BDW - editie 1513

Page 1

Noordzee trekt met fishbar naar de marollen LEES PAGINA 11 Ben Gijsemans’ personage Hubert in het KMSK En ook: Kel Assouf, Hamza en Keeper.

10 03 16

AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X P303153

PIETER BALLON OVER SMART CITY

© SHUTTERSTOCK

HOE GEVAARLIJK IS DE SLIMME STAD? LEES PAGINA’S 6 - 7 BRUSSEL DRAAISCHIJF VOOR AFRIKAANSE KUNST

‘ Een museum mag niet langer ontbreken’

SOPHIE DE SCHAEPDRIJVER OVER DE VERZETSHELDIN VAN WO I

“Gabrielle Petit is het bewijs dat een meisje van niets het ergens kan brengen.” LEES PAGINA 3

LEES PAGINA‘S 14-15

DE RESTAURATIE VAN EEN VRIJMETSELAARSTEMPEL

Binnengluren bij het grootoosten LEES PAGINA‘S 16-17

N° 1513 VAN 10 TOT 17 ¦ WEEK 10: WEEKBLAD, EEN UITGAVE VAN VLAAMS-BRUSSELSE MEDIA VZW, FLAGEYPLEIN 18, 1050 ELSENE, REDACTIE: 02-650.10.96, ABONNEMENTEN: 02-650.10.80, E-MAIL: INFO@BDW.BE, WWW.BDW.BE


BDW 1513 PAGINA 3 - DONDERDAG 10 MAART 2016

VAN DE REDACTIE

door Danny Vileyn

0nderscheiding Brusselaars (en pendelaars) zijn milde mensen. De vervoersmaatschappij MIVB krijgt, zij het voor het eerst in haar geschiedenis, een onderscheiding van de reizigers. Helemaal onverdiend is die graad niet, maar toch is er geen reden voor zelfgenoegzaamheid. Er moeten nog te veel pijnpunten – de eeuwig kapotte roltrappen zijn maar één voorbeeld – weggewerkt worden. En bovendien: met enquêtes moet je altijd uit je doppen kijken, dat weet iedere sociale wetenschapper. De enige zekerheid is dat enquêtes de opdrachtgevers veel geld kosten. Maar omdat de jaarlijkse enquête een onderdeel zijn van de communicatiestrategie van de MIVB, malen ministers niet om de kostprijs. Net zoals de NMBS wil de MIVB veel reizigers tegelijkertijd vervoeren, dat is nodig om het rendement hoog te houden, zo wordt gezegd. Die logica vertaalt zich in de frequenties: wil je een tram, metro of bus nemen buiten de schoolvakanties en op de spitsuren, dan ben je meestal goed af. Als je er tenminste niet tegen opziet om recht te staan. In het weekeinde of na 20 uur ‘s avonds moet je geluk hebben. Dan merk je concreet dat het aanbod nog

WAUTER MANNAERT

altijd veel te veel op woon-werkverkeer en scholen afgestemd is. Voor het avondaanbod – tussen 20 uur en 24 uur – krijgt de MIVB ‘maar’ zes op tien. Ook hier toont de reiziger zich mild en moet dringend de vergelijking gemaakt worden met de frequenties van andere steden. Wie op zaterdagavond na 19 uur aan het Zuidstation, een belangrijk knooppunt, de premetro richting Ukkel wil nemen, moet al gauw tien minuten wachten, zelfs al heeft die de keuze tussen tram 3 en 4. Dat krijg je in geen enkele andere grote buitenlandse stad verkocht. Ook op woensdagnamiddagen is het vaak balen. Inderdaad, de school is dan uit maar ook dan moeten reizigers vaak tien minuten wachten op een tram of bus. Dat zijn geen grootstedelijke frequenties. Langer dan vijf minuten zou het niet mogen duren. De MIVB heeft niet alleen de opdracht om niet-gemotoriseerde Brusselaars en pendelaars van A naar B te vervoeren. De MIVB moet zo aantrekkelijk worden dat de pendelaars hun auto op de overstapparking achterlaten en Brusselaars hun auto van de hand doen. De MIVB moet daarom een enquête houden onder reizigers die geen auto hebben, die zich alleen verplaatsen met openbaar vervoer, taxi, fiets en te voet. Dan kunnen ze een strategie uittekenen om Brusselaars en pendelaars te overhalen om de overstap naar het openbaar vervoer te wagen.

STEDENBOUW > VLAANDEREN SCHENKT DURE GROND AAN BRUSSEL

EEN ‘UITWAAIERENDE’ ZAKSPEELTUIN BRUSSEL – Het zogenaamde ‘pocketpark’ op de hoek van de Leopoldstraat en de Wolvengracht staat op een bouwgrond ter waarde van 600.000 euro. De Vlaamse gemeenschap heeft ook de speeltuigen die er op staan mee gefinancierd. De Stad Brussel weet nog niet of het de speeltuin wil overkopen.

Het zakpark, hoek Wolvengracht (r.) en Leopoldstraat.

Dat blijkt uit een antwoord van Vlaams Brusselminister Sven Gatz (Open VLD) aan parlementslid Karl Vanlouwe (N-VA) in de commissie Brussel van het Vlaams parlement. Het dossier van het pocketpark ligt gevoelig omdat het Brusselse stadsbestuur en het Brussels gewest jarenlang draalden om op die plek – eigendom van de Vlaamse gemeenschap – een bouwvergunning toe te kennen aan het aanpalende Vlaams-Nederlands huis deBuren. Die culturele instelling wilde er uitbreiden, maar de Brusselse administraties zagen dat niet zitten. Het is een politiek goed bewaard geheim dat de stad Brussel een probleem heeft met een te grote Vlaamse aanwezigheid in het stadscentrum. Als gevolg daarvan was het perceel jarenlang een stadskanker. Tot Vlaanderen in 2013 besloot om er een speeltuin van te maken en die aan Brussel te schenken. Uit het antwoord van Gatz blijkt dat de bouwgrond waarop de minispeeltuin staat 595.000 euro waard is. De Vlaamse gemeenschap heeft de Stad Brussel daarbovenop ook nog eens voor 46.000 euro betoelaagd voor de aanleg van het parkje en de aankoop van speeltuigen. Het stadsbestuur staat in voor het onderhoud en is eigenaar van de speeltuigen. Gatz zegt dat hij wil overwegen om de speeltuin te verkopen aan de Stad Brussel, op voorwaarde dat het een speeltuin blijft. De Stad Brussel is echter geen vragende partij voor een aankoop en vindt de huidige situatie goed. “We hebben nog geen formele vraag gekregen van de Vlaamse Gemeenschap om het park over te kopen,” klinkt het op het kabinet van Brussels schepen van Stedenbouw Geoffroy Coomans de Brachène (MR). Volgens Sven Gatz zouden er echter gesprekken lopen met het

© IVAN PUT

stadsbestuur om de speeltuin op die plek te behouden “op voorwaarde dat de prijs die men daarvoor zou bieden correct is.” Wat dus een verkoop impliceert. Gatz wil te allen prijze vermijden dat de stad Brussel de grond onder de waarde kan aankopen om er een bouwproject neer te zetten. Het perceel waarop het park staat is onderdeel van twee gronden van de Vlaamse Gemeenschap. Op het tweede deel staat het bouwvallige Café Dada. Dat werd twee jaar geleden te koop aangeboden door de Vlaamse gemeenschap, maar heeft nog geen koper gevonden, zo blijkt uit het antwoord van Gatz. “We bekijken wat de economische waarde van een verbreed deel van het overblijvende pand of de overblijvende stukken grond zou zijn.”

Daarkom Karl Vanlouwe van Gatz’ coalitiepartner N-VA vindt het spijtig dat de Vlaamse gemeenschap niet beter met het geld is omgegaan. “Ik vraag me af of er een evenwicht is tussen wat de Vlaamse gemeenschap als verbintenis op zich heeft genomen en wat de Stad Brussel als verbintenis op zich heeft genomen. Het pocket park ligt op een waardevol terrein dat min of meer gratis ter beschikking wordt gesteld.” Gatz zelf is ook niet erg opgezet met de gang van zaken. In de commissie verklaarde hij namelijk dat “het een dossier is van een voorganger met wiens uitwaaierende dossiers ik nog regelmatig word geconfronteerd.” Daarmee doelt de Vlaamse Brusselminister op zijn socialistische voorgangers Pascal Smet en Bert Anciaux. Tussen de lijnen door is dat antwoord ook een sneer naar het mislukte Vlaams-Marokkaans huis Daarkom, op een boogscheut van het pocketpark. Christophe Degreef


BDWVOORGROND

BDW 1513 PAGINA 3 - DONDERDAG 10 MAART 2016

VROUWENDAG > SOPHIE DE SCHAEPDRIJVER GAF TEKST EN UITLEG IN BRUSSELS PARLEMENT

GABRIELLE PETIT, EEN HELDIN VAN DE KLEINE LUIDEN BRUSSEL - Met de herdenkingen van Wereldoorlog I worden ook de helden van die oorlog herdacht. Gabrielle Petit is één van hen, maar wel een heel bijzondere. “Een heel Brussels verhaal,” zegt de BelgischAmerikaanse historica Sophie De Schaepdrijver, die vorig jaar een boek schreef over de ‘heldin.’

G

abrielle Petit was één van de vele tienduizenden eenvoudige meisjes die meer dan een eeuw geleden Vlaanderen en Wallonië verlieten om in Brussel met een nederig baantje de kost te verdienen. Petit kwam uit Doornik en werd beroemd voor haar werk bij de inlichtingendiensten. Net als Edith Cavell werd ze door de Duitsers gefusilleerd. “Maar verder zijn de twee totaal niet te vergelijken,” zegt De Schaepdrijver. De Schaepdrijver, die aan de Pennsylvania State University Europese geschiedenis doceert, was samen met ULBhistorica Eliane Gubin in het Brussels parlement ter gelegenheid van de Internationale Vrouwendag. Het standbeeld van Gabrielle Petit staat op een boogscheut van het Brussels parlement op het Sint-Jansplein. Wat brengt een vooraanstaande historica van de Eerste Wereldoorlog ertoe om een biografie te schrijven over een figuur als Gabrielle Petit? De Schaepdrijver: “0m te beginnen is er het grote mysterie van de Eerste Wereldoorlog. De Tweede Wereldoorlog, die begrijpen we, de eerste daarentegen niet. Wat de Eerste Wereldoorlog betreft moeten we ons afvragen: wat bezielde mensen om zich in te zetten voor die oorlog? Historici moeten met andere woorden proberen te achterhalen wat mensen motiveerde. Je mag er namelijk niet van uitgaan dat mensen dom waren of achterlijk. Het fascinerende aan Gabrielle Petit is voor mij dat je op zoek gaat naar iemand die niet een van de leiders was, die de geschiedenis niet heeft veranderd, maar zich wel volop heeft ingezet. Wat mij ook fascineert is dat Gabrielle Petit een tijdlang zeer bekend was. Lees er Marc Didden op na, in de jaren 1950 wist iedereen

in Brussel wie Gabrielle Petit was en wat ze tegen het Duitse executiepeloton zou hebben gezegd. Vanaf de jaren 1960 deemstert die herinnering weg. Als je haar verhaal schrijft, schrijf je niet alleen haar biografie, maar ook de biografie van een herinnering, van een herdenking.”

nog in Brussel woonden, maar ondertussen pendelen. Petit was zelf een verkoopster. Het is dus een zeer Brusselse verhaal.” “Ook de cultus rondom de © BART DEWAELE twee figuren verschilt weSophie De Schaepdrijver in haar ouderlijk huis in Aalst. zenlijk. Cavell werd herdacht als een onschuldig Edith Cavell en Gabrielle slachtoffer van de Duitse Petit werden beiden door de slechtigheid, ze werd ook Duitsers geëxecuteerd. Verder onmiddellijk zo voorgesteld dat het in een brief: ‘Ik ben niet langer een Molenbeek waar ze ook mannelijke hebben ze in de herinnering ridderlijke Britse leger haar had staal zonder waarde’. Die uitdruk- collega’s ontving. Een tante van haar weinig met elkaar gemeen. kunnen wreken. Petit werd veel king verraadt haar achtergrond: ze die op de hoogte was, zei hierover: De Schaepdrijver: “Toen Edith mannelijker voorgesteld, actief, ie- had lang in een kledingwinkel ge- ‘Uw grootvader zou niet content Cavell door de Duitsers werd ge- mand die het zelf uitzoekt. Iemand werkt waar ze échantillons sans va- zijn als hij dat wist.’ Waarop zij antdood, was dat onmiddellijk een we- die noch geholpen, noch gewroken leur toegestuurd kregen. In die zin woordde: ‘Dat weet ik niet, of hij niet reldwijd schandaal. Petit is onder de wordt door het Belgische leger. Het kan ze een voorbeeld zijn voor jon- content zou zijn.’ Als actieve vrouw radar geëxecuteerd, dat werd door aspect verzet speelt een veel grotere geren die hogerop willen.” ben je deel van de wereld. Ze speelde de Duitsers zeer bewust gedaan. rol bij Petit dan bij Cavell.” ook kaart met mannen in de trein, Petit was een heldin en daar zag ze niets kwaads in. Iemand een voorbeeld van sociale omschreef haar als het Amerikaanse type.” emancipatie, maar we zien niet onmiddellijk de Hoe gaan de Amerikanen vrouwenemancipatie. De Schaepdrijver: “Toch wel. Zij om met de geschiedenis van is belangrijk voor sociale emanci- Wereldoorlog I? patie, voor democratisering zelfs, De Schaepdrijver: “Ze beginnen maar ook voor vrouwenemancipa- er zich voor te interesseren in aantie. Petit opereerde heel autonoom, loop naar april 2017, het eeuwfeest ze heeft zelf haar weg gebaand zon- van de Amerikaanse deelname aan der mannelijke gezagsfiguren, zon- de oorlog. Intellectueel wordt het SOPHIE DE SCHAEPDRIJVER der vader en zonder broers. Ze werd belangrijk gevonden, maar pas nu is buiten het mannelijke kader om er de interesse van het grote publiek. gedefinieerd. Dat merk je soms aan Mijn boek is bij een Londense uitgekleine toetsen. De grote volksschrij- ver uitgegeven. Een Amerikaanse Ze kreeg bijvoorbeeld geen Belgi- Kan Gabrielle Petit een rol ver Abraham Hans heeft over haar was ook wel geïnteresseerd, maar sche advocaat, zodat er niets over spelen in het collectieve leven een roman van 600 bladzijden ik moest het opleuken. Alles wat er het proces kon uitlekken. Er kwam geheugen van de Brusselaars, geschreven, in het Nederlands en met de herdenking te maken had, ook geen schandaal. Ze werd pas na een superdiverse samenleving in het Frans, ook dat is niet belang- moest er bijvoorbeeld uit. De Lonrijk. De cultus gebeurde in beide ta- dense uitgever heeft het boek prede oorlog, zij het vrij snel, ‘erkend’. met scherpe sociale len. In die roman moest ze met een cies uitgegeven zoals ik het wou en Zij werd ontdekt door een vakbond tegenstellingen? uit de dienstensector die haar zo’n De Schaepdrijver: “Petit was ie- van haar medewerkers van de in- daar ben ik heel blij om.” Danny Vileyn beetje uitriep tot patroonsheilige. mand die zeer weinig kansen had lichtingendienst afspreken. En dat En dat is natuurlijk zeer interessant, gekregen, iemand die het allemaal gebeurde in een hotel. Hans waarde mensen uit de dienstensector dat zelf moest uitzoeken, maar ook ie- schuwt de lezers dat wie hier kwaad > Gabrielle Petit, The Death zijn de mensen die Brussel hebben mand die wel hogerop wou. Ze is het wil van denken, zich moet schamen and Life of a female Spy in gemaakt. Dat zijn de winkeljuffers, bewijs dat ook een meisje van niets – ze moest bijvoorbeeld ongezien the First World War, uitgegarçons en serveuses, handelsrei- het ergens kan brengen. Toen ze documenten kunnen doorgeven. De verij Bloomsbury London zigers en kleine gesalarieerden uit voor het eerst werd aangeworven bij scène komt ook overeen met haar 258 blz., 27,15 euro de tertiaire sector. Mensen die toen de inlichtingendiensten schreef ze eigen leven. Ze huurde een kamer in

“ Ze huurde een kamer in Molenbeek waar ze ook mannelijke collega’s ontving. Iemand omschreef haar als het Amerikaanse type”


BDW 1513 PAGINA 4 - DONDERDAG 10 MAART 2016

UITGELICHT > BETERE FREQUENTIES SLEUTEL TOT TEVREDEN MIVB-GEBRUIKER

MIVB KRIJGT ONDERSCHEIDING VAN REIZIGERS BRUSSEL – De MIVB heeft gemiddeld 7 op 10 gescoord in de tevredenheidsenquête van de reizigers. Meteen de eerste keer dat de vervoersmaatschappij een onderscheiding scoort bij haar eigen klanten. “De hogere frequenties hebben een watervaleffect.”

