3 minute read

10 jaar na Kijfhoek

Nieuwe schuimblusvoertuigen, ontsluitingswegen en gezamenlijke oefeningen

In januari was het 10 jaar geleden dat collega’s een gevaarlijke brand op emplacement Kijfhoek in Zwijndrecht bestreden. Het incident had flinke impact op het korps en de omgeving en was in de jaren erna regelmatig onderwerp van gesprek in de regionale politiek. Collega’s kijken terug en vertellen over het vervolg.

‘Ik hoorde die avond iets na half tien de alarmering en ben naar de kazerne in Zwijndrecht gegaan’, vertelt Daan Vermeulen, toenmalig commandant van de Zwijndrechtse Waard. ‘Al snel was duidelijk dat het een ernstige situatie was. In eerste instantie was het beeld dat de wagon geladen was met giftige stoffen. Later bleek het een wagon met ethanol te zijn. De brand straalde een rij wagons met LPG aan die, naar later bleek, leeg maar niet schoongemaakt waren. Vijftien minuten na het eerste alarm werd opgeschaald naar GRIP 3.’

Kruip-door-sluip-door

‘Ik had piketdienst als HOvD’, kijkt Cees van Andel terug. ‘Als eerste was het zaak de enorme stroom aan hulpvoertuigen in goede banen te leiden en te bepalen wie welke taken zou vervullen in het CoPI. Omdat de reikwijdte van de schuimblusvoertuigen te klein was, werd het kruipdoor-sluip-door om bij de brand te komen.’ Eerst aankomend bevelvoerder Piet Moerkerken reageert: ‘Veel informatie ontbrak nog. Ladingborden en het wagonnummer hadden meer duidelijkheid kunnen geven, maar daar dichtbij komen was uitgesloten. Dan val je terug op de basisprocedure: bovenwinds aanrijden en snel verkennen. We wisten natuurlijk niet hoe lang die wagon al brandde en hoe vol of leeg hij was. Zorg ervoor dat je altijd kunt vluchten, zeiden we daarom tegen elkaar.’

Gecontroleerd uitbranden

Ter plekke werd gelijk ingezet op het koelen van met name de LPG-wagons. Door de wagons te koppelen, konden ze met een locomotief weggetrokken worden. Daarmee was het grootste gevaar en de dreiging van een mogelijke ontploffing geweken en kon de wagon met ethanol gecontroleerd uitbranden. Daan: ‘In de tijd dat de mannen op locatie aan het werk waren, zijn onder meer woningen ontruimd, bewoners opgevangen, het treinverkeer stilgelegd. Uiteindelijk waren zo’n 30 organisaties en 250 hulpverleners bij de bestrijding betrokken.’

Aanpak knelpunten

Adviseur industriële veiligheid Chris Aldewereld over de samenwerking met ProRail sinds Kijfhoek: ‘Naast het ontbreken van een bedrijfsbrandweer was bereikbaarheid een serieus knelpunt op Kijfhoek. De bedrijfsbrandweer is altijd sneller ter plaatse, maar ook zij zouden tegen het bereikbaarheidsprobleem blijven aanlopen. Allerlei mogelijke oplossingen zijn dan ook samen met ProRail grondig onderzocht. Zoals de inzet van blushelikopters of treinen met blusapparatuur, voertuigen die zich haaks over de sporen verplaatsen of een sprinkler-netwerk boven Kijfhoek. Nu, tien jaar na dato, is alles besproken en onderzocht en kunnen we binnen een jaar of twee extra ontsluitingswegen aanleggen. De brandweer kan dan met schuimblusvoertuigen rechtstreeks vanaf de weg een grote klap uitdelen, waarmee je zo’n 95% van een brand plat slaat.’ Piet vult aan: ‘De afgelopen periode hebben we ons met ProRail onder meer gericht op vakbekwaamheid en gezamenlijk oefenen op incidentbestrijding. De nieuwe schuimblusvoertuigen voor de Spoorzone - tussen Kijfhoek en de Moerdijkbrug - worden identiek uitgevoerd en krijgen een standplaats op de Kijfhoek, post Zwijndrecht en post Noordendijk. Zo krijgen de afspraken om incidenten op Kijfhoek nog veiliger te kunnen bestrijden, steeds meer vorm.’

Crisiscommunicatie

Kijfhoek en de brand kort daarvoor bij Chemie-Pack in Moerdijk hebben in de regio, maar ook landelijk, bijgedragen aan een andere visie op crisiscommunicatie’, zegt beleidsadviseur Eddy van Well. ‘Waar crisiscommunicatie eerder deel uitmaakte van de gemeentelijke rampenplannen kiezen we nu voor regionale organisatie. Daarmee versterken we de slagkracht omdat we een beroep kunnen doen op een pool met communicatieadviseurs van de gemeenten, de Omgevingsdienst en verschillende andere regionale organisaties. Voorheen was het gebruikelijk pas te communiceren als je zekerheid had over de feiten. Rond 2015 zijn we gestart met 24/7 incidentencommunicatie, waarbij je zo snel en open mogelijk communiceert. Daarbij vertellen we ook wat we nog niet zeker weten. Zoals de uitkomsten van onderzoek naar mogelijk vrijgekomen gevaarlijke stoffen. Vooruitlopend op die resultaten kunnen we in ieder geval wel melden dat het onderzoek loopt en er gelijk aan herinneren dat rook nooit gezond is. Laat je die mogelijkheid onbenut, dan sta je bij wijze van spreken al met 10-0 achter. Stuur je daarentegen snel de wereld in wat je weet, dan wordt dat gewaardeerd. Niet alleen door de bevolking en de media, ook intern.’