6 minute read

Boeken: de toegang tot een nieuwe rijke wereld

BOEKEN

de toegang tot een nieuwe rijke wereld

Advertisement

TEKST Vivianne Rijnders | FOTO'S Peter van Hooren In aanloop naar de Kinderboekenweek en de Jongeren Boekenweek én omdat lezen leuk is, praten we in Boekhandel Dominicanen met medewerksters Joyce Limpens en Renske Camps. Joyce houdt zich vooral bezig met kinder- en jeugdboeken en boeken voor jongvolwassenen. Renskes afdeling is promotie en marketing. Aan tafel zit ook Marc Rodenburg, directeur Heuvellandbibliotheken en senior informatiespecialist bij Centre Céramique. Er is één ding dat deze drie mensen verbindt: het bevorderen van LEESPLEZIER.

VAN KLEINS AF AAN BOEKJES AANBIEDEN HEEFT EEN POSITIEVE INVLOED OP DE ATTITUDE VAN HET KIND TEGENOVER BOEKEN

“Zowel de boekhandel als de bibliotheek staan beiden voor leesbevordering,” legt Renske uit. “De Kinderboekenweek orB ganiseren we samen om te voorkomen dat onze programma’s elkaar overlappen.”Hoe belangrijk is leesbevordering? Joyce: “Als ik in de krant lees dat er PABO-studenten zijn die niet van lezen houden en weinig aandacht aan boeken besteden, dan denk ik: daar gaan we al. Mijn tenen krommen ervan. Als de leerkracht niet graag leest, hoe wil je dan dat kinderen bekend en vertrouwd raken met taal? Taal is meer dan een boek lezen en lezen is zelfredzaamheid. Heel erg als toekomstige leraren dit niet inzien. Ouders adviseer ik om hun kinderen zelf hun boeken te laten kiezen. Als het kind zelf beslist wat het leest, creëer je leesplezier en stimuleer je lezen. We moeten af van het ‘literaire’, het gaat om het plezier van het lezen. Op de aller- allereerste plaats. Je eigen fantasie, je eigen film in je hoofd maken. Als je je fantasie ontwikkelt, kun je dingen anders benaderen.”

Als kinderen niet van thuis uit meekrijgen hoe groot de diversiteit van kinderboeken is, wat kan de jeugdbibliotheek daar dan in betekenen? “Hier wordt zwaar op ingezet vanuit de bibliotheekwereld,” vertelt Marc. “Het begint al met Boekstart: bij elke geboorte wordt er een uitnodiging gestuurd naar de ouders van de baby om een Boekstartkoffertje met een knisperboekje en een bibliotheekabonnement te komen halen. We hebben een collectie babyboeken want van kleins af aan boekjes aanbieden heeft positieve invloed op de attitude van het kind tegenover boeken. Verder werken bibliotheken in het hele land samen met basisscholen. De insteek is het leesplezier en het ontwikkelen van voorkeuren. Daar is niks goed of fout aan. We zetten goede collecties op in de scholen en er zijn programma’s voor leesconsulenten en leescoördinatoren om met boeken aan de slag te gaan. En dus ook om die diversiteit aan te tonen en te laten zien dat er in wat moeilijkere boeken hele mooie verhalen zitten en heel aparte onderwerpen aan bod komen. Kinderen moeten boeken beleven waardoor je hen toegang biedt tot een nieuwe rijke wereld. Het enthousiasme is groot maar er zijn altijd beperkingen door financiële keuzes.” Eén van de nieuwere sociale media is Tiktok. Op Tiktok worden nu ook boeken gepromoot. “Of dit de redding van het boek is betwijfel ik,” zegt Marc, “maar het stimuleert in elk geval iets.” “Ik merk het vooral aan de Engelstalige young adults,” antwoordt Joyce, “met name de oudere titels worden nu meer verkocht.” “Jongeren willen doen wat alle jongeren doen,” reageert Renske, “ze hoeven geen recensie van een boek te lezen maar iemand die jij leuk vindt op Tiktok laat een boek zien, vertelt er iets over, en dat stimuleert andere jeugdigen tot het lezen van dat boek.” ODE JEUGDBIBLIOTHEEK IS GERICHT OP BELEVING

HET GAAT OM HET KLIMAAT VAN ‘LEZEN IS LEUK’

De rol van scholen om leesplezier te bevorderen is essentieel. “Toch zijn daar niet alle scholen heel actief mee bezig,” zegt Joyce. “Op scholen waar ik de schoolbieb mag inrichten en op scholen die hun bieb mogen aanvullen, hoor ik regelmatig dat er leerkrachten zijn die dit minder belangrijk vinden. Niet alle kinderen worden thuis voorgelezen, terwijl voorlezen ontzettend goed is voor de taalontwikkeling. Een groot gemis dat dit ook niet overal op school gebeurt. Je moet dus de volwassenen eerst benaderen. Leerkrachten moeten zich inzetten voor die taal, voor dat lezen!” Marc: “Het gaat om het klimaat van ‘Lezen is leuk’. Alle kanalen om dit tussen de oren te krijgen, moeten bewandeld worden.” “Juist,” zegt Joyce, “doe een boekenmarkt, geef een boek cadeau, ga naar de bieb of de boekwinkel, ga naar een drukkerij, maak een kind bekend met alle facetten van letters. Trek het zo breed mogelijk.” “Of doe iets met poppetjes van de personen uit dat boek,” geeft Renske aan. “Niet alleen het boek maar alles er omheen is belangrijk, dat kan enorm stimuleren. Je moet het boek zo breed mogelijk aanvliegen.” “Centre Céramique is verbouwd en wordt compleet nieuw ingericht,” vertelt Marc. “Aan het einde van het jaar is het af en is de jeugdbibliotheek veel meer gericht op beleving. Er is heel bewust een jeugdatelier gemaakt om samen met de collega’s van Kumulus activiteiten rondom boeken te doen als zang, dans en beeldend. Zo dwing je kinderen bijna om in een boek te duiken, in de kleuren, de plaatjes, in de verhalen. Het blijft een feit dat op het moment dat we dit gaan aanbieden, er mensen op af komen die toch al bezig zijn met boeken en lezen. Het bereiken van de doelgroep die nog afstand heeft tot de boekenwereld is en blijft moeilijk. Dit is iets dat bij voorkeur via de scholen moet worden geregeld.”

E

MENSEN DIE VAN JONGS AF AAN MET BOEKEN IN AANRAKING KOMEN, ZIJN IN HUN LATERE LEVEN SUCCESVOLLER

Wat zijn recente ontwikkelingen geweest op gebied van leesbevordering? Joyce zegt dat de omslag van het boek heel belangrijk is. “Deze moet uitnodigend zijn anders blijft het boek liggen. Hier zie ik groei in, jeugdboeken worden aantrekkelijker.” “De bibliotheek op school is een grote positieve stap geweest,” zegt Marc. “Middels een strakke en breed ondersteunde aanpak heeft dit al in zeventig procent van de scholen in Nederland gestalte gekregen.” De boekverkoper, de boekpromotor, de schrijver, de juf, de mensen van de bibliotheek, we willen allemaal leesplezier bevorderen. Maar we zijn er nog niet. Joyce: “Ik zou zo graag willen dat mensen die moeite hebben met lezen, hetzij door laaggeletterdheid, hetzij door dyslexie, ook het plezier in lezen gaan ontdekken en daarbij niet op hun tenen hoeven te lopen. Ik gun iedereen, maar vooral deze mensen de ervaring van een eigen fantasie, een eigen wereld in je hoofd waarin je je kunt terugtrekken. Die mensen hier naar binnen zien komen en met een grote glimlach weer naar buiten, daar krijg ik vleugeltjes van. Maar we moeten ook accepteren dat er jongeren zijn die niet graag lezen.” Renske vindt het belangrijk dat alle kinderen toegang kunnen hebben tot boeken. “Het maakt niks uit welke boeken, maar als ze willen lezen dat dat ook kan. En dat ze K

zelf mogen kiezen wat ze lezen. Er zou een potje moeten zijn voor kinderen die thuis geen boeken hebben.”

“Uiteindelijk gaat het erom,” zegt Marc, “dat mensen die van jongs af aan met boeken in aanraking komen, beter kunnen lezen en mensen die beter kunnen lezen zijn in hun latere leven succesvoller. In die zin dat ze zich goed in de maatschappij kunnen ontplooien, ieder op zijn eigen manier en in zijn eigen richting. Mensen die dit niet goed hebben meegekregen lopen vast in de overheid die toch nog altijd gericht is op de geschreven tekst. Ze hebben moeite met formulieren, met het zoeken naar werk etcetera. Als kinderen het fijn vinden om te lezen ontstaat er een bepaalde attitude waardoor de leesvaardigheid vooruit gaat en zij zich later goed staande kunnen houden in de maatschappij. En voor het klimaat ‘Lezen is leuk’, zou ik alles willen doen.”

“Verbinding is belangrijk,” vult Renske aan. “Alle media, de bieb en de boekhandel, al die kleine stukjes samen kunnen ervoor zorgen dat lezen leuk wordt.”

EN JOYCE HAAR PERSOONLIJKE QUOTE: “HET BOEK KIEST HET KIND EN HET KIND KIEST HET BOEK!” VAT HET ‘LEZEN IS LEUK-KLIMAAT’ GOED SAMEN.