3 minute read

Ontstaan van Lisserbroek (deel 4

Overgenomen uit het boekwerk ‘Zo was het in Lisserbroek’ (uitgave voorjaar 1978) geschreven door Nic. Bouwmeester, samenstelling Aart Donker en fotografische verzorging Maarten Doedes.

We waren gebleven in1852: het meer is droog gevallen en de harde zwoegers die de baggerpoel bewoon- en bewerkbaar moesten maken, genoten aan het eind van de week van groots opgezette drinkgelagen.

Advertisement

Eerste bewoners van de Haarlemmermeer

Maar gewerkt werd er ook, hard gewerkt zelfs. Een flink deel van hun leven hebben deze harde zwoegers aan dit grote karwei besteed. Velen van hen bleven daarna in hun uiterst primitieve en schamele behuizing wonen. Zij vormden daardoor eigenlijk meteen al, zij het nog dun gezaaid, een bevolking op het nieuw gewonnen land. De eerste ontwikkelingen voltrokken zich echter in een zéér langzaam tempo. Acht jaar na het droogvallen van het meer telde men 7.200 inwoners. De trage ontwikkeling werd veroorzaakt door het samengaan van velerlei factoren, zoals de slechte verbindingen met de ‘bewoonde wereld’ en de beperkte ontwikkelingsgraad van de bevolking. Ook de stagnatie in de verkoop van het nieuwe land, dat uiteindelijk 9.377.266 gulden opbracht, waardoor men met een nadelig saldo van 4.412.125 gulden bleef zitten, was daar debet aan. Er was geen geld voor een goede ontplooiing. De bewoners leefden mede daardoor onder de meest erbarmelijke omstandigheden, verstoken van bijna alle medische en sociale verzorging. Het sterftecijfer lag dan ook tweemaal zo hoog dan in de rest van NoordHolland. Vooral de kindersterfte was groot, 41 tegen 22 procent. Het woord hygiëne kende men niet, laat staan de betekenis ervan. Besmettelijke ziekten, zoals cholera en tyfus, dunden steeds opnieuw de gelederen uit. Het alcoholgebruik nam schrikbarend toe. In het jaar 1860 telde men één café op iedere twaalf gezinnen. Lag het land reeds droog, de bevolking was daar nog verre van. Een leverancier in sterke dranken vroeg eens, bij een aflevering, of men in ‘de meer’ de straten met het geestrijk vocht schrobde. Maar laten wij niet al te ver in negatieve zin afdwalen, maar de grootheid van de droogmaking om ons heen bewonderen. Wij zullen onze aandacht nu verder wijden aan dat gedeelte van de Haarlemmermeer dat op de kaart staat aangegeven als ‘Lisserbroek’, onze Lisserbroek.

Omvang van de Lisserbroekpolder

Wilde men bij de inpoldering de door het water grillig ontstane grenzen zoveel mogelijk recht trekken, dan moest men wel zo hier en daar concessies doen. Men moest op de ene plaats land geven en weer op een anders plaats land nemen. En wat de Lisserbroek in deze betreft, hier heeft men land genomen. Zoals gezegd; de Lisserbroekpolder was een landtong in het meer dat tot het oude land behoorde. Zij was vóór de drooglegging van het meer ruim tweemaal zo groot als nu. Zij strekte zich uit van de Zandsloot in het noorden, het Turfspoor in het oosten, de oude haveningang of Grevelingemond in het zuiden tot aan het oude dorp Lisse en de Heereweg in het westen. Men heeft de Ringvaart echter dwars door de Lisserbroekpolder aangelegd, waardoor de polder als het ware in tweeën gesplitst werd. Had men bij de inpoldering van de Haarlemmermeer de natuurlijke grenzen van het meer aangehouden, dan had de Ringvaart nu ter hoogte van het Turfspoor gelegen en had de Lisserbroek dus nog (!) bij Lisse behoord. Het ontstaan van de dorpsgemeenschap Lisserbroek is een gevolg van het graven van de Ringvaart, van een beslissing die genomen is in het jaar 1839, een gevolg ook van het nemen van de kortste weg, oftewel ‘rechttoe-rechtaan’. Een stelregel die, door de planologen en ontwerpers van weg- en waterbouw van de Haarlemmermeer als heilig werd beschouwd. Aangenomen wordt dat in het jaar 1857 het binnen de ringdijk gelegen gedeelte van de Lisserbroekpolder, als polder dus, bij de Haarlemmermeerpolder werd ingelijfd. De Lisserbroekpolder beschikte vóór de droogmaking al over een eigen gemaal om de waterhuishouding te regelen. Na het graven van de Ringvaart was bemaling van het gedeelte binnen de Ringvaart niet meer mogelijk, doordat het gemaaltje op de Lisserhelft stond. Het regelen van de waterhuishouding van dit gedeelte Lisserbroek zal dan ook, op die datum, verder voor verantwoording van de Haarlemmermeerpolder gekomen zijn.

(Volgende keer het vervolg: deel 5)