26 minute read

"Dit blijf ik niet doen tot mijn tachtigste"

Jos Matthé spreekt als laatste OCMW-voorzitter

OCMW houdt op te bestaan

HOOGSTRATEN - In zijn huidige vorm verdwijnt het OCMW van Hoogstraten binnenkort. Jos Matthé gaat hierdoor de geschiedenis in als de laatste OCMW-voorzitter van de stad. Met hem verdwijnt vanaf 1 januari 2019 ook de OCMW-raad met zijn 11 raadsleden en nog een aantal functies. Het OCMW wordt immers volledig geïntegreerd in de gemeentelijke structuren. Moeten wij ons nu zorgen maken over het sociale beleid in Hoogstraten? Is dit een zoveelste besparing of eerder een verbetering van de sociale dienstverlening? Wie behartigt binnenkort met kennis van zaken de bejaardenzorg, armoedepreventie, leeflonen, alternatieve tewerkstelling…? Met Jos Matthé leggen we de huidige werking van het OCMW onder de loupe en werpen een blik op deze nieuwe visie.

De integratie van het OCMW binnen de gemeentelijke diensten is hoe dan ook een besparing. Er sneuvelen immer een aantal functies en mandatarissen, bovendien wordt ingezet op meer efficiëntie. Vooreerst verdwijnt de job van OCMW-voorzitter. Het voorzitterschap wordt voortaan opgenomen door de burgemeester. In het gemeentebestuur valt een schepenfunctie weg. Maar ook de elf raadsleden van de OCMW-raad zullen niet meer zetelen. In plaats daarvan wordt hun taak overgenomen door de gemeenteraadsleden. De secretaris van de stad neemt de taak van deze uit het OCMW erbij en hetzelfde gebeurt met de financieel beheerder.

Huidig voorzitter Jos Matthé maakt zich evenwel niet erg druk over deze evolutie. ”Er zullen bij het personeel van het OCMW geen afvloeiingen plaatsvinden. En de cultuur binnen het OCMW is anders dan binnen de gemeente door het feit dat wij met mensen en het welzijn en de zorg ervan bezig zijn. Als wij er in zouden slagen om die betrokkenheid en sfeer ook in de stad binnen te brengen, dan kunnen beide organisaties evolueren naar één efficiënt dienstverlenend bedrijf aan onze inwoners en dat zou mooi zijn.”

Hoog tijd voor een gesprek met de laatste voorzitter over de werking van het huidige OCMW vooraleer de naam definitief uit het gemeentelijk organogram geschrapt wordt.

Ontslagen

DHM: Wie is Jos Matthé?

Jos Matthé (CD&V) uit Meerle volgde in 2013 zijn partijgenoot Jef Van Looy op als OCMWvoorzitter. Voordien zetelde hij zes jaar als gemeenteraadslid. Hier was hij o.a. voorzitter van de commissie financies van de stad.

”Dit heeft mij goed geholpen voor mijn huidige job, je weet toch al een beetje waar de centen naartoe gaan. Ik ben ook al een hele tijd zelfstandige met o.a. een eigen tomatenbedrijf en dan leer je wel iets van bedrijfsleiding. Maar het OCMW was toch nieuw voor mij. Ik heb mij daar hard en redelijk snel in ingewerkt. Maar je leert nog dagelijks bij. De technische, wettelijke en financiële zaken dat kon ik me eigen maken, maar de menselijke kant dat was nog iets anders. De confrontatie met individuele problemen bij de mensen die aankloppen bij het OCMW, daarover oordeel je best niet lichtzinnig. Ik wist vijf jaar geleden ook niet zoveel van wat er zich hier allemaal afspeelde.”

Als voorzitter van het OCMW zit Jos Matthé ook in het schepencollege van de stad. Dit is wettelijk verplicht sinds het begin van deze legislatuur in 2013. Hij is er schepen van sociale zaken, maar heeft geen stemrecht in de gemeenteraad.

DHM: Heeft de integratie van het OCMW in de gemeente invloed op het huidige personeelsbestand ?

Betekent dit ook dat er ontslagen volgen? Nee, er komen geen ontslagen of afvloeiingen. Wel sneuvelen er een aantal bevoegdheden omdat die naar de gemeente zullen gaan. Mijn functie als voorzitter valt zo weg, maar ook het managementteam van het OCMW wordt geïntegreerd in dat van de stad, maar zal minder leden tellen. Wij hebben momenteel een 210 personeelsleden in dienst, waarvan de meesten in het Woon- Zorgcentrum tewerkgesteld zijn. Zij kunnen allemaal blijven en we hebben er zelfs al enkele personeelsleden extra bij. Maar het is wel begrijpelijk dat mensen wat schrik hebben van de vernieuwing en verandering.

DHM: Waar is dat personeel allemaal tewerkgesteld?

