Digitale fotografie voor Insiders

Page 1

Digitale Digitale fotografie voor insiders Koos Boertjens


Voorwoord Vanaf mijn jeugd fotografeer ik en ik beschouw het als mijn belangrijkste hobby. In de jaren zeventig heb ik de fotovakschool in Apeldoorn gedaan; eerst de opleiding Reportagefotografie en vervolgens Algemene fotografie. Vee! fotografen worstelen nog met problemen die om een oplossing vragen. In dit boek doe ik een poging om de invloed van digitale media op het werken in de fotografie te belichten. Voor elke tak van fotografie is dit weer anders. Sommige specialisten, lOals architectuurfotografen en fotografen die met een groot formaat camera's werken, zullen nog even geduld moeten hebben voordat er betaalbare digitale alternatieven op de markt komen. Voor het schrijven van dit boek heb ik een groot aantal fotografen gesproken en met hen de veranderingen in het vakgebied doorgenomen. In hoofdstuk 4 kunt u de resultaten van deze interviews lezen, en enkele foto's van deze collega-fotografen bekijken. Ik heb het onderwerp 'digitale fotografie' een treetje hoger behandeld dan het niveau dat ik in eerdere publicaties heb aangehouden. Ik ga ervan uit dat een gevorderde fotograaf meer wi! weten. dan de basale technieken en wetenswaardigheden die in een groot aantal boeken al wordt behandeld. Ik hoop dat ik in deze opzet ben geslaagd. Voor de research die aan het schrijven van dit boek voorafging, heb ik veelvuldig gebruikgemaakt van internet. Hierop is veel informatie aanwezig, zij het in een ongestructureerde vorm. Ik bedank alle makers van websites over fotografie en digitale media voor de informatie die zij on line hebben gezet. Fabrikanten en importeurs hebben enthousiast meegewerkt aan de totstandkoming van dit boek. Dat van het ene merk meer beeldmateriaal is afgebeeld dan van het andere komt voornamelijk door de hoeveelheid materiaal die ik tot mijn beschikking had. Ik heb getracht om zo veel mogelijk mijn onafhankelijkheid en onpartijdigheid naar merken toe in stand te houden. Echter, ik ben ook een gebruiker van fotoapparatuur en heb daarin een keuze moeten maken. Verder bedank ik de fotografen die mij hebben toegestaan een kijkje in hun digitale of analoge keuken te geven. De vele methoden en technieken die daarbij ter tafel zijn gekomen, zijn in dit boek beschreven (zie hoofdstuk 4). U kunt hiermee uw voordeel doen. U blijft echter zelf de man of vrouw achter de camera en u zult zelf de ontspanknop moeten indrukken. Ik bedank mijn partner Jannie Kroes voor het corrigeren van het eerste manuscript. Freerk Jongsma bedank ik voor het doorlezen van de eerste twee hoofdstukken en de opmerkingen die hij daarbij heeft gegeven. Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben over de inhoud van dit boek. dan kunt u mij via mijn e-mailadres bereiken (koos@boertjens.nl). Kijk ook eens op mijn website (www.beeldsite.nl) als u meer foto's van mijn hand wilt bekijken. Ik ben bezig met een aantal websites, zoals www.bouweemshaven.nl en www.energyparkeemshaven.com waarop ik reportages zet die ik in de loop van de tijd maak. Koos Boertjens Groningen, zomer 2005 P.s. Dit boek is eerder uitgeven door Academic Service in De nHaag


Inhoud Inleiding xi 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 1.9 1.10 1.11 1.12

De foto-uitrusting van de digitale fotograaf 1 Keuze van een digitale camera 1 Van analoog naar digitaal 1 Beeldsensor 3 Zoeker- of spiegelreflexcamera 10 Digitale spiegelreflexcamera in onderdelen 16 Objectieven 22 Geheugenbuffer 33 Geheugenkaarten 34 Externe flitser 40 Statief 42 Afstandsbediening 45 Tot besluit 45

2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10 2.11 2.12

De computeruitrusting van de digitale fotograaf 47 Apple Macintosh 47 Configuratie van een multimediacomputer 51 Kaartlezer 57 Overbrengen van beeldmateriaal naar de computer 58 Vlakbedscanner 58 Filmscanner 62 Ondersteuning voor beschrijfbare cd's (cd-rw) 68 Magix foto's op cd & dvd de Luxe 68 Een printer kiezen 69 CMYK 70 Andere printsystemen 72 Tot besluit 76

3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11 3.12 3.13 3.14 3.15 3.16

Computergebruik 77 Camerakeuze 77 Strijd tegen het stof 84 De beeldsensor schoonmaken 85 Lichtmeting en scherpte 88 Belichtingscompensatie 91 Instellen van het LCD-scherm 92 Diafragma 95 Scherpstellen 96 Fotoreeks 97 Belichtingswaarde (Exposure value) 99 ISO-waarde 100 Beeldruis 101 Flitscompensatie 103 Afstandsbediening 104 Gedragsregels voor fotografen 104 Tot besluit 107


4

Soorten fotografie 109

4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10 4.11 4.12 4.13 4.14 4.15 4.16

Landschapsfotografie - Herbert van Hoogdalem, Groningen 109 Scannen 118 Digitale achterwand voor middenformaatcamera 121 Natuurfotografie - Bas Meelker, Leek 123 Werken in RAW 130 Archiveren 131 Insteekfilters 133 Kunstfotografie - Erik en Petra Hesmerg, Sneek 134 Belichting 138 Portretfotografie - Dennis La Pre, Groningen 141 Sportfotografie - Henny Stern, Groningen 148 Rode ogen 153 Kleurzweem 154 Panoramafotografie - Don Hofstee, Groningen 155 Reportagefotografie - Koos Boertjens, Groningen 158 Tot besluit 162

5 Computergebruik 163 5.1 De werkruimte verlichten 163 5.2 Beeldscherm kalibreren 164 5.3 Importeren 172 5.4 De Camera Raw-insteekmodule 177 5.5 Uitgebreide 16-bits ondersteuning 187 5.6 Capture One Pro - Phase One 189 5.7 Adobe Digital Negative (.DNG)-bestandsformaat 191 5.8 Adobe Bridge 193 5.9 Archiveren 200 5.10 iView MediaPro 2 201 5.11 Tot besluit 203 6

Digitaal nabewerken 205

6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7 6.8

Werken met RAW-bestanden 205 Adobe Photoshop CS2 208 Aanpassingen 215 Filters 229 De filtergalerie 232 : Foto's bewerken 246 Modelfoto's aanpassen 251 Tot besluit 279

7 7.1 7.2 7.3 7.4

Foto's verspreiden 281 Afdrukken 281 Foto's versturen via Windows XP 285 E-mail met fotobijlage 286 Hotmail 289


7.5 7.6 7.7 7.8 7.9 7.10 7.11 7.12 7.13 7.14

I-Pod Photo 290 Webgaleries 291 Websites met galeries 299 SanDisk Photo Album 300 Een DroomAlbum samenstellen 301 MyPhotoFun 301 DreamSaver 303 Fotoservice via internet 304 Stockbureaus 305 Tot besluit 305

8 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6 8.7 8.8

Cd-rom 307 Favorieten 307 Panoramasoftware 307 Evaluatiesoftware 308 Filters 311 Foto's 312 Brochures 312 eBook 313 Tot besluit 313

Register 315


Voorwoord Fotografie is een terrein waarbinnen de ontwikkelingen steeds doorgaan. Je raakt dan ook niet uitgestudeerd op allerlei facetten van dit beroep. Met de komst van de digitale fotografie is er veel, heel veel veranderd. Beroepsfotografen die met analoge fotografie zijn begonnen, stappen langzamerhand over op de digitale fotografie. Een en ander is ook onvermijdelijk nu de technieken en arbeidsprocessen steeds meer worden toegespitst op het digitale beeld.

Dit boek verschijnt in de Insider-reeks van Academic Service. Mij is gevraagd om het onderwerp digitale fotografie te behandelen en ik heb deze opdracht graag aangenomen. Vanaf mijn jeugd fotografeer ik en ik beschouw het als mijn belangrijkste hobby. In de jaren zeventig heb ik de fotovakschool in Apeldoorn gedaan; eerst de opleiding Reportagefotografie en vervolgens Algemene fotografie. Veel fotografen worstelen nog met problemen die om een oplossing vragen. In dit boek doe ik een poging om de invloed van digitale media op het werken in de fotografie te belichten. Voor elke tak van fotografie is dit weer anders. Sommige specialisten, zoals architectuurfotografen en fotografen die met een groot formaat camera’s werken, zullen nog even geduld moeten hebben voordat er betaalbare digitale alternatieven op de markt komen. Voor het schrijven van dit boek heb ik een groot aantal fotografen gesproken en met hen de veranderingen in het vakgebied doorgenomen. In hoofdstuk 4 kunt u de resultaten van deze interviews lezen, en enkele foto’s van deze collega-fotografen bekijken. Ik heb het onderwerp ‘digitale fotografie’ een treetje hoger behandeld dan het niveau dat ik in eerdere publicaties heb aangehouden. Ik ga ervan uit dat een gevorderde fotograaf meer wil weten dan de basale technieken en wetenswaardigheden die in een groot aantal boeken al wordt behandeld. Ik hoop dat ik in deze opzet ben geslaagd. Voor de research die aan het schrijven van dit boek voorafging, heb ik veelvuldig gebruikgemaakt van internet. Hierop is veel informatie aanwezig, zij het in een ongestructureerde vorm. Ik bedank alle makers van websites over fotografie en digitale media voor de informatie die zij on line hebben gezet. Fabrikanten en importeurs hebben enthousiast meegewerkt aan de totstandkoming van dit boek. Dat van

IX


Voorwoord X

het ene merk meer beeldmateriaal is afgebeeld dan van het andere komt voornamelijk door de hoeveelheid materiaal die ik tot mijn beschikking had. Ik heb getracht om zo veel mogelijk mijn onafhankelijkheid en onpartijdigheid naar merken toe in stand te houden. Echter, ik ben ook een gebruiker van fotoapparatuur en heb daarin een keuze moeten maken. Verder bedank ik de fotografen die mij hebben toegestaan een kijkje in hun digitale of analoge keuken te geven. De vele methoden en technieken die daarbij ter tafel zijn gekomen, zijn in dit boek beschreven (zie hoofdstuk 4). U kunt hiermee uw voordeel doen. U blijft echter zelf de man of vrouw achter de camera en u zult zelf de ontspanknop moeten indrukken. Ik bedank Jannie Kroes voor het corrigeren van het eerste manuscript. Freerk Jongsma bedank ik voor het doorlezen van de eerste twee hoofdstukken en de opmerkingen die hij daarbij heeft gegeven. Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben over de inhoud van dit boek, dan kunt u mij via mijn e-mailadres bereiken (koos@boertjens.nl). Kijk ook eens op mijn website Digitale fotosite (www.digitalefotosite.nl) als u meer foto’s van mijn hand wilt bekijken. Ik ben bezig met een aantal websites, zoals www.mooigroningen.nl en www.mooifriesland.nl, waarop ik reportages zet die ik in de loop van de tijd maak. Daarnaast wil ik andere mooi-sites gaan opzetten in samenwerking met collega-fotografen. Als u mee wilt doen, kunt u contact met mij opnemen.

Koos Boertjens Groningen, zomer 2005


1 De fotouitrusting van de digitale fotograaf De juiste keuze van een digitale camera staat aan het begin van een goede foto. Er zijn heel goede zoekercamera’s, maar voor (semi-)professioneel gebruik valt meestal de keuze op een digitale spiegelreflexcamera. In dit hoofdstuk bespreken we de belangrijkste eigenschappen van de verschillende typen digitale camera’s.

TIP

1.1 Keuze van een digitale camera Het kiezen van een digitale camera vraagt enige studie. Naast emotionele overwegingen, zoals voorkeur voor een bepaald merk, zijn er genoeg mogelijkheden om tot een afgewogen keuze te komen. In de fotobladen, computertijdschriften en op Op internet vindt u een aantal goede websites met veel informainternet vindt u beoordelingen van tie over digitale camera’s. Kijk diverse digitale camera’s en cameraverbijvoorbeeld op www.dpreview.com gelijkingen. Belangrijke aandachtspunten of www.letsgodigital.nl. Hierop zijn de kwaliteit van de beeldsensor en de staan besprekingen en beoordelingen van de meeste merken en geboden functies van de camera in relasoorten digitale camera’s. tie tot het soort foto’s dat u wilt maken.

1.2 Van analoog naar digitaal Vandaag de dag eindigt veel fotomateriaal als computerbeeld om vandaar gepubliceerd te worden in diverse media, zoals kranten, advertenties en folders. Waarom zou u dat materiaal dan niet rechtstreeks digitaal opnemen? Zeker nu digitale

1


De digitale foto-uitrusting 2

Figuur 1.1: Een blik in de vitrinekast bij de fotovakhandel (met dank aan Foto Objectief)

camera’s steeds betaalbaarder worden en de beeldkwaliteit – afhankelijk van de gebruikte camera uiteraard – vergelijkbaar is met het kleinbeeldmateriaal. I

I

I

Bij het werken met de traditionele fotocamera’s moet u altijd eerst de negatiefof diafilm (laten) ontwikkelen voordat u met het resultaat aan de slag kunt. Met een digitale camera is het resultaat direct na het nemen van de foto al beschikbaar. Digitale bestanden zijn niet alleen sneller in het gebruik, het leerproces verloopt ook sneller, omdat u steeds direct het resultaat kunt zien van wat u net hebt gedaan. U kunt meteen een nieuwe opname maken met aangepaste instellingen. Bij de digitale fotobestanden wordt ook alle informatie met betrekking tot diafragma, sluitertijden, belichtingscorrecties en dergelijke bewaard, zodat u achteraf goed kunt beoordelen hoe het beeld tot stand is gekomen (zie hoofdstuk 6.2 over de behandeling van Photoshop CS2).

Een andere belangrijke reden om digitale fotografie toe te passen is de mogelijkheid om met de juiste software de beelden gemakkelijk te kunnen bewerken. Schoonheidsfoutjes en ongewenste objecten in het beeld kunnen op het laatste moment


Maar voor ons is een van de allerbelangrijkste redenen om digitaal te fotograferen gewoon het extra plezier dat we op deze manier aan fotografie beleven. We zetten de voordelen van digitale fotografie nog even kort op een rijtje: I

I I

I

Snel resultaat, omdat u geen film hoeft te ontwikkelen en (contact)afdrukken hoeft te maken. Negatieven kunnen niet krassen of stoffig worden omdat deze niet fysiek bestaan. Handiger archiveren doordat de beelden niet fysiek aanwezig zijn, maar alleen als digitale informatie bestaan. De fotograaf kan meteen het resultaat van de opname zien op het LCD-scherm of een fotoviewer.

Enkele nadelen zijn: I

I

De elektronisch opgeslagen informatie is kwetsbaar doordat het definitief verloren kan gaan door bijvoorbeeld een computercrash of een fysieke beschadiging aan het opslagmedium. Het maken van een back-up is noodzakelijk (zie hoofdstuk 5).

1.3 Beeldsensor De kwaliteit van een digitale opname is afhankelijk van de beeldsensor in de camera. In de analoge fotografie kijken we ook altijd eerst naar het merk en soort film dat we kopen en nodig hebben om bepaalde opnamen te maken. We besteden dan ook uitgebreid aandacht aan het belang is van een goede beeldsensor. Momenteel worden twee typen beeldsensoren gebruikt: de CCD (charge coupled device) en de CMOS (complementary metal oxide semiconductor). Het verschil tussen beide typen is de manier waarop zij vanuit de lichtgevoelige sensoren een beeld produceren. Ook is de wijze waarop beide chips worden gefabriceerd verschillend. Net zoals een kleinbeeldfilm heeft ook de beeldsensor een bepaald dynamisch bereik waarin het beeld wordt opgenomen.

Beeldsensor

nog worden weggewerkt. De gemaakte opnamen kunnen direct worden verwerkt in een PowerPoint- of internetpresentatie of worden opgenomen in een verslag binnen een standaard tekstverwerker. Foto’s in digitale vorm zijn ook snel per e-mail te versturen naar derden.

3


De digitale foto-uitrusting 4

Figuur 1.2: Een CCD-beeldsensor vervangt de film in de digitale camera

1.3.1 Dynamisch bereik Het dynamisch bereik is de hoeveelheid detail dat zichtbaar is tussen de lichtste en donkerste delen in een foto. Een compositie met veel zonlicht en diepe schaduwen heeft een groter dynamisch bereik nodig dan afbeeldingen met minder contrast. Het is mogelijk het contrast automatisch te verlagen om het dynamisch bereik binnen die van de grenzen van de camera te laten vallen. Geen enkele camera is echter in staat om het dynamisch bereik van de realiteit te overbruggen. Ook het menselijk oog kan dat niet. Bij het maken van een opname zult u met dit gegeven rekening moeten houden. Het dynamisch bereik van een digitale camera is afhankelijk van de gevoeligheid van de beeldsensor en de manier die is gebruikt om het bestand te comprimeren – de zogeheten compressie-algoritme. Een kleurenfilmpje heeft een dynamisch bereik van vijf stops, terwijl een zwartwitfilm negen stops kan overbruggen. Het bereik van een beeldsensor ligt hier tussenin. Als het dynamisch bereik van de opname groter is dan van de camera, met andere woorden: een te groot contract heeft, dan zult u moeten kiezen welk deel van de foto belangrijk is. Gaat u de belichting afstemmen op de donkere of de lichte partijen om doortekening in de details te verkrijgen? U maakt daarbij gebruik van de belichtingsvergrendeling (Exposure Lock) op uw camera. U richt de camera op dat deel van de opname dat goed belicht moet zijn en drukt op de belichtingsvergrendeling. Vervolgens bepaalt u de beeldcompositie. Met een invulflits kunt u de schaduwen eventueel oplichten en het contrast in het beeld verlagen of u maakt gebruik van grijsverloopfilters om het contrast tussen de lucht en de voorgrond aan te passen (zie hoofdstuk 4). De race om pixelkwaliteit en dynamisch bereik wordt aardig geïllustreerd door deze persberichten die ten tijde van de Photokina 2004 in Keulen verschenen. Overigens wordt een spiegelreflexcamera wordt ook wel aangeduid met SLR, dat staat voor singel lens reflexcamera.


Beeldsensor 5

Canon introduceert PRO digitale reflex EOS-1Ds Mark II draadloos LAN-netwerk mogelijk en op bekaCanon introduceert vandaag het nieuwe vlag-

belde LAN’s een snelheid van 100 Megabit per

genschip onder haar camera’s: de 35 mm full-

seconde haalbaar.

frame 16,7 megapixel EOS-1Ds Mark II digitale spiegelreflexcamera. De camera zal naar ver-

Het voordeel van CMOS

wachting vooral professionele studiofotografen

Vergeleken met sensoren in andere digitale

en commerciële fotografen aanspreken. Met zijn

camera’s en camera backs biedt de CMOS-sensor

full-frame 36 x 24 mm 16,7 megapixel CMOS-sen-

van de EOS-1Ds Mark II een superieur dynamisch

sor produceert de EOS-1Ds Mark II beelden met

bereik (de mogelijkheid om subtiele tintgradaties

een onovertroffen kleurenweergave en dyna-

in schaduw, halftonen en lichtste vlakken vast

misch bereik. De camera heeft voldoende reso-

te leggen). Canon is de enige cameraproducent

lutie om bestanden om te zetten naar 50 MB

die uitgebreid heeft geïnvesteerd in onderzoek

ongecomprimeerde TIFF met een kleurdiepte van

en ontwikkeling van beeldsensoren. De CMOS-

24 bits. Toonaangevende internationale foto-

sensortechnologie in de digitale SLR-range is het

agentschappen en beeldbibliotheken beschou-

belangrijkste element in Canons concurrentie-

wen dit tegenwoordig als het standaard accep-

voordeel. CMOS-sensoren vormen de basis van

tabele formaat. De camera is voorzien van de

een uitgebreide lijn bekroonde camera’s, zoals

tweede generatie Canon DIGIC II beeldproces-

de EOS-1Ds, EOS-1D en EOS-10D. De kracht van

sor. De camera kan achtereenvolgens 32 reeks-

Canon op het gebied van sensorontwikkeling is

opnamen in JPEG of 11 reeksopnamen in RAW

zo groot dat Canon dit jaar de derde nieuwe

maken met een snelheid van 4 beeldjes per

CMOS-sensor kan presenteren. Canons eerste

seconde. Met de optionele draadloze adapter

sensortechnologie stond aan de basis van het

(die ook vandaag wordt geïntroduceerd) is aansluiting op een high speed IEEE802.11b/g


De digitale foto-uitrusting

autofocussysteem van de EOS uit 1987, terwijl CMOS-technologie voor het eerst bij beeldsensoren werd toegepast in de EOS-D30 uit 2000. Figuur 1.3: De Rolls Royce onder de digitale camera’s: de Canon EOS-1Ds Mark II

OPMERKING

6

Fuji Photo Film Co. Ltd.

voorzien, kunnen beelden produceren met 12,3

Fuji Photo Film Co. Ltd. is verheugd om vandaag

miljoen opgenomen pixels.

de Super CCD HR en Super CCD SR aan te kondi-

De Super CCD SR is, naast het feit dat zij even-

gen. Twee beduidend verder ontwikkelde vierde

eens gebruikmaakt van dezelfde miniaturisa-

generatie versies van Fujifilm’s eigen Super

tietechnologie als de HR-versie, ook voorzien

CCD. Fujifilm’s Super CCD heeft de afgelopen

van een nieuwe configuratie. Deze configura-

jaren een sleutelrol gespeeld in het bereiken

tie realiseert een ongeveer vier maal zo groot

van een uitzonderlijke beeldkwaliteit met zijn

dynamisch bereik. De Super CCD SR meet ook

digitale camera’s. De hoge resolutie versie van

1/1,7-inch en bevat in totaal 6,7 miljoen pixels

de Super CCD HR die vandaag wordt aangekon-

(het grootste aantal pixels in de 1/1,7-inch

digd, bevat een totaal aantal van 6,63 miljoen

klasse per januari 2003), 3,35 miljoen S-pixels

pixels (het grootste aantal pixels in de 1/1,7-

en 3,35 miljoen R-pixels. Fujifilm erkent, geba-

inch klasse per januari 2003) op een 1/1,7-inch

seerd op meer dan 60 jaar fotografische erva-

chip. Dit wordt mogelijk gemaakt door een

ring, het belang van resolutie, gevoeligheid en

nieuwe stap op het gebied van miniaturisatie.

dynamisch bereik als bepalende factoren voor

Digitale camera’s die van deze beeldchip zijn

de algehele beeldkwaliteit.

Foto’s die zijn gemaakt met de Fujifilm Super CCD SR (F700-camera) staan op de cd-rom bij dit boek.

Een ander bericht kwam in november 2004 van Fujifilm, dat ook druk bezig is om met nieuwe technieken de beeldkwaliteit van zijn producten op te voeren.

Figuur 1.4a/b/c: Werking van de CCD SR van Fujifilm


Beeldsensor 7

Lichtsterkte

Secundaire fotodiode

Signaalsterkte

B

Signaalsterkte

SuperCCD

Lichtsterkte

A

Signaalsterkte

Primaire fotodiode

Lichtsterkte


De digitale foto-uitrusting

1.3.2 De grootte van de beeldchip De brandpuntsafstanden van digitale camera’s kunnen niet zonder meer vergeleken worden met die van kleinbeeldcamera’s. Dit komt doordat de beeldsensor een andere afmeting heeft dan het kleinbeeldnegatief van 24 x 36 mm. Over het algemeen zijn ze (veel) kleiner. Dit verklaart waarom een brandpuntsafstand van 35 mm voor een digitale camera dezelfde beeldhoek kan opleveren als een 50 mm-lens voor een kleinbeeldcamera. Diezelfde 35 mm-lens zou een grotere beeldhoek beslaan wanneer de beeldchip groter zou zijn. Andersom: hoe kleiner de beeldsensor, hoe kleiner de beeldhoek (des te groter het tele-effect).

8

Eenzelfde verhouding bestaat tussen kleinbeeldcamera’s en middenformaatcamera’s. Een standaardlens voor een negatief van 24 x 36 mm is een 50 mm-lens. Een camera van het middenformaat gebruikt een 80 mm-lens als standaard. Voor digitale camera’s met een beeldchip van 12 x 18 mm wordt een 35 mm-lens als standaardlens gebruikt.

Kleinbeeldcamera (zoals Canon EOS-1Ds MarkII f=50mm

film

47°

CCD 28mm

43mm

15,7 x 23,7

f=35mm Digitale camera (zoals Nikon D70s)

24 x 36 mm

Figuur 1.5: Schematische weergave van een beeldchip met een objectief ervoor

1.3.3 Beeldkwaliteit De hoeveelheid pixels is geen garantie voor een goede beeldkwaliteit en goede foto’s. Daarbij komt veel meer techniek kijken. In de volgende paragrafen gaan we daar wat dieper op in. De gewenste beeldkwaliteit is sterk afhankelijk van wat u met uw foto’s gaat doen. Denk daarbij aan het publiceren van uw foto’s op internet of het uitvergroten van een foto op posterformaat als twee uitersten. Bij het publiceren op internet gebruikt


Een opname die u op posterformaat wilt afdrukken, bijvoorbeeld 30 x 40 cm of nog groter, zal aan hoge eisen moeten voldoen, omdat u details op de foto nog goed wilt kunnen zien. U zult deze opname dan ook in de hoogste resolutie moeten nemen, dus met veel pixels. Tabel 1.1 geeft de relatie weer tussen beeldkwaliteit, beeldgrootte en het beschikbaar aantal opnamen bij gebruik van een CompactFlash (CF)-kaart van 256 MB.

Beeldkwaliteit

Beeld-

Bestands-

Aantal

grootte

grootte*

beschikbare opnamen*

RAW

-

5,0 MB

44 opnamen**

FIJN

L

2,9 MB

73 opnamen

M

1,6 MB

130 opnamen

S

0,8 MB

279 opnamen

NORMAAL

BASIS

RAW+BASIS

L

1,5 MB

144 opnamen

M

0,8 MB

253 opnamen

S

0,4 MB

528 opnamen

L

0,8 MB

279 opnamen

M

0,4 MB

481 opnamen

S

0,2 MB

950 opnamen

L

5,8 MB

39 opnamen

* Kan variëren afhankelijk van de opnameomstandigheden. ** Het aantal continu-opnamen in één reeks kan lager zijn, afhankelijk van het gebruikte type CF-kaart.

De werking van de beeldsensor De beeldsensor bestaat uit een matrix van miljoenen kleine lichtgevoelige sensoren die alle afzonderlijk een stukje van het beeld opvangen en vastleggen; de zogeheten pixels. De informatie in de lichtgevoelige cellen van de sensor worden als een getal opgeslagen. Het bevat de code voor kleur, helderheid en contrast. De processor in

Beeldsensor

u een opname met een geringe kwaliteit met een beperkte bestandsomvang (zie tabel 1.1). Dit laatste voorkomt dat de bezoeker van de website lang moet wachten om de pagina te laden. Een webpagina met een of meer foto’s moet binnen een paar seconden op het beeldscherm van de internetgebruiker staan. Als dit te lang duurt, zal uw bezoeker zappen naar een andere website of webpagina. Hoe groter de bestandsomvang, des te meer tijd het internetprogramma nodig heeft om de foto van internet op te halen. Het wordt daarom aanbevolen om een beeldbestand van maximaal 70 KB te gebruiken voor publicatie op internet.

9


De digitale foto-uitrusting 10

de camera of computer kan de nummers van al deze pixels omzetten naar een beeld op het LCD-scherm of monitor. Hoe meer pixels de beeldsensor bevat, des te scherper en gedetailleerder het beeld. De categorie waarin een digitale camera valt, wordt meestal aangeduid met het aantal beeldpunten (pixels) dat een beeldsensor kan vastleggen. Deze pixels zijn voorzien van gekleurde filtertjes (dye) zodat ze behalve informatie over de hoeveelheid licht ook informatie verzamelen over de kleur. Echter, de kleureninformatie van één pixel is onvoldoende omdat het slechts de informatie bezit over de kleur van het filtertje waarmee de desbetreffende pixel is uitgerust. Op de beeldsensor zitten de pixels in een patroon van rode, groene een blauwe pixels dat wel het ‘Bayer-patroon’ wordt genoemd. Om nu toch voor elke pixel te weten welke kleur moet worden getoond in het uiteindelijke beeldbestand, wordt er informatie ingewonnen bij de omringende pixels. Zo wordt er via interpolatie een kleurenbeeld berekend. Dit gebeurt in de camera met een speciaal daarvoor ontwikkelde chip, maar het kan ook worden uitgesteld om het later met speciale software op de computer te doen. Meestal vindt er op de camera toch wel een berekening plaats, want anders zou het beeld niet op het cameradisplay kunnen worden getoond. Dit beeldbestand is gemaakt op basis van de instellingen op de camera. De ruwe informatie van de chip is nog steeds ongewijzigd in het RAW-bestand aanwezig, zodat alle berekeningen weer opnieuw en indien gewenst ‘anders’ kunnen worden uitgevoerd. In hoofdstuk 5 leest u meer over het werken in het RAW-formaat.

a.Sensoren

b.Helderheidsinformatie

c. Kleurinformatie

Figuur 1.6a/b/c: Werking van de beeldchip

1.4 Zoeker- of spiegelreflexcamera Het is een misverstand om te denken dat professionele digitale fotografie alleen met een relatief dure digitale spiegelreflexcamera kan worden bedreven. Ook met de high-end zoekercamera kunt u professionele digitale foto’s maken. Laten we de mogelijkheden eens bekijken.


Er zijn twee eigenschappen waaraan u dit type camera kunt herkennen: I

I

De zoeker (het venstertje waar u door kijkt) en de lens zijn volledig van elkaar gescheiden. De camera heeft een vaste lens.

Analoog

OPMERKING

Bij de analoge zoekercamera zijn de zoeker en de lens gescheiden. Bij dit type camera ontstaat de zogeheten parallaxfout. Dit wil zeggen dat het beeld dat u ziet door de zoeker lichtjes afwijkt van het beeld dat de lens ‘ziet’. Dit is vooral een probleem als u dicht bij het onderwerp staat. Als u foto’s van verder afgelegen onderwerpen neemt, wordt deze fout verwaarloosbaar klein. De wegwerpcamera is het eenvoudigste type zoekercamera dat op de markt verkrijgbaar is. Het bevat standaard al een filmrolletje, en u levert na het volschieten van het filmpje de volledige camera in. Dit soort toestel heeft geen geavanceerde functies. U vindt hoogstens modellen met een flits en/of waterbestendige behuizing. De lens is een vaste lens, waarmee niet handmatig scherpgesteld kan worden. De mogelijkheden van de camera zijn hierdoor ten zeerste beperkt.

Digitaal De digitale zoekercamera levert, naast alle functies van de analoge zoekercamera, nog een aantal belangrijke extra’s. Het LCD-schermpje is hiervan de belangrijkste. Dit schermpje schakelt de hierboven beschreven parallaxfout uit, waardoor dit het beeld weergeeft dat de beeldchip door de lens ‘ziet’. U kunt onmiddellijk het resultaat van de foto’s bekijken op dit schermpje.

Figuur 1.7: De Sony DSC-V3 is een voorbeeld van een digitale zoekercamera

Zoeker- of spiegelreflexcamera

1.4.1 Zoekercamera

11


De digitale foto-uitrusting 12

1.4.2 Zoomlens-reflexcamera De zoomlens-reflexcamera is een type digitale camera dat de laatste tijd steeds populairder wordt. Deze camera heeft een vaste zoomlens, die gemiddeld varieert van 28-200 mm (volgens de kleinbeeldmaten). Ondanks deze krachtige zoom zijn ze vrij compact. Dit komt doordat hun kleinformaat beeldsensor maar één lens met een beperkte diameter vereist. Voorbeelden van dit type camera zijn de Nikon Coolpix 8800 en de Sony Cyber-shot F-828. De beeldsensor telt tegenwoordig bij alle toestellen van dit type ongeveer 8 megapixels. Dit is meer dan de gemiddelde digitale reflexcamera, maar de pixels van deze laatste categorie zijn een stuk groter, wat beelden van een betere kwaliteit oplevert. De zoomlens-reflexcamera’s hebben een zoeker die het beeld weergeeft dat de lens opvangt. Dit gebeurt niet rechtstreeks, zoals bij de gewone reflexcamera, maar digitaal. Er bevindt zich een digitaal schermpje in de zoeker, dat het beeld weergeeft dat de beeldsensor ‘ziet’. Zoomlens-reflexcamera’s bieden veel functies die voorheen enkel reflexcamera’s konden bieden, zoals het handmatig instellen van sluitertijd en diafragma. Een groot voordeel van dit type camera is, dat de binnenkant van de behuizing altijd gesloten is en er dus geen stof op de beeldsensor kan komen. De voornaamste twee nadelen van deze toestellen zijn ten eerste het feit dat de lens niet verwisselbaar is en ten tweede dat de beeldkwaliteit en instelmogelijkheden altijd zullen onderdoen voor die van reflexcamera’s. Hoewel u met deze camera’s ook in RAW kunt fotograferen, is de opslagtijd van dergelijke beelden lang.


Zoeker- of spiegelreflexcamera 13

Figuur 1.8a/b: De Sony Cyber-shot F-828

Met de Sony Cyber-shot F-828 en de Nikon Coolpix kunt u de lens draaien ten opzichte van het camerahuis. Hierdoor is het mogelijk boven uw hoofd of dicht op de grond te fotograferen, terwijl u de compositie op het LCD-scherm kunt beoordelen. Andere camera’s, zoals de Konica Minolta A200, maken dit mogelijk door een LCD-scherm dat in meerdere standen te kantelen is. Bij een spiegelreflexcamera moet de lens voor de spiegel zitten, waarachter de beeldsensor weer gebouwd is. Bij dit type camera kunt u het objectief dus niet draaien ten opzichte van het camerahuis. U kunt dan alleen foto’s dicht bij de grond of boven het hoofd maken door te gokken of het beeld goed in het kader zit, en dat vereist de nodige ervaring.

1.4.3 Spiegelreflexcamera Een spiegelreflexcamera is een fotocamera die voorzien is van een bijzonder zoekersysteem dat optimaal richten en instellen van de camera mogelijk maakt. In de stralengang tussen de lens (objectief) en sensor (of film) is daarvoor een spiegel aangebracht. Deze staat doorgaans onder een hoek van 45º ten opzichte van het objectief en laat het beeld op een matglas vallen (zie figuur 1.9). Normaal is dat de spiegel het licht naar boven kaatst.


De digitale foto-uitrusting

7

8 6

5 3

2

4

1

14

Figuur 1.9: Doorsnede van een spiegelreflexcamera met zicht op de optische componenten

De tekening toont de weg van het licht via het objectief (1), de breking door de spiegel (2) en de projectie op het matglas (5). Via een lens (6) en het pentaprisma (7) bereikt het beeld de zoeker (8). Tijdens de opname beweegt de spiegel in de richting van de pijl, waarna de sluiter (3) opent en het beeld wordt geprojecteerd op de sensor (4) zoals het ook zichtbaar was in de zoeker. Op het moment van de opname klapt de spiegel weg uit de baan tussen de lens en de sensor. Het licht dat via de zoeker het camerahuis invalt, wordt daarbij tegengehouden. Vervolgens opent zich dan de spleetsluiter die vlak voor de sensor is geplaatst. Als de sluiter zich in het objectief bevindt (centraalsluiter), is de camera van klepjes of een hulpsluiter voorzien om te verhinderen dat er licht op de sensor valt zolang de sluiter openstaat voor het bekijken van het zoekerbeeld. Tijdens het opklappen van de spiegel sluit het diafragma in het objectief (niet in figuur 1.9 afgebeeld) zich tot de waarde die door de gebruiker of de camera zelf is ingesteld. De camera kan op verschillende manieren voorzien zijn van een lichtmeetsysteem; tegenwoordig vindt de lichtmeting altijd door het objectief plaats voor optimale nauwkeurigheid. Bij sommige camera’s kan de fotograaf het beeld op het matglas rechtstreeks van bovenaf bekijken. Meestal wordt het beeld echter bekeken via één of meer prisma’s; gewoonlijk via een pentaprisma (ook wel dakkantprisma genoemd) en/of spiegels.


Het spiegelreflexsysteem maakt optimaal richten en instellen mogelijk. Het beeld op het matglas is namelijk gelijk aan het beeld dat op de sensor zal komen. Niet alleen de compositie kan exact worden bepaald – zonder het parallaxprobleem van een zoekercamera – maar ook de scherpte kan nauwkeurig worden ingesteld, net als bij een platencamera of technische camera, die beide zonder spiegel werken. De belangrijkste meerwaarde van een digitale spiegelreflexcamera zit in het feit dat de fotograaf zich geen zorgen hoeft te maken over de praktische en financiële bezwaren van filmpjes. Ook is het een groot voordeel dat hij onmiddellijk op het LCD-scherm het resultaat van een opname kan bekijken. Dit LCD-schermpje dient hier wel enkel om de foto en de instellingen te beoordelen; de camera richten kan men alleen via de zoeker. Dit heeft wel gevolgen voor de prijs: de instapprijs voor analoge reflexcamera’s bedraagt ongeveer 300 (inclusief standaard zoomlens); de instapprijs voor digitale spiegelreflexcamera’s is ongeveer 800. Twee betaalbare spiegelreflexcamera’s zijn de Canon EOS-350D en de Nikon D70s. De SLR-camera is het type toestel dat verkozen wordt door iedere serieuze amateurfotograaf en professional. Immers, door de vele handmatige instelmogelijkheden van de spiegelreflexcamera kan de fotograaf het resultaat zelf beïnvloeden. De kwaliteit en de hoeveelheid functies hangen meestal af van de prijsklasse van de camera, maar het staat als een paal boven water dat elke spiegelreflexcamera veel meer te bieden heeft dan (bijna) elke zoekercamera.

Figuur 1.10: De Canon EOS-350D

Zoeker- of spiegelreflexcamera

In sommige camera’s kunnen verschillende typen matglas geplaatst worden en soms is ook de rest van het zoekersysteem te vervangen.

15


OPMERKING

De digitale foto-uitrusting

1.5 Digitale spiegelreflexcamera in onderdelen Er is een grote reeks van goede digitale spiegelreflexcamera’s van bekende merken als Canon, Fujifilm en Nikon, Pentax en Minolta. Voor de uitleg van de instellingsmogelijkheden en functienamen maken we gebruik van de Nikon D70s, die in april 2005 op de markt is Achter in het boek vindt u een woorden- verschenen en een verbeterde versie is van de Nikon lijst met de meest D70. De typen volgen elkaar echter in een snel tempo gebruikte termen op. Voor de laatste ontwikkelingen raadpleegt u intervan de digitale fotonet of bezoekt u een dealer bij u in de buurt. grafie.

16

1.5.1 Anatomie van het camerahuis Het camerahuis bevat een grote hoeveelheid onderdelen, schakelaars, knoppen, enzovoort. Het is interessant om eens te kijken wat er allemaal aan het huis zit en waarvoor het dient. Gezien het feit dat alle digitale camera’s in het buitenland worden gemaakt, zijn er veel nieuwe Engelstalige functieomschrijvingen te leren. We geven een overzicht van de meest voorkomende functies die u op de digitale camera vindt. Na het lezen van dit hoofdstuk kent u al heel wat over de ‘anatomie’ van de digitale camera.

18 21

20

19

17 16

1

15

2

14

3

13

4 12 5 11

6

10 9 8 7

Figuur 1.11: Voorkant Nikon D70s


13. 14. 15. 16.

17. 18. 19. 20. 21.

Oogje voor camerariem Infraroodontvanger Keuzeknop programmastanden Knop voor flitserontgrendeling/ flitssynchronisatiestand/flitsbelichtingscorrectie Ingebouwde flitser Accessoireschoentje Lampje voor zelfontspanner/AF-hulpverlichting/rode-ogenreductie LCD-venster Sensorvlakaanduiding

Digitale spiegelreflexcamera in onderdelen

1. Knop voor LCD-verlichting/formatteren 2. Knop voor belichtingscorrectie 3. Ontspanknop 4. Hoofdschakelaar 5. Knop voor lichtmeting 6. Secundaire instelschijf 7. Knop voor scherptedieptecontrole 8. USB-aansluiting (onder klepje) 9. Keuzeknop voor scherpstelstand 10. Ontgrendelknop voor objectief 11. DC-IN-aansluiting (onder klepje) Video-aansluiting (onder klepje) 12. Aansluiting afstandsbedieningskabel (onder klepje)

17 42 44

41

43

40

39

22 38 23

37

24

36

25

35 34

26

27

28

29

30 31

32 33

Figuur 1.12: De achterkant van de Nikon D70s 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44.

Weergaveknop Menuknop Knop voor gevoeligheid (ISO)/miniaturen Knop voor witbalans (WB)/beveiligen/help Knop voor beeldkwaliteit/beeldformaat (QUAL)/weergavezoom/Enter-knop Resetschakelaar Statiefbevestiging LCD-monitor Knop voor het wissen van opnamen Vergrendeling scherpstelselectieknop Klepje van batterijruimte Vergrendeling klepje van batterijruimte Lampje geheugenkaarttoegang Vergrendeling klepje over geheugenkaartsleuf Klepje over geheugenkaartsleuf Multi-selector Hoofdinstelschijf AE/AF-vergrendelingsknop Dioptrie-instelknop Kapje zoekeroculair Zoekeroculair Knop opnamestand/formatteren Bracketingknop


De digitale foto-uitrusting

1.5.2 Informatie camerafuncties Op het LCD-scherm krijgt u informatie over de instellingen van de digitale camera. In figuur 1.13 ziet u welke informatie kan gegeven, al kunnen nooit alle instellingen tegelijk zichtbaar zijn.

18

Figuur 1.13: TFT LCD-scherm Nikon D70s

1.5.3 Optische TTL-zoekers TLL is de afkorting van Through The Lens. Het is duidelijk dat we de beste TTL-zoekers vinden op de digitale spiegelreflexcamera’s. Deze TTL-zoeker krijgt het beeld door de lens en via een prisma of spiegelsysteem direct op het instelmatglas dat door de zoeker kan worden bekeken. Deze zoekers vindt u alleen op de high-end digitale SLR’s, omdat ze ingewikkeld en duur zijn. Camera’s met TTL-beeldzoekers kunnen meestal geen direct beeld op een LCD-scherm weergeven. Hoewel de optische TTL-beeldzoekers algemeen als het beste alternatief worden beschouwd heeft het als nadeel dat u altijd verplicht bent uw oog bij de zoeker te houden en bijzondere camerastandpunten derhalve niet eenvoudig zijn. Onder in de zoeker vindt u – afhankelijk van de camera-instellingen – informatie over onder meer de diafragmaopening en sluitertijd (zie figuur 1.14). De zoeker van de meeste digitale spiegelreflexcamera’s is voorzien van een dioptrieinstelknop. Met behulp van een schuifje vlak achter de zoeker kan het zoekerbeeld worden ingesteld op de oogsterkte van de fotograaf (zie figuur 1.15). Voor brildragers is dit erg handig, omdat dan in de meeste gevallen ook zonder bril gefotografeerd kan worden.


Pentaprisma

Spiegel

Digitale spiegelreflexcamera in onderdelen

Figuur 1.14: Informatie in de zoeker van de Nikon D70s

19 Belichtingsmeter Oculair

Informatiedisplay Matglas en Fresnel-lens

Figuur 1.15a/b: De zoeker van de Nikon D70s, van achteren en, schematisch, van opzij gezien

1.5.4 LCD-zoeker Sommige digitale zoekercamera’s hebben een LCD-zoeker of elektronische beeldzoeker (ook wel Electronic View Finder of EVF). Deze zoeker heeft een klein LCDscherm (vaak zo’n 0,5 inch diagonaal) om het beeld vanaf de CCD te bekijken. Deze elektronische zoeker herhaalt eenvoudig het beeld dat u op het grote LCDscherm ziet op een kleiner venster in de zoeker. De meeste LCD-zoekers tonen echter een gebrek aan scherpte en resolutie die de reflexcamera’s wel hebben. Door die beperkte resolutie is de scherpte van een opname lastig te bepalen. Een ander nadeel van een LCD-scherm is dat ze doorgaans het beeld te helder tonen, waardoor de belichting niet goed kan worden beoordeeld. Een voordeel is dat het elektronische beeld is meestal beter dan een optische zoeker weergeeft welk beeld door de sensor wordt opgenomen; parallaxfouten doen zich dan niet voor. Een LCD-scherm als zoeker kost batterijvermogen, maar met het verminderde energieverbruik van moderne camera’s en de hoge capaciteit van oplaadbare batterijen, is dit geen groot probleem.


