1 minute read

Recente jurisprudentie toegepast op tegelwerk

De wet

Op grond van artikel 7:745 en 7:760 BW is de aannemer – bij het aanbrengen van tegels dus de tegelzetter – verplicht bij het aangaan of het uitvoeren van de opdracht de opdrachtgever te waarschuwen voor onjuistheden in de opdracht voor zover hij deze kende of redelijkerwijs behoorde te kennen, alsook voor gebreken en ongeschiktheid van zaken die van de opdrachtgever afkomstig zijn.

Advertisement

Bij een tegelzetter zal het daarbij vaak gaan om de te betegelen muren en/of vloeren. Als de tegelzetter de tegels zelf levert is er sprake van een (gemengde) koop/aannemingsovereenkomst. Voor wat betreft het aanbrengen is de tegelzetter dus aannemer.

De kwestie

In de betreffende procedure ging het niet om tegels, maar om een parketvloer. De uitkomst van de procedure is echter ook voor de tegelzetter van belang.

Tijdens de opname van de te verrichten werkzaamheden constateert de vloerenlegger dat er mogelijk een vochtprobleem in de woning is. Daarom schakelt hij een adviseur in. Volgens de adviseur dienen alle dekvloeren verwijderd te worden en dient er een volledige opbouw gedaan te worden inclusief vochtkering zodat er geen optrekkend vocht meer in aanraking kan komen met de te plaatsen parketvloer. Tevens constateert de adviseur dat ook in de muren het restvocht oploopt tot boven de 3%.

Conform het advies wordt een nieuwe betonnen vloerconstructie inclusief cementdekvloer aangebracht door de opdrachtgever. De eerder ingeschakelde deskundige stelt vervolgens vast dat de nieuwe vloer voldoet, waarna de parketvloer wordt gelegd.

Na een half jaar komt de parketvloer omhoog en gaat de vloer bol staan. Een door de opdrachtgever ingeschakelde deskundige concludeert dat bij de aanvang van de werkzaamheden verzuimd is vast te stellen of de vloer ook blijvend droog zou zijn. Zowel de vloerenlegger als diens adviseur hebben op basis van de metingen verzuimd om er op te wijzen dat vocht

This article is from: