31 minute read

Wat met onze kerken?

De toekomst van de parochies en de kerkgebouwen

De tijd dat elke parochie een eigen pastoor had, die op zondag in meer dan een viering preekte voor een volle kerk, ligt ver achter ons. Misvieringen in de week worden zeldzaam en op zondag kan men de kerkgangers op enkele handen tellen. Ook het aantal doopsels en kerkelijke huwelijken loopt sterk terug en voor de dienst na een overlijden kiest men steeds vaker voor crematoria. Hoe moet het verder met al die kerkgebouwen, vraagt de overheid zich, samen met ons, af.

Het christendom heeft Vlaanderen en ook onze regio ruimtelijk en architectonisch bepaald. Vlaanderen telt 1.800 rooms-katholieke kerken, waarvan ongeveer de helft als monument beschermd zijn. Dat is bijna 10 % van de iets meer dan 10.000 beschermde monumenten in Vlaanderen. Samen met andere religieuze gebouwen zoals pastorieën, kapellen en kloosters zijn ze goed voor 17 % van onze monumenten.

In 2008 ging bijna de helft van het totale budget voor restauratiebudgetten naar de sector eredienst. Dat wordt een probleem in tijden van toenemende secularisatie.

De ligging van de kerken en kapellen in de Pastorale eenheid Hoogstraten-Rijkevorsel. Vooral in het centrum, tussen de kerk van Minderhout en de kapel van Achtel liggen de gebouwen voor eredienst heel dicht bij elkaar

De ligging van de kerken en kapellen in de Pastorale eenheid Hoogstraten-Rijkevorsel. Vooral in het centrum, tussen de kerk van Minderhout en de kapel van Achtel liggen de gebouwen voor eredienst heel dicht bij elkaar

Er is een verbroken evenwicht tussen het aanbod en het gebruik van parochiekerken en kapellen. Volgens cijfermateriaal uit 2011 neemt nog 5 % van de bevolking deel aan een wekelijkse misviering. Dertig procent van de burgerlijke huwelijken worden gevolgd door een plechtigheid in de kerk. En nog 70 % van de begrafenissen vinden plaats in een parochiekerk. Daartegenover blijkt uit een recent uitgevoerde enquête dat 44 % van de Vlamingen zich religieus noemt, 30 % niet religieus en 18 % atheïst.

De nieuw te vormen pastorale eenheid Hoogstraten-Rijkevorsel (zie verder) telt voor iets meer dan 30.000 inwoners, acht parochiekerken (St.-Jozef Rijkevorsel, Rijkevorsel centrum, Hoogstraten centrum, begijnhof Hoogstraten, Wortel, Minderhout, Meer en Meerle), één kapelanie (Meersel- Dreef) en drie kapellen (Achtel, Minderhout en St.-Lucia Meersel-Dreef). Twaalf gebouwen waarin steeds minder misvieringen plaats vinden. Op termijn een onhoudbare situatie, ook omdat er nog maar twee pastoors zijn en een kapelaan.

Als we de kerk van de paters in Meersel-Dreef ook als parochiekerk beschouwen, betekent dit één kerk voor 3.300 inwoners, tegenover het Vlaams gemiddelde van 4.100 inwoners per parochiekerk. Maar het kan erger. Het aantal kerken is niet evenredig verdeeld in verhouding tot het aantal inwoners. De gemeenten Heers met 7.000 inwoners en Zwalm met 8.000 inwoners hebben elk 12 parochiekerken op hun grondgebied.

Door de dalende kerkpraktijk worden enkele van onze negen kerken en drie kapellen minder of haast niet meer gebruikt voor de eredienst. Veel van die gebouwen zijn alleen tijdens de vieringen geopend, ook al hebben ze vaak prachtige en duur gerestaureerde interieurs. .

Tegelijk is er een tekort aan ruimte voor culturele, socio-culturele en andere maatschappelijk belangrijke functies. Men kan dus niet meer rond het debat over medegebruik, nevenbestemming, herbestemming en in bepaalde gevallen het slopen van kerken. Dat laatste zal hier niet aan de orde zijn omdat al onze kerken en kapellen als monument beschermd zijn..

In enkele van onze kerken en kapellen worden al regelmatig concerten georganiseerd. De akoestiek is er vaak zeer goed en bovendien geeft het kader een extra cachet aan het concert. Maar voor een definitieve herbestemming als concertzaal / cultuurcentrum is er in veel van die kerken een gebrek aan ruimte voor onthaal, kleedkamers, sanitair en administratie. In de Sint Katharinakerk zou, naast plaats voor de eredienst, wel ruimte kunnen zijn voor een permanente culturele infrastructuur, in combinatie met een museale functie die de kerk in zich heeft. Kijk maar naar het gebruik van de kerk in Breda. Maar men kan nog verder gaan, als men durft denken met een open geest. Slechts één voorbeeld: men zou de hoofdbibliotheek kunnen onderbrengen in de kerk van Minderhout en van de bib in de Lindendreef een polyvalente zaal voor culturele activiteiten kunnen maken. Of gaat dat te ver?

Wij gingen over dit alles praten met Ton Jansen en Greet Uydens, die nauw betrokken zijn bij de toekomst van onze parochies, kerken en kapellen. Verder vroegen we de mening aan enkele bevoorrechte getuigen, die meer of minder betrokken zijn bij kerk of cultuur. (fh)

Ton Jansen: “Denken op lange termijn is niet eenvoudig”

Ton Jansen werkt deeltijds voor het dekenaat Noorderkempen en deeltijds voor het bisdom Antwerpen. Hij is mee verantwoordelijk voor de vorming van de zogenaamde “pastorale eenheden”, een samenwerkingsverband van verschillende parochies in een groter geheel. Binnen die functie werkt hij ook mee aan het opstellen van een kerkenplan per pastorale eenheid. In zo’n kerkenplan verwacht de overheid een visie op het gebruik van de kerkgebouwen op lange termijn.

Even voorstellen

Ton Jansen

Ton Jansen

Ton Jansen woont sinds 2001 in Wortel, samen met zijn vrouw Deborah Hurks en hun twee dochters. Hij groeide op in Baarle-Hertog, waar hij naar de lagere school ging. Daarna maakte hij vijf van de zes jaren van het middelbaar onderwijs vol in het Klein seminarie. Het waren de woelige jaren van de AMADA toestanden in de school, waar ook Ton bij betrokken was. Om die reden kreeg hij op het einde van het voorlaatste jaar te horen dat hij het volgende jaar niet meer welkom was en maakte hij zijn middelbare studies af in het Sint Pietersinstituut te Turnhout.

Na het middelbaar studeerde Ton biochemie. Hij werkte maar een jaar in die sector en kwam daarna in de commerciële sector terecht. Hij werkte voor verschillende internationale bedrijven zoals, de laatste jaren, voor de Amerikaanse firma Colgate Palmolive. Aan die samenwerking kwam een einde na een herstructurering binnen het bedrijf.

“Als vijftiger stel je jezelf dan de vraag wat je nog wil doen”, zegt Ton, “zo maakte een kennis me attent op een vacature bij het bisdom als deken-assistent. Ik heb er lang over nagedacht. Ik ben inderdaad al een aantal jaren kerkelijk betrokken, maar om nu direct voor het bisdom te gaan werken is toch nog iets anders. Maar goed, de laatste dag dat de vacature liep, op 30 april 2012, heb ik dan toch mijn kandidatuur gesteld. En, wat aanvankelijk een deeltijdse betrekking was binnen de dekenij, werd al vlug aangevuld met de taak om binnen het bisdom de pastorale eenheden mee vorm te geven”.

Deken-assistent

In 2005 is het bisdom omgevormd naar vijf dekenaten en later naar zeven. De dekens hadden een dermate zware opdracht dat men oordeelde dat het beter was om er een assistent-deken aan toe te voegen. In zo’n job neem je een aantal administratieve taken over en ben je verantwoordelijk voor de personeelsevaluatie, de evaluatie van teams, van plaatselijke contactpersonen, van federatiecoördinatoren en de werking en de financiële kant van de vzw’s die binding hebben met de dekenij.

“Ik ben dan gestart in de dekenij Noorderkempen bij deken Michel Baert. Het is een aangename job en ik merk dat ik daar met mijn achtergrond in de industriële sector, vrij snel bepaalde zaken voor elkaar kan krijgen, al gaat het in de kerk uiteraard niet zo snel als in het bedrijfsleven”.

Mixtuur ontving in 2014 een eervolle vermelding bij de uitreiking van de Cultuurprijzen. Ton Jansen en Jan Martens vertegenwoordigen de vereniging die in verschillende kerken van de Pastorale eenheid concerten organiseert.

Mixtuur ontving in 2014 een eervolle vermelding bij de uitreiking van de Cultuurprijzen. Ton Jansen en Jan Martens vertegenwoordigen de vereniging die in verschillende kerken van de Pastorale eenheid concerten organiseert.

Naar Pastorale eenheden

Vrij snel nadat Ton deeltijds voor de dekenij Noorderkempen begint te werken, komt er vanuit het bisdom de opdracht bij om mee vorm te geven aan de pastorale eenheden. De zeven dekenijen tellen samen nog bijna 300 parochies en op dit moment nog 180 actieve pastoors. Maar een aantal onder hen heeft nog een andere opdracht dan puur parochiewerk. Er zijn er bij die ook een taak in het onderwijs of een andere functie hebben. Het aantal pastoors is dus beperkt en er gaan er elk jaar een paar tientallen op pensioen. “Dat bouwt heel snel af”, zegt Ton, “en hoe ga je dat dan organiseren?”

Het bisdom gaat er nu structuur aan geven met “pastorale eenheden”. Dat zijn samenwerkingsverbanden of netwerken van pastorale kernen. Naast de parochie kan ook een ziekenhuis, een school, een rusthuis en andere instellingen een pastorale kern hebben. Die gaan samenwerken in een netwerk dat door een team van vijf mensen wordt aangestuurd. Elk van die vijf mensen krijgt een eigen taak.

Het plaatselijk team signaleert eventuele problemen, maar voert verder het beleid van het team van de pastorale eenheid uit. Er is een verantwoordelijke liturgie en gebed, iemand voor verkondiging en catechese, een derde voor solidariteit, een verantwoordelijke voor financieel en materieel beheer en tenslotte iemand die het team modereert, die bruggenbouwer moet zijn.

Men laat het begrip parochie niet los omdat dat een juridisch erkende structuur is, maar het beleid wordt gevoerd vanuit de pastorale eenheid waaraan al die kernen meewerken. Dat gaat via werkgroepen naar het team van de pastorale eenheid.

“Wat ik nu vertel is iets wat in Hoogstraten bij het brede publiek nog niet zo lang gekend is”, zegt Ton, “In maart was er een eerste infoavond. Binnen het bisdom zijn er negen pilootprojecten die al redelijk ver staan. In de loop van de volgende maanden zullen de eerste pastorale eenheden per decreet gevormd worden. Nu zijn we met de vorming van de volgende eenheden gestart en de pastorale eenheid Hoogstraten–Rijkevorsel is er daar één van”, verduidelijkt Ton.

In het bisdom zijn twee vicariaten. Het vicariaat Antwerpen heeft drie dekenaten: Antwerpen Noord, Antwerpen centrum en Antwerpen Zuid. Het vicariaat Kempen bestaat uit dekenaat Noorderkempen, Kempen Oost, Kempen West en Zuiderkempen. In totaal komen er in bisdom Antwerpen een dertigtal pastorale eenheden. Voor die allemaal decretaal vastgelegd zijn, zijn we wellicht twee jaar ouder.

Het bisdom Antwerpen telt zeven dekenaten. Hoogstraten en Rijkevorsel vormen samen een van de zeven Pastorale eenheden van het dekenaat Noorderkempen.

Het bisdom Antwerpen telt zeven dekenaten. Hoogstraten en Rijkevorsel vormen samen een van de zeven Pastorale eenheden van het dekenaat Noorderkempen.

De kerkfabrieken

Een kerkfabriek is een juridische entiteit verbonden aan een parochie en daar wordt op dit moment niet aan geraakt.

“De structuur van de pastorale eenheid is een kerkelijke structuur die geen invloed heeft op de wettelijke structuren die reeds bestaan” verduidelijkt Ton, “Het veranderen van de parochies, kerkfabrieken en alles wat ermee samenhangt is een politieke kwestie waar de bisschoppenconferentie aan werkt samen met de politiek. Dit heeft te maken met de wetgeving rond de financiering van de eredienst die ook betrekking heeft op de andere erkende godsdiensten en dus een erg complexe materie is.”

Meer dan 40 % van de middelen van monumentenzorg gaan naar de 17 % beschermde monumenten met een functie voor de eredienst. (foto de kerk van Wortel voor de restauratie in 1968)

Meer dan 40 % van de middelen van monumentenzorg gaan naar de 17 % beschermde monumenten met een functie voor de eredienst. (foto de kerk van Wortel voor de restauratie in 1968)

Organist

Ton Jansen

Ton Jansen

Tot zijn zestiende volgde Ton Jansen orgellessen bij Jos Bruurs. Daarna liet hij zijn studies voorgaan, maar de liefde voor de muziek is altijd gebleven. In die mate zelfs dat hij er na zijn middelbare studies aan dacht om naar het Lemmensinstituut te gaan, maar het werd uiteindelijk biochemie.

Maar muziek neemt nog steeds een belangrijke plaats in, in het leven van Ton en zijn vrouw. Ze zingen samen in het Bachkoor in Breda, in een kamerkoor en werken mee aan verschillende projecten. Toen hij in Wortel kwam wonen werd hij invaller voor toenmalig organist Frans Meyvis, die hij later ook zou opvolgen.

Nadat ook Jos Bruurs afscheid nam als organist, werd hij opgevolgd door een groep van vier organisten die de vieringen in de kerk van Meer, van Minderhout, van Hoogstraten en in de kapel van Achtel onder elkaar verdelen. Luc Dockx, Eric Van Tongel, Annemie Ooms en Ton verdelen de vieringen en kan je dus afwisselend in de verschillende kerken horen. Organist Nico Declerck maakt geen deel uit van de groep, maar neemt het artistieke luik op zich.

Ton is ook erg betrokken bij Mixtuur, de vereniging die in Hoogstraten orgelconcerten organiseert. Voorlopig blijven die volgens Ton nog teveel beperkt tot de Sint- Katharinakerk, maar in de toekomst wil men ook concerten organiseren in de kerk van Minderhout, Wortel en in de begijnhofkerk. Mixtuur kan samen met de koren van Hoogstraten zorgen voor een programma van medegebruik in verschillende Hoogstraatse kerken.

Kerkenplan

Ton heeft als deken-assistent al tweemaal een fusie van parochies moeten doorvoeren en dat viel de plaatselijke gemeenschap zwaar, ook al waren er haast geen kerkgangers meer. Bij een van die fusies zal ook de kerk gesloopt worden. Het feit dat het om een vrij recente kerk gaat, die vol asbest zit, zal de sloop van die kerk wellicht meer aanvaardbaar maken.

Slopen zal hier zeker niet aan de orde zijn omdat elke kerk en kapel hier als monument beschermd is en omdat de afstanden tussen de deeldorpen als Meerle, Meer en Hoogstraten toch nogal groot is.

“En laat ons eerlijk zijn”, gaat Ton verder, “wij leven hier in de Noorderkempen nog in een rijk Rooms rijk, als ik de situatie vergelijk met andere streken in het bisdom. In Rumst is er een kerk die zes miljoen moet kosten om ze in orde te brengen. Niet verantwoord voor een gemeenschap van 4 of 5.000 mensen. In Hoboken is een kerk als bouwval verklaard. Je mag er zelfs niet meer langs lopen omdat het te gevaarlijk is. Alle twee neogotiek kerken, die wellicht of afgebroken worden of herbestemd. Maar we mogen niet zo drastisch te werk gaan als in Nederland waar heel veel kerken afgebroken zijn en andere vaak een herbestemming kregen zonder enig respect voor de oorspronkelijke functie”

Maar ondanks dit alles moet er op korte termijn een kerkenplan Hoogstraten-Rijkevorsel opgemaakt worden. Dat is een opdracht van het centraal kerkbestuur, een overkoepeld bestuur boven de verschillende kerkfabrieken, en het stadbestuur.

Vele gemeenten en kerkfabrieken hebben dit voor zich uitgeschoven omdat de materie onbekend en complex is. Maar het is heel eenvoudig: op een bepaald moment zal de overheid geen subsidies meer geven als er geen door de gemeente goedgekeurd kerkenplan is. Zo eenvoudig is dat.

Bij het opmaken van zo’n kerkenplan moet men de situatie van de kerkgebouw vandaag in kaart brengen: de ligging, de fysieke toestand, de financiële mogelijkheden, het actueel gebruik en een mogelijke interesse van andere actoren. Vervolgens moet men de toekomst van de kerk, of beter het gebruik van het kerkgebouw, over een periode van 20 tot 35 jaar inschatten en vastleggen. Waar ligt de toekomst van ons kerkgebouw op lange termijn. Dus rationeel in de toekomst kunnen en durven kijken. Een enorm moeilijke opdracht die niet iedereen gegeven is.

Ton zal meewerken aan het overleg en de redactie van het kerkenplan Hoogstraten- Rijkevorsel en misschien wel een voorzet geven. Maar hij beseft dat zo’n plan opmaken voor de eigen streek geen evidentie is. “Ik begeleid op dit moment enkele pastorale eenheden”, legt Ton uit, “Daar kan ik zonder problemen voor elke kerk een visie op het gebruik over een periode van 30, 35 jaar uitschrijven. Daar heb ik dan echt niet zo’n moeite mee. Voor je eigen omgeving is het veel moeilijker om de nodige afstand te nemen”.

Meersel-Dreef en Achtel

“We hebben hier in de pastorale eenheid wel een aantal ‘speciallekes’. Het begijnhof sowieso, maar ook de kapel van Achtel. Dat is één van de meest actieve gemeenschappen. Die kapel zit haast elke zondag vol. Goed er kan maar tachtig man binnen, maar die zitten er dan vaak ook”, gaat Ton verder.

En dan is er nog Meersel-Dreef, een kapelanie die behoort bij de parochie Meerle en als bedevaartplaats zeker iets heel speciaal. Wie weet zal ook daar op termijn de opvolging een probleem worden. De jonge paters zitten niet te wachten op een wat statische bedevaartsplaats ook al trekt die veel volk. Ze werken misschien liever in een gemeenschap waar meer pastoraal werk is. Het is afwachten hoe het daar zal evolueren.

Wat met al die kerken

Bij het opmaken van het kerkenplan zal men wellicht van de gedachte van het exclusief gebruik van het gebouw voor de eredienst moeten afstappen en aan volgende mogelijkheden denken:

Valorisatie

Onder valorisatie verstaat men initiatieven die, met respect voor het normale gebruik van de parochiekerk, de betekenis van het kerkgebouw in al zijn aspecten kunnen versterken en bevorderen (religieus en cultureel, historisch en kunsthistorisch, architecturaal en landschappelijk).

We denken bijvoorbeeld aan een occasioneel en passend gebruik van het kerkgebouw voor kunsthistorische rondleidingen, concerten, voordrachten, conferenties of tijdelijke tentoonstellingen.

Medegebruik

Hiermee bedoelt men de terbeschikkingstelling van het kerkgebouw voor religieuze activiteiten van andere katholieke of christelijke geloofsgemeenschappen.

Nevenbestemming

Wanneer een parochiekerk nog wel voor religieuze activiteiten gebruikt wordt, maar te groot is voor de plaatselijke geloofsgemeenschap, kan men een nevenbestemming overwegen. Men maakt een onderscheid tussen een multifunctioneel gebruik en een gedeeld gebruik.

Multifunctioneel gebruik: is een nevenbestemming in de tijd. Hiermee bedoelt men dat het kerkgebouw occasioneel, buiten de uren van de religieuze activiteiten, voor andere doeleinden of door andere instanties gebruikt wordt. Gedeeld gebruik: is een nevenbestemming in de ruimte. Hiermee bedoelt men dat het kerkgebouw architecturaal zodanig wordt heringericht dat er een nieuwe en kleinere liturgische ruimte ontstaat, met daarnaastruimte voor één of meerdere lokalen die, op een permanente basis, een andere bestemming kunnen krijgen. Een gedeeld gebruik veronderstelt dus dat de liturgische ruimte en de andere ruimten bouwkundig volledig van elkaar gescheiden zijn, zodat een gedeeld gebruik mogelijk wordt, zonderdat de afzonderlijke activiteiten elkaar hinderen of doorkruisen.

”De kapel en de kerk van Minderhout, de begijnhofkerk, de grote kerk, de kerk van Wortel en de kapel van Achtel. Zes gebouwen voor de eredienst binnen een straal van drie km. Is dat nog realistisch?

Herbestemming

Wanneer een parochiekerk niet meer voor religieuze activiteiten in aanmerking komt, kan zij definitief aan de eredienst onttrokken worden en een nieuwe functie krijgen. Daarvoor moet de voorgeschreven kerkrechtelijke procedure gevolgd worden. Alleen de bisschop kan beslissen om een parochiekerk definitief aan de eredienst te onttrekken. “De discussie in Hoogstraten-Rijkevorsel zal zeker ook niet eenvoudig zijn”, zegt Ton als hij aan de plaatselijke situatie denkt, “Het is allemaal logisch en eenvoudig als je spreekt over een andere kerk. Dat is gewoon zo. Het wordt ook voor mij pas moeilijk als ik over de kerk van Wortel moet gaan praten. Je moet realistisch durven zijn. We hebben hier de kapel en de kerk van Minderhout, de begijnhofkerk, de kerk van Hoogstraten, van Wortel en de kapel van Achtel. Ze liggen binnen een straal van drie kilometer en worden allemaal nog gebruikt voor de eredienst. Dit kan op termijn echt niet realistisch genoemd worden.En men moet dan nog eens 30, 35 jaar vooruit durven denken”

Wortel heeft nog geen traditie wat het organiseren van concerten in de kerk betreft. De kerk is nochtans zeer geschikt voor meer intieme optredens.

Wortel heeft nog geen traditie wat het organiseren van concerten in de kerk betreft. De kerk is nochtans zeer geschikt voor meer intieme optredens.

“Iedereen kan nog meegaan als het over medegebruik gaat. Maar spreken over een andere functie voor een kerkgebouw dat wordt veel, veel moeilijker. Toch zijn er al veel voorbeelden van goed geslaagde herbestemmingen”.

Het beheer van een zaal voor de gemeenschap is geen opdracht voor de parochie.

Parochiezalen

Naast de vraag welke kerkgebouwen er nodig zijn voor de werking van de parochies, is er nog het probleem van de parochiezalen. Een zaal is echt niet wat de pastoraal nodig heeft om de werking van een geloofsgemeenschap te laten functioneren.

Als er in een dorp al een zaal, een gemeenschapshuis of vergaderlokalen nodig zijn, zou dit niet langer de opdracht van de parochie moeten is. De zorg voor lokalen voor de plaatselijke gemeenschap en het verenigingsleven kan niet meer gedragen worden door de parochie, die hebben andere opdrachten en uitdagingen .

Maar de gesprekken met de kerkfabrieken, zowel over de kerkgebouwen als over de parochiezalen zijn zeker niet eenvoudig. Het is moeilijk om alles in een groter geheel en over een langere termijn te zien en los te komen van de eigen belangen. Maar daar wordt aan gewerkt. (fh)

Greet Uydens

“We zitten nu echt in een stroomversnelling”

Greet Uydens woont in Rijkevorsel en is sinds 2012 coördinator van de verschillende parochies die op termijn een pastorale eenheid zullen vormen. Daar waar Ton Jansen voor het bisdom en de dekenij werkt, werkt Greet Uydens op lokaal vlak. Hoe ver staat men hier?

Kerkenplan

Greet: We zijn vorig jaar gestart met een vergadering van alle leden van de verschillende kerkfabrieken zowel van Hoogstraten als van Rijkevorsel. We hebben hen op het hart gedrukt dat men dringend moet starten met de voorbereiding van het kerkenplan en dat in samenwerking met de twee bestaande centrale kerkbesturen, die van Hoogstraten en Rijkevorsel.

DHM: Zo’n samenwerking zal niet eenvoudig zijn. Kan en wil men verder kijken dan de eigen kerk en durft men denken op lange termijn.

Greet: Ik vrees dat dit bij sommige kerkfabriekleden toch wel even schrikken was. Het is immers op zich ook geen eenvoudige oefening. Tijdens dat overleg hebben wij hen op het hart gedrukt dat men verplicht is te denken op een termijn van minimum 20, maar liever nog van 30 of 35 jaar. Komt er nog bij dat de kerkfabrieken samen moeten werken met de pastoraal verantwoordelijken en rekening moeten houden met de vorming van een pastorale eenheid . Het is immers in overleg met de verantwoordelijken dat men zal bepalen

Greet Uydens van Rijkevorsel, coördinator van de wat de Pastorale eenheid Hoogstraten-Rijkevorsel moet worden.

Greet Uydens van Rijkevorsel, coördinator van de wat de Pastorale eenheid Hoogstraten-Rijkevorsel moet worden.

wat de functie van elke kerk zal worden. Zo moet er, bijvoorbeeld, per pastorale eenheid minstens één “zondagskerk” zijn. Dat is een bepaalde kerk waar er elke zaterdag of zondag telkens op hetzelfde uur een eucharistieviering moet zijn. In andere kerken kunnen naast eucharistievieringen ook woord of communiediensten zijn. Een bepaalde kerk kan ook een doopkerk of –kapel zijn enz.

In dat kerkenplan moet je uiteraard rekening houden met de afstand tussen Sint-Jozef Rijkevorsel en Meersel-Dreef, al vlug zo’n 30 km. Kies je dan voor één centrumkerk en moet dat de grootste kerk zijn, die misschien binnen enkele jaren al veel te groot is? Of werk je voorlopig nog met een centrumkerk voor de regio Rijkevorsel, een voor regio Hoogstraten en Meersel-Dreef voor het Noorden. Dat zijn vragen waarop het kerkenplan een antwoord moet geven.

Eind vorig jaar volgde ik een vorming van IOK over die thema’s. Daar drong men er sterk op aan om de mensen zeer degelijk te informeren en te beluisteren over wat er staat te gebeuren. Pas dan kan men in alle sereniteit denken over zaken zoals:

• Waar kan er een nevenbestemming komen,

• Waar kan er een multifunctioneel gebruik zijn,

• Welke kerken komen in aanmerking voor herbestemming enz. Dat overleg wordt een van de grote uitdagingen.

De twee centrale kerkbesturen hebben al enkele malen overlegd en Ton Jansen werkt aan een nota die hen moet inspireren.

Het is samenwerking, geen fusie zoals destijds de fusie van gemeenten.

Pastorale eenheid

DHM: Het dossier en het beleid van de pastorale eenheid kan je toch niet met acht parochieteams samen schrijven, denk ik dan.

Greet: Nee. Er is een stuurgroep opgericht die het dossier gaat klaarmaken. Die stuurgroep bestaat uit acht personen. Momenteel hebben volgende personen al toegezegd: Bart Rombouts (pastoor van vijf parochies), Dries De Bakker (ex-jeugdpastor en momenteel parochie-assistent in de vijf parochies waar Bart pastoor is; in opleiding als diaken), en ikzelf, Greet Uydens huidig federatiecoördinator. Verder werden al enkele mensen aangesproken: iemand vanuit onderwijs, iemand vanuit de woon- en zorgcentra, iemand vanuit de gevangenispastoraal, iemand van de Noordelijke parochies en iemand van Meersel-Dreef omdat het bedevaartsoord iets speciaals is.

Dit betekent lang niet dat de vijf leidinggevende personen, die op termijn de pastorale eenheid zullen sturen, uit die de stuurgroep zullen komen. De leden van de stuurgroep kunnen wel deel uitmaken van een van de werkgroepen, die elk van de leidinggevenden zal bijstaan.

De vijf leidinggevenden krijgen elk, zoals Ton Jansen al zei, een afzonderlijke opdracht. Wij kunnen er bijkomende functies aan toevoegen. Bijvoorbeeld iemand die werkt rond communicatie of rond nieuwe initiatieven enz. Maar dat zijn op dit moment nog maar denkoefeningen.

DHM: Durft u al aan een termijn denken?

Greet: We werken in snel tempo aan een basisontwerp. Tussentijds vinden we een klankbord bij mensen die zich daarvoor op 11 maart (open beraad) beschikbaar stelden. In een strak tempo willen we in september een eerste voorstel aan alle belangstellenden bespreken. Een visie die we kunnen aanpassen of verfijnen. De uiteindelijke bedoeling is dat we begin volgend jaar als Pastorale eenheid erkend worden. (fh)

Paul Hermans

Hoe zie je de kerk binnen 25 jaar; de gebouwen en het geloof?

Ik heet Paul Hermans en ben al zeven jaar werkzaam als vrijwilliger in het secretariaat van parochie St.-Clemens in Minderhout. De Hoogstraatse Maand vroeg mijn visie over bovenstaande vraag. Ik doe een poging.

Ik heet Paul Hermans en ben al zeven jaar werkzaam als vrijwilliger in het secretariaat van parochie St.-Clemens in Minderhout. De Hoogstraatse Maand vroeg mijn visie over bovenstaande vraag. Ik doe een poging.

“25 jaar vooruit kijken…”, is het een lange periode of is het kortbij? Allebei eigenlijk. Een glazen bol heeft niemand, maar ik denk niet dat we dan in een maatschappij zullen leven zonder gelovige mensen. Ik tracht steeds het positieve in de mens(en) te zien. “Ieder zijn vrijheid, ieder zijn blijheid”, is een motto dat ik al jaren hoog houd. Je moet niet tegen je zin naar de kerk komen op zondag. Ik vind de huidige mentaliteit ook geheel anders dan die van de jaren 1960…: ik was toen kind en ging iedere zondag met mijn vader naar de mis. Dat was toen zo. Er werd ook niet over geprotesteerd. De “swiss” liep rond met zijn zwart kostuum en staf met spies erop. En wij maar kijken: “Waar is hij, waar is hij …” en als hij ver genoeg weg was, de kinderen maar babbelen…babbelen! Wie herinnert het zich dat ook nog? Je kan het je vandaag niet meer inbeelden. Ik zou nog veel kunnen vertellen over “vroeger en de kerk” …maar het artikel gaat over de toekomst ervan!

Waarom vindt iedereen het belangrijk wat paus Franciscus zegt? Waarom krijgt hij zoveel aandacht? Als onze bisschop Johan Bonny op de televisie komt, wordt hij aandachtig beluisterd. Wat vertelt hij? Past het in mijn eigen levensvisie, ben ik ermee akkoord, of niet? We toetsen constant af en nemen een besluit. We praten er met elkaar over.

Vele ouders schrijven hun kind in voor de eerste communie en vormsel. Ze houden vast aan enkele speciale belangrijke momenten in het leven van hun kinderen. En feesten die dag, ja, dat moet erbij zijn natuurlijk… met de hele familie! Met alle respect voor de ouders die daar niet wensen op in te gaan.

Ook al nemen de diensten in het crematorium toe, toch zie ik heel veel mensen van ons dorp nog voor de kerkelijke uitvaartdienst kiezen als een dierbaar familielid overlijdt. Gedragen door de plaatselijke gelovige gemeenschap wordt zo afscheid genomen in de eigen parochiekerk. U gesterkt voelen door vele dorpsgenoten in die moeilijke tijd, het is een steun voor de rouwende familie. Ik was vorige week nog in een Kempense parochiekerk waar afscheid werd genomen werd van een 44-jarige papa; de strijd verloren tegen een ernstige ziekte. Meer dan 1000 mensen waren erbij, kinderen van de voetbal, van de jeugdvereniging, veel jong-volwassenen; het waren de vrienden van de man, ouderen. Een warme viering die in je hoofd blijft nazinderen.

Is het nodig dat al die kerken daarvoor openblijven? Dat is een moeilijk te beantwoorden vraag. Vanuit het standpunt van onderhoud bekeken, is dat waarschijnlijk niet vol te houden? Maar wie geeft graag zijn eigen parochiekerk af; zeker als het zo een mooie is zoals onze Minderhoutse Sint-Clemenskerk? Je moet ze eens bezoeken als je er nog nooit was! Je zal het met mij eens zijn!

Ook kan je niet geloven hoeveel noveenkaarsen worden geofferd voor Maria in onze Kapel O.L.V. van den Akker aan de Kapeldreef! Hoeveel fietsers en wandelaars er elke dag van het jaar halt houden en even in volstrekte rust verpozen bij het Mariabeeld? Het bewijs is er: mensen schrijven in grote getale hun intenties neer in het boek dat achteraan op een tafeltje ligt. Hun diepste roerselen schrijven ze neer; soms met dank aan Maria. En dat gebeurt ook vandaag en morgen nog! Moeten we deze kapel dan sluiten en ontoegankelijk maken voor ieder? Velen zouden het betreuren en er niet akkoord mee gaan…

Ik ben zelf ook wel benieuwd om mijn eigen artikel binnen 25 jaar terug te lezen… en dan te zien hoe de situatie is met onze kerken, kapellen en gelovigen zijn? Ik zal dan “eind de 80 jaar zijn” als ik het geluk van leven heb! En ook geen parochiesecretaris meer zijn! Ik ben er positief over ingesteld vandaag; ik ontmoet ook veel mensen in parochieverband die vooruit willen met mekaar… en dat is “goed”. “God zij dank!”

Op naar de nieuwe parochiestructuur met de inde-steigers-staande “pastorale eenheid”!

Paul Hermans, 14 april 2015

Help, het dak lekt!

Op dit moment moeten er dringend werken uitgevoerd worden aan het dak van de begijnhofkerk. Het Agentschap Onroerend Erfgoed wil het dossier goedkeuren, maar sinds het nieuwe decreet Onroerend Erfgoed op 1 januari van dit jaar van kracht werd, kan de overheid geen subsidies meer toekennen. Die subsidies kunnen er pas komen op het moment dat er voor de betrokken kerk zelf een beheerplan is én indien de pastorale eenheid over een kerkenplan voor al haar kerken en kapellen beschikt.

Op dit moment moeten er dringend werken uitgevoerd worden aan het dak van de begijnhofkerk. Het Agentschap Onroerend Erfgoed wil het dossier goedkeuren, maar sinds het nieuwe decreet Onroerend Erfgoed op 1 januari van dit jaar van kracht werd, kan de overheid geen subsidies meer toekennen. Die subsidies kunnen er pas komen op het moment dat er voor de betrokken kerk zelf een beheerplan is én indien de pastorale eenheid over een kerkenplan voor al haar kerken en kapellen beschikt.

Jan Martens

Jan Martens

Jan Martens

Is één van de drijvende krachten achter Mixtuur

Al drie jaar lang ervaar ik bij het organiseren van Mixtuur-concerten in de Sint-Katharinakerk, een frustrerend gebrek aan aangepaste infrastructuur en elementaire uitrusting (comfort, sanitair, veiligheid) van het gebouw.

Op de keeper beschouwd is de Sint-Katharina de grootste en mooiste ’zaal’ van groot-Hoogstraten. Door de religieuze recessie staat het gebouw vaak leeg. Het onderhoud ervan blijft echter handenvol geld kosten. Geld, dat er niet meer is.

Diverse overheden vragen zich af wat ze met die overdaad aan kerken en kapellen moeten doen. Herbestemming, verbouwen tot woonproject, onderdak voor openbare diensten, afbraak?…

Door inkomsten van verhuring en culturele evenementen moet het volgens mij mogelijk zijn om de dagdagelijkse rekening van de Sint-Katharina te betalen en het patrimonium naar best vermogen te onderhouden. Mixtuur doet reeds enkele jaren iets dergelijks voor de orgels in onze kerk. Mede daarom zijn wij vragende partij om in overleg met de kerkraad het management te verzorgen voor alle niet religieuze evenementen in de Katharina.

Kort samengevat zie ik 4 complementaire thema’s voor de invulling ’nieuwe stijl’ van ons kerkgebouw: eredienst, cultuur, museum en toerisme. Hiervoor dient een beleidsplan te worden opgesteld, vergelijkbaar met het model van de grote kerk in Breda en moeten de mogelijkheden voor een gedeeltelijke ontwijding van het gebouw worden onderzocht.

1. Eredienst. De sacrale ruimte moet verkleind en aangepast worden aan de reële behoefte van de parochie. Mits een paar kleine ingrepen, zou het koor tussen het gestoelte perfect een gezellig kapelfunctie kunnen krijgen voor misvieringen tot 80 personen. Wel moet steeds een snelle ombouw van de kerkruimte mogelijk zijn voor grote kerkelijke evenementen. In de jaarplanning zal het kerkgebouw steeds een aantal vaste dagen of periodes gereserveerd zijn voor de eredienst.

2. Cultuurhuis. Hiervoor moet de kerk worden uitgerust met een performante theaterinstallatie (grotere podium, krachtstroom, licht, geluid, multimedia, mobiele afscherming) zodat het gebouw selectief kan worden verhuurd voor evenementen. Ook zal de basisuitrusting moeten worden aangepast aan de hedendaagse noden, zoals: comfortabele stoelen, geruisloze verwarming, ruime wc-unit, ontvangstbalie, vestiaire, desk voor receptiecatering en veiligheidsvoorzieningen.

3. Museumfunctie. Voor expo-events en tentoonstellingen kunnen in principe het achterste gedeelte van de hoofdbeuk alsook de volledige zijbeuken worden vrijgemaakt. Stel dat de stad voor aangepast expo-meubilair zou zorgen, dan kan zij in ruil periodiek gebruik maken van de kerkruimte voor grote tentoonstellingen van het stedelijk museum. Onder het hoogzaal (nu een donkere onaantrekkelijke ruimte) kan aan de noordzijde perfect een mooi ingerichte glazen ontvangst- en infobalie annex cultuurshop worden ingericht.

4. Toeristische blikvanger. De kerk als schatkamer van vele kunstschatten moet toeristisch maximaal worden uitgespeeld. Ook zou het altaarluik van ’de Meester van Hoogstraten’ terug naar Hoogstraten moeten komen. Verder te realiseren: electronische audiogids via smartphone, multimediapresentaties, website, themafolders, infostand slechtvalken met live-videobeelden van het nest, toeristische arrangementen, etc.

We hebben een prachtige Sint-Katharinakerk met verrassende mogelijkheden. Laten wij die benutten, met respect voor de identiteit van het gebouw. Alleen op die wijze kunnen we er weer een drukbezochte ontmoetingsplaats van maken en ons historisch religieus patrimonium in optima forma bewaren voor de toekomst. (Jan Martens)

De Sint Katharinakerk is de ideale kerk voor multifunctioneel gebruik: eredienst, concertruimte en een museale functie.

De Sint Katharinakerk is de ideale kerk voor multifunctioneel gebruik: eredienst, concertruimte en een museale functie.

Enkele voorbeelden van herbestemming

MECHELEN heeft een forse traditie wat herbestemming van kerken betreft. De Minderbroederskerk werd een Cultureel Centrum, de Heilige Geestkapel huisvest nu het figurentheater De Maan, de Karmelietenkerk is nu hotel St. Martin’s Patershof en de Predikherenkerk is nu de nieuwe stadsbibliotheek.

In ANTWERPEN is het Centrum voor oude muziek (Amuz) in de voormalige Augustinuskerk waarschijnlijk een van de meest prestigieuze herbestemmingen van dit ogenblik.

In LIER werd de Jezuïetenkerk een concertruimte.

De Sint-Niklaaskerk in IEPER herbergt vandaag een stedelijk onderwijsmuseum.

Mieke Leurs

Is een van de stichtende leden van Halte Merlet, voormalig volwassenbegeleider van de chiro en medewerkster aan de missiefeesten

Mieke Leurs

Mieke Leurs

DHM: Zie je het mogelijk dat hier enkel nog een woorddienst is en je voor een echte misviering naar de ‘Zondagskerk’, een centrale kerk in Hoogstraten moet.

Mieke: Ja, ik zie dat mogelijk, misschien zelfs onvermijdelijk op termijn. Maar niet onvoorwaardelijk! Dergelijke ingreep mag als je voor de mensen van onze parochie die elders de misviering willen volgen, de mobiliteit er naartoe garandeert en desnoods organiseert. Ik denk dan aan mensen die minder goed te been zijn, bejaarden, mensen zonder eigen vervoer. Als men daar een goede oplossing voor kan bieden, zou de ingreep te verantwoorden zijn. Want, inderdaad, overal echte misvieringen zoals vroeger, daar komt een einde aan, dat zie je zo gebeuren. Je kan dat betreuren, het blijft een niet te ontkennen realiteit.

Wat de bestemming van onze mooie kerk dan zal zijn? Daar moet men toch uiterst voorzichtig mee omspringen. Het is zonder meer een van de meest waardevolle historische gebouwen in onze gemeente en dat blijft het, ook als het niet meer zou dienen voor de eredienst. Je kan zulk een gebouw niet zomaar privatiseren. Ook zonder eredienst heeft het gebouw een religieus aura. Dat kan meerwaarde bieden bij andere toepassingen: concerten, tentoonstellingen, plechtigheden – religieuze én burgerlijke. Volgens mij moeten ook profane evenementen hun plaats krijgen en dat die dan op faciliteiten moeten kunnen rekenen (zoals een drankje nuttigen). Dat doet geen afbreuk aan de waardevolle omgeving! Trouwens, Jezus zorgde toch ook voor wijn op de bruiloft van Kana. (jaf)

Het Kruisherenrestaurant in een van de kerken in Maastricht. In dezelfde stad is in een andere kerk een boekhandel ondergebracht.

Het Kruisherenrestaurant in een van de kerken in Maastricht. In dezelfde stad is in een andere kerk een boekhandel ondergebracht.

Staf Peerlinck

Voorzitter van de kerkfabriek Wortel

De priesters, de leden van parochieteams en de kerkfabrieken kennen het probleem van de terugloop van de kerkgangers maar al te goed. Er zijn er steeds minder en geloof me, dat zal er nog niet op beteren. Mensen gaan hun geloof, als ze nog gelovig zijn, op een andere manier beleven en belijden. Zoveel is zeker.

Het is logisch dat het bisdom de parochies in een andere structuur onderbrengt. Maar toch zal het niet vanzelfsprekend zijn om tot een echte goede samenwerking te komen.

Ik weet dat men denkt aan één of enkele Zondagskerken per Pastorale eenheid. Een kerk waar elke zondag, altijd op hetzelfde uur, een eucharistieviering is. Dat hoeft echt niet de grootste kerk te zijn.

Denk maar aan de Paaswake. Toen was er voor Minderhout, Hoogstraten en Wortel maar één misviering, hier in de kerk van Wortel. De kerk was gezellig vol en het was een aangename viering. Zet dat zelfde aantal gelovigen in de grote kerk en die toont leeg. Dat is zeker geen goede zaak.

Een samenwerking tussen parochies zal nogal meevallen. Je kan de priesters en de aanwezigen in kerk tellen en dan ben je overtuigd dat samenwerking nodig is. Die samenwerking dringt zich op en daar heeft elke parochie op zich bij te winnen.

Voor de kerkfabrieken ligt samenwerken ongetwijfeld moeilijker. Daar speelt het financiële aspect een belangrijke rol. Men wil nu zeker (nog) niet van een fusie spreken, maar op langere termijn…..??? Er zijn in Vlaanderen te veel kerkfabrieken die elk jaar opnieuw met verlies werken. Een verlies dat de overheid moet bijbetalen. De vraag is hoe lang die overheid dat nog pikt. Ook vrees ik dat men daar, op termijn, van hogerhand solidariteit zal opleggen.

Het gevaar is niet denkbeeldig dat een aantal kerkfabrieken, die hier in de regio allemaal nog over financiële middelen beschikken, die middelen nog vlug gaan investeren, nu het nog kan en mag. Misschien moet men daar op de een of andere manier al over gaan waken. (fh)

Chris Smeekens

Lid van het Sint-Luciacomité te Meersel- Dreef

DHM: “Wat zou je er van vinden mocht de Sint-Lucia-kapel een stijlvol restaurant worden?”

Kris: Voor een restaurant is de kapel volgens mij te klein; een koffie- en theehuis behoort misschien praktisch wel tot de mogelijkheden. We hebben nu al een klein keukentje geïnstalleerd om iets te drinken te bieden tijdens tentoonstellingen of concerten. Ik ben niet meteen voorstander van een volledige privatisering. Je loopt dan immers het risico dat iemand met veel geld het gebouw koopt en het met strikt private doelen invult. Dan is het voor de gemeenschap verloren. Want naast een religieus gebouw, hebben we het hier toch over erfgoed! Het spreekt voor zich dat onze gedachten wel eens over de toekomst van de kapel gaan. We zijn er een heel jaar mee in de weer. Dat ze geen uitsluitend religieuze bestemming meer zal hebben, dat zal op een dag onvermijdelijk zijn. Nu zijn er nog een beperkt aantal relgieuze plechtigheden, 4 à 5 maal per jaar. En zolang Pater Luk nog aan de gang is, zal dat niet snel veranderen. Maar ook hij is de 80 gepasseerd. Ook nu doen wij al andere dingen in de kapel en dat proberen we nog uit te breiden. Dit jaar zijn er vier tentoonstellingen en een fanfareconcert. Tot hiertoe is dat gratis, maar we overwegen om daar in de toekomst wat inkomsten uit te genereren. Er zijn ook dopen en huwelijken, ook daar zouden we een extra voor kunnen vragen. Dat kan zolang de kapel niet ontwijd wordt. Of die inkomsten de kosten kunnen dekken, dat is een andere vraag. We vrezen ervoor. En dus zal er op een bepaald ogenblik inderdaad een keuze moeten gemaakt worden als de subsidies wegvallen. Het is mijn hoop dat ook dan het openbaar karakter van de kapel zal kunnen bewaard blijven. (jaf)

Het kerkgebouw is er als een vreemde aanwezigheid. Het trekt aan, wekt verwachtingen. Maar een vereenzelviging ermee is niet meer mogelijk. Het behoort tot een andere tijd. Tegenover die houding staat de officiële zorg waarmede die monumenten bewaard worden alsof ze nog deel van ons leven uitmaken, alsof, door ze te slopen, onze identiteit zou worden aangetast. We weten niet goed meer, gelovigen of ongelovigen, wat ermee aan te vangen, maar we willen ze klaarblijkelijk ook niet kwijt. Over dit dilemma gaat het. (Tekst van Geert Bekaert - 1987)

De wereld van SJAH

© Karel Huet