbroekers een aantal algemene vragen gesteld, zoals wie bent u, hoe lang woont u al in Lisserbroek, etc. Maar ook de vraag: ‘Hoe denkt u dat Lisserbroek er in 2020 uit zal zien?’ Wat is er nu leuker dan al deze antwoorden in 2020 allemaal nog eens op een rijtje te zetten. Deze editie deel 4.

Maart 2004: Peter van Groenigen:

‘De wereld verandert, dus Lisserbroek zal ook niet aan veranderingen ontkomen. Ik denk dat Lisserbroek een dorp zal blijven, met een dorps karakter. Er zal best nog woningbouw plaatsvinden, maar dit is ook nodig anders zal het dorp vergrijzen en zal het verenigingsleven zoals we dat nu kennen verloren gaan. Bovendien wordt het dan ook mogelijk om meer voorzieningen te krijgen, zoals winkels, meer op het dorp gerichte horeca en dergelijke, zodat er ook voor jongeren meer te doen valt en ouderen niet altijd naar Lisse hoeven als ze iets nodig hebben uit een winkel. Ik hoop dat de individualisering van de maatschappij, die we om ons heen zien gebeuren, slechts een tijdsverschijnsel is en dat we ons in 2020 ervan bewust zullen zijn dat sociale cohesie noodzakelijk is om in harmonie met elkaar te kunnen leven. Dat vraagt inspanningen van een ieder die in Lisserbroek woont, werkt of recreëert. Verder hoop ik dat Lisserbroek een dorp zal zijn waar jong en oud, nieuwe of oude Lisserbroeker, zich net zo thuis voelt zoals ik dat nu doe.

Juni 2004: Marleen Zeinstra:

‘Ik denk dat Lisserbroek nog iets groter zal worden. Ik hoop in ieder geval dat de woningen die er nu nog zullen komen, eerst aan de jongere woningzoekenden in Lisserbroek worden toegewezen. Deze komen nu totaal niet aan bod.’

September/oktober 2004: Lenie van Velzen:

‘Lisserbroek zal nog wel groeien als er nog gebouwd mag worden. Dat is te hopen voor de jongelui uit Lisserbroek die graag hier willen blijven wonen. ‘

November 2004: Marieke Sluymer:

‘Er zullen nog wel meer woningen komen, maar ik hoop niet te veel. Lisserbroek mag klein blijven.’

December 2004: Els Lamboo:

‘Wat mij betreft mag het zo blijven zoals het is, iets meer voorzieningen voor de ouderen onder ons, want die willen natuurlijk ook niet weg. Ook hoop ik dat er altijd mensen onder ons zullen zijn die iets over hebben voor een ander. Zo blijft het culturele leven en het sportgebeuren in een klein dorpje bestaan.‘

Januari 2005: Sylvia Kaptijn:

‘Lisserbroek over 15 jaar. Ik hoop op een gemeenschap die voor elkaar zorgt en met elkaar betrokken is bij de leefbaarheid van het dorp. Ook hoop ik dat de faciliteiten in het dorp die zijn verdwenen weer terugkomen en/of zullen uitbreiden. Daarbij denk ik bijvoorbeeld aan voor- en naschoolse opvang. Wij hebben gelukkig een goede en lieve oppas voor de kinderen in het dorp. Maar ik weet dat vele andere gezinnen niet zoveel geluk hebben. Dat zelfs vrouwen hun baan hierdoor moeten opgeven. Tevens meer voorzieningen, zoals aangepaste woonruimten en zorg, voor ouderen in het dorp. Deze mensen wonen hier vaak al heel lang en willen niet graag weg.’

Februari 2005: Ineke Hermans:

Ik vind ons dorp qua grootte wel mooi zoals het nu is, doch gezien de historie zal het dorp vast nog wel wat groeien. Misschien wonen we dan wel vlak bij een heel mooi aangelegd bos. ‘