OPMERKING

De digitale foto-uitrusting 20

1.5.5 LCD-scherm LCD is de afkorting van Liquid Crystal Display: een plat beeldscherm dat in camera’s en sommige computermonitoren wordt gebruikt. De weergave geschiedt met behulp van vloeibare kristallen, die zich onder invloed van een elektrische lading in bepaalde patronen richten die al dan niet (gekleurd) licht doorlaten. Er zit een polaroid-laag op het LCD-scherm. Omdat het LCD-scherm een zeer kwetsbaar onderdeel is, wordt het vaak voorzien van een afneembare beschermkap. Zorg dat u geen Op het internet vindt u een uitgebreid artikel over de extreme druk uitoefent op het LCD-scherm, werking van een LCD-scherm want dan gaat deze stuk. Meestal kunt u een (www.diskidee.nl/hardware/ kapot LCD-scherm niet op de garantie verhacursussen/index.htms/247). len. Op het LCD-scherm vindt u de essentiële informatie over de huidige opname. De meeste symbolen worden alleen weergegeven als deze in de situatie van toepassing zijn. Figuur 1.16 laat zien welke informatie op het LCD-scherm van de Nikon D70s wordt weergegeven.

Figuur 1.16: Het LCD-scherm van de Nikon D70s 1.

2.

3. 4. 5. 6.

Sluitertijd/Bezig/Datum-tijd-batterij niveauwaarschuwing/ISO-waarde/Camera start AF-puntselectie/Waarschuwing CF-kaart vol/ Waarschuwing CF-kaartfout/ Foutcode/Foutcode ‘beeldsensor wordt gereinigd’ Diafragmawaarde Resterend aantal opnamen ISO-waarde Rode-ogenreductie

7. Geluidswaarschuwing 8. Opnamestand/Enkel/Continue/Afstandsbed iening of zelfontspanner 9. Opnamekwaliteit 10. Belichtingsniveau-indicator/waarde belichtingscompensatie/AEB-niveau/Schrijfstatus CF-kaart 11. Batterijniveau


1.5.6 Index met miniatuurafbeeldingen Miniatuurweergaven van de geschoten foto’s op het LCD-scherm kunt u vergelijken met een vel met contactafdrukken. De meeste digitale camera’s hebben de mogelijkheid om de beelden in het camerageheugen als index te bekijken. Meestal ziet u drie beelden op een rij, maar dit is per merk en model verschillend. Soms kunt u het aantal rijen en kolommen met een menuoptie instellen. Het is meestal mogelijk om basisfuncties uit te voeren, zoals het verwijderen of beveiligen van beelden in de miniatuurweergave.

Figuur 1.17a/b/c: Verschillende miniatuurweergaven op het LCD-scherm

Digitale spiegelreflexcamera in onderdelen

12. Witbalans (Automatisch, Daglicht, Schaduw, Bewolkt, Gloeilampverlichting, Tl-licht, Flits, Aangepast)

21


De digitale foto-uitrusting

1.5.7 Soorten en maten De meeste LCD-schermen van camera’s (backpanel-schermpjes) variëren in grootte tussen 1,5 en 2,0 inch diagonaal. Tegenwoordig wordt de TFT-techniek gebruikt, waardoor vanuit verschillende hoeken het beeld goed kan worden bekeken. De betere schermen hebben een antireflex-coating of een reflectielaag achter het LCD, waardoor het buiten scherm in helder licht ook goed bekeken kan worden. Een nieuwe ontwikkeling is het LCD-schermpje waarvan het beeld bij opvallend licht ook nog goed zichtbaar blijft. Sommige zoekers zijn uitklapbaar en kunnen op en neer worden gedraaid, waardoor het gemakkelijker wordt om onder kleine en grote hoeken opnamen te maken.

22

OPMERKING

1.6 Objectieven De keuze van het juiste objectief bepaalt het succes van de foto. Met het objectief kadert u een deel van het onderwerp. Om snel te kunnen werken, maakt u gebruik van een zoomobjectief waarmee u het kader snel kunt aanpassen. De scherpte van een objectief Interessant is ook de website van Zeylmaker ziet u pas nadat de foto is gemaakt. U kunt over dit onderwerp gebruikmaken van de tests en besprekingen van (home.hetnet.nl/ objectieven op internet of daarvoor de bekende ~zeylmaker). Klik op het fotomagazines raadplegen. onderwerp Fotocursus.

1.6.1 Brandpuntsafstanden Veel camera’s worden geleverd in een ‘kit’. Naast de camera kan voor weinig geld een objectief worden aangeschaft. Of dit objectief de juiste keuze is, is enigszins afhankelijk van de wens van de fotograaf. Camera’s worden meestal verkocht met een standaardobjectief. De brandpuntsafstand hiervan is ongeveer gelijk aan de diagonaal van de beeldsensor die in de camera is gebruikt. Objectieven met lange brandpuntsafstand bestrijken een kleine beeldhoek en op de foto staat slechts een klein gedeelte van het totale beeld dat het menselijke oog waarneemt zonder de camera. Dit wekt de indruk alsof alles in de diepte in elkaar wordt gedrukt. Bij objectieven met een korte brandpuntsafstand is het omgekeerde het geval, hiermee wordt een grote beeldhoek bestreken. Omdat de lichtgevoelige chip (CCD/CMOS) van een digitale camera heel erg klein is (soms slechts 7,0 x 5,3 mm), kan er ook worden volstaan met zeer korte brandpuntsafstanden. Eigenlijk zou het logischer zijn om de beeldhoek als uitgangspunt te nemen, omdat deze bij elk formaat een constant gegeven is. Toch geven fabrikanten er de voorkeur aan de brandpuntsafstand als maatstaf te nemen, hoewel de


Objectieven 23

Figuur 1.18: Het lenzenstelsel in een Nikon-objectief VR 300 2.8G

echte brandpuntsafstanden bij digitale camera’s telkens variëren door de verschillende formaten van de beeldsensor. Om de ervaren fotografen toch wat houvast te geven wordt de brandpuntsafstand van (zoom)lenzen van digitale camera’s meestal uitgedrukt in een zogenaamd kleinbeeld- of 35 mm-equivalent, dus in vergelijking met het kleinbeeldformaat. De zoomlenzen variëren meestal van 35 tot 110 mm in kleinbeeldequivalenten. In figuur 1.19 wordt dit wat abstracte fenomeen verduidelijkt aan de hand van een eenvoudig voorbeeld. Voor een beeldhoek van 47º moet de brandpuntsafstand van de lens van een kleinbeeldcamera – met een beelddiagonaal van 43 mm – 50 mm zijn; voor een digitale camera met een CCD met een beelddiagonaal van 8 mm bedraagt de brandpuntsafstand in dat geval slechts 9,3 mm. Fabrikanten die hun digitale camera’s geschikt willen maken voor kleinbeeld wisselobjectieven proberen de lichtgevoelige chip dan ook zo groot mogelijk te maken. Zo is de CMOS-chip van de digitale Canon EOS-D30 23 x 15 mm. Dat is toch nog steeds kleiner dan het kleinbeeldformaat van 36 x 24 mm, zodat men nog rekening moet houden met een verme-


De digitale foto-uitrusting

Objectief

Beeldhoek

Resultaat

200 mm 22°

135 mm 30°

24 100 mm 38°

70 mm

54°

50 mm

72° 35 mm

94° 28 mm 102°

Figuur 1.19: Het inzoomen op een onderwerp door het brandpunt aan te passen (waardes gebaseerd op een digicamera met een beeldsensor van 8 mm doorsnede)


nigvuldigingsfactor van 1,5. Een 28 mm-groothoeklens werkt dan uiteindelijk als een standaardobjectief van 42 mm.

De optische zoom wordt door een verschuiving van het lenzenstelsel in de camera bereikt. Hierdoor haalt u meer van het onderwerp in het beeld als u de beeldhoek groter maakt, of juist minder door het gebruik van een kleine beeldhoek. Veel digitale spiegelreflexcamera’s worden geleverd in een set met een zoomlens. Het zoombereik ligt meestal tussen de 35 en 110 mm, in 35 mm-equivalenten, met uitschieters naar 200 mm. Het principe van een zoomobjectief is eenvoudig. Als de afstand tussen twee lenselementen veranderd wordt, dan verandert ook de brandpuntsafstand. Tegelijkertijd veranderen ook andere dingen, zoals de afstand van het objectief tot de lichtgevoelige chip, de diafragmawaarde, de scherptediepte, enzovoort. Zoomobjectieven bieden een groot aantal voordelen. U kunt sneller werken omdat u met één lens iedere gewenste brandpuntsafstand kunt instellen. Verder hebt u meer mogelijkheden met betrekking tot de keuze van een standpunt en u kunt de beeldbegrenzing zeer precies vastleggen. Het gebruik van een zoomobjectief leidt dus al snel tot betere composities. Door in of uit te zoomen kunt u immers precies dat deel van de omgeving inkaderen dat u op de foto wilt hebben. Vooral bij digitale camera’s met een lagere resolutie is dit van belang, omdat u daardoor later in het beeldbewerkingsprogramma geen waardevolle pixels hoeft weg te gooien bij het bepalen van de definitieve uitsnede. Het is belangrijk dat u erop let dat bij het inzoomen ook de scherptediepte verandert. Bij een brandpuntsafstand van 3550 mm is de scherptediepte het grootst, om geleidelijk bij het inzoomen naar de telestand af te nemen.

1.6.3 Lensconverters Om het standaardbereik van een zoomlens nog verder uit te breiden, levert een aantal camerafabrikanten hiervoor zogenaamde converters. Dit zijn lenzen die u voor het zoomobjectief van de zoekercamera kunt schroeven. Bij de lenzen van een spiegelreflexcamera wordt de converter tussen de lens en het camerahuis bevestigd. Converters verdubbelen (of verdriedubbelen) het bereik in de telestand of kunnen het bereik van een groothoek uitbreiden tot bijvoorbeeld 24 mm. Ook de macrokwaliteit van de camera kan met een converter worden verbeterd.

1.6.4 Groothoeklenzen De ervaren fotograaf kan de eigenschappen van de groothoeklens uitbuiten en de dieptewerking van de foto’s vergroten; eventueel tot karikaturale proporties!

Objectieven

1.6.2 Zoomlenzen

25


De digitale foto-uitrusting 26

Figuur 1.20: Een groothoeklens uit de Nikkor-serie

Pas wanneer u de eigenschappen van een groothoeklens kent, kunt u de mogelijkheden ten volle benutten. We zetten de speciale kenmerken van de groothoeklens even op een rijtje. I

I

Uitbreiding van de scherptediepte. In de praktijk geldt: hoe korter de brandpuntsafstand van een lens, hoe groter de scherptediepte. Hier heeft de groothoeklens een groot voordeel boven standaard- en telelenzen. Wilt u dus zowel een object op de voorgrond als de achtergrond scherp hebben, dan gebruikt u een groothoekobjectief. Groothoekperspectief. Dit verschijnsel wordt gekenmerkt door een overdrijving in de grootte tussen de delen van het onderwerp dichtbij en veraf. Een bekend voorbeeld hiervan is de in de richting van de camera uitgestoken hand die one-


Objectieven

I

venredig groot afgebeeld wordt ten opzichte van het lichaam. Dit effect wordt nog versterkt naarmate de beeldhoek van de lens toeneemt, de afstand onderwerp-camera kleiner wordt en naarmate het onderwerp zich meer in de diepte uitstrekt. Door nu met deze variabelen te spelen kan de fotograaf dus de mogelijkheden van het groothoekperspectief ten volle benutten. Verkleind beeld. Dit is de prijs die men moet betalen voor de grote gezichtshoek (zie figuur 1.22). Immers, alleen door de schaal te verkleinen kan meer op eenzelfde oppervlak worden afgebeeld. Dit laatste is ideaal wanneer de fotograaf met een gewone lens onvoldoende afstand kan nemen van het onderwerp, zoals bij interieuropnamen (zie figuur 1.21).

27

Figuur 1.21: Een interieuopname met een groothoeklens

Een fish-eye-lens is een extreme groothoek waarmee u met een beeldhoek tot 180º kunt fotograferen.

Nadelen van de groothoeklens Aan het gebruik van extreme groothoekstanden zijn een aantal nadelen verbonden. Wanneer u de camera schuin omhoog houdt, zullen de verticale lijnen in extreme mate naar één punt lopen, ook wel convergeren genoemd. Om convergentie te vermijden, moet u de camera horizontaal houden. Naar de randen toe is er ook bij de duurste lenzen vaak sprake van tonvormige vertekening. Deze vertekening is echter met Panorama Tools, een gratis plug-in voor Photoshop, eenvou-


De digitale foto-uitrusting 28

Figuur 1.22: Een fish-eye heeft een extreme beeldhoek

dig te corrigeren, zonder dat de kwaliteit van de foto hier merkbaar onder heeft te lijden. Ook kunnen er door het gebruik van groothoekconverters chromatische kleurfouten optreden. Deze afwijkingen vindt u vaak op de grens van licht en donker in de vorm van rode en/of blauwe randjes. Ook deze fouten kunnen tamelijk eenvoudig in Photoshop worden gecorrigeerd.

1.6.5 Het standaardobjectief Wanneer we vanuit de groothoekstand van 28 mm inzoomen tot ongeveer 35 of 50 mm, zijn we in het bereik van het standaardobjectief gekomen. Veel eenvoudige digitale camera’s met een vast objectief hebben een brandpuntsafstand die overeenkomt met een 50 mm-standaardlens (wederom in kleinbeeldequivalent). Ook op zoomlenzen komt deze brandpuntsafstand voor. Het kenmerk van de 50 mmstand is dat deze beeldhoek grotendeels overeenkomt met de gezichtshoek van de mens. Eigenlijk kunt u met deze brandpuntsafstand de meest voorkomende situaties aan: reportagefotografie, snapshots, formaatvullende dichtbijfotografie, alles behoort hiermee tot de mogelijkheden. Terwijl er toch redelijk veel op de foto staat, komt het er niet zo klein op als in de groothoekstand. Door de ruime scherptediepte en de geringe vertekening is deze stand ideaal voor architectuuropnamen. In


Door de diafragmaopening te variëren kunt u in beperkte mate spelen met de scherptediepte: een grote diafragmaopening (klein getal) voor selectieve scherptediepte en een klein diafragma (groot getal) voor een grote scherptediepte. Het grote getal is een factor voor het verlengen van de sluitertijd om dezelfde belichting te krijgen. Het diafragmagetal wordt ingesteld volgens een internationaal vastgelegde reeks: 1; 1,4; 2; 2,8; 4; 5,6; 8; 11; 16; 22; 32; 45; 64; 90; 128.

1.6.6 Telelenzen Telelenzen hebben een brandpuntsafstand vanaf 60 mm. Tot 135 mm spreken we van ‘matig tele’, van 135 tot 200 van ‘tele’, en vanaf 200 mm van ‘supertele’ (zie figuur 1.23). Zoals we al eerder hebben opgemerkt, is het grote bereik in de telestand een van de kenmerken van een digitale camera. Door het kleine oppervlak van een CCD kan immers worden volstaan met korte brandpunten. Hierdoor hebben digitale camera’s ondanks hun compacte bouw vaak een enorm telebereik, soms wel tot 500 mm in kleinbeeldequivalenten (10 x zoom). Ook nu laten we weer de belangrijkste kenmerken de revue passeren: I

I

I

Beperkte scherptediepte. Al vanaf de 60 mm-stand krijgt u geleidelijk te maken met het afnemen van de scherptediepte. Dit betekent dat de afstand voor en achter het gebied waarop u scherpstelt steeds kleiner wordt. De scherptediepte in de supertelestand (vanaf 200 mm) is zelfs zo beperkt dat u alleen het object waarop u scherpstelt scherp krijgt en dat de rest van het beeld vaag wordt. De creatieve fotograaf ziet deze verminderde scherptediepte juist als pluspunt: zo kan een bepaald onderwerp erg goed uitkomen tegen een onscherpe achtergrond. Afname van de lichtgevoeligheid. Doordat de lens bij het uitzoomen naar het telebereik steeds verder uitschuift, neemt de hoeveelheid licht die op de lichtgevoelige chip valt af. Kortom, er valt minder licht door een verder uitgeschoven lens – hoe verder u van het raam gaat staan, hoe donkerder het wordt. Dit houdt in dat het diafragma in de uiterste telestand verder open moet zijn om toch voldoende licht in de camera te laten vallen. De camerafabrikant geeft dit meestal aan op de lens met twee getallen, bijvoorbeeld 2.8-4. Hiermee wordt de lichtgevoeligheid in respectievelijk de groothoek- en de telestand aangegeven. Omdat de diafragmaopening in de telestand groter moet zijn, zal de scherptediepte nog meer afnemen. Samengedrukt perspectief. In de telestand neemt het diepteperspectief af. Het lijkt alsof onderwerpen veraf en dichterbij vlak bij elkaar staan. Dit samengedrukte perspectief is met name in de matige telestand van 90-115 mm ideaal voor por-

Objectieven

deze stand vertonen de meeste zoomlenzen tevens de minste vertekening of lensfouten.

29


De digitale foto-uitrusting

tretopnamen. De mensen komen flatteus op de foto en de achtergrond blijft mooi vaag. De matige telelens heette vroeger dan ook een portretlens. Met de telelens krijgt u dus een klein deel van het onderwerp groot op de foto. Dit laatste is ideaal wanneer u maar een deel van het beeld op de foto wilt hebben, zoals bij dieren in de dierentuin, of wanneer u er niet dichter bij kunt komen. Daarnaast biedt de telelens de mogelijkheid om gebruik te maken van selectieve scherptediepte. U bepaalt zelf welk deel van de foto belangrijk is en dus scherp op de foto moet staan.

30

Figuur 1.23: Een 600 mm-objectief uit de Nikkor-serie

Nadelen van de telelens In de uiterste telestand zal de zoomlens waarschijnlijk een lichte kussenvormige vertekening vertonen en begint de kans op kleurfouten (chromatische aberratie) toe te nemen. Ook deze verschijnselen zijn met Panorama Tools in Photoshop goed te corrigeren (zie hoofdstuk 5). Door het vergrotend vermogen van de telelens zijn deze opnamen gevoelig voor onscherpte door cameratrillingen. Bij kleinbeeldcamera’s gaat men bij telelenzen uit van de volgende vuistregel: sluitertijd = 1/brandpuntsafstand. Met een 125 mm-telelens mag u dus een maximale sluitertijd van 1/125e seconde gebruiken om nog uit de hand te kunnen fotograferen. Deze vuistregel kunt u ook prima aanhouden voor uw digitale camera. Kortom, gebruik bij telefotografie zo veel mogelijk een statief.


Volledigheidshalve mag in ons lensoverzicht de macrostand niet ontbreken. Juist omdat digitale camera’s zeer geschikt zijn voor macro- of dichtbijfotografie. Had u voor uw kleinbeeldcamera allerhande voorzetlenzen, een balg of tussenringen nodig, bij de meeste digitale camera’s is het voldoende om in het menu te kiezen voor de macrostand of op de lens een schuifje te verzetten om het onderwerp soms tot op 2 cm te kunnen benaderen. Hiermee open u de poorten van de fascinerende wereld van de macro-fotografie.

Objectieven

1.6.7 Macrolenzen

31

OPMERKING

Figuur 1.24: Een macro-opname van een bloem Bij de meeste digitale spiegelreflexcamera’s is het mogelijk om objectieven te gebruiken die u hebt gekocht voor uw analoge camera. Doordat de beeldsensor in een digitale camera een ander formaat heeft dan het kleinbeeldnegatief, is de verhouding van het ‘oude’ objectief ten opzichte van de beeldsensor anders. In het algemeen moet u de brandpuntsafstand van het oude objectief met anderhalf vermenigvuldigen om het nieuwe brandpunt te berekenen. Een oud 35 mm-objectief wordt op een digitale camera bijvoorbeeld een 50 mm-lens. Dus: wat op de analoge camera nog een groothoeklens is, is op de digitale camera een standaardobjectief geworden!


De digitale foto-uitrusting

1.6.8 Digitale zoom Digitale zoom ontstaat wanneer het beeld in de camera stapsgewijs wordt vergroot tot de maximale resolutie van de digitale camera. Het lijkt dan of er is ingezoomd, maar als er vergrotingen van bijvoorbeeld 13 x 18 cm worden gemaakt, zal er ruis op de afdruk te zien zijn, zoals de korrel bij de analoge fotografie. Een professionele fotograaf zal de digitale zoom nooit gebruiken. Het fenomeen is voornamelijk bedacht als marketing-instrument om een camera aan de man te brengen. Digitaal zoomen kunt u veel beter met behulp van een fotobewerkingsprogramma doen, zoals Photoshop CS2. Hierin hebt u veel meer flexibiliteit. De camera kan alleen een uitsnede maken van het beeld waarop de lens gericht is, terwijl u met Photoshop elk deel van het kader kunt uitsnijden. Ook de interpolatie zal beter worden uitgevoerd, waardoor u een veel beter eindresultaat krijgt.

32

1.6.9 Autofocus (AF)

OPMERKING

Bij de aanschaf van een digitale relflexcamera wordt meestal een zoomlens met autofocus geleverd. Digitale camera’s kunnen op twee manieren scherpstellen. Bij de actieve autofocus wordt er infrarood licht vanuit de camera op het object in de zoeker gestuurd. Dit licht wordt teruggekaatst, waarna de camera hierop kan scherpstellen. Autofocus met infrarood licht werkt goed in het donker. Wanneer het infrarood licht echter wordt opgenomen door een zwart vlak of wordt gereflecteerd op een spiegelend oppervlak, werkt de scherpstelfunctie niet goed. Passieve autofocus maakt gebruik van het contrast in het onderwerp. Vooral de verticale beeldlijnen zijn goed om op scherp te stellen. Het scherpstellen wordt moeilijk bij weinig contrast en weinig licht rond het onderwerp. Sommige camera’s zijn daarom voorzien van een klein lampje naast de lens om het onderwerp te verlichten als de lichtomstandigheden slecht zijn (zie figuur 1.25). Deze lamp helpt de automatische scherpstelling in de camera waar autofocussystemen van andere cameDe meeste autofocus objectieven zijn voorzien van een knop ra’s het af zouden laten weten. Deze lampen waarmee de lens ook handmatig werken meestal over een relatief korte afkan worden bediend. Als u een stand tot ongeveer vier meter. nieuwe lens wilt aanschaffen, kunt u zich naast lenzen van de camerafabrikant ook oriënteren op merken die alleen lenzen maken, zoals Sigma en Tamron. Deze zijn meestal van goede kwaliteit.


Geheugenbuffer 33

Figuur 1.25: De Assist-lamp op de Nikon D70s

OPMERKING

1.6.10 Bewegingsonscherpte Bewegingsonscherpte ontstaat als er met een te lange sluitertijd wordt gefotografeerd. Als een korte sluitertijd niet mogelijk is, kunt u een lens kiezen met Vibration Reduction (VR) van Nikon of de Image Stabilizer van Canon. Deze lenzen minimaliseren de beeldonscherpte door camerabewegingen. Een voorbeeld: met een 300 mm fotografeert u uit de hand met 1/250e nog net scherp. Met de Image Stabilizer aan kunt u de sluitertijd verlengen tot een 1/125e zonder last te hebben van bewegingsonscherpte. Het Pannen is het horizontaal of verticaal bewemaakt het fotograferen uit de hand mogelijk bij schegen van de camera om mering, bij nacht en in slecht verlichte interieurs. Het een onderwerp op VR-systeem ontdekt ook automatisch of de fotograaf dezelfde plaats in de ‘pant’ (de camera in een horizontaal of verticaal vlak opname te houden, zoals een rennend dier. beweegt) – er is geen speciaal systeem voor nodig.

1.7 Geheugenbuffer Een geheugenbuffer in een digitale camera zorgt ervoor dat een opname tijdelijk in een wachtrij wordt geplaatst, voordat deze in het camerageheugen wordt opgeslagen. De geheugenbuffer zit vast in de camera en is dus iets anders dan het geheugenkaartje dat u eruit kunt trekken. Het zorgt ervoor dat de opslagtijd aanzienlijk wordt verkort en geeft de mogelijkheid om achter elkaar foto’s te schieten, zoals bij sportopnamen en natuurfoto’s vaak nodig is. De eerste digitale camera’s hadden geen buffer waardoor de fotograaf moest wachten tot de opname was weggeschreven, voordat hij de volgende opname kon maken. Continu opnemen kunt u vergelijken met het fotograferen met een motordrive gemonteerd op een analoge camera’s. Het is de mogelijkheid van de digitale camera


De digitale foto-uitrusting 34

om verschillende opnamen direct achter elkaar op te nemen. De snelheid en het aantal opnamen verschillen enorm per camera. De meeste semi-professionele camera’s halen tussen de drie en zes opnamen per seconde (ook wel frames per second of fps). Een en ander is afhankelijk van de resolutie waarin wordt gefotografeerd. De mogelijkheid om met de camera snel achter elkaar opnamen te maken is een functie die wordt bepaald door de sluitertijd en de verwerking van het digitale beeld. Het aantal beelden dat kan worden opgenomen, is afhankelijk van de grootte van de geheugenbuffer waar de beelden tijdelijk worden opgeslagen voordat ze in het camerageheugen worden weggeschreven. Veel geheugenkaarten zijn te langzaam om de stroom gegevens die door continu fotograferen worden gecreëerd, te verwerken. Sommige camera’s kunnen de gegevens in de buffer net zo snel verwerken als dat er nieuwe gegevens inkomen. Hierdoor wordt u nooit gedwongen om te stoppen met continu opnemen. Het aantal opnamen kan wel afnemen als u moet wachten tot er ruimte in de buffer wordt vrijgemaakt.

1.8 Geheugenkaarten Geheugenkaarten slaan het digitaal beeld op nadat het door de beeldsensor is opgenomen en eventueel gecomprimeerd naar een JPEG-bestand. RAW-bestanden worden direct vanuit de geheugenbuffer van de camera op het geheugenkaartje geschreven. De snelheid waarmee een digitale opname naar het geheugenkaartje kan worden geschreven, is belangrijk als u snel achter elkaar foto’s wilt maken.

Samsung MMCmicro Samsung Electronics heeft een nieuw compact

Samsung brengt de kaartjes in eerste instantie

type geheugenkaart ontwikkeld, de MMCmicro,

op de markt met een capaciteit van 32, 64 en

dat het formaat heeft van een toets van een

128 megabyte. U kunt ze uitlezen met een snel-

toetsenbord. Het oppervlak is daarmee 60%

heid van 10 megabyte per seconde en beschrij-

kleiner dan de huidige kleinste geheugenkaart

ven met 7 megabyte per seconde. Samsung

en 20% minder dik. Het kaartje is met name

heeft de MMCmicro aangemeld voor opname op

bedoeld voor mobiele telefoons, maar is ook in

de lijst van gestandaardiseerde opslagproduc-

andere mobiele apparaten toe te passen zoals

ten van de branchevereniging Multimedia Card

een digitale camera. Het werkt al op een span-

Association. Dit moet de acceptatie helpen ver-

ning van 1,8 volt, maar kan ook op 3,3 volt

snellen. Populair is momenteel vooral de RS-

werken.

MMC (Reduced Size MultiMedia Card).


CompactFlash-kaartjes worden gebruikt in allerlei soorten ‘portable’ apparatuur zoals digitale camera’s, PDA’s en handheldcomputers. Voordeel van het CompactFlash-systeem (vergeleken met de wat simpeler opgebouwde SmartMedia Cards) is dat gebruik van grotere capaciteiten meestal geen probleem is: de meeste apparatuur kan moeiteloos met grotere CF-kaartjes overweg zodra die op de markt komen. De meeste CF-kaartjes zijn gebaseerd op Flash-technologie. Een speciaal type CompactFlash-geheugen is de IBM Microdrive, die gebaseerd is op harddisktechnologie.

Geheugenkaarten

1.8.1 CompactFlash (CF) I/II

35

Figuur 1.26: CompactFlash Type II-kaart

Er bestaan CompactFlash type I (de ‘normale’ versie, 3 mm dik) en CompactFlash type II-kaartjes (5 mm dik), die we hier afkorten tot respectievelijk CFI en CFII. CFI-kaartjes zijn momenteel beschikbaar met capaciteiten tot 8 GB (gigabytes); CFII is momenteel beschikbaar met capaciteiten tot 16 GB. CFII-kaartjes worden vooral gebruikt voor de hoogste capaciteiten, waarbij uitvoering in CFI-formaat nog niet mogelijk of te duur is. De meeste digitale fotocamera’s zijn geschikt gemaakt voor CFII-kaartjes.


De digitale foto-uitrusting

Snelheid Door sommige fabrikanten, zoals Lexar, wordt nogal nadrukkelijk geadverteerd met de ‘snelheid’ van hun CompactFlash-kaarten. Helaas is deze snelheid geen objectief gegeven en sterk afhankelijk van het apparaat waarin het kaartje wordt gebruikt. Voor recente digitale SLR-camera’s is het vaak wel de moeite waard om een snellere CompactFlash-kaart te kiezen, bijvoorbeeld de SanDisk Ultra II of Extreme. Overigens zijn de nieuwe ‘gewone’ SanDisk CF-kaarten, die vanaf juni 2004 worden geleverd, ook al veel sneller dan kaartjes van de vorige generatie, en ongeveer even snel als de normale ‘Ultra’-kaartjes. Sinds eind 2004 is de nog snellere SanDisk Extreme III-serie leverbaar.

36

OPMERKING

Compatibiliteit Bij veel digitale camera’s wordt een maximale capaciteit van de CompactFlashkaartjes opgegeven; die capaciteit is meestal gebaseerd op de grootste CF-kaartjes die bij het drukken van de handleiding bestonden, of de maximale capaciteit die de betreffende fabrikant zelf levert. In de praktijk blijkt meestal dat hogere capaciteiten geen proCompactFlash-kaarten zijn geschikt voor een groot bleem vormen; in sommige gevallen kan een aantal digitale camera’s; update van de ‘firmware’ of software van de de duurdere (professiocamera nodig zijn. In een enkel geval kan het nele) modellen werken merk van het CF-kaartje van belang zijn. Een meestal met zowel type I als II, compacte (goedoverzicht van geschikte memory cards voor kopere) modellen alleen bepaalde camera’s vindt u op de website van Sanmet type I. Disk (www.sandisk.com).

Data-uitwisseling

Niet alle CompactFlash-readers zijn geschikt voor CFII-kaartjes. Bij notebooks kunt u meestal gebruikmaken van een goedkope CompactFlash-adapter.

TIP

OPMERKING

Voor de snelste data-uitwisseling met een desktopcomputer kunt u een CompactFlash-kaartlezer gebruiken; er zijn diverse typen leverbaar voor aansluiting op een parallele, USB- of SCSI-poort. Algemene en technische informatie over CompactFlash vindt u onder meer bij SanDisk, de bekendste fabrikant van deze kaartjes.

1.8.2 Ultra II CompactFlash Voor de veeleisende amateur of professionele fotograaf, voor wie snelheid in combinatie met hogeresolutieopnamen een belangrijke rol spelen, is een snelle geheugenkaart noodzakelijk. Voor hen is de Ultra II CompactFlash-geheugenkaart


1.8.3 Extreme III Voor de professionele fotograaf die de hoogste snelheid nodig heeft in combinatie met betrouwbaarheid is de Extreme III CompactFlash-kaart ontwikkeld. Op dit moment is de hoogst mogelijke lees- en schrijfsnelheid 20 MB per seconde. De Extreme III CompactFlash-kaart, die een capaciteitenreeks heeft van 1, 2 en 4 GB, heeft zijn snelheden verdubbeld ten opzichte van de eerdere kaarten in de Extremeproductlijn. Deze zijn nu de snelst werkende kaarten voor de hedendaagse toonaangevende digitale spiegelreflexcamera’s.

1.8.4 Secure Digital Secure Digital-geheugen is ingebouwd in een kleine kaart en daardoor heel geschikt voor veel verschillende toepassingen, waaronder digitale camera’s. SanDisk heeft de kaart aangepast, zodat de kaart ook voor andere, zeer kleine, digitale apparaten kan worden gebruikt (zie figuur 1.27).

Figuur 1.27:De SanDisk SD-geheugenkaart

Geheugenkaarten

bedoeld. Op dit moment is de hoogst haalbare snelheid een schrijfsnelheid van 9 megabytes (MB) per seconde en een leessnelheid van 10 megabytes per seconde. De ontwikkelingen in de wereld van de digitale fotografie staan echter niet stil. Hoge resoluties bij zowel stilstaande als bewegende opnamen, en snelle serieopnamen van maar liefst acht beelden per seconde vragen het uiterste van een camera, maar ook van een opslagmedium. De Ultra II-geheugenkaarten zijn verkrijgbaar in vier verschillende capaciteiten: 256 en 512 MB, en 1 en 2 GB.

37


De digitale foto-uitrusting

1.8.5 SmartMedia De SmartMedia-kaart is aanzienlijk dunner dan de CompactFlash-kaart en bevat geen controller chips. Alles wat er in de SmartMedia-verpakking zit, zijn flash chips. Jammer genoeg moet de controller chip in de digitale camera geprogrammeerd zijn om de geheugenkaart te herkennen. Dit was bij de introductie van de 64 MB en 128 MB SmartMedia-kaart een probleem. De afmetingen zijn 45,0 x 37,0 x 0,76 mm.

38

Figuur 1.28: De SmartMedia-kaart

1.8.6 Memory Stick De Sony 4 GB Memory Stick PRO is de grootste Memory Stick-opslagcapaciteit van dit moment. De stick is duurzaam, heeft een hoge overdrachtssnelheid en is toe te passen op een breed scala aan Memory Stick PRO-apparaten. Overigens is de compatibiliteit van de Memory Stick afhankelijk van de hardwarespecificaties van het betreffende apparaat. De nieuwe Sony 4 GB Memory Stick PRO ondersteunt leesen schrijfsnelheden tot maar liefst 80 Mbps (10MB/s) voor een snelle overdracht van bestanden van en naar computers. Daarnaast heeft het medium een minimale schrijfsnelheid van 15 Mbps voor een hoogwaardige, real-time opslag van bewegende beelden. De Stick PRO kan worden gebruikt binnen een temperatuurbereik van -25 tot +85째C. De Memory Stick Data Rescue Service is een nieuwe service die gebruikers van Memory Stick-media de mogelijkheid biedt om per ongeluk verwijderde informatie terug te halen. Deze service is niet beschikbaar voor auteursrechtelijk beschermde content. De verloren gegane gegevens van elke Sony Memory Stick kunnen worden hersteld met behulp van gratis probeersoftware die kan worden


Geheugenkaarten

gedownload vanaf het klantportaal van Sony (www.sonydigital-link.com/memstick/ datarescue.asp?l=en).

39

Figuur 1.29: De Memory Stick van SanDisk

1.8.7 Draagbare harde schijf Veel fotografen stappen tegenwoordig over op harde schijven die zijn voorzien van een interne oplaadbare voeding (zie figuur 1.28). Deze schijven kunnen worden gebruikt om de gegevens op geheugenkaarten naar toe te schrijven en zijn gemakkelijk mee te nemen. Zodoende kunt u veel foto’s maken zonder veel geheugenkaarten te hoeven kopen. Steeds als een kaart vol is, stopt u deze in de Sitecom of Coolwalker (Nikon). Het wegschrijven duurt even, maar u kunt intussen gewoon blijven fotograferen.

Figuur 1.30: De Coolwalker van Nikon


De digitale foto-uitrusting 40

1.9 Externe flitser Een externe flitser is een flitser die niet aan de camera vastzit of is ingebouwd, maar die er los opgezet of bijgezet kan worden. Wanneer de camera voorzien is van een flitsschoen, kan er een externe flitser opgezet worden. Sommige camera’s beschikken over een ACC-contact waarop de filter kan worden aangesloten. Voor alle camera’s zonder flitsschoen of een flitscontact is men aangewezen op een servoof slave-flitser. Deze reageert bliksemsnel op de interne flitser van de camera en ontsteekt het externe flitsapparaat. De flitser heeft een bepaald richtgetal. Dit getal is niets anders dan het product van afstand en diafragma. Als een flitser bijvoorbeeld een richtgetal heeft van 32, betekent dit dat een opname op een afstand van 4 meter met diafragmastand 8 gemaakt moet worden (4 x 8 = 32). U kunt het diafragma vinden door het richtgetal te delen door de afstand. Hoe groter de afstand tot het onderwerp groter wordt, des te hoger het richtgetal van de flitser dus moet worden. Ideaal is een flitser waarvan de hoek in zowel het horizontale of verticale vlak kan worden ingesteld. U kunt dan zowel liggende als staande foto’s goed belichten.

Figuur 1.31: Een externe flitser van Metz

1.9.1 TTL-flitser TTL-flitsers beschikken over een infraroodsensor die de lichtbehoefte op het onderwerp meet voordat de flits afgaat. Een en ander is afhankelijk van de instelling van


Externe flitser

het diafragma en de sluitertijd van de camera. Flitsen met de TTL-flitser geeft meestal perfect belichte opnamen die achteraf niet of nauwelijks gecorrigeerd hoeven te worden.

41

Figuur 1.32a/b: Een TTL-flitser van Nikon

1.9.2 Diffusiekap Bij het gebruik van extreme groothoekobjectieven kunt u de flitser voorzien van een groothoekadaptor. Hiermee wordt het licht naar alle kanten meer verspreid. Een diffusiekap (diffusion dome) verspreidt het licht van de flits veel meer dan bij standaard indirecte flitsen. Het licht dat afkomstig is van de flits verzacht daardoor, en de schaduwen zijn veel minder hard. Met de camera in verticale positie zorgt dit kapje voor hetzelfde effect.

1.9.3 Stuiterkaart Een eventueel ingebouwde stuiterkaart gebruikt u om de ogen van het onderwerp op te lichten, zodat ze meer zullen spreken. U trekt deze kaart voor het flitsen uit en zet de flitskop 90ยบ omhoog.

1.9.4 Reflector Om schaduwpartijen op te lichten maakt u gebruik van een reflector dat u op een statief plaatst of door een medewerker vast laat houden. De reflector kaatst bij-


De digitale foto-uitrusting 42

voorbeeld het invallende licht door de ramen terug zodat de schaduwkant van een gezicht meer licht krijgt. Een reflector gebruikt u zowel binnen als buiten in situaties waar het contrast tussen licht en donker te groot is. Zorg bij het nemen van de foto dat deze reflector niet per ongeluk in beeld komt.

1.10 Statief Een statief gebruikt u in verschillende omstandigheden. In de eerste plaats in situaties waar de sluitertijd dusdanig laag is dat camerabeweging zorgt voor onscherpte. De bewegingsonscherpte wordt groter en meer zichtbaar wanneer u teleobjectieven gebruikt. Zelfs de kleinste beweging heeft grote gevolgen voor het object dat u fotografeert. Bij veel inzoomen, zoals bij natuuropnamen, is een statief dus een voorwaarde voor scherpe opnamen (zie hoofdstuk 4.4 Natuurfotografie).

1.10.1 Groepsportretten Bij groepsportretten is het gebruik van een statief handig, vooral als u zelf deel uitmaakt van de opname. Door de camera op het statief te plaatsen kunt u nauwkeurig de compositie bepalen en eventueel naar de groep lopen zonder dat u de camera neer hoeft te leggen. U kunt door een klein diafragma te kiezen iedereen scherp op de foto krijgen, wat bij gebruik van een korte sluitertijd en een groot diafragma meestal niet mogelijk is. De zelfontspanner zorgt ervoor dat de foto wordt gemaakt. Meestal is deze instelbaar tot maximaal tien seconden. Veel handiger is de tegenwoordig vaak gebruikte infrarood afstandsbediening. Hiermee kunt u veel preciezer het moment bepalen waarop u wilt afdrukken. Op de website van Velbon (www.velbon-tripod.com) vindt u een groot assortiment aan statieven en toebehoren.

1.10.2 Nachtfotografie Bij het gebruik van ochtend- of avondlicht en zeker bij nachtopnamen is een statief onontbeerlijk. U kunt met het statief experimenteren met langere of kortere belichtingstijden met een klein diafragma voor de nodiger scherptediepte. Belichtingstijden van acht tot dertig seconden zijn heel normaal. Het maken van avondof nachtopnamen in de stad is heel bijzonder doordat auto’s en fietsers voor bewegende, verlichte beeldelementen zorgen. Deze resulteren in lange strepen door het beeld, wat zorgt voor een vervreemdingseffect. Figuur 1.33 toont een nachtopname die tijdens DelfSail 2003 werd gemaakt.


Statief 43

Figuur 1.33: Een avondopname

1.10.3 Nightshot-functie Sommige Sony-camera’s (DSC-F707, DSC-F717, DSC-F828, DSC-V1 en DSC-V3) hebben de mogelijkheid om foto’s te maken in zogeheten Nightshot mode, waarbij het infrarood-blokkeerfilter van de camera tijdelijk wordt verwijderd. Door het wegklappen van het blokkeerfilter wordt de camera (weer) zeer gevoelig voor infrarood licht en dus geschikt voor het maken van infraroodfoto’s. Door tegelijk een infraroodfilter voor de lens te monteren zorgt u dat alleen nog infrarood licht de sensor bereikt en krijgt u een optimaal infraroodeffect. Ook bij de Cyber-shot-camera’s is het R72-filter een goede keus; bij gebruik van een RM90- of 87C-filter is het infraroodeffect nog iets sterker, maar de foto wordt dan vrijwel volledig ‘zwartwit’. Belangrijk voordeel van deze Sony-camera’s is dat u het effect in de zoeker al kunt zien, en dat autofocus en lichtmeting goed blijven werken. Bij andere camera’s is bij infraroodfotografie de zoeker zo donker dat er vrijwel niets te zien valt


De digitale foto-uitrusting

en u dus ‘blind’ moet werken, met als gevolg dat het zeer moeilijk is om scherpte en compositie goed in te stellen.

44

Figuur 1.34: Nightshot-opname met de Sony Cyber-shot F828

1.10.4 ND-filters voor Sony Cyber-shot Helaas heeft Sony de mogelijkheden van de Cyber-shot-camera’s in Nightshotstand beperkt en werkt de camera dan altijd met de volle diafragmaopening en een sluitertijd van langer dan 1/60e of 1/30e seconde. Daarom zijn bij deze camera’s ook nog ND-filters nodig als u infraroodfoto’s wilt maken, anders worden de foto’s bij normaal zonlicht zwaar overbelicht. ND betekent Neutral Density, oftewel grijsfilter; het getal geeft de sterkte aan (ND4 = 4x = 2 stops, ND8 = 8x = 3 stops; let op: deze indicatie wordt gebruikt door onder andere Hoya en Cokin, er worden ook andere systemen gebruikt om de dichtheid aan te geven). Gemiddeld is in combinatie met een R72-filter een correctie van drie tot zes stops nodig; dit varieert sterk, afhankelijk van de hoeveelheid (zon)licht.


Met een set filters van R72 + ND4 + ND8 komt u in de praktijk vrijwel altijd goed uit. Bij gebruik van een sterker infraroodfilter zoals de 87C of 093, is een grijsfilter van twee tot vier stops (ND4- of ND8-filter) voldoende. (Bron: Twintek, www.twintek.nl.)

1.11 Afstandsbediening Fabrikanten van digitale camera’s leveren software bij de camera waarmee deze op afstand kan worden bediend, zoals bij de Nikon D70s en Canon D350. Behalve afstandsbedieningen die werken op infrarood licht, zijn er toepassingen die gebruikmaken van een USB-aansluiting om de camera te bedienen. Normaal gesproken beschikken deze over functies waarmee beelden met tijdonderbreking en tijdopname worden opgenomen. U kunt zelfs beelden direct op de harde schijf opslaan.

1.12 Samenvatting De aanschaf van een digitale camera vraagt om kennis van de mogelijkheden van verschillende type toestellen. Camera’s beschikken meestal over functies waarmee u onbekend bent. Door voor de aanschaf dit hoofdstuk een of meer keren door te lezen, weet u waar u op moet letten als u zich oriënteert op het kopen van een digitale camera. Naast het toestel zelf hebt u accessoires nodig, zoals een flitser en een statief waarmee u onder alle omstandigheden de opname kunt maken die u voor ogen hebt. In hoofdstuk 4 interviewen we een aantal beroepsfotografen. Deze vertellen meer over het materiaal dat ze nodig hebben om een bepaalde foto te kunnen maken en hoe zij tegen digitale fotografie aankijken.

Afstandsbediening

OPMERKING

Grijsfilters van diverse andere merken zijn niet bruikbaar voor infraroodfotografie, vanwege de afwijkende filtercurves voor zichtbaar dan wel infrarood licht!

45


46

De digitale foto-uitrusting


2 De computeruitrusting van een digitale fotograaf De keuze van de hardware voor opslag en bewerking van uw digitale beelden is belangrijk. Er zijn twee systemen waarmee u kunt werken: de Apple Macintosh en de personal computer (pc). In de grafische sector wordt vooral met de Apple gewerkt, terwijl bijna iedereen thuis een pc heeft staan. In dit hoofdstuk nemen we beide systemen onder de loep.

2.1 Apple Macintosh Apple Macintosh is van oudsher verbonden met de grafische sector, omdat deze meteen vanaf het begin met een grafische interface werd geleverd. Dit betekent dat de bediening van het apparaat door middel van klikken met de muis op symbolen in het scherm wordt uitgevoerd. Bovendien was het systeem direct al veel stabieler en bedrijfszekerder dan de computers die onder Disk Operating System (DOS) werkten. In het kader leest u daarover meer. Waarom Apple Macintosh? De beleving van computerapplicaties wordt voor een belangrijk deel bepaald door het onderliggende besturingssysteem. Hierbij staat de eindgebruiker centraal. Dit uit zich in een zeer elegant en gebruiksvriendelijk besturingssysteem. Mac OS X is de nieuwste versie. Volgens Apple resulteert een en ander in een computer die, gerekend over de gehele afschrijvingsperiode, zich tot 2,5 keer zo snel terugverdient in vergelijking met een Windows pc. Dit komt doordat de kosten voor onderhoud, opleiding en downtime – de niet gewerkte uren door storingen – veel lager zijn, terwijl tegelijkertijd de opbrengsten relatief hoger zijn als gevolg van kwalitatief beter afgeleverd werk.

47


De digitale computeruitrusting

Voor professionals is apparatuur van de allerbeste kwaliteit onontbeerlijk, bijvoorbeeld om foto’s te bewerken, ontwerpen of muziek te maken, High Definition-video te bewerken. Dankzij twee 64-bits G5-processors met snelheden tot 2,7 GHz, ruimte voor maximaal 8 GB werkgeheugen, professionele, supersnelle videokaarten en de systeemarchitectuur met een extra hoge bandbreedte levert de Power Mac G5 betere prestaties dan systemen waarvoor het dubbele wordt betaald. Een Power Mac G5 met twee processors is verkrijgbaar vanaf 1.969.

2.1.1 Snelheid Mac

OPMERKING

48

De nieuwe Power Mac G5’s zijn voorzien van twee processors met een snelheid van 2,0, 2,3 en 2,7 GHz. Dit betekent een aanzienlijke snelheidsverhoging voor het topmodel. In dit model zit zoveel kracht samengepakt in zo weinig ruimte dat Apple een speciaal Het warmteprobleem bij de werking van processoren in vloeistofkoelsysteem heeft ontworpen. Het de Apple is inmiddels zo resultaat is gerust cool te noemen: een supersysgroot, dat is overgestapt teem waarop Photoshop maar liefst twee maal op Intel-processoren die zo snel draait als op een Pentium 4-systeem. minder warmte produceren.

Figuur 2.1a/b: Power Mac G5


Elke Power Mac G5 wordt geleverd met Tiger, de nieuwste versie van Mac OS X. Met één muisklik met Spotlight doorzoekt u uw Power Mac en hebt direct toegang tot actuele informatie met Dashboard. Bovendien werken alle programma’s met Tiger. Dankzij de 64-bits-functies kan Tiger gebruikmaken van de maximale hoeveelheid fysiek geheugen die u in uw Power Mac G5 kunt installeren. Ook 32-bitsprogramma’s profiteren van de enorme hoeveelheid RAM-geheugen die het systeem kan benaderen: het systeem levert namelijk optimale prestaties doordat de gegevens van verschillende programma’s volledig in het RAM-geheugen kunnen worden bewerkt.

2.1.3 Double-layer-eenheid De SuperDrive met zestienvoudige snelheid die is ingebouwd in elke Power Mac G5 met twee processors biedt nu ondersteuning voor double-layer-schijven (dvd+r DL). In tegenstelling tot enkellaags-dvd-r-schijven, waarop maximaal 4,7 GB aan gegevens kan worden bewaard, beschikken dubbellaagsschijven over twee gegevenslagen. De laserstraal van de SuperDrive kan lees- en schrijfbewerkingen uitvoeren op beide lagen, waardoor de opslagcapaciteit bijna verdubbelt tot 8,5 GB. Met behulp van iDVD – dat wordt meegeleverd met elke Power Mac G5 – of DVD Studio Pro kunt u zelf dvd-projecten met meer dan drie uur MPEG-2-videomateriaal samenstellen die op één dvd+r DL-schijf passen. Als u met High-Definition-video werkt, kunt u met de SuperDrive dubbellaagsschijven branden waarop extra veel H.264videomateriaal met een hoge bitsnelheid kan worden bewaard.

dvd+r

Single Layer

dvd+r dl

Double Layer

Layer 2

Layer 1

4,7 GB

8,5 GB

Nummers (AAC)

1200

2100

Foto’s (JPEG)

3900

7000

Foto’s (RAW)

350

650

MPEG-2 (video)

2u

4u

Totale capaciteit

Figuur 2.2: Double-layer-eenheid

Apple Macintosh

2.1.2 Een 64-bits-besturingssysteem voor een 64-bits-computer

49


De digitale computeruitrusting

2.1.4 Snelle videoweergave De Power Mac G5 wordt geleverd met een videokaart die kant-en-klaar is geïnstalleerd in een AGP 8x Pro-sleuf. De maximale bandbreedte bedraagt 2,1 GB per seconde. De Power Mac G5 gebruikt de videokaart om het hele systeem te versnellen. De krachtige videokaart maakt het mogelijk om met Quartz Extreme moeiteloos allerlei Mac OS X-effecten weer te geven, zoals slagschaduwen en rimpelingen. Omdat de videokaart een deel van het werk van de G5-processor overneemt, kan die intussen berekeningen uitvoeren. De standaardconfiguraties van de Power Mac G5 met twee processors zijn voorzien van een ATI Radeon 9600- of ATI Radeon 9650-videokaart. De Radeon 9600 is geschikt voor de aansluiting van maximaal twee 23-inch Apple Cinema HD Displays, en de Radeon 9650 biedt standaard ondersteuning voor één 30-inch Apple Cinema HD Display. Als u echte topprestaties wilt, kunt u een NVIDIA GeForce 6800 Ultra DDL-videokaart in uw systeem laten inbouwen. Dit is een van de snelste grafische kaarten op de markt, waarop u twee 30-inch Apple Cinema HD Displays kunt aansluiten voor een schermoppervlak van 8 miljoen pixels.

50

2.1.5 Geavanceerde technologie Dankzij 64-bits-kracht en een architectuur met hoge bandbreedte rekent deze revolutionaire computer definitief af met alle beperkingen en knelpunten van de traditionele pc. Hij opent daardoor een wereld aan mogelijkheden voor 2D- en 3Dontwerpers, video- en audioproducenten, wetenschappers, onderzoekers, game-ontwikkelaars en game-liefhebbers. Een afzonderlijke ‘frontside’-bus voor elk van beide processors, een geavanceerde systeemcontroller en supersnel geheugen met een hoge capaciteit maken de Power Mac G5 tot een van de snelste pc’s die ooit is gebouwd.

TIP

2.1.6 Power Mac G5-productlijn De Power Mac G5-productlijn bestaat uit een model met twee processors van 2,0 GHz, een model met twee processors van 2,3 GHz en een model met twee processors van 2,7 GHz. Ruim voldoende voor zelfs de meest veeleisende creatieve taken. Alle modellen zijn standaard voorzien van een SuperDrive met zestienvoudige snelheid (dvd-r DL/dvd-rw/cd-rw). En uiteraard hebben alle modellen standaard één FireWire 800-poort, twee FireWire 400-poorten, drie PCI- of PCI-X-uitbreidingssleuven, drie USB 2.0-poorten, analoge geluidsinvoer en -uitvoer, optische S/PDIFinvoer en -uitvoer, een koptelefoon- en luidsprekeraansluiting aan de voorzijde en ingebouwde Gigabit Ethernet-ondersteuning. Alle modellen zijn voorbereid voor AirPort Extreme, terwijl een interne Bluetooth-module als maatwerkoptie Meer informatie over Apple Mac G5 vindt u op de website (www.apple.nl). verkrijgbaar is.


Voor het bewerken van foto’s hebt u een computer nodig die voldoet aan de specificaties van de softwareleverancier. Meestal bepaalt het besturingssysteem wat u precies nodig hebt, maar bij fotobewerking komen er ook nog enkele andere zaken bij kijken. U kunt met Adobe Creative Suite, waarvan Adobe Photoshop een onderdeel is, werken onder de besturingssystemen Windows 98 SP2 of 98 SE SP1, NT4 SP6a, 2000, Me of XP. Het totale programma vraagt 256 MB RAM-geheugen, een cd-romstation, 1,55 GB MB schijfruimte en een 16-bits adapter voor kleurenweergave met een resolutie van 1028 x 768.

Configuratie van een multimediacomputer

2.2 Configuratie van een multimediacomputer

51

Het bewerken van een foto is pas leuk op een ‘snelle’ pc. Computers verouderen juist doordat moderne besturingssystemen en programma’s meer rekentijd van de processor verlangen.

OPMERKING

Figuur 2.3: Een voorbeeld van een pc-configuratie Ons advies is om een zware computer te kiezen. Een Pentium 4 processor van 1 GHz is het minimum en op dit moment ook de goedkoopste oplossing. Bij het schrijven van dit boek is de Intel Pentium 4 van 3.0 GHz de meest geavanceerde optie.

Naast de Intel Pentium 4 zijn er meer fabrikanten die prima processoren maken. Intel Pentium is echter wel


De digitale computeruitrusting

de bekendste en werkt nauw samen met Microsoft. Het voert te ver om ook alle andere merken hier te noemen. Hardware eisen Processor

Pentium 300 is voor Windows XP echt het minimum. Tegenwoordig is de Pentium 4, 1.0 GHz de standaard, maar u kunt gaan tot 4.0 GHz. Deze ontwikkeling gaat echter steeds door. Andere processors zijn de Intel Celeron D345 tot 3.0 GHz en de AMD Athlon XPprocessor en werkt met 64 bits.

52

Geheugen

Ten minste 256 MB RAM-geheugen. Als u met Adobe Photoshop werkt, is 512 MB of hoger (tot 1 GB) nog beter. Programma’s starten dan sneller op en u kunt beter werken met videobestanden. U kunt dan veel foto’s openen en zware bewerkingen uitvoeren.

Wissel-

Windows XP maakt dynamisch gebruik van een wisselbestand

bestand

(SWAP-file). De omvang van dit bestand is afhankelijk van de hoeveelheid intern geheugen (RAM) dat in de configuratie is opgenomen en het aantal toepassingen dat tegelijkertijd op het systeem is opgestart.

Harde-schijf- Bij een minimale installatie van Windows XP hebt u 1,5 GB nodig ruimte

en voor Adobe Creative Suite 1,55 GB. Als u bedenkt dat 120 gigabyte tegenwoordig standaard is, is schijfruimte meestal niet het probleem. Voor het opslaan van foto’s kan de harde schijf niet groot genoeg zijn. Tussen de 80 en 200 gigabyte is nodig als u veel fotografeert en in hoge resolutie opnamen maakt.

Videokaart

VGA of Super VGA met 128 MB geheugen en ware kleuren (True color). Stel de kleuren in het venster Eigenschappen voor Beeldscherm (Configuratiescherm, Beeldscherm) in op 256 ware kleuren om de snelheid van uw systeem acceptabel te houden.

Modem

Een modem is nodig om een inbelverbinding met uw internetaanbieder te kunnen maken. De snelheid van deze modem is afhankelijk van uw internetaanbieder. 56k6 is tegenwoordig de minimumsnelheid.

Netwerk-

Als u via een kabelverbinding internet op wilt, gebruikt u een

kaart

netwerkkaart. Let daarbij op de snelheid. Kies bij voorkeur een Fast Ethernet-kaart.

Muis

Windows XP laat zich eigenlijk alleen goed met de muis bedienen. Een Microsoft IntelliMouse voldoet het best. Een wieltje om mee te kunnen scrollen door een document is handig. Dit scheelt u eindeloos klikken.

Tabel 1.1: De minimumconfiguratie


I

I I

Let bij het kopen goed op de garantievoorwaarden. De leverancier van het product moet garant staan voor het product. Het kan namelijk gebeuren dat onderdelen uitvallen of gewoon stuk gaan, zoals de harde schijf of monitor. Informeer hoe lang u moet wachten voordat uw computer is gerepareerd. Krijgt u meteen een vervangend onderdeel mee of wordt het onderdeel opgestuurd?

2.2.1 Cd-romspeler Een cd-romspeler leest gegevens die op een cd (compact disk) zijn opgeslagen. De meeste programmatuur en beeldbestanden worden tegenwoordig op cd-rom geleverd, zodat een cd-romspeler een bijna onmisbaar apparaat is geworden. Een cdromspeler is in staat om met een bepaalde snelheid de cd te lezen. Tegenwoordig is dat 48 maal de standaardsnelheid. Omdat Windows XP stuurprogramma’s bevat voor de cd-rom, is het installeren eenvoudig. De prijsontwikkeling is spectaculair. Voor ongeveer 50 koopt u tegenwoordig al een goede speler.

2.2.2 Beeldschermen Moderne beeldschermen zijn over het algemeen van het type SVGA, wat staat voor Super Video Graphics Array. Het beeldscherm is direct verbonden met de SVGAkaart. Deze kan ingesteld worden op verschillende resoluties, van 800 x 600 beeldpunten tot 1024 x 768 beeldpunten en 16,7 miljoen kleuren. De beeldscherpte drukt men uit in dots per inch (dpi) of beeldpunten per vierkante inch. Hoe meer dots of beeldpunten, hoe scherper het beeld. Een aantal van 28 dpi is standaard. Verder is de refresh rate belangrijk. Dit is het aantal keer per seconde dat het beeld op het beeldscherm wordt vernieuwd. Dit wordt uitgedrukt in MegaHerz (MHz); 100 MHz is tegenwoordig de standaard. Beeldschermen met een lage refresh rate beginnen te knipperen. Hoewel u dit mogelijk niet eens merkt, is het wel vermoeiend voor de ogen, waardoor hoofdpijn kan optreden. Door een beeldscherm met een hoge refresh rate aan te sluiten, lost u dit probleem op. Het is fijn als u het beeldscherm goed kunt instellen ten aanzien van helderheid en contrast, maar ook de plaats van het beeld op het beeldscherm moet u kunnen aanpassen. U moet het beeld op het scherm naar boven, beneden, links en rechts kun-

Configuratie van een multimediacomputer

Wijzig zelf niets aan de instellingen van het wisselbestand (SWAP-file). Windows XP is prima in staat dit bestand zelf te beheren.

53


De digitale computeruitrusting 54

nen verschuiven, maar ook in de hoogte en breedte kunnen oprekken, zodat het beeldscherm precies gevuld is. Zet geen elektrische apparaten of magnetische voorwerpen in de buurt van uw beeldscherm. Hierdoor kunnen storende beeldlijnen ontstaan en/of beeldvervorming.

TFT-schermen TFT staat voor Thin Film Transistor, een type scherm dat voor een draagbare computer werd ontwikkeld. Deze schermen kunnen ook op een normale desktopcomputer worden aangesloten. Het beeld is ook onder een hoek nog goed te bekijken. Verder is de beeldresolutie hoger, waardoor details op het scherm beter zichtbaar zijn. Het scherm gebruikt minder stroom dan andere beeldschermen en er is geen stralingsgevaar. Beeldschermen voor het bekijken van foto’s op de computer moeten van een hoge kwaliteit zijn. Tegenwoordig worden voor dit gebruik de TFT-schermen gebruikt. Deze zijn lekker plat en nemen daardoor maar weinig plaats in. De grootte van monitoren wordt net als bij televisietoestellen uitgedrukt in inch. Er is verschil tussen CRT- en LCD-schermen.

Figuur 2.4: Een computer met een TFT-scherm


CRT-monitoren zijn net als televisies gebaseerd op beeldbuizen. In vergelijking met LCD-monitoren zijn CRT-monitoren relatief goedkoop. Groot nadeel is echter de ruimte die deze monitoren innemen op uw bureau. En ook qua vormgeving scoren LCD-monitoren beter.

Formaat Een andere belangrijke keuze is de grootte van het beeldscherm. Deze wordt uitgedrukt in inch. Op dit moment is 17 inch het absolute minimum om prettig te kunnen werken met beeldbestanden. Als u veel gebruikmaakt van zware grafische toepassingen, zoals Photoshop CS2, of programmeerwerk doet, kunt u overwegen een 19 inch monitor of hoger aan te schaffen. Bij CRT-monitoren kan de werkelijke grootte minder zijn dan de door de fabrikant opgeven grootte. Een deel van de behuizing zit namelijk over het scherm heen en dit deel is niet zichtbaar en dus nutteloos. Bij TFT-monitoren is dit niet het geval. De kijkafstand tot een TFT-monitor is veel kleiner dan tot een CRT-scherm. Dit heeft als gevolg dat de virtuele of belevingsgrootte van een dergelijk scherm veel groter is.

Resolutie en refresh rate Elke monitor kan verschillende resoluties aan. Het is belangrijk hier op te letten. Hoe hoger de resolutie, hoe scherper het beeld. De maximale resolutie van een monitor is echter niet altijd de optimale. Grofweg is de ideale resolutie als volgt: I I I

15 inch monitor: 800x600 17 inch monitor: 1024x768 groter dan 17 inch: 1024x768 en hoger

Belangrijk hierbij is echter de ondersteunde refresh rate van de monitor. De refresh ratestaat voor het aantal keer dat het beeld per seconde ververst wordt. Hoe hoger dit aantal, hoe stabieler het beeld. Het komt voor dat een monitor een resolutie van 1024x768 aankan, maar alleen tegen 60 Hz. Voor een stabiel en flikkervrij beeld dient een monitor echter minimaal 72 Hz aan te kunnen. De consumentenorga-

Configuratie van een multimediacomputer

Bij aankoop van een nieuwe monitor bepaalt u eerst het type monitor dat u wenst. Er zijn hier twee belangrijke soorten te noemen namelijk CRT (Cathode Ray Tube)en LCD (Liquid Crystal Display)-monitoren. Beide monitoren hebben zo hun voordelen. LCD-monitoren zijn platter en gemakkelijker te plaatsen in vergelijking met CRT-monitoren. Ook kennen LCD-monitoren geen ‘focus’-problemen. Het beeld is dus altijd 100% scherp met als gevolg dat u minder snel last hebt van uw ogen, hoofdpijn en omgevingslicht. Een groot nadeel is echter de hogere prijs van een LCD-monitor. LCD-monitoren zijn vooral geschikt voor mensen die zeer intensief werken met hun pc.

55


De digitale computeruitrusting

nisatie Kieskeurig geeft voor elke resolutie aan wat de bijbehorende refresh rate is (zie www.kieskeuring.nl/nl/product.nsf/doc/monitor_lcd.htm).

Dotpitch Een ander belangrijk punt om op te letten is de dotpitch. Dotpitch is de afstand gemeten tussen twee beeldpunten (zie figuur 2.5). De dotpitch ligt tussen de 0,2 en 0,3 mm. Hoe dichter de beeldpunten bij elkaar staan, hoe scherper het beeld zal zijn. Tegenwoordig hebben bijna alle CRT-monitoren een dotpitch van 0,28 of lager. Een lagere dotpitch is zeker aan te raden als u intensief gebruik gaat maken van uw monitor.

56

Dot pitch

Figuur 2.5: Schematische weergave van dotpitch

Keurmerk Op dit moment is er geen duidelijk aantoonbaar verband tussen gezondheidsklachten en elektromagnetische straling. Er zijn echter verschillende keurmerken die een lagere straling garanderen. De belangrijkste zijn MPR-II en TCO. Indien een monitor beschikt over deze keurmerken, is het stralingsniveau lager dan bij monitoren die deze norm niet hebben. TCO is een strengere norm in vergelijking tot MPR-II.

Dode pixels Bij LCD-monitoren wordt vaak weinig informatie gegeven over dode pixels. Bijvoorbeeld, een beeldscherm van 15 inch is opgebouwd uit bijna 1 miljoen pixels (1024 x 768). Deze tellen elk 3 subpixels (die elk de kleuren rood, blauw of groen maken). Deze pixels bestaan uit dunne laagjes glas en minuscule elektronica, waardoor wel eens een communicatieprobleem optreedt. Een pixel reageert dan niet op commando’s van de hard- of software en staat constant aan of uit. De pixel wijkt dus af van de rest van het beeld.


De productie van LCD-schermen is niet perfect, waardoor er in de praktijk een uitval van 3 tot 5% voorkomt. In de fabriek wordt wel gecontroleerd of grote vlakken dode pixels uitvallen, maar losse (sub)pixels zijn dan niet of nauwelijks te zien. Wanneer fabrikanten alleen foutloze monitoren op de markt zouden brengen, zouden de schermen fors duurder zijn. Sommige fabrikanten bieden bij de duurdere monitoren een extra garantie voor dode pixels voor een bepaalde tijd. Over het algemeen kunt u er echter van uitgaan dat elk scherm enkele dode pixels mag bevatten. Factoren die hierbij nog van belang zijn: is de pixel helder of niet, staan de dode pixels dicht bij elkaar en betreft het subpixels (dode subpixels zijn over het algemeen minder storend dan een dode hoofdpixel). Informeer dus altijd voor aankoop naar de garantiebepalingen van de fabrikant.

2.3 Kaartlezer Heel handig is de kaartlezer die u bij de camera geleverd krijgt. U kunt deze ook los kopen in de computerzaak of bij uw fotoleverancier. U sluit de kaartlezer aan op de USB-poort van de computer. Vervolgens plaatst u in de kaartlezer het volle geheugenkaartje uit uw camera. Er zijn kaartlezers waarin u verschillende soorten geheugenkaarten kunt plaatsen; handig als u over verschillende digitale camera’s beschikt met verschillende geheugenkaarten. Het grote voordeel hiervan is dat u uw camera niet nodig hebt om uw camerageheugen naar de computer over te brengen. In Window XP wordt de Verkenner automatisch geopend en kunt u direct de miniaturen van de foto’s bekijken, kopiëren, verwijderen, enzovoort.

Figuur 2.6: De kaartlezer van Sandisk

Kaartlezer

Wanneer de dode pixel zich aan de buitenkant van het scherm bevindt, wordt dit als minder storend ervaren dan wanneer deze pixel zich in het midden van het scherm bevindt. Ook is het mogelijk dat de pixel knippert, wanneer het een subpixel betreft. Over het algemeen stoort een heldere dode pixel meer dan een donkere.

57


OPMERKING

De digitale computeruitrusting 58

2.4 Overbrengen van beeldmateriaal naar de computer Bij de digitale camera wordt meestal een snoertje geleverd waarmee u de camera aan USB-poort van de computer kunt koppelen. Windows XP zal de camera herkennen en de inhoud van het camerageheugen in het venster Deze computer laten zien. Door de optie Beeld, Miniaturen te kiezen kunt u direct zien welke opnamen u naar de computer wilt kopiëren. Handig is ook om direct de sneltoetsen Ctrl + A en Ctrl + C te Raadpleeg de handleiding bij uw camera voor het aan- gebruiken en de bestanden naar een map op de sluiten op de computer. computer te kopiëren. In hoofdstuk 5 gaan we in Zet de camera aan als u de op het computergebruik en het archiveren van fotobestanden wilt overbeeldbestanden. brengen.

2.5 Vlakbedscanner Met behulp van een scanner maakt u van uw dia, negatief, transparant of afdruk een digitaal bestand. Bij elke scanner wordt software geleverd waarmee u de scan kunt uitvoeren, maar u kunt in Windows XP ook de Wizard Scanner en camera gebruiken. De keuze van de scanner is belangrijk als u goede resultaten wilt bereiken. Waar moet u opletten bij de aanschaf? Er zijn vier belangrijke factoren die de prijs van een scanner beïnvloeden: resolutie, kleurdiepte, snelheid en interface. Daarnaast worden enkele andere kenmerken van scanners behandeld die een rol kunnen spelen bij uw aankoopbeslissing.

Figuur 2.7: Een vlakbedscanner


Resolutie is het maximale aantal dots per inch (dpi) dat de scanner kan registreren. Hoe hoger de dpi, hoe beter de kwaliteit van een gescande afbeelding. De resolutie van een scanner wordt meestal uitgedrukt met één (1200 dpi) of twee getallen (1200 x 2400 dpi). Bij twee getallen is het eerste het belangrijkste, dat geeft het aantal sensoren in de scankop aan. Het tweede getal geeft aan hoeveel rijen de scanner kan registreren. Als er slechts één getal wordt gegeven, zijn beide metingen gelijk.

OPMERKING

Sommige scanners bieden twee resoluties: optisch en enhanced. Optisch heeft betrekking op de ruwe mogelijkheden van de hardware zelf, terwijl de enhanced resolutie de resolutie aangeeft die de scanner kan realiseren met behulp van scansoftware. Een high-end scanner kan bijvoorbeeld 2400 dpi optisch en 9600 dpi enhanced (of ‘onbeperkt’ enhanced) bieden. Ook al kunnen de mogelijkheden van een scanner met behulp van software worden uitgebreid, alleen de optische resolutie zegt iets over de scanner. Goedkopere scanners hebben meestal een resolutie van 1200 dpi, terwijl duurdere scanners gewoonlijk 2400 dpi bieden. Een model met 1200 dpi is prima voor de meeste toepassingen: het heeft immers geen zin om een afbeelding met een hogere dpi te scannen dan de printer aankan, en de meeste printers hebben een maximale resolutie tussen de In hoofdstuk 4 geven wij meer informatie over 600 en 1200 dpi. Als u echter regelmatig brochures het gebruik van negawilt maken of advertenties wilt printen die u naar tiefscanners, waarvan een professionele drukker stuurt, kies dan een de resolutie nog hoger model met 2400 dpi. moet zijn.

2.5.2 Kleurdiepte (bits) Van elke pixel in een afbeelding wordt de kleur beschreven in een aantal bits. Hoe meer bits, des te meer kleur(nuances) er mogelijk zijn. Een zwartwitafbeelding heeft aan één bit/pixel genoeg. Met 16 miljoen kleuren zijn er 24 bits per pixel nodig. Het aantal bits/pixel wordt ook wel kleurdiepte genoemd. Een kleurdiepte van 24 bits staat bekend als ‘true color’ en gebruikt een binaire code van 24 digits voor elk pixel. Deze bitdiepte biedt meer dan 16 miljoen mogelijke kleuren voor elk pixel, wat meer is dan het menselijk oog kan onderscheiden. In theorie is een 24-bits kleurdiepte dus het hoogste wat een scanner ooit nodig heeft. Toch ondersteunen de meeste moderne scanners 36-bits of meer – tot 48-bits voor de duurste modellen. Waarom? Vanwege de kleurcorrectie. Scanners die met meer bitdiepte beginnen, hebben meer ruimte om de kleuren te corrigeren.

Vlakbedscanner

2.5.1 Resolutie

59


De digitale computeruitrusting

Voor incidenteel gebruik is een 36-bits scanner voldoende. Zelfs goedkope scanners bieden tegenwoordig echter een kleurdiepte van 48-bits. En u betaalt (vrijwel) niet meer geld voor de extra kwaliteit.

2.5.3 Snelheid De snelheid heeft betrekking op de tijd die nodig is voor het scannen. De werkelijke snelheid kan echter aanzienlijk variëren, afhankelijk van factoren als de grootte of de resolutie van de afbeelding, de vraag of het om kleur of grijstinten gaat. Een laag getal (9 tot 20 seconden) refereert aan de hoogst mogelijke snelheid waarmee de scankop van de scanner over de glasplaat kan bewegen. Met behulp van dit getal kunt u scanners vergelijken, maar het houdt geen rekening met variabelen als het besturingssysteem, de software van de scanner en de grootte en resolutie van de afbeelding.

60

Een hoger getal (45 tot 60 seconden) geeft aan hoe lang een gemiddelde scan duurt. Dit getal heeft alleen betekenis in relatie tot de grootte en de resolutie van de afbeelding. Een scanner kan bijvoorbeeld 60 seconden doen over een normale kleurenfoto en 150 seconden over een A4-kleurenfoto.

2.5.4 Het belang van de interface

TIP

De interface is de verbinding tussen de scanner en uw computer en zorgt ervoor dat u de scanner met uw computer kunt gebruiken. Let bij de aankoop van een scanner op de interface van de scanner. Niet alle computers hebben alle typen interfaces. Daarnaast beïnvloedt het type interface ook de snelheid van de scanner.

De moderne scanner wordt met behulp van een USB (Universal Serial Bus)-verbinding met de computer verbonden. Deze verbinding is snel en ondersteunt verschillende apparaten op één poort en de meeste computers beschikken over een USB-poort. De enige vereisten voor USB zijn een USB-poort (aanwezig op vrijwel alle pc’s van de afgelopen vier jaar) en Windows 98 of hoger. USB kent twee specificaties: standaard USB en USB 2.0. USB 2.0 is achterwaarts compatibel met USB. Als de USB-poort van uw pc en de USB-interface van de scanner USB 2.0 ondersteunen, verloopt de gegevensoverdracht veel sneller dan met standaard USB. Als u een USB-scanner voor een nieuwe computer aanschaft, zorg dan dat de scanner een USB 2.0 interface heeft.


Vlakbedscanner 61

Figuur 2.8: Een USB-aansluiting op de computer

2.5.5 Enkele andere belangrijke factoren Hoewel resolutie, kleurdiepte, snelheid en het soort interface de belangrijkste punten zijn waarop u bij het vergelijken van scanners moet letten, kunnen er nog andere factoren zijn die uw beslissing beĂŻnvloeden: I

I

I

I

Afmeting. Als bureauruimte een probleem is, kies dan een kleiner apparaat. Als u grote originelen wilt scannen, koop dan een apparaat met een groter scangebied. Software. Als u beeldbewerkingssoftware nodig hebt, kies dan een scanner met software van een bekende leverancier, zoals Adobe of Corel. Accessoires. Sommige scanners hebben een optionele scanner voor dia’s/negatieven en/of een documentinvoer. Als die zaken voor u van belang zijn, zorg dan dat u de accessoires tegelijk met de scanner koopt (bij voorkeur) of kies een scanner waarbij u de accessoires later kunt aanschaffen. Compatibele besturingssystemen. De meeste scannersoftware werkt goed met de meeste versies van Windows. Als u Windows Millennium Edition (Me), Windows 2000 of XP hebt en een scanner zoekt die rechtstreeks samenwerkt met de in het systeem ingebouwde Wizard Scanner en camera, kies dan een scanner uit de lijst met compatibele hardware van Microsoft.


De digitale computeruitrusting

Scans voor professioneel gebruik kunt u het best opslaan in TIFF RGB-formaat en voorzien van een ICC-scannerprofiel. De scan’s worden weggeschreven op een kleurgamma-cd om eventuele schrijffouten tot een minimum te beperken. Tevens worden de cd’s voorzien van een indexprint zodat u direct ziet welke beelden er op de cd staan. ICC staat voor International Color Consortium en is een organisatie die zich bezighoudt met kleurmanagement. Het is opgericht in 1993 door acht industriële partijen met als doel het maken, promoten en aanmoedigen van de standaardisatie en ontwikkeling van een open, platform onafhankelijke kleurmanagement architectuur en onderdelen ervan. De uitkomst van deze samenwerking is de ontwikkeling van de ICC-profiel-specificatie.

62

Fotografen kunnen zelf aan de slag met een vlakbedschanner of een negatiefscanner, maar het werk ook overlaten aan professionele bedrijven. Het fotolaboratorium voor professionele fotografen beschrijft op de website de gebruikte apparatuur (www.kleurgamma.nl/produkten/scannen. php).

2.6 Filmscanner Voor fotografen die analoog opnemen, maar digitaal verder werken is een filmscanner een noodzakelijk apparaat om de omzetting mee te maken. Naast de hardware is ook de meegeleverde software om naar te kijken. Vaak bevatten negatieven krasjes of stofdeeltjes. Het is bijna ondoenlijk om dit allemaal met de hand weg te werken. Bekend is dat de software die bij de Coolscan van Nikon wordt geleverd zeer goed is. Critici zijn ook enthousiast over de nieuwe Epson F-3200.

OPMERKING

2.6.1 Nikon Coolscan V ED De nieuwe Super Coolscan 5000 ED is voor professionele fotografen die zowel snelheid als kwaliteit verlangen. Met een zuivere optische resolutie van 4000 dpi en 16bit A/D-conversie levert de 5000 ED een hoge beeldkwaliteit, en dat ook nog eens heel snel. De scantijd bedraagt 20 seconden per beeld. Met optionele adapters kunt u de productiviteit extra verhogen, door toepassing van het automatisch scannen van ingeraamde dia’s en ongesneden filmrollen. De mogelijkheden, de kwaliteit en de snelheid maken de Super Coolscan 5000 ED ideaal voor imaging professionals die kwaliteitsscans op topsnelheid nodig hebben. Als u multiformaat wilt scannen, dan kunt u gebruikmaken van de Nikon Super Coolscan 9000 ED. Met behulp van de verschillende filmstrookhouders, die u los kunt kopen, is het mogelijk om een variëteit aan filmformaten te verwerken.


Filmscanner 63

Figuur 2.9: De Nikon Coolscan V ED

2.6.2 Epson F-3200 Epson introduceerde begin november 2004 een nieuwe filmscanner, de F-3200 als alternatief voor filmlaboratorium. Met de mogelijkheid voor batchscans van kleinbeeld- en middenformaatfilms is deze scanner een alternatief voor beroepsfotografen en ervaren amateurfotografen. De filmscanner biedt voor filmarchieven een praktische mogelijkheid om negatieven, dia’s en films eenvoudig en op het hoogste niveau te digitaliseren. Van 35 mm-kleinbeeldfilms tot grootbeeldfilms van het formaat 9 x 12 cm zijn met de Epson filmscanner snel gedigitaliseerd; dat geldt ook voor 10 x 15 cm formaat foto’s. De films en foto’s kunnen bij het scannen gelijktijdig met een druk op de knop worden gerestaureerd; door de grondige verwijdering van stof en krassen met de scansoftware SilverFast Ai 6 is geen intensieve nabewerking meer nodig. De Epson F-3200 beschikt over een LCD-display waarop het ingescande beeld onmiddellijk zichtbaar is. Foto’s en films kunnen ook rechtstreeks op een geheugenkaart worden opgeslagen of direct worden afgedrukt op daarvoor geschikte Epson fotoprinters. De filmscanner is geschikt voor gebruik met zowel een pc als een Macintosh en wordt via USB 2.0 high-speed- of IEEE 1394 (Firewire)-interface op de computer aangesloten.


De digitale computeruitrusting 64

Figuur 2.10: De Epson F-3200

2.6.3 Branden van een cd/dvd Foto’s kunnen het best direct op een cd worden gebrand nadat deze naar de computer zijn gekopieerd. Omdat foto’s lang bewaard moeten blijven, is het noodzakelijk om kwalitatief hoogwaardige beschrijfbare cd’s te gebruiken. De opmars van de cd/dvd-brander is enorm snel gegaan. Tegenwoordig koopt u voor minder dan 100 een dvd-brander. Het voordeel van een dvd-brander boven een gewone cdbrander is dat u veel meer informatie op een schijf kunt zetten. Zo kunt u camerageheugen van meer dan 1 GB, zoals een CompactFlash-kaart, niet op één cd-tje kwijt maar op een dvd wel.

2.6.4 Brandsoftware Maakt de bijgeleverde software een substantieel verschil? Hebt u eigenlijk nog wel een apart stukje schrijfsoftware nodig nu Windows XP zelf lege schijfjes kan beschrijven? Op beide vragen is het antwoord ‘ja’, want een goede cd- of dvd-schrijver komt alleen tot zijn recht met krachtige software. We vergelijken hier de twee prominentste applicaties: Nero en Roxio.

Roxio Easy Media Creator Roxio heeft altijd een modulaire structuur gehanteerd en veel aandacht besteed aan zijn cd-schrijfsoftware (www.roxio.nl). Tijdens de installatie kunt u kiezen welke modules u wilt gebruiken – iemand zonder dvd-schrijver heeft immers geen dvdcomponent nodig. Een opvallende module is de Disc Copier die in raw-modus kopieert. De module DVD Builder is een eenvoudig programma voor het maken van dvd’s. Deze converteert een DV-tape naar het correcte formaat voor dvd, en kan 48 minuten film in real-time coderen zonder de audiosynchronisatie te verliezen. Maar u kunt de film niet onderverdelen in hoofdstukken.


Filmscanner

Voor de navigatie brengt DVD Builder geanimeerde menu’s en knoppen mee, en er is een functie om diapresentaties met digitale foto’s te bouwen.

65

Figuur 2.11: Informatie over Roxio Easy CD & DVD Creator vindt u op de website

Ahead Nero Burning Rom 6.0 Nero kan overweg met elk denkbaar cd-romformaat, waaronder exotische vormen als CD-Extra, hybride HFS/ISO, UDF/ISO Bridge en SVCD. Nero biedt volledige ondersteuning voor Windows XP en kan ook met herschrijfbare dvd’s en MP3Pro overweg. Bovendien hebt u maximale controle over alle stappen van het proces. Een voorbeeld: wanneer u een compilatie van beeldbestanden aanmaakt, kunt u instellen of u de bestanden eerst op de harde schijf wilt bufferen of ze rechtstreeks naar de cd wilt schrijven. U kunt er daarnaast voor kiezen om slechts een deel van het originele bestand op te nemen. Verder biedt Nero de mogelijkheid om cd’s met fouten toch te gebruiken. Het is verder één van de weinige toepassingen die u in staat stelt om te ‘overschrijven’, ofwel meer dan de maximale capaciteit te benutten. Dankzij een reeks wizards met standaardinstellingen kan ook de instappende gebruiker van de kracht van Nero gebruikmaken. De Cover Designer en Wave Editor zijn aparte programma’s die vanuit het hoofdprogramma zijn aan te spreken.


De digitale computeruitrusting

Zo kunt u de tracklijst van uw nieuwe audio-cd meteen naar de Cover Designer sturen of een track naar de Wave Editor voor verdere bewerking. U kunt daarnaast harde schijven back-uppen, hoewel dat niet echt handig is. Daarvoor moet u namelijk de volledige partitie (inclusief lege ruimte) kopiëren. Veel handiger is Image Drive, waarmee u een cd-imagebestand behandelt alsof het een cd-romstation is. Drive Speed, tot slot, probeert uw station stiller te maken wanneer u audio-cd’s afspeelt. Meer informatie vindt u op de website www.nero.com.

66

Figuur 2.12: De website van Nero Burning rom

2.6.5 Branden met Windows XP Met Windows XP kunt u gegevens kopiëren naar een cd-recorder (cd-r) of naar een cd-rw-recorder (cd-rw). Wanneer u een onbespeelde cd in de cd-recorder plaatst, verschijnt er een dialoogvenster waarin wordt gevraagd of u een map voor de beschrijfbare cd wilt openen. Of u een map moet openen, hangt van uw manier van werken af. Schakel het selectievakje De geselecteerde actie altijd uitvoeren in als u deze instelling wilt bewaren, zodat u niet steeds opnieuw dezelfde vraag hoeft te beantwoorden.


Filmscanner 67

Figuur 2.13: Direct branden in Windows XP

U kunt nu bestanden en/of mappen naar de geopende map slepen. Van de bestanden wordt een tijdelijke kopie gemaakt en er wordt een lijst weergegeven van de items die u op de cd wilt zetten. Op dit punt kunt u de inhoud van de map nog steeds wijzigen. Als u bepaalde bestanden of mappen niet wilt kopiĂŤren, kunt u die simpelweg selecteren en verwijderen. Alleen de tijdelijke kopie van de bestanden wordt gewist; de oorspronkelijke bestanden worden niet verwijderd. Als u meer materiaal op de cd probeert te zetten dan de capaciteit ervan toelaat, verschijnt er een informatiebericht. Een standaard-cd heeft doorgaans een capaciteit van 650 MB, terwijl een cd met hoge capaciteit ruimte biedt aan 850 MB. Wanneer u de gegevens naar de cd wilt kopiĂŤren, klikt u op Deze bestanden op cd zetten op de taakbalk links in het venster. Vervolgens verschijnt de Wizard Cd branden, waarin u wordt gevraagd een label voor de cd op te geven. U kunt hiervoor maximaal zestien tekens gebruiken. Klik op Volgende. Er verschijnt een voortgangsbalk waarmee de status wordt aangegeven. Tenzij u het selectievakje Deze wizard sluiten nadat het branden is voltooid hebt geselecteerd, verschijnt er tot slot een dialoogvenster waarin wordt gevraagd of u nog een kopie van dezelfde bestanden wilt maken. Wanneer u dit voor het eerst doet, bent u misschien onder de indruk van het gemak en de snelheid waarmee u een cd kunt branden. Maar dit is nog niet alles. Stel dat u een bestand bent vergeten. Of, nog beter: stel dat u maar 200 MB op de cd hebt gezet, wat u niet lekker zit want zo blijft 500 MB ongebruikt. Geen nood!


De digitale computeruitrusting 68

U hoeft voortaan geen ruimte meer te verspillen. U kunt bestanden toevoegen door ze naar de map te slepen. Deze worden dan opgenomen in de wachtlijst voor de volgende opnamesessie. Met Windows XP kunt u probleemloos multisessie-cd’s maken. Houd er echter rekening mee dat bestaande mappen of bestanden worden overschreven wanneer u gelijknamige items toevoegt.

2.7 Ondersteuning voor beschrijfbare cd’s (cd-rw) Afhankelijk van wat u precies wilt opnemen, kan het de moeite lonen beschrijfbare cd’s (cd-rw) te gebruiken, hoewel deze iets duurder zijn. Het opnemen op cd-rw gaat iets langzamer dan bij cd-r. Daar staat tegenover dat u geen cd’s hoeft weg te gooien wanneer de inhoud niet langer relevant is. U hoeft ze alleen maar te wissen en ze zijn klaar voor hergebruik. U moet bij het gebruik van cd-rw-media alleen opletten als u niet weet voor welk cd-station deze bestemd zijn. Over het algemeen kunnen cd-rw-schijven worden afgespeeld op cd-romstations. Op sommige cd-stations kunnen cd-rw-schijven niet goed worden gelezen. Als u een cd-rw-schijf wilt wissen, plaatst u deze in de recorder en klikt u op De bestanden op deze cd-rw wissen op de taakbalk. Als u de standaardinstellingen voor opname van Windows XP wilt aanpassen, gaat u naar een map die overeenkomt met het station waarin de cd-recorder zich bevindt. Klik erop met de rechtermuisknop, klik op Eigenschappen en klik vervolgens op het tabblad Opname. U kunt hier vier opties wijzigen, waaronder de locatie waar de tijdelijke bestanden worden opgeslagen en de standaardopnamesnelheid. De standaardsnelheid is Snelst. Dit is de hoogste snelheid die het station aan kan. Met de geïntegreerde functies voor het branden van cd’s in Windows XP kunt u overigens niet alle taken uitvoeren die u met de toepassingen van andere fabrikanten kunt uitvoeren, alleen de meest gangbare. Voor sommige taken, zoals het dupliceren van volledige cd’s voor het maken van opstartbare cd’s of het vervaardigen van cd’s op basis van installatiekopieën (in de vorm van ISO-bestanden) hebt u nog steeds een hulpprogramma van een andere fabrikant nodig.

2.8 Magix foto’s op cd & dvd deluxe 2.0 Met het programma Magix foto’s op cd & dvd 4.0 de Luxe maakt u een volledig interactieve en multimediale foto-slideshow op cd of dvd binnen enkele stappen. Met de cd voor geluidnabewerking beschikt u over meer dan 400 achtergrondmuziekstukken, jingles en geluiden voor een diashow. De Magix Media Manager Gold


Een printer kiezen

gebruikt u om foto’s, video’s en muziek te organiseren, bewerken, archiveren en af te spelen. Met Magix Print Studio kunt u foto’s opmaken, van teksten voorzien en afdrukken. Daarnaast biedt Magix Foto Collection meer dan 1000 praktische beeld-, video-, geluids-, effect- en menusjablonen en biedt het pakket een Kalendergenerator, multimedia-dvd-menu’s met introfilms, achtergrondmuziek en video, extra overgangs- en foto-effecten en kunt u herbewerkbare diashows branden.

69

Figuur 2.14: Magix foto’s op cd & dvd

2.9 Een printer kiezen Het kiezen van een printer vereist enig zoekwerk en vergelijking van systemen, merken en modellen. Een goede fotoprinter is net zo duur als een digitale camera. Er zijn veel merken die veel typen uitbrengen voor alle mogelijke doelgroepen. De


OPMERKING

De digitale computeruitrusting 70

grootste merken zijn Canon, Epson, HP (Hewlett Packard) en Lexmark. Een aantal factoren speelt bij het kiezen van een printer een rol, zoals de printersnelheid of wachttijd tot de afdruk klaar is, de kosten van het papier en de inktpatroOp de website www.fotobeurs.com van Maarten Callebert vindt u meer nen. Bij het afdrukken van kleurenfoinformatie over dit onderwerp. Deze to’s is de afdrukkwaliteit heel belangwebsite geeft overigens over meer rijk. Deze wordt bepaald door de onderwerpen met betrekking tot resolutie of de beeldscherpte waarmee fotografie interessante informatie. Ook op de websites van fabrikanten kan worden afgedrukt; uitgedrukt in van printers, zoals Canon, HP, Fujidpi (dots per inch). Hoe meer beeldfilm en Epson vindt u informatie over punten per vierkante inch of centimede laatste ontwikkelingen op het ter, des te scherper wordt de afdruk. gebied van printers.

2.9.1 Inkjets en bubblejets Het populairste printprocédé voor het afdrukken van foto’s is de inkjet, waarbij de printkop heel precies druppeltjes inkt op het papier spuit. Een manier om dat te doen is de inkt die zich in de spuitkop boven het papier bevindt, heel snel te verwarmen. Hierdoor ontstaat een gasbelletje (in feite raakt de inkt aan de kook) dat een druppeltje inkt naar buiten op het papier perst. De printers die deze techniek gebruiken worden veel in de thuisomgeving gebruikt. In deze printer zitten meestal twee tankjes: zwart en een tankje met de kleuren C (Cyaan), M (Magenta), Y (Yellow).

2.10 CMYK De belangrijkste technieken die de fotokwaliteit van de printers de laatste jaren heeft laten toenemen is het gebruik van meer kleuren of helderheden van de inkten. Zo maken gewone printers gebruik van CMYK (Cyan, Magenta, Yellow en Key, of zwart). Sommige fotoprinters zijn voorzien van twee extra tankjes met licht-cyaan en licht-magenta om fijnere nuances in de lichte partijen te kunnen weergeven. In hogere marktsegmenten (professionele printers) treffen we soms printers aan met nog meer kleuren, zelfs zeven of acht. Deze printers voegen extra kleuren toe die minder goed weergegeven worden door de mengkleuren van CMYK. Dit kunnen bepaalde groene, oranje of paarse kleuren zijn. Het gebruik van meer kleuren is niet nieuw, zoals Hexachrome van Pantone, een systeem gebruikt bij kwaliteitsdruk. Hexachrome voegt groen en oranje toe aan de bestaande CMYK-kleuren en zo wordt het kleurenbereik veel groter. Ook het opdrijven van de printresoluties heeft fijnere en gedetailleerde prints mogelijk gemaakt.


Deze recente technieken maken de inkjet nog steeds niet de beste printers van de markt, maar het zijn wel de goedkoopste systemen.

U hebt net gelezen dat elke kleur in CMYK wordt gedefinieerd als een combinatie van verschillende tinten cyaan, magenta, geel en een key color. De key color is bijna altijd zwart – alleen in heel speciale gevallen wordt een andere kleur dan zwart gebruikt – dus zou CMYK eigenlijk CMYB (Cyan, Magenta, Yellow en Black) moeten heten. Kleurenprinters (zowel laser als inkjet) en professionele drukpersen hebben inkt in deze vier kleuren en gebruiken voor elke kleur op de geprinte pagina een unieke combinatie daarvan. Zo bestaat fel roze bijvoorbeeld uit 2% cyaan, 83% magenta en 0% geel en zwart. De percentages vormen bij elkaar opgeteld geen 100%, maar geven de verhouding aan van de volledige sterkte van elke inkt die in het mengsel wordt gebruikt om de definitieve kleur te maken. Pompoenoranje (of een benadering daarvan) bestaat uit 0% cyaan, 72% magenta, 83% geel en 0% zwart.

2.10.2 CMYK in de drukkerswereld. Wat hebt u met CMYK te maken? De monitor waarop u de elektronische versie van uw printopdracht bekijkt, definieert kleuren met RGB, maar uw printer of drukpers gebruikt CMYK. Veel RGB-kleuren hebben CMYK-equivalenten, maar de veiligste methode om erachter te komen hoe een geprinte kleur eruit zal zien, is aan de hand van een commerciële kleurengids of een boek met proceskleuren. Deze boeken bevatten honderden, zo niet duizenden, kleurmonsters waaraan u precies kunt zien hoe een kleur er in geprinte vorm uitziet. Meestal zult u dergelijke gidsen moeten aanschaffen, maar verschillende inktproducenten als Pantone of Agfa hebben eigen versies. Vraag daarom aan professionele printers welke inkt zij gebruiken. Als u een laser- of inkjetprinter hebt, probeer dan te weten te komen welk kleurenmodel de printer gebruikt. HP-printers werken bijvoorbeeld met Pantone. Elk goed grafisch pakket of opmaakprogramma (zoals PageMaker, Photoshop, QuarkXPress, enzovoort) kent CMYK-opties. Gebruik daarom uw kleurengids om te weten hoe een kleur eruit zal zien wanneer u uw documenten op het scherm opbouwt en negeer het feit dat wat u in RGB ziet, niet precies overeenkomt. Veel HP-printers, zoals die uit de LaserJet-kleurenlijn, zijn bovendien voorzien van ingebouwde ColorSmart-technologie, waarmee u CMYK-printouts zonder veel moeite kunt laten overeenkomen met wat u in RGB op het scherm ziet.

CMYK

2.10.1 Kleur definiëren met CMYK

71


De digitale computeruitrusting 72

2.11 Andere printsystemen Er zijn nog enkele andere typen kleurenprinters die binnen de professionele wereld van de digitale fotografie worden gebruikt. We willen u enige uitleg over deze systemen niet onthouden.

2.11.1 Dye sublimation Dit type van printer levert superieure prints af in vergelijking met het goedkope inkjet-systeem. Prints van een goed dye-sublimation-systeem zijn nagenoeg niet te onderscheiden van kwaliteitsfoto’s. Bij dye sublimation wordt niet alle inkt in puntjes naast elkaar geplaatst, zoals bij de inkjet, maar over elkaar. We zien dan van dichtbij geen verzameling van puntjes maar één mengkleur. Een dye-sublimation-printer bevat vellen verfstof. Met behulp van een thermische kop wordt de verfstof verdampt. Deze dringt door het glanzend oppervlak van het papier waarna de stof weer een vaste vorm aanneemt. Door deze techniek worden zachte overgangen in de beelden mogelijk in tegenstelling tot de inkjet waar u altijd scherpe pixels ziet. Nog een voordeel is het feit dat dye-sublimation-prints kleurvaster zijn over lange tijd, waar inkjet-prints nogal eens gaan vervagen.

Figuur 2.15: Een dye-sublimation-printer van Kodak voor het afdrukken van 10 x 15 cm print


Er bestaan nog andere printsystemen die echter niet zo vaak voorkomen, zo is er het thermo-wax-systeem. Met behulp van wasbladen en thermische koppen brengt men was aan op speciaal gecoat papier. De kwaliteit van deze printers is vrij goed, maar niet zo goed als die van de dye-sublimation-printers.

2.11.3 Solid-Ink-systeem Het Solid-Ink-systeem werkt met vaste inkten, die via een thermisch systeem vloeibaar worden gemaakt en gespoten worden op het papier. Het grote verschil van dit systeem ten opzichte van het themo-wax-systeem is, dat men op vrijwel alle papiersoorten kan printen, waar voor thermo-wax speciaal papier vereist is. Het resultaat van dit systeem zijn dekkende inkten en zuivere kleuren.

2.11.4 Fujifilm Pictrography De Fujifilm Pictrography neemt onder de kleurenprinters een unieke plaats in. Eigenlijk is dit een soort digitaal minilab, dat op groot formaat fotografische contactafdrukken produceert. De verschillen ten opzichte van inkjet- en dye-sublimation-procédé’s: I

I

I

I I I I

Inkjet-systemen bouwen het beeld op door CYMK-kleurenrasters op papier te spuiten. Door dit systeem ontstaat een gerasterd beeld met CMYK-kleurgamut, met, afhankelijk van de printerresolutie, een redelijke tot zeer goede scherpte. Dye-sublimation-systemen maken kleuren door kleine hoeveelheden CMYKkleurenwas te mengen en op papier te drukken. Dit systeem levert beelden met een matige scherpte en een CMYK-kleurgamut. De Pictrography belicht lichtgevoelige emulsie van een fotonegatief. Dit levert beelden met de hoogst haalbare scherpe en een RGB-kleurgamut. De Pictrography bereikt zijn uitzonderlijke printkwaliteit door het veel rijkere RGB-kleurgamut en door de veel betere scherpte, omdat inkjet- en dye-subprocédé’s met (minuscule) druppeltjes het beeld opbouwen, terwijl de Pictrograhy op emulsie-moleculair niveau het beeld vervaardigt.

2.11.5 Epson UltraChrome K3 Epson presenteerde half april 2005 een nieuwe printtechnologie voor professionele fotografen en kunstenaars. De Epson UltraChrome K3-inkttechnologie is een nieuw inktsysteem voor professioneel printen in kleur en zwart-wit en voor fineart en digitale proeven.

Andere printsystemen

2.11.2 Thermo-wax-systeem

73


De digitale computeruitrusting

OPMERKING

74

Bij de Epson UltraChrome K3 zijn in totaal negen kleureninktpatronen geïntegreerd, met drie afzonderlijke zwarte inkten, waaronder de nieuwe zogenaamde Light Light Black inkt. Epson bereikt met de nieuwe inkttechnologie een betere grijsbalans, zeer natuurgetrouwe huidtinten en zeer subtiele kleurovergangen. Dit alles gaat gepaard met de bekende stabiliteit op korte en lange termijn en een grotere flexibiliteit van de gekozen media. De maximaal afdrukbare kleurruimte kon duidelijk worden vergroot, net als de maximale dichtheid bij zwart. Ook werd de gedetailleerdheid in lichtere delen verbeterd. Het samenspel van de drie zwarte schakeringen met de overige kleuren van de UltraChrome K3 zorgt voor zeer goede nuanceringen in de volledige kleurruimte en maakt dat de kleuren er onder verschillende lichtbronnen hetzelfde uitzien, geen metamerie-effect meer dus (zie Metamerie is het verschijnsel dat verschillend afgewerkte gelijke opmerking). Net als bij andere producten vlakken of voorwerpen er in gebruikt de UltraChrome K3-inkttechnobepaalde omstandigheden gelijk logie naast de standaard zwarte tint uitzien, en onder andere licht– Photo Black – een speciale zwarte tint omstandigheden en/of kijkrichting wel heel verschillend blijken voor matte afdrukmedia: Matte Black. te zijn.

De technologie achter de Epson UltraChrome K3 De Epson UltraChrome K3-inkten zijn op waterbasis en maken gebruik van pigmenten. Eén van hun meest wezenlijke eigenschappen is dat de pigmenten zeer klein zijn, en ook zeer regelmatig, qua omvang. Die omvang en regelmaat zijn van doorslaggevend belang voor de eigenschappen op het gebied van weerkaatsing, en daarmee voor de printkwaliteit. De pigmenten zijn bij alle typen Epson UltraChrome-inkt gecoat met hars. Die hars vertoont een reactie op het printmedium en fixeert de pigmenten in en op dit medium. Bij de nieuwe Epson UltraChrome K3inkt werden de gebruikte hars en pigmenten sterk verbeterd. De pigmentering van de Epson UltraChrome K3-inkt maakt nu een maximale dichtheid mogelijk van 2,3 (zwart) op Epson Premium Glossy Photo Paper 250. De kleurpigmenten zijn dermate geoptimaliseerd, dat de Epson UltraChrome K3-inkt een veel grotere kleurrruimte afdekt dan tot nu toe het geval was bij de Epson UltraChrome-inktsoorten. De optimalisering van de gebruikte hars leidt in de eerste plaats tot een betere watervastheid en een betere krasbestendigheid. Ook krijgt het nu een briljantere glans op de relevante printmedia. Als nieuwe ‘kleur’ is er tevens het zogenaamde ‘Light Light Black’ bijgekomen. Dit heeft een dichtheid van 17%, vergeleken met de nieuwe Photo Black van de Epson UltraChrome K3-inkt. Door deze nog meer monochrome inkt wordt de metamerie verminderd en is er een duidelijke verbetering van de zwart-wit-printkwaliteit.


dit boek.

2.11.6 Inktpatronen vreemd merk Wat is er tegen op het gebruik van inktpatronen die niet door de printerfabrikant zijn gemaakt – dus de zogeheten alternatieve inktpatronen? Het afwijkende drogingsgedrag van de inkt kan in de printkop leiden tot verstoppingen, waardoor de levensduur van de printer wordt verkort. Daarnaast is vastgesteld dat het gebruik van vreemde producten leidt tot meer regelmatige reinigingscycli van de printkop dan wanneer originele Epson-inkten worden gebruikt. De reden hiervoor: de eisen aan de reinheid van de inkt zijn mogelijk lang niet zo streng als bij de originele inkten van de fabrikant Epson. De eigen inktproducten worden uitsluitend in zogeheten ‘schone ruimten’, dat wil zeggen in bijna stofvrije ruimten, vervaardigd en tijdens het volledige productieproces streng bewaakt. Een ander punt is de viscositeit of het vloeivermogen van de inkt. De piëzo-printkop genereert druppels door een zeer korte impuls op het inktreservoir. Alleen een inkt met het juiste vloeivermogen genereert bij een bepaalde impuls ook een druppel van de juiste grootte, 3 pl bijvoorbeeld. Bezit een inkt een groter vloeivermogen, dan is de druppel bijvoorbeeld 5 of 6 pl groot; bezit de inkt een te laag vloeivermogen, dan wordt er wellicht helemaal geen druppel gevormd. Het resultaat is een streperige, dus kwalitatief slechtere afdruk. Vreemde fabrikanten produceren hun inkten gewoonlijk niet alleen voor de printers van één fabrikant. Zo zou bijvoorbeeld dezelfde inkt voor printers van Epson en voor HP kunnen worden gebruikt. Dit zou natuurlijk resulteren in compromissen bij de inkten, want de afdrukmethoden van beide fabrikanten zijn zeer verschillend. De Epson-inkten zijn optimaal afgestemd op de Epson-printers. Reeds tijdens de ontwikkeling van de printkop wordt knowhow over diens bijzonderheden meegenomen in de ontwikkeling van de inkten. Dit is kennis waarover natuurlijk alleen Epson beschikt. Het resultaat is altijd een optimale afdrukkwaliteit en een lange levensduur van de printer, waarop de klant altijd kan vertrouwen.

2.11.7 De Epson piëzo-inkjettechnologie Bij de door Epson ontwikkelde piëzo-technologie wordt de inkt mechanisch uit de spuitkop geperst. Hiervoor zorgt een keramisch gedeelte, dat ook bekend is bij aanstekers: het piëzo-kristal. Dit kristal heeft een bijzondere eigenschap, die de ont-

Andere printsystemen

TIP

Tot slot is het samenspel van de negen verschillende inkten – Matt Black, Photo Black, Light Black, Light Light Black, Cyan, Magenta, Yellow, Light Cyan en Light Magenta – van doorslagMeer informatie vindt u in de Engelstalige brogevend belang voor de verbeterde toepassingsmogechure op de cd-rom bij lijkheden van de Epson UltraChrome K3-inkten.

75


De digitale computeruitrusting 76

werpers van Epson benut hebben: het zet uit zodra een elektrische spanning wordt aangelegd. Het piëzo-kristal zit in de inktkanalen van de printerkoppen. Dit zorgt voor de nodige druk, wanneer er spanning op staat, om de inkt uit de kop te persen. Aangezien het om een mechanische procedure gaat, kan deze techniek zeer nauwkeurig worden gestuurd, de zogenoemde impulsduur is extreem kort. Wanneer er stroom op staat, dan bereikt de druk binnen in het reservoir na 5 microseconden zijn maximale waarde. Na nog eens 5 microseconden is deze na het weghalen van de spanning weer op 0. Het resultaat: de ontwikkelaars werken met gedefinieerde instellingen van de spuitkop, en de totale printprocedure kan zeer nauwkeurig worden gestuurd.

2.11.8 PRINT Image Matching III PRINT Image Matching III biedt de mogelijkheid om foto’s altijd precies zo af te drukken als deze moeten zijn. Met behulp van een automatische foto-optimalisering, die camera en printer exact op elkaar afstemt, zorgt deze standaard ervoor dat digitale opnamen niet alleen op het beeldscherm maar ook op papier het best mogelijke beeld leveren. PRINT Image Matching III functioneert met alle digitale camera’s die al PRINT Image Matching en PRINT Image Matching II ondersteunen. Het biedt geavanceerde kleurcorrectie-functies, zodat de afgedrukte foto dichter dan ooit te voren bij de digitale opname blijft. Met behulp van het nieuwe monochroom-afdrukcommando kunnen bovendien geschakeerde eenkleurige foto’s worden vervaardigd.

2.12 Tot besluit De aanschaf van een computer voor de beeldbewerking vraagt dat u zich gaat verdiepen in de mogelijkheden van digitale beeldbewerking. Voor het bewerken van foto’s hebt u een krachtige computer nodig en krachtige randapparatuur zoals printers en scanner. In dit hoofdstuk hebben we de belangrijkst zaken over dit onderwerp behandeld.


3 Cameragebruik Een digitale camera, vooral de spiegelreflex bevat veel functies die dankzij de moderne microtechnologie kunnen worden ingebouwd. In dit hoofdstuk gaan we praktische mogelijkheden van de digitale apparatuur nader bekijken.

3.1 Camerakeuze 77

Bij de aanschaf van een digitale camera let u naast de specificaties ook op de vormgeving; ligt de camera lekker in de hand, zitten de functieknoppen op een logische plaats, enzovoort. De meeste digitale spiegelreflexcamera’s hebben een handgreep die tevens als batterijhouder dienst doet. Met een gemonteerd objectief moet de camera lekker in balans zijn. Handig is ook een extra ontspanknop voor het maken van een staande foto’s. Het gewicht van de camera speelt uiteraard ook een rol. Een zware body heeft als voordeel dat er minder bewegingsonscherpte ontstaat bij het afdrukken. Nadeel is dat u over voldoende spierkracht moet beschikken om het toestel met een zware lens in de aanslag te kunnen houden.

3.1.1 Lens en beeldsensor

OPMERKING

De belangrijkste onderdelen van een digitale camera zijn de lens en de beeldsensor. Er zijn twee soorten beeldsensoren: de CCD en de CMOS. Bijvoorbeeld, de Canon 1Ds Mark II gebruikt een beeldsensor (CMOS) die dezelfde afmeting heeft als het kleinbeeldnegatief. Dit heeft als voordeel dat alle Canon EF-lenzen op deze camera kunnen worden gebruikt. Ook het gebruik van extreme groothoeken is bij Bij de aanschaf van een digitale spiegelreflex telt de kwaliteit en de mogelijkheden van de camerabody het zwaarst. Als u al op een ander cameramerk wilde overstappen is dit een juist moment. De camera moet alle beeldinformatie wegschrijven naar het camerabuffergeheugen. Vervolgens wordt de informatie op bijvoorbeeld een CompactFlash-kaart gezet. De snelheid waarmee dit gebeurt, bepaalt ook de snelheid van werken voor u als fotograaf. Bij continue opname kan bijvoorbeeld de Canon 1Ds Mark II 3 beelden per seconde verwerken met een maximum van 10 beelden achter elkaar.


deze camera mogelijk. Immers, een 8 mm-fish-eye wordt bij het gebruik op een camera met een kleine beeldsensor een 12 mm-groothoek.

3.1.2 Resolutie

Cameragebruik

Het vereiste aantal pixels of resolutie waarmee u wilt fotograferen, is afhankelijk van het doel van de foto’s (zie tabel 1.1). Professionele fotografen werken veel met RAW-bestanden. Dit bestandsformaat bevat alle informatie ongecomprimeerd, dus zoals deze tijdens de opname werd geregistreerd. Deze bestanden zijn groot in omvang. Zo levert de Nikon D100 met 6 miljoen pixels (3008 x 2000) een RAWbestand van bijna 9,5 MB. Het RAW-bestand uit een Canon 1Ds Mark II met een maximum resolutie van 4992 x 3328 pixels is ongeveer 11,4 megabyte. Het is handig als u de resolutie snel kunt aanpassen met behulp van een functieknop. Zo kunt u een aantal opnamen in RAW maken en de rest als een JPEG-bestand opslaan. Hiermee gaat u efficiënt om het camerageheugen.

3.1.3 Instelmogelijkheden Digitale spiegelreflexcamera’s beschikken over talrijke instelmogelijkheden. In hoofdstuk 1 hebben we de verschillende camerafuncties besproken. Duurdere modellen bieden de meeste instelmogelijkheden en opties als rode-ogenreductie en voorkeureninstellingen. In de praktijk moeten de belangrijkste functies gemakkelijk te vinden zijn en snel in te stellen. Het is aan te raden om de handmatige instellingen te gebruiken. Hiermee krijgt u veel meer invloed op de belichting en scherpstelling en worden uw foto’s daardoor mooier. Vooral als u uw camera net hebt aangeschaft is het raadzaam om eerst veel te oefenen en de handleiding goed door te nemen om alle mogelijkheden van uw toestel te ontdekken. Van de meeste camera’s is de handleiding alleen in het Engels of een andere buitenlandse taal. Een ander hulpmiddel om uw camera te leren kennen is het raadplegen van de review-sites op internet. De bekendste zijn de Nederlandstalige website Lets go digital (www.letsgodigital.nl) en de Engelstalige Dpreview (www.dpreview.com).

OPMERKING

78

Dpreview bevat een ‘glossary’ waarin de verschillende termen in een artikel worden uitgelegd. De artikelen komen van 123dicom (www.123di.com). Kijk ook op de pagina van Rob Galbraith (www.robgal braith.com) voor de laatste ontwikkelingen op het gebied van de digitale fotografie.


Camerakeuze 79

Figuur 3.1: LetsGo Digital geeft veel informatie over de verschillende merken digitale camera’s

Figuur 3.2: Digital Photography Review bevat onder andere besprekingen van nieuwe digitale camera’s


Cameragebruik 80

Figuur 3.3: De glossary met informatie over digitale fotografie voor de Engelstalige lezer

3.1.4 Camerageheugen Digitale spiegelreflexcamera’s slaan hun beelden op op verwisselbare geheugenkaartjes. De huidige camera’s kunnen met één of meer soorten geheugenkaartjes overweg. De populairste van dit moment zijn SD Card en CompactFlash. Er zijn bovendien fabrikanten die een eigen systeem hanteren, zoals Sony met zijn eigen Memory Stick. Het geheugenkaartje dat u met de camera meegeleverd krijgt, biedt vaak niet meer dan 8 of 16 MB opslagruimte. Dat is lang niet genoeg als u veel in de allerhoogste resolutie fotografeert. Het is daarom handig er meteen een exemplaar met meer capaciteit bij te kopen. Vooral als u in RAW fotografeert gaat het hard met het camerageheugen. Op een kaart van 1 GB kunt u ongeveer vijftig beelden kwijt in RAW (3000 x 2000 pixels). Voor een dagje fotograferen hebt u dan al gauw acht van die kaartjes nodig. U kunt ook gebruiken maken van een harde schijf met interne voeding waarop u een volle geheugenkaart kunt wegschrijven.


Camerakeuze

Figuur 3.4: De fotograaf is afhankelijk van voldoende geheugen

81

3.1.5 Batterijen Belangrijk is de vraag hoe lang u kunt fotograferen op een volle batterij. Vooral bij opnamen buiten speelt deze vraag een rol, omdat u uw oplader niet kunt gebruiken. CMOS-beeldsensoren gebruiken minder stroom dan de CCD-sensor met dezelfde resolutie. Soms bestaat de beeldzoeker uit een klein LCD-schermpje dat ook stroom verbruikt. Meestal kunt u ongeveer 400 beelden opnemen met een volle batterij bij een normale temperatuur. Het is slim om altijd een extra batterij bij te kopen. Een NiMH-accu kan elke dag worden opgeladen. Ze kosten ongeveer 5 per stuk en gaan vijfhonderd tot duizend keer opladen mee. U kunt deze batterijen bijvoorbeeld gebruik en in een flitser.

Figuur 3.5a/b: Een batterij met oplader voor een Nikon-camera


3.1.6 Aanschafprijs

Cameragebruik

De prijzen van (semi-)professionele camera’s zijn afhankelijk van het soort: zoeker of spiegelreflex. Digitale zoekercamera’s met 4 tot 8 megapixels beginnen bij ongeveer 500. Een en ander is afhankelijk van het meegeleverde optiek en de maximale beeldresolutie. Digitale spiegelreflexcamera’s beginnen bij ongeveer 800 en kunnen oplopen tot 8000 alleen voor het camerahuis. Vaak kunt u een set kopen die bestaat uit een camera met een zoomobjectief.

82

Vaak koopt u bij de vakhandel als het gaat om nieuwe producten. De website van de grote merken leveren een dealerlijst met alle gegevens. U kunt ook proberen tweede hands aan uw spullen te komen. Veel aanbod vindt u op Marktplaats (www.marktplaats.nl) en eBay (www.ebay.nl). Overigens zijn beide websites in handen van hetzelfde bedrijf. Marktplaats heeft een aparte rubriek Fotografie (zie figuur 3.6). Naast veel analoge apparatuur die momenteel wordt aangeboden, vindt u ook digitale camera’s die een paar jaar oud zijn. Vaak koopt u deze voor weinig geld.

Figuur 3.6: De rubriek Fotografie op Marktplaats


Camerakeuze

Als u service en persoonlijk advies minder belangrijk vindt, dan kunt u nieuwe spullen ook via internet kopen. Internet leveranciers bieden tegen scherpe prijzen hun spullen aan waaronder ook digitale camera’s, lenzen, printers, enzovoort. ElCheapo heeft een aparte rubriek voor fotografie (zie figuur 3.7). U geeft het merk op en het model en vervolgens krijgt u een overzicht (zie figuur 3.8).

83

Figuur 3.7: Op ElCheapo zoekt u naar nieuwe spullen die te koop worden aangeboden Figuur 3.8: De straatprijs van een nieuwe camera vindt u zo gemakkelijk


Cameragebruik

TIP

3.2 Strijd tegen het stof

84

Een belangrijk aspect bij de digitale spiegelreflexcamera is de mogelijk om het objectief te kunnen wisselen. Dit heeft als voordeel dat u naast een standaardobjectief ook een extreme groothoek of telelens kunt monteren. Er zijn echter ook nadelen. Vooral bij het gebruik van een zoomlens verplaatst de lucht van buiten zich door het objectief naar het inwendige van de camera. Maar vooral bij Bij opnamen op het strand wordt u aangeraden nooit daar van lens te wisselen, het wisselen van een objectief ligt omdat een zandkorreltje op de sensor het stofprobleem op de loer. Fijne het hele apparaat kan vernielen. stofdeeltjes kunnen daarbij neerVerwissel bij voorkeur in een afgesloten slaan op de spiegel en beeldsenruimte, zoals in de auto. Bij een zoekercamera is dit probleem niet aan de orde sor. Deze vormen dan hinderlijke omdat objectief en camera onlosmakelijk stippen, vlekken en haarvormige aan elkaar verbonden zijn. contouren op het digitale beeld. In bepaalde omstandigheden kan stof of vuil zichtbaar zijn op foto’s die zijn gemaakt met een digitale SLR-camera. Dit neemt de vorm aan van donkere vlekjes op de foto, zoals in figuur 3.9.

Figuur 3.9: Stof op de beeldsensor vormt hinderlijke vlekken op het digitale beeld


OPMERKING

U voorkomt dat vuil of stof in de camera terechtkomt door geen objectieven te verwisselen in stoffige omgevingen en de bodydop die bij de camera wordt geleverd op de camera te plaatsen wanneer er geen objectief is bevestigd. Let erop dat u eerst alle stof en vuil van de bodydop verwijdert. Bij Nikon kunnen foto’s die zijn gemaakt terwijl het laagdoorlaatfilter stof of vuil bevat, worden bewerkt met de functie ‘Image Dust Off’ (stofverwijdering) in Nikon Capture 4 of hoger, mits de foto is gemaakt in de RAW (NEF)indeling.

Als u deze vlekken in de toekomst wilt voorkomen, kunt u het laagdoorlaatfilter reinigen, bijvoorbeeld door een medewerker van de fotozaak waar u de camera hebt gekocht.

3.3 De beeldsensor schoonmaken De beeldsensor is heel kwetsbaar en is daarom voorzien van een laagdoorlaatfilter (low pass). In het onderstaande voorbeeld wordt in stappen uitgelegd hoe u controleert of het laagdoorlaatfilter voor de CCD van een Nikon-camera gereinigd moet worden en wordt beschreven hoe u dit doet.

Beeldsensor controleren op stof Om ervoor te zorgen dat de sluiter niet beschadigd raakt, vereist deze procedure dat de camera stroom krijgt via een lichtnetadapter. De volgende procedure wordt door Nikon aanbevolen om te controleren of er stof op het filter voor de sensor ligt. 1. Zet de camera uit en sluit deze aan op de adapter. 2. Verwijder de lens en zet de camera aan. 3. Druk op de knop Menu en duw de multi-selector omhoog of omlaag om het menu voor persoonlijke instellingen (CSM) te selecteren. 4. Nadat u de multi-selector naar rechts hebt geduwd om het menu met persoonlijke instellingen weer te geven, duwt u de multi-selector omhoog of omlaag om persoonlijke instelling 8 te kiezen voor de D1-serie of Mirror Lock-up in het menu Setup van de D70/D2H/D100. Vervolgens duwt u de multi-selector naar rechts om de opties in dit menu weer te geven. 5. Markeer CCD cleaning. De spiegel wordt opgeklapt in de reinigingsstand en het sluitergordijn wordt geopend, zodat het laagdoorlaatfilter zichtbaar wordt.

De beeldsensor schoonmaken

Deze vlekken worden veroorzaakt door stof of vuil dat zich op het laagdoorlaatfilter van de camera heeft gehecht. Dit filter bedekt en beschermt de beeldsensor van de camera. Digitale SLR-camera’s zijn ontworpen voor gebruik met verwisselbare objectieven. Er kan dus vuil of stof in de camera terecht komen wanneer objectieven worden verwijderd of verwisseld.

85


Cameragebruik

6. Houd de camera zo vast dat het licht op het laagdoorlaatfilter valt. Zo kunt u het filter controleren op vuil of stof (figuur 3.4). Als het filter vuil is, dient u dit te reinigen zoals hieronder wordt beschreven. Als zich geen vuil op het filter bevindt, geeft u het submenu Mirror Lock weer, zoals wordt beschreven in de stappen 3 en 4 en selecteert u de optie Off. De spiegel wordt weer omlaag geklapt en het sluitergordijn wordt gesloten.

86

Figuur 3.10: Houd de camera zo vast dat u het filter boven de beeldsensor kunt controleren

Een methode om de beeldsensor te controleren en die u met alle digitale camera’s kunt uitvoeren is de volgende: 1. Kies een klein diafragma, zodat de scherptediepte zo groot mogelijk is. Pas de sluitertijd daarbij aan. 2. Maak een opname van een stuk wit papier of richt de camera op een egale witte wolkenlucht en neem een of meer foto’s. 3. Breng de opname over op de computer en open deze in het beeldbewerkingsprogramma, bijvoorbeeld Adobe Photoshop. 4. Vergroot het beeld en bekijk het hele beeldoppervlak. Als er stofjes op de beeldsensor zitten, worden deze nu zichtbaar.


Het filter voor de beeldsensor reinigen

TIP

1. Klap de spiegel omhoog zoals wordt beschreven in de eerste vijf stappen hierboven. 2. Kijk of de sensor schoon is (zie figuur 3.10). 3. Verwijder stof en vuil van het filter met een blaasbalgje of gebruik een sensor swab (zie figuur 3.11). 4. Het gebruik van een blaaskwastje wordt afgeraden, aangezien de haartjes het filter kunnen beschadigen. Als u een spuitbus met gecomprimeerde lucht gebruikt, let er dan goed op dat u de bus rechtop houdt om te voorkomen dat vloeistof/drijfgas op de CCD/beeldsensor valt. 5. Geef het submenu Mirror Lock weer, zoals hierboven wordt beschreven in de stappen 3 en 4, en selecteer de optie Off. De spiegel wordt weer omlaag geklapt en het sluitergordijn wordt gesloten. 6. Zet de camera uit, plaats de dop van de lens of de behuizing terug en verwijder de lichtnetadapter. De sensor swab is een stokje met een stukje stof dat niet pluist. Hiermee mag u slechts eenmaal over de sensor vegen om hardnekkige stofdeeltje te verwijderen die er anders niet afwillen. Als u tweemaal veegt met hetzelfde stokje, loopt u het risico dat u een krasje op het filter maakt.

Het gebruik van reinigingsvloeistof Er zijn verschillende soorten reinigingsproducten voor CCD’s verkrijgbaar, bestaande uit een reinigingsvloeistof en CCD-doekjes. Het is mogelijk dat deze vloeistoffen gebruikt kunnen worden, maar zoals hierboven al is vermeld, is het laagdoorlaatfilter uitermate breekbaar en kan het gemakkelijk beschadigd raken. Het optic cleaning system van Eclipse bestaat uit een reinigingsvloeistof en een zogenoemde sensor swab. Hiermee verwijdert u het vuil dat niet kan worden verwijderd met een blaasbalgje. 1. 2. 3. 4. 5.

Zet de camera in de M-stand en stel de belichtingstijd in op 30 seconden. Zorg dat uw reinigingsmiddelen klaar liggen. Als u nu afdrukt, klapt de spiegel omhoog en kunt u de sensor zien liggen. Veeg voorzichtig de sensor schoon binnen het ingestelde aantal seconden. Zorg dat u ruimschoots klaar bent voordat de spiegel weer naar beneden klapt aan het einde van de belichtingstijd.

De beeldsensor schoonmaken

Het laagdoorlaatfilter is uitermate breekbaar en kan gemakkelijk beschadigd raken. Daarom wordt ten zeerste aanbevolen het filter te laten reinigen door een door Nikon erkende technische dienst. De volgende stappen worden gegeven voor gebruikers die het filter, ondanks deze waarschuwing, toch zelf willen reinigen.

87


Cameragebruik 88

OPMERKING

Figuur 3.11: Stof verwijderen met een sensor swab

De auteur noch de uitgever accepteert enige verantwoordelijkheid bij het uitvoeren van deze manier om de beeldsensor schoon te maken.

OPMERKING

3.4 Lichtingmeting en scherpte Het maken van een goede foto staat of valt bij de juiste lichtmeting en belichting van het onderwerp. De meeste camera’s zijn voorzien van een automatische instelling voor de belichting. Hiermee kunt u zich volledig op het onderDe keuze van de lichtmeting in digitale spiegelreflexcamera’s is meestal uitgewerp richten. Toch is het zaak om breid. Zo kunt u kiezen voor intergraal, de lichtmeting goed in de gaten te spot- en matrixmeting. Na het maken houden. Er zijn een aantal methovan de opname kunt u op het LCDdes van lichtmeting. In de volgende scherm het resultaat controleren. Het leek ons toch zinvol om de verschilparagraaf leggen we de manieren lende methoden van lichtmeting hier van werken uit, die de verschillende kort te bespreken. methoden met zich meebrengen. Interessant is het artikel van fotograaf Wim van Velzen over dit onderwerp (www.fotografiewimvanvelzen.nl).


De opvallendlichtmeting is de zuiverste lichtmeting, omdat u de hoeveelheid licht die op een onderwerp valt meet. U gebruikt hiervoor de belichtingsmeter in de camera. Om een zuivere meting te krijgen voor het gemiddelde licht kunt u gebruik maken van een grijskaart waarop u de camera richt. Een grijskaart is een stevig kartonnen kaart met een neutraal grijze kleur. Deze kaart heeft precies hetzelfde reflecterend vermogen als het gemiddelde onderwerp waar de belichtingsmeter van de camera ook op geijkt is, namelijk 18% grijs. U plaatst de kaart in hetzelfde licht als het onderwerp, en richt de camera op de kaart. Vervolgens meet u de hoeveelheid licht. Veel professionele fotografen gebruiken nog steeds een losse belichtingsmeter. Hiermee is het gemakkelijk om het opvallende licht op verschillende plaatsen in het onderwerp te meten. De belichtingsmeter geeft verschillende combinaties van sluitertijd en diafragma aan. De camera stelt u vervolgens handmatig in op een van de combinaties afhankelijk van de gewenste sluitertijd of diafragma.

Figuur 3.12: Een losse belichtingsmeter voor een exacte bepaling van diafragma en sluitertijd

Lichtingmeting en scherpte

3.4.1 Opvallendlichtmeting

89


Cameragebruik

Direct licht

Figuur 3.13: Het opvallende licht meten

3.4.2 Gereflecteerd-lichtmeting

90

Licht wordt weerkaatst door het onderwerp. U meet dit licht met ingebouwde belichtingsmeter in de camera. Deze methode is heel praktisch, omdat de camera al op het onderwerp is gericht en u geen extra handelingen hoeft te verrichten. De hoeveelheid licht die wordt gemeten is afhankelijk van het onderwerp. U dient daarbij ook rekening te houden met donkere en lichte partijen in het onderwerp, zoals een zwarte of juist lichte kleding. Zwarte partijen in het beeld moeten ook zwart blijven en lichte partijen licht zonder grijs te worden. Met behulp van het LCD-scherm en de +/–-knop kunt u de belichting bijregelen. Hierbij moet u de zwarte kleding onder- en de witte kleding overbelichten. Een digitale spiegelreflexcamera kunt u meestal instellen op verschillende belichtingsmethoden. I

I

I

Spotmeting: hierbij wordt slecht een klein deel in het midden van het onderwerp gemeten. Integraalmeting: hierbij bepaalt de camera een gemiddelde belichting voor het hele onderwerp. Matrixmeting: de camera meet de lichtwaarden van een aantal vlakken, vergelijkt deze met elkaar en bepaalt dan op grond van ingebouwde software de meest waarschijnlijke belichting.


Figuur 3.14: Het gereflecteerde licht meten

3.5 Belichtingscompensatie Belichtingscompensatie wordt gebruikt om de standaard belichtingsinstelling van de camera te wijzigen. U kunt het beeld lichter (vergrote belichting) of donkerder (verminderde belichting) laten lijken; onder- of overbelichten. De belichtingscompensatie kan meestal worden ingesteld op + of – 2 stappen in verhogingen van 1/3. Vooral bij onderwerpen met veel contrast, zoals landschappen in volle zon is het raadzaam om de +/–-knop op de camera te gebruiken. Hierbij moet ermee rekening houden, dat overbelichte beeldpartijen, zoals de lucht, nauwelijks nog bijgesteld kunnen worden. Een vuistregel is dat u de lichte delen, zoals wolken, lichte kleding, sneeuw, enzovoort, twee diafragma stops moet overbelichten. Anders gezegd: als u bij een beeld op het witte deel f16 en 1/250 sec meet, dan belicht u bij f16 1/60 seconde. Overdrijven wordt echter direct afgestraft. Als u namelijk teveel overbelicht, dan zal in de witte gebieden geen kleurinformatie meer opgenomen worden en dan ontstaan er kleurloze plekken in het beeld die ook met beeldbewerkingssoftware niet meer te herstellen zijn.

3.5.1 Geautomatiseerde onderwerpstanden Veel digitale spiegelreflexcamera’s zijn uitgerust met functies voor portret, landschap, zonlicht, bewolkt, enzovoort, die al naargelang de situatie kunnen worden ingesteld. De camera gaat zijn eigen gang, maar als fotograaf weet u nooit wat voor

Belichtingscompensatie

Gereflecteerd licht

91


Cameragebruik

afweging uw camera maakt. U weet dus niet zeker of de meter ook door heeft dat u de onweerswolken als donker en dreigend wilt afbeelden! Als u bijvoorbeeld op de Nikon 70s een van de zeven Digital Vari-Program-onderwerpstanden selecteert, worden de instellingen voor witbalans, verscherping, toon (contrast), kleur, verzadiging en tint automatisch geoptimaliseerd voor het geselecteerde onderwerp, waardoor creatieve fotografie net zo eenvoudig is als aan de keuzeknop draaien.

92

Figuur 3.15: De functieknop voor het instellen van een bepaald belichtingsprogramma op de Nikon 70s

3.5.2 Controle van de belichting Nadat de opname is gemaakt, controleert u de opname met behulp van het LCDscherm. Let er daarbij wel op dat u dan net niet een leuke situatie mist die zich op dat moment voordoet. Het is belangrijk, dat u de helderheid en het contrast van het LCD-scherm juist instelt, omdat u anders kunt denken dat een opname te onder- of overbelicht.

3.6 Instellen van het LCD-scherm Het LCD-scherm op de digitale camera is een uitstekend hulpmiddel om te controleren of een opname is geslaagd. Echter net als bij de monitor van de computer moet u dit schermpje goed instellen. In het menu van de camera zijn opties voor helderheid, contrast en beeldscherpte.

3.6.1 Helderheid Raadpleeg de handleiding van uw camera en kies de optie waarmee u de helderheid van het LCD-scherm bepaalt. Meestal wordt deze in het menu LCD Brightnessgenoemd. Maak vervolgens een paar opnamen en kopieer deze naar de computer.


Instellen van het LCD-scherm

Bekijk het resultaat en let op de helderheid. Als de opname te donker is, stel dan het LCD-scherm van de camera ook donkerder. U zult kunt dan bij de controle meteen zien of de opname te donker is en een nieuwe maken met een lagere sluitertijd of een groter diafragma.

93

Figuur 3.16: Het menu om de helderheid van het LCD-scherm in te stellen

3.6.2 Contrast Elke beeldsensor gaat anders met het contrast om. Als de opnamen te ‘flauw’ zijn, dus te weinig contrast hebben, stelt u in het menu de optie Tone Comp in. De software in de camera zal bij het opslaan van het beeld automatisch het contrast iets verhogen. Deze aanpassing wordt uitgevoerd door middel van tooncurven, die de relatie tussen de toonverdeling in het oorspronkelijke beeld en die in het gecorrigeerde beeld definiëren. In het menu Tone Comp bij Nikon kunt u instellen welk type tooncurve wordt gebruikt: Auto (standaard), Normaal, Minder contrast, Meer contrast of Custum Met de laatste optie kunt u uw eigen tooncurve definiëren met de Nikon Capture 3-software en deze naar de camera downloaden.


