16 minute read

Erik Colijn (Bouwschool Breda)

Erik Colijn

(BouwSchool Breda):

Advertisement

“Jij hebt het vak ook ergens mogen leren, vergeet dat niet hè…!”

Er worden landelijk op dit moment zo’n 120 leerlingen opgeleid tot tegelzetter. En dat is te weinig, want we hebben een instroom van zo’n 150 nieuwe tegelzetters PER JAAR nodig. Onze lidbedrijven zijn daarbij superbelangrijk... want – tegelzetters worden voor een belangrijk deel in de praktijk opgeleid. De tweede belangrijke schakel zijn – naast de ROC’s – de Opleidingsbedrijven: de meeste opereren onder de naam ‘Bouwmensen’. De Bouwmensenopleidingen die de meeste tegelzetters opleiden, zijn inmiddels geassocieerd lid van BOVATIN. Maar – er zijn er meer die fors aan de weg timmeren! Zo blijkt ook BouwSchool Breda flink aan de weg te timmeren. Heel flink, zelfs… Alle reden om eens kennis te maken met directeur Erik Colijn. →

Naast Erik Colijn: John van Ginneken, één van de praktijkbegeleiders Tegelzetten

Meer tegelzetters opleiden? Ieder zijn rol!

Tijdens de campagne ‘Kies tegelzetten’ merkten we al dat een campagne zo sterk is als de zwakste schakel. Sommige opleidingen konden de tegelzetters niet ‘echt’ plaatsen, omdat ze dan een nieuwe, te kleine klas moesten formeren, met als resultaat dat jongeren ‘toch maar’ in een metselaars- of timmermansklas geplaatst werden. Ook bleek er een schrijnend tekort aan leerbedrijven te zijn, wat ertoe geleid heeft dat BOVATIN (voortkomend uit het concept-Beleidsplan!) onder zijn leden gaat checken wie er precies hoeveel leerlingen kan plaatsen. Ook onder de ZZP-ers; tijdens de regiodagen bleken er namelijk best wat ZZP-ers bereid te zijn om als Leerbedrijf te fungeren.

In Breda waren er echter ruim voldoende leerlingen om tegelzetters-jaargroepen te maken. Erik Colijn: “We hadden vorig jaar een instroom van 25 tegelzetters, en zoals het er nu naar uitziet, hebben we in september 55 tegelzetters (21 nieuwe aanmeldingen) verdeeld over de jaren (wat Bouwschool Breda vermoedelijk tot de grootste opleider van tegelzetters maakt, red.). Natuurlijk, we zijn ‘Excellent Opleidingsbedrijf’: Bouwend Nederland heeft begin 2019 het startsein gegeven voor het kwaliteitskeurmerk ‘excellente opleidingsbedrijven’. Met dit keurmerk is zichtbaar welke opleidingsbedrijven binnen de bouw en infra voldoen aan de gewenste kwaliteitsnormen. En dat maakt het ook eenvoudiger om te concurreren met andere beroepsopleidingen… We kijken bij het werken aan die kwaliteit goed naar onszelf, en naar hoe wij de ideale opleidingspartner kunnen zijn voor zowel leerlingen als bedrijven. De 14 mensen van mijn team en ik hebben samen een plan gemaakt, bestaande uit een aantal peilers (‘het beste uit jezelf halen’, ‘word een echte vakman’, ‘leer in de beste leeromgeving’ en ‘professionele opleidingsbedrijven helpen jou’), compleet met actiepunten en doelstellingen. Een belangrijke constatering tijdens het maken van dat plan was dat a) de betrokkenheid van bedrijven bij het opleiden enorm belangrijk is, b) dat dit bij veel bouwbedrijven van nature best goed zit maar c) dat met name bij metsel- en tegelzetbedrijven nog ehh… de nodige winst te behalen valt. Wanneer we inzoomen op de tegelbranche: dat komt natuurlijk ook doordat zo’n 60% van de tegelzetbedrijven, ZZP-bedrijven zijn. Ik ben gestart met een klankbordgroep, met daarin de leerbedrijven die onze tegelzetters opleiden – tegelzetbedrijven, maar ook bouwbedrijven met een onderhoudstak. Ook Concreet Opleidingsproducten heb ik daarbij betrokken. Ton Borrenbergs, jullie opleidings- en technisch adviseur, hoorde van ons initiatief en vroeg of

hij ook welkom was. Hij bood aan om een overzicht te presenteren van veelvoorkomende defecten in tegelwerk, om zo aandachtspunten in de lesstof mee te geven. Zo leerde ik hem kennen, en via hem Gerard Reus, jullie voorzitter. En jullie club is toch dé verbindende speler in de branche – dus wilden we graag partner worden!”