Het Woonzorgcentrum met dagverzorging en kortverblijf stelt het meeste personeel te werk. Dat draait ook wel 24 op 24 en 7 dagen op 7. Daarnaast hebben we onze sociale dienst waar een twaalftal mensen aan de slag zijn. Dit zijn vooral maatschappelijke werkers. Buiten het administratief personeel, de directie, financiële en personeelsdienst, heb je ook de buitendiensten met o.a. de poetsdienst, het buurtwerk, de gezinszorg, het lokaal dienstencentrum, de technische dienst enz. Naast ons eigen personeel kunnen we gelukkig ook beroep doen op ongeveer 240 vrijwilligers. Bij hen zijn er die de Handicar en de MMC bemannen, animatie, leesen ontspanningsmomenten verzorgen, het Resonanz koor begeleiden, de cafetaria mee uitbaten, instaan voor inburgering, het WZC en LDC aantrekkelijk versieren enz. Ook in het lokaal dienstencentrum in Meerle hebben we al een tiental enthousiaste vrijwilligers.

Integratie?

Het idee om het OCMW te doen opgaan in de gemeentelijke diensten leeft al langer dan vandaag. De Vlaamse overheid ijvert al enkele jaren voor de versmelting van de twee besturen om de bevolking een betere sociale dienstverlening te kunnen bieden. Een betere integratie, transparantie, administratieve vereenvoudiging en efficiëntie is het streefdoel. Tot op heden heeft zowel het OCMW als het gemeentebestuur een eigen rol in het sociaal beleid op gemeentelijk niveau. Zo is het OCMW bevoegd voor o.a. de individuele steunverlening, maatschappelijke dienstverlening, zorgverlening en maatschappelijke integratie. Terwijl de andere sociale aangelegenheden opgenomen worden door het gemeentebestuur. Voor de buitenwereld was over deze samensmelting nog niet zoveel gekend. Jos Matthé wijst er op dat deze samensmelting erg drempelverlagend kan zijn voor mensen die met problemen zitten. Binnenstappen in het stadhuis is voor inwoners anders dan aankloppen bij het OCMW. Zeker nu ook in het stadhuis loketten geïnstalleerd zijn, wordt er ook daar toch meer aandacht besteed aan de privacy. Maar voor de definitieve stap is het nog even wachten op de aanpassing van de federale wetgeving. Intussen blijven de beide besturen nog wel bestaan, maar gaat de integratie al van start op 1 januari 2019.

Bejaardenzorg

DHM: De sociale dienst lijkt het hart van het OCMW, maar de bejaardenzorg neemt wel de grootste brok aan mankracht en werkzaamheden in. Welke voorzieningen zijn er vanuit het OCMW voor de bejaardenzorg?

Wij proberen in de eerste plaats de ouderen te stimuleren om zo lang mogelijk in hun vertrouwde omgeving en dus thuis te blijven wonen. Daarvoor zijn er heel wat ondersteunende diensten. Er is de poetsdienst die uit 13 medewerkers bestaat, de thuiszorgdienst, de Web assist klusdienst, de mantelzorgondersteuning , de bedeling van maaltijden, de huisbezoekers voor ouderen, enz….

Als het echt te moeilijk wordt, is er de keuze tussen serviceflats of assistentiewoningen, bejaardenwoningen, het dagverzorgingscentrum met nachthotel, kortverblijf en het Woon-Zorgcentrum, alles natuurlijk in verhouding met de toestand van de oudere. Voor mensen die nog zelfstandig kunnen wonen, is er de keuze tussen bejaardenwoningen, ook in onze deeldorpen, en de assistentiewoningen. De minimumleeftijd bedraagt hier 65 jaar, al zijn er uitzonderingen mogelijk.

We hebben in totaal 43 seviceflats waarin zo’n 50 ouderen wonen, 23 flats in De Linde en 20 in De Wingerd. Het merendeel van de bewoners zijn vrouwen (35) en de gemiddelde leeftijd bedraagt hier 83 jaar. Inwoners van Hoogstraten hebben er voorrang. Momenteel staan er nog 30 personen op de wachtlijst. Zowel in De Linde als in De Wingerd is ondersteuning van mantelzorg (buren, vrienden, familie,..) en thuiszorgdiensten zoals verpleging, poetsdienst, gezinszorg, warme maaltijden steeds mogelijk. Voor dringende hulp kan men 24/24 gebruik maken van een intern oproepsysteem. Met dit aanbod ondersteunen wij de zelfredzaamheid van de bewoners zo goed mogelijk, zodat zij zo lang mogelijk zelfstandig van de thuissituatie kunnen blijven genieten. De dagprijs bedraagt 27 euro voor De Linde en 33,93 euro voor De Wingerd. Hier zijn de kosten van de verwarming (Wingerd) in de prijs begrepen.

