BDW - editie 1253

Page 1

© IVAN PUT

04 11 10

AN PIERLE & WHITE VELVET IN AB En ook: Wim Delvoye, Aaron, ... AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X P303153

De toekomst lonkt

BRUSSEL – Verf, smeerboel en hese kelen: op de foto ziet u studenten van de Hogeschool-Universiteit Brussel die de moed hebben bijeengeraapt om zich te laten dopen. En op dit beeld aan de Sint-Katelijnekerk is het nog maar 14 uur. CD De nachtelijke foto’s zijn weggelaten, uw gezondheid ter wille.

Mobiliteit > Anderlecht bemoeilijkt het overstapparkeren aan de metro

Pendelaars raken auto niet kwijt ANDERLECHT – Wie vanuit Vlaanderen Brussel binnenrijdt, maar het centrum met de metro wil aandoen, staat voor een moeilijke zoektocht naar een overstapparking. Terminus Erasmus zorgt al zeker voor katers. Het kost de pendelaar 2.160 euro om 240 dagen per jaar te parkeren bij de metrohalte. En dan moet die ’s middags de auto ook nog even gaan verplaatsen.

S

inds de opening van metrohalte Erasmus, op de grens tussen het Brussels en het Vlaams gewest, is het tekort aan overstapparkings bij de metro een heikel punt. Pendelaars uit het Pajottenland zoeken naar alternatieven, die niet worden geboden. De verzadigde Postweg (Sint-Pieters-Leeuw), de Lenniksebaan (Dilbeek) en ander gps-sluipverkeer naar Anderlecht zorgen voor een trechter aan het Erasmusziekenhuis. Het is hier ook zaak om de auto kwijt te geraken. Pas sinds kort zit een werkgroep aan tafel om het probleem uit te klaren. De Brusselse mobiliteitsministers Brigitte Grouwels en haar Vlaamse collega Hilde Crevits (beiden CD&V) verte-

genwoordigen daarin de betrokken gewesten. Brussel ziet soelaas in extra, kleine overstapparkings. Op welk grondgebied die parkings moeten komen, is nu de vraag. Voor Vlaanderen zijn overstapparkings nog niet voorzien in het gewestplan. Bovendien werkt de gemeente Dilbeek met de Vlaamse Bouwmeester aan een masterplan om - onder meer - langparkeerders op Dilbeeks grondgebied te ontmoedigen. Anderlecht hanteert ondertussen een strak parkeerbeleid. De gemeentelijke beleidsnota tot 2012 is duidelijk: het parkeerbeleid wil “pendelaars ontmoedigen hun auto langdurig in de buurt van metrostations te parkeren”. En daar begint de patstelling tussen gewesten en gemeenten. De eerste

hindernis situeert zich over 1,3 kilometer van de Lenniksebaan (aan het Erasmusziekenhuis in Anderlecht), waar ongeveer 220 auto’s kunnen parkeren. Sinds deze zomer staan die plaatsen opvallend ‘leeg’. Er werden betaalautomaten geplaatst, maar die staan maximaal 4,5 uur parkeren toe. De twee aanpalende private parkings doen gouden zaken en staan zelfs overcapaciteit toe. Verderop, rond metrohalte Eddy Merckx, is een nieuwe blauwe zone geïnstalleerd: parkeren kan er tot... 4,5 uur. Een dagparkeerder kan de auto hier dus niet kwijt.

Wildparkeren In 2003 wou toenmalig bevoegd minister Jos Chabert (CD&V) de overstapparking bij metrohalte Coovi op termijn uitbreiden van 200 tot 1.000 parkeerplaatsen. We zijn zeven jaar verder. Mobiel Brussel, beheerder van de overstapparking, bevestigt nu dat over een tweetal jaar een verdubbeling wordt overwogen tot 400 plaatsen. Inmiddels blijkt wildparkeren op die parking schering en inslag; de politie beboet

sinds kort. “Wij gaan ervan uit dat de politie bevoegd is om dit op onze parking te doen, al is dit een grijze zone in de wetgeving waarover we

Het gewest geeft overstapparking Bizet uit handen aan Anderlecht in overleg zijn,” stelt Mobiel Brussel. “Het is de bedoeling om enkel nog Mobib-klanten gratis toe te laten tot de parking zodra die pass algemeen in gebruik is.” Een laatste optie ligt al vijf metrostations weg van de gewestrand. ADVERTENTIE

Overstapparking Bizet heeft een capaciteit van 180 plaatsen. Het Brussels Gewest deed vorige maand een bevraging bij de pendelaarsparkeerders, met de vraag of zij het erg zouden vinden mocht de parking verdwijnen. De Grondregie, die het vastgoed van het Brussels Gewest beheert, is bezig de parking over te laten aan de gemeente Anderlecht. Op de aansluitende braakliggende terreinen is net een appartementenblok geplaatst en ook de overige braakgronden worden nu bebouwd. Vraag is wat Anderlecht met de kleine overstapparking gaat doen. Jean-Marie Binst Lees meer op pagina 4-5: “De odyssee naar een parkeerplaats nabij de metro” ADVERTENTIE

Voordelige percenten op de Polo BlueMotion. Kijk snel op p.26! DB26/628880J0

Das Auto.

zie pagina 16

N° 1253 VAN 4 TOT 11 NOVEMBER 2010 ¦ WEEK 44: WEEKBLAD, EEN UITGAVE VAN VZW BRUSSEL DEZE WEEK, FLAGEYPLEIN 18, 1050 ELSENE, REDACTIE: 02-226.45.40, ABONNEMENTEN: 02-226.45.45, FAX: 02-226.45.69, E-MAIL: INFO@BDW.BE


OPMERKELIJK DE REL DIE ER NIET KWAM BRUSSEL – De Vlaamse Gemeenschapscommissie moet een half miljoen euro inleveren. En Pascal Smet (SP.A), Vlaams voogdijminister, heeft dat niet kunnen verhinderen. Genoeg voor een rel... die er niet kwam. De VGC is een ondergeschikt bestuur en kan geen belastingen heffen. De Vlaamse Brusselaars hangen voor zowat de helft van de inkomsten af van de Vlaamse Gemeenschap. De andere helft komt van het Brussels Gewest. Vlaanderen laat volgend jaar de ministeries 2,5 procent bezuinigen. Ook de VGC ontsnapt daar niet aan. Ze zal het volgend jaar met een kleine 500.000 euro minder moeten doen. Erg veel is dat niet. Maar het is nu ook weer geen bagatel. Voogdijminister van de VGC in de Vlaamse regering is Pascal Smet (SP.A), in 2009 aan de kant gezet in Brussel. Smet liet snel weten dat de 500.000 euro ruimschoots gecompenseerd wordt door 2 miljoen euro nieuwe middelen voor gemeenschapsinfrastructuur en 2,2 miljoen euro voor de uitbreiding van de onderwijscapaciteit. Helemaal eerlijk is dat niet. Die 500.000 euro gaat immers van de dotatie af die nodig is om de algemene werking van de VGC te financieren: het loon van de ambtenaren, de huur van gebouwen, enzovoort. Die uitgaven kunnen niet gecompenseerd worden met die subsidies voor cultuur of onderwijs. Collegevoorzitter Jean-Luc Vanraes (Open VLD) liet dan ook weten dat de besparing een aderlating betekent, maar dan vooral op middellange termijn. De Vlaamse Gemeenschap heeft enkele jaren geleden de schuld overgenomen van de VGC. Daardoor moeten er vandaag minder intresten betaald worden. De VGC tekent overschotten op, genoeg om de opgelegde bezuinigen op te vangen. In de toekomst kunnen er wel problemen ontstaan. Het incident leverde stof genoeg voor een fikse politieke rel tussen Open VLD (slachtoffer van de bezuiniging) en SP.A (verantwoordelijk voor de besparingsoperatie), opgepookt door CD&V, dat hierover in de VGC-raad interpelleerde. Maar er gebeurde helemaal niets. Het verhaal bleek uiteindelijk te genuanceerd, en de collegevoorzitter misschien ook te minzaam. Jean-Luc Vanraes heeft er geen belang bij om van leer te trekken tegen een voogdijminster waarmee hij graag de bouw van nieuwe scholen wil aankondigen in Brussel. En dus kwam er geen conflict. Jean-Luc Vanraes besloot dat hij Vlaams begrotingsminister Philippe Muyters (N-VA) zal contacteren om de aandacht te vestigen op de toekomstige financiële peSVG rikelen van de VGC.

BDW 1253 PAGINA 2 - DONDERDAG 4 NOVEMBER 2010

Uitgelicht > Budget van 2010 is volledig opgebruikt

Energiepremies opgeschort vanaf 16 november BRUSSEL – Alleen wie zich haast en ten laatste op 15 november zijn dossier indient, kan dit jaar nog een energiepremie van het Brussels Gewest krijgen. Minister van Leefmilieu Evelyne Huytebroeck (Ecolo) zegt dat het budget voor 2010 op is.

H

et bericht over de tijdelijke opschorting van de premies staat sinds dit weekend op de website van Leefmilieu Brussel, maar bij elektrozaak Steylemans in Laken wisten de verkopers zaterdag nog van niets. “Niemand heeft ons hier iets over gezegd. Een klant die vanochtend een koelkast kocht zei er iets van, maar officieel zijn we niet op de hoogte,” zei een van de verkopers. “Dat kan toch niet.” Normaal krijgt iedere Brusselaar die in 2010 een elektrische droogkast met een ‘A’-label of een koelkast met een ‘A++’-label koopt, een premie van 100 euro van het gewest, aan te vragen via Sibelga. Maar wie daar dit jaar nog gebruik van wil maken, moet zich reppen. Net zoals voor de

andere energiepremies – voor isolatie, efficiënte verwarming of hernieuwbare energie – besliste Huytebroeck vrijdag dat het dossier op 15 november binnen moet zijn. Anders komt men pas vanaf januari 2011 in aanmerking voor een premie. Tijdens een evaluatie met Sibelga vorige week is immers gebleken dat het budget voor 2010 zal opgebruikt zijn met de 22.000 premie-aanvragen die dit jaar al ingestuurd werden en de dossiers die de eerste helft van deze maand nog zullen toekomen. Dit budget bedroeg 11,7 miljoen euro en ging voor ruim vier vijfde op aan premies voor isolatie en efficiënte verwarming. Volgens Pascal Devos, woordvoerder van Huytebroeck, is het budget

in de loop der jaren almaar gestegen maar werd het lange tijd niet helemaal opgebruikt.

Explosie premie-aanvragen Tot vorig jaar de fotovoltaïsche zonnepanelen populairder werden. Daarop kondigde de minister aan dat de premie voor de plaatsing van die panelen vanaf 2010 afgeschaft zou worden, behalve voor bouwers van passiefwoningen. Reden was dat de installatie van zonnepanelen een stuk goedkoper was geworden en dat te veel mensen de premie aanvroegen. Meteen na de aankondiging explodeerde het aantal dergelijke aanvragen. “Alleen al in december kregen we dossiers ter waarde van tien miljoen euro,” zegt Devos. Uiteindelijk moest voor 2009 voor 32 miljoen euro aan premies uitbetaald worden, terwijl het budget maar zo’n tien miljoen euro bedroeg. Die overschrijding van 22 miljoen kwam Huytebroeck op flink wat kritiek te staan,

ook van haar coalitiepartners. De minister is dan ook voorzichtiger geworden en draait de kraan dicht nu het budget bijna op is. In de algemene voorwaarden van het

Wie nog geen bestelbon heeft ondertekend, krijgt de raad om nog even te wachten met zijn investering premiereglement wordt die mogelijkheid vaag vermeld. Onvolledige premie-aanvragen en aanvragen die na 15 november bij Sibelga binnenkomen, zullen pas volgend jaar

DE WEEK IN BEELD DOOR IVAN PUT

Het Warandepark, afgelopen dinsdag. Bij dit weer past een gele paraplu inderdaad perfect.

© IVAN PUT


WEEKOVERZICHT

BDW 1253 PAGINA 3 - DONDERDAG 4 NOVEMBER 2010

© REPORTERS/YVES VÉZANT

WOENSDAG 27 OKTOBER 2010 BETALEN MET IDENTITEITSKAART. In de kantine van een bedrijf in Woluwe kunnen werknemers voortaan betalen met hun elektronische identiteitskaart. Twee Brusselse bedrijven hebben hiervoor de technologie ontwikkeld. Het gaat om een wereldprimeur. STORME IS SCHULDIG. In het assisenproces over de Marollenmoorden krijgt Léopold Storme een gevangenisstraf van 26 jaar voor de moord op zijn ouders en zijn zus.

DONDERDAG 28 OKTOBER 2010 JOBKORTING ONDER VUUR. Brusselaars en Walen die in Vlaanderen werken maar er niet wonen worden gediscrimineerd omdat ze geen jobkorting krijgen. Dat zegt de Europese Commissie. Vlaanderen heeft twee maanden tijd om de zaak in orde te brengen. AKKOORD OVER PARLEMENTAIRE VERGOEDINGEN. De partijen van de Brusselse meerderheid bereiken een akkoord over de riante vergoedingen voor leden van het Bureau, voorzitter en ondervoorzitters. Die vergoedingen worden teruggeschroefd. De parlementsleden dringen ook aan bij de Brusselse regering om de vergoedingen in pararegionale instellingen transparant te maken. Hierover zal een resolutie worden ingediend.

Een aanvraag voor een premie die bijvoorbeeld de plaatsing van dakisolatie helpt te financieren, moet binnen zijn voor 16 november. Zo niet wordt de aanvraag pas volgend jaar behandeld.

PARLEMENT WACHT MET SPLITSING B-H-V. N-VA vraagt in de kamercommissie-Binnenlandse Zaken dan toch niet de hoogdringendheid voor de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde. De N-VA wil bemiddelaar Johan Vande Lanotte (SP.A) een kans geven om een oplossing te vinden voor de communautaire tegenstellingen.

VRIJDAG 29 OKTOBER 2010 behandeld en uitbetaald worden. Volgens de technische vereisten van 2010, maar volgens de financiële voorwaarden van 2011 welteverstaan. Hoe die eruit zullen zien, is niet duidelijk. “Momenteel ligt er een voorstel ter goedkeuring bij de regering,” zegt Devos. Welke richting het uitgaat, wil hij niet verklappen. “Anders riskeren we opnieuw dat er in de laatste maand een stormloop op bepaalde premies ontstaat.” Wie nog geen bestelbon heeft on-

“ “

dertekend, krijgt van Leefmilieu Brussel alvast de raad om nog even te wachten met de investering. Devos verzekert wel dat het totale premiebudget volgend jaar minstens zo hoog zal zijn als dit jaar. Ook garandeert hij dat als een of andere premie volgend jaar zou wegvallen, bijvoorbeeld voor een bepaald huishoudapparaat, het bedrag toch nog uitgekeerd wordt aan Brusselaars die dit jaar nog zo’n toestel kopen. “Maar wees gerust, de premies voor huishoudapparaten zullen niet ver-

dwijnen. Het is immers de enige manier om ook de huurders een duwtje in de rug te geven. Alle andere premies zijn er voor eigenaars.” Huytebroeck is vooral blij met het succes van de premies. Volgens de minister hebben de Brusselaars hun energieverbruik de afgelopen jaren verminderd met 12 procent en hun CO2-uitstoot met 7 procent. “Het stelsel van de energiepremies heeft hiertoe bijgedragen.”

Bettina Hubo

JOURNALISTEN VAN ‘LE SOIR’ STAKEN. De journalisten van de Franstalige Brusselse krant Le Soir hebben beslist om te staken. Ze willen dat de directie hun looneisen inwilligt. Daardoor ligt er in het weekend geen krant in de winkel. ENERGIEPREMIES ZIJN OP. Brussels minister van Leefmilieu Evelyne Huytebroeck (Ecolo) kondigt een moratorium aan op de toekenning van energiepremies voor dit jaar. TAXIPROTEST TEGEN NIEUWE KLEURTJES. Een twintigtal taxi’s blokkeert het Europakruispunt aan het Centraal Station. De chauffeurs protesteren tegen de nieuwe taxikleur die minister van Vervoer Brigitte Grouwels (CD&V) voorstelt. Volgens haar is hierover nochtans een akkoord met de sector.

ZATERDAG 30 OKTOBER 2010

De theoretische kans op schade van niet-ioniserende straling is ongeveer nul.” Epidemioloog Luc Bonneux en wetenschapsfilosoof Geerdt Machiels halen in De Standaard uit naar enkele professoren die vinden dat de internet-hotspots uit de stad moeten verdwijnen omdat die gevaarlijk zouden kunnen zijn.

Er bestaat ondertussen geen twijfel meer dat de politie de democratische spelregels overtrad.” Senator Bert Anciaux (SP.A) neemt het op zijn blog op voor de betogers van No Border Camp die een maand geleden onzacht in aanraking kwamen met de Brusselse politie.

ONGEWENSTE BEZOEKERS IN ONTPLOFTE HUIZEN. Enkele mannen dringen de huizen binnen die onbewoonbaar zijn door de gasexplosie van 25 september in de Gaucheretwijk in Schaarbeek. Buurtbewoners kunnen hen klissen. Ze ontkennen dat ze op plundertocht waren en zeggen dat ze er wilden overnachten.

ZONDAG 31 OKTOBER 2010 CHARLES PICQUE HAALT UIT NAAR VLAANDEREN. De gemeentelijke taalmaatregelen in de Vlaamse Rand zijn ook bedoeld om immigranten te weren. Dat zegt Brussels minister-president Charles Picqué (PS) zondag op de Franstalige televisie. Eerder raakte bekend dat het Hoog-Commissariaat voor de Mensenrechten van de VN in een rapport erg kritisch is over de taaleisen die Vlaanderen stelt bij aankoop van een woning of bij de verhuur van sociale woningen.

MAANDAG 1 NOVEMBER 2010

LEONARD IN WOLUWE. Aartsbisschop André-Joseph Léonard draagt de mis op in de Onze-Lieve-Vrouwkerk in Sint-Pieters-Woluwe. De viering wordt uitgezonden in verschillende landen. Léonard spreekt zich in de homilie niet uit over de actualiteit, maar na de viering herhaalt hij dat hij verkeerd begrepen wordt. Agenten in burger bewaren de rust. Er zijn geen incidenten.

DINSDAG 2 NOVEMBER 2010

HET WOORD

Cyberwasserette

De 29-jarige Française Marie-Amandine Journoud opent in de loop van deze maand vlak bij het steeds hipper wordende Sint-Gillisvoorplein een ‘cyberwasserette’. Terwijl de wasmachine draait met uw was erin, zal u er draadloos kunnen surfen. Wilt u intussen een ommetje gaan maken, dan kan u zich per sms of per email laten verwittigen dat het wasprogramma beëindigd is. De wasserette nieuwe stijl zal Wash & Web heten.

Journoud bedacht het concept voor haar wasserette tijdens de verloren uren die ze doorbracht... “in een bijzonder deprimerende wasserette vlak bij mijn toenmalige woonst”. “De Parvis trekt een hip en jong publiek aan en dat is ook de doelgroep die we viseren met Wash & Web: studenten en werkende twintigers. Sint-Gillis leek ons dan ook de ideale plek om dit te lanceren,” aldus Journoud bij onze collega’s van brusselnieuws.be.

Zorgzoeker zoekt zich suf. Slechts drie van de dertien Brusselse ziekenhuizen willen namen doorgeven van Nederlandskundige artsen. Dat blijkt uit een antwoord op een vraag van Vlaams parlementslid Paul Delva (CD&V). De website Zorgzoeker.be wil het de Nederlandstalige patiënten en huisartsen in Brussel makkelijker maken door hen te informeren over het aanbod aan Nederlandskundige zorgverstrekkers en specialisten in de hoofdstad. Dat lukt maar moeilijk, zo blijkt. Samengesteld door Steven Van Garsse

MEER NIEUWS DE HELE WEEK ROND OP


BDW 1253 PAGINA 4 - DONDERDAG 4 NOVEMBER 2010

© MARC GYSENS

De Lenniksebaan nabij metrostation Erasmus: betaalparkeren tot ten langste 4,5 uur houdt de helft van alle parkeerruimte leeg. En dat op een doordeweekse werkdag.

De blauwe zone rond metrostation Eddy Merckx (Britse Soldaatlaan) ontmoedigt de langparkeerders: maximaal 4,5 uur.

Mobiliteit > Parkeerbeleid in Anderlecht stuurt pendelaars uit de Rand wandelen

De odyssee naar een parkeerplaats nabij de metro ANDERLECHT - Het was al geweten vóór de opening van de metrostations Het Rad, Coovi, Eddy Merckx en Erasmus in 2003. Mensen die vanuit het Pajottenland de metro nemen, vinden onvoldoende overstapparkings. Zeven magere jaren verder denken de gewesten aan extra, kleine overstapparkings, maar waar? Voor Anderlecht is het al lang duidelijk: ‘Ontmoedig de pendelaar die lang wil parkeren bij de metro’.

V

oormalig Brussels minister van Verkeer Jos Chabert (CD&V) opende trots de metro-uitbreiding tot Erasmus in 2003. “Brussel doet alle moeite om de metrohaltes bereikbaar te maken,” zei de gewestminister toen. “Maar het is altijd hetzelfde probleem: niemand wil parkeerplaatsen aanleg-

gen. Ook niet over de gewestgrens (in de randgemeenten Dilbeek en Sint-Pieters-Leeuw, JMB).” Overleg met het Vlaams Gewest en de randburgemeesters bleek indertijd niet aan de orde. Want zo stelde Lieve Vanlinthout (CD&V), burgemeester van Sint-Pieters-Leeuw: “We willen af van het gebruik om

met de auto naar de metrostations te rijden.” Of haar collega-burgemeester Stefaan Platteau (Open VLD) van Dilbeek: “Het Brussels Gewest en de gemeente Anderlecht moeten maar voor nieuwe parkeerplaatsen zorgen. Gebeurt dat niet, dan vrees ik dat de totale capaciteit van het metrostation Erasmus met

BEDRIJF IN PROBLEMEN MOET SNELLER OPGESPOORD WORDEN BRUSSEL - Brussels minister van Economie Benoît Cerexhe (CDH) wil de opwaartse spiraal aan faillissementen in Brussel een halt toeroepen. Op zijn initiatief ondertekenden twaalf economische en gerechtelijke organisaties een handvest. Doel: bedrijven in problemen sneller opsporen. Brussel telt dit jaar een recordaantal faillissementen. Eind september stond de teller al op 1.677. De meeste failliete bedrijven zijn jonger dan vier jaar. Ze gaan meestal kopjeonder door gebrek aan kapitaal, een zwak businessplan of slecht beheer.

Er zijn inmiddels wel maatregelen en organisaties die bedrijven in moeilijkheden tegemoetkomen. Door de recente wet op de continuïteit van ondernemingen krijgen heel wat bedrijven met problemen bijvoorbeeld uitstel van betaling aan hun schuld-

eisers zodat ze hun situatie kunnen rechttrekken. Ook bestaat in Brussel al zes jaar het Centrum voor Ondernemingen in moeilijkheden (COm), een afdeling van Beci. Dat centrum werkt samen met enkele pro-Deo-advocaten, boekhouders en een sociaal secretariaat en slaagt erin 30 procent van de bedrijven die zich melden te redden. Probleem is dat het centrum nog altijd te weinig bekend is en dat

driekwart verminderd wordt.” Dat zeiden ze in 2003. Beiden zijn nog steeds burgemeester, en de mobiliteit is er niet op verbeterd. Inmiddels is de politieke verstandhouding er licht op vooruitgegaan: er werd dit jaar gestart met overleg tussen gewesten en gemeenten. Enkele weken geleden vertrok vanuit het Brusselse gewest de eerste vraag aan Dilbeek, in het kader van het interregionaal mobiliteitsplan. De oplossing die Brussels minister Brigitte Grouwels (CD&V) en Vlaams minister Hilde Crevits (CD&V), beiden in hun gewest bevoegd voor

bedrijfsleiders er zich vaak pas melden als het kalf al bijna verdronken is. Ondernemingen worden nu eenmaal zelden doorverwezen door hun bank of boekhouder en er wordt ook geen waarschuwingssignaal gegeven als een bedrijf bijvoorbeeld zijn sociale bijdragen niet betaalt.

Sneller naar COm Cerexhe wil hierin verandering brengen. Daarom zette hij Beci, het Brussels Agentschap voor de Onderneming en enkele beroepsorganisaties van boekhouders rond de tafel met de Brusselse handelsrechtbank

Mobiliteit, in de mouw hebben is de aanleg van kleine overstapparkings. Waar die moeten komen, zal nog worden onderzocht. Al moet volgens het kabinet Grouwels “de pendelaar in het Pajottenland in eerste instantie zo dicht mogelijk bij huis het openbaar vervoer kunnen nemen. Enkel voor wie dat niet kan, mogen de kleine, extra parkings het alternatief worden. Daar willen we in overleg met Vlaanderen werk van maken.” Het kabinet van Hilde Crevits (CD&V) zit op dezelfde golflengte: “Overstapparkings zijn niet voorzien in het gewestplan; eventueel

en de Franstalige orde van advocaten. In het handvest spraken ze af om nauw samen te werken en bedrijven vaker door te sturen naar het Centrum voor Ondernemingen in moeilijkheden. Bedoeling is dat ook de Nederlandstalige orde van advocaten, de banken en andere organisaties zoals de OCMW’s toetreden tot het netwerk. De ondertekenaars, die om de drie maanden zullen bijeenkomen, willen ook een website bouwen met alle informatie voor bedrijven in moeilijkheden. Die is nu te veel verspreid. Bettina Hubo


BDW 1253 PAGINA 5 - DONDERDAG 4 NOVEMBER 2010

© MARC GYSENS

Alles is goed om de auto kwijt te geraken. Hier wordt de brug van parking Coovi tot parkeerplaats omgeturnd.

zou  dit  moeten  gewijzigd  worden.”  Maar  ze  tipt  ook:  “Iedereen  moet  meer  oog  hebben  voor  de  mobiliteitsgevolgen van zijn keuzes op het  vlak  van  wonen,  werken,  school  en  ontspanning.” Verhuizen of in eigen  streek werken, dus, om het gependel  in te dijken.

Improviseren

gros van de pendelaars wil duidelijk  naast  het  metro-abonnement  niet  nog  eens  een  maandloon  neerleggen  aan  onbewaakte  betaalparking  op straat. Dan maar ‘improviseren’:  doorgaans  is  dat  verder  de  stad  in  parkeerplaats zoeken. Bij metrohalte Eddy Merckx lukt het  evenmin.  De  hele  Josse  Leemanslaan  heeft  geen  parkeerstroken.  In  de  omringende  straten,  zoals  de  Britse Soldaatlaan, werden vier stroken van 800 meter parkeerplaatsen  aangelegd.  Tijdens  het  zomerreces  bouwde de gemeente de zone uit tot  blauwe  parkeerzone,  waar  je  met  een parkeerschijf maximaal 4,5 uur  mag  staan.  De  hele  wijk  ligt  er  nu  vredig  verlaten  bij  (foto  2).  De  straten  zijn  ‘uitgezuiverd’  van  langparkeerders-pendelaars.  © GOOGLE EARTH/ BDW

BIZET

Be

HET RAD

rg en se st ee

nw eg

Le nn ik se ba

COOVI

an

et duidelijkst wordt de situatie bij  H enkele  vroege  en  late  ritjes  langs  vijf  Anderlechtse  metrohaltes.  We  starten bij metroterminus Erasmus,  op de grens van Anderlecht met Dilbeek  en  Sint-Pieters-Leeuw.  Na  het  trotseren  van  een  slakkengangetje  op de Postweg en de Lenniksebaan  –  de  twee  Vlaamse  toegangswegen  tot  Metro  Erasmus  –  begint  de  ellende pas.  We zoeken een plaats nabij een metrostation  om  onze  auto  een  hele  dag kwijt te kunnen. Voor zeven uur  ’s  morgens  weliswaar,  later  wordt  het  een  kansspel.  Vanaf  de  Henri  Simonet-rotonde  (metrohalte  Erasmus) tot de Josse Leemanslaan (metrohalte Eddy Merckx) zijn over 1,3  kilometer,  in  beide  eenrichtingsstraten langs het metrospoor, zowat  220  parkeerplaatsen  aangelegd.  Bij  de  opening  van  de  metrohalte    in  2003  bleek  die  capaciteit  al  ontoereikend.  De  private  parkinguitbater  Sipe  exploiteert  er    Parking  Lennik

(675  plaatsen)  en  Parking  Erasme  (639  plaatsen).  Sinds  2003  zijn  die  betaalparkings  niet  uitgebreid.  In  Parking  Lennik  (openlucht)  kost  parkeren  1,40  euro  voor  een  uur  en 10 euro  voor 24 uur. In Parking  Erasme  (overdekt)  betaal  je  2  euro  voor een uur en  13,50 euro voor een  hele dag.  Langs de Lenniksebaan werd de parkeersituatie  gewijzigd.  Vroeger  kon  je daar gratis staan, nu staan er betaalautomaten. Je kan er hoogstens  4,5 uur parkeren voor 4,5 euro. Sta  je er langer, krijg je een boete van 15  euro (foto 1).  Wie  een  hele  dag  werkt,  moet  dus  eigenlijk  over  het  middaguur  met  de  metro  zijn  auto  komen  verplaatsen.  Vandaar  dat  ruim  de  helft  van  de  parkeerstroken  leeg  blijft.  Het

ERASMUS EDDY MERCKX

De laatste haltes van metrolijn 5 richting Erasmus.

Vlaamse bewegers in het Frans SCHAARBEEK - Eliane Gubin (ULB), auteur van Bruxelles, berceau d’un flamingantisme démocratique, is te gast bij het Willemsfonds. Historicus Roel Jacobs, die haar interviewt, noemt het boek het beste werk over de pioniers van de Vlaamse Beweging in de tweede helft van de 19de eeuw. Roel  Jacobs  neemt  zelden  een  blad  voor de mond. Ook nu niet, zegt hij.  “De  hele  kwestie  van  de  identiteit  wordt veel te zwaar herleid tot taal.”   In de tweede helft van de 19de eeuw

was  dat  wel  even  anders.  “De  liberale  progressieve  middens  wilden  respect  tonen  voor  de  taal  van  het  volk als emanciperende factor,” zegt  Jacobs. “Een van hen was Léon Van-

derkindere,  de  Franstalige  burgemeester  van  Ukkel  die  zich  inzette  voor het progressieve Vlaamse liberalisme.”  “De ‘bourgeois’ madammen die vandaag in de Vanderkinderestraat hun  inkopen  doen,  beseffen  dat  waarschijnlijk  niet.  Naast  Vanderkindere  waren  er  ook  nog  Jakob  Kats  en  Karel  Buls.  Karel  voor  de  Vlamin-

De  gemeente  Anderlecht  verantwoordt  deze  maatregel  in  hun  beleidsnota  Mobiliteit.  In   Beleidsproject 2007-2012 staat  zwart  op  wit  dat  het  parkeerbeleid  erin  bestaat  “pendelaars  te  ontmoedigen  hun  auto langdurig in de buurt van metrostations  te  parkeren  (...)  om  de  verkeersdruk te verminderen en het  gebruik  van  (alternatieve)  parkeerterreinen in de rand van Anderlecht  te promoten.

‘Het is niet aan ons’   an  maar  zoeken  bij  de  derde  meD trohalte  Coovi,  nog  meer  naar  het  centrum toe. Bij de opening in 2003  (toen 200 plaatsen) was er de intentie om hier een betaalparking te organiseren, maar de parking is gratis  gebleven. Dat zal veranderen als de  Mobib-kaart  ingeburgerd  is,  stelt  Mobiel  Brussel.  Niet-metrogebruikers zullen moeten betalen.  De  parking  stroomt  voor  dag  en  dauw  vol,  wildparkeren  om  de  auto  toch kwijt te geraken redt de hopelozen.  Bijna  honderd  auto’s  staan  dagelijks buiten de lijnmarkeringen  geparkeerd, sinds kort worden overtreders  (soms)  beboet.  Ook  op  de  brug  tussen  beide  parkingniveaus  blijkt  het  een  robbertje  vechten  om  plaats (foto 3).  Bij  de  volgende  metrohalte  Het  rad  is  parkeren  uitgesloten,  we  bevin-

gen,  Charles  voor  de  Franstaligen  en  Charel  voor  de  Brusselaars.”  De  kentering  komt  pas  na  de  Eerste  Wereldoorlog:  onder  klerikale  invloed wordt het fl amingantisme dominant rechts. Het  boek  dat  in  1979  van  de  persen  rolde  heeft  aanvankelijk  wel  enige  aandacht  van  de  Vlamingen  gekregen,  maar  het  is  nooit  vertaald  geraakt.    “Het  was  en  is  niet  het  verhaal  dat  men  wilde  horen,”  zegt  Jacobs.  “Ook  nu  nog  niet,  het  verhaal  is  de  antithese  van  het  nationalisme  zoals  het  vandaag  door

den  ons    op  de  drukke  Bergensesteenweg.  Dan  maar  naar  de  overstapparking  van  metrohalte  Bizet,  waar  er  180  gratis plaatsen zijn. Ook hier is het  al wildparkeren wat de klok slaat. In  september  werd  aan  de  pendelaars  op  de  parking  gevraagd  of  ze  het  erg  zouden  vinden  als  de  parking  zou verdwijnen. Recent is een luxeappartementsblok naast de parking  in  gebruik  genomen,  op  het  naburige braakliggende terrein zijn  twee  blokken  in  opbouw.  Open  terreinen  zijn hier duidelijk gegeerd. Een  en  ander  leert  dat  de  mogelijkheden tot overstapparkeren niet zijn  toegenomen  sinds  2003,  integendeel.  De  gemeente  Anderlecht  stelt  alles  in  het  werk  om  de  pendelaarlangparkeerder  te  weren.  Ook  in  Dilbeek  ziet  men  de  extra  overlast  van  langparkeerders  met  lede  ogen  toe. De verkeersschepen zegt: “Eenrichtingsverkeer tegen de stroom uit  Vlaanderen  in,  kan  een  oplossing  bieden.  We  willen  pendelaars  ontmoedigen  om  in  onze  gemeente  te  parkeren. Als er meer parkeerzones  nodig zouden zijn voor pendelaars is  het aan het Vlaams gewest om die te  voorzien, niet aan ons.” Langs beide  kanten  is  het  ‘ontmoedigen’  van  pendelaars dus duidelijk de norm.

Jean-Marie Binst

de  drie  D’s  –  De  Wever,  De  Decker  en  De  Winter  –  beleden  wordt.”  Het Brussels flamingantisme... in het Frans vindt plaats op 9 november in  L’Aile  Bleu,  Vleugelstraat  60,  1030  Schaarbeek.   De avond wordt ingeleid door volksvertegenwoordiger Herman Mennekens.  Danny Vileyn Begint om 19.30 uur. Toegang gratis, reservaties voor 9 november via 0495/210.501 of johan.basiliadis@vldbrussel.be


BDW 1253 PAGINA 6 - DONDERDAG 4 NOVEMBER 2010

© PHOTO NEWS / GILLES LARVOR

Bij het aanbieden van voedsel in scholen of openbare ziekenhuizen moet de ratio de boventoon voeren, vindt het CAL. Beter vegetarisch voedsel aanbieden dan halal, luidt het, want voor dat eerste pleiten meer gezondheids- en milieu-argumenten.

Maatschappij > Vrijzinnige beweging zet de puntjes op de i over interculturaliteit

Liever vegetarisch dan halal BRUSSEL – Het Centre d’Action Laïque (CAL), de Franstalige georganiseerde vrijzinnigheid, heeft een standpunt ingenomen over de interculturele samenleving. Het is een genuanceerde nota geworden met niettemin enkele niet mis te verstane aanbevelingen aan de overheid.

B

Scholen bevinden zich immers in een pedagogische omgeving, redeneert het CAL. Verschillen mogen er zijn tussen de leerlingen, maar ze

mogen niet benadrukt worden. Ook op het vlak van maaltijden doet het CAL een aanbeveling. Halal eten aanbieden op school of in

Steven Van Garsse

www.laicite.be

Links en vrijzinnig, een moeilijke cocktail Wij vroegen Nadia Geerts, docente filosofie en oprichter van het Réseau d’Action pour la Promotion d’un Etat Laïque (Rappel), om haar licht te laten schijnen over de nota van het CAL. Waarom komt de vrijzinnigheid nu met een nota? Geerts: “Wij hebben zelf met Rappel in 2006 al een standpunt ingenomen over religieuze kentekens in het onderwijs. Het probleem is alleen maar nijpender geworden. Bovendien zijn er sindsdien ook andere sectoren in beeld gekomen. Zo kwam er een nota van het ministerie van Justitie die religieuze kentekens toeliet in de gerechtszalen en in haar administratie. Vorig jaar werd een CDH-parlementslid verkozen die een hoofddoek draagt in het parlement.” “PS en Ecolo hadden het in hun verkiezingsprogramma toen ook over ‘redelijke schikkingen’. Dat is een Canadees concept in het arbeidsrecht dat zegt dat je bepaalde normen mag versoepelen om discriminatie tegen te gaan die die norm kan veroorzaken. Het kwam er eerst voor gehandicapten maar is intussen uitgebreid naar religieuze minderheden. Die zouden volgens die redenering bepaalde rechten krijgen: halal maaltijden bijvoorbeeld. Daar is binnen de vrijzinnigheid een heftig debat over ontstaan. Ze vonden dat ze niet langer aan de zijlijn konden blijven staan.” Toch is de vrijzinnigheid lang verdeeld

© LARA H.

russel mag dan in razend tempo kosmopolitisch worden, het is historisch een stad van vrijdenkers en als het Centre d’Action Laïque (CAL) iets zegt, wordt daar meestal ook naar geluisterd. In een lijvige nota die vorige week op de website verscheen, zet de CAL de puntjes op de i als het gaat over de interculturele samenleving. De vrijzinnige beweging was daarover lang verdeeld. Vandaag lijkt er zich een consensus te vormen. Doel van de nota is de individuele vrijheden van de mens te verzoenen met de neutraliteit van de staat. “Het lijkt er immers op,” stelt de nota, “dat sommige waarden van onze democratie vandaag niet meer van tel zijn.” Het CAL maakt een onderscheid tussen gebruikers van de overheid en werknemers van de overheid. Primeert voor de eerste categorie de individuele vrijheid, bijvoorbeeld voor het dragen van een hoofddoek, dan vindt het CAL dat die in alle gevallen voor overheidspersoneel verboden moet zijn. In ziekenhuizen en gemeentehuizen, bij de politie of in de gerechtszalen moeten de functionarissen te allen tijde neutraal zijn. Voor patiënten, burgers en cliënten geldt vestimentaire vrijheid. Het CAL maakt een uitzondering op deze opdeling. In scholen, vindt het centrum, moeten religieuze kentekens als hoofddoeken of keppeltjes ook verboden worden voor leerlingen, hoewel die stricto sensu als gebruikers van een overheidsdienst zouden kunnen worden beschouwd.

openbare ziekenhuizen, vinden de vrijzinnigen niet nodig. Beter is het om complementair vegetarische gerechten aan te bieden. Rationaliteit primeert in de redenering: er zijn goede redenen om voor vegetarische maaltijden te pleiten (gezonder, milieuvriendelijker, enzovoort), voor halal voedsel zijn die argumenten al minder makkelijk te vinden.

Ook over de vakantiedagen spreekt de nota zich uit. Nogal wat moslimouders houden hun kinderen weg tijdens religieuze feestdagen. Kan niet, vindt het CAL, maar de Franstalige vrijzinnigen zien ook wel meteen hun eigen inconsequentie in. Veel huidige wettelijke feestdagen hebben immers een christelijke oorsprong. Het CAL pleit daarom voor een nieuwe kalender van vrije dagen op school die minder rekening houdt met religieuze traditie. In afwachting daarvan vindt het CAL een zekere souplesse wel gerechtvaardigd voor ouders die hun kinderen niet naar school sturen bij een islamfeestdag. “Maar ze moeten dan wel de eerlijkheid hebben om dit zo te melden aan de school. Het kan niet dat ze de kinderen zomaar weghouden of ziek melden.” Ook de politiek krijgt een hoofdstukje in de nota. Er was bij de laatste verkiezingen nogal wat te doen over bijzitters met een hoofddoek in de stembureaus. Het CAL neemt hierover niet echt een standpunt in. Ze doet dat wel over de voorzitter van het stembureau. Die heeft in het stembureau een duidelijk publieke functie en kan zeker geen religieus kenteken dragen. Een wetgevend initiatief is nodig om duidelijkheid te verschaffen, vindt het CAL. Over religieuze kentekens in het parlementaire halfrond is het CAL minder duidelijk. Ze vindt het een debat waard, maar vraagt zich intussen ook af de vrijheid van meningsuiting niet zo essentieel is, dat de vrijheid om zich religieus te profileren misschien wel primeert. Tot slot vindt het CAL onwesterse gedragingen als het dragen van boerka of het weigeren van het geven van een hand onaanvaardbaar.

geweest over deze kwestie. Geerts: “Klopt. Vandaag lijkt er wel een consensus te groeien. Maar ook ik heb hier mee geworsteld. Je bent vrijzinnig, progressief en links. Dat ging vroeger goed samen, maar sinds een bepaalde islam aan invloed wint, is die eenheid in het gedrang gekomen. Op de duur weet je niet meer naar welke kant je hart moet uitgaan. Door de islam te bekritiseren neem je moslims in het vizier. Dat is tegelijk een maatschappelijk kwetsbare groep die ook nog eens gediscrimineerd wordt. Het is een moeilijk dilemma.” Op het gevaar af als racist te worden bestempeld.

Geerts: “Ik heb mijn deel wel gehad, ja. Kijk, vroeger was het makkelijk. De Kerk kon je makkelijk bekritiseren: er zijn bisschoppen met hun gewaden en hun mijters, er is de paus, een hele machtsstructuur. Maar die is er niet bij moslims. Als meisjes een hoofddoek willen dragen, dan is dat, zeggen ze, omdat ze dat zelf willen, niet omdat de imam het hen zegt. Dat maakt het heel wat moeilijker om een kritiek te formuleren. Voor je het weet, viseer je een hele groep.” Je hebt in het Vlaams parlement getuigd naar aanleiding van het hoofddoekendebat. Hoe is het in de Franse Gemeenschap gesteld? Geerts: “Vijf procent van de scholen laat meisjes met een hoofddoek toe. Dat is een probleem, want die scholen krijgen een toevloed aan meisjes die de hoofddoek niet willen afleggen. Dat is niet veranderd sinds we dat probleem in 2006 hebben aangekaart. Er is geen wetgeving. Onderwijsminister Marie-Dominique Simonet (CDH) heeft alleen gesuggereerd om hoofddoeken te verbieden tot een bepaald schooljaar. Sindsdien hebben we er niets meer over gehoord.” SVG Rappel heeft sinds kort ook een Nederlandstalig manifest dat gesteund wordt door onder anderen Ann Brusseel, Luckas Vander Taelen en Els Ampe. www.le-rappel.be


BDW 1253 PAGINA 7 - DONDERDAG 4 NOVEMBER 2010

Geschiedenis > Els Witte en Harry Van Velthoven over ’s lands taalstrijd

Haven > Belangrijke klant haakt af

Taal (ook) in tijden van internationalisering

Katoen Natie talmt met bouw logistiek centrum

BRUSSEL – Een duik in het verleden kan een uitstekende handleiding zijn bij de huidige politieke impasse. Historica en voormalig VUB-rector Els Witte en historicus-emeritus hoogleraar van de Hogeschool Gent Harry Van Velthoven hebben met Strijden om taal, de Belgische taalkwestie in historisch perspectief een boeiende bijdrage geleverd.   Weldenkenden, Belgen, Brusselaars, Vlamingen en Walen denken maar al te graag dat België een unieke constructie is met een unieke geschiedenis. Een mooie gedachte, maar dat is het uitgangspunt van de auteurs niet.  Wel tonen ze overtuigend aan dat België een heel interessante casus is. “De taalproblemen die zich op Europees vlak stellen, geven aan dit overzicht ongetwijfeld ook een zekere actualiteit.” Mogen we met enige zin voor overdrijving België taalkundig een mini-Europa noemen, dan staan Europa en België taalkundig ook op gespannen voet. In de Belgische taalwetgeving neemt de territorialiteitseis een centrale plaats in, terwijl Europa opteert voor persoonsgebonden taalrechten. Een optie waarvan Franstaligen graag gebruikmaken om in de Vlaamse Rand rond Brussel tegen de Vlaamse regering te fulmineren. Nochtans zijn het de Franstaligen die destijds de territorialiteitseis naar voor geschoven hebben om de boot van de veralgemeende tweetaligheid van België af te houden. In een tijdsgewricht waarin het Nederlands als minderwaardig werd aanzien, was er geen sprake van om die taal op Waals grondgebied toe te laten. Net zoals het ondenkbaar was om Vlaamse inwijkelingen in Wallonië taalrechten te geven. En laat het nu net dat gebrek aan wederkerigheid zijn dat de Belgische taalsituatie bijzonder moeilijk maakt. Al moet er volledigheidshalve aan toegevoegd worden dat de territorialiteitseis er ondertussen diep in zit bij Franstaligen én Vlamingen.

Wallonië geeft het voorbeeld Witte en Van Velthoven zien in een recent concept in Wallonië – faciliteiten via het internet – een antwoord op de Europese vraag naar meer taalgastvrijheid. “Rekening houdend met de vraag dat men het in tijden van europeanisering en internationalisering de migranten makkelijk maakt om zich aan hun nieuwe omgeving aan te passen, openen deze ‘internetfaciliteiten’ een aantal perspectieven. Ze laten het bestaande systeem intact, ze zijn individueel en niet collectief, ze staan niet haaks op het taalinburgerings- of assimilatiebeleid dat de gemeenschap-

pen volgen, ze worden op vrijwillige basis door de gemeenten aangeboden en schakelen een modern medium in.” Misschien is dit ook wel een te overwegen piste voor de gemeenten in de Vlaamse Rand rond Brussel na de splitsing van het kiesarrondissement. Net zoals het Brussels Gewest internationaliseert de Rand immers ook hoe langer hoe meer. Dat Brussel met de dag kosmopolitischer wordt, is een boeiend gegeven, maar het maakt het leven van de Brusselse Vlamingen er niet per se eenvoudiger op. “Wie geen enkele band heeft met het buitenland, gaat in Brussel stilaan tot een minderheid behoren. Deze inwijking versterkte tevens het sociaal-economisch dualisme van de stad. Hoogopgeleiden uit de Europese en internationale instellingen en bedrijven vestigden zich in het centrum en het rijkere zuidoosten van de stad. De grote groep arbeidersmigranten zocht de armere gemeenten op van de eerste en tweede verstedelijkte gordels.” Het is ook in de context van internationalisering en verpaupering dat de Brusselse Vlamingen zich staande moeten houden. Ze moesten bijvoorbeeld machteloos toekijken hoe de Conferentie van Burgemeesters de drie niet-benoemde burgemeesters uit de faciliteitengemeenten steunde. Ook tasten Franstalige ministers (onder het mom van internationalisering) veelvuldig de grenzen van de gewestbevoegdheden af. Witte en Van Velthoven: “Het feit dat het gewest opereert in de grijze zone tussen culturele en gewestmateries die betrekking hebben op de internationale rol van Brussel (image building, toerisme, ontwikkelingsplannen) en ook het feit dat de banden met Europa via het gewest verlopen, maakt de inbreng van de Vlamingen op deze terreinen beperkter en wordt door hen meer en meer als een probleem ervaren.” “De gewestvorming en de gewaarborgde positie die ze in de Brusselse gewestelijke instellingen genieten, zetten er de Vlamingen toe aan politiek actief te zijn in de hele regionale context. Dat die politiek direct en indirect de positie van de Vlamingen in Brussel versterkt, kan dan ook niet ontkend worden,” aldus de auteurs. Maar ook: “Toch blijft ook op gewestelijk vlak de band met Vlaanderen het sterkste wapen van de Nederlandstalige Brusselaars om zich tegen de francofone meerderheid te beschermen.” Danny Vileyn Strijden om taal, de Belgische kwestie in historisch perspectief van Els Witte en Harry Van Velthoven is uitgegeven bij Uitgeverij Pelckmans, telt 240 bladzijden en kost 19,75 euro.

BRUSSEL – De bouw van een logistiek centrum op de oude Carcoke-site loopt vertraging op. Katoen Natie heeft onvoldoende klanten. Met de bouw van het Distribution Centre Brussels in Neder-OverHeembeek moet een eind komen aan de jarenlange stadskanker aan het kanaal. In 2003 werd de Carcoke fabriek afgebroken. Het duurde dan nog jaren om het terrein gesaneerd te krijgen. In de lente van dit jaar was de sanering afgerond en kondigde Katoen Natie de bouw aan van een watergebonden logis-

tiek platform van 65.000 vierkante meter, onderverdeeld in units van elk 8.000 vierkante meter. Het Antwerpse bedrijf heeft hiervoor ook de nodige bouwvergunningen op zak. Er is nu een kink in de kabel. Een belangrijke klant zou hebben afgehaakt. Fernand Huts van Katoen Natie: “Onze klanten moeten beantwoorden aan een bepaald profiel. Deze klant beantwoordde daar niet aan.” Huts wil pas bouwen als hij zekerheid heeft over de economische rentabiliteit. Katoen Natie investeert 25 miljoen euro in het Distribution Centre Brussels. SVG

P-PRAAT Vorige week schreven wij al dat Charles Picqués plaat vaak blijft hangen (“bil... KRAK... lijke...KRAK her... KRAK... fin... KRAK... ancie... KRAK... ring”), maar sinds kort gaat de plaat ook in overdrive. De Brusselse minister-president (PS) vindt dat de Verenigde Naties groot gelijk hebben als die vragen stellen bij sommige taalvoorwaarden in Vlaamse randgemeenten. Maar Charles gaat echt in hoger toerental door daar aan toe te voegen dat Vlaanderen op die manier ook de migratie wil tegengaan, en Brussel dus met die migratie opgescheept blijft. Al een geluk dat zijn partij de kern van het probleem federaal zo goed weet aan te pakken. MaardaarheeftCharles... KRAK... waarschijnlijkhelemaalgeenorennaar…KRAK. Iets met eieren en taxi’s dan. Het was ronduit hallucinant hoe misnoegde taxichauffeurs vorige week eieren naar Brigitte Grouwels (CD&V) hebben gegooid toen de minister van Mobiliteit de nieuwe taxikleuren aan de verzamelde pers voorstelde. De taxichauffeurs waren naar eigen zeggen niet tevreden met de nieuwe mangogele dambordblokjes op de flank van de wagens. De ironie van de zaak is dat ze door eieren te gooien de taxi’s nog geler hebben gemaakt. Of eiergeel ook mangogeel is, daar valt dan wel weer over te discussiëren. Maar wat is het probleem eigenlijk met dat mangogeel? Pascal Smet heeft er zijn tanden ook al eens op stukgebeten, en volgens ons antwoordt het gemiddelde kind met ‘geel’ op de vraag hoe een taxi er uit ziet. En wat willen die taxichauffeurs eigenlijk bereiken? Medelijden? Of de taxi nu koolzwart, mangogeel of geblokt fuchsia is, verantwoord rijden kunnen ze toch niet.

CHIEN ÉCRASÉ

© IVAN PUT

ELSENE – Groot nieuws uit de Flageygemeente. De Elsensesteenweg wordt een eenrichtingsstraat tussen de Vredestraat en de Waversesteenweg. Autoverkeer richting Naamsepoort wordt langs de Vredestraat naar de Waversesteenweg geleid, om vervolgens via de Waversesteenweg naar de Naamsepoort te gaan. Om daar nog meer chaos te veroorzaken. De bus zou wel rechtdoor kunnen met behulp van een busbaan. Dat is althans het plan van mobiliteitsminister Brigitte Grouwels (CD&V). Eind 2011 moeten de werkzaamheden aan de steenweg klaar zijn. Met een gemeente die meewerkt – we zijn optimistisch – kan u binnen acht jaar dus rustig tuffend met buslijn 71 door het meest drukke stuk van Elsene. ELSENE – Laatst hebben we trouwens de proef op de som genomen, en eens getest hoe lang het duurt om met bus 71 van het Flageyplein naar Delta te rijden (een traject van 3,5 kilometer) om halfzeven op een vrijdagavond. Het antwoord is veertig (40!) minuten: dertig minuten wachten op de bus (en een eivol exemplaar laten gaan) en tien minuten rijtijd. Nog tien minuten langer en er was een psychiater aan te pas gekomen.

De taalstrijd woedt in de Rand meer dan in Brussel.

BRUSSEL – Een tip: als u ook naar therapie snakt na een busrit met de 71, kijk dan naar de bomen en haal eens diep adem. Het is namelijk herfst, en heel wat bomen hebben last van gekleurde vallende bladeren. Vooral op de Ginkgo biloba moet u goed letten: die bladeren zijn heel, heel erg geel. En erg mooi. Als ook dat niet werkt, moet u toch maar even die psychiater bellen.


BDW REGIO

BDW 1253 PAGINA 8 - DONDERDAG 4 NOVEMBER 2010

Ukkel > Opvang- en verzorgingstehuizen van 1835 tot nu

Ontsnapt uit het archief

Op een ontboste strook van het Vronerodebos verrees in 1902 het sanatorium du Fort Jaco. ‘Betalende zieken’ konden er verblijven vanaf 200 frank per maand, zo leert de advertentie (r.).

Raf Meurisse:

“Soms word je in die archieven van het kastje naar de muur gestuurd, en als je bedenkt dat die boekdelen al snel 20 à 30 kilogram wegen...”

Links: Het gesticht voor dove en blinde meisjes (nu het Institut Royal pour Sourds et Aveugles (Irsa) aan de Waterloosesteenweg. Rechts: het Hôpital des convalescents in Ukkel-Verrewinkel.

UKKEL - Raf Meurisse, de auteur van het unieke Ontdek Ukkel, doet weer een boekje open over de groene gemeente. Op 9 november geeft hij in de plaatselijke bib een lezing over de instellingen die in Ukkel soelaas brachten voor de zieken, ontheemden en rustelozen.

O

f Raf Meurisse de Zwitserse vrouw kon helpen in haar zoektocht naar het Ukkelse weeshuis waar haar moeder verbleven had? Door die vraag kwam hij een weeshuis op het spoor waar niemand nog iets van schijnt te weten. “Het Maison de l’Orphelin heeft aan de Alsembergsesteenweg bestaan van 1880 tot 1948. In de bevolkingsregisters van Ukkel vond ik de 520 namen terug van de weeskinderen, en daarbovenop die van het personeel en de directeurs, die vreemd genoeg meestal buitenlanders waren. Van wie kregen die kinderen les, waar gingen ze werken als ze twaalf, veertien waren. Ik heb er statistiekjes bij gemaakt.” Meurisse brengt altijd wel verborgen geschiedenissen naar boven. Dat wist het Davidsfonds Boeten-

dael/Sint-Job van Ukkel ook toen ze hem vroegen om een lezing te geven, want sinds zijn ontdekking van het weeshuis heeft Meurisse zich vastgebeten in alle mogelijke Ukkelse instellingen voor noodlijdenden. De primeurs zijn voor de aanwezigen op de lezing, later brengt hij nog uitgebreid verslag uit in Ucclensia, het blad van de Geschied- en heemkundige kring van Ukkel en omgeving. De tachtigjarige Meurisse bezweek tijdens zijn zoektocht bijna letterlijk onder de informatie: “Soms word je in die archieven van het kastje naar de muur gestuurd, en als je bedenkt dat die boekdelen al snel 20 à 30 kilogram wegen...”

‘On ‘t zotôis’ De latere burgemeester van Ukkel, dokter Albert Vanderkindere,

stichtte in 1835 samen met dokter Kalcher de psychiatrische instelling Maison de Santé, ‘Zotôis’ en flamand populaire. Het was een erg grote instelling, van aan het kruispunt van de Vanderkinderestraat (vroeger Breedbunderweg) en de Alsembergsesteenweg tot de Molièrelaan en de Onderlinge Bijstandstraat. Ze ving de dementen op van heel Brussel. Co-auteur van het Brussels lexicon en geboren Ukkelaar Sera De Vriendt: “Het moet wel een belangrijk gesticht geweest zijn, want ik heb voor de oorlog altijd de uitdrukking on ’t zotôis horen gebruiken voor dat kruispunt.” Een ander psychiatrisch ziekenhuis kwam er in 1902 op een ontboste strook van het Vronerodebos. Het Sanatorium du Fort Jaco van dokter Marin de Mont, eerst alleen

voor krankzinnige vrouwen, bestaat nog altijd en heet nu de Clinique Fond’Roy (Vronerode). Georges Hobé, een Brusselse architect bekend van Brusselse art-nouveauvilla’s in Brussel en Spa, tekende het ziekenhuis in Engelse cottage, tevens de stijl van zijn Villa Kykhill in De Panne. De Duitse dichter Ernst Stadler, die later bij Ieper sneuvelde in de Eerste Wereldoorlog, woonde vanaf 1910 aan de Waterloosesteenweg, niet ver van het sanatorium. Hij hoorde de patiënten krijsen in hun gezondheidsbaden, zag ze verslagen in een hoek zitten. (…) Sie hören die toten Stimmen aller Dinge sie umkreisen. Und die schwebende Musik des Alls. Sie reden manchmal fremde Worte, die man nicht versteht. Sie lächeln still und freundlich so wie Kinder tun. In den entrückten Augen, die nichts Körperliches halten, weilt das Glück. (uit Irrenhaus (Le Fort Jaco, Uccle)) Andere opvang- en verzorgingstehuizen waar Meurisse over zal vertellen zijn de Clinique La Ramée (nu een groep met Clinique Fond’Roy), het Institut Royal pour Sourds et Aveugles (Irsa), de ziekenhuizen 2 Alice en Sint-Elisabeth (verenigd in Europaziekenhuizen), het Edith Cavellziekenhuis, het Institut médical de Latour de Freins, en… “Wie

naar de lezing komt, zal dat allemaal ontdekken”.

Hij moest den koning spreken Meurisse lost niet veel. Dan maar naar de databank van Jan Vissers in de bibliotheek van Ukkel. We zien gedigitaliseerde versies van De Hoorn waarin we lezen dat Edith Cavell, de eerste directrice van de Belgische school voor verpleegsters, les kreeg van Florence Nightingale. Of krantenknipsels over vondelingen, ontsnappingen uit Ukkelse gestichten, of over vreemde aanleidingen om iemand zot te verklaren. Zoals in het artikel in De Denderbode uit 1894 over een moeder die haar zoon liet opsluiten in een zinneloozengesticht omdat hij met een meisje van Ukkel wilde trouwen. In De Werkman uit 1879 is te lezen hoe een zekere Arnoult ontsnapt door het lood van zijn tralies te smelten, langs aaneengeknoopte dekens af te dalen – jawel –, en over drie hoven te springen. Zijn signalement werd echter duchtig rondgetelegrafeerd en de arme man werd uiteindelijk rond Brussel in een herberg teruggevonden. Of de zinnelooze uit De Volksstem van 1925 die ontsnapte om de portier van het Koninklijk Paleis te informeren dat hij den koning wilde spreken over iets gewichtigs.

An Devroe

Lezing op 9 november om 19.30 uur, Openbare Bibliotheek Ukkel, De Broyerstraat 27, 1180 Ukkel, reservatie via 02-331.28.24, ukkel@bibliotheek.be, gratis.


BDW 1253 PAGINA 9 - DONDERDAG 4 NOVEMBER 2010

Tijdelijke school van hout in Grote Bosstraat

Jeugdhuis improviseert theaterstuk bijeen

Dertig jaar na de sluiting van de laatste Nederlandstalige gemeenteschool in Schaarbeek, kunnen volgend schooljaar de eerste kinderen opnieuw van Nederlandstalig gemeentelijk onderwijs genieten. De gemeenteraad heeft het licht op groen gezet voor de bouw van het gemeenteschooltje. Er wordt 1,2 miljoen euro voor vrijgemaakt, waarvan 70 procent door de Vlaamse Gemeenschap gefinancierd zal worden. De school komt in de Grote Bosstraat in de Daillywijk op een terrein dat vroeger door de hondenbrigade van de politie werd gebruikt. Het is een langgerekte lap grond waar plaats zal zijn voor een schoolgebouw in hout, met acht klassen en een grote speeltuin. Een deel van die tuin zal ook door de buurt kunnen gebruikt worden. “Het is een voorlopig gebouw voor de school,” benadrukt Bram Gilles van het kabinet van onder-

wijsschepen Luc Denys (Groen!). “Over enkele jaren zal de school verhuizen naar de Van Oost-site in laag-Schaarbeek.” De kinderen zullen er hoogstens tot het vierde leerjaar school kunnen lopen, maar in het eerste schooljaar 2011-2012 zullen er enkel in de jongste vijf klassen (van onthaalklas tot eerste leerjaar) leerlingen zitten. De plannen zijn net naar het Brussels Gewest gestuurd. Als dat akkoord gaat, kan het project in openbaar onderzoek. “We hopen daar in februari rond mee te zijn,” zegt Gilles. In vier maanden moet de school gebouwd kunnen worden. Er zal door de gemeente ook een (Nederlandstalige) ambtenaar worden aangeworven die de nu louter Franstalige gemeenteadministratie Onderwijs zal vervoegen. Er moeten ook nog leerkrachten en directie worden gezocht. Er ontstond in de gemeenteraad nog even opschudding over een zinnetje dat in het besluit was ingeslopen. Dat stelde dat de schoolgebouwen, na het vertrek van de school, als gemeentelijke crèche zouden worden gebruikt. “Dat kan natuurlijk niet,” zegt Gilles, “het gebouw is grotendeels met geld van de Vlaamse Gemeenschap gefinancierd.” Het zinnetje werd net voor de stemming nog geschrapt. Steven Van Garsse

Op vrijdag 5 en zaterdag 6 november speelt jeugdhuis De Schakel zijn eerste theaterproductie: De serene geest. De ontstaansgeschiedenis van het project is behoorlijk turbulent. De jongeren hadden eerst gekozen voor een bewerking van Lysistrata. Dit klassieke Griekse blijspel confronteert Athene met de eeuwige rivaal Sparta. De dames willen de oorlog vermijden en dreigen ermee hun echtgenoten eerst financieel en later seksueel aan hun lot over te laten als ze hun plannen doorzetten. Na ettelijke discussies werd dit project afgevoerd en werd er gekozen voor een ‘improvisatie vanuit het niets’. Enkele sessies leverden een aantal improvisatiestukjes op, een dramaturg smeedde van de losse stukjes een geheel. Het specifieke van dit initiatief is dat alles begonnen is bij de leden van de Schakel zelf en dat het jeugdhuis zijn ledenmedewerkers meteen en stuk vorming meegeeft: uitschrijven en regisseren van dialogen, het bouwen van decors, het verzorgen van de dans en muziek, ... In De serene geest wordt in feite het proces van God gevoerd. Wie is die man (of vrouw, of …), voor wie doet Hij goed

© JH DE SCHAKEL

© V+

Sint-Lambrechts-Woluwe > De Schakel brengt ‘De serene geest’

en voor wie slecht, wie gelooft Hem, en kunnen we ons God eigenlijk voorstellen? Het resultaat is een aaneenschakeling van verhalen, anekdotes en zelfs grappen. Het stuk bevat ook enkele danspasjes en musical-elementen. Als het er eerst op lijkt dat die er met de haren bijgesleept werden, blijkt achteraf alles te kloppen als een bus. De jongeren raakten meteen besmet door het theatervirus, het zal dus zeker niet bij deze eerste productie blijven. De toneelcel kreeg met ’t Schaneelke meteen een eigen naam. Lieven Bulckaert Info en reservatie via 02/770.64.48 of robrecht@jhdeschakel.be

ADVERTENTIE

Centra Morele Dienstverlening Het Centrum Morele Dienstverlening (CMD) is het lokale contactpunt van de vrijzinnige gemeenschap. Iedereen kan er terecht voor morele hulp, vrijzinnige plechtigheden, informatie en vormingen rond vrijzinnige waarden. Het CMD wil de draaischijf zijn voor de lokale Brusselse vrijzinnige organisaties en alle andere geïnteresseerden. Onze dienstverlening is kosteloos.

De geboorte van jouw kind, een huwelijk, een overlijden… het zijn belangrijke momenten in ieders leven. Velen voelen de behoefte om stil te staan bij dit gebeuren. Je kan dit vorm geven door te kiezen voor een vrijzinnige plechtigheid. In het CMD kan je met hulp van een moreel consulent deze plechtigheid uitwerken.

Een initiatief van de Unie Vrijzinnige Verenigingen vzw

www.uvv.be

Centra Morele Dienstverlening Brussel-Jette

Stalingradlaan 18-20, 1000 Brussel [Premetrostation Anneessens] tel. 02 242 36 02 E-mail: cmd.brussel@uvv.be

Jetse Laan 362, 1090 Jette [Bus 14 halte Legrelle] tel. 02 513 16 33 E-mail: cmd.jette@uvv.be

BDW REGIO

Schaarbeek > Dertig jaar na sluiting van laatste Vlaamse gemeenteschool


ADVERTENTIE

CM Sint-Michielsbond

Uw Nederlandstalige ziekenfondspartner in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Laat een ziekenhuisopname u niet in uw blootje zetten Niemand komt graag in een ziekenhuis, tenzij voor een babybezoek op de kraamafdeling. Nochtans is de kans dat u binnen het jaar wordt opgenomen maar liefst 1 op 6. Daarom is een goede hospitalisatieverzekering geen overbodige luxe.

CM-Hospitaalplus: extra zekerheid voor een kleine bijdrage

De CM-hospitalisatieverzekering: een gerust gevoel…

Bij een opname in het ziekenhuis is CM uw vertrouwenspartner bij uitstek. Met het CM-Hospitaalplan heeft u een voordelige en goede hospitalisatieverzekering.

Heeft u al een hospitalisatieverzekering, maar wilt u een extra waarborg? CM-Hospitaalplus biedt het antwoord.

In 2008 ontving maar liefst 28% van de patiënten een rekening van meer dan 1.000 euro voor een klassieke ziekenhuisopname. Deze drie CM-leden getuigen volmondig: “Geen verzekering hebben, dat is pas duur!”

VERZEKERT

Om u op uw wenken te bedienen heeft u de keuze uit twee formules met een verschillende dagvergoeding: ■ Basis: u krijgt 12,37 euro per verpleegdag ■ Comfort u krijgt 25 euro per verpleegdag

CM-Hospitaalplan: uitstekende prijs-kwaliteit

BASIS EN COMFORT

Volledige terugbetaling voor: ■ Ingrepen en geneesmiddelen waarvoor een tegemoetkoming is voorzien vanuit de ziekteverzekering. ■ Honorariumsupplementen (behalve bij een eenpersoonskamer). ■ De eerste terugbetaalbare prothese of het eerste terugbetaalbare orthopedisch toestel op doktersvoorschrift.

CM-TIPS Houd uw factuur betaalbaar. Kies voor een tweepersoonskamer of een gemeenschappelijke kamer. Wilt u toch liever een eenpersoonskamer? Informeer u dan goed vooraf.

Gedeeltelijke terugbetaling voor: ■ Geneesmiddelen waarvoor de ziekteverzekering niets terugbetaalt (75% terugbetaling). ■ Kamersupplementen bij een eenpersoonskamer. ■ Niet-terugbetaalbare implantaten, synthesemateriaal…

Voorspel uw factuur. Heeft u graag vooraf een idee van wat uw opname u zal kosten? Op www.cm.be (rubriek ‘ziekteverzekering’ – ‘Hospitalisatie’) kunt u de test doen: ziekenhuistarieven vergelijken en op basis van enkele gegevens de te verwachten kosten berekenen.

Voor- en nazorg Een ziekenhuisopname gaat vaak gepaard met onderzoeken vooraf en controle, nazorg en revalidatie achteraf. Daarom vergoedt het CM-Hospitaalplan ook deze kosten vanaf één maand voor tot drie maanden na de hospitalisatie.

Gok niet op uw gezondheid. Sluit tijdig bij een hospitalisatieverzekering aan. Wie aansluit voor zijn of haar 60ste verjaardag geniet bovendien van een verlaagd tarief. Aansluiten kan uiterlijk tot en met 65 jaar.

Extra waarborgen Tussenkomst in ambulante verzorging bij een aantal ernstige ziekten (kanker, nieraandoeningen). Niemand uitgesloten Bij voorafbestaande aandoeningen is alleen tijdens de eerste vijf jaar de terugbetaling beperkt.

■ ■ ■

De laagste premies Elke euro gaat naar uw bescherming Gaat u niet akkoord met uw ziekenhuisfactuur, dan staat de dienst Ledenverdediging klaar om u te informeren en te adviseren.

T

E

R

U

G

S

T

U

Lien (32) betaalt 92,04 euro per jaar voor haar hospitalisatieverzekering. Voor de bevalling en de tweepersoonskamer in het Jan Portaels ziekenhuis kwam het CM-Hospitaalplan flink tussen. Totaal factuurbedrag: €285,59 Terugbetaling CM-Hospitaalplan: €270,35

Voor meer informatie en/of aansluiting kan je terecht op volgend e-mailadres st.michielsbond@cm.be of langskomen in één van de CM-kantoren (tel. 02 229 51 26 voor de adressen).

HANTEERT

U

R

S

T

R

O

Naam Adres

Mijn telefoon- of GSM-nummer Mijn e-mailadres Ik wens aan te sluiten bij CM Sint-Michielsbond. Gelieve hiervoor het nodige te doen. Ik overweeg om lid te worden van CM Sint-Michielsbond. Gelieve met mij contact op te nemen op ..................................(dag) om ............. (uur). Bezorg deze strook aan: Christelijke Mutualiteit Sint-Michielsbond, dienst communicatie, Haachtsesteenweg 1805, 1130 Brussel.

Jean (75) betaalt 265,80 euro per jaar voor het CM-Hospitaalplan. De opname voor het plaatsen van een knieprothese had een flinke hap uit het budget kunnen betekenen, maar dankzij zijn verzekering legt hij slechts 21,77 euro op. Totaal factuurbedrag: €1.005,37 Terugbetaling CM-Hospitaalplan: €983,60

O

K

Ann (56) betaalt 104,52 euro per jaar voor haar hospitalisatieverzekering. Dankzij het CM-Hospitaalplan kreeg zij bijna alles van haar twee dagopnames voor haar cataractbehandeling terug. Uiteindelijk blijft er 6,12 euro ten laste. Totaal factuurbedrag: €394,82 Terugbetaling CM-Hospitaalplan: €388,70


Minder vaste standplaatsen, ‘losse’ worden populairder De zondagsmarkt in Jette, die onlangs zijn tachtigste verjaardag vierde, is nog steeds in goede doen, zo antwoordde de Jetse schepen van Economisch Leven Bernard Lacroix (LBJ) op een vraag van gemeenteraadslid Didier Paternotte. “Elke zondag komen er tien- à vijftienduizend bezoekers.”

TELEXREGIO

Lacroix wees wel op enkele ontwikkelingen. Zo is het aantal abonnees, dat zijn marktkramers met een vaste standplaats, licht gedaald. In 2008 waren er 208, dit jaar nog 197. Volgens Lacroix is die daling te wijten aan de concurrentie van de zondagsmarkt in het naburige Wemmel. Die trekt overigens een wat chiquer publiek. Maar de daling heeft ook te maken met de verjonging van de klanten. De jongere generaties blijken immers iets minder trouwe marktgangers te zijn. Het aantal marktkramers zonder vaste standplaats is wel in opmars. “Twee jaar geleden hadden we er

een dertigtal, nu veertig. Een kwart meer dus”, zei Lacroix. Een losse marktkramer moet het stellen met de overgebleven plaatsen, die bij loting worden verdeeld. “Maar hij betaalt alleen als hij werkelijk aanwezig is op de markt. Dat is financieel natuurlijk voordeliger.” Opvallend ook is dat de crisis de kwaliteit van het aanbod heeft beïnvloed, en dan vooral van kleding. “Er zijn steeds meer marktkramers met goedkope kledij. Zij zijn zowat de enigen die nog voor een hele grote stand willen betalen.” Om de markt te ondersteunen wil Lacroix ook abonnementen voor kleine standplaatsen invoeren. Nu is het minimum vier meter. De schepen beloofde ook erop toe te zien dat de markt zo weinig mogelijk hinder zal ondervinden van de werken op het Astridplein. Dat plein wordt vernieuwd wanneer tram 10 wordt aangelegd. Bettina Hubo

Gemeentehuis Laken is open Het volledig gerenoveerde gemeentehuis van Laken, een wijkkantoor van het administratief centrum van Brussel aan de Anspachlaan, is sinds kort open. De Lakenaars kunnen er terecht voor allerlei administratieve verrichtingen, zoals de aanvraag van een identiteitskaart, bewonerskaart en rijbewijs, uittreksels van de burgerlijke stand en adreswijzigingen. Binnenkort wordt het dienstenaanbod HUB nog uitgebreid.

CAMERA’S IN HET JOSAPHATPARK Het Josaphatpark krijgt camera’s. Dat heeft de Schaarbeekse gemeenteraad beslist. Het park is net gerenoveerd, maar een aantal gebouwtjes heeft de laatste tijd te lijden onder vandalisme: ingeslagen ruiten, graffiti, enzovoort. Enkele jaren geleden werd de Melkerij zelfs in brand gestoken door vandalen. Omdat het Josaphatpark ’s nachts niet afgesloten kan worden, wil de gemeente het park nu met videobewaking beveiligen. Er wordt 80.000 euro voor uitgeSVG trokken.

Door de nieuwe brug wordt de verkeerssituatie in de Groeninckx-de Maylaan een pak veiliger.

Anderlecht > Nieuwe oversteekplaats voor voetgangers na twee jaar wachten

Peterbos krijgt brug terug De bewoners van de Peterboswijk hebben hun brug terug. De nieuwe loop- en fietsbrug die de sociale woonwijk met het Berrewaertspark verbindt, werd zaterdag door Mobiel Brussel boven de stadssnelweg geplaatst. Het zal wel nog tot eind dit jaar duren eer de brug definitief in gebruik kan genomen worden. Het sluiten van de brug twee jaar geleden zorgde voor heel wat commotie in de Peterboswijk. De bewoners die dankbaar gebruikmaakten van de brug om de drukke Groeninckx-de Maylaan over te steken, wilden hun brug niet kwijt, het kwam tot een protestactie, zowel van bewoners als uit politieke hoek. Maar dat bleek tevergeefs. Volgens toenmalig Brussels minister van Mobiliteit Pascal Smet (SP.A) moest en zou de brug afgebroken worden, omdat ze na al die jaren zo rot was dat ze vroeg of laat kon instorten. De bewoners zouden tot 2010 moeten wachten voor er een nieuwe brug zou komen. Al die tijd moesten de bewoners het met een zebrapad stellen om de stadssnelweg over te steken. Khalid El Addaoui van de wijkwerking Peterbos reageert opgelucht nu de brug er eindelijk is. “Dat is goed nieuws, want de situatie was levensge-

vaarlijk. Heel wat jongeren en senioren moeten de drukke baan over om naar de bushalte te stappen of om boodschappen te doen. Maar de oversteekplaats ligt net na een bocht, waardoor voetgangers en fietsers te laat worden opgemerkt. Tel daar nog bij dat ze op de laan met meer dan 60 kilometer per uur door de bocht scheuren. Ik heb de voorbije twee jaar al genoeg verhalen gehoord van wijkbewoners die op die oversteekplaats bijna dodelijk gewond raakten.” Dat het twee jaar geduurd heeft voor er een nieuwe brug kon geplaatst worden, heeft zo zijn redenen. “We kregen in het voorjaar van 2008 een vergunning, uiteindelijk hebben we de brug in de zomer ontmanteld,” aldus Inge Paemen van Mobiel Brussel. “We hebben ook een uitgebreide studie moeten uitvoeren om de juiste maten te weten van de nieuwe brug. De nieuwe metalen en houten loop- en fietsbrug is 57 meter lang, 6 meter breed en weegt 66 ton. De kostprijs ervan bedraagt 752.672 euro, minder dan de geraamde 800.000 dus.” Maar er was nog een andere reden. “In Anderlecht kun je niet zomaar aan de slag. Je moet je aanpassen aan de voetbalkalender van RSCA.” Bruno Schols

Correspondentie, honderd gedateerde Brusselse prentbriefkaarten en corresponderende foto’s van Gilbert Fastenaekens, nog tot en met 24 december in het Archief van de Stad Brussel (Huidevettersstraat 65), op www.arpeditions.org en op www.brusselnieuws.be/fastenaekens.

© GILBERT FASTENAEKENS

FASTENAEKENS

BDW REGIO

Jette > Markt trekt elke zondag tot 15.000 bezoekers

© JO VOETS

BDW 1253 PAGINA 11 - DONDERDAG 4 NOVEMBER 2010

Grot van Onze Lieve Vrouw van Lourdes, Jette circa 1914-’22.

Grot van Onze Lieve Vrouw van Lourdes, Jette 20 april 2009, 13.38 uur.


BDW 1253 PAGINA 12 - DONDERDAG 4 NOVEMBER 2010

het potentieel van de kanaalzone ontdekt voor het bouwen van kantoor- en woontorens. Zolang de overheid geen kader voorziet voor hun projecten, riskeren we dat particuliere belangen tot gedrochten leiden die ons de komende decennia zullen achtervolgen. Ook ruimte voor recreatie, plaatsen waar mensen elkaar ontmoeten en die adem geven aan een stad zijn onontbeerlijk. Met een bevolkingsdichtheid van 15.000 tot 20.000 inwoners per vierkante kilometer, een zeer jonge bevolking en relatief weinig publieke ruimte, heeft de kanaalzone nood aan vele en kwaliteitsvolle ontspanningsplekken.

Van muur tot verbinding

Meer dan duizend panda’s duiken op langs de Saône in het kader van een cultureel project in Lyon. Brussel kan er een voorbeeld aan nemen, vindt Jef Van Damme.

© WILLIAM LAMBELLET

Politiek > Kanaal moet brug worden, geen grens

Naar een masterplan voor de kanaalzone BRUSSEL – Met de kanaalzone gebeurt te weinig. Er worden wel stappen gezet in de goede richting, vindt SP.A’er Jef Van Damme, maar dat is niet genoeg. “Deze zone mag niet overgelaten worden aan de grillen van één minister. Integendeel, de kanaalzone verdient een visie die gedragen wordt door heel Brussel.”

BDWOPINIE “Al die leuke projecten in de havenzone moeten stoppen.” Minister Grouwels liet er onlangs, bij de presentatie van het havenplan, geen gras over groeien: de kanaalzone is de exclusieve speeltuin van de haven van Brussel. Er is volgens haar geen plaats voor woningen, parken, sportinfrastructuur, creatieve economie enzovoort. Ik heb zelden een politicus van een belangrijke Europese stad zo een antistedelijk discours horen voeren. Overal in Europa wordt water in de stad beschouwd als een enorme troef, een meerwaarde waar zo veel mogelijk mensen op zo veel mogelijk manieren van moeten kunnen genieten. Terwijl Barcelona, Lyon, Parijs, Berlijn maar ook Gent en Antwerpen volop investeren in ontmoetingsplaatsen langs het water,

ziet Brigitte Grouwels onze ‘rivier’ in ware 19de-eeuwse traditie enkel als een industrieel wingebied. Dat is jammer en onbegrijpelijk. Gelukkig zijn er de laatste jaren wel een aantal stappen gezet in de goede richting: de heraanleg van de kanaaloevers tussen Molenbeek en Brussel-Stad, de beslissing om het logistiek centrum Bilc niet naast Tour & Taxis in te planten, de aanleg van een openluchtzwembad, de woonprojecten van de Gomb en recent ook verschillende projecten voor woontorens… Stuk voor stuk beslissingen die Pascal Smet als minister mee gedragen heeft of zelf realiseerde. Allemaal projecten die de centrale rol van het kanaal in de stad benadrukken. Maar dat is niet genoeg. De aanzet is gegeven, nu is het hoog tijd voor een globale visie. De kanaalzone kan je niet structureel veranderen met enkele ingrepen. Sinds de sluiting van de metroring wordt het kanaal meer

“Als de overheid het voortouw niet neemt en bepaalt welk soort projecten ze waar wil, geven we vrij spel aan de speculanten” Jef Van Damme.

en meer het echte centrum van de stad en verschuift het zwaartepunt van Brussel naar het westen. De kanaalzone moet uitgroeien tot een levensader die de stad draagt en vorm geeft, een plaats waar mensen willen wonen, werken en zich ontspannen. Deze zone mag niet overgelaten worden aan de grillen of het gebrek aan visie van één minister. Integendeel, de kanaalzone verdient een visie, een masterplan dat gedragen wordt door heel Brussel. Uiteraard is het normaal dat minister Grouwels, als bevoegde minister

voor de haven, alle ruimte wil geven aan de ontwikkeling van de haven. Uiteraard juich ik toe dat de regering op die manier 1.500 nieuwe jobs zal creëren voor Brusselse werklozen. Maar eigenlijk zou het havenplan moeten kaderen in een globaal plan over de toekomst van de kanaalzone. Een visie die verder reikt dan het zuiver logistieke. Als de overheid het voortouw niet neemt en bepaalt welk soort projecten ze waar wil, geven we vrij spel aan de speculanten. Grote projectontwikkelaars hebben ondertussen

De terreinen van de haven moeten gebruikt worden door bedrijven die goederen aanvoeren voor Brussel via de waterweg en, daarnaast, door innoverende en ecologische bedrijven die zorgen voor tewerkstelling. Op dit moment zijn er te veel bedrijven aan de haven die geen gebruik maken van de haven, maar onze stad wel belasten met zwaar wegverkeer. Maar ook op sociaal en zelfs cultureel vlak zou een masterplan een enorme meerwaarde kunnen betekenen. Het kanaal is nu nog te vaak een scheidingslijn, een grens die de stad doormidden snijdt. De uitdaging is om van die afgrond een brug te maken en van die brug een ontmoetingsplek: het kanaal als verbinding in plaats van als muur. ‘Festival Kanal’ vertrok vanuit het idee dat het kanaal een sociale en ook culturele functie moet hebben. We mogen zelfs ambitieuzer zijn: waarom nemen we het project van Lyon Confluence of Liverpool Europese culturele hoofdstad niet als voorbeeld? Daar gebruikt men het water in de stad als openluchtmuseum. In, langs en op het water verrijzen monumentale kunstwerken. De rivier als permanente locatie voor kunst. Een mooier visitekaartje kan de kanaalzone zich niet dromen. Een dergelijk masterplan wordt best ook overlegd met het Vlaams Gewest. Als men op de oude Renaultsite een werk-en ontspanningsplek creëert en in Machelen met Uplace een megashoppingcentrum wil bouwen, heeft het geen zin om binnen de grenzen van het Brussels Gewest de hele kanaalzone maximaal in te vullen als industrieel gebied. Het waterfront in het centrum van Brussel heeft duidelijk een stedelijke toekomst, en in het noorden, richting Schaarbeek Vorming en Vilvoorde is er voldoende plaats voor de industriële en logistieke activiteiten van de haven. Het is hoog tijd dat de regering haar verantwoordelijkheid opneemt en haar visie op de ideale mix uitwerkt in een masterplan voor de kanaalzone. Het is belangrijk om in te zetten op de creatie van jobs, maar we willen ook een aantrekkelijke stad waar de middenklasse niet uit weg trekt, een stad waar gezinnen met jonge kinderen wel willen blijven wonen. Een stad die ons verrijkt.

Jef Van Damme

Jef Van Damme is Brussels parlementslid voor SP.A.


