BDW - editie 1486

Page 1

© SASKIA VANDERSTICHELE

20 08 15

MERCATORFONDS BESTAAT EEN HALVE EEUW Een leven vol mooie boeken LEES P. 6-7

Zinneke aan de galg TERVUREN – Op deze manier hangt Zinneke momenteel op in het atelier van beeldhouwer Tom Frantzen. De bronzen hond, die begin augustus aangereden werd door een auto en zijn voorste poten brak, is zo goed als klaar om teruggeplaatst te worden op de hoek van de Kartuizersstraat en de Oude Graanmarkt. Het Bruegelbeeld, een ander standbeeld van Tom Frantzen, wordt na een twaalf jaar durende soap eindelijk aan de Kapellekerk geplaatst. Op pagina 16 en 17 leest u het hele verhaal. Killyan Dauvillé

DE ONZEKERE TOEKOMST VAN THEATER TOONE LEES P.3 EN P.20-21

-2€ ADVERTENTIE

BON

DB121553G5

Bij aankoop van 4 flessen Fanta® of Sprite® 1.5L/2L Ontdek de bon en de voorwaarden binnenin

N° 1486 VAN 20 TOT 27 AUGUSTUS 2015 ¦ WEEK 34: WEEKBLAD, EEN UITGAVE VAN VLAAMS-BRUSSELSE MEDIA VZW, FLAGEYPLEIN 18, 1050 ELSENE, REDACTIE: 02-650.10.96, ABONNEMENTEN: 02-650.10.80, E-MAIL: INFO@BDW.BE, WWW.BDW.BE


BDW 1486 PAGINA 2 - DONDERDAG 20 AUGUSTUS 2015

VAN DE REDACTIE

WELLICHT VOLGEND JAAR VERBOD OP ONVERDOOFD SLACHTEN door Christophe Degreef

Wereldbeeld Wat  een  discussie.  Dat  schoot  me  de  jongste  week  te binnen, nadat Vlaams minister van Dierenwelzijn Ben  Weyts  (N-VA)  een  verbod  heeft  ingevoerd  om  dieren  onverdoofd  te  laten  slachten  op  tijdelijke  slachtvloeren.  Binnenkort  is  het  namelijk  offerfeest,  en  dan  offeren  moslims  traditiegetrouw  een  schaap  op  rituele  wijze.  Kelen, dus, zonder verdoving, net zoals er in dit land  eeuwenlang  dieren  zijn  gedood  op  min  of  meer  dezelfde manier. Twee zaken. Eén: dierenleed is te vermijden in een verlichte  samenleving,  en  onverdoofd  slachten  dus  ook.  Alleen: het is een illusie te denken dat het pakje vlees  dat  u  in  de  supermarkt  koopt  nooit  geleden  heeft  in  gevangenschap,  toen  het  nog  een  dier  was  en  speciaal  werd  gekweekt  voor  consumptie.  De  productie  van zulk vlees wordt kunstmatig hoog gehouden, wat  ethisch  gezien  het  lijden  voor  elk  dier  groter  maakt,  want de kans is bijgevolg groot dat het dier wordt gekweekt  om  niet  gegeten  te  worden.  De  dood  van  het  dier  is  dus  nutteloos.  Mensen  die  zich  tegen  dierenleed uitspreken zijn dus best ofwel volledig vegetariër,  of houden de productie van vlees in eigen handen, bijvoorbeeld op hun eigen boerderij.  Twee:  hoewel  de  maatregel  om  niet  onverdoofd  te  slachten  iedereen  aanbelangt,  viseert  zij  in  de  eerste  plaats moslims, want zij zijn tezamen met de Joden -

WAUTER MANNAERT

die  minder  moeilijk  liggen  in  onze  samenleving  -  de  enigen die dit doen. Voeren we een debat over levensbeschouwingen, dan begeven we ons op glad ijs, want  levensbeschouwingen zijn nooit rationeel. Er valt dus  rekening  mee  te  houden  dat  mensen,  en  bij  uitbreiding bevolkingsgroepen, er andere keuzes op (willen)  nahouden.  Verbiedt  men  die  wereldbeelden  toch,  of  aspecten  van  die  wereldbeelden,  dan  wordt  in  onze  postmoderne samenleving zo’n verbod al gauw als een  inbreuk  op  vrijheid  gezien,  en  dus  als  een  maatregel  die vooral moslims treft in hun diepste wezen. Terwijl  ze evengoed oprecht bedoeld kan zijn als een manier  van de staat om slechte praktijken uit onze moderne  samenleving te verbannen. De geest is echter uit de fl es. In een stad als Brussel  wordt aangenomen dat moslims in 2030 ongeveer een  derde  van  de  bevolking  zullen  uitmaken.  Vinden  zij  het  recht  op  onverdoofd  slachten  een  basisrecht,  gezien  hun  wereldbeeld,  dan  zullen  zij  van  hun  demografi  sche macht politiek gebruik maken om dit alsnog  opnieuw  in  te  voeren.  Tenzij  hun  wereldbeeld  in  die  tijd evolueert, of er alternatieven worden bedacht als  offerande. De bal ligt met andere woorden ook in hun  kamp. Het zou tegelijkertijd goed zijn als niet-moslims eens  klare  wijn  zouden  schenken  over  welk  soort  samenleving  ze  zelf  willen.  Dat  kan  geen  samenleving  zijn  die  een  loutere  optelsom  is  van  deze,  die  en  andere  wereldbeelden. Want wereldbeelden gaan aan een sociaal contract vooraf. We wilden toch zo graag een multiculturele samenleving? Wel, we krijgen ze nu. Elke dag opnieuw.

‘BRUSSELSE SLACHTHUIZEN VOOR BRUSSELAARS’ BRUSSEL – Enkel Brusselse moslims kunnen eind september hun schaap slachten in de Brusselse slachtplaatsen tijdens het Offerfeest. Volgens Brussels staatssecretaris voor Dierenwelzijn Bianca Debaets (CD&V) zullen alle moslims uit het Vlaams en Waals Gewest geweigerd worden door de controleurs aan de slachtplaatsen. Vreest u niet voor een overrompeling in de Brusselse slachtplaatsen van mensen van buiten het Gewest die hier onverdoofd hun schaap willen slachten? Bianca Debaets:   “Nee,  want  de  controleurs aan de slachtplaatsen  zullen aan iedereen een legitimatiebewijs  vragen.  Enkel  de  inwoners  van  het  Brussels  Hoofdstedelijk Gewest kunnen hun schaap  hier  laten  slachten.  Vlaamse  en  Waalse moslims mogen hier hun  schaap niet komen slachten. Voor  hen  is  het  dus  vergeefse  moeite  om met het Offerfeest naar Brusselse slachtplaatsen te gaan.” Waarom volgt het Gewest de Europese verordening over dierenwelzijn niet en laat het onverdoofd slachten op tijdelijke slachtvloeren toe? Debaets: “In Vlaanderen en Wallonië kunnen dieren enkel onverdoofd geslacht worden in erkende  slachthuizen.  Maar  daar  zijn  er  ook  veel  meer  slachthuizen  dan  hier  in  het  Brussels  Hoofdstedelijk  Gewest.  Het  enige  erkende  slachthuis  van  het  Gewest  ligt  in  Anderlecht.  Als  we  de  Europese  verordening  zouden  volgen,  zouden  we  onnodig  chaos  creëren.  Want  het  slachthuis  van  Anderlecht kan de toevloed in zijn eentje  niet  aan.  In  2014  werden  tijdens  het  offerfeest  1.144  schapen  en  geiten  geslacht  in  het  slachthuis  van Anderlecht en 1.566 op de tijdelijke slachtvloeren.” “Als  je  nu  nog  snel  een  verbod  invoert,  zouden  de  mensen  halsoverkop thuis in de badkuip of op  het  terras  de  dieren  beginnen  te  slachten.  Dat  is  onwettig,  onhygiënisch  en  enorm  pijnlijk  voor  het dier als de slachting verkeerd  wordt  uitgevoerd.  De  tijdelijke  slachtvloeren  in  Brussel-Stad,  Schaarbeek  en  Sint-Jans-Molenbeek werden juist ingericht om te  vermijden dat mensen thuis gaan  slachten.”  Hoe wordt het lijden van de dieren in Brussel dan beperkt? Debaets: “ De  tijdelijke  slachtplaatsen  worden  natuurlijk  aan  heel  strenge  controles  onder-

BIANCA DEBAETS:

“Als je nu nog een verbod invoert, beginnen de mensen halsoverkop thuis in de badkuip of op het terras dieren te slachten”

worpen.  Zo  worden  de  offeraars  verplicht  een  opleiding  te  volgen,  gericht  op  het  verlichten  van  de  stress  en  het  lijden  van  de  dieren.  Die  opleiding  vindt  plaats  in  september  en  wordt  gegeven  door  dierenartsen  in  het  slachthuis  van  Anderlecht.  Het  is  een  theoretische  opleiding,  er  zullen  dus  geen  schapen  onnodig  geslacht  worden.  Aan  de  hand  van  videobeelden en foto’s zal worden  aangetoond hoe je een schaap zo  pijnloos mogelijk kan slachten.” Wanneer komt er in Brussel een verbod op onverdoofd slachten op tijdelijke slachtvloeren? Debaets: “Normaal gezien komt  het  verbod  er  volgend  jaar,  maar  ik  wil  het  doen  in  overleg,  zowel  met  Gaia  als  met  de  gemeenten  en  de  moslimgemeenschap.  Ik  verkies  overleg  met  alle  belanghebbenden  en  niet  voor  straffe  uitspraken  zoals  Vlaams  minister voor Dierenwelzijn Ben Weyts  (N-VA).  Dit  jaar  kiezen  we  voor  een overgangsmaatregel. Een van  de alternatieven is om vanaf 2016  drie dagen te laten slachten in het  slachthuis  van  Anderlecht,  zodat  er  daar  meer  schapen  geslacht  kunnen worden.” “Giften,  die  binnen  de  islam  erkend  zijn  als  een  waardig  alternatief  als  offer,  zijn  volgens  mij  de beste oplossing. Ik ga proberen  om  samen  met  de  Moslimexecutieve en de moskeeën dat alternatief  meer  te  verspreiden.  Op  die  manier moeten er geen dieren geofferd worden en dat is nog altijd  de oplossing die ik verkies.” Killyan Dauvillé


BDW 1486 PAGINA 3 - DONDERDAG 20 AUGUSTUS 2015

BDWVOORGROND

ENERGIE > SIBELGA BEREIDT OMSCHAKELING VOOR NAAR HOOGCALORISCH GAS

BRUSSEL NOG NIET KLAAR VOOR NIEUW GAS

Binnen negen jaar zal er hoogcalorisch gas door het Brusselse gasnet stromen.

BRUSSEL – Over negen jaar start een grote conversieoperatie op het Brussels gasnet. Er zal vanaf dan hoogcalorisch gas door de buizen stromen. Een (klein) deel van de gastoestellen bij de Brusselse gezinnen is daar niet aan aangepast. Vraag is wie voor de controle en omschakeling moet opdraaien.

N

ederland heeft een tijdje geleden bekendgemaakt de gaskraan naar ons land op middellange termijn dicht te draaien. Vanaf 2024 al zal er geleidelijk aan minder Nederlands gas op het Belgisch net worden verspreid. Het Nederlands gas is laagcalorisch. De

nieuwe gastoelevering zal hoogcalorisch zijn. Die omschakeling moet goed voorbereid worden. Synegrid, de koepel van distributienetbedrijven in België, heeft de kost van die omschakeling voor het transportnet (Fluxys) geraamd op 200 miljoen euro. Ook op het Brus-

sels gasnet (Sibelga) zijn aanpassingen nodig. Op vraag van Evelyne Huytebroeck (Ecolo), gaf minister voor Energie Céline Fremault (CDH) een eerste reeks ramingen. Sibelga zelf zal 16 miljoen euro moeten investeren. Al bij al een bescheiden bedrag voor investeringen die

daarna decennia zullen meegaan.

Hulpfonds Veel onduidelijker is de impact op de Brusselse gasgebruiker. Ook daar heeft Sibelga een raming gemaakt van de kostprijs om de installaties van de gebruikers te controleren en af te stellen. Dat zou nog eens 73 miljoen euro zijn. En dan zijn er nog de installaties en toestellen zelf, die mogelijk vervangen moeten worden. Minister Fremault stelt zich luidop de vraag of

Cultuur > Toekomst poppentheater onzeker

Minder subsidies voor Toone BRUSSEL – In 2016 moet het Koninklijk Poppentheater Toone het met vijf procent minder subsidies van de Fédération Wallonie-Bruxelles doen. Of het marionettentheater vanaf 2017 nog subsidies krijgt, is onduidelijk. De beslissing komt er na een negatief advies van de Conseil de l’Art Dramatique (CAD). Volgens het CAD behoort Toone niet meer tot de bevoegdheid Cultuur, maar tot de be-

voegdheid Toerisme of Erfgoed. Het Gewest zou dan bevoegd worden voor Toone. Minister van Cultuur van de Franse Gemeenschap Joëlle Milquet (CDH) geeft Toone een jaar

de tijd om te heroriënteren om de toekomst van het marionettentheater veilig te stellen. “Vijf procent minder budget is moeilijk, maar haalbaar,” zegt Nicolas Géal, directeur van Toone. “Dan zullen we iets meer dan 200.000 euro ontvangen. Wat me het meest verontrust, is dat het onduidelijk

is of we vanaf 2017 nog subsidies krijgen van de Fédération WallonieBruxelles. In september heb ik een gesprek met Milquet. Ik denk dat ze niet de hele geschiedenis van Toone kent. De stad heeft al enorm veel inspanningen gedaan op vlak van infrastructuur, daarom zou het bizar zijn dat de Fédération Wallonie-

hier op termijn een hulpfonds voor moet worden opgericht. “Die keuze ligt bij de regering en zal moeten worden gemaakt op basis van beschikbare middelen.” Vraag is voornamelijk hoeveel gastoestellen (boilers, chauffageketels, fornuizen, enzovoort) in de Brusselse huizen aangepast of vervangen moeten worden. Dat blijkt op zich goed mee te vallen. Toestellen vanaf verkoopjaar 1978 zijn hoe dan ook voor beide soorten gas geschikt, “en de omschakeling gebeurt vanzelf. Daar komt geen technicus aan te pas,” zegt Philippe Massart, woordvoerder van Sibelga. Hij ergert zich aan de desinformatie die hierover verspreid wordt. “Ik heb op Batibouw verkopers bepaalde toestellen horen aanprijzen omdat ze geschikt zijn voor hoogcalorisch gas. Dat is natuurlijk klinkklare onzin. Ongeschikte toestellen zijn in België al decennia uit de handel.” En toestellen ouder dan 1978? Of toestellen die uit migrantenlanden zijn meegekomen, zoals die soms in Brussel te vinden zijn? Voor Sibelga is dat een zaak voor de politiek. Massart: “In principe zijn wij maar verantwoordelijk tot aan de gasmeter. Daarna is dat een zaak van de particulier.” Toch heeft Sibelga al becijferd wat een controle en afstelling van ‘foute’ toestellen zal kosten. “Als een minister ons vraagt om dat te berekenen, dan doen we dat. Maar dat betekent niet dat Sibelga dat bedrag automatisch zal ophoesten,” zegt Massart. Een officieel standpunt hierover wil Massart evenwel niet kwijt. Sibelga is hierover in overleg met Synegrid en zal over afzienbare tijd met een gemeenschappelijk standpunt naar buiten komen.

Steven Van Garsse

Bruxelles de subsidies zou verminderen. Wat ik vooral wil bereiken tijdens het gesprek is dat Toone onder haar bevoegdheid blijft, want anders kan uiteindelijk iedereen zijn handen in onschuld wassen. Ik heb er goede hoop op dat ik Milquet zal kunnen overtuigen. Lukt dat niet, dan vrees ik voor het einde van Toone,” besluit Géal. Killyan Dauvillé Lees het portret van Toone-directeur Nicolas Géal op pagina 20-21: ‘Zonder de Stad Brussel zou Toone niet meer bestaan’


BDW 1486 PAGINA 4 - DONDERDAG 20 AUGUSTUS 2015

Uitgelicht > Heraanleg Koningin Astridplein klaar in de herfst van 2018

Eén markt, twee pleinen JETTE – De populaire zondagsmarkt van Jette wordt vanaf september in twee gehakt. Een veertigtal marktkramers verhuizen naar het Kardinaal Mercierplein. En dat voor minstens twee jaar. Het is een van de minder aangename gevolgen van de komst van tram 9. Vraag is of de markt dit overleeft. “We willen de markt hoe dan ook hervormen,” zegt schepen van Handel Paul Leroy (CDH).

D

e werken aan tramlijn 9 zijn gestart. Binnenkort worden de eerste sporen gelegd. De lijn moet het Noordwesten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest beter ontsluiten. Het is een plan dat al jaren oud is, en recent in een stroomversnelling is gekomen. De grootste impact op het stadsweefsel heeft de nieuwe tramlijn aan de Spiegel, het hart van Jette. Dat is al lang geweten. Het is de reden waarom de gemeente Jette, als compensatie, een ondergrondse parking heeft geëist onder het Koningin Astridplein, en een volledige heraanleg. Op kosten van het Brussels Gewest. De laatste heraanleg dateert van dertig, veertig jaar geleden.

Flinke domper Net voor het zomerreces heeft de

Brussels regering het lastenboek goedgekeurd voor de ondergrondse parking. De bouw- en milieuvergunning heeft het gewest al op zak. In september beginnen de nutsbedrijven er te werken, in mei 2016 zal met de graafwerken begonnen worden. Die duren minstens tot eind 2017. Het wordt een parking met 199 plaatsen op drie verdiepingen die door het Brussels gewestlijk parkeeragentschap zal worden beheerd. Die zal later de exploitatie al dan niet uitbesteden aan een privébedrijf. In september wordt een bouwaanvraag ingediend voor de bovengrond. Het Koningin Astridplein wordt van gevel tot gevel heraangelegd, met fonteintje en zitbanken. Auto’s kunnen er niet meer op, tenzij voor leveringen. “Door het autovrij te maken verbeteren we de openbare ruimte.

ste van het noorden van Brussel.

“Een toeristisch treintje moet beide marktdelen met elkaar verbinden”

Dat komt de leefbaarheid ten goede én de economische rentabiliteit,” zegt Brussels minister van Openbare Werken Pascal Smet (SP.A). Het is het recept van de (autovrije) centrale lanen in de Vijfhoek dat Smet nu ook zoveel mogelijk in de rest van de stad wil uitbouwen. Het Koningin Astridplein zal pas in de herfst van 2018 helemaal klaar zijn, en dat is een flinke domper voor de zondagsmarkt van Jette, met 10.000 bezoekers en tweehonderd marktkramers een van de grootste van Brussel, en sowieso de groot-

Treintje Vraag is of de markt die jarenlange werken overleeft. Want de zondagsmarkt heeft een puike reputatie, tot ver buiten de gemeentegrenzen. Het is ook een vraag die de gemeente Jette niet kan beantwoorden. Die is alvast van plan om de schade zoveel mogelijk te beperken. Van de 200 plaatsen zullen er zo’n 40 moeten verhuizen naar het Kardinaal Mercierplein. Daarmee wordt de markt letterlijk in twee gehakt. De afstand tussen de kleinere markt (Mercierplein), en de oorspronkelijke markt (Koningin Astridplein) is, in wandelafstand, twaalf minuten. Net te veel om te hopen dat marktbezoekers beide markten zullen aandoen. Nochtans is het net dat wat de gemeente beoogt. “Hoe langer mensen op een markt blijven, hoe meer ze kopen,” zegt schepen Paul Leroy, tevens bevoegd voor Handel. Hij wil daarom een toeristisch treintje laten rijden tussen beide marktdelen. Anderzijds hoopt de gemeente dat het marktdeel op het Kardinaal Mercierplein nieuwe bezoekers zal lokken uit het noorden van de gemeente.

Men zou kunnen verwachten dat de marktkramers die moeten verkassen naar het Kardinaal Mercierplein daar niet vrolijk om zijn, maar het tegendeel is waar. “Het Kardinaal Mercierplein is helemaal heraangelegd, de marktkramers zullen er niet de last ondervinden van de werken aan de tramlijn. De plaatsen daar

DE WEEK IN BEELD DOOR BART DEWAELE Het Reyersviaduct mag dan wel klaar zijn voor de sloop, zelfs in de aanloop naar zijn ondergang mag het nog even schitteren. Het viaduct is dezer dagen helemaal ingepakt en dat is nodig om het asbest veilig uit de mastodont te kunnen halen. Daardoor heeft het bouwwerk momenteel de allure van een kunstwerk van de Bulgaars-Amerikaanse inpakkunstenaar Christo.


WEEKOVERZICHT

BDW 1486 PAGINA 5 - DONDERDAG 20 AUGUSTUS 2015

© SASKIA VANDERSTICHELE

WOENSDAG 12 AUGUSTUS GRONDELSWIJK ZONDER GAS. In de Grondelswijk in Anderlecht zitten 360 woningen al bijna een week zonder gas. Dat komt door een lek in de toevoer. Volgens Laurent Gäbele, vice-voorzitter van de Huisvestingsdienst van Anderlecht, was er voldoende ventilatie en dus op geen enkel moment risico op een explosie. Maar de situatie zou nog een hele tijd kunnen duren.

DONDERDAG 13 AUGUSTUS EERSTE IVM-BABY. In UZ Brussel is een baby geboren uit een onrijpe eicel en dat is een primeur in Europa. Bij IVM of in-vitromaturatie rijpt de eicel in het labo in plaats van in het lichaam van de vrouw. Op die manier kunnen vrouwen bij ziekte hun kinderwens toch veilig stellen. Wereldwijd gaat het om het tweede kind dat dankzij de techniek is verwekt.

VRIJDAG 14 AUGUSTUS SLANG IN ELSENSE BADKAMER. Een twee meter lange ringslang is opgedoken in de badkamer van een appartement op de Waaglaan in Elsene. De bewoonster van het appartement schakelde de politie in toen ze de slang aantrof op het handdoekenrek. Agenten vingen de slang eens er vastgesteld was dat het niet om een giftig exemplaar ging. Hoe de slang in de badkamer terecht kwam is niet duidelijk. NEGEN BRUSSELAARS DIENEN CUMMULLIJST NIET IN. Volgens Cumuleo hebben negen verstrooide Brusselse mandatarissen hun cumullijst niet ingediend. Het gaat om de aangifte van mandaten en vermogens die parlementsleden, burgemeesters, schepenen, gemeenteraadsleden en topambtenaren jaarlijks moeten doen. In het totaal hebben dit jaar 211 verkozenen een van beide documenten niet ingediend. Hier staat een straf op, maar die wordt nooit toegepast.

ZATERDAG 15 AUGUSTUS Kleine weekmarkt op het ‘Spiegelplein’ in Jette. Dat plein krijgt een volledige make-over. Auto’s kunnen na de heraanleg in een ondergrondse parking terecht.

zijn gegeerd,” zo klinkt het bij de gemeente. Bovendien zal er het volledige aanbod te vinden zijn, wat niet het geval is voor het (grotere) marktdeel aan het Spiegelplein. Kaas en bloemen zullen daar bijvoorbeeld niet te vinden zijn. De marktkramers krijgen deze week

“ “

te horen wat hun standplaats zal zijn vanaf september. Afwachten hoe ze daarop reageren. Schepen Leroy is hoe dan ook zinnens om de markt te herdenken. “Een markt is een soort supermarkt in openlucht. Ook de Carrefours en Colruyts van vandaag veranderen geregeld hun inrichting. De werf

geeft ons de tijd om na te denken over de toekomst van de markt.” Bij sommige marktkramers leeft de overtuiging dat de Jetse zondagsmarkt op zijn retour is, dat de omzet daalt en de kwaliteitsvolle marktkramen langzaam verdwijnen. Steven Van Garsse

Ik heb veel sympathie voor organisaties zoals Hart boven Hard. Maar tegelijkertijd heb ik ook begrip voor het beleid. Cultuur is een volwassen sector” Wim Vanseveren volgt op 1 september Dorian van der Brempt op als directeur van Vlaams-Nederlands huis deBuren (in De Standaard).

In België kan alles. Zoals een skidorp bouwen in hartje Brussel” Audrey Contesse, ex-hoofdredactrice van architectuurmagazine A+, mijmert over Belgische bouwkundige lelijkheid (in De Standaard).

NOODLANDING OP WEG NAAR CAÏRO. Een vliegtuig van de Egyptische luchtvaartmaatschappij Egyptair heeft een noodlanding moeten maken op de luchthaven in Zaventem. Rond 16 uur was het vliegtuig opgestegen vanop Brussels Airport richting Caïro. Door technische problemen moest het toestel echter na korte tijd al terugkeren naar de luchthaven waar het veilig landde. De precieze aard van het probleem is niet gekend.

ZONDAG 16 AUGUSTUS VERMEENDE BOMAUTO IN SCHAARBEEK. Ontmijningsdienst DOVO is uitgerukt voor een vermeende bomauto op de Helmetsesteenweg in Schaarbeek. Vals alarm, zo blijkt. Een man zat naar eigen zeggen vast in de auto die niet van hem was en beweerde dat het voertuig vol explosieven zat. Daarop belde de politie de ontmijningsdienst van het leger. Zij bevrijdden de man en doorzochten de wagen, maar troffen geen explosieven aan. Mogelijk kampt de man met psychologische problemen.

MAANDAG 17 AUGUSTUS WERKEN SPIEGELPLEIN VAN START IN SEPTEMBER. In september beginnen in Jette de werken aan het Koningin Astridplein, ook wel bekend als het Spiegelplein. De heraanleg maakt deel uit van het project van tram 9. Onder het plein komt een parking van 199 plaatsen en bovengronds worden er fonteintjes voorzien. Na de make-over wordt het plein autovrij. Tijdens de werkzaamheden die nog tot 2018 zullen duren wordt de zondagsmarkt opgesplitst over het Koningin Astridplein en het Kardinaal Mercierplein. RECORDAANTAL AZIELZOEKERS. De Dienst Vreemdelingenzaken heeft op één dag 314 asielaanvragen gekregen en dat is een record. In de hele maand april waren dat er maar 1.200. 260 nieuwe asielzoekers werden al toegelaten, 50 anderen moeten terugkomen. Vooral Syriërs en Eritreeërs dienden zich aan. Om aan de vraag tegemoet te komen zorgt de regering deze week voor 900 tijdelijke opvangplaatsen.

DINSDAG 18 AUGUSTUS

HET WOORD

Belge une fois

Nog tot en met 26 augustus palmt de pop-upstore Belge une fois de kunstgalerij La Porte Rouge in de Hoogstraat 103 in. In de winkel verkopen Natacha Filipiak en Arthur Renson magneten, badges, posters, T-shirts, draagtassen en postkaarten met belgicismen op. Maar liefst tien Belgische designers en stylisten ontwerpen de spulletjes met de typische Belgische termen. Alles begon toen Natacha Filipiak een postkaart met belgicis-

men ontwierp en die op Facebook plaatste. De foto werd duizenden keren gedeeld en de hype was geboren. Door het grote succes opent in september een nieuwe winkel van Belge une fois in de Hoogstraat. Binnenkort zal je dus vaker termen als Dikkenek, Baraki d’kermesse of zinnetjes als Il fait douf aujourd’hui en Bref, je suis Belge op T-shirts zien opduiken in het straatbeeld. Killyan Dauvillé

DRUGSDEALERS HARDER AANGEPAKT. De strijd tegen drugs wordt een nieuwe prioriteit voor de Brusselse politie. Volgens burgemeester Yvan Mayeur (PS) veroorzaken drugsdealers te veel overlast. Nu ligt de nadruk binnen de politiezone Brussel Hoofdstad-Elsene nog eerder op diefstal, overlast en verkeersveiligheid. Voortaan zal de politie regelmatig patrouilleren in probleemzones en praten met buurtbewoners zodat dealers op heterdaad betrapt kunnen worden. Samengesteld door Ella Van Craen

MEER NIEUWS DE HELE WEEK ROND OP SURF NAAR BRUSSELNIEUWS.BE EN SCHRIJF JE IN OP DE NIEUWSBRIEF


KUNST > MERCATORFONDS BESTAAT EEN HALVE EEUW

EEN LEVEN VOL MOOIE BOEKEN “We werken alleen met redacteurs en vertalers van het hoogste niveau die we internationale tarieven betalen”

Bernard Steyaert, met het boek over Penone: “We zijn een echt Belgisch bedrijf, met drie aandeelhouders: een Brusselaar, een Vlaming en een Waal.”

© IVAN PUT


BDW 1486 PAGINA 7 - DONDERDAG 20 AUGUSTUS 2015

BRUSSEL – Tien jaar geleden heeft Bernard Steyaert met twee partners het Mercatorfonds overgenomen van Dexia. De uitgeverij verhuisde daarbij van Antwerpen naar Brussel. Het Mercatorfonds is voor 50-plussers een referentiepunt, een huis van vertrouwen. “De grote uitdaging is de jeugd terugwinnen,” zegt Steyaert. Maar daar heeft hij het volste vertrouwen in: kunst kijken doe je niet op een tablet, maar in een mooi boek op mooi papier. Welkom in een wereld waarin schoonheid heerst.

I

n het voorjaar van 2016 herdenkt het Noord-Brabants Museum in Den Bosch de 500ste verjaardag van de sublieme Jeroen Bosch met zijn onovertroffen oog voor de duistere kanten van de mens. Het is het Mercatorfonds dat voor drie publicaties zorgt: een monografie, een technisch boek over de restauratie van de schilderijen en een tentoonstellingscatalogus die dit najaar verschijnen. Het is vanuit de Brusselse Zuidstraat dat Bernard Steyaert en zijn equipe catalogi verzorgen voor de grootste musea wereldwijd: het Van Goghmuseum in Amsterdam is een van de grootste klanten, maar ook in het Metropolitan Museum in New York is het Mercatorfonds kind aan huis, net zoals in The National Gallery en The Royal Academy in Londen. Nu is de Scandinavische markt aan de beurt. Maar tentoonstellingscatalogi uitgeven is slechts een van de vier pijlers van de prestigieuze uitgeverij. Daarover later meer. We zitten op de vijfde verdieping van de Zuidstraat 2 temidden van vele honderden mooie boeken. Onze fotograaf wil een boek op de foto. Het is voor Steyaert niet makkelijk om een boek te kiezen tussen de vele honderden edities. Hij kiest uiteindelijk voor Penone. U bent een bevoorrecht iemand: u leeft met, van en tussen mooie boeken. Nochtans begon u uw carrière in de bankensector en de farmaceutische sector. Steyaert: “Ik ben blij dat ik mag vertellen over de droom die Mercatorfonds heet. Ik ben de zoon van een Belgisch diplomaat, heel mijn jeugd lang heb ik met mijn ouders de planeet rondgereisd, en iedere keer opnieuw schonk mijn vader een boek van het Mercatorfonds als relatiegeschenk. Die boeken waren de beste ambassadeur die België zich kon wensen. Ik ben opgegroeid met de mythe van het Mercatorfonds.” “Ik heb een opleiding Economie aan de ULB gevolgd, nadien heb ik bij de Banque Bruxelles Lambert en UCB gewerkt, maar mijn interesse voor mooie objecten is altijd gebleven. In de jaren 1980 werkte ik bij het veilinghuis Christie’s in Brussel, nadien heb ik vanuit Londen verschillende filialen van Christie’s over heel Europa geopend en ik ben er geëindigd als veilingmeester in Amsterdam: ik verkocht dus kunstwerken per opbod en had in die hoedanigheid veel contact met specialisten en musea.” “En dan volgde er een intermezzo: omdat ik als kind in Milaan had gewoond, kreeg ik de kans om de modegroep Prada gedurende twee jaar te leiden. Prada was een familiebedrijf, die baan was dus niet de makkelijkste, maar wel fascinerend. Toen heb ik de kans gekregen om de droom die ik al sinds de jaren 1990

koesterde waar te maken: in 2005 heb ik samen met twee vennoten het Mercatorfonds kunnen overkopen.” Het Mercatorfonds dateert uit de tijd dat banken meer deden dan geld verdienen. Ze investeerden ook in kunst. Steyaert: “Het Mercatorfonds was opgericht door de voorzitter van Paribas, het Belgisch filiaal van de Bank van Parijs en de Nederlanden, Maurice Naessens. Paribas werkte veel met multinationals en verdien-

Bottom Line uit in opdracht van het SMAK, een boek over tekeningen in de hedendaagse kunst. Recente voorbeelden zijn ook: het grote boek over Berlinde de Bruyckere en een boek over Giuseppe Penone.” “Wat de etnische kunst betreft, hebben we veel boeken uitgegeven over Congo, maar daar beperken we ons niet toe. Recent hebben we ons over Ivoorkust gebogen in Trésors de Côte d’Ivoire en over de Malinese terracotta in Djenné-Jeno. 1000 Years of terracotta statuary in Mali. En dan

“Ik ben ook op zoek naar een kapitaalsverhoging om meer buitenlandse producties aan te kunnen” de in die tijd veel geld. Naessens, een man die cultuur niet onbelangrijk vond, wou een stukje van dat geld gebruiken om de cultuur van de oude Nederlanden te verspreiden. Hiervoor richtte hij een uitgeverij op. Gedurende 40 jaar is het Mercatorfonds als filiaal van een bank blijven bestaan, ook met de opeenvolgende fusies en overnames. Paribas scheidde zich eerst af van het moederhuis in Parijs en werd achtereenvolgens Bacob, Artesia, Gemeentekrediet en Dexia. Al in 1992 wilden toenmalig directeur Jan Martens en ikzelf het Mercatorfonds overkopen, maar de banken hielden dertien jaar lang de boot af. Pas in 2005 heb ik mijn droom kunnen realiseren, omdat Dexia zich op zijn corebusiness wou concentreren.” “Eerst waren we met drie aandeelhouders, daarna met vier en nu opnieuw met drie, waarvan ik de voornaamste ben.” U zegt: Het Mercatorfonds is dankzij de rijke traditie voor kunstliefhebbers een huis van vertrouwen. Zet u de traditie verder of gooit u het roer om? Steyaert: “Toen we het Mercatorfonds overnamen, was de specialiteit van het huis Belgische kunst en kunst van de voormalige Nederlanden en het uitbrengen van co-edities in het Engels, Duits, Frans, Spaans en Italiaans. Co-edities hebben het voordeel dat het partnerland voor de vertaling zorgt, wat de kosten drukt. Het was een mooie collectie met honderden boeken die we in 2005 geërfd hebben en we zetten die traditie ook verder.” “Tweede pijler is de hedendaagse kunst, waar we veel meer dan voorheen aandacht aan besteden. In het najaar brengen we Drawing the

zijn er de tentoonstellingscatalogi waarvoor we met grote buitenlandse musea zoals het Van Goghmuseum in Amsterdam samenwerken en in eigen land met de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis en Bozar in Brussel, het SMAK in Gent, het MAS in Antwerpen en Le Grand Hornu in Henegouwen.” “We verzorgen wel minder co-edities. Onze boeken worden voortaan ook in het buitenland uitgegeven als Mercatorfonds met Actes Sud als verdeler voor de Franstalige wereld en Yale University

Press voor de Engelstalige wereld.” Mooie boeken uitgeven is een dure aangelegenheid. Hoe slaagt u daarin in tijden van besparingen? Steyaert: “Eén van de grote uitdagingen voor de toekomst is de prijs van de afbeeldingen beperken. Ook musea staan onder druk om te besparen en moeten op zoek naar andere inkomstenbronnen. Eén van de manieren om aan geld te geraken zijn de rechten op afbeeldingen. Wettelijk moeten er na 70 jaar geen rechten meer betaald worden, maar musea maken onderling afspraken. Prijzen tot 200 euro per afbeelding zijn geen uitzondering. Dat is voor ons onbetaalbaar. Reken zelf: een boek met 200 foto’s zou 40.000 euro aan rechten kosten. Het project is al op voorhand afgeschreven. Er gaat veel tijd in het onderhandelen met musea.” “Tweede grote kost: wij zijn een kwaliteitsuitgeverij, de teksten moeten van academisch niveau zijn en goed geschreven. We werken alleen met redacteurs en vertalers van het hoogste niveau die we internationale tarieven betalen. Soms brengt ons dat in de problemen met offertes. Als een concurrent een lagere prijs aanbiedt omdat de neef van de baas kan vertalen naar het Spaans, dan kunnen wij daar financieel niet tegenop omdat wij niet willen afdingen op de kwaliteit.” “Ik ben ook op zoek naar een kapitaalsverhoging om meer buitenlandse producties aan te kunnen. Ook de equipe die al het werk moet doen is beperkt: Pieter Verhoeven voor het commerciële, Ann Mestdag als algemeen hoofdredacteur en Wivine de Traux voor alles wat hedendaagse kunst betreft.” Hoe zit het met de subsidies? Overheden besparen dezer dagen overal waar ze kunnen. Steyaert: “We hebben onlangs een flinke opdoffer gekregen. We wilden

graag het middeleeuwse manuscript Chivalry and Romance in the Medieval East. The Adventures of Gillion de Trazegnies in het Nederlands en Frans uitgeven. Het manuscript is eigendom van het Gettymuseum in Californië. maar komt oorspronkelijk uit de bibliotheek van Lodewijk van Gruuthuuse. We hadden vertaalsubsidies aangevraagd bij de Vlaamse Gemeenschap en een positief artistiek en zakelijk advies gekregen, maar helaas kregen we een brief met de boodschap dat we toch niets kregen omdat het geld op was. Waarom een hele equipe dagen aan het werk zetten om een dossier samen te stellen als er toch geen geld meer is? Dat was een grote teleurstelling.” “Ik ben me ervan bewust dat ook het papieren boek zichzelf moet verkopen, maar sommige boeken zijn academisch en intellectueel van zo’n hoog niveau dat je nooit een vertaling in het Nederlands en Frans kan verzorgen zonder subsidies.” De publicaties van het Mercatorfonds zijn bestemd voor een internationaal publiek. Hoe zit het met de aandeelhouders en het personeel? Steyaert: “Wij zijn een echt Belgisch bedrijf, met drie aandeelhouders: een Brusselaar, een Vlaming en een Waal. Het personeel komt van overal, Brussel, Leuven, Gent, Antwerpen. We laten onze boeken drukken in Brugge en in Gent en occasioneel ook in Brussel. Sommige van de grafische vormgevers met wie we werken zijn Brusselaars zoals Petra Fieuws en Simon Casier, die ook voor Rosas en KunstenfestivaldesArts werken. We zijn Belgisch en stevig ingebed in Brussel.” Danny Vileyn

Meer info op www.mercatorfonds.be

ADVERTENTIE

Wees wijs en leer levenslang bij NIEUW IN 2015-2016: • Italiaans voor reizigers en levensgenieters • Duits in 10 lessen • Zakelijk Engels voor 50% in afstandsonderwijs • Trendy Koken

In CVO Strombeek-Grimbergen kan je dag- en avondcursussen Duits/ Engels/ Frans/ Informatica/ Italiaans/ Koken/ Nederlands voor anderstaligen/ Spaans / Toerisme volgen. Van 16 tot 99 jaar. I N FO R M AT I E E N O N L I N E I N S C H R I J V I N G E N :

facebook.be/ cvostrombeek | cvostrombeek.be | 02/ 267 35 15 | info@cvostrombeek.be


MONTASSER ALDE’EMEH VANGT TERUGGEKEERDE SYRIËSTRIJDERS OP

© IVAN PUT

BDW 1486 PAGINA 8 - DONDERDAG 20 AUGUSTUS 2015

zoek zijn naar hun zoon of dochter. Daarvoor werkt AlDe’emeh samen met ‘Les parents concernés’, een organisatie die de families verenigt. “Een van mijn belangrijkste medewerkers is Géraldine, een vrouw uit Sint-Jans-Molenbeek. Haar zoon is een half jaar geleden om het leven gekomen in Syrië. Sindsdien probeert ze moeders te helpen om hun kinderen terug te zien.” Het centrum heeft al tientallen telefoontjes gekregen van moeders die hun kinderen willen terughalen. Bij de overheid of de politie kunnen ze meestal niet terecht, en daarom probeert AlDe’emeh hen te helpen. “Eerst bekijken we wat voor iemand hun zoon of dochter is. Wat is het profiel, waarom is die persoon vertrokken? Wat ik nooit doe, is strijders terugbrengen, mensen die daar geweld gepleegd hebben. Het heeft geen zin om iemand terug te halen als er een risico is dat die hier in België een aanslag pleegt, want dat wil ik niet op mijn geweten hebben”, aldus AlDe’emeh. Hij richt zich vooral op vertrokken tienermeisjes, die niet goed weten waarom ze zijn vertrokken, en bijvoorbeeld hun vriend of man zijn gevolgd. De zoektocht naar de jongeren is zoeken naar een speld in een hooiberg. “We gaan op zoek naar mensen ter plaatse, die kunnen helpen. Meestal zijn dat mensen in grensgebieden: Koerden, Turken of gevluchte Syriërs. Ik spreek ook Syriërs in België aan, die connecties in Syrië hebben.” Ook smokkelaars spelen een belangrijke rol, en daar komen soms harde onderhandelingen bij kijken: “Soms vragen ze 5.000 of 10.000 euro om een jongere terug te halen. Ik probeer een juiste prijs te regelen voor de ouders.”

‘JONGEREN MET

NUANCE

WEGLEIDEN VAN GEWELD’

BRUSSEL – Het aantal Belgen dat naar Syrië en Irak is vertrokken om te gaan vechten is het laatste halfjaar gehalveerd, blijkt uit cijfers in ‘Le Soir’. Maar dat betekent niet dat het probleem van de baan is, zeggen specialisten. “De sociale vrede in onze maatschappij staat op het spel,” zo klinkt het. Onderzoeker Montasser AlDe’emeh probeert daar met zijn kenniscentrum ‘De weg naar’ iets aan te doen.

A

rabist Pieter Van Ostaeyen volgt het reilen en zeilen van Belgische Syriëstrijders op de voet. Zijn informatie is fragmentarisch, want ze is deels gebaseerd op wat terug te vinden valt op sociale media. In zijn meest recente overzicht kan hij 95 Brusselaars identificeren die op een gegeven moment naar Syrië of Irak zijn vertrokken. Sommigen onder hen zijn daar nog steeds, anderen zijn al teruggekeerd of overleden. De Stad Brussel en Sint-Jans-Molenbeek vormen de hoofdmoot, in de Rand is Vilvoorde met op z’n minst 25 Syriëstrijders een belangrijke leverancier. Ook Van Ostaeyen merkt een afname in het aantal vertrekkers. “Het is veel moeilijker geworden om te vertrekken. Na de aanslag op Charlie Hebdo zijn de overheden wakker geworden en zijn de grenscontroles veel strenger geworden.” Het gevolg is dat de maatschappij volgens Van Ostaeyen nog een veel groter probleem creëert: “Het aantal vertrekkers neemt dan wel af, de radicalisering allesbehalve. Het is zeker niet zo dat de extremistische activiteit op sociale media afneemt. Het risico is dus dat jongeren nog steeds radicaliseren, maar niet weg geraken.” Iemand die iets aan het probleem wil doen, is Montasser AlDe’emeh. Hij is een onderzoeker uit SintJans-Molenbeek, verbonden aan de Universiteit van Nijmegen en gespecialiseerd in de radicalisering van moslims. In februari richtte hij, samen met twee advocaten, ‘De weg naar’ op, een kenniscentrum dat

rechtstreeks contact legt met geradicaliseerde jongen, zowel potentiële vertrekkers als teruggekeerde Syriëstrijders. Een half jaar na de oprichting is het centrum volop aan de slag. In september zou een eigen pand klaar moeten zijn, tot dan gebruikt AlDe’emeh een kantoor van advocaat en medeoprichter Walter Damen in Mechelen. Het centrum is volledig onafhankelijk van de overheid, en krijgt dus geen subsidies. “En dat is een bewuste keuze,” zegt AlDe’emeh. “Als geradicaliseerde jongeren de indruk krijgen dat het vanuit de overheid gestuurd wordt, zien ze ons als deel van het establishment. Zo kom je nergens.”

Oog om oog Hij probeert de jongeren met nuance weg te leiden van het geweld. “Ik zeg niet welke weg ze moeten volgen, ik probeer hen vooral kennis bij te brengen. Als ze op internet bepaalde Koranverzen lezen, wijs ik hen op andere verzen, die vaak een heel ander beeld scheppen. En daarnaast probeer ik ze te overtuigen van het nut van hun aanwezigheid. Op het belang van hun familie, en op de kansen die ze krijgen. Zelfs al hebben ze geen secundair diploma zijn er mogelijkheden. Het is belangrijk dat de jongeren dat beseffen,” aldus AlDe’emeh. Teruggekeerde strijders zijn vaak niet onder de indruk van de gruwel die ze te zien kregen. “Als een piloot levend wordt verbrand, dan redeneren ze: ‘Die piloot dropte

Oostfrontstrijders

Onderzoeker Montasser AlDe’emeh: “Op mijn achttiende organiseerde ik militaire trainingskampen voor mezelf. Maar ik heb mensen ontmoet die mijn frustraties probeerden te begrijpen. Ik probeer nu hetzelfde te doen.”

MONTASSER ALDE’EMEH:

“Het heeft geen zin om iemand terug te halen als er een risico is dat die persoon in België een aanslag pleegt”

bommen op onschuldige mensen.’ Hetzelfde met mensen die onthoofd worden: ‘Assad (Bashar al-Assad, president van Syrië, red.) doet dat ook’, en ga zo maar door. Ze zien de gruwel als bijzaak. Het doel heiligt de middelen.” AlDe’emeh ziet het somber in: “De maatschappij beseft niet met welk probleem we hier zitten. Velen onder hen zijn niet tot inkeer gekomen, ze zijn teruggekomen voor andere redenen, voor hun familie bijvoorbeeld, of gewoon omdat het te gevaarlijk is geworden. Maar dat betekent niet dat hun sympathie voor IS (terreurorganisatie Islamitische Staat, red.) is afgekalfd,” zegt de onderzoeker. “Eén jongere zei tegen mij: als wij nu in Syrië zouden zitten, en Abu Bakr al-Baghdadi (zelfverklaard staatshoofd van IS, red.) zou mij vragen om u te onthoofden, omdat u kritisch staat tegenover IS, zou ik geen seconde twijfelen.” ‘De weg naar’ richt zich niet alleen op teruggekeerde Syriëstrijders of potentiële vertrekkers. Het centrum helpt ook families: ouders die op

Wat de staat met teruggekeerde Syriëstrijders moet doen, is ook voor AlDe’emeh een groot vraagteken. “Mensen die in het buitenland mensenrechten hebben geschonden en gruwelijke feiten gepleegd hebben, moeten berecht worden. Maar die feiten zijn vaak moeilijk te bewijzen. Bovendien stopt het probleem daarbij niet,” volgens AlDe’emeh. Hij pleit voor een evenwicht tussen repressie en preventie, en trekt daarbij een opvallende vergelijking met het verleden. “De Vlamingen die naar het Oostfront trokken, zijn in zekere zin te vergelijken met Syriëstrijders. Ze vertrokken omdat ze zich hier geïsoleerd voelden, hun Vlaamse identiteit werd nooit echt serieus genomen. Ze hadden een beeld over de ideale maatschappij, en daarvoor trokken zij naar het front. Dat is net hetzelfde als de jongeren die voor IS gaan vechten.” AlDe’emeh weet waarover hij spreekt, want in zijn jeugd koesterde hij zelf veel radicale ideeën. Hij schrijft erover in zijn boek De Jihadkaravaan. Dat hij erin is geslaagd om voor een andere weg te kiezen, is voor hem het beste argument om door te zetten. “Op mijn achttiende organiseerde ik militaire trainingskampen voor mezelf. Maar ik heb mensen ontmoet die mijn frustraties probeerden te begrijpen. Ik probeer nu hetzelfde te doen.” Filip Van der Elst


ADVERTENTIE

3

P-PRAAT

stappen om talen te leren

“De Brusselse voetgangerszone is ondoordacht.” Het is niet uw commentator die het zegt, maar Mathieu Berger van de Université Catholique de Louvain. Berger is socioloog, en moet zo gefrustreerd zijn geweest door de georganiseerde lage-emissiedictatuur te centrum Brussel dat hij in een opiniestuk in La Libre Belgique fel van leer trekt tegen het stadsbestuur. ‘L’impolitique de la ville,” zo noemt Berger het. En voorts: de stad trekt te veel de kaart van de benchmarking, genre “in het buitenland doet men het, dus moeten wij het ook doen.” En dan over de politiek in Brussel: “autistisch”. “In een coalitie waarin wantrouwen heerst gebeurt ofwel niets, ofwel zie je dat één speler plots heel snel accelereert en de anderen ter plaatse laat trappelen,” zo zegt Berger. Berger noemt het ook nog verontrustend dat die laatste aanpak de enige lijkt die in Brussel nog tot wat stedelijke ambitie leidt. Mocht u nu denken dat het allemaal de schuld is van die autistische zakkenvullers, wacht dan even. Berger geeft immers ook ontevredenen een veeg uit de pan: zitten nog te veel vast in denkbeelden uit de jaren 1960, toen ze demonstreerden tegen de afbraak van de stad, en gaan er te veel van uit dat het beleid sowieso slecht is. Wacht eens... Berger zegt dus dat het beleid slecht is, maar dat men daar niet van uit mag gaan. Een man naar ons hart. Misschien moet hij p-praatcommentator worden.

za. 29/8 van 10

OPEN DEUtot 14 u. R in Meise, St atio in Jette, Laar nsstraat 35 beeklaan 12 1

1. Surf

naar www.cvomj.be

CHIEN ÉCRASÉ Dus: de politiezone Brussel-Elsene bindt de strijd aan met drugsdealers. Meer patrouilleren op de ‘as Marollen-Anneessens-Ninoofsepoort’, vindt burgemeester Yvan Mayeur (PS). Wat dus wil zeggen: in de halve Vijfhoek. De politie zal zich vanaf nu in die buurt informeren bij de buurtbewoners, genre “als u last heeft van drugsoverlast, zeg het ons dan, en zeg er ook bij wie de dealers zijn.”

2. Kies

je cursus

3. Start

in september

12 talen • Vlaamse Gebarentaal • informatica • fotografie • mode beroepsopleidingen: personenzorg & multimedia operator campussen in Meise, Jette, Laken, Asse, Wemmel, Londerzeel en Vilvoorde

inschrijven vanaf nu

Grappig. Op de ‘as Waversesteenweg-Naamsepoort’ in Elsene zijn er traditiegetrouw ook problemen met drugs, en daar ging dezelfde politiezone ook al lang iets aan doen. Bent u jonger dan 35 en ziet u er branché uit, dan moet u eens met schuchtere blik op die as lopen en afklokken hoe lang het duurt eer een lokale dealer u vraagt of u iets nodig heeft. Tot daar de succesvolle aanpak op de as-Matongé. Tiens, de as Marollen-Anneesens-Ninoofsepoort, valt daar geen voetgangerszone van te maken?

ADVERTENTIE

Stationsstraat 35 • 1861 Meise • 02 892 24 00 • www.cvomj.be

BDW 19 augustus talen + opendeur.indd 1

29/06/2015 11:34:41


BDW 1486 PAGINA 10 - DONDERDAG 20 AUGUSTUS 2015

BDW REGIO

Over twee weken zet het vredegerecht de deuren open en houden de buren een feestmaaltijd op het Fransmanpleintje.

DEZE WEEK OP HET FRANSMANPLEINTJE > FEEST BIJ HET VREDEGERECHT

RECHTER EN BUREN BRENGEN LEVEN IN DE BROUWERIJ

LAKEN – Er broeit en bloeit iets rond het Fransmanplein. Sinds kort zetelt de vrederechter opnieuw in het mooi gerestaureerde justitiepaleisje. En de omwonenden zijn begonnen met het kweken van groenten, waarmee ze vervolgens een eetfestijn bereiden op het plein. Over twee weken houden vrederechter en buren samen een feestje.

H

et Fransmanplein is geen officiële straatnaam. Het is de plek waar de Fransmanstraat en de Mode Vlieberghstraat uitkomen op het vredegerecht van Laken, het vijfde Brusselse kanton. Tot voor een jaar of vier was hier ook geen pleintje. Dat kwam er dankzij het wijkcontract Leopold tot Leopold, dat de hele buurt een opknapbeurt gaf. Intussen heeft de Regie der Gebouwen ook het ruim honderd jaar oude gerechtsgebouw gerestaureerd. Vrederechter Martine Mosselmans, die tijdens de renovatie kantoor hield in een appartement op de Houba de Strooperlaan, kon afgelopen lente terugkeren naar haar ‘paleisje’. Op het voorpleintje speelt een groep

buurtkinderen voetbal. “Pas op, niet tegen de gevel shotten,” spreekt Mosselmans hen streng toe als ze de deur komt openen. De pas geverfde inkomdeur vertoont al een fameuze barst. “En de komende dertig jaar zal niemand die deur opnieuw komen verven. Ik zal het zelf moeten doen.”

Alarmknop Dit terzijde, is ze heel tevreden met de renovatie. Tot begin vorig jaar verkeerde het gerechtsgebouw in een ellendige staat: vuil, al jaren niet geschilderd, plafonds waarvan het pleister naar beneden viel, kapotte ramen, slechte verlichting, geen fatsoenlijk sanitair. Alles werd hersteld of vernieuwd.

“Wat mooi was, werd behouden,” zegt Mosselmans. Fier leidt ze ons rond in het gebouw, dat opnieuw waardigheid en autoriteit uitstraalt. In de griffie is nu overal verwarming en er is ook een echte balie. “Vroeger hadden we iets met kasten geïmproviseerd.” Voorts is het gebouw toegankelijk gemaakt voor gehandicapten. Er kwam nieuw sanitair en ook een keuken met eetruimte voor het personeel. Boven werd de majestueuze zittingszaal in zijn oude glorie hersteld en gemoderniseerd. Bovendien heeft Mosselmans gekregen waar ze al lang op aandrong: een alarmknop bij de tafel waar ze recht spreekt. Als kers op de taart werd het balkon aan de voorgevel opgeknapt. Vroe-

“Het mag wel eens iets anders zijn dan een verbrande brochette”

ger kon het niet gebruikt worden omdat er stukken van het plafond vielen. Nu heeft Mosselmans op het terrasje een tafel en stoelen neergezet zodat het personeel even kan verpozen met zicht op het pleintje.

Laagdrempelig Ze hoopt nu alleen dat het vredegerecht op deze plek kan blijven. Justitieminister Koen Geens (CD&V) wil immers besparen op gebouwen en personeel. Dat betekent in zijn optiek: centraliseren. Om te beginnen zullen alle vredegerechten die

© SASKIA VANDERSTICHELE

in eenzelfde gebouw zitten, zoals in Anderlecht of Schaarbeek, moeten samensmelten. “Maar ook overweegt hij om andere stadskantons samen te voegen. Wij hebben de vraag al gekregen om te verhuizen naar het Poelaertplein, waar de vredegerechten van het centrum zitten. Voorlopig hebben we dat wel kunnen afwimpelen, maar het zit er wel aan te komen.” Mosselmans vindt een verhuis naar het centrum geen goed idee. “Je bespaart er misschien mee, maar je mag niet vergeten dat een rechtbank in een fragiele buurt een functie heeft. Haal het vredegerecht hier weg en je moet een extra agent en drie straathoekwerkers inzetten. Bovendien ontstaat hier dan een stadskanker.” Volgens haar moet een vredegerecht laagdrempelig zijn en dus dicht bij de mensen liggen. “Voor de minister, die ook inzet op digitalisering, is het centrum vlakbij. Hij beseft niet dat hier een ander publiek komt. De helft van de mensen heeft geen computer en verschijnt zonder advocaat.”

Zelf kweken Omdat ze een rechtbank ‘op mensenmaat’ wil zijn, werkt ze op 5 september mee aan het tweede feestje van Resto Vliebergh. Die dag houdt ze opendeur in haar vredegerecht, met aperitief op het balkon. Resto Vliebergh is ontsproten uit de hoofden van enkele bewoners van de Mode Vlieberghstraat, een charmant straatje met aan de onpare zijde allemaal gelijkaardige werk-


BDW 1486 PAGINA 11 - DONDERDAG 20 AUGUSTUS 2015

manshuisjes. Ze werden eind negentiende eeuw door architect Henri Jacobs gebouwd op initiatief van de gemeente Laken, die toen met een massale arbeidersimmigratie werd geconfronteerd. Vandaag is het straatje, intussen ingericht als woonerf, een echte Brusselse mix: oude Brusselaars, jonge Brusselaars en nieuwe Brusselaars wonen kriskras door elkaar. Een hele hechte samenhang tussen de omwonenden was er tot voor kort niet. Eén van de redenen waarom een paar bewoners het idee opvatten om samen groenten te gaan telen en daarmee vervolgens een feestmaaltijd voor de buurt te bereiden. Op die manier wilden de initiatiefnemers ook laten zien dat in de Fransmanen Bockstaelbuurt, een wijk met een niet al te beste reputatie, ook mooie dingen gebeuren. Het project, dat de steun kreeg van het nieuwe wijkcontract, moet de buurtbewoners aanzetten om zelf groenten te kweken. Er werden dan ook zaadjes uitgedeeld en er werden bonen, tomaten en erwten geplant in tuinen, op balkons en in bakken op straat.