Daarnaast hebben we een 45-tal bejaardenwoningen verspreid over alle deeldorpen waarvan enkel deze in Hoogstraten (25) eigendom van het OCMW zijn. De overige zijn van de stad of de Sociale Bouwmaatschappij. Deze woningen zijn vooral bestemd voor 65-plussers die zich nog goed genoeg voelen om zelfstandig te wonen. Zij kunnen wel beroep doen op thuiszorgdiensten indien ze dit willen. De gemiddelde leeftijd van deze bewoners is 73 jaar.

De grootste woongelegenheid is natuurlijk het nieuwe Woon-Zorgcentrum met de vier witte blokken. Hier is plaats voor 154 bejaarden die niet meer zelfstandig kunnen wonen en dag en nacht hulp kunnen krijgen. We trachten hier een zo hoog mogelijke bezettingsgraad te hebben. Deze vier gebouwen zijn elk onderverdeeld in vier verdiepingen met kamers en daartussen twee verdiepingen met een leefruimte. Van die 154 kamers zijn er 150 kamers voor definitief verblijf en 4 kamers voor een kortverblijf. De dagprijs bedraagt 54,39 euro voor inwoners van Hoogstraten. Wie niet aan de voorwaarden voldoet, betaalt een supplement van 3,5 euro per dag.

En tot slot hebben we nog Homiva voor Hoogstraatse mindervaliden. Dit zijn 7 aangepaste appartementen voor maatschappelijk kwetsbare bevolkingsgroepen. Dat is ook eigendom van het OCMW. Dit is na de bouw aan ons overgedragen, maar we hebben ook wel de lening erbij gekregen.

De OCMW raad:

voorzitter Jos Matthé met verder: Mieke Michielsen (CD&V), Karel Aerts (N-VA) en Marcel Verschueren (Hoogstraten Leeft), leden van het Vast bureau.

Verder de raadsleden Herman Verlinden en Jef Van Looy (CD&V), Natasja Snels en Paul Van Merode (N-VA), Arnold Van Aperen en Jan Hadermann (Hoogstraten Leeft) en Jef Roos (ANDERS)

Armoede

DHM: We horen meer en meer alarmerende kreten over de toename van de armoede in Vlaanderen. Hoe is dat in Hoogstraten gesteld en hoe voelen jullie dat op de sociale dienst van het OCMW?

Het leven is inderdaad heel wat duurder geworden. Kijk maar naar de prijzen van water of elektriciteit en de stijging van de algemene kosten. Een aantal mensen heeft het erg moeilijk. Indien nodig grijpen we in met verschillende vormen van steunmaatregelen en al of niet met het uitbetalen van een leefloon. Ondanks de hogere levenskosten is het aantal leefloners, of mensen die een bestaansminimum van de overheid krijgen, in Hoogstraten niet echt gestegen. Het leefloon mag doorgaans ook maar een tijdelijke oplossing zijn. Wij zoeken daarom intens naar alternatieve werkgelegenheden. Zo proberen wij mensen via het bekende artikel 60 tewerk te stellen in de Web kringwinkel, de Troef, La Segunda, de winkel voor tweedehandskleding enz.

Verder geven wij opleiding en begeleiding aan deze mensen om zelfredzaam te worden. Zij volgen meestal een arbeidstraject waarin ze begeleid worden. Zo ook in hun budgetbeheer, waarin we vroeger een lange wachtlijst hadden. Die was intussen zo goed als weggewerkt, maar nu zien we toch terug een toename ervan. Zulke wachtlijst mag niet lang zijn, want meestal komen de mensen al vrij laat en dat kan dan tot grotere problemen leiden. Wij hebben momenteel een 40-tal mensen die een leefloon krijgen. Er zijn echter wel meer aanvragen, zo’n 70 à 80 per jaar, maar dit is dan vaak maar voor enkele maanden. We zetten daar momenteel sterk op in met gespecialiseerd personeel.

DHM: Welke andere vormen van steun zijn er zo nog?

Wij komen tussen wanneer mensen hun elektriciteit of energie niet meer kunnen betalen. Wij krijgen daar zelf ook subsidies voor uit het energiefonds van de overheid. Maar wees gerust, dat geld is elk jaar wel helemaal op. Daarnaast maken wij gebruik van het socio-cultureel participatiefonds. Hiermee willen we mensen die het financieel moeilijk hebben toch de kansen geven te participeren aan het gemeenschapsleven. Die ondersteuning kan gaan van het betalen van lidgelden voor jeugdbeweging of sportverenigingen, bijdragen in de zwemlessen, inschrijving in IKO tot deelname aan kampen, enz. Maar dat gebeurt allemaal heel discreet via de sociale dienst.

Je weet ook dat we hier de actie tegen kinderarmoede hebben opgestart. Kinderen mogen nooit het slachtoffer worden van de financiële moeilijkheden thuis. Die fondsen zijn ook altijd op en vaak moeten we zelf nog bijpassen. Een maand geleden hebben we de muzikale avond tegen Armoede ingericht. Toen hebben we ruim aandacht besteed aan ons programma ”Pampers & co”. Wij proberen hiervoor sponsoring bij bedrijven en organisaties te vinden.

Jos Matthé

Jos Matthé

Budget

DHM: Wat is het budget van het OCMW om dit alles te kunnen betalen?

Wij hebben een budget van ongeveer 12 miljoen euro per jaar Bij de stad is dat ongeveer 30 miljoen euro, maar daarin zit ook een deel van het basisonderwijs, het OCMW, de politie, brandweer en hulpdiensten, enz. Met dit budget komen wij toe omdat de stad ook jaarlijks bijdraagt om het OCMW-budget in evenwicht te krijgen. Maar wij zitten wel met meer leningen dan de stad, het WZC heeft 27 miljoen gekost en dat moeten wij aflossen.

DHM: Waar komen de gelden allemaal vandaan?

Vooreerst zijn er de ligdagprijzen van het Woon- Zorgcentrum. Vroeger moest de stad hier heel wat geld bijsteken, dat is nu sterk verminderd doordat we de prijs hebben opgetrokken naar 52 euro per dag in 2012. Ondertussen is dat door de indexatie gestegen naar 54.39€. Daarmee zijn we nog altijd één van de goedkoopste uit de regio. We zitten op het gemiddelde van België. In de provincie Antwerpen liggen die prijzen het hoogste van het land en schommelen ze vaak rond de 58 à 59 euro per dag, de privé instellingen niet meegerekend. Het blijft duur, ook bij ons, maar er zit bij ons heel wat inbegrepen, waarvoor op andere plaatsen vaak nog extra moet bijbetaald worden.

Maar de reële ligdagprijs is eigenlijk boven 115 euro per dag, het dubbele van wat de bewoner betaalt. Daarom dat de toelagen van RIZIV (Rijksdienst voor Ziekte en Invaliditeitsverzekering) zo belangrijk zijn. Wij streven naar 75 % zorggraad. Er zijn 81 RVT-bedden (rust- en verzorgingsbedden) en dat is minder dan 75% van de 154 bedden die er zijn en dat is jammer. Die worden immers het hoogst betoelaagd. De andere zijn dan ROB-bedden (rustoordbedden). Het zou logisch zijn een 75/25 verhouding te hebben, maar daar geraken we niet aan. De bezettingsgraad is ook niet altijd 100 %. Bij overlijden of ziekte en opname in een ziekenhuis, staan kamers tijdelijk leeg. Als iemand gehospitaliseerd wordt valt die toelage van RIZIV weg.

Bij het kortverblijf (4 kamers) zitten we rond de 70% bezettingsgraad. Bij de andere zitten we rond de 98 à 99 % en dat is wel heel goed. Maar dat vraagt wel een goede opvolging. Globaal gezien moest de stad hier vroeger heel wat in bijdragen, momenteel schommelt dat tussen de 50.000 en 80.000 euro per jaar.

”Ik heb dit geen droomjob genoemd. Het is een engagement en hoe het verder gaat, zal de toekomst uitwijzen.”

”Ik heb dit geen droomjob genoemd. Het is een engagement en hoe het verder gaat, zal de toekomst uitwijzen.”

DHM: Waarom kies je dan voor een 75/25 verhouding als je weet dat je voor RVT-bedden veel meer ondersteuning krijgt?

Wij hebben bewust gekozen voor deze 75/25 verhouding in zorggraad en dus eigenlijk ook voor 75% RVT bedden, maar die worden zelden door het RIZIV toebedeeld. Sommige rusthuizen nemen enkel mensen met een zware zorggraad op (tot 90-95%) maar dan is het wel nog zwaarder voor het personeel. Bij ons is heel bewust gekozen voor een gemengde zorg. Mensen kunnen mekaar onderling nog een beetje helpen, mee naar de refter brengen, enz.

”Een bestuur dat zorg voor mensen negeert, schiet zichzelf in de voet.”

Wij zitten zelfs met een 20 % bovennorm personeel, wat ook eigen is aan een openbaar bestuur. De meeste private woonzorgcentra , werken aan ‘de norm’(aantal zorguren). Die norm is jaren geleden vastgelegd en als het aantal zorgbehoevenden toeneemt, kan je je wel afvragen of het aantal zorguren ook niet moet evolueren. Dat hebben we onlangs ook kunnen vaststellen in de Pano-uitzending op tv. Dan krijg je te weinig personeel voor de zorg die er is. Bij ons betekent gemengde zorg ook dat er geen afgesloten afdeling is voor inwoners met dementie. Dat is voor vele bewoners wel wennen en niet voor iedereen even aangenaam. Maar het nieuwe centrum leent er zich wel toe en die keuze is met de bouw ervan gemaakt.

Obligaties

DHM: Hoe zit het met de kosten van de bejaardenwoningen?

Naast het WZC hebben we onze assistentiewoningen en bejaardenwoningen. Voor de serviceflats proberen we kostendekkend te werken. In De Wingerd lukt dat ongeveer. Er zijn nog wel leningen die afbetaald moeten worden, maar dat doen we met de huur. Hier zijn er 8 verhuurd en 12 flats zijn bewoond door mensen die een obligatie gekocht hebben. Dat maakt toch wel een paar miljoen aan obligaties. Spijtig genoeg brengen die huidige interesten bijna niets meer op maar dat geld gaan we terug investeren in andere gebouwen.

DHM: Er was in het verleden al wel wat kritiek op deze obligatiewoningen. Mensen met geld krijgen hierdoor gemakkelijk een woning toegewezen, terwijl anderen in de kou blijven staan?

Ik begrijp deze kritiek wel, maar de wachtlijst in 2013 voor de serviceflats was onbestaand. Het is wel degelijk een goede manier van werken op voorwaarde dat je ook voldoende kan aanbieden voor anderen die het niet zo gemakkelijk hebben. Voor mij is iedereen gelijk. Maar door het feit dat mensen zelf hun obligatie kunnen inbrengen, scheppen we ruimte voor anderen. Het bedrag was voor De Wingerd vastgesteld op 187.000 euro. Je brengt het geld in, je krijgt een gratis woning en nadien krijg je je geld terug, zonder interest evenwel.

We zitten hier in Hoogstraten met heel wat mensen die eigenaar zijn van een huis en dus niet graag huren. Voor hen is dit de meest logische manier. Ik heb al meermaals gezegd dat je moet solidariseren waar het moet, maar ook waar het kan. Dat betekent dat, als je mensen hebt die daar hun centen in willen steken, je de service voor anderen goedkoper kan maken. Zonder dat de overheid daarin extra moet investeren. De overheid heeft zijn taak en moet investeren, maar als de burger daarin kan bijdragen, moet je dat niet tegenhouden. Op voorwaarde dus dat je ook voldoende hebt voor de anderen.

Jos voelt zich thuis in het nieuwe Woon- en Zorgcentrum.

Jos voelt zich thuis in het nieuwe Woon- en Zorgcentrum.

Toekomst

DHM: Is dat de tendens voor de toekomst?

Wij hebben nog een lange wachtlijst voor de huidige serviceflats en er zijn wellicht toch kandidaten bij die graag een obligatie zouden willen kopen. Waarom? Hier in Hoogstraten is misschien 70 % eigenaar van een huis. Die verkopen liever hun huis en kopen een obligatie. Als we het nog zouden doen - wat nog niet beslist is - zullen het andere termijnen zijn dan in de Wingerd en met een woonverplichting. Maar dat doet men tegenwoordig ook al wel eens met sociale woningen, vb via erfpacht. De mensen verzorgen dan ook beter hun huis. Op de wachtlijst voor de huidige serviceflats zijn er misschien ook wel bij die al denken aan de serviceflats die er gaan komen in het nieuwe ‘t Gastenhuys.

DHM: Wat is de regeling voor mensen die uiteindelijk hun woning en de zorg niet meer blijken te kunnen betalen?

Wat als zij eerst al hun eigendom hebben verkocht en uitgedeeld aan de kinderen en dan komen aankloppen bij het OCMW? We gaan altijd terugkijken in de tijd, hoe ver, dat kan je navragen en ga ik nu niet vertellen. Je kan je inderdaad arm schenken, maar daarom bestaat er hier ook nog een kindsdeel. Als mensen niet toekomen, kan men bij de kinderen aankloppen, maar dat is beperkt. Die situatie komt echt niet veel voor in Hoogstraten. Ik ben er ook wel zeker van dat heel wat families zelf bijpassen want als je hier 1630 euro moet betalen en nog wat extra kosten, dan kom je niet toe met een klein pensioentje. En bij veel ouderen had je soms ook maar één inkomen. Als je bijvoorbeeld als zelfstandige niet wat gespaard heb, dan kom je niet toe in een woonzorgcentrum. Je krijgt wel wat toelage van de zorgkas en nog wat andere steunmaatregelen. In Hoogstraten zijn er geen tien bewoners van ons WZC waar er moet bijgepast worden vanuit ons OCMW. Eventueel kan dat wel uit een ander OCMW zijn indien de bewoner van elders afkomstig was. Wij moeten soms ook garant staan voor inwoners van Hoogstraten, die elders gaan wonen.

DHM: Zijn er nog andere bronnen van inkomsten waarmee het huishouden van het OCMW kan betaald worden?

Buiten de ligdagprijzen en de huurgelden voor de woningen kan het OCMW ook nog putten uit het gemeentefonds via de bijdrage van onze stad. Dit zijn gelden die de overheid als steun aan de gemeenten geeft en waarbij er dus ook een deel voor het lokaal sociaal beleid zit. Verder past de gemeente jaarlijks het tekort op de rekening van het OCMW bij. Voor 2016 was de nettobijdrage 1.4 miljoen euro. Voor dit jaar is dat nog niet gekend. In begin van deze legislatuur was dat ongeveer 2.3 miljoen, maar toen werkten we nog niet met de BBC boekhouding. Maar of dat bedrag zo zal blijven, is niet te voorspellen. We hebben immers weinig vat op de al of niet groeiende vraag naar sociale dienstverlening.

Dan zijn er nog gelden van het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden (VIPA). Hiervan krijgen we 867.000 euro per jaar investeringssteun voor het nieuwe WZC. Dat is een heel bedrag. Als we dat niet zouden hebben , dan komen we op een heel andere ligdagprijs. Ten slotte kunnen we nog genieten van allerlei subsidies, o.a. voor GPMI (leefloon), de opvang van asielzoekers. De Vlaamse overheid betaalt 50 à 55 % voor de kosten van het leefloon, meestal onder voorwaarde dat dit gekoppeld is aan een project van sociale integratie. De opvang van asielzoekers in het Lokaal Opvang Initiatief (LOI) wordt volledig terugbetaald door de overheid. Verder zijn er ook aantal projectsubsidies vanuit de hogere overheden.

Asielzoekers

DHM: Hoeveel plaatsen heeft Hoogstraten momenteel voor de opvang van asielzoekers?

Wij hebben in Hoogstraten 25 plaatsen voor mensen die in een asielprocedure zitten, maar er zijn er ook bij die al erkend zijn. De regelgeving is recent gewijzigd, zodat wij twee maanden de tijd hebben om die mensen aan een job en een woning te helpen. Dat is zeer moeilijk in Hoogstraten met hoge huurprijzen en lange wachtlijsten voor sociale woningen. We kunnen twee keer een maand uitstel krijgen, maar dan lukt het soms nog niet. Daarna valt de LOI subsidie weg.

Maar we proberen dat altijd heel menselijk op te lossen, je kan een gezin met kinderen toch niet zomaar op straat zetten! Vroeger hadden we verschillende woningen waarin een aantal vluchtelingen samen verbleven, nu zijn deze vooral gecentraliseerd in blok 2 in de Mouterijstraat en nog één appartement in de Heilig Bloedlaan boven het kantoor van Puuur. De huizen die we vroeger ter beschikking stelden, zijn eigenlijk niet meer bewoonbaar en zullen we van de hand doen of renoveren. We houden wel nog enkele doorgangswoningen voor noodopvang.

DHM: Vroeger verwierf het OCMW ook wel eens eigendommen via schenkingen of als vorm van betaling. Bestaat zoiets nog?

Ja, het OCMW heeft nog wel wat eigendommen via de zogenaamde legaten. Mensen die vroeger geen pensioen kregen en naar het rusthuis kwamen, betaalden vaak door grond in ruil te geven. Van die eigendommen zijn er al een deel onteigend door de aanleg van het industriegebied De Kluis, en door de stad gekocht als locatie van het zwembad. Er zijn ook nog wel wat landbouwgronden waar ook een pacht op zit, maar veel brengt dat niet op natuurlijk. Sinds kort verhuren wij geen gronden meer als de pacht vrijkomt. Wij bemesten ze zelf en verkopen de gewassen die er op gezaaid worden. Dat brengt iets meer op. Maar dan moet je natuurlijk wel weten hoe je dat moet doen en dan is het natuurlijk een voordeel als je een boerenzoon bent. Volgend jaar komen er nog wat gronden vrij en die zullen we waarschijnlijk verkopen om dat geld te investeren in ’t Gastenhuys.

Wie niet zelfstandig kan blijven wonen, moet op een goede ondersteuning kunnen rekenen.

Wie niet zelfstandig kan blijven wonen, moet op een goede ondersteuning kunnen rekenen.

Bijzonder comité

DHM: In het OCMW wordt er veel gewerkt rond heel persoonlijke problemen. Is er nu niet het gevaar voor de privacy wanneer alles samensmelt in de gemeente?

Nee, want dat is wettelijk al vastgelegd. Nu worden die individuele problemen behandeld in het Bijzonder comité, met enkele OCMW-raadsleden. In Hoogstraten zijn dat 2 raadsleden van CD&V, 2 van Hoogstraten Leeft, 1 van N-Va en de voorzitter, samen met het diensthoofd van de sociale dienst. De maatschappelijke werkers komen ieder hun dossier voorstellen. Iedereen van dat comité heeft zwijgplicht, net zoals alle leden van de raad overigens. De betrokkene heeft ook de kans om zelf zijn dossier te komen verdedigen. Het comité neemt daarna een beslissing en de indiener kan hiertegen eventueel nog bezwaar indienen bij de arbeidsrechtbank in Turnhout.

Dat comité komt één keer per maand samen, het beslist autonoom en is het enige dat zal blijven bestaan na de integratie binnen de stad. Het zullen dan leden van de gemeenteraad zijn maar ook zij zullen gebonden zijn door het beroepsgeheim. Het is telkens een voormiddag heel intensief werken, meestal met moeilijke en persoonsgebonden materies. Ik kan je wel verzekeren dat zoiets niet in je koude kleren kruipt. Vijf jaar geleden had ik er weinig benul van wat er allemaal kan mislopen in een leven, je bent daar ook niet echt mee bezig. Dringende hulpvragen komen daarnaast nog bij de voorzitter terecht die dan wegens de hoogdringendheid een beslissing moet nemen. Dat wordt nadien wel door het comité bekrachtigd, maar het is wel onomkeerbaar. Om in het OCMW te werken, moet je vooral betrokken zijn. Ik zou deze job niet graag doen als ik 25 zou zijn.

DHM: Zijn er buiten de toekomstige integratie nog andere ontwikkelingen in de sociale sector?

Er zitten inderdaad nog een aantal projecten in de pijplijn. Zo is er vooreerst de verandering bij het PAW, het Plaatselijk Werkgelegenheidsagentschap. Die naam verdwijnt binnenkort en wordt Wijkwerken. Wie vóór september in PWA zat, mag dat blijven doen tot zijn pensioen, vanaf daarna kom je in het nieuwe Wijkwerken terecht. Dit betekent dat je gedurende maximum één jaar werkervaring moet opdoen in twee verschillende soorten werk. De opvolging daarvan zal heel wat extra belasting meebrengen voor ons personeel. VDAB stelt 1,4 mankracht ter beschikking voor de zes gemeenten van de intercommunale ILV ”Noorderkempen” . Dat zijn de gemeenten Rijkevorsel, Hoogstraten, Baarle- Hertog, Ravels, Merksplas en Arendonk. Ook in de eerstelijnszorg gaat er een grotere zonevorming doorgevoerd worden.

DHM: Hoe bedoel je?

Op dit ogenblik zijn er volop gesprekken aan de gang om een eerstelijnszorgzone op te richten. De huidige omvat Hoogstraten en Rijkevorsel, maar dat zal evolueren naar een grotere zorgregio met minimum 75 000 en max 125 000 inwoners. Wij vinden de zorgnabijheid voor onze dorps - en stadgenoten zeer belangrijk en trachten met de gemeenten van de ILV een eerstelijnszorgzone te vormen met ongeveer 73 000 inwoners. De gesprekken zijn nog volop bezig, maar tegen het einde van dit jaar moet er een beslissing vallen, zo niet wordt ons een oplossing opgedrongen. We kennen de uiteindelijke gevolgen van de zonevorming nog niet, het zou wel invloed hebben op het aantal bedden in het WZC en de op thuiszorgdiensten. Juist die diensten wil je toch zo kort mogelijk bij de mensen houden in je eigen gemeente of stad.

Daarnaast is er ook een evolutie binnen Welzijnszorg Kempen, een samenwerking tussen 27 OCMW’s. Hierbij zijn er 14 met een eigen WZC. Die samenwerking is een goede zaak en een versterking voor onze eigen werking. Twee jaar geleden liet Welzijnszorg door Ernst & Young een studie uitvoeren om te zien of we niet konden evolueren naar een bredere Woon-Zorgvereniging. Ons bestuur heeft beslist om daar voorlopig niet in te stappen uit vrees de lokale betrokkenheid te verliezen en om te vermijden dat ons personeel in een nadeliger statuut terecht komt. Er zou dan immers één personeelsbeleid komen. In alle openbare WZC wordt er door de gemeenten bijgepast, maar dat verschilt van gemeente tot gemeente. Wij kunnen nu al wel flink besparen door samenaankoop van medicatie en andere gebruiksgoederen via DOT-zorg Kempen in onze OCMW woonzorgcentra.

Het was zoeken om foto’s te vinden waar Jos zelf op staat. ”Niet ik ben belangrijk, maar de mensen hier”, zegt Jos.

Het was zoeken om foto’s te vinden waar Jos zelf op staat. ”Niet ik ben belangrijk, maar de mensen hier”, zegt Jos.

Gastenhuys

DHM: Om af te ronden Jos, hoe staat het nu met ’t Gastenhuys?

