BDW - editie 1247

Page 1

© SASKIA VANDERSTICHELE

en atendant: ROSAS IN DE VEERTIENDE EEUW En Dimitri Leue, Guido Belcanto en de film Turquaze

23 09 10

AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X P303153

12 MILJOEN VOOR KUREGEM © IVAN PUT

ANDERLECHT – Kuregem ondergaat vanaf 2015 een ware metamorfose. Er wordt twaalf miljoen euro gepompt in het meest verloederde deel, tussen kanaal, Grondelsstraat en spoorweg. In de plannen springen vooral een splinternieuwe polyvalente zaal, een sociaal restaurant en een wijkmoestuin in het oog; de braakgronden worden een groene zone. Van het duurzame wijkcontract komt elf miljoen van het Gewest en iets meer dan een miljoen van de gemeente. Daarbovenop komt waarschijnlijk nog federaal geld (2,75 miljoen) en kan een mooie som privéfondsen aangetrokken worden. De investering moest oorspronkelijk een groter gebied dienen, maar de zone tussen Bergensesteenweg en Grondelsstraat kreeg prioriteit, licht wijkcontractcoördinator Guy Van Beeck toe. “De hoge prijs is grotendeels te verklaren BS door de sanering van de industrieterreinen.” BLZ. 10: ‘KUREGEM MOET WEER LEVENDIG EN OPEN WORDEN’

O In goeden doen BRUSSEL – Eerst lag de stad er maar grijs bij, maar toen de zon doorbrak, was het feest: meer dan honderdduizend bezoekers voor de Open Monumentendag en massa’s fietsers DV in de autoloze straten. Dat smaakt naar meer.

Brussel staat stil

Stedenbouw > Leegstaande kantoren bieden mogelijkheden

Van kantoor tot school BRUSSEL – Zo’n tweehonderdduizend vierkante meter leegstaande kantoren kan (in theorie) tot scholen omgebouwd worden. Dat blijkt uit een studie in opdracht van minister-president Charles Picqué (PS).

I

n 2015 zullen de Brusselse scholen, Franstalig en Nederlandstalig samen, 23.000 leerlingen meer dan dit schooljaar tellen. Dat willen althans de prognoses. Meer dan 20.000 leerlingen extra impliceert bijkomende klassen in bestaande scholen, én nieuwe scholen. Omdat de grond schaars is, heeft Picqué een eerste screening laten maken van leegstaande kantoorgebouwen die in aanmerking komen om tot school (of kinderdagverblijf of een andere vorm van collectieve voorziening) verbouwd te worden. Als je er rekening mee houdt dat vijftien vierkante meter per leerling de norm is, dan biedt 214.000 vierkante meter plaats aan 15.000 leerlingen. Meer dan een eerste aanzet is de studie niet. Stel dat er geld komt

voor bijkomende scholen, dan moet een tweede selectie gemaakt worden volgens de noden per gemeente. En dan moet de eigenaar nog bereid gevonden worden om zijn pand te verhuren, te verkopen of in erfpacht te geven. En ten slotte moet er ook nog een inrichtende macht gevonden worden om de school uit te baten. Met de studie heeft Picqué vooral willen aantonen dat de vraag naar extra geld voor de bouw van scholen geen vraag in het luchtledige is.

Leegstand Met de bevolkingsaangroei wordt ook een tekort op de woningmarkt verwacht. In het gewest staan 514 kantoorgebouwen (971.000 vierkante meter) langer dan een jaar leeg. Van die 514 zijn er 74 geschikt om tot woningen verbouwd te wor-

den. Het zou gaan om 1.450 woningen. Het verbouwen van kantoren tot woningen gaat jaar na jaar in stijgende lijn: van 18.000 vierkante meter in 2003 tot 116.000 in 2009. De studie van Picqué toont ook aan waar kantoren een andere bestem-

Jaar na jaar worden meer kantoren tot woning verbouwd

ming hebben gekregen: de meeste situeren zich in de Vijfhoek of aan de Louizalaan. Het betreft vaak (maar niet altijd) appartementen die destijds tot kantoren verbouwd werden en nu dus opnieuw hun oorspronkelijke bestemming krijgen. De vraag rijst of het – met al die her-

bestemmingen – dan zo slecht gaat met de Brusselse kantorenmarkt. Nee, zegt Picqué ferm. Althans niet als je vergelijkt met de Vlaamse Rand rond Brussel. De leegstand in de hoofdstad wordt geraamd op tien procent, in de Rand op twintig en in de zone rond de luchthaven zelfs op dertig procent. De verklaring ligt in het dalende aantal bouwvergunningen voor kantoren en het stijgende aantal kantoren die gerenoveerd worden. In 2009 werd maar 20.000 vierkante meter vergund, dat is minder dan de helft van 2008. Sprekend is het cijfer van 2006: toen werd voor 180.000 vierkante meter nieuwe kantoorruimte vergund. Ten slotte lijken de ergste gevolgen van de economische crisis voor de kantorenmarkt achter de rug. Tijdens de eerste drie kwartalen van 2009 werd maar 50.000 vierkante meter kantoren in gebruik genomen, in het laatste kwartaal steeg dit tot 200.000 vierkante meter. Danny Vileyn

BRUSSEL – Op 16 januari ging een werkgroep van experts van start die moest onderzoeken welke bevoegdheden van de negentien gemeenten naar het Gewest kunnen verhuizen, en vice versa. Nu is het eindrapport er, maar veel spektakel valt er niet te verwachten. Er is sprake van contractualisering, harmonisering en observatoria die het beleid eenvormiger moeten maken, maar het rapport kan nauwelijks verhullen dat de Brusselse gemeenten, en de Franstalige politici mét hen, liever geen bevoegdheden zien verhuizen naar het Gewest. Raken aan de gemeentelijke autonomie in Brussel is ook vandaag nog altijd no pasarán. Het rapport zal nu behandeld worden in het Brussels parlement en moet daarna het voorwerp worden van politieke onderhandelingen tussen SVG gemeenten en Gewest. Blz. 2-3: ‘Baron blijft baron’ ADVERTENTIE

academie beeldende INSCHRIJVINGEN kunsten

anderlecht

tot 30/09

info: www.academieanderlecht.be

N° 1247 VAN 23 TOT 30 SEPTEMBER 2010 ¦ WEEK 38: WEEKBLAD, EEN UITGAVE VAN VZW BRUSSEL DEZE WEEK, FLAGEYPLEIN 18, 1050 ELSENE, REDACTIE: 02-226.45.40, ABONNEMENTEN: 02-226.45.45, FAX: 02-226.45.69, E-MAIL: INFO@BDW.BE


OPMERKELIJK

BDW 1247 PAGINA 2 - DONDERDAG 23 SEPTEMBER 2010

© IVAN PUT

Uitgelicht > Interne Brusselse staatshervorming draait op niets uit

Baron blijft baron ROOD LICHT? FIETSER MAG AFSLAAN BRUSSEL – Bruno De Lille (Groen!), Brussels staatssecretaris voor Mobiliteit, wil onderzoeken of het verkeersreglement zo kan worden aangepast dat fietsers aan een kruispunt rechtsaf kunnen, ook als het licht op rood staat. Het opmerkelijke voorstel staat in het Iris 2-vervoersplan. Rechts afslaan voor auto’s, zelfs als het rood is voor wie rechtdoor wil, is een courante praktijk in heel wat Amerikaanse staten. Echt veilig is het niet: studies wijzen op een verhoogd aantal letselongevallen bij voetgangers en fietsers in staten waar de maatregel van kracht is. Europa ziet wat in de verkeersregel, maar dan gereserveerd voor het fietsverkeer. Bij het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid (BIVV) citeren ze voorbeelden uit Straatsburg en Bordeaux. “Daar wordt het opgelost met een knipperlicht. Fietsers mogen naar rechts, maar op eigen risico.” Ook in Denemarken leeft de discussie, en Nederland past het bijvoorbeeld toe wanneer er een doorlopend fietspad ligt. Een speciaal bord duidt aan dat de fietsers naar rechts mogen, zelfs als het licht op rood staat. En in Brussel? De Lille wil het onderzoeken, in samenspraak met de federale regering. Dat is ook logisch: het verkeersreglement moet worden aangepast, en dat is nog altijd federaal. Bij het BIVV benadrukken ze nog dat de maatregel voornamelijk een mobiliteitsingreep is, met weliswaar repercussies op de verkeersveiligheid. “Hoe dan ook is er een testfase nodig,” klinkt het daar. SVG

?

BRUSSEL – De werkgroep die zich moest buigen over de verhoudingen gemeenten-Gewest, heeft haar eindrapport klaar. De interne Brusselse staatshervorming dreigt een maat voor niets te worden.

A

cht experts van Franstalige en Nederlandstalige politieke partijen (N-VA was niet uitgenodigd) hebben zich onder leiding van de PS’er Dimitri Yernault gebogen over de aanpassing van de gemeentegrenzen en een herverdeling van de bevoegdheden tussen de negentien gemeenten en het Brussels Gewest. De kwestie sleept al lang aan. De Brusselse agglomeratie is in 1977 ontsnapt aan de grote fusiegolf van de Belgische steden en gemeenten. Sindsdien klinkt er heel wat kritiek op wat door sommigen ‘de negentien baronieën’ wordt genoemd, politieke machtsbastions die een coherent grootstedelijk beleid in de weg staan. De meeste Vlaamse partijen lieten in hun verkiezingsprogramma dan ook weten dat een interne Brusselse staatshervorming broodnodig is. Onlangs nog pleitte het Verbond van Belgische Ondernemingen – niet meteen een clubje

flaminganten – voor de fusie van de negentien gemeenten. De Brusselse regering heeft eind vorig jaar beslist om een commissie te installeren die voorbereidend werk doet voor wat, later, een politiek kerntakendebat moet worden over de vraag: wie doet wat? Dat rapport is klaar. De conclusies zijn weinig bemoedigend. Waarover is er consensus? Op het vlak van fiscaliteit stellen de experts voor om de gemeentelijke kantoorbelasting te harmoniseren. Een revolutie is dat zeker niet, in 2007 is al een vergelijkbare operatie doorgevoerd. Het Brussels Gewest krijgt voorts iets meer in de pap te brokken als het over mobiliteit gaat. Het Gewest moet zich, stelt het rapport voor, in de plaats kunnen stellen van de gemeente als die weigert om werkzaamheden uit te voeren die het gevolg zijn van een gewestelijke beslissing. Er komt ook een overleg­ instantie die het mobiliteitsbeleid

in Brussel moet stroomlijnen en de fricties ter zake tussen gemeenten en Gewest moet oplossen. Op het vlak van stadsmeubilair stellen de experts voor om te harmoniseren, zonder evenwel te uniformeren. Tot slot vindt de werkgroep dat gemeentegrenzen moeten kunnen worden herbekeken, als die onlogisch zijn. Ook over openbare netheid is gepraat. Daar zou de omgekeerde beweging worden gemaakt. Vuilnisophaling blijft een bevoegdheid van het Gewest, maar de straten vegen zou volledig door de gemeenten worden uitgevoerd, ook op gewestwegen. Toch een toemaatje. Als het van de experts afhangt, dan krijgt het Gewest er één bevoegdheid bij: de strijd tegen duiven en vossen.

Als het van de experts afhangt, krijgt het Gewest er één bevoegdheid bij: de strijd tegen duiven en vossen mingen te weinig moeite hebben gedaan om de standpunten, die nochtans in alle Vlaamse partijprogramma’s aanwezig zijn, op tafel te leggen. SP.A geeft in een nota, gericht aan de federale onderhandelaars, zelf enkele voorzetten. Het Gewest zou exclusieve bevoegdheden moeten krijgen, bijvoorbeeld inzake

DE WEEK IN BEELD DOOR SASKIA VANDERSTICHELE

minder studenten AAN vub. Een kleine week voor het nieuwe academiejaar ziet het ernaar uit dat het aantal inschrijvingen aan de VUB zal dalen. Volgens de VUB is de daling minder uitgesproken dan bij andere universiteitscentra. Dit jaar krijgt de VUB meer financiering omdat de daling lichter is dan elders. In Vlaanderen moeten de universiteiten terrein prijsgeven aan de hogescholen, in Brussel is er min of meer een status-quo. Gewapend supporteren. RSC Anderlecht verliest in de Europa League op eigen veld met 1-3 van het Russische Zenit SintPetersburg. Voor de wedstrijd arresteert de politie 21 Russische supporters met wapens op zak.

Baas boven baas: Charles Picqué (Gewest, l.) en Freddy Thielemans (gemeente, r.) bij de koning.

mobiliteit en openbare werkzaamheden. Ook in huisvesting, sociaal beleid (de OCMW’s) en veiligheid (de politiezones) zijn er kansen gemist, zegt Elke Roex, fractieleidster in het Brussels parlement. “Wij willen af van de overlappende bevoegdheden. Het Gewest, en het Gewest alleen, moet duidelijk aansturen. Het is dat aan zijn internationale rol en hoofdstedelijke functie verplicht. Nu zijn er negentien verschillende politiereglementen. Het OCMW-beleid is in negentien gemeenten verschillend. Voor wie verhuist binnen Brussel,

“ “

ABONNEMENT

OP BDW ÉN AGENDA * GRATIS VOOR WIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST WOONT

HET GETAL

Open Monumentendagen, Wielemanshuis, Defacqzstraat. Brouwer Léon Wielemans en echtgenote Yvonne, dol op de Spaanse patio-stijl, lieten architect Adrien Blomme vijfduizend keramiektegels invoeren. Deze Brusselaar is even aan de gids ontsnapt en komt de badkamer inspecteren.

Etterbeek tegen verlenging e411. De gemeente Etterbeek protesteert met een petitie tegen de mogelijke verlenging van de E411 van Delta tot aan de Generaal Jacqueslaan. Die verlenging wordt aangekondigd in een studie van de Brusselse regering en zou nodig zijn om de toekomstige uitbreiding van de Deltawijk op te vangen. De partij van burgemeester Vincent De Wolf (MR) zit in de Brusselse regering in de oppositie.

INFRABEL GEN’T VOORT. Spoorinfrastructuurbeheerder Infrabel dient opnieuw een vergunningsaanvraag in om in Linkebeek van twee naar vier sporen te gaan. De verdubbeling is nodig voor het Gewestelijk Expresnet. Enkele maanden geleden nog vernietigde de Raad van State eenzelfde vergunning op grond van procedurefouten. De gemeente Linkebeek verzet zich tegen het GEN.

en de federale overheid, waardoor een inter-Brusselse oplossing volgens hen weinig zoden aan de dijk brengt. Bij SP.A, in de oppositie maar ook mee gevraagd in de groep van experts, vinden ze alvast dat de Vla-

Voorzetten Over grote bevoegdheidsverschuivingen hebben de experts dus geen overeenstemming bereikt. Niet alleen willen de gemeenten geen bevoegdheden afstaan, ze schermen ook uitdrukkelijk met hun gemeentelijke autonomie, die grondwettelijk vastligt, en ze verwijzen vaak naar de band tussen de gemeenten

WOENSDAG 15 SEPTEMBER

DONDERDAG 16 SEPTEMBER

kan dat tot sociale drama’s leiden.” Elke Roex wijst erop dat nu driehonderdduizend Brusselaars in een wijk wonen die onder meer dan één gemeente valt. Een Vlaamse onderhandelaar, vanuit de meerderheid, geeft toe dat de eindnota zwak is, “ondanks de doorbraakjes inzake mobiliteit.” Hij voegt eraan toe dat het debat niet makkelijk was en dat de werkwijze niet veel ruimte liet voor een echte negotiatie. Alleen een punt waarover consensus bestaat, staat als zodanig in de nota vermeld. En dat

is nu niet veel, geeft hij toe. “Dat heeft te maken met de duidelijke breuklijn Franstalig-Nederlandstalig, maar ook die van meerderheidoppositie.” Hij wijst tot slot naar opdracht. “Het bestuderen van een fusie van de negentien hoorde daar niet bij,” zegt hij. De hoop is nu gevestigd op de federale onderhandelingen. “Een echte doorbraak kan alleen via een federale beslissing,” zo klinkt het bij de meeste Vlaamse onderhandelaars.

Steven Van Garsse

De N-VA is permanent op campagne. En shopt in de winkel België die ze eigenlijk wil sluiten.” Minister-president Charles Picqué (PS) vreest op La Première van de RTBf dat het nationalisme van N-VA een politiek vergelijk over België onmogelijk zal maken.

Mosterdgras in Heembeek? Dat is wellicht door een buurtbewoner gezaaid.” Schepen Bertin Mampaka (CDH) wou mosterdgras zaaien om woonwagenbewoners af te schrikken, maar werd teruggefloten door de burgemeester. Vijf maanden later staat het gras een meter hoog.

EEN GRATIS*

BEL 02-226.45.45 OF MAIL ABO@BDW.BE

WEEKOVERZICHT

BDW 1247 PAGINA 3 - DONDERDAG 23 SEPTEMBER 2010

© SASKIA VANDERSTICHELE

(zone) 30

Sinds 16 september is de Vijfhoek een zone 30, dat had u al vernomen. Met uitzondering van de centrale lanen en de Diksmuidelaan mag u dus in het stadscentrum nergens meer sneller dan 30 kilometer per uur rijden. Ook met de fiets niet. Misschien hebt u ook akte genomen van de kwakkel van het Brusselse parket, dat meldde inbreuken op deze nieuwe regelgeving niet te zullen vervolgen. Die woorden werden na protest van Christian

VRIJDAG 17 SEPTEMBER WEINIG BRUSSELSE STAATSHERVORMING. Het voorbereidende comité der wijzen heeft zijn rapport klaar over een toekomstige Brusselse staatshervorming. Er is geen consensus over een fusie van de zes politiezones, en een fusie van de negentien gemeenten staat al helemaal niet op de agenda. Wel heeft de nota het over een ‘harmonisering’ van enkele gemeentelijke bevoegdheden. De werkgroep heeft zes maanden gewerkt en het pad geëffend voor een ander comité van wijzen, dat tegen 2012 nieuw denkwerk levert. blokkagefietsen. In deze Week van Vervoering houdt een honderdtal fietsers een optocht op de centrale lanen. De politie maakt aanstalten om enkelen onder hen te arresteren, maar ziet daarvan af. Mangamoordenaars gearresteerd. Het Brusselse parket arresteert vier mensen op verdenking van de zogenaamde mangamoord in 2007. Toen werden er in het Dudenpark in Vorst menselijke resten gevonden met een boodschap ernaast die uit een Japanse mangaserie komt. De daders zijn twintigers.

ZONDAG 19 SEPTEMBER ZORGELOOS AUTOLOOS. In het hele Brusselse gewest is autoverkeer tussen 9 en 19 uur verboden. Fietsers, voetgangers en andere motorlozen vullen de straten. Toch zijn er 27.000 doorgangsbewijzen voor automobilisten uitgereikt. Ook loopt er een petitie om elke maand een autoloze zondag te houden, iets wat Brussels staatssecretaris Bruno De Lille (Groen!) niet haalbaar acht.

MAANDAG 20 SEPTEMBER preformatie. De federale onderhandelaars Elio Di Rupo (PS) en Bart De Wever (N-VA) werken nog een week langer voort. Er wordt een high-level-groep opgericht met vertegenwoordigers van de zeven partijen die betrokken zijn bij de onderhandelingen. Die groep moet zich buigen over de hervorming van de financieringswet. de lijn staakt in noordrand. Chauffeurs leggen in Grimbergen, Vilvoorde, Londerzeel, Haacht en Asse het werk neer uit onvrede met de drukke werkregeling, het tekort aan personeel en de toenemende agressie in de bus. In een groot deel van de Noordrand rijden er geen bussen. ’s Avonds bereiken de stakers een akkoord met de directie. De volgende dag rijden de bussen opnieuw.

DINSDAG 21 SEPTEMBER

Ceux (CDH), schepen van Mobiliteit, haastig ingeslikt. Rest nog de vraag of dat nu nodig was, een zone 30 waar je sowieso haast nooit sneller kunt dan 30. Wel, gezien het grote aantal straatracers bij nachte (maar ook bij dag), misschien wel. Volstaat het te zeggen dat het minstens een stap in de goede richting is? Al zal moeten blijken of straatracers de nieuwe maatregel ook echt in hun geldbuidel voelen. CD

ULB-rector neemt ontslag. Philippe Vincke protesteert tegen wat hij ‘de clanlogica’ van de raad van bestuur noemt. Dat orgaan had twee kandidaat-vicerectoren die Vincke had voorgedragen, weggestemd. Samengesteld door Christophe Degreef

MEER NIEUWS DE HELE WEEK ROND OP


BDW 1247 PAGINA 4 - DONDERDAG 23 SEPTEMBER 2010

BDW 1247 PAGINA 5 - DONDERDAG 23 SEPTEMBER 2010

Economie > Groothandelsmarkt aan de Heizel mikt op internationalisering

Trade Mart in trek bij Chinezen M

van permanente groothandelsbeurs voor mode en meubelen te creëren. Binnen- en buitenlandse producenten en agenten konden een showroom huren om hun collecties aan detailhandelaren te tonen. Het concept sloeg aan, en al snel moest er bijgebouwd worden. In de jaren 1990 nam het succes van Trade Mart af. Dat had te ma-

De Chinese exposanten van de tweede generatie zijn zelfbewust en hebben grote, mooie winkels

ken met de opkomst van winkels als H&M en Ikea, die de distributie van hun producten zelf helemaal in handen hebben. Doordat het aantal meubelkleinhandels snel begon te dalen, trok een groot deel van de meubelexposanten weg uit Trade Mart. Het centrum had in die tijd ook de reputatie dat iedereen – ook particulieren – er kon kopen. De vorige directeur stelde orde op zaken en begon met de broodnodige

Zwart-wit Vorig jaar kreeg Trade Mart er een tweede aandeelhouder bij. Fortis Real Estate (nu AG Real Estate) nam voor zestig miljoen euro de helft van de aandelen van Crow over. Trade Mart kreeg er een groter investeringsbudget door: drie miljoen euro per jaar. Momenteel wordt dit budget benut voor de Operatie-‘Black

Guy-Marc Beaude.

and White’. De lange gangen krijgen een minimalistische, gestroomlijnde loft-­look, met zwartomran­de uitstalramen en beton op de vloer  in plaats van tapijt. © TRADE MART

et ‘650 exposanten, 2.700 merken, de laatste trends in mode en interieur’ prijst Trade Mart zichzelf aan in zijn mooi vormgegeven folders en brochures. Je zou in het gigantische gebouw dan ook een drukte van belang verwachten. Maar op donderdagochtend is het heel rustig. In sommige modewinkels worden wel zaken gedaan, maar de lange gangen zijn leeg. Op de bovenverdieping, waar vooral meubelen en interieurartikelen verkocht worden, zijn de winkels zelfs dicht en heerst een doodse stilte. Een gevolg van de crisis? “Nee, hoor,” zegt directeur GuyMarc Beaude. “Van de crisis hebben wij geen last gehad. Onze bezettingsgraad is stabiel gebleven, op tachtig procent, en we hebben zelfs zes procent meer bezoekers over de vloer gekregen. Maar het gros, zeker vier vijfde, komt op maandag. Na het drukke weekend slaan ze een nieuwe voorraad in bij de cash-andcarryzaken of bestellen ze hier bij de grote merken voor het volgende seizoen. De meubel- en interieurzaken boven werken alleen ‘op bestelling’. Die zijn dus maar een of twee maanden per jaar open, alleen wanneer de nieuwe collecties gekozen moeten worden.” Trade Mart werd in 1975 aan de voet van het Atomium neergezet door de Texaanse vastgoedholding Crow. Het was de bedoeling om een soort

renovatie van het gebouw. Guy-Marc Beaude, die vijf jaar geleden het roer overnam, ging op deze weg verder. De renovatie is een soort work in progress. Altijd wordt er wel ergens gewerkt. “En dat is nodig in een gebouw van 35 jaar oud. Bovendien hou ik meer van voortdurende kleine veranderingen dan van een eenmalige grootscheepse ingreep. De bezoekers moeten verrast worden. Ze moeten hier komen voor de exposanten en de laatste trends, maar ook voor het mooie en comfortabele gebouw. Trade Mart moet the place to be zijn.”

© SASKIA VANDERSTICHELE

BRUSSEL – Om zijn toekomst veilig te stellen zet Trade Mart Brussels, zoals de groothandelsmarkt op de Heizel tegenwoordig heet, in op internationalisering. Directeur Guy-Marc Beaude wil meer buitenlandse bezoekers en meer buitenlandse exposanten. De Chinezen hebben de weg al gevonden.

Ook de exposanten doen inspanningen om hun toonzaal wat hipper in te richten. Lange tijd waren de meeste showrooms donker en onaantrekkelijk. Sterke merken profileerden zich alleen door de grootte van hun toonzaal. Nu moet de inrichting meteen al het imago neerzetten. De Converse-shop bijvoorbeeld is een stijlvolle open ruimte met een opvallende verlichting.  Je vindt er niet alleen schoenen, maar ook tassen en andere accessoires. Het valt meteen op dat het aanbod in Trade Mart gewijzigd is. De meeste klassieke Belgische meubelzaken die in de jaren 1990 wegtrokken, zijn niet teruggekeerd. In hun plaats zijn producenten en agenten van interieurartikelen en keukenspullen gekomen, Alessi, Koziol, WMF. In de modegangen vind je nu meer dan alleen kledingzaken. Trade Mart is inmiddels al een van de grootste schoenenplatformen in Europa, en ook het aantal juwelen- en accessoirewinkels groeit. Beaude is tevreden met deze diversifiëring. Zo wordt zijn groothandelscentrum minder kwetsbaar. “Elke sterke sector zou hier een plaats moeten hebben,” zegt hij. Hij denkt bijvoorbeeld aan de horeca en luxeelektroproducten. Maar alles kan. Onlangs ging er op de hoogste verdieping, met prachtig uitzicht op het Atomium, een toonzaal open met artikelen om een garage efficiënter in te richten.

Tweede generatie

Operatie-’Black and White’: Trade Mart wil het hip en gestroomlijnd.

Beaude wil Trade Mart ook een veel internationaler karakter geven. Al langer zijn Nederlandse, Duitse, Spaanse en Turkse merken in het

De meeste klassieke meubelzaken zijn verdwenen uit Trade Mart. In de plaats kwamen exposanten van interieurdecoratie en keukenspullen.

centrum aanwezig. Dat moeten er nog meer worden. “Fabrikanten van overal zouden hier hun uitstalraam voor heel Noord-Europa moeten hebben.” Beaude liet daarom de website vertalen in het Arabisch en in het Chinees en veranderde de naam van het groothandelscentrum in Trade Mart Brussels. “Buitenlanders zijn niet geïnteresseerd in België. Brussel, dat kennen ze, en dat spelen we uit.” De Chinezen lijken de weg alvast te vinden. “We hadden hier al wel wat Chinese exposanten, maar zij waren altijd heel low profile. Ze benadrukten hun Chinese afkomst niet en kozen meestal voor een Westers klinkende naam. Ze zijn hier nog steeds; in hun winkel is het altijd een beetje een rommeltje. Maar nu komen de Chinese fabrikanten en agenten van de tweede generatie. Zij

zijn zelfbewust en verbergen hun afkomst niet.” Zo opende Erke, het Chinese sportmerk dat ook Yanina Wickmayer sponsort, een tijdje geleden een grote, chique showroom, pal tegenover het Japanse merk Asics. En heel prominent rond de binnenplaats van Trade Mart liggen twee grote, overzichtelijke Chinese fantasiejuwelenzaken. Vijf jaar geleden nam Beaude ook het initiatief voor Windows for Europe. Hij benaderde verschillende buitenlandse overheden en ambassades met de vraag of ze in Trade Mart geen vitrine over hun land wilden opzetten. Er bleek geen interesse. Nu pakt Beaude het anders aan. Hij probeert een akkoord te bereiken met buitenlandse beroepsfederaties. Dat lijkt beter te werken. Met een Portugese meubelfederatie, die meer dan dertig fabrikanten

vertegenwoordigt, moet volgende maand het eerste contract getekend worden. Intussen is ook het aandeel buitenlandse bezoekers toegenomen. “Vijf jaar geleden was dat een half

“Van de crisis hebben wij geen last gehad” procent, nu zitten we aan zeven procent, voornamelijk Noord-Fransen, Nederlanders, Luxemburgers, Duitsers en Oost-Europeanen. De komende jaren wil ik dat aandeel op twintig procent krijgen.” Het gevecht om exposanten en be-

© SASKIA VANDERSTICHELE

zoekers zal de komende jaren wellicht verharden. Van het kleine groepje modemerken die vlakbij in Strombeek-Bever een mini-groothandelscentrum vormen, heeft Trade Mart naar eigen zeggen weinig last. Maar een tijdje geleden raakte bekend dat de vastgoedgroep Bernaerts langs de A12 in Willebroek een groothandelscentrum van tweehonderdduizend vierkante meter plant, European Market City, waar achthonderd exposanten uit de mode, decoratie, elektronica en andere sectoren hun producten kunnen tonen. “In principe ben ik voor concurrentie. Maar er is geen plaats voor twee Trade Marts die op dezelfde sectoren werken. En ik vind het nogal vreemd dat ze ons helemaal imiteren, zelfde oppervlakte, zelfde sectoren. Bon, ik trek me er niet te veel van aan en richt me vooral op

de strategie van mijn centrum.”

Erfpacht tot 2060 Over de toekomst van de Heizel – burgemeester Freddy Thielemans (PS) wil er een congrescentrum met een reusachtig winkelcentrum laten verrijzen – is Beaude zwijgzaam. “Wij hebben daar niets over te zeggen, de Stad Brussel beslist. We blijven hier sowieso zitten. We hebben een erfpachtovereenkomst met de Stad voor de grond en die loopt tot in 2060.” Beaude vindt wel dat de noordkant van Brussel commercieel versterkt zou moeten worden. “Wat aantrekkelijker en een beetje meer sexy, dat zou best mogen. En alles wat goed is voor de noordkant, voor de Heizel, is goed voor ons.”

Bettina Hubo

ADVERTENTIE

‘Heel wat hiaten in opleiding zelfstandigen’ BRUSSEL – Veel zelfstandigen missen de kennis om hun onderneming behoorlijk te runnen. Daarom organiseren de opleidingscentra Syntra en Espace Formation PME dit najaar een reeks lessen. Het Brussels Gewest betaalt de opleiding. Brussel telt verhoudingsgewijs veel meer starters dan Vlaanderen en Wallonië. Probleem is dat ook het percentage faillissementen het

hoogst is. “Te veel startende ondernemingen gaan na een, twee of drie jaar over de kop,” zegt Brussels minister van Economie en Werk Benoît

Cerexhe (CDH). Volgens een studie die hij liet uitvoeren, missen heel wat zelfstandigen en kleine ondernemers de nodige vaardigheden om hun bedrijfje te leiden. Om dat te verhelpen lanceerde de minister vorige week Paspoort naar succes, een reeks van opleidingen. Op het vlak van vorming bestaat er

in Brussel nauwelijks iets op maat van zelfstandigen. “Voor starters is er genoeg ondersteuning, maar wie eenmaal begonnen is, wordt nauwelijks nog gevolgd,” zegt Syntradirecteur Patrick Coucke. Syntra werkte vier modules uit, telkens twee keer zes uur. Zo kan de zelfstandige meer leren over nieuwe

klanten overtuigen en over wat te doen bij financiële moeilijkheden. Espace Formation PME geeft zestien modules in het Frans. Daar gaat het bijvoorbeeld over de omgang met de fiscus, met klanten die niet betalen en met nieuwe technologieën. Wie een of meer modules wil volgen, betaalt een eenmalig inschrijvingsgeld van dertig euro. Cerexhe steunt het initiatief met 67.000 euro. De bedoeling is dat er dit en volgend jaar duizend zelfstandigen een extra vorming krijgen. HUB

EFFECT IKEA-WET BLIJFT BEPERKT IN BRUSSEL BRUSSEL – Het Brusselse gewest heeft een winkeloppervlakte van 1.177.900 vierkante meter. Dat blijkt uit een studie van de zelfstandigenorganisatie Unizo naar het effect van de Ikea-wet. Die wet, die nu vijf jaar bestaat, versoepelde de vergunningsprocedure. Elke gemeente kan nu zelfstandig beslissen over een aanvraag voor een nieuwe

handelsvestiging of een uitbreiding. In Vlaanderen leidde de wet tot een flinke toename van het aantal baanwinkels, grote winkels langs invalswegen. “In Brussel is het effect kleiner,” zegt Michiel Verhamme van Unizo. “Er kwam de afgelopen vijf jaar niet opmerkelijk meer winkeloppervlakte bij dan de vijf jaar daarvoor. Alleen in 2007 was er

ACADEMIE VOOR BEELDENDE KUNSTEN ANDERLECHT een piek met 28.000 extra vierkante meter. Dat waren vooral uitbreidingen, de vernieuwde galerie Anspach bijvoorbeeld en de extra winkels in het Centraal Sta­t ion. Voor baanwinkels is er in Brussel praktisch geen ruimte.” In 2008 kwam er in Brussel 11.000 vierkante meter winkeloppervlak bij, vorig jaar iets minder dan 10.000 vierkante meter. HUB

Volwassenen : beeldende kunsten + kunstambachten / conservatierestauratie Kinderateliers [6 tot 11 jaar] Jeugdateliers [12 tot 17 jaar]

academie beeldende kunsten

anderlecht

INSCHRIJVEN tot 30 september info: www.academieanderlecht.be

dapperheidsplein 17 - 1070 anderlecht tel 02 5230371


BDW 1247 PAGINA 6 - DONDERDAG 23 SEPTEMBER 2010

ADVERTENTIE

BDW 1247 PAGINA 7 - DONDERDAG 23 SEPTEMBER 2010

Vastgoed > Fortis Real Estate verandert van naam

AG Real Estate wil nieuw ’58 BRUSSEL – AG Real Estate, de opvolger van Fortis Real Estate, hoopt binnen anderhalf jaar de vergunning voor de bouw van een nieuw gebouw op de site van Parking 58 op zak te hebben.

Bezetting

Wie de architect wordt, wil ontwikkelingsdeskundige Alain De Coster niet zeggen. Maar over het project ‑ een nieuw gebouw waarvoor het huidige gebouw tegen de vlakte gaat – is wel al een beetje bekend. Zo komt er openbare parkeergelegenheid onder het nieuwe gebouw met iets minder plaatsen dan in de huidige parkeergarage. De hoofdfunctie wordt kantoorruimte, maar de hoogste twee of drie verdiepingen zouden residentieel zijn. In de basis van het gebouw komen handelsruimten. Ook een naaste buur, het Muntcentrum, ontgaat AG Real Estate niet. Er wordt nagedacht over een eventuele renovatie van het gebouw. Een ander project, de Silver Tower aan het Noordstation, heeft al een vergun-

AG Real Estate is de erfgenaam van Fortis Real Estate, dat van naam moest veranderen na de ontmanteling van Fortis in 2008. Het is voor honderd procent in handen van de verzekeringsgroep AG Insurance. Jaarlijks zal de groep 450 miljoen euro investeren in vastgoed. De groep heeft vijf miljard euro in portefeuille, waarvan 33 procent goed is voor de kantorenmarkt. Tien jaar geleden was dat nog 67 procent. Volgens presidentdirecteur Alain Devos bedraagt de bezettingsgraad van alle gebouwen 93 procent. 31 procent van de portefeuille van AGRE bestaat dan weer uit parkeergarages onder voogdij van dochteronderneming Interparking, het bedrijf dat in 1958 Parking 58 liet bouwen. Christophe Degreef

ning en zou de komende jaren vorm moeten krijgen. De Silver Tower wordt volledig voorbehouden voor kantoorruimte.

Ik ben een knolselder. Ik denk dat mijn moeder iets gehad heeft met een knol. Ai, gij gaat dik in de puree zitten.

Een knolselder, da’s gewoon de wortel van een selder. Bij ons worden knolselders geteeld van augustus tot maart. Zeg nu zelf, waarom zou u groenten kopen die van de andere kant van de wereld komen of helemaal niets met het seizoen te maken hebben ? Het transport of de cultuur in verwarmde serres vergt onnodig veel energie. Kies daarom voor lokale en seizoensgebonden producten. Zo herontdekt u de smaak van

P-PRAAT

de seizoenen en vermindert u de impact van onze voeding op het milieu. O ja, geef ook de voorkeur aan fruit en groenten die geteeld zijn zonder meststoffen en pesticiden.

Recepten en kalender vindt u op www.leefmilieubrussel.be of via 02 775.75.75.

Het Poesjkinplein in Laken afgelopen weekend: stemt niet tot vrolijkheid.

© SASKIA VANDERSTICHELE

Netheid > Emir Kir wil openbare toiletten in stationsbuurten

Een en ander heeft volgens Picqué te maken met pseudowetenschappers die de Vlaamse publieke opinie manipuleren en doen geloven dat Brussel een last is. Waardoor de Vlaming niet geneigd zou zijn Brussel te geven waar het recht op heeft. Picqué heeft dan uiteraard wel de verdienste dat hij de Brusselse Vlaming geeft waar die recht op heeft: een onpartijdige minister-president. Want waren we dat niet overeengekomen: de hoofdstad als verzoener?

Eeuwig gevecht tegen vuilnis BRUSSEL – Soms lijkt het een hopeloze strijd. Toch wordt Emir Kir, staatssecretaris voor Openbare Netheid (PS), die nu de laatste hand aan het Netheidsplan 2011’16 legt, niet fatalistisch: de selectieve vuilnisophaling loopt goed – ook in de achtergestelde wijken.

E

re wie ere toekomt: Karine Lalieux (PS) is de eerste schepen van de Stad Brussel die de strijd tegen urinegeuren au sérieux neemt. En die, door urinoirs te plaatsen, de medemens met een volle blaas ook soelaas biedt. Toch volstaat dat niet volgens Emir Kir, een partijgenoot van Lalieux. Hij wil urinoirs in de buurt van de grote stations en druk gebruikte metrostations. Critici werpen Kir voor de voeten dat openbare toiletten geen taak van het Gewest zijn, maar van de gemeenten. Dat snijdt volgens Kir geen hout: “Het moet gebeuren, wiens bevoegdheid het ook is. De stations zijn het visitekaartje van heel Brussel.” Een ander argument: laat Net Brussel eerst zorgen voor propere straten en pleinen. Neem nu het sluikstorten, dat maar niet uitge-

roeid raakt. De Anneessenswijk is zo’n buurt waar je echt geen weken post hoeft te vatten om een hoop oude kleren, een afgedankt fornuis, een canapé of wasmachine op straat te vinden. Gebrek aan burgerzin, of is er meer aan de hand? Op een telefoontje op 23 augustus naar Net Brussel voor het ophalen van grof huisvuil kregen wij als antwoord: “We kunnen op 27 september (!) langskomen.” Niet echt een aanmoediging. (Zonder goede vrienden redt een Brusselaar het in die omstandigheden niet.) Het is niet uitgesloten dat die lange wachttijd meespeelt om te gaan sluikstorten, maar ook al is het een (gedeeltelijke) verklaring, het is geen excuus. Emir Kir begrijpt de frustratie van de Brusselaar die vijf weken moet wachten, “maar toch...” Tussen 2007 en 2009 is het aantal opha-

lingen van grof huisvuil met zestig procent gestegen, legt hij uit. In 2007 rukte Net Brussel 25.073 keer uit, in 2009 was dat gestegen tot 41.553 keer. Het aantal kubieke meter is evenredig de hoogte in gegaan: van 56.000 in 2007 tot 89.000 in 2009. “Schaarbeek en Ukkel zijn in 2007 gestopt met hun gemeentelijke ophalingen. Dat is geen verwijt, maar een vaststelling,” zegt Kir. “Die twee gemeenten zijn goed voor twintig procent van de bevolking.” Ook de Weken van ’t Grof Huisvuil van Net Brussel verklaren mee de spectaculaire stijging: voor het derde jaar op rij kon elke Brusselaar in het voorjaar Net Brussel vragen om drie kubieke meter huisvuil te komen ophalen. In 2011 is dat opnieuw het geval.

Complementair Een zonnige vrijdagochtend, tien uur. Op de hoek van Muggen- en Zinnikstraat liggen twee witte vuilniszakken en een blauwe. Hier in de buurt wordt het vuil op maandag en donderdag opgehaald. Ook verder in de straat, vaak tegen een boom

Drie reiskoffers, vijf doorweekte jassen en acht paar schoenen bedekken half een pluchen beer

of gewoon tegen de gevel: blauwe, witte en gele zakken, sommige gescheurd. Tegen de werfafsluiting van een fraai stuk architectuur aan de Anderlechtsesteenweg, dat door het OCMW wordt opgetrokken, ligt een tiental vuilniszakken. Dan naar de Pottenbakkersstraat, waar aan de voet van sociale woonblokken drie reiskoffers, vijf doorweekte jassen en acht paar schoenen een grote pluchen beer half bedekken. De toegang tot de kelders ligt bezaaid met drankblikjes. In de Washuisstraat wringt een straat-

veger zich in bochten om het vuilnis van onder een auto te halen: vijf plastic flessen en wat smurrie. Het mag herhaald worden: Lalieux doet haar best om de stad properder te krijgen. En toch – onze fotografe liep afgelopen weekeinde langs het Poesjkinplein in Laken, het resultaat ziet u op de foto. Van alle Brusselse wegen is 95 procent gemeentelijk; maar vijf procent zijn gewestwegen. Toch werpt Kir niet de gemeenten de eerste steen. “Het Gewest en de gemeenten zijn complementair. Het Gewest veegt nu al tweeënhalf jaar in de Wayezstraat. Ik ga vanaf 2011 ook andere gemeenten helpen die het moeilijk hebben. De dotatie gaat van 3,2 naar 4,5 miljoen euro.” Kir wil de gemeenten helpen, maar zelf wil hij van minister van Openbaar Vervoer Brigitte Grouwels (CD&V) wel gedaan krijgen dat er tussen de tramsporen, die vaak met sigarettenpeuken en ander fraais bezaaid liggen, en aan de haltes schoongemaakt wordt.

Charles Picqué (PS) heeft dringend behoefte aan een doosje Kleenex. Waar de ministerpresident van het Hoofdstedelijk Gewest vroeger al op tijd en stond op emotionele wijze liet uitschijnen dat hij de federale gang van zaken niet tof vindt, neemt hij de laatste tijd wel erg duidelijk stelling in, en die stelling kan niet erg hoofdstedelijk genoemd worden. Op de RTBf-radio verklaarde hij dat het gevaar uit het noorden komt, en dat de Franstaligen niet de agressor zijn omdat ze ‘van nature niet agressief’ zijn. In een hertekend Brussel hebben de Brusselse Vlamingen dat toch al mee, vriendelijke en niet-agressieve stadsgenoten. De hemel zij geprezen.

Danny Vileyn

EET LOKAAL EN VOLGENS SEIZOEN D A’ S G O E D V O O R U E N G O E D V O O R O N Z E P L A N E E T.

Alle beetjes helpen, want we zijn met meer dan één miljoen Brusselaars. ADVERTENTIE

2IBG0085_BDW_Celeri 178x125 NL.indd 1

ONTWERPWEDSTRIJD Creatief brein gezocht (m/v) Centra Morele Dienstverlening

Verzoening, maar geen fusie van de gemeenten, en ook niet van de politiezones. Het voorbereidend comité van wijzen, de praatgroep die het werk voor het comité der wijzen moest voorbereiden, rondt eerstdaags het voorbereidende werk af. U kent de mantra van Picqué, eerder geformuleerd in deze krant: “Niemand kan bewijzen dat één politiezone beter werk zou afleveren.” Zes politiezones ook niet, vullen wij dan aan.

Onze Centra Morele Dienstverlening zijn toe aan een nieuwe look. Hiervoor willen we graag jonge grafische ontwerpers de kans geven om hun talent te tonen. Beschik jij over de nodige dosis creativiteit? Voel je jezelf geroepen een ontwerp te maken? Wil je kans maken op wat extra zakgeld?

Het zijn er de tijden naar, dus voor het geval dat Bart De Wever en zijn Brusselse arm Paul De Ridder (N-VA) het zouden vergeten, de volgende woorden van bijna een jaar oud: “Het belang van de Brusselse Vlamingen en van Brussel wordt verdedigd door Vlaanderen en door alle Vlaamse volksvertegenwoordigers.” Af en toe willen we ertoe doen.

Schrijf je nu in! Maak een grafisch ontwerp dat onze panden kan sieren en win 1 van de 3 geldprijzen. Meer informatie en het wedstrijdreglement zijn te verkrijgen via cmd.brussel@uvv.be of bel 02/242 36 02.

CHIEN ÉCRASÉ

De Centra Morele Dienstverlening (CMD) zijn de lokale contactpunten voor de vrijzinnige gemeenschap.

BRUSSEL – Grappige taferelen dezer dagen: de MIVB heeft een campagne die reizigers aanport om hun handen te laten zien. Blijkbaar is het een sport van de stedeling geworden om zoutzuilgewijs aan de bushalte te blijven staan en van de chauffeur te verwachten dat-ie automatisch stopt. En dus rijden er nu bussen rond waar in de rechterhoek naast de chauffeur een hand prijkt. Van de reiziger wordt verwacht dat hij/zij spontaan terugzwaait naar de bus wanneer die aan komt rijden. We kunnen de massaal uitgedeelde handjes misschien ook gebruiken om naar de chauffeur te zwaaien als er weer eens een kinderwagen of volwaardig mens (of beide) tussen de deur zit, en we zijn er. Behalve op niveau, daar zijn we dan niet. BRUSSEL – Het hoeft niet te verbazen dat andere mensen geen handjes willen zien en dan maar voor dat huurfietssysteem kiezen, de naam ontsnapt ons even. Het zijn van die gele fietsen waarop reclame voor ondergoed wordt gemaakt. Soms gebeurt het weleens dat zulke mensen voor een leeg station komen te staan, of dat ze met zo’n gele fiets eindeloos moeten rondtoeren om een plaatsje te vinden. Om over de mysterieus verdwijnende groene lichtjes (zie krant van vorige week) en de offline stations nog maar te zwijgen. En dan komt er een actiegroep die een spandoek hangt over de reclame, waarop staat: ‘No bike, no pub’. Tja.

10/09/10 09:58

U kan er terecht voor: • morele bijstand, vrijzinnige plechtigheden; • vormingen, debatten, lezingen; • documentatiecentrum. Stalingradlaan 18-20, 1000 Brussel [Premetrostation Anneessens] tel. 02 242 36 02 E-mail: cmd.brussel@uvv.be Unie Vrijzinnige Verenigingen www.uvv.be

Jetse laan 362, 1090 Jette [Bus 14 halte Legrelle] tel. 02 513 16 33 E-mail: cmd.jette@uvv.be


BDW 1247 PAGINA 8 - DONDERDAG 23 SEPTEMBER 2010

BDW 1247 PAGINA 9 - DONDERDAG 23 SEPTEMBER 2010

Onderwijs > HUB wil academische opleidingen blijven organiseren

‘Meer doen dan alleen de verwarming aanzetten’

Deze week stroomden de studenten weer toe in de Stormstraat. Daar heeft de HUB nu ook het t‘Serclaesgebouw in gebruik genomen.

BRUSSEL – De Vlaamse hogescholen moeten hun academische opleidingen overdragen aan de universiteiten. De Hogeschool-Universiteit Brussel ziet het niet zitten om alleen professioneel onderwijs te geven en lanceert een nieuw concept: het University College.

H

et Vlaamse hoger onderwijs wordt sinds 2003 stapsgewijs hervormd. Het begon met de bachelor-masterstructuur en de oprichting van associaties. Binnen die associaties werkt een universiteit nauw samen met enkele hogescholen om hun langere oplei-

dingen naar een academisch niveau te tillen. In juli besloot de Vlaamse regering om academische hogeschoolopleidingen zoals industrieel ingenieur, vertaler, tolk en handelswetenschappen volledig over te hevelen naar de universiteiten. Dat betekent niet dat alle opleidingen

ADVERTENTIE

profiel:

CyCLO vzw zoekt een fietspuntcoördinator (m/v) _graduaatsdiploma (bachelor) _relevante ervaring _tweetalig NL/FR _diplomatiek _natuurlijke autoriteit meer info: www.recyclo.org CyCLO vzw - Vlaamsesteenweg 85 - 1000 Brussel e-mail: cyclo@recyclo.org - tel: 02/412 72 41

ook fysiek verhuizen. Momenteel wordt hiervoor een decreet geschreven, dat vanaf 2013 uitgevoerd zou moeten worden. Voor de Vlaamse hogescholen is het een ware omwenteling. Ze verliezen een deel van hun opleidingen, en daarmee ook geld en personeel. Alle docenten van de academische opleidingen zullen immers in dienst treden van de universiteit. De professionele bachelors blijven over. De impact van de regeringsbeslissing is niet voor alle hogescholen even groot, maar een instelling als de HUB raakt in een klap de helft van haar opleidingen kwijt. De HUB, die aan het fuseren is met de Oost-Vlaamse KaHo Sint-Lieven, schuift dan ook een nieuw concept naar voren. Ze wil een University College (naar Angelsaksisch model) worden, dat hogeschool- en universitaire opleidingen aanbiedt. Hiervoor is het nodig dat de KULeu­ ven, de associatiepartner, na de overdracht opnieuw bepaalde bevoegdheden delegeert, met name de organisatie van de opleidingen, de rekrutering van studenten en een stuk personeelsbeleid. Een deel van het geld dat de universiteit krijgt,

© SASKIA VANDERSTICHELE

zou ook naar de hogescholen moeten terugvloeien. “Alleen zo,” zegt Dirk De Ceulaer, gedelegeerd bestuurder van de HUB, “kunnen de voordelen van de integratie verbonden worden met het onder controle houden van de bedreigingen.” Want voordelen zijn er. Het ingewikkelde verschil tussen academische hoge-

schoolopleidingen en universitaire opleidingen verdwijnt; de diploma’s worden transparanter voor studenten en werkgevers; onderzoeksmiddelen raken niet versnipperd, en de carrièremogelijkheden van het personeel worden groter. Maar De Ceulaer ziet ook de gevaren. Als de hogescholen de volledige bevoegdheid over de academische opleidingen kwijtraken, zal de polarisatie tussen hogescholen en universiteiten nog veel scherper worden. “De slag om de middelen wordt dan ten top gedreven. Nu al gaat elke instelling met de stofzuiger door het land op zoek naar studenten.” Bovendien dreigen de professionele opleidingen verzwakt achter te blijven en dreigen, anderzijds, de academische hogeschoolopleidingen hun unieke profiel van ‘academisch maar toch zeer arbeidsmarktgericht’ te verliezen. In Brussel zou het volgens De Ceulaer al helemaal zonde zijn om in verdeelde slagorde op te treden. “Het is in Brussel niet simpel om studenten te werven. Het zou niet verstandig zijn om disparaat op te treden, wij met onze professionele opleidingen en de KUL met drie van haar faculteiten, waarvoor wij alleen nog de verwarming mogen aanzetten.” De grote moeite die het kost om Vlaamse studenten naar Brussel te lokken, is ook de reden dat de HUB zoveel mogelijk campussen naar de Stormstraat in het centrum heeft overgebracht. Deze week komt daar weer een nieuwe lading studenten aan: eind juni gingen de campus in de Koningsstraat (toegepaste taalkunde) en de vroegere Ufsal-campus in Koekelberg (waar alleen nog professionele economische opleidingen zaten) dicht. Voor de HUB moet en zal het University College-plan doorgaan. “Anders hadden we destijds niet zo vlotjes ingestemd met de hele academiseringsoperatie.” De KULeuven gaat volgens De Ceulaer akkoord en zou bereid zijn de delegatie van bevoegdheden in een beheersovereenkomst te regelen. Deze week verdedigen HUB en KaHo Sint-Lieven het plan op de raad van bestuur van de hele Leuvense associatie. En de minister van Onderwijs? “Die hoeft zijn akkoord niet te geven,” zegt De Ceulaer. Bettina Hubo

ERASMUS VERLIEST ‘DIKKE TIEN PROCENT’ BRUSSEL – Bij de Erasmushogeschool (EhB), de andere Vlaamse hogeschool in Brussel, schuiven de opleidingen industriële wetenschappen, vertaler, tolk en journalistiek door naar de VUB. De kunstopleidingen van Rits en Conservatorium worden ondergebracht in een School of Arts, maar ze blijven wel binnen de EhB. “We verliezen zo’n zeshonderd van de 4.750 studenten, een dikke tien procent dus,” zegt algemeen directeur Luc Van de Velde. EhB had het ook liever anders gezien. Samen met de andere Vlaamse hogescholen van het officiële net pleitte ze jarenlang voor

de ‘nieuwe universiteit’, één instelling die zowel de professionele als academische opleidingen aanbiedt. In Brussel zou die samenvallen met de Associatie Brussel (VUB en EhB). “Maar,” zegt Van de Velde, “de minister heeft anders beslist. We richten ons nu op de toekomst en bereiden ons voor op de komende transfer. De opleidingen industriële wetenschappen, toegepaste taalkunde en journalistiek zijn ondergebracht in transitiefaculteiten. Onze studenten vertaler en tolk zitten ook al enkele jaren op de VUB-campus, en de studenten journalistiek beginnen daar volgende week ook.” HUB

Mobiliteit > Garage onder Flagey ten laatste in november open

Parkeren in een sandwich ELSENE – Binnen de twee maanden moet de parkeergarage onder het Flageyplein open zijn, zegt burgemeester Willy Decourty (PS). Eindelijk het einde van de saga? De gemeenteraad keurde in de jongste gemeenteraad de beheersovereenkomst met de firma Vinci Park goed. Die nv is voor twintig jaar bevoegd om de parkeergarage uit te baten. Volgens burgemeester Decourty kan de garage dan ook “binnen anderhalve à twee maanden opengaan.” Na acht jaar werkzaamheden aan het Flageyplein wordt daarmee een hoofdstuk afgesloten. Hoewel. Decourty gaf mee dat er nog een juridische discussie ‘avocat-avocat’ gaande is tussen de gemeente en het Brussels Gewest over de administratieve eigendom van de parkeergarage. De gemeente Elsene zou officieel eigenaar van de garage moeten zijn, maar het stormbekken eronder en het plein erboven zijn dat niet (de befaamde ‘sandwich’). Toch is dat volgens Decourty geen belet-

Na acht jaar is het werk aan het Flageyplein binnenkort echt af.

© SASKIA VANDERSTICHELE

sel voor de opening van de parkeergarage. De burgemeester zei ook dat de technische problemen aan de liftkoker op dit moment worden opgelost.

Extra stormbekken De garage heeft 186 plaatsen, waarvan er volgens de overeenkomst met Vinci Park minstens 96 worden voorbehouden aan roterend parkeren of kortparkeren. Vinci Park heeft verschillende abonnementsformules uitgewerkt: een volledig abonnement (zeven dagen op zeven) kost 130 euro zonder btw per maand, een werkweekabonnement 110 euro. Daarnaast zijn er formules voor nachtparkeren, uurparkeren (twee euro per uur), voor handelaars, kantoormedewerkers en horeca-uitbaters. Een mogelijk heikel punt in de toekomst is de ‘overstroombaarheid’ van de parkeergarage. Als er meer dan 23 millimeter regen per halfuur valt, dan gaat de garage dicht en zal ze gebruikt worden als extra stormbekken. Wanneer de garage dicht is tijdens stormweer, zal parkeren op het Flageyplein toegelaten zijn, hoewel dat niet meer werd herhaald in de gemeenteraad. In de marge zei raadslid Vivia­ne Teitelbaum (MR, meerderheid) dat de kruispunten rond het Flageyplein bijzonder slecht zijn en bij voorbaat “gedoemd te mislukken.” Christophe Degreef

ADVERTENTIE

met woneninbrussel.be Plannen om naar Brussel te verhuizen? Of woont u hier al en zoekt u een nieuwe stek? Groot gelijk! Want Brussel heeft zo veel troeven: cultuur, winkels, plekken om uit te gaan, scholen, gezellige pleinen, heel veel groen ... Met de woontours van Wonen in Brussel ontdekt u het allemaal live. In een halve dag toert u met de bus of met de fiets door de Brusselse wijken en verneemt u alles over kopen en huren in de hoofdstad. Inschrijven op www.woneninbrussel.be. Daar vindt u ook een uitgebreide woonbank, buurtbeschrijvingen, wijkreportages, een interactief stadsplan en nog veel meer. Veel succes!


BDW 1247 PAGINA 11 - DONDERDAG 23 SEPTEMBER 2010

Deze week aan het Albert I-plein > Grootse plannen met braakland

‘Kinderen niet toegelaten’

‘Kuregem moet weer levendig en open worden’

Jaren van bouwen zonder plan resulteerde in een lappendeken zonder samenhang tussen de blokken.

ANDERLECHT – Kuregem, een van de armste en meest troosteloze wijken van de stad, voor velen een no-go zone en een broeinest voor criminele activiteiten, krijgt een nieuw gezicht: 12 miljoen euro wordt erin gepompt. De facelift moet de littekens van het verleden definitief wissen.

H

berichten over criminaliteit, over studenten die niet veilig van en naar de les kunnen. Met die geschiedenis in het achterhoofd tekende het studiebureau SumResearch plannen. “De grootste uitdaging? De braakliggende grond omvormen tot een kwalitatief hoogstaande openbare ruimte,” zegt Livia de Bethune van SumResearch. “Met de school en de sociale woningen die er in die jaren zijn gebouwd, kom je tot een heel fragmentarisch geheel zonder samenhang. De gebouwen zijn niet met elkaar verbonden. De ruimte ertussen wordt met hekken afgesloten. Maar buurtbewoners en voorbijgangers banen er zich toch een weg door omdat ze geen kilometer om willen lopen om bijvoorbeeld de tram te nemen. Op die plaatsen is er ook geen sociale controle, wat tot de gekende situatie in de buurt heeft geleid.” De nieuw ingerichte ruimte moet zowat het kruispunt worden tussen de verschillende ‘bouwstenen’ in de wijk, zoals de school en het Stadion

Frank Vercauteren, waar voetbaltraining gecombineerd wordt met huiswerkklassen aan jongeren uit de buurt. Het wijkcontract plant ook nieuwe initiatieven, zoals een nieuwe polyvalente sportzaal, een so­ciaal restaurant en een wijkmoestuin als werkgelegenheidsproject. Ook zouden er een Nederlandstalige

© SASKIA VANDERSTICHELE

en een Franstalige crèche komen. Het nu nog braakliggende terrein wordt een ontmoetingsplaats tussen al die entiteiten, maar moet ook als regenbuffer dienen. In greppeltjes wordt het regenwater opgevangen. Hiermee wordt het overstromingsgevaar ingeperkt en kan het water ook gemakkelijk gerecupereerd worden. Dat biedt perspectieven. Zo  kan het regenwater als irrigatiekanaal dienen voor een wijkmoestuin, waar werkloze buurtbewoners de handen uit de mouwen kunnen steken en zo de wijk een dienst bewijzen. © SUMRESEARCH

et Albert I-plein. Hier is het allemaal begonnen. Hier liep de Zenne en hadden de buurtbewoners uitzicht op de watermolen van Kuregem. Hier stopte ook de trein die de vele arbeiders naar het industriële centrum bracht dat Kuregem tot de jaren 1950 was. Maar de kaarsenfabriek en de textielnijverheid verdwenen na de Tweede Wereldoorlog, net als het station en de watermolen. In de plaats kwamen de twee socia­ le woonblokken en de Leonardo Da Vinci-school, en ook de Zenne moest wijken voor de betonboer. Waar eens de watermolen stond, heb je nu een Citroën-garage. Het verleden heeft littekens nagelaten. Tussen de woonblokken en de school liggen grote lappen grond braak. Grond die door de zware industrie te verontreinigd is om bebouwd te worden. Het is kenmerkend voor de wijk, die lang links werd gelaten, die de wandelaar een indruk van troosteloosheid nalaat en de krant of het scherm haalt met

ADVERTENTIE

Elsene > Emotie bij vertaalfout gemeente

Greppeltjes als regenbuffer én irrigatie van de wijkmoestuin.

Een lompe vertaalfout in het gemeenteblad schudde (even) de gemeenteraad op.

De plannen van heel de operatie liggen nu ter inzage op de dienst Stadsrenovatie van de gemeente en zijn onderworpen aan een openbaar onderzoek. Voor verschillende buurtbewoners werd al een tipje van de sluier gelicht. De reacties zijn overwegend positief. “Het leven is hier niet gemakkelijk,” zegt Marie-Thérèse. Al twintig jaar woont ze in het flatgebouw aan de Grondelsstraat. “Ik heb hier drie kinderen grootgebracht. Ze zijn vaak lastiggevallen, en ook naar school gaan was hier allesbehalve evident. Maar ik heb de indruk dat er de laatste jaren veel aan het veranderen is. De probleemjongeren worden beter opgevolgd.” Volgens Marie-Thérèse moet het wijkcontract zich in de eerste plaats richten op het sociale luik in de wijk. “Dat is wat deze wijk nodig heeft.” Ze juicht daarom ook vooral de komst van de polyvalente zaal, het sociale restaurant en de wijkmoestuin toe. “Allemaal initia­ tieven waardoor de bewoners naar elkaar toe kunnen groeien,” denkt Marie-Thérèse. Gerda Poot is prefect van het Athénée Royal Leonardo da Vinci. Ook zij vestigt de aandacht op het contact tussen buurtbewoners, dat het wijkcontract moet bevorderen. “De plannen die nu voorliggen, zijn tot stand gekomen na veel dialoog, en daar zijn we blij om. Met de komst van de sportzaal, waarvan wij en vele andere verenigingen in de buurt gebruik zullen maken, worden we aangezet om samen te werken. Ook de open ruimte tussen de verschillende gebouwen moet daartoe bijdragen. Kuregem moet weer een levendige en open wijk worden.” Toch zijn er ook kritische geluiden te horen. Zo vindt José Garcia van de Huurdersbond, die in de wijk heel actief is, dat er in het wijkcontract veel te weinig aandacht gaat naar wonen. “De vraag naar een betaalbare woning is in deze wijk enorm. Toch zien we dat er maar tien woningen in de plannen staan. Daar zouden wel nog 75 woningen kunnen bijkomen, maar dat hangt van de Gomb en het Woningfonds af; dat is dus nog niet zeker. Ook stellen we ons vragen bij de betrokkenheid van de verenigingen in de wijk. Heel veel geld gaat naar publiek-private investeringen. Het enige echte  verenigingsinitiatief is de wijkmoestuin, van een vereniging die hier nu één jaar zit. Daar gaat dan zo’n grote som geld naartoe dat ik me afvraag of dat echt nodig is. De in de wijk verankerde verenigingen zijn in de plannen te weinig aanwezig.”

Bruno Schols

Binnenkort is het de Veertiendaagse van het Jonge Kind in Elsene, en de gemeente wil dit in de verf zetten door twee weken lang kindervoetjessjablonen op de trottoirs aan te brengen. Wat in Info Elsene in het Frans wordt aangekondigd als pas de bébés (‘kinderstapjes’, dus), is in het Nederlands ‘Baby’s niet toegelaten’ geworden. Een lompe fout, want op de cover van het blad kondigt de gemeente trots aan dat Elsene een gemeente is waar ‘kinderen toegelaten’ zijn. Raadslid Bianca Debaets (CD&V) hekelde het voorval op de gemeenteraad en haalde fors uit naar het gemeentebestuur. “Het is niet de eerste keer dat zoiets gebeurt, en het

wijst op grote slordigheid.” Burgemeester Willy Decourty (PS) zag zich dan ook genoodzaakt het vertaalbureau waarmee de gemeente zaken doet, te dumpen. Hij erkende het ongeluk, maar bleef stoïcijns bij Debaets’ emotionele uitval. De christendemocrate maakte zich in de marge van de gemeenteraad ook druk omdat de gemeente niet gehaast lijkt een nieuw vertaalbureau te zoeken, en vreest voor de kwaliteit van de volgende gemeentelijke communicatie. Schepen van Nederlandstalige Aangelegenheden Pascal Dufour (SP.A) zegt dat hij ervoor zal zorgen dat de kwaliteit behouden blijft. Hij verklaart dat hij achter de coulissen druk uitgeoefend heeft om het bureau te dumpen. Christophe Degreef

Brussel > Basisschool krijgt hulp van ouders en Cera

Ontdek met UiT wat in je zit.

Kleurdoos mag snoezelen BRUSSEL – De Kleurdoos, een basisschool van het gemeenschapsonderwijs, heeft vijfduizend euro gekregen om een snoezelruimte in te richten. Het geld werd goed besteed. De vennotencoöperatie Cera subsidieerde in elke provincie tien schoolprojecten, in een wedstrijd in samenwerking met het tijdschrift Klasse. “In de snoezelruimte kunnen de kinderen tot rust komen,” legt directeur Dany Van Bossuyt uit. “De achilleshiel van de school (Vaartstraat 24) is de kleine speelplaats, waar het er weleens hevig aan toegaat. De snoezelruimte wordt een welgekomen rustplaats.” Leerkrachten en ouders hebben zich ’s avonds en op zaterdagen heel hard ingezet

om de snoezelruimte klaar te krijgen. Mama Hazel Pleyzier: “Cera was blij dat ze onze uren niet hoefden te betalen. De mama’s hebben gestikt en de papa’s hebben getimmerd.” Eén wand is versierd met een stadsgezicht met torens en een mooie sterrenhemel. Op de grond liggen kussens, tegen de achterste muur staan zitbanken. Henk Van hellem, voorzitter van de schoolraad, heeft het project ingediend in het kader van de wedstrijd ‘Droom je school’. Van hellem: “De Kleurdoos is verankerd in de wijk; ook de ouders zetten zich heel erg in voor de school, die er pico bello bij moet liggen.”

De meest volledige UiTagenda’s voor Brussel en Vlaanderen. Doe nu de UiTtest op UiTinVlaanderen.be en maak kans op een citytrip.

ADVERTENTIE

Sport, cultuur,

Danny Vileyn

Maria-boodschap houdt van de fiets

curSuSSen of

Meer met de fiets naar school: daar wil de lagere school Maria-Boodschap in hartje Brussel toe komen. Samen met Stad, politie en Gewest werd nagedacht hoe de schoolomgeving veiliger kon. En vorige week werd de fietsenstalling officieel voorgesteld. Het actieplan heeft succes. Amper een op de tien komt met de auto. En een kwart komt met de fiets. Dat is, zeggen de initia­t iefnemers, een record in Brussel. SVG

TELEXREGIO

BDW REGIO

BDW 1247 PAGINA 10 - DONDERDAG 23 SEPTEMBER 2010

jeugdactiviteiten in uw buurt?

Burgemeester tekent petitie... tegen zichzelf ANDERLECHT – Hoogst merkwaardig: in een petitie waarmee buurtbewoners naar het gemeentehuis trekken voor een interpellatie, staat de naam van Gaëtan Van Goidsenhoven. Met de petitie willen de bewoners de aandacht trekken op de verloederde staat van de groene zone tussen Clara Clairbertdreef, Jean Hayetsquare en Maurice Carêmelaan. Burgemeester Van Goidsenhoven (MR) woont op een honderdtal meter van de groene zone; vroeger was hij heel actief in het wijkcomité De Vijvers. BS Hij mag de buurtbewoners nu zelf van repliek dienen.

Eerste dag van het brussels dialect JETTE – Op zaterdag 9 oktober organiseren de Jetse dialectvereniging De Speegelmanne en de Academie van het Brussels de eerste Dag van het Brussels Dia­lect. Na het Brussels dictee, ’s ochtends in GC Essegem, is er ’s middags in de bibliotheek een boekvoorstelling, gevolgd door een debat rond dialect en standaardtaal. Inschrijven HUB tot 28 september bij De Speegelmanne, De Smet de Naeyerlaan 275/7.

Meer info vindt u in de gratis brochures in de weer voor brussel

www.vgc.be/vrijetijd - vrijetijd@vgc.be tel. 02 208 02 12 Haal ze op in uw gemeenschapscentrum of bib


BDW 1247 PAGINA 13 - DONDERDAG 23 SEPTEMBER 2010

TELEXREGIO

Anderlecht > Moderne-Schoolstraat blijft bouwput

‘Vernederend voor wijk en bevolking’

Mindfulness in (jarig) GC Kontakt

© SAMAD GUESSOUS

SINT-PIETERS-WOLUWE – Het gemeenschapscentrum, dat dit jaar veertig kaarsjes uitblaast, organiseert van 23 september tot en met 18 november een workshop Mindfulness, technieken waarbij de cursisten leren om bewust en open aandacht te geven aan alles wat zich elk moment aan hen aandient. Trainer is Anne Weller, deelnemen kost 275 euro, inclusief werkboek en oefen-cd’s. Steeds van 19.30 tot 22 uur. Meer op 02-720.37.05 of anne_weller@panLB dora.be.

Laken > Heemkundige kring ontdekt stenografische verslagen (1844-1973) in KUB-kelder

Bijna in de papierversnipperaar Bij de grote schoonmaak van de Katholieke Universiteit Brussel, die eind vorig academiejaar de deuren sloot in Koekelberg, viste Laca, de geschied- en heemkundige kring van Laken, een archief uit de kelders, bestemd voor de papiercontainer. Het gaat om een megaverzameling van het Bulletin communal van Brussel vanaf het eerste drukjaar 1844 tot 1973. Goed voor vijftien strekkende meter archief!

bio-kolenmarkt BRUSSEL – Vanaf 23 september staat in de Bijstandsstraat, in de Sint-Jakobswijk, wekelijks een biomarkt. Iedere donderdag kan de koper er tussen 15 en 18 uur terecht voor artisanale producten en biovoeding. De Bijstandsstraat ligt tussen de Kolenmarkt en de DV Anspachlaan.

De universiteit had eerder dit jaar al instellingen en verenigingen aangeschreven om materiaal uit de universiteitsbibliotheek te komen ophalen. In die lijst waren de ‘kelderrestjes’ niet opgenomen, vandaar de vondst. Het gaat om alle stenografische verslagen van de openbare gemeenteraadszittingen van Brussel, de jaarrekeningen van de Stad en de Openbare Onderstand (nu het OCMW) en het jaarlijkse verslag. De Bulletins kwa-

Laken > ‘Nieuw commissariaat Bockstael voldoet niet’ Moderne-Schoolstraat, nu ook met “niet te harden stank en rattenplaag”.

Met “Move your ass!” porde raadslid Walter Vandenbossche (CD&V, oppositie) schepen Anne-Marie Vanpévenage (MR-FDF) aan om op te treden tegen de projectontwikkelaars die de werf in de Moderne-Schoolstraat al jaren laten verkommeren. In de werf is een gigantische waterput ontstaan, met geurhinder en een rattenplaag als gevolg. Het expliciete zinnetje in de interpellatie leidde in de gemeenteraad eerder tot een incident dan tot een concreet antwoord van de schepen. De vraag was haar overigens al eerder gesteld in de gemeenteraad, en in deze krant (in april van dit jaar). Het antwoord was toen: “We hebben op 23 maart de bouwvergunning afgeleverd. Volgens de procedure vat het werk 21 dagen na de aflevering aan. Dit is een privéproject; de ontwikkelaar heeft er dus alle belang bij het werk zo snel mogelijk te beëindigen. Voor mij is dit dossier dan ook rond.” Vandaag zegt schepen Vanpévenage dat de ontwikkelaar zijn woord had gegeven, maar dat dit niet wettelijk afdwingbaar is. Een zomer later ligt de werf nog steeds onaangeroerd te verkommeren. “De hele zomer lang heb ik de administratie proberen te bereiken om op te treden tegen de overlast die de werf veroorzaakt,

die verworden is tot een riool,” zegt Vandenbossche. “De geuroverlast is niet te harden en ook de ratten hebben de weg gevonden.” “Ik vind het jammer,” zegt hij, “dat de schepen nu een zaak maakt van dat ene zinnetje in de interpellatie en geen pasklaar antwoord formuleert voor een probleem dat al veel te lang aansleept. Ik zal de vraag in elk geval opnieuw stellen in de volgende gemeenteraad, zonder dat ene zinnetje als het moet.” Volgens Vandenbossche moet de gemeente alle mogelijke wettelijke middelen aanwenden om de projectontwikkelaar in actie te laten schieten. “Elke nalatigheid moet beboet worden. Want zoals de situatie nu is, is het een vernedering voor de bevolking en de wijk.” Vanpévenage zegt nu weinig te kunnen doen aan de situatie. “Ik heb de bouwvergunning afgeleverd; nu is het aan de projectontwikkelaar om de termijnen te respecteren. Als er problemen met de hygiëne of iets anders zijn, dan is het de politie die een proces-verbaal moet opstellen; dat is mijn bevoegdheid niet. Pas na een vaststelling kunnen wij ingrijpen.” Concreet moet het werk binnen de twee jaar na de afgifte van de bouwvergunning afgerond zijn. Dat zou dan in maart 2012 zijn. Bruno Schols

Politievakbond mort De politievakbonden zijn niet te spreken over het nieuwe commissariaat aan de Bockstaellaan. Vorige week namen de wachtdienst en de achtste divisie van district 2 van de politie Brussel-Elsene hun intrek in het compleet vernieuwde en prachtig gerenoveerde oude gemeentehuis van Laken aan het Bockstaelplein. Tijdens de verbouwing zaten ze in containers op de Houba-De Strooperlaan. Ze zullen de vleugel van het enorme gebouw delen met de dienst Bevolking van de Stad Brussel. De politievakbonden zijn niet tevreden over het nieuwe commissariaat. Begin deze week voerden de liberale, de socialistische en de christelijke vakbond zelfs actie voor het gebouw. Volgens Marc De Vijlder van de liberale vakbond VSOA zijn de problemen divers. Er is om te beginnen te weinig ruimte. “Zestig agenten,

die weliswaar veel op pad zijn, hebben een kantoor van 36 vierkante meter, terwijl er voor de chefs wel grote bureaus zijn.” Voorts zouden de brandveiligheid en de veiligheid niet in orde zijn. Wat er precies mis is, kan De Vijlder niet vertellen, maar de vakbonden zijn gepikeerd omdat ze het bouwtechnisch en het brandveiligheidsdossier nog altijd niet hebben mogen inzien. Het gebouw zou voorts ongezond zijn, er is schimmel, zo blijkt. Zijn er ook al concrete klachten van de agenten? “Nee, maar daar kunnen we niet op wachten. Schimmel kan kanker veroorzaken. Dan is het te laat.” Ander groot probleem is de aanwezigheid van de dienst Bevolking, die dezelfde ingang heeft. “Het kan niet dat je een identiteitskaart komt aanvragen en dat in het aanpalende lokaal een zware jongen verhoord wordt.” Bettina Hubo

“In Laken (ingelijfd in 1921) is er in de vorige eeuw relatief meer veranderd dan in het historisch centrum”

men jarenlang na elke gemeenteraadszitting uit (gemiddeld een tot twee keer per week). Laca-voorzitter Wim Van der Elst ontdekte het ‘wegwerppapier’ in de kelder en stelde vast dat het archief al driftig rondgereisd had. “Aan de stempels op documenten te zien moet een en ander ook een tijd bewaard zijn geweest bij het OCMW van Brussel,” besluit de amateurvorser. “Het archief stond niet vermeld in de eigendomsinventaris van de universiteit. Hoe het er geraakt is, kon nog niet achterhaald worden. Zeker is dat het, samen met ander papierafval uit de kelder, voor het containerpark bestemd was. Maar wij kunnen het goed gebruiken.”

ADVERTENTIE

De cv-kelder van de Lakense heemkundige Wim Van der Elst werd heringericht om de vijftien strekkende meter stadsarchief te herbergen.

In hoofdzaak is het archief in het Frans gesteld. Het is wachten tot de jaren 1930 vooraleer de eerste Nederlandstalige vragen en interpellaties opduiken. De stenografische verslagen werden vanaf 1844 gedrukt en ingebonden uitgegeven (na correctie van de drukproeven, die nagelezen werden door wie een tussenkomst had geuit in de gemeenteraad). Ongeveer in het midden van vorige eeuw werden ze vervangen door stencils.

Van der Elst: “Het archief is voor Laken in die zin belangrijk, dat onze gemeente sinds 1921 ingelijfd is bij Brussel. Een aantal Lakense gemeenteraadsleden, zoals architect Fernand Brunfaut (1886-1972) en Georges Thielemans (1886-1968), grootvader van huidig burgemeester Freddy Thielemans, pleitten voor hun gemeentebelangen in het grotere Brussel. Ook de ontwikkeling en verstedelijking van de wijken Heizel, Mutsaard en Heembeek komen aan bod in de

Cover_broch_Ensor2.indd 1

foto’s van Gilbert Fastenaekens. Nog tot en met 24 december in het Archief van de Stad Brussel, Huidevettersstraat 65.

27-08-2010 10:42:16

Vossenplein, 1903.

Vossenplein, 23 maart 2004, 12.30 uur.

© MARC GYSENS

verslaggeving: in Laken is er in de vorige eeuw relatief meer veranderd dan in het historische stadscentrum. Ook de inrichting van de wereldtentoonstellingen op de Heizelvlakte vormt stof voor rekeningen en commentaren in deze Bulletins.” Voer genoeg voor nieuw heemkundig onderzoekswerk vanuit de voor dit doel heringerichte verwarmingskelder van Van der Elst. Jean-Marie Binst

Correspondentie - Brussel van de ene eeuw naar de andere, honderd gedateerde Brusselse prentbriefkaarten en corresponderende

© GILBERT FASTENAEKENS

FASTENAEKENS

Bestelling en info: Erfgoedcel Brussel, 02 208 02 32 en bestelling@erfgoedcelbrussel.be Ook te verkrijgen bij UitinBrussel, Visit Flanders en ING Cultuurcentrum. James’ strapatsen is een initiatief van de Erfgoedcel Brussel/VGC en vzw Korei ism vzw Het Beschrijf met de steun van de Vlaamse Overheid.

BDW REGIO

BDW REGIO

BDW 1247 PAGINA 12 - DONDERDAG 23 SEPTEMBER 2010


BDW 1247 PAGINA 14 - DONDERDAG 23 SEPTEMBER 2010

BDW 1247 PAGINA 15 - DONDERDAG 23 SEPTEMBER 2010

Nieuw wereldburgerschap volgens Leo Van Broeck: “Een skateboarder in Vlaanderen heeft meer affiniteit met een skateboarder in Buenos Aires (foto) dan met Yves Leterme.”

© JUAN IGNACIO IGLESIAS

Samenleving > Leo Van Broeck over culturele identiteit

De link tussen een skater in Buenos Aires en Yves Leterme BRUSSEL – “Echte Walen, echte Vlamingen bestaan niet meer,” constateert Leo Van Broeck, architect in Brussel en docent in Leuven (KUL). Mensen op aarde profileren zich steeds minder op basis van nationaliteit, taal of culturele identiteit. “De wereld wordt een lasagne, met steeds meer laagjes en kleurtjes.”

BDWOPINIE De lopende formatie is in essentie een poging om het politieke beleid en de besteding van overheidsgeld te baseren op culturele identiteit (Waal of Vlaming). Dat dit almaar moeilijker verloopt, en dat Brussel daarbij de luis in de pels is, komt omdat zuivere culturele identiteiten in onze samenleving illusies zijn geworden die misschien nog in belang toenemen in de perceptie, maar steeds minder in de dagelijkse praktijk. Echte Walen en Vlamingen bestaan niet meer. En het ‘Europa van de regio’s’ is eigenlijk ook al een achterhaald concept. Men kan zich net zo goed afvragen hoeveel culturele authenticiteit er nog overblijft bij vierdegeneratiemigranten uit de Maghreb. De tsunami van globalise-

ring die ons overspoelt, zorgt ervoor dat we allemaal ‘mensen op aarde’ aan het worden zijn, zeker niet identiteitsloos, maar wel meer en meer individueel geprofileerd in plaats van cultureel. We eten wereldkeuken en lezen wereldliteratuur; we doen aan yoga, shiatsu, boeddhistische meditatie of feng shui; we zien in alle landen in de tv-winkel dezelfde stoomreiniger en roterende zwabber, we zien overal ter wereld identiek dezelfde idiote belspelletjes, en in Tokyo schieten tussen de sushirestaurants de kebabzaken als paddenstoelen uit de grond. Jongetjes van vijf jaar in Japan, Zuid-Afrika, Canada of Argentinië kennen – naast hun lokale helden – zowel Pokémon, Harry Potter als Batman. Pubers overal ter wereld spelen krak dezelfde videogames. Dit is echt niet meer dezelfde planeet als een paar generaties geleden.

En toch wordt de wereld geen uniforme grijze brij. De keuzemogelijkheden worden zo talrijk dat iedereen zich individueel en uniek kan profileren, maar dat gebeurt steeds minder op basis van nationaliteit, taal of culturele identiteit. Als buren heb ik een koppel, zij is Nederlandstalig, maar afkomstig van een Franstalige familie, hij is Franstalig, maar hij komt uit een Nederlandstalige familie. De Vlaamse zanger Daan zingt in het Engels, is getrouwd met een Franstalige en woont in Brussel. Vroeger had vooral onze hoofdstad een monopolie op ‘dit soort’ mensen; nu neemt hun aantal overal met rasse schreden toe, en deze mensen hebben geen boodschap meer aan nationalisme gebaseerd op culturele identiteit. Als een nationalistische hervorming van het Belgisch bestel ooit slaagt, dan zou het me niet verbazen dat een groot aantal mensen uit Vlaanderen en Wallonië naar de hoofdstad verhuist. Ik heb veel vrienden die het absoluut niet zouden verdragen om wakker te worden in een onafhankelijk eentalig Vlaanderen of Wallonië. Op culturele identiteit geschoeid nationalisme getuigt van

Leo Van Broeck.

“Dit land moet één grote viertalige plek worden waar elke burger overal in eigen taal opgeleid en bediend kan worden” een domme rechtse dorpsmentaliteit omdat het flirt met wat de nazi’s destijds deden: dwepen met culturele zuiverheid, en elke vorm van ‘vreemde’ inbreng vermijden. België is amper een speldenkop groot, een klein meertalig multicultureel kruispunt. In die zin is het

spijtig dat we in dit land nog steeds moeten kiezen tussen Nederlandsen Franstalig onderwijs. In Brussel zijn er wel een paar zeldzame internationale scholen, maar in feite is heel ons land rijp om – in afwachting van de Verenigde Staten van Europa – één grote viertalige plek te worden waar elke burger overal in zijn eigen taal opgeleid en bediend kan worden. Dat in België – met nota bene Brussel als hoofdstad van een heel continent – buitenlanders nog altijd geen recht hebben op Engelstalige opschriften in stations en luchthavens, is een vorm van schandelijke ongastvrijheid. De populaire revival van culturele of regionale identiteit is niet meer dan een koppige kramp, een dialectische tegenreactie, een koesteren van wat men kwijt is of nog net kon vasthouden, waardoor men vergeet te kijken naar wat men er allemaal heeft bijgekregen. De vraag is op welke leest we het beleid moeten schoeien: op de wereld die er was of op de wereld die komen gaat? Talen en culturen verdwijnen met rasse schreden. Binnen een paar eeuwen spreekt niemand nog Nederlands. En later zal ook het Frans verdwijnen. In sciencefictionverhalen vinden we het doodnormaal dat een hoogontwikkelde planeet slechts één taal en één cultuur heeft (die dan wel zeer complex, meerlagig en ‘rijk’ is). En dat is nu net wat onze aarde aan het overkomen is: een begin van een proces van samensmelting. Aan de KU Leuven geef ik steeds meer lessen in het Engels (door het grote aantal internationale studenten). En dat is geen verlies. Mijn grootmoeder had bij de kruidenier toegang tot een paar honderd ingrediënten; nu hebben we overal op de planeet toegang tot tienduizenden ingrediënten. De wereld verandert van een verticale compartimentering (dorp, cultuur, religie, land...) naar een horizontale meerlagigheid, een culturele lasagne die steeds dikker en veelkleuriger wordt. Een skateboarder in Vlaanderen heeft meer affiniteit met een skateboarder in Buenos Aires dan met Yves Leterme. Maar... dat nieuwe wereldburgerschap veronderstelt één cruciaal punt: goed basisonderwijs én een zo hoog mogelijke opleiding voor zoveel mogelijk mensen. Voor onze planeet is het namelijk hoogdringend ons te focussen op ecologie, armoedebestrijding en onderwijs, en niet op het redden van eigen kleine identiteitjes. Met onze tien miljoen Belgen zijn we niet talrijker dan een stad als Parijs. Kun je je voorstellen hoeveel tijd en geld het zou besparen als het Brussels Gewest één stad zou zijn met één burgemeester; als we in België één viertalige wetgeving zouden hebben, één verkeersreglement en één bestuursmodel waarin iedereen aan zijn trekken komt, zonder tijdverlies en zonder gepalaver over dingen die er al lang niet meer toe doen? Leo Van Broeck Prof. ir. architect Leo Van Broeck leidt samen met Oana Bogdan het Brusselse bureau Bogdan & Van Broeck Architects en doceert aan de KUL. Hij woont in Brussel

BRIEVEN VAN LEZERS   lezersbrieven@bdw.be

Iris 2 Hoera, ze hebben een plan om Brussel een beetje leefbaarder te maken: Iris 2 is goedgekeurd – om in 2018 uitgevoerd te worden! (...) Met de hoeveelheid stikstof die wij dagelijks moeten slikken, hoop ik dat we het nog zullen kunnen meemaken in 2018. Het is vandaag (of liever gisteren) dat de nodige maatregelen zouden moeten kunnen worden getroffen, om onze bijzonder zware koolstofafdruk drastisch te beperken, maar blijkbaar zit er een kink in de kabel. Wat zou het zijn? Een gebrek aan gezond verstand, aan middelen of aan moed? Zonder het over onze gezondheidsproblemen te hebben lijkt het mij nochtans voor iedereen evident dat het, een beetje overal, abnormaal te nat en te warm wordt, vergeleken met vroeger. Voor zover ik het heb kunnen begrijpen, zou het ‘revolutionaire’ plan in 2018 pas (onder andere) inhouden dat er een kilometerheffing zou worden doorgevoerd. Gezien de beperkte oppervlakte van onze hoofdstad vrees ik dat dit de wagens van de pendelaars niet zal tegenhouden om de Brusselse straten te blijven komen verzadigen – tenzij die kilometerheffing hoog genoeg zou liggen... Hoe lang kan dit spelletje nog duren? We kunnen/mogen niet langer op basis van vage beloftes blijven hopen dat er eindelijk schot in de zaak komt. De nodige en ingrijpende maatregelen moeten nu, zo snel mogelijk, genomen worden en niet eventueel, misschien, indien mogelijk vanaf 2018. Luc De Blander, Evere

Vrije radio Ik heb vier jaar als vrijwilliger voor de vrije radio Spes gewerkt, en langs deze weg wil ik mijn persoonlijke ervaring kwijt. Ik was zeker van plan om met mijn uitzendingen verder te gaan en had dat ook bevestigd bij de radio. Het tegenwerken begon toen ik meermaals gevraagd had één uur per maand een klassiek programma te mogen maken. Ik had een proefuitzending uitgeschreven zoals gevraagd, die twee à drie weken nadien door de voltallige raad van bestuur werd goedgekeurd. Achteraf sprak niemand er nog over; ik mocht/kon deze uitzending maken en presenteren. Na drie maanden ging ik zelf vragen of het nog doorging (met de goedkeuring van bestuur en directieraad). Koudweg werd me gezegd dat er al genoeg klassieke programma’s waren. Waarom drie maanden wachten en dan zoiets als antwoord krijgen? En daar werd dan nog aan toegevoegd... dat ik te moeilijk was. Behandel je een vrijwilliger zo? (...). Geloof me, ik ben zeer onrechtvaardig behandeld. Emmy De Ridder, Jette

Wat Vlaams-Brussel wil Bij de onderhandelingen over de ‘grote’ staatshervorming gaat het vaak over de rechten van de Franstalige minderheid in de Vlaams-Brabantse Rand, maar hoegenaamd niet over de rechten van de Nederlandstalige minderheid in Brussel, hoewel het toch ook onze hoofdstad is. In de eerste plaats willen wij een volwaardige dienstverlening in onze eigen taal. De taalwet van 1963 was, voor Brussel, gebaseerd op de evenwaardige aanwezigheid van beide gemeenschappen. Daartoe zouden de gemeenten en de diensten ervan, maar ook het personeel, tweetalig zijn. Deze wet wordt al 47 jaar verkracht door de aanwerving van duizenden eentalig Franstaligen. We eisen dat de wet nu integraal wordt toegepast en aanvaarden geen uitholling ervan, zodat ook wij, Neder-

landstalige Brusselaars, in eigen taal worden bediend. Wij willen de taalkundige splitsing van alle persoonsgebonden materies en hun overdracht naar de gemeenschappen. Niet-splitsbare instellingen gaan dan naar de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. We doen ook een oproep tot beide gemeenschappen om de kwaliteit van het onderwijs op te krikken. Dit geldt dan vooral voor de Franstalige Gemeenschap. De ondermaatse kwaliteit van het Franstalig onderwijs treft vooral de jongeren van allochtone afkomst. Men doet ook weer aan een betwistbare talentelling om te besluiten dat Brussel voor negentig procent Franstalig is. Maar studies wijzen uit dat als maar tien procent van de gezinnen het Nederlands als huistaal zou hebben, het Frans dat dan ook maar voor 34 procent van de andere gezinnen zou zijn. Dit is een verhouding 22N/78F. Wij vragen beter bestuur. Daartoe is een interne gewesthervorming nodig met een hertekening van de bevoegdheden tussen het gewestelijke en het gemeentelijke niveau. Onder meer de taken die nu worden uitgevoerd door de intercommunales, zouden beter naar het Gewest gaan, ook om een betere democratische controle te waarborgen. Sommigen stellen een fusie van de negentien gemeenten voor. De PS-voorzitter van de Vereniging van Brusselse Stad en Gemeenten wijst dit af omdat de gemeenten dichter bij de burger staan. Maar staat een gemeente van honderdduizend inwoners zo dicht bij de burger? Misschien zou het dan beter zijn de grote gemeenten te splitsen om de burger een ‘dorpsgevoel’ te geven? En dan het geld! Beter bestuur zou voorzeker al de kostprijs van het bestuur verminderen. Het Gewest heeft een begrotingstekort van 1/2 miljard. Daarom vraagt het een bijkomende federale subsidie. Het is niet goed af te hangen van de goede wil van anderen. Om te beginnen geeft het Gewest nu 250 miljoen uit aan gemeenschapsaangelegenheden, waarvoor het niet bevoegd is. Schrappen, dus! Het tekort van de MIVB kan worden gedelgd door het Parijse voorbeeld te volgen: een heffing op de uitbetaalde lonen, dan betalen ‘die verdomde pendelaars’ mee. Die pendelaars veroorzaken inderdaad bijkomende kosten, brandweer, enzovoorts. Maar ze leveren ook bijkomende inkomsten op. Door de overdracht van de persoonsgebonden materies naar de gemeenschappen en de daarmee verbonden uitgaven – niet gering in de welzijnssector, zoals de OCMW’s – zouden de lasten van de gemeenten aanzienlijk verminderen. Bovendien zou hierdoor de ‘interpersoonlijke solidariteit’, die nu door de rijke gemeenten wordt tegengehouden, verwezenlijkt kunnen worden. Daarom stellen we voor alle plaatsgebonden materies naar de gewesten over te hevelen bij toepassing van artikel 35 van de Grondwet. Natuurlijk moet dan ook de fiscale bevoegdheid daarmee gepaard gaan, de heffing van de socialezekerheidsbijdragen op het loon en de vennootschapsbelasting om te beginnen. Dat zou eerder in het voordeel van Brussel uitvallen. Maar opgepast voor de annexeringsdrang van Wallonië, dat aast op de ‘rijkdom’ van Brussel! Brussel moet zich meer toeleggen op zijn mogelijkheden als meervoudige hoofdstad. Als hoofdstad van België vereist dit meer aandacht voor zijn Nederlandstalige minderheid. Als hoofdstad van de EU moet het Europese activiteiten aantrekken. Waarom bijvoorbeeld geen museum van de Europese volkeren en culturen? Brussel moet ook de concurrentie aangaan met Parijs en Londen wat betreft de quartaire arbeidsplaatsen. Het zou aangewezen zijn eens na te denken over de plaats van het Engels in Brussel en de volwaardige integratie van expats, die het Engels als voertaal gebruiken. Paul Stoppie, voorzitter Bond van Vlaamse Verenigingen van Anderlecht, Anderlecht

SPELREGELS VOOR LEZERSBRIEVEN: Mail uw bijdrage naar lezersbrieven@bdw.be. Schrijven kan naar BDW-Brieven van Lezers, Flageyplein 18, 1050 Elsene; faxen naar 02-226.45.69. Vergeet niet uw adres te vermelden, ook in e-mails: zonder het adres van de afzender beschouwen we een brief als anoniem, en wordt hij niet gepubliceerd. De maximumlengte van een bijdrage is 2.500 tekens, inclusief spaties. Wilt u graag een langere, meer uitgewerkte opiniebijdrage schrijven (max. 5.000 tekens)? Neem dan eerst contact met ons op voor overleg via lezersbrieven@bdw.be. De redactie mag lezersbrieven redigeren of weigeren. Moties, manifesten of omzendbrieven worden niet (in deze rubriek) opgenomen.

BDWOPINIE Een dom idee door Danny Vileyn LDD-voorzitter Lode Vereeck en het succes van autoloze zondag en Open Monumentendag hebben meer met elkaar te maken dan u misschien denkt, al is de combinatie zeer ongelukkig. Terwijl de hoofdstad met de autoloze zondag (het grootste autovrije gebied van Europa) en het openstellen van een rist prachtige gebouwen in haar bovenste beste doen was, vond Vereeck er niets beters op dan de hoofdstad te dumpen: “Vlaanderen moet bereid zijn Brussel te laten vallen in ruil voor een autonoom Vlaanderen.” Wie had ooit durven denken dat een Vlaamse partij – weze het een verschrompelde partij als LDD – lompweg de Brusselse Vlamingen zou laten vallen? Na het marginaliseren van de Brusselse Vlamingen in de nota van PS-voorzitter Elio Di Rupo had ik gehoopt dat elke Vlaamse partij luidkeels zou protesteren. Niet dus. Alleen CD&V-minister Brigitte Grouwels heeft dat breedvoerig gedaan. En nu geeft LDD Di Rupo gelijk. Dumpen dus, die Brusselse Vlamingen – volgens LDD is dat toch een aparte mensensoort. Gelukkig zijn er ook andere Vlamingen. Er toerden zondagnamiddag duizenden fietsers door de stad, onder wie heel wat Vlamingen. Ook in de Sint-Gorikshallen, waar het infopunt voor de Open Monumentendag was, en in trekpleisters zoals het Justitiepaleis viel er veel Nederlands te horen. De Vlaamse aandacht voor de hoofdstad moge niet alleen een les zijn voor LDD, maar ook voor de Brusselse politici. Vlamingen zijn niet alleen geïnteresseerd in slecht nieuws over Brussel, zoals al te vaak beweerd. Brussel moet gewoon zorgen dat er voldoende publiekstrekkers zijn. De stad heeft overigens te veel te bieden om alleen maar te klagen, architecturaal, culinair en cultureel. Echte kosmopolitische wijken bijvoorbeeld, waar je tijdens een snelle hap in een pizzeria in een buurt waar nooit toeristen komen, Nederlands, Frans, Italiaans en Japans hoort spreken. Het probleem van de hoofdstad is dat de probleemwijken centraal gelegen zijn. En zoals overal ter wereld is het centrum bepalend. Daarom moet Brussel veel meer investeren in zijn hoofdstedelijke en internationale functie. Daarvoor is er het federaalBrusselse samenwerkingsakkoord Beliris, en daarvoor moet ook het bijkomende geld dienen dat Brussel waarschijnlijk binnenkort krijgt. Dat is hoognodig om de Vlamingen (en de Walen) echt voor Brussel te winnen. En dat is dan weer nodig voor Vlaanderen, Wallonië én voor Brussel. Gewoon verticaal klasseren, dat voorstel van Vereeck.

EVA HILHORST


Henri-Floris Jespers, Geert van Bruaene, uitg. Connexion, 38 blz. (N), 36 blz. (F), 8 euro, bij Passa Porta, Quartier Latin, De Slegte en op www.goudblommekeinpapier.be

ADVERTENTIE

Handicap & informatie Deze dienst wil u de nodige informatie bezorgen om u wegwijs te maken in uw zoektocht naar mogelijkheden, voorzieningen voor personen met een handicap

 02/463.58.58 alle werkdagen van 9 tot 12u30 uitgezonderd donderdag van 14 tot 17u.

Bezoeken enkel op afspraak Informatie@handicap-ambulant.be

© MARC GYSENS

GEERT VAN BRUAENE. © GEORGES THIRY / YELLOW NOW

VADROUILLE

EEN Bruaens allegaartje

TEGEN DOM- EN ONWETENDHEID

ZAZIE VERDWAALT

Karel Van der Auwera zoekt podiumbeest Sam Touzani op in Schaarbeek. Een gesprek op het scherp van de snee. “Lang heb ik gevochten voor het recht op verschil, maar tegenwoordig vind ik wettelijkheid belangrijker dan diversiteit.”

Zazie neemt de draad weer op en bezoekt opnieuw elke maand een klein & fijn museum. En dit keer komt die draad wel heel erg goed van pas, want... Zazie duikt een doolhof in! Misschien vindt ze zo de weg terug?

LEES MEER OP PAGINA 22-23

LEES MEER OP PAGINA 26-27

© MARC GYSENS

© MARC GYSENS

DE CULTUUR- EN VRIJETIJDSBIJLAGE VAN BRUSSEL DEZE WEEK © MIJN HUIS, MIJN ARCHITECT

BRUSSEL – Het is een hardnekkig misverstand dat Magritte of de Cobra-kunstenaars voor het eerst exposeerden in het naoorlogse café Goudblommeke in Papier. Oprichter Geert van Bruaene (1891-1964) had de avant-garde al in eerdere boutiques d’art ontvangen. Het nieuwe boekje van Henri-Floris Jespers leest als een ‘wat voorafging’ aan het nog altijd levensvatbare Goudblommeke in de Cellebroerstraat. In de jaren 1930 was Van Bruaene de bezieler van de Amis de l’Art Populaire à l’Imaige Nostre-Dame, een café dat toen alle schilders en schrijvers die meetelden, aanzoog. Het ‘bruaense allegaartje’ van ingelijste aforismen en andere curiosa was er al. Maar Jespers gaat nog verder terug, naar de galerie La Vierge Poupine, waar Van Bruaene het directeurschap deelde met Paul van Os­taijen, die er bovenal werk uit eigen voorraad verhandelde. Aan de hand van anekdotes, brieven en administratie puzzelt Jespers de samenwerking tussen de improviserende Van Bruaene en de meticuleuze Van Ostaijen bij elkaar. Via nog eerdere kunsthandels als Cabinet Maldorer met ‘surrealiserende’ exposanten en het eerste Brusselse avontuur van de Kortrijkzaan als acteur loopt Jespers ten slotte verloren in de nevelen van Van Bruaenes jeugdjaren. Alles moet nog gezegd, besluit Jespers, over de man van wie zelfs sommige biografische gegevens boven elke verdenking slechts ‘voorlopig definitief en definitief voorlopig’ kunnen zijn. Elke monografie over deze ‘grimmige farceur’, ‘philosophe-tracteur’ e tutti quanti lijkt wel een poging. Zoals in het volksliedje dat Van Bruae­ne in het Goudblommeke aanhief op het huwelijk van Hugo Claus en Elly Overzier: ‘En ge gaat een beetje langs hier en ge gaat een beetje langs daar, en ge gaat wat links en ge gaat wat rechts en ge blijft wat staan’. AD

BDW 1247 PAGINA 17 - DONDERDAG 23 SEPTEMBER 2010

BDW 1247 PAGINA 16 - DONDERDAG 23 SEPTEMBER 2010

Gerecupereerd glas-in-lood en een kluisdeur herinneren eraan dat dit een bankgebouw was.

Het duo Blanquaert-De Keyser pakte tachtig vierkante meter in de Oude Veeartsenijschool aan.

Architectuur > Openhuizenweekend Mijn huis, mijn architect

ruimte dicht wou, hebben we boven deze glaskoepel kunstlicht geplaatst, wat de nieuwe leefruimte cachet geeft. Er kwam plaats voor een tussenverdieping voor keuken en slaapkamer. En waar de kluizenzaal zat, is nu extra logeergelegenheid, met slaapkamer, badkamer en wijnkelder. De zware banksluisdeur werd mechanisch ontzenuwd en oogt als een uniek stuk erfgoed in huis.” Wat dit project voor kijkers echt interessant maakt, doet nadenken. Ravestijn: “We willen de bezoeker doen inzien dat er van een bouwvallig krot toch nog iets te maken valt. En hier zelfs met een zonnige stadstuin als extra, omdat alle koterijen gesloopt werden. Voor 129.000 euro verbouwingskosten hebben de eigenaars nu een ‘eilandje’ in de stad.”

Alles, echt alles, valt te verbouwen BRUSSEL – Een vervallen bankgebouw, een klein woonvolume in de Oude Veeartsenijschool en typische rijtjeshuizen in de stad. Weet u, een creatief architect kan elk afgeleefd huis omtoveren tot uw nieuwe droomwoning. Vijf uiteenlopende voorbeelden in het gewest zetten, na afspraak, voor u de deur open. En laten de architect uitleg geven over hoe alles tot stand kwam.

H

et vrije beroep van architect heeft het nadeel dat er geen publiciteit mag worden gemaakt op naam van de architect. Daar heeft de Vlaamse Raad van de Orde van Architecten iets op gevonden. Tijdens zijn jaarlijkse openhuizenweekend Mijn huis, mijn architect (MHMA) kan nieuwbouw en vernieuwbouw, samen met de architect,

bezocht worden. Zo worden de kwaliteiten van de architect in de verf gezet, en krijgt u ideeën en vertrouwen om als bouwheer aan de slag te gaan. Al sinds de eerste editie van MHMA is Brussel stiefmoederlijk behandeld. Dit jaar zetten goed honderdzestig projecten de deuren open in Vlaanderen en Brussel, maar uiteindelijk

gaat het dit jaar weer om maar vijf verbouwde projecten in heel het Brusselse gewest: één in Brussel-centrum, één in Anderlecht, één in Sint-Lambrechts-Woluwe en twee in Schaarbeek. Het pand aan de Bogaardenstraat 3 (tussen Beurs en Anneessens) was, in de glorietijden van de wijk, een bankgebouw. Drie jaar terug werden de gelijkvloerse verdieping en de kelder vertimmerd tot loft. “Al wat weg kon om de oorspronkelijke structuur terug te vinden, is weggehaald, en de binnenmuren zijn gestript,” legt Leo Ravestijn van Architecten Atelier Ravestijn & Partners uit. “Het glas-in-lood van de veranda werd gerecupereerd en in eer hersteld. Omdat de brandweer de hoge open

Kleine luxe Ook interessant is de totale inrichting van een compacte woning met een basis vloeroppervlakte van ‘amper’ zes bij zes meter: dit werd opgewaardeerd tot een tachtig vierkante meter grote duplex. De woning maakt deel uit van de ontmantelde site van de Oude Veeartsenijschool achter het Zuidstation. Een oase (of nieuw luxegetto?) van 3,5 hectaren gebouwen en groene zones. De beschermde site werd omgeturnd tot 140 appartementen (www.capitolinvest.be), buiten het centrale gebouw dat nog moet worden aangepakt. Het architectenduo Bart Blanquaert (uit Halle naar Anderlecht ingeweken) en Evelyne De Keyser

(van Oud-Heverlee naar Schaarbeek) houdt er sinds een maand kantoor. Blanquaert: “We hebben de opengewerkte ruimte – destijds onderdeel van de leslokalen en laboratoria – ingericht als woning-op-maat. Met haard, open keuken en een mezzanine die opdeelbaar is in twee slaapkamers.” Voorlopig huist hun nieuwe Brusselse architectenbureau in de leefruimte. De natte ruimte is als een doos in het geheel geplaatst, met inloopdouche en stationstegeltjes die doorlopen op de kasten. Het kleine volume is duidelijk maximaal benut, met smaak voor ambachtelijk maatwerk: Carrara-marmer in staankeuken en badkamer en overal uitsparingen voor (ecologisch interessante) tl-verlichting. “Deze lichtaccenten zijn goedkoper dan armaturen en verpersoonlijken de hele ruimte. Het energieaspect en het maximale benutten van ruimte is resoluut belangrijk in ons project,” stippen de architecten nog aan. “Ons project is een voorbeeld van perfecte organisatie van wat allemaal nodig is, in een kleine woning zonder uitbreidingsmogelijkheden. De totale inrichting kostte 80.000 euro.”

Lening afbetalen Van dit voorbeeld gaat het naar de hogere prijsklasse in renovatie, in de Marie-Josélaan 84 in Sint-Lambrechts-Woluwe, in het gewestplan ingekleurd als ‘woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing’. Op nieuwe ramen en

Aan de Deschanellaan fristen B-bis Architecten een Engelse cottage op.

een toegang naar de kelderverdieping (nu een multifunctionele ruimte met badkamer) na, lijkt alleen de gevel van het rijhuis gerestaureerd. De grondige restauratie van de hal en voorkamer met oud stucwerk en parketvloer en de ontmanteling van het tweede deel van het gebouw, dat in hedendaagse stijl werd uitgebreid, hebben twee jaar geduurd. “En

“We willen de bezoekers doen inzien dat van elk bouwvallig krot wat te maken valt” negen maanden wachten op de goedkeuring van het Gewest,” zegt de eigenares met een zucht. Sinds één jaar is de tweegezinswoning bewoond; er zit een apart duplexappartement met drie slaapkamers in de bovenste verdiepingen. “Dit helpt om de lening af te betalen. De achtergevel is weg, wat uitbreiding op de oude achterbouw mogelijk maakte en voor veel lichtinval zorgt.” Een perfect huwelijk tussen oud en nieuw, waarvan het prijskaartje flink opliep door de luxeafwerking: veel sanitair, overal ventilatiesystemen, een aparte trap naar boven,... Architect Eric Robberechts van Apro: “We

hebben de sfeer van het huis respectvol behouden en in de achterliggende nieuwbouw resoluut gekozen voor hedendaags comfort.”

Gietijzer Aan het huis in Engelse cottage-stijl (uit 1927) van interieurarchitect J. van Tuyn (Deschanellaan 30, Schaarbeek) is minder ingrijpend gewerkt. Badkamer en keuken zijn vernieuwd, deuren werden verbreed of afgedankt, er kwam een bibliotheekcel tussen twee zithoeken, en de eetkamer werd uitgebreid met een puntdakveranda op de binnenplaats. Dat volstond voor B-bis Architecten om nieuw leven te blazen in de charmante, maar donkere woning. In het naburige appartement van architect Bert Dewinter (Bureau tr3z), op de eerste etage van de Algemeen Stemrechtlaan 47, is het dan weer interessant om te zien hoe geconserveerde elementen als gietijzeren radiatoren gecombineerd worden met moderne binnenhuisinrichting. Kijken maar! Jean-Marie Binst Alle MHMA-projecten van zaterdag 25 en zondag 26 september staan op www.mijnhuismijnarchitect.com. Daar kunt u zich ook registreren voor een gratis bezoek met de architect. Het naslagwerk MHMA 2010 kost 7,50 euro en is te koop bij Standaard Boekhandel en in krantenwinkels


BDW 1247 PAGINA 18 - DONDERDAG 23 SEPTEMBER 2010

BDW 1247 PAGINA 19 - DONDERDAG 23 SEPTEMBER 2010

Ambacht > Gilles Clavareau (27) is horlogemaker

UKKEL – De tijdgod Chronos wordt in de Griekse mythologie voorgesteld als een oude man met een lange baard. Zo’n vaart loopt het niet voor Gilles Clavareau. Met zijn 27 jaar vertegenwoordigt hij de nieuwe generatie horlogemakers.

ik een klant de klok niet verkoop, als hij of zij me niet ligt.” Grote nieuwigheid wanneer L’Artisan du Temps binnenkort uitbreidt, is dat er ook nieuwe uurwerken te koop zullen worden aangeboden. “De bedoeling is dezelfde kwaliteit en coherentie na te streven. Als een klant duizend euro voor een horloge betaalt, dan zal het dat waard zijn en niet voor de helft uit reclamekosten bestaan.”

D

e Brusselaar – “geen Ukkelaar, geen Belg, Brusselaar is mijn identiteit” – Gilles Clavareau verrast door op zijn leeftijd een antieke horlogemakerij te runnen, L’Artisan du Temps. Oké, wie keek als kind niet nieuwsgierig naar het mechanisme van een uurwerk of haalde het doodleuk uit elkaar? Maar wie maakt nu nog zijn beroep van het herstellen en verkopen van mechanische polshorloges en pendules waar geen batterij aan te pas komt? “Uurwerken fascineren me omwille van de combinatie van mechaniek en esthetiek, het zeldzame van objecten, de markt afschuimen. Alles waar ik van hou, komt samen in de horlogerie. Een tikkende klok is bijna een levend object. Door ze te restaureren, wordt ze weer tot leven gewekt.” Clavareau was nochtans niet voorbestemd als horlogemaker, met een architect als vader en een lerares moraal als moeder. Zijn ouders keken dus nogal op. Om het vak te leren trok hij al op zijn zestiende naar Frankrijk. In 2001 had hij zijn bekwaamheidsdiploma horlogerie op zak en haalde hij de topvijf in een wedstrijd van de Franse federatie Horlogers Bijoutiers Joailliers Orfèvres (HBJO). “In Frankrijk kun je onmiddellijk praktijkervaring opdoen, dat is het grote verschil met België. Toen ik naar school ging in Tours, waar je inderdaad de logica van het opwindbare uurwerk aanleert, liep ik stage in Rijsel, Châteauroux en Lyon. Ik leerde daardoor dat je ofwel goed, ofwel snel kunt werken. Ik probeer het zo goed mogelijk te doen. Schroeven worden bijvoorbeeld weer opgewarmd tot ze blauw zien, dat was vroeger een soort schoonheidsideaal voor schroeven. Natuurlijk heb je altijd onaangename, rijke mensen die erop staan dat hun klok tegen ’s anderendaags hersteld is.”

geburgerd. De sector van de galerieën, de Mondriaanstichting en de overheid hebben er de handen in elkaar geslagen om renteloze leningen te geven aan wie een kunstwerk koopt. Het kost de Nederlandse overheid jaarlijks 800.000 euro, maar het brengt een veelvoud op, zo wijst een studie uit. Idrissi heeft nu een voorstel van decreet ingediend in het parlement. Er is al overleg met de Vlaamse galerieën en er is, volgens Idrissi, ook politieke wil. “Vlaams minister van Cultuur Joke Schauvliege (CD&V) heeft ernaar gewezen in een speech, en CD&V en Groen! vermelden het in hun partijprogramma.” En het kost geld, maar het brengt ook op. SVG

Charmante afwijking

de techniek kom je daarin weinig te weten. “Vaak zijn het slechts details die veranderen, maar in deze sector houden we van complexiteit. Een oude cursus uit de jaren 1930 helpt ons dan soms verder.” Ook met zijn drie Franse meesters houdt Clavareau nog altijd contact. “In de antieke horlogemakerij heb je in feite geen concurrenten. Als je ziet hoeveel tijd en kosten er gaan naar de zoektocht naar de juiste wisselstukken, dan zou het ons allemaal beter uitkomen om in dezelfde straat, de Horlogemakersstraat, te wonen.”

Niet plat commercieel Pronkstukken in de winkel zijn een Chronospendule met wijzers in de vorm van een slang, een Eiffeltoren- en een hoorn-des-overvloedspendule, en zak- en polshorloges met patina en een ziel. “Je hebt de gerenommeerde mer-

© SASKIA VANDERSTICHELE

ken zoals Omega, Jaeger-LeCoultre, Vacheron Constantin, Rolex, Breitling,... maar vandaag gaat het soms meer over de kwaliteit van elk object, ongeacht het merk.” Clavareau wordt een paar keer onderbroken door klanten en verkopers van tweedehands polshorloges. “Mijn houding is commercieel,” geeft Clavareau als uitleg aan de verkoper waarom hij een oubollig model waarschijnlijk niet zal aankopen. “Ik moet mijn kleine winst van tweehonderd euro per horloge halen. De extra platte Vacheron interesseert me wel.  En bij deze is de wijzerplaat opnieuw gepolijst, maar door Tissot zelf. Glanzend hier, ge­borsteld daar, zoals het hoort, en niet zoals sommige restaurateurs doen, alles herpolieren.” Net omdat Clavareau een nauwe band heeft met zijn producten, is hij ook gevoelig voor de relatie met zijn klanten. “Het kan gebeuren dat

An Devroe

L’Artisan du Temps, Waterloose­steenweg 758, 1180 Ukkel, 02-345.56.88 (11 tot 18 uur) of 0498-68.64.24, www.artisandutemps.com

U BENT HIER ...

De nieuwe Wim Vandekeybus, Monkey sandwich, bestaat in hoofdzaak uit een tragikomische langspeelfilm in twee delen. In het eerste deel volgen we de Britse theaterregisseur Jerry (knap vertolkt door Jerry Killick van Forced Entertainment) tijdens het repetitieproces van Shakespeares Julius Caesar in het Keulse Schauspielhaus. Jerry’s compromisloze en schijnbaar zelfverzekerde aanpak botst op onbegrip bij de acteurs, die zijn radicale instructies niet blindelings kunnen of willen volgen en ze voortdurend in vraag stellen. Breekpunt is vooral dat Jerry ‘echtheid’ en ‘waarachtigheid’ nastreeft, terwijl de acteurs verontwaardigd opperen dat ze hun personages uiteindelijk toch slechts kunnen ‘spelen’. Met fantastische anekdotes en broodjeaapverhaaltjes (liegen is voor een kunstenaar part of the job) probeert Jerry bij zijn acteurs tevergeefs een hang naar het fantastische te bewerkstelligen. Komisch hoogtepunt in het spanningsveld is de scène waarin Jerry een wanhopige acteur opdraagt zijn tegenspeelster op te eten, en niet te doen alsof... Vandekeybus heeft zelf al aangegeven dat we hem in Jerry mogen herkennen, en dat doen we ook. De kunstenaar Vandekeybus lijkt ons iemand die zonder veel omzien voor de rea­ lisatie van zijn dromen en fantasieën gaat. Wat hij voor ogen heeft, wil hij uitvoeren. Het construeren of reproduceren van iets ‘authentieks’ acht hij niet bij voorbaat onmogelijk. Misschien kom je als toeschouwer ook in de verleiding om hem waaromvragen te stellen: waarom laat je je dansers hun eigen verhalen vertolken op de scène? Waarom staan die muzikanten als acteur op het podium? Waarom kies je dat beeld bij die tekst? Brengen sommige keuzes geen vreemde consequenties en ongerijmdheden met zich mee? Maar hoewel legitiem, zijn die deconstruerende vragen niet erg productief. Je peutert er wat mee aan de decorwanden waarmee de

eigenzinnige choreograaf-cineast zijn fantasieland heeft opgebouwd, en dat is onverstandig. Net zoals bij Jan Fabre, een van zijn leermeesters, moet je samen met Vandekeybus het onmogelijke willen – of anders wegblijven. Wat natuurlijk niet wil zeggen dat enige reflectie zou ontbreken. Monkey sandwich lijkt zelfs in belangrijke mate een kijk op Vandekeybus’ kunstenaarschap en misschien zelfs op zijn leven te geven. Als regisseur Jerry uiteindelijk besluit dat alles wat hij doet, toch fake is, begint het tweede deel van de film en is Jerry niet langer een regisseur, maar een ingenieur. In die hoedanigheid lijkt hij met beide voeten in de modder van de realiteit te staan, maar de aard van het beestje is niet veranderd. Ook als ingenieur is Jerry een praatjesmaker, verslaafd aan fantastische verhalen. Hij wil ook letterlijk een rivier verleggen om een nieuw dorp te kunnen bouwen. Die kunstgreep lukt hem, maar opnieuw niet zonder een stuk van de realiteit te veronachtzamen. Zijn vrouw, die een kind van hem draagt, lust de leugenachtigheid niet langer, en ook de natuur die hij tartte, protesteert. De gevolgen zijn tegelijk catastrofaal en groots. Er gaan mensen­ levens verloren (de vele kinderen in de film zijn zowel op ecologisch als op relationeel vlak het slachtoffer van het gemakzuchtige goeddunken van de volwassenen), maar de zondvloed en de nachtmerries die daarop volgen, leveren wél de mooiste sequenties op. De slogan ‘Hoop is geen plan’ die we te zien krijgen, leest als een ecologische waarschuwing, maar ook als een artistieke aansporing. De waaromvraag die zich ondanks alles blijft opdringen, is die naar de aanwezigheid van het live-personage van Damien Chapelle op het podium onder het scherm. Die ingreep leek pardoes het verkoopsargument van de productie te worden, maar is dat achteraf gezien toch (nog) niet. Als fictief kader rond het fictieve kader van de film zorgde de podiumperformance opnieuw voor een ontdubbeling in het spiegelpaleis met valse wanden dat de film al was. Inhoudelijk leek het onevenwicht tussen beide platformen ons wel nog wat te groot. Michaël Bellon

ZI

IJ

Gilles Clavareau: “Als een klant me niet ligt, verkoop ik niet.”

heeft bijvoorbeeld een website, waardoor hij al in de Verenigde Staten en Japan moest leveren? “Vroeger was horlogebouwer meer een  beroep in de schaduw, nu merk ik op antiekmark­ten toch dat mensen ons werk niet vergeten zijn.” Straf vinden wij dat hij aan zijn collega vraagt hoe laat het is – in een horlogewinkel! “Ja, met al die horloges die je moet opwinden, en als je dat dan niet doet...” Op zijn bureau staat nochtans een elektrisch uurwerk luidruchtig te zoemen. Het is een klok die tegelijk ook een bureaulamp, een pennenhouder en een asbak is. “Uit de jaren 1940, met een afwijking van maar liefst 25 minuten per dag. Ik ben bang ze nog meer te beschadigen als ik ze uit elkaar haal, ik ben nu eenmaal geen elektricien. Je hebt uurwerken die minder dan een seconde per 24 uur afwijken. Sommige klanten vinden dat belangrijk en ik respecteer dat.” Maar zelf... mijmert hij over de tijd van zijn achttiende-eeuwse staande klok met slechts één wijzer, de kleine: “Toen was elk moment goed om op een feest te arriveren, het was toch een hele dag aan de gang. Vandaag word je al scheef bekeken als je ergens tien minuten te laat komt.”

Gezien: Monkey sandwich van Wim Vandekeybus & Ultima Vez op 12 september in de KVS. Wordt daar weer gespeeld van 2 tot en met 11 november (meer op 02-210.11.12 en www.kvs.be).

JN

ER

“In de achttiende eeuw was elk moment goed om op een feest te arriveren, het was toch een hele dag aan de gang. Nu word je scheef bekeken als je tien minuten te laat bent”

Damien Chapelle live op de planken, film op de achtergrond.

Praat

Voor de nieuwe winkel heeft Clavareau artdecovitrinekasten op de kop kunnen tikken, in slechte staat, hij restaureert ze zelf. Hij is duidelijk een buitenbeentje in de wereld van de horlogemakers, die meestal al veertig jaar of langer in het vak zitten. Wie van hen

W

Aanvankelijk werkte Gilles Clavareau alleen, tegenwoordig werkt hij samen met Philippe Vanbergen. In het atelier worden de uurwerken uit elkaar gehaald, gelast, gepolijst, gereinigd met ultrageluid. Niet alleen het mechanisme van het uurwerk wordt hersteld, ook het glas of plexiglas, de stalen of gouden horlogekast, bij pendules het brons of inlegwerk – dat behoort tot de standaardopleiding. “Je moet een verschil maken tussen een perfect, maar volledig gerestaureerd object en een object dat getekend is door de tijd en slechts een lichte restauratie onderging,” vertelt Clavareau. “Ik opteer dikwijls voor de tweede oplossing. Als ik een auto van de jaren 1920 aanraak die herschilderd is, dan voel ik ook geen auto van toen meer.” Soms doet het atelier een beroep op een specia­list, bijvoorbeeld om een schilderijtje te restaureren dat in een pendule in Lodewijk XV-stijl is ingebouwd. L’Artisan du Temps heeft de horlogebijbels van historici als Tardy en Kjellberg in huis, maar over de evolutie van

BRUSSEL – Een schilderij of beeldhouwwerk kopen is (meestal) nogal duur. Je gaat dus een lening aan en betaalt drie jaar af. De overheid zorgt dat die lening renteloos is. In tijden van crisis klinkt dat als een grap, maar het bestaat al, met name in Nederland. Vlaams parlementslid Yamila Idrissi (SP.A) wil de Kunstkoopregeling ook in Vlaanderen mogelijk te maken. Idrissi’s stelling is dat Vlaanderen er baat bij heeft in cultuur te investeren. Door de creatieve sector te ruggensteunen, ontstaat een nieuwe economische dynamiek, “en dat brengt de overheid alleen maar geld in het  laatje,” zegt Idrissi. In Nederland is het systeem al tamelijk in-

ADVERTENTIE

achteraf

Horlogemakersstraat

Een schilderij voor iedereen

© DANNY WILLEMS

De kunst van het opwinden

Broodje aap van eigen deeg

Beleid > Yamila Idrissi (SP.A) wil kunstkopen toegankelijk maken

NIET H

V L EE

met meer dan 800 kantoren in België zijn we inderdaad nooit veraf.

Kom Ko m la langs ang gs ti tijdens ijd jden en ns on onze nze ze o opendeurdagen pe pend end ndeu eurd r ag rd ge en no op p donderdag en vrijdag oktober! d do nder nd der e da ag 30 30 sseptember ep pte temb m err e mb n vr rijjda dag g 1 ok kto ober! ber! be r ING IN NG B Br Brussel rus usse se el Ce C Centraal nttra aal aS Station tati ta t on ti n-R Ravensteinstraat a enst av en nsttei eins nsstr n traa a t 68 aa 8-1 1000 000 00 00 Br B Brussel russse sel Er is steeds ste teeds ed een eeen ING-kantoor INGNGG kan kantoo too or bij bijj u in in de de buurt. buu rtt Kom rt. Ko Kom m langs llang a gss en ang en maak maak a kennis ke kenni nn nni n s met met e onze onz e m e d wer ede we ker e s en er e n onze o nze e d di ensten ens ten e medewerkers diensten tij ijijden den ns o nze ze op pe en end ndeur urdag dag ag gen. en. tijdens onze opendeurdagen.

Er Er staan sta st taan a u alvast alva v st va s een ee e welkomstdrankje we welko lko k mst ko komst mstdra d nkj n e nk e le leuke uke ve verra rra a ssii ng te t e wac w a c hte ten. n.. n en een verrassing wachten. Hop opeli e jk tot binnenkort. biinne n nko ko k ort. rt rt Hopelijk

www.ing.be www.in www . g.b .in g.be e

ING België nv, Marnixlaan 24, 1000 Brussel. RPR Brussel – BTW BE 0403.200.393. - BIC: BBRUBEBB Rekening 310-9156027-89 (IBAN: BE45 3109 1560 2789). Verantwoordelijk uitgever: Philippe Wallez - Marnixlaan 24, 1000 Brussel, België.


BDW 1247 PAGINA 20 - DONDERDAG 23 SEPTEMBER 2010

BDW 1247 PAGINA 21 - DONDERDAG 23 SEPTEMBER 2010

© NICK TRACHET

Culinair > Molen van Evere zet expositie op over het ontbijt

Kopje thee, kopje koffie EVERE – Het ontbijt is moeilijk weg te denken uit het dagelijks leven. Het Museum van de Molen en de Voeding wijdt er een boeiende tentoonstelling aan.

D

e hele ontbijtcultuur van bed & breakfasts, ontbijtcafés en speculoospasta is minder recent dan je zou verwachten. Natuurlijk werd er vroeger bij het krieken van de dag ook flink geschranst om de dag goed in te zetten, maar vaak was dat niet meer dan een gewone maaltijd, zoals die ook door de dag werd genomen. Restjes ook van de vorige dag. Zelfs bier mocht niet ontbreken. Maar dat had een reden: men verkoos bier boven water om het risico op infecties te beperken. Geleidelijk ontstond rond het ontbijt een hele cultuur: de eerste maaltijd van de dag ging zich onderscheiden van de rest van de maaltijden. De croissant werd bijvoorbeeld geïntroduceerd, in de zeventiende eeuw, waarschijnlijk als variant op de Kipferl, populair in Oostenrijk vanaf de middeleeuwen. Lodewijk XIV bedacht dan weer het zachtgekookte eitje. Nog later dienden zich andere typische ontbijtproducten aan, die voor de rest van de dag in de kast blijven. Kellogg’s cornflakes bijvoorbeeld in 1906, Ovomaltine (op basis van ei en mout) in 1904, of Nutella na de Tweede Wereldoorlog. Een banketbakker uit Piemonte was cacao gaan vervangen door hazelnootjes omdat de cacaoprijs de pan uit swingde. Het recept werd nog verfijnd, de pasta smeuïger. De Super-

in het Westen een flinke culinaire diversificatie opgeleverd. In Engeland is het ontbijt een hele belevenis, met spek, worst, bonen en eieren. In Spanje duiken de churros op, in Frankrijk de croissant, in de VS pannenkoeken met esdoornsiroop.

crema was geboren; later, in 1965, werd die tot Nutella omgedoopt.

Koffie, thee en moambe Het ontbijt blijft voor velen onlosmakelijk verbonden met koffie. In vele Zuid-Europese landen, en ook soms hier, bestaat het ontbijt zelfs uit niet meer dan een kopje koffie. Aan de oorsprong van het zwarte goud hangt een anekdote vast. Het verhaal wil dat een herder uit Jemen merkte hoe geagiteerd zijn geiten werden na het eten van de koffieplant. Hij liet een mengsel van de plant met gekookt water proeven aan een heer in een klooster, die er dadelijk de weldaden van zag. In 1615 zou het eerste lot koffie in de haven van Venetië worden gelost, maar het zou nog tot het einde van de achttiende eeuw duren voor de koffie echt algemeen verspreid geraakte en stilaan warme chocola, lichte bouillons en thee van de ontbijttafel zou verdringen, eerst bij de hoge burgerij en later in alle sociale lagen. Alleen Engeland weerstond. Thee is er nog altijd ontbijtdrank nummer één. Thee was trouwens ook de inzet van een bitse strijd in de prille Verenigde Staten van Amerika: koffie drinken was er een daad van openlijk verzet tegen het Britse rijk. Drie eeuwen ontbijtcultuur hebben

Thee was de inzet van een bitse strijd in de prille VS: koffie drinken was een daad van openlijk verzet tegen het Britse rijk

Eén constante: ontbijten doe je informeel, in intieme kring. Het grotere werk is voor ’s middags of ’s avonds.

En in de rest van de wereld? Het toerisme heeft die westerse gewoonten weliswaar tot over de hele wereld verspreid, met de nadruk op ‘Engels’ versus ‘continentaal’ ontbijt. Toch maken de meeste niet-Westerse landen nog altijd nauwelijks verschil tussen ontbijt, middagmaal en avondmaal. Japanners drinken misosoep bij het ontbijt en eten gegrilde vis met rijst. In India lepelt men ’s morgens een bord linzensoep naar binnen. En in vele Aziatische en Afrikaanse landen bestaat het ontbijt uit de restjes van de vorige dag – zelfs al is dat moambe.

Toch lijkt er één constante. Het ontbijt heeft, in tegenstelling tot avondof middagmaal, bijna altijd een informeel karakter. Het ontbijt wordt genuttigd in familiale en intieme kring. Het grotere werk – de gastronomie en de diners – is voorbehouden voor middag of avond. Breakfast time! in de Molen van Evere is een boeiende overzichtstentoonstelling over een alledaags onderwerp. Er is aandacht voor het ontbijt door de eeuwen en in de verschillende culturen in de wereld. Elke zaal is uitgerust met een display, speciaal bedoeld voor kinderen. Het museum put voorts uit collecties van andere voedingsmusea en van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis. De expo heeft tot slot ook een pedagogische boodschap. Veel jongeren slaan het ontbijt over en, zo waarschuwt het Molenmuseum, dat is niet gezond. De tentoonstelling loopt een jaar en wordt aangevuld met culinaire ateliers op zondag in de keukens van het museum. Je kunt er, onder meer, een Schots ontbijt leren maken, poffertjes bakken (Nederland), tortilla (Mexico) of laplap (Vanuatu). Steven Van Garsse Breakfast time!, nog tot en met 31 augustus 2011 in het Museum van de Molen en de Voeding, Windmolenstraat 21, 1140 Evere. Meer op 02-245.37.79 en www.molenevere.be

ADVERTENTIE

Wandelen > Nieuwe toer van OPB en Brukselbinnenstebuiten: de Noordwijk

Nooit het noorden kwijt

De nieuwste in de rij heet Sporen op de stad en stelt een parcours voor in de buurt van het Noordstation dat zo’n anderhalf uur duurt. Geen voor de hand liggende trip misschien, maar wel een interessante. De wandeling loopt langs, over en onder de sporen. Behalve het Noordstation worden ook het Rogierplein (starten eindpunt van de wandeling), het Gaucheretplein, het Liedtsplein, de Brabant- en de Aarschotstraat aan-

gedaan. Dat levert een hele hoop thema’s op die voldoende kritisch benaderd worden. Aan het Rogierplein hangt een hele mobiliteitsgeschiedenis vast, die begint bij het oude Noordstation en die nu ingrijpend gewijzigd wordt met de heraanleg van het Rogierplein en de renovatie van het huidige Noordstation. Er zijn ook zeer uiteenlopende verhalen verbonden aan de exotische handelsas van de Bra-

© ARCHIEF BDW

BRUSSEL – Brukselbinnenstebuiten en Onthaal en Promotie Brussel (OPB) organiseren geregeld gegidste rondleidingen in de stad, rond verschillende thema’s en in verschillende wijken. Ze hebben ook een alternatief voor wie liever volgens eigen agenda en tempo leerrijke wandelingen maakt. Dat doen ze met de reeks ‘doe-het-zelfwandelingen’ waarvan er maandelijks een nieuwe wordt gepresenteerd op uitinbrussel.be.

Het oude Noordstation op het Rogierplein, in 1955-’56 gesloopt.

bantstraat (waar dagelijks gemiddeld 25.000 mensen doorlopen), de vastgoedprojecten van Manhattan tot Dexiatoren, de pogingen tot opwaardering van de Gaucheretwijk, en de tegenwoordig door Bulgaarse bendes georganiseerde raamprostitutie in de Aarschotstraat. U kunt de tekst en de routebeschrijving met wandelplan downloaden van de website, waar ook al een twintigtal andere wandelingen op MB staan. Onthaal en Promotie Brussel, Muntplein/Prinsenstraat 8, 1000 Brussel, 0800-13.700, info@ uitinbrussel.be, www.uitinbrussel.be

OPEN ATELIERDAG ZATERDAG 25 SEPTEMBER 2010 | 11-18 UUR

ALLE ATELIERS ZIJN IN WERKING Edouard de Thibaultlaan 2 - 1040 Etterbeek Kleine Kerkstraat 12-14 - 1150 Sint-Pieters-Woluwe

www.rhok-academie.be

Nick Trachet BRUSSEL EN DE WERELD CULINAIR ONTDEKT

Stoverij Op het bordje bij de slager op de markt stond ‘nek’. Het was rundsvlees, mooi rood en het vet was geel. Geel vet, zo leerde ik van een geleerde slager in Anderlecht, is altijd een teken van kwaliteit. Tijd om stoverij te maken. “Geef me een kilo,” vroeg ik de dikke man achter de toog. Ik zag hem veel te veel afwegen. “Eén kilo is genoeg, hoor!” riep ik hem tot de orde. “Ja maar, u krijgt er gratis vijfhonderd gram bij,” zei hij bijna verontschuldigend. Ik met mijn grote mond ook. Een goed idee: te veel stoverij maken. Stoverij is makkelijker in grote hoeveelheden te maken dan in kleine, en daarna kunt u mensen plezieren met een portie, of invriezen voor later (als u een diepvries bezit). Stoverij is een mooi woord. Stoofkarbonaden of Vlaamse karbonaden zijn andere woorden voor hetzelfde gerecht, maar daar zitten we met een probleem, vind ik. Dit zijn geen karbonaden. In het Noorden gebruikt men het woord karbonade voor koteletten, maar ook dat is fout. Karbonade is een bereidingswijze, geen bepaald stuk rundsvlees, karbonade betekent ‘geroosterd op houtskool’, barbecue dus, en dat is het tegendeel van wat we hier gaan doen: stoven, iets laten garen in saus; dauber zeiden ze ooit in het Frans. Om een geslaagde stoverij te maken moeten we eerst en vooral rundsvlees met karakter hebben. Rijp vlees, van een volwassen dier. Ervaren stovers van de oude generatie raadden mij aan om nek of runderkaak te gebruiken. Het vlees mag niet te zacht zijn. Wat bij grootslagers als stoofvlees over de toog gaat, is vaak afsnijdsel dat ze ergens te veel hadden, het is niet noodzakelijk het beste vlees voor stoverij. Dat valt dan onverbiddelijk uiteen in droge draden. Ons stoofvlees moet zeker wat vet hebben, want vet draagt de smaak. Ook moet het goed afgehangen zijn, en ook dat is vaak niet te controleren. In wat de man mij op de markt verkocht, was alles verenigd, en bovendien was het vlees niet te klein gesneden. Dit is geen kindermenu! Ik durf hier bijna geen recept te geven. De beste manier om ruzie te stoken in een groep Belgen (op café, bijvoorbeeld), is hardop te vragen of iemand

het recept kent voor ‘échte’ stoverij (het mag ook ‘échte’ waterzooi, minestrone of salade liégeoise zijn, zelfde resultaat). Een ware opstand wordt het. Wanneer iemand durft te stellen: “Er moet mosterd in”, of de ander zweert bij pruimen, dan zal de rest van het gezelschap hen woedend en briesend terugfluiten. Roerend erfgoed noemen ze dat, taalpolitiek is er niets bij. Ik heb met de jaren heel wat fascinerende tips gehoord, en sommige daarvan tot de mijne gemaakt. Ik maak nooit twee keer hetzelfde recept, want de combinatie van al die regels laat makkelijk een tiental verschillende ‘echte Vlaamse’ stoverijen toe. Er bestaan zoveel stoverijen als er grootmoeders zijn. We beginnen dus met rundsvlees in niet te kleine stukken (sommigen nemen er ook wat varkensvlees bij). Iedereen is het erover eens dat het vlees eerst moet worden aangebakken, gebruind. Dat gaat slecht in olie, dus moet het boter zijn (smout gaat te zwijnerig geuren). Na het bruinen gaat het vlees even opzij, en in dezelfde stoofpot komen gesneden groenten. In de eerste plaats ajuin. Een prachtregel die ik leerde van een dame uit Aalst: “Evenveel ajuin als vlees.” Zo eten we ten minste groente! Voor de smaak en de schoonheid ook schijfjes wortel en (twijfel)... iets groens? Wat selder of kleingesneden peterseliestengels. Als de ajuin begint te bruinen, het vlees er weer bij doen en alles onderzetten met bier. Welk bier? Ook hier hoor ik de oorlogstrom al roffelen. Veel kan, maar er zijn toch enkele redelijke richtlijnen. Sterk gehopte bieren maken het gerecht te bitter. Pils gaat dus niet, en mijn geliefde Orval drink ik liever zelf. Het komt erop neer dat in de saus een zekere balans tussen zoet, zuur en bitter ontstaat. Hoe die balans uitslaat, is ieders persoonlijke voorkeur. Zo is er ook bier dat mijns inziens veels te zoet is, zoals Leffe of Ciney. Kalisjesap noemen ze dat in ’t Brussels. Echte geuze en Rodenbach zitten tegen de zure kant aan, met weinig hop. Een donkere trappist is uit zichzelf gebalanceerd. Er moet dan nauwelijks een andere bron van zoet bij. In veel recepten komt suiker voor, of gedroogde pruimen: die zijn er om het zure van het bier tegen te werken. Het scheutje azijn van de

De beste manier om ruzie te stoken op café is hardop te vragen of iemand het recept voor ‘échte’ stoverij kent anderen compenseert te zoet bier. Als kruiding gebruik ik een overblijfsel uit de middeleeuwen: een snee peperkoek, en wat extra peper en een teen look. Vervolgens moeten vlees en groente zo zacht mogelijk garen. Een koksschoolhandboek schrijft plechtig dat de ideale garingstemperatuur van suddervlees tussen 85 en 92 °C ligt. Ruim onder het kookpunt. Bij borrelend koken worden de eiwitten hard en krijgt men van dat taaie ‘draadjesvlees’. De Engelsen zeggen: “A boiled stew is a spoiled stew.” Daarom is het belangrijk om in grote hoeveelheden te stoven. Grote, volle potten zullen op een klein vuur minder warm worden dan dunne poppenpannetjes. Na twee uur ongeveer is de stoverij gaar, zacht en geurend naar vervlogen tijden, de saus perfect gedikt door uitsluitend ajuinen en koek. En zoals iedereen weet: de volgende dag is stoverij nóg lekkerder. Smakelijk. nick.trachet@bdw.be De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/trachet


BDW 1247 PAGINA 23 - DONDERDAG 23 SEPTEMBER 2010

BDW 1247 PAGINA 22 - DONDERDAG 23 SEPTEMBER 2010

FREDDI SMEKENS “De armoede die ik heb gekend, is niet de gevaarlijkste armoede. De gevaarlijkste armoede is de intellectuele miserie, het intellectuele geweld”

Sam Touzani, podiumbeest

Sam Touzani: “Zelfs ik moet nog elke dag tegen mijn eigen vooroordelen vechten. Het standpunt van de andere respecteren, zelfs als je het er principieel niet mee eens bent, is vermoeiend.”

SCHAARBEEK – “Ik ben een rationalist, een atheïstisch militant. Ik hou van België, omdat het een rechtsstaat is, maar tegelijk ben ik antiroyalist en republikein. Vrij zijn in gedachten en gedrag koester ik als een voorrecht. En dan doet het me pijn om te zien hoe mensen gemanipuleerd worden.” Sam Touzani is acteur, stand-up comedian, choreograaf, auteur, regisseur...

‘D

rie dingen hebben mee bepaald dat ik een atypisch kind van de Marokkaanse migratie ben,” zegt Sam Touzani. “Eén: ik ben opgegroeid in een matriarchale omgeving; de potentiële macho in mij is nooit gewekt. Mijn moeder was een enorm moedige vrouw. Moeder Courage. Zeven kinderen heeft ze opgevoed, tien bevallingen doorstaan. Een tweeling heeft het kraambed niet overleefd, een zoontje is heel jong gestorven. Zij en mijn oudste zus hebben me een mooie opvoeding geschonken. Een andere vrouw die een bepalende rol speelde, was Hitomi Asakawa, sterdanseres bij Béjart. Ze woonde onder mijn zus en heeft me aan de barre gezet, waarop ik klassieke dans ben gaan volgen. Toen mijn vader dat hoorde, zei hij: ‘Mijn zoon toch, waarom wil je homoseksueel worden?’” “Tweede bepalende factor: het moment dat Mohamed El Baroudi in ons leven is gekomen. El Baroudi, de oudste Marokkaanse politieke opposant in ballingschap, die in 2007 is overleden. Vier was ik. Mijn moeder en mijn oudste zus waren afgeranseld in de kelders van het consulaat en vervolgens als vuilnis op straat geworpen. Omdat ze geen bakshish wilden toesteken. We werden het mikpunt van bedreigingen, zwijggeld werd aangeboden.

Toen zijn El Baroudi en een Belgische advocaat bijgesprongen, wat uiteindelijk tot het ontslag van de Marokkaanse consul heeft geleid.” “Later is El Baroudi mijn schoonbroer geworden. Door hem zijn mijn zussen feministen geworden en ben ik al vroeg begonnen met de politiek in vraag te stellen. Een groot man was het. Zo heeft hij onder meer mee voor de opvang van Marokkaanse migranten gezorgd en alfabetiseringslessen georganiseerd. Een democraat, een humanist in de ware zin van het woord. Hij heeft ons geleerd waarden en principes trouw te blijven. Je niet economisch of intellectueel te laten omkopen. Nederig te zijn en te vechten voor wat juist is.” “Drie: de kennismaking op school met het werk van de Belgische poëet Geo Norge, de magie van het woord. Daardoor wist ik op mijn twaalfde al wat ik wilde doen. Mijn mond opentrekken en zeggen wat er op mijn lever ligt. Met humor. Ik was verlegen als kind, frêle, en al heel snel heb ik geleerd dat humor een sterk wapen is. Le rigolo is een vervelende luis in de pels.”

Kolen en kakkerlakken Sam Touzani heeft het zichzelf niet makkelijk gemaakt, maar ook het leven heeft hem niet gespaard. “Mijn vader was een doodgewone

arbeider, moeder een huisvrouw met de zorg voor zeven kinderen. Ik hoef er geen tekening bij te maken: breed hadden we het niet. Toen ik nog tiener was, zijn we een tijdje in de provincie gaan wonen, tussen Namen en Charleroi. Een oudere broer was in aanraking gekomen met drugs, een andere met godsdienstfanatisme. Moeder was bang dat het slechte voorbeeld aanstekelijk zou werken. Dus trokken we weg van de vallen van de grote stad. Voor het eerst woonden we in een huis met warm water en hoefden we niet te stoken met kolen. Voor het eerst had ik het gevoel dat we niet in negentiende-eeuwse omstandigheden leefden.” “Ook toen ik ging studeren aan het Insas, heb ik armoe gekend. Geen rooie duit op zak: vier jaar heb ik in een opvangcentrum in SintGillis geleefd. Een kamertje van vier op twee. Kakkerlakken. ’s Middags wist ik niet of ik ’s avonds iets te eten zou vinden. Mijn zus had me kunnen opvangen, maar ik vroeg het haar niet, beschaamd als ik was.” “Arm geboren worden draag je heel je leven met je mee. Zelfs als je het later goed hebt. Het blijft. In de geuren, de plaatsen, je hart, je vlees, je angsten... Maar ook in je geluk. Omdat arm zijn ook vrijheid betekent. Camus zei: je kunt maar beginnen iets te winnen als je alles verloren hebt. Begin met niets en je kunt alleen maar evolueren. Dat bewonder ik bij mijn ouders. Ze hadden niets, maar ze wisten dat het alleen maar beter kon worden. Ze hebben de moed getoond om de dictatuur en de miserie in Marokko te ontvluchten, om een betere toekomst op te bouwen. Voor de tweede, derde, vierde generatie is het veel

© MARC GYSENS

‘Mijn wapen tegen domheid en onwetendheid? Humor!’ moet nog elke dag tegen mijn eigen vooroordelen vechten. Je altijd open stellen, luisteren zonder te oordelen. Het standpunt van de andere respecteren, zelfs als je het er principieel niet mee eens bent. Het is vermoeiend.”

Allah Superstar

“Opgroeien is altijd een beetje verraad. Toch hoop ik dat ik het kind in mij nooit zal verraden.”

moeilijker. Zij zijn met meer geboren, maar ze hebben minder toekomstperspectieven. Voor hen is het erg moeilijk om iets te ondernemen, om te dromen.” “Is het hard geweest? Ja. Erg? Nee. De armoede die ik heb gekend, is niet de gevaarlijkste armoede; de gevaarlijkste armoede is de intellectuele miserie, het intellectuele geweld. Tegenover mensen staan die muren voor je optrekken vanuit hun dogma’s, hun vooroordelen. Dat is pas vreselijk. Nooit zal ik zeggen de waarheid in pacht te hebben, nooit zal ik zeggen: ‘Je sais.’ Makkelijk is het niet, zelfs ik

Compromisloos tegen de stroom invaren, experimenteren met frustraties en contradicties: niet meteen de manier om overal vrienden te maken. “Bedreigingen, fysiek aangevallen worden op het podium, ik leef er al twintig jaar mee. Met de verscheurde affiches van mijn Allah Superstar kun je een papiercontainer vullen. Op een bepaald moment ben ik van tachtig optredens per jaar teruggevallen op amper acht. Omdat ik in een open forum in Le Soir had geschreven dat de moslimwereld niet het recht heeft te zeggen dat de joden gelijk staan met Israël, en dat Israël gelijk staat met nazisme. Het is niet omdat ik opkom voor Palestina, dat ik een antisemiet moet zijn.” “Ik besef maar al te goed dat ik het risico loop mezelf definitief buitenspel te zetten. Maar ik kan nu eenmaal niet doen alsof, ik kan niet meehuilen met de wolven in het bos. Ik blijf vechten tegen onwetendheid, voor mijn vrijheid. Los van gemeenschappen, vooroordelen, dogma’s, ideologisch terrorisme. Dat ik niets kan veranderen als artiest, weet ik, maar als iedereen bij de pakken blijft zitten, wordt er zeker niemand wakker geschud. Ik verwacht niet dat het zal veranderen, wel ageer ik opdat het zou veranderen.” “Zowat iedereen denkt in gemeenplaatsen. Alsof alle Marokkanen, alle Belgen, alle Vlamingen er binnen hun gemeenschap hetzelfde

gedachtegoed op nahouden. Dat is onmogelijk – maar het is wél wat de politiek doet. Toch ben ik niet de poujadist die op alles spuwt wat politiek is. Er zijn politici die prachtig werk leveren. Maar ongelukkig genoeg is de ideologie van de partij sterker dan het idealisme van het individu. Het collectief stuurt; er is geen echte individuele vrijheid. Zelfs niet in België.” Ook met Marokko is Touzani nog niet klaar. “Ik vind het vreselijk om te zien hoe de Marokkaanse overheid nog altijd een greep heeft op haar gemeenschap in het buitenland, en in hoge mate het doen en denken dicteert. Alle Marokkanen die hier zijn, zullen zeggen: ‘Het regime is niet meer zoals voorheen, het is allemaal ten goede veranderd.’ Terwijl dat niet zo is. Ze zijn onwetend, gemanipuleerd door de lobby. De uitnodiging van de koning hier heb ik afgeslagen, ik zie niet in waarom ik dan de Marokkaanse vorst in de armen zou sluiten.” “Ik weet dat mijn keuze impliceert dat ik nooit ongestoord voet aan de grond zal kunnen zetten in Marokko. Maar moet ik daarom mijn overtuigingen verloochenen? Nee, toch? Blijven nadenken en dan handelen. De discussie aangaan. Lang heb ik gevochten voor het recht op verschil, maar tegenwoordig vind ik wettelijkheid belangrijker dan diversiteit. Dat staat ons toe onze rechten en plichten onder ogen te zien.” Karel Van der Auwera Ruben refait le monde, tekst van Richard Ruben, Arnaud Bourgis en Sam Touzani in een regie van Touzani, 15 tot en met 29 oktober in Théâtre Jean Vilar in Louvain-la-Neuve; meer op www.ateliertheatrejeanvilar.be

Wee weut?

A

ls men zegt: “Wee weut?”, waarde lezer, dan weet men het meestal niet. Meestal gebruik ik “Wee weut?” om een bepaalde rust tijdens een discussie in te lassen. Als ik me niet vergis – mo masscheen doon ik da altaaid, wee weut? –, bestaat er in ons Algemeen Nederlands een mooi spreekwoord, dat luidt: “Wat niet weet, niet deert.” Hoe prachtig deze woorden ook mogen overkomen, toch kan ik er niet helemaal achter staan. Natuurlijk kan men zich altijd verschuilen achter “Ik weit er niks van!” Maar ook hier gaat dan het omgekeerde effect spelen. Wie zegt: “Ik weit er niks van” (of, nog sterker: “Ik weit er gielegans niks van”), die is meestal heel goed op de hoogte van de situatie of het gebeuren dat ter sprake komt. Maar terug naar “Wee weut?” Om die uitroep te neutraliseren, kan men antwoorden: “Ikke!” Toch zal men in dat geval zeker niet als een betweter of nen allesweiter afgeschilderd worden. Het eigenaardige bij dat alles, waarde lezer, is dat men “Wee weut?” meestal in zaain aaige zegt. Gaat u zelf maar even na hoeveel keer u “Wee weut?” al tegen uzelf hebt gezegd. De vraag heeft in dat geval eerder met een vorm van zelfverzekerdheid dan met twijfel te maken. Neem dat men zichzelf influistert: “Ik goen da neki probeire. Wee weut...?” Natuurlijk zijn het wijzelf op dat ogenblik die weten of wat we gepland hebben, zal lukken of niet. Tot hier hebben we het uitsluitend over de optimistische kant van “Wee weut?” gehad. En het zal de lezer niet verwonderen dat ik over het negatieve of triestige gebruik van deze uitdrukking niet wil uitweiden. Maar een kort verhaaltje kan er wel af. Telkens als ik het erop waag een foto te maken, zeg ik hardop na elke ‘klik’: “Wee weut?” Meestal werkt dat de gefotografeerden danig op de zenuwen, omdat ze er steevast van uitgaan dat ze er zonder kop of voote op goen stoen. En zelfs wanneer de foto’s die  ik neem, goed uitvallen (wat meestal het geval is), dan kan ik dat “Wee weut?” niet laten. Uiteraard bestaan er ook varianten op “Wee

weut?” Zo kan men gewagen van: “Wee zal het zegge?” of eventueel: “On wee zoude we da kunne vroege?” Het mooie van al die vragen is dat men er uiteraard nooit een antwoord op krijgt. Toch kreeg ik ooit een reactie in de zin van: “Wee weut? Leustert, ’t es nogal sumpel anders! As gaa en ik het ni weite, wee zou het den wél kunne weite?!” Onze uitdrukking “Wee weut?” als dood­ lopend straatje, dus. Ik heb mij al menigmaal afgevraagd of de echte Brusselaar eigenlijk als een betweter door het leven gaat. Welnu, door het feit dat hij of zij haast dagelijks met “Wee weut?” geconfronteerd wordt, ben ik overtuigd van het tegendeel. Hoogst uitzonderlijk hoort men soms stellen: “Ik weit eet da neemand ni weut!” En ook hier weet de persoon meestal zelf niet waarover hij of zij het gaat hebben. Maar ik hou het graag bij “Wee weut?” om berusting en loutering uit te drukken. Met andere woorden: wee wa weut, loete we on d’andere auver. En zelfs wanneer niemand iets weet van wat we ons afvragen, dan nog goen we doe ni baa stilstoen. Een en ander brengt mij ook bij de vraag die de Brusselaars elkaar af en toe stellen: “Weut ’t al?” Hoe kan men nu op zo’n vraag een plausibel antwoord geven, wanneer men niet eens weet wát men precies hoort te weten, waarde lezer? Welnu, ook dan kan “Wee weut?” goed van pas komen. Op dat ogenblik bedoelt men eigenlijk: “Weute gaa of ik het weit of ni?” En zo komt men natuurlijk onvermijdelijk in een patstelling terecht. “Wee weut?” heeft, eigenaardig genoeg, te maken met een vorm van onwetendheid. Het kan namelijk voorkomen dat men geconfronteerd wordt met het antwoord: “Wee weut da na ni?!?” wanneer de persoon in kwestie ons helemaal geen antwoord op onze vraag kan geven. Natuurlijk kan men daarop inpikken met: “Gaa, tiens!” Maar meestal schakelt men gewoon over op een ander onderwerp. Ziezo, waarde lezer, in de hoop dat we  “Wee weut?” nog lang kunnen blijven gebruiken, verblijf ik, uw alles behalve alwetende.

REDACTIE BRUSSEL DEZE WEEK Flageyplein 18, 1050 Elsene, 02-226.45.40, fax 02-226.45.69, info@bdw.be. ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bdw.be), 02-226.45.45, fax 02-226.45.69. Gratis binnen het Brussels hoofdstedelijk gewest. Rest van België 15 euro per jaar; rekeningnummer 424-5529822-66 van vzw Brussel Deze Week. Buiten België 25 euro per jaar. DISTRIBUTIE EN PROMOTIE Ute Otten (ute.otten@bdw.be), Paul De Weerdt. RECLAME IN BDW Rika Braeckman (rika.braeckman@bdw.be), 02-226.45.53, 0477-97.21.27, fax 02-226.45.69. OPLAGE 66.720 exemplaren. HOOFDREDACTIE Anne Brumagne (anne.brumagne@bdw.be). EINDREDACTIE Katrien Stroobants (katrien.stroobants@bdw.be). REDACTIE Jean-Marie Binst (jeanmarie.binst@bdw.be), Christophe Degreef (christophe.degreef@bdw.be), Bettina Hubo (bettina.hubo@bdw.be), Patrick Jordens (patrick.jordens@bdw.be), Freddi Smekens (freddi.smekens@bdw.be), Steven Vandenbergh (steven.vandenbergh@bdw.be), Steven Van Garsse (steven.vangarsse@bdw.be), Danny Vileyn (danny. vileyn@bdw.be). REDACTIESECRETARIAAT Isabelle De Vestele (isabelle.devestele@bdw.be), Gerd Hendrickx (gerd.hendrickx@bdw.be). MEDEWERKERS Michaël Bellon, Lieven Bulckaert, An Devroe, Philip Ebels, Eva Hilhorst, Ilah, Francis Marissens, Niels Ruëll, Bruno Schols, Tim Schoonjans, David Steegen, Benjamin Tollet, Georges Tonla Briquet, Nick Trachet, Karel Van der Auwera, Matthias Vanheerentals. FOTOGRAFEN Bart Dewaele, Anja Galicia, Marc Gysens, Ivan Put, Herman Ricour, Dieter Telemans, Saskia Vanderstichele, Jo Voets. VORMGEVING Peter Dhondt (peter.dhondt@bdw.be). FINANCIËLE ADMINISTRATIE Manu De Hertogh (manu.dehertogh@bdw.be). VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Anne Brumagne, BDW, Flageyplein 18, 1050 Elsene. ALGEMENE DIRECTIE Marijke Vandebuerie (marijke.vandebuerie@bdw.be). Brussel Deze Week wordt gedrukt op de persen van de nv Roularta, Meiboomlaan 33, 8800 Roeselare en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie. ONS MAILEN? Al onze mailadressen zijn volgens dezelfde structuur opgebouwd: voornaam.naam@bdw.be (losse bestanddelen van voornaam of naam aan elkaar, en zonder trema’s, verbindingsstrepen en andere tekens).


BDW 1247 PAGINA 25 - DONDERDAG 23 SEPTEMBER 2010

BDW 1247 PAGINA 24 - DONDERDAG 23 SEPTEMBER 2010

als het klif. In de zaal wordt er getraind en aan competitie gedaan; op kliffen ontdekt ze nieuwe uitdagingen en nieuwe manieren om te klimmen. “Op het klif wordt geen competitie georganiseerd, maar de prestaties worden zeker erkend binnen het wereldje. Kiezen tussen de twee kan ik niet. In de openlucht, met een prachtig uitzicht op een klif klimmen, is fantastisch. Meestal ga ik met vrienden in Spanje klimmen. Heerlijk.”

Klimmen > Mathilde Brumagne scheert hoge toppen

‘Overtref jezelf’

Brumagne behoort niet zomaar tot de Europese top. Ze werkt er hard voor en bezit een kwaliteit waar velen in de klimwereld haar om benijden: “Ik heb veel uithoudingsvermogen. Na een tijd treedt er verzuring op in je voorarmen waardoor je de grepen niet meer kunt vasthouden. Door met je armen te schudden probeer je dat weg te werken. Bij mij lukt dat vrij goed, waardoor ik al klimmend kan recupereren.” “Op dit moment train ik vijf à zes keer per week, drie tot vier uur per training; dat kan

SINT-LAMBRECHTS-WOLUWE – Brussel lijkt wel een kweekvijver voor topklimmers. Mathilde Brumagne (21) voelt zich zowel op de klimmuur als op het klif thuis en draait al eventjes mee aan de top. Na sterke prestaties in de jeugdreeksen moet ze zich nog wat aanpassen aan de seniorencompetitie. “Ik weet al niet meer hoeveel keer ik Belgisch kampioene ben geworden,” zegt Mathilde Brumagne. “Bij de jeugdreeksen pakte ik elk jaar de titel. Ik ben bij de junioren ook twee keer Europees kampioene geworden, bij de senioren ben ik negende geëindigd op het EK. Mijn vorige seizoen was niet super. De overgang naar de senioren vraagt heel wat aanpassingen. Het is stresserend en je kunt je geen foutje veroorloven.” Op zevenjarige leeftijd kreeg Brumagne de klimmicrobe te pakken toen ze met haar broer ging klimmen in klimzaal Poseidon. Een viertal jaar geleden nam trainer Christophe Depotter haar onder zijn vleugels. De Brusselse klimster ging intensiever trainen en proefde van de competitie. “Het geweldige aan de sport is dat je jezelf voortdurend moet overtreffen. Je wordt ook aldoor met verschillende situaties geconfronteerd. Je moet sporen vinden om te klimmen, andere bewegingen en de juiste methode vinden. Klimmen is een complete sport. Zowel fysiek als mentaal vraagt het heel wat engagement.”

De Brusselse klimster beklimt zowel de muur

David Steegen Europese top

Tragisch Verzuurd

Spaanse kliffen

mermans (artikel hieronder) bewees met een tweede plaats op het wereldkampioenschap dat de opvolging verzekerd is. “Ik heb niet meteen een uitleg voor dat succes. Ik zie wel dat de laatste jaren steeds meer mensen het klimmen willen uitproberen. Daaronder zijn ook getalenteerde jongeren. De sport slaat aan en ontwikkelt zich goed in België. Dat is leuk.”

“Klimmers zwemmen niet in het geld”

Mathilde Brumagne: “De dood van Chloé Graftiaux heeft mijn ambitie bekoeld.”

© MARC GYSENS

zwaar zijn.” Binnenkort wordt dat weer teruggeschroefd, als het academiejaar van start gaat. Brumagne studeert biologie in Louvain-la-Neuve, waar ze een topsportstatuut heeft. “Eind dit jaar rond ik normaal gezien mijn derde jaar af. Ik zit op kot in Louvain-la-Neuve, maar gelukkig is er een rechtstreekse bus naar Kraainem, waardoor ik vrij veel in Brussel kan trainen.” Brumagne en meervoudig wereldkampioene Muriel Sarkany zijn maar twee voorbeelden van het Brusselse klimtalent, en Loïc Tim-

De toekomst van de jonge Brumagne is nog wat wazig. Ze wil klimmen, dat staat vast, maar verder? “Ik zou natuurlijk graag zoveel mogelijk reizen en klimmen; ik heb geen zin om al te gaan werken. Het lijkt me nog veraf. Ik ga nog een master volgen na mijn derde jaar, ik heb dus nog wat tijd om na te denken.” “Momenteel word ik financieel bijgestaan door het Adeps en mijn sponsors. Het is niet zo evident om er je werk van te maken. Vooral omdat het amper in de media komt. Je kunt er wel van leven, maar het is niet zo dat je in het geld zwemt.” Op sportief vlak wil en moet ze haar talent bevestigen. De komende weken staan een paar internationale competities op het programma. “Ik wil zowel in de zaal als op het klif vooruitgaan. Ik voel me goed, en ik zie wel wat er uit de bus komt.” Het klimseizoen wordt overschaduwd door de tragische dood van Chloé Graftiaux. De jonge Belgische klimster maakte een dodelijke val in het Mont Blanc-massief. “Iedereen kende Chloé. Het is nu eenmaal een klein wereldje. Ik heb aan heel wat stages en wedstrijden met haar deelgenomen. Haar plotse overlijden heeft me echt geraakt.” “Chloé deed aan alpinisme, dat is niet vergelijkbaar met wat ik doe. Wanneer ik een klif beklim, zijn er al grepen in vastgemaakt. Bij alpinisme moet je die zelf steken. Omdat je daarbij niet alles kunt controleren, is het een gevaarlijkere sport. Ik heb er al aan gedacht om ook aan alpinisme te gaan doen, maar Chloés dood heeft mijn ambitie toch afgekoeld. Maar wie weet, ooit...”

Voor mij staat Luciano Spalletti, de Italiaanse coach van FC Zenit Sint-Petersburg. Ik ben verrast. Een rijzige man, groot en slank, gekleed in een ogenschijnlijk sober trainingspak. Een Italiaan in een trainingspak draagt geen trainingspak, maar een smoking. Het alleenrecht van klasse en stijl is eigen aan de afstammelingen van Caesar. Spalletti knikt, half glimlachend, de mondhoeken naar beneden en de ogen half gesloten. Don Luigi di Certaldo. Hij wijst naar een jonge man naast zich. Die vertelt me dat hij de persconferentie zal vertalen. José Mourinho is ook als vertaler begonnen. De jongen loopt voortdurend in het zog van zijn coach. Ook op het trainingsveld. Hij beheerst verschillende talen, waaronder Russisch, Engels, Portugees, Tsjechisch, Italiaans en Frans. Spalletti neemt plaats achter de tafel van de persconferentie. Nu ja, hij zit onderuitgezakt, achterover geleund, de kraag van zijn trendy sportjasje omhoog alsof hij zich wil beschermen tegen vervelende vragen. Hij zit minstens een halve meter verwijderd van de tafel. Dedain, arrogantie, verlegenheid of pose? Italiaan. De door RSC Anderlecht aangestelde Russische vertaler zit er voor spek en bonen bij. De rijke Russen hebben alles en iedereen in voorraad. Hun technische staf lijkt wel honderd deskundigen te tellen, inclusief vertaler. Ik heb de indruk dat ze een medisch specialist per spiergroep hebben. Spalletti kijkt wat nors, zijn diepzwarte ogen kijken de zaal doordringend in. Charisma. Een Belgische journalist vraagt wat RSC Anderlecht voor hem betekent. Spalletti antwoordt niet onmiddellijk. Twintig seconden stilte in een overvolle zaal is een

marteling. Ik zie de pers denken. Is Spalletti boos? Heeft hij de vraag niet begrepen? Plots trekt hij zich, traag, op gang. De kale man mompelt bijna onhoorbaar in zijn hippe jasje. Alsof er een microfoon in zijn kraag zit. Toscaans klinkt als muziek, zelfs op halve sterkte. “Una grande squadra” – stilte – “un gran’ club” – stilte – “una bella storia” – stilte – “giocano al pallon’” – stilte. Mini-Mourinho vertaalt als een robot, zonder intonatie. “Een grote ploeg, een grote club, een mooie geschiedenis, ze spelen voetbal.” De Belgische pers kijkt verbaasd. Dat zijn ze niet gewoon, een trainer van weinig woorden. Inwendig moet ik lachen. Spalletti heeft de zaal vast in vier zinnen, waarvan eentje met een werkwoord. Een Rus vraagt of hij het eens is met de stelling van Ariël Jacobs, die FC Zenit even voordien als favoriet heeft uitgeroepen. Weer die ondraaglijke stilte. Dan gemompel. “È normale” – stilte – “si parla sempre così nel calcio” – stilte – “ha ragione” – stilte en glimlach – “siamo piu forte” – stilte. De toonloze vertaling volgt. “Het is normaal, men spreekt altijd op die manier in het voetbal, hij heeft gelijk, we zijn sterker.” In Sint-Petersburg is de trainer een Ita­liaan; zijn sterspelers zijn Russen, Portugezen, Hongaren, een Italiaan, een Fransman, Kroa­ten, Serviërs, een Deen, een Amerikaan en zelfs een Belg. Europees spelen is verrijkend, zelfs als het tegenzit. www.brusselnieuws.be/steegen David Steegen is persverantwoordelijke van voetbalclub RSC Anderlecht

Tim Schoonjans ADVERTENTIE

Brussels Footbag Club

Bal aan de voet, bal in de lucht © MARC GYSENS

ELSENE – Jongleren met een stoffen balletje van vijf centimeter doorsnede. Footbag is gemakkelijk, goedkoop en leuk. Toch lijkt het maar niet aan te slaan. De Brussels Footbag Club zoekt dan ook leden. Footbag of hacky sack is een freestyle-sport waar al jonglerend allerhande kunstjes uitgehaald worden met een klein balletje. In Brussel vind je een van de weinige Belgische footbagclubs, misschien zelfs de enige. “Het is moeilijk om aanhangers te vinden in België,” vertelt Sébastien Vanhove (32), de voorzitter van de Brussels Footbag Club (BFC). “Sommige mensen komen een paar keer meetrainen, maar stoppen dan.” “Footbag is een stevige cardiotraining, én je werkt aan je souplesse en evenwicht. De tricks vragen heel wat beweging, op een dansachtige manier. Het is ook goedkoop, en je hebt weinig ruimte nodig. Als je op de bus staat te wachten, kun je even spelen. Achteraf steek je het balletje gewoon in je zak.” “De BFC is een vijftal jaar geleden opgericht.

Footbag of hacky sack: tof, intensief, ontspannend. En overal te beoefenen.

Op bezoek bij een vriend in Finland heb ik het voor het eerst zien spelen. Ik vond het meteen leuk, hoewel ik hoegenaamd geen voetbalfan ben. Terug in Brussel heb ik een paar mensen footbag zien spelen in een park. Ik ben mee gaan spelen en we hebben uiteindelijk de club opgericht.” De trainingen van de BFC verlopen gemoedelijk, onder vrienden. Dat wil niet zeggen dat het zweet niet van de voorhoofden loopt. “We trainen officieel op dinsdagavond, meestal in een zaal bij het stadion van Elsene. Daarnaast spelen we soms onder ons. We zijn met een vijftal vaste leden, maar iedereen mag mee komen doen. De uren vind je op onze website.” BFC organiseerde dit jaar het Europees kampioenschap in het Elsense stadion. In eigen land zijn er geen competities, daarvoor trekken ze naar het buitenland. Zelf organiseren ze tijdens de zomer de Brussels jam, die openstaat voor iedereen. De huidige leden zouden graag de fakkel doorgeven. “Ik ben 32, en dat begin je te voelen, lichamelijk. Daarbij heb ik ook nog andere bezigheden. Op termijn zou ik graag mijn verantwoordelijkheden aan iemand anders delegeren. Als er over drie tot vijf jaar geen opvolging is, dan zou het gedaan kunnen zijn. Maar hopelijk komt het niet zo ver.” TS www.footbag-brussels.be

LOÏC TIMMERMANS VERRAST OP WK KLIMMEN BRUSSEL – Een zilveren medaille op het wereldkampioenschap sportklimmen voor jeugd in Edinburgh: Loïc Timmermans (15) is wereldtop. “Mijn tweede plaats was een grote verrassing,” vertelt de jonge Brusselaar. “Vorig jaar was ik nog elfde, en ik was voor een finaleplaats naar Schotland getrokken. Alles verliep heel vlot en na de kwalificaties stond ik zelfs ex aequo met de eerste. Uiteindelijk moet ik de duimen leggen tegen een Duitse klimmer (Sebastian Halenke, red.) die vorig

seizoen al de wereldtitel had behaald. Hij was echt de sterkste.” In de finale strandde Timmermans op twee bewegingen van het einde. Ontgoocheld is hij zeker niet, strijdlustig des te meer. “Mijn doel is nu om de wereldkampioen van zijn troon te stoten. Ik heb al heel wat mooie podiumplaatsen en bekers behaald, maar deze steekt er toch boven uit. Ik ben al vier keer Belgisch kampioen geworden. In eigen land heb ik niet meer zoveel concurrentie.”

TS

DE INDRUKWEKKENDSTE FITNESS BODY BRUSSEL – Op zondag 26 september wordt duidelijk wie mag strijden voor de titel Mister Fitness Body 2011. Jonge mannen die intensief aan fitness doen en graag uitpakken met hun lichaam, moeten op zondag 26 september naar het gemeenschapscentrum De Markten. Tussen 14 en 15 uur wordt er het kaf van het koren gescheiden tijdens de selecties van Mister Fitness Body 2011. Met niet meer dan een boxershort of zwembroek om het lijf (en na het betalen van 17 euro inschrijvingsgeld) moeten de deelne-

mers poseren voor een jury. Iedereen die aan de selecties deelneemt, krijgt achteraf een foto opgestuurd als herinnering. De deelnemers (mannelijk, met de Belgische nationaliteit of in België wonend) worden onderverdeeld in drie categorieën: beginners vanaf zeventien jaar, gevorderden tot dertig jaar, en body classic tot dertig jaar met een minimumlengte van 1,80 meter. Inschrijven op misterfitnessbody.be. De finale is op 21 november in het PSK (Bozar). TS

Brussel

senior-Kicks donderdag 14 oktober 2010

ww

e ks.b c i k r io w.sen

Kom in een ontspannen sfeer KennismaKen met een gevarieerd sportaanbod voor 50-plussers • prijs: 4 euro bij voorinschrijving • inlichtingen: Bloso - 015-61 41 64 VGC-sportdienst - 02-413 04 46

www.sportelen.be

Vrije UniVersiteit BrUssel

VU: Bloso, Arenberggebouw, Arenbergstraat 5, 1000 Brussel - Vrij van zegel KB 2-3-1927. Art 135.

de  CLUB


BDW 1247 PAGINA 27 - DONDERDAG 23 SEPTEMBER 2010

BDW 1247 PAGINA 26 - DONDERDAG 23 SEPTEMBER 2010

© ILAH

Museja, musenee??

EEN VAN

heel bijzonders ts ie t e o m t a d , is soort museum n e e jk li n e ig e een schitterend je d in v l e k Een tuin die k U aad, in raakt... of uit rd e e g d it in u n r E e . e ie m z a it Z o zijn, dacht isschien wel no m je r a a w ’, m u ‘openluchtmuse weg wil.

Zeg no oi t

J

O T 13 9T

ER

s r e t s n o m n e n e Roz

Op een morgen werd mevrouw Van Buuren wakker en ze herinnerde zich wat ze die nacht had gedroomd: ze zag zichzelf, helemaal in het wit gekleed, door een labyrint lopen (op zoek naar de uitgang?). Ze belde meteen haar tuinarchitect, René Pechère, en vroeg hem om een doolhof te ontwerpen op een hellend stuk grond dat ze net had gekocht. Meneer Pechère was dol op doolhoven, dus lang hoefde die daarover niet na te denken. In amper vier maanden tijd maakte hij met maar liefst duizend driehonderd taxusbomen een daedalische tuin. Een wát?!? Het woord daedalisch komt van de Griekse naam Daedalos. Dat was de allereerste architect die volgens de legende op het eiland Kreta een labyrint heeft bedacht en gebouwd. Daar hangt overigens een mooi, oud verhaal aan vast...

oor de zomervakantie ging Zazi e één keer per maand op bezoek in een van de vele kleine(re) m aar fijne musea van Br ussel, zoals het Riolenm useum (ondergronds!), of het Museum van de M olen en de Voeding (in een mooie molen zonder w iek en). Vanaf deze maand zetten we onze speurtoc ht verder. Nik s voor jou, zeg je? Dat kan, soms ruik t he t er ook wat ‘saai’ en ‘m uf fig’. Maar in de meest e musea liggen de sterke, bo eiende verhalen voor het grijpen, als je je ogen en or en een beet je opentrekt. Het zijn net die verhalen wa ar w ij wel pap van lusten ! En die jij hier in Zazie ka n lezen...

Monsters

S

DEN ICK JOR R T A P DOOR

E

BLIK Hierboven lees je het spannende verhaal van Daedalus, Icarus en de Minotaurus. Benieuwd hoe het afloopt? Lees het in Vliegen tot de hemel van Michael De Cock, met prachtige illustraties van Gerda Dendooven (uitgegeven bij Davidsfonds/Infodok). Er zit ook een luister-cd bij.

VANGER

r was eens een meneer Van Buuren, die in het Nederlandse Gouda werd geboren, maar in Brussel kwam wonen. Als kind droomde hij ervan om architect te worden, maar uiteindelijk ging hij werken bij een bank. Hij verdiende er zoveel geld dat hij zijn eigen huis kon laten bouwen, helemaal in de stijl die hij wou. Zo ging die oude architectendroom van hem toch een beetje in vervulling. De villa werd gebouwd tussen 1924 en 1928, en van buitenaf gezien is ze niet meteen opvallend. Gewoon een huis in de rij, in rode baksteen, met twee heel puntige daken, dat wel. Maar binnenin vind je heel wat prachtige schilderijen, magnifieke meubels en tapijten, de meeste in art-decostijl. En zo werd dat huis van die kunstminnende meneer Van Buuren na zijn dood opengesteld als een gezellig museum. Er was ook mevrouw Van Buuren. Terwijl haar man zich bezighield met het huis, zorgde mevrouw goed voor de enorme tuin. Dat is er nu nog aan te zien! De tuin staat vol met rozen en allerlei exotische bomen. Je vindt er een grote boomgaard, en er is de geheimzinnige Tuin van het Hart: twaalf kleine hagen in de vorm van hartjes. En al die lage hartenhaagjes staan temidden van een grotere

of olh do

Buuren n a V n e in u t e d eum en s u m t e H : E G REPORTA

Nog een droom...

abyrint’ teg l ‘ r a en a m ee o z

n

OR IE D

ZI

VO

zaE

AA

V

R • BD W

haag, ook gesnoeid als een hart. Kortom, een plek om verliefd te worden, of gewoon weg te dromen. Het was een soort geschenk van mevrouw aan meneer. Maar het meest speciale en spannende van die tuin is het labyrint... heerlijk om in te verdwalen, of om tikkertje of verstoppertje in te spelen!

Heel lang geleden, ongeveer 2.600 jaar voor Christus, leefde er op Kreta een zekere koning Minos. Op een dag baarde zijn vrouw een afzichtelijk monster: de Minotaurus, half mens en half stier. Levensgevaarlijk was dat lelijke beest, want het lustte alleen maar mensenvlees, en niemand slaagde erin het gedrocht te doden. Dus zocht die bange koning naar een oplossing om dat monster voor eeuwig gevangen te zetten. Vanuit Athene liet hij de beroemdste architect van die tijd komen: Daedalus. Die piekerde zich suf om een geschikte gevangenis te bedenken, tot hij eindelijk – ping! – op het lumineuze idee kwam van een labyrint: een wirwar van gangen, kronkelende paden en doodlopende straten. Zo vernuftig gebouwd dat de Minotaurus er niet meer uit geraakte. Koning Minos was opgelucht, maar hij bleef toch een beetje achterdochtig. Daarom verbood hij Daedalus en Icarus ooit nog zijn eiland te verlaten. Ze zaten nu zelf gevangen, vreemd genoeg. Totdat de jonge, snuggere Icarus met een schitterend plan voor de dag kwam... Maar dat is dan weer een ander verhaal, voor een volgende Zazie.

Heb je zin om zelf voor monster te spelen in een Brussels doolhof, 2010 na Christus? Nu zondag is het Open Tuinendag en zijn de tuinen Van Buuren gratis open voor het publiek. Inschrijven is wel verplicht, dus surf gauw naar tuineninfeesttooi.bvrp.net. Ook op andere dagen kan je, zonder inschrijven, ronddolen in die idyllische hartjestuin, de boomgaard of het labyrint. Je kan je ouders ten zeerste aanraden om intussen het huis van de Van Buurens te bezoeken! Meer info vind je op www.museumvanbuuren.com.

Y

ORR N S ] Y R R [ SO

Eigenlijk is het labyrint in de tuin van de Van Buurens geen labyrint, maar een doolhof. In een labyrint kom je automatisch, als je het juiste pad volgt, in het midden uit of bij een ander eindpunt. Ook al zal dat pad serieus kronkelen, je kan er onmogelijk in verloren lopen. Dat is wel even anders bij een doolhof: daar zitten zoveel doodlopende paden in dat je soms heel hard moet zoeken én zelfs herbeginnen om bijvoorbeeld de uitgang te vinden.

Kan jij bij bovenstaande figuur, het Labyrint van Dudeney, de dieren terug naar het bos brengen? Henry Dudeney, een Engelse wiskundige en bedenker van puzzels, vond maar liefst zeshonderd verschillende manieren om in het midden te geraken. En jij, hoeveel? (Deze afbeelding komt uit het boek Tricky optical illusion puzzles, geleend uit de ABC-bibliotheek. Bij ABC vind je nog heel wat andere interessante boeken over doolhoven en labyrinten: www.abc-web.be.)


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.