ELSENE > VERANDERING WERKREGELING UITGESTELD TOT SEPTEMBER

NETHEIDSWERKERS VOEREN ACTIE De arbeiders van de gemeentelijke netheidsdiensten in Elsene verzamelden vrijdagochtend aan het gemeentehuis op het Fernand Cocqplein. Dit uit protest tegen een nieuw systeem dat hen zou verplichten op feestdagen te werken, zonder extra vergoeding. “Feestdagen zijn feestdagen voor iedereen,” klinkt het. Vroeger konden arbeiders vrij kiezen op welke feestdagen ze werkten en werden daarvoor dubbel vergoed. Een nieuw aanmeldingssysteem in heel Elsene met biometrische prikklok bemoeilijkt dit. “Als je mensen verplicht om te werken op

feestdagen, moet je hun lonen verhogen. Door te betogen hopen we dat de boodschap overkomt,” zegt een verontwaardigde arbeider. Schepen van Openbare Netheid Viviane Teitelbaum (MR) legt uit dat het niet om een nieuwe regeling gaat maar om de bevestiging van een oud systeem dat tot nu toe verkeerd werd begrepen. Ze laat weten dat ze de manifestatie en het dreigen met staking ten zeerste betreurt. De veranderingen waren gepland voor 15 augustus, maar worden uitgesteld tot september. Ella Van Craen

ADVERTENTIE

Resto Vliebergh, 5/9/2015, info en inschrijving: restovliebergh@hotmail.com

lezersbrieven@bdw.be

Brusselkeuze Thijs Verbeurgt (BDW 1485, p.11) slaat in zijn brief over de Brusselkeuze de wijzers naar mijn mening ineens tè ver door naar de andere kant. Als naar gewoonte haalt hij er – als zogenaamd teken der ‘nieuwe Belgitude’- weer de Rode Duivels bij. Dit is een ‘argument’ dat vooral te onpas wordt aangewend door goedgelovige belgicisten en/of Brusselaars: ‘Maar kijk toch eens naar al die nieuwe juichende Belgische Algerijnen, Marokkanen, enzovoort.’ Maar er is toch niks zo veranderlijk als het voetbal? Elke voetbalfan weet dat, hoe emotioneel is deze stelling wel niet? Trouwens, hoorde lezer Verbeurgt nog veel gejuich na de Belgische nederlaag tegen voetbaldwerg Wales? Ik in ieder geval niet. En à propos: Franstalige Vlamingen, bestaan die nog? Enkel nog in FDF-hoofden, dacht ik. Ik vrees dat dhr. Verbeurgt het veel te dromerig ziet, tricolore zeg maar, ook al ben ikzelf het oneens met de N-VA-visie op Brussel. Carlo Pollart, Leuven

Volkscafés Naar aanleiding van het artikel over volkscafés (BDW 1485, p.8-9) zou ik de Stad Brussel willen spreken over de verdwijning van Les Postiers. Vroeger bevond dit café zich tegenover de oude post. Zelf ben ik geboren in 1945 – het moet rond de jaren 19501955 zijn dat dit oud zwart gebouw rechtover het Munttheater stond. Les Postiers was een levend museum, met kelners die nog een wit schortje droegen, waar men ook boterhammen met kaas (platte met radijzen en ajuintjes) of met Breugelkop, Brusselse kip-kap, serveerde. Fromage de tête noemen de Franstaligen dat, of hure voor kalfskop in sneetjes. Hopelijk leest een Brusselse cultuurgerichte décideur dit artikel. Ik vind dat de stad dit café in leven moet houden. De Stad Brussel en toeristische organisatoren moeten dit café aan Japanners tonen en in een stadsrit integreren, als eindpunt van de rit. Diegenen die niets willen drinken, kunnen meteen in de Nieuwstraat hun shoppingdorst lessen. Echt droevig ben ik door het verdwijnen van dit overblijfsel van le temps où Bruxelles bruxellait.

Sperzieboontjes In juni was er, bij wijze van voorproefje, een eerste eetfestijn rond het thema van de erwt. Dat was een groot succes hoewel de erwtjes uiteindelijk moesten worden aangekocht omdat de eigen aanplant niet tijdig rijp was. “Maar er was veel volk, het was mooi weer en het was lekker,” zegt Hilde Brepoels, een van de initiatiefneemsters uit de Mode Vlieberghstraat. “Het was net een marktje in de Provence. Er speelde zelfs een accordeonist, ook iemand uit de straat.” Het project zorgde er effectief voor dat de buren elkaar beter leerden kennen. “Tot voor kort zeiden mijn buurvrouw Fatima en ik elkaar alleen gedag. Nu lopen we bij elkaar binnen en wisselen we recepten uit,” zegt Brepoels. De bewoners zijn inmiddels volop bezig aan de voorbereiding van de tweede Resto Vliebergh, op 5 september. Die wordt ambitieuzer en groter. Terwijl de gasten in juni gratis hapjes aangeboden kregen aan geïmproviseerde tafeltjes, wordt het nu een echte feestmaal aan lange tafels met meerdere gangen en dat voor de luttele prijs van vijf euro. De gerechten zullen opnieuw bereid worden in de keuken van sociaal restaurant La ChômHier in de Fransmanstraat. Vorige week werd tijdens een avondlijke vergadering in het tuintje van Brepoels het menu bediscussieerd. Gedacht werd aan spaghetti van courgettes, risotto met erwtjes en lamskoteletjes met sperzieboontjes en tomaat in de oven. Zeker geen pensenkermiseten dus. Brepoels: “Neen, we willen enig culinair niveau halen en verfijning uitstralen. Daarom gaan we ook mooie tafels dekken, geen plastic borden en bestek. Het mag wel eens iets anders zijn dan een verbrande brochette op een braderij.” Bettina Hubo

BRIEVEN VAN LEZERS

Arlette Dewever, Brussel

Mindere en slechtere jobs

ADVERTENTIE

Sociale Verhuurkantoren (SVK)

Verhuur uw woning zonder risico en zonder zorgen

a Gegarandeerde huur elke maand a

Verzekerd verhuurbeheer

a

Onderhoud van uw woning

a Hulp bij renovatie

In BDW 1481 van 2 juli las ik de lezersbrief van André Verloes over de teloorgang van de winkelstraten in het noorden van Brussel. Volgens mij klopt zijn redenering niet helemaal. Zelf heb ik van 1994 tot begin dit jaar in de Mutsaardwijk gewoond. Het klopt dat De Wandstraat er de laatste jaren erg op achteruit is gegaan als winkelstraat. Ondertussen staan er zelfs verschillende panden te huur of te koop. Snacks en telefoonwinkels zijn er inderdaad meer dan voldoende. Dit heeft echter niets te maken met gebrek aan initiatief nemen van de handelaars of met de komst van de mega-shoppingcentra, die er trouwens nog steeds niet zijn. Dit is, volgens mij tenminste, veeleer een rechtstreeks gevolg van de veranderende samenstelling van de lokale bevolking. De nieuwe inwoners van deze wijken hebben een heel andere manier van shoppen. Die zijn niet geïnteresseerd in een cadeautjeswinkel of een chique kledingzaak. Bijgevolg hebben al veel winkels hun deuren moeten sluiten. Trouwens, 30 jaar geleden was de Maria-Christinastraat in Laken ook een mooie winkelstraat. En nu is het daar ook huilen met de pet op. Toen was er nog helemaal geen sprake van megashoppings. Je kan geen kwalitatieve handel behouden als er geen publiek meer voor is. Net zo min als er nog publiek te vinden gaat zijn voor folkloristische voorstellingen of specialiteitsmarkten. De bevolking verandert en dit is daar het onvermijdelijke gevolg van. Stefan De Roo, Mortsel

a Fiscale voordelen

www.fedsvk.be 02 412 72 44

SPELREGELS VOOR LEZERSBRIEVEN: Mail uw bijdrage naar lezersbrieven@bdw.be. Schrijven kan naar BDW-Brieven van Lezers, Flageyplein 18, 1050 Elsene; faxen naar 02-226.45.69. Vergeet niet uw adres te vermelden, ook in e-mails: zonder het adres van de afzender beschouwen we een brief als anoniem, en wordt hij niet gepubliceerd. De maximumlengte van een bijdrage is 2.500 tekens, inclusief spaties. Wilt u graag een langere, meer uitgewerkte opiniebijdrage schrijven (max. 5.000 tekens)? Neem dan eerst contact met ons op voor overleg via lezersbrieven@bdw.be. De redactie mag lezersbrieven redigeren of weigeren. Moties, manifesten of omzendbrieven worden niet (in deze rubriek) opgenomen.


BDW 1486 PAGINA 12 - DONDERDAG 20 AUGUSTUS 2015

DEEL 6/7

VOORPUBLICATIE: ‘IN MOLENBEEK’ VAN HANS VANDECANDELAERE

GOD, DE NIET ZO ALMACHTIGE

In Oud-Molenbeek is er een islam met een behoorlijk dynamische onderbouw. Een voorbeeld? Gesluierd of niet, vriendinnen, zoals hier in restaurant Asia Pasta, maken er doorgaans geen punt van.

Historicus Hans Vandecandelaere dook twee jaar in de coulissen van Oud-Molenbeek. Voor zijn boek ‘In Molenbeek’ sprak hij met acteurs, jongeren, dokters, huisjesmelkers, schooldirecties, Cubaanse danseressen, politiecommissarissen, pastoors en imams, loft- en kelderbewoners, druggebruikers en getalenteerde commerçanten. In Molenbeek verschijnt begin september bij uitgeverij Epo. Tot dan brengt Brussel Deze Week een greep uit zijn reisimpressies.

© SASKIA VANDERSTICHELE

SINT-JANS-MOLENBEEK – Toezicht op alcohol drinken, vrije relaties, roken, bloot tonen of de vermenging van mannen en vrouwen. Cultureel-religieuze gedragscontrole is in de publieke ruimte van Oud-Molenbeek één realiteit. Dat er op haram ruime speling zit, is een andere.

O

f  het  nu  gaat  om  een  voetbalploeg,  het  milieu  van  het  fi nanciële hart van Londen of  een  schaars  Vlaams  dorp  waar  God  dan toch nog iets in de melk te brokken  heeft,  telkens  zullen  er  uitingen  zijn  van  sociale  controle.  In  OudMolenbeek  worden  die  overwegend  gedicteerd  door  islam  en  tradities.  Wie  tijdens  de  ramadan  etend  op  straat rondloopt, riskeert al eens een  opmerking of een scheve blik en doet  het  dan  toch  maar  liever  niet.  Hand

in hand met een nieuw lief rondlopen  is  not  done  vanuit  loyaliteit  voor  de  ouders.  Voorhuwelijkse  relaties  vinden  buiten  de  wijk  plaats,  langs  het  kanaal,  op  hotel,  in  shishabars  aan  het Zuidstation (theehuizen waar waterpijp  gerookt  kan  worden,  red.),  in  parken,  in  elk  geval  verdoken.  Vrouwen roken en gaan op café, maar dan  ook liever niet in ‘het dorp’.  In  de  buurt  leeft  men  dicht  opeen.   Doordat  inwoners  meer  van  elkaar  weten dan hen lief is, kunnen er con-

formerende  gedragspatronen  ontstaan die ervoor zorgen dat men niet  te veel in de kijker loopt. “Het basisthema in Molenbeek is traditioneel en  ethisch behoudsgezind, maar daarin  spelen  vervolgens  verschillende  melodieën,” vat Johan Leman het samen.  “Sociale  controle  oefent  een  invloed  uit. Maar in welke mate heeft het allemaal  met  diepe  religieuze  overtuiging te maken?”

Vroomheid   sycholoog  Amar-El-Omari  van  de  P dokterspraktijk  De  Brug  ontvangt  bijvoorbeeld  jonge  patiëntes  die  weliswaar  vertellen  dat  het  met  een  hoofddoek  iets  gemakkelijker  is  om  in  de  wijk  rond  te  lopen,  maar  voor  het  overige  erg  veel  ‘maren’  en  twij-


BDW 1486 PAGINA 13 - DONDERDAG 20 AUGUSTUS 2015

fels  over  de  sluier  uiten.  Overigens,  gesluierd  of  niet?  Vriendinnen  maken er zelden een punt van. “In mijn  schoonfamilie  zit  een  Vietnamese,  een Belg, een Spaanse, een barbu uit  Saudi-Arabië  en  een  Marokkaan  uit  het  noorden  en  één  uit  het  zuiden  van  Marokko,”  vertelt  Azzedine,  de  zaakvoerder van de halalfastfoodketen Tonton Chami. “Iedereen beleeft  zijn ding bij ons, zonder elkaar op de  tenen  te  trappen.”  Met  de  jonge  gehoofddoekte  Youssra,  chiroleidster  bij het Oud-Molenbeekse Jijipeke, zit  ik twee uur lang alleen samen in het  jeudhuis  Centrum  West  in  de  Menenstraat.  “In  het  middelbaar  ging  ik steeds eten met een homovriend.  Pas nu breekt de paus binnen de katholieke  kerk  de  geesten  open  over  homoseksualiteit.  In  de  islam  blijft  het zondig. Maar  so what? Het maakt  niet uit hoe iemand is, als hij ook mij  maar accepteert. Jongens en meisjes  moeten trouwens ook met elkaar leren omgaan om daarna sterker in de  samenleving te staan.” En zo kan ik  een  lange  lijst  aanleggen  met  anekdotes  die,  alles  bij  elkaar  een  genomen, een veel fl exibeler beeld tonen. Voor  het  gewicht  van  tradities  en  gedragsbepalend  toezicht  is  vooral  de  context  belangrijk.  Spreek  je  in  Oud-Molenbeek onder vier ogen met  mensen  of  in  groep?  Woon  je  als  Maghrebijnse moslim in of buiten de  wijk? Ben je een Braziliaanse of Engelse artiest die iets brengt in de publieke ruimte of doe je dit als lid van  een etnisch-religieuze groep? Vrouw  of man, kind of adolescent? Telkens  zullen  de  marges  voor  wat  kan  en  niet  kan,  fl uctueren  van  heel  ruim  tot voorlopig onmogelijk. Vroomheid  met  gaten  en  ademruimte,  waarbij  taboesfeer en controle hoofdzakelijk  een  lokale,  communautaire  kwestie  lijken.

Lichaamsbeweging   ijdens  het  Molendancefestival  T kleedt  de  Chinees-Franse  danseres  Anne-Cécile  Chane-Tune  zich  op  een stralende dag in 2014 uit op het  Voltaireplein. Samen met haar kompane zet ze het dansspektakel verder  in pikante sportbikini. “Op het SintKatelijneplein in Brussel-Stad kan je  als  danseres  onvoorbereid  een  o  ne shot  presenteren.  Voor  het  publiek  is dit de normaalste zaak van de wereld. In Molenbeek moet je daarentegen wat voorbereidend werk verrichten, contact leggen met de mensen,  tonen dat je benieuwd naar hen bent.  En dan is er eigenlijk geen probleem.  Ik voel eerder onwennigheid, omdat  men niet per se beschikt over de codes  om  bepaalde  dansspektakels  te  ontleden.  Tegelijk  merk  ik  ook  veel  nieuwsgierigheid.” Benader mensen met een open vizier  en  veel  is  onverhoopt  mogelijk.  Ik  voer  in  Oud-Molenbeek  doorgaans  heel  genuanceerde  gesprekken  over  religie. In Maghrebijnse huiskamers  is  men  vaak  kritisch  voor  de  eigen  gemeenschap.  Maar  bovendien  zijn  er  in  de  wijk  ook  erkende  organisaties aan het werk die met sport, cultuur,  gezondheidszorg  en  educatie  van  onderuit  knagen  aan  overheersende  communautaire  opvattingen.  De  vrouwenhuizen  zijn  slechts  een  greep uit het gamma. Ook de privésector werkt mee. In de Menenstraat  baat  de  Libanese  Fadia  bijvoorbeeld

Sensuele dans en naakt tonen. “Met wat voorbereidend werk en contact is er geen probleem.” (Anne-Cécile Chane-Tune, Try out Metapo, Zazimut asbl)

“ Als een barbu mij verwijt dat ik in mijn moskee joden ontvang, dan vliegt hij buiten. Ik raad aan om de Koran mondjesmaat en onder begeleiding te lezen ”

Oumma-Gym uit, slechts oppervlakkig  beschouwd  een  fi tnesszaal  voor  moslima’s,  want  ook  niet-gelovige  dames  appreciëren  het  om  zonder  glurende  blikken  van  venten  in  een  gesloten  ruimte  hun  benen  in  alle  vormen te plooien. Voor het deel van  streng gecontroleerde vrouwen biedt  Fadia  een  opstap  naar  lichaamsbeweging.

Inflatie   alikka Saissi is iemand die in haar  M emancipatorisch  werk  met  tweede  generatievrouwen voluit de religieuze identiteit respecteert. ‘Behoud uw  geloof,  uw  hoofddoek  en  uw  identiteit,  maar  verlies  er  uw  verstand  niet  bij,”  scandeert  ze  in  de  lokalen

van  vzw  Caleidoscoop.  “Ik  verwerp  het  als  een  imam  zich  denigrerend  uitlaat  over  homoseksualiteit  of  als  vrouwen  zeggen  dat  masturberen  haram  is  (niet  in  overeenstemming  met islamtische voorschriften, red.).  Ik tracht de pijnpunten te benoemen  om daarna in dialoog te gaan. Zelfbeschikking,  daar  is  het  me  om  te  doen.”  Wanneer ik haar verlaat, zet ik me op  één van de ronde marmeren zitschijven  op  het  Gemeenteplein  om  mijn  aantekeningen  bij  te  werken.  Naast  me  zitten  drie  modieuze  in  djilbab  geklede jonge dames te keuvelen, gehandschoend en met de kin bedekt.  In een waanzinnig gesprek wisselen  banaliteiten  af  met  weetjes  die  de

© HANS VANDECANDELAERE

profeet  dagelijks  op  internet  post.  ‘Mooie  handtas.  Van  bij  Zara?  Kijk,  de  vijf  pijlers  van  de  islam  getekend  voor kinderen.  Je trouve ça trop bien.  Ik heb vleesbrood gemaakt. Ik twijfel  nog.  Steak  met  champignonsaus  of  lasagne? Weet je dat er in alle pasta’s  en  deegwaren  alcohol  vrijkomt  door  chemische reacties? Nee, echt? Maar  ik heb mijn onderzoekje gevoerd. Het  is niet erg. Door het kookproces verdampt het. Ik weet het niet meer precies,  maar  er  was  een  categorie  van  etenswaren  die  de  profeet  toestond.  Pasta  zat  daarbij.  Mijn  tanden  zijn  een  ramp.  Je  hebt  toch  geen  lippenstift aangedaan?’  “Je hebt geen idee van de schade die  google-imams  aanrichten,”  koppelt  de voorzitter van de moskee Attadamoune Jamal Habbachich hierop terug. “Het is voor ons hard opboksen  tegen de infl atie van  Allah à dit-onzin  en  tegen  d   es-livres-couvre-toi-masoeur.”

Djilbabdracht “  Ga  met  hem  praten,”  had  priester  Daniel Alliët me aangeraden. “Het is  een man die vanuit zijn hoedanigheid  als president van de Conseil Consul-

tatif des Mosquées de Molenbeek in  de  wijk  partijen  samenbrengt  en  af  en  toe  brandjes  blust  door  van  leer  te  trekken  tegen  bepaalde  opvattingen  of  imams  die  van  elders  komen.”  De  toonaard  is  aanvankelijk  vurig.  Stemverheffi ngen,  bezorgdheid,  angst  voor  verdraaiingen.  Ik  voel me boeten voor de puinhoop die  journalisten  achterlaten.  “De  media  verliezen  het  menselijke  uit  het  oog  als  ze  het  hebben  over  islam,”  betreurt  Jamal.  “De  perversiteit  om  uitspraken zo vaak te manipuleren.”  Het is een sociologische realiteit die  hij  uitschreeuwt.  Regelmatig  merk  ik  moeheid  in  Oud-Molenbeek.  Bijzonder  open  en  schappelijke  moslims  die  me  vertellen  hoe  het  voor  de  ‘Belg’  nooit  genoeg  is.  “Als  een  barbu mij verwijt dat ik in mijn moskee  joden  ontvang,  dan  vliegt  hij  buiten.  Maar  ik  ga  verder  dan  dat  en  zeg  hoe  mannen  en  vrouwen  de  publieke  ruimte  moeten  delen.  Ik  raad aan om de Koran mondjesmaat  en onder begeleiding te lezen, zodat  sommige  verzen  niet  letterlijk  worden opgevat. Imams die geen Frans  spreken kunnen evenmin en binnen  de  Raad  tracht  ik  alle  Molenbeekse  moskeeën  te  binden  aan  een  dwingend charter.” Hoofddoeken bieden nog een andere  inkijk  op  islamgradaties.  Alleen  al  in de djilbabdracht zie je dit. Van de  uiterst vrome salafi ste die het lange  gewaad  hanteert  om  seksualiteit  te  reguleren tot de pure fashionista, die  overigens veel kritiek kan krijgen van  de  imams  en  de  vromere  groepen.  Voor Malikka Saissi is deze fashion  een  teken  van  moderniteit  in  traditionele  kledij.  “De  meeste  vrouwen  willen  de  aandacht  van  de  man.  Al  deze meisjes weten dat hun schoonheid  in  dit  soort  van  djilbaboutfi t  aantrekkelijk  is.  Men  noemt  dit  in  Brussel  regelmatig   un atrappe mec.  Eigenlijk  zit  je  volop  in  een  hybride  sfeer:  Marokkaanse  achtergrond,  Midden-Oostenkledij,  op  zijn  westers willen behagen en meedraaien.”  “Er  is  binnen  de  islam  een  kader  waaraan  je  je  moet  houden,”  stelt  antropoloog  en  politicoloog  Thierry  Limpens.  “Je  kan  niet  zomaar  bepaalde  lichaamsdelen  ontbloten.  Maar  binnen  dat  kader  zie  je  dan  heel veel tussenruimte.” Hans Vandecandelaere

Volgende week: de buitengrenzen De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/ inmolenbeek

ADVERTENTIE

Puzzel Deze dienst wil u de nodige informatie bezorgen om u wegwijs te maken in uw zoektocht naar mogelijkheden, voorzieningen voor personen met een handicap

✆ 0800-15045

alle werkdagen van 9 tot 12u30, maandag, dinsdag en donderdag van 13 tot 15u30

Bezoeken enkel op afspraak

puzzel@resonansvzw.be


BDW 1486 PAGINA 14 - DONDERDAG 20 AUGUSTUS 2015

VADROUILLE DE CULTUUR- EN VRIJETIJDSBIJLAGE VAN BRUSSEL DEZE WEEK

© NAAM FOTOGRAAF

foto-onderschrift

De ‘sonchus oleraceus’ van Mathias Spriet: het huisje herbergt een schilderij van een distel in al zijn eenvoud.

GOOIK – Voor fervente wandelaars met een oog voor kunst, of kunstliefhebbers die er al eens graag te voet op uit trekken, werd de kunstwandeling ‘Ik, hei en wei’ op poten gezet. Veertig kunstwerken over 6 kilometer Pajottenland. Het tweejaarlijkse initiatief van kunstenaarscollectief Pep-In-Gen vindt voor de tiende keer plaats en het belooft een feestelijke editie te worden. Wij trokken onze wandelschoenen aan en gingen op prospectie.

D

e artiesten die hun creativiteit uitleenden voor ‘Ik, hei en wei’ haalden de inspiratie voor hun werken uit de groene omgeving rond Educatief Centrum De Paddenbroek en de Romeinen die ooit het gebied bevolkten. Alles draait om de integratie in en

de confrontatie met het landschap. Een huwelijk tussen kunst en natuur. ‘Ik, hei en wei’ verwoordt mooi de uiteenlopende manieren waarop de omgeving, die uit heides en weides bestaat, kan worden aangevoeld. De tentoonstelling laat ons toe het landschap te zien door

de ogen van elk van de kunstenaars. Omdat hedendaagse kunst niet altijd even toegankelijk is, werd elk werk voorzien van een woordje uitleg, of een alleszeggend gedicht

of lied. Zelfs aan de allerkleinsten werd gedacht, met een boekje waarin ze hun bevindingen in de vorm van tekeningen kunnen vastleggen. Het decor voor de tentoonstelling kregen we cadeau van moeder natuur, net als de rijpe braambessen die overal langs het parcours voor het rapen hangen. Nog voor de parking uit het zicht is en de maïsvelden opdoemen, maken


BDW 1486 PAGINA 15 - DONDERDAG 20 AUGUSTUS 2015

“Aan het einde van het parcours lijkt een zilveren man zijn huis wanhopig achter zich aan te slepen. Moeilijk te geloven dat hij zo gretig wil vertrekken uit het betoverend groene Pajottenland”

Aan het einde van het parcours maken de wandelaars kennis met ‘Desperate’ van Hilde Keunen.

IK, HEI EN WIJ > WANDELING LANGS VEERTIG KUNSTWERKEN IN HET PAJOTTENLAND

HUWELIJK TUSSEN KUNST EN NATUUR vergaan we. Uit dode bomen schept Jacobs leven. Iets verder verschijnen de contouren van een huisje in het landschap. Het is wat het huisje herbergt dat telt: een pittoresk schilderij van een distel in al zijn eenvoud. De sonchus oleraceus, om precies te zijn. Het bewijs dat eenvoud schoon kan zijn, of dat schoonheid misschien net eenvoud is.

Ode aan het leven

© MARC GYSENS

we kennis met het werk van Bart Jacobs. BOOMLIJF #1/2015 heet de sculptuur die iets weg heeft van een gestalte, maar nog steeds de vorm behoudt van de boomstronk waaruit hij is gesneden. Lichamelijkheid is duidelijk aanwezig in het werk van Jacobs dat een uitdrukking is van de filosofie dat de boom en de mens elkaars gelijken zijn. Allebei ontstaan we, groeien, bloeien en

Een tweede huisje kruist ons pad, dit keer een kapel waarvan de ingang wordt versperd door een poort van felblauw weefgetouw. In de blauwe stof zitten kleine voorwerpjes verweven die doen denken aan de papiertjes die in de Klaagmuur worden gestopt. “Om zo dicht mogelijk bij het leven te staan, net als mensen die naar de kerk gaan om te bidden, heb ik mijn bed in de kapel gelegd,” legt kunstenares Renee Lodewijckx uit. Met Levensdevotie brengt ze een ode aan het leven. Alles koek en ei op de hei door organisator Luk Wets is een knipoog naar de problematiek waar de Kesterheide mee kampt. “Het is allemaal niet zo koek en ei, want de natuur lijdt er onder het Belgisch Kampioenschap motorcross dat elk jaar de Kesterse grond omploegt,” zegt

Wets. “Natuurpunt heeft ervoor gezorgd dat Motorcross Kester 2015 de laatste was, om het landschap vanaf nu ongemoeid te laten zodat de heide terug kan schieten. Maar daar is niet iedereen mee opgezet.” Een speelgoedtelevisietje waarop een cartoonesk landbouwlandschap voorbijkomt op de tonen van een vrolijk deuntje doet ons opnieuw vallen voor de romantische look van den buiten.

nium dat zich op het eerste gezicht niet lijkt te kunnen verzoenen met het landschap bestaat volledig uit gerecupereerd materiaal en toont nog maar eens aan dat kunst en natuur niet noodzakelijk hand in hand hoeven te gaan. Wets: “Integratie in het landschap wil niet zeggen dat er geen confrontatie mag plaatsvinden. Het mag al eens botsen.” Het hoogste punt van het Pajottenland is bereikt: met zijn 112 meter

Sereniteit Het groene parcours wordt even onderbroken door een verzameling schuurtjes. Eens je ogen wat gewend zijn aan het donker kan je in intieme sfeer de werken die binnen zijn uitgestald rustig bestuderen. In een van de gebouwen is een kruisweg visueel te volgen bij kaarslicht. Zelfs It’s not unusual van Tom Jones dat luid uit de gsm van een van de wandelaars schalt kan de rust die uitgaat van de schuurkapel niet verbreken. Het is te mooi weer om binnen te blijven dus zetten we onze tocht verder. Wat op van ver een koe lijkt die ligt te verpozen in het gras blijkt een van de aluminium rotsen te zijn die Dirk Hamblok verspreid in de wei heeft geplaatst. Het alumi-

Initiatief van collectief PepIn-Gen (Luk Wets, Myriam Paridaens, Katleen Wellemans en Annie Schittekat). Elke dag van 17 augustus tot 6 september van 14u tot 18u. Kunstenaars aanwezig en wandelcafé open op zondag. 6,5 km wandelen. 40 kunstwerken. Afspraak in De Paddenbroek, Paddenbroekstraat 12, 1755 Gooik. Catalogus van 8 euro per groep van bezoekers geldt als inkom. www.pep-in-gen.be

© MARC GYSENS

hoogte torent de IJzeren Man boven het landschap uit. De weg naar beneden biedt zicht op de skyline van Brussel, een uitzicht dat Walther van Schoote vangt in het klankgat van de gitaar die zijn personage bespeelt.

A l’improviste De muziek van Far Fare dat de receptie verzorgt komt ons al tegemoet, maar de wandeling is nog niet gedaan. Charles Djeumou uit Kameroen trakteert ons eerst nog live op een staaltje beeldhouwkunst: een boom wordt ter plekke omgetoverd tot een mythisch beeld. Charles werd in zijn geboorteland geïnitieerd bij de Bamileke-stam en heeft uit hun verhalen geleerd dat we vandaag onze connectie met de natuur en met het spirituele zijn verloren. De grootste oorzaak van onze ecologische problemen, volgens hem. Het maken van kunst maakt deel uit van zijn missie om de kennis van de Bamileke over te dragen. Hoewel hij traditioneel te werk gaat is hij enorm hedendaags in zijn reflectie en intentie. Charles verkreeg de toestemming om zijn ding te doen met de omgehakte bomen in het Koninklijk Park van Laken, de plaats waar in de negentiende eeuw zoveel Afrikaanse bomen zijn gezet. Het resultaat daarvan staat rond hem terwijl hij hier in Gooik aan de slag gaat. Zonder plan, op een nuchtere maag, na wat meditatie en gezang, raakt hij in trance en begint hij in de stam van de boom te kerven. Het beeld “ontstaat”. Aan het einde van het parcours lijkt een zilveren man zijn huis wanhopig achter zich aan te slepen. Het is moeilijk te geloven dat hij zo gretig wil vertrekken uit het betoverend groene Pajottenland met al haar troeven. Ella Van Craen


BDW 1486 PAGINA 16 - DONDERDAG 20 AUGUSTUS 2015 © SASKIA VANDERSTICHELE

Mogelijk laatste aflevering in soap rond standbeeld

BRUEGELBEELD KOMT ER EINDELIJK BRUSSEL – In 2003 wou de Vlaamse Gemeenschapscommissie naar aanleiding van haar dertigste verjaardag een standbeeld aan de Brusselaars schenken. Aangezien Pieter Bruegel de Oude in Brussel woonde, er begraven ligt en er nog geen beeld van de schilder was, werd geopteerd om een Bruegelbeeld te maken. Twaalf jaar later staat het beeld er nog niet. Nu lijkt er eindelijk een doorbraak te komen.

N

a twaalf jaar kibbelen, lijkt het Bruegelbeeld aan de Kapellekerk er nu eindelijk te komen. “Ik kan bevestigen dat het Bruegelbeeld er voor eind oktober geplaatst wordt,” zegt een opgetogen Geoffroy Coomans (MR), Schepen van Stedenbouw en Patrimonium. “Er is een officieel akkoord getekend tussen de VGC en de Stad Brussel. Het standbeeld van een schilderende Bruegel komt op het plein voor de Kapellekerk. Bruegel zal met de rug naar de kerk staan, kijkend in de richting van de Blaesstraat. De plek waar het standbeeld komt, moet enkel nog geëgaliseerd worden zodat het beeld stabiel kan staan. Daarna moet de stad het beeld ophalen bij beeldhouwer Tom Frantzen en kan het eindelijk geïnstalleerd worden. In oktober zou het beeld ingehuldigd worden.”

Geen beeldengroep Beeldhouwer Tom Frantzen, bekend van het Zinneke, Madame Chapeau

en de Vaartkapoen, bouwde in 2003 een beeldengroep uit drie stukken. Maar uiteindelijk zal er aan de Kapellekerk slechts één beeld komen, dat van een schilderende Bruegel met een aap op zijn schouder. De andere beelden, de duivel die rijstpap eet en een ezel die door een venster kijkt, worden niet geplaatst en blijven dus in het atelier van Frantzen staan. “We hebben er voor gekozen om slechts één beeld te plaatsen om de soberheid te behouden,” verklaart Coomans. “Eigenlijk wordt er slechts een derde van het kunstwerk geplaatst, want de beeldengroep is een vensterspel,” zegt Frantzen. “De beelden verwijzen naar elkaar en vormen één geheel. Ze refereren aan Bruegels schilderij Dulle griet en de tekening De ezel op school. De duivel diende als verbindingsstuk tussen de twee andere beelden. De bedoeling was om de toeristen uit te nodigen een wandeling in en rond de Kapellekerk te maken. Maar dat snappen ze precies niet. Ik vind het jammer, maar liever één beeld dan geen beeld. Ik hoop dat de twee andere beelden er toch ooit nog komen.”

Ouderwets Het Bruegelbeeld moest hét geschenk van de VGC aan de Brusselaars worden. In 2003 besloot toenmalig collegevoorzitter Robert Delathouwer (SP.A) een beeld van Bruegel te financieren naar aanleiding van het dertigjarig bestaan van de VGC. Er kwam een wedstrijd die

Kunstenaar Tom Frantzen met het afgewerkte beeld van Bruegel.

ADVERTENTIE

Een markthal vol smaak Votre marché gourmand

OPEN I OUVERT: 07:00 > 14:00 Vrijdag, zaterdag en zondag Vendredi, samedi et dimanche Op de site van | Sur le site de l’ Abattoir,

Rue Ropsy Chaudronstraat 24 1070 Anderlecht Parking : Delacroix rue Jules Ruhlstraat Metro : Clemenceau, Delacroix

www.foodmet.brussels


BDW 1486 PAGINA 17 - DONDERDAG 20 AUGUSTUS 2015

Op deze plaats aan de Kapellekerk zal binnenkort het Bruegelbeeld staan (simulatie Tom Frantzen).

gewonnen werd door beeldhouwer Tom Frantzen. Toen het ontwerp af was, bleek toenmalig Brussels schepen van Stedenbouw Henri Simons (toen Ecolo, nu raadslid van het OCMW voor de PS) niet ingenomen te zijn met het Vlaamse geschenk. Hij weigerde het beeld op het Bruegelplein of aan de Kapellekerk te plaatsen, twee plekken die vanwege de band met Bruegel de voorkeur hadden van Frantzen.

Komedie Uiteindelijk suggereerde Simons, die het werk ronduit lelijk vond, een plek bij de Anneessenstoren tegenover het hoofdkwartier van de PS. De PS zag een Vlaams Bruegelbeeld dicht bij haar hoofdkwartier niet zitten en het beeld kwam er niet. “De grote saboteur in deze soap is Simons. Bruegel was ouderwets volgens hem,” zegt Frantzen. “In 2006 werd een andere slimmerik schepen van Stedenbouw: Christian Ceux (CDH). Hij vroeg me waarom moet het beeld aan de Kapellekerk moest komen. Hij zag de link niet met de begraafplaats van Bruegel en hield het dossier tegen. En dat was dan Brussels schepen, ongelooflijk!”

In 2011 sloot toenmalig VGC-collegevoorzitter Jean-Luc Vanraes (Open VLD) met oud-burgemeester Freddy Thielemans (PS) een gentlemen’s agreement over de locatie. Het Bruegelbeeld zou dan toch geplaatst worden aan de Kapellekerk. Om budgettaire redenen besloot de VGC toen in plaats van de oorspronkelijke 250.000 euro slechts 150.000 euro uit te trekken. Daardoor zou het beeld van de ezel niet geplaatst worden. De bouwvergunning liet echter op zich wachten en de beelden kwamen er weer niet. Maar na twaalf jaar gekibbel, lijkt het Bruegelbeeld er nu eindelijk te komen. “Bruegel heeft dit beeld aan de Kapellekerk verdiend,” zegt Coomans. “Hij is er getrouwd, zijn kinderen zijn er gedoopt en hij is er begraven. Het is dus logisch dat het daar komt te staan.” Beeldhouwer Frantzen is toch nog niet gerustgesteld. “Ik vertrouw schepen Coomans, maar als ik zie hoe lang die komedie al duurt, dan zal ik het pas geloven als ik het beeld aan de Kapellekerk zie staan,” besluit Frantzen.

Nick Trachet BRUSSEL EN DE WERELD CULINAIR ONTDEKT

Klis

Killyan Dauvillé © SASKIA VANDERSTICHELE

‘De ezel op school’ komt niet op het plein aan Kapellekerk.

Er zijn boekjes volgeschreven over eten dat gewoon uit de natuur kan gehaald worden. Daar leren we dat de wortelstokken van de lisdodde of de blaadjes van de brandnetel eetbaar zijn. Maar dat we dat onkruid ook in de winkel aantreffen, was wel nieuw voor mij. Het was weer in de Chinese supermarkt. Er lagen in de koeling lange wortels te koop, grijsbruin van kleur, spits toelopend en wel 75 centimeter lang (ik heb er mijn plooimeter bij gehaald). Al stond er enkel informatie op de verpakking in Aziatische tekens, het was niet zo moeilijk om er achter te komen wat hier verkocht werd. Het stockplaatje vermeldde goboroot / bardane. Bardane is de naam die ze in Frankrijk aan de grote klis geven. Gobo zou de Japanse benaming zijn. Klis of klit is een plant van de familie der samengesteldbloemigen (Asteraceae). Er bestaan meerdere soorten. Mijn studentenflora (Heukels en van Ooststroom, 1977) vermeldt er vier voor onze streken: de grote (Arctium lappa), de kleine (Arctium minus) en, ja hoor, de ‘gewone’ Arctium pubens. Verder is er dan nog een donzige klis (A. tormentosum). De grote klis is een opvallende plant die langs spoorwegbermen, braakland en ongemaaide wegen groeit. Hij kan makkelijk anderhalve meter lang worden met bijzonder grote bladeren. De plant ziet er imposant uit en een beetje ruw, ongelikt zou ik zeggen, want zijn wetenschappelijke naam arctium verwijst naar een beer. Van ver denk je een distel te ontwaren, en dat is hij eigenlijk ook, distels zijn ook composieten en sterk verwant met deze, maar de klis prikt niet. De vruchtjes wel, die blijven aan dieren en de kleren van mensen hangen en gaven de Zwitser Georges de Mestral ooit het idee voor klittenband (velcro). De klis is een tweejarige plant, al kan hij soms langer voortleven. Het eerste jaar groeit er een rozet van grote bladeren uit. Het tweede jaar komt er dan een bloeistengel bij. Tweejarige planten hebben de strategie om eerst een energievoorraad aan te leggen en om zich pas het volgende jaar voort te plan-

ten. Dat opslaan van energie doen ze in een grote penwortel, denk maar aan de cichorei, ook een lid van de Asteraceae Asteraceae. De wortels worden geoogst na de eerste bloeitijd. Wanneer men in het tweede jaar te lang wacht, worden ze vezelig en hard. Ook de jonge bladstengels worden gegeten, geschild (de schil is bitter) in slaatjes of gekookt. Kliswortel was lang volksvoedsel, in de Middeleeuwen werd hij in heel Europa aangeplant. Dit is dus pas echt een ‘vergeten groente’! Hier en daar overleeft er een traditie, zoals in het Engelse drankje Dandelion & Burdock, oorspronkelijk een licht gefermenteerde aftreksel van de wortels van paardenbloem en klis ((burdock burdock in het Engels), nu een commerciële soft zonder alcohol. De wortel is vandaag vooral populair in Japan en Korea, mogelijk ook nog in andere Aziatische landen. In Japan wordt hij echt gekweekt in de tuinbouw en dan gebruikt in slaatjes of sushi. Ik nam mijn lange wortel mee naar huis. Voor mij ligt nu een penwortel, verwant met de artisjok, de aardpeer en de schorseneer. Allicht zal het weefsel snel verkleuren? Daar had ik gelijk in. Ik hield een kommetje klaar met water en een scheut azijn. Ik schilde korte stukken van de wortel en plonsde die dan onder in het zure water. Het weefsel is wit, al merkt men op de dwarsdoorsnede een doorzichtige ring, die er eerst donker uitzag. Geen bederf: het is de structuur van de wortel. In julienne gesneden heb ik een deel van de wortel gekookt. Het resultaat viel een beetje tegen, een knapperige structuur, helemaal niet zoals worteltjes, met weinig eigen smaak. Maar naderhand viste ik gewoon nog een rauw stukje wortel uit zijn water en beet er in. De wortel was knapperig... en zoet, een beetje maar. Een verre hint van artisjok, maar vooral een fruitzoete smaak, die mij spoedig weer in de wortel deed bijten. Best lekker, eigenlijk. Tussen mijn bronnen vond ik ook dat kliswortel bitter kan zijn. Daar merkte ik niets van, maar dat kan door het feit dat ik de wortel vrij lang liet weken in dat water. Het toontje azijn was daarenboven heel aangenaam naast het zoete van de wortel zelf. Die zoetigheid komt van inuline (zoals in de zoete bataat en de aardpeer). Japanners snijden hun gobo-wortel samen met wat oranje wortel in fijne julienne: die wordt dan

“Kliswortel kan zeker een plaatsje vinden in onze keuken. Is er geen tuinbouwer in ons land die wil diversifiëren?”

gesauteerd in de wok met toevoeging van een lepel dashi, sake, suiker, mirin en sojasaus. Als alles is uitgekookt, gaan er sesamolie en sesamzaadjes bij. Een beetje spijtig van de subtiele smaak van de kliswortel zelf, als je het mij vraagt. Ik lees ook over gobo-frietjes en gobo-chips. Misschien behoort een puree ook tot de mogelijkheden? Dat staat dan weer dichter bij onze westerse keuken: klisstoemp? Hiervoor kan men zelfs wat oudere wortels gebruiken wanneer men pureert door een passe-vite. Kliswortel kan zeker een plaatsje vinden in onze keuken. Zoet, maar zonder suiker (inuline is onverteerbaar)! En met tal van gezondheidsclaims, waarvan de meeste natuurlijk nooit bewezen zijn. Is er geen tuinbouwer in ons land die wil diversifiëren? Smakelijk. nick.trachet@bdw.be De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/trachet


BDW 1486 PAGINA 18 - DONDERDAG 20 AUGUSTUS 2015

DE LAUREATEN

DERDE PLAATS: SARAH VAN DER MAAS UIT MIDDELBURG (NL)

‘Oude foto’s van het Jubelpark bestudeerd’ Trouwe lezers van deze krant zullen Sarah Van der Maas (20) uit Middelburg in Nederland zeker nog kennen: vorig jaar won ze de allereerste BDW-schrijfwedstrijd. In tussentijd kaapte de studente Geschiedenis nog de eerste prijs van een wedstrijd van het Reformatorisch Dagblad weg en momenteel werkt ze aan een debuutroman die bij Uitgeverij Mozaïek zal verschijnen. “Vorig jaar schreef ik over de Tweede Wereldoorlog, ditmaal wou ik graag iets schrijven over de nasleep van de Eerste Wereldoorlog. Ik bekeek ter voorbereiding heel wat foto’s van het Jubelpark.” KL

D

ie ochtend vond Gustaaf zijn zoon weer slapend op de binnenplaats. Hij lag opgekruld als een jong varenblad tegen de muur aan, zijn gezicht gewend naar de eerste zonnestralen. Dauw kleefde in zijn haren en aan zijn wimpers. Toen Gustaaf hem aan zijn schouder trok, werd hij met een zucht wakker. ‘Het was een uur of drie,’ verklaarde hij, terwijl hij moeizaam overeind ging zitten. ‘Ik moest de lucht zien.’ ‘Had je je slaappillen niet genomen?’ ‘Eentje maar. U zei dat ik moest afbouwen.’ De onzekerheid in zijn stem maakte dat Gustaaf zijn teleurstelling wegslikte. ‘Kom naar binnen, dan drinken we koffie. Ik zal een ei voor je bakken.’ ‘Ik blijf liever hier.’ ‘Je bent de halve nacht buiten geweest! Wil je kou vatten?’ ‘Echt pa.’ Hoofdschuddend klom Gustaaf terug de trap op. De stilte van het appartement ontving hem met open armen. Terwijl hij de sissende koekenpan over het fornuis schoof, gluurde hij door het beslagen keukenraampje naar beneden. Ward zat nog steeds op de grond en leunde met zijn hoofd tegen de stenen. Zelfs van hier was te zien dat hij rilde. Met het bord in zijn ene hand en twee koffiekopjes in de andere liep Gustaaf opnieuw naar beneden. Hij gaf het ei aan zijn zoon en bleef zelf tegen de muur staan terwijl hij zijn snor voorzichtig in de kokende koffie doopte. Ward bleef omhoog staren terwijl hij at. Onwil-

De wereld van Ward ILLUSTRATIE: NENA PEETERS / FOTO: SASKIA VANDERSTICHELE

lekeurig kroop ook Gustaafs blik langs de ramen naar boven, richting het vierkantje lucht, niet groter dan de vuist van een man, omlijst door groen uitgeslagen dakranden en magere stadsduiven. En het leek zo goed te gaan. Gisteren nog hadden ze samen aan tafel gezeten. Hij had stukken uit de krant voorgelezen: een paard uit het kanaal gered, Firmin Lambot wint de Tour de France, dat soort dingen. Vroeger hield Ward van voorlezen. Misschien helpt het, had hij gedacht. Maar uiteindelijk hielp niets. Als tienjarig jochie had Gustaaf bij Knokke de zee gezien en hij vermoedde dat het met Ward net zo was als met eb en vloed: een eeuwigheid laag water, en precies als je je omdraaide naar de ijscoman was daar een reuzengolf die alle zandkastelen met zich mee de diepte in sleurde. Hij liet zijn hoofd zakken. Zijn aandacht werd getrokken door een stapeltje kranten dat naast Ward op de grond lag. Onder het ochtendblad van gisteren stak een affiche met de beeltenis van een glimmende automobiel. ‘Zeg, is dat niet de nieuwste Sunbeam?’ vroeg hij, met een schuin oogje op de tekst die er in vette letters onder stond. Ward knipperde. ‘Hm? Oh, dat. Ja.’ ‘Prachtige machine zeg. Interesseer je je voor auto’s?’ ‘Gaat wel,’ zei Ward, terwijl hij een zijdelings blik op het blaadje wierp. Een tijdje zwegen ze allebei. ‘Nou, dan ga ik maar weer,’ zei Gustaaf uiteindelijk, terwijl hij zich losmaakte van de muur. Hij zette zijn pet op. ‘Tot vanavond jongen. Pas goed op jezelf!’ Op zijn knieën lag Gustaaf in de warme aarde. Nauwgezet ontdeed hij de begonia’s van hun bruinende blaadjes, terwijl hij luisterde naar de geluiden die achter zijn rug uit het park opstegen. Wanneer hij zo half verscholen tussen de bloembedden lag, merkte hij vaak dat voorbijgangers een ogenblik stilstonden om hem te zien werken. In zijn verbeelding hoorde hij hen denken: ‘Kijk aan, hier hebben we de tuinman van het Jubelpark’, zoals ze dat ook plachten op te merken over de triomfboog en de Hond van Ulm . Zulke gedachten vervulden hem altijd met een zekere trots. Het park was zijn wereld. Hij hoorde erbij, zoals de mussen en de strohoeden en de vossen van Samson op hun stenen sokkel. Een mollige peuter dribbelde langs de vijverrand op en neer. Zijn moeder kwam er met

haastige passen achteraan. ‘Niet te dicht bij het water, Wieke!’ Vroeger maakte Ward uit school ook graag een ommetje langs het park. Als klein ventje al kende hij alle bloemen bij naam. De mannen hadden telkens weer versteld gestaan. ‘Rokertje doen?’ riep Nolle vanaf de andere kant van het pad. Gustaaf hees zichzelf overeind. Voorzichtig, om geen bloemstelen te knakken, stapte hij het perk uit. Hij liet zich naast Nolle in het gras zakken. Die bood hem een sigaret. Gustaaf tastte in zijn binnenzak. Zijn vingers streelden langs de aansteker en hij haalde hem even omzichtig naar buiten als hij zijn begonia’s ontzien had. Het was een meesterstukje, vond hij. Ward had hem gefabriceerd uit een kogelhuls en opgestuurd naar huis. Dat was toen hij nog brieven stuurde. Hij schonk Nolle een vuurtje. Die wierp een blik op de aansteker. ‘Mooi dingetje,’ zei hij. ‘Onze Tuur heeft er ook zo één gemaakt, met zijn initialen erin. Prachtwerk is dat.’ Tevreden zoog hij aan zijn sigaret. ‘En dan die Overwinningsmedaille van laatst natuurlijk. Echt brons hè? Natuurlijk had Tuur al het Oorlogskruis, maar zo met z’n tweeën aan de muur, dat stáát toch!’ ‘Ja, ’t is een verdraaid mooi geval, die medaille,’ beaamde Gustaaf. ‘Ward heeft hem ook gekregen, natuurlijk.’ Hij dacht aan het laatje van het dressoir waarvan Ward meende dat het niet meer open kon omdat het zo klemde. Vaak, als zijn zoon al sliep, schoof hij het in alle voorzichtigheid open en haalde de medaille tevoorschijn om hem in het lamplicht te houden, waardoor het brons een gouden glans kreeg. Het was een riskante gewoonte, maar hij kon het niet laten. Wards nachtmerries waren zijn dagdromen. ‘De meisjes zijn er dol op, moet je weten,’ ging Nolle verder. ‘Laatst was ie met zijn kameraden de stad in. Aan elke arm een dame, meneertje!’ Gustaaf liet zijn blik over het park dwalen. De paadjes waren aangeharkt, de bloemperken schitterden in hun zomerpracht. Misschien was dat wel waarom hij zoveel van het park hield. Alles was er overzichtelijk: hier de lelies, daar de gladiolen. ‘En dan heb ik het nog niet over het werk. Als het aan de mensen lag, had Tuur al tien keer een baan. Drie jaar dienst en geen schrammetje! Hij is een overlever, begrijp je, en dat zien ze hoor!’ Langzaam was er iets drukkends in de lucht geslopen. Boven de maagd van Brabant dreigden wolken. We krijgen regen, dacht Gustaaf.

Het was een onvervalste zomerbui die hem vergezelde op zijn weg naar huis. In het schemerduister haastte hij zich door de druipende straten, terwijl hij met zorg een pakketje tegen zich aanklemde. Handleiding voor de automobilist, losjes verpakt in doorweekt krantenpapier. Hij had het zojuist voor een schandalig hoog bedrag gekocht bij een morsig boekhandelaartje in de buurt van het park. Zelf had hij weinig verstand van de moderne techniek, maar Ward was een intelligente jongen. In gedachten zag Gustaaf zijn zoon al achter het stuur van een glimmende Subiet, of hoe die dingen ook mochten heten. Diep weggedoken in zijn kraag snelde hij onder de poort door, de binnenplaats op. De geur van vuilnis prikte in zijn neus. Geen bloemen hier, alleen de vier muren en een lekkende lucht. Dit was de wereld van Ward. Hij had zijn hand al op de deurkruk gelegd toen een beweging zijn aandacht trok. Achter de handkarren op de grond leunde een donkere gedaante tegen de muur. Hij had zijn knieën opgetrokken en het water drupte uit zijn haren. ‘Ward!’ Gustaaf schoot op hem af, boog zich over hem heen. Ward draaide zijn hoofd. Er lag een vermoeid glimlachje rond zijn mond. ‘Dag pa.’ Gustaaf voelde zijn hart in zijn keel bonken. Zijn opluchting mengde zich met opkomende woede. ‘Ward, verdraaid! Ben je nou helemaal, om met zulk weer… Hoe lang zit je hier al?’ ‘Het spijt me,’ mompelde Ward. ‘De lucht…’ ‘Wat nou, de lucht?’ tierde Gustaaf. ‘Je bent toch niet uit de oorlog gekomen om hier te sterven aan een longontsteking?’ Voetstappen achter hem op de natte stenen. ‘Zeg, stoor ik?’ Met een ruk draaide Gustaaf zich om. In de schaduw van de poort stond Nolle. Hij haalde met een zwierig gebaar iets uit zijn zak. ‘Ik vond deze tussen de rozen. Dacht dat je hem misschien wel terug wilde hebben.’ In zijn hand lag de aansteker. Verstrooid voelde Gustaaf in zijn binnenzak, die uiteraard leeg was. Het duurde even voor hij de tegenwoordigheid van geest had om de aansteker aan te pakken. ‘Ik wist niet zeker waar je woonde, maar ik heb het hier om de hoek gevraagd,’ zei Nolle, terwijl hij nieuwsgierig langs Gustaaf heen gluurde. ‘Zeg, als dat Ward niet is!’ Gustaaf keek achterom. Ward was overeind gekomen en stond nu in het volle licht van


Eén keer liep hij het hele park rond zonder te weten wat hij wilde doen. Soms betrapte hij zichzelf erop dat hij minutenlang op zijn hark leunde, verzonken in gedachten die zich als haagwinde in zijn hoofd wortelden, dichter en dichter, vaster en vaster.

de lantaarn. Zijn blouse plakte om zijn lijf zodat iedereen kon zien hoe weinig Ward er nog over was. ‘Dat is een tijd geleden!’ zei Nolle, een beetje weifelend. ‘Hoe is het met onze oorlogsheld? Ook in de buitenlucht gewerkt? Man, je bent natter dan een uitgewrongen regenwolk!’ ‘Nee, geen werk…’ zei Ward. ‘Ik kan niet… Het is de lucht. Ik moet de lucht zien.’ Gustaaf klemde zijn lippen zo hard op elkaar dat het bloed eruit wegtrok. Zijn vuisten balden in zijn broekzakken en hij kon Nolle niet aankijken. In plaats daarvan staarde hij strak naar de grond. Onder zijn voeten spoelde het water de laatste restjes aarde van zijn zolen. ‘Het spijt me,’ zei Ward, toen Nolle verdwenen was. ‘Echt pa, het spijt me. Het komt door het donker, dat heb ik u toch gezegd? Als ik daarbinnen ben, komt het terug. De huiskamer, een dug-out, het maakt niet uit. Het komt terug, het valt bovenop me. Ik word gek als ik de lucht niet zie, begrijpt u?’ Gustaaf merkte hoe zijn kaken begonnen te verkrampen. ‘De oorlog is afgelopen. Dit is Brussel, Ward, het is hier veilig. Jouw bommen zijn hier niet!’ ‘Maar ze zijn hier!’ zei Ward, en hij tikte tegen zijn natte voorhoofd. Gustaaf zuchtte. ‘Je kunt toch ook andere dingen doen? Lezen?’ Hij ontdekte dat hij nog steeds het pakje vasthield en stak het Ward toe. ‘Hier, vandaag voor je gekocht. Je kunt eruit leren autorijden.’ Wards gezicht stond ongelukkig. ‘Doe dat nou niet pa,’ zei hij zacht. ‘Het helpt niet.’ ‘Maar je kunt het toch proberen?’ ‘De kranten

en het schaken en het boksen heb ik ook geprobeerd.’ ‘Maar wat wil je dan? Je hele verdere leven slijten op een smerige binnenplaats?’ Ward haalde hulpeloos zijn schouders op. Gustaaf schudde zijn hoofd. ‘Je bent in een oorlog geweest, je bent een held, je hebt een medaille! Jongens zoals jij worden aanbeden daarbuiten. Overal waar je aanklopt, nemen ze je aan! Verdraaid nog aan toe, hebben ze je dan niks geleerd in het leger?’ Wards mond verstrakte. ‘Weet u wát ze me geleerd hebben in het leger? Hoe word ik een beest, in drie stappen. Een granaat midden in het peloton naast je? Slecht gemikt Fritz! Je kameraad ligt buiten de dug-out te creperen met darmen uit zijn lijf? Blijf waar je bent, we hebben jou nodig voor de volgende massamoord. Leef je nog? Geen zorgen, morgen ben je evengoed dood.’ Zijn stem brak. Met een bruusk gebaar draaide hij zich om en holde de trap op. Gustaaf staarde naar de openstaande deur. Vijf volle seconden stond hij bewegingloos op de binnenplaats, terwijl de draaikolk in zijn binnenste tekeerging als een storm in de wilgen. Toen, in een wanhopig gebaar, hief hij zijn vuist naar de hemel en schreeuwde geluidloos. ‘Hij is er ook zo één hè?’ zei Nolle, toen ze elkaar tegenkwamen voor de ingang van het park. Het was het eerste woord dat ze wisselden. Gustaaf zweeg. ‘Je moet die jongen laten opnemen,’ vervolgde Nolle. ‘Ze kunnen onberekenbaar zijn, zulke. Ik heb het pas nog gelezen. Vandaag of morgen staat ie met een mes aan je bed!’ ‘Nooit!’ zei Gustaaf. ‘Hij is een beetje de weg kwijt, maar

hij is geen…’ Wards woorden van gisteravond schoten hem te binnen en plots kreeg hij het woord “moordenaar” niet meer over zijn lippen. ‘Zeg niet dat ik je niet gewaarschuwd heb,’ zei Nolle, en hij gooide de spa over zijn schouder. Langzaam liep Gustaaf het pad af. De lucht geurde naar lelies en vochtige aarde. Waar hij zijn voeten langs de rand van het grasveld zette, bleven modderige afdrukken achter. Het was hoog water in het Jubelpark. De hele ochtend werkten de mannen gescheiden. Hun lunch aten ze in stilte. Pas tegen het eind van de middag kwam Nolle opnieuw aangeslenterd. ‘Hoor eens,’ begon hij gebroederlijk. ‘Ik weet dat Ward een goeie jongen is, maar het is niet verstandig om hem thuis te houden. Ze hebben ziekenhuizen waar zulke gevallen verzorgd worden. Ik heb gehoord dat er zelfs genezen zijn!’ Gustaaf dacht aan Ward, hoe hij hem vanochtend op de binnenplaats aantrof: zijn ogen hol en zijn gezicht grauw als dor blad. ‘Ik heb al veel geprobeerd,’ mompelde hij. ‘Precies,’ zei Nolle haast triomfantelijk. ‘En het heeft niet geholpen, wel?’ Gustaaf aarzelde. ‘Hij zal niet willen.’ ‘Weet hij soms wat goed voor hem is?’ Het bleef stil. Nolle gaf hem een klap op zijn schouder. ‘Neem een raad van een goede vriend aan, Gustaaf. Doe het beste voor je zoon en voor jou.’ Hij pakte zijn hark en glimlachte. ‘We kunnen tenslotte niet allemaal helden zijn.’ Gustaaf schoffelde zijn perkje en onthoofdde een stuk of wat geraniums. Hij controleerde drie keer dezelfde rozenstruiken op luizen.

Die avond kruimelde Gustaaf met bevende handen een dubbele dosis slaapmiddel door Wards thee. Hij bracht het kopje naar de slaapkamer en keek toe hoe Ward het tot op de bodem leegdronk. Toen ging hij terug naar de woonkamer en wachtte. Elk kwartier verzon hij een excuus om een kijkje te nemen. De eerste keer lag Ward met open ogen naar het plafond te staren, de tweede keer woelde hij onrustig in zijn bed, de derde keer sliep hij. Gustaaf boog zich over hem heen en zei zijn naam. Er kwam geen reactie. Hij klapte in zijn handen, vlakbij zijn oor. Niets. Ten slotte liet hij de deur met een knal dichtslaan, waarop de bovenbuurvrouw gilde dat het wel iets zachter mocht, en besloot dat hij er klaar voor was. Hij haalde diep adem en tilde Ward uit bed. De jongen was nog lichter dan hij gedacht had. Met een voorzichtigheid die hij normaal reserveerde voor het snoeien van de hortensia droeg hij hem de trap af. Voor de deur stond de kruiwagen, die hij speciaal voor dit doel uit het park had meegenomen. Ineengekruld als een ongeboren baby paste Ward precies in de houten laadbak. Gustaaf pakte het dekzeil van de grond en legde het over zijn zoon heen, zodat er niets meer van hem te zien was. Hij spuwde in zijn handen en greep de handbomen. Ietwat wiebelend duwde hij zijn vrachtje de poort door. Hoe verder hij de straat uitliep, hoe dieper hij zijn hoofd tussen zijn schouders verstopte. De wielen van de kruiwagen ratelden over de stenen. Iedere voorbijganger leek hem na te staren. Daar kwam een agent aan, zijn cape als een fladderende vleermuis om hem heen. Onwillekeurig hield Gustaaf zijn pas en zijn adem in. De politieman liep langs hem heen, groette niet eens. Even bleef Gustaaf staan om het zweet van zijn voorhoofd te wissen. Hij had niet gedacht ooit nog eens zo schichtig over straat te gaan, alsof hij een Amerikaanse gangster in zijn kruiwagen had. Eindelijk stond hij voor het hek van het park. Gustaaf haalde de grote sleutelbos tevoorschijn en ontsloot de poort. Onder de triomfboog door liep hij het park in. De paden en perken lagen er verlaten bij. Zacht knikten de viooltjes hem toe. Gustaaf laveerde zijn kruiwagen naar het midden van een gazon. Hij spreidde het zeil uit op het gras en tilde Ward uit de bak. Zelf ging hij ernaast zitten. Het wachten begon opnieuw. Boven hun hoofden dreven de wolken uiteen en er kwam een hemel vol sterren tevoorschijn. Maar Gustaaf keek niet omhoog. Hij liet geen oog af van zijn zoon die sliep in het Jubelpark, zijn gezicht niet langer trekkend, zijn handen niet trillend, in volledige rust. Het kostte hem geen enkele moeite om in deze jonge man zijn kind van vroeger te herkennen, toen Ward de mazelen had en hij waakte bij zijn bed. Uren verstreken. Soms dommelde Gustaaf wat weg, maar nooit voor lang. Zijn blik bleef gericht op Ward, om de kleinste verandering op te merken. Voorzichtig kwam er wat beweging in hem. Zijn ademhaling werd iets onregelmatiger, af en toe bewoog hij een been. Gustaaf ging rechtop zitten. Het slaapmiddel begon uit te werken. Langzaam, heel langzaam werd Ward wakker, als een bloem die zich opende voor de zon. Zijn wimpers trilden. Eindelijk sloeg hij zijn ogen op. Gustaaf had zijn hand op zijn schouder gelegd. ‘Welkom terug jongen,’ fluisterde hij. ‘De lucht is helemaal van jou.’

n


BDW 1486 PAGINA 20 - DONDERDAG 20 AUGUSTUS 2015

Theaterdirecteur Nicolas Géal: “Meestal vertrek ik hier pas na middernacht. Daarom heb ik ook nog geen vrouw.”

NICOLAS GÉAL (35), THEATERDIRECTEUR

met me, omdat ik afstudeerde en meteen theaterdirecteur werd. Ze vonden dat absurd.”

‘ZONDER DE STAD BRUSSEL ZOU TOONE NIET MEER BESTAAN’ BRUSSEL – Hij is nog maar 35 jaar oud, maar is toch al twaalf jaar directeur van het Koninklijk Poppentheater Toone. Nicolas Géal, Toone VIII, volgde in 2003 zijn vader José Géal, Toone VII, niet alleen als directeur maar ook als stem van de marionetten op. Afstuderen en meteen theaterdirecteur worden, niet voor iedereen weggelegd.

N

icolas Géal is sinds zijn geboorte te vinden in het marionettentheater Toone. Officieel is het een poppentheater, maar iedereen spreekt van een marionet-

tentheater. De komische Brusselaar is altijd al een vat vol energie geweest. Toen hij twee jaar oud was, speelde hij volgens zijn vader al met marionetten. Nog voor zijn tiende begon hij

aan zijn theateropleiding. “Natuurlijk ben ik beïnvloed door mijn ouders, maar ze hebben me nooit verplicht om acteur te worden. Als ze dat hadden gedaan, zou ik de rebel hebben uitgehangen en iets helemaal anders hebben gedaan.” In 2003 werd hij directeur van theater Toone. “Maar eigenlijk is er toen niet veel veranderd. Ik deed al het werk dat ik nu doe. Enkel mijn titel is veranderd, niets meer. Toen ik in mijn laatste jaar zat aan het ‘Conservatoire royal de Bruxelles’ lachten mijn vrienden

Marollen Zijn mooiste moment bij Toone, beleefde Nicolas toen hij gekroond werd tot Toone VIII. “Toen voerden we een stuk op dat mijn vader had geschreven voor het ‘Théâtre National de l’Opéra Comique’ in Parijs in 1980, toen ik in de buik zat van mijn moeder. Speciaal voor de kroning kwam een operazangeres zingen en Pierre-Alain Volondat, winnaar van de Koningin Elisabethwedstrijd in 1983, piano spelen. Dat moment blijft me het meeste bij, omdat het zo’n grote symbolische waarde heeft.” Nicolas wordt wel nog goed omringd door zijn familie. Zijn vader José, die de vorige directeur was, spreekt af en toe nog eens de stem van de marionetten in als een groep daar speciaal om vraagt. Hij is ondertussen 84 jaar oud en vaak spelen lukt dus niet meer. “Maar Toone is zijn passie en hij komt nog vaak langs. Mijn moeder helpt me soms nog met de administratie. Iets wat ze haar hele leven hier heeft gedaan. Maar het meeste werk doe ik alleen, het zou triestig zijn als ze nog zo veel zouden moeten werken tijdens hun pensioen. En mijn broer spreekt af en toe ook al een stemmetje in. Heel bizar, want hij is jurist van opleiding. Ik denk dat hij dat maar saai vond en zich daarom ook in de theaterwereld heeft gelanceerd.” Toone is in 1830 in de Marollen opgericht door Antoine Genty, ook wel Toone genoemd.


BDW 1486 PAGINA 21 - DONDERDAG 20 AUGUSTUS 2015

Verbouwingen Of er een verband is met het ontstaan van België is niet geweten. In de negentiende eeuw waren er vijftig marionettentheaters in Brussel, vandaag is Toone het enige. Ze verdwenen een voor een door de opkomst van de bioscopen en televisie. “Dit soort theaters was vroeger vooral bedoeld voor ongeletterden. Die zijn er nu amper. We spelen dus voor een heel ander publiek dan vroeger.” Toen zijn vader directeur werd in 1963, kon Toone geen zaaltje meer bemachtigen in de Marollen. Toone was bijna dood. Maar zijn vader vond een krot dicht bij de Grote Markt en knapte alles eigenhandig op. De verbouwingen vlotten echter niet en hij wou opgeven. “Maar net op dat moment toonde koningin Fabiola interesse voor Toone en ontstond er een dynamiek waardoor de Stad besloot om het gebouw te kopen, alle schulden af te lossen en te verbouwingen verder te zetten. Zonder de stad Brussel zou Toone niet meer bestaan.”

Brussels Vloms Tijdens een voorstelling staan zeven mannen op scène. Nicolas spreekt de stemmetjes in en zes andere mannen spelen met de marionetten. Er zijn veel clichés die ontkracht moeten worden volgens hem. “Men denkt vaak dat in een marionettentheater één zot onnozel doet met wat poppen, maar in feite werken zeven mensen aan het stuk. Velen denken ook dat we enkel in het dialect praten en dat ze niets zullen verstaan. Maar meestal spreken we tussentaal gecombineerd met wat woordjes dialect.”

Behalve de stemmetjes inspreken, leidt Nicolas natuurlijk ook het theater. “Ik regel de administratie, plan de voorstellingen en houd me nu vooral bezig met de verbouwingswerken die hier aan de gang zijn. We zijn van plan om het theater uit te breiden. De Stad Brussel heeft drie huisjes achter het theater opgekocht. Beliris voert de werken uit. Net omdat de Stad zo veel investeert in Toone had ik de besparingen van minister Milquet (CDH) niet verwacht.” Het kleine museum, waar nu al tientallen negentiende-eeuwse marionetten te zien zijn, wordt groter. Op het gelijkvloers komen lokalen om decorstukken en marionetten te stockeren. Er wordt ook een nieuw zaaltje gebouwd waar andere soorten voorstellingen kunnen plaatsvinden en workshops kunnen worden gehouden. “En tot slot krijgt Toone eindelijk een echte backstage. Nu staan we tijdens de voorstelling met zeven mensen op een paar vierkante meter. Dat is nogal krap en ongemakkelijk. Tijdens de pauzes zullen we eindelijk eens op ons gemak kunnen uitrusten. Als we nu materiaal naar het podium willen brengen, moet dat door de zaal gebeuren. In de toekomst kunnen we dat langs achter doen. In de zaal zelf verandert niets. Het publiek merkt dus niets van de werkzaamheden. Over een jaar kunnen we eindelijk van een volwaardig theater spreken. Als Milquet het toelaat, tenminste.” Killyan Dauvillé De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/ingesprekmet

Myriam Saenen: “We mikken op iedereen, jong en oud, van in de buurt of elders.”

Arabische ‘Café Congé’ in het Elzenhof ELSENE – Vandaag 20 augustus staat het Gemeenschapscentrum Elzenhof in het teken van Arabische muziek. Van 15 uur tot ‘s nachts kan u er dansen, workshops volgen of luisteren naar rap. Coördinatrice Myriam Saenen vertelt. Vanwaar het idee om Arabische muziek te brengen? Myriam Saenen: “Café Congé ontstond twee zomers geleden toen we vonden dat we onze tuin meer moesten openstellen. Vorig jaar tijdens het Wereldkampioenschap voetbal in Brazilië vroegen we ons af waarom we eens geen thema-avond over Brazilië konden brengen. Sindsdien hebben we die traditie van thema-avonden voortgezet. De Arabische avond wordt georganiseerd in samenwerking met het Gemeenschapscentrum De Pianofabriek in Sint-Gillis. Zij zijn specialist op dat gebied.” Voor wie is het mini-festival bestemd? Saenen: “We mikken op iedereen, jong en oud, van in de buurt of elders in Brussel. Beginnen doen we al van 15 uur, onder anderen met een workshop kalligrafie en een dj-set met Oriëntaalse muziek uit de jaren

1970. Tijdens de optredens zal er ook een video-installatie van een Palestijnse videokunstenaar te zien zijn, die aangedreven wordt door fietsers uit het publiek. Ook wordt er in betalende catering voorzien.” “Ook de optredens bieden voor elk wat wils. Er zal Slam zijn (een mengsel van rap en dichtkunst, red.) van een Mechelse artieste, rap van de Iraanse Shi Sha, dans door Ultima Vez, Tunesische liefdesmuziek door Jawhar, en dj-sets door Groovalicious en Sadziky. Die laatste set is een experiment, want die Brusselse dj draait normaal gezien alleen maar house en techno, maar zal zich nu meer wijden aan Arabische beats.” Wat wordt de volgende thema-avond? Saenen: “Op 27 augustus staat Café Congé in het teken van Latijns Amerika, met onder anderen Mexicaanse rumba, Peruviaanse cocktails, Colombiaanse Cumbia, DJ Front Chaud & DJ Dirty Gomez. Als het goed weer is verwachten we per avond toch 300 mensen.” CD Café Congé is gratis in Gemeenschapscentrum Elzenhof, Kroonlaan 12, 1050 Elsene. Meer info op 02 648 20 30 of www.facebook.com/elzenhof

BRUSSELS CREATIVE FORUM. Als je niet kan wachten om te weten wat het komende culturele voor jou in petto heeft, biedt Brussels Creative Forum de oplossing. Op 28 en 29 augustus lichten een reeks performances, debatten en lezingen er een tipje van de sluier op. Afspraak aan de Kunstberg, in het Square Brusselsgebouw. De toegang is gratis. n STRIPFEEST. Het stripverhaal komt tot leven in Brussel tijdens het weekend van 4 september. Vrijdag- en zaterdagavond tooit het Warandepark zich in duizend kleuren om de strip te vieren met de Stripnocturne. Op zondag zijn meer dan 80 wagens en motoren die in de stripverhalen van Kuifje komen, te bezichtigen. Daarnaast kan je er ook terecht voor allerlei tentoonstellingen, beurzen, animatie, boekvoorstellingen en signeersessies. n NOCTURNES BRUSSELSE MUSEA. Tijdens de nocturnes openen de Brusselse musea elke donderdagavond hun deuren. Van 17 september tot en met 10 december kan je van 17 tot 22 uur minstens vijf musea bezoeken en er een uitzonderlijke rondleiding meepikken of genieten van allerhande animaties in de vaste collecties. Inkom bedraagt maximaal 3 euro. Begin september is het programma te raadplegen op www.brusselsmuseumsnocturnes.be. n BELGISCHE MODE BIJ CORNETTE DE SAINT CYR. Op maandag 21 september wordt bij Cornette de Saint Cyr voor het eerst Belgische mode geveild. Zowel ontwerpen van een veertigtal modegiganten als een reeks modefoto’s komen om 19 uur onder de hamer. De collectie van het veilinghuis bevat onder meer werk van Brussels ex-hoedenontwerper Christophe Coppens en Martin Margiela die zijn naam ontleent aan de Maison Margiela Brussels Boutique. Tel.: 02-479.44.14.

CULTUUR   KORT

©SASKIA VANDERSTICHELE

3 VRAGEN AAN MYRIAM SAENEN © GC ELZENHOF

“Men denkt vaak dat in een marionettentheater één zot onnozel doet met wat poppen, maar in feite werken zeven mensen aan het stuk”

Op donderdag en vrijdag is er een publieke voorstelling, zaterdag zijn er twee. Meestal komen er zo’n veertig mensen naar de voorstelling. “Tijdens de eindejaarsperiode zie je wel een piek in de toeschouwersaantallen en spelen we voor 140 man.” Tot het einde van de zomervakantie spelen ze een parodie op de opera Carmen. Dat is Nicolas’ lievelingsstuk, omdat hij dan mag zingen. “Voor de voorstelling waarschuwen we wel de toeschouwers dat het vals kan klinken, maar dat vinden ze tof.” De meeste voorstellingen zijn in het Frans. Toone speelt slechts een keer per maand in het ‘Brussels Vloms’. “Het eerstvolgende stuk in het ‘Brussels Vloms’ is op 12 september. Dan spelen we nog eens De drie musketiers.” Toen Toone nog in de Marollen speelde, gebeurde dat enkel en alleen in het ‘Brussels Vloms’. Maar toen Toone naar de Grote Markt verhuisde, werd Brussel alsmaar Franstaliger en kwam er minder volk naar het theater. Daarom besloot zijn vader het over een andere boeg te gooien en meer Franstalige voorstellingen te organiseren. “Het Brussels Frans trekt ook meer toeristen aan. Vroeger sprak mijn vader zelfs een voorstelling in het Spaans in: San Antonio y su marrano (Sint-Antonius en zijn varken, red.). Het duurde maar twintig minuten, maar trok altijd veel volk aan. Maar nu doen we dat niet meer, ik kan geen Spaans.” Nicolas heeft ook al een paar voorstellingen in het Brussels Engels gedaan. “Dat is gewoon Engels en dan smijt ik er af en toe een Brussels woord tussen. We zijn ooit eens op uitnodiging naar Kuala Lumpur geweest met Toone. Met ons decor en onze marionetten. Alles werd betaald door de organisatoren. Dat had ik nog nooit meegemaakt. We speelden in het Brussels Engels. Resultaat: niemand begreep er iets van. Hilarisch!” De verschillende stemmetjes doen, eist wel zijn tol. “Het is zeer intensief. Je mag dat niet onderschatten, elke keer van toonhoogte of klank veranderen. Na een voorstelling van tachtig minuten lijkt het of ik een boksmatch heb gespeeld, zo vermoeid ben ik dan. Meestal vertrek ik hier pas na middernacht. Daarom heb ik ook nog geen vrouw. Als je altijd op je werk bent, dan moet je vrouw er ook werken. Dat is gelukt bij mijn ouders, maar ik heb die vrouw nog niet gevonden. Ik heb nog tijd.”

Samengesteld door Ella Van Craen


BDW 1486 PAGINA 22 - DONDERDAG 20 AUGUSTUS 2015

In Huize Sint-Monika kijkt men uit naar de eerste donderdag van de maand

‘Als er petanque is, is het feest’ BDWSPORT

BRUSSEL – Petanque brengt Marolliens dichter bij elkaar. In rusthuis Huize Sint-Monika verzamelen de bewoners één keer per maand rond hun indoorveld, terwijl Les Hommes des Marolles elke dinsdag op het buitenveld spelen. En dat is maar een begin, want er worden al plannen gesmeed om een competitie tussen rusthuizen op te zetten. “Wat een tapijt en een paar ijzeren ballen niet kunnen doen.”

‘A

mai, mijnheer Collin, ik wist niet dat jij zo hard kon smijten!,” zegt de goedlachse Axelle met enige zin voor overdrijving. Zij zorgt voor de ambiance en het goede verloop van het maandelijkse spel petanque. Geen evidente klus, want het zaaltje in Huize Sint-Monika is goed volgelopen en rolstoelen dienen regelmatig verhuisd te worden om alle spelers aan de bak te laten komen. “Het is de vierde keer dat we het organiseren, en ik kan nu al zeggen dat het een succes is,” vertelt directeur Jan Vandekerckhove (61). “Ik heb het hier geïntroduceerd omdat ik bij mijn vorige werkgever, een rusthuis in Dilbeek, had gezien hoe het aansloeg. Zelfs al speelden we er op eenvoudige matten. Hier hebben wij een piste kunnen aankopen van zeven meter lang, die we kunnen opplooien en binnen kunnen gebruiken. Het is niet evident om met onze bewoners op regelmatige basis buiten te spelen.” “Petanque is een dankbare sport omdat ze voor iedereen toegankelijk is. Rolstoelgebruikers kunnen bijvoorbeeld zonder problemen meedoen. En het trekt ook mensen aan die de sfeer komen opsnuiven langs de piste, zonder dat ze zelf spelen.” De 85 bewoners van het rusthuis kunnen elke eerste donderdag van de maand hun werptechnieken demonstreren. En neem dat maar letterlijk, want het spelletje wordt serieus genomen. “Sommigen kennen de finesses van petanque zeer goed (lacht). Het gaat er steeds competitiever aan toe. Het is leuk om sommige mensen open te zien bloeien. We zouden het meer dan één keer per maand kunnen organiseren, maar we moeten dat niet pushen. Het moet bovendien ook mogelijk zijn voor onze medewerkers.”

Geen Pastis De rol van die medewerkers is niet te onderschatten. Zoals die van ergotherapeut Axelle Chatelain, die het hele gebeuren in goede banen leidt en voor een typische Brusselse ambiance zorgt. Zij heeft in het verleden zelf petanque gespeeld en stond dan ook te springen om hier aan mee te werken. “Als er petanque is, is het feest,” aldus Chatelain. “Alleen de Pastis ontbreekt (lacht). Het is leuk om te zien hoe een ingetogen mijnheer openbloeit, hoe sommigen enthousiast beginnen te applaudisseren als hun ploeg een punt scoort, enzovoort. Het is zeer gezellig. Wat je met een veld en een paar metalen ballen niet kunt doen. Hier raken we veel mensen mee.” Chatelain kent al de inwoners en weet wie ze moet ophemelen en wie ze een plaagstoot kan geven. Ze past de spelregels aan naargelang wie aan zet is, al wordt ze wel terecht gewezen indien die te veel afwijken. Competitiegeest, weet u wel. Die wil ze nog verder ontwikkelen

Directeur Jan Vandekerckhove: “Ik zie nu al hoe mensen elkaars naam leren kennen en met elkaar praten, terwijl ze dat anders misschien nooit hadden gedaan.”

© MARC GYSENS

SPORTEN UITWISSELEN Het beeld dat er in een rusthuis amper wordt bewogen, spreekt Jan Vandekerckhove tegen. Hij verwijst naar de verschillende activiteiten die bij Huize Sint-Monika worden georganiseerd. En die zou hij nog willen uitbreiden. “De fitnesstoestellen die het OCMW van de stad Brussel onlangs in de binnentuin van rusthuis Sint-Gertrude heeft laten

met een interne competitie. “Je hebt de dienst Ommegang van de tweede verdieping, Breugel van de eerste verdieping en Meiboom van de gelijkvloers. Iedereen speelt voor zijn dienst, zo creëer je een band tussen de mensen. Ik zie nu al hoe mensen elkaars naam leren kennen en met elkaar praten, terwijl ze dat anders misschien nooit hadden gedaan. Dankzij petanque vinden ze een uitdaging en hebben ze een doel. Dat doet hen goed.”

Pop-upvelden “Onze directeur heeft het idee om in de toekomst een competitie tussen rusthuizen te organiseren. Dat zou leuk zijn. Ik zie het zitten om onze sterkste spelers te selecteren voor onze A-ploeg (lacht).”

plaatsen, interesseren me wel,” aldus de directeur. “Wij zouden dat ook wel willen, of alleszins samenwerken om de apparaten van een ander rusthuis te kunnen gebruiken. Zij kunnen dan bij ons petanque komen spelen. Dat zou een goede manier zijn om interactie te creëren.”

Petanque brengt leven in het rusthuis, maar ook in de tuin. Via Wendy Coppieters (29) van Buurtsport Brussel, die voor het wijkcontract Jonction/Verbinding werkt (zie artikel hiernaast), vernam directeur Vandekerckhove dat Les Hommes des Marolles – een groep mannen die recreatief speelt – op zoek waren naar een veld. Hij sprong met plezier te hulp. “Zij speelden vroeger aan Recyclart, maar toen dat niet meer kon, heb ik onze tuin voor hen opengesteld. Momenteel spelen ze elke dinsdag op ons buitenveld, en tijdens de koudere maanden mogen ze gerust binnen komen spelen. Dat brengt veel leven in de brouwerij.” Deze initiatieven bewijzen hoe sport mensen kan verbinden en dichter bij elkaar kan brengen. Een volkswijk als de Marollen is daar ge-

“Onze directeur wil in de toekomst een competitie tussen rusthuizen organiseren. Dat zou leuk zijn”

baat bij, dat weet ook Wendy Coppieters. Zij heeft nog heel wat in petto en daar speelt petanque zeker een rol in. “Er gaan in de Marollen verschillende terreinen voor een bepaalde tijd braak komen te liggen en daar zouden we graag tijdelijke sportvelden installeren,” vertelt Coppieters. “Dat kan een petanqueveld zijn, maar ook een volleybalveld bijvoorbeeld. We moeten die keuzes nog maken. Maar het staat vast dat petanque een goed middel is om mensen samen te brengen, zowel jong als oud. Wat er gebeurt bij Huize Sint-Monika is daar een prachtvoorbeeld van. Daar willen we op voortbouwen.”

Tim Schoonjans


BDW 1486 PAGINA 23 - DONDERDAG 20 AUGUSTUS 2015

@glenn_dh C’mon coach Casteels, add Quentin Serron! Just for fun. #SpaBel

© YOUNESS

En dat deed de bondscoach van onze nationale basketbalploeg ook. De Belgian Lions zijn in volle voorbereiding van het Europees kampioenschap, dat op 5 september van start gaat. Ze zetten al een paar puike prestaties neer: ze wonnen van het sterke Griekenland en wereldtopper Spanje was maar met drie punten te sterk. Brusselaar Quentin Serron stond dus in de basisvijf, en hoopt binnenkort met zijn maats te schitteren op het EK. TS

BuurtSPort aan kaPeLLekerk

EVEN WEG VAN HET GEZIN BRUSSEL – Brusselaars verbinden die aan de twee kanten van de Noord-Zuidverbinding wonen, ter hoogte van Kapellekerk. Dat is het opzet van wijkcontract Jonction/ Verbinding. Wendy Coppieters (29), sportanimator van Buurtsport Brussel, doet dat met sportinitiatieven zoals de vrouwengym, zumbalessen en gevechtsport in open lucht.

die  dames  zich  inzetten  voor  hun  gezin  en  even aan zichzelf denken vrijwel op de laatste  plaats  komt.  We  laten  de  initiatieven  rustig  groeien. Ik heb veel geleerd van mijn collega  Katia  Honée,  die  al  jaren  bezig  is  met  deze  specifi eke doelgroep via Lady Move (gym) en  zwemmen voor vrouwen.” “Tijdens  de  vrouwengym  pompen  we,  doen  we buikspieroefeningen, worden er wat bokstechnieken  getraind,  enzovoort.  Iedereen  zoekt  zijn  limieten  op,  maar  het  is  ook  een  moment  waar  gelachen  kan  worden.  Voor  die dames is het zowat een revolutie om even  met zichzelf bezig te zijn.

Meer info op www.buurtsportbrussel.be

De  autovrije  zone  rond  de  Beurs  is  komende zaterdag voorbehouden aan  VECHTSPORTERS. Van 14 tot 18 uur  worden er op de Anspachlaan namelijk  allerhande  initiaties  gegeven  in  verschillende  disciplines.  Vzw  Brussels  Major  Évents  en  de  NaitoGym  hebben  drie  Brusselse  toppers  kunnen  strikken:  de  talentvolle  judoka  Lola  Mansour,  wereldkampioen  taekwondo  Jaouad  Achab  en  wereldkampioen  kickboksen  Mohamed  Boulef.  Ze  delen  ook  handtekeningen  uit.    Een  sportdiscipline  in  de picture zetten die nog niet zo gekend is,  dat  is  ook  de  ambitie  van  BRUSSELS TEN.  Het tornooi dat door rugbyploegen met tien  spelers  gespeeld  zal  worden,  wordt  door  de  vzw Brussels Academy en RC Vorst georganiseerd, en vindt zaterdag van 10 tot 18 uur  plaats  in  het  Sippelbergcomplex  in  Molenbeek.  Meer  info  op  de  Facebookpagina  van  het evenement.   Slaat uw sporthart eerder

voor het lopen en het fi etsen? Dan is de PENTAL RAID iets voor u: ploegen van twee sporters beginnen in het Woluwepark al lopend  aan een parcours van zes kilometer, om dan  in het bikepark langs het sportcentrum Club  Wolu Park de fi ets te nemen en daarmee het  parcours  van  28  kilometer,  in  het  Zoniënwoud, af te leggen. De start wordt zaterdag  om negen uur gegeven en gebeurt in golven,  op basis van de volgorde van de inschrijvingen. Online inschrijven kan tot 20 augustus  om  middernacht,  en  indien  er  nog  plaats  is  ook ter plekke. Meer info op www.raiddebxl. be.    Ketjes  moeten  volgende  week  in  het  Anderlechtse  Dauwpark  zijn.  Heel  de  week  lang (telkens van 15 tot 19 uur) zal daar onder het toeziend oog van de Brussels Urban  Acrobatic Academy en de Kureghem Boxing  Academy  op  de  AIRTRACK  en  met  BOKSHANDSCHOENEN  gesport  kunnen  worden.  Meer info op www.buurtsportbrussel.be.  TS

SPORT KORT

“Ik  heb  gemerkt  dat  de  naam  van  het  wijkcontract goed is gekozen,” vertelt Coppieters,  die sinds begin dit jaar in en rond de Marollen  actief  is.  “Heel  wat  mensen  komen  niet  zoveel buiten. Er is nochtans een ruim aanbod  aan  activiteiten,  maar  velen  kennen  het  gewoon niet. Daarom werk ik aan een toegankelijk  sportaanbod  in  de  openbare  ruimte,  waarmee ik tegelijkertijd mensen ontmoet en  hen kan doorverwijzen naar het aanbod in de  wijk. Ik merkte wel snel dat er een behoefte  was aan een activiteit die zich enkel tot vrouwen richt en overdag doorgaat. Daarom ben  ik een paar maanden geleden met een vrouwengym en zumbalessen gestart.” Beide  initiatieven  sluiten  aan  bij  een  andere  prioriteit  van  Coppieters:  ruimtes  optimaliseren,  aangezien  het  qua  sportinfrastructuur nogal pover is gesteld in de buurt. Voor  de  vrouwengym  vond  ze  een  plaats  in  een  buurthuis in de Krakeelstraat, zumba wordt  een straat verder gegeven, in PCS Radis-Marolles. “Het  idee  om  met  een  vrouwengym  te  starten  kwam  van  de  dames  uit  het  buurthuis.  Ze waren enthousiast, maar eens alles rond  was, was dat weeral bekoeld. Dat is volgens  mij  geen  slechte  wil.  Het  is  gewoon  zo  dat

Sport voor iedereen Dat die revolutie gebeurt binnen lessen waar  enkel dames aan deelnemen, is volgens Coppieters  een  vereiste  om  de  doelgroep  die  ze  voor ogen heeft te bereiken. Dit is een eerste  stap om later hopelijk te groeien. “Buurtsport  wil iedereen de kans geven te sporten, ook zij  die er geen toegang tot hebben. Deze dames  behoren ook tot die doelgroep.” “Als  je  kunt  bekomen  dat  deze  dames  even  hun  gezin  verlaten  om  te  gaan  sporten,  dan  is  dat  volgens  mij  al  een  zeer  grote  stap.  Ik  vind dat we in de goede richting aan het gaan  zijn. Zonder dergelijke initiatieven zouden ze  gewoon thuis blijven. Dan verandert er niets.  Door  te  sporten  worden  vrouwen  sterker.  Hopelijk dijt die kracht ook uit op andere terreinen  van  onze  levens.  Dat  is  alleszins  het  doel.” Tim Schoonjans

ESTAFETTE > BRAM VAN DE VELDE

Memorial memories Toen  Usain  Bolt  in  2012  vers  van  de  Olympische  Spelen  in  London  met  drie  gouden  medailles  zijn  lange  benen  onder  de  tafel  in  de  perszaal  schoof,  verdrongen  de  journalisten  elkaar  voor  een  foto  of  een  quote. Het geluid dat ik voor  FM Brussel had  opgenomen  klonk  dof  en  hol  en  was  amper bruikbaar voor uitzending. Ik had mijn  microfoon  voor  de  snuit  van  organisator  Wilfried  Meert  gezet.  Volkomen  starstruck  bij  het  zien  van  de  snelste  man  ooit  vergat  ik mijn microfoon dichterbij de protagonist  te zetten. Mijn vragen en Bolts antwoorden  haalden wel uitgebreid de sportkaternen  van de kranten, maar meer dan de  helft sneuvelde voor  FM Brussel.  Technische problemen, weet u  wel. Sportverslaggeving  is  niet  de  prioriteit  van  de  stadsradio  waar  ik  voor  werk.  Daarvoor  hebben  we  de  mensen  en  de  middelen niet. Er zijn andere zenders die dat beter doen. Ik zeg het zoals het is. Toch pikken we ons graantje mee. We doen  wat  we  kunnen  om  de  Brusselaar  zo  goed  mogelijk te informeren over het wedervaren  van de regionale sportclubs en hun prestaties. In het nieuws op  FM Brussel hoor je de  voetbaluitslagen  van  de  clubs  uit  de  regio.  Door  de  jaren  heen  groeide  vooral  de  interesse voor de ploegen uit de lagere klassen.  Sinds  Brussel  weer  een  basketbalploeg  op  topniveau  heeft,  haalt  ook  die  balsport  regelmatig ons radionieuws. Nu,  de  kans  dat  je  me  op  98.8  fm  live  verslag hoort dvanuit het Astridpark is vrijwel  nihil.  Er  is  aan  mij  geen  Frank  Raes  voorbij  gegaan.  Toch  graait  dit  radiomakertje  zijn graantje van de sportjournalistiek mee.  Toen White Star Woluwe onder trainer Felice Mazzu in 2011 een indrukwekkend seizoen speelde en naar tweede klasse promoveerde,  mocht  ik  mee  op  het  trainingsveld  en  in  de  kleedkamer.  Ik  liep  voor  de  radio  het parcours van de 20km door Brussel met  de  laatste  Belgische  winnaar,  Rik  Ceulemans. Ik ging op trainingstage met de jonge  rennertjes van Cureghem Sportief. U merkt:  op zo’n kleine radioredactie als die van ons  nog  tijd  en  ruimte  om  mijn  liefde  voor  de  sport te botvieren. Niet langs de krijtlijnen. Dat is voor de ge-

specialiseerde pers. Doe mij maar een plaats  in de coulissen van de sportjournalistiek. De  mooiste  sportieve  coulissen  in  Brussel  zijn  die  van  de  Memorial  Van  Damme.  De  Memorial  haalt  in  december  steevast  mijn  eindejaarslijstje als sportevenement van het  jaar.  En  dan  reken  ik  er  ook  de  journalistieke backstage bij. De gedachte het Koning  Boudewijnstadion  te  verliezen  en  daardoor  mogelijk  ook  ‘s  lands  mooiste  atletiekevenement maakt me bij voorbaat nostalgisch.  Ik  zag  de  Amerikaanse  hordeloper  Aries  Merritt  er  het  wereldrecord  verbreken.  Ik  zag  Usain  Bolt  na  zijn  wedstrijd  totaal  uit  de bol gaan op de tonen van Shaggy. Ik  zag er 400-meterloper Cedric Van  Branteghem  zijn  spikes  aan  de  wilgen hangen. Maar  zover  zijn  we  nog  niet.  Op  11  september  staat  de  crème de la crème van de internationale  atletiek  op  het  tartan  van  de  Heizel.  Wat   FM Brussel  precies  doet  tijdens  de  Memorial? Nougabollen. De uitzendrechten voor Belgiës grootste atletiekavond  zijn volledig in de handen van  Sporza. Postvatten  aan  de  toegangspoort  en  bij  bezoekers  voelen  hoe  het  met  de  atletiekkoorts  gesteld is. Veel meer valt er die avond voor  een regionale radiozender niet te rapen. Gelukkig is de Memorial meesterlijk als het  aankomt  op  het  paaien  van  de  pers.  In  de  week voor het evenement druppelen de atleten binnen in het Sheratonhotel aan het Rogierplein dat voor een week het MVD-hoofdkwartier  wordt.  De  journalisten  worden  in  de aanloop naar het evenement getrakteerd  op  persbabbels  met  de  Borlées  en  de  Bolts  van deze wereld. Die persbabbels zijn voorspelbaar. Jacques Borlée heeft altijd wel iets  om  op  te  foeteren.  Als  het  de  bond  niet  is,  dan  wel  de  lakse  dopingcontroles.  Usain  Bolt moet voor de elfendertigste keer vertellen of ie al dan niet gaat verspringen tijdens  de  Olympische  Spelen  in  Rio.  Toch  leveren  die persmomenten volle krantenpagina’s op.  En een volle arena op vrijdagavond. Ik beleef veel plezier aan de aanloop naar de  Memorial. Maar niets overtreft the real deal  op 11 september. Genieten is de boodschap.  Zo lang het kan. Bram Van de Velde is presentator op FM Brussel en actief vrijetijdssporter

REDACTIE BRUSSEL DEZE WEEK Flageyplein 18, 1050 Brussel, 02-650.10.65, fax 02-650.10.38, info@bdw.be, www.bdw.be. ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bdw.be), 02-650.10.80, 02-650.10.38. Gratis binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Rest van België 20 euro per jaar; IBAN: BE73 7340 3974 6060, BIC: KREDBEBB van Vlaams-Brusselse Media vzw. Buiten België 30 euro per jaar. OPLAGE 62.609 exemplaren. PROMOTIE EN DISTRIBUTIE Ute Otten, Anne Burger, Maurice Droogh. ADVERTISING MANAGER Lisa Decrick: 02-650.10.66, 0474-67.03.84, fax 02-650.10.38 MARKETING MANAGER Frederik Welslau. HOOFDREDACTIE Christophe Degreef (ad interim). COÖRDINATIE Kim Verthé. EINDREDACTIE Ken Lambeets (eindredactie@bdw.be). VORMGEVING Peter Dhondt. REDACTIE Jean-Marie Binst, Bettina Hubo, Steven Van Garsse, Danny Vileyn. BRUSSELNIEUWS Kris Hendrickx (hoofdredacteur), Sandra Schreurs (projectcoördinator), Jelle Couder, Sara De Sloover, Laurent Vermeersch. MEDEWERKERS Nicky Aerts, Michaël Bellon, Alex Deforce, An Devroe, Elien Haentjens, Eva Hilhorst, Ilah, Toon Lambrechts, Wauter Mannaert, Tom Peeters, Niels Ruëll, Bruno Schols, Tim Schoonjans, Benjamin Tollet, Georges Tonla Briquet, Nick Trachet, Karel Van der Auwera, Bram Van de Velde, Matthias Vanheerentals. FOTOGRAFEN Bart Dewaele, Sander de Wilde, Marc Gysens, Ivan Put, Dieter Telemans, Saskia Vanderstichele, Jo Voets. FINANCIËLE ADMINISTRATIE Manu De Hertogh. VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Christophe Degreef, BDW, Flageyplein 18, 1050 Elsene. ALGEMENE DIRECTIE N.N.. Brussel Deze Week wordt gedrukt op de persen van de nv Roularta, Meiboomlaan 33, 8800 Roeselare en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie.

ONS MAILEN? Al onze mailadressen zijn volgens dezelfde structuur opgebouwd: voornaam.naam@bdw.be (losse bestanddelen van voornaam of naam aan elkaar, en zonder trema’s, verbindingsstrepen en andere tekens).


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.