Die bouwvergunning is in aanvraag. Dat dossier zit nu bij Ruimte Vlaanderen. Het openbaar onderzoek moet nog gevoerd worden. Ondertussen is het dossier volledig en ontvankelijk verklaard en loopt de bouwaanvraag de weg die ze moet lopen. Laat ons hopen dat er wat vaart in komt, aangezien onze wachtlijsten groeien. Het is een beeldbepalend gebouw in Hoogstraten, dat weet ik wel. Maar van het oorspronkelijk gebouw van Architect Van Gastel uit de jaren 1860, staat niets meer recht. Wat aanvankelijk een mooi gebouw was, is eigenlijk helemaal verbouwd. De bouwvergunning zal door Ruimte Vlaanderen verstrekt worden, nadat alle adviezen opgevraagd en geëvalueerd zijn.

DHM: Is het daarom dat het nu allemaal zo lang duurt ?

Dat geloof ik niet. Van Roey, als voorkeursbieder, wil ook vooruit, maar een bouwaanvraag die eind september 2017 is ingediend , heeft een behandelingsduur van enkele maanden Zij hebben er geen enkel belang bij om nog langer uit te stellen. Al de diensten die daar een onderdak zullen vinden, zitten momenteel verdeeld over Hoogstraten, zoals het JAC, Opvoedingswinkel, peuterspeelpunt en sommige zelfs tot in Turnhout, zoals het Centrum voor Geestelijke Gezondheid, het CAW, nierdialyse, enz. Die samenbrengen is toch meer service voor onze mensen. Er is ook veel vraag naar extra kinderopvang in Hoogstraten en er is mogelijk nog ruimte over. De Zorg- en farma winkel heeft immers beslist om hun optiekafdeling hierin niet onder te brengen aangezien er al optiekers genoeg zijn in Hoogstraten. Er is bovendien nog administratieve ruimte die niet ingenomen is.

Kind en Gezin komt wel naar het nieuwe gebouw, waardoor er op de huidige plaats weer wat vrij komt voor andere diensten. Ons administratief gebouw zit overigens momenteel stampvol, zelfs onze refter. Daar zitten de medewerkers van het kinderarmoedeproject en de mensen die het buurtzorgnetwerk en gezinsondersteuning aan het opstarten zijn. Wij zitten dus echt wel te wachten om dat allemaal bij elkaar te kunnen brengen. Het nieuwe ’t Gastenhuys geraakt wel vol, daar twijfel ik geen moment aan. We steken niet voor niks 10 miljoen in zo’n verhaal. Sommige diensten zullen huur betalen, andere niet . We moeten er geen winst op maken maar we houden er wel iets aan over, genoeg om binnen 20 jaar terug te kunnen renoveren.

Droomjob

DHM: Tot slot, Jos, hoe ziet je eigen politieke toekomst er uit nu je deze droomjob gaat verliezen?

Ik heb dat geen droomjob genoemd. Het is een engagement en hoe het verder gaat, zal de toekomst uitwijzen. Dat hangt van de mensen af. Als ze je een mandaat geven, dan moet je daar voor gaan. Ik ben wel voorzitter van het OCMW, maar ik ben even goed geïnteresseerd in alles wat er in het college gebeurt. Ik bekijk alle dossiers, hoewel natuurlijk niet allemaal in detail. Maar in het kader van de integratie, moet ik daar ook allemaal wel mee bezig zijn. Als ik alle uren tel die ik in deze job steek, dan zal dat wel een full-time job zijn en dat blijf ik niet doen tot mijn tachtigste.

Er zal in de volgende legislatuur altijd iemand moeten zijn die sociale zaken zal behartigen. Wie dat zal zijn, weet ik niet. Maar men zal altijd onder ogen moeten houden dat alles wat met welzijn en zorg van de mensen te maken heeft, niet los kan gezien worden van het totaalbeeld. Als er morgen heel mooie wegen zijn en veel groen, veel bossen en goed openbaar vervoer, maar er is geen antwoord op de zorg en gezondheidsvraag van mensen, dan ga je met weinig gelukkige mensen in een heel schoon dorp wonen... Een bestuur die dat negeert, schiet zichzelf in de voet.

Ik ken nu de twee organisaties, de stad en het OCMW. Ik zou eerlijk gezegd heel wat van de betrokken en zorgzame dienstverlening van het OCMW in de toekomstige gemeentewerking willen zien. Ik heb altijd in eer en geweten op een fatsoenlijke manier voor de gemeenschap proberen te werken. Wij zijn tenslotte allemaal vertegenwoordigers van die gemeenschap, of je nu in de meerderheid of in de oppositie zit. Ik behandel iedereen gelijkwaardig. Dat werpt zijn vruchten af, ook al zijn er nu en dan meningsverschillen, maar die kunnen besproken worden. (jh)

De wereld van SJAH

Het O.C.M.W. blaast zijn laatste 365 kaarsjes uit ! Wie steekt daarna het licht weer aan?

Het O.C.M.W. blaast zijn laatste 365 kaarsjes uit ! Wie steekt daarna het licht weer aan?

© Karel Huet