D

e reden dat de MIVB kan uitpakken met een eerste 7 op 10 zit vooral bij de vooruitgang die het busnet maakte. De metro en de tram boekten lichte vooruitgang met een algemene tevredenheid van 7,1 op 10. De bus maakte een mooi inhaalmanoeuvre door van 6,6 op 10 in 2014 naar 6,9 op 10 vorig jaar te gaan. De MIVB zelf ziet de betere busscore vooral als een gevolg van het nieuwe materieel en de betere frequentie. Eind 2014 deden de laatste van de nieuwe Desiro-bussen hun intrede. Daardoor kon de vervoersmaatschappij de capaciteit op het busnet met een vijfde verhogen. “Door die betere frequentie zien we ook in andere delen van de enquête een verbetering,” zegt MIVB-CEO Brieuc De Meeûs. “Bijvoorbeeld bij de overstappen en bij het comfort. Je kan spreken van een watervaleffect.” Met de nieuwe busbestelling in het kader van het nieuwe busplan wil de MIVB die trend doorzetten. De vraag of die nieuwe bussen een elek-

trische dan wel een hybride aandrijving zullen hebben, blijft voorlopig onbeantwoord. “Die knoop moet de regering doorhakken”, zegt De Meeus. “Ik verwacht dat dat in de komende weken zal gebeuren.” Ook bevoegd minister Pascal Smet (SP.A) zag bij de presentatie van de

het openbaar vervoer trekt.” Toch is niet alles rozengeur en maneschijn. Er blijven een aantal weerkerende knelpunten: het aanbod tijdens de avond en ‘s nachts, de werking van de roltrappen en de toegankelijkheid voor fietsen in de voertuigen. Op al die punten scoort

“ De regering moet beslissen of de nieuwe bussen een elektrische, dan wel een hybride aandrijving zullen hebben” BRIEUC DE MEEÛS CEO MIVB enquête niets dan redenen om zichzelf op de borst te kloppen. “We zien het resultaat van onze investeringen, die we de komende jaren nog zullen doorzetten. Wij zijn het enige gewest dat nog volop de kaart van

Voor minister Smet is de oplossing voor het gebrek aan nachtvervoer niet noodzakelijk bij de MIVB zelf te vinden. “Autodelen moet een belangrijke aanvulling worden,” zegt hij. “Het parlement zal zich de komende weken buigen over de ordonnantie over ‘free floating’-auto’s (deelwagens die niet aan een station gebonden zijn, red.). Daar kunnen we dan werken met bijvoorbeeld een combi-abonnement.” Andere speerpunten waarmee de MIVB de komende jaren hoopt te scoren bij de reizigers zijn een nieuwe app en nieuwe wachttijdaanduiders. Ook de gratis Wifi in de stations moet zijn intrede doen.

Focus op frequenties

de MIVB 6 op 10 of lager. Het avonden nachtnet profiteert nu al wel van de frequentieverhoging in februari, onder andere op drie Noctislijnen. Het valt dus af te wachten wat de impact daarvan is op de barometer.

De grote toekomstvraag is of alle geplande investeringen er komen. De MIVB lijkt hogere frequenties te zien als een belangrijke weg naar een meer tevreden reiziger. Maar voor hogere frequenties zijn extra voertuigen en werken nodig. En die kosten geld.

Het project voor de automatische metro werd al op de lange baan geschoven. Er dienen zich ook zware investeringen aan door het tunneltrauma dat de Brusselaars de afgelopen weken beleefden. Politici als Didier Reynders (MR) pleitten er al voor om geld voor de uitbreiding van

DE WEEK IN BEELD DOOR IVAN PUT De Brusselse Eroticabeurs, een van de grootste van Europa, blies dit jaar vijfentwintig kaarsjes uit. Er was voor elk wat wils, want de beurs besloeg maar liefst 10.000 vierkante meter. Er was een kookworkshop Afrodisiacum, de verkiezing van Miss Europa Naakt en een optreden van Chippendales. De beurs vond plaats in Brussels Kart Expo in Groot-Bijgaarden en eindigde op zondag 6 maart.


WEEKOVERZICHT

BDW 1513 PAGINA 5 - DONDERDAG 10 MAART 2016

© ELKE VAN OOST

WOENSDAG 2 MAART POLITIEVAKBONDEN DREIGEN MET STAKING. De politievakbonden dreigen met een stakingsaanzegging indien er geen extra personeel ingeschakeld wordt. Dat werd hen beloofd. Indien dit niet gerespecteerd wordt, zullen de politievakbonden een stakingsaanzegging indienen voor eind maart, begin april in naam van alle bonden. De vakbonden hekelen vooral het gebrek aan sociaal overleg. Een gebrek aan risicoanalyse baart hen zorgen. BRUSSELAARS ZIJN ARMSTE BELGEN. Uit nieuwe cijfers van het Instituut voor de Nationale Rekeningen blijkt dat het netto-inkomen van de Brusselaars de jongste jaren flink gedaald is. Voor het eerst scoren de Brusselaars slechter dan de Walen. Rijke gezinnen die verhuizen naar de Brusselse Rand en de slechte mobiliteit doen de Brusselse bedrijven uitwijken naar Vlaanderen en Wallonië. De Vlamingen blijven de rijkste Belgen.

DONDERDAG 3 MAART EINDE VAN SPLITSING JETSE ZONDAGMARKT. Alle marktkramers worden weer herenigd op of rond het Astridplein in Jette. Dit gebeurt nadat het grootste deel van de marktkramers niet tevreden is met de splitsing door een daling van het aantal klanten. Een deel van de handelaars moest in september verhuizen naar het Kardinaal Mercierplein door werken aan tram 9.

VRIJDAG 4 MAART BRUSSELS AIRPORT RENOVEERT START-EN LANDINGSBAAN. Brussels Airport maakt bekend dat ze van eind juli tot eind september renovatiewerken uitvoeren aan de start- en landingsbaan 01/19. Die moet om de dertig jaar grondig worden vernieuwd om veiligheidsredenen. Er wordt ook ’s nachts gewerkt om de overlast voor de omwonenden te beperken en de luchthavenactiviteiten zo vlot mogelijk te laten verlopen.

ZATERDAG 5 MAART De MIVB ziet de betere busscore vooral als een gevolg van het nieuwe materieel en de betere frequentie.

de metro te gebruiken om de tunnels te repareren. Volgens De Meeus zal het zo’n vaart niet lopen. “Het budget voor de tunnels is van een andere orde. Enkele tientallen miljoenen, tegenover de meer dan vijf miljard die in ons investeringsbudget voor de komende

“ “ HET GETAL

tien jaar is toegewezen.” De grote projecten die de MIVB in die periode plannen, blijven dus op de rails: de metro naar Schaarbeek, het nieuwe busplan en de verlenging van tramlijnen 94, 9, 3 en 7. Meer duidelijkheid over de richting die het openbaar vervoer zal

uitgaan, zal er komen bij de onderhandelingen over een nieuwe beheersovereenkomst voor de MIVB. Die moet er dit jaar nog zijn en zal volgens minister Smet “aanzienlijk eenvoudiger” zijn dan de huidige. Jelle Couder

Mensen gaan op de buiten wonen om dan vooral in de auto te zitten op weg naar het werk, de cinema of de winkels in de stad. Sommigen beginnen daar eindelijk de absurditeit van in te zien” Architect en hoogleraar Stedenbouw Leo Van Broeck (KU Leuven) meent dat de Vlaming begint in te zien dat wonen op het platteland een dure desillusie is (in De Morgen).

Mannen zijn bang om terrein te verliezen. Ze hadden lang voorsprong, maar die is aan het verdwijnen omdat vrouwen beter en beter worden” Voormalig directeur van Vlaams-Nederlands Huis deBuren Dorian van der Brempt probeert te verklaren waarom mannen het zo moeilijk hebben om gendergelijkheid te aanvaarden (in Knack).

Mobypark

De deeleconomie blijft nieuwe initiatieven opleveren. Nu is er Mobypark. Met de app kunnen autobestuurders een parkeerplaats huren die anders toch niet gebruikt wordt. De Franse start-up heeft hetzelfde concept als Airbnb: mensen verhuren hun ondergebruikte logeerkamer aan een lage prijs. Mobypark doet hetzelfde voor

ongebruikte parkeerplaatsen. De prijs voor een parkeerplaats is 70 procent lager dan wat een autobestuurder normaal betaalt aan parkeermeters. Bovendien winnen de autobestuurders elke dag 20 minuten doordat ze niet naar parking moeten zoeken. Via www.mobypark.com kunnen bestuurders en eigenaars zich registreren. De automobilist vult thuis zijn bestemming in en betaalt voor de parkeerplaats. Het enige dat hij dan moet doen is naar zijn bestemming rijden en zich parkeren. Steven Van Garsse

GANSHOREN KRIJGT NEDERLANDSTALIGE BIBLIOTHEEK. Ganshoren opent officieel als laatste Brusselse gemeente een Nederlandstalige bibliotheek. Deze bevindt zich op de eerste verdieping van GC De Zeyp. De Vlaamse gemeenschap, de VGC en de Vlaamse schepenen zorgen er samen voor dat alle Brusselse gemeenten nu over een Nederlandstalige bibliotheek beschikken. MUSEUM NIGHT FEVER SUCCES. Museum Night Fever lokt zo’n 16.000 bezoekers. Dat is wat minder dan vorig jaar, toen er 17.000 bezoekers werden geteld. Alle musea die openblijven tussen 19 uur en 1 uur kennen een grote opkomst. Het publiek is opvallend jong. De avond wordt traditioneel afgesloten met een afterparty.

ZONDAG 6 MAART LOUIZAWIJK WORDT TOERISTISCHE ZONE. De federale regering heeft het licht op groen gezet om van de Louizawijk een toeristische zone te maken. Dat betekent dat de winkels zeven dagen op zeven en 24 op 24 geopend mogen zijn. Voorlopig zullen de winkels een zondag per maand geopend zijn. Sint-Gillis zal ook erkend worden als toeristische zone omdat een deel van de Louizawijk op hun grondgebied ligt.

MAANDAG 7 MAART BRIEF NAAR MIVB VOOR WIFI-VRIJE COUPES. De vereniging Grondes vraagt in een brief aan de MIVB wifi-vrije coupés. De actiegroep heeft vragen bij de effecten van de wifi-straling op de mens. Zij vragen in de brief om niet alle coupés uit te rusten met wifi en om dit ook duidelijk te vermelden. Ook de wifi-uitzendpunten willen zij aangeduid zien. Voorlopig is er het idee om de zones rond de ticketverkooppunten uit te rusten met wifi.

DINSDAG 8 MAART HANDELAARS NAAR RAAD VAN STATE. De verenigingen Groupement des commerçants du centre-ville en Bruxelles Port de Mer vragen aan de Raad Van State om de heraanleg van de voetgangerszone te annuleren en om de bouwvergunning te schorsen. Het gaat de handelaars niet om het afschaffen van de voetgangerszone, maar om de mobiliteitsproblemen op te lossen die ze veroorzaakt. REIZIGERS GEVEN MIVB MONSTERSCORE. De MIVB heeft de hoogste score ooit op haar tevredenheidsenquête gehaald: 7 op 10. Vooral de tevredenheid over het busnet ging erop vooruit. Het avond- en nachtaanbod en de roltrappen blijven knelpunten. Samengesteld door Laura Gerard

MEER NIEUWS DE HELE WEEK ROND OP SURF NAAR BRUSSELNIEUWS.BE EN SCHRIJF JE IN OP DE NIEUWSBRIEF


BDW 1513 PAGINA 6 - DONDERDAG 10 MAART 2016

TECHNOLOGIE > PIETER BALLON (VUB) WIL ÉCHTE SLIMME STEDEN

‘ POLITICI DENKEN DAT ZE MET SMART CITY OPNIEUW DE CONTROLE HEBBEN’ BRUSSEL – De komende jaren zal het internet een bepalende rol spelen in het dagelijkse stadsleven. VUB-onderzoeker Pieter Ballon heeft er een boek over geschreven, en spiegelt ons een existentiële keuze voor. “Er zullen niet alleen individuele keuzes gemaakt moeten worden. Als de overheid niet meedenkt met de technologie, dan zal de overheid onmachtig zijn.”

Ik kan me inbeelden dat politici vooral erg selectief omgaan met uw

betoog. Men hoort de nieuwigheid, en maakt vervolgens de gemakkelijkste keuze, of de keuze die het best verkocht wordt door een commerciële technologieontwikkelaar. In de praktijk zullen steden dus vol hangen met camera’s, en zal onze privacy er aan moeten geloven. Ballon: “Politici maken naïeve keuzes, dat klopt. Zeker de eerste jaren kiezen ze voor kostenefficiëntie en hangen ze hun steden vol camera’s omdat dat gemakkelijk is. Maar nadien worden ze onvermijdelijk geconfronteerd met de gevolgen. Je bent pas een slimme burgemeester als je de resultaten van je beleid ook echt begrijpt, en waar nodig kan bijsturen. Want er schuilen vele gevaren om de hoek. Mechelen plant zijn centrum vol camera’s en wil zo voor een cultuur van law and order zorgen. Terwijl Barcelona ook veel camera’s heeft hangen, maar wel infrarode. Die camera’s kunnen mensen en mogelijke criminele patronen herkennen – zoals te lang rond een auto hangen – maar geen gezichten. Dàt is een voorbeeld van hoe slim en privé samen kunnen gaan in een goede politieke keuze. Het is namelijk belangrijk dat de keuze voor een slimme stad door de burgers gedragen wordt. Want de burgers moeten hun burgemeesters kunnen aanspreken op politieke keuzes en op de resultaten die hen beloofd werden door slimme technologie.” De meerderheid van de mensen heeft tegenwoordig een smartphone. Wil dat zeggen dat de burger ook echt slimme steden wil, of is het een hype die wordt opgedrongen? Ballon: “Ik ben op mijn hoede voor zowel de kritiekloze jaknikker, die elke technologie meteen omarmt en verwacht dat de rest van de wereld maar moet volgen, als voor de conservatief die zijn hakken in het zand zet. Kijk naar hoe sociale media de voorbije tien jaar hebben gewogen op onze relaties. Sociale media zijn een belangrijk onderdeel geworden van ons bestaan. Dankzij facebook vind ik verloren vrienden terug, maar riskeer ik ook echte ontmoetingen te devalueren. De maatschappij

© SHUTTERSTOCK

A

lle burgemeesters willen tegenwoordig slim zijn, meent VUBonderzoeker Pieter Ballon. Maar vaak weten ze niet wat dat inhoudt. Waarom doen ze het dan? “Omdat politici met heel wat problemen geconfronteerd worden in hun steden, problemen waar ze al lang mee kampen, zoals verkeersopstoppingen en criminaliteit. En steden hebben de neiging te groeien, waardoor de problemen alleen maar toenemen. Daarom neemt de frustratie bij politici toe, en de ‘slimme stad’ doet hen dan geloven dat oplossingen binnen handbereik liggen. Machthebbers denken dat ze dankzij Smart City de controle opnieuw gaan verwerven.” Ballon heeft er een boek over geschreven: Smart Cities, Hoe technologie onze steden leefbaar houdt en slimmer maakt. Wat houdt de ‘slimme stad’ in? Dat stadsinfrastructuur wordt behangen met sensoren en wordt verbonden met het internet, bijvoorbeeld, zodat verkeerslichten zich automatisch zullen kunnen aanpassen aan het verkeer, en zodat zelfrijdende auto’s vanzelf zullen weten waar er verkeersopstoppingen zijn. Maar evengoed kan het een nachtmerrie worden. Dan staan we voor een wereld waarin de burger minder vrij zal zijn, geen privacy meer heeft – denk maar aan tv-schermen in de stad die op maat gemaakte reclame afspelen als u voorbij loopt – en de speelbal zal worden van privébedrijven die technologische oplossingen zullen aanbieden, omdat overheden niet mee kunnen. Ook daar is Ballon zich van bewust: “Alles hangt af van de keuze die je maakt.” “Als je een slimme stad bent verdwijnen de problemen niet zomaar: je kan de veiligheid in je stad waarborgen door overal camera’s te hangen die gezichten herkennen, maar evengoed kan je een slimme, veilige stad zijn door straatverlichting zo af te stemmen dat ze oplicht als er iemand voorbijkomt, zodat er altijd licht is als je het nodig hebt. Dat debat wil ik op gang brengen met mijn boek: welke slimme steden willen we?”

“Het lokale bestuur wordt erg belangrijk in de toekomst. Want precies daar zal de interactie met het internet praktisch geregeld worden” PIETER BALLON

is complex, en geen enkele technologie is alleen maar goed of alleen maar slecht. Maar tegelijkertijd zitten we wel met dat facebook, en kunnen we niet meer zonder.” “De komende tien jaar zullen we zien hoe ons dagelijkse leven nog meer op het internet zal afgestemd worden. Het grote verschil met sociale media is dat we zeggenschap zullen hebben over hoe de slimme stad tot stand zal komen. Er zullen gigantisch veel gegevens voorradig zijn over wat dan ook, waarmee heel veel mogelijk is, zowel goede dingen als slechte dingen.” Valt die gigantische hoeveelheid gegevens wel te controleren, en te beheersen? Ballon: “Wie zegt dat een totale controle mogelijk is, die dwaalt. We zullen ook niet alles kunnen voorspellen. Maar we kunnen er wel al beginnen over te praten. Want er gaan niet alleen vele individuele keuzes moeten gemaakt worden – welke applicatie gebruik ik om mijn leven te vergemakkelijken? – maar ook collectieve. Welke mate van controle willen we, bijvoorbeeld? Het is niet omdat er veel onvoorspelbaarheden zijn dat we niet moeten beginnen nadenken.” Wat als een stad en haar inwoners niet slim willen zijn? Ballon: “Ik denk niet dat steden dat zullen doen. Je zal wel zien dat sommige steden zullen kiezen voor een bepaalde hoeveelheid functionele slimheid, en dat andere echt heel veel zullen doen met hun gegevens. Maar de basispremisse - dat stadsbesturen willen weten wat er leeft in hun stad dankzij gegevensverzameling - zal niemand weigeren. Want zulke steden zullen blijven kampen met problemen die in slimme steden al lang opgelost zijn.” “Pertinenter vind ik het probleem dat steden waar de overheid niet intervenieert om de technologie te gebruiken, een steeds kleinere overheid zullen hebben. De technologie zal immers sowieso bestaan. Dus als steden niet slim willen worden zullen privébedrijven slimme technologie aanbieden. Wie zal


© SASKIA VANDERSTICHELE

BDW 1513 PAGINA 7 - DONDERDAG 10 MAART 2016

Pieter Ballon: “Ik denk niet dat steden niet op de boot zullen springen. Want iedereen wil gegevens verzamelen.”

dan de openbare ruimte vormgeven? Niet de gemeenschap, maar de privésector. Kijk maar naar hoe de online taxidienst Über zich gedraagt: moderne technologiebedrijfjes hebben de neiging alles naar zich toe te trekken wat de overheid niet voorziet. De discussie dringt zich op: geven we ons betaalbare openbaar vervoer weg aan een bedrijf dat draait op een algoritme dat werkt vanop een server in San Francisco, of willen we als stadsbestuur de technologie aanwenden om zelf ons openbaar vervoer te organiseren en te controleren?” In de praktijk zijn het wel altijd privébedrijven die met innovatieve technologie op de proppen komen, en zo erg agressief een situatie scheppen waar de overheid zich naar moet schikken. Kunnen overheden wel het heft in eigen handen nemen? Ballon: “De vraag is niet of overheden kunnen winnen van technologiebedrijven, maar eerder hoe de overheid een medespeler kan zijn met de technologiebedrijven. Het is een illusie om te denken dat overheden de Übers van deze wereld van de markt kunnen spelen en zelf als monopolist de technologie van Über zullen kunnen aanbieden. De overheid moet er in de komende wereld vooral voor zorgen dat zij minstens kan meedenken met de nieuwe technologie en dat zij partnerschappen kan aangaan met technologiebedrijven. De stad Gent heeft zo bijvoorbeeld een overeenkomst getekend met Google om verkeersinformatie uit te wisselen: Google heeft informatie over verkeersstromen, en de Stad over wegenwerken. Zo kan er een uitwisseling ontstaan en blijf je toch een actor in het slimme stadsverhaal.” “Daarnaast moeten overheden natuurlijk kunnen blijven reguleren en certifiëren. Het lijkt

nu misschien utopisch, maar waarom zou de overheid in de toekomst geen algoritmes van privébedrijven kunnen doorlichten? Tot een half jaar geleden klonk het bizar wanneer je zei dat overheden de software van automobielbedrijven zouden doorlichten. Maar sinds het Volkswagen-schandaal is daar verandering in gekomen. Uit noodzaak. Wel, zo zal het ook zijn met Smart City: als de overheid niet meedenkt met de technologie, dan zal de overheid onmachtig zijn.” Wat is er mogelijk voor een stad als Brussel? Ballon: “Brussel zal in de eerste plaats de silovorming moeten doorbreken. De administraties mobiliteit zullen moéten communiceren met de administraties veiligheid en die zullen op hun beurt moéten samenwerken met de administraties IT. Nu bestaan die diensten naast elkaar. Sterker nog: de huidige verschillende technologieportalen van de Stad Brussel en van het Brussels gewest bestaan eveneens naast elkaar. In Helsinki daarentegen werken diensten nu al samen om één applicatie te maken die én Über, én huurfietsen, én ferryboten, en alle andere vervoersmogelijkheden bundelt. Je kan er reistijden opzoeken, betalen per vervoersmiddel of zelfs combinatieabonnementen aankopen. Dat is een slimme stadsapplicatie waarover de overheid heel wat te zeggen heeft. En het is pas als de overheid op die manier meegaat in het verhaal dat de burger ook bereid zal zijn om zijn auto te verkopen ten gunste van betere en slimmere alternatieven. Beeld u eens in wat er in de Brusselse regio allemaal nodig is om die mate van integratie te bereiken. We staan er nog ver af.” “En dat is nog maar het begin: naast het Brusselse niveau moeten steden en regio’s ook beter met elkaar leren communiceren en beter

leren samenwerken. Want mobiliteit beperkt zich natuurlijk niet tot het Brussels gewest. Als we dat niet serieus nemen, zullen we in dit land nooit slim worden.” Klinkt fatalistisch. Ballon: “Ik wil alleen maar iedereen wakker schudden en de hoop geven dat het beter kan. Maar ik ga ook niet liegen: er is nu veel enthousiasme over smart city, maar als dat beperkt blijft tot die ene individuale stadsdienst of die ene individuele stad, dan gaan we nooit het niveau bereiken dat nodig is om ons te wapenen tegen een verkeerde invulling van meer technologie. Dan krijgen we dus het scenario waarin bedrijven veel ruimte zullen krijgen om diensten aan te bieden, en de overheden van het toneel verdwijnen.” “De mens zal niet automatisch meer macht verliezen ten koste van technologie. Volgens mij wordt het lokale overheidsniveau erg belangrijk in de toekomst. Want precies op dat niveau zal de interactie met het internet praktisch geregeld worden. Alleen dat al is een reden om op de boot te springen.”

Op het gevaar af om te filosofisch te worden: wordt met Smart City ons besef van tijd niet heel anders? Korter, vluchtiger. Futieler. Ballon: “Vooral onze definitie van plaats zal veranderen (denkt na). Het zal er - opnieuw van afhangen wat we als keuze maken. We kunnen er bijvoorbeeld voor kiezen om de auto te verbannen en de openbare ruimte opnieuw gemeenschappelijk te maken. Dat zal dan niet alleen ervaringsveranderend zijn op het openbare niveau, maar ook op het virtuele niveau, vermits die omwenteling alleen mogelijk is dankzij het internet. Maar daar schuilt ook het gevaar van instrumentalisering achter: men kan de technologie ook perfect aanwenden om zichzelf zo snel mogelijk door de stad te loodsen. Instrumenteel, om een bepaald doel te bereiken, om een bepaalde winkel binnen te stappen bijvoorbeeld, zonder zich bewust te zijn van alles om zich heen. Dat op zich is ook een privatisering; een privatisering van de stad voor het eigen gebruik.”

Christophe Degreef

PIETER BALLON Pieter Ballon is communicatiewetenschapper en geschiedkundige en directeur bij iMinds, een spinoff van de Vrije Universiteit Brussel gespecialiseerd in moderne technologie. > Zijn pas verschenen boek ‘Smart Cities, hoe technologie onze steden leefbaar houdt en slimmer maakt’ legt uit wat de sterktes

en valkuilen zijn van een slimme stad. Het boek (224 blz, uitgeverij Lannoo Campus) is te koop voor 29,99 euro in de reguliere

boekenwinkel of bij de uitgeverij zelf. > Op woensdag 16 maart stelt Pieter Ballon (VUB, I-Minds) zijn boek ‘Smart Cities’ voor in Muntpunt. Over hoe technologie het leven in de stad aangenamer kan maken.


BDW 1513 PAGINA 8 - DONDERDAG 10 MAART 2016

EERSTE BOOMPLANTING > APPARTEMENTENWIJK AAN GROENE GEWESTRAND MOET TEGEN 2024 VERKOCHT ZIJN

NIEUWE STAD IN ERASMUS FIELDS

ANDERLECHT – “Een gemiste kans als ecovriendelijke wijk.” Dat is de teneur bij de eerste boomplanting van de bouwzone Erasmus Gardens, waar 1.300 appartementen komen. Tegen 2024 hopen de bouwpromotoren BPI en Belfius Immo de nieuwe wijk bevolkt te krijgen met drieduizend personen.

H

et wijkuitbreidingsproject Erasmus Gardens raakt in een stroomversnelling. Dinsdag hebben woordvoerder Jo De Witte namens minister-president Rudi Vervoort (PS) en Anderlechts burgemeester Eric Tomas (PS) samen een eerste boom geplant op het laatste stuk Neerpedebouwland van 13 hectare waar 1.300 wooneenheden komen, goed voor drieduizend nieuwe wijkbewoners. De site tussen spoorweg, nieuwe GEN-lijn, Ringoprit, Simonetlaan en rotonde aan het Erasmusziekenhuis heeft een decennium aan planning achter de rug. Zo’n tien jaar na het goedgekeurd Bijzonder Bestemmingsplan (BBP) Ketel en een milieu-effectenstudie lanceert bouwpromotor Erasmus Gardens de

verkoop van de nieuwbouwflats. Na twee maanden is ruim de helft van een eerste blok (Plaza) van 52 appartementen (op het nieuwe marktplein) op plan verkocht. Bouwheren BPI en Belfius Immo, elk voor de helft aandeelhouder van Erasmus Gardens, dragen alle kosten voor het bouwklaar maken van de site. Ze bouwen tevens een kleuter- en lagere school. Zo staat het in de overeenkomst met het gewest. Verder komen bij Erasmus Gardens twee woonblokken voor 200 studenten, een rusthuis en serviceflatresidentie en handels- en horecazaken, om de verplichte mixité te verzekeren. Op de rest van het terrein komen eengezinswoningen. “Erasmus Gardens zelf bouwt maar 750 appartementen,” stelt Jacques Lefèvre, gedelegeerd bestuurder

“Dit bouwproject is net een Griekse tragedie, je kan het als burger enkel ondergaan”

van BPI. De rest is aan derden uitbesteed, zoals de studentenblokken (bouwheer Guido Eckelmans) en de seniorie (160 bedden) en 34 serviceflats (beide door de groep Anima Care). “We zijn ervan overtuigd dat de commercialisering in zeven jaar rond zal zijn,” aldus nog BPI. Ter vergelijking: op twee jaar tijd is voor de aanpalende verkaveling Ketelwijk (72 eengezinswoningen) de helft op plan verkocht.

Turborotonde

© BÉNÉDICTE MAINDIAUX

Het project is dus grotendeels privé. Er klinkt ook kritiek omdat er niet ‘ecovriendelijk’ gebouwd wordt. “Er werd met verschillende bureaus samengewerkt, die gespecialiseerd zijn in duurzaamheid,” reageert BPI. “Voorbeelden? Regenwater wordt opgevangen in een waterbekken. Het centrale plein is aangelegd in Belgische natuursteen. Er wordt gewerkt aan groendaken. Alle wandelwegen tussen de gebouwen bestaan uit recuperatiemateriaal. En het groenaandeel in de wijk bedraagt 39 procent.” Dat lijkt pover in vergelijking met innovatieve stadsuitbreidingsprojecten in andere Europese steden. Midden in de site blijft nog één private eigenaar van vroeger overeind (zie foto), ingenieur-architect Steven De Ridder. “Het grote probleem van dit gewest is dat het geen visie heeft,” zegt hij. “Het is een unieke opportuniteit om hier een voorbeeldige ecowijk te bouwen. De bouwpromotoren hebben zich er vanaf gemaakt met een klassieke woontypologie.” En wat kost dit project nog aan de overheid? Jo De Witte, woordvoerder van de minister-president: “De

enige resterende openbare lasten zijn de afwerking van de school (voor 500 kinderen, red.), ten laste van de gemeente Anderlecht. En de realisatie van 210 sociale woningen, voor ongeveer 38 miljoen euro ten laste van de huisvestingsmaatschappij Anderlechtse Haard.” “Anderzijds gaan we eerstdaags de stedenbouwkundige vergunning toekennen voor een gloednieuwe metrostelplaats. Dat biedt tegelijk een kans om het voetgangersverkeer naar de Henri Simonetlaan te verbeteren.” De mobiliteit op en naar de rotonde Erasmus stremt al tien jaar door het trechtereffect vanuit het Pajottenland en de Lenniksebaan. Bevoegd gewestminister Jos Chabert (CD&V) zei in 2004 dat Brussel de problemen van Vlaanderen niet moet oplossen. Een ‘gewestelijke overlegcommissie’ van zijn opvolger Brigitte Grouwels (CD&V) heeft evenmin een oplossing bedacht. Huidig Mobiliteitsminister Pascal Smet (SP.A) zou in de lente de naburige gemeenten Sint-Pieters-Leeuw en Dilbeek informeren over de conclusies van Brussel Mobiliteit na de verkeersstudie van het bureau Technum (Tractebel). Die studie opteert naar Nederlands model voor een ‘turborotonde’ en drie bypassen aan Erasmus. Dat blijkt technisch mogelijk.

Huidige bewoners Wat denken de omwonenden ervan? Van in het begin hadden de actievoerders voor het behoud van het Brussels Pajottenlandgroen geen been om op te staan. De akkers stonden ingekleurd als bouwzone. Toen het gewest het BBP naar de hand kon zetten, werd geopteerd om

de woonuitbreiding tot 13 hectare te beperken tot een drieduizendtal nieuwkomers, in plaats van ruim het dubbele oorspronkelijk. “Onze eisen zijn samen met die van het lokale actiecomité Neerpede Blijft een stille dood gestorven; we hebben dit dossier zijn gang moeten laten gaan,” geeft Steyn Van Assche van Bral (Brusselse Raad voor het Leefmilieu) toe. Enkele wijkbewoners vertrokken met de noorderzon. Anderen bleven er wonen. “We hebben in alle onwetendheid, twee jaar terug, dit huis gekocht en meteen verbouwd,” stelt Wendy Olbrechts, wier huis tussen de nieuwe Ketelwijk en Erasmus Gardens gekneld zit. Ze heeft nieuwe tuinpanelen laten plaatsen om zich van de omringende werf af te sluiten. “Er lopen al meerdere schadeclaims voor het stukrijden van onze stoep door het werfverkeer, en ook de ramen hebben we moeten aanpassen door de hinder. Vertrekken is financieel gezien geen optie.” Niet iedereen is ongelukkig met de metamorfose. De bewoners van de laatste huizen voor de rotonde zien heil in de nieuwkomers. “In 25 jaar tijd hebben we dertien inbraken verteerd. Nieuwe buren zijn goed voor de veiligheid. Ik verwacht grotere


BDW 1513 PAGINA 9 - DONDERDAG 10 MAART 2016

© BÉNÉDICTE MAINDIAUX

Eilandhuisbewoner Steven De Ridder ziet het positief: “De nieuwe buren rond mij zullen ongetwijfeld grote pleitbezorgers worden voor het behoud van alle resterende groen in de Neerpedevallei.”

P-PRAAT Dat was weer typisch. Vorige week vertelde de dinosaurus Robert Delathouwer in deze krant nog waarover socialisme ging: over werk, werk en nog eens werk. En niet over gelijke kansen, fietsen of gemeentefusies. Delathouwer liet ook subtiel verstaan dat er bij afwezigheid van hem dus geen socialisten meer zijn in Brussel. Hebt u iemand horen roespeteren of in opstand komen? Hallo Grasmarkt? Is dat een partijstandpunt?

Aan Pascal Smet kan het niet gelegen hebben. Die heeft tegenwoordig tijd. Moest zelfs thuis blijven door dat gedoe met die tunnels. Waardoor ze in de Taiwanese hoofdstad Taipei nog altijd moeten wachten op zijn visionaire speech over het Brusselse fietsbeleid. Het zou trouwens best goed klinken, daar in Taipei: wegens het instorten van zijn infrastructuur zal mijnheer Smet geen presentatie kun-

nen geven over wat Taipei van Brussel kan leren. Onze excuses. Daar komt dan nog eens bij dat Joël Riguelle, de burgemeester van Sint-Agatha Berchem, binnenkort weer meedoet in de theaterproductie Sois Belge et tais-toi. Bij afwezigheid van Pascal Smet moeten we Riguelle misschien eens naar Taipei sturen. Als ze dat daar zien, dan smeken ze van de weeromstuit om terug te keren naar Shanghai.

CHIEN ÉCRASÉ

© BART DEWAELE

Panoramafoto: Een wijk voor drieduizend nieuwkomers op de gewestgrens tegen het Pajottenland. Op twee maanden tijd zijn de eerste 25 appartementen op plan verkocht. Volgend jaar moet de school er al staan.

sociale controle,” nuanceert Kurt Van Wesemael de bouwperikelen. Ook ingenieur-architect Steven De Ridder, die als de Laatste der Mohikanen met zijn domein (zie inzet, in 1913 nog een jachtpaviljoen, red.) volledig omringd wordt door Erasmus Gardens, heeft de stadsuitbreiding aanvaard. “Dit bouwproject is als een Griekse tragedie. Je kan het als burger enkel ondergaan. Tien jaar geleden hebben we ons verzet met de actiegroep Neerpede Blijft, maar het gewest en de privé hadden alle bouwrechten. Aan de andere kant is het logisch dat de stad uitbreidingskansen krijgt. Er heerst een abnormale druk op de huisprijzen in de Neerpedevallei.”

Mobiliteitsoplossing Toch zijn daarmee niet alle plooien gladgestreken. “Ik ga er vanuit dat het mobiliteitsprobleem rond Erasmus zal verslechteren. Want als er zelfs maar één auto per twee wooneenheden door Erasmus Gardens bij komt, moeten iedere dag 650 auto’s de woonwijk uit. Eén ding staat vast: de nieuwe bewoners zullen de meest fervente pleitbezorgers worden van het groene Neerpede,” besluit De Ridder. Het bouwproject bevindt zich in

een grensgebied. En dan is het altijd uitkijken naar het overleg met het Vlaams Gewest. Bijvoorbeeld op vlak van mobiliteit. Een oplossing voor het stremmend pendelverkeer vanuit Itterbeek en Vlezenbeek lijkt in de maak, met de zogenaamde turborotonde. Maar volstaat dit? “Uiteraard betreur ik dat dergelijke infrastructurele ingrepen zonder overleg plaatsvinden,” stelt burgemeester Willy Segers (N-VA) van het aanpalende Dilbeek. “Het is blijkbaar not done dat vanuit Brusselse gemeenten Vlaamse buren betrokken worden. Dat is jammer.” Zelfde verhaal in Sint-Pieters-Leeuw. Leeuws schepen van Mobiliteit Jan Desmeth (N-VA): “Op eigen initiatief hebben we om overleg gevraagd sinds 2014. Brussels minister Pascal Smet (SP-A) belooft in de lente met de buurgemeenten te gaan praten (het gewest bevestigt de intentie, red.) Reeds in 2013 hebben we aan De Lijn en de Vlaamse overheid gevraagd om een tangentiële lijn te organiseren, om Sint-Pieters-Leeuw vlotter met Jette te verbinden. De Lijn liet een studie uitvoeren. Maar de belangrijkste aanpassing moet in het Brussels Gewest gebeuren. We hopen op een snelle stap voorwaarts.” Jean-Marie Binst

Chaos op dinsdag. Heel het Paleizenplein afgesloten, MIVB-bussen in de file, grote omweg via de Wetstraat en tot overmaat van ramp een MIVB-steward die stoer door zijn walkie-talkie blafte dat “ze heel het paleizenplein hebben afgezet”. Waardoor we ons toch vragen begonnen stellen over planning en zo. Soit. De Duitsers komen, daardoor was het Paleizenplein dus

afgezet. Overal Duitse vlaggetjes, overal meer agenten dan vijf kanaalplannen samen en zelfs een heuse fanfare die wat verweesd in de Hertogstraat stond te wachten. Niemand? Bon, dan doen wij het maar: die Duitsers zitten dus te konkelfoezen met een dictatoriaal regime in Turkije omdat wij de migrantencrisis niet opgelost

krijgen, en er is nog tijd en uw geld genoeg voor zulke paradegrappen? Overigens herinneren we u er aan dat de Turkse staat enkele dagen geleden nog een hoofdredacteur heeft ontslagen en dat de krant Zaman sindsdien positief moet schrijven over het regime, met een klacht van de Raad voor Europa tot gevolg. Dat kan daar dus.

ADVERTENTIE

PESTEN HARCÈLEMENT WAT DOE JE ERAAN? QUE FAIRE? Kinderen die kinderen pesten. Hoe ga je daar mee om? Als ouder, als leerkracht, als jeugdwerker, als vriend.

Des enfants qui harcèlent d’autres enfants. Comment gérer cela ? En tant que parent, enseignant, animateur ou ami.

Brussels Parlementslid Fouad Ahidar nodigt experts Gie Deboutte (NL) en Benoit Galand (FR) uit. Zij geven tips hoe je moet omgaan met pestgedrag. Nadien kan je vragen stellen.

Fouad Ahidar, membre du Parlement bruxellois invite Gie Deboutte (NL) et Benoit Galand (FR), experts en la matière. Ils donneront des conseils sur la manière de gérer le harcèlement. Vous aurez l’occasion de poser vos questions.

ZA-SA 12.03.16 11:00-13:00 BRUSSELS PARLEMENT - PARLEMENT BRUXELLOIS RUE LOMBARDSTRAAT 69 - 1000 BXL INKOM GRATIS - ENTRÉE GRATUITE GELIEVE IN TE SCHRIJVEN INSCRIVEZ-VOUS SVP: PESTEN.HARCELEMENT@GMAIL.COM 02 549 66 55


BDW REGIO

BDW 1513 PAGINA 10 - DONDERDAG 10 MAART 2016

ELSENE > OUTINGS PROJECT MENGT SCHONE KUNSTEN MET STREET ART

MUSEUM PALMT DE STRATEN IN © IVAN PUT

ELSENE - Het street-artproject Outings haalt een twintigtal geschilderde figuren uit het Museum van Elsene naar de omliggende straten. Ze werden geselecteerd door jongeren en senioren uit de gemeente. “Het is de missie van de kunstenaar om te delen,” zegt initiatiefnemer Julien de Casabianca.

Buurtbewoners strijken een affiche glad op een muur van de residentie Uren van Geluk in de Victor Greysonstraat.

D

rie paar handen strijken een affiche glad op een muur van de residentie Uren van Geluk in de Victor Greysonstraat. De actie van de senior, het ketje en de Franse kunstenaar Julien de Casabianca is onalledaags, en het resultaat, een geschilderd burgermeisje op straat, is unheimisch mooi. Voortaan vind je in de buurt een twintigtal figuren die zo, nee, écht weggelopen zijn uit het Museum van Elsene. “Ze moet wel te zien zijn vanuit het salon!” zegt Annie Burgheim, de 89-jarige Duitse

ADVERTENTIE

Puzzel Deze dienst wil u de nodige informatie bezorgen om u wegwijs te maken in uw zoektocht naar mogelijkheden, voorzieningen voor personen met een handicap

✆ 0800-15045

alle werkdagen van 9 tot 12u30, maandag, dinsdag en donderdag van 13 tot 15u30

Bezoeken enkel op afspraak

puzzel@resonansvzw.be

had hebben, want veel hebben ze anders toch niet te doen. We hielpen hen foto’s nemen met de smartphone.” Op de vraag welke figuur hij heeft gekozen, antwoordt hij met een aandoenlijke eerbied: “Een dame.” Volgens animatrice Caroline Jehasse waren de jongeren niet onmiddellijk gewonnen voor het idee, maar wel zodra ze de senioren konden bijstaan en de uitvergrotingen gingen uitknippen. Fernando De Ceuster van XL-Liens, een cel van de Jeugddienst van Elsene, vond het een gelegenheid om het citizenship te stimuleren: “Het zijn trouwens bijna allemaal types uit het bourgeoismilieu op die schilderijen.” “Het is de missie van de kunstenaar om te delen,” zegt de 45-jarige De Casabianca: “Ik verklap de techniek, die heel simpel is, waardoor nu overal ter wereld zo’n 200 medewerkers figuren bevrijden uit musea in Islamabad, Hanoi, Moskou, Ramallah, New York,... Veel mensen denken dat een museum niet voor hen is, omdat ze niet lang naar school zijn geweest, of omdat ze de achtergrond niet kennen. Maar het museum is niet alleen een plek van kennis, het is ook een plek om te ervaren. Voor mij is de straat zoals het museum. We betalen allemaal belastingen opdat het museum kunst zou kunnen kopen, wel, we betalen ook belastingen voor onze straat, die delen we ook.” De Casabianca is meer fotograaf en filmmaker dan straatartiest. Hij liet Gao Xingjian een scenario voor zijn kortfilm Night After The Rain schrijven, en voor een langere film Passing By volgde hij het leven op straat in 44 steden in 22 landen. Hoewel niets geënsceneerd is, levert de straat toch behoorlijk wat drama op. Anders dan hier in Elsene kiest hij voor Outings normaal zelf de figuren, de muur en de straat uit, waarna hij foto’s neemt van het nieuwe straatbeeld. Een expo van zijn foto’s, die in dialoog gaan met ‘Burgerportretten’ uit de museumcollectie, loopt tot 10 april in het Museum van Elsene. De artiest gaat altijd de interactie aan tussen een museum en een volkse buurt waar je niet onmiddellijk kunst tegenkomt: “Speciaal is dat het Museum van Elsene al in een volkse buurt ligt – dat is vrij uniek – en dat de keuze van de portretten gebeurde door 14- tot 103-jarigen.”

Zonder context

bewoonster van de residentie: “Weet ik veel wie dat kleine meisje is, ik noem haar La baronesse Adeline. Ik koos ze uit in het Museum van Elsene – dat we door de verbouwingen helemaal voor ons alleen hadden – omdat ze me beviel. Haar kleine hoofdje, die handjes die ze zo parmantig samenvouwt.” “Moet ik nog wrijven?” vraagt ze aan de visuele artiest die met zijn project Outings sinds 2014 overal ter wereld geJULIEN DE CASABIANCA schilderde figuren letterlijk uit KUNSTENAAR EN INITIATIEFNEMER hun keurslijf haalt. Weg van hun vergulde museumlijsten naar de straten in de buurt. De Casabianca blijft het langst gladstrijken, ze behangerspap moeten maken. De veertientotdat de figuur extra craquelé krijgt door de jarige Rafael Coutinho is een van hen, met structuur van de muur vol met mos en vocht- een emmertje lijm in de hand – smartphone plekken. Als de lijm opgedroogd is, wordt hij in de andere – en een opgeplooide affiche ontransparant en lijkt het alsof het schilderij er der de arm gaat hij mee aanplakken: “Het was altijd al geweest is. Als ze klaar zijn, wuift een project van de speelpleinwerking tijdens het krokusverlof. We maakten kennis met Burgheim nog eens naar haar alter ego. de kunstenaar en daarna zijn we samen met Delen bejaarden van de Elsense OCMW-residenties “Tráger roeren, en niet zoveel poeder tegelijk Uren van Geluk en Jean Van Aa naar het Muuitstrooien!” De Casabianca heeft in de resi- seum van Elsene getrokken om elk een figuur dentie een groepje jongeren eerst getoond hoe te kiezen. Ik denk dat zij daar wel iets aan ge-

“Het museum is niet alleen een plek van kennis, het is ook een plek om te ervaren”

Geen plaatje te vinden met uitleg over de dames, heren, kinderen én katten die voortaan rondzwerven in Elsene. Niet wie ze schilderde, wie ze zijn of wat hen daar bracht. “Dat is juist de bedoeling, het zijn figuren zonder context,” zegt Stéphanie Masuy van het Museum van Elsene: “Je kunt de personages het leven schenken dat je zelf bedenkt. Op een audiotoer kan je horen waarom de senioren en jongeren hun figuur kozen, maar dat is maar één verhaal. Zo kan je ook in een museum rondlopen. Je mag natuurlijk weten wie er geschilderd werd of waarom, maar je mag er ook louter een persoonlijke band mee hebben. Het kan misschien de kijk op kunst veranderen.” “We leerden Julien in 2011 kennen tijdens onze expo Explosition, graffitikunst in Brussel. Toen brachten we graffitikunst naar het museum, hij doet het omgekeerde. We zijn in België het eerste museum dat in zijn project stapt. De aanplakkingen zijn onderhevig zijn aan de wetten van de street art – het weer, graffiti, soms vandalisme – maar in mei creëert De Casabianca nog eens twee metershoge fresco’s, met een vernislaag voor iets meer duurzaamheid.” An Devroe

> www.outings-project.org > www.museumvanelsene.be


BDW 1513 PAGINA 11 - DONDERDAG 10 MAART 2016

BRUSSEL-STAD > FIETSBOX TWEE JAAR LEEG

BRUSSEL-STAD > NOORDZEE WORDT FRANCHISEKETEN

DAN MAAR VERPLAATSEN Na twee jaar staat de fietstrommel aan het Reper-Vrevenpleintje in Laken nog steeds leeg. Ook de box aan café Flamingo is niet in gebruik. Verhuizen dan maar, zegt de Stad Brussel. Brussel-Stad had aanvankelijk dertien fietsboxen. Het zijn afsluitbare trommels, kostprijs 5.000 euro, waarin mensen die thuis geen plek hebben hun fiets kunnen stallen. Elke box biedt plaats aan vijf fietsen. Een plekje kost 60 euro per jaar. Schepen van Mobiliteit en Openbare Werken Els Ampe (Open VLD) bestelde er na haar aantreden meteen twintig bij, van een iets goedkoper type. Zo verscheen in de lente van 2014 plots een fietsbox op het Reper-Vrevenpleintje. De box bleef echter leeg. Navraag leerde dat de leegstand te maken had met de wissel van beheerder. Tot april 2014 had de vzw Cyclo de fietstrommels in beheer. Na een lang aanslepende nieuwe aanbesteding kwam het beheer in januari 2015 in handen van reclamebedrijf Clear Channel. De diensten van Clear Channel waren volgens de Stad immers 31 procent goedkoper dan die van Cyclo.

Spookfietsen Momenteel staat de trommel nog steeds leeg, hoewel er officieel één huurder zou zijn. “Er waren destijds mensen geïnteresseerd in een plekje, maar die hebben afgehaakt,” zegt Marc Daniels, woordvoerder van Ampe. “We hebben erover gesproken met Clear Channel, dat beloofde wat flyers uit te delen in de buurt. Maar wellicht staat de box niet op de goede plek en moeten we uitkijken naar een nieuwe plaats.” Volgens Liesbet Driesen van Cyclo is het hard werken om telkens huurders te vinden voor alle boxen. “Het is heel arbeidsintensief en dus duur. Wij hebben destijds zelfs spookfietsen ingezet om huurders te lokken.” Ook de trommel aan café Flamingo aan de KVS is nog altijd leeg. “Ook die moet wellicht verhuisd worden omdat geïnteresseerde huurders net te ver wonen,” zo klinkt het bij de Stad. Volgens Clear Channel valt het mee met de leegstand: 23 van de ongeveer 150 plekken in de fietstrommels staan leeg. Vzw Cyclo werkt intussen aan een gewestelijk fietsparkeersysteem en kreeg hiervoor Europese subsidies. “Zes gemeenten doen al mee, we hopen dat Stad Brussel zich ook aansluit,” aldus Driesen. Bettina Hubo

L’Ascenseur, aan de Poelaertlift, wordt vanaf half april een Fishbar van Noordzee.

© SASKIA VANDERSTICHELE

NIEUWE FISHBAR AAN VOET VAN POELAERTLIFT Vishandel De Noordzee opent half april een derde visbar, ditmaal in de Marollen. Het wordt de eerste Fishbar van Noordzee, die door een franchisenemer wordt uitgebaat.

W

outer Vermeulen en Véronique Aelbrecht begonnen twintig jaar geleden met hun vishandel op het Katelijneplein. In de loop der jaren breidde de zaak alsmaar uit. Er kwam een caracollenkraam bij, vervolgens een buitentoog, ten slotte een heuse visbar waar voorbijgangers staande visjes à la plancha, garnaalkroketjes en andere vishapjes kunnen nuttigen.

Ondertussen openden Vermeulen en Aelbrecht ook nog een oesterbar op het Katelijneplein en een Fishbar aan het Luxemburgplein. Nu is beslist om van het concept Fishbar een franchiseformule te maken. “We wilden niet nog eens zwaar investeren,” zegt Aelbrecht. “Bovendien kregen we aanvragen van mensen die ons concept geweldig vonden. Het eerste franchisecontract is rond en we hopen

dat het zich vermenigvuldigt. Wij gaan de franchisenemer begeleiden, zijn team opleiden, hem de spirit van Noordzee tonen. Wij leveren ook alle vis.” De nieuwe Fishbar, die half april moet opengaan, komt in het glazen gebouwtje onderaan de lift die het Breughelplein verbindt met het Justitiepaleis. Het gebouwtje, eigendom van vervoersmaatschappij MIVB, werd tien jaar geleden neergezet als kleine brasserie met terras. De uitbaters volgden elkaar in hoog tempo op. De laatste vier jaar zat het café-restaurantje l’Ascenseur erin.

Bascule Voor Noordzee is de plek ideaal, vindt Aelbrecht. “Onze Fishbar is

een openluchtbar. Dat past perfect op het pleintje.” Terwijl de Fishbar aan het Luxemburgplein het vooral moet hebben van klanten tijdens de middagpauze en de donderdagavond, zal de nieuwe vestiging naar verwachting vooral op zondag een succes zijn. Ondertussen beraden Vermeulen en Aelbrecht zich ook over de toekomst van de vishandel op het Katelijneplein. Als gevolg van alle mobiliteitsperikelen zijn daar heel wat klanten weggebleven, vooral de klanten uit het zuiden van de stad. “Daarom zijn we beginnen nadenken. Als de klanten niet naar ons komen, moeten wij misschien naar de klanten. We kijken dan ook rond in Bascule en de rest van Ukkel.” Bettina Hubo

ADVERTENTIE

ADVERTENTIE

TE KOOP: DE BEN-WONING

7 EENGEZINSWONINGEN

(E-PEIL 30 OF LAGER)

KARENBERG

VAN VERMEERSCH CONSTRUCT

GEN TE GRIMBER 1 EN LOT 5 T O L , T A A R RUBENSST

TE SINT-STEVENS-WOLUWE

EE IS WHAT YOU S ET WHAT YOU G Wonen tegen de Europese hoofdstad Brussel in een landelijke omgeving

LAGE-ENERGIEWONING SLEUTEL OP DE DEUR info@vermeerschconstruct.be www.vermeerschconstruct.be ASSESTEENWEG 25-29 1740 TERNAT TEL: 02-582.75.09 FAX: 02-582.79.24

info@vermeerschconstruct.be www.vermeerschconstruct.be ASSESTEENWEG 25-29 1740 TERNAT TEL: 02-582.75.09 FAX: 02-582.79.24


BDW 1513 PAGINA 12 - DONDERDAG 10 MAART 2016

© LINDA VAN WAESBERGHE

BDWOPINIE taten neerzet. Misschien is het niet zo urgent om tijdens de les geschiedenis aandacht te besteden aan de volgende eindterm: “Omwille van de aansluiting bij de diachronische benadering van het historisch referentiekader wordt bij de bestudeerde samenlevingen ook aandacht besteed aan elementen van respectievelijk continuïteit en discontinuïteit, verandering en status-quo, evolutie en revolutie.” Belangrijker is dat leerlingen barrières leren overbruggen door vanuit een meertalige achtergrond flexibel te leren omgaan met diversiteit. De eindtermen moeten de Brusselse scholen ook meer aanzetten om curricula te ontwikkelen die veel meer inspelen op de noden van de hoofdstedelijke arbeidsmarkt. Het uitwerken van uitwisselingstrajecten voor zowel leerlingen als leerkrachten vormen zeker een bruikbaar instrument voor het aanscherpen van de talenkennis, maar ook om leren om te gaan met de snel wisselende en veranderende omstandigheden.

Samenwerking en sturing

Volgens leerkracht Julien Borremans hebben we nood aan Brusselse eindtermen.

ONDERWIJS > LEERKRACHT JULIEN BORREMANS PLEIT VOOR BRUSSELSE EINDTERMEN

TIJD VOOR EEN HOOFDSTEDELIJK DEPARTEMENT ONDERWIJS BRUSSEL – De veeltalige, diverse en internationale omgeving in Brussel vraagt eindtermen die gericht zijn op communicatie, samenwerking, creativiteit, respect, flexibiliteit en identiteit, schrijft leerkracht Julien Borremans. Een Brussels departement onderwijs is een logische volgende stap.

I

n Brussel kan je vier krachtlijnen projecteren: internationalisering, bestuurlijke verzelfstandiging, islamisering en verarming. Maar er wordt weinig nagedacht over de vraag hoe je deze vier trends kan ombuigen tot een ‘samenbindend geheel’… Brussel wordt nu niet samengebonden. Integendeel, het wordt uiteengetrokken,” schrijft Derk Jan Eppink. Geert van Istendael voegt daar aan toe: “Brussel is op weg om een stad van louter minderheden te worden.” Brussel vormt al decennia een verbrokkelde stad. Voordien vochten de twee gemeenschappen een communautair robbertje uit, aanvankelijk op straat en later in de veel te dure en weinig efficiënte Brusselse instellingen. Eén van de slachtoffers van het jarenlange gekibbel – met de politieke en bestuurlijke verlamming tot gevolg – vormt een grote groep zeer kwetsbare allochtone jongeren, met alle gevolgen van

dien. In 2010 stond op de voorpagina van De Standaard reeds te lezen dat de helft van de jongens in Brussel op twaalfjarige leeftijd reeds een schoolse achterstand heeft. Intussen is er weinig veranderd. De federale regering doet alsof haar neus bloed en laat betijen. De Brusselse politici zullen zelf eerst een stevig signaal moeten geven dat het hun menens is om cruciale veranderingen door te voeren.

Eindtermen Het maatschappelijk debat over de eindtermen vormt voor Brussel een unieke kans om duidelijk te maken dat deze stad in onder andere het onderwijs nood heeft aan samenwerkingsverbanden over alle communautaire, sociale en religieuze grenzen heen, als wissel op de toekomst. De ongekwalificeerde uitstroom blijft enorm en de aansluiting van het onderwijs met de arbeidsmarkt kan een heel stuk beter.

Eindtermen bieden voor scholen een houvast om hun maatschappelijke opdracht waar te maken. De complexe en erg heterogene Brusselse omgeving vraagt veel meer expertise van de leerkrachten om de eindtermen – op maat van Vlaanderen gesneden – te verwezenlijken. Volgens de onderwijsinspectie doet het Nederlandstalig basisonderwijs het uitstekend. Over het secundair onderwijs in het Brussel Hoofdstedelijk Gewest doet de inspectie een veel genuanceerdere uitspraak: “De vaststellingen kunnen niet los worden gezien van de algemene context- en inputfactoren van Brussel in het algemeen en van iedere school in het bijzonder.” De toenemende heterogeniteit op vlak van taal en cultuur en de toenemende kansarmoede zijn een feit. Hoewel de verschillen groot zijn, vertonen de Brusselse scholen een aantal gemeenschappelijke kenmerken. Twee derde van de Brusselse scho-

len halen niet het gewenste onderwijsniveau en de realisatie van de leerplannen, lees de eindtermen. Eén van de oorzaken ligt in de keuze en de uitwerking van de eindtermen, die te weinig aangepast zijn aan de Brusselse omgeving. Daarom is het noodzakelijk om op maat van Brussel – op zijn minst – een herschikking van de eindtermen te organiseren. De veeltalige, diverse en internationale omgeving in Brussel vraagt vooral eindtermen die gericht zijn op communicatie, samenwerking, creativiteit, respect, flexibiliteit en identiteit. Onderzoek leert immers dat wie goed in zijn vel zit, doorgaans betere schoolresul-

“Brussel vormt een heel krachtige leeromgeving. Het is jammer dat daar veel te weinig gebruik van wordt gemaakt” JULIEN BORREMANS

Om deze eindtermen te realiseren zal het Frans- en Nederlandstalig onderwijs in Brussel niet alleen onderling maar ook veel meer met tal van begeleidings- en tewerkstellingsorganisaties moeten samenwerken. Voor de overgang van leren naar werken kunnen nog sterkere trajecten en instrumenten worden aangeboden. Om deze ontwikkelingen kracht bij te zetten, is het aangewezen om op het niveau van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een gedurfde beslissing te nemen: de organisatie van een departement onderwijs. Dergelijk departement zal zijn handen meer dan vol hebben om bovenstaande ideeën uit te werken, de verschillende netten en scholengroepen met elkaar te laten samenwerken en de uitstroom naar onder meer de arbeidsmarkt en het vervolgonderwijs efficiënter te laten verlopen. Brussel vormt op zich een heel krachtige leeromgeving. Het is jammer dat daar veel te weinig gebruik van wordt gemaakt. Het Departement Onderwijs zal ook zijn handen vol hebben met het bewaken van de kwaliteit van het aangeboden onderwijs. We sluiten ons daarbij aan bij een aanbeveling van de inspectie: “zorg voor een duidelijk referentiekader voor onderwijskwaliteit. Daarin moet ook de minimaal verwachte kwaliteit van de studiebekrachtiging, de evaluatiepraktijk, de leerbegeleiding en de schoolloopbaanbegeleiding worden benoemd.” We leven in de eenentwintigste eeuw. Laten we doorstomen naar een moderne hoofdstad waar politici van alle gezindheden de handen in elkaar slaan om van Brussel een hechtere samenleving te maken. Laten we met het onderwijs beginnen. Julien Borremans, leerkracht


Het interview met voormalig Klara-radiopresentator en eminent flamingant Jean-Pierre Rondas (BDW 1511, p.6-7) liet onze lezers niet onbetuigd. Hieronder een greep uit de vele reacties.

veel op wat jij provocerend lijkt te willen, Jean-Pierre. Maar die conclusie, Jean-Pierre, wens jij toch niet echt te trekken? Karl Vanlouwe (N-VA), Vlaams Parlementslid (Ganshoren)

SPELREGELS VOOR LEZERSBRIEVEN: Mail uw bijdrage naar lezersbrieven@bdw.be. Schrijven kan naar Flageyplein 18, 1050 Elsene. Zonder het adres van de afzender beschouwen we een brief als anoniem, en wordt hij niet gepubliceerd. De redactie mag lezersbrieven redigeren of weigeren.

Rondas (3)

Rondas (1) Amai, mijnheer Rondas, is me dat schrikken. We kennen mekaar niet. Maar ik heb u leren waarderen tijdens de uitzendingen op Klara destijds op zondagvoormiddag: fris, verruimend, gedurfd, progressief, ‘open mind’. Ik heb er veel van opgestoken. Zelf woon ik al meer dan 50 jaar in Brussel, eerst in Molenbeek, dan in Ganshoren en nu bijna 20 jaar in de Anneessenswijk, Brussel-centrum. Ik ben nogal sociaal actief, voel me eerst “Brusseleir”, ook Vlaming maar vooral wereldburger. Ik ben één van die “oververtegenwoordigde Vlamingen” of “Vlaamse Brusselaars die maar eens naar het Vlaams Parlement (moeten) komen voor hulp”. Wat een verschil met vroeger, mijnheer Jean-Pierre Rondas. In het interview van vorige week bent u cynisch, verzuurd, gesloten, betuttelend, krampachtig, … Wel met kennis van zaken en recht voor de vuist. Bijna angstaanjagend voor mij, omdat ik Brussel graag zie, dankzij … en ondanks …. En dat is voor mij de kern. Ik voel met mijn ellebogen aan dat gij Brussel opgeeft en eigenlijk niet graag ziet. En ik vind dat spijtig, voor Brussel en voor u. Ik weet het: Brussel is lelijk en schitterend, afstotend en aantrekkelijk, arrogant vaak en vol miserie, gecompliceerd en rebels, een vreemde vogel en grillig als een vleermuis op het blazoen, een verloren zoon (voor wie?) en de jongste koppige en verwende spruit in het Belgisch staatsbestel. En toch boeiend en veelzijdig. Wat een uitdaging! Omer Mommaerts, Brussel

Rondas (2) Beste Jean-Pierre, We kennen je als oud-radiomaker en als gezaghebbende stem binnen de Vlaamse Beweging. Je liet je recent ook uit over Brussel. En zoals we van jou gewoon zijn, was je scherp. Je fileert het Brusselse politieke en institutionele gebeuren zoals we dat van jou gewoon zijn, mede omdat je niet middenin het Brusselse politieke gewoel staat. Een aantal analyses kloppen zeker, sommige minder. De meeste bedenkingen heb ik bij je conclusie. Een aantal clichés van de kosmopolitische Brusselaars – “Nederlands en Vlaams is zo bekrompen”, weet je wel – haal je terecht onderuit. Maar laat je toch niet misleiden door onnozele ideeën zoals bijvoorbeeld een naamsverandering van de VGC om toch maar de V achterwege te laten. En natuurlijk moeten we de grenzen die in dit land zijn vastgelegd respecteren. Voor Franstaligen zal het inderdaad nooit

genoeg zijn. Vroeg of laat komt de vraag terug op tafel om Brussel uit te breiden met enkele gemeenten. Dat gezwets over meertaligheid mag ook eens stoppen: laat Brussel eens bewijzen tweetalig te zijn voor we andere wensen voor werkelijkheid gaan nemen. Meertalig onderwijs? Er zijn meertalige scholen: de Vlaamse scholen, waar de grote meerderheid van de leerlingen thuis geen Nederlands spreekt maar dankzij het Vlaams onderwijs in grote mate afstudeert als tweetalige. Hebben Vlamingen iets te zeggen in Brussel? Dankzij hun gegarandeerde aanwezigheid in de Hoofdstedelijke Regering hebben ze een veto in die organen. Gebruiken ze dat genoeg? Zijn onze Vlaamse-Brusselse politici doortastend genoeg indien het gaat over taalwetgeving, tweetaligheid van voorzieningen, transparant bestuur en (bestuurlijke) hervormingen? De vraag stellen is ze beantwoorden. Maar stel je voor, Jean-Pierre, dat deze mechanismen er niet waren. Brussel, en de Brusselse Vlamingen waren mogelijk helemaal overgeleverd aan de Franstalige politieke klasse (en dat wens je niemand toe). Vlaanderen heeft niks te zeggen over zijn beleid en de VGC? Het klopt dat het huidige VGC-college Vlaanderen geen warm hart toedraagt. Maar dat kan veranderen en als het van ons afhangt zal dat ook gebeuren. Maar zeggen dat Vlaanderen niks te zeggen heeft? Vlaanderen investeert jaarlijks bijna 800 miljoen euro in Brussel. De dotatie aan de VGC bedraagt ongeveer 60 miljoen euro en is dus maar een fractie daarvan: het grootste deel investeert Vlaanderen zelf rechtstreeks in Brussel. Houden zo, als het van ons afhangt! Deze weerleggingen kunnen evenwel de essentie van je interview niet weerleggen. Brussel kan het niet alleen, zeg je. Radicalisering, tunnelgate, … En dan vergeten we het meest recente nieuws: een nieuw rapport stelt vast dat de Brusselaar statistisch de armste inwoner is van het land. Kan Brussel het alleen? Natuurlijk niet. Laat politiek Brussel alleen verder morrelen en binnenkort is er opnieuw geld nodig, zelfs na de zesde staatshervorming. Daar, Jean-Pierre, is je analyse juist. Maar je conclusie niet. Dit stadstaatje, balancerend tussen visionaire en kosmopolitische woorden van de Milquets en Onkelinkxen van deze wereld, en de soms mooi en prettige, maar vaker nog schrijnende realiteit voor wie hier leeft, heeft Vlaanderen nodig. Wat zou Brussel zijn zonder Nederlandstalig onderwijs en kinderopvang, Vlaamse culturele instellingen? Vriend en vijand erkennen de meerwaarde daarvan. Erkennen de Franstaligen dat met plezier? Soms. Maar eigenlijk zijn ze jaloers, Jean-Pierre. Eigenlijk benijden ze ons. Brussel zonder Vlamingen, zonder Vlaamse aanwezigheid of beleid, zonder Vlaamse instellingen. Dat lijkt verdacht

Het interview met Jean-Pierre Rondas heeft mij met bewondering en verstomming geslagen. Bewondering, omdat de man (zelf een Vlaming) beweert dat de Brusselse Vlamingen ‘oververtegenwoordigd zijn’ in mijn stad. Zou Brussel dan zonder deze vermaledijde Vlamingen beter af zijn? Dat is de natte droom van bepaalde Franstaligen, maar Rondas kan het natuurlijk niet schelen. Het ‘tweetalig en kosmopolitisch model’ dat Brussel vertegenwoordigt kan hem gestolen worden. Vlaanderen zou Brussel nooit loslaten, zei ooit een befaamd Antwerps politicus. Rondas weet beter, tegen de stroom in. Bewondering ook omdat Rondas denkt dat men zich maar “beter houdt aan de democratische afspraak die een grens meestal is”. Afgezien van het feit dat grenzen meestal helemaal niets te maken hebben met democratie maar wel met geschiedenis (en alles wat hiermee verband houdt: oorlogen, imperialisme, enzovoort) zou dit moeten leiden tot een herziening van een aantal grenzen in Europa, ook binnen België. Onder andere de taalgrens, want de inwoners van de taalgemeenten stemmen blijkbaar voor partijen en politici die gewonnen zijn voor zo’n herziening. Maar Rondas weet hier ook beter: “Zelfs de Franstalige inwoners van de zes faciliteitengemeenten gruwen van de gedachte dat ze bij Brussel zouden moeten aansluiten.” Wedden? Een referendum organiseren of zo? Bewondering nogmaals omdat volgens Rondas “de taal (er) altijd als hoofdargument komt bij kijken” (bij de Franstalige Brusselaars welteverstaan, die hij gemakshalve vereenzelvigt met “Brussel”). Bij hem dus niet: nochtans verdedigt hij © IVAN PUT

lezersbrieven@bdw.be

BRIEVEN VAN LEZERS

BDW 1513 PAGINA 13 - DONDERDAG 10 MAART 2016

Het interview met Jean-Pierre Rondas deed veel stof opwaaien.

de Vlaamse natievorming met het argument dat er zoiets bestaat als “het nationalisme van alledag”, “in onze steden wordt Nederlands gesproken.” De taal is inderdaad gansch het volk. Identiteit zonder taalhomogeniteit bestaat voor Rondas niet. Maar taal is wel een verwerpelijk argument, als het om Brussel gaat. “Het flamingantisme vraagt niets.” Euh ... de hele geschiedenis van de Vlaamse beweging bewijst het tegendeel. Hoewel: met “vragen” bedoelt Rondas waarschijnlijk “geld vragen”. Nu, in ons federaal België geeft iedereen aan iedereen. Ook de Vlaamse Brusselaars geven en krijgen tegelijk. De deelstaten zijn vrij het geld dat zij krijgen te besteden aan wat zij willen, en dat is maar goed ook. Stel dat ‘Brussel’ ook zijn zeg zou hebben over de manier waarop de Vlaamse regering het geld uitgeeft waarover het beschikt! “Vlamingen vragen eigenlijk weinig van Brussel, behalve dan de correcte behandeling van het geld dat we geven” lijkt mij dan ook een bewonderenswaardige uitspraak. Verstomming. “Het communautair gestook komt vandaag uit Brussel”. Welk Brussel? Dat van de Franstalige bourgeoisie? Inzake communautair gestook weet de N-VA uiteraard van wanten. Het kosmopolitische Brussel lapt, dacht ik, het communautaire aan zijn laars. Over de islam gaat Rondas nog korter door de bocht. Het Franse model (de Franse laïcité) vindt hij super, maar “toen kwamen de moslims en toen was de linkse laïcité plots niet compatibel met de moslimidentiteit.” Dat de invloed van de radicale islam volgens Rondas alleen ingedijkt kan worden door middel van dictaturen is ten andere geen teken van vertrouwen in de voordelen van onze democratische regimes. Maar ja, ik ben uiteraard één van de “linkserig-liberalen” die Brussel bewonen en maak deel uit van het establishment, samen met de vakbonden, waarmee de rebelse Rondas vanzelfsprekend geen banden heeft. Serge Govaert, Eregriffier Brussels Parlement


BDW 1513 PAGINA 16 - DONDERDAG 10 MAART 2016

RENOVATIE > BOEK OVER RESTAURATIE VRIJMETSELAARSLOGE

BINNENGLUREN BIJ HET GROOTOOSTEN BRUSSEL – Egyptologie, minutieuze restauraties, besloten bijeenkomsten en een waas van geheimzinnigheid. Wie wil er niet eens binnengluren bij het Grootoosten? Een mooi boek vertelt het verhaal van de vrijmetselaarstempel aan de Peterseliestraat op een boogscheut van de hoofdzetel van de Vlaamse regering.

I

edere keer opnieuw staan er ter gelegenheid van de Open Monumentendagen lange rijen nieuwsgierigen in de Lakensestraat om de vrijmetselaarstempel aldaar te bezoeken. In België worden de loges – en daar zijn historische verklaringen voor – nog altijd geas-

“ Broeders van de Amis Philanthropes! Dat het heilige vuur hun zielen verwarmt en zuivert!“

socieerd met geheimzinnigheid en vreemde rituelen. In een land als India hangen er aan de gevels van de vrijmetselaarstempels plakkaten met een telefoonnummer indien u geïnteresseerd bent in een bezoek of contact. Dat de ene vrijmetselaarsloge de andere niet is, maakt het voor de leek niet eenvoudiger, maar wel spannender. Het mooie boek De Grote Tempel van de Peterseliestraat in Brussel. Egypte en de Vrijmetselarij in het licht van zijn restauratie maakt het waar voor specialist en leek. De tempel aan de Peterseliestraat werd ritueel ingehuldigd op 26 januari 1879. De woorden die de Achtbare Grootmeester geholpen door de Eerste en Tweede Grote opzieners uitsprak, spreken boekdelen. Ook vandaag nog, ook voor wie niet vrijzinnig is, maar wel geïnteresseerd in cultuurgeschiedenis, maatschappij – de geschiedenis van Brussel als in oorsprong liberale

Werffoto van de Grote Tempel in juni 2015.

stad is met de loges verbonden – of kunstgeschiedenis. Het luidde aldus: “Broeders van de Amis Philanthropes! Dat de vlammende Ster haar licht schijnt over de leken die aan uw deuren komen kloppen! Dat het heilige vuur hun zielen verwarmt en zuivert! Dat dit licht hen leidt bij het volbrengen van hun werk! Dat het hen in liefde doet ontsteken voor hun werk! Dat nooit de leugen of de hypocrisie, de haat of de onenigheid zich onder deze gewelven nestelen! Dat de goedheid, de toewijding, de broederschap, de vrede hier altijd heersen! Dit zijn mijn wensen, Broeders, die ik uitspraak in naam

ADVERTENTIE

van alle Belgische vrijmetselaars verenigd rond deze troon, persoonlijk of in gedachten...” De toespraak mag dan archaïsch klinken – in 2029 zal ze anderhalve eeuw oud zijn – maar ze getuigt wel van hooggestemde idealen die ook in de architectuur weerspiegeld worden. Op 16 december 1879 worden de rekeningen gemaakt waarbij de architect vaststelt dat de bouwwerken volledig zijn beëindigd en er een prijsverschil is tussen offerte en afrekening van ruim 35.000 frank op een bedrag van bijna 150.000 frank. De studies voor de restauratie werden in 2006 opgestart, de werken


BDW 1513 PAGINA 17 - DONDERDAG 10 MAART 2016

dies konden de vrijmetselaars een egyptologe inhuren voor de restauratie.

Egyptologie

© GEORGES DE KINDER

begonnen in augustus 2014 en eindigden in september 2015. De werken hebben 781.000 euro gekost, het Brussels gewest is tussengekomen ten bedrage van ruim 300.000 euro. Minister-president Rudi Vervoort (PS) motiveert de subsidies als volgt: “De tempel in Egyptische stijl werd tussen 1877 en 1879 opgetrokken volgens de plannen van Adolphe Samyn en stond model voor andere maçonnieke tempels in België en Europa die ondertussen zijn afgebroken. Dit soort patrimonium is erg zeldzaam waardoor het aanzet tot een zorgvuldige restauratie en de bekendmaking van deze werken.” Dankzij de subsi-

Eugène Warmenbol beschrijft de band tussen Egypte en het maçonnieke denken. De vrijmetselarij op het einde van de achttiende en het begin van de negentiende eeuw kent volgens hem twee hoofdstromingen, enerzijds rationalistisch en progressief, anderzijds mystiek en zelfs occult. Voor de aanhangers van de eerste stroming kondigt het verleden het heden aan, het heden dat de toekomst die naar de Gouden Tijd leidt bevat. Voor de aanhangers van de tweede stroming moet de toekomst worden gezien als een terugkeer naar het begin der tijden, het verleden van het verleden, dat de Gouden Tijd is. Architect Adolphe Samyn werd in Brussel geboren op 7 januari 1842 en sterft op 26 augustus 1903. Hij werd omvergereden door een tram. Samyn was inspecteur Bouw bij de Stad Brussel en bouwde onder andere de Charles Bulsschool aan de Rollebeekstraat en de Baron Steensschool in de Hoogstraat. Opmerkelijk voor een vrijzinnige architect is dat hij ook katholieke kerken heeft gebouwd. Samyn heeft ook meegewerkt aan een van de restauraties van de Grote Markt, onder andere aan het Brouwershuis, Au Roy d’Espagne en La Chaloupe d’Or. Danny Vileyn “De Grote Tempel in de Peterseliestraat” van Barbara Pecheur en Eugène Warmenbol” telt 176 blz, is uitgegeven bij Uitgeverij Groeninghe en kost 35 euro. Er is ook een Franstalige versie beschikbaar bij de uitgeverij Le Livre Timperman.

ADVERTENTIE

Sociale Verhuurkantoren (SVK)

Verhuur uw woning zonder risico en zonder zorgen

a Gegarandeerde huur elke maand a

Verzekerd verhuurbeheer

a

Onderhoud van uw woning

a Hulp bij renovatie a Fiscale voordelen

www.fedsvk.be 02 412 72 44

Nick Trachet BRUSSEL EN DE WERELD CULINAIR ONTDEKT

Maal-tijden Ik was uitgenodigd op een ‘high tea’ in Nederland. Die vond eigenaardig genoeg plaats in de namiddag, en was ook niet zoals ik verwachtte. De namen van maaltijden verschuiven als een uurwerk. Lang geleden, toen de dieren nog spraken, aten de mensen allicht gewoon wanneer de kans zich voordeed. Eenmaal het leven wat meer georganiseerd, moet de maaltijd zijn ontstaan. Men vermoedt één keer per dag. In veel culturen is dat vandaag nog de norm. Dan is men twee maaltijden per dag beginnen houden. Bij het eerste maal van de dag “breekt men de vasten”, in het Engels to break fast, in het Frans déjeuner. In de avond, voor zonsondergang, at men dan de inhoud van de ketel die heel de dag boven het vuur had hangen pruttelen: stoverij en soep, slow cooking waarin brood werd gesopt: het souper. Met de duisternis stopte alle activiteit, verlichting was onpraktisch en veel te duur. Men soupeerde dus vroeg, zeker in de winter. Maar eten klaarmaken ‘s ochtends vroeg kost tijd, het vuur moet opgestookt, het water gekookt, dus hapslikt men vooraf iets om toch niet met lege maag de geiten en koeien te moeten melken: een voorontbijt zeg maar, een petit déjeuner. Wie ooit logeerde bij de landelijke Engelse middle class, heeft het vreemde gebruik meegemaakt om een kop thee met een koekje aangeboden te krijgen terwijl men nog in bed ligt: de early morning tea. In Britse hotels staat de waterkoker daarvoor klaar met theezakjes en een pot koekjes. Vroeger bracht de meid die thee, wanneer ze het kolenvuur kwam aanmaken in de kamer. Het echte ontbijt – de belangrijkste maaltijd van de dag – volgde dan later, na de eerste klussen. Het woord veranderde in dîner, wat gewoon een samentrekking is van déjeuner. “Qui dort dîne”, luidt het gezegde: wie uitslaapt heeft al ontbeten. Maar de Franse adel leefde bewust op een ander ritme, verschillend van het gewone volk en dienstpersoneel. Zij stonden op in de late ochtend, wanneer het huishoudwerk al was gedaan en déjeuneerden dus pas op de noen. De tweede maaltijd werd voor hen ‘s avonds klaargemaakt, zo kon de kok weer gaan slapen, die was al lang op. De avond

werd hun middag. En daarom dineren Parijzenaars ‘s avonds, terwijl de rest van de Francofonie dat ‘s middags doet! Bij kaarslicht ging hun adellijke leven ‘s nachts verder. Na het theater of de speelzaal kregen ze weer honger en zo ontstond de mode van la medianoche, Spaans voor middernacht. Men serveerde brood met koud vlees na middernacht. Madame de Sévigné, de roddeltante van Versailles in de zeventiende eeuw, schreef er al over. De medianoche was des te belangrijk wanneer de voorbije dag een vastendag was geweest. Was dit gebruik meegekomen uit Spanje met de echtgenote van Louis XIV? Of met zijn moeder? Het is in dat (kunst)licht dat we ook de broodjes met koud vlees van John Montagu, Graaf van Sandwich moeten begrijpen. De man had veel gereisd en gokte tot een gat in de nacht. Op het veld of tijdens het werk kon de honger toeslaan en zo doken de tussenmaaltijden op: lunchen – recent schrijft men lunch – betekent een homp kaas, brood, vlees tussen de arbeid door, in de pub bijvoorbeeld. Naar school kregen wij een vieruurtje mee in de boekentas. Vandaag hoor ik praten over een tienuurtje, wat er in mijn tijd nog niet bij was. De school is vandaag om vier uur ook alweer dicht, tot wanhoop van de werkende ouders. De Britten spreken voor een tienuurtje van elevenses, hun klok staat een uur voor. Een tussenmaaltijd heet collation bij de Walen, Canadezen en Zwitsers, een term uit de kloosterwereld, maar gouter in Jacobijns Frankrijk. Thee werd in ons land enkel gedronken door zieken. Een gezond mens drinkt koffie. De traditie van de thee in de namiddag tussen drie en vijf met een gebakje, kwam overwaaien met de bevrijding in september ‘44. Alles wat Brits was, werd toen mode. Mijn moeder herinnert zich lachend hoe je op de vitrines van sommige Brusselse cafés “five o’ clock à toute heure” kon lezen. De Antwerpse oudtantes van mijn eega gingen “faaiveklokke” op de De Keyserlei. Om chic te kunnen theedrinken, vond de Britse adel het lage theetafeltje uit en bedacht men kopjes van fijn porselein. Daarbij hoorde zo’n three tiered tray (tien maal snel achter elkaar uitspreken!) zoals op de … stijlvolle foto. Op de onderste étage horen komkommersandwiches, daarboven scones om met clotted cream en/of jam te eten en helemaal bovenaan de cake.

“ De traditie van de thee in de namiddag tussen drie en vijf met een gebakje, kwam overwaaien met de bevrijding in september 1944”

Protestantse (methodistische) arbeiders in Industrieel Engeland drinken thee bij alle maaltijden. “What are we having for tea?” betekent bij hen gewoon: wat eten we vanavond? Deze maaltijd hoorde klaar te staan bij het thuiskomen van de Mancunian (Manchesterse) textielarbeider of Sheffieldse staalwerker en werd gegeten aan de keukentafel. Arbeiders kruipen vroeg onder de wol. Om het onderscheid te maken met de afternoon tea is men dit high tea gaan noemen, omdat men hem eet aan een gewone, hoge eettafel en niet aan een laag theetafeltje. Op het menu gerookte vis met aardappelen of gebakken worst met puree. Niet wat ik in Nederland kreeg aangeboden. De tijden veranderen. Ook de maaltijden. Smakelijk. nick.trachet@bdw.be De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/trachet


BDW 1513 PAGINA 14 - DONDERDAG 10 MAART 2016

VADROUILLE DE CULTUUR- EN VRIJETIJDSBIJLAGE VAN BRUSSEL DEZE WEEK

D KUNST > WAAROM BRUSSEL WERELDTOP IS VOOR AFRIKAANSE KUNST

‘Een Afrikamuseum als statement’ BRUSSEL – Ook vandaag behoort Brussel wat Afrikaanse kunst betreft nog steeds tot de wereldtop. Niet alleen dankzij de museale collectie in Tervuren, maar ook dankzij de antiquairs en de verzamelaars. De voornaamste mijlpalen die tot die status hebben geleid.

at de banden tussen België en Congo vandaag nog erg sterk zijn, heeft in eerste instantie te maken met ons koloniale verleden. Al in die periode brachten Congoreizigers objecten mee, en wakkerden ze zo de belangstelling voor Afrikaanse kunst aan. “Bovendien maakt Congo deel uit van een stuk Afrika waar kunst traditioneel sterk aanwezig was. Want terwijl in Oost- en Noord-Afrika herders een vooral nomadisch bestaan leefden, waren de mensen in Centraal- en West-Afrika eerder landbouwers. Daardoor konden ze zich settelen, en veel gebruiksvoorwerpen en rituele objecten maken zoals maskers, voorouderbeelden en krachtbeelden,” vertelt Bart Suys die de microbe voor kunst uit Afrika en Oceanië tijdens zijn universitaire studies Kunstwetenschappen te pakken kreeg en er in de jaren 1990 en 2000 enkele tentoonstellingen rond maakte. Daarnaast was de oprichting van het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika in Tervuren in 1898 een bijzonder belangrijk element in de ontwikkeling van de reputatie van Brussel als hoofdstad voor Afrikaanse, weliswaar vooral uit Congo afkomstige kunst. Net als Bart Suys benadrukt Didier Claes het belang van deze collectie. “De collectie kunst uit Congo is met voorsprong de meest veelzijdige ter wereld. Het is een gigantische vitrine om de enorme diversiteit van die creativiteit te laten zien,” stelt de galerist die sinds zijn zestiende in het vak staat. “En anders dan vaak wordt beweerd, werd ze legaal verworden door ruil, aankoop of als geschenk,” benadrukt Suys. “Het was professor Frans Olbrechts die met de tentoonstelling ‘Plastiek van Kongo’ in de Antwerpse stadsfeestzaal eind jaren 1930 als eerste structuur bracht in de verschillende stijlgebieden van de Congolese kunst,” vertelt Suys. “Bovendien werkte hij voor deze expo zowel samen met openbare instanties als met privéverzamelaars. Voor de tentoonstelling Utotombo in 1988 in Brussel onder leiding van Frank Herreman werd zelfs enkel met objecten uit privécollecties gewerkt. Ook dat was een mijlpaal voor het vakgebied.”

Belgen zijn verzamelaars

Het Senufo Standbeeld uit Ivoorkust is van hout gemaakt.

© Studio Philippe De Formanoir - Paso Doble

Dat België het grootste aantal kunstverzamelaars telt in verhouding tot haar bevolking, is algemeen geweten. Ook wat de Afrikaanse kunst betreft beschikt ons land over enkele bijzondere verzamelingen. “De collectie van wijlen Jef Van der Straeten was zonder twijfel heel belangrijk, maar er waren en zijn er nog. Marc Felix weet ontzettend veel over het domein, aangezien hij als onderzoeker en galerist zeer vaak ter plaatse is geweest. Hij is als een soort baobab van informatie over Afrikaanse kunst,” lacht Claes. “Van overal ter wereld komen men-


BDW 1513 PAGINA 15 - DONDERDAG 10 MAART 2016

voelen. “Dankzij internet kent de kunstmarkt geen grenzen meer. Onder meer daaraan is de enorme opkomst van veilinghuizen toe te schrijven. Zij hebben de laatste jaren zwaar ingezet op de zogenaamde tribal art,

sen naar Brussel om de Belgische verzamelingen te bewonderen. Een mooi voorbeeld is ook de collectie van Willy Mestach, die helaas in 2013 overleed. Hij woonde boven Au Vieux Saint Martin, en zag letterlijk alle beelden en maskers over de Zavel passeren. Bovendien was hij zelf kunstenaar, waardoor hij op een bijzondere manier naar de Afrikaanse kunst keek en zo een erg mooie verzameling samenstelde.” “En de verzameling van Colette Ghysels is bijzonder omdat ze vooral uit toegepaste kunst bestaat. Die stukken zijn minder spectaculair voor leken, maar prachtig voor de fijnproevers onder de kenners,” vult Suys aan. “Alain Guisson is dan weer iemand die zowel het kleine en geraffineerde weet te waarderen als het sculpturaal krachtige.” Net als Marc Felix combineerden ook anderen hun beroep als galerist met de opbouw van een eigen verzameling. “Zo kwamen de eerste handelaars, de gebroeders Claes, uit een familie van verzamelaars. Einde negentiende eeuw al vestigden ze zich in Antwerpen, dat dankzij haar haven rechtstreeks in contact stond met Afrika,” stelt Claes (die geen familie is van deze broers, EH). “Al explodeerde de markt in Brussel pas echt na de onafhankelijkheid van Congo, dus na 1960. In die periode trokken galeristen als Emile Deletaille en Pierre Dartevelle – die vandaag nog steeds actief is – naar Congo om er stukken te kopen.” Vandaag zijn er nog een twintigtal galerijen gespecialiseerd in Afrikaanse kunst actief op en rond de Zavel. Een tiental van hen neemt ook deel aan Brafa, de belangrijkste kunsten antiekbeurs van ons land in januari. Maar ook op internationaal vlak doen de Belgen het goed: tijdens de antiekbiënnale van Parijs in september waren er drie exposanten, onder wie twee Belgen en aan Tefaf - dat morgen begint - nemen er vier deel. Onder wie dezelfde twee, namelijk Didier Claes en Bernard de Grunne. “Omgekeerd zijn er ook buitenlanders die zich in Brussel vestigen, zoals Serge Schoffel uit Frankrijk, Joris Visser uit Nederland en Kellim Brown uit de VS,” stelt Suys. Een andere belangrijke jaarlijkse afspraak is Bruneaf, de beurs waarvoor een veertigtal Belgische en buitenlandse galerijen in de Zavelbuurt de krachten bundelen. “Pierre Loos richtte Bruneaf in 1990 op. Hoewel het evene-

“De Brusselse markt voor Afrikaanse kunst explodeerde pas echt na de onafhankelijkheid van Congo, in 1960” DIDIER CLAES GALERIST

waardoor de prijzen exponentieel zijn gestegen. Het jammere is dat stukken van mindere kwaliteit daardoor ook veel duurder zijn geworden. Alleen op het vlak van toegepaste kunst zoals terracotta potten, manden, wapens of sieraden is de prijs nog schappelijk,” stelt Suys. Aan diezelfde evolutie wijdt Didier Claes het afgenomen belang van de plek waar je galerij is gevestigd. “Het was mijn droom om een galerij op de Zavel te hebben. En de Zavel blijft de Zavel. Maar ik krijg veel minder klanten over de vloer dan vroeger. Net omdat de markt door internet veel internationaler is geworden. Daarom verhuis ik begin juli

naar de omgeving van de Abdijstraat, waar zich hedendaagse kunstgalerijen als Xavier Hufkens bevinden. Bovendien houden jonge mensen er meer van om kunst uit verschillende periodes en culturen met elkaar te combineren, in plaats van zich in één welbepaalde discipline te verdiepen,” vertelt Claes. “Een derde reden is mijn karakter: ik heb af en toe gewoon nood aan een nieuwe uitdaging.” Hoewel Brussel zijn rol als wereldstad voor Afrikaanse kunst nog steeds waarmaakt, waarschuwen zowel Suys als Claes er toch voor dat het beter zou kunnen. “Een goede zaak is dat het museum in Tervuren, dat de voorbije decennia evolueerde naar een wereldmuseum, zich bij de heropening in 2017 terug op Afrika en zijn culturen zal concentreren,” stelt Suys. Al vindt Claes het nodig om nog een stap verder te gaan: waarom krijgt Magritte een forum, en is er voor Afrikaanse kunst geen plaats? Alle grote wereldsteden hebben een museum voor etnische kunst in de stad zelf, dus ook Brussel moet daar dringend werk van maken. We moeten trots zijn op onze relatie met Congo. Een museum openen zou een echt statement zijn.” Elien Haentjens

Tefaf

van 11 tot 20 maart in MECC Maastricht > www.tefaf.com

“ Al tijdens het koloniale verleden wakkerden Congoreizigers de interesse voor Afrikaanse kunst aan” BART SUYS

© NAAM FOTOGRAAF

KUNSTWETENSCHAPPER

ment vrij bescheiden van start ging, nam het al snel een hoge vlucht. Het bracht een totaal nieuwe dynamiek op gang, en stuwde Brussel naar de eerste plaats op wereldniveau. Pas tien jaar later organiseerde Parijs met het Parcours des Mondes iets soortgelijks,” stelt Suys. “Hoewel ik vind dat de formule van Bruneaf aan vernieuwing toe is, verdient de organisatie wel een pluim voor het belang dat ze aan goede kwaliteit hecht. Sowieso wordt over de echtheid gewaakt, want valse stukken zouden het blazoen besmeuren,” vervolledigt Suys.

Didier Claes bij Songye Figure, Congo. Bestaat uit hout, hoorn, metaal, leer, tanden, olifantenhaar en kaolien.

Veranderende kunstmarkt De laatste veranderingen binnen de kunstwereld laten zich ook in dit specifieke vakgebied

© SASKIA VANDERSTICHELE


BDW 1513 PAGINA 18 - DONDERDAG 10 MAART 2016

The Rolling Stones in het Sportpaleis in Schaarbeek in 1967.

TRIBUTE NA VIJFTIG JAAR

IN MEMORIAM >

© HERMAN SELLESLAGHS

ROCK > ROLLING STONESCONCERT IN WOONTOREN

LILIANE WOUTERS Op zondagochtend 28 februari is de Brusselse dichteres, toneelschrijfster en vertaalster Liliane Wouters overleden op zesentachtigjarige leeftijd. Wouters werd op 5 februari 1930 geboren in Elsene, waar ze ook schoolliep en later zelf lesgaf. Dat laatste leverde haar overigens de inspiratie op voor één van haar bekendste toneelstukken - La salle des profs uit 1983. Wouters kreeg voor haar uitgebreide oeuvre verschillende prijzen, waaronder de Prix de Goncourt de la Poésie 2000 voor haar bundel Le Billet de Pascal. Als kind van een Vlaamse moeder vertaalde ze regelmatig Vlaamse poezie naar het Frans. Uitzonderlijk aan haar positie was dat ze niet alleen lid werd van de Académie Royale de Langue et de Littérature française de Belgique, maar ook van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, én de Académie européenne de Poésie. Op het einde van haar carrière nam ze ook regelmatig deel aan de activiteiten van het Brusselse stadsdichtercollectief. In 2007 verscheen van haar hand nog de roman Paysage flamand avec nonnes dat geïnspireerd was op Wouters’ eigen ervaringen als leerling aan de normaalschool in Gijzegem bij Aalst en dat drie jaar later vertaald werd als Vlaams landschap met nonnen. Wouters overleed na een ziekte die enige maanden aansleepte in het Henegouwse dorpje Gilly nabij Charleroi. MB

SCHAARBEEK - Op 27 maart is het vijftig jaar geleden dat The Rolling Stones het Sportpaleis in Schaarbeek deden daveren. Little Jimmy, die destijds het voorprogramma mocht verzorgen, houdt een tribute-concert op dezelfde locatie als toen. Al ziet die plek er vandaag iets anders uit. Het Sportpaleis werd in 1967 verruild voor de Brusiliatoren, een van de hoogste woontoren van het land. Op de 32ste verdieping van het gebouw wordt een appartement ter beschikking gesteld voor een uniek tribute-concert van Little Jimmy, die vol nostalgie het Stones-repertoire van voor 1966 nieuw leven zal inblazen. Het concert wordt voorafgegaan door de documentaire Little Jimmy (2006) van Marijke Van Kets. Een uitgelezen kans om The Stones te herontdekken via deze Belgische blues-artiest, vandaag bekend als Don Croissant. ADD

Rolling Stones Tribute 27/03 om 15u in de Brusiliatoren. 5 euro. Reserveren verplicht via sputnik.brussels@gmail.com. Sputnik & Curieus Schaarbeek. > www.curieus.be

* Prijzen excl. btw, notariskosten en aansluitingskost nutsvoorzieningen.

ADVERTENTIE

TE KOOP SFEERVOLLE APPARTEMENTEN IN DE NIEUWE WOONWIJK ERASMUS GARDENS

1 slaapkamerapp. vanaf € 139.800* 2 slaapkamerapp. vanaf € 199.500* 3 slaapkamerapp. vanaf € 279.500*

4 REDENEN OM NU JE PLAZA-APPARTEMENT TE KOPEN: 1. Vlakbij Brussel, in de rust en het groen van het Pajottenland. 2. Je kiest voor warme, sfeervolle architectuur in een unieke autoluwe woonomgeving. 3. Nergens anders vind je zoveel levenskwaliteit: werk, ontspanning, shopping, bereikbaarheid, … 4. Je geniet nu van uitzonderlijke lanceringsvoorwaarden!

NOG MEER REDENEN? BEL 02 / 661 18 50 OF SURF NAAR WWW.ERASMUSGARDENS-PLAZA.BE

AFRIT ULB ERASME (15a)

RO

In de nieuwe leefwijk Erasmus Gardens heb je alles in de buurt: Brussel centrum (15 min. met de metro), het groen, ontspanning, werkgelegenheid, winkels, ... En dat voor een onklopbare prijs!

Developing Urban Harmony


BDW 1513 PAGINA 19 - DONDERDAG 10 MAART 2016

ZUIDSTATION DINSDAG 1 MAART, 12 UUR

hoge hakken van zijn pumps laten restaureren, maar evengoed sportschoenen kopen in de speciaalzaak. Hij kan er als nietsvermoedende toerist om twaalf uur ‘s middags een Duvel bestellen, maar evengoed een in chocolade gegoten flesje Duvel inslaan om thuis als souvenir te slijten. Hij kan kiezen voor een huurauto van Avis of van Budgetcar, Hertz, Europcar of Sixt. Reikt zijn vertrouwen in de NMBS niet ver genoeg, dan zijn er nog altijd de Thalys, Eurostar of ICE. En de slotsom is dat elk van die opties op een gegeven moment ook daadwerkelijk wordt gehonoreerd door één van de duizenden mensen die hier per dag passeren. Je kan dus beweren dat ons kapitalistische systeem nu eenmaal gestoeld is op het creëren van valse behoeften, waar datzelfde systeem vervolgens tegen betaling aan voldoet. Je kan je aan dit supermarktstation ergeren zoals aan het overaanbod yoghurtvariëteiten in het grootwarenhuis. Maar je kan je ook verwonderen over het feit dat elk van die yoghurtpotjes altijd wel door iemand om zijn specifieke eigenschappen wordt geprezen. Voor wie dat feest van diversiteit zou willen vieren, is het Zuidstation de geschikte kerk. Tel je al wat er hier zoal doorheen een mens gaat, bij alles waar die mens vervolgens zelf doorheen gaat, dan kom je aan een oneindig aantal combinaties. De ondoorgrondelijke wegen van zowel het vervoersnet als het verteringstelsel zijn nergens fijnmaziger uitge-

ELKE WEEK SCANT MICHAËL BELLON MET ZIJN LAPTOP EEN PLEK IN BRUSSEL DIE TOT DE VERBEELDING SPREEKT, EN GEEFT HIJ AAN WAT ER EVENTUEEL NOG AAN KAN VERBETEREN

LAPTOPIA

De ‘Midi’ in ‘Bruxelles Midi’ werd in het verleden zo vaak door reizigers verkeerdelijk vertaald als ‘midden’, ‘Mitte’ of ‘middle’, dat de Gare du Midi uiteindelijk ook het ‘centrale’ station van de stad is geworden. Samen met deze zelfvervullende vergissing heeft Infrabel ervoor gezorgd dat het Zuidstation de afgelopen decennia is uitgegroeid tot het grootste knooppunt van openbaar vervoer in Brussel. Het werd opgespoten tot het soort volslanke verkeershub met stationsmall waar het begin van de eenentwintigste eeuw nood aan schijnt te hebben. Niet méér, maar zeker ook niet minder dan dat. Van de strakke soberheid die het echte Brussel Centraal kenmerkt is hier geen sprake. Anderzijds stelt ook de kwestie of dit station of mooi of lelijk is zich niet. Het Zuidstation staat in het teken van functionaliteit. Het doel heiligt de Midi. Wat opvalt als je er een tijdje vertoeft, is dat Brussel Zuid die functie van distributiecentrum voor personen en goederen op een geraffineerde wijze vervult. Werkelijk alles is er voorhanden en werkelijk alles gaat er ook effectief van de hand. De keuze tussen de sporen 1 tot en met 22 wordt gelukkig nog voor de passagiers gemaakt, maar voor de rest kan de eerste de beste Reizende Oom Roel zijn menu in het grote stationsbuffet à la carte samenstellen. Vanuit het Zuidstation kan hij naar Brussel-Congres, maar evengoed naar Namen of Basel. Hij kan er bij de schoenmaker de

werkt. Verkeers- en darmtransit halen hier het hoogst mogelijke gecombineerd debiet. Op die manier is Bruxelles Midi een verzinnebeelding van hoe elke mens uiteindelijk toch letterlijk en figuurlijk zijn eigen weg gaat. Hoezo de hedendaagse mens zit in hetzelfde schuitje aan de eenheidsworst? Vijftig jaar terug dronken we in het Zuidstation allemaal een pint, nu hebben we een plattegrond nodig om een Snickers met amandelen of het extra dikke nummer van Cupcake Magazine te vinden. De man op weg naar Ottignies heeft totaal andere zaken op zijn boodschappenlijstje staan dan de vrouw op weg naar Londen, en niemand wijst hen om hun eigengereidheid terecht. In het Zuidstation wordt het uiteenlopen juist gestimuleerd en gefaciliteerd. De NMBS heeft zelfs iemand in dienst om de mensen alle kanten op te sturen. Het is het meisje dat in het midden van de stationsgang aan de ticketautomaten staat. Ik ken haar nog van een vorig bezoek, toen ze me er zeer attent op wees dat ik het goedkoopst in Gent kon geraken met een of ander shoppingticket. Ze laat neofieten zelf met de ticketautomaten experimenteren, maar staat klaar om in te grijpen als dat fout dreigt te lopen. Ze dringt je niets op dat je niet nodig hebt, maar stelt je vrijblijvend de betere optie voor, probleemloos switchend tussen het Aalsters en het Kantonees. Zij dirigeert als een Queen Bee temidden van de karrende darren de verkeersstromen, en stuurt als de daarvoor gedecoreerde verkeersagent op het drukste kruispunt van Palermo iedereen op de snelste en goedkoopst mogelijke manier naar de beste van zijn werelden. Michaël Bellon

De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/laptopia

ADVERTENTIE

Zondag 20.03.2016

www.knipoogdag.be

Ontdek musea, galeries, kunst en architectuur, cultuurhuizen, de wijk Matongé en buurtinitiatieven in Elsene. Welkom vanaf 14.00 u. op het Heilig-Kruisplein (ter hoogte van Flagey).


BDW 1513 PAGINA 20 - DONDERDAG 10 MAART 2016

VOETBAL > CENTRUM EN VERTROUWEN SUPPORTERT AL HONDERD JAAR VOOR RSC ANDERLECHT

‘WE ZIJN VERWEND GEWEEST’ ANDERLECHT – Centrum en Vertrouwen is een supportersclub van het eerste uur. Dat kan je bijna letterlijk nemen, want ze steunen RSC Anderlecht al sinds 1916 door dik en dun. In die periode was er nog geen sprake van de succesrijke club die paars-wit ondertussen is geworden. De supportersclub evolueerde samen met RSCA en is vandaag een fiere eeuweling, maar kijkt met gemengde gevoelens naar de toekomst.

BDWSPORT

Ze zijn vandaag de dag met tientallen, je hebt er zelfs tot in het Poolse Lodz en het Amerikaanse Houston toe! Men kijkt nog amper op van de ene of de andere supportersclub van RSC Anderlecht, maar Centrum en Vertrouwen is toch wel een buitenbeentje. Ze werden opgericht op 16 februari 1916 en zijn sindsdien altijd achter paars-wit blijven staan. “Eigenlijk zijn we een fusie van twee supportersclubs: Centre en Confiance,” vertelt Pierre Maas (77), huidig voorzitter en lid sinds begin jaren 1990. “Zij kwamen uit dezelfde buurt van Anderlecht en waren niet zo groot, dus zijn ze tot de constatering gekomen dat ze beter zouden fuseren. Zo geschiedde, en Centrum en Vertrouwen was geboren.” “De essentie van ons bestaan is altijd het steunen van RSC Anderlecht geweest. Ook buitenshuis. Al tijdens de beginjaren werden bussen ingelegd om mee op verplaatsing te gaan. De supportersclub kwam zelfs tussen in de kosten om ook mensen die financieel minder sterk stonden de kans te geven mee te reizen. We vervulden dus ergens ook een sociale rol.”

De overwinningen die Anderlecht-supporters vandaag gewoon zijn, kwamen in die tijd minder vaak voor. Paars-wit was tot 1935 eerder een liftclub die de eerste en tweede klasse afwisselde. Volgens Maas was het aantrekken van Jef Mermans tijdens de jaren 1940 een kantelmoment, die ook invloed had op de werking van de supportersclub. “Mermans, de bombardier, heeft eigenlijk de gestadige groei ingezet naar de status die RSCA vandaag heeft. Daar kwamen vrij snel Europese verplaatsingen bij kijken, die onze leden uiter-

“Al tijdens de beginjaren werden bussen ingelegd om mee op verplaatsing te gaan”

Constant Vanden Stock was af en toe te gast tijdens de maandelijkse vergaderingen van Centrum en Vertrouwen.

aard ook hebben gedaan. Het ging zelfs zo ver dat twee leden die op trouwen stonden, hun huwelijksreis lieten afhangen van de volgende Europese verplaatsing van Anderlecht. Want waar zou die hen heen leiden (lacht)?”

Jurion tegen Real Niet alleen Anderlecht evolueerde en professionaliseerde, ook het voetbal in het algemeen. Dat het gespeelde spel beter werd, daar hadden ze uiteraard niets op tegen. Maar de verhoogde financiële inspanningen waren voor Centrum en Vertrouwen iets minder gemakkelijk te slikken. “De plaatsen werden stilaan duurder. Het comfort verbeterde ook, uiteraard. Ik ga al sinds mijn zesde naar Anderlecht en heb meegemaakt hoe staanplaatsen

comfortabele zitplaatsen zijn geworden. Ik heb het Constant Vanden Stockstadion zien veranderen.” “Dat allemaal is voor de supportersclub een duwtje in de rug geweest om lichtjes van richting te veranderen. Vanaf de jaren 1960 – 1970 zijn we ook sociale activiteiten beginnen te doen. Eens samen naar het theater gaan, bijvoorbeeld. Of eens petanque gaan spelen. Die combinatie van sociale activiteiten en voor Anderlecht supporteren houden we tot vandaag aan.” Centrum en Vertrouwen stak ook zelf de handen uit de mouwen. In een periode waarin jeugdtornooien veel minder voorkwamen dan vandaag, besloten ze het Tornooi Jules De Boe te organiseren, ter ere van hun eerste voorzit-

ADVERTENTIE

UITNODIGING GESPREK ‘Wordt er vandaag beter gevoetbald dan 20 jaren geleden ? Verdiende men genoeg toen, of vandaag teveel ? Was Anderlecht met Mulder, Van Himst en Jurion toen een betere ploeg ? Hoe zit het met de verhouding trainen en talent ?....

ONGEZOUTEN, RECHTUIT, IN GESPREK MET JAN MULDER U bent persoonlijk uitgenodigd deze babbel met Jan mee te maken PLAATS: HET STADIUM RSCA , ingang Victor en Jules BERTAUXLAAN, RESTO I, 2de verdiep, tribune 3 DATUM: maandag 14 MAART, 19u. Bijdrage: 5 euro


© CENTRUM & VERTROUWEN

BDW 1513 PAGINA 21 - DONDERDAG 10 MAART 2016

bijvoorbeeld. Maar voor dé match die Maas zich herinnert, moeten we nog wat verder terug. “De 1-0 overwinning tegen Real Madrid op de Heizel, in 1962. Een sterrenploeg met onder mee Di Stefano en Puskas die we nooit dachten te kunnen kloppen, tot Jef Jurion die bal tegen de netten joeg. Het was voor mij des te specialer omdat ik Jef kende van op school. We speelden zelfs samen in de ploeg van het Koninklijk Atheneum van Brussel.”

Evolutie te veel? Er wordt regelmatig nog met de nodige nostalgie teruggekeken naar de tijd van toen. Zeker als het spelpeil dat Anderlecht haalt tegenvalt en op kritiek wordt onthaald. Maas nuanceert dat liever. “Als ik het spelniveau vergelijk, zeker qua aantrekkelijkheid, dan moet ik zeggen dat de tijden van Van Himst en Jurion echt top waren. Klassespelers hebben we nog altijd, maar het is zo dat de tegenstander je vandaag minder laat spelen. Ach, ik denk ook wel dat we verwend zijn geweest in het verle-

“Ik heb geen schrik van het vertrek naar de Heizel, maar ik zou het enorm spijtig vinden” ter die vijftig jaar die positie heeft bekleed. “Nu zijn de opleidingscentra schitterend – kijk maar naar Neerpede! – maar toen veel minder. Daarom hebben we dat tornooi voor preminiemen uit de grond gestampt. We vonden dat we iets voor de jeugd moesten doen. We kregen daarvoor de steun van RSCA, want we mochten hun infrastructuur gebruiken en de finale op het hoofdveld laten plaatsvinden.” “We zijn er in 1971 met een zestal ploegen uit Brusselse wijken mee begonnen, zoals Scheut en Het Rad. Geleidelijk aan toonden ook ploegen uit eerste klasse interesse en zij zijn eveneens beginnen deel te nemen. Het tornooi is blijven bestaan tot in 1996, wanneer het door werken aan het stadion en andere omstandigheden is stopgezet. Maar we zijn wel in schoonheid geëindigd, want we hebben toen zelfs twee internationale ploegen uitgenodigd: het Tsjechische Banik Ostrava en het Hongaarse Goldball 1994.” Andere hoogtepunten uit de geschiedenis van de supportersclub zijn uiteraard verbonden aan sportieve prestaties van RSCA. De gewonnen Europese finale tegen West Ham,

den. Vroeger zat er ook wel eens een mindere match tussen, maar je mocht er zeker van zijn dat ze er de volgende wedstrijd zouden staan. Dat is nu misschien wat minder.” Om RSCA aan het werk te zien, zullen Centrum en Vertrouwen en de paars-witte aanhang binnen een paar jaar waarschijnlijk naar de Heizelvlakte moeten afzakken. Maar daar moet Maas niet veel van hebben. Zijn supportersclub evolueert nu al honderd jaar mee met RSCA, maar dit zou een evolutie te veel kunnen zijn. “Dat zou echt met spijt in het hart zijn. Dit zou de binding van onze supportersclub met RSCA kunnen veranderen. Zeker aangezien we niet meer van de jongste zijn. De meeste leden zijn zestig en ouder, en het is zeer moeilijk om jongere mensen aan te trekken. We zouden ongetwijfeld moeten debatteren over de vraag of we RSCA dan zouden blijven bekijken in het stadion, of dat we de supportersclub een nieuwe oriëntatie zouden geven, of dat we er zelfs mee zouden stoppen. Schrik heb ik niet van dat vertrek, maar ik zou het enorm spijtig vinden.” Tim Schoonjans

JAN MULDER OP FAMILIEBEZOEK Supportersclub Centrum en Vertrouwen is volop bezig met de vieringen van zijn honderdste verjaardag. Ze hebben een tentoonstelling georganiseerd die op verschillende plekken te zien is en organiseren op 14 maart hun hoogtepunt: een ontmoeting met Jan Mulder. “De aftrap van de tentoonstelling was voor volkscafé Le Château d’Or, aan het Lindeplein,” vertelt Maas. “Onze goede banden met de club werden er nog maar eens aangehaald

door de aanwezigheid van de voormalige manager Michel Verschueren. De vele foto’s, medailles en andere objecten die er werden tentoongesteld, konden hem wel bekoren.” “Het gesprek met Jan Mulder wordt het hoogtepunt. Dat zullen we houden in het stadion en zal onder meer over zijn carrière bij paarswit gaan. Leuk is dat de nonkel en de tante van onze ondervoorzitter Mulder als gastgezin hebben ontvangen, toen hij net was

getransfereerd. Mulder vroeg ook meteen of hij de familie kon ontmoeten. Ik kijk al uit naar wat hij allemaal te zeggen zal hebben.” De ontmoeting met Jan Mulder zal op 14 maart om 19 uur van start gaan in het stadion van Anderlecht (V. & J. Bertauxlaan, tweede verdieping, tribune 3). De ingangsprijs bedraagt vijf euro. De tentoonstelling zal er ook te zien zijn. Op 6 juni wordt die nog opgesteld in het Gildenhuis in de wijk Het Rad.

ESTAFETTE > FILIP VAN DER ELST

Kommer en kwel behoort tot het leven

O

p een koude woensdagavond, iets over tien uur, loopt de armzalige pot voetbal tussen RWDM en Doornik stilaan naar zijn einde toe. Op papier is de hekkensluiter een hapklare brok voor RWDM, maar de partij verloopt moeizamer dan gedacht en het spel is eigenlijk niet om aan te zien. Toch is de stand 2-1, en in de tribune weerklinken de eerste overwinningsgezangen. Maar dan zakt de grond van onder de voeten van de trouwe aanhang weg: in de blessuretijd maken de bezoekers alsnog de gelijkmaker. Iedere voetbalsupporter weet hoe het voelt: punten verliezen is altijd een beetje rot, maar als je die punten in de allerlaatste seconden kwijtspeelt, dan is het pas echt balen als een stekker. Een beetje vergelijkbaar met hoe Miss Colombia zich voelde toen ze even in de waan verkeerde dat ze tot Miss Universe was verkozen. Er is niets dat zo doeltreffend aantoont hoe ellendig het eigenlijk is om gepassioneerd supporter van een club te zijn, dan een late tegengoal. Uitzinnige euforie en diepe ontgoocheling liggen nooit zo dicht bij elkaar. Mensen gaan er verkeerdelijk vanuit dat voetbal draait om vreugde, ambiance en intens geluk, om prachtige doelpunten of een geweldige dribbel. Ze hebben er geen idee van dat frustratie zo’n wezenlijk deel uitmaakt van de psyche van een voetbalfan. Er is geen plek waar malaise, woede en verlangen naar vervlogen tijden zo hoogtij viert als een voetbalstadion. Het is waarschijnlijk ook daarom dat de meeste mensen supporteren voor een topclub: het is nu eenmaal iets geruststellender als je de garantie hebt dat je ploeg geregeld een wedstrijd wint. In de achttien jaar als actief supporter van RWDM en later FC Brussels maakte ik twee sportieve degradaties en twee faillissementen mee. Ik heb het even nageteld: grosso modo heb ik mijn favoriete ploeg op al die jaren zo’n 250 keer zien verliezen. Er gaat geen wedstrijd voorbij dat ik me niet afvraag waarom ik als zevenjarig kind in godsnaam besloten heb om voor een club te supporteren die wekelijks of tweewekelijks verliest. Anderlecht lag zo dichtbij, en toch koos het nog niet volgroeide brein voor de eeuwige underdog uit Molenbeek. Een leerrijke leeservaring daarover is het meesterlijke boek Fever Pitch van Nick Hornby, waarin de auteur zijn onnavolgbare en haast psychotische passie voor het Lon-

dense Arsenal illustreert. Niet het Arsenal dat intussen al jaren meedraait in de Engelse top, maar het Arsenal uit de jaren 1970 en 1980, toen de club zelden prijzen pakte en bekend stond voor zijn afgrijselijk saai voetbal. Voor de jonge Hornby op de tribunes van een slechte voetbalploeg draaide voetbal niet om plezier; maar om pijn, verpakt als entertainment. “I just didn’t want to have fun at football. I had fun everywhere else, and I was sick of it”, aldus Hornby. Elke keer dat ik sindsdien in een voetbalstadion kwam, merkte ik hoe juist die woorden zijn. Als je rondom je kijkt, dan merk je pas echt hoe weinig mensen het echt fijn lijken te vinden om daar te zijn, om te volgen wat er die dag op de groene mat gebeurt. En het is prachtig. Een doorsnee voetbalsupporter gaat niet met zijn wekelijks uitstapje om zoals een fervent bezoeker van muziekoptredens of theatervoorstellingen dat doet. Als je favoriete muziekgroep zijn beste dag niet had, geef je toch een bescheiden applaus, “voor de moeite”. In een voetbalstadion rollen de eerste fluitconcerten en verwijten al van de tribune, en krijgt de trainer op het internet stante pede een werkloosheidsuitkering toegewenst. De wanhoop of frustratie in de blik van een fan die zijn ploeg alweer zag verliezen, zal je zelden kunnen aflezen op het gezicht van iemand die net een matige optreden in de AB heeft gezien. Toen FC Brussels in 2014 op de fles ging, mijn tweede faillissement in twaalf jaar tijd, vond ik dat het stilaan welletjes was geweest. Gedaan met verloren zaterdagavonden die ik spendeerde aan de illusie dat het verval voorbij was en dat er “zeven vette jaren” zouden aanbreken. Maar dan wordt snel duidelijk waarom al die fans bewust voor die avonden vol tristesse kiezen: omdat het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Toen RWDM het afgelopen jaar herrees, heb ik dan ook geen seconde getwijfeld om opnieuw mijn sjaal te knopen en het koppig kind van weleer te zijn. Want hoe frustrerend zo’n laat tegendoelpunt in een nietsbetekenende wedstrijd ook moge zijn, het bewijst gewoon dat kommer en kwel een beetje tot het leven behoort. Filip Van der Elst is journalist bij brusselnieuws.be en kijkt bij het betreden van een voetbalstadion eerder naar de tribunes dan naar de grasmat

REDACTIE BRUSSEL DEZE WEEK Flageyplein 18, 1050 Brussel, 02-650.10.65, fax 02-650.10.38, info@bdw.be, www.bdw.be. ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bdw.be), 02-650.10.80, 02-650.10.38. Gratis binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Rest van België 20 euro per jaar; IBAN: BE73 7340 3974 6060, BIC: KREDBEBB van Vlaams Brusselse Media vzw. Buiten België 30 euro per jaar. OPLAGE 62.609 exemplaren. PROMOTIE EN DISTRIBUTIE Ute Otten, Maurice Droogh. MARKETING & SALES Frederik Welslau: 0474-52.02.84. ADVERTEREN? Melissa Giardina, 0479-30.60.62, melissa. giardina@brusselmedia.be. ALGEMENE HOOFDREDACTIE Jeroen Roppe. CHEF PRINT Steven Van Garsse. EIND­REDACTIE Ken Lambeets (eindredactie@bdw.be). VORMGEVING Ruth Plaizier. REDACTIE Jean-Marie Binst, Christophe Degreef, Bettina Hubo, Danny Vileyn. ZAZIE Kim Verthé. MEDEWERKERS Michaël Bellon, An Devroe, Elien Haentjens, Wauter Mannaert, Bruno Schols, Tim Schoonjans, Benjamin Tollet, Georges Tonla Briquet, Nick Trachet. FOTOGRAFEN Bart Dewaele, Marc Gysens, Ivan Put, Saskia Vanderstichele, Jo Voets. FINANCIËLE ADMINISTRATIE Manu De Hertogh. VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Steven Van Garsse, BDW, Flageyplein 18, 1050 Elsene. ALGEMENE DIRECTIE Jo Mariëns. Brussel Deze Week en Agenda worden uitgegeven door de Vlaams Brusselse Media vzw en worden gedrukt op de persen van de nv Roularta, Meiboomlaan 33, 8800 Roeselare en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie.

ONS MAILEN? Al onze mailadressen zijn volgens dezelfde structuur opgebouwd: voornaam.naam@bdw.be (losse bestanddelen van voornaam of naam aan elkaar, en zonder trema’s, verbindingsstrepen en andere tekens).


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.