Cameragebruik

Figuur 3.17: Het contrast in het menu Tone Comp aanpassen

3.6.3 Beeldscherpte

OPMERKING

94

Wanneer u een foto maakt, bewerkt de camera het beeld automatisch om het onderscheid tussen de lichte en donkere partijen te benadrukken, zodat de foto scherper lijkt. Met de opties in het menu Image Sharpening kunt u instellen hoeveel het beeld wordt versterkt. Bij Nikon hebt u de beschikking over de volgende opties: Auto (de camera past automatisch de verscherping aan bij het onderwerp en de andere camera-instellingen. De hoeveelheid verscherping verschilt Veel fotografen passen echter liever de scherpte aan met behulp van de van beeld tot beeld. Normaal (de plug-ins in de beeldbewerkingssoftcamera voert dezelfde standaard hoeware. Een opname kan namelijk ook veelheid verscherping uit bij alle beelsnel te scherp worden. Dit geldt den, Laag (de contouren in het beeld vooral bij het maken van portretten, waarbij een softfocus-effect vaker worden benadrukt, maar minder dan een mooier resultaat geeft dan wanbij Normaal, Hoog (de contouren neer het beeld heel scherp is. De verworden sterker benadrukt) en Geen scherping in de camera stelt u dan in (het beeld wordt niet verscherpt). op Geen (None).

3.6.4 Kleuren U kunt meestal de kleurschakering wijzigen met behulp van het menu in uw camera (Hue Adjustment). Wanneer u rood als uitgangspunt neemt en u stelt de kleurschakering hoger in dan de standaardwaarde (0º), dan creëert u een gele zweem. Kleuren die bij de normale stand rood zijn, worden steeds meer oranje naarmate u de instelling verhoogt. Stelt u de kleurschakering lager dan de normaalstand in, dan creëert u een blauwe zweem, zodat kleuren die bij normaalstand rood zijn steeds paarser worden.


Figuur 3.19: Het aanpassen van de kleur

verscherping in

met Hue Adjustment

3.7 Diafragma

Diafragma

Figuur 3.18: Stel de opties voor de beeld-

95

In een camerasysteem is het diafragma een instelbare opening die bestaat uit overlappende lamellen. De werking kunt u vergelijken met de iris van het oog. De door een lens of objectief vallende lichtbundel kan hiermee worden begrensd (diafragmeren). Het diafragma kan vlak voor, vlak achter of tussen de lenzen van een objectief zijn geplaatst. Diafragmagetallen geven de relatieve diafragmaopeningen van objectieven aan. Deze worden aangeduid als f/-waarde of f/-getal. Men verkrijgt deze getallen door de diameter ‘d’ van het diafragma te delen op de brandpuntsafstand ‘f’ van het objectief, dus f/=f/d. Men heeft de diafragmareeksen zo gekozen, dat iedere volgende diafragmawaarde steeds de dubbele respectievelijk de halve belichtingstijd van de aangrenzende waarde vereist. De meest gebruikelijke getallenreeks is de zogenoemde ‘8’ of internationale reeks: f1; 1,4; 2; 2,8; 4; 5,6; 8; 11; 16; 22; 32; 64; 90.

Figuur 3.20: Een diafragmareeks

Op objectieven vindt u altijd de waarde van de maximale opening; op zoomlenzen het maximum voor zowel groothoek- als de telebrandpuntsafstand. Deze waarde geeft de effectieve diafragma aan dat het glas in de lens mogelijk maakt voor het licht dat erdoor heen komt. Dit is het grootst mogelijke diafragma als u de lens gebruikt.


Lenzen met een groter maximum diafragma, bijvoorbeeld f/2 heten ‘snel’. Zij laten meer licht toe tot de sensor en u kunt daarom een kortere sluitertijd gebruiken.

Cameragebruik

3.8 Scherpstellen

96

Welke camera u ook gebruikt, u zult moeten scherpstellen. De meeste objectieven zijn tegenwoordig ‘autofocus’. Door de elektronica wordt de scherpstelling vanuit de camera geregeld met behulp van een infrarood signaal. Nauwkeurig scherpstellen op het beeldelement dat u scherp wilt hebben, is daarmee soms lastig. Vooral bij een lage belichting en onderwerpen met weinig contrast wil het nog wel eens mis gaan. Bij een groot aantal camera’s vindt u tegenwoordig een aantal meetvelden in het autofocussysteem. Deze kunnen zelfs in groepen worden verdeeld. Om tussen de meetveldgroepen te wisselen, drukt u op de keuzeknop achterop de camera. Bij snelle acties, waarbij het onderwerp snel in het kader van plaats wisselt, zijn deze meetvelden soms lastig. De automaat stelt dan net op het verkeerde deel van het onderwerp scherp. U kunt dan beter overschakelen op de handmatige instelling. Een goed matglas in de spiegelreflexcamera is handig. Het bevat microprisma’s en de deelbeeldwig. Deze zit in het midden, zodat u al snel geneigd bent om in het midden van het beeld scherp te stellen. De goede volgorde van scherpstellen is dan ook: 1. Kies waarop u scherp wilt stellen. 2. Stel op dat punt scherp. 3. Bepaal de compositie. Bij veel camera’s drukt u de ontspanknop na het scherpstellen half in, vervolgens kunt u kaderen en afdrukken. De meeste spiegelreflexcamera’s beschikken over een scherptediepteknop waarmee het scherptebereik van het ingestelde diafragma kunt beoordelen. Het diafragma in de lens wordt ingesteld op het huidige diafragma zodat u de scherptediepte (bereik van de aanvaardbare focus) in de zoeker kunt controleren.


Fotoreeks 97

Figuur 3.21: De knop waarmee de scherptediepte kan worden gecontroleerd

3.9 Fotoreeks Bij reeksopnamen met automatische belichting (ook wel: belichtingsbracketing of Auto Bracketing) wijzigt de camera het belichtingsniveau automatisch met + of – 2 stappen in verhogingen van 1/2 voor drie opeenvolgende opnamen. Naast belichtingsbracketing zijn er nog twee soorten bracketing: flitsbracketing en witbalansbracketing. Een automatische reeksopname is een goede manier om verzekerd te zijn van een goede belichting bij moeilijke lichtomstandigheden. De camera neemt dan een serie van 2 tot 5 opnamen, waarbij de belichting gevarieerd wordt met 1/3 tot 2 stops onder en boven de gemeten waarde. U hoeft alleen maar een reeksopname te maken, als de lichtmeting misleid kan worden door overheersende lichte of donkere onderwerpen in de compositie of wanneer het dynamisch bereik van de camera ontoereikend is. Een goed voorbeeld voor het maken van een reeksopname is een


nachtfoto van een gebouw verlicht door spotlichten. Deze situatie heeft een hoog contrastverschil.

Cameragebruik

Neem een paar foto’s die onder- of overbelicht zijn ten opzichte van de voorgestelde belichting en kies daaruit de beste foto. Is uw camera niet in staat om automatisch een reeksopname te maken, dan kunt u dit ook handmatig doen door zelf de sluitertijd of het diafragma een halve of hele stop te verhogen of te verlagen. Drie tot vijf foto’s leveren meestal wel een goed belichte foto op. Ook is het nu mogelijk om de foto’s in de digitale doka te combineren tot de meest optimale belichting.

98

Figuur 3.22: Een reeks opnamen met Auto Bracketing gemaakt


3.10 Belichtingswaarde (Exposure value) De belichtingswaarde (Exposure value) heeft betrekking op de hoeveelheid licht bij een gegeven belichting en wordt uitgedrukt in een enkel getal. Hieruit wordt bij een bepaalde ISO-waarde van de beeldsensor de juiste combinatie berekend van sluitertijd en diafragma. Uitgangspunt – EV 0 – is een sluitertijd van 1 seconde bij f/1. Zo resulteert EV 13 bij ISO 100 in een combinatie van 1/125e en f/8 of 1/60e en f/11. Elke combinatie van sluitertijd en diafragma bij een bepaalde EV zorgt voor een juiste belichting, maar beïnvloedt wel de scherptediepte en de kans op bewegingsonscherpte. Een 1 stop langere sluitertijd bij een 1 stop kleinere diafragmaopening, laat de belichting ongewijzigd, maar levert een grotere scherptediepte en meer kans op bewegingsonscherpte. De meeste digitale camera’s berekenen op basis van de belichtingswaarde automatisch de meest geschikte combinatie van sluitertijd en diafragma. Met de optie belichtingscompensatie kunt u in bepaalde situaties onder- of overbelichten. Bij meer professionele digitale camera’s kunt u de belichting ook handmatig instellen.

Sluiter- Diafragmawaarde tijd 1.0 1.4 2.0 2.8 4.0 5.6 8.0 11

16

22

32

45

64

1 2 4 8 15 30 60 125 250 500 1000 2000 4000

8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20

9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21

10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22

11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23

12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13

2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14

3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15

4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16

5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17

6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18

7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19

Tabel 3.1: Belichtingstabel: Het verband tussen sluitertijd en diafragmawaarde

Belichtingswaarde (Exposure value)

OPMERKING

Als de opnamestand is ingesteld op continu, dan zullen de drie reeksopnamen achter elkaar worden opgenomen, waarna de opname stopt. Als de opnamestand staat ingesteld op enkele opname, moet u de ontspanknop driemaal indrukken. Als de zelfontspanner/afstandsbediening is ingesteld, zullen de drie reeksopnamen continue worden opgenomen. De reeks opnamen met automatische belichting kan ook worden gecombineerd met belichtingscompensatie.

99


3.11 ISO-waarde De term ISO-waarde stamt uit de tijd van de filmcamera’s. Om een beeld te vormen op een stukje film of een sensor van een digitale camera is een bepaalde hoeveelheid licht nodig. Om aan te geven hoe de lichtgevoeligheid van de film of sensor is, zijn er standaarden nodig. Vroeger waren dat DIN en ASA, tegenwoordig wordt de standaard ISO gebruikt. De ISO-waarde is overigens gelijk aan de ASAwaarde.

Cameragebruik

Films zijn er vanaf 25 ISO (lichtongevoelig met een hele fijne korrelstructuur) tot meer dat 800 ISO. Iedere verdubbeling van de ISO-waarde betekent een verdubbeling van de gevoeligheid. Bij digitale camera’s wordt geen gebruikgemaakt van film, maar wordt het beeld vastgelegd met behulp van de beeldsensor (zie hoofdstuk 1). De gevoeligheid werkt eigenlijk op dezelfde manier, door het signaal van de sensor meer te versterken kan een beeld met minder licht toch goed worden vastgelegd.

TIP

100

Op de digitale camera kan de gewenste gevoeligheid vaak handmatig ingesteld worden. In sommige gevallen wordt de gevoeligheid binnen bepaalde grenzen automatisch door de camera gekozen. Bij minder licht kiest de camera Een hogere gevoeligheid levert echter vaak extra ruis in het beeld op (zie de in dat geval automatisch een vier foto’s in afbeelding 3.23). Bij film is hogere gevoeligheid (hogere ISOdit effect terug te zien in een korrelige waarde). Met deze hogere ISOstructuur van het beeld, bij digitale waarde is het vaak mogelijk om beelden als ruis (vaak als puntjes met verschillende kleuren). In hoofdstuk 6 in donkere situaties nog goed te leggen we hoe u ruis in een opname kunt fotograferen.

OPMERKING

vervagen.

Moderne digitale spiegelreflexcamera’s kunnen zelfs tot een gevoeligheid van 3200 ISO gaan. Uiteraard wordt de kwaliteit van het beeld er boven een bepaalde ISO-waarde (afhankelijk van de camera) niet beter op, maar deze hogere ISO-waarde biedt u in een donkerdere omgeving in ieder geval de keuze tussen een foto met wat ruis of helemaal geen foto.


b

c

d Beeldruis

a

101

Figuur 3.23: Vier foto’s die met ISO-waarden 64, 200, 400 en 800 zijn gemaakt

3.12 Beeldruis Het is duidelijk dat grotere pixels meer licht weten te vangen, waardoor de informatiedichtheid – en daarmee de beeldkwaliteit – toeneemt. Het betekent echter ook dat de drempelwaarde waarbij een pixel actief wordt lager komt te liggen zodat deze al bij minder licht een beeldpunt oplevert. Beeldruis ontstaat onder andere doordat een pixel onder zijn drempelwaarde zwart blijft. Verder is zo’n matrix een complexe elektronische schakeling die warmte en daarmee ook weer ruis produceert. In figuur 3.24 ziet u een voorbeeld. In de normale weergave valt de ruis nog niet zo erg op. Gaat u echter uitvergroten, dan verschijnt in de donkere partijen meer ruis. Beeldruis tast de definitie van de afbeelding aan – levert daarmee dus minder scherpte op – en geeft het een smoezelig aanzien. Het beperkt zodoende ook de effectieve gevoeligheid van de camera. Door de grotere matrix nu zijn digitale reflexcamera’s op een veel hogere gevoeligheid in te stellen, meestal tot zo’n 1600 ISO, tegenover een compactcamera op hoogstens 400 ISO. Tegelijk zal zowel de kleurkwaliteit als de dynamische omvang aanmerkelijk beter zijn.


Cameragebruik 102

Figuur 3.24a/b: Beeldruis in de donkere partij van een afbeelding


De beeldsensoren van ongeveer 40 x 50 mm en 22 megapixel worden in (gekoelde) achterwanden gebouwd en gebruikt met middenformaat camera’s. In de professionele sfeer zijn hier prachtige resultaten te bereiken met korte sluitertijden en zeer lage beeldruis. Scannende achterwanden van 72 x 96 mm worden gebruikt in technische camera’s en zijn in staat tot de beste fotografische beelden buiten het gebruik van film. Nadeel is dat de opname enige tijd kost en bewegende onderwerpen zijn dus grotendeels uitgesloten. Deze systemen worden gebruikt in professionele studio’s voor productfotografie.

3.13 Flitscompensatie Bij het gebruik van de ingebouwde of externe flitser is het op sommige digitale spiegelreflexcamera’s mogelijk om de intensiteit van het flitslicht aan te passen. Als u bijvoorbeeld een donkerobject als onderwerp hebt, dan kunt u met de +-knop de flitser meer licht laten geven. Bij het flitsen op een licht onderwerp kunt de knop juist naar – draaien om overbelichting te voorkomen. Op andere camera’s kunt u in het menu van de camera de flits instellen op ‘high’ voor veel licht, ‘normal’ voor gewone belichting of ‘low’ voor minder licht.

Flitscompensatie

Beeldruis ontstaat het meest in beeldsensoren van rond de 5 tot 10 mm (langste zijde). Deze worden in compact digitale camera’s gebruikt en kunnen vele megapixels bevatten. Deze kleine afmetingen maken het mogelijk de camera zeer klein te bouwen. Deze oplossing heeft als nadeel dat er beeldruis ontstaat. Dit komt, omdat elke pixel maar een lage lichtstroom krijgt en dus er flink versterkt moet worden. Dit is een voorbeeld waarbij meer pixels op de chip ook meer beeldruis betekent. Het beeld hoeft dus niet beter te worden, vooral als de chip niet groter gemaakt wordt. Een chip van rond de 23 mm (langste zijde) wordt meestal in digitale spiegelreflexcamera’s gebruikt en is in staat tot beelden met zeer lage beeldruis tot ongeveer 400 ISO, daarboven is beeldruis ook vaak storend te noemen. Beeldsensoren van 24 x 36 mm, dus net zo groot als kleinbeeld, worden in (nog) zeer dure digitale spiegelreflexcamera’s gebruikt, zoals de Canon 1Ds Mark II. Deze zijn in staat om kleinbeeldfilm te verslaan in resolutie. Daarvoor is dan minimaal 15 megapixel nodig. Met name de beeldruis is hierbij zo laag, dat egale vlakken, zoals de lucht, beter weergegeven worden dan met een (gescande) diafilm. Natuurlijk is daar ook het voordeel van directe controle van het resultaat en korte bewerkingstijden, wat met name voor fotojournalisten een belangrijk voordeel oplevert.

103


Cameragebruik

Figuur 3.25: De flitscompensatie instellen 104

3.14 Afstandsbediening Een aantal camera’s beschikt over een infrarood-afstandsbediening waarmee een aantal basisfuncties bediend kunnen worden, zoals zoom en (uiteraard) afdrukken. Heel handig als u bijvoorbeeld ’s avonds of ’s nachts een opname wilt maken met een lange belichtingstijd. U zet dan de camera op het statief en kunt afdrukken zonder het toestel aan te raken. Voor de zogenaamde ‘vliegerfotografen’, waarbij de camera onder aan een vlieger wordt gehangen en opgelaten, is dit een handig hulpmiddel om de camera op afstand een foto te laten maken. Het bereik van de afstandsbediening is dan natuurlijk belangrijk. Daarnaast is er de ‘remote control-software’ beschikbaar om de camera vanaf de computer volledig te bedienen. De opnamen worden daarbij direct op de harde schijf opgeslagen. Vooral in een studio-omgeving is dit handig, omdat de foto’s dan direct via het beeldscherm kunnen worden bekeken.

3.15 Gedragsregels voor fotografen Aan het eind van dit hoofdstuk drukken we nog een aantal berichten af over praktisch cameragebruik en de rechtsgevolgen die dat kan hebben. Een gewaarschuwd mens telt voor twee!


Een Amsterdammer, die dacht mooie meisjes op

gaan om op het strand leuke beelden van

het strand van Zandvoort te kunnen filmen,

schaars geklede dames te maken.

kwam van een koude kermis thuis. Agenten

(Dan kijkt de Zandvoortse politie blijkbaar nooit

betrapten hem na klachten van strandgangers.

op internet, waar weblogs vol staan met strand-

Mensen bespieden is strafbaar in Algemene

foto’s. Die hippe digitale camera’s worden

Plaatselijke Verordening in Zandvoort. Dus ook

immers niet voor niets gekocht en meegenomen

zomaar meisjes en vrouwen filmen en fotografe-

naar het strand. Overigens is fotograferen aan

ren. De Amsterdammer gaf toe dat hij jonge

het strand met een digitale spiegelreflexcamera

dames had gefilmd. De politie nam zijn camera en

sowieso af te raden, anders moet je drie keer

zijn opnamen in beslag. Hij kreeg ook een pro-

per dag naar Haarlem of Hoofddorp (waar de

ces-verbaal. Volgens de politie komt het niet

importeurs zitten) om het zand van de sensor te

vaak voor dat mannen met de camera op pad

laten blazen. Bron: ANP.)

Gedragsregels voor fotografen

Filmen en fotograferen in Zandvoort kent grenzen

105

Figuur 3.26: Jonge vrouwen op het strand in Zuid-Spanje


juridische stappen

Katja Schuurman wint kort geding

rekenen.

Cameragebruik

Bron: ANP.

De internetzoekmachine iLocal uit Assen heeft

tot het kort geding was een paginagrote

in haar reclamecampagne inbreuk gemaakt op

advertentie in De Telegraaf van 17 mei 2005

de portretrechten van actrice Katja Schuurman.

waarin een foto stond van een nep-Katja die

Ook heeft iLocal de consument misleid door op

reclame maakte voor iLocal. (Dus zelfs met een

onjuiste en ongeoorloofde wijze een vergelij-

foto waar Katja níet op staat, kan je inbreuk

king te maken met de Gouden Gids. Aanleiding

maken op haar portretrechten. Bron: ANP).

Claudia Schiffer wint rechtszaak woensdag, juni 22, 2005 Claudia Schiffer heeft in de strijd tegen paparazzi nu ook gelijk gekregen van het hoogste Duitse gerechtshof. Dat bevestigde het vonnis van een lagere rechter dat de publicatie van foto’s van het model met haar zoontje Caspar een inbreuk vormde op haar recht op privacy. De opgelegde

106

boetes bedroegen in totaal

250.000. Bron: DPA via Villamedia.

Rijksvoorlichtingsdienst vaardigt gedragscode uit De Rijksvoorlichtingsdienst heeft dinsdag een

baar op beeldmateriaal) en de privacy van der-

code

den (vrienden en kennissen niet herkenbaar in

het

licht

doen

zien

waaraan

(foto)journalisten zich moeten houden die

beeld).

belast zijn met de verslaggeving over het

Journalisten die zich aan de code houden, wor-

Koninklijk Huis. De leden van het Huis moeten

den uitgenodigd voor ‘persmomenten’ (bijvoor-

in hun privé-leven met rust worden gelaten,

beeld een fotosessie op vakantie) en krijgen

tenzij anders is afgesproken. Bij publicatie

informatie via de RVD. Degenen die de code aan

moet ook rekening worden gehouden worden

hun laars lappen, kan toegang tot koninklijke

met de veiligheid van de leden van het Konink-

evenementen en tot de leden van het Huis zelf

lijk Huis (zo mogen autokentekens niet lees-

(voorlopig) wel vergeten. Ze kunnen zelfs op

Update: De NVJ maakt ernstig bezwaar tegen de Mediacode Koninklijk Huis, die de vrijheid van meningsuiting in de weg staat. Journalisten en cameramensen mogen volgens de code geen opnamen maken van leden van het Koninklijk Huis als die niet officieel in functie zijn. Wie de code schendt, kan worden uitgesloten van accreditatie. De NVJ vindt weliswaar dat de privacy van leden van het Koninklijk Huis moet worden gerespecteerd, maar stelt dat journalisten een eigen verantwoordelijkheid hebben. De NVJ verwerpt een systematiek van maatregelen voor journalisten, die de samenleving moeten kunnen informeren over personen die een specifieke rol voor die samenleving hebben.


Tot besluit 107

Figuur 3.27: Hare Majesteit Koningin Beatrix op 12 mei 2005 in Delfzijl

3.16 Tot besluit In dit hoofdstuk hebben we de belangrijkste eigenschappen, onderdelen en functies van de digitale spiegelreflexcamera behandeld. Bij het gebruik van de digitale camera komen steeds deze aspecten om de hoek kijken. Mocht u nog geen digitale camera hebben gekocht, neemt u dan deze informatie mee in uw overweging.


108


4 Soorten fotografie In dit hoofdstuk behandelen we een aantal verschillende soorten fotografie. De fotografen vertellen zelf in welke tak van de fotografie ze zijn gespecialiseerd en welke invloed de digitale fotografie op hun werkt heeft. Aan de hand van praktische voorbeelden kunt u zelf bepalen of u wilt experimenteren met deze vorm van fotografie.

4.1 Landschapsfotografie – Herbert van Hoogdalem, Groningen Herbert van Hoogdalem (1946) won in 2004 de fotowedstrijd ‘Groninger stemmingen’ van het Dagblad van het Noorden. Hij maakt veel reizen door heel de wereld, maar het mooiste vindt hij het land in Noordoost Groningen of het Oldambt. De Graanrepubliek is een fototentoonstelling die hij eind 2004 in de Oude Tramremise in Nieuweschans heeft gehouden. Er zijn hier geen bomen en bossen of andere objecten die het landschap verstoren. Een schilder kan dingen weglaten; een fotograaf alleen met behulp van digitale technieken. Herbert is een purist. Het negatief moet goed zijn. ‘Voordat ik een foto maak, ga ik eerst op verkenning uit en bepaal het juiste camerastandpunt, kies dan het juiste objectief en zoek naar de derde dimensie.Dat kan een prachtige lucht zijn of juist een onweersbui, sneeuw, hagel. Een foto moet iets hebben dat afwijkt van het gewone. Vervolgens is het wachten op de juiste omstandigheden. Ik ga vaak naar hetzelfde gebied en kom soms ook wel thuis zonder een opname te hebben gemaakt. Het licht is dan niet goed of er ontbreekt gewoon iets. Op sommige plekken ben ik wel 30 keer geweest voordat de juiste foto die alles heeft, is gemaakt.

109


Soorten fotografie 110

Figuur 4.1: Een foto uit de serie ‘Graanrepubliek’ (© Herbert van Hoogdalem)

‘Als weerman Jopke (Jaap) Nienhuis slecht weer voorspelt en waarschuwt juist thuis te blijven pak ik mijn fototas in. Ik sleep heel wat materiaal mee. Een Hasselblad 503CW met zes objectieven: 40, 80, 110, 150, 180 en 250 mm (www. hasselblad.se). Verder converters, verlopend grijsfilter, polarisatiefilter, compendium, enzovoort. Op de locatie kies ik de lenzen en de rest van de spullen uit en sleep deze soms kilometers ver het land in om daar de foto te maken die ik in gedachten heb. Meestal is het met noordwest en noordoosten wind helder weer.


Landschapsfotografie – Herbert van Hoogdalem 111

Figuur 4.2: Winter in avondlicht (© Herbert van Hoogdalem)

De poollucht bevat weinig luchtverontreiniging en dan steekt het landschap schitterend af tegen soms diepblauwe luchten. Ik gebruik een polarisatiefilter om de kleuren nog meer uit te diepen. Soms kom ik op mijn reizen ook toevallig mooie landschappen tegen. Van Jaap Nienhuis krijg ik ook tips over plekken waar het mooi is’. ‘Deze foto werd in januari 2004 gemaakt rond half vijf ’s middags. Op de Hasselblad zat nu een 40 mm objectief. Het was die dag prachtig weer. Eigenlijk de enige dag met sneeuw. Ik heb enkele afspraken op het werk verschoven en ben de hele dag buiten geweest. Vier rollen van 24 opnamen elk volgeschoten oostelijk van Delfzijl.’ De nabewerking van negatieven laat Herbert aan een vakman over. Zijn werk laat het niet toe om uren met beeldbewerking bezig te zijn. De 6 x 6-negatieven worden gescand en soms worden de heldere lichten iets doorgedrukt. ‘Het voordeel van


digitale beeldbewerking is dat je dit heel plaatselijk kunt doen. In de analoge bewerking is deze detaillering niet mogelijk.’ De presentatie van foto’s vindt Herbert heel belangrijk. Meestal snijdt hij zelf de passe-partout. Eerst een zwarte en vervolgens een witte die een centimeter vanaf de fotorand terugwijkt. Het liefst gebruikt hij 70 x 60 cm-lijsten bij foto’s die in het formaat 40 x 40 cm zijn afgedrukt. Als lijst gebruikt hij zwart aluminium. Dit is een standaardformaat. Soms ook Barth-lijsten als het heel goed moet zijn.

Soorten fotografie

4.1.1 Lichtzone Herbert is aangesloten bij een groep fotografen die zijn verenigd in ‘Fotogalerie Lichtzone’ (www.lichtzone.nl). Deze groep Groningse fotografen beheert een eigen fotogalerie in de binnenstad van Groningen. Elke maand is er een andere expositie; of van een van de 16 aangesloten fotografen of van een buitenstaander. ‘Fotografen kunnen ook tegen een vergoeding exposeren. Het werk wordt eerst beoordeeld, want we willen wel kwaliteit zien.’

112

Figuur 4.3 Brug over het Van Starkenborgkanaal (© Herbert van Hoogdalem)


Over figuur 4.3: ‘Deze foto kun je maar een paar dagen per jaar maken en dan moet het weer goed meewerken. Hij is genomen met een Hasselblad met 250 mm objectief (met twee keer converter) in augustus 2004. Er is een grijs verloopfilter gebruikt om evenwicht in het contrast tussen hemel en water te krijgen.’

Landschapsfotografie – Herbert van Hoogdalem

Lichtzone zorgt voor de nodige publiciteit en ‘exposure’ in de fotobladen. De galerie is van woensdag tot en met zondag open. De leden zorgen bij toerbeurt voor de bemensing.

113

Figuur 4.4: Boom in de sneeuw (© Herbert van Hoogdalem)


Soorten fotografie 114

OPMERKING

Figuur 4.5: Vogelverschrikker in de sneeuw (Š Herbert van Hoogdalem)

Figuur 4.6 zijn twee high-key-opnamen. De foto’s zijn monochroom van kleur. De vogelverschrikker geeft een interessant vervreemdingseffect. De boom lijkt stijf bevroren en zo met de wind het landschap uit te waaien.


Landschapsfotografie – Herbert van Hoogdalem 115

Figuur 4.6a/b: Molen Goliath (© Herbert van Hoogdalem)

Een mooi voorbeeld van een landschap dat op verschillende momenten heel anders kan zijn. De foto in de mist is in de namiddag gemaakt, de andere ’s ochtends, een dag later.


4.1.2 Grijsfilters Grijsfilters (Neutral Density) horen bij de standaarduitrusting van de landschapsfotograaf. De filters egaliseren het belichtingsverschil. De grijsgradatie van het filter heft het verschil op. Afhankelijk van de lichtsituatie wordt een grijsfilter gekozen: Neutral Density (ND) 2 bij twee stops verschil tussen de voorgrond en de lucht, ND 4 bij vier stops verschil en ND 8 bij acht stops verschil. De filters worden schoongehouden met lensvloeistof.

Soorten fotografie

4.1.3 Cokin Cromofilters

116

Volgens de traditionele regels van de compositie van een landschap beslaat de hemel 3/5de van de hoogte boven de lijn van een reĂŤle of denkbeeldige horizon. Op een foto uit dit zich in belangrijke verschillen tussen de helderheid van de lucht en de rest van het beeld. Door deze verschillen te verminderen herstellen de cromofilters van het merk Cokin het evenwicht tussen de lichtsterkte van het bovenste en het onderste deel van het beeld (www.cokin.com). Ze maken een einde aan fletse luchten en onderbelichte landschappen.

Figuur 4.7: De filterhouder waarin de filters worden geplaatst


Landschapsfotografie – Herbert van Hoogdalem 117

Figuur 4.8: Enkele opnamen die met de chromofilters van Cokin zijn gemaakt

Omdat de lucht en de wolken veranderlijk en grillig zijn, nodigen de Cokin Cromofilters u uit ze te imiteren volgens uw eigen opvatting over kleuren. Van elementen van secundair belang krijgen ze een hoofdrol in de dialoog met het landschap. De Cokin Cromofilters zijn in hoogte verstelbaar. Het gekleurde gedeelte beslaat minder dan de helft van het filter. Dit gaat via een overgangszone geleidelijk over in transparant. U gebruikt een dergelijk filter op de volgende manier:


1. Houd de overgangszone van het filter in de zoeker van de camera voortdurend in het oog. Plaats deze bij voorkeur hoog op de grens tussen landschap en lucht, zodat de kleur van het filter niet op het landschap komt. 2. Kies een gemiddelde diafragmaopening: door sterk te diafragmeren wordt de overgangszone afgezwakt, vooral bij groothoeklenzen. 3. Als u een autofocusobjectief hebt, houdt de Cokin-filterhouder dan met de linkerhand vast om te voorkomen dat het filter tijdens het scherpstellen om zijn as draait.

Soorten fotografie

4.2 Scannen

118

Veel analoge fotografen zoals Herbert van Hoogdalem werken met het middenformaat negatief. Zij zien geen enkele reden om over te stappen op digitaal, want de kwaliteit van de Carl Zeiss-objectieven op de Hasselblad zijn ongeëvenaard. De beelden kunnen op twee manieren gedigitaliseerd worden:

4.2.1 Afdruk scannen De foto dient als tussenproduct en wordt met behulp van de vlakbedscanner in bijvoorbeeld op 300 dpi gescand. Vervolgens kan het beeld digitaal worden bewerkt. Hierbij moet u wel de wijze woorden van een drukker in gedachten houden: ‘Wat er niet is, kun je er ook niet meer inbrengen.’ Met andere woorden: een afdruk kunt u lang zo goed niet bewerken als een beeld dat digitaal is opgenomen. Helderheid, contrastomvang zijn veel minder beïnvloedbaar geworden en dat heeft zo zijn beperkingen. Vandaar dat Van Hoogdalem ervoor zorgt dat het analoge beeld zo goed mogelijk vastgelegd wordt. Hij gebruikt daarvoor alle mogelijke hulpmiddelen om digitaal zo weinig mogelijk te hoeven doen. Voor het scannen van een opzicht of fotoafdruk die u in drukwerk wilt gaan gebruiken, moet het beeld op ten minste 300 dpi worden gescand. Meer dpi’s is meestal niet nodig. Grafisch ontwerpers vinden die grote beeldbestanden meestal maar lastig om mee te werken. Een scan van een 15 x 15 cm kleurenfoto levert een digitaal bestand van ongeveer 4 Mb. 1. Zorg ervoor een dat de foto stofvrij is en dat de glasplaat van de scanner ook stofen vlekvrij is. 2. Leg de afbeelding op de glasplaat en zorg dat de foto bij het sluiten van het deksel recht blijft liggen. De foto is glad en de glasplaat ook. U kunt de foto ook verzwaren met een boek. Let er wel op dat het voorwerp de hele foto bedekt. 3. Vanuit Adobe Photoshop kiest u in het menu Bestand de optie Importeren en vervolgens wijst u de scanner aan. Als de scanner niet in de lijst voorkomt, dan moet u de scanner eerst aanzetten voordat u Adobe Photoshop opstart.


Scannen

4. Het programma bij de scanner start en u kunt gaan scannen als de lamp in de scanner is opgewarmd. 5. Eerst maakt u een voorbeeld om te controleren of de foto wel recht ligt. Tevens stelt u het kader in rond de foto of een deel ervan. 6. Stel het aantal dpi’s in de software van de scanner in en en start de scan. 7. U kunt nu de gedigitaliseerde foto opslaan en eventueel bewerken met het beeldbewerkingsprogramma.

119

Figuur 4.9: De afdruk scannen met behulp van een vlakbedscanner

4.2.2 Negatief scannen Voor het scannen van een middenformaat negatief, bijvoorbeeld 6 x 6, gebruikt u een negatiefscanner. Fabrikanten hebben verschillende oplossingen bedacht. Zo is het mogelijk om met behulp van een hulpstuk een negatief op de vlakbedscanner te scannen. Hewlett Packard heeft een dergelijke scanner. Nikon heeft de Super Coolscan 9000 ED die speciaal is afgestemd op ‘imaging professionals’. Scannen is mogelijk voor 120/220 rolfilm, kleinbeeld, 6 x 7, 6 x 9, 16 mm, elektronenmicroscoopfilm en andere formaten. U scant in 4000 dpi zuivere optische resolutie met een snelheid van ongeveer 40 seconden voor een kleinbeeldnegatief tot 185 sec. voor een 6 x 9.


Soorten fotografie

Figuur 4.10: De Super Coolscan 9000 ED

Epson heeft half mei 2005 de Perfection 4990 Photo geĂŻntroduceerd. Dit is een vlakbedfotoscanner met een resolutie van 4800 x 9600 ppi met een densiteit van 4,0 Dmax. U kunt hiermee zowel films als negatieven scannen met behulp van speciaal daarvoor ontworpen adapters van 35 mm tot 9 x 12 cm Er kunnen maximaal twintig 35 mm originelen per keer worden gescand. Een blauw led-lichtje dat meeschuift in het deksel toont hoe ver het scanproces is gevorderd. Epsons eigen scansoftware gebruikt drie niveaus (Auto, Home en Professional).

120

Figuur 4.11a/b: De Epson perfection 4990 photo scant zowel middenformaat als kleinbeelddia’s of negatieven


Fotografen die met hun vertrouwde Hasselblad digitaal willen fotograferen, kunnen daarvoor een digitale achterwand aanschaffen. De firma Imacon heeft onlangs Hasselblad overgenomen waarmee het nu eigen achterwanden kan leveren. Deze zijn in verschillende uitvoeringen leverbaar. Via www.hasselblad.se krijgt u informatie over het dealernet in Nederland. Een dealer kan u precies uitleggen welke camerahuizen geschikt zijn om in combinatie met een achterwand digitaal te fotograferen.

Digitale achterwand voor middenformaatcamera

4.3 Digitale achterwand voor middenformaatcamera

121

Figuur 4.12: Een digitale achterwand voor de Hasselblad

Hasselblad levert ook de H1 die is voorbereid op het fotograferen met een digitale achterwand. De digitale opnamen worden op een CompactFlash-kaart opgeslagen. U kunt de achterwand ook direct met een computer verbinden, wat bij studio-opnamen natuurlijk erg handig is.


Soorten fotografie 122

Figuur 4.13a/b: De Hasselblad H1 met een digitale achterwand

Uiteraard zijn er meer middenformaatcamera’s die met een digitale achterwand kunnen werken. Zo heeft Mamiya de 645AFd met een digitale achterwand (www.mamiya.nl), van 22 megapixels. De beeldsensor heeft een formaat van 41 x 56 mm waardoor de beeldhoek ten opzichte van het filmformaat 4,5 x 6 cm nauwelijks kleiner is.


Natuurfotografie – Bas Meelker 123

Figuur 4.14a/b: De Mamiya 645 AFd met de ZD digitale achterwand

4.4 Natuurfotografie – Bas Meelker, Leek Bas Meelker (1973) is de zoon van Folkert Meelker, die ooit voor het Nieuwsblad van het Noorden fotografeerde. Een jaar of zes geleden heeft hij zelf, onder aanmoediging van een vriend, het fotografievak opgepakt en is nu serieus natuurfotograaf. Klanten zijn onder andere de provincies Friesland, Groningen en Drenthe. Bas


Soorten fotografie

heeft zich voornamelijk toegelegd op natuur- en landschapsfotografie, twee specialismen die heel dicht bij elkaar liggen.

124

Figuur 4.15: Oerang oetan in de Apenheul te Apeldoorn (prijswinnende foto; Š Bas Meelker)


Natuurfotografie – Bas Meelker 125

Figuur 4.16: Giervalk in het Lauwersmeergebied (Š Bas Meelker)


Soorten fotografie 126

Figuur 4.17: Uiloogvlinder in de vlindertuin te Emmen (Š Bas Meelker)


Natuurfotografie – Bas Meelker 127

Figuur 4.18: Knobbelzwaan in het Lauwersmeergebied (© Bas Meelker)


Soorten fotografie 128

Figuur 4.19: Papegaaiduiker (Noorwegen; Š Bas Meelker)


‘Er zijn biologen die fotograferen en meer geïnteresseerd zijn in het gedrag van het dier of het fotograferen van een bepaalde soort. Er zijn fotografen die geïnteresseerd zijn in de biologie waarbij het gaat om het maken van sfeervolle opnamen.’

‘Voordat je op pad gaat, moet je je verdiepen in het onderwerp. Als je een vos wilt fotograferen, moet je weten hoe ie er uitziet, wat het leefgebied van het beest is, hoe je hem kunt vinden (volg de keutels), enzovoort. Het Lauwersmeer is voor een natuurfotograaf in het noorden interessant als vogelgebied. Hier zie bijvoorbeeld de ganzen, lepelaars, eidereenden, enzovoort. Als je deze wilt fotograferen, moet je weten dat deze er in de zomer niet zijn. Het heeft dan ook geen zin om er dan naartoe te gaan om deze vogels daar te fotograferen.’ Bas fotografeert met Canon EOS-1D Mark II, een snelle camera voor sport en natuur. Als back-up wordt de Canon EOS-10D gebruikt. Een groot arsenaal aan EF-lenzen moet zorgen voor het juiste beeld bij een gegeven afstand tot het onderwerp: 17-40 mm L f2.8 zoom voor landschapfoto’s, 70-200 mm L f2.8, 100 mm f 2.8 macro, 300 mm, 500 mm L f4.5. Met de 300 mm kunt u maar tot 1/320 sec uit de hand fotograferen. De ‘image stabilizer’ in dit Canon-objectief zorgt voor scherpe opnamen zelfs als met 1/125 seconde wordt gefotografeerd. ‘Bij natuurfoto’s gebruik je het diafragma F16 en F22 het meest voor scherpe opnamen. Er wordt in 80% van de opnamen vanaf statief gefotografeerd. Een statief moet zwaar zijn, omdat elke beweging gegarandeerd een onscherpe foto oplevert.’ Zijn statief is van het merk Gitzo met een 13/40 Wiberleyhead. Bas neemt alle apparatuur in een grote rugzak mee. Het volgende citaat van een Zweedse natuurfotograaf is interessant: ‘They always say travel light. In nature photography that’s a joke. What you bring dictates what you get. So bring it all!’ ‘Een beperkte uitrusting maakt je creatief. Je wordt dan gedwongen naar andere oplossingen te zoeken.’ Bas geeft enkele goede tips: I

Let op de tijd van de dag waarop je vertrekt. Rond zonsopkomst en -ondergang zijn goede tijden. Als wandelaars hun hond gaan uitlaten, kun je beter naar huis gaan. Eenmaal opstap, moet je goed opletten dat je onderdeel van de natuur wordt.

Natuurfotografie – Bas Meelker

Bas weet boeiend te vertellen over zijn vak. Hij geeft ook cursussen om zijn kennis aan anderen door te geven.

129


I

I

I

I I I I

Soorten fotografie

I

130

De natuur moet jou accepteren. Je loopt tegen de wind in, want anders ruiken dieren je aankomen. Je hebt respect voor de omgeving en zorgt dat je door je aanwezigheid niets in de natuur kapot maakt. Tijdens het lopen moet je een brede blik houden, naast het doel waarvoor je de natuur ingaat, is er meer. Reageer op verrassingen die zich plotseling voordoen. Je bent op het goede moment op de juiste plek. Denk eerst na, kijk dan en druk dan pas af. Bij natuurfotografie staat het toestel op diafragmavoorkeuze ingesteld voor de juiste scherptediepte voor veel kleurcontrast en een wazige achtergrond. Het onderwerp isoleren van de omgeving geeft mooie beelden. De achtergrond is vaak belangrijker dan het object zelf. Een koolmees kan iedereen fotograferen, maar tegen welke achtergrond? Daarmee staat of valt de goede foto.

Frans Lanting en Randy Rouse zijn voor Bas grote voorbeelden. Het gaat in zijn foto’s om detail: een portretfoto van een dier. Proberen de bijna menselijke trekken van een dier vast te leggen. Andere natuurfotografen, zoals de helaas te vroeg overleden Flip de Nooyer uit Havelte, nemen meer van de omgeving mee, tonen minder kleurcontrast. ‘Neem twee fotografen die in dezelfde omgeving foto’s maken. Zij kunnen naast elkaar staan en toch twee heel verschillende opnamen maken. Dat is ook het leuke van fotografie: je kunt je hele persoonlijkheid erin leggen.’ In dit verband komen we op het dynamisch bereik van de beeldsensor. De CCD ten opzichte van de CMOS. ‘Canon maakt gebruik van de CMOS. Daardoor zijn de beelden dynamischer en kun je meer beeldbewerkingen doen. De CCD levert een beeld dat vaak meer af is, waar je minder aan hoeft te doen, maar minder dynamisch is. Bas fotografeert uitsluitend in RAW. Het beeldformaat dat nog zoveel informatie bevat, dat je achteraf nog heel veel kunt veranderen, zoals de witbalans, kleurbalans, enzovoort. Met de Canon EOS-1 D Mark II kun je zelfs de kleurzweem die door opvallend licht ontstaat in de camera weghalen. Denk aan een bruidspaar op een groen grasveld. De witte bruidsjurk vertoont een groene kleurzweem. In de digitale fotografie is dat probleem veel gemakkelijker op te lossen dan in de analoge.

4.5 Werken in RAW Steeds meer fotografen werken met RAW-bestanden. Een RAW-bestand kunt u vergelijken met een negatief of een dia bij analoge fotografie. Het is met andere woorden een bestand zonder voorinstellingen en bevat de beeldinformatie die recht-


Archiveren

streeks vanaf de beeldsensor in het camerageheugen wordt opgeslagen. Het dynamisch bereik van een dergelijk bestand is erg groot. Bij analoge fotografie maakt de fotograaf een voorkeuze in het type film dat hij gaat gebruiken. Elk soort film heeft een bepaalde karakteristiek die bepalend is voor het eindresultaat van de foto. Een RAW-bestand kan achteraf zo worden bijgesteld dat allerlei karakteristieken kunnen worden bereikt. Zo kan de witbalans worden ingesteld op daglicht, kunstlicht, flits, tl, enzovoort. In de analoge fotografie is deze aanpassing onmogelijk.

131

Figuur 4.20: Een RAW-bestand bewerken met de Adobe Raw-plug-in

Welke instellingen u ook gebruikt op de camera, u kunt met een RAW-bestand nog alle kanten uit. Achteraf kunt u een RAW-bestand omzetten naar een TIFF- of JPEG-bestand al naargelang het uiteindelijke gebruiksdoel. Bij het insturen van digitaal materiaal naar bijvoorbeeld een photostock-bedrijf, beeldbank of fotowedstrijd zult u merken dat alleen RAW of TIFF als digitaal materiaal wordt geaccepteerd. Als u alleen over JPEG-materiaal beschikt, valt u meteen al buiten de boot.

4.6 Archiveren Het maken van een goed archief vraagt de nodige tijd en aandacht. Het archiveren kunt u als volgt doen:


Soorten fotografie

1. Maak eerst een jaarmap, bijvoorbeeld met IView met daarin onderverdelingen op maand of onderwerp. 2. Deze kunt u weer verdelen in RAW-, TIFF- of JPEG-mappen. Het converteren van een RAW-bestand doet u met Capture One of u gebruikt de RAW-plug inn in Adobe Photoshop. In het volgende hoofdstuk worden deze programma’s uitgebreid besproken.

132

OPMERKING

Figuur 4.21: Een RAW-bestand omzetten naar een ander bestandsformaat Een probleem is dat bijna elk merk zijn eigen RAW-variant heeft (zie hoofdstuk 5). Daarnaast zijn de bestanden groot en daardoor lastiger te archiveren. De bestandsgrootte van een 16 bits RAW uit een 8 megapixel camera is 7mb. Omgezet naar het TIFFformaat wordt dit 45 Mb (300 dpi 20/30cm). TIFF is een bestandsformaat dat platform onafhankelijk is en veel grafische bedrijven verwerken alleen TIFFbestanden.

Bas doet alles met een kleinbeeldcamera. Als een digitale opname behoorlijk moet worden uitvergroot, gebruikt hij de plug inn van Nik Sharp. Hiermee kun je zonder kwaliteitsverlies het beeld interpoleren. Photoshop heeft Bi Cubish om dit probleem op te lossen. Bas gebruik geen filters om zijn beelden aan te passen. Alle foto’s zijn dus natuurlijk binnen de grenzen van de werkelijkheid. Hij heeft geen oordeel over het gebruik van artistieke filters. Elke fotograaf heeft zo zijn eigen stijl en specialisme en dat is ook goed.

De website van Bas Meelker vermeldt informatie over exposities en gewonnen fotowedstrijden (www.basmeelker.nl). Hij is aangesloten bij de Natuurgroep Groningen die bestaat uit ongeveer 12 personen. Zij delen kennis en ervaring en is een goede leerschool voor beginnende fotografen.


Ten slotte nog enkele wijze lessen van Bas Meelker.

I I I

I

Denk niet dat de digitale fotografie veel sneller is. Als je het maximale uit bestanden wilt halen, moet je heel veel weten van de beeldbewerkingsoftware. Daarbij ben je toch nog behoorlijk lang bezig voordat je een perfecte afdruk kunt maken. Wil je leren fotograferen, ga economie studeren! Techniek kun je leren. Stijl en gevoel moeten aangeboren zijn. Geld verdienen met fotografie moet je kunnen en leuk vinden. Veel goede fotografen weten de weg niet te vinden en blijven daardoor arm en onbekend. Van fotografie zul je nooit heel rijk worden, maar de voldoening om ervan te kunnen leven geeft wel een kick.

4.7 Insteekfilters Insteekfilters of plug-ins gebruikt u om digitale afbeeldingen te bewerken (zie hoofdstuk 6). Een aantal insteekfilters en effecten zijn al standaard in Photoshop, maar meestal ook in andere programma’s als Paintshop Pro ingebouwd. U vindt deze in het menu Filter of Effecten, afhankelijk van het programma dat u gebruikt. Daarnaast zijn er talloze insteekfilters te downloaden van internet. Sommige van deze filters zijn gratis, maar vaak gaat het hier om demo’s die u niet kunt gebruiken. De demo’s laten een onuitwisbaar watermerk achter.

4.7.1 Digital Film Tools Digital Film Tools (www.digitalfilmtools.com) is een nevenbedrijf van Digital FilmWorks, een in Los Angeles gevestigd bureau dat visuele effecten voor film en televisie verzorgt. De specialisatie ligt op het gebied van zowel traditionele en nietlineaire bewerking en in het bijzonder op het gebied van visuele effecten. Hiervoor wordt zeer gespecialiseerde software ontwikkeld. Deze software was tot voor kort alleen intern beschikbaar bij Digital FilmWorks. De producten zijn ontstaan door samenwerking en zijn van zeer hoge kwaliteit. Het doel van Digital Film Tools is om de visuele effecten en technieken door te geven aan de grote massa en deze ter beschikking te stellen aan fotografen, kunstenaars, ontwerpers en beeldbewerkers. De producten worden tegen redelijke prijzen aangeboden. Vanaf de website kunt u onder andere de volgende producten downloaden:

4.7.2 55mm Met de filters van het programma 55mm simuleert u camerafilters, speciale lenzen, optische lab-processen, filmkorrel, kleurcorrectie en effecten van natuurlijk licht en fotografische effecten.

Insteekfilters

I

133


4.7.3 Digital Film Labs De filters van Digital Film Labs veranderen het uiterlijk van een uitgebeten afbeelding en geven deze een zachter meer organisch uiterlijk. Er zijn 135 voorinstellingen waaruit u kunt kiezen.

Soorten fotografie

4.7.4 OZone

134

De effecten van OZone zijn geĂŻnspireerd door Ansel Adams Zone System. Ozone maakt het mogelijk om de kleur van een afbeelding te bewerken met behulp van het flexibele en precies te gebruiken Digital Zone System. Het Digital Zone System gebruikt het spectrum van een afbeelding en wijzigt deze in 11 gebieden. De kleur, helderheid, contrast en gamma van elke zone kunt u onafhankelijk van elkaar aanpassen tot u een nieuwe afbeelding hebt geschilderd.

4.7.5 Alien Skin Software Alien Skin Software (www.alienskin.com) ontwerpt filters voor Adobe Photoshop, Photoshop Elements, Macromedia Fireworks, en Jasc Paint Shop Pro. Grafisch ontwerpers en digitale fotografen gebruiken deze insteekfilters voor afdrukken, het internet en fotorestauratiewerk. Eye Candy 5 Nature is een verzameling van 10 insteekfilters voor Photoshop, die vuur, rook, roest, sneeuw, ijs en andere effecten maken. De upgrade Nature vormt een afbeelding om met behulp van natuurlijke effecten. Verder zijn er zes filters uit de serie Eye Candy classics.

4.8 Kunstfotografie – Erik en Petra Hesmerg, Sneek Erik en Petra (1951) vormen samen een team, waarbij Erik de techniek verzorgt en Petra samen met Erik fotografeert en de eventuele styling doet. Als u in Google de naam Hesmerg invoert, dan vindt u als resultaat een lange lijst met publicaties die beiden op hun naam hebben staan. Meer dan 80 fotoboeken voor verschillende opdrachtgevers. Naast musea, ook banken en uitgevers die bijvoorbeeld een jaarverslag, fotoagenda of fotoboek willen uitgeven. Erik en Petra wonen in een oud statig pand in Sneek. Het wonen is gericht op de achterkant van het huis dat grenst aan een van de grachten. In dit kolossale pand bevindt zich ook de studio, maar meestal zijn Erik en Petra op stap om bij toonaangevende musea kunstobjecten te fotograferen. Zo fotograferen ze voor het Gemeentemuseum Den Haag, het Stedelijk Museum in Amsterdam, Groninger


‘Het is belangrijk om veel verschillende soorten lampen te gebruiken. Dit is naast de camera het gereedschap waaruit je kunt kiezen. De ene keer heb je een heel fijn spotlicht nodig, de andere keer ‘filmlicht’ met een fresnellens zoals ook in de dertiger jaren bij film werd gebruikt’. Na het bepalen van de compositie met behulp van de instellichten, worden de foto’s alleen met het flitslicht gemaakt. We gebruiken veel licht, maar dat moet op de uiteindelijk gemaakte foto niet te zien zijn, het moet er heel natuurlijk, maar ook spannend uitzien, en niet ‘doodgeflitst’. Het licht moet het object omarmen. Om de gewenste scherptediepte te krijgen passen we ons diafragma op elk object aan. Het is belangrijk dat de belangrijkste onderdelen van het object goed naar voren komen, en dat daar de scherpte op valt. Wat is het geheim van hun succes? ‘Bij fotografie moet je vooral affiniteit hebben met je onderwerp. Je moet je kunnen inleven in het voorwerp dat je voor de lens hebt, natuurlijk in overleg met de opdrachtgever of conservator. Het gaat om visie: wat zoek je in het onderwerp. De mogelijkheden tasten we af met behulp van lampen. Glas is heel moeilijk om te fotograferen. Voor een voorwerp zijn we soms een paar uur bezig om de belichting goed te krijgen. We werken op dia en doen niet aan digitale correcties achteraf. Veel digitale fotografen maken de fout een foto te maken en vervolgens te denken dat het resultaat in de digitale doka af te kunnen maken. Meestal valt dat tegen. Digitale fotografie is daardoor ook in onze ogen een te snel medium geworden, wat ten koste gaat van de kwaliteit. Er is veel onkunde die wordt verborgen achter de mogelijkheid om beelden digitaal na te bewerken. De oorspronkelijk opname moet goed zijn. Wij werken met een polaroidachterwand om te controleren of de compositie en belichting goed zijn. Draaien eindeloos om spanning in het beeld te krijgen en om het juiste effect te krijgen dat we willen bereiken. Daarbij moeten we steeds in de gaten houden dat het kunstvoorwerp schoon blijft. We werken met speciale doeken en een hoge drukspuit om stofjes weg te blazen. Bij kunstvoorwerpen is het gebruik van spuitbussen die het voorwerp mat maken uit den boze. Het haalt het leven uit het voorwerp. De workflow is traditioneel: onze opnamen gaan naar de vormgever, vervolgens wordt er een lithografie gemaakt. Samen bekijken we de litho’s en beoordelen deze kritisch op kleur en kwaliteit.´

Kunstfotografie – Erik en Petra Hesmerg

Museum, enzovoort. De foto’s worden gebruikt in boeken, catalogi en andere uitingen waarin kunstfoto’s nodig zijn. Voor mij ligt een werkelijk schitterend fotoboek met glazen voorwerpen gefotografeerd op Kodak Ektachrome 4 x 5 inch (9 x 12 cm) met een Sinar-camera en een 240 mm-objectief. Als verlichting wordt een flitsinstallatie van Broncolor gebruikt (www.photal.nl).

135


Soorten fotografie

Erik denkt erover om de overstap naar digitale fotografie te maken. ‘Eerst maar eens beginnen met een Canon Mark II 1Ds en een aantal goede objectieven.’

136

Figuur 4.22: CIRVA-vaas (Ettore Sottsass, collectie Ernest Mourmans; foto © Erik en Petra Hesmerg) Figuur 4.23: Andries Copier (collectie Gemeentemuseum Den Haag; foto © Erik en Petra Hesmerg) Figuur 4.24: Collectie glas (Gemeentemuseum Den Haag; foto © Erik en Petra Hesmerg)


137

Kunstfotografie – Erik en Petra Hesmerg


Soorten fotografie 138

Figuur 4.25: Airport lamp (Geatano Pesce, in opdracht van Centre Pompidou; foto Š Erik en Petra Hesmerg)

4.9 Belichting 4.9.1 Accessoires Controle over licht is een uitdaging voor iedereen die in de fotografie werkt. Het juiste gereedschap maakt het veel gemakkelijker om een ingewikkeld beeldconcepten om te zetten in een reĂŤel beeld. In de eerste plaats is er een belangrijk verschil tussen twee verschillende soorten licht: I

Hard, direct licht voor een scherpe grens tussen schaduw en detail in het onderwerp.


Kunstfotografie – Erik en Petra Hesmerg 139

Figuur 4.26: Fibula (collectie Fries museum; foto © Erik en Petra Hesmerg)

I

I

I

I

OPMERKING

I

Zacht, diffuus licht voor geleidelijke overgang tussen licht en schaduw en zachte reflecties. Lichtmakers zijn de open reflectoren, paneellichten en spotlampen helpen u om het licht direct op het onderwerp te laten vallen. Open reflectoren zijn bedoeld voor direct licht, goed uitlichten van details, structuren weer te geven en hoge lichten te plaatsen. Area lichten creëren licht dat is verspreid of diffuus licht met behulp van doorzichtig materiaal. Spotverlichting wordt met behulp van een lenssysteem op het onderwerp geplaatst. De schaduwen zijn exact bepaald en messcherp. De lichten zijn klein en gebundeld. Ze kunnen variëren van klein en gebundeld tot diffuus.

Als u begint met het maken van een eigen studio, schaf dan eerst een harde reflector met een softbox aan als basisbelichting. Op de website van het bedrijf Photal in Wijchen (www.photal.nl) vindt uitgebreide informatie over alle aspecten van kunstverlichting. U kunt hier ook de folders van Broncolor, Flextight, Foba, Sinar, Manfrotto, Hasselblad, Nikon, Homrich en de eigen prijslijsten vinden. Deze zijn in het PDFformaat dat u met behulp van de Adobe Acrobat-reader kunt openen.


Soorten fotografie 140

Figuur 4.27: Een set lampen van Broncolor voor een eenvoudige studioverlichting

4.9.2. Belichtingstechnieken De wijze waarop het licht op het te fotograferen onderwerp valt is van groot belang voor het gevoel dat men krijgt bij het kijken naar het uiteindelijke resultaat. Het spel van licht en schaduw roept een bepaald gevoel op bij diegene die de foto later ziet. Door het gebruik van zijlicht kunnen de extra schaduwen ervoor zorgen dat er een interessant lijnenspel ontstaat. Het frontaal uitlichten doet vaak details vervlakken hetgeen in bepaalde gevallen een prettige bijkomstigheid is. Ook het gebruik van tegenlicht kan ervoor zorgen dat er een bepaalde uitstraling wordt verkregen. Ook het spelen met licht kan leuke effecten opleveren. Met behulp van eenvoudige middelen kunt u ervoor zorgen dat donkere schaduwdelen iets extra worden opgelicht voor een evenwijdige belichting. Een stuk wit papier of karton kan voldoende reflectie geven om schaduwen te verzachten en het resultaat te verbeteren.


Portretten zijn hele bijzondere foto’s. Juist bij de belichting voor een portret moet aandacht worden besteed aan de positie van de lichtbron. De afstand en de hoogte van de lichtbron hebben een effect op de vorm waarop het beeld zal worden vastgelegd. Door een juiste belichting kan ervoor worden gezorgd dat de vorm van het gezicht zo goed mogelijk uitkomt. Door het gebruik van reflectieschermen kunnen donkere schaduwen worden ingevuld. Bepaalde onderdelen van het hoofd kunnen met strijklicht worden opgehaald hetgeen een extra accentplaats en wat extra glamour geeft. Door flitslicht te verpakken in een softbox kan een zachte egale belichting worden verkregen die prettig oogt bij portretfoto’s. Er zijn een aantal technieken die een verschillend effect opleveren door de plaatsing van een of meer lichtbronnen.

Portretfotografie – Dennis la Pré

De keuze van de lichtbron, de helderheid, de afstand van de lichtbron tot het onderwerp en de hoek waaronder de lichtbron het onderwerp aanstraalt zijn van belang voor het bereiken van een optimaal resultaat. Met behulp van een studioset kunnen alle variabelen worden gewijzigd en zodoende verschillende resultaten worden verkregen.

141

4.10 Portretfotografie – Dennis La Pré, Groningen Voor Dennis (1965) is een portretfoto een kijkje in de ziel van de fotograaf en de geportretteerde. De meeste mensen die voor het eerst in een studio komen vinden het vaak eng, hebben geen zin, bijvoorbeeld bij een groepsfoto of vinden het juist spannend. Ze hebben vaak ook geen idee wat er fotografisch allemaal mogelijk is. ‘Tijdens het bezoek aan de studio laat ik ze dan ook eerst mijn portfolio zien en diverse fotoboeken (Anton Corbijn, Newton, enzovoort) om ze zo op weg te helpen en leuke ideeën te creëren. Een aantal dagen voor de fotosessie (shoot) neem ik altijd een aantal dingen met ze door, zoals: I I I I

I

Neem je favoriete muziek mee. Neem het favoriete speelgoed van de kinderen mee. Neem witte kleding mee om aan te doen voor een mooie neutrale huidstint. Draag de avond voor de fotosessie geen strakke kleding, zo voorkom je pantyafdruk of bijvoorbeeld schouderbandjes in de nek. Verder is het handig om materingspoeder en kwast te hebben om hele glimmende plekken op het gezicht weg te werken.

Op de set maak ik gebruik van 4 studioflitsers van Multiblitz (www.multiblitz.de). Twee maal variolux van 250ws en twee van 500ws. Ik werk ook graag met soft-


boxen, omdat het mooi geflatteerd licht is. Daarnaast werk ik met diverse spots, honingraat, filterhouder met diverse kleurenfilters van Lee en reflectieschermen.

Soorten fotografie

Voor een busteportret gebruik ik meestal één studioflitser om mooi Rembrandtlicht te creëren. Rembrandt-licht is licht dat van één kant komt. Net alsof het licht door een raam valt.’ Dennis creëert speciale effecten door het toepassen van crossprints. Hiervoor gebruikt hij drie studioflitsers: twee op de achtergrond en één op het model, een witte achtergrondrol en als film de Kodak EPP 404 Ektachrome 100 Plus Color slide Film. De Kodak EPP is een diafilm (E6) die wordt ontwikkeld als negatieffilm (C41). Hierdoor ontstaan harde, contrastrijke negatieven. Ik belicht ongeveer twee stops over om het gewenste resultaat te krijgen. Hoe feller de kleding (qua kleur) van het model, hoe mooier het resultaat. Lak en leer springen er dan ook altijd weer mooi uit.

Witte achtergrond

142 Flitsers

Model

Camera

Figuur 4.28: Een schematische voorstelling van studio-opstelling voor portretopname

‘Ik fotografeer met Hasselblad en laat de foto’s altijd vierkant afdrukken. Dit sluit ook mooi aan bij de vierkante Italiaanse handgemaakte Bussolari-lijsten waar ik mijn foto’s in presenteer (www.bussolari.com). Qua lens gebruik ik meestal een 120 of 80 mm-lens. De afstand van het model tot de camera varieert tussen de 1 en 2,5 meter. Tijdens de shoot kan ik ook dichtbij het model komen, mensen accepteren mijn persoon gemakkelijk. Hierdoor kan ik spanning opbouwen om net die ene blik te kunnen vangen. Als mensen erg gespannen zijn, loop ik meestal even


‘Bij foto’s die digitaal bewerkt moeten worden, maak ik gebruik van een Minoltascanner. De middenformaat negatieven laat ik scannen door mijn vaklab (www.vakcolor.nl). De bewerkingen voor bijvoorbeeld bruidsreportages doe ik zelf, zoals inkleuren, blauwtonen, doordrukken, enzovoort. ’

Portretfotografie – Dennis la Pré

weg. Vaak ontspannen mensen dan en gaan dan al in een natuurlijke houding staan waar ik vervolgens weer gebruik van kan maken om te fotograferen. Het model zet ik vaak zo ver mogelijk van de achterwand vandaan om diepte te creëren en harde schaduwen te vermijden.

143

Figuur 4.29: Portretfoto Sammy (© Dennis La Pré)


Soorten fotografie 144

Figuur 4.30: Portretfoto Rose (© Dennis La Pré)


Portretfotografie – Dennis la Pré 145

Figuur 4.31: Portretfoto Guitar (© Dennis La Pré)


Soorten fotografie 146

Figuur 4.32: Portretfoto Wieteke (Š Dennis La PrÊ)


Portretfotografie – Dennis la Pré 147

Figuur 4.33: Portretfoto Janine (© Dennis La Pré)


4.11 Sportfotografie – Henny Stern, Groningen

Soorten fotografie

Henny (1960) is een bevlogen fotograaf die niet alleen fotografeert voor zijn beroep, maar fotografie ook als zijn belangrijkste hobby ziet. Koop een van de motorbladen Motor, KicXstart of Moto73 en je vindt daar minstens een paar pagina met foto’s die door hem zijn gemaakt.

148

‘Fotografeer met passie, of doe het niet’, is het motto van Henny. ‘Als ik een reportage maak voor een van de grote motormerken, dan bereid ik dat altijd heel goed voor. Om wat voor soort motoren gaat het, hoeveel zijn het er, hoe ziet de locatie eruit waar de foto’s worden gemaakt, enzovoort. Is er een heuveltje waar een sprong gemaakt kan worden? Een reportage bevat een aantal actiefoto’s, poses van motor met berijder, een shot waar alle motoren opstaan. Natuurlijk ook detailfoto’s met wisselende lenzen. Ik maak dan een plan voor de fotosessie en probeer dat zo goed mogelijk uit te voeren. Bij voorkeur gebruik ik extreme objectieven, macro, groothoek of tele. Dat is best lastig, want je moet toch proberen om een zo natuurlijk mogelijk perspectief te krijgen. Een opnamedag duurt lang. Vaak help ik mee om spandoeken op te hangen, motoren moeten vaak gepoetst worden ook tijdens de sessie, enzovoort. Om deze tak van fotografie te leren, begin je met een 200 mm teleobjectief. Veel oefenen om de motoren goed in beeld te houden. Beginners fotograferen voornamelijk een stuk van het hoofd of een achterwiel, omdat ze de voorbij razende motor niet kunnen volgen. Pas als je dat begint te beheersen, kun je een langere telelens gebruiken. Gebruik een eenbeenstatief in een buikgordel. Ik stel de statiefkop vrij losjes in, zodat ik de camera nog mee kan bewegen met het onderwerp. Bij voorkeur zit ik langs de baan om de motor en de rijder goed in beeld te krijgen en toch ook nog iets van de lucht of het publiek in beeld te krijgen. De opnamen worden meestal door de opdrachtgever bepaald. Foto’s van een bepaalde bocht, coureurs, motormerk, enzovoort.’ Hij is niet erg te spreken over de nieuwe aanpassingen van het circuit in Assen. ‘Als je in de Geert Timmerbocht de ideale lijn wilt fotograferen, krijg je op de achtergrond de tekst ‘Roken is dodelijk’. Een foto verkoopt niet als je een motorrijder ziet met achter hem de tekst ‘..is dodelijk’ Veel fotografen zwermen dan ook uit naar andere plekken langs de baan’. Het werk van fotografen wordt wel steeds lastiger. De coureurs verschijnen maar op een paar momenten in het openbaar. Als je een portret wilt maken, moet je dit ver van te voren aanvragen. Bij persbijeenkomsten, staan de fotografen achter in de zaal. Je moet dan al een 600 mm telelens gebruiken om een goed beeldvullend portret te kunnen maken.’


‘Veel fotografen fotograferen zo met de camera uit de doos zonder de instellingen van het toestel aan te passen. Om je foto’s kwalitatief goed te krijgen, zul je echter kritisch moeten kijken naar deze instellingen en het contrast, helderheid en scherpte moeten aanpassen. Als je hiermee bezig gaat, ontdek je ook de grenzen van de mogelijkheden van de digitale camera. Hiermee houd je rekening als je foto’s maakt. De belichting van een digitale opname is moeilijker dan van een dia. Men zegt wel dat het dynamische bereik veel groter is. Op zich is dat ook zo, maar je kunt eigenlijk maar één stop over- of onderbelichten, als je tenminste een hoogwaardig kwalitatief beeld wilt krijgen. Zelf houd ik rekening met de hoge lichten in de opname. Daarvoor gebruik ik altijd een lichtmeter en meet daarmee het opvallende licht. Wel moet ik de belichting van de meter iets corrigeren en geef een stop extra voor een goede doortekening van de lichte partijen.

TIP

Canon geeft overigens een speciale training voor het instellen van de camera. Daar betaal je dan wel iets voor, maar dat haal je er dik weer uit.’ Archivering is belangrijk. Henny slaat de foto’s eerst op op de computer en zet deze dan over op een draagbare harde schijf. ‘Het is verstandig om nieuwe opnamen op twee plaatsen te bewaren, want je weet nooit wat er met je Tip van Henny: probeer je als fotograaf te onderscheiden. Je mag wel naar het laptop gebeurt tijdens zo’n evenewerk van anderen kijken, maar ga tijment. Thuis worden de foto’s op dens het fotograferen wel op je eigen cd gebrand en gearchiveerd. intuïtie af. ‘Op het circuit lopen er soms fotografen met mij mee, omdat ze weten dat ik de goede standpunten ken. Ze gaan dan vlak achter me staan fotograferen. Dat is toch onbegrijpelijk. Zo kom je allemaal met dezelfde foto’s thuis.’

Sportfotografie – Henny Stern

Henny is een paar jaar geleden overgestapt op de Canon 1D Mark II. Inmiddels is daar een 1Ds Mark II bijgekomen. Hij werkt veel met de 600 mm en de 300 mm EF-lenzen. Veel wordt in JPEG geschoten, maar ook RAW vooral als er spreads gemaakt moeten worden (een foto over twee pagina’s) of als er sprake is van gemengd licht. De workflow is tegenwoordig, dat foto’s worden schoongemaakt, aangepast aan de drukker wat betreft contrast, kleur en kleurprofiel, maar verder onbewerkt. Het werk van de DTP-medewerkers wordt steeds meer automatisch uitgevoerd, inclusief de bewerking van de foto’s. Henny vindt dat dit wel ten koste van de kwaliteit gaat, maar legt zich erbij neer. Je kunt je dan wel afvragen waarom je dan van die dure camera’s nodig hebt om foto’s te maken.

149


Soorten fotografie 150

Figuur 4.34: Henny Stern aan het werk tijdens de TT in Assen

Figuur 4.35: Achtervolging in de regen (Š Henny Stern)


Sportfotografie – Henny Stern Figuur 4.37: Bevroren snelheid (© Henny Stern)

Figuur 4.38: The magic four (© Henny Stern)

151


Soorten fotografie 152

Figuur 4.39: Fly like an eagle (Š Henny Stern)

Figuur 4.40: Brr... wat gaat dat hard (Š Henny Stern)


4.12 Rode ogen ‘Rode ogen’ is een normaal verschijnsel in de fotografie sinds de flitsfotografie is uitgevonden. Rode ogen wordt veroorzaakt door het terugkaatste licht van het netvlies van degene die u fotografeert, terug door de lens naar de camera. Het resulterende beeld zal rode ogen vertonen. Het netvlies bevat een groot aantal bloedvaten, die rood oplichten onder de invloed van flitslicht. Rode ogen is dus geen indicatie dat er iets mis is met de ogen van degene die u fotografeert. Wanneer de flits dicht bij de lens gemonteerd is (zoals bij compactcamera’s) zal het flitslicht recht in de ogen van het onderwerp schijnen en dus ook recht terug de camera in. Rode ogen worden versterkt wanneer de pupillen van het onderwerp groot zijn, bijvoorbeeld in een donkere situatie.

I

I

I

I

TIP

I

Gebruik een externe flitser: Het flitslicht valt niet meer recht in de ogen, en het rode-ogeneffect zal verminderen. Flits indirect: Wanneer er een externe flitser gebruikt wordt, kunt u deze op het plafond richten. Hierdoor wordt het licht diffuus, en zal het geen rode ogen veroorzaken. Zorg voor voldoende omgevingslicht: verhoogd omgevingslicht zal de pupillen van het onderwerp doen verkleinen. Gebruik de anti-rode-ogenfunctie van de camera: Wanneer deze functie op de camera is ingeschakeld zal de camera een kleine voorflits geven die de pupillen van het onderwerp doen sluiten. De COOLPIX 4200, 5200, 8400 en 8800 bevatten een functie voor geavanceerde rode-ogenreductie, die rode ogen automatisch detecteert en digitaal corrigeert in de camera. Laat het model niet recht in de camera kijken: als u het onderwerp iets naast de camera laat kijken, wordt het licht naast de camera teruggekaatst en komt dus ook niet op de foto.

Dieren kunnen ook gekleurde ogen krijgen wanneer zij met flitslicht gefotografeerd worden. Hun ogen kunnen echter niet alleen rood, maar ook geel, groen of andere kleuren krijgen. Door gebruik te maken van bovenIn hoofdstuk 6 behandelen we de gereedschappen in Photoshop CS2 waaronder het staande tips kunnen ook hier nieuwe gereedschap Rode ogen. Hiermee dit soort effecten worden kunt u gemakkelijk het effect van rode ogen voorkomen. verwijderen.

Rode ogen

Hieronder vindt u een aantal tips om rode ogen te verminderen:

153


4.13 Kleurzweem Wanneer u met een digitale camera foto’s maakt van onderwerpen die worden belicht door tl-licht, is het mogelijk dat er tussen de foto’s variaties in de witbalans optreden. Daardoor kan de algehele kleurzweem van de foto veranderen, afhankelijk van het exacte moment waarop de sluiter wordt geopend, ook al zijn de belichtingsomstandigheden constant.

Soorten fotografie

4.13.1 Kleurvariaties bij tl-licht

154

De oorzaak van dit verschijnsel is het feit dat de kleurtemperatuur van de lichtbron tijdens de spanningscyclus verandert. Bij de meeste verlichtingssystemen verandert het vermogen honderd maal per seconde van minimum naar maximum, uitgaande van de variatie in de AC-netspanning bij 50 Hz. Gloeilamplicht heeft een hoge thermische capaciteit (de gloeidraad blijft heet), zodat de temperatuur en de kleur relatief constant blijven. Tl-licht gebruikt echter een andere verlichtingsmethode waarbij de kleur van moment tot moment verandert. Onze ogen zien deze verandering niet, aangezien deze te snel plaatsvindt om te worden waargenomen. De camera kan echter een korter moment vastleggen dan onze ogen waarnemen en wanneer een foto met een korte sluitertijd wordt genomen, worden deze variaties zichtbaar. Dit verschijnsel doet zich daarom voor wanneer de sluitertijd sneller is dan de frequentie van de elektriciteit voor de lichtbron. Hoe kunt u bij studiofotografie een kleurzweem voorkomen bij een vooraf ingestelde witbalans? I

I

I

I

Plaats een neutraal grijs of wit object onder de belichting die wordt gebruikt voor de uiteindelijke foto, stel de camera in op de witbalans ‘Preset’ en pas de scherpstelling, belichting en flitsinstelling aan. Om te zorgen voor een juiste witbalans in alle automatische opnamestanden, wordt de belichting tijdens het meten van de witbalans automatisch met één stop verhoogd. Gebruik in de handmatige opnamestand de elektronische, analoge belichtingsweergave in de zoeker van de camera om de juiste belichting in te stellen nadat u de optie voor gemeten witbalans hebt geselecteerd. Bij studioverlichting dient u een 18% diffusiescherm te gebruiken om ervoor te zorgen dat het referentieobject er grijs uitziet. Als u een wit object gebruikt als referentie om de witbalans in te stellen, moet u de belichting instellen op een waarde die ervoor zorgt dat het referentieobject er grijs uitziet. Zo voorkomt u dat het witniveau wordt gemeten en wordt kleurverzadiging voorkomen.


Don (1954) maakt en onderhoudt voor het bedrijf waar hij werkt de website. Zodoende kwam hij in aanraking met panoramafoto’s die hij met behulp van Flash op de site wilde plaatsen. Omdat Don al jaren fotografeert, ging hij aan de slag met een Fuji S304. Op de lens werd een teleconverter geschroefd. Het resultaat was niet bevredigend. Sinds begin 2005 gebruikt Don een Nikon D70 met een Sigma 8mmlens. Hiermee heeft hij vele tientallen panorama’s gemaakt die te zien zijn op zijn website (www.donhofstee.nl). Hij maakt deze panorama’s ook in opdracht. De panorama’s die Don maakt, zijn complex en er is speciale apparatuur voor nodig.

Panoramafotografie – Don Hofstee

4.14 Panoramafotografie – Don Hofstee, Groningen

155

Figuur 4.41: Don Hofstee bezig met zijn panoramacamera

‘De panorama’s zijn anders dan je ziet bij het Panorama Mesdag. Hierbij wordt het landschap alleen in een horizontaal vlak gemaakt en wordt wat boven je hoofd en onder je voeten zit, niet gefotografeerd. Mijn panorama’s zijn sferisch. Het is alsof je in een bol kijkt en alle kanten op kunt zien. Je ziet de plaats waar het statief staat, maar ook de lucht erboven. Met behulp van speciale programmatuur worden de foto’s aan elkaar genaaid (gestichd). In de eerste plaats heb je een stevig statief nodig met een 3-weg panoramastatiefkop. Deze is over drie draaibare assen heel precies in te stellen. De lens moet pre-


Soorten fotografie 156

Figuur 4.42: Een panoramafoto vanuit het raam genomen (© Don Hofstee)

cies horizontaal blijven staan als deze met behulp van een waterpas is ingesteld. Een statiefkop kun je ook zelf maken (zie foto). Belangrijk is de afstand van het draaipunt van het statief tot het ‘nodal point’ van de lens. De camera moet om het lensvlak draaien en niet om het punt van de beeldsensor. Het nodal point kan proefondervindelijk worden gevonden, berekend of er staat een ring of streep op de lens waar het zich bevindt (zie www.panoramas.dk)

Figuur 4.43: De camera wordt met behulp van een hulpstuk op het statief geschroefd


Don gebruikt een 8 mm Sigma-objectief dat een beeldhoek heeft van 180º in de breedte en 120º in de hoogte (www.sigmaphoto.com). Omdat de foto’s elkaar ten minste 30% moeten overlappen, maakt hij vier staande opnamen over een horizontale as. (4 x 120º = 480º – 360º = 120º/4= 30º overlap per opname.)

Er zijn twee manieren om de foto’s aan elkaar te plakken (stitchen). De eerste manier werkt vanuit Adobe Photoshop met behulp van plug-ins.: I

I

I

Stap 1: toepassen van lenscorrectie met software van panorama tools, die zijn ontwikkeld door professor Dersch. Stap 2: met behulp van plug-ins in Photoshop wordt vanuit de fish-eye-opname een zogenoemde ‘equiretangular’ foto gemaakt. Deze plug-in zit ook in panoramatools. Stap 3: In Photoshop worden de foto’s geladen en in een nieuw document samengebracht. Belangrijk daarbij is dat de verticale lijnen recht zijn en de horizontale gebogen.

Panoramafotografie – Don Hofstee

‘Je kunt ook zes foto’s maken waarbij er nog twee foto’s over de verticale as worden gemaakt, zodat de bovenkant en onderkant van de foto ook goed zijn afgedekt.’

157

OPMERKING

Met behulp van Go Cubic wordt een Quicktime-bestand gemaakt dat met behulp van de muis kan worden gedraaid op het beeldscherm. Een gemakkelijkere manier is het gebruik van PTGui, een front-end voor panoramatools. De handleiding hiervoor staat op internet (www.dffe.at/pano360/ 360_1e.html). Druk de handleiding af en lees deze zorgvuldig De handleiding is in het Engels, maar aan de hand van de tekst en schermafbeeldindoor. gen samen met de foto’s op de cd-rom moet het lukken. Installeer eerst de panoramatools en pas dan PTGUI (zie www.ptgui.com/download). U kunt de probeerversie van PTGUI 30 dagen gebruiken. Daarna moet u zich registreren. Met behulp van de vier foto’s op de cd-rom die in het Musee d’Orsay zijn gemaakt, kunt u een 360º-panorama maken.

Tip van Don: De eerste keer kost het enige tijd om een 360ºpanorama te maken. Als u zelf aan de slag gaat, dan is het belangrijk om met goed fotomateriaal te beginnen. Maak daarom goede foto’s die exact op elkaar aansluiten.


4.15 Reportagefotografie – Koos Boertjens, Groningen Naast het schrijven van boeken over digitale fotografie maak ik (1950) regelmatig reportages. Afgelopen jaar heb ik drie maal mee mogen lopen in het gezelschap van Hare Majesteit Koningin Beatrix (H.M.). Dit is een van de moeilijkste ‘disciplines’ van reportagefotografie, ook volgens het oordeel van de persfotografen die meelopen met H.M.. Bij het fotograferen van de Koningin spelen een aantal factoren een rol die bepalen of een foto gaat lukken:

Soorten fotografie

I

I

158 I

I

I

Accreditatie. Het mogen fotograferen van H.M. is alleen toegestaan na overleg met de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD). Er vindt een antecedentenonderzoek plaats, waar de aanvrager zelf weinig van merkt. Het helpt als u voor een gerenommeerde krant werkt of een duidelijke opdrachtgever hebt. Een paar dagen voor het evenement wordt de perskaart toegestuurd. Positie kiezen In de eerste plaats moet u op het goede moment op de goede plaats staan. Hierbij wordt u omringd door nog een stuk of twintig andere fotografen die ook allemaal het mooiste plaatje willen maken. De voorlichter van de RVD houdt nauwlettend in de gaten of H.M. niet in het gedrang komt en haar programma op een ordelijke manier kan afwerken. Objectief. Natuurlijk hebt u goed materiaal meegenomen, maar dat moet u op het juiste moment ook kunnen inzetten. In het ene geval kunt u een telelens gebruiken voor een close-up, maar een ander moment komt u daar helemaal niet mee uit de voeten. Dan hebt u weer een groothoek nodig of een extreme groothoek. De meeste persfotografen lopen met een aantal camera’s om hun nek, omdat het wisselen van objectief in een dergelijk gezelschap bijna onbegonnen werk is. Omgeving Om de goede opnamen te kunnen maken moet u ongelooflijk alert zijn op de omgeving van de Koningin. Het tempo van het gezelschap wordt bepaald door het tijdschema, de voorlichters van de RVD, maar voornamelijk door H.M. zelf. Zij neemt rustig de tijd om met een paar kinderen te praten en zelfs briefjes te lezen die ze krijgt aangeboden. Het is heel bijzonder om de Koningin in deze rol bezig te zien. Ze is heel spontaan naar de mensen toe die iets willen aanbieden of iets mogen vertellen. Om hiervan opnamen te maken, kom je in het spanningsveld van het willen nemen van gepaste afstand en respect voor het onderwerp en goede opnamen willen maken. Het is bekend dat H.M. niet houdt van opdringerige fotografen. Een aantal fotografen is dan ook niet meer welkom in haar gezelschap. Werken. Tijdens het werken in een bewegende mensenmassa van duwen en trekken, voorthollen en stilstaan, moet u ook nog met scherpe beelden thuis komen. Als het mogelijk is, stel ik met de hand scherp, omdat de autofocus niet altijd te vertrouwen is. Deze kan net op het verkeerde punt in het beeld scherpstellen en


Lex van Lieshout van het ANP verstuurt vanuit de persbus direct zijn JPEG hoge resolutie-opnamen naar de redactie. Eerst worden een aantal correcties gemaakt met PhotoMechanic. (Voor een 20-dagen versie gaat u naar www.camerabits.com). De bestanden zijn te groot om in een keer te versturen. Met behulp van het programma Winrar wordt een beeldbestand in stukken geknipt en als afzonderlijke pakketten verstuurd. De ontvanger kan met hetzelfde programma de afzonderlijke bestanden weer samenvoegen tot een beeldbestand (zie www.rarlab.com). Mijn foto’s van H.M. vindt u op mijn Digitale fotosite (www.digitalefotosite.nl). Van het bezoek van de Koningin aan Warffum in 2004 is een fotoboek door de gemeente Eemsmond uitgegeven. Het mooist vind ik de foto’s waarin de Koningin in gesprek gaat met iemand uit het publiek. Ik probeer dan haar mimiek zo goed mogelijk vast te leggen. De foto’s op de volgende pagina’s zijn gemaakt tijdens het bezoek van H.M. aan Terschelling op 4 augustus 2005.

Figuur 4.44a/b/c/d: Koning Beatrix in gesprek met iemand uit het publiek (© Koos Boertjens)

Reportagefotografie – Koos Boertjens

I

dan is een mooie situatie verpest door een onscherp beeld. Bij gebruik van een 400mm objectief is dat lastig, omdat bewegingsonscherpte kan ontstaan als je het toestel niet stel genoeg kunt houden. Ik let altijd op of de sluitertijd wel hoog genoeg staat ingesteld. Je krijgt dan opnamen met weinig scherptediepte waardoor het onderwerp geïsoleerd wordt van de achtergrond. De flitser gebruik ik weinig, omdat ik weet dat H.M. daar een hekel aan heeft. Selecteren. Van de honderden foto’s zijn er misschien een stuk of dertig heel goed. Persfotografen sturen de foto’s die morgen op de voorpagina moeten staan, direct naar de krant met behulp van een laptop en een UMTS-kaart. Deze werkt op het UMTS/GPRS-netwerk. Het installeren van een dergelijke kaart is gemakkelijk en eenvoudig te gebruiken.

159


160

Soorten fotografie


161

Reportagefotografie – Koos Boertjens


4.16 Tot besluit

Soorten fotografie

In dit hoofdstuk hebben een aantal fotografen uit de doeken gedaan hoe ze omgaan met digitale fotografie. De manier van werken is door de digitale fotografie veranderd. Ook al wordt een beeld analoog opgenomen, toch vindt er meestal enige nabewerking plaats. Als conclusie kunnen we zeggen, dat zowel bij analoge als digitale fotografie de opname zo goed mogelijk moet worden gemaakt, om een optimale kwaliteit uit het beeld te halen. Nawerking is gemakkelijk, maar gaat meestal ten koste van de kwaliteit van het beeld.

162


5 Computergebruik In dit hoofdstuk maken we gebruik van Adobe Photoshop CS 2. Het is het meest gebruikte programma voor digitale fotobewerking door professionele fotografen en beschikbaar voor zowel pc’s als Apple-computers. We bespreken enkele andere programma’s waar professionele fotografen hun RAW-bestanden mee bewerken en archiveren.

5.1 De werkruimte verlichten

TIP

De verlichting in de ruimte waar u werkt met uw computer is belangrijk. In de eerste plaats om kleuren goed op het scherm te kunnen zien. In de tweede plaats moet u een afdruk vergelijken met wat er op het scherm staat. De verlichting heeft invloed op de waarneming van de kleuren op het beeldscherm. Als de verlichting niet goed is, krijgt u een verkeerd beeld van de kleuren op het scherm. Dit geldt zowel voor de weergave op de monitor als bij de beoordeling van een afgedrukte foto. Vooral het gebruik van spaarlampen en tl-buizen beïnvloeden de kleurindruk nadelig. Het is belangrijk dat er geen lichtbronnen direct op de monitor schijnen. Reflecties op het beeldscherm, bijvoorbeeld van opvallend licht uit een raam, moeten worden vermeden. De omgeving achter de monitor moet neutraal van kleur zijn en niet te licht om verblinding door tegenlicht te voorkomen. De monitor mag Geef het bureaublad op uw monitor neutrale kleuren, bijvoorbeeld door dus niet voor een raam staan of er in Windows XP voor de klassieke tegenover, zodat u met licht in de rug omgeving te kiezen. op de monitor werkt. Wat u op de monitor instelt, is altijd van toepassing en geldt voor alle programma’s op uw computer. De kleur van uw beeldscherm ziet er van nu af aan anders uit. Maar lang niet alle programma’s zullen dat profiel gebruiken. De meeste programma’s doen niet aan kleurbeheer. De juiste kleur kunt u alleen beoordelen in programma’s die dat profiel laden. Dat zijn bijvoorbeeld Photoshop CS2 en Ele-

163


TIP Computergebruik 164

Op de website www.digifoto web.nl/kleurmanagement vindt u meer informatie over dit onderwerp.

ments 3 en andere Adobe producten. Programma’s zoals Irfan View doen het niet. Bekijk foto’s in allerlei programma’s en wees niet verbaasd dat ze er net een tikje anders uitzien.

5.2 Beeldscherm kalibreren Kent u het verschijnsel dat u een kleurenopdracht naar een commerciële drukker (of zelfs naar uw eigen kleurenlaserprinter) hebt gestuurd en dat de geprinte kleuren afwijken van wat u met zoveel moeite op uw computerscherm hebt gemaakt? Deze verschillen worden meestal veroorzaakt doordat uw monitor de kleuren anders weergeeft dan een printer ze afdrukt. Monitoren en printers gaan heel verschillend met kleuren om. Hoe we kleuren in de echte wereld en op ons scherm zien, heeft alles te maken met licht. Uw monitor gebruikt een combinatie van rode, groene en blauwe (RGB) lichtstralen om meer dan 16,7 miljoen kleuren weer te geven. Bijna alle commerciële drukkers en een groot aantal kleurenprinters gebruiken echter een combinatie van vier kleuren – cyaan, magenta, geel (yellow) en een zogenaamde ‘key color’ – om alle kleuren op een geprinte pagina weer te geven. U kunt RGB (Rood, Groen en Blauw) en CMYK als twee verschillende kleurentalen beschouwen. Voor uw printprojecten moet u CMYK leren ‘spreken’: u moet weten hoe u op uw computer bestanden maakt die worden begrepen door een CMYK-printer of -drukpers. Het kalibreren van de monitor gaat als volgt: u meet de kleurwaarden van de monitor op een bepaald moment met een calorimeter of kleurmeter of u gebruikt Adobe Gamma. U vergelijkt daarbij de gemeten waarden met de oorspronkelijke waarden van het beeldscherm. Vervolgens corrigeert u de RGB-waarden van de monitor handmatig (de meeste, eenvoudige monitoren) of automatisch (duurdere monitoren) totdat de kleurwaarden van de monitor weer op hun oorspronkelijke niveau zitten. Als u geen extra meetapparatuur hebt, voert u het kalibreren van het beeldscherm uit met Adobe Gamma. Dit programma wordt meegeleverd met Photoshop. (Overigens ook met Photoshop Elements en Photoshop Album). Met Adobe Gamma stelt u op het oog het beeldscherm in. U vindt Adobe Gamma in het Configuratiescherm. I

I

De CRT-monitor maakt gebruik van een beeldbuis, net als een tv; daarom is deze groot en zwaar. De TFT-scherm heeft een dun, plat scherm dat weinig plaats inneemt op uw bureau.


Alleen een CRT-monitor kunt u goed kalibreren met Adobe Gamma. Als het in het vervolg om een monitor gaat, dan bedoelen we een CRT-monitor. Om te controleren met welk kleurprofiel u werkt, doet u het volgende:

1. Open het Configuratiescherm. 2. Klik op het pictogram Beeldscherm, Instellingen en vervolgens op de knop Geavanceerd. 3. Klik op de tab Kleurbeheer. In het scherm ziet u welk monitorprofiel wordt gebruikt (zie figuur 5.1).

Beeldscherm kalibreren

OPMERKING

Met de hardware van de firma Spyder kunt u een LCDscherm wel instellen.

165

Figuur 5.1: In het tabblad Kleurbeheer kiest u het standaardprofiel voor de monitor

5.2.1 Adobe Gamma Met Adobe Gamma stelt u uw monitor opnieuw, maar eerst stelt u op de monitor bepaalde waarden in, zoals de kleurtemperatuur, de helderheid en het contrast. U doet dit door aan de knoppen van de monitor te draaien. Daarna laat u Adobe


TIP

Laat uw monitor eerst een half uurtje ‘warm draaien’ voordat u gaat kalibreren. Hiermee zorgt u dat de beeldstabiliteit in orde is.

Gamma een profiel van de monitor maken. Dat profiel legt de manier vast waarop de monitor kleur weergeeft. Dit gaat als volgt:

Computergebruik

1. Open het Configuratiescherm en dubbelklik op het pictogram Adobe Gamma. 2. Selecteer in het venster de optie Stap-voor-stap (wizard). Klik op de knop Volgende.

166

Figuur 5.2: In Adobe Gamma gebruikt u de Stap-voor-stap (wizard)

3. In het volgende venster geeft u een unieke beschrijvende naam aan het profiel die in de pop-upmenu’s van de toepassing komt te staan. Let erop dat in het vak Beschrijving de naam Adobe RGB (1998) staat. Is dat niet het geval klik dan op de knop Laden (zie figuur 5.3). 4. In het volgende scherm wordt u gevraagd om de instelling voor contrast en helderheid. Hiervoor draait u aan de knoppen van de monitor of u gebruikt druktoetsen. Een en ander is afhankelijk van het soort en type monitor dat u gebruikt. 5. Stel het contrast op 100% in en pas vervolgens de helderheid zo aan dat het binnenste vierkantje bijna, maar niet helemaal zwart is (zie figuur 5.4). De buitenrand moet helder wit blijven. Klik op Volgende. 6. Kies in het keuzemenu de optie Eigen en vul de waarden in (zie figuur 5.5). Klik dan op OK. Klik op Volgende.


Beeldscherm kalibreren

Figuur 5.3: Zorg dat in Beschrijving Adobe RGB (1998) is geselecteerd

167

Figuur 5.4: U kalibreert de monitor die op 100% contrast is ingesteld en past dan de helderheid aan De instelling van de schermfoto’s wordt door Adobe Gamma zelf gevonden. In deze fase hoeft daaraan niet worden veranderd. Als u een beeldscherm van een A-merk gebruikt, kan op internet de gedetailleerde waarde van de beeldschermfoto´s worden gevonden. U kunt deze waarden hier dan invullen.


Computergebruik 168

Figuur 5.5: Kies het monitortype uit de lijst of voer eigen fosforkleuren in

7. Selecteer de optie Alleen Gamma bekijken en pas met de schuifregelaar de kleur van het binnenste vierkantje aan de gearceerde rand aan (zie figuur 5.6). Kijk hiervoor met geknepen ogen op een armlengte afstand naar het beeldscherm. 8. Deselecteer nu de optie Alleen Gamma bekijken. De drie kleurkanalen Rood, Groen en Blauw worden nu zichtbaar. Pas op dezelfde manier de kleuren van de binnenste vierkantjes aan (zie figuur 5.7). 9. Kies ten slotte in het keuzemenu Gamma voor Windows-standaard. Klik op Volgende.

Figuur 5.6: Pas de kleur van het binnenste vierkantje aan bij de gearceerde buitenrand


Door uit de keuzelijst te kiezen, wordt de witbalans vastgesteld. Als u niet zeker bent, kunt u ook een meting uitproberen.

10. Klik op de knop Meten. Voor het beste resultaat schakelt u al het omgevingslicht uit. Het scherm wordt zwart en u ziet drie vierkanten (zie figuur 5.8). Kies het meest neutrale grijze vierkant op het scherm. Door te klikken op het linker- of rechtervierkant worden de vierkanten koeler of warmer van kleur. U stelt uw keuze vast door op het middelste vierkant te klikken of u drukt op de Enter-toets. Druk op de Esc-toets als u deze fase van de instelling wilt overslaan.

Figuur 5.8: Bepaald het wit punt van de hardware

Beeldscherm kalibreren

Figuur 5.7: Stel het huidige gamma van de kleuren vast met behulp van de schuifknoppen

169


Computergebruik

11. De meest bevredigende oplossing voor de aangepaste witbalans biedt de keuze Gelijk aan hardware. Klik op Volgende. 12. Door afwisselend op Voor en Na te klikken kunt u zien wat het eindresultaat van de instellingen is geworden. Als u nu op Voltooien klikt, wordt u gevraagd om de instellingen op te slaan.

170

Figuur 5.9: Controleer het resultaat van de nieuwe instelling

13. Voer een nieuwe naam in, bijvoorbeeld Adobe RGB (1998) 26 juli 2005 of een andere datum. Hiermee laat u het vorige profiel onaangeroerd. In de toekomst kunt u bij een nieuwe installatie weer van dat profiel uitgaan.

5.2.2 Met behulp van een calorimeter of kleurmeter Een profiel maken van een monitor gebeurt ook met een calorimeter. De sensor meet een flink aantal kleuren op de monitor en legt daarmee het kleurbereik, het gamma en de kleurtemperatuur van de monitor vast. Het profiel wordt automatisch aangemaakt en als standaardprofiel in de profielenmap geplaatst. Als het niet mogelijk is om de monitor goed te kalibreren, bijvoorbeeld omdat het niet mogelijk is om de RGB-waarden van de monitor handmatig of automatisch te wijzigen, dan kan allĂŠĂŠn een profiel worden aangemaakt van de huidige toestand van de monitor. Dat is niet ideaal, maar beter dan helemaal niets doen. Het kalibreren van monitoren was vroeger een dure grap. Maar tegenwoordig zijn er diverse eenvou-


dige en betaalbare monitor kalibratiesets op de markt waarmee u de monitor kunt kalibreren en profileren. Iedere kalibratieset bestaat uit een USB-kleurensensor en de nodige software. De sensor meet de kleuren van de monitor en vergelijkt deze met de kleuren die de grafische kaart genereert. Op deze manier wordt in kaart

Figuur 5.11a/b: De kleurmeter van Eye-One

Beeldscherm kalibreren

Figuur 5.10: Sla het nieuwe kleurprofiel op onder een nieuwe naam

171


gebracht wat het kleurresultaat is als bepaalde kleuren worden gegenereerd. Dit verband wordt vervolgens opgeslagen in het monitorprofiel. In het venster Eigenschappen voor beeldscherm kunt u de kleurprofielen bekijken. Standaard is SRGB ingesteld. Bekende merken zijn: Eye-One van GretagMacbeth (www.chromix.com en www.gretagmacbeth.com) en Monaco Optix XR (www.colourconfidence.nl).

5.2.3 Printer kalibreren

Computergebruik

Nadat de monitor is gekalibreerd, komt de printer aan de beurt. Een standaard target kleurenkaart wordt eerst uitgedraaid. Deze wordt door de densitometer handmatig gescand. Elke rij kleurvierkantjes wordt apart opgeslagen en aan het einde wordt het profiel voor de printer berekend. Apparatuur van een dergelijke kwaliteit is niet goedkoop.

5.2.4 Keuze kleurprofiel Het kleurprofiel dat u meegeeft met een afbeelding is afhankelijk van het gebruik. Meestal volstaat een sRGB-kleurprofiel. Wanneer u een bestand echter gebruikt binnen een workflow naar een drukker, dan is het belangrijk van tevoren af te stemmen met welk kleurprofiel er wordt gewerkt.

172

5.3 Importeren Het importeren van digitale bestanden kan op verschillende manieren. Vanuit de camera, scanner, of vanaf cd-rom en andere opslag. Wij nemen aan dat u als gevorderde fotograaf op de hoogte bent van de eenvoudige import van jpg-bestanden vanuit de camera naar de computer.

OPMERKING

5.3.1 Scannen Voor de uitleg van het scannen van een foto maken we gebruik van Adobe Photoshop CS. U kunt natuurlijk ook gebruik maken van uw eigen beeldbewerkingsprogramma. Voor het scannen van een foto legt u deze op de glazen plaat van de vlakbedscanner. Zorg In elk beeldbewerkingsprogramma is in het menu ervoor dat de glasplaat goed schoon is, omdat vuil Bestand wel een optie en stof mee wordt gescand. U kunt in verschillende om een afbeelding resoluties scannen, afhankelijk van het gebruiks(opzicht) te kunnen doel van de digitale afbeelding. scannen. U kunt gescande afbeeldingen rechtstreeks importeren vanuit elke scanner met een insteekmodule die compatibel is met Photoshop of die ondersteuning biedt voor de


TWAIN-interface. Als u de scan wilt importeren met gebruik van een insteekmodule, doet u het volgende:

Importeren

1. Zorg dat de scanner is aangesloten en aanstaat voordat u Adobe Photoshop start. 2. Kiest in het menu Bestand de optie Importeren en vervolgens de naam van de scanner.

173

OPMERKING

Figuur 5.12: In het menu Importeren kiest u de naam van de scanner

Raadpleeg de scannerdocumentatie voor instructies over het installeren van de scannerinsteekmodule.


OPMERKING

174

Image Ready is een programma van Adobe waarmee u afbeeldingen gereed kunt maken voor het gebruik op internet.

5.3.2 Afbeeldingen importeren via Windows Image Acquisition (WIA) Van bepaalde scanners en digitale camera’s kunt u afbeeldingen importeren via WIA-ondersteuning. Via WIA kunt u afbeeldingen rechtstreeks in Photoshop importeren doordat Photoshop samenWIA is alleen beschikbaar als werkt met Windows XP en de software van de digitale camera u werkt met of scanner. Windows XP.

Het importeren van afbeeldingen van een digitale camera via WIA gaat als volgt:

1. Controleer of het apparaat met WIA-ondersteuning is aangesloten op de computer en of de voeding is ingeschakeld. 2. Kies in het menu Bestand de optie Importeren, WIA-ondersteuning. 3. Kies in het gelijknamige venster de locatie op de computer waar u de afbeeldingsbestanden wilt opslaan door op de knop Bladeren te klikken. 4. Zorg dat in het venster WIA-ondersteuning de optie Opgehaalde afbeelding(en) openen in Photoshop is ingeschakeld (Bestand, Importeren, WIA-ondersteuning). 5. Schakel deze optie uit als u een groot aantal afbeeldingen importeert of als u de afbeeldingen op een later tijdstip wilt bewerken. 6. Selecteer Unieke submap maken met datum van vandaag als u de geïmporteerde bestanden direct wilt opslaan in een map met de huidige datum als naam. 7. Klik op Starten. 8. Selecteer de scanner waarmee u de foto wilt binnenhalen.

OPMERKING

Computergebruik

OPMERKING

3. Als uw scanner niet is geleverd met een stuurprogramma dat compatibel is met Photoshop, importeert u de scan via de TWAIN-interface. 4. Als u de scan niet kunt importeren via de TWAIN-interface, gebruikt u de software van de fabrikant van de scanner om afbeeldingen te scannen en slaat u de afbeeldingen op als TIFF-, PICT- of BMP-bestanden. 5. Open de bestanden vervolgens in Adobe Photoshop of Adobe ImageReady.

Als de naam van uw camera niet in het submenu wordt weergegeven, controleert u of de software en stuurprogramma’s goed zijn geïnstalleerd en de camera is aangesloten.


9. De gegevens uit de scanner worden overgebracht. Dit kan even duren omdat de lamp van de scanner eerst moet opwaren.

Importeren

Figuur 5.13: In het venster WIA-ondersteuning controleert u de opties

175

Figuur 5.14: Een foto scannen met WIA-ondersteunende software Meestal kunt u eerst een voorbeeld scannen en daarmee het formaat van de scan bepalen. Ook kunt u de kwaliteit instellen in het venster Geavanceerde eigenschappen (zie figuur 5.15). Vervolgens scant u de foto en de hogere kwaliteit.


Computergebruik

10. Kies de afbeelding of afbeeldingen die u wilt importeren: Als u de afbeeldingen van een digitale camera importeert, doet u het volgende: 1. Klik op de afbeelding in de lijst met miniaturen om de afbeelding te importeren. 2. Houd de Shift-toets ingedrukt en klik op meerdere afbeeldingen om deze afbeeldingen tegelijk te importeren. 3. Klik op Alles selecteren om alle beschikbare afbeeldingen te importeren. 4. Klik op Foto’s laden om de afbeelding te importeren.

5.3.3 Afbeeldingen importeren via de TWAIN-interface

OPMERKING

176

Figuur 5.15: De geavanceerde eigenschappen voor de scan instellen

TWAIN is een platformonafhankelijke interface voor het importeren van afbeeldingen die zijn vastgelegd met bepaalde digitale camera’s. U moet de bij de camera geleverde TWAIN-stuurprogramma’s installeren voordat u afbeeldingen van de camera in Photoshop en ImageReady kunt importeren via de TWAIN-interface. Raadpleeg de documentatie bij het apparaat voor installatie-instrucAls meerdere TWAIN-apparaten zijn geïnstalleerd op uw computer en u wilt ties. Kies in het menu Bestand de overschakelen tussen apparaten, kies optie Importeren en kies het appadan opnieuw de opdracht TWAIN selecteraat dat u wilt gebruiken in het ren. Importeer de afbeelding door in het menu Bestand, de optie Importeren, submenu. TWAIN verkrijgen te kiezen.


5.4 De Camera Raw-insteekmodule

Het verwerkingsproces van digitale fotobewerking en opslag ziet er dan als volgt uit: I I I

I I I I

Stap 1: Digitale opname of scan. Stap 2: Download de foto naar de computer. Stap 3: Foto’s rangschikken (voeg trefwoorden toe en maak groepen), en een opname selecteren. Stap 4: Pas de Raw-conversie toe van een opname en pas de instellingen aan. Stap 5: Digitale bewerking van de foto. Stap 6: Resultaat opslaan. Stap 7: Archivering.

De Camera Raw-insteekmodule

Lastiger wordt het als u met RAW-bestanden gaat werken. Het is dan belangrijk op de ‘workflow’ goed te organiseren. Met de Photoshop Camera Raw plug-in is het mogelijk om direct originele gegevens die zijn opgenomen door de beeldsensor te bewerken. U kunt RAW-bestanden openen, voordat de omzetting naar JPEGen TIFF-formaten is gebeurd. Vervolgens kunt u de witbalans, verzadiging en scherpte aanpassen in plaats van deze beslissingen over te laten aan de automatische instelling van de camera.

177

1 Digitale opname of scan

2 Download de foto naar de computer

5 Digitale bewerking

6 Resultaat

4 Raw-conversie en aanpassen instellingen

7 Archiveren

opslaan

Photoshop cs2 3

Foto’s rangschikken (groepen/ trefwoorden) en een opname selecteren

Figuur 5.16: De workflow van digitale fotobewerking

Er zijn veel verschillende soorten RAW-bestanden en u hebt speciale plug-ins nodig om deze te kunnen inlezen. Hoewel elke camera de Camera Raw-afbeeldingsgegevens opslaat in een uniek formaat, kan een groot aantal Camera Raw-bestandsformaten worden geopend met behulp van de insteekmodule Photoshop Camera Raw. De Camera Raw-afbeeldingsbestanden worden rechtstreeks in Photoshop getoond in het bladerprogramma en kunnen van daaruit worden geopend. U kunt


deze dan direct bewerken, waardoor de workflow wordt verbeterd. Met de insteekmodule Photoshop Camera Raw kunt u een grote verscheidenheid aan aanpassingen aanbrengen, zodat u het Camera Raw-afbeeldingsbestand kunt omzetten in een afbeelding van de hoogste kwaliteit.

Computergebruik

Het programma is gratis te downloaden van Adobe’s website (www.adobe.com/ products/photoshop/cameraraw.html). De plug-in voor Adobe CS 2 voegt nieuwe ondersteuning toe voor digitale camera’s van toonaangevende fabrikanten, zoals Fujifilm, Kodak, Leaf, Leica, Nikon, Olympus, Panasonic, Pentax en Sony.

178

Figuur 5.17: Op de website van Adobe haalt u Camera Raw op

Met de herziene versie van het bladerprogramma in Adobe Photoshop CS2, Adobe Bridge, is het mogelijk om miniatuurweergaven en grote voorbeelden van opgenomen RAW-foto’s te bekijken. Deze zijn gemakkelijk te sorteren en u kunt groepsaanpassingen maken. Ondersteuning van 16-bit beelden voorziet in de mogelijkheid voor optimale beeldkwaliteit en het in tact houden van de verschillende lagen bij het bewaren van bestanden. De nieuwe interface van Camera Raw in Photoshop CS omvat nu ook een geavanceerde bediening met een schaalverdeling en de mogelijkheid om aangepaste kleurprofielen te maken. Deze kunt u voor individuele camera’s opslaan. In het PDF-bestand dat na het downloaden en uitpakken van de plug in wordt vertrekt, vindt u een overzicht van alle cameratypen die door Camera Raw worden ondersteund.


5.4.1 Camera Raw installeren in Photoshop CS Na het downloaden van een ZIP-bestand, gebruikt u WinZip van Nico Mak Computing (www.winzip.com) of PKZIP van PKWare, Inc. (www.pkware.com) om het bestand uit te pakken. Beide versies zijn beschikbaar als probeer- en koopversies. De nieuwe versie van de Camera Raw-plug-in vervangt de oorspronkelijke plug-in die samen met Photoshop CS2 is ge誰nstalleerd. Installeren in Adobe Photoshop CS2: 1. 2. 3. 4.

Sluit Photoshop CS2. Open de map Mijn computer. Dubbelklik op station (C:). Open de map Program Files\Common Files\Adobe\Plug-Ins\CS2\File Formats (zie figuur 5.19). 5. Verplaats de huidige Camera Raw 8bi plug-in naar een andere plaats, bijvoorbeeld een nieuwe map op uw bureaublad. Bewaar deze versie voor het geval er iets misgaat bij de installatie. 6. Kopieer de nieuwe Camera Raw plug-in, Camera Raw.8bi, vanuit de downloadmap in dezelfde map als bij stap 4. 7. Start Photoshop CS of Adobe Bridge.

De Camera Raw-insteekmodule

Figuur 5.18: Met Camera Raw opent u in Adobe Bridge ook de RAW-bestanden in de map

179


Computergebruik

Figuur 5.19: Camera Raw kopieert u na het downloaden naar de map Adobe Plug-ins

180

5.4.2 Dialoogvenster Camera Raw

OPMERKING

Met behulp van de plug-in kunt u een RAW-bestand openen. De afbeelding wordt geopend in het dialoogvenster Camera Raw (zie figuur 5.20). Camera Raw probeert een perfecte versie van het beeld te genereren en stelt een viertal belangrijke instellingen automatisch in. In extra tabbladen vindt u onder meer opties om te corrigeren van vignettering en chromatische aberratie, scherpte en het toekennen van een cameraprofiel. Nieuw zijn de selectievakjes Schaduwen en Hooglichten boven in het venster. Hiermee ziet u tijdens een correctie of pixels volledig zwart of wit worden. Het is mogelijk meerdere RAW-beelden tegelijk te laden en instellingen via een knop Synchroniseren toe te passen op alle geladen opnamen. U kunt de instellingen in het venster opslaan voor een bepaalde camera of voor een bepaalde belichtingsomstandigheid, zodat u de instellingen opnieuw kunt gebruiken om een ander Camera Raw-afbeeldingsbestand of een batch Camera Raw-afbeeldingsbestanden te openen. U kunt instellen dat het dialoogvenster niet voor elk bestand wordt weergegeven wanneer u een batch Camera Raw-bestanden opent. Het dialoogvenster Camera Raw wordt standaard niet weergegeven wanneer een batch Camera Raw-bestanden voor een webfotogalerie, figuurpakket of contactblad wordt gebruikt.


1 Dialoogvenster Camera Raw 2 De gereedschappen Zoomen, Handje en Witbalans 3 Voorvertoning van de afbeelding 4 Camera, bestandsnaam en EXIF-gegevens 5 Histogram 6 Basismodus 7 Geavanceerde modus voor extra tabbladen

8 Menu van de Photoshop Camera Rawinsteekmodule 9 Menu voor zoomniveau 10 Afbeeldingskenmerken 11 Knoppen voor het roteren van de voorvertoning 12 Correctieregelaars

5.4.3 De tabbladen De tabbladen in het venster Camera Raw bevatten opties om de afbeelding aan te passen. Er zijn mogelijkheden om de afbeelding te corrigeren, details, lens, curve en kalibratie aan te passen. We bespreken in het kort de opties op de verschillende tabbladen.

Corrigeren Het tabblad Corrigeren ligt voor bij het openen van een RAW-bestand. Met de opties in dit tabblad hebt u veel mogelijkheden om de opname te corrigeren. Omdat de informatie direct van de beeldsensor komt en niet is gecomprimeerd naar een JPEG-bestand, beschikt het beeldbestand nog over de informatie voor witbalans, temperatuur, kleur, belichting, enzovoort. Als u het beeldscherm hebt gekalibreerd, dan krijgt u in het voorbeeldvenster precies te zien hoe de afbeelding eruit komt te zien. Als u de afbeelding gaat afdrukken, is het wel zaak dat de printer hetzelfde

De Camera Raw-insteekmodule

Figuur 5.20: Een RAW-bestand opent u vanuit Adobe Bridge in Photoshop CS2

181


kleurprofiel gebruikt dat u de printer hebt gekalibreerd (zie de beschrijving hiervoor).

Computergebruik

OPMERKING

1. Wijzig de instellingen, zoals de afbeeldingskenmerken (het profiel voor de doelkleurruimte, de bitdiepte, de pixelgrootte en de resolutie), de witbalans, de belichting, de toon, de scherpte, de vloeiendheid en de kleurruisreductie. Als u de oorspronkelijke instellingen voor alle opties wilt herstellen, houdt u Alt ingedrukt. De knop Annuleren verandert in de knop Herstellen. Houd de toets ingedrukt en klik op de knop Herstellen.

2. Als u het keuzevakje Automatisch gebruikt, kiest het programma zelf de ideale instelling. Als u alle gewenste aanpassingen hebt aangebracht, klikt u op Gereed (zie figuur 5.21) Er wordt een kopie van het Camera Raw-afbeeldingsbestand met de toegepaste instellingen van de Photoshop Camera Raw-insteekmodule in Photoshop geopend. Vervolgens kunt u de afbeelding bewerken en opslaan in een formaat dat door Photoshop wordt ondersteund.

182

OPMERKING

Het oorspronkelijke Camera Raw-afbeeldingsbestand blijft ongewijzigd. De instellingen die zijn toegepast op de Camera Raw-afbeelding worden opgeslagen in het Camera Raw-databasebestand of in een secundair XMP-bestand. Hoewel u in Photoshop en ImageReady wel Camera Raw-afbeeldingsbestanden kunt openen, is het niet mogelijk een afbeelding op te slaan als Camera Raw-afbeeldingsbestand. In Photoshop is wel het formaat Photoshop Raw beschikbaar, maar dit is niet hetzelfde formaat als het Camera Raw-bestandsformaat. Een Camera Raw-afbeeldingsbestand bevat de onverwerkte bits van de CCD of CMOS van de camera. Op deze gegevens moeten nog veel bewerkingen worden uitgevoerd, zoals de aanpassingen die worden aangebracht met de Photoshop Camera Rawinsteekmodule. Het Photoshop Raw-formaat (.raw) is een flexibel bestandsformaat voor het overdragen van afbeeldingen tussen applicaties en computerplatforms.

TIP

Details Met de knop Scherpte kunt u de scherpte in een bepaald detail opvoeren. Zoom hiervoor in op het detail dat u zeker scherp wilt afbeelden en Druk op de Ctrl-toets en klik op de afbeelding in het voorbeeldvenster. Houd de muisbekijk het effect van het knop vast terwijl u een ander detail in de schuiven met de knop. afbeelding naar voren haalt.


De optie Reductie kleurruis helpt om verkleuringen in het beeld op te lossen. Deze kan ontstaan als er sprake is van onderbelichting van een opname.

Figuur 5.22: Details in een afbeelding kunt u iets verscherpen

De Camera Raw-insteekmodule

Figuur 5.21: Een afbeelding corrigeren tot het gewenste resultaat is bereikt

183


Lens

Computergebruik

Het tabblad Lens bevat functies voor het compenseren van de kleurafwijking en vignettering die door een digitale camera kunnen worden veroorzaakt. Meestal komt dit voor als een donkerobject tegen een lichte of witte achtergrond afsteekt, zoals bomen tegen de lucht. In het voorbeeldvenster kunt u het effect van de bewerking met de knoppen Rode/Cyaan rand corrigeren en Blauwe/gele rand corrigeren. Vignettering ontstaat aan de randen van een beeld, als de lens een kleiner beeld op de sensor werpt in verhouding tot de sensorafmeting. U ziet dan zwarte schaduwen in de hoeken van het beeld. Met de knoppen Hoeveel en Middelpunt past u de correctie toe. U kunt natuurlijk ook een vignet toepassen om het midden van de afbeelding te benadrukken (zie figuur 5.23).

184

Figuur 5.23: In het tabblad Lens kunt u een vignet toepassen

Curve In het tabblad Curve past u het contrast in een afbeelding aan. U hebt de mogelijkheid uit Lineair, Normaal contrast, Schril contrast en Eigen. In het voorbeeldvenster ziet u direct het resultaat. U kunt ook aan de curve trekken. Naar boven toe vermeerdert het contrast, naar onder vermindert deze. Het is zo mogelijk om speciale effecten aan een afbeelding te geven (zie figuur 5.24).

Kalibreren Het tabblad Kalibreren bevat functies voor het corrigeren van een kleurzweem in de schaduwen en voor het aanpassen van het ingebouwde Camera Raw-profiel om


de rendering van niet-neutrale kleuren te wijzigen. Het venster bevat knoppen voor schaduwkleur, en kleurtoon en verzadiging voor rood, groen en blauw.

Figuur 5.25: Het tabblad Kalibreren

De Camera Raw-insteekmodule

Figuur 5.24: De kleurtooncurve van een afbeelding aanpassen

185


OPMERKING

De Camera Raw-voorkeuren, het tabblad Lens en het tabblad Kalibreren zijn niet beschikbaar als het dialoogvenster Camera Raw in de basismodus wordt weergegeven.

Computergebruik

TIP

Het histogram en de RGB-niveaus gebruiken

186

In het Photoshop Camera Raw-histogram worden de drie kanalen (rood, groen en blauw) van de afbeelding tegelijkertijd weergegeven. Wanneer u de instellingen in het dialoogvenster Camera Raw wijzigt, wordt het histogram automatisch bijgeAls u het gereedschap Zoomen, Handje of Witbalans op de voorwerkt. Als u de aanwijzer van een gereedvertoning van de afbeelding schap op een gebied van de voorvertoning plaatst, worden de RGB-waarden plaatst, worden de RGB-waarden weergevoor het desbetreffende gebied geven. weergegeven.

5.4.4 De gereedschappenbalk De werkbalk boven in het Camera Raw-venster bevat knoppen waarmee u bepaald gereedschap kunt activeren (zie figuur 5.26). 2 1

4 3

6 5

8 7

Figuur 5.26: De werkbalk met de gereedschappen in RAW 1. Zoomen 2. Handje 3. Witbalans

4. Kleurenpipet 5. Uitsnijden 6. Rechttrekken

7. 90ยบ linksom roteren 8. 90ยบ rechtsom roteren

Voorvertoning roteren Klik op de knoppen voor het roteren van de voorvertoning. De rotatie wordt toegepast op de voorvertoning in het dialoogvenster Camera Raw. Wanneer het bestand wordt geopend in een documentvenster, wordt de rotatie automatisch toegepast. Doordat de Camera Raw-instellingen van een afbeelding worden opgeslagen door Photoshop, wordt de rotatie toegepast op de voorvertoning in het dialoogvenster wanneer u het Camera Raw-bestand opnieuw opent.

In- en uitzoomen op de voorvertoning Voer een van de volgende handelingen uit:


Als de voorvertoning groter is dan het weergavevenster, kunt u de afbeelding verslepen met het gereedschap Handje om de andere gedeelten van de afbeelding zichtbaar te maken. Wanneer u met een ander gereedschap werkt, kunt u de spatiebalk ingedrukt houden om het gereedschap Handje te gebruiken.

De optie Voorvertoning uitschakelen Als u de optie Voorvertoning uitschakelt, wordt de ongewijzigde afbeelding weergegeven (zonder de wijzigingen in de afbeeldingsinstellingen).

5.5 Uitgebreide 16-bits ondersteuning In Adobe Photoshop CS2 is het mogelijk om nauwkeurigere bewerkingen en retoucheringen uit te voeren dankzij de verbeterde ondersteuning voor 16-bits afbeeldingen in belangrijke functies als lagen, penselen, tekstvormen, enzovoort.

Uitgebreide 16-bits ondersteuning

1. Kies een percentage in het menu voor het zoomniveau. 2. Selecteer het gereedschap Zoomen en sleep vervolgens om een gebied te selecteren of klik in de voorvertoning. Als u wilt uitzoomen, houdt u Alt ingedrukt terwijl u het gereedschap Zoomen gebruikt.

187

Bitdiepte, ook wel pixeldiepte of kleurdiepte genoemd, geeft aan hoeveel kleurinformatie beschikbaar is voor het weergeven of afdrukken van elke pixel in een afbeelding. Een grotere bitdiepte (meer bits informatie per pixel) betekent meer beschikbare kleuren en een nauwkeuriger weergave van kleur in de digitale afbeelding. Bijvoorbeeld, een pixel met een bitdiepte van 1 kan twee waarden hebben, zwart en wit. Een pixel met een bitdiepte van 8 heeft 28, oftewel 256 mogelijke waarden. En een pixel met een bitdiepte van 24 heeft 224, oftewel ongeveer 16 miljoen mogelijke waarden. De meest voorkomende bitdiepten variĂŤren van 1 tot 64 bits per pixel. Meestal bevatten afbeeldingen in de instelling Lab, RGB, Grijswaarden en CMYK 8 bits informatie per kleurkanaal (zie figuur 5.27). Dit komt overeen met een 24bits bitdiepte in de instelling Lab (8 bits x 3 kanalen), een 24-bits bitdiepte in de modus RGB (8 bits x 3 kanalen), een 8-bits bitdiepte voor grijswaarden (8 bits x 1 kanaal), een 32-bits bitdiepte in de modus CMYK (8 bits x 4 kanalen). Photoshop kan ook werken met Lab-, RGB-, CMYK-, multikanaal- en grijswaardenafbeeldingen met 16 bits kleurinformatie per kleurkanaal.


Computergebruik

Figuur 5.27: In het menu Modus vindt u de verschillende instellingen voor een afbeelding

188

Figuur 5.28: Een RAW-bestand openen in Capture One


U kunt uw RAW-bestanden ook bewerken met Capture One van Phase One.Voorwaarde is wel dat de RAW-opnamen gemaakt zijn met een camera die in de lijst met ondersteunde RAW-versies voorkomt. Uiteraard zijn dit de meest voorkomende digitale spiegelreflexcamera’s, maar de high end camera’s van Sony, zoals de F-828 en V3 komen niet in dit rijtje voor (juni 2005). Het programma wordt geleverd met een ‘Getting started’ voor pc en Mac in het Engels/Amerikaans, Duits, Frans en Spaans. Op de website www.phaseone.com vindt u een probeerversie (Software, Capture One Pro software, Download trial), tutorials en een on line helpbestand.

5.6.1 Argumenten voor gebruik Capture One geeft een aantal argumenten waarom u deze software zou gebruiken. We noemen er hier een paar: 1. Verbetert de beeldkwaliteit van RAW-bestanden aanzienlijk. 2. Maakt uw RAW-beelden af: als professioneel fotograaf zijn 90% van uw foto’s klaar om direct te worden gebruikt nadat deze door door Capture One zijn bewerkt. 3. Ontworpen door fotografen voor fotografen: het ontwerp van Capture One’s logische workflow past bij de manier waarop fotografen denken. 4. Controleert uw workflow: Capture One gaat intelligent om met RAW-bestanden en werkt snel zodat er meer tijd overblijft voor het werken achter de camera.

5.6.2 Hoofdvenster Het hoofdvenster bestaat uit vier onderdelen: 1. Links tonen de miniaturen informatie over de digitale bestanden in de geopende map en worden gebruikt om een afbeelding te selecteren. 2. In het centrum staat een voorbeeldweergave van de actieve afbeelding. Klik op een miniatuur en de afbeelding wordt hier weergegeven. 3. Rechts staat een venster om de afbeelding te verbeteren. 4. Bovenaan het venster staat een knoppenbalk en een gereedschapsbalk om de venster te kiezen waarmee u de afbeelding optimaliseert.

5.6.3 Een map met foto’s openen Om een map met foto’s te openen, klikt u op de knop Open/Create new session waarna het gelijknamige venster wordt geopend. Typ de naam voor de nieuwe sessie in het veld Session. Klik op Open.

Capture One Pro – Phase One

5.6 Capture One Pro – Phase One

189


Als u uw RAW-afbeeldingen in Capture One vanaf de harde schijf wilt openen, selecteer dan het gereedschap Organize. Sleep vervolgens de map met de foto’s naar het bovenste venster Favorites (Favorieten). Om de foto’s van externe media te kopiëren, klik-en-sleep de foto’s naar de map Capture.

Computergebruik

5.6.4 Foto’s importeren

190

Om een foto te importeren verbindt u de kaartlezer met uw computer en stopt u de CompactFlash-kaart of Microdrive-kaart in een USB-poort. Het venster Detected Phase One Media Reader gaat automatisch open. U kunt desgewenst de bestandsnamen hernoemen als deze worden geïmporteerd door het keuzevakje aan te vinken en de naam die u wilt gebruiken in te voeren in het veld ernaast. De verschillende tabbladen bevatten opties waarmee u de instellingen voor de afbeelding kunt aanpassen.

5.6.5 Witbalans (White Balance) Om de witbalans van afbeeldingen aan te passen, selecteert u een foto die een grijskaart bevat of neutraal wit of een grijsgebied. Selecteer de druppelaar (picker cursor tool). Klik op het neutrale gebied in de foto dat in het voorbeeldvenster te zien is.

5.6.6 Belichting, contrast en verzadiging Het tabblad Exposure op de knoppenbalk. Exposure (EC) en Contrast (CC) kunnen gemakkelijk worden ingesteld met behulp van de schuifbalken bovenaan het venster. Met Saturation (CS) past u de verzadiging van kleuren in de afbeelding aan.

5.6.7 Focus en scherpte Focusing is het proces waarmee u de focus en het toepassen van de scherpstelling in een foto toepast. Gebruik het handje en selecteer een gebied in de afbeelding waarmee u in het voorbeeldvenster wilt werken. Het focusgereedschap toont een groter venster waarmee u de focus en scherpte kunt controleren. Gebruik de schuifknoppen om beeldscherpte aan te passen.

5.6.8 View In het menu View past u de instellingen voor het venster aan. Klik op View, Maximum Preview (F9) om het voorbeeld groot in het venster te bekijken (zie figuur 5.29). Kies Full Screen (F7) als u de tabbladen met instellingen bij de hand wilt houden. Figuur 5.29: Een afbeelding na de bewerking Maximum Preview


Adobe Digital Negative (.DNG)-bestandsformaat

5.7 Adobe Digital Negative (.DNG)-bestandsformaat

OPMERKING

Naast de Adobe Camera Raw Plug-in heeft Adobe een DNG-converter, die onlangs is uitgebreid met nieuwe mogelijkheden. Adobe’s open DNG-specificatie geeft meer flexibiliteit doordat foto’s compatibel zijn met veel softwaretoepassingen die het DNG-formaat al ondersteunen, evenals toekomstige DNG-software en -hardware. Tegenwoordig worden veel ruwe fotobestanden opgeslagen in merkgebonden, niet gedocumenteerde formaten die niet alleen per leverancier verschillen, maar ook per camera. De DNG-converter zet ruwe ongelijksoortige fotobestanden direct vanuit de Adobe DNG-converter om in een universeel DNG-bestand, oftewel digitaal negatief bestandsformaat voor langdurige archivering. Dit is met Het belang van deze conversie is het gebruik van uw digitale bestanden over name handig als DNG niet het een aantal jaren. Het zou natuurlijk een originele bestandsformaat van de ramp zijn dat u uw RAW-bestanden over camera is. zeg 20 jaar niet meer kunt openen, omdat het programma dat u dan gebruikt de RAW-versie niet ondersteunt. Adobe hecht er belang aan dat alle fabrikanten hun specificaties van het RAW-bestand vrijgeven om deze in met de DNG-converter om te kunnen zetten. Niet alle camerafabrikanten zijn echter al zover dat ze deze informatie willen prijsgeven.

De Adobe DNG-converter kan alle door de Camera Raw-plug-in ondersteunde ruwe fotoformaten omzetten in het universele DNGbestandformaat. Fotografen kun-

191


nen hiermee ruwe bestanden in één enkel universeel bestandsformaat opslaan. De nieuwe DNG-converter biedt nu ook de mogelijkheid om de originele, merkgebonden RAW-bestanden in het omgezette DNG-bestand op te slaan, zodat alle versies van de foto behouden blijven. De Adobe DNG-converter is gratis beschikbaar op www.adobe.nl/dng. Daarnaast heeft Adobe een openbare licentie voor de DNGspecificatie op zijn website www.adobe.nl/products/dng/license.html. Deze is bedoeld voor particulieren of organisaties die hard- of software willen ontwikkelen of distribueren die werken volgens de DNG-specificatie. Figuur 5.30: In DNG Converter kiest u de RAW-bestanden die u wilt omzetten naar een

Computergebruik

digitaal negatief

OPMERKING

192

Hasselblad en Leica Camera AG ondersteunen Digital Negative Specification (DNG). Hasselblad zal export naar het Digital Negative (.DNG)bestandsformaat mogelijk maken en Leica biedt in zijn nieuwe camera’s ondersteuning voor het DNG-formaat. Ook andere gerespecteerde softwarebedrijven waaronder Phase One (Capture One), DxO Labs, Extensis Portfolio en iView, ondersteunen dit bestandformaat voor het archiveren van ruwe bestanden.


5.8 Adobe Bridge Adobe Bridge is het nieuwe navigatiecontrolecentrum of bestandenbrowser van Photoshop CS2. Het is heel anders dan in de vorige versies en bevat veel meer informatie. Het venster toont niet alleen de metagegevens van JPEG-bestanden, maar ook een indeling in trefwoorden. Hiermee is het mogelijk om op een vaste schijf of in een netwerk te zoeken op metagegevens, waaronder opmerkingen bij versies of kenmerken zoals alle bestanden waarin een bepaalde Pantone-kleur of een reeks lettertypen wordt gebruikt. U kunt Adobe Bridge los van Photoshop openen met behulp van een pictogram op het bureaublad.

Adobe Bridge

1

193

Figuur 5.31: De bestandenbrowser voor het zoeken naar beelden die u wilt bewerken 1. Het menu Zoeken in 2. Het tabblad gegevens 3. Menubalk

4. Inhoud van een map 5. Aanpassen miniatuurgrootte

5.8.1 Vensterindeling Adobe Bridge is zo ingericht dat u gemakkelijk de bestanden die u dagelijks nodig hebt, kunt ordenen, zoeken en snel bekijken. U krijgt een voorbeeld van een bestand te zien en kunt de schaalgrootte van de miniaturen aanpassen. Het is ook mogelijk om door een PDF-bestand te bladeren, rechtstreeks vanuit het deelvenster Voorbeeld. Het venster is als volgt verdeeld:


I

I

I

Computergebruik

I

De menubalk staat boven in het venster en bevat opdrachten die specifiek zijn voor Adobe Bridge. Het menu Zoeken in toont de hiĂŤrarchie van een map, maar ook de favoriete en laatste mappen die zijn geopend. Met dit menu krijgt u snel toegang tot mappen waarvan u de inhoud wilt zien. De menubalk helpt om efficiĂŤnt met uw bestanden om te gaan. Ze staan rechts van het Zoeken in-menu. Het tabblad Favorieten geeft u snel toegang tot mappen als Version Cue, Adobe Stock Photos, Verzamelingen, en Bridge Centre (alleen in de Adobe Creative Suite). Net als alle andere vensters staat het links van het Bridge-venster (zie figuur 5.32).

194

Figuur 5.32: In Favorieten vindt u de belangrijkste mappen naar uw beeldbestanden I

I

I

Het mappenvenster toont de hiĂŤrarchie in een map. Gebruik het om naar de juiste map te bladeren. Het voorbeeldvenster toont een voorbeeld van het geselecteerde bestand. Dit is gescheiden van en groter dan de miniatuurbeelden die in het gebied van de inhoud van een map staan. U kunt het voorbeeld vergroten of verkleinen. Het tabblad Metagegevens bevat de metagegevens van het geselecteerde bestand, waaronder de cameragegevens (Exif). Als u een RAW-bestand hebt geopend, vindt u daarvan ook alle informatie (zie figuur 5.33). Als er meerdere gegevens zijn geselecteerd of selecties met hetzelfde trefwoord, opnamedatum en belichtingsgegevens staan deze ook in dit venster.


Adobe Bridge

Figuur 5.33: De metagegevens van een bestand staan linksonder in het venster

195

5.8.2 Browsermenu De browser heeft bovendien een eigen menu, waarmee allerlei acties direct vanuit de browser zijn te doen. Zo kunt u bijvoorbeeld een aantal bestanden in de browser selecteren en dan in het menu Automatisch voor Webfotogalerie kiezen. In dit menu vindt u ook de optie Photomerge, waarmee u panoramafoto’s kunt maken uit een serie opnamen.

TIP

5.8.3 Photomerge In het vorige hoofdstuk is het werk van Don Hofstee behandeld, die met een speciale fish-eye-lens panoramafoto’s maakt. Als u niet over een dergelijke lens beschikt, dan kunt u opnamen maken van een Om belichtingsverschillen te voorkomen, maakt u alle opnamen met hetzelfde diafragma en slui- panorama en deze aan tertijd. Laat de foto’s ongeveer 30% overlapelkaar naaien (stichen). pen, zodat het programma automatisch gelijke punten in twee foto’s kan herkennen. Deze punten worden gebruikt om de foto’s exact aan elkaar te zetten.


Computergebruik

1. Selecteer in Bridge de foto’s die uw aan elkaar wilt zetten voor het maken van een panorama (figuur 5.34). 2. Klik op Gereedschappen, Photoshop, Photomerge. Een macro plakt de foto’s aan elkaar (zie figuur 5.35). Als dit niet helemaal lukt, kunt u op een foto klikken en deze naar de juiste plaats slepen. Klik op OK als u klaar bent. 3. Sla het panorama op als PSD-bestand onder een passende naam. Het panorama wordt gerenderd. 4. Snijd, indien gewenst, het panorama bij om hoogteverschillen tussen de verschillende afbeeldingen op te heffen (zie figuur 5.36). 5. Sla het panorama opnieuw op.

196

OPMERKING

Figuur 5.34: Panoramafoto’s van Termuntenzijl maken in de Adobe Bridge U ziet in afbeelding 5.35 dat de fotograaf de belichting van de foto’s niet juist heeft ingesteld. Hierdoor ontstaan kleurverschillen, die vooral in de lucht moeilijk zijn op te heffen.


Adobe Bridge

Figuur 5.35: Bridge stelt aan de hand van de geselecteerde foto’s het panorama samen

197

Figuur 5.36: Het resultaat snijdt u bij om hoogteverschillen op te heffen

5.8.4 Contactbladen (Contactsheet II) Een andere handige functie is het maken van contactbladen, die u bijvoorbeeld kunt meegeven aan anderen om foto’s uit een digitaal bestand te kunnen zoeken. Bijvoorbeeld bij (na)bestellingen van foto’s.


Als u meerdere contactbladen maakt, dan liggen deze op klaar. Door klikken-en-slepen kunt u de contactbladen van elkaar af halen. Druk de contactbladen af op geschikt fotopapier.

Computergebruik

TIP

1. Selecteer in de Adobe Bridge de foto’s waarvan u een contactsheet wilt maken. 2. Klik op Gereedschappen, Photoshop, Contact Sheet II. 3. Wijzig desgewenst de opties in het venster Contactblad II (zie figuur 5.37). Zo kunt u het formaat van het contactvel wijzigen; het aantal kolommen en rijen bepalen en de resolutie aanpassen. 4. Klik op OK als u de instellingen hebt aangepast. 5. De contactbladen die u kunt afdrukken worden automatisch gemaakt (zie figuur 5.38). Afhankelijk van het aantal foto’s kan dit enige tijd duren. Van elke afbeelding wordt namelijk een miniatuur gemaakt die op het contactvel wordt gekopieerd.

198

Figuur 5.37: De opties in het venster Contactblad II aanpassen


Adobe Bridge 199

Figuur 5.38: Voorbeeld van een contactblad dat in de Bestandenbrowser is gemaakt

5.8.5 Beheer van afbeeldingen In Adobe Bridge kunt u ook uw bestanden archiveren. Zo kunt u bestanden roteren, verplaatsen en verwijderen. Met Rotatie toepassen kunt u een bestand ook echt roteren (niet alleen de miniatuurweergave) zonder het eerst in Photoshop te openen. Bij JPEG-bestanden roteert u zonder kwaliteitsverlies, doordat er niet opnieuw in JPEG wordt gecomprimeerd. In het tabblad Trefwoorden staan toegewezen trefwoorden voor Gebeurtenissen, Mensen en Plaatsen. Door met de rechtermuisknop in het tabblad te klikken kunt u een trefwoord toevoegen of een nieuwe trefwoordenset. Verder kunt u een aantal bestanden markeren met een van de labels in het menu Label. Selecteer daarvoor een of meer bestanden en kies een kleur in het menu Label. Om een label te verwijderen kiest u Geen.


5.9 Archiveren Voor het archiveren van uw opnamen kunt u ook gebruikmaken van speciale programmatuur waarmee u digitale foto’s kunt indelen in categorieën en elke foto van een naam kunt voorzien. Er zijn verschillende programma’s, zoals Picasa (Google), iMatch en iView. Het laatste programma wordt door veel professionele fotografen gebruikt en geprezen. In deze paragraaf vindt u een korte beschrijving van de mogelijkheden.

Computergebruik

5.9.1 Opzet archief

200

Het opzetten van een beeldarchief is voor een digitale fotograaf een noodzaak om gemaakte beelden terug te kunnen vinden. De eerste vorm van archivering vindt plaats bij het opslaan van de foto’s op de harde schijf van de computer. Vaak wordt de datum gebruikt om bepaalde opnamen terug te vinden. U moet dan wel onthouden wanneer u de foto hebt gemaakt. Adobe Photoshop maakt gebruik van het datumkenmerk dat met het digitale bestand tijdens de opname wordt meegegeven. Bij het opslaan geeft u de map waarin de foto’s worden bewaard een naam van de plaats, gebeurtenis waar of tijdstip waarop de foto is gemaakt. U kunt ook de datum en de plaats en/of gebeurtenis meegeven. Foto’s worden in de camera meestal voorzien van een nummer. Binnen een map hebt u daarmee een uniek gegeven waarop u kunt zoeken. Het is ook mogelijk om alle namen in een keer aan te passen. U geeft dan ook per digitale afbeelding bijvoorbeeld de datum mee en de plaats waar de opname is gemaakt of een beknopte omschrijving van het onderwerp. U begrijpt dat u met deze manier van archiveren maar heel beperkt bent in het terugvinden van opnamen. Sommige foto’s wilt u meerdere kenmerken geven, zoals de naam van de persoon, de plaats, tijdstip en de overheersende kleur in de opname. Er kunnen ook meer personen op staan. Deze zou u dan allemaal in de naam van het bestand moeten zetten. Dat is wel heel erg lastig en een tijdrovende aangelegenheid.

5.9.2 Metagegevens In Adobe Bridge kunt u de metagegevens van een bestand bekijken (zie figuur 5.39). De gegevens die tijdens een opname worden opgeslagen, kunnen u helpen bij het archiveren. Als u op een willekeurig bestand klikt in Adobe Bridge, dan ziet u eerst de bestandseigenschappen, IPTC Core en vervolgens Cameragegevens (Exif). Zoeken archiveringsprogramma’s maken steeds meer gebruik van deze informatie. In de toekomst zal het mogelijk zijn om alle afbeeldingen op de overheersende kleur weer te geven als in een kleurpalet. Als u foto’s zoekt bij een bepaald artikel van een


iView MediaPro 2

bepaalde kleur, dan is dat gemakkelijk vinden. Ook is men aan de universiteit van Oldenburg bezig om met behulp van GSM de exacte plaats van waar de foto werd gemaakt in het Exif-bestand in te voeren. Zo kunt u dan zoeken naar alle foto’s die op een bepaalde locatie zijn gemaakt. Dat kan bijvoorbeeld voor een makelaar, aannemer of architect handig zijn.

201

Figuur 5.39a/b: De metagegevens van een willekeurig bestand

5.10 iView MediaPro 2 Een groot aantal professionele fotografen gebruikt iView MediaPro 2 om overzicht te houden op de grote hoeveelheid digitale bestanden die op de harde schijf staan. Het is een toepassing voor het archiveren van het beeldmateriaal. Het programma is gemaakt om bestanden zo te archiveren dat u deze gemakkelijk kunt vinden. Het programma zet eerst een database op met pictogrammen van afbeeldingen en bestandskenmerken. Door verschillende categorieën te maken kunt u foto’s in meerdere categorieën plaatsen (zie figuur 5.40).


Computergebruik

Figuur 5.40: Met iView MediaPro kunt u uw beeldbestanden organiseren

202

OPMERKING

Het biedt namelijk een grote hoeveelheid intu誰tieve functies, zoals krachtige diavoorstellingen, velden om trefwoorden in te voeren (annotations) en ondersteunt meer dan 120 bestandsformaten voor verschillende soorten digitale media. iView MediaPro 2 ondersteunt ICC-kleurprofielen voor beeldbestanden in JPEG, TIFF, PICT, PDF en Adobe Photoshop-formaten. Hierdoor is MediaPro geschikt om een kleurprofiel toe te voegen vanuit de bron en de iViewiView MediaPro 2 is leverbaar in het Engels, Frans, Duits, Italiaans en Japans. Meer catalogus, naar de proef en informatie en een handleiding in PDF-foruiteindelijke afdruk. Mediamaat vindt u op de website: www.iviewPro toont in alle weergaven multimedia.com/downloads/index.php. de ware kleuren. Het programma is niet alleen bedoeld voor het organiseren van fotobestanden op de harde schijf. U kunt ook MP3-, video, en andere mediabestanden mee bijhouden. U maakt gemakkelijk diapresentaties, filmpjes, opmaak en contactbladen die u snel en gemakkelijk kunt verspreiden (zie hoofdstuk 7). De kracht van het programma ligt in het gebruiksgemak, de mogelijkheid om het aan te passen aan uw eigen behoeften en de intu誰tieve manier waarop u met het programma omgaat. Een of meerdere bestanden kunnen gemakkelijk worden omgezet, aangewezen en bewerkt.


5.11 Tot besluit

Tot besluit

Het gebruik van de computer is voor de fotograaf naast de ontwikkeling van nieuwe camera’s een nieuw punt van aandacht. De ontwikkelingen gaan daarbij ook heel snel. Het is zaak om aan te haken bij de huidige ontwikkeling en deze te blijven volgen. Het zou best kunnen dat in de toekomst het gebruik van analoge fotografie gaat verdwijnen. Dit onder druk van leveranciers en afnemers die steeds meer eisen gaan stellen aan kwaliteit en snelheid waarmee bestanden geleverd moeten worden.

203


204


6 Digitaal nabewerken

OPMERKING

Bijna geen enkele digitale opname is zo goed dat deze meteen gebruikt kan worden. Een fotograaf die overstapt van analoog naar digitaal zal naast het gebruik van een computer ook moeten leren omgaan met beeldbewerkingsprogramma’s. In dit hoofdstuk maakt u kennis met Adobe Photoshop CS2, de nieuwste versie van het programma.

Veel professionele fotografen werken met Adobe Photoshop. Bijna elk jaar komt er een nieuwe versie. In dit hoofdstuk behandelen we versie CS2 die in juli 2005 is verschenen. Het programma bevat een aantal verbeteringen Adobe Photoshop CS2 kunt u gebruiken samen met de volgende computers: als u ten opzichte van de vorige CSeen Macintosh-gebruiker bent, dient u te versie. In het vorige hoofdstuk beschikken over het besturingssysteem Mac hebt u al kennisgemaakt met OS X 10.2.8 of 10.3.0 tot 10.3.6. Alleen de Adobe Bridge dat u zowel met G3-, G4- of G5-computers zijn voldoende krachtig. Als u met een pc werkt dan hebt als los van Photoshop CS2 u Windows 2000 (met service pack 3) of kunt gebruiken. Veel uitleg Windows XP met een Intel Pentium klasse kunt u echter ook naspelen III of 4 processor. AMD-processors zijn ook met Adobe Photoshop CS. compatibel.

6.1 Werken met RAW-bestanden In het vorige hoofdstuk hebben we laten zien dat u digitale opnamen kunt maken in het bestandsformaat RAW. Met behulp van de RAW-plug-in in Adobe Photoshop CS2 kunt u vanuit Adobe Bridge een bestand direct openen in Camera Raw. U past daarmee de instellingen aan en u slaat het bestand op in een bepaald bestandsformaat.

6.1.1 Bestanden openen Als u de opnamen op het geheugenkaartje naar de harde schijf van de computer hebt gekopieerd, kunt u de bestanden bekijken met Adobe Bridge. In hoofdstuk 5 hebben we dit programma kort besproken.

205


Digitaal nabewerken

1. In het tabblad Favorieten van Adobe Bridge zoekt u de map op waarin de bestanden zijn opgeslagen. (Als er RAW-bestanden in de map staan, dan kan het even duren voordat alle miniaturen zijn gemaakt.) 2. Met behulp van de schuifknop onder in het venster past u desgewenst het formaat van de miniaturen aan (zie figuur 6.1).

206

Figuur 6.1: In Adobe Bridge selecteert u de opname die u wilt openen

– Gebruik kleine miniaturen om snel door de bestanden in de map te bladeren. – Gebruik grote miniaturen om details in afbeeldingen beter te kunnen bekijken en om deze met elkaar te kunnen vergelijken bij het uitzoeken. 3. Als u dubbelklikt op een RAW-bestand, dan wordt deze geopend in Camera Raw (zie hoofdstuk 5.4). 4. Met behulp van de tabbladen en de schuifknoppen rechts in het venster past u de instellingen aan voor kleurtemperatuur, kleur, belichting, schaduwen, enzovoort (zie figuur 6.2). 5. Klik op de knop Gereed. De miniatuur in Adobe Bridge wordt aangepast bij de instellingen. Aan het bestand wordt verder niets gewijzigd, zodat u eindeloos instellingen in RAW kunt blijven aanpassen.


Het is belangrijk om te weten, dat een RAW-bestand te vergelijken is met een analoog negatief. U kunt aan het bestand zelf niets veranderen. Het is echter wel mogelijk om de instellingen die u maakt in het RAW-bestand zelf vast te leggen.

6.1.2 Bestanden opslaan Nadat u de instellingen in het RAW-bestand hebt aangepast, kunt u het opslaan, waarbij u uit een aantal opties kunt kiezen. 1. Klik in het venster Camera Raw op de knop Opslaan. Het venster Opties voor opslaan verschijnt (zie figuur 6.3). – Doel: u kunt het bestand in dezelfde map opslaan of u zoekt hier een andere map. Zoals gezegd is het niet mogelijk om het bestand opnieuw als RAW-bestand te bewaren. U kunt echter wel andere bestandstoevoeging geven, zoals: – DNG/dng: digitaal negatief (zie hoofdstuk 5). – JPG/jpg: het bestandsformaat dat ook veel wordt gebruikt om bestanden direct in de camera op te slaan. – TIF/tif: een universeel formaat dat op alle computerplatforms gebruikt kan worden. – PSD/psd: bestandsformaat dat in Photoshop wordt gebruikt

Werken met RAW-bestanden

Figuur 6.2: Pas het bestand aan met behulp van de opties in het venster

207


Figuur 6.3: In het venster Opties voor opslaan kiest u de manier waarop u het bestand wilt opslaan

Digitaal nabewerken

In dit venster bepaalt u waar en hoe u het bestand wilt opslaan.

208

2. Voor de bestandsnaamgeving zijn maar liefst vier keuzevakken beschikbaar. U kunt in elk vak een van de keuzeopties kiezen, maar ook zelf een naam invoeren. De invoer wordt achter elkaar in de bestandsnaam geplaatst. – – – – –

Documentnaam: de naam uit het RAW–bestand Serienummer: voegt een cijfer toe Letterserie: voegt een van de letters uit het alfabet toe Datum: hiervoor kunt u kiezen uit verschillende soorten opmaak Kwaliteit: afhankelijk van het gebruiksdoel van het bestand, kiest u de kwaliteit waarin het bestand wordt opgeslagen. De laagste kwaliteit gebruikt u bijvoorbeeld voor het gebruik op internet. Wilt u het bestand verder bewerken, bijvoorbeeld door filters en effecten toe te voegen, dan kiest u voor de maximale kwaliteit. 3. Sla het bestand met de gekozen instellingen op die in het venster Opties voor opslaan.

6.2 Adobe Photoshop CS2 Adobe Photoshop CS2 gebruikt u om bestanden na te bewerken. Als u geen RAWopname hebt gemaakt, dan is het raadzaam om altijd in een kopie te werken van het bestand. Als u een back-up maakt op cd-rom, dan staat daarop het origineel (zie hoofdstuk 2). Het is namelijk altijd prettig als u daarop terug kunt vallen.

6.2.1 Welkomstscherm Als u Photoshop CS2 de eerste keer opent, dan verschijnt eerst het Welkomstscherm. Voordat u verder gaat met de fotobewerking en het venster direct sluit, is het wel-


Figuur 6.4: Het Welkomstscherm voert naar documenten met informatie over Photoshop CS2

Adobe Photoshop CS2

licht beter om eerst de opties in dit menu te bekijken. Onder Nieuw in Photoshop ziet u de optie Kijken hoe het werkt (videoclips). Deze optie brengt u naar een pagina op internet (www.adobe.nl/products/photoshop/newfeatures.html). Op deze pagina klikt u op een van de onderwerpen waarover u meer informatie wilt, of u bladert met behulp van de schuifknop rechts in het venster naar beneden (zie figuur 6.5)..

209

Figuur 6.5: Lees meer over nieuwe functies in Photoshop CS2


Met de optie Basisbegrippen opent u het Adobe Help Center. Hier vindt u een overzicht van de zelfstudieprogramma’s die u helpen met Adobe Photoshop.

Digitaal nabewerken

De optie Geavanceerde technieken gebruikt u als u een on line verbindng hebt met internet. Hierin worden de gevorderde technieken uit de doeken gedaan (zie figuur 6.6).

210

OPMERKING

Figuur 6.6: De Photoshop tips met enkele gevorderde technieken

U sluit het Welkomstscherm met de knop Sluiten. Als u het venster niet meer nodig hebt, verwijdert u het vinkteken uit het vakje De videobestanden worden in QuickTime afgespeeld. Als dit programma nog niet op uw comToon dit venster bij opstarputer staat, dan moet u het eerst downloaden ten. In het menu Help, en instaleren. De basisversie van dit programma Welkomstschermkunt u het vindt u gratis op de website: www.apple.com/ venster opnieuw openen. quicktime/download/qtcheck


6.2.2 Tutorials De tutorials helpen u snel de basishandelingen van Photoshop uit te voeren. Alvorens hier aan te beginnen is het handig als u weet hoe u een nieuw document kunt openen en de wijzigingen in een bestand document kunt opslaan.

Leer de b4asis Voor beginnende Photoshop-gebruikers is ‘Leer de basis’ geschreven. Zo kunt u leren hoe u de kleur en helderheid kunt aanpassen, rode ogen kunt herstellen, gebieden in een afbeelding kunt selecteren, een afbeelding maken met behulp van lagen, vormen aan een afbeelding kunt toevoegen en leren afdrukken met kleurbeheer. In het Adobe Help Center staan overigens meer voorbeelden voor het gebruik van functies.

Gevorderde technieken worden uitgelegd met behulp van videoclips die u vanaf de eigen website van Adobe kunt starten. Wij adviseren u echter om eerst de basishandelingen goed onder de knie te krijgen voordat u zich waagt aan al te moeilijke bewerkingen.

Total Training Video Bij uw kopie van Adobe Photoshop CS2 vindt u ook een videoworkshop cd-rom. Deze cd bevat meer dan 60 minuten training die door Total Training is samengesteld.

6.2.3 Vensterindeling

OPMERKING

De vensterindeling van Adobe Photoshop wordt bepaald door de opties die in het menu Venster staan ingesteld. Net als bij alle Windows-programma’s staat boven aan het venster de menubalk met opties die specifiek zijn voor beeldbewerking. Daaronder is de werkbalk met opties voor de gereedschappen. De knoppen die hierop staan, zijn afhankelijk van het gereedschap dat op de gereedschapbalk is gekozen. We komen hierop later terug. Veel gebruikte vensters, zoals Lagen, Kleur, Navigator, enzovoort staan rechts in het scherm. Elk venster bevat opties die specifiek zijn voor het doel waarvoor u het venster gebruikt. In de loop van dit hoofdstuk zullen we een aantal vensters bespreken.

De gereedschapsbalk staat links in het venster, maar ook dat kunt u eenvoudig aanpassen door de werkbalk te verslepen.

Adobe Photoshop CS2

Gevorderde technieken

211


1

Digitaal nabewerken

4

212

2 3

5

Figuur 6.7: De vensterindeling van het programma 1. 2. 3. 4. 5.

Menubalk Optiewerkbalk Werkgebied Gereedschappen Vensters

Indeling aanpassen Om een venster te sluiten klikt u op de rode knop Sluiten, rechtsboven in het venster. Om een venster opnieuw te openen kiest u in het menu Venster de naam. Deze wordt dan voorzien van een vinkteken als teken dat het is geactiveerd. Als u veel venster tegelijk open hebt staan, dan kunt u een venster minimaliseren. U ziet dan wel de vensterbalk met het tabblad waarop de naam van het venster staat, maar de opties zijn ingeklapt.


OPMERKING

6.2.4 Praktisch werken Als u voor de eerste keer met Adobe Photoshop CS2 werkt, dan zult u waarschijnlijk overdonderd worden door alle venstertjes, knoppen en mogelijkheden. Wat u dan kunt doen, is alle overbodige beeldelementen uit het venster De vensters bevatten meestal enkele tabbladen. Zo ziet u in het venster verwijderen, zodat een en ander Navigator ook het tabblad Info en praktisch en overzichtelijk wordt. Histogram. Als u in het menu Venster op Wel handig om te laten staan, zijn Histogram klikt, dan zal het tabblad de vensters Navigator en Historie Navigator automatisch verdwijnen en het tabblad Histogram voor liggen. en de werkbalk Gereedschappen.

Navigator Vooral als u met grote foto’s werkt, en details wilt bekijken, dan is de Navigator heel praktisch. Onder in het venster staat een schuifdak waarmee u op de geopende foto kunt in- en uitzoomen. Als u inzoomt, wordt het rode kader in de Navigator steeds kleiner. Het beeld in het rode kader is het beeld dat in het werkvenster van Photoshop CS2 wordt getoond. Als u de muisknop op het rode kader plaatst en klikt-en-vasthoudt, dan kunt u over het beeld in de Navigator slepen naar de details die u in het grote venster wilt bekijken.

Adobe Photoshop CS2

Figuur 6.8a/b: Een venster inklappen zodat u meer zicht op de achtergrond krijgt

213


Digitaal nabewerken 214

Figuur 6.9: In de navigator verplaatst u het rode kader naar het detail dat u wilt bekijken

Historie Alles wat u met de afbeelding doet, wordt in het venster Historie opgeslagen. Op de eerste regel in het venster staat Openen, vervolgens staan naar onderen de taken die u achtereenvolgens hebt uitgevoerd. Als u terug wilt gaan in de bewerking, bijvoorbeeld omdat u eerder een fout hebt gemaakt, dan kunt u op de taak drukken die nog goed was. Het beeld springt dan terug naar die bewerking.

Figuur 6.10: Het venster Historie houdt de taken bij die u in de afbeelding hebt uitgevoerd


6.3 Aanpassingen

Aanpassingen

Meestal opent u een afbeelding voor het doen van kleine aanpassingen. Het menu Afbeelding, Aanpassingen bevat alle opties die daarmee samenhangen (zie figuur 6.11). De belangrijkste opties hebben sneltoetsen waarmee u de functie op de afbeelding kunt toepassen. Voor een snel en meestal bevredigend resultaat gebruikt u de automatische correctiefuncties in het menu Aanpassingen.

215

Figuur 6.11: Het menu Aanpassingen bevat een groot aantal opties om een digitale opname te corrigeren

6.3.1 Autocontrast Met de opdracht Autocontrast (Alt + Shift + Ctrl+ L) past u het algemene contrast en de mix van kleuren in een RGB-afbeelding automatisch aan. Aangezien kanalen niet afzonderlijk worden aangepast, wordt met Autocontrast geen kleurzweem veroorzaakt of weggenomen. Met Autocontrast worden de schaduw- en hooglichtwaarden in een afbeelding bijgeknipt waarna de resterende lichtste en donkerste pixels in de afbeelding worden gewijzigd in zuiver wit (niveau 255) en zuiver zwart (niveau 0). Hierdoor lijken de hooglichten lichter en de schaduwen donkerder.


Digitaal nabewerken 216

Figuur 6.12a/b: De afbeelding voor en na het gebruik van Autocontrast


Aanpassingen 217

Figuur 6.13a/b: De afbeelding voor en na het gebruik van Automatische kleuren


6.3.2 Automatische kleuren Met de opdracht Automatische kleuren (Shift + Ctrl + B) wordt bij het aanpassen van het contrast en de kleur in de afbeelding zelf gezocht om de schaduwen, middentonen en hooglichten te herkennen. De middentonen worden geneutraliseerd met een doelkleur van RGB 128 grijs en de schaduw- en hooglichtpixels bijgeknipt met 0,5%. U kunt deze standaardinstellingen echter aanpassen in het dialoogvenster Opties voor automatische kleurcorrectie, dat u opent via het venster Niveaus of Curven (zie volgende paragraaf).

Digitaal nabewerken

6.3.3 Curven Als u de vorm van de curve in het dialoogvenster Curven (Ctrl + M) wijzigt, veranderen contrast en kleur van een afbeelding. Trek de bolling van de curve naar boven om de afbeelding lichter te maken of naar beneden om een donkerder afbeelding te krijgen. De steile gedeelten van de curve geven contrastrijke gedeelten van een afbeelding aan. Omgekeerd staan vlakke gedeelten van de curve voor gedeelten in een afbeelding met weinig contrast. I

218 I

I

I

I

I

I

Met de standaardinstellingen in het dialoogvenster Curven past u voornamelijk de hooglichten aan als u een punt in het bovenste gedeelte van de curve verplaatst. Als u een punt in het midden van de curve verplaatst, past u voornamelijk de middentonen aan. Met het verplaatsen van een punt in het onderste gedeelte van de curve past u voornamelijk de schaduwen aan. Als u een punt naar beneden of naar rechts verplaatst, geeft de waarde voor Invoer een lagere waarde voor Uitvoer waardoor de afbeelding donkerder wordt. Als u daarentegen een punt naar boven of naar links verplaatst, leidt een lagere waarde voor Invoer tot een hogere waarde voor Uitvoer waardoor de afbeelding lichter wordt. Als u de schaduwen dus lichter wilt maken, kunt u een punt aan de onderkant van de curve naar boven verplaatsen. Als u de hooglichten donkerder wilt maken, kunt u een punt aan de bovenkant van de curve naar beneden verplaatsen.


Figuur 6.14: Het venster Curven

Als u een afbeelding aanpast via het venster Curven, dan is het belangrijk om in elk geval het zwart- en witpunt in te stellen. Hiermee bepaalt u de contrastomvang van een afbeelding.

OPMERKING

1. Klik in het menu Afbeelding op Aanpassingen en vervolgens op Curven of gebruik de sneltoetscombinatie Ctrl + M. 2. Klik rechtsonder in het venster Curven op het pipet Zwart punt instellen. 3. Sleep het pipet naar de afbeelding en klik op het donkerste punt dat u in de afbeelding kunt vinden of het punt dat u daarvoor wilt aanmerken. In de foto is dat de zwarte tros op het dek. 4. Herhaal deze handeling, maar nu met het pipet Wit punt instellen en klik op het lichte punt (de witte rand rond het scheepje). Het is lastig als de afbeelding geen geschikt zwart- of witpunt heeft. U kunt eerst een opname maken met een grijskaart waarin een wit- en zwartpunt is opgenomen. De volgende opname maakt u zonder grijskaart. Door beide opnamen naast elkaar te plaatsen (Venster, Ordenen, Naast elkaar) bepaalt u met behulp van het pipet het witpunt door op het wit in de grijskaart te klikken.

Aanpassingen

Het zwart-, grijs- en witpunt instellen

219


Digitaal nabewerken

Figuur 6.15: Het zwart- en wit punt bepalen

220

Figuur 6.16: Het effect op de afbeelding


Opties voor automatische kleurcorrectie

I

I

I

I

I

I

Monochromatisch contrast. Het effect van deze instelling is dat de algemene kleurrelatie gehandhaafd blijft terwijl hooglichten er lichter uit gaan zien en schaduwen donkerder. Deze optie wordt gebruikt voor de opdracht Autocontrast. Contrast per kanaal benadrukken. Hiermee maximaliseert u het toonbereik van elk kanaal (Rood, Groen en Blauw). Het effect is een dramatischer correctie. Elk kanaal wordt afzonderlijk aangepast en daardoor is het mogelijk dat u met Contrast per kanaal benadrukken kleurzweem verwijdert of juist toevoegt. Dit algoritme wordt gebruikt voor de opdracht Niveaus bepalen. Donkere & lichte kleuren zoeken. Deze optie gebruikt u als u de afbeeldingspixels wilt zoeken die gemiddeld het lichts of donkerst zijn. Deze pixels worden gebruikt om een maximaal contrast in een afbeelding te krijgen. Bij de opdracht Automatische kleuren wordt dit algoritme gebruikt. Neutrale middentonen magnetisch. Als u deze optie kiest, dan wordt gezocht naar de gemiddelde, bijna neutrale kleur. Vervolgens worden de gammawaarden aangepast om deze kleur neutraal te maken. Het algoritme wordt gebruikt voor Automatische kleuren. Uitknippen (percentage). Hiermee bepaalt u in welke mate zwarte en witte pixels worden uitgeknipt. Voer een waarde tussen 0,0% en 1% in. Het uitknippen houdt in dat de eerste 0,1% aan beide uiteinden van het bereik worden genegeerd bij het identificeren van de lichtste en donkerste pixel in de afbeelding. De huidige generatie scanners en digitale camera’s levert een betere uitvoerkwaliteit. De standaardpercentages voor bijknippen kunnen daarom te hoog zijn. Schaduwen, Middentonen, Hooglichten. Hiermee wijst u een kleur toe aan de donkerste, neutrale en lichtste gebieden van een afbeelding. Klik hiervoor op de kleurstaal en bepaal de kleur in het kleurspectrum.

OPMERKING

1. Klik op OK als u de huidige instellingen in het dialoogvenster Curven of Niveaus wilt gebruiken. 2. Klik op Automatisch om dezelfde instellingen opnieuw op de afbeelding toe te passen. 3. Als u de instellingen in het venster hebt aangepast, klikt u op Opslaan als standaardinstellingen en vervolgens op OK. U kunt nu dezelfde instellingen toepassen door op de knop Automatisch te klikken. De standaard uitknippercentages worden ook toegepast in de opdrachten Niveaus bepalen, Autocontrast en Automatische kleuren.

Aanpassingen

Door in het venster Curven op de knop Opties te klikken, opent u het venster Opties voor automatische kleurcorrectie. Hierin staan algoritmen die worden gebruikt om het toonbereik van de kleuren in de afbeelding aan te passen.

221


Figuur 6.17: Opties voor automatische kleurcorrectie

Digitaal nabewerken

6.3.4 Kleurbalans

222

Met de opdracht Kleurbalans (Ctrl + B) wijzigt u de algehele mengeling van kleuren in een afbeelding om algemene kleurcorrectie toe te passen. U ziet in figuur 6.18 de oorspronkelijke afbeelding waarbij de kleurbalans voor Cyaan, Magenta en Geel is aangepast. 1. Zorg dat het samengestelde kanaal is geselecteerd in het palet Kanalen. Deze opdracht is namelijk alleen beschikbaar wanneer u het samengestelde kanaal bekijkt. 2. Voer een van de volgende handelingen uit: – Klik in het menu Afbeelding op Aanpassingen en vervolgens op de optie Kleurbalans. – Kies Laag, Nieuwe aanpassingslaag, Kleurbalans. Klik in het dialoogvenster Nieuwe laag op OK. 3. Selecteer Schaduwen, Middentonen of Hooglichten om het toonbereik te kiezen waarop u de wijzigingen wilt toepassen. 4. Selecteer Lichtsterkte behouden om de waarden voor de lichtsterkte van de afbeelding ongewijzigd te laten terwijl u de kleur aanpast. Selecteer deze optie om het toonbereik in de afbeelding te behouden. 5. Sleep een schuifregelaar naar een kleur die moet toenemen in de afbeelding. Sleep een schuifregelaar weg van een kleur die moet afnemen in de afbeelding. 6. De waarden boven de kleurenbalken geven de kleurwijzigingen voor het rode, groene en blauwe kanaal aan. (Bij Lab-afbeeldingen worden de waarden voor het a- en b-kanaal weergegeven.) Waarden kunnen variëren van -100 tot +100.


Aanpassingen

Figuur 6.18: In het venster Kleurbalans stelt u de kleuren van een afbeelding bij

223

Figuur 6.19: Na enig schuiven is dit het resultaat


6.3.5 Helderheid/Contrast

Digitaal nabewerken

Met deze optie past u de helderheid en het contrast in de afbeelding aan. Met opdrachten Curven en Niveaus die we hiervoor hebben behandeld, brengt u proportionele aanpassingen aan in de pixels van een afbeelding. Met de opdracht past u de aanpassing toe op alle pixels in de afbeelding (lineair). We adviseren daarom deze opdracht niet te gebruiken. Een professioneel resultaat kunt u hiermee niet verwachten. Sterker nog, u loopt het risico dat details in de hooglichten en schaduw verloren gaan.

224

Figuur 6.20: Details in de hooglichten en schaduw kunnen verloren gaan

OPMERKING

6.3.6 Negatief Met de opdracht Negatief (Ctrl + I) keert u de kleuren in een afbeelding om. U kunt deze opdracht gebruiken als onderdeel van het proces voor het maken van een randmasker om geselecteerde gebieden van een afbeelHet feit dat kleurenfilms een oranje masker in de basis hebben, betekent dat met de opdracht ding scherper te maken Negatief geen nauwkeurige positiefafbeeldingen of op andere wijze aan te kunnen worden gemaakt van gescande kleurenpassen. negatieven. Let erop dat u de juiste instellingen voor kleurennegatieven gebruikt wanneer u films scant op diascanners.


Aanpassingen

Wanneer u een afbeelding omkeert, wordt de helderheidswaarde van elke pixel in de kanalen omgezet in de tegengestelde waarde op de schaal met 256 kleurwaarden. Een pixel in een positiefafbeelding met een waarde van 255 wordt bijvoorbeeld gewijzigd in 0 en een pixel met een waarde van 5 in 250.

225

Figuur 6.21: Een afbeelding omkeren

6.3.7 Schaduw/hooglicht De opdracht Schaduw/hooglicht is geschikt voor het corrigeren van foto’s met silhouetten als gevolg van sterk tegenlicht of voor correctie van objecten die enigszins vaag zijn omdat ze te dicht bij de flits van de camera stonden (zie figuur 6.22a/b). De aanpassing is ook handig voor het helderder maken van gebieden met schaduw in een verder goedbelichte afbeelding. Met de opdracht Schaduw/hooglicht maakt u niet simpelweg een afbeelding lichter of donkerder. De afbeelding wordt lichter of donkerder op basis van de omliggende pixels (lokale omgeving) in de schaduwen of hooglichten. Zo is afzonderlijke aanpassing van schaduwen en hooglichten mogelijk. De standaardwaarden zijn ingesteld voor het bijwerken van afbeeldingen met tegenlichtproblemen. De opdracht Schaduw/hooglicht bevat ook een regelaar voor het contrast van middentonen, een optie Zwartgrens en Witgrens waarmee u het algemene contrast van de afbeelding kunt aanpassen.


226

Digitaal nabewerken


6.3.8 Kleurtoon/verzadiging Met de opdracht Kleurtoon/verzadiging (Ctrl + U) kunt u de kleurtoon, verzadiging en helderheid van een bepaalde kleurcomponent in een afbeelding aanpassen of alle kleuren in een afbeelding tegelijk aanpassen. In Photoshop is deze opdracht vooral handig voor het aanpassen van bepaalde kleuren in een CMYK-afbeelding zodat deze binnen de kleuromvang van een uitvoerapparaat vallen. U kunt instellingen in het dialoogvenster Kleurtoon/verzadiging opslaan en laden zodat u deze kunt gebruiken voor andere afbeeldingen.

1. Kies in het menu Afbeelding de optie Aanpassingen en vervolgens Kleurtoon/verzadiging (zie figuur 6.23a). Of kies Laag, Nieuwe aanpassingslaag, Kleurtoon/verzadiging en klik op OK in het dialoogvenster Nieuwe laag. De twee kleurenbalken in het dialoogvenster vertegenwoordigen de kleuren in de volgorde waarin ze op de kleurenschijf voorkomen. De bovenste kleurenbalk toont de kleur v贸贸r de aanpassing, terwijl de onderste balk toont hoe de aanpassing bij volledige verzadiging van invloed is op alle kleurtonen. 2. Kies welke kleuren u wilt aanpassen met het pop-upmenu Bewerken: a. Kies Origineel om alle kleuren tegelijkertijd aan te passen. b. Kies een van de andere vooraf ingestelde kleurbereiken voor de kleur die u wilt aanpassen. 3. Voer bij Kleurtoon een waarde in of sleep de schuifregelaar totdat de kleuren juist worden weergegeven De waarden in het tekstvak geven het aantal graden aan dat de oorspronkelijke kleur van de pixel is verschoven op de kleurenschijf. Een positieve waarde geeft een verschuiving naar rechts aan en een negatieve waarde een verschuiving naar links. Waarden kunnen vari毛ren van -180 tot +180.

Figuur 6.22a/b (bladzijde 226): Een afbeelding met sterk tegenlicht kunt u aanpassen met Schaduw/Hooglicht

Aanpassingen

Zo gebruikt u de opdracht Kleurtoon/verzadiging:

227


Digitaal nabewerken 228

Figuur 6.23a/b: De kleurtoon, verzadiging en helderheid in de afbeelding aanpassen


Het HSB-model Het HSB-model geeft meer informatie over het kleurmodel kleurtoon (Hue), verzadiging (Saturation) en helderheid (Brightness). Het kleurmodel HSB werkt met drie assen voor het definiëren van kleur. HSB is afgeleid van RGB-kleurruimten en is een apparaatafhankelijke kleurruimte. De drie fundamentele kenmerken van kleur in HSB zijn: Kleurtoon is de kleur die door een object wordt gereflecteerd of uitgestraald. Kleurtoon wordt gemeten als plaats op de standaard kleurenschijf en wordt uitgedrukt in graden (tussen 0° en 360°). Kleurtonen worden in het dagelijks spraakgebruik benoemd met de naam van de desbetreffende kleur zoals rood, oranje of groen. In Kleurenschijf gebruiken kunt u de kleurenschijf bekijken. Verzadiging, soms ook chroma genoemd, is de intensiteit of zuiverheid van de kleur. Verzadiging is het percentage grijs in verhouding tot de kleurtoon. Dus 0% is grijs en 100% is volledig verzadigd. Op de kleurenschijf is de verzadiging in het midden het kleinst en aan de rand het grootst. Helderheid is de relatieve lichtheid of donkerheid van de kleur, gemeten in procenten van 0% (zwart) tot 100% (wit). U kunt in Photoshop met het HSB-model een kleur definiëren in het palet Kleur of het dialoogvenster Kleurkiezer, maar er is geen HSB-modus beschikbaar voor het maken en bewerken van

Filters

afbeeldingen.

229

Figuur 6.24: Het HSB-model H. Kleurtonen S. Verzadiging B. Helderheid

6.4 Filters In Adobe Photoshop CS2 hebt u de beschikking over verschillende soorten filters. Sommige filters gebruikt u om een foto te verbeteren, andere filters zijn bedoeld om een extra dimensie aan uw foto te geven. Daarnaast kunt u filters als plug in downloaden via internet. Sommige zijn gratis maar de meeste en betere filters koopt


u tegen een redelijke vergoeding. In deze paragraaf laten we verschillende voorbeelden zien van wat u met een filter kunt doen.

6.4.1 Ruis

Digitaal nabewerken

De hoge pixeldichtheid van de sensoren van digitale camera’s is er de oorzaak van dat ruis een toenemende rol speelt bij beeldkwaliteit. Ruis in een beeld doet zich voor als ongestructureerde beeldpunten die vooral in de blauwe delen van het beeld te zien zijn (zie figuur 6.25).

230

OPMERKING

Figuur 6.25: Bij het inzoomen op een blauwe lucht ziet u de ruis verschijnen

Als u bijvoorbeeld inzoomt op een blauwe lucht ziet u bij de pixels verschillende helderheidswaarden. Het lijkt op de beeldkorrel die u kent bij het gebruik van analoge film. U ziet verder in de eigenlijk blauwe hemel ook rode en groene beeldpunten. Beide vormen van ruis worden door de elektronica in de In Photoshop CS2 gebruikt u het filter Filter, Ruis, Ruis reduceren om ruis te camera veroorzaakt. Vooral bij elimineren. Toveren kunnen beeldbewerhet fotograferen met een hoge kingsprogramma’s echter niet. U zult ISO-waarde of als u het beeld vaak compromissen moeten sluiten. Hoe onderbelicht, treedt het fenomeer u de ruis onderdrukt, des te onscherper het beeld wordt. meen van ruis op.


Een andere manier om ruis te onderdrukken is de volgende:

Filters

1. Open de foto waaruit u de ruis wilt verwijderen. 2. Klik in het menu Afbeelding op Modus en vervolgens op Lab-kleur. Aan het eigenlijke beeld heeft zich nog niets veranderd. In het venster Kanalen ziet u echter dat de kanalensamenstelling Rood, Groen en Blauw is veranderd in de Lab Lichtsterkte met de Rood-Groen-as en de Blauw-Geel-as. 3. Open nu op het tabblad Kleuren het palet a. Klik op Filter, Vervagen, Gaussiaans vervagen. Met behulp van de schuifbalk kunt u in het venster Mediaan de straal instellen. Let er wel op, dat details in het beeld niet verloren gaan (zie figuur 6.26). 4. Pas nu het filter toe op kanaal b. U gebruikt daarin ongeveer dezelfde straal. U kunt ook op Ctrl + F drukken.

231

Figuur 6.26: In het venster Kanalen past u de instellingen aan

5. Pas nu het kanaal Lichtsterkte aan. Het kleurbeeld ziet er nog zeer korrelig uit. Met behulp van het filter Gaussiaans vervagen past u dit kanaal aan. Kies een zo klein mogelijke radius van ongeveer 2 pixels. 6. Vervolgens plaatst u de afbeelding opnieuw in de RGB-modus. 7. Sla de afbeelding onder een nieuwe naam op. Het beeld is nauwelijks onscherper geworden, terwijl de ruis duidelijk is afgenomen.


Ruis kan verschillende oorzaken hebben en elke vorm van ruis vergt daarom een andere aanpak. Nik Multimedia heeft daarvoor een plug-in Dfine ontwikkeld die verschillende vormen van ruis tegengaat. De plug-in biedt een vierstapsbenadering om belichtingsruis, kleurruis en JPG-artifacten te verminderen. Twee ruisoptimaliseringen (helderheid- en kleurruis) kunnen met een kleur-, helderheids- en contrastcorrectie worden gecombineerd. Het filter werkt ook met RAW-afbeeldingen. Tijdens de installatie plaatst Dfine ook geautomatiseerde gereedschap in Bestand, Automatisch. Hiermee kunt u selectief en snel een redelijke ruisonderdrukking uitvoeren, al vervaagt daarbij het beeld enigszins. Via de website is een cameraprofiel te verkrijgen waarmee het ruisonderdrukkingseffect beter werkt. Meer informatie vindt u op de website (www.nikmultimedia.com).

232

OPMERKING

Digitaal nabewerken

6.5 De filtergalerie De filtergalerie bevat miniaturen van de meeste filters die u in het menu Filters kunt gebruiken. Met behulp van de Filtergalerie kunt u meerdere filters tegelijk toepassen en kunt u afzonderlijke filters meerdere malen toepassen. Het is mogelijk om de filters opnieuw te rangschikken en de instellingen voor elk filter aan te passen, bijvoorbeeld door de instellingen te kiezen die u eerder hebt gebruikt. U kunt een filter toepassen op de hele foto of een beperkt gebied. Om Doordat de Filtergalerie flexibel en een filter toe te passen op een gebruiksvriendelijk is, biedt deze gedeelte van een laag, gebruikt u meestal de beste methode om filters een selectiegereedschap om een toe te passen. gebied te selecteren.

1. