BDW - editie 1503

Page 1

EEN KRANT VOL

KERSTFEESTEN OP OUDEJAAR: DE TIEN BESTE ADRESSEN En ook: Jan De Wilde, Jia Zhangke en Amélie Nothomb.

17 12 15

INTERVIEWS LEES P. 6 TOT 17

AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X P303153

ALLE FOTO’S: © SASKIA VANDERSTICHELE

SAMIRA LAAKEL

HUGO VAN SCHUYLENBERGH

STEVEN VANACKERE HILDE SABBE

ILKE FROYEN

JAN GOOSSENS

N° 1503 VAN 17 TOT 24 DECEMBER 2015 ¦ WEEK 51: WEEKBLAD, EEN UITGAVE VAN VLAAMS-BRUSSELSE MEDIA VZW, FLAGEYPLEIN 18, 1050 ELSENE, REDACTIE: 02-650.10.96, ABONNEMENTEN: 02-650.10.80, E-MAIL: INFO@BDW.BE, WWW.BDW.BE


BDW 1503 PAGINA 2 - DONDERDAG 17 DECEMBER 2015

VAN DE REDACTIE

IN MEMORIAM > ALBERT BONTRIDDER (1921-2015) door Steven Van Garsse

De regering heeft de contouren bekendgemaakt voor de nieuwe wijk op de voormalige spoorwegsite Josaphat. Het is een van de tien vlaggenschipprojecten van de Brusselse regering. De plannen dragen alles in zich om uit te draaien op een mislukking: een banale verkaveling met appartementsblokken tussen de drie en de acht verdiepen hoog, geen visie op de openbare ruimte, geen park en een trein die dwars door de site dendert. De eerste levensjaren van de wijk zullen misschien nog vrolijk door te komen zijn, maar daarna wordt het geheid kommer en kwel: te veel mensen op een kluit, onder het lawaai van trein en vliegtuigen. Van een onderbouwde toekomstvisie over het wonen in de stad in 2020 is in dit project niet veel te merken. Het studiebureau dat de milieu-impactstudie heeft gemaakt, wierp zeer veel vragen op maar gaf zelden een bevredigend antwoord. De uitdagingen zijn groot: op vlak van sociale cohesie, energiebehoefte, waterhuishouding, afvalbeheer en mobiliteit. Er zullen op termijn een kleine tweeduizend woningen gebouwd worden. Dat is goed voor zo’n vierduizend bijkomende inwoners in een buurt die al dicht bebouwd is. En de Lambermontlaan waar de nieuwe wijk vlak langs

WAUTER MANNAERT

ligt, kan nu al nauwelijks al het autoverkeer slikken. De Brusselse regering zit in een moeilijke spreidstand. Ze staat onder grote druk om woningen te bouwen. Demografen voorspellen een woningtekort door de spectaculaire bevolkingsstijging. Dat leidt tot steeds hogere prijzen en kleinere woningen. Woningen bijbouwen is de remedie. Tegelijk wil ze de Josaphatsite, die ze ooit kocht van Infrabel, te gelde maken. De Brusselse regering zit, ondanks de recente herfinanciering, krap bij kas. Dus komt ze met een minimumprogramma zonder veel ambitie. De combinatie van die twee factoren geeft het resultaat dat de buurtbewoners vorige week donderdag te zien kregen: vooral kwantiteit en weinig of geen kwaliteit. Wetenschappelijke studies tonen aan dat het welzijn van de stadsbewoners er in reuzenstappen op vooruit gaat als ze groen in de onmiddellijke buurt hebben: een park, een bos of desnoods een groot grasperk. Het groen wordt hier beperkt tot de bermen die gebouwd worden om de wijk te beschermen tegen de lawaaioverlast van trein- en autoverkeer. En het enige park in de buurt is nu al overbevraagd. De Brusselse regering leert niet uit het verleden. In de jaren 1960 stond alles in het teken van de kantoorbouw. Het leverde zielloze wijken op. Vandaag staat alles in teken van de massale woningbouw. De impact op de stad en haar inwoners lijkt daarbij nauwelijks van tel.

© SASKIA VANDERSTICHELE

Banaal

Dichter en architect zonder schootsvel ‘S-GRAVENBRAKEL – Zondag, op zijn laatste ‘volle middag’, is architect en dichter Albert Bontridder op 94-jarige leeftijd overleden, na lange palliatieve thuiszorg in het rusthuis Le Ménil in ‘s-Gravenbrakel. Afkomstig van Pajotse ouders uit Herfelingen (Herne) werd hij geboren in de Anderlechtse wijk Het Rad. Daar maakte hij vrienden voor het leven als schrijver Jan Walravens en beeldhouwer Florent Welles. Later liep hij school bij de Broeders Maristen (Schaarbeek) en Sint-Lucas (Molenbeek en Sint-Gillis). Als vijftienjarige al werd zijn dichtkunst gesmaakt. Tussen zijn bundel Hoog water (1951) en Wonen in de vloed (2012) gaf hij honderden gedichten en vele bundels uit. Hij werd redactielid van Tijd en Mens, behoorde de groep Kentering toe, en werd voorzitter van PEN Vlaanderen en de Europese Vereniging ter Bevordering van de Poëzie. Het Poëziecentrum beloofde hem een vervolgbundeling op Gedichten 1942-1972. Als architect werkte hij na de Tweede Wereldoorlog voor modernisten als Paul-Amaury Michel en vooral Jacques Dupuis, met wie hij paviljoenen uitwerkte op Expo ’58. “Architectuur is niet vrijblijvend, maar moet zich engageren tegenover het individu en het collectief. Architectuur moet de spiegel zijn van het goed gevoel van de mensen,” stelde hij vurig. Vrienden vroegen hem ook voor hen te bouwen. Zo was er het huisje van Louis-Paul Boon en wou Hugo Claus zijn hoeve door Bontridder

Albert Bontridder bij zijn expo in het Civa in 2005. laten moderniseren – maar enkel de schrijverskamer interesseerde Claus. Al die ontwerpdocumenten en briefwisseling werden bewaard. Zijn ‘modelhuis’ in Rode, dat Bontridder voor zichzelf en zijn Tsjechische vrouw Olga bouwde, moest hij enige tijd na haar dood ruilen voor Le Ménil. Hij vervloekte er zijn kamer vol scheve hoeken, waar hij zich niet thuis voelde. Bontridder was ook logebroeder bij het irreguliere Grootoosten van België. Daniel Van Ryssel had hem geïntroduceerd: “We moeten je het niet vragen, jij bent het van nature, een broeder zonder schootsvel.” Bontridder bleef ook daarin bescheiden: “Het is verwaand om achterom te kijken en te zeggen: dit of dat heb ik gepresteerd. Zoiets is overdreven en heeft geen impact op het zijn.” Jean-Marie Binst

Sint-Pieters-Woluwe sluit Nederlandstalige kleuterschool De gemeente Sint-Pieters-Woluwe sluit de Nederlandstalige afdeling van de Centrumschool in de Charles Thielemanslaan. De 44 kleuters die er les volgen, moeten verhuizen naar de Mooibosschool, 3 kilometer verderop. De Franstalige crèche op dezelfde locatie wordt uitgebreid, besliste het gemeentebestuur. Gemeenteraadslid Carla Dejonghe (Open VLD) vindt de verhuis een spijtige zaak. “Niet alleen moeten de ouders zich nu verder verplaatsen, het vermindert ook de kans van ouders in het centrum om hun kinderen in te schrijven in een Nederlandstalige school. Bovendien komen de kleuters in containers terecht en is Mooi-Bos niet be-

rekend op de toename, met een kleine refter en een beperkt aantal toiletten. Onbegrijpelijk op een moment waarop er plaatsen te kort zijn.” In een reactie zegt schepen van Nederlandstalige Aangelegenheden Helmut De Vos (CD&V) dat een verhuis noodzakelijk was omdat “de enige Franstalige crèche in het centrum van de gemeente” met lange wachtlijsten kampt. De zoektocht van de gemeente naar alternatieven liep op niets uit. De Vos wijst er verder ook op dat er in de Mooi-Bosschool stevig geïnvesteerd wordt. De gemeente sluit niet uit dat er in de toekomst opnieuw een vestiging van de school in de Thielemanslaan komt. Jelle Couder


BDW 1503 PAGINA 3 - DONDERDAG 17 DECEMBER 2015

BDWVOORGROND

WETENSCHAPSBELEID > VAN TIEN FEDERALE INSTELLINGEN NAAR TWEE NV’S

‘DIT WORDT EEN MASTODONT’ RS U E L S PLAN NIUM’-NV ‘PATRIMO

1

2

3

4

5 6

CHONE EA VOOR SB) S U M E K IJ KONINKL VAN BELGIË (KMSK KUNSTEN OR KUNST MUSEA VOG) E K IJ L K KONIN IEDENIS (KMK EN GESCH OR HET TITUUT VO) S IN K IJ L KONINK RIMONIUM (KIK KUNSTPAT INSTITUUT BELGISCHCHAPPEN K IJ L K IN NS KON UURWETE VOOR NAT (KBIN) MIDDENUM VOOR E S U M K KONINKLIJMMA) AFRIKA (K EK VAN BIBLIOTHE E K IJ L K KONIN BB) BELGIË (K HIEF EN RIJKSARCPROVINCIËN N E E M E G AL HIEF IN DE RIJKSARC (ARA)

7

NV ‘METEO’- ROLOGISCH 1

Staatssecretaris Elke Sleurs (N-VA) wil de tien federale wetenschappelijke instellingen onderbrengen in twee verzelfstandigde nv’s. De ene groepeert de meteo-instellingen in Ukkel, de andere, veel groter, bundelt de instellingen met een collectie en een museale werking zoals de Musea voor Schone Kunsten.

BRUSSEL – Staatssecretaris Elke Sleurs (N-VA) wil de tien federale wetenschappelijke instellingen (FWI) groeperen in twee verzelfstandigde nv’s. De ene met de drie Ukkelse instellingen zoals het KMI, de andere met maar liefst zeven instellingen waaronder het Jubelpark, Schone Kunsten, het Afrikamuseum en de Albertina. “Te groot en te divers,” vinden enkele betrokkenen.

D

e tien instellingen hebben een aantal zaken gemeen. Ze doen aan wetenschappelijk onderzoek en de meeste hebben een waardevolle collectie, die moeilijk op te delen is. Bovendien hebben ze een lange geschiedenis en liggen ze bijna allemaal in Brussel. Nog een gemeenschappelijk punt: hun gebouwen zijn over het algemeen prestigieus, maar ook verouderd. Ten slotte moeten ze allemaal flink besparen. Al een heel aantal jaren woedt de discussie welke plek en toekomst deze tien instellingen moeten krijgen in het gefederaliseerde België. Momenteel hebben ze nog altijd het statuut van federale openbare dienst en worden ze aangestuurd door Belspo oftewel de

administratie Wetenschapsbeleid.

Nieuwe koers Onder de regering-Di Rupo lanceerde de ambitieuze Belspo-baas Philippe Mettens (PS) een plan om de FWI performanter te maken. Hij deelde ze op in vier ‘polen’: kunst, natuur, documentatie en ruimte. Heel wat instellingen verzetten zich tegen het plan. Alleen Michel Draguet, directeur van de musea van Schone Kunsten en ondertussen ook interimdirecteur van het Jubelpark, was ronduit enthousiast. Hij zag een uitgelezen kans om de collecties van beide musea te hergroeperen. Binnen de politiek trok oppositiepartij N-VA fel van leer tegen de aanpak van Belspo en Draguet. ‘Een

machtsgreep van de PS op nationaal bezit’, zo klonk het. Vlak voor de verkiezingen van 2014 werd het plan afgevoerd. De regering vond het plan ‘onrijp’. Met de N-VA in de nieuwe federale regering werd meteen een nieuwe koers uitgezet. Beslist werd om Belspo grotendeels te ontmantelen wegens te log en de te grote impact op de FWI. Topman Mettens werd de laan uitgestuurd. Elke Sleurs, de nieuwe N-VA-staatssecretaris van Wetenschapsbeleid, kondigde aan dat de FWI meer autonomie zouden krijgen.

Grote mastodont Inmiddels wordt duidelijk hoe die verzelfstandiging er zal uitzien.

2

K METEO KONINKLIJ VAN BELGIË (KMI) T INSTITUU HT VAN RRENWAC E T S E K IJ KONINKL SB) BELGIË (K VOOR INSTITUUT BELGISCH ERONOMIE RUIMTE-A

3

KAREL VELLE (DIRECTEUR RIJKSARCHIEF):

“Zeven instellingen, dat werkt alleen als de CEO zijn zeven kinderen gelijkwaardig behandelt”

Onze redactie kon zopas de hand leggen op de visienota van de staatssecretaris. De instellingen worden opgedeeld in twee clusters, met elk een aantal ondersteunende diensten. Beide worden een naamloze vennootschap van publiek recht met sociaal doel, net zoals Bozar. Een raad van bestuur, met daarin ook vertegenwoordigers van de deelstaten, zal het algemeen beleid uitzetten, binnen de krijtlijnen weliswaar van de beheersovereenkomst die afgesloten wordt met de federale regering. De eerste cluster wordt gevormd door de drie Ukkelse ‘meteo’-instellingen, KMI, Sterrenwacht en Ruimte-Aëronomie. De andere cluster omvat de zogenaamde ‘patrimonium’-instellingen: de Musea voor Kunst en Geschiedenis, de Musea voor Schone Kunsten, het Instituut voor het Kunstpatrimonium, het Instituut voor Natuurwetenschappen, het Midden-Afrikamuseum, de Koninklijke Bibliotheek en het Rijksarchief. “We hebben gekozen voor twee clusters en niet voor tien zelfstandige instellingen. Anders zou je tien raden van bestuur hebben, veel postjes dus en veel overhead,” zo stelt het kabinet-Sleurs. Dat de Ukkelse instellingen samengaan, is voor iedereen een evidentie. Ze werken nu immers al nauw samen. Dat Sleurs de zeven andere instellingen bundelt, wekt daarentegen veel verbazing. “Zal dit werken? Het wordt een grote mastodont,” zegt historica Els Witte, die afgelopen vrijdag een studie presenteerde over het debat van de afgelopen jaren rond de federale wetenschappelijke instellingen.

Behoud dotatie Karel Velle, directeur van het Rijksarchief en op zich voorstander van de verzelfstandiging, verwacht dat het een hele klus zal zijn om de neuzen in dezelfde richting te krijgen en om ook het ‘werkveld’ en de vakbonden te overtuigen. “Zeven instellingen, dat kan alleen maar werken als de CEO als een goede huisvader optreedt en zijn zeven kinderen gelijkwaardig behandelt,” zegt hij nog. Ook Guido Gryseels van het MiddenAfrikamuseum heeft twijfels over het grote cluster waarin zijn museum zou terechtkomen. “Ik juich de uitgangspunten van de beslissing toe, ik zie ook bepaalde voordelen van clustering, met name de gezamenlijke aanpak van het collectiebeheer en van tentoonstellingen. Maar een cluster van zeven instellingen met zulke uiteenlopende activiteiten is te groot. De problemen van een bibliotheek en archief zijn bijvoorbeeld anders dan die van musea.” Hij vindt het ook vreemd dat de staatssecretaris enerzijds de autonomie van de FWI wil vergroten en anderzijds de instellingen toch weer onderbrengt in een overkoepelende nv met een raad van bestuur die eigen prioriteiten kan leggen. “In principe zou elke instelling zijn dotatie behouden, maar zo’n raad van bestuur kan natuurlijk al snel gaan schuiven met de middelen.” Bettina Hubo


BDW 1503 PAGINA 4 - DONDERDAG 17 DECEMBER 2015

UITGELICHT > EISEN: EEN SOCIAAL STATUUT, RESPECT EN VEILIGHEID

SEKSWERKERS BALLEN EEN VUIST SINT-JOOST-TEN-NODE – De sekswerkers van Utsopi gaan een meervoudige strijd aan: voor een volwaardig sociaal statuut, voor respect en voor garanties om hun werk veilig en in alle sereniteit te kunnen uitoefenen in Sint-Joost-ten-Node. “Emir Kir is een socialist, mogen we van de socialisten niet langer verwachten dat ze de werkers verdedigen, ook de sekswerkers?”

D

e zeldzame kranten die in de jaren 1990 foto’s van prostituees afdrukten – Het Laatste Nieuws en La Dernière Heure – plakten plichtsgetrouw een bandje voor de ogen van de sekswerkers, meestal in hun vitrines. De dames wilden niet herkend worden door man en kinderen, familie en buren. Maandag presenteerden Sonja, Max, Yumi, Jef en Julie zich voor camera’s en fotografen. Andere tijden, andere zeden. Of toch niet? “Was het maar waar,” zegt Sonja, “het gaat van kwaad naar erger, de werkomstandigheden worden steeds moeilijker.” Sonja zit 36 jaar in het vak en is een voorvechtster voor de rechten van de sekswerkers in Franstalig België. De vrouwen en mannen treden nu in de openbaarheid omdat het water hen aan de

lippen staat en ze vrezen voor een Zweeds model – klanten zijn strafbaar – waar de sekswerkers moeten

Zweeds model willen invoeren, gehekeld door respectabele organisaties als Dokters van de Wereld, Am-

Sekswerkers willen een sociaal statuut om niet langer aan de grillen van de burgemeesters onderhevig te zijn. onderduiken met alle gevolgen vandien voor de hygiëne, veiligheid en inkomsten van klant en sekswerker. Yumi: “De prostitué(e)s moeten ook vechten tegen een machtige lobby van pseudo-feministen die met een moraliserend discours ook hier het

nesty International en de VN.” Nu al komt het beleid dat in Brussel, Charleroi en Luik gevoerd wordt neer op een ‘hoerenjacht’, zegt Utsopi. De strenge reglementen komen in de feiten neer op een verbod op straaten raamprostitutie.

Dat er ook drie mannelijke sekswerkers waren op de voorstelling van Utsopi, is niet toevallig. In heel België is één sekswerker op vijf van het mannelijk geslacht, in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is dat één op drie. Mannelijke sekswerkers krijgen met nog meer vooroordelen te kampen dan vrouwelijke, getuigt Nico: “De maatschappij weigert sekswerkers als werkers te zien, maar het taboe op seks tussen mannen is veel hardnekkiger dan velen tegenwoordig geloven. Ik heb het al zo vaak meegemaakt: ik zeg dat ik sekswerker ben en ze geloven me niet, en al zeker niet als ik zeg dat er mannelijke sekswerkers zijn die vrouwen bedienen.”

Mannelijke sekswerkers Sonja vult aan: “Prostituees zijn slachtoffers en slachtoffers zijn vrouwen, dat is de redenering. Dat is ook de redenering van de Franstalige minister voor Vrouwenzaken Isabelle Simonis (PS), die zegt dat alle prostitutie neerkomt op geweld tegen vrouwen. Dat is net hetzelfde als zeggen dat alle mannen hun vrouw slaan.” Simonis maakt volgens Utsopi een amalgaam van prostitutie en mensenhandel: “Natuurlijk moet mensenhandel aangepakt worden, maar daar is een arsenaal aan wetten voor. Natuurlijk zijn wij tegen mensenhandel, maar we zijn evenzeer tegen de koloniale houding tegenover zwarte prostituees. Alsof een Afrikaanse vrouw er niet voor zou kunnen kiezen om sekswerker te worden.” Hetzelfde geldt voor studenten die zich prostitueren om hun studies te betalen. Yumi: “Je moet niet de prostitutie aanpakken, maar de armoede. Je moet ervoor zorgen dat studenten zich niet hoeven te prostitueren om hun studies te betalen.”

Sint-Joost-ten-Node heeft altijd iets met sekswerkers gehad. Wijlen Guy Cudell (PS), de extravagante burgemeester, zei altijd dat er in het kleine Sint-Joost plaats was voor iedereen. Marie herinnert het zich nog: “En ook met zijn opvolger Jean Demannez (PS) viel te praten. Hij maakte fouten, maar zette ze recht als je

DE WEEK IN BEELD DOOR BART DEWAELE De derde editie van de grote Kerstparade, een feeërieke optocht van praalwagens bevolkt met elfjes, ijsberen, sneeuwkoninginnen, teddyberen en Kerstmannen die aan Winterpret gelinkt is, trok afgelopen zondag zo‘n 70.000 bezoekers. Onze fotograaf aanschouwde het spektakel vanop een veilige plek in het legendarische café Le Coq in de Ortsstraat.


WEEKOVERZICHT

BDW 1503 PAGINA 5 - DONDERDAG 17 DECEMBER 2015

© IVAN PUT

WOENSDAG 9 DECEMBER ZENITH-TOREN VOOR 90 PROCENT GEVULD. De Zenithtoren aan de Koning Albert-II-laan is voor 90 procent volzet. Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap heeft 4.000 vierkante meter in het gebouw ingenomen. Eigenaar Jones Lang LaSalle zegt dat er nog volop onderhandeld wordt met potentiële huurders voor de resterende tien procent. De toren werd in 2009 opgeleverd en stond nadien jarenlang leeg. ‘FUSIE GEEN OPLOSSING’. Volgens korpschef Johan De Becker van de Brusselse politiezone West is de fusie van de zes Brusselse zones geen goed idee. Dat zegt De Becker in de marge van de commissie Brussel in het Vlaams parlement. De Becker is daar met andere sprekers uitgenodigd om toelichting te geven bij de terreurdreiging in de hoofdstad.

VRIJDAG 11 DECEMBER JAMBON WIL DOORLICHTING GROTE MOSKEE. Federaal minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) wil de Grote Moskee in Brussel doorlichten. Dit na aanhoudende kritiek over de sterke invloed van Saoedi-Arabië in de werking van de moskee. Saoedi-Arabië heeft een strikte interpretatie van de islam.

ZONDAG 13 DECEMBER 94 PROCENT VOOR DAMIEN THIeRY. De lijst LinkeBeek (LB) van Damien Thiery haalt 94 procent van de stemmen in de speciale gemeenteraadsverkiezingen in faciliteitengemeente Linkebeek. Zes procent van de stemmen ging naar een andere Franstalige lijst die meedong. Alleen deze twee Franstalige lijsten deden mee aan de verkiezingen. Vijftien procent van de kiesgerechtigde Linkebekenaren kwam niet opdagen, en 13 procent van de uitgebrachte stemmen was blanco of ongeldig. Voorheen had de Vlaamse oppositie onder leiding van Eric De Bruycker opgeroepen om blanco te stemmen. De Bruycker werd door Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden Liesbeth Homans (N-VA) aangeduid nadat Homans Damien Thiery weigerde te benoemen. Thiery heeft de taalwetgeving niet gerespecteerd tijdens de verkiezingen van 2012.

Vrouwelijke en mannelijke sekswerkers werken in steeds benardere omstandigheden. Zwijgen kan niet langer, ze schuwen niet langer de camera’s.

hem kon overtuigen. Met Emir Kir (PS) ging het in het begin ook goed, hij vertelt wel nog mooie verhaaltjes op de radio, maar in de wijk steekt hij niet onder stoelen of banken dat hij ons weg wil. Zopas vernemen we dat de gemeente nog een bijkomende taks voor de eigenaars heeft gestemd van 2.500 euro. Natuurlijk

“ “ HET GETAL

gaan de eigenaars die taks op ons verhalen.”

Grillen van burgemeesters In Sint-Joost werken de vrouwen zelfstandig in zogenaamde carrés waar maar één sekswerker aan de slag is. Vanaf maart wil Kir de carrés ‘s nachts en op zondag dicht.

MAANDAG 14 DECEMBER

Utsopi gaat alle wettelijke middelen aanwenden om dat te verhinderen. Voor de sekswerkers is het uiterst belangrijk dat er een goede wetgeving komt, ook al “om niet langer onderworpen te zijn aan de grillen van burgemeesters.”

Danny Vileyn

Brussel is het nieuwe Berlijn” Eimear Lynch is laaiend enthousiast over de creativiteit in de hoofdstad van België (in The New York Times).

Stad Brussel organiseert een hommage voor Leopold II. #Ongepast. Beter eerbetoon voorzien aan zijn Congolese slachtoffers!” Groen-parlementslid Bruno De Lille (op Twitter).

Mouterij

Germoir/Mouterij heet de nieuwe halteplaats van het Gewestelijke Expressnet (GEN). Nu ja, nieuw... De stopplaats op de lijn tussen Brussel-Luxemburg en Etterbeek bestaat al enkele jaren, maar er stopten tot nog toe geen treinen. Daar is sinds vorige week zondag verandering in geko-

men. De NMBS heeft namelijk een S-treinnet in dienst genomen, dat de voorsteden verbindt met Brussel. En op dat net is plaats voor het station Mouterij. Voorlopig blijft het aanbod wel beperkt. Dat komt omdat tot april 2016 de Schuman-Josaphattunnel gesloten blijft. Die tunnel moet het treinverkeer vanuit enkele Belgische steden naar Brussel en de luchthaven verbeteren. De opening was voorzien voor deze maand, maar door het terreuralarm kon een veiligheidsoefening niet CD doorgaan.

HOTEL GESÙ VERTRAAGD. Twee stadsverenigingen dienen een bezwaar in tegen de renovatieplannen van de bouwpromotor die van het Gesùklooster een hotel wil maken. Volgens Arau en IEB is er geen garantie dat negen woningen die door de promotor op de site zullen worden gebouwd ook aan de overheid zullen worden gegeven na oplevering. De promotor zou ook overheidsgeld bedoeld voor mobiliteitsaanpassingen aan het gebouw gebruiken om sociale woningen te bouwen. In het klooster moeten 75 hotelkamers en 71 woningen komen. Hoelang de werkzaamheden uitgesteld worden, is onduidelijk. JET AIRWAYS NAAR SCHIPHOL. De Indiase luchtvaartmaatschappij Jet Airways verlaat Brussels Airport en zal vanaf de lente vluchten naar Indië en Noord-Amerika aanbieden vanop het Nederlandse Schiphol. Volgens Jet Airways is de verbinding vanuit Brussel onrendabel geworden. Mogelijk zijn honderden directe en niet-direct jobs bedreigd. CDh bevestigt uitsluiting ozdemir. Het Franstalige CDH heeft de uitsluiting uit de partij van Mahinur Özdemir definitief aanvaard. Özdemir kwam vorige lente in opspraak nadat ze twee keer geweigerd had om aan journalisten te verklaren dat ze de Armeense genocide erkende. De Turks-Belgische Özdemir, tevens parlementslid, werd daarop uit haar mandaten en uit haar partij gezet. Die sancties worden nu dus bevestigd.

DINSDAG 15 DECEMBER UNION ZOEKT INVESTEERDER. Voetbalclub Union Sint-Gillis heeft een nieuwe investeerder nodig. Door de hervorming van de voetbalcompetitie moet de club enkele broodnodige investeringen doen. Zo moet het budget omhoog en moet er een nieuwe tribune gebouwd worden in het stadion in het Dudenpark om conform te zijn. Waarschijnlijk zal de ploeg tijdens de verbouwingen in het Koning Boudewijnstadion spelen. utsopi ziet het licht. De Brusselse prostitués (vrouwelijke en mannelijke) kondigen officieel aan dat ze zich verenigd hebben in Utsopi. Die vereniging vecht voor erkenning, respect en een sociaal statuut. Zij klagen dat burgemeester Emir Kir (PS) de sekswerkers van Sint-Joost wil wegjagen. Samengesteld door Christophe Degreef

BDW GAAT ER EVEN TUSSENUIT EN VERSCHIJNT OPNIEUW OP 7 JANUARI. PRETTIGE FEESTEN!



BDW 1503 PAGINA 7 - DONDERDAG 17 DECEMBER 2015

POLITIEK > STEVEN VANACKERE (CD&V) WIL KU LEUVEN IN BRUSSEL OP DE KAART ZETTEN

‘HET BESTE MOET NOG KOMEN’ BRUSSEL – In juni van dit jaar heeft Steven Vanackere (51) zijn diploma van master in de Filosofie aan de KU Leuven behaald. In oktober is hij aan de KU Leuven Campus Brussel aangesteld als academisch beheerder. Hiermee voegt de CD&V-politicus nog twee mooie titels toe aan zijn cv. “Mensen zijn nieuwsgierige primaten,” zegt Vanackere.

A

djunct-kabinetschef, kabinetschef, directeur-generaal van de Haven van Brussel, adjunct-directeur-generaal van de vervoersmaatschappij MIVB, Vlaams minister van Welzijn, federaal vice-premier en minister van onder andere Institutionele Hervormingen, Ambtenarenzaken, Buitenlandse Zaken en Financiën. Een indrukwekkend cv. Nu verdeelt hij zijn tijd tussen de Senaat, de KU Leuven Campus Brussel en zitjes in de raden van bestuur van non-profitorganisaties zoals Fairtrade Belgium. Het begeerde doctoraat in de Filosofie zal nog even moeten wachten. Vanackere: “Je moet, zeker in de politiek, goed opletten dat je niet samenvalt met de mandaten die je vervult. Je mag je nooit helemaal in beslag laten nemen door je mandaat, ook al ben je er vaak 20 uur op 24 mee bezig en ook al schenkt het mandaat je enorme voldoening. Zeg daarom niet: ‘Ik ben minister’, maar wel: ‘Ik vervul het mandaat van minister’. Je moet bij tijd en wijle afstand nemen van je eigen standpunten en luisteren naar anderen, zoniet is iedere kritiek een aanval op je persoon en dat is niet goed voor het ministerschap. Je moet ook na het ministerschap nog een goed leven als mens kunnen leiden.” “Ik ben nog lang niet aan het uitbollen, na eenenvijftig jaar in het leven

Steven Vanackere voor de Mort Subite, vlakbij de KU Leuven Campus Brussel. “Ik durf mijn eigen uitgangspunten in vraag te stellen. Daar ben je nooit te oud voor.” FOTO: © SASKIA VANDERSTICHELE

heb ik het gevoel dat het beste nog moet komen. Ik ben bevoorrecht met de kansen die ik gekregen heb. In tegenstelling tot veel fijne collega’s heb ik niet moeten knokken voor de politieke mandaten die ik vervuld heb. Yves Leterme is me in 2004 komen vragen of ik lijsttrekker wou worden voor Brussel. Ik had voordien niet eens moeten deelnemen aan verkiezingen. In 2007 vroeg Leterme om Vlaams minister van Welzijn te worden en in 2011 is Herman van Rompuy me komen vragen om vice-premier te worden. Het was het laatste waaraan ik dacht. Ik voel me dus wel degelijk bevoorrecht. Ieder mens in mijn situatie moet het lot dankbaar zijn.”

Filosofische reflectie “Je moet geen filosofie gestudeerd hebben om de condition humaine te definiëren als: mensen zijn vragende wezens. Het kind dat net kan praten vraagt al aan zijn moeder: ‘Waarom is de maan rond? Waarom groeit er nu geen gras en in de zomer wel?’ We zijn nieuwsgierige primaten, het is onze nieuwsgierigheid die ons vooruitgang heeft laten boeken in de evolutionaire geschiedenis. Maar het is de capaciteit om vragen te stellen over de vragen, die ons de kans biedt om evenwicht te brengen in het leven.” “Wie bij de eerstegraadsvragen blijft, loopt het risico om bij tegenslag verbitterd of agressief te worden. Dan wordt er een schuldige gezocht. In dat opzicht helpt filosofie om beter te leven. Maar de professoren van de KU Leuven hebben me ook geleerd dat filosofie zich niet laat onderschikken aan het nuttige. Filosofie is niet nuttig. Ik vind in de filosofie enorm veel voldoening, maar dat zit in de aard van het beestje. Ik durf mijn eigen uitgangspunten in vraag te stellen, daar ben je nooit te oud voor. Dat is wat filosofisch in het leven staan betekent voor mij: niét anderen diets maken

dat ze het verkeerd voor hebben.”

Deleuze en Marx “Daarom heb ik voor mijn masterproef filosofen gekozen die ver van mij afstaan: Gilles Deleuze en Karl Marx. Ik ben een christendemocraat, transcendentie maakt deel uit van mijn wezen. De hang naar het transcendente is niet aangeleerd maar natuurlijk. In tegenstelling tot Deleuze geloof ik dat we meer zijn dan een biologisch accident. Deleuze, een van de koningen van de Franse filosofie in de twintigste eeuw, zei het onomwonden: ‘Maak u geen begoochelingen, alles wat boven het materiële uitstijgt, zijn verzinsels van mensen.’ En alhoewel de immanentie van Deleuze en Marx heel ver van mij afstaat, heb ik de teksten van Deleuze met veel eerbied gelezen. Ik heb de polemiek niet gezocht, maar hij heeft mij ook niet bekeerd.” “Ik heb Deleuze gecombineerd met Marx. In een van zijn laatste interviews voor hij zich in 1995 suïcideerde, heeft Deleuze laten optekenen dat zijn volgende boek La grandeur de Marx zou heten. Ik heb gepoogd te achterhalen wat er in dat boek zou hebben gestaan.” “Marx leunt evenmin aan bij mijn diepste economische overtuigingen – Marx was trouwens een veel beter filosoof dan econoom, hij heeft zich als econoom zwaar vergist. Hij is een veel beter filosoof dan velen vandaag beseffen. Marx zegt relevante dingen voor de mensen van vandaag. Een voorbeeld: het belang dat mensen hechten aan dat abstracte ding dat geld is en hoe dat tot stand is gekomen.” “De deeleconomie, waar heel veel mensen vandaag hoog mee oplopen, is hier een treffend voorbeeld van. Die deeleconomie wordt heel snel een onderdeel van het carcan van het kapitalistisch systeem. Als ik een plaats vrij heb in mijn auto wanneer ik naar Zuid-Frankrijk rijd en ik bied die aan iemand aan, dan heet dat edelmoedigheid. Maar hoop ik later in ruil voor die lift een halve dag over een gratis klusjesman te beschikken, dan is dat ruil. De volgende stap is de omzetting naar centen.” “Volgens Marx is het misgelopen toen de grenzen van de natuurlijke

“De senatoren kosten jaarlijks 1,2 miljoen euro, dat is precies het bedrag dat de helfie-campagne van de N-VA heeft gekost”

gemeenschappen overschreden werden. Binnen de natuurlijke gemeenschappen was er amper ruil, waren er geen vaste posities. Het is pas toen we met vreemdelingen – mensen die niet tot onze natuurlijke gemeenschap behoren – omgingen, dat er ruil kwam. En die heeft volgens Marx een vernietigende invloed gehad op de menselijke relaties: het omzetten van edelmoedigheid en camaraderie in centen. Marx heeft echter niet gezien dat die ‘perverse’ ruil en de globalisering die ermee gepaard gaat tot enorme welvaart heeft geleid. Binnen de kapitalistische economie zorgt de ruil met vreemdelingen voor een toename van welvaart.”

Populistische druk “Ik ben senator, dat is een job waarvan het beeld vandaag moeilijk weerstand biedt aan populistische druk van zij die zeggen dat de Senaat meer kost dan de staatsveiligheid. Dat is feitelijke onzin. De grootste uitgaven van de Senaat zijn de pensioenen van voormalige senatoren, kosten die de Kamer anders in zijn ééntje zou moeten dragen, met personeelsleden met een lange staat van dienst die ook in een eenkamerstelsel verder zouden moeten betaald worden. Ik ga niet de vergelijking maken met Ford Genk, maar je kan die mensen niet zomaar wegtoveren.” “De Senaat kostte 70 miljoen euro per jaar. Dat is inmiddels gezakt tot 50 miljoen en dat gaat nog verder

zakken. De weddes van de senatoren kosten ruwweg 1,2 miljoen euro per jaar, de gemeenschapssenatoren worden betaald door de gemeenschappen en de gecoöpteerde senatoren, waartoe ik behoor, krijgen de helft van de wedde van een volksvertegenwoordiger. Die 1,2 miljoen euro is als ik me niet vergis precies het bedrag dat de helfie-campagne van de N-VA heeft gekost.” “Er is nog een toekomst voor de Senaat, die de deelstatenkamer geworden is. Het laatste rapport waar ik als voorzitter van de commissie Internationale en Gewestelijke Materies aan heb meegewerkt, formuleert 61 aanbevelingen die heel concreet zeggen hoe we het als land beter kunnen doen. Annick De Ridder, de fractieleidster van de N-VA, zegt: niemand leest de rapporten van de Senaat. Wel, ze zouden beter gelezen worden. Van alle 28 landen van de EU heeft België de meeste inbreukprocedures aan zijn been wat betreft de niet-implementatie van de Europese regelgeving. Het deficit in de achterstand mag nooit meer dan 1 procent zijn, België stond in november op 1,4. Dat choqueert mij, maar ik wanhoop niet.” “Sommigen denken dat we nog resoluties moeten stemmen over de bescherming van de Noordpool of de erkenning van Palestina. Dat zijn zeer eerbare doelstellingen, maar dat is niet langer de taak van de Senaat. De Senaat moet een ontmoetingsplaats zijn voor de gemeenschappen. Het moeizame intra-Belgische klimaatakkoord over de verdeling van de lasten en de lusten is nog een voorbeeld dat de noodzaak van de Senaat aantoont. De plenaire vergadering heeft op 11 december ingestemd met mijn voorstel om daarover een volgend verslag op te stellen.”

KU Leuven in Brussel “KU Leuven-rector Rik Torfs heeft me gevraagd om academisch beheerder te worden van de campus Brussel en de campus Sint-Lucas. De KU Leuven moet een partner worden voor de overheden in Brussel en moet mee aan tafel zitten als de Brusselse universiteiten en hogescholen overleggen en overeenkomsten sluiten. De KU Leuven is een grote universiteit, die intimiderend kan overkomen, maar in Brussel zijn we een speler samen met de anderen. We bieden niet alle opleidingen aan. We bieden wel goede kwaliteit aan in een viertal richtingen: Economie, Letteren – met Journalistiek, Architectuur en Rechten. In Rechten verzorgen we trouwens ook een tweetalige opleiding samen met Saint-Louis, een unieke formule voor tweetaligen en de zovele mensen die later in een tweetalige omgeving moeten werken.” “Brussel heeft ook excellent onderwijs nodig voor de mensen van hier. De participatie van heel veel jonge talentvolle mensen, die geen Belge de souche zijn, is veel te laag. Deze stad, waarin ik sterk geloof, kan ook vanuit de KU Leuven – toch een universiteit met een topranking – verder versterkt worden.”

Danny Vileyn



BDW 1503 PAGINA 9 -DONDERDAG 17 DECEMBER 2015

RADICALISERING > SAMIRA LAAKEL SCHREEF EEN BOEK OVER HAAR DOCHTER DIE NAAR SYRIË VERTROK

‘IK SPREEK OM TE VERHINDEREN DAT ER NOG NORA’S VERTREKKEN’ SCHAARBEEK – 2015 is het jaar waarin haar dochter veroordeeld werd in het grootste terrorismeproces ooit in ons land. Hoewel Samira Laakels wereld stil is blijven staan sinds 20 mei 2013, de dag waarop Nora Verhoeven vertrok naar Syrië, heeft ze het afgelopen jaar de kracht gehad om een boek te schrijven.

E

en exemplaar te pakken krijgen van Le bonheur est parti avec toi is geen sinecure. Het boek waarin Samira Laakel het persoonlijke en intieme relaas doet over haar leed als moeder van een Syriëstrijder, verschijnt eind oktober. De aanslagen in Parijs op 13 november, gepleegd door teruggekeerde Syriëstrijders, zullen een stormloop veroorzaken op de beperkte oplage. “De reacties zijn positief. We hebben allemaal de neiging om te vergeten dat achter elke Syriëstrijder een familie schuilt, en die lijdt elke dag,” zegt Samira bij een koffie in een bar rond het gemeentehuis van Schaarbeek. Laakels boek is beklemmend. Laakel vertelt over doodsangsten, over lijdzaam toezien hoe zelfs een deel van de familie Nora veroordeelt tot taboeonderwerp, als was ze een besmettelijk kwaad. Over hoe Nora’s grootmoeder het niet meer kan opbrengen om langs te komen in de gezinswoning. Er zit een noodkreet in vervat: heb begrip voor de jongeren, en luister naar hen. Het boek maakt Nora weer tot een doodgewoon meisje, en niet het “monster dat de media van haar heeft willen maken.” Nora Verhoeven vertrekt op zondag 20 mei 2013 naar Syrië. Ze volgt haar vriend Tarik Taketloune, met wie ze daarvoor in het geheim een islamitisch huwelijk afsluit en die twee weken na Nora’s aankomst zal sneuvelen. Nora’s jongere broer Ilias komt later die dag, huilend, thuis met het nieuws. “‘Mama, er doen

Samira Laakel stuurt elke dag berichten naar haar dochter, ook al blijven ze al maanden ongelezen. “Ze moet weten dat we klaarstaan om te helpen.” FOTO: © SASKIA VANDERSTICHELE

in Vilvoorde geruchten de ronde dat Nora vertrokken is’. Ik greep onmiddellijk mijn gsm, maar ik hoorde aan de beltoon dat ze zich niet meer op Belgische bodem bevond. Ik wist dat de Samira van gisteren niet meer dezelfde zou zijn als die van vandaag.” Het lijkt alsof u met Nora wil communiceren via het boek. Weet zij dat u een boek heeft geschreven? Samira Laakel: “Neen. Ik heb het haar wel laten weten. Ik stuur elke dag berichten, maar ik kan zien dat die voorlopig ongelezen blijven. Ze moet weten dat we haar missen tot ze terug in ons midden is, en dat we klaarstaan om te helpen.” Nora is tweeënhalf jaar geleden vertrokken. In al die tijd is er wel contact geweest. Wat zeg je tegen je dochter als je, zoals u beschrijft in uw boek, zo’n vertrek nooit kunt aanvaarden? Laakel: “Aan de telefoon of in berichten kan je veel niet kwijt. Een contact duurt vaak slechts vijf à tien minuten. De verbinding is slecht.” “Toen we voor het eerst konden skypen, zag ik dat ze zich gedroeg als een robot. Ze nam harde woorden in de mond. ‘Ween niet,’ zei ze. Ze vertoonde geen emotie. Het had niets van doen met de dochter die ik ken. Ze kan niet vrij spreken.” “Er zijn vragen waar ze geen antwoord op geeft, zoals waar precies ze zich bevindt. Ik hoor van andere ouders van Syriëstrijders dat onze kinderen dezelfde woorden in de mond nemen. Dat is voor mij het bewijs dat Nora een slachtoffer is van een sekte, gemanipuleerd is, eerder dan een terroriste.” Krijgt u via het weinige contact hoogte van wat Nora er dagelijks doet? Laakel: “Ze hebben mij gezegd dat ze kinderen en mensen in nood helpt. Ze heeft mij ook uitgelegd dat dat haar doel was in een afscheidsbrief. Het was altijd haar droom om weeskinderen te helpen.”

Weet u of ze meestrijdt? Laakel: “Ik ben er rotsvast van overtuigd dat Nora geen wapens opneemt.” Ze is wel veroordeeld op het terrorismeproces rond Sharia4Belgium. Ze kreeg vijf jaar cel. U zegt in uw boek: ‘Geloof ze niet wanneer ze zeggen dat Nora een jihadiste is.’ Ook al strijdt ze ginder niet actief mee, maakt haar vertrek naar Syrië haar niet op zijn minst medeplichtig? Laakel: “Ik kan haar vertrek, noch het feit dat ze een terroriste genoemd wordt, niet aanvaarden. Omdat ik tot op vandaag niets heb ontdekt dat erop wijst dat Nora uit vrije wil is vertrokken. Ze maakte plannen, had zich ingeschreven voor een opleiding bij Actiris. Medeplichtigheid zou inhouden dat ze vrijwillig handelt. Ik heb in haar kamer briefjes gevonden met bevelen op.” “Het enige dat ik weet, is dat ik haar achttien jaar heb opgevoed, en dat de plannen om naar Syrië te gaan op heel korte tijd zijn gesmeed. Op een gegeven moment zei ze me dat ze aan sport wilde doen, en ze vond een zaal in Vilvoorde. Wat trok haar daar aan? Ze heeft er de jongen ontmoet op wie ze verliefd werd, en later is ze hem gevolgd naar Syrië.” Wellicht een tot vervelens toe gestelde vraag: heeft u helemaal niets opgemerkt? Laakel: “Dat is heel vreemd, en weinigen geloven het. Maar Nora gedroeg zich in ons bijzijn volkomen normaal. Het is pas nadien dat je signalen interpreteert. Ze at minder, alsof ze zich voorbereidde op een leven in schaarste. Ze liet haar makeup onaangeroerd. Vaak staarde ze mij aan. Ik dacht dat ze het deed om me te plagen, maar ze wilde wellicht onze gelaatstrekken op haar netvlies branden.” Hebt u een verklaring waarom Nora vatbaar was voor radicaal gedachtengoed? Laakel: “Het was een kokette dame die hield van mode. Maar sinds haar dertiende liet ze soms vallen dat ze zich nutteloos voelde. Ik begreep er weinig van en stelde haar gerust dat haar leven pas begon, en dat ze zich op zovele manieren zou kunnen nuttig maken, dat ze haar weg wel zou vinden.”

“Mijn kinderen worden geviseerd. De politie zegt dat we door mijn dochter altijd gelieerd zullen zijn aan terrorisme”

“Op een gegeven moment richtte ze zich tot het geloof, maar omdat ik zelf moslima ben, zag ik daar geen graten in. Toen ze zich wilde sluieren, vond ik dat wel een probleem. Maar ik accepteerde haar keuze. Later zei ze dat ze zich niet geaccepteerd voelde op school omwille van de sluier. Maar wie heeft haar dat ingeprent? Ik geloof dat rekruteerders speuren naar zwakke plekken bij jongeren.” Nora heeft zich gewend tot een radicale interpretatie van de islam. Raakt het u in de beleving van de islam? Bent u kwaad op uw geloof? Laakel: “Ik definieerde me nooit volgens mijn religie. Ik beleefde mijn geloof in mijn privésfeer.” “Ik kan niet zeggen dat ik kwaad ben, noch dat ik me meer tot mijn geloof heb gewend. Ik zoek eerder mijn taal op. Mijn ouders waren arbeidsmigranten uit Marokko, en ik spreek weinig Arabisch, maar ik richt me meer op mijn wortels dan vroeger. Het doet me denken aan waar Nora is.” Hebt u schrik dat uw andere kinderen ook zullen radicaliseren? Laakel: “Ik heb uiteraard schrik, maar mijn ogen zijn geopend. Mijn kinderen worden geviseerd door de politie. De politie zegt dat we altijd gelinkt zullen zijn aan terrorisme, door mijn dochter. Als mijn jongste zoon een stommiteit uithaalt, wordt hij veel zwaarder gestraft dan

een ander. Als mijn oudste dochter om geheel eigen redenen een sluier draagt, wordt ze geviseerd. Alstublieft, houd de zaken uiteen!” Hebt u schrik dat Nora ooit terugkomt uit Syrië om zich op te blazen? Laakel: “Neen. Er wordt veel over haar gezegd: dat ze mee strijdt, dat ze een been heeft verloren. Hoe weet men dat zeker? Men wil er een verhaal rond breien, maar ik mis bewijzen.” Een antiterreurmaatregel van premier Charles Michel (MR) is de vrijheidsberoving van Syriëstrijders. Iedereen die terugkeert, vliegt in de cel. Hoe komt dat aan bij ouders? Laakel: “Ik ben het er mee eens dat er een straf volgt voor wie iets heeft misdaan. Maar geef de jongeren de kans om terug te keren. Het is aartsmoeilijk om eruit te stappen, zeker voor meisjes die zich niet vrij kunnen bewegen. Als je de boodschap geeft dat ze niet kunnen terugkeren, zeg je eigenlijk: ‘Sterf maar ginder. We moeten u niet meer.’” “Toen Nora vertrokken is, ben ik hulp gaan vragen bij de politie, bij Buitenlandse Zaken. Ik kreeg telkens de boodschap: ‘We kunnen niets voor u doen. Ze is meerderjarig.’ Ik vond het shockerend om te weten te komen dat mijn dochter al een tijd gevolgd werd door de politiediensten. Ze hadden haar vertrek kunnen vermijden, want ze wisten dat ze naar Syrië zou vertrekken.” U bent, net zoals Dimitri Bontinck, de vader van de teruggekeerde Syriëstrijder Jejoen, tot in Syrië geweest. Laakel: “Ik ben tot aan de grens geraakt. De drang om die over te steken, was onbeschrijfelijk. Ik wilde de lucht inademen die mijn dochter ademde, het landschap zien dat zij zag, de beknotte vrijheid als vrouw aan de lijve ervaren.” “Ik heb slechts vier stappen in Syrië gezet. Soldaten schreeuwden me toe dat ik er weg moest komen, dat het veel te gevaarlijk was. Ik heb een briefje in de wind gegooid, vanuit het idee dat Nora er misschien wel langs zou komen en de boodschap zou lezen. Je doet gekke dingen uit wanhoop.” Kim Verthé



BDW 1503 PAGINA 11 - DONDERDAG 17 DECEMBER 2015

SAMENLEVING > EX-DAKLOZE HUGO VAN SCHUYLENBERGH LEEFT NIET LANGER OP STRAAT

‘JE IDENTITEIT TERUGKRIJGEN, DAT IS SCHRIKKEN’ BRUSSEL – In de lente van dit jaar was hij nog dakloos, en woonde hij op de Anderlechtsepoort. Op een dag in april begon hij na te denken. Nu werkt Hugo Van Schuylenbergh als vrijwilliger en zweert hij de drank af. “Ik was op weg naar het kerkhof.”

‘I

k heb geen tijd verloren, alles maakt deel uit van een proces. Daarom wil ik niet te overhaast te werk gaan. Maar toch sta ik al sinds 18 mei droog. Geen druppel alcohol heb ik sindsdien aangeraakt.” Hugo Van Schuylenbergh, 53 jaar. In maart van dit jaar ‘woonde’ hij nog in het paviljoentje aan de Anderlechtsepoort. Volle baard, vuile muts. Roltabak en halveliter bij de hand. Toch altijd die waardigheid, het laatste restant van de burger die Hugo ooit geweest was. Dat hij Brussels burgemeester Yvan Mayeur (PS) wou spreken, want de politie nam zijn dekens altijd af. En die van zijn kompaan Henri, die in slechte gezondheid verkeerde. Niet dat Hugo gezond was; zijn zenuwen in zijn been stierven af door het overmatige alcoholgebruik. Maar hij was de woordvoerder, de man met een overtuiging. En hij kan niet tegen onrecht. Toen niet, en nu nog altijd niet.

Grootvader

Hugo Van Schuylenbergh, in de lente nog dakloos, werkt nu als vrijwilliger in de winkel van Oxfam op de Anspachlaan. “Als ex-dakloze heb ik de luxe om het taboe rond alcohol te doorbreken.” FOTO: © SASKIA VANDERSTICHELE

“De kerstperiode breng ik voor het eerst sinds lang opnieuw door met mijn moeder”

daar doorgaans positieve antwoorden op.”

Taboe

Groeten aan Yvan Hugo heeft opnieuw zicht op een eigen stek. Binnenkort mag hij naar een doorgangshuis op het platteland, waar hij een jaar begeleid alleen gaat wonen. Ook wil hij werk zoeken. “Dat is niet makkelijk op mijn leeftijd, maar ik wil me verdienstelijk maken.” Hij heeft Oxfam gecontacteerd, waar ze hun belofte zijn nagekomen. Hugo werkt als vrijwilliger in de winkel op de Anspachlaan. Hij mag zich met de etalage bezighouden. En met de juwelensectie. Ideeën genoeg. “Als juwelier weet ik hoeveel winst we hier maken op stenen die door slavenarbeid uit de grond zijn

Etalage Maar ergens, tijdens een voorjaarsnacht, begon Hugo na te denken. Genoeg mensen meenden het goed met hem, en hadden hem al kordaat gezegd dat hij moest stoppen met zuipen. De coördinator van de Oxfam-winkel op de Anspachlaan, bij-

gehaald. Wel, ik wil dat veranderen. Eerlijk juwelen maken moet mogelijk zijn.” Of hij snel vast werk zal hebben, ziet hij wel. “Stap per stap, want ik kom van ver. Maar het zal wel lukken. Ik timmer aan mijn weg.” Alleen kon hij het niet, dat weet hij ook. Daarom wil Hugo graag iedereen bedanken die hem geholpen heeft, vooral de straathoekwerkers van de vzw’s Diogenes en Bravvo. “Schrijf er maar bij dat die mensen helden zijn, helden die niet door hun oversten gesteund worden. En al zeker niet door de burgemeester van Brussel, nochtans een socialist.” “Doe Yvan Mayeur vele groeten van mij. Misschien zal hij me ooit wel eens ontvangen,” sneert Hugo ook nog.

© SASKIA VANDERSTICHELE

Ooit had hij alles, of zo leek het toch. Hij was juwelier in de Boterstraat, in de winkel van zijn ouders. Hij had de liefde van zijn leven, en een sterk karakter. Maar toen ging die liefde dood, en kwam zijn grootste vijand in zicht: de drank. Had hij in zijn jeugd al

problemen mee gehad. En toen stierf ook zijn grootvader, waar hij een erg goede band mee had. Omzwervingen via een ontwenningskliniek leerden hem een andere liefde kennen. Zo een op de rand van de afgrond. Hugo vertrok naar Casablanca. Jaren en veel verdriet verder keerde hij terug naar Brussel. Bijna geruïneerd. En altijd weer die fles, die hem toch wat warmte bezorgde. Even toch. Gaandweg bleef er weinig over van Hugo. Hij moest op straat zien te overleven. Zijn lijf protesteerde, takelde af. Hugo leerde Henri kennen, zijn beste vriend nu. Henri, die op dit moment in de gevangenis zit. Voor een misdrijf uit het verleden. “Zo gaat dat,” zegt Hugo. “Als dakloze ben je vogelvrij, en heb je geen identiteit meer. Je identiteitskaart raak je letterlijk kwijt in een of een of andere braspartij. Als je die identiteit terugkrijgt, dan weten ze je opnieuw te vinden. Dat is schrikken. Want schulden heb je sowieso. Of je hebt, zoals Henri, ooit een jeugdzonde begaan waarvoor je nooit gestraft bent.” Verantwoordelijkheid nemen, dat deed Hugo ook niet meer. Drank en vlucht, en foeteren op alles en iedereen. Soms terecht: de Brusselse instellingen zorgen niet voor daklozen, zegt Hugo. “Het interesseert hen niet, en de mensen op het terrein leveren goed werk maar zijn met te weinig en worden ook door de politieke top niet gesteund.” Uit die woede kocht Hugo toch een partijkaart van de PVDA, want die trekken zich het lot van daklozen wel oprecht aan, zegt hij. Altijd weer trots, bij Hugo. Activist, ook al heb je niets.

voorbeeld, waar Hugo bedelde. Toen de coördinator zijn etalage aan het inrichten was moeide Hugo zich. Hij was tenslotte juwelier geweest, en wist hoe je een etalage moest opleuken. En dat deden ze bij Oxfam niet goed, dus zei Hugo het vlakaf. Oké, hij was wat dronken. Toch werd er naar hem geluisterd. “Als je de fles laat staan, mag je mij contacteren, dan zien we of we je hier kunnen helpen,” zei de coördinator. Hij had al proberen ontwennen, maar het was niet gelukt. In de stad gaat dat niet. Als bij wonder mocht Hugo toch in de ontwenningskliniek van Grimbergen op gesprek. Al in de aanloop naar dat gesprek dronk hij plots minder. Op 18 mei was het dan zover, en mocht hij een kuur volgen. Hugo leerde zichzelf kennen, leerde herkennen wanneer hij de drang kreeg om te vluchten, en waarop dat gebaseerd was. Zijn zoektocht naar warmte in het leven. Zijn nadenkende karakter. Zijn rechtvaardigheidsgevoel dat steeds geconfronteerd wordt met de realiteit, geen ontkomen aan. En hij leerde hoe je dan van de fles kan blijven. “Dat is goesting, dat gaat in golven, en dat gaat over. Gewoon doorbijten.” Hugo kreeg ook zijn identiteit terug, en, als gevolg daarvan, ook zijn schulden. Verantwoordelijkheden werden echter niet meer ontvlucht. “Als er nu een factuur op mijn naam toekomt, stuur ik een beleefde brief terug waarin ik mijn situatie uitleg en vraag of ik gaandeweg mijn schulden mag terugbetalen. Ik krijg

Hugo Van Schuylenbergh, in onze krant van 13 maart 2015.

Het allerbelangrijkste is echter dat Hugo opnieuw contact heeft met zijn moeder, en met zijn jongste broer. “De kerstperiode breng ik met mijn moeder door. We hebben veel te vertellen. Dat zal ook goed zijn om me van de fles te houden, want de eindejaarsperiode is moeilijk.” Zijn verhaal moet ook dienen om iets terug te doen. Om daklozen opnieuw in zichzelf te doen geloven, zegt Hugo. Daarom wil hij lezingen geven. Hij is tenslotte een ervaringsdeskundige. “Naar een hulpverlener luisteren is één zaak, het verhaal van een exdakloze aanhoren een andere. Mensen op straat moeten beseffen dat de stap mogelijk is. Want zeg nu zelf: hoe ik vroeger was, dat is toch geen leven. Ik was in sneltreinvaart op weg naar het kerkhof.” Zijn been is echter als bij wonder genezen. Hij kan opnieuw stappen. Soms ziet hij zijn vrienden van op straat nog, als hij op de middag of na zijn werk in Brussel rondkuiert. Hij gaat nog altijd met hen iets drinken. Muntthee. “En zij drinken dat dan ook. Ze respecteren me in mijn keuze.” “Weet je, als ex-dakloze heb ik de luxe om het taboe rond alcohol te doorbreken. Een zakenman zegt niet dat hij drinkt, dat heeft maatschappelijke gevolgen. Ik ben eigenlijk vrijer geweest.” Christophe Degreef



BDW 1503 PAGINA 13 - DONDERDAG 17 DECEMBER 2015

MEDIA > VOLGENS HILDE SABBE MOET EEN GOEDE JOURNALIST EEN BAKEN ZIJN

‘JE KOMT MEER BESLAGEN UIT EEN ONTSLAG’ UKKEL – Een leven lang als redacteur van een krant. En plots, boem patat, de deur gewezen. Het trof Hilde Sabbe, die het van zich af schreef in ‘Lessen uit een ontslag’. Herkenbaar voor zovelen en ongegeneerde werkelijkheid in de afslankende mediasector. En wat als Sabbe volgend jaar hoofdredacteur zou worden? Voor één uur lieten we de Dolly Parton van de Vlaamse columnisten in een glazen bol kijken.

‘I

k kan het niet laten om ’s ochtends eerst de krant te lezen, The Bulletin en het buitenlandnieuws in de Vlaamse pers. Op het web ga ik amper. Ik ben geschoeid op oude leest en houd vast aan print. Herkenbaar voor 53-jarigen, zeker?” Hilde Sabbe aan haar keukentafel, vol kranten van voorbije dagen. Onder de open trap, een vlag met Che Guevara. “Van mijn zoon Mats,” lacht ze. ”Ik had er vroeger ook een. Zijn hart klopt op de goede plaats, al ben ik nog linkser dan hij.”

Wat doet een lange carrière in de media met een vrouw? Hilde Sabbe: “Dertig jaar terug stond ik alleen als vrouw in de mannenwereld van de pers. Ik stond vijf jaar als germaniste (UGent) in de klas, maar kapte ermee. Zonder journalistieke ervaring – opleidingen bestonden nog niet – startte ik bij de gewestelijke editie KortrijkWaregem-Menen van Het Nieuwsblad. Mijn eerste baas heeft het drie maanden vertikt om mij een opdracht te geven. Al zat ik elke week in de redactievergadering. Tot hij op een historische vergadering zei: ‘Ik heb iets voor u. Op het stationsplein zitten trekvogeltjes, die hier nog nooit gesignaleerd zijn. Misschien kan jij dat uitzoeken?’ Kort nadien is hij overleden.” “Bij zijn opvolger mocht ik wel meedraaien. Toen startte The long and Winding Road richting Brussel, waar ik in 1995 voor de cultuurredactie begon in Groot-Bijgaarden. Toen al vroeg Het Nieuwsblad zich

Hilde Sabbe, nabij haar woonplaats in Ukkel: “De pers kan een hand reiken door te stellen: weet dat er nog mensen zijn die een zootje maken van hun leven of die zich zorgen maken om hun kind.” FOTO: © SASKIA VANDERSTICHELE

de ene week af ‘moeten we een populaire krant zijn?’ en de andere week ‘of liever highbrow?’” Wat dreef u om de journalistiek trouw te blijven? Sabbe: “De vijf jaar bij De Morgen (1997-2002) zijn nog altijd de beste van mijn leven. We haalden toen een oplage tot 70.000 exemplaren. Nooit meer heb ik zo een concentratie van talent en enthousiasme gezien. Allemaal mensen met een ongelooflijke metier. Koppen als Ruud Goossens en Filip Rogiers (nu bij De Standaard, red.) tot Walter Pauli (nu bij Knack, red.) maakten er deel uit van de gezamenlijke gedrevenheid om iedere dag ‘de beste krant’ te maken. De teamspirit maakte dat niemand er naar een uur keek. Na het afsluituur van de krant ging dat nog even door op café bij de Turk.” “De grote tragedie in de Belgische pers was de ontmanteling van De Morgen, toen ik er al weg was. De ziel van die krant werd eruit gesneden. Erger dan ontslagen worden, is dat mensen zelf opstappen, en dat gebeurde toen veel. Het hele DNA van een krant is toen vertrokken. Mensen liepen tegen de kar van Christian Van Thillo (CEO van De Persgroep, red.). Alles moest gestroomlijnd worden en ‘de vleugeltjes afgeknipt’. Het resultaat ligt daar. De Morgen is een gladdere krant geworden, veel minder kritisch. Gelukkig is ze digitaal wel present.“ U werd van de ene dag op de andere op straat gezet. De BMW-leasing kwijt en al de rest wat HLN u gunde. Sabbe: “Drie maanden ben ik enorm boos geweest op Het Laatste Nieuws waar ik zo lang gewerkt heb (20022014, ook voor Flair, Libelle en Nina, red.). Ik zag niets aankomen en als enige reden van het ontslag kreeg ik ‘herschikking van de redactie’ te horen. Pas achteraf hoorde ik dat mijn betrokkenheid bij Movement X (burgerrechtenbeweging tegen uitsluiting, discriminatie en racisme,

red.) in slechte aarde was gevallen. Het Laatste Nieuws was al lang geen typisch liberale krant meer. Er was ruimte voor afwijkende ideeën. Een standpunt in mijn column, zoals het verdedigen van de vakbond, werd gerust gedoogd. Ook al lag het niet in de redactionele lijn.” “Plots wou een nieuwe hoofdredactie alle neuzen in dezelfde richting. Afwijkende standpunten in één medium werden plots verwarrend voor de lezer. In die zin waren een paar columns al ei zo na niet verschenen. Mijn vrijheid als columnist werd ingeperkt, maar naïef als ik was, dacht ik niet aan ontslag. Mijn oud-collega van De Morgen Gert Van Langendonck zei me: ‘In het buitenland zou het groot nieuws zijn dat een kritische en onafhankelijke columnist buitenvliegt omdat ze niet meer in de pas loopt.’” Wat doet een ‘onverdiend’ ontslag emotioneel met de meest gelezen columniste? Sabbe: “Het mocht niet baten dat mijn column in Nina populair was, in de krantencolumn werden die uitspraken liever niet geduld. Ik ben heel actief op Facebook (5.000 volgers, red.) en neem er sterke standpunten in. Iemand bij Het Laatste Nieuws hield er zich mee bezig om dagelijks een update van mijn Facebook-status te printen en op het bureau van mijn baas te leggen. ‘En dat schrijft dan voor Het Laatste Nieuws…’ klonk het dan. Ik denk niet dat het om zelfoverschatting ging, maar als de lezer met jouw column begint in een blad, dan ben je toch geen stoorzender.” “Er zijn mensen die bij hun ontslag denken: ‘Eindelijk tijd om te doen wat ik altijd al wou, een B&B of zo.’ Maar ik deed gewoon wat ik graag deed. Het is vreemd dat de emotionele impact veel groter is dan de economische wetmatigheid waaraan velen dit toeschrijven. Het is het rare gevoel dat je niet meer van tel bent. En vooral dat je de keuze over werken en niet werken niet zelf hebt gemaakt. Het overkomt je als een

“Wat op papier gedrukt staat, is voer voor reflectie en analyse. Als hoofdredacteur van een krant zou ik die troeven veel harder uitspelen”

soort natuurramp. Het haalt je zelfzekerheid onderuit.” “Na mijn ontslag heb ik mijn tanden gezet in het verhaal van Benjamin Feys, die in Bolivië vrijgekomen was voor cokesmokkel en mij daarover aansprak (Meer dan coke, Uitgeverij Van Halewyck, red.). Nadien volgde mijn getuigenisboek van mensen die ontslagen waren, en die daar met enige reflectie op konden terugkijken (Lessen uit een ontslag, Van Halewyck, red.). Ik kwam op tips voor wie ontslagen wordt. Of hoe je best reageert om ontslagen mensen een hart onder de riem te steken. Een sms’je, mail, koffietje… Alles helpt.” Ook Brussel Deze Week ligt op uw salontafel. Wat zou u met onze krant aanvangen? Sabbe: “In mijn laatste jaren bij Het Laatste Nieuws hoorde ik voortdurend dat print voorbijgestreefd is en dat alles rond digitaal draait. Ik kijk uiteraard ook naar de website van De Standaard en The Guardian en ben actief op Twitter. Maar het liefst lees ik een papieren krant. Wat op papier gedrukt staat, is voer voor reflectie en analyse. Als ik hoofdredacteur van een krant was, zou ik die troeven veel harder uitspelen.” “De focus op nieuws voor een geschreven krant is een verloren gevecht. Alles staat meteen online. Dus moet papier het hebben van analyse, duiding en columns. Je moet als krant ankerpunten hebben met de lezer. Je zoekt als lezer

naar namen, zoals Yves Desmet van De Morgen. Mensen willen iets van mensen lezen die ze al jaren kennen en vertrouwen. Er wordt zoveel op het internet gegooid, dat je voelt dat de controle zoek is. Ik lees liever iets van iemand die vanuit een jarenlange bagage schrijft. Enig perspectief geeft meer houvast in deze tijden.” Kan je als journalist nog veel bijdragen aan de maatschappij? De lezer lijkt zijn geloof in media te verliezen. Sabbe: “Een goed journalist moet een baken zijn. Hij moet geen opiniemaker zijn, maar wel iemand die vertrouwen geeft. In de zin dat je erop kan rekenen dat alle feiten gecheckt werden en er geen onnauwkeurigheden in het stuk staan. Journalistiek gaat om vertrouwen dat gedeeld wordt. En als columnist – maar dat is iets anders, en dat geldt voor mij – is herkenning met anderen belangrijk. Ik heb het nooit verzwegen dat ik me veel zorgen maakte over mijn zoon, over mijn echtscheiding, over een nieuwe liefde. Als ik daarover schreef kreeg ik heel veel reacties van lezers: ‘Ik vind het mooi dat je dit schreef, want ik heb ook zo een gevoel en durf er met niemand over te spreken.’ Ik denk dat mensen zich door dit soort columns minder alleen voelen. Mensen denken te vaak: ‘Ik zal wel de enige zijn met…’” “Als ik schreef dat Mats een slecht rapport had, reageerden velen met: ‘Ik ben zo blij dat jij dat durft schrijven en ik voel me daardoor niet meer zo alleen.’ Facebook botst met de realiteit. Het is alsmaar delen van vrolijkheid en foto’s waarop iets te vieren en te lachen valt. En dat terwijl er zoveel momenten in het leven zijn waarop het niet goed gaat. Daardoor beginnen mensen zelfs te denken dat ze de enige zijn met wie het niet loopt zoals op Facebook. De pers kan een hand reiken door te zeggen: weet dat er nog mensen zijn die een zootje maken van hun leven of die zich zorgen maken om hun kind. Vandaar dat het belangrijk is dat mediamensen en BV’s getuigen over borstkanker, coming-out, depressie of wat dan ook. Vandaar ook mijn boek. Ik kwam meer beslagen uit die ervaring.” Jean-Marie Binst



BDW 1503 PAGINA 15 - DONDERDAG 17 DECEMBER 2015

LITERATUUR > ILKE FROYEN IS SINDS MEI DE NIEUWE ALGEMEEN DIRECTEUR VAN PASSA PORTA

‘WIJ BIEDEN EEN CONTINU PODIUM AAN NUANCE’ BRUSSEL – In mei werd Ilke Froyen aangesteld als nieuwe algemeen directeur van het internationale literatuurhuis Passa Porta. Ondertussen heeft ze zich voldoende warmgelopen om haar licht te laten schijnen op de toekomst van haar organisatie en de literatuur tout court. “Ik geloof niet in het elitaire van literatuur, wel in de kwaliteit ervan.”

G

een kamer van het literatuurhuis in de Dansaertstraat is Ilke Froyen (44) onbekend. Meer dan tien jaar geleden stond ze mee aan de wieg van Passa Porta, daarvoor werkte ze bij voorloper Het beschrijf. “Ik heb altijd de programmatie verzorgd, soms in combinatie met de communicatie, residentiewerking en het project Brussels in Shorts.” Na het vertrek van Sigrid Bousset in september 2014 werd Froyen directeur ad interim. Om algemeen directeur te worden, moest ze wel deelnemen aan de open selectieprocedure. Daarna werd ze het ook definitief. Het voltallige personeel van Passa Porta sprak zich ook uit voor Froyens kandidatuur. “De steun van de collega’s was een hart onder de riem.” Wat was uw literaire hoogtepunt van 2015? Ilke Froyen: “Alles wat we doen bij Passa Porta komt samen in ons tweejaarlijkse festival, dat eind maart plaatsvond. Dat is het moment waarop schrijvers van over de hele wereld hun boeken en ideeën meenemen naar Brussel. Het resultaat is een enorme rijkdom in één culminatiepunt: een lang, literair weekend.” Van welke schrijvers die over de vloer kwamen was u het meest onder de indruk?

Ilke Froyen, op het balkon van internationaal literatuurhuis Passa Porta in de Dansaertstraat: “Het DNA van Passa Porta is het DNA van Brussel. De vanzelfsprekendheid waarmee wij met meertaligheid omgaan, is een enorme troef.” FOTO: © SASKIA VANDERSTICHELE

Froyen: “Wat heel sterk bijblijft, zijn de momenten waarop je als lezer op intellectueel en persoonlijk vlak geraakt wordt. Dat was voor mij het geval bij Michel Faber. Zijn The Book of Strange New Things is een sciencefictionverhaal waarbij een man vanop andere planeet via een gesofisticeerd mailsysteem communiceert met zijn vrouw op aarde. Faber droeg het boek op aan zijn vrouw die op dat moment zwaar ziek was en even later aan kanker overleed. Dat leverde een heel fragiel en krachtig gesprek op.” “Daarnaast vond ik onze avonden over het essay erg geslaagd. Die gaven veel voeding aan onze lezers. En onlangs ging de Turkse schrijver Ece Temelkuran hier in gesprek met journaliste Annelies Beck, over schrijverschap en journalistiek en alles wat er aan de hand is in Turkije. Heel verrijkend.” Jullie toekomstplan voor het Vlaams Fonds der Letteren moet in april worden ingediend. Hoever staan jullie daarmee? Froyen: “De voorbije maanden hebben we veel nagedacht en gediscussieerd met de collega’s, de volgende maanden wordt het plan geschreven.” “Het plan bouwt uiteraard verder op wat we doen. Het tweejaarlijkse festival blijft een van onze speerpunten. We doen daarnaast veel podiumactiviteiten in Passa Porta zelf of op enkele andere plekken in Brussel en België. We hebben een boeiende residentiewerking waarbij we buitenlandse auteurs uitnodigen om in Brussel te komen werken of waarbij we Belgische auteurs uitsturen naar een plek in het buitenland. Belgische schrijvers kunnen ook één of twee weken bij ons terecht om aan een boek te werken.” “Met het project ‘Brussel Vluchtstad’ zetten we samen met de Stad Brussel en vier universiteiten Brussel op de kaart als een van de vijftig vluchtsteden ter wereld. Vervolgde

schrijvers kunnen hier rustig aan een schrijfproject werken.” “We willen tot slot literatuur ook zelf promoten. Met ons vertalers- en dichterscollectief zetten we daarom in op creatie.” Welke nieuwe accenten wil u als directeur leggen? Froyen: “We willen onze werking versterken, verbeteren en diverser maken. Literatuur geeft een stem aan mensen en personages en brengt verhalen in al dan niet uitdagende vorm. Dat onmetelijke aanbod willen we nog meer benutten, zodat de hele wereld een plek vindt op ons podium.” “We willen sterk inzetten op de freedom of speech: de diversiteit aan meningen en de kansen die mensen hebben om hun mening te uiten. Hoe zit dat bij ons? Laten we onze mening niet sturen in een bepaalde richting? Dat maakt deel uit van een diepere reflectie. Ook vervolgde schrijvers moeten een nog prominentere plaats krijgen op ons podium.” Dan kunt u vast iets doen met de vluchtelingencrisis? Froyen: “Volgens cijfers van de VUB zijn 23 procent van de vluchtelingen academisch geschoold. Die mensen moeten terechtkunnen in Passa Porta.” “We bekijken momenteel samen met het burgerplatform of we een bibliotheek voor vluchtelingen kunnen opzetten. Je hebt geen paspoort nodig om het over literatuur te hebben. Maar ik besef dat ons literatuurhuis een te hoge drempel kan zijn voor een vluchteling. Daarom bekijken we of we hen iets kunnen aanbieden op verplaatsing.” Hoe belangrijk is Brussel voor Passa Porta? Froyen: “Het DNA van Passa Porta is het DNA van Brussel. De vanzelfsprekendheid waarmee wij met meertaligheid omgaan, is een enorme troef. Auteurs die bij ons voorlezen uit eigen werk, vinden het altijd bijzonder dat de vertalingen simultaan worden geprojecteerd en dat ze achteraf vragen krijgen in verschillende talen. Zoiets kan enkel in een Brusselse context.” Vormt die meertaligheid geen extra drempel?

“Wat literatuur doet is veel minder een mening poneren dan een perspectief bieden. Dat vind ik een belangrijk verschil”

Froyen: “Literatuur kampt sowieso met een moeilijk imago. Daar moeten we in onze communicatie nog beter op inspelen. Maar ik denk niet dat er iets mis is met onze programmatie.” “Ik geloof niet in het elitaire van literatuur, wel in het kwalitatieve ervan. Voor ons festival hebben we samen met De Dagen een leesclubformule opgezet voor mensen die geen overtuigde lezers zijn. We lazen onder andere teksten van Peter Verhelst, die toch niet bekendstaat om zijn toegankelijkheid. Door de teksten samen te lezen en er samen bij stil te staan, spraken ze toch veel mensen aan.” “Literatuur gaat voor een deel ook over inzicht verwerven, zingeving en zicht krijgen op de wereld. De relevantie van literatuur zal altijd groot blijven, maar er ligt een uitdaging bij schrijvers, organisatoren en uitgevers om een vorm te vinden die aansluiting vindt bij jongeren, die vandaag aan veel impulsen blootstaan.” Moeten jullie inspelen op de actualiteit? Als Brussel wordt stilgelegd door de terreurdreiging, moet Passa Porta daar dan een avond over organiseren? Froyen: “Wij springen niet op ieder onderwerp dat in de media aan bod komt. Wij werken meer aan de diepere laag dan aan de oppervlaktelaag. We willen een continu podium geven aan nuance.” “Wat literatuur doet is veel minder een mening poneren dan een perspectief bieden. Dat vind ik een belangrijk verschil. Scherpe meningen werken in de media, maar literatuur

gaat over nuance. Schrijvers hebben een onafhankelijke plek in de samenleving. Die eisen ze ook op om lang aan iets te werken, om echt een genuanceerd beeld van iets te schetsen: een historische situatie, een toekomstbeeld of iets heel anders.” U woont zelf in Sint-JansMolenbeek, in Oud-Molenbeek nog wel. Daar werden weinig genuanceerde meningen over verkondigd de laatste tijd. Froyen: “Het voordeel van er te leven is dat je heel sterk de nuance ziet. Voor mij is dit meer een probleem van armoede en kansen dan van extremisme. Hans Vandecandelaere heeft daar met In Molenbeek een fantastisch boek over geschreven.” “De Vier Windenschool, waar mijn zoon schoolloopt, is een mooie sleutel tot de wijk. Je komt er de hele wereld tegen. Met de andere ouders deel je de bezorgdheid om je kinderen. We willen allemaal dat onze kinderen opgroeien tot goede mensen, los van hun afkomst.” “Toen de school opnieuw openging, hebben de kinderen allemaal samen naar Karrewiet (het jeugdjournaal op Ketnet, red.) gekeken. Wat bleek? Mijn zoon was meer bezorgd om het overlijden van een zeldzame witte neushoorn dan om de terreurdreiging.” Een eindejaarsinterview over literatuur is niet geslaagd zonder enkele boekentips. Froyen: “In Er zijn geen paarden in Brussel werden de verhalen van jonge vluchtelingen opgetekend door diverse auteurs. Het is een klein boekje, maar ik vind het ontzettend relevant.” “De Angelsaksische literatuur is mijn eerste liefde. Ik heb net Number 11 van Jonathan Coe uit, een heel interessante auteur die ook al bij ons te gast was. In het boek kijkt hij met een scherpe blik maar vanuit een literaire benadering naar veel onderdelen van de hedendaagse Britse maatschappij.” “De Russische Ludmilla Petrushevskaya schrijft dan weer literatuur vanuit een heel andere traditie. Haar verhalenbundel There once lived a woman who tried to kill her neighbour’s baby is gruwelijk sprookjesachtig.” Ken Lambeets



BDW 1503 PAGINA 17 - DONDERDAG 17 DECEMBER 2015

THEATER > JAN GOOSSENS WENST ZICHZELF VROUWELIJK 2016 TOE

‘KVS IS TE VEEL EEN MANNENPROJECT GEWEEST’ BRUSSEL – Jan Goossens ruilt in juni de KVS in Brussel in voor het Festival de Marseille. Als we hem spreken bevindt hij zich letterlijk halverwege, in het geplaagde Parijs. Maar ook figuurlijk zit hij nu halfweg in een druk en turbulent overgangsseizoen.

H

et zijn spannende tijden voor Goossens. De afscheidnemende artistiek directeur van KVS is momenteel in Parijs met de ploeg van Coup Fatal – de Belgisch-Congolese KVS-productie waarvoor de werkingsmiddelen jaren geleden bij elkaar geschraapt moesten worden, maar die KVS nu als internationaal succes extra financiële ademruimte verschaft. Wel moest een van de Congolese muzikanten zopas halsoverkop terug naar Kinshasa, waar zijn vrouw en kind overleden tijdens een zware storm die hun huis vernielde. Ook moest tijdens de recente Brusselse herneming van Coup Fatal een voorstelling worden afgelast door de terreurdreiging. Kort na de aanslagen in Parijs was er dan ook nog de aanslag in Bamako, de stad waar Goossens’ Malinese echtgenote op dat moment verbleef met hun nu negen maanden oude dochter. Maar bij de pakken blijven zitten is geen optie voor Goossens, die halverwege 2016 definitief de TGV neemt om het Festival de Marseille te gaan leiden. In welke zin was 2015 voor u een jaar van verandering? Jan Goossens: “Het was een overgangsjaar. Enerzijds ben ik nog veel in Brussel omdat ik eraan houd de rit helemaal uit te doen. We hebben hard gewerkt aan het programma

Jan Goossens: “Veel voorstellingen die ik de afgelopen jaren de moeite waard vond waren het werk van vrouwen. In Marseille hoop ik daar meer gevolg aan te kunnen geven, want dat was in Brussel toch een deficit: KVS is te veel een mannenproject geweest.” FOTO: © SASKIA VANDERSTICHELE

van dit seizoen waarin veel jonge makers zitten. Tegelijk zijn de tekenen van verandering al zichtbaar, want ook Michaël De Cock loopt al geregeld binnen om zijn komst voor te bereiden, terwijl ik ook al bezig ben met mijn eerste festival in Marseille, dat een tiental dagen na mijn officiële afscheid van KVS plaatsheeft. Die timing heb je niet in de hand, maar liever dat dan niets om handen te hebben.” U heeft in KVS een aantal trajecten uitgezet die niet per se afgelopen zijn. De toenadering tot die jonge makers is er daar één van. Toch is uw opvolger niet uit de huidige werking van KVS gekomen. Goossens: “Ik ben daar niet meer op die manier mee bezig. Ik ben niet betrokken geweest bij mijn opvolging. De keuze is gemaakt door de Raad van Bestuur en het is ook legitiem dat die zo’n dossier naar zich toehaalt en beslist daar niet over te dialogeren met een afscheidnemende directie. Ik heb ook geen enkel slecht gevoel bij Michaël De Cock. Ik ben heel nieuwsgierig naar wat hij gaat doen en ik ga daar zeker niet als een oude knorpot of schoonmoeder commentaar op zitten geven.” “Ik denk wel dat de Brusselse culturele wereld zijn voordeel kan doen met deze talentvolle generatie. Ons KVS-traject zou er zelfs anders hebben uitgezien mocht die uitzonderlijke generatie tien jaar geleden al zijn opgestaan. Maar Brussel is meer dan de KVS alleen, en ik geloof voldoende in de koppigheid en energie van jonge gasten als Thomas Bellinck, Jozef Wouters of Gökhan Girginol om er gerust in te zijn dat zij hun plaats zullen vinden.” Uw periode bij KVS begon in de Bottelarij in de Delaunoystraat die een paar weken geleden nog het decor was van huiszoekingen in het kader van de

terreurdreiging. Zou u de KVS naar daar verplaatsen mocht dat kunnen, om cultuur in Brussel ook eens wat te decentraliseren? Goossens: “Moet cultuur in Brussel decentraliseren? Zeker en vast. Kan de KVS daar een grotere rol in spelen? Waarschijnlijk wel. We hebben het ook af en toe gedaan, maar dat vraagt natuurlijk een grote inspanning. Nu er over Molenbeek weer de meest onwaarschijnlijke clichés de ronde doen zou ik er best wel weer een satelliet willen vestigen mocht ik hier nog langer blijven. Maar ik zou er de centrale positie van de schouwburg niet voor willen inruilen. Om te kunnen decentraliseren moet je ook in een centrum zitten.” Hoe zal het Festival de Marseille er wat dat betreft uitzien? Goossens: “Het heeft geen eigen infrastructuur en geen grote vaste ploeg. Daar wilde ik ook graag even van weg om wat mobieler te kunnen zijn. Maar ook in Marseille speelt een gelijkaardige discussie. Er is een grote fysieke en mentale afstand tussen de grote culturele infrastructuren in het centrum, die nodig zijn voor de grote voorstellingen die ik wil maken, en de Quartier Nord en de andere buitenwijken waar ik ook naartoe wil trekken. Het Festival de Marseille moet een speler zijn in het circuit van Europese festivals dat de fascinerende internationale makers van deze tijd toont, maar dat mag niet losstaan van de lokale realiteit. Ik hoop dat het festival op korte termijn de mensen ook bouwstenen kan bieden om de stad beter te leren kennen. Culturele projecten kunnen de komende jaren erg belangrijk zijn in de strijd tegen segregatie in steden. Er heerst bij veel mensen een groot analfabetisme als het erom gaat de eigen stad op een fatsoenlijke manier te kunnen lezen.” Wat zijn de opvallende gelijkenissen en verschillen tussen Brussel en Marseille? Goossens: “Marseille is ook een heel gemengde stad, maar de métissage is er echt tot in het centrum

“Culturele projecten zijn belangrijk in de strijd tegen segregatie in steden”

doorgedrongen. Het is een stad die verbonden is met heel veel regio’s in de wereld waar vandaag heel veel over wordt gepraat. Zowel door middel van de bevolking als door middel van de boten die je elke dag richting Algiers of Tunis ziet vertrekken. De band met Noord-Afrika en het Midden-Oosten dringt zich in alle heftigheid aan je op.” “Ik denk dat de stad ook armer is dan Brussel, en ze ligt duidelijk op een andere plek in Europa. Als je alleen aan Europa denkt, voel je dat je meer in de marge zit. Maar als je de horizon verruimt naar Afrika en het Midden-Oosten dan zit je opnieuw in een centrum dat mij vandaag meer interesseert dan het pure machtscentrum dat Brussel is.” Uw banden met Afrika waren wellicht een troef bij uw kandidaatstelling in Marseille. Hoe staat het met uw geloof in de emancipatorische kracht van kunst en cultuur op het zwarte continent? Goossens: “Ik zie hoopvolle maar ook ontmoedigende ontwikkelingen. Ik geloof rotsvast in de rol die artiesten en culturele projecten kunnen spelen in de ontwikkeling van een stad en bij het bouwen van bruggen. Daar zijn ook vandaag straffe voorbeelden van te geven. Ik was begin november mede-curator van het festival Dream City in de oude medina van Tunis - een stad die recent hard getroffen is door terroristische aanslagen en ander onheil. Wat zo’n festival daar op gang kan brengen bij de mensen is uniek en geeft mij energie.” “Op een gelijkaardige manier heeft KVS met Connexion Kin ook stappen gezet in een bepaald deel van Kin-

shasa. Alleen is Kinshasa een grotere stad dan Tunis, met veel grotere problemen. De uitdaging daar is om onze werking ook een leven te geven na, en los van de KVS.” Toen de Congolese muzikant Tout Puissant Kimvuka zijn bezoek aan België deze zomer aangreep om te vluchten, toonde u begrip voor zijn ingrijpende keuze, maar wees u ook op het gevaar van de brain drain uit Afrika, die overigens ook in het debat over de huidige vluchtelingenstroom onderbelicht blijft. Goossens: “Dat is iets waar ik heel veel over nadenk. De culturele investeringen die je in Afrika doet, mogen niet alleen investeringen zijn in individuen, maar moeten ook bijdragen aan een energie en zelfs een economie die de individuele trajecten overstijgt, en artiesten een reden geeft en in staat stelt om ter plekke te blijven en lokaal dingen te ontwikkelen. In een zwakke staat als Congo merk je dat dat heel moeilijk is. Ik veroordeel de artiesten niet die uiteindelijk toch voor migratie of de diaspora kiezen, want ik weet hoe hard het leven in Kinshasa kan zijn. Maar als er op tijd en stond niet voldoende mensen terugkeren, wordt het een moeilijk verhaal.” Welke ontmoetingen of artistieke projecten hebben u dit jaar persoonlijk beïnvloed? Goossens: “De belangrijkste ontmoeting was natuurlijk die met mijn dochter die nu al een zeer intrigerende persoonlijkheid aan het worden is. Zo’n nieuwsgierige en vitale vertegenwoordiger van de nieuwe generatie in je leven hebben doet ongelooflijk veel deugd.” “Op cultureel vlak waren veel voorstellingen die ik de afgelopen jaren de moeite waard vond het werk van vrouwen: Bouchra Ouizguen, Marlene Monteiro Freitas, Meg Stuart, Eszter Salamon… In Marseille hoop ik daar meer gevolg aan te kunnen geven, want dat was in Brussel toch een deficit: KVS is te veel een mannenproject geweest. Nog een fantastische culturele ontmoeting met een vrouw was trouwens die met (Nobelprijs Literatuur, red.) Toni Morrison bij een voorstelling van Peter Sellars in New York in maart. De bende twintigjarige streetdancers uit Brooklyn met wie Sellars had gewerkt, omringde haar in haar rolstoel als een intellectuele rockster van tachtig.” En gelooft de vader van de kleine dochter dat de goede krachten op aarde het zullen winnen van de kwade? Goossens: “Rationele argumenten heb ik daar niet voor, maar het is een act of faith en een morele plicht. Ik vind het leven nog altijd fantastisch om te leven en de wereld een ongelooflijk fascinerende en hoopvolle plek. Ik sta nog iedere morgen op met veel goesting om dingen in beweging te zetten. Een andere houding is voor mij geen optie.” Michaël Bellon


ADVERTENTIE

De MIVB wenst je kleurrijke feesten

ONTDEK DE LEUKSTE BESTEMMINGEN OP

FEESTEN.MIVB.BE


ADVERTENTIE

vanaf € 139.500

APPARTEMENTEN TE KOOP PERFECTE WERK-PRIVÉBALANS INBEGREPEN

PLAZA, HET BESTE VAN ERASMUS GARDENS: Klaar voor een nieuwe kijk op werken en leven? Dan zijn de topappartementen van Plaza in het hart van de nieuwe woonwijk Erasmus Gardens iets voor jou: ¢ ¢ ¢ ¢

topappartementen met centrale ligging in de woonwijk zicht op het levendige binnenplein of de gezellige binnentuin warme, sfeervolle architectuur waarin je graag thuiskomt 1-slaapkamerapp. vanaf € 139.500 en 2-slaapkamerapp. vanaf € 199.500

MEER INFO: BEL 02 / 661 18 50 OF KIJK OP WWW.ERASMUSGARDENS.BE ADVERTENTIE

WOON IN EEN ICONISCH PROJECT EN WORD BEDIEND OP UW WENKEN

CHAMBON. EEN LUXERESIDENTIE OP EEN HISTORISCHE SITE IN HARTJE BRUSSEL De majestueuze hoofdzetel van de voormalige ASLK, gelegen tussen het Muntplein en het Martelarenplein, wordt in al zijn glorie hersteld dankzij een prestigieuze reconversie tot luxe-residentie. Dit unieke project, de Chambon, combineert historische grandeur met hypermodern comfort. Met als absolute primeur een exclusief pakket aan diensten: de Residential Services.

• EEN VASTE WAARDE OP EEN UNIEKE LOCATIE • Uniek historisch erfgoed: een duurzame investering • Prime location in het hart van de Europese hoofdstad • Met exclusief dienstenpakket • Een “once in a lifetime opportunity”

AL ENTI S D I S RE ICE

S E R VLU DEktisD ch e I NanbCod voannlijkperadiensten A erso en p AAR J 2 S NU

TI A R G

www.thechambon.be

Vastgoedprojecten op toplocaties 02/201 00 01


BDW 1503 PAGINA 20 - DONDERDAG 17 DECEMBER 2015

BDWOPINIE SAMENLEVING > LIESBET DHAENE (N-VA) OVER DE NOOD AAN INBURGERING

INBURGERING IN BRUSSEL, HET BROKKENPARCOURS BRUSSEL – Brussels parlementslid Liesbet Dhaene (N-VA) betreurt dat het Brussels inburgeringsbeleid nog een lange weg af te leggen heeft. “Dat ministerpresident Vervoort het belang van inburgering minimaliseert, is niet te wijten aan wereldvreemdheid, maar puur aan politiek zelfbehoud,” schrijft Dhaene.

‘N

bieden. En noch Brussel, noch de Cocof waren gehaast. Pas in 2014, één jaar na Wallonië, nam Brussel zich voor om een traject, gebaseerd op het Waalse traject, te verplich-

ten. Maar het ging bijzonder traag: toen ik in juni 2015 naar de stand van zaken informeerde, antwoordde Pascal Smet dat “de Cocof nog wat knopen moest doorhakken.” © BART DEWAELE

ood aan inburgering? Die zou de radicalisering niet hebben tegengehouden!” Die uitspraak van Brussels minister-president Rudi Vervoort werd door Tine Peeters, journaliste van De Morgen, bestempeld als “een mening die, zeker in Vlaamse oren, bepaald afwijkend klonk.”

Laisser faire Terecht! In het licht van de huidige asielcrisis lijkt het minimaliseren van het belang van inburgering niet alleen afwijkend, maar zelfs wereldvreemd. Het Brussels inburgeringsbeleid heeft echter nog een lange weg af te leggen… Vlaanderen en Franstalig België hebben een volledig tegengestelde visie op inburgering. In Vlaanderen zijn nieuwkomers al tien jaar verplicht om een inburgeringstraject te volgen. Naast taalkennis wordt er ook ingezet op het respecteren van de westerse waarden en normen, zoals de gelijkheid tussen man en vrouw, de scheiding tussen kerk en staat en de vrijheid van meningsuiting. Wallonië daarentegen investeerde weinig in inburgering en koos voor een ‘laisser faire’-beleid. Pas in 2013, tien jaar na Vlaanderen, werden er stappen gezet in de richting van een verplicht onthaaltraject. Nieuwkomers werden enkel doorverwezen naar taalopleidingen of het volgen van een opleiding over burgerschap indien uit dit onthaal bleek dat “het nodig was.”

Politiek zelfbehoud

Waals dictaat Vlaanderen richtte al in 2004 het Brussels Onthaalbureau (BON) op, dat het Vlaams inburgeringstraject aanbood in Brussel, weliswaar op vrijwillige basis. BON was meer dan tien jaar lang de enige speler in Brussel. Inburgering in Brussel is een immers een complex verhaal. Enkel de Brusselse Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie kan inburgering verplicht maken. Vlaanderen en de Franstalige Gemeenschapscommissie (Cocof ) richten de onthaalbureaus op om de inburgeringstrajecten aan te

“Het Brussels inburgeringsbeleid moet nog in wetteksten gegoten worden en voorgelegd worden aan het parlement”

uit Vlaanderen worden genegeerd. Waarom zijn Brussel en de Cocof nog altijd zo terughoudend? De reden ligt vooral in het financiële. Onthaalbureaus oprichten en financieren is een dure zaak en de financiële situatie van de Cocof is ronduit belabberd. De Cocof heeft zich er inmiddels wel toe verbonden om twee onthaalbureaus in Brussel op te richten. Maar of dat voldoende is om de toestroom volledig op te kunnen vangen, is nog maar de vraag. Brussel schiet te hulp door een bedrag van ongeveer negen miljoen euro toe te kennen aan de Cocof. Hierdoor heeft de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) recht op iets meer dan twee miljoen euro van Brussel (80/20-regel). Op die manier kan Vervoort ook aan de publieke opinie bewijzen dat hij wel degelijk investeert in inburgering in Brussel.

Vlaanderen richtte al in 2004 het Brussels Onthaalbureau (BON) op, dat het Vlaams inburgeringstraject aanbood in Brussel.

De Cocof was nog steeds knopen aan het doorhakken toen heel Europa werd geconfronteerd met een plotse en historisch ongeziene explosie van het aantal asielaanvragen. Bovendien toonde de terreurdreiging het belang van de bescherming van de waarden van onze samenleving aan. Inburgering is natuurlijk geen mirakelmiddel, maar het is wel duidelijk dat vermeden moet worden dat nieuwkomers aan hun lot worden overgelaten, geïsoleerd worden in eigen kringen en niet aangespoord worden om zich actief op de Belgische samenleving te richten. Wallonië reageerde door enkele maanden geleden naar voorbeeld van Vlaanderen een volwaardig traject bestaande uit vier luiken verplicht te stellen. Vanuit Wallonië gaf Onkelinx (PS) groen licht om ook in Brussel inburgering te verplichten, weliswaar beperkt tot twee luiken, met name taal en burgerzin. Enkele maanden later communiceerde Brussel dat taal en burgerschap verplichte onderdelen zouden worden van het Brussels inburgeringstraject. Overleg met Vlaanderen was er op dit moment nog altijd niet geweest. Eens te meer volgt Brussel slaafs het Waals dictaat. De beschikbare expertise en knowhow van-

Maar of dit een voldoende antwoord op de huidige asieltoestroom is, valt zeer te betwijfelen. De Cocof investeert dit bedrag immers niet volledig in onthaalbureaus, maar gebruikt het leeuwendeel om haar belabberde financiële situatie recht te trekken. Vlaanderen, dat in Brussel al meer dan tien jaar inburgeringstrajecten financiert, krijgt geen cent. Het is immers niet Vlaanderen, maar de VGC die de twee miljoen krijgt. En ook de VGC verdeelt die middelen globaal over alle beleidsdomeinen, zonder extra inspanningen in het beleidsdomein ‘Etnisch-culturele minderheden’. Wat is de conclusie van dit verhaal? Nieuwkomers in Brussel zijn nog altijd niet verplicht om een inburgeringstraject te volgen. Het Brussels inburgeringsbeleid moet nog helemaal in wetteksten gegoten worden en voorgelegd worden aan het parlement. Bovendien worden de fondsen die vrijgemaakt worden – zogezegd voor inburgering – maar voor een klein deel voor inburgering gebruikt. Dat minister-president Vervoort het belang van inburgering minimaliseert, is dan ook niet te wijten aan wereldvreemdheid, maar puur aan politiek zelfbehoud.

Liesbet Dhaene, Brussels Parlementslid (N-VA)


BDW 1503 PAGINA 21 - DONDERDAG 17 DECEMBER 2015

lezersbrieven@bdw.be

BRIEVEN VAN LEZERS

ADVERTENTIE

Eindejaarsviering Neder-Over-Heembeek Overal in Brussel zien we mooie eindejaarsverlichting. In het centrum, in  Laken, in de Mutsaardwijk, enzovoort. In Neder-Over-Heembeek niets. Je  merkt aan niets in het straatbeeld dat we dicht tegen de eindejaarsfeesten  zitten. De laatste jaren was het al verouderde verlichting, een kerstboom  ergens in een hoek van het Peter Benoitplein, zonder enige verlichting.  Dit jaar: niets! Ik heb me laten vertellen dat de Unie van Handelaars een  subsidie krijgen om de verlichting aan te brengen, is dat nog steeds het  geval? Het is alleszins bedroevend. Sinds we geen schepen meer hebben  die in Heembeek woont, kennen ze ons blijkbaar niet meer.   Paul Huysegoms, Neder-over-Heembeek

In 2016 bent u meer dan ooit welkom bij BRONKS Brussel

Bozar in Molenbeek?

V.U. Marij De Nys, Varkensmarkt 15-17, 1000 Brussel.

Het is bekend dat kunst – en in het bijzonder muziek – de zeden kan  verzachten, maar in bepaalde omstandigheden zijn er andere prioriteiten,  en is het als het ware een burgerplicht om veiligheidsmaatregelen  tegen uitzonderlijke terreurdreiging door iedereen te laten respecteren  zodanig dat ieder gevaar onder controle is. Dat organisatoren en  cultuurhuisdirecties zoals Bozar deze maatregelen betreuren is een  foutieve inschatting. Dacht men in die geest aan de gebruikelijke  formules the show must go on en business as usual? Hoe zou overigens  een deel van hun publiek zich – praktisch gezien – hebben verplaatst  tijdens die dagen toen er imminent dreigingsgevaar van niveau 4 was?  Wapens en (blauw-)helmen metaforisch aanwenden als een ‘zachte’   artistieke remedie tegen terreurgeweld is dan overdreven. Over het  vraagstellen hoe de kunst- en cultuursector zich zou kunnen integreren  bij de benadeelde problematiek van de betrokken wijken moet niet  worden geaarzeld.  Hoe zou de kunst-en cultuursector een aanslepende  toestand van verpaupering en sociale verwaarlozing kunnen sussen? Het  is verbijsterend vast te stellen waarom er dan – door deze sectoren – niet  veel eerder opmerkingen werden geplaatst en initiatieven genomen om te  remediëren. Al jaren – het is nooit anders geweest – is er een totaal gebrek  aan visie. Prioritair, zoals in alle andere gevallen en andere stadsdelen, is voorrang  geven aan een vernieuwd en aangepast onderwijs voor alle niveau’s  van het leerplichtonderwijs. Complementair kan de kunst- en de  cultuursector initiatieven nemen om de schoolwerking te intensifi ëren  met artistiek-educatieve projecten door zich aldaar fysiek te vestigen  met een bijkomende vestiging. En waarom geen specifi ek op maat  gesneden Bozar-fi liaal in Molenbeek bedenken? In die omgeving zijn er  al meerdere toonaangevende artistieke geburen gevestigd, waaronder  Wim Vandekeybus met zijn Ultima Vez-studio’s, de Campus Bottelarij  van het Rits waar voordien de KVS een tijdelijk onderkomen had. Het  legendarische Plan K was daar gevestigd en werd vervangen door La  Raffi nerie, en er is al het Huis van Culturen en Sociale Samenhang. In  het naburige Kuregem huizen onder andere de gereputeerde kunstenaars  Hans Op de Beeck en Jan De Cock met zijn The Brussels Art Institute en  momenteel de Sint-Lukas Kunsthumaniora als tijdelijke vervangende  locatie, maar ook Beeldenstorm.       De bewering dat kunst de wereld kan (helpen) redden blijft alleszins  actueel, op voorwaarde dat het niet bij woorden blijft.

ADVERTENTIE

MARIA-BOODSCHAPLYCEUM GEEST HART TOEKOMST OPENDEURDAG ZATERDAG 9 JANUARI 2016, van 14 tot 18 uur

Jonas Wille, Oudergem

Correctie In het artikel over de Brusselse poortwachters  ( BDW 1501, p.12-13)  staan twee feitelijke onjuistheden. Ten eerste telt de Sint-Jorisbasisschool  geen 90 procent GOK-kinderen, maar 57,51 procent. Ten tweede blijft het  verhaal over het kind met syndroom van Down (hoewel de naam werd  veranderd) een specifi ek verhaal. Het is namelijk niet dat er meerdere  kinderen met het syndroom in de school rondlopen. Onze excuses.

SPELREGELS VOOR LEZERSBRIEVEN: Mail uw bijdrage naar lezersbrieven@bdw.be. Schrijven kan naar BDW-Brieven van Lezers, Flageyplein 18, 1050 Elsene; faxen naar 02-226.45.69. Vergeet niet uw adres te vermelden, ook in e-mails: zonder het adres van de afzender beschouwen we een brief als anoniem, en wordt hij niet gepubliceerd. De maximumlengte van een bijdrage is 2.500 tekens, inclusief spaties. Wilt u graag een langere, meer uitgewerkte opiniebijdrage schrijven (max. 5.000 tekens)? Neem dan eerst contact met ons op voor overleg via lezersbrieven@bdw.be. De redactie mag lezersbrieven redigeren of weigeren. Moties, manifesten of omzendbrieven worden niet (in deze rubriek) opgenomen.

INSCHRIJVINGEN info op de opendeurdag en daarna op onze website MARIA-BOODSCHAPLYCEUM MOUTSTRAAT 22, 1000 BRUSSEL 02 506 89 20 ı mabo@skynet.be ı www.mabobrussel.be volg ons op

Maria-Boodschaplyceum


BDW 1503 PAGINA 22 - DONDERDAG 17 DECEMBER 2015

VADROUILLE DE CULTUUR- EN VRIJETIJDSBIJLAGE VAN BRUSSEL DEZE WEEK

© PATHE

© FATIMA

© ALVES

©ALVES ADVERTENTIE

SAINT-GUIDON SINT-GUIDO


BDW 1503 PAGINA 23 - DONDERDAG 17 DECEMBER 2015

© ONGONG

© COLOMBO

20 JAAR DIOGENES

HOME STREET HOME Het resultaat was een tentoonstelling met installaties, video’s en foto’s, te zien naar aanleiding van twintig jaar vzw Diogenes, die straatbewoners de hand reikt. En nu zit alles gevat in het kunstboek ‘Home Street Home’, van de hand van een tiental participanten aan het fotografieproject, stuk voor stuk mensen die op straat leven. Hun kijk op de hoofdstedelijke habitat is op zijn minst intimistisch en puur te noemen, een nieuwsoortige fotografiestijl. Met wegwerp- en numerieke toestellen maakten sommigen heel plastisch interessant werk, met zin voor vormgeving, kleur of details. Anderen legden een ongewone zin voor humor in het beeld, soms wat cynisch zelfs. Op die manier gingen ze

de maatschappelijke clichés over ‘herkenbaarheid’ en ‘stigmatisering’ niet uit de weg. Een laatste deel zag fotowerk als louter documentair gegeven: zo ziet onze ‘thuis’ eruit: de Kunstberg of het Zuidstation. Of de koele, propere zaal waar je verwacht wordt om te gaan eten, en de zitbank in het warme metrostation waar je niet verwacht wordt om te gaan rusten. Sarah, André, Cop, Alves, Ongong, Pathé, Jesus, Dennis,... Ze hebben hun en onze relatie met de stad en de straat goed in beeld gebracht. Enige reflectie in de verstillende eindejaarstijd lijkt gepast. Of vervangt het fotoboek dit jaar de kerststal? Jean-Marie Binst Home Street Home, kost 25 euro en is verkrijgbaar bij vzw Diogenes, Ninoofseplein 10, Brussel, 02-502.19.35 en livre.hsh.book@gmail.com

  moslims en christenen nodigen uit

zondag 27 december 14u tot 17u

bus 47, 57; tram 3, 62, 93 info : id.kerkbru@skynet.be 0470 033 266

Kerstliederen en soefizangen, Bijbel- en Koranrecitatie, getuigenissen en teksten, collecte hulp oorlogsslachtoffers Aisa Belgique - Centre El Kalima - Coexister Interreligieuze Dialoog van de kerk in Brussel Kawthar - Les amis de l’islam - Moskee Jaffaria Ensemble pour la Paix et la Fraternité - Groupe Taizé Flagey

© ONGONG

ADVERTENTIE

Zaal Amaryllis Event Masuiplein 27, 1000 Brussel

© ONGONG

BRUSSEL - Thuislozen die hun leefwereld, de (semi-)publieke ruimte en de metrostations fotograferen. Het lijkt meer dan het toppunt van betrokken kunstfotografie.


BDW 1503 PAGINA 24 - DONDERDAG 17 DECEMBER 2015

VOORMALIGE PLASTICARIUM ADAM WORDT VERLENGSTUK VAN HET ATOMIUM

PERPLEX VAN PLASTIC BRUSSEL – Het hart van het nieuwe Art & Design Atomium Museum op de Heizel, het Adam, is zo duidelijk van plastic dat het woord niet had misstaan in de naam. Maar behalve een nieuwe thuis voor de collectie van het voormalige Plasticarium wordt het Adam ook een verlengstuk van het Atomium met tijdelijke tentoonstellingen rond moderniteit en innovatie.

‘P

lastics,” dat is de raad die Dustin Hoffman in 1967 in The Graduate als pas afgestudeerde meekrijgt. Hoffman is perplex. Of hoe een tijdperk herleid kan worden tot een materiaal. Philippe Decelle voelt “niets dan vreugde” nu hij niet langer op zoek moet naar een bestemming voor zijn privécollectie: “Van Kortrijk tot Abu Dhabi heb ik gezocht, maar het curatorschap van Orange Dreams in het Atomium bracht de oplossing. Henri Simons, directeur van vzw Atomium, kon de Brusselse gemeenteraad overtuigen om de verzameling met meer dan tweeduizend objecten als de start te nemen voor een nieuw museum.” Decelle is samen met de eerste bezoekers verrast over de manier waarop Lhoas & Lhoas Architectes en designhistorici Alexandra Midal en Thierry Belenger zijn collectie

herinterpreteerden. Voor een museale benadering had hij ten tijde van het Plasticarium in BrusselCentrum, in een ruimte van 500 vierkante meter, geen geld. Nu is er 1.500 vierkante meter voor zijn collectie en werd er een bepaald ritme gevonden tussen het beton, metaal en plaaster van het gebouw en het gekleurde plastic. Nog eens duizend vierkante meter is beschikbaar voor tijdelijke expo’s. Ook het onopvallende gebouw van Trade Mart tussen het Atomium en de Eeuwfeestpaleizen is nu van ver te zien door een spiegelende toegangstrap in de Belgische driekleur van architect Jean Nouvel. “Plastic kreeg veel kritiek, maar het is wel het materiaal van de twintigste eeuw en de uitdrukking van een tijdsgeest,” zegt Decelle. “Voor mij zelfs van de mooiste periode van België. Kijk naar het Garden Egg van

Een favoriet van Decelle: de witte schommelstoel ‘Dondolo’ van Cesare Leonardi die dankzij het met glasvezel versterkte polyester de wetten van de mechanica tart.

Peter Ghyczy uit 1968: zo zuiver, een stoel in een ei.”

Vele gedaanten In de jaren 1980 begon hij plastic te verzamelen nadat hij een deel van zijn opaliserend glas had verkocht. Ontstaat nu geen nieuwe leegte? “Wel, ik denk eraan om Ersatz te verzamelen. Er bestaan allerlei alternatieven in kunststof voor natuurlijke grondstoffen als ivoor, berenklauwen of turkoois. Dat is beter voor de planeet terwijl bepaalde volkeren toch hun tradi-

“Plastic kreeg veel kritiek, maar het is wel het materiaal van de twintigste eeuw en de uitdrukking van een tijdsgeest”

tionele beelden kunnen behouden.” De tentoonstelling wordt geopend met Decelles eerste verzamelstuk: de Universale van Joe Colombo uit 1968 was de eerste volledig uit plastic vervaardigde stoel. Het designhuis Kartell dat hem produceerde, voerde zelf industrieel onderzoek naar plastic en zorgde er zo mee voor dat Italiaans design de wereld veroverde. Via het vaatwerk in melamine van het Vignelli-echtpaar kom je op wat Belenger de autosnelweg noemt. De brede strook vol dagelijkse objecten die bezoekers herkennen

ADVERTENTIE

WIJ WENSEN U

N LEDE ENTS M E L L E S PA R BRUS N -VA

LiesbNetE

DHAE

VA N L

CieltHjeT E R

VA N

feestdagen

Karl W E

AC

OU

Johan

DEN VA N C H E SS DRIE

e feesten g i t t e r P en een 2016! gelukkig

OP DE HOOGTE BLIJVEN VAN HET L AAT STE NIEUWS? V O L G O N S O P T W I T T E R E N F A C E B O O K V I A “ N - V A B R U S S E L”


BDW 1503 PAGINA 25 - DONDERDAG 17 DECEMBER 2015

© SASKIA VANDERSTICHELE

van hun jeugd. Plastic, licht als hout en sterk als metaal, werd een massaproduct. Schreef Roland Barthes in 1957 niet dat één substantie al de andere zou vervangen, zelfs het leven zelf, want men was al begonnen met aorta’s in plastic te maken. In een lange vitrine worden radio’s en huishoudapparaten, waarvoor plastic een ideaal isolatiemiddel bleek, getoond van begin de jaren 1960 tot nu. Een openklapbare gsm – oeps – telefoon met draaischijf, de oranje mange-disque, de Japanse radio-armband, maar het is wel zoe-

ken naar de namen die enkel aan het begin van de tijdlijn zijn aangegeven. Kleur en ronde vormen zijn de rode draad van de 2001 Stereo (1970) van Weltron in de vorm van een knalgele astronautenhelm (2001: A Space Odyssey dateert uit 1968) tot de gekleurde iMac van Apple (1998). Voor de rest zijn er hoekjes opgebouwd rond een iconisch object of rond een techniek. De beroemde Pantonstoel (1960) komt in de buurt van de stoel van de toekomst die Marcel Breuer zag op een zuil van buigzame lucht. Er is ook plastic meubilair van wegrestaurants dat scenes van road movies oproept of een zeldzame sphère d’isolement (1970) van Claude Videlli om in te schuilen ten tijde van de Koude Oorlog. Je kan piepen naar het psychedelische decor van de nachtclub van hotel Grifone in Bolzano uit 1968. Er is transparant meubilair, van de Ghost Chair (1980) van Rik Mulder tot de Louis Ghost (2003) van Philippe Starck, maar ook opblaasbaar meubilair met een heuse Chesterfield (1968). Er zijn ook ontwerpen die verwijzen naar het ambachtelijke of de afvalberg, en er is een kostbare selectie antropomorfi sch design, waarin je lichaamsdelen erkent zoals Molar van Wendell Castle, een zetel in de vorm van een kies, of zelfs de afdruk van een lichaam, Fesse (1992) van Roy Adzak. Later kan de opstelling nog focussen op Belgische stukken, het gebruik van plastic in kledij of kunst in plastic. In een soort uitstalraam met kunstwerken van onder andere Victor Vasarely en Jean-Claude Fahri – maar ook hier is het nog wachten op duidelijke signalisatie – kijk je je ogen al uit. Er is een gezicht bij dat half met de bodem is versmolten, maf. An Devroe Meer info op www.adamuseum.be

ADVERTENTIE

Sociale Verhuurkantoren (SVK)

Verhuur uw woning zonder risico en zonder zorgen

a Gegarandeerde huur elke maand a

Verzekerd verhuurbeheer

a

Onderhoud van uw woning

a Hulp bij renovatie a Fiscale voordelen

www.fedsvk.be 02 412 72 44

Nick Trachet BRUSSEL EN DE WERELD CULINAIR ONTDEKT

Spruitjes Op zoek naar een kerstonderwerp kwam ik bij de spruitjes terecht. Spruitjes voor Kerstmis. In Engeland zijn ze er al heel lang van overtuigd. En toch zijn spruitjes lokaal. Of niet. De kolen die wij kennen behoren bijna allemaal tot dezelfde botanische soort: Brassica oleracea L. De kool is een monument van het menselijk vernuft. Een plant die genetisch nogal ingewikkeld in elkaar zit en blijkbaar heel makkelijk varieert. De tuinders in vroegere tijden hebben daar gretig op ingespeeld en hebben alle delen van de plant veredeld tot gespecialiseerde groente: de wortel werd koolrap, de stengel raapkool, de bloem broccolo of bloemkool, de bladeren boerenkool, savooi en kabuis. Ook in kleur wil hij graag variëren, van wit tot donkergroen, over rood, violet en oranje. De spruitjes zijn een veredeling uit de bladknoppen aan de stengel. Hoelang er al spruitjes worden gekweekt is niet duidelijk. Al sinds de Romeinen, lees je hier en daar. In de zestiende eeuw wordt de groente nog niet vermeld door Dodoens of Clusius, en die mannen werkten doorgaans grondig. Dus zal er nog geen gekweekt worden. Men neemt aan dat de spruitkool of duizendkoppige kool de volgende eeuw opduikt. Als ontstaansplaats verwijst men naar Obbrussel, de plek die men vandaag vaker Sint-Gillis noemt. Het was een dorp van boerkozen en tuinders die hun waren in Brussel aan de man brachten. Vandaar dat ze er ook vandaag nog de bijnaam Koolkappers dragen. Spruitkolen zijn een verticaal gewas, ze brengen op éénzelfde areaal meer op dan groente die languit over de grond groeien. De plant bestaat uit een rechte, stevige steel, de zijwaarts groeiende spruitjes en dan nog wat losse bladeren en knoppen bovenaan: hij lijkt wel een Brabantse palmboom, maar van bescheiden hoogte. Eerst was de spruit een luxeversie van de savooi, later werd hij volksvoedsel. Vandaag is hij zelfs een beetje verweesd sinds kinderen zijn gaan bepalen wat er op het menu komt. Brussel heeft een handelsmerk gemaakt van kindonvriendelijke groenten. Die andere is natuurlijk het witloof. De mensen lusten geen spruiten meer. Te bitter, zegt de één, stinkend, zegt de ander. Dan hebt u allicht recentelijk geen spruitjes meer gegeten. Vroeger was het zo dat de knoppen erg bitter waren. Daarom werd er gewacht met oogsten tot de

eerste vorst er over was gegaan. Planten reageren chemisch op hun omgeving. Als het koud wordt gaan veel planten suiker aanmaken in hun weefsels, suiker doet het vriespunt verlagen (net zoals zout op de wegen) waardoor de bladeren niet beschadigd worden door de kou. Dat is niet uniek bij de kolen. Ook veldsla ( Valerianella locusta) wordt lekkerder wanneer de blaadjes in de kou groeien, hetzelfde bij de winterpostelein (Claytonia perfoliata). Dat laatste is een oud gewas uit Amerika dat niet meer wordt gekweekt, maar op vele plaatsen verwilderd te vinden is. Vandaag, zo beweren de kwekers toch, is dat bevriezen niet meer nodig, men heeft variëteiten gekweekt die veel minder van het bittere spul bevatten. De wetenschappelijke naam is glucosinolaat. In de plant heeft de stof de functie van pesticide, om vretende insecten af te schrikken, maar dezelfde verbinding heeft kolen (en mosterd, rapen, wasabi...) juist zo populair gemaakt bij de mens. Vandaag wordt het stofje (het is eigenlijk een hele familie stofjes) geprezen voor zijn gezondheidsbevorderende eigenschappen. Onze voorouders wisten het al: “Bitter in de mond is zoet aan ‘t hart.” Maar is het niet gek te bedenken dat de reden waarom men kolen lekker vond nu door de kwekers wordt weggeselecteerd en dat de consumenten juist niet willen wat goed voor ze is? In ieder geval, ze liggen er weer, de spruitjes. Ze worden sinds een maand geoogst en dat gaat nog door tot in maart. Weer een parallel met witloof. Wanneer de tuinder commercieel oogst, kan dat geleidelijk. Hij kan de spruiten verwijderen van de stam wanneer ze volgens hem net de juiste grootte hebben. Hij kan ook – en dat gebeurt steeds vaker – alles ineens oogsten en dan sorteren op grootte. Domme consumenten kiezen dan voor de grote spruiten. “Dat is minder werk bij het schoonmaken,” zeggen ze. Zij dwalen. Grote spruiten garen slecht. Kies kleine. Als ze heel vers zijn, dat herken je aan het blanke breukvlak onderaan, dan is er helemaal geen schoonmaken aan. Een andere veelgemaakte fout is het té lang koken.

“Als ontstaansplaats van de spruitkool verwijst men naar Obbrussel, de plek die vandaag SintGillis heet. Een dorp van boerkozen die hun waren in Brussel verkochten”

Onze grootouders kookten alles tot moes. Het is verbazend hoeveel de kooktijden in de moderne keuken zijn verminderd. Bij lang koken komen de zwavel- en stikstofcomponenten vrij: de zogenaamde spruitjeslucht. Kort koken, en zonder deksel, dat houdt de kleur mooier. Net beetgaar, zelfs nog een beetje krokant uit de pot halen en dan nog even opbakken met spekjes. Of, waarom niet, rauw eten: in julienne snijden en een hartig slaatje van maken. Vooral in Engeland horen spruitjes bij Kerstmis, zoals kalkoen en plumpudding. Gedurende de feestdagen wordt in het Verenigd Koninkrijk 80 procent van de totale oogst opgesoupeerd, het gaat daarbij over duizenden tonnen. Ze glimmen in de boter en worden ook vaak samen met opgebakken kastanjes geserveerd. Smakelijk. nick.trachet@bdw.be De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/trachet


ADVERTENTIE

ADVERTENTIE

n Minor-Ndako a v le e rd o o v n te

! t k n a d Be bijdrage voor je steun &

Ivan De Vadder, Karl Meersman en Jan De Smet pakken in 2015 opnieuw uit met een jaaroverzicht. Het jaar 2014 werd ontleed in ‘De Parabel van het Ezelsoor’; in het eigenzinnige jaaroverzicht van 2015 gaan ze op zoek naar de oorzaken van ‘Het Waterloo van Links’. Tickets € 10 par terre of balkon BE17 0012 5517 2421 02/218 44 88 of gwenn.vandensteen@willemsfonds.be Locatie Vaudeville theater, Koniginnegalerij 13, 10000 Brussel deuren: 19u30 - aanvang 20u00 Brussel Hoofdstedelijk Gewest

ako jongeren d N ro in M t jf li b Helpt Help jij mee? Ook na Brussel . n e id le e g e b le wereld van over de he

ADVERTENTIE

TE KOOP

betaalbare nieuwbouwappartementen

Minor-Ndako werkt in het hart van de vluchtelingencrisis voor een bijzondere doelgroep: de niet-begeleide minderjarige vluchtelingen. VOOR WIE?

vanaf

€ 134.900

Jonge vluchtelingen van 6 tot 18 jaar die zonder ouders of familie in ons land aankomen. VAN WAAR? De kinderen en jongeren die ze momenteel begeleiden zijn vooral afkomstig uit Syrië, Afghanistan, Somalië en Eritrea. WAT DOEN ZE? Minor-Ndako biedt hen gespecialiseerde opvang, zorg en begeleiding in verschillende kleine leefgroepen.

WWW.MISTRAL-GANSHOREN.BE

- 1, 2 of 3 slaapkamers - ruime, zonnige terrassen en/of tuin - ideale investering met meerwaarde-potentieel VANDERVEKENSTR. / NEGEN PROVINCIESLAAN

info & verkoop :

GANSHOREN T 02 582 17 35 - era.be/visie visieplus@era.be

WAT HEBBEN ZE NODIG? De noden zijn bijzonder groot. Daarom breiden ze uit met een nieuw opvangcentrum voor de allerkleinsten.

-ndako.be or in m a vi n ne eu st n he f Blij Brussel Deze Week


BDW 1503 PAGINA 27 - DONDERDAG 17 DECEMBER 2015

INNO NIEUWSTRAAT VRIJDAG 27 NOVEMBER, 17 UUR De bewakingsagenten aan die paar toegangspoorten van de Inno die niet zijn afgesloten omwille van de terreurdreiging, doen hun werk grondig. Terwijl één van hen met zo’n magnetische cricketbat mijn oksels scant, voel ik mezelf des te meer een mogelijke verdachte. Het klopt namelijk dat ik in de Inno normaal gezien niets te zoeken heb. Op een bepaald publiek maakt de Inno wellicht dezelfde indruk als Willie Wonka’s Chocoladefabriek op Sjakie, maar ik behoor daar niet toe. Zelfs de keren dat ik toevallig netjes geschoren ben wanneer ik het Klerekaufhaus binnenloop, voel ik me temidden van al die perfect gemanicuurde en gedistingeerd gemaquilleerde ladies op hun temptation eilandjes als een ongelikte vagebond. Ook nu moet ik, vlak nadat ik door het bataljon bewakingsagenten ben geraakt, nog door een cordon reclamepanelen met borsten en bipsen in lingerie die voor 95 procent van het cliënteel, en dus zeker voor mezelf, gewoon te ambitieus is vormgegeven. Buiten heerst dan wel angst en terreur, binnen in het piekfijne paleis van uiterlijkheden heerst vrijheid, blijheid, schoonheid en ijdelheid. Ik kan goed geloven dat de brand van de Inno in 1967 extra veel doden heeft gekost omdat er te traag werd gereageerd op de alarmsignalen. Een brandalarm klinkt hier in camping cosmetica namelijk bepaald ongeloofwaardig. Door de parfumwolken duurt het ook lang voor je brandgeur of rookontwikkeling als dusdanig herkent. Maar goed. Zoals de zalmen elk jaar op dezelfde plek wat stroomopwaarts komen zwemmen om de vrouwtjes te paaien, zo moet ik elk jaar in december via de mensenzee van de Nieuwstraat de Inno in. In een poging om mijn lijstje met kerstcadeaus af te werken. Dat maakte de veiligheidscontrole trouwens eens zo hachelijk: het moet namelijk minder

stresserend zijn om met een bomgordel op je lijf proberen binnen te wandelen dan met zo’n veeleisend lijstje. Want u kent de gecodeerde boodschappen wel die daarop staan: 1. mascara L’Oréal Paris False Lash Architect 4D Black Lacquer, 2. Clinique Almost Bronzer SPF15 - #01 Light/Medium - 9g/0.31oz, 3. L’Oréal Paris Dermo Expertise Triple Active Tube - 50 ml voor een gemengde huid. Heb je van die codes één digit verkeerd, dan komt een compleet onbruikbaar cadeau onder de kerstboom te liggen en heb je voor de ogen van de complete Heilige Familie gefaald. Een tijdig en goed gepland bezoek aan de uitgestrekte Inno kan de kans daarop verkleinen. In mijn beleving ruikt de Inno dan ook altijd naar Kerstmis. Al vrees ik dat eigenlijk de meer plausibele en deprimerende conclusie zich opdringt dat mijn Kerstmis naar de Inno ruikt – naar een onachterhaalbare olfactorische optelsom van vers textiel, alle denkbare geurstaaltjes en angstzweet. Maar om ook eens iets goeds te zeggen: het concept van de department store is me niet helemaal ongenegen. Gewone boetieks zijn helemaal geen optie want die zijn sowieso te claustrofobisch. Als een verkoopster je daar bij het binnenkomen vriendelijk goedendag zegt, klinkt dat al als een agressieve verkoopstechniek. Maar het probleem met het vrije uitloopsysteem van Inno is dan weer het overaanbod. Wordt die monochrome massa van hemdjes en pulletjes, opgedeeld volgens merknamen die even weinig belletjes doen rinkelen als de domeinnaam op het etiket van een wijnfles, ooit echt helemaal verkocht? Terwijl ik er van zijn leven, behalve dus het parfum dat voor derden bestemd is, hooguit een paar pantoffels en een badjas heb weten uit te slepen? Een aangename verrassing dezer dagen in Inno is wel de aanwezigheid van de pop-up-

ELKE WEEK SCANT MICHAËL BELLON MET ZIJN LAPTOP EEN PLEK IN BRUSSEL DIE TOT DE VERBEELDING SPREEKT, EN GEEFT HIJ AAN WAT ER EVENTUEEL NOG AAN KAN VERBETEREN

LAPTOPIA

store waarin de nieuwe uitrustingen van de Rode Duivels worden verkocht. De shirts, broeken en kousen van mijn helden. Je kan zelfs een naam en nummer naar keuze op de rug van je shirt laten drukken – alleen niet Clinique Almost Bronzer SPF15 - #01, want dat is te lang. De pop-upstore, weggedrukt in het donkerste hoekje van de hele Inno, slaat echt als een tang op een varken. Hij bevindt zich niet eens op de mannenafdeling, maar gewoon op de gelijkvloers tussen al die vrouwendingetjes. Maar wat maalt het? Het is de ideale vluchtheuvel voor wie zich hier niet op zijn plaats voelt. Een beetje zoals de speelhoek voor kinderen in een deftig restaurant. Wat ben ik blij dat ik eindelijk van tafel mag. Wat kan er nog verbeteren aan de Inno? Misschien moeten we er toch eens één klein bommengordeltje laten ontploffen, desnoods een spreekwoordelijk, zodat alles er wat minder op orde ligt, de kapsels van de verkoopsters op een charmante manier in de war raken, en het dierbare cliënteel nog eens kan oefenen met het brandalarm. Michaël Bellon

De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/laptopia

ADVERTENTIE

Puzzel Deze dienst wil u de nodige informatie bezorgen om u wegwijs te maken in uw zoektocht naar mogelijkheden, voorzieningen voor personen met een handicap

✆ 0800-15045

alle werkdagen van 9 tot 12u30, maandag, dinsdag en donderdag van 13 tot 15u30

Bezoeken enkel op afspraak

puzzel@resonansvzw.be

ADVERTENTIE

OPEN YOUR TASTE TO THE FINEST WORLD’S FLAVOURS TRAITEUR LORIENT 252-254 RUE VICTOR RAUTER • 1070 BRUXELLES INFO@LORIENT.BE T. +32 2 344 67 95 • M. +32 479 90 358

www.lorient.be


BDW 1503 PAGINA 28 - DONDERDAG 17 DECEMBER 2015

Janet Cardenas: “Het motiveert me om met jonge meisjes te lopen en hen te pushen. Dat is goed voor hen en ook voor mijn resultaten.”

© MARC GYSENS

ATLETIEK > JANET CARDENAS IS HET ZONNETJE OP DE ATLETIEKPISTE

‘IK DOE HET NIET VOOR DE FAAM’ BDWSPORT

BRUSSEL – Tijdens de opwarming haar looppas onderbreken om even een danspasje te doen, dat is typisch Janet Cardenas (42). Het goede humeur van de uit Cuba afkomstige atlete is goed gekend in de Brusselse atletiekwereld. Haar prestaties geven haar ook reden tot lachen, want in de masterscategorie is ze nationaal top en staat ze internationaal haar mannetje. “Maar of ik win of verlies, plezier heb ik sowieso.”

‘M

ijn eerste liefde was squash,” vertelt Cardenas. “Maar omdat ik steeds te snel naar het balletje liep, raadde mijn trainer me aan om met atletiek te beginnen. Daar begon ik op mijn achtste mee, zonder er eigenlijk echt door geboeid te zijn. Het is pas toen ik een paar jaar later zag dat ik potentieel had, dat het serieuzer is geworden.” Cardenas groeide op in Havana en zorgde er vrij snel voor dat de Cubaanse atletiekwereld haar leerde kennen. Naarmate ze zich meer inzette tijdens haar tienerjaren verbeterden haar resultaten. Ze richtte zich aanvankelijk op hoog- en verspringen en de 800 meter, en groeide later door naar de 1.500 en 3.000 meter. “Ik heb met mijn trainer duidelijke doelen gesteld en heb die ook gehaald. Ik ben onder meer provinciaal en nationaal kampioen ge-

weest. Tijdens de Centraal-Amerikaanse en Pan-Amerikaanse Spelen heb ik eveneens podiumplaatsen verzameld. Ik leefde toen echt voor mijn sport. Op de secundaire school en de universiteit zat ik op een sportschool, en als lid van de nationale ploeg trok ik regelmatig naar het buitenland. Op hoogtestage naar Mexico, bijvoorbeeld. Als sportman was het in Cuba geen probleem om te reizen.” Haar ouders werkten voor Cuban Airlines en zaten ook regelmatig in het buitenland. Indirect heeft dat meegespeeld in een van de grootste ontgoochelingen van de jonge Cardenas. “Op mijn twintigste was mijn absolute doel me te kwalificeren voor het wereldkampioenschap. Ik haalde het net niet, maar had wel de snelste tijd van Cuba. Toch mocht een meisje mee dat trager dan mij had gelopen. De bond zei dat ik al genoeg reisde met mijn ouders. Dat was zo oneerlijk! Ik was op dat moment zo gedegouteerd door die beslissing dat ik besloot om te stoppen met topsport.”

Zestig kilogram Cardenas kapte niet volledig met atletiek. Ze deed het nog op recreatief niveau, met af en toe een deelname aan een competitie. Tot haar vijfentwintigste. Toen ze haar diploma Lichamelijke Opvoeding op zak had, werden haar loopschoenen definitief opgeborgen. “Na die teleurstelling van het gemiste wereldkampioenschap heb ik de beslissing genomen om na mijn studies te stoppen. Het afscheid was

“Als ik een goed resultaat haal, ben ik blij. Maar slaag ik daar niet in, dan zal ik ook tevreden zijn”

dus niet al te moeilijk. Ik ben les beginnen te geven en liep helemaal niet meer. Ik verdikte van ruim 46 naar 60 kilogram.” “Toen mijn ouders een paar jaar later een opdracht kregen om Cuban Airlines in België te vertegenwoordigen, zijn mijn broer en ik hen gevolgd. Twee jaar lang heb ik hier eveneens voor de vliegmaatschappij gewerkt, alvorens terug te keren naar Havana.” Lang bleef Cardenas niet in haar thuisland, want zowat een jaar na haar terugkeer vertrok ze opnieuw naar Brussel. Ze wou er haar kans

wagen, deze keer zonder haar ouders. Ze had zich aangepast aan de koude en de mentaliteit van de Belgen. “Ik ben vrij snel aan de slag kunnen gaan aan de ULB, waar ik aanvankelijk sportmonitrice was en nu medeverantwoordelijke ben voor de sportzalen en het materiaal.” “Op een dag zag ik er een affiche hangen van de atletiekclub van Elsene, die op zoek was naar een trainer. Ik ben één keer naar Excelsior gegaan om het nog eens te proberen. Moe dat ik daarna was (lacht). Na heel wat denkwerk heb ik uiteindelijk toch beslist om de stap te zetten.” Bij haar eerste stap op de atletiekpiste van haar nieuwe club, kwamen volgens Cardenas al de herinneringen uit haar jeugdjaren terug. Ze ontdekte opnieuw de passie die ze had voor atletiek en werd door de club ingelijfd als jeugdtrainer. Toen haar leerlingen vroegen om te bewijzen dat ze geen praatjesmaker was, besloot ze deel te nemen aan een interne clubcompetitie. “Jij? Kampioene in CentraalAmerika? Bewijs het maar eens. Ik besloot om tijdens die competitie de 800 meter te lopen. Iedereen blij, behalve ik (lacht). Ik had nog nooit zo traag gelopen.” “Ik heb toen beslist om terug te beginnen trainen en dat heeft zowat anderhalf jaar geduurd. Maar wel alleen, ik trainde dus enkel wanneer ik wou en stopte als ik moe was. Allesbehalve ideaal. Maar met een middelmatig niveau besloot ik toch terug met competitie te beginnen. Ik stapte na verloop van tijd ook over naar Excelsior, waar ze een grote groep masters (+35 jaar) hebben.”

Alles, werkelijke alles De Janet die trainde wanneer ze wou, is veranderd in een Janet die vijf dagen per week traint en nog steeds les geeft aan jongeren. Waarmee ze op haar vijfentwintigste was gestopt, zet ze nu voort. Ze zou graag de cirkel rondmaken en de tijden evenaren die ze in haar beste jeugdjaren liep. “Dat wordt moeilijk, maar het is mogelijk. Ik zal me dan wel moeten focussen op de 800 meter. Als ik nu zie dat er voor de 800 meter een competitie hoogspringen is, schrijf ik me ook daar voor in.” “Ik ben gulzig, ja. Ik ben 42 jaar en besef dat ik nu niet voor de faam moet gaan. Plezier wil ik hebben, en heb ik. Daar doe ik het voor. Het motiveert me om met jonge meisjes te lopen en hen te pushen. Ze zijn soms verbaasd dat ik nog mee kan. Dat is goed voor hun en mijn resultaten. En dat motiveert me.” Het plezier straalt van Cardenas af, haar glimlach is alom bekend. Ze geniet van haar sporten en zet dat om in uitstekende resultaten. “Ik ben al verschillende keren Belgisch kampioen geworden en sinds 2009 heb ik telkens aan het Europees- en wereldkampioenschap deelgenomen. Mijn mooiste prestatie is een bronzen medaille op het EK indoor van 2013 in San Sebastian, op de vijfkamp. Voor de laatste discipline stond ik vijfde, ik moest dus schitteren op de 800 meter. Het was fantastisch om op het podium te staan, want ik had echt alles gegeven.” “Dat is net mijn probleem, want meestal laat ik me gaan. Als ik een goed resultaat haal, ben ik blij. Maar slaag ik daar niet in, dan zal ik ook tevreden zijn.” Cardenas loopt heel het jaar door, op drie weken rust in september na. De komende weken duikt ze dan ook het veld in, uiteraard ook tijdens de CrossCup in Laken. “Eind maart ga ik naar het Europees kampioenschap indoor en later wellicht naar het wereldkampioenschap. Al moet ik dat nog zien, want het vindt in Australië plaats en ik moet alles zelf betalen. Maar hoe dan ook, ik zal aan atletiek blijven doen. Zolang mijn lichaam wil. Ik heb er te veel plezier in om aan stoppen te denken.” Tim Schoonjans


BDW 1503 PAGINA 29 - DONDERDAG 17 DECEMBER 2015

@rugbynieuws Kituro Schaerbeek zwaar onderuit bij Valladolid in ERC Challenge Cup

ESTAFETTE > KEN LAMBEETS

Een passioneel kerstverhaal

En wel met 62-0. De Brusselaars mochten als eerste Belgische ploeg deelnemen aan deze Europese topcompetitie en wisten op voorhand dat het zeer zwaar zou worden. Maar betekent dit dat ze de kopjes laten hangen? Allerminst. Ze benadrukken dat ze ondanks de zware cijfers eervol hebben gestreden en de juiste mentaliteit zullen blijven tonen. Dit is dan ook een leerproces dat Kituro en de hele Belgische rugbywereld op termijn moet laten groeien. TS

BRUSSELS YOUNG WRESTLING STYLE

EERBETOON AAN DE ANCIENS BRUSSEL – U weet het misschien niet, maar België heeft een mooie catchgeschiedenis. Tijdens Big Impact III eren jonge catchers komende zaterdag hun voorlopers en zetten ze de Brusselse stijl in de picture. “De veteranen van de Belgische catch zullen onze eregasten zijn,” vertelt Nsimba Bafuka van organisator Brussels Young Wrestling Style (BYWS). “Het is onze manier om hen te bedanken. Dat is nog nooit gebeurd en ondertussen zijn die mannen steeds ouder aan het worden. We hadden ook graag de bekende catcher Francis Van Buyten verwelkomd, de vader van voetballer Daniel Van Buyten. Maar spijtig genoeg lukt het niet wegens ziekte.” De veteranen zullen uiteraard niet zelf in de ring kruipen. Het zijn de jonge catchers die in actie zullen komen en bekende grepen van hun voorgangers zullen gebruiken. Er zal zowel een duel te zien zijn als een wedstrijd met vier, een Royal Rumble en een demonstratie van jonge catchers. Het publiek zal hiermee een kijk krijgen op de typische Brusselse stijl. “De Amerikanen hebben zich de catch toegeëigend, maar het komt niet van hen hoor. Zij zijn gewoon sterk in marketing. Bij ons zie je ook wel spektakel, uiteraard, maar het is ook zeer sportief. In de Verenigde Staten wordt

SPORT   KORT

Het park van Laken wordt de komende dagen onder de voet gelopen. Het begint met de zevende editie van de IRIS KERSTLOOP, op donderdag 17 december. Alle klassen van de tweede en derde graad van het basisonderwijs krijgen er de kans om hun kunnen te tonen tijdens een prestatieloop. De klas die gedurende 30 minuten het meest aantal rondjes aflegt, wint. De scholieren maken gebruik van het mooie parcours dat aangelegd is voor een vaste afspraak van de Brusselse atletiekwereld. Komende zondag staat in de voormiddag namelijk de CORRIDA GASTON ROELANTS op het programma. Lopers kunnen kiezen om het parcours van vijf kilometer één keer (start 11.15 uur) of twee keer (start om 12 uur) af te leggen. Inschrijven kan de dag zelf nog en kost 15 euro voor de 5 kilometer en 18 euro voor de 10 kilometer. Meer Die info op www.sport.be/runningtour.

het in het belachelijke getrokken. Ze doen allerhande gekke dingen om spectaculair over te komen. Wij hebben dat niet nodig, we slagen daarin met onze grepen. Er zijn clubs in België die de Amerikanen na-apen en daar kan ik me in opwinden. Waarom toch? Geloof in jezelf.”

Kompany en De Bruyne Bafuka stelde eerder deze week aan minister Pascal Smet (SP.A) de manier voor waarop hij die boodschap doorgeeft aan de jongeren. Hij houdt jongeren van de straat en geeft hen met catch een uitlaatklep die hen motiveert. “Al die grote voetballers die in het buitenland spelen, die zijn toch hier opgeleid? Vincent Kompany, Kevin De Bruyne, noem maar op. Hier is zeer veel potentieel, maar je moet er wel de nodige middelen tegenover zetten. Dat bepleit ik ook voor catch. Tijdens ons gala zal je zien wat onze leden kunnen. Voor echte catch moet je naar Big Impact III komen.” Tim Schoonjans Het catchgala vindt zaterdag in La Tentation (Lakensestraat 28 – 1000 Brussel) plaats. De deuren gaan om half acht open. De tickets gaan van vijf euro (voor -12 jarigen) tot vijftien euro (VIP). Meer info op www.byws.be

zondag zal het druk worden in het park van Laken, want dan vindt ook de CROSSCUP plaats. Vanaf elf uur leggen de lopers uit de verschillende jongerencategorieën hun wedstrijd af. De vrouwelijke senioren beginnen er om 13.30 uur aan, de mannen een half uur later. Toeschouwers mogen onze nationale toppers gratis gaan bekijken. Meer info op www.sport.be/crosscup. Of wilt u ORIËNTATIELOPEN eens uitproberen? Dan moet u komende zondag in het Ter Kamerenbos zijn. Meer info op www.asub-orientation.org. Indien u het zware kerstmaal van u wilt aflopen, dan moet u op zaterdag 26 december zeker naar het centrum van Brussel. Om 20.30 uur wordt aan het Spanjeplein de start gegeven van de MANNEKEN-PIS CORRIDA. De lopers kunnen kiezen om het 4 kilometer lange parcours één of twee keer af te leggen. Meer info op www.zatopekmagazine.com. TS

19 september 1907. In een rijke Brusselse familie ziet Yvonne Geurts het levenslicht. De kleine Yvonne wordt al snel naar de kunstschaatsles gestuurd. Op haar tweeëntwintigste neemt ze als eerste Belgische schaatster ooit deel aan de Wereldkampioenschappen in Boedapest. Ze eindigt als laatste, maar liefst 72 punten na de ongenaakbare Noorse Sonja Henie. Yvonnes beste jaar is 1932, wanneer ze zesde eindigt op de Olympische Spelen in Lake Placid. Een jaar later is ze de eerste buitenlandse vrouw die de Elfstedentocht met succes uitrijdt. Ook in de liefde gaat het Yvonne voor de wind. Al in haar tienerjaren trouwt ze met de twaalf jaar oudere Charles de Ligne. In de Eerste Wereldoorlog maakt hij deel uit van de Belgische cavalerie. Na de oorlog duikt hij in het zakenleven. In hun vrije tijd sleept Yvonne Charles mee naar de ijspiste. Hij wordt een van de beste Belgische snelschaatsers. In 1936 neemt Charles zelf deel aan de Olympische Winterspelen in Garmisch Partenkirchen, wat hem een achtentwintigste plaats op de 10.000 meter oplevert. Maar liefst zes keer wordt hij gedubbeld, tot groot jolijt van het aanwezige publiek. In de annalen van de Winterspelen tekent Charles de traagste tijd ooit op de 10.000 meter op. Is dit weer zo een historie van Brusselse sporters van rijke komaf die ooit aan de Winterspelen deelnamen, voornamelijk om het deelnemersblad op te vullen en om ter plekke de bloemetjes buiten te zetten met de aanwezige beau monde? Het heeft er alle schijn van, maar dit verhaal kent een spectaculair vervolg. Tijdens de Tweede Wereldoorlog engageren Yvonne en Charles zich in het verzet, om zoveel mogelijk gewonde geallieerde piloten en geheime agenten terug over het Kanaal te loodsen. Honderden geallieerden maken dankzij hun hulp de overtocht. 14 november 1944, tweeënhalve maand na de Bevrijding van Brussel. De succesvolle Charles de Ligne, inmiddels 49 jaar oud,

baat een kruidenierszaak uit in de Elsense Baljuwstraat. Na een drukke werkdag fietst hij samen met Yvonne naar hun buitenverblijf in Sint-Genesius-Rode. Daar aangekomen maakt Charles een rustige wandeling door de tuin, tot er enkele schoten weerklinken. De Ligne wordt vier keer in de buik geraakt. Hij zakt in elkaar en zal nooit meer opstaan. Yvonne vertelt aan de politie dat de Gestapo weleens achter de misdaad zou kunnen zitten, gezien de verzetsdaden van haar man en het feit dat de kogels met een Duits geweer werden afgevuurd. Van dat verhaal blijkt niets te kloppen. Wat is er echt gebeurd? Tijdens de Tweede Wereldoorlog maakte Yvonne in een Antwerpse club kennis met de Nederlandse schaatser Jacob Hartog. Wanneer Charles op een dag wat vroeger thuiskomt van een verzetsactiviteit, betrapt hij de tortelduifjes op heterdaad. Hardhandig werkt hij Jacob Hartog naar buiten. Yvonne broedt op een plannetje. Ze vertelt aan leden van een verzetsbeweging dat Charles tijdens de oorlog voortdurend in contact stond met Duitse spionnen, maar de doorgewinterde verzetslui trappen niet in de smoes. Uiteindelijk benadert Yvonne een zekere Armand Michiels uit Tervuren, die het klusje klaart voor de ronde som van 100.000 Belgische franken. Maar de relatie tussen Yvonne en Jacob is de goegemeente niet ontgaan. In het appartement van Hartog vindt de politie enkele compromitterende liefdesbrieven terug, waarin gehint wordt op het snode plan. Jacob Hartog krijgt drie jaar celstraf, maar overlijdt al na één jaar aan tuberculose. Yvonne ontsnapt ternauwernood aan de doodstraf, maar ze moet vijftien jaar brommen. Na zes jaar wordt ze alweer vrijgelaten, omdat de tuberculose ook haar te pakken heeft. Kort nadien, in 1952, sterft de Brusselse ijskoningin een anonieme dood. Eindredacteur Ken Lambeets houdt van literatuur en van echte sporten

REDACTIE BRUSSEL DEZE WEEK Flageyplein 18, 1050 Brussel, 02-650.10.65, fax 02-650.10.38, info@bdw.be, www.bdw.be. ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bdw.be), 02-650.10.80, 02-650.10.38. Gratis binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Rest van België 20 euro per jaar; IBAN: BE73 7340 3974 6060, BIC: KREDBEBB van Vlaams-Brusselse Media vzw. Buiten België 30 euro per jaar. OPLAGE 62.609 exemplaren. PROMOTIE EN DISTRIBUTIE Ute Otten, Maurice Droogh. MARKETING & SALES MANAGER Frederik Welslau: 0474-52.02.84. ADVERTEREN? Melissa Giardina, 0479-30.60.62, melissa.giardina@brusselmedia.be, HOOFDREDACTIE Steven Van Garsse. COÖRDINATIE Kim Verthé. EIND­REDACTIE Ken Lambeets (eindredactie@bdw.be). VORMGEVING Peter Dhondt. REDACTIE Jean-Marie Binst, Christophe Degreef, Bettina Hubo, Danny Vileyn. BRUSSELNIEUWS Kris Hendrickx (hoofdredacteur), Sandra Schreurs (projectcoördinator), Jelle Couder, Sara De Sloover, Laurent Vermeersch. MEDEWERKERS Nicky Aerts, Michaël Bellon, Alex Deforce, An Devroe, Elien Haentjens, Eva Hilhorst, Ilah, Toon Lambrechts, Wauter Mannaert, Tom Peeters, Niels Ruëll, Bruno Schols, Tim Schoonjans, Benjamin Tollet, Georges Tonla Briquet, Nick Trachet, Bram Van de Velde. FOTOGRAFEN Bart Dewaele, Marc Gysens, Ivan Put, Dieter Telemans, Saskia Vanderstichele, Jo Voets. FINANCIËLE ADMINISTRATIE Manu De Hertogh. VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Steven Van Garsse, BDW, Flageyplein 18, 1050 Elsene. ALGEMENE DIRECTIE Jo Mariëns. Brussel Deze Week wordt gedrukt op de persen van de nv Roularta, Meiboomlaan 33, 8800 Roeselare en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie.

ONS MAILEN? Al onze mailadressen zijn volgens dezelfde structuur opgebouwd: voornaam.naam@bdw.be (losse bestanddelen van voornaam of naam aan elkaar, en zonder trema’s, verbindingsstrepen en andere tekens).


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.