BDW 1253 PAGINA 13 - DONDERDAG 4 NOVEMBER 2010

BRIEVEN VAN LEZERS   lezersbrieven@bdw.be

Vlaams zorgdorp In de editie van 12 oktober publiceert Brussel Deze Week een artikel ‘ Vlaams zorgdorp mag niet van Picqué’. In de commissie-Stedenbouw van het Brussels parlement kwam de nieuwe bestemming van de site van de voormalige Katholieke Universiteit Brussel aan bod. “Maar Franstalige politici gooien roet in het eten. In de commissie-Stedenbouw van het Brussels parlement gaf Marie Nagy (Ecolo) een schot voor de boeg. Zij vindt de site niet geschikt voor een (Vlaams) bejaardenproject,” stelt de auteur. Ik heb nooit gezegd dat de site niet geschikt is voor een “Vlaams” bejaardenproject. Wat ik wou benadrukken, is dat de grootte en de ligging van de site een mooie opportuniteit zijn en dat er naast een bejaardentehuis ook een school, een crèche en sociale woningen moeten kunnen komen. Een multifunctionele invulling van een dergelijke strategische zone zou een goed idee zijn. In geen geval introduceerde ik een communautaire dimensie aan mijn parlementaire interpellatie. Marie Nagy, Brussels volksvertegenwoordigster voor Ecolo

BDWOPINIE

stuurd, er zijn te veel gemeentes met te veel macht… Volgens mij ligt het aan de huidige financieringswet. Waarom geen deel van de personenbelasting laten betalen in de regio waar men werkt? Pendelaars kosten het gewest veel geld, maar brengen geen geld in het (Brusselse) laatje. Het geld uit die personenbelasting zou ten minste kunnen dienen voor het onderhoud van het openbaar vervoer en de wegen, beide massaal gebruikt door de werknemers van buiten Brussel. Of voor het betalen van de lokale politie die ingezet wordt bij manifestaties, of voor meer blauw op straat. Het kan ook gaan naar investeringen in het onderwijs. In vele Brusselse scholen heeft men klassen van 20 à 28 leerlingen waarvan sommigen niet eens Nederlands of Frans spreken. Of naar opleidingen voor volwassenen. Men stuurt ons maar al te graag asielzoekers terug die eigenlijk afhangen van een OCMW buiten Brussel, onder het motto dat ze zich in Brussel beter zullen integreren. Dus het wordt hoog tijd dat het Brussels Gewest krijgt wat het toekomt, opdat we niet meer hoeven te bedelen. Welke Vlaamse Brusselse politicus durft dit op de onderhandelingstafel te gooien? Ariane D’Hoe, Laken

Verfransing Er wordt veel geklaagd over de verfransing van Brussel en de rand. Voor mij is dat alleen de fout van de Vlamingen zelf. De vroeger gelanceerde slogan ‘Vlamingen, spreek uw taal in Brussel’ schijnt nog steeds niet doorgedrongen, ook niet bij het nochtans Vlaamse Radio 2. Op 27 oktober ging het rond 12.45 uur over banketbakker Wittamer op de Grote Zavel. Na de hofleverancier flink in de bloemetjes te hebben gezet, besloot de reporter er enkele ‘éclairs’ te bestellen. Waarom deed ze dat verdorie in het Frans? Is een journaliste van een Vlaamse radio misschien beschaamd om haar moedertaal te gebruiken in de hoofdstad van Vlaanderen? Voor ons Vlamingen is het nochtans gemakkelijk: volg gewoon het voorbeeld van de Franstaligen. Om het even waar in Vlaanderen zullen ze hun taal gebruiken, pas als het echt niet gaat, zullen ze iets anders proberen. Hadden alle Vlamingen in de Rand het zo gedaan, dan was de verfransing wellicht veel minder geweest. Deze week nog haalde ik een tv-toestel af in een elektrozaak in faciliteitengemeente Drogenbos. Het toestel was op voorhand besteld, er moest dus niet veel gezegd worden, maar denkt u dat de verkoopster, pardon, de vendeuse, mij één woord in het Nederlands antwoordde of zich maar enigszins verontschuldigde? De zaak in kwestie beweert nochtans in haar reclame dat ze “de puntjes op de e zetten”. Robert De Groote, Vorst

Armoede Brussel Brussel biedt de meeste werkgelegenheid, de hoogste lonen worden in Brussel uitbetaald, Brussel is de vierde beste Europese zakenstad, Brussel is hoofdstad van de Europese Unie en de hoofdzetel van de Navo bevindt zich ook hier. En het toppunt: door ons hoog bbp maken we Vlaanderen ieder jaar 16 miljard euro rijker. Nochthans zijn vele Brusselaars ‘arm’ en laaggeschoold. We zitten hier met de hoogste werkloosheidscijfers. Volgens vele (Vlaamse) waarnemers is dat onze eigen schuld. Brussel is volgens hen geen volwaardig gewest, het wordt slecht be-

Monarchie en/vs.   democratie Het wekt verbazing dat Tim Trachet een boek van 512 bladzijden schrijft over de monarchie en dan beweert “dat de monarchie geen democratische instelling is” (BDW 1252). Een democratische instelling is een instelling die door de volksvertegenwoordiging in het leven is geroepen. Dat is wel degelijk het geval met de (Belgische) monarchie. Meer zelfs, de grondwetgever heeft niet alleen de instelling in het leven geroepen, hij heeft zelfs de (eerste) koning gekozen. Zeggen dat de koning “een niet-verkozen persoon” is, klopt dus ook al niet. De grondwetgever heeft voorzien in de lijn van de opvolging en heeft die in 1991 zelfs gewijzigd: in plaats van de Salische wet (enkel de mannelijke lijn) geldt voortaan het eerstegeboorterecht. Daardoor zal – in de hypothese dat België en de monarchie blijven bestaan – dankzij het grondwetgevende parlement van 1991 ooit de oudste dochter van de huidige kroonprins op de troon komen. Dat een auteur die van zichzelf beweert dat hij “gespecialiseerd in geschiedenis” is (wat dat ook moge betekenen) het historisch onjuiste populisme ter zake van Jean-Marie Dedecker en consorten klakkeloos overneemt, doet mij het ergste vrezen over de historische fundamenten van de rest van zijn verhaal. Terzijde nog deze bedenking: aangezien de monarchie een constitutionele instelling is – en dus bij uitstek democratisch, want niet bij gewone, maar zowaar bij tweederdemeerderheid opgericht –, kan ze ook perfect democratisch worden afgeschaft. Het volstaat dat de antimonarchisten een eenvoudige tweederdemeerderheid halen in een volgend grondwetgevend parlement en de monarchie houdt op te bestaan. Ik zeg met opzet “een eenvoudige tweederdemeerderheid”. Het is namelijk makkelijker de monarchie af te schaffen dan de faciliteiten af te schaffen. Want daarvoor is niet alleen een tweederdemeerderheid nodig, maar ook een meerderheid in elk van beide taalgroepen. Dát lijkt me pas een aanfluiting van democratie. Luc Demullier, Sint-Agatha-Berchem, auteur van het boek Twee Koningen (1998)

SPELREGELS VOOR LEZERSBRIEVEN: Mail uw bijdrage naar lezersbrieven@bdw.be. Schrijven kan naar BDW-Brieven van Lezers, Flageyplein 18, 1050 Elsene; faxen naar 02-226.45.69. Vergeet niet uw adres te vermelden, ook in e-mails: zonder het adres van de afzender beschouwen we een brief als anoniem, en wordt hij niet gepubliceerd. De maximumlengte van een bijdrage is 2.500 tekens, inclusief spaties. Wilt u graag een langere, meer uitgewerkte opiniebijdrage schrijven (max. 5.000 tekens)? Neem dan eerst contact met ons op voor overleg via lezersbrieven@bdw.be. De redactie mag lezersbrieven redigeren of weigeren. Moties, manifesten of omzendbrieven worden niet (in deze rubriek) opgenomen.

De school van Lukaku door Anne Brumagne Afgelopen maandag werd op Eén de laatste aflevering getoond van De school van Lukaku, de reality-reeks van Woestijnvis die zich afspeelt in het Sint-Guido-Instituut in Anderlecht, de school waar ook het ‘voetbalwonder’ Romelu Lukaku school loopt – tussen trainingen en matchen door. Vertolkten in die allerlaatste aflevering Lukaku en zijn wonderjaar bij RSCA de absolute hoofdrol, dan werden in de uitzendingen ervoor ook veel andere leerlingen van de school gevolgd in hun doen en laten. Woestijnvis deed dat op een heel knappe manier – probeer maar eens het vertrouwen van zo’n hele groep te winnen én dan ook nog eens heldere rode draden te weven door zo’n wirwar van jonge levens. Bij momenten was het heel emotionele televisie. Zoals in de voorlaatste aflevering, toen de leerlingen met hun familie hun schoolrapporten moesten gaan ophalen: Mohamed kreeg geen A-rapport, en hij en zijn gescheiden moeder zaten er als geslagen honden bij. En kijk: het gejubel over die warme televisie bleef niet uit. Televisiecritici waren vol lof, en de tieners uit Lukaku’s klas mochten hun zeg doen in de populairste Vlaamse media. Wellicht was de redenering van de programma- en bladenmakers dat ze eindelijke jonge mensen van allochtone origine hadden gevonden ‘met een gezicht’ – terwijl anders over die groep van jonge mensen vaak alleen maar (negatieve) algemeenheden worden gespuid. De interesse was zo groot dat schooldirecteur Piet Vandermot zelfs wat op de rem moest gaan staan: sommige leerlingen van de klas waren zo goed overgekomen dat iédereen hen wel wou strikken voor een interview. Maar toch, wat bleek? Naar Eén-normen waren de kijkcijfers voor het programma eerder povertjes. De krant De Morgen ging op zoek naar verklaringen. De concurrentie van Boer zkt vrouw op VTM bleek er mee te maken te hebben, alsook de gedurfde keuze om niet met een klassieke voice-over te werken. Maar ook, gaven ze bij Eén toe, “is het nu eenmaal een feit dat kleur op het scherm ervoor zorgt dat kijkers afhaken”. De wereld van scholieren van hoofdzakelijk allochtone afkomst staat te ver af van die van de gemiddelde Eén-kijker. Die conclusie is toch wel even slikken. Gelukkig voegde netmanager Jean Philip De Tender (een Brusselaar overigens) eraan toe dat de tegenvallende cijfers de zender er niet van zouden weerhouden nog zulke moeilijke thema’s aan te kaarten. “Als dat ten koste gaat van ons marktaandeel, dan is dat maar zo.” Zo’n uitspraak kunnen we alleen maar heel erg appreciëren.

EVA HILHORST


© DANSCENTRUM JETTE

BDW 1253 PAGINA 14 - DONDERDAG 4 NOVEMBER 2010

VADROUILLE

Choreografieën in herfstkleur

DE CULTUUR- EN VRIJETIJDSBIJLAGE VAN BRUSSEL DEZE WEEK

Omdat het danig gegroeid is, werkt Danscentrumjette (DCJ) voor de derde editie van Jetherfst samen met het Kaaitheater, de Beursschouwburg en Zinnema in Anderlecht. Tijdens vier avonden tussen 4 en 14 november in Molenbeek wordt een hele reeks creaties getoond van jonge choreografen en/of choreografen die voor het eerst resident waren in DCJ. Het gaat onder meer om Roger Vinas Lopez en Ciss N’Gagne. Het festival opent op 4 november met een film van Wolfgang Kolb over de residenten. Op 5 november zijn in de Beursschouwburg de nieuwe voorstellingen te zien van residenten met wie DCJ al langer samenwerkt. Louise Vanneste presenteert de première van haar solo Home, van David Hernandez is er Hullabaloo. Zaterdag 6 november staat David Zambrano in de Kaaistudio met Holes #1, dat hij met Rosas-danseres Cynthia Loemij in DCJ creëerde. In DCJ zelf presenteert hij Holes #2. Het weekend erna staat in het Kaaitheater Journey Home op het programma, van de in Brussel belande Slovaken van Les SlovaKs (residenten sinds 2006). In Zinnema staat Mala Hierba met Un gouffre sous l’épaule. Delivery Performance is dan weer een serie huiskamervoorstellingen in Molenbeek van residenten Laida Arrietta Aldaz en Natalia Sardi. Het festival sluit af op 14 november met een brunch en deze keer een concert van Les SlovaKs. Danscentrumjette biedt sinds 2000 ruimte en begeleiding aan professionelen uit de hedendaagse dans, onder de artistieke leiding van Roxane Huilmand. ’s Avonds zijn er ook danscursussen en workshops voor amateurs. MB Danscentrumjette, 02-427.36.56, www.danscentrumjette.be ADVERTENTIE

Handicap & informatie Deze dienst wil u de nodige informatie bezorgen om u wegwijs te maken in uw zoektocht naar mogelijkheden, voorzieningen voor personen met een handicap

 02/463.58.58 alle werkdagen van 9 tot 12u30 uitgezonderd donderdag van 14 tot 17u.

Bezoeken enkel op afspraak Informatie@handicap-ambulant.be

© TEMPORA

JETTE – Met het vallen van de bladeren toont Danscentrumjette traditiegetrouw wat het in huis heeft tijdens het Jetherfst Festival.

In het spoor van de miljoenen migranten die de skyline van New York tegemoetgingen.

Geschiedenis > Hoe het verleden van de Verenigde Staten ook het onze is

Van oom Tom tot Michael Jackson BRUSSEL – Wie de tentoonstelling over de geschiedenis van Amerika in Tour & Taxis bezoekt, krijgt onvermijdelijk het gevoel dat hij een stuk van zijn eigen geschiedenis bekijkt. This land is your land, this land is my land.

Z

ullen we maar meteen met een eindoordeel beginnen? Amerika, dit is ook onze geschiedenis! is een goed gestoffeerde, netjes opgebouwde en knap vormgegeven tentoonstelling die velen zal plezieren. Je wordt gemakkelijk twee uur lang ondergedompeld in een visueel aantrekkelijk verhaal dat je in ieder geval bekend voorkomt. Niet toevallig begint de tentoonstelling met fragmentjes van klassiekers als Modern Times, Once upon a Time in the West en Titanic, films die mee het beeld hebben bepaald dat de wereld heeft van Amerika en haar geschiedenis. De filmpjes zijn meteen een waarschuwing tegen de

romantiek die rond de Amerikaanse natievorming, de American dream en de American way of life hangt. Dat thema wordt verderop in de tentoonstelling vooral behandeld door werken van hedendaagse kunstenaars, die helaas nogal variëren in kwaliteit. Voor het overige kozen de makers voor een grondige chronologische aanpak. Nieuwe inzichten bieden is niet meteen de bedoeling. Als je goed opgelet hebt in de lessen geschiedenis zal je niet meteen van je stoel vallen, maar een knappere en ruimere illustratie van die lessen is moeilijk denkbaar. De expo is amusant voor kinderen, leerzaam voor scholieren en volwas-

senen die hun geheugen willen opfrissen (hoe zat dat ook alweer met de Boston Tea Party en de Truman-doctrine?), en wellicht ook een nostalgische ervaring voor heel wat anderen. Tussen het driehonderdtal authentieke voorwerpen uit Amerikaanse en Europese musea zitten nog meer replica’s en decorstukken.  De teksten zijn in drie talen gesteld en de juistheid ervan wordt gegarandeerd door een uitgebreid wetenschappelijk comité. De tentoonstelling is opgedeeld in vier ‘bewegingen’ van een slinger die de wederzijdse beïnvloedingen symboliseert tussen het Oude en het Nieuwe continent.

First Manhattan De eerste beweging ‘Europees Amerika (16201783)’ was natuurlijk de kolonisatie door de Europese mogendheden. Bezoekers stappen aan boord van het schip de Mayflower voor


Snelste 75-jarige ter wereld Op zijn 75ste heeft Molenbekenaar Guy De Laen met een straffe prestatie uitgepakt. Afgelopen vrijdag legde hij in een uur tijd ruim 33 kilometer af op de piste in Gent, een wereldrecord bij de masters. “Nu ga ik normaal gezien met pensioen”, zei De Laen. “Al weet je nooit met mij.”

© UITGEVERIJ QUERIDO

© MARC GYSENS

BDW 1253 PAGINA 15 - DONDERDAG 4 NOVEMBER 2010

LEES MEER OP PAGINA 24-25

Projecties van krantentitels uit het cruciale jaar 1914.

Rosie is de jonge heldin in het gloednieuwe boek Rosie en Moussa van schrijver Michael De Cock en de Brusselse illustrator Judith Vanistendael. Je kent Rosie misschien nog van op de Zaziepagina’s een tijdje geleden. Nog voor je haar in de boekenwinkel tegenkomt, maakt ze (nog één keer) een frisse verschijning. LEES MEER OP PAGINA 20-21

Een maquette van de Belgenland, een schip van rederij Red Star Line, die tussen Antwerpen en New York voer.

heeft met oorlogen, armoede en een bevolkingsexplosie, trekken miljoenen migranten met grote schepen naar Amerika om het immense land uit te bouwen. Met foto’s, filmpjes, schaalmodellen en echte interieurstukken wordt de sfeer van de trans-Atlantische reizen opgeroepen. Van de Red Star Line stappen de migranten de skyline tegemoet, terwijl ze welkom worden geheten door het Vrijheidsbeeld, een geschenk van de Fransen voor honderd jaar onafhankelijkheid. Meteen gaan de inwijkelingen aan de slag om het potentieel van

goudmijnen, oliebronnen en uitvindingen van Hoover, Colt en Ford te exploiteren of de plaatselijke baseballclub te runnen. Het verhaal wordt alleen verstoord door de Burgeroorlog, die wel de afschaffing van de slavernij inluidt.

Then Berlin Het lange derde luik behelst de korte twintigste eeuw, van de Eerste Wereldoorlog tot het einde van de Koude Oorlog. In die periode gaan de VS zich met Europa en de rest van de wereld moeien. Willens nillens in eerste instantie,

© TEMPORA

een blik op de wereld die de oorspronkelijke passagiers, de Pilgrim Fathers, er aantroffen toen ze in 1620 de kolonie Plymouth stichtten. Ze komen bijvoorbeeld te weten dat indianen hun wigwam met stukken berkenschors bekleedden. Relatief veel aandacht gaat naar het progressieve Europese gedachtegoed van verlichte denkers als Montesquieu en Voltaire, dat door de Europese nieuwkomers werd geïmporteerd en uiteraard van invloed zou zijn op de Amerikaanse grondwet van meer dan 150 jaar later. Dat gedachtegoed wordt ook veelbetekenend afgezet tegen praktijken die ermee in tegenspraak waren. Er hangt een prent die voorstelt hoe Peter Minuit, zoon van Waalse protestanten, in 1626 voor een habbekrats het schiereiland Manhattan van de indianen koopt. Aan de hand van de beroemde roman De negerhut van oom Tom wordt het verhaal van de systematische slavenhandel uitvoerig verteld. Doorheen de tentoonstelling worden de bevolkingscijfers overigens nauwkeurig bijgehouden. In een gebied twintig keer zo groot als West-Europa woonden in 1650 ongeveer 50.000 Europeanen, en naar schatting 5 miljoen Indianen. In 1750 waren dat al 1 miljoen Europeanen, nog maar 1 miljoen Indianen en al 250.000 zwarte slaven. In de tweede beweging staat de negentiende eeuw centraal, de eeuw waarin Amerika echt Amerikaans wordt. Na het einde van de zevenjarige Amerikaanse vrijheidsoorlog in 1783, waarmee de dertien koloniën aan de Oostkust zich losmaken van Frankrijk en Groot-Brittannië, volgt een periode van verzelfstandiging en zelfs isolatie. Omdat Europa af te rekenen

Zazie meets ROSIE meets Moussa

in tweede instantie met bijzonder veel overtuiging. In 1917 stappen de Amerikanen de Eerste Wereldoorlog in, maar het Verdrag van Versailles en de Volkenbond (voorloper van de VN) zijn niet opgesteld volgens de idealistische Veertien Punten van president Woodrow Wilson. Uit de crisis van de jaren dertig trekt Amerika ook beter lessen dan Europa. Knap is de zaal met de grote krantendrukpersen waarop headlines worden geprojecteerd van de oorlog en de crisis op Wall Street, van de sier van Amerikaanse schrijvers in Parijs, van de joodse Europeanen in Hollywood, of van de eerste iconen van de Amerikaanse entertainmentindustrie. De Amerikanen moeten Europa wel delen met hun tegenstander uit de Koude Oorlog. Een grote zaal met een conferentietafel waaraan je een quiz kunt spelen, is aan die hachelijke periode gewijd. En dan is het tijd voor ontspanning en de stortvloed van culturele exportproducten (Coca-Cola, BMX, Michael Jackson,...) die de wereld hebben veroverd. Besluiten doet de tentoonstelling met de huidige stand van zaken en een bescheiden blik op de toekomst.

Oorlogsrelikwieën herinneren aan de periode waarin de VS uit hun isolement stapten, met wisselend enthousiasme.

Michaël Bellon

Amerika, Dit is ook onze geschiedenis!, een tentoonstelling van het Museum van Europa en Tempora, tot 9 mei 2011. Tour & Taxis, Havenlaan 86C, Brussel, maandag tot vrijdag van 9 tot 17 uur. Weekends, feestdagen, schoolvakanties: 10 tot 19 uur. Prijs: tussen 6 en 10 euro. Meer info via 02-549.60.49 en www.expo-europe-usa.be


BDW 1253 PAGINA 16 - DONDERDAG 4 NOVEMBER 2010

Muziek > Brussels Blues Society doet verwaarloosd genre heropleven

Blues is helemaal terug BRUSSEL – Bluesliefhebbers bleven de laatste jaren op hun honger zitten in Brussel, maar er komt een kentering. Zo zijn er de volgende weken concerten van Coco Montoya en Carolina Chocolate Drops, stopt de karavaan van The Music Maker Relief Foundation voor een unieke avond in Wolubilis en werd er zelfs een heuse Brussels Blues Society opgericht. Met Coco Montoya krijgt Nekkersdal een echte topper over de vloer. Hij is de stergitarist die eerst in de leer ging bij Albert Collins, nadien schitterde bij John Mayall & The Bluesbreakers en sinds 1995 met het uitbrengen van Gotta Mind to Travel een succesvolle solocarrière startte. Op uitnodiging van de mensen achter de Brussels Blues Society komt hij zijn meest

recente cd I Want It All Back voorstellen. Over het concert van Carolina Chocolate Drops in de AB lees je overigens alles in Agenda. Maar wat is nu die Brussels Blues Society? Woordvoerder Winne Penninckx licht toe. “Toen de European Blues Union besloot om haar zetel in Brussel te vestigen, ging het plots allemaal heel snel dankzij de inzet van een

paar bluesfanaten, onder wie de voorzitter van Nekkersdal, de Belgische vertegenwoordigers bij de European Blues Union en de man achter de website rootsville.be. De verschillende partijen waren het er al snel over eens dat er een nieuw bluesinitiatief in Brussel moest komen. Je mag niet vergeten dat tot een paar jaar geleden de bluesliefhebbers regelmatig terecht konden in Nekkersdal en Essegem.” “Ons doel is om Brussel weer als bluesstad op de kaart te zetten,” gaat Penninckx verder. “In eerste instantie willen we een zekere naamsbekendheid verwerven en geloofwaardigheid

opbouwen. Daarvoor zullen we regelmatig concerten organiseren binnen het circuit van de Brusselse gemeenschapscentra, waaronder Nekkersdal en Essegem. Niet toevallig zijn dit de twee locaties waar onze eerste activiteiten zullen plaatsvinden. De roots, nietwaar?” “We zullen onze affiches zeker niet beperken tot internationaal bekende artiesten. Het is de bedoeling om ook beginnende jonge Belgische bands en soloartiesten een podium te bieden. Hoe we dat concreet gaan uitwerken, ligt nog niet helemaal vast: vrije podia, bluesrally’s, wedstrijden, awards: alles is mogelijk. In een later stadium willen we naar het voorbeeld van de Amerikaanse bluesverenigingen blues naar de scholen brengen in de vorm van concerten en/of workshops.”

The Music Maker Relief Foundation Het is een publiek geheim dat in het verleden veel geld werd verdiend op de rug van zwarte bluesartiesten zonder dat zij daar ooit zelf een cent van zagen. Dankzij een aantal voorvech-

ADVERTENTIE

in

De Sint heeft weer heel wat lekkers bij zodat je zelf een snoepbrochette kunt maken. De Zwarte Pieten leren je de gekste circuskunstjes aan. Verras de Sint met je mooiste Sintenbrief. Stuur hem op naar Bruparck – Eeuwfeestlaan 20 – 1020 Brussel of deponeer hem in de Sintbrievenbus in Bruparck zelf. m m m .com .coen 14panov. k.coExtraadagen: k.co ookarop k13 rck c c c r r a p p bruSint! rup wbijw.de op.bbezoek .bru .brukun je w www www www

(van 14u tot 18u )

m .ccoom www.brupuapracrkck.

.br www


BDW 1253 PAGINA 17 - DONDERDAG 4 NOVEMBER 2010

Clapton, Bonnie Raitt en B.B. King betuigden al hun goedkeuring en/of verlenen advies. Grote wereldsterren komen bij de MMRF niet aan bod, de authenticiteit van de muziek staat boven alle twijfel. In de karavaan die naar Wolubilis afzakt, vinden we Ardie Dean, Pat Cohen, Adolphus Bell, Albert White, Eddie Tigner, Lil’ Joe, Dr. Burt en Beverly Guitar Watkins. Vooral deze laatste moet je echt eens live aan het werk zien. Deze kranige dame van zeventig is een waar buskruitvat op het podium. Voor wie een portie onversneden blues wil horen, is dit een unieke kans. Georges Tonla Briquet

Coco Montoya op 5 november om 20 uur in GC Nekkersdal (Emile Bockstaellaan 107, 1020 Brussel), 12-15 euro. Lightnin’ Guy op 26 november om 20 uur in GC Essegem (Leopold I-straat 329, 1090 Jette), 12-15 euro. The Last/Lost Blues Survivors op 16 november om 20.30 uur in Wolubilis (Paul Hymanslaan 251, 1200 Brussel), 12, 17,5 of 21 euro. Meer info op www.wolubilis.be en www.brusselsblues.eu.

TELEX VADROUILLE EENDENBROEDKOOI ELSENSE VIJVERS bekroond BRUSSEL – De Anderlechtse dakwerker Manuel Castro y Peña is in de prijzen gevallen met zijn zinken dakje boven de eendenkooi in de eerste vijver van Elsene, vlak bij het Flageyplein. Hij kreeg de vijfde Prijs van de Beste Brusselse Ambachtslui, goed voor 500 euro. De kooi, die dit jaar werd hertimmerd, zorgt voor beschutting en rust voor broedende watervogels. Doorgaans zijn het wilde eenden die gebruikmaken van het voor mensen onbereikbaar broedhuisje. Fluitenbouwer Alain Weemaels kaapte de eerste plaats weg tijdens de uitreiking op de kunst- en ambachtenbeurs ArtisanArt. Voor zijn replica van een 18de-eeuwse fluit uit ivoor, zilver en hout kende juryvoorzitter

en designer Charles Kaisin hem de eerste prijs toe, goed voor 1.500 euro. Keramist Pascale De Visscher ontving de tweede prijs (1.000 euro) voor een porseleinen beeld. De derde en vierde prijs – telkens goed voor 500 euro – gingen respectievelijk naar keramiekrestaurateurs Rinaldo Pontello en Patrice Prestl (Atelier Coperta) voor de restauratie van een Delfts bord en beeldhouwer Michal (Michel Neuwels) voor een sculptuur in carraramarmer. De prijsuitreiking is een initiatief van Benoît Cerexhe, Brussels minister voor Economie en Tewerkstelling. Ze is aan haar vijfde editie toe. JMB

Loulou op DE Boekenbeurs BRUSSEL/ANTWERPEN - De Brusselse Leen Vandereyken heeft haar derde jongerenboek uit: Rollercoaster Loulou en de grote gemene relativiteitstheorie (bij Clavis). Een ‘vervolg’ op Loulou in love en Loulou, het leven van een dramaqueen. Andermaal gaat het verhaal over de ‘onzekere’ gevoelens en dromen van de 15-jarige Loulou, een meisje dat dol is op pumps, leggings, café frappé en uiteraard ‘kussen’. In haar boeken maakt Vandereyken het leven van tienermeisjes herkenbaar, en spannend. Protagoniste Loulou droomt nog steeds van de eerste kus. Ze ziet graten in borstimplantaten, want haar “groeihormonen lijken op die plaats niet te werken”. En ze worstelt met de echtelijke crisis tussen haar ouders. Vandereyken signeert op 6 en 11 november op de Boekenbeurs in Antwerpen. Haar fanclub JMB volgt haar op de blog www.myspace.com/loulouroosenbroeck.

Gelezen: Chez Stans. Een ster in de Rue des Dominicains, 1965-1972, van Jan Mulder, De Bezige Bij, Amsterdam, 206 bladzijden.

achteraf

ters werd al een en ander rechtgetrokken. Maar helaas gebeurden er nog steeds heel wat onregelmatigheden. In 1994 richtte de blanke Amerikaan Tim Duffy dan The Music Maker Relief Foundation (MMRF) op. Zijn doel was enerzijds een infrastructuur op touw te zetten zodat bluesartiesten beter betaald zouden worden en in deftige omstandigheden zouden kunnen optreden en opnames maken. Anderzijds wou hij ook zorgen voor administratieve en juridische omkadering, medische bijstand en waardige huisvesting. Zestien jaar later is de MMRF uitgegroeid tot een instelling die door iedereen in het blueswereldje gerespecteerd wordt. Eric

Praat

Rechts: twee foto’s van Beverly Guitar Watkins, een kranige 70-jarige garantie op onversneden blues.

© DE BEZIGE BIJ

Een mens is ook maar een voetballer

Links: Adholphus Bell, Lil’ Joe en Coco Montoya.

‘Jupp Heynckes.’ ‘AC Milaan-Waregem.’ ‘Lentini.’ Het zijn illustere namen uit een oude voetbaldoos, en tegelijk titels uit de stapels columns van Jan Mulder die ik vroeger systematisch uit Sport Magazine scheurde. De oudste die ik heb liggen, dateren van augustus 1985, ik was toen elf jaar. Op dat moment ontbrak me nog het historische besef dat nodig was om in de beste sportcolumnist ooit ook de fanatiek scorende spits te zien die tussen 1965 en 1972 viermaal kampioen werd met Royal Sporting Club Anderlechtois. Inmiddels is me natuurlijk duidelijk hoe benijdenswaardig Mulder is als ongekroonde kampioen van de belangrijkste tweekamp waaraan je in het leven kan deelnemen: degene die voetbal en literatuur combineert, en het mogelijk maakt beste maatjes te zijn met zowel Paul Van Himst als Remco Campert. Chez Stans is het boek dat Jan Mulder al wilde schrijven toen hij het gelijknamige Brusselse restaurant in de rue des Dominicains (‘Predikherenstraat krijg ik niet uit mijn mond’) nog drie keer per week frequenteerde. Verschillende keren kondigden hij of zijn uitgeverij zijn ‘Brusselse memoires’ aan. Uiteindelijk stelde hij gisteren pas zijn definitieve versie voor in het stadion van zijn oude club, die hem evenveel verschuldigd is als hij zijn club. Je kunt namelijk fijne discussies lanceren met de vraag welke nu de beste transfer was die Anderlecht ooit realiseerde, en die rond je ook even makkelijk af door de naam Jan Mulder te noemen. Wat heeft een voetbalclub immers aan haar roemruchte verleden, als niemand ze adequaat boekstaaft en met overtuiging uitdraagt? Desnoods tot in Nederland – waar de vraag naar glorieverhalen over het Belgische voetbal in de jaren zestig nochtans fel afneemt. Toen ik voor het eerst over de voetballer Jan Mulder las (voetbaltijdschrift Hard Gras, juli 1999), kon ik hem maar moeilijk met de schrijvende mediafiguur in overeenstemming brengen. De foto’s toonden een jong voetballertje met een arrogante bek die de fotografen scheen te vragen of hij misschien wat van hen aan had. Mulder voetbalde dodelijk efficiënt, maar liep ook strak voorbij aan trainer Pierre Sinibaldi, die hem in ’65 verwelkomde. Of hij nam in ’72 afscheid met de middelvinger van trainer Georg Kessler, nadat die hem pas tien minuten voor tijd had ingebracht in de alsnog door toedoen van Mulder gewonnen kampioenenwedstrijd. Uit Mulders latere geschriften bleek zijn eindeloos respect voor de club die hem in de persoon van voorzitter Albert Roosens uit het verre Winschoten was komen halen. Maar Mulder duldde in de spelershiërarchie al snel alleen Van Himst boven zich. Mulder verafgoodde het decorum van paars-wit, maar zodra hij de kleedkamer betrad, klaagde hij over de bedenkelijke staat van de uitrustingen die Van Himst en co. altijd gelaten hadden gedragen. Een speler als Mulder zou vandaag niet meer naar Anderlecht komen, omdat hij, hoe jong en onervaren ook, alleen maar bij een subtopper zou tekenen die hem snel naar een absolute topclub kon doorsturen. Real Madrid zat,

Mulder laat het in zijn boek komen tot een twistgesprek tussen de topspits en de schrijver, tussen ‘Yann Mudlèr’ en Jan Mulder.

zo schrijft Mulder in Chez Stans ook met ongeveer zoveel woorden, altijd in zijn achterhoofd. Helaas volgde na Anderlecht vooral blessureleed bij Ajax. Lezen in Chez Stans is heerlijk zwelgen in verhalen, anekdotes en typeringen over het Anderlecht en Brussel van de jaren zestig. Maar met regelmaat laat de auteur het ook tot een twistgesprek komen tussen de topspits “Yann Mudlèr” (zoals hij met Franse tongval genoemd werd) en de terugblikkende schrijver Jan Mulder (met kuiten nog slechts “zo dik als een jonge paling”). Het lichtvoetige relaas van een voetballer op de zwier in bruisend Brussel, wordt dan een doorgedreven zelfevaluatie met existentiële trekjes. Want als het leven even relatief is als voetbal, dan is een mens uiteindelijk ook maar gewoon een voetballer. De nostalgische terugkeer veertig jaar na datum kan dan makkelijk een feestje worden waarop net iets te veel gezopen wordt. Ook de afgenomen status van de club en de huidige toestand van Brussel (“Voor mijn part staat er geen steen meer op de andere, daar”) dragen daartoe bij. Daarom klinkt Mulders superieure stijl soms ook bedaard en vertwijfeld. Als hij zijn houding bij de dood van zijn vader tegen het licht houdt, maak je je als lezer zelfs zorgen. Want als Mulder niet schmiert, dan is dat het teken dat er echt even niet gelachen moet worden. Toch schrijft Mulder meestal zoals hij speelde: bevlogen, in het besef dat doelpunten belangrijker zijn dan het nauwgezet bijhouden van de stand of de diepgaande nabespreking, en met een voorkeur voor de fictie van een vaag herinnerde spelfase op de documentaire herhaling. Geen betere verhaalstof dan de kniebehandeling met warme ingewanden in het slachthuis van Anderlecht, de verontwaardigde lul van de danser Rudolf Noerejev in de toiletten van Chez Stans, de banketten van de club op de bovenste verdieping van de Martinitoren, of het homofone karakter van de kreten ‘Oranje boven’ en ‘Allons les mauves’... tot ver in Mulders blessuretijd.

Michaël Bellon


BDW 1253 PAGINA 18 - DONDERDAG 4 NOVEMBER 2010

Gastronomie > Banketbakker-chocolatier die de Zavel deed boomen bestaat een eeuw

Honderd jaar zoet bij Wittamer W

als de Croquembouche, de Zwarte Woudtaart en de praline in hartjesvorm symbool staan voor de tijdloze creaties van het huis. Je vindt ze alle in het jubileumkookboek Crème de la crème, waar je ook leest dat de barmitswa-amandelcake van Wittamer koosjer is.

De grote W Daar waar velen de grote letter W – zoals de D op handtassen van Delvaux – met haut de gamme, chic en © WITTAMER

ittamer is een begrip in Brussel en ver daarbuiten. Sinds 1910 hebben drie generaties bakkers-banketbakkers de familienaam inmiddels een uitstekende reputatie bezorgd. Het begon allemaal met Henri Wittamer (1881-1945), een Waals weeskind dat zijn familie van Oostenrijkse afkomst verliet om in de Bergstraat in Brussel in de leer te gaan bij een Mechelse bakker. Hij trouwt zich er in en start – na eerst in de Haachtsesteenweg een bakkerij te hebben gehouden – de ‘Boulangerie Moderne’ op de Zavel. Zijn brood wordt per hondenkar rondgedragen. Zoon Henri-Gustave (1917-2007), die in het Sint-Jan-Berchmanscollege school liep, wordt de manager die de bakkerij tot een gerenommeerde banketbakkerij doet uitgroeien. Kleinzoon Paul (67), die in de Coba Schule in Bazel de knepen leert van de patisserie, chocolaterie, suikerbewerking en taartdecoratie, bouwt het bedrijf met zijn zus Myriam verder uit tot een smaakbegrip. Geen wonder dat het suikerbrood, het gebak ‘Lingot d’Or’, de Brusselse macarons met speculaas en taarten

Prijsbeest en chocoladetaart ‘Samba’: nog steeds zwaar op de maag van de Fransen.

duur associëren, zijn banketbakker en chocoladebewerker Paul en zijn drie jaar jongere zus Myriam eenvoudige, hardwerkende kmo’ers gebleven. Hun hart en ziel is verknocht met het familiebedrijf en de ontelbare leerjongens die onder hun vleugels het metier hebben geleerd. Dat ervaart de pers op het atelieren winkelbezoek voor de honderdste verjaardag. “Ik neem niet graag het woord luxe in de mond, dat doet me denken aan ganzenlever en truffels. Onze zaak draait rond kwaliteit,” stelt Myriam Wittamer als een Franse journaliste les petits belges in eigen huis komt opvrijen met quoteringen. Bij een blindproeverij op een internationale top van meester-banketbakkers in 1986 had Paul Wittamer in Deauville de hoofdvogel afgeschoten met zijn chocoladetaart Samba. Klaarblijkelijk hebben de Fransen dat nog niet verteerd. Buitenlanders die Wittamer furore zien maken, begrijpen ook niet dat de familiezaak slechts op één adres is gevestigd. Wel gaat wat lager in de straat, op nummer 6, in november de pralinewinkel weer open, ditmaal voor stukverkoop van macarons en chocolade. En met een degustatiesalon voor warme chocolademelk. “We moeten nu eenmaal weerwerk leveren tegen de explosie van chocoladeconcurrentie op de Zavel,” knipoogt Paul Wittamer. “De crisis heeft ons zwaar getroffen in 2009, maar sinds januari noteren we weer een

©SASKIA VANDERSTICHELE

BRUSSEL – Krokante vanillemacarons, een smeuïge chocoladetaart ‘Le 100’ én een jubileumkookboek vol familieverhalen: daarmee vieren broer en zus Paul en Myriam Wittamer het eeuwfeest van hun zaak. “De enige grootheidsambitie die onze kmo zich ooit heeft gegund, is een partner in Japan.”

Paul en Myriam Wittamer willen kleinschalig blijven werken. “Verdere expansie interesseert ons niet.”

Jeugd > Pascal Smet projecteert foto’s van jongeren in kader van Europees voorzitterschap

Met je kop op Muntpunt

Sinds enkele dagen hangen er grote doeken op de voor- en zijgevel van Muntpunt, het bibliotheekgebouw op het Muntplein dat momenteel volledig verbouwd wordt. Daarop zijn stripachtige figuren afgedrukt en ook een hele reeks jongerensymbolen in de blauw-gele kleuren van Europa. Your time to shine, staat er in grote letters boven. Jeroen Janssens, woordvoerder van jeugdminister Pascal Smet, legt uit wat de bedoeling is. “Mobiliteit bij jeugd is een van de prioriteiten van het voorzitterschap. In Vlaanderen wil minister Smet bijvoorbeeld dat

binnen tien jaar 20 procent van de studenten een tijdje naar het buitenland trekt. Daarom roepen we jongeren van overal in Europa op om via de jongerennetwerksite Netlog hun foto in te sturen. Bij bepaalde evenementen worden die foto’s dan geprojecteerd op de witte ruimte op het doek. De minister wil Europese jongeren dus letterlijk laten schitteren in Brussel.” Volgens Smet zit de meerwaarde van het initiatief, dat 150.000 euro kost, in het participatieve en inhoudelijke aspect van de actie. Via netlog.com/yourtimetoshine wor-

© MICHIEL PLAIZIER

BRUSSEL – Hoewel het Europees voorzitterschap van ons land al over halverwege is, begint Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd en Brussel Pascal Smet (SP.A) een nieuwe actie. Europese jongeren kunnen via Netlog hun foto insturen, die vervolgens op Muntpunt geprojecteerd wordt. Smet wil hen zo naar een peiling over een aantal thema’s lokken.

Europese jongeren krijgen a place to shine.

den de jonge sitebezoekers immers meteen ook bevraagd over thema’s als mobiliteit, werk, reizen en vrije tijd. Die polls moeten meer inzicht geven in wat er leeft bij Europese jongeren. De jonge Europeanen worden vooral gezocht via Quartier Latin, de Brusselse organisatie voor studentenvoorzieningen. Voorlopig gaat het vooral over buitenlandse studenten die in Brussel studeren, zegt Janssens. De projectie gebeurt niet permanent. Janssens: “We tonen de foto’s bij Europese ministerraden en andere bijzondere gelegenheden.” De eerste projectie vindt plaats op 18 november, de laatste midden februari, al een tijdje na afloop van het voorzitterschap dus. Bettina Hubo


BDW 1253 PAGINA 19 - DONDERDAG 4 NOVEMBER 2010

groei van 10 procent. We doen er ook alles aan. Als een klant in de winkel een speciale taart voor tien personen komt bestellen, dan kunnen we die binnen het halfuur meegeven.” Dat kan Wittamer dankzij het feit dat het nog steeds ambachtelijk

Myriam Wittamer:

“Ik neem niet graag het woord luxe in de mond, dat doet me denken aan ganzenlever en truffels. Onze zaak draait rond kwaliteit”

Nick Trachet BRUSSEL EN DE WERELD CULINAIR ONTDEKT

Jean-Marie Binst

Crème de la crème, 100 jaar zoet werd uitgegeven bij Lannoo (Nederlands) en Racine (Franse versie), 144 bladzijden, 29,95 euro. www.wittamer.com © UITGEVERIJ LANNOO

werkt, en niet als een industriële bakkerij. Vandaar dat de familiezaak ‘kleinschalig’ wil blijven, al zijn er bij Wittamer intussen toch al vijftig personeelsleden aan de slag – parttimers en occasionele hulp inbegrepen. Ze werken onder het alziend oog van chef-patissier Christophe Roesems, die hier 25 jaar geleden als leerjongen begon. Enkel in de groot-kruidenierszaak ‘Rob’ in Woluwe levert Wittamer ook brood, chocolade en gebak. Maar expansie richting bijvoorbeeld Frankrijk, “neen, dat interesseert ons niet,” benadrukt Myriam Wittamer.

op met Paul Wittamer, omdat hij – zeer visionair – een toekomst zag voor chocolade en gebak in Japan. Tot dan bakten bakkers er enkel brood. Wittamer zegde toe en sindsdien coacht ‘Brussel’ regelmatig de banketbakkers en chocolatiers van de Edelweiss Group in Japan. Dat bedrijf telt al vijftien franchisewinkels, waar patisserie, petitfours, handig verpakte koekjes en cakes als warme broodjes over de toonbank gaan. “Onze recepten verschillen amper van Wittamer, maar likeur wordt overal uit geweerd,” verklapt Hiyane. Ook hier staan kwaliteit en ambacht voorop, al werken er inmiddels 400 arbeiders bij Edelweiss, goed voor een omzet van 40 miljoen euro. Bij Wittamer in Brussel werkt de ploeg even hard: in de eindejaarsperiode worden normaal 3.000 ‘stronken’ verkocht. Van de nieuwe ‘Le 100’, een chocolademousse op krokante bodem en met een gedeukte vorm, wordt gehoopt dat hij records breekt.

Japanners coachen De enigen die mochten meesnoepen van de ambachtelijke knowhow van Wittamer waren de Japanners. In 1990 nam Tsuyoshi Hiyane contact

ADVERTENTIE

BRONKSFESTIVAL 10-14 NOVEMBER / NOVEMBRE 2010

INFO & TICKETS BRONKS 02-21 999 21 WWW.BRONKS.BE

FESTIVALCENTRUM / CENTRE DU FESTIVAL: BRONKS JEUGDTHEATER / THÉÂTRE JEUNE PUBLIC in/au BRONKS, BOZAR, Théâtre la Montagne Magique, Beursschouwburg, De Markten

Mes Ik ben een beetje in de rouw. Ik ben mijn zakmes kwijt, en dat is al het tweede dit jaar. Spijtig, een zakmes is geen wapen, geen tuingerief of speelgoed, een zakmes is vooral een middel om gastronomisch te genieten. Wie staat er nog stil bij zijn tafelmessen? Bij de meeste mensen thuis of op restaurant liggen nauwelijks nog messen die naam waardig. Stukken roestvrij staal zijn het, waarmee iemand zelf met enige druk op zijn hand kan hakken zonder dat er ook maar een sneetje ontstaat. Ze zien er uit als messen, maar snijden niet. Waarom gebruiken we ze dan? Er bestaan toch ook eetstokjes? In Zuid-Amerika werd het eten in de kantines en kleine eethuisjes opgediend zonder mes. De gasten kregen een vork of een lepel, daar moesten ze het mee doen. Ik vroeg mij af of dit kwam uit schrik voor vechtpartijen, maar een meer waarschijnlijke reden is dat de mensen daar de stukken kip toch met de vingers aten en de vork enkel gebruikten om de restjes rijst van hun immer weerkerende arroz con pollo op te lepelen. “Eten met de vingers is zo veel lekkerder,” hoorde ik vaak poneren. Een mes kon verder alleen maar gestolen worden. In een internationaal gezelschap aan tafel zijn Noord-Amerikanen vlot herkenbaar. Zij snijden hun vlees snel in kleine stukjes, leggen dan hun mes neer en eten met de vork uit de rechterhand, terwijl de linker op de schoot blijft liggen. U moet er eens op letten. Ik heb hen vaak gevraagd waarom zij niet de ‘continentale’ methode gebruiken, met het mes altijd in de rechterhand. De enige plausibele uitleg, naast “dat het hen zo geleerd was op school”, is dat deze gewoonte voorkomt dat zij hun mes in de richting van andere mensen zouden zwaaien, wat vervelend is voor gasten met een messenfobie. In Frankrijk is het omgekeerd. Een klasgenote van mij studeerde af als diergeneeskundige en ging aan de slag in Frankrijk. Zij vertelde mij hoe ze van boerderij naar boerderij trok voor het verzorgen van schapen of het kalven van koeien, en hoe ze dan steeds werd uitgenodigd om te blijven eten. Maar aan tafel trok iedereen zijn eigen zakmes. Als welopgevoede Vlaamse had zij er geen bij, tot grote verwondering van haar gastheren. Die moesten dan telkens in laden en schuiven op zoek naar een extra zakmes, want gewoon tafelbestek hadden ze

niet. Eten deden ze met enkel het mes en een stuk brood. Opgelet, dit verhaal stamt niet uit de tijd van Zola of Proust, we spreken over 1983 of zo! Ze heeft er toen snel één gekocht, net zoals zo’n mes van de boeren daar, kwestie van te integreren. Ze toonde mij fier haar zwarte hoornen Laguiole, klein en rank, met het kenmerkende vliegje op de garde. Ik heb er mij ook één aangeschaft, je zal maar door een Franse boer uitgenodigd worden ... Mannen en messen, het is een zaak van passie. Pas op, het heeft niets met agressiviteit te maken, ook niet met angst – een mens kan zich overigens niet verdedigen met een mes. Maar een goed in de hand liggend scherp mes is een bron van plezier. Schil eens een appeltje met een scherp mes? Nooit zult u nog naar het botte tafelmes grijpen. Vlees snijden wordt ook een andere ervaring. Eigenlijk wordt alle eten beter wanneer het gegeten wordt met een scherp mes. Ik ken gewaardeerde culinaire collega’s die op restaurant hun eigen mes durven bovenhalen wanneer dat op het witte tafellaken weer eens geen snee blijkt te hebben. Tandjesmessen zijn een lapmiddel, maar geven nooit het genot van een gladgeslepen lemmet. Maar mag men nu met een mes rondlopen of niet? Ik vroeg het voor alle zekerheid nog maar eens aan de woordvoerder van de Brusselse politie en die toonde veel redelijkheid, zoals de messendrager beter ook doet. Vaste messen en plooimessen waarvan het lemmet kan vergrendeld worden, mogen niet ‘gedragen’ worden, maar wel ‘vervoerd’. In mensentaal: niet op het lichaam, maar wel in een hand- of boekentas. Gewone onvergrendelbare plooimessen mag men op zak hebben (een Laguiole wel, een Opinelmes dus niet!). Ze moeten van bescheiden afmeting zijn. De oude regel dat ze niet langer mogen zijn dan de breedte van een hand is geen officiele norm, maar wel een redelijke richtlijn. Grotere messen zijn ook niet praktisch als eetgerief. Ten slotte moet men voor de politie ook altijd een goede reden hebben om zo’n mes mee te dragen. Ik

Op restaurant liggen nauwelijks nog messen die naam waardig. Stukken roestvrij staal zijn het, waarmee iemand op zijn hand kan hakken zonder dat er ook maar een sneetje ontstaat

vroeg specifiek of “ik ga op restaurant en ik neem mijn eigen mes mee want die van de patron snijden niet” een goede reden was, en hij antwoordde onomwonden “ja”. Dan nog enkele tradities en raadgevingen: geef nooit een mes cadeau en leen het nooit uit. De traditie wil dat wie een mes krijgt, daar prompt voor betaalt met minstens een symbolisch muntstuk. Een mooie geste van vriendschap. Het is niet alleen bijgeloof: wie immers ooit misbruik maakt van een mes dat aan een ander toebehoort (een cadeau blijft altijd een beetje van de gever), zal de schenker (of uitlener) met een schuldgevoel laten zitten. En daarbij: uitgeleende messen, zoals boeken, komen zelden terug. Daarom: herhaal ik “nooit”, en dat in naam van de vriendschap. Smakelijk. nick.trachet@bdw.be De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/trachet


z ZI a

DOOR PATRICK JORDENS

VAN 9 TO

“Ik woon hier met mijn moeder,” zegt Rosie dan. “En je vader,” vraagt Moussa, “waar is die?” “Vind je het goed als ik je dat een andere keer vertel?” “Ik ken het gebouw op mijn duimpje,” zegt Moussa na een stilte. “Ben je al eens helemaal boven geweest?” “Nee,” zegt Rosie, “ik woon hier nog maar net.”

“Ja, en?” wil Rosie weten. “Mijn kamer is precies boven de jouwe. Als ik een gat boor in de vloer van mijn kamer, dan kom ik in jouw kamer uit.” “Je kan ook gewoon aanbellen,” zegt Rosie. Moussa knikt en kijkt verlegen naar zijn tenen. “Aanbellen kan ook,” mompelt hij.

Moussa gaat op zijn tenen staan en kijkt over de schouder van Rosie naar binnen. “Dacht ik het niet,” zegt hij dan. “Slaap jij daar?” Hij wijst met zijn vinger naar de slaapkamer van Rosie. De kamerdeur staat wijd open.

Wie ben jij?” Twee grote ogen kijken Rosie vragend aan. “Jij bent nieuw,” zegt hij voor Rosie iets kan zeggen. “Helemaal niet,” zegt Rosie. “Ik ben Rosie.” “Oké,” zegt Moussa.

“DAG,” zegt Moussa. “Ik ben Moussa... En jij?

N

Rosie en Moussa van Michael De Cock en Judith Vanistendael is uitgegeven bij Querido Jeugd en kost 12,95 euro

“Wil jij ook doen alsof mi jn kat een hond is?” wil Moussa dan weten. “Als jij me meeneemt naar het dak.” “Afgesproken,” zegt Mous sa, en hij slaat zijn hand teg en die van Rosie. “Hoe heet je hond?” vraag t Rosie. “Titus.” “Goeie naam voor een hond ,” zegt Rosie. Dan aait ze Titus over zijn kop. “Miauw,” zucht de hond.

t.” “Hou je mij misschien voor de gek?” vraag t Rosie. Ze heeft nog nooit iemand gezien die met een kater uit wandelen gaat en doet als of het een hond is. “Dat is helemaal geen hond .” Moussa zucht. “Ik zou zo graag een hond willen. Maar meneer Tak wil geen honden in het gebouw.” “Wie is meneer Tak?” wil Rosie weten. “Heb je meneer Tak nog nie t ontmoet? Hij woont helemaal beneden in het ge bouw. Hij schreeuw t de hele tijd. Kan het niet wat stiller op de trap, kereltje! Of: Kereltje, houden we open deurdag?” “Wat een akelige man,” ze gt Rosie.

IEDEREE

H

er om de twee weken eden intussen? Toen vond je gel r jaa e twe in, beg het in s r een ander ina zoals ze wa Rosie dat met haar moeder naa isje me erinner je je nog de Zazie-pag het r ove al, rha gve erij Querido nu een l Rosie in. Een echt ver vol dat verhaal hebben ze bij uitgev een aflevering van het verhaa Van a. uss Mo t me t aak ger nd Judith en daar bevrie De Brusselse striptekenares ck. Co De l appartement moet verhuizen hae Mic eds ste nog is je te weten hoe het t Rosie en Moussa, de schrijver en Moussa in de winkel, en kom ie Ros heus boek gemaakt. Het hee ligt ber em nov 18 af ge tekeningen bij. Van Vanistendael maakte er grappi gment uit dit en. meegenieten van een mooi fra en lat verder gaat met de twee vriend al ie jull we nen kun zo oren in bladeren. En Maar Zazie mocht er al van tev “Hij ziet er gevaarlijk uit, en kijkplezier! maar bijten doet hij gloednieuwe boek. Veel lees nie

E

W V OO D B

R

! ! e i s o R s t e e m e i Zaz

3 JA A R 1 • T

BDW 1253 PAGINA 20 - DONDERDAG 4 NOVEMBER 2010


“Ik weet een deur, en als je daar doorheen gaat, kom je bij een kleine trap, en die leidt tot op het dak.” “Mij best,” zegt Rosie. “Let maar niet op mijn hond,” zegt Moussa. Rosie kijkt naar de rode kater die Moussa aan een halsband houdt. Het is helemaal geen hond, maar een oude rode kater.

BDW 1253 PAGINA 21 - DONDERDAG 4 NOVEMBER 2010


BDW 1253 PAGINA 22 - DONDERDAG 4 NOVEMBER 2010

Søren Hansen: “Wat me onmiddellijk opviel hier, was dat zoveel mensen cash betaalden, terwijl in Denemarken iedereen dat al lang met zijn kaart deed. ‘Wat is hier aan de hand?’, dacht ik, ‘is dat allemaal zwart geld?’ .”

© MARC GYSENS

Søren Hansen, van het Scandinavische platteland naar de hoofdstad van Europa

‘Ik voel me hier Deenser dan in Denemarken’ OUDERGEM – “Ik heb moeten leren van Brussel te houden. Met als belangrijkste les: blijf open en vriendelijk, dan is de stad ook goed voor jou. Nooit gedacht dat ik ooit zo over Brussel zou praten, toen we hier negen jaar geleden kwamen wonen. Zozeer had ik het gevoel in een bananenrepubliek terechtgekomen te zijn.” Søren Hansen is een Deense cultuurhistoricus en huisvader.

D

e eerste kennismaking was een schok, maar toch was naar Brussel komen een weloverwogen keuze voor Søren en zijn Yvonne. “Ik ben opgegroeid in een dorpje aan de rand van Sønderborg, een stadje in ZuidJutland. Dat is dicht bij de Deens-Duitse grens, min of meer tweetalig gebied. Ik heb er een onbezorgde jeugd gesleten. Het platteland is rustig en veilig. Voetballen en in de zomer luieren aan het strand. Mogelijk zijn toen al de kiemen ontstaan van de drang naar het buitenland.  Vanop het strand kon ik Duitsland zien. Zo naar de ‘andere kant’ kijken, enorm boeiend.”

“Mijn vrouw, die ik tijdens mijn studies in Odense – de stad van Hans Christian Andersen – heb leren kennen, voelde dezelfde microbe kriebelen. Biedt de kans zich aan, dan trekken we naar het buitenland. Toen het echter zover was — Yvonne kreeg een voorstel om voor de Europese instellingen te werken — lagen de kaarten echter enigszins anders. We hadden inmiddels een dochtertje van drie en een zoontje van enkele maanden en ikzelf was een carrière in Denemarken aan het uitbouwen. Toch hebben we besloten het erop te wagen: lukt het, zoveel te beter, zo niet

kunnen we nog altijd terugkeren. En kijk, we zitten hier nog altijd. Mijn vrouw werkt nog steeds bij de Europese instellingen, ikzelf ben bezig met een proefschrift voor het Instituut voor Scandinavistiek in Amsterdam. Over hoe Denemarken omging met vreemdelingen in de loop van de geschiedenis.”

Zwart geld Hier, dat is een gezellig rijhuis in Oudergem, in een zijstraat van de Vorstlaan, vlak bij metrostation Hermann-Debroux. “We hebben van het begin bewust gekozen voor een rustige gemeente, een groene gemeente. Maar van een leien dakje is het niet gelopen. Omzeggens niets kende ik van Brussel toen we hier aankwamen. Met de naïeve illusie: ‘De hoofdstad van Europa, dat kan toch niet zo moeilijk zijn’. Maar dat draaide heel anders uit, het was echt wel wennen. Aan de taal, aan de manier waarop de Belgische maatschappij is georga-

niseerd. Het is hier veel ingewikkelder dan de Deense. Wat me bijvoorbeeld onmiddellijk opviel, was dat zoveel mensen cash betaalden, terwijl in Denemarken iedereen dat al lang met zijn kaart deed. ‘Wat is hier aan de hand?’, dacht ik, ‘is dat allemaal zwart geld?’ Toen we onze eerste huur betaalden aan het agentschap, was dat ook handje contantje, zonder factuur.” “Het was nu niet zo dat ik tegen een onbeklimbare berg moest opkijken, maar wat het zo moeilijk maakte, was de som van kleine dingen die anders waren dan in Denemarken. Ik had ook nog eens kleine kinderen in huis, wat het allemaal nog wat stresserender maakte.” “Maar ondertussen heb ik het hier echt wel naar mijn zin. Zeker de mentaliteit van leven en laten leven spreekt me aan. Soms hebben we gedacht: ‘Waarom niet naar de Rand verhuizen?’. Maar daar is de sociale controle


BDW 1253 PAGINA 23 - DONDERDAG 4 NOVEMBER 2010

toch groter. Alles moet daar netjes zijn, alles moet binnen het geheel passen. Dat was ook zo in Denemarken, iets wat ik als verstikkend ervoer. Neen, geef mij maar de stad, ik ben genoeg op het platteland geweest”.

Stad leren beheersen Hansen vertelt het me allemaal in het Nederlands. Niet vlekkeloos – hij heeft een accent – maar wel keurig. “Nederlands leren is vlot gegaan, mede omdat Yvonne familie in Nederland heeft wonen. Mijn Frans daarentegen is nog steeds schabouwelijk. Niet dat ik niet geprobeerd heb. Ik heb verschillende cursussen gevolgd, maar als je het niet geregeld spreekt, dan zijn die lessen eigenlijk nutteloos. Hier thuis spreken we

“Het is alsof niemand over België denkt, maar wel over Vlaanderen en Wallonië. En dan nog een paar mensen die over Brussel denken”

© SØREN HANSEN

Deens, kwestie van de binding met onze roots te behouden. Maar soms, als het over school gaat, of over moeilijke dingen, leggen onze kinderen het liever in het Nederlands uit. Alberte en Jonathan zijn dan ook halve Belgen. Zeker Jonathan, hij spreekt zelfs Deens met een Vlaams accent. Schattig toch?” “Ze gaan beiden naar het Nederlandstalig onderwijs. Jonathan hier nog steeds op het Lutgardiscollege in de basisschool, Alberte hebben we dit schooljaar ingeschreven in SintJan-Berchmans. Omdat ze andere lucht wilde opsnuiven. Alweer een aanpassing. Alberte

komt al geregeld op haar eentje van school naar huis. Voor ons was dat een drempel om te overwinnen. Maar ze doet dat goed, ze heeft echt wel snel de smaak te pakken gekregen. Na een paar keer was het al van: ‘Mama, je hoeft niet meer mee te gaan’.” De stad beheersen, het is ook iets dat Hansen nog moet leren. “Oudergem ken ik goed, hier speelt ons leven zich af. Maar de rest van Brussel ken ik nog niet genoeg naar mijn zin. Zo heb ik nog maar net de Marollen ontdekt. Ik wist dat ze daar waren, ik had er al veel over gehoord, maar ik was er nog nooit geweest. Nu dus wel, ik wou het even gaan checken omdat Albertes nieuwe school vlak in de buurt ligt. Heel boeiend, met die rommelmarkt, de cafeetjes, de kleurrijke straatjes met al die winkeltjes.” “Wat ik ook al geleerd heb, is dat Brussel een lappendeken is van veel ‘eilandjes’. Het ligt allemaal heel verspreid. En je moet dan ook nog eens weten hoe je ergens moet geraken. Het fascineert me, maar tegelijkertijd vind ik het allemaal een beetje verwarrend. Wat me al wel geregeld is overkomen, is dat ik verdwaald geraak en dan plotseling een mooi pleintje zie, of een mooi park. Waarom ken ik dat niet, denk ik dan, ik heb daar nooit over gehoord of gelezen? Echt Brussel ontdekken zal voor later zijn, denk ik, als de kinderen het huis uit zijn. Misschien dat we dan ook wel naar het centrum verhuizen. Om een beetje dichter bij alles te zijn. Oudergem is de rand van de stad hé. Mooi en goed om met kinderen te leven, maar veel minder sfeerrijk dan het centrum. We zullen wel zien.” “Vroeger, toen de kinderen nog klein waren, gingen we ook regelmatig terug naar Denemarken. Nu doen we dat nog slechts twee keer per jaar. Dat is echt vakantie voor hen, ze kunnen dan ravotten met de neven en nichtjes, maar hun thuis is wel degelijk hier.” “Voor mij is het steeds weer een merkwaardige ervaring dat ik me er minder Deens voel dan als ik hier in Brussel ben. Wellicht omdat ik hier met meer verschillende culturen wordt geconfronteerd, en ook omdat ik in Denemarken niet altijd meer mee ben met de plaatselijke actualiteit.”

Een beetje ernst

België en Brussel leren kennen is voor veel buitenlanders een avontuur. ‘Soms’ is een beetje flexibiliteit meer dan nodig.

In België volgt Hansen het nieuws wel op de voet. “Alhoewel, dat gehannes van de politici begint toch wel mijn strot uit te komen. Dat gezever over B-H-V, Vlaanderen, Wallonië. Hetzelfde verhaal dat nu al bijna vier jaar aansleept. In het begin vond ik het wel boeiend, grappig zelfs, maar nu denk ik: ‘Komaan jongens, een beetje ernst alsjeblieft!‘ Vreemd, zeer vreemd, die Belgische politiek, ik heb er zelfs al enkele artikels over geschreven in de Deense pers. In mijn ogen is het alsof niemand over België denkt, wel over Vlaanderen en Wallonië. En dan nog een paar mensen die over Brussel denken.” “Veel mensen hebben me in Denemarken al gevraagd: ‘Wat gebeurt er daar in België toch met de politiek?’. Soms krijg ik het uitgelegd, meestal niet. Van Brussel denken ze dat de hoofdstad van Europa wel een rijke, mooie stad moet zijn. Rijk? Vijfentwintig procent van de Brusselaars leeft in armoede. Het is maar een van de vele problemen.” “Elkaars hoofd inkloppen gebeurt gelukkig niet. De Belgen zijn vreedzame mensen. Soms denk ik dan ook dat de problemen veel meer van de politici komen dan van de bevolking zelf. De politici hebben zichzelf ook in een hoekje gemanoeuvreerd, ze hebben amper mogelijkheden om een andere richting in te slaan zonder gezichtsverlies. Jammer voor België, want door die spijtige patstelling is er geen ruimte om het land echt te regeren en begint de overheidsschuld opnieuw onrustwekkend op te lopen.” Karel Van der Auwera

FREDDI SMEKENS Leive

W

anneer we het woordje leive in het Brussels gebruiken, kunnen we gelukkig alle kanten uit. Dat kan gaan van “’t Leive es toch schuun” tot “Da’s hee gien leive”. Daartussen zijn er een aantal varianten die we hieronder even nader gaan bekijken. Maar beginnen we alvast met de twee uitersten. Wie spreekt over e schuun leive, kan het uiteraard zowel over zichzelf als over anderen hebben. Ik wil er hier echter wel graag op wijzen, waarde lezer, dat de uitdrukking “Gaa hèt toch e schuun leive!” vaker voorkomt dan “Ik hem hee e schuun leive”. Met e schuun leive verwijzen we hier uiteraard naar een staat van geluk of gelukzaligheid. En ook wanneer men niet helemaal overtuigd is dat iemand die bereikt heeft, kan men toch uitpakken met “Gaa hèt na neki e schuun leive!”. Wanneer we nu het tegenovergestelde van e schuun leive bekijken, merken we dat e slecht leive hier niet van pas komt. In dat geval gaat gien leive wel degelijk op. Onze uitdrukking “Da’s hee gien leive” heeft dus alles met kommer en kwel te maken. Maar wat heeft het leven ons, tussen die twee uitersten, nog meer te bieden? Ik zou zeggen alles wat met ons doegelaaiks leive te moeke heit. Zo kan men bijvoorbeeld de haast retorische vraag stellen: “Hei da vanzeleive al geweite?”. Uiteraard verwacht men op die vraag niet “Nateurlaaik? Gaa ni?” als antwoord. Anders is het gesteld met vragen als “Zaai doe vanzeleive al geweist?”, “Hei da vanzeleive al gezeen?” of “Zaaide da al teige gekomme?”. Daar kan eventueel met “ja” of “neije” op geantwoord worden, zonder de vraagsteller in verlegenheid te brengen. Daaruit kan men gerust afleiden dat ons woordje weite in het leive van alle dag een aparte plaats inneemt. Een uitspraak die men af en toe met een korreltje zout moet nemen luidt “Giel ma leive”. Neem nu iemand die uitpakt met “Ik hem giel ma leive gewerkt”. Daaruit kan men toch niet afleiden dat de persoon in kwestie vanuit het moederhuis onmiddellijk achter een bureau is gaan zitten of aan de band is gaan staan? Even bizar is het gesteld met “Ik hem

giel ma leive niks anders gedoen” of “Ik vroeg ma da al giel ma leive af”. Hoe subtiel, rekbaar, kort en relatief ons leive ook moge zijn, waarde lezer, laat ons de uitdrukking niet te pas en te onpas gebruiken. Wie meer mystiek aangelegd is, zal het nu en dan uiteraard hebben over “in ’n ander leive” of eventueel “in e veurig leive”. Bij wat er in die leives allemaal gebeurd kan zijn, kunnen we onze fantasie uiteraard de vrije loop laten. U zal ongetwijfeld zelf al gemerkt hebben dat wie over dat veurig of ander leive spreekt, er altijd een mooier beeld van ophangt dan van het leven dat hij of zij nu meemaakt. Soms stel ik mij de vraag waarom men dat ander leive in dat geval al dan niet vrijwillig heeft verlaten. Van de mystieke toer gaan we even de anekdotische toer op. Zo had ik het op een zekere dag met een vriend over leive en duud. Want men kan het nu eenmaal niet over het ene hebben zonder bij het andere terecht te komen. Toen mijn vriend vroeg wat ik noe ma leive als grafschrift zou willen, moest ik even nadenken. Toch duurde het niet lang voor ik zei: “Awel, ik wil e ruud kroois op ma graf. Met als grafschrift: ‘Ik hem al gegeive’. Nu wil ik het ook graag over een vreemde manier van begroeting hebben. Het komt spijtig genoeg af en toe voor dat iemand ons begroet met de lugubere vraag “Leivde ga nog?”. Veel meer dan “Gaa par malheur oek persees!” heb ik daar nooit op kunnen antwoorden. Graag wou ik de lezer ook nog even meegeven dat het net de Brusselaars zijn die het boerenleven op een merkwaardige manier bezongen hebben. Velen onder ons kennen ongetwijfeld de evergreen (ik kies het woord met zorg) “En ’n dikke panch en ’n snij van ‘t verke! Booreleive en dat es plezant! (3x)” Zullen we deze prachtige ode van de Brusselaars aan onze vrienden landbouwers even uitproberen, waarde lezer. Ik wil hier zeker niet met een pessimistische noot afsluiten, maar er is nog één Brusselse uitdrukking die ik wil aanhalen. Wie niet helemaal zeker is van de doodsoorzaak, kan op de vraag “Van wa es hem gesteurve” altijd uitpakken met “Hij (zij) was opgeleifd”.

REDACTIE BRUSSEL DEZE WEEK Flageyplein 18, 1050 Elsene, 02-226.45.40, fax 02-226.45.69, info@bdw.be. ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bdw.be), 02-226.45.45, fax 02-226.45.69. Gratis binnen het Brussels hoofdstedelijk gewest. Rest van België 15 euro per jaar; rekeningnummer 424-5529822-66 van vzw Brussel Deze Week. Buiten België 25 euro per jaar. DISTRIBUTIE EN PROMOTIE Ute Otten (ute.otten@bdw.be), Ann Van Dievoort (ann.vandievoort@bdw.be), Paul De Weerdt. RECLAME IN BDW Rika Braeckman (rika.braeckman@bdw.be), 02-226.45.53, 0477-97.21.27, fax 02-226.45.69. OPLAGE 66.720 exemplaren. HOOFDREDACTIE Anne Brumagne (anne.brumagne@ bdw.be). EINDREDACTIE Katrien Stroobants (katrien.stroobants@bdw.be). REDACTIE Jean-Marie Binst (jeanmarie.binst@bdw.be), Christophe Degreef (christophe.degreef@bdw.be), Bettina Hubo (bettina. hubo@bdw.be), Patrick Jordens (patrick.jordens@bdw.be), Freddi Smekens (freddi.smekens@bdw.be), Steven Vandenbergh (steven.vandenbergh@bdw.be), Steven Van Garsse (steven.vangarsse@bdw.be), Danny Vileyn (danny.vileyn@bdw.be). REDACTIESECRETARIAAT Isabelle De Vestele (isabelle. devestele@bdw.be), Ann Van Dievoort (ann.vandievoort@bdw.be), Gerd Hendrickx (gerd.hendrickx@ bdw.be). MEDEWERKERS Michaël Bellon, Lieven Bulckaert, An Devroe, Philip Ebels, Eva Hilhorst, Ilah, Francis Marissens, Niels Ruëll, Bruno Schols, Tim Schoonjans, David Steegen, Benjamin Tollet, Georges Tonla Briquet, Nick Trachet, Karel Van der Auwera, Matthias Vanheerentals. FOTOGRAFEN Bart Dewaele, Anja Galicia, Marc Gysens, Ivan Put, Herman Ricour, Dieter Telemans, Saskia Vanderstichele, Jo Voets. VORMGEVING Peter Dhondt (peter.dhondt@bdw.be). FINANCIËLE ADMINISTRATIE Manu De Hertogh (manu.dehertogh@bdw.be). VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Anne Brumagne, BDW, Flageyplein 18, 1050 Elsene. ALGEMENE DIRECTIE Marijke Vandebuerie (marijke.vandebuerie@bdw.be). Brussel Deze Week wordt gedrukt op de persen van de nv Roularta, Meiboomlaan 33, 8800 Roeselare en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie. ONS MAILEN? Al onze mailadressen zijn volgens dezelfde structuur opgebouwd: voornaam.naam@bdw.be (losse bestanddelen van voornaam of naam aan elkaar, en zonder trema’s, verbindingsstrepen en andere tekens).


BDW 1253 PAGINA 24 - DONDERDAG 4 NOVEMBER 2010

Wielrennen > Guy De Laen breekt werelduurrecord voor 75-plussers

‘Nu ga ik met pensioen. Denk ik’ SINT-JANS-MOLENBEEK – De 75-jarige Guy De Laen heeft opnieuw een werelduurrecord fietsen voor masters gebroken. Afgelopen vrijdag legde hij het record vast op iets meer dan 33 kilometer. Nu is het tijd voor zijn sportief pensioen, al weet je met de Brusselaar nooit. “Wat ga je nu nog doen?”, vroeg een caféganger een tiental jaar geleden aan De Laen. “Ik ga een werelduurrecord rijden, zoals Eddy Merckx,” antwoordde De Laen. “Iedereen begon natuurlijk luid te lachen. Maar ik was serieus, zonder er verder bij na te denken. Ik wist alleen dat je een uur zo snel mogelijk moest fietsen, niets meer. Ik ben een vriend gaan opzoeken die nog op de piste had gefietst en ben zo begonnen aan mijn eerste recordpoging.” Als jonge wielrenner maakte De Laen het mooie weer bij de beginnelingen. De overstap naar de liefhebbers kon hij niet maken door een moeilijke financiële thuissituatie. In plaats van de fiets werd het de werkvloer. “Het was een tijd van boterhammen met suiker. Ik had een mooie carrière kunnen hebben. Ik trainde met echte coureurs en zij zeiden: ‘Ket, g’ed class’. Als ik de gelegenheid had gekregen, had ik kunnen slagen.” Bij het leger ontdekte de Brusselaar de loopsport. Hij werd vierde op het Belgisch legerkampioenschap cross en bekampte later nog grote lopers als Gaston Roelants. Hij was echter maar een goede tweedeklasser, net als later in het veldrijden. “Ik heb mogen rijden tegen iemand als Roger De Vlaeminck, mijn

© MARC GYSENS

© MARC GYSENS

de  CLUB

Guy De Laen (75): “Weinig mensen kunnen zo lang in het rood gaan als ik. Ik heb fond, zoals ze zeggen.”

Plezier voorop bij biljartclub R.B.C. Fantaisistes

De sport die ook kunst is JETTE – Zeventig jaar al hanteert Royal Billard Club Fantaisistes de keu. Het is in die tijd zowat uitgegroeid tot een seniorenclub, die wel wat jongere spelers kan gebruiken.

ballen die in verschillende variaties gespeeld wordt. Dat kun je bij ons allemaal spelen en leren. Biljart is naast een sport ook voor een stuk een kunst. Techniek is zeer belangrijk, al heb je natuurlijk ook wat geluk nodig.”

“De club is opgericht in een donker Molenbeeks cafeetje, een paar maanden voor de Duitsers Brussel binnenvielen,” legt Jean Haeck (74) uit, schatbewaarder van de club. “Tijdens de oorlog hebben heel wat Brusselaars toch nog plezier beleefd door daar biljart te spelen. De club is daarna nog ettelijke keren verhuisd.” Meestal omdat de cafés waar de Fantaisistes hun thuisbasis hadden, overgelaten werden. Maar er was ook die ene kroeg waar de cafébaas een plank op de biljart legde om er elk weekend een bandje te laten spelen, niet bevorderlijk voor de tafel. Of die cafébaas die onwel werd tijdens een spelletje en overleed. “Sinds 2006 zitten we in een zaal boven café Le Bistrot en hopelijk kunnen we hier nog lang blijven. We beschikken hier over drie carambolebiljarten,” legt Haeck uit. “Wij spelen vrij spel op de biljart, een biljartvorm met drie

Johan Boskamp Het lidgeld bedraagt amper 50 euro, maar de prijzen voor een keu gaan van 100 euro tot meer dan 1.000. De training is op maandag. Meestal is dan maar een deel van de zestien leden aanwezig. “We spelen dan onderlinge wedstrijdjes. Het gebeurt dat er officiële matchen bezig zijn als we trainen. Je hebt in Le Bistrot namelijk ook een andere biljartclub, Brigand, die bij de Belgische federatie zit. Wij komen uit in de kleinere federatie CSU, die nu nog acht Brusselse ploegen telt. Toen we het kampioenschap van CSU wonnen in 1961, waren er nog meer dan honderd ploegen uit Brussel en omstreken. Nu vind je hier nog amper een biljarttafel.” “Als er een wedstrijd bezig is, moeten wij natuurlijk stil zijn. Maar als we het kot voor ons alleen hebben, wordt er gepraat en gelachen. En gedronken. De meesten slaan wel een paar

Jean Haeck: “De club is opgericht enkele maanden voor de Duitsers Brussel binnenvielen.”

pinten achterover, maar het is niet de bedoeling om je te bezatten, anders ga je naast de ballen stoten. We hebben ook spelers die louter voor het plezier en het sociaal contact komen. Plezier is sowieso het belangrijkste. Johan Boskamp komt hier trouwens af en toe langs. Ik ben nog voorzitter van de jeugd van RWDM geweest, zo kennen we elkaar.” De meeste leden van de club zijn gepensioneerd. “Het jongste lid van onze club is veertig, de oudsten zijn mannen van tachtig jaar.

Jonge mensen zijn altijd welkom, maar we kunnen hen gewoon niet bereiken. We hebben nochtans al geprobeerd. De verschillende verhuizingen hebben ons ook heel wat leden gekost. Laat ons zeggen dat ik hoop dat we onze honderdste verjaardag halen. Daar zal ik alles aan doen.” Tim Schoonjans www.abca-united-berchem.be jean.haeck@skynet.be


BDW 1253 PAGINA 25 - DONDERDAG 4 NOVEMBER 2010

idool. Hij was een echte krak. Later ben ik drie jaar op een rij Belgisch kampioen geworden bij de veldrijders zonder vergunning en heb ik 33 overwinningen behaald.” Moe van het geploeter in de modder sloot De Laen zich aan bij wielerclub La Coupole aan de Heizel. Hij reed met hen heel wat recreatieve wielerrondes en zijn eerste rondjes op de piste. En toen kwam die dag op café waarop hij zijn belofte maakte.

Zwartste uur “Ik had maar een goedkope pistefiets, meer kon ik me niet veroorloven,” vervolgt De Laen over zijn eerste recordpoging. “Aanvankelijk trainde ik in het Gentse Kuipje, later wat verderop, op de piste aan de Blaarmeersen. Daar heeft toenmalig uitbater Ronny Keisse (vader van pisterenner Iljo Keisse, MB) mij heel wat geholpen bij mijn record. Na hard trainen heb ik in 2001 het eerste werelduurrecord voor

“Het was een groot succes. Roger De Vlaeminck heeft mij zelfs afgeduwd bij de start. Geweldig” masters bij de 65-plussers gereden: 33,526 kilometer. Een mooie afstand, maar ik vond dat ik beter kon.” Een jaar later klopte de Brusselaar aan bij een sponsor, die voor wat materiaal en kleding zorgde. De Laen trok terug de baan op, met ervaring en de nodige training in de benen. Resultaat: een verbetering tot 35,230 kilometer. “Ik heb dan besloten te wachten, zien of er een uitdager kwam. Die is er nooit gekomen. Ik ben terug met vrienden gaan fietsen op de weg, maar het begon te kriebelen. In 2006 ondernam ik een derde recordpoging. Dat is volledig tegengevallen.” “Veel mensen, vooral van mijn wielerclub, zouden mij komen helpen of aanmoedigen. Alles was geregeld. De dag zelf is niemand

komen opdagen. Ik zat daar alleen. Ik had psychologisch een klop van de hamer gekregen. Ik zat erdoor. Ik wou niet vertrekken, maar ik had betaald en heb dan toch gereden. Dat was het zwartste uur dat ik daar heb gereden. Een grote desillusie. Maar het was toch nog een record: 33,691 kilometer in de masterscategorie 70+.” Teleurgesteld ging De Laen terug met zijn vrienden rijden. Hij gaf ook wat les aan senioren op de Blaarmeersen. Hij bekocht dat na een ongeval op de piste bijna met zijn leven, maar droeg gelukkig een helm. Na een fietsstage in Spanje ging hij in juni dit jaar naar de dokter voor een check-up. “Die was zeer positief. Weinig mensen kunnen zo lang in het rood gaan als ik. Ik heb fond, zoals ze zeggen. Ik vertelde dat aan mijn vriendin, en ze had het meteen begrepen. ‘Je gaat opnieuw een recordpoging wagen,’ zei ze. Ze had gelijk.”

2006 is vergeten Vier maanden geleden stond De Laens besluit vast om de nieuwe recordpoging aan te gaan. Wekelijks trainde hij 200 à 250 kilometer en in september trok hij naar Mallorca. Daar sloeg hij met Bicycle Holidays een sponsor aan de haak. Zij zorgden voor een fiets op maat, kleding en zelfs een extra week betaalde training op het Spaanse eiland. Alles was dus aanwezig om te slagen. “Het is opnieuw gelukt,” jubelde De Laen na zijn nieuw record op de piste aan de Gentse Blaarmeersen. “Met iets meer dan 33 kilometer is het record voor 75-plussers gebroken. Het was een groot succes. Er was ook heel wat volk komen opdagen. Daar komt nog bij dat Roger De Vlaeminck mij heeft afgeduwd bij de start. Geweldig.” “De recordpoging uit 2006 vrat aan mij, zo wou ik geen afscheid nemen”, zei de pistier. “Ik wou die poging doen vergeten, en dat is gelukt. Nu ga ik normaal gezien met pensioen. Al weet je met mij nooit. Ik beloof niks.”

Tim Schoonjans

De waarheid, het boek waarin De Laen vertelt hoe hij records brak, kunt u kopen voor 13,50 euro via guy.de.laen@skynet.be

Brussel wandelt

David Steegen Nederig Le Centre. Een bezoek aan deze streek in Wallonië is sterk aan te raden aan elk welstellend mens. Een arme regio waar hartelijke mensen, afkomstig uit alle windstreken, heel grauwe straten bevolken. Italianen in Newcastle. Zoiets. Le Tivoli is een oud stadion, een echte home ground. Wie van voetbalromantiek houdt, moet een bezoekje brengen aan Le Tivoli. Een prachtig veld omgeven met een atletiekbaan waarrond oude tribunes staan, gemaakt van beton en hout. Een van de weinige stadions in België die ik nog nooit bezocht had. Le Tivoli is de voetbaltempel, met de nadruk op ‘tempel’, van La Louvière, of liever Football Couillet La Louvière. Het voormalige RAA La Louvière waar Silvio Proto, Benoît Thans en Manu Karagiannis voetbalden en waarmee Ariël Jacobs de beker won. La Louvière was een giant killer. Vroeger speelden ze tegen RSC Anderlecht, Sporting Lissabon en Club Brugge. Vandaag heeft het Géants Athios, Diksmuide en AppelterreEichem als tegenstanders. Financieel wanbeleid, de zaak-Ye en andere misrekeningen stuurden de traditieclub naar de onderbuik van de Belgische voetbalsport. Vanavond spelen we op het heerlijk modderige voetbalveld van Le Tivoli tegen Union Royale Sportive du Centre, de club van Haine-Saint-Pierre. Haine ligt op enkele kilometers van La Louvière. Toen ‘Les Loups’ een fusieclub zochten, benaderden ze Couillet, een club die zelfs niets met de streek te maken heeft. Kortzichtigheid is van alle streken en landen. Onbegrijpelijk. URS speelt voor 1.500 betalende toeschouwers en is de fiere leider in derde klasse. Tel de traditie van La Louvière op met het voetbalbeleid van URS en het zuiden des lands heeft er een goede eersteklasser bij. Maar het is dus de wedstrijd van de eeuw voor URS. Bij aankomst waan ik me in de

jaren tachtig. Dichte drommen schuiven traag aan bij de verschillende ingangen. De opgekomen massa geniet met volle teugen. Suppoosten die zoveel volk niet gewoon zijn, fouilleren soms wel en soms niet. Het enthousiasme van het publiek is prachtig en aanstekelijk. Het doet me denken aan de eerste wedstrijden die ik als kind met mijn vader en ooms bezocht in de tweede klasse. Sporting Hasselt – RAFC Antwerp. De mensen komen voor het voetbal. Liefhebbers. Meer dan 8.000 supporters van URS Centre komen opdagen. Bijna acht keer meer dan gewoonlijk. Met ontzag kijken ze naar de grootverdieners uit Brussel tijdens de opwarming. De zoon van de voormalige grootheid Luis Oliveira, Mickaël Oliveira, voetbalt voor URS Centre. Hij is jammer genoeg gekwetst. Ook Dieudonné Kalulika, bekender dan Elvis in Congo, heeft een hoofdstedelijk verleden. Hij voetbalde voor FC Brussels. De sfeer, de clubkleuren van URS (roodblauw, heerlijk verticaal gestreepte truien à la Club Liègeois), het gezellige publiek en het groene speelveld geven mij goesting. Voetbal zoals het hoort te zijn. Een favoriet die alles te verliezen heeft en een underdog die klaar is voor de match van de eeuw. De ouderdomsdeken van URS is huisschilder en mocht van de baas een uurtje vroeger vertrekken om tegen de recordkampioen te kunnen voetballen. Een andere speler heeft een abonnement op RSCA. Ze spelen lekker complexloos. Zonder franjes en met veel plezier. Wij zijn verkrampt. Hoewel we ons plaatsen na strafschoppen, verlaten we Tivoli met de staart tussen de benen. De hoofdstad kreeg een les in nederigheid, op alle vlakken. www.brusselnieuws.be/steegen David Steegen is persverantwoordelijke van voetbalclub RSC Anderlecht

ADVERTENTIE

SINT-AGATHA-BERCHEM – Tijdens ‘Vlaanderen Wandelt’ wordt de wandelsport naar u gebracht. Ook Brussel doet mee. Het overgrote deel van de activiteiten van de vijfde editie van deze wandelhappening wordt aangeboden in Vlaanderen. Gemeenschapscentrum De Kroon uit Sint-AgathaBerchem is de enige Brusselse deelnemer. De Kroon is een wandel- en fietscentrum dat het hele jaar door activiteiten organiseert. Zowel Brussel als het Pajottenland en de Zennevallei zijn perfect bereikbaar vanuit De Kroon. Elke donderdag kunt u bijvoorbeeld gratis een begeleide wandeltocht meemaken.

Op 11 november wordt om 14 uur afgesproken aan de Vandendrieschstraat 19 in SintAgatha-Berchem om in groep te vertrekken. Wat volgt, is een bewegwijzerde wandeltocht van 8 kilometer. Het is mogelijk om een kortere weg te nemen onder begeleiding. Dierenliefhebbers mogen hun hond meenemen. Op voorhand inschrijven is niet nodig, dat kan ter plaatse. Voor meer info kunt u terecht bij Frans Vonck, op het nummer 0475-34.42.41 of via frans.vonck@skynet.be.

Tim Schoonjans

http://dekroon.vgc.be

LOPEN VOOR DE VREDE SINT-AGATHA-BERCHEM – Op Wapenstilstand werken de Brusselse joggers traditioneel de jogging van de vrede af. Het Gemeentelijk Sportcomplex is op donderdag 11 november niet alleen de start- en eindplaats van de jogging van de vrede. Om 13 uur begint er ook een tafeltennistornooi. Daarnaast is er voor de kleinsten de Kids Athlé van Brussels Athletics waar ze de atletieksport speels kunnen leren kennen. Om 14

uur starten kinderen jonger dan twaalf hun kinderjogging. Een halfuur later begint dan de eigenlijke jogging, over afstanden van 4,3, 8,6 of 12,9 kilometer. Het parcours leidt hen door de straten van Sint-Agatha-Berchem. De opbrengsten gaan naar 11.11.11. Inschrijven kan ter plaatse in de Lusthuizenstraat vanaf 12 uur. Kinderen betalen 1,50 euro, volwassenen 2,50 euro.

Tim Schoonjans


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.