De basis op orde!

Colijn: “Vorig jaar hadden we een instroom van 25 tegelzetters, terwijl er het jaar daarvoor 12 instroomden... Het merendeel, ongeveer 80%, BBL-leerlingen. Dus, toen we vorig jaar een vacature voor een instructeur hadden, hebben we er ook heel bewust voor gekozen om daar een ‘echte tegelzetter’ voor te zoeken. Onze opleiders hebben overigens er een sterke voorkeur voor – inclusief de argumenten – om het zetwerk nog in de opleiding Tegelzetten te houden…

Ook BouwSchool Breda heeft een strak uitgelijnd wervingsprogramma. “Ik heb een fantastische organisatie waar het de werving betreft. We zijn sterk vertegenwoordigd in de regio, we hebben prima contacten met de scholen voor voortgezet onderwijs. Onze leerlingen komen van pakweg 50, 60 scholen… Onze social media hebben we voor elkaar, we doen workshops, meeloopdagen… En we zijn gewoon overál! Zodra een jongere hier komt, met de ouders, dan hoeft hij niet al een plaats bij een leerbedrijf te hebben. Daar zorgen wij namelijk voor. Men mag natuurlijk wel een voorkeur uitspreken. Onze leerlingen zijn momenteel allemaal geplaatst. En als er even geen plek is, dan staat hij hier in de werkplaats, mét salaris, mét arbeidsovereenkomst, voor de duur van de opleiding. Ja, het plaatsen van die leerlingen, dat is ieder jaar weer een uitdaging, maar daar zijn we in 1984, midden in de crisis, voor opgericht… het lukte toen, en het lukt nu ook.”

“als er even geen plek is, dan staat hij hier in de werkplaats, mét salaris, mét arbeidsovereenkomst”

Alles in eigen hand!

“We houden onze kwaliteiten graag zelf op peil. We scholen zelf de leerbedrijven, verzorgen ook zelf de bijscholing van de leermeesters, en iedere zes tot acht weken zijn we zèlf op de bouwplaatsen aanwezig, om met leerlingen en leermeesters de voortgang te bespreken. Ons succes zit ‘m in de samenwer-

king op ieder niveau: in de klankbordgroepen, de scholing, de bijscholing, de relatie met de leerbedrijven... En dat KUNNEN wij omdat we massa hebben – we hebben in totaal 275 leerlingen timmeren, metselen en tegelzetten!”

“We leiden op voor de regio Breda. Maar specifiek voor de tegelzetters is de regio groter, omdat aansluitende regio’s geen tegelzetters opleiden.

Hoe werkt het?

Wat overkomt je als je tegelzetter wil worden, en je meldt je aan via de website? “Binnen twee dagen heb je een afspraak voor een kennismakingsgesprek met één van onze opleidingscoördinatoren. Zo werken we. Wie boven de 23 is, komt bij ons in aanmerking voor het zij-instromerstraject. Tijdens het kennismakingsgesprek, dat zo’n 45 minuten vergt, leren we de leerling kennen, alsook de omgeving waar hij in opgroeit en zijn/haar ambitie. Plus, we plannen de kennismakingsdagen in. Iedereen krijgt bij ons namelijk een – zeg maar – assessment van vier dagen. De instructeur weet dan aanvankelijk alleen de naam en het vakgebied waar de leerling instroomt, en ervaart tijdens die vier dagen de aspirant-leerling op werknemerscompetenties, ontwikkeling en vaardigheden. Ze doorlopen daarnaast een prestatie/motivatietest. We doen ook een ‘warme overdracht’ met de school waar de leerling vandaan komt – wat ook de relatie met die school versterkt! – en uit dit alles komt een rapportage. Die bespreken we tijdens het uitslaggesprek met de leerling en de ouders, en dat leidt tot een ontwikkelingsplan. Dat kan bijvoorbeeld een plan zijn waarbij we eerst de leerling drie maanden intern tot basisniveau opleiden, en ‘m pas daarna bij een leerbedrijf plaatsen. Bij tegelzetters betekent dat: hij moet eigenlijk zelfstandig een toilet kunnen betegelen. Dat kun je qua ruimte immers niet met zijn tweeën... Die investering doen we, zodat we leerlingen niet meteen teruggestuurd krijgen met het etiket ‘Hij kan

niks!’. Kan die leerling dan alles? Nee, het is een leerling, hij moet nog veel leren. Dat komt ook steevast tijdens het kennismakingsgesprek bij het leerbedrijf aan de orde. Standaard na twee weken hebben we een vervolggesprek bij dat bedrijf. We geven bedrijf en leerling even een aantal dagen de kans om aan elkaar te wennen, maar daarna willen we weten: hoe is de start geweest, en wat moeten we als opleiding oppakken. Eén dag in de week – of twee avonden - is de leerling bij ons, en krijgt hij een deel theoretisch onderwijs van het ROC.

“Hij moet eigenlijk zelfstandig een toilet kunnen betegelen. Dat kun je qua ruimte immers niet met zijn tweeën...”

25% van die tijd krijgt hij hier bovendien die praktijkonderdelen die bij het leerbedrijf minder aan de orde komen en voor een allround-tegelzetter juist hard nodig zijn. Wij willen van toegevoegde waarde zijn, we zijn geen detacheringsbureau! Ik ben nu zes jaar directeur, negen jaar opleidingscoördinator, en daarvoor werkte ik vijf jaar in het onderwijs. Deze rol past me het best: ik beweeg tussen het onderwijs en het bedrijfsleven in, en help aan twee kanten verbeteren. Dan merk je overigens wel in welke regio je zit: de betrokkenheid van bedrijven is hier echt geweldig! ‘Opleiden, dat doen we samen’, is hier het adagium. Bedrijven zijn natuurlijk wel eens in concurrentie over een project, maar als het om opleiden gaat, dan is deze school dus wel hun gezamenlijke kindje… En als er een bedrijf uit de band springt, en bedenkt dat hij dat opleiden even zelf & zonder ons doet, dan wordt hij wel door de andere bedrijven in de regio aangesproken. “We investeren hier samen in de collectiviteit, toch…?”

“Bij mijn jongeren speelt wat ze hier verdienen nog niet zo’n rol. Er is hier geen jongere die tijdens het kennismakingsgesprek vraagt ‘wat ga ik hier de komende twee jaar verdienen, mijnheer Colijn?’ Maar als ze ouder worden, telt dat wel. Over leerbedrijven gesproken: een voorbeeld. Een bedrijf had een leerling, en gaf aan dat het niet zo lekker liep. ‘Ik vraag me af of we eigenlijk nog wel tegelzetters moeten opleiden…’, vroeg de bedrijfsleider zich af. Gelukkig hadden we het gesprek erover... Relaties zijn in de regio zo vormgegeven dat ‘iets niet horen’ niet voorkomt! ‘Ik snap je,’, zei ik. ‘Maar kom nou niet over tien jaar bij me aan dat je niet verder kunt omdat je geen tegelzetter kunt vinden… Kijk nou naar wat wij samen doen. Wij leiden ze op voor de branche, en probeer jij ze nou zo goed mogelijk bij je te houden… Nee, dat lukt niet altijd, maar die garantie heb ik ook niet met m’n team! Ook als jouw leerling na een jaar ZZP-er wordt, dan is die voor jouw bedrijf toch ook van toegevoegde waarde? Jij hebt toch ook een flexibele schil, en je werk moet toch gemaakt worden…?’. Je doet het samen. Dat is de Brabantse cultuur, maar het is ook een zaak van landelijk belang, van in gesprek blijven...”

De LTS…?

Was de LTS van vroeger dan ideaal? “Als je van de LTS afkwam, dan kon je wat. En dan ging je daarna het leer-werktraject in. Nu volg je VMBO-BWI, waarmee je een heel breed scala aan vakgebieden verkent, in minder uren. Die kinderen beschikken dus over andere, bredere vaardigheden. Misschien niet meteen handig voor een bedrijf dat één specifieke vaardigheid van je vraagt, maar wel ontzettend belangrijk om loopbaanoriëntatie naar een beroep in de bouw vorm te geven. De kans dat deze kinderen kiezen voor een beroep in de bouw is wezenlijk groter. We hebben hier een regio met – gelukkig! – zes BWI-scholen, en ongeveer 45% van onze instroom komt van de afdeling VMBO BWI. Dus, meer dan de helft komt via een andere koers bij ons: van MAVO/HAVO, uit de zorg, →

FENTO VOORKOMT KNIE- EN RUGKLACHTEN DOOR MIDDEL VAN ERGONOMIE

FENTO Knee Protection is als één van de weinigen in de markt volledig gespecialiseerd in ergonomische kniebescherming. Ze richten zich op professionals die vaak op hun knieën werken. Denk aan beroepsgroepen als vloerenleggers, tegelzetters, stratenmakers, hoveniers, installateurs, elektriciens en dakdekkers. Waar bij de meeste kniebeschermers het volledige gewicht op de knie komt te liggen, verdelen de kniebeschermers van FENTO op unieke wijze de druk over het gehele onderbeen. Hierdoor worden knie- en rugklachten voorkomen.

ONTSTAAN VANUIT EEN VRAAG UIT DE PROFESSIONELE MARKT Nadat een zeilmaker bij de fysiotherapeut werd behandeld voor knie- en rugklachten, kwam hij enkele maanden later weer met dezelfde klachten terug. Ze vroegen zich vervolgens af of er geen alternatieve oplossing was die de klachten voorgoed zouden verhelpen. Ze kwamen erachter dat de huidige beschikbare kniebeschermers niet ergonomisch waren en hierdoor de lichamelijke klachten in stand hielden. Vanuit deze ondervinding is het balletje gaan rollen en zijn deze zeilmaker en fysiotherapeut samen ergonomische kniebeschermers gaan ontwikkelen... FENTO was geboren! 20 jaar later voorkomen en verhelpen de kniebeschermers van FENTO wereldwijd knie- en rugklachten.

NAUW CONTACT MET DE EINDGEBRUIKER FENTO vindt het belangrijk om in direct contact te staan met de eindgebruiker, aandachtig te luisteren naar hun feedback en dit mee te nemen in het proces van productontwikkeling. Wat ze vaak als feedback terugkrijgen is dat de kniebeschermers op grote wijze bijdragen aan hun fysieke gezondheid. De positieve impact hiervan beïnvloedt natuurlijk niet alleen het professionele, maar ook het privéleven van de eindgebruiker. VOORKOMEN IS BETER DAN GENEZEN Medische specialisten claimen terecht dat voorkomen altijd beter is dan genezen. Professionals die vaak op hun knieën werken geven aan dat ze achteraf veel eerder hadden moeten beginnen met investeren in de juiste ergonomische kniebescherming. Het uitstel hiervan zien we ook vaak terug bij jongeren: omdat ze nu nog jong en fit zijn, houden ze zich hier niet mee bezig waardoor ze er op latere leeftijd last van gaan krijgen. FENTO richt zich daarom tegenwoordig ook op jongeren en wil hen daarmee op jonge leeftijd het belang van ergonomische kniebescherming in laten zien.

NIET ALLEEN ERGONOMIE MAAKT DEZE KNIEBESCHERMERS BIJZONDER Een aantal andere punten waarin de kniebeschermers van FENTO bijdragen aan lichamelijk comfort tijdens het werk zijn onder andere het wijde oppervlak van de beschermer die zorgt voor stabiliteit tijdens het knielen, de brede elastieken die niet in de knieholtes knellen en het comfort die ze bieden tijdens het lopen of bewegen. Daarnaast zijn de producten slijtvast, ademend, waterbestendig, makkelijk schoon te maken en bevatten de meeste producten vervangbare onderdelen om de duurzaamheid te vergroten.

MEER INFORMATIE VIND JE OP: WWW.FENTOKNEEPROTECTION.COM

het leger, enzovoorts. Hoe dat komt? PR! En we bieden de VMBO-scholen ook niet per ongeluk aan dat de leerlingen hier hun VMBO-kennismakingsmodule tegelzetten kunnen komen doen… Zo hebben we ze binnen! En is een intakegesprek vaak de tweede kennismaking...”

Verkeerd beroepsbeeld…

“Die intakegesprekken deed ik tot vorig jaar nog grotendeels zelf, maar met de groei van ons instituut lukt dat niet meer. Eén van de zaken die ik merk is dat de leerlingen niet altijd een helder beroepsbeeld hebben. Is deels onze eigen schuld: kijk naar die ronkende filmpjes over het leger, de zorg, en ook over de bouw… Je merkt het soms ook bij zijinstromers. Verlaat er één voortijdig de kappersopleiding, en kiest hij voor tegelzetten. ‘Dat is wel heel wat anders hè?’, vroeg ik dan. Na wat schouderophalen aan de andere kant van de tafel moet je dan wel concluderen dat het een flinterdunne keuze is… Dan neem ik de dag van een tegelzetter eens met ze door. Vroeg beginnen, daar begint het mee… ‘Je staat niet om zeven uur op, je bent om zeven uur op de bouw!’ Als er dan moeilijke blikken volgen, dan weet je dat het geen match is. Daar moet je eerlijk in zijn. Het gaat niet om de instroom, het gaat erom hoeveel tegelzetters ik aflever. Daar heeft de branche iets aan! Dus ben ik wat preciezer aan de poort.”

Zijinstromers!

En hoe gaat dat aan de poort met zijinstromers? “Ik ben in 2016 gestart met het opleiden van statushouders, want ik dacht dat wij dat beter konden dan wie ook in Nederland. Timmerlieden, metselaars en tegelzetters. We deden het wel goed volgens de buitenwereld, maar we waren zelf niet echt tevreden. Naast mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt begeleiden we nu vooral mensen – meestal hebben we er een stuk of 15 – van werk naar werk: mensen die bijvoorbeeld net hun huis verbouwd hebben, en merken dat daar hun passie ligt. Hoe we met hen te werk gaan? De intake verloopt hetzelfde als die met de reguliere leerlingen. Maar, omdat het vaak mensen zijn met een gezin en dus met financiële verplichtingen, mensen die belang hebben bij continuïteit, zoeken we eerst een bedrijf voor ze. In overleg met dat bedrijf kijken we: hoe snel krijgen we die deelnemer productief, wat moet hij of zij kunnen? Daar scholen we hem of haar door middel van maatwerktrajecten op, dan gaat hij of zij aan het werk bij dat bedrijf, en scholen we ‘s avonds bij. Er zijn trouwens bouwopleidingen waar 60% van de leerlingen zijinstromer is! We maken soms gebruik van de LeerLoopbaanpaden - momenteel alleen voor timmeren en metselen – waarbij ze in korte trajecten certificaten kunnen halen die, als het er genoeg zijn, bij het ROC kunnen worden verzilverd met een regulier diploma. Maar – deze zijinstromers zijn niet altijd op zoek naar een diploma, nee, ze willen het vak tegelzetten beheersen! Dit traject, kun je rustig stellen, is voor alle betrokkenen uitdagender dan voor een ‘gewone’ leerling. Maar het is zonder meer de moeite waard: hier vooral doordat we die sterke betrokkenheid van bedrijven hebben. We hebben hier momenteel 12 zijinstromers, waarvan 2 tegelzetters.

“Jestaat niet om zeven uur op, je bent om zeven uur op de bouw! Als er dan moeilijke blikken volgen, dan weet je dat het geen match is”

Kortom…

“In feite zijn we enorm trots op onze resultaten. Maar we rusten nooit! We blijven die jongeren werven, boeien en binden… We hebben ook het loket ‘Een leven lang ontwikkelen’, en jaarlijks nodigen we degenen die afgestudeerd zijn weer uit voor bijscholing. Want, onze leerlingen zijn bijna allemaal aan het leren voor niveau 2 en 3. Maar na het behalen van deze vakdiploma’s stopt het vaak, terwijl het bouwvak altijd blijft veranderen. Dus willen we ze ook daarna wel graag ‘boeien en binden’! Samengevat: ik wil graag deel uitmaken van dat netwerk van jullie, kennis delen en elkaar, als de hoofdrolspelers die we immers in de branche zijn, beter maken! En ja, ik begrijp het, niet ieder bedrijf ‘heeft’ iets met opleiden, of men roept zoiets als ‘straks gaan ze naar de concurrent, of ze beginnen voor zichzelf…’. Ik zeg dan altijd: ‘Jij hebt het vak ook ergens mogen leren, vergeet dat niet hè… Er is iemand die ook ooit jou een kans gegeven heeft, geef deze jongens dan ook een kans!” ■

www.bouwschoolbreda.nl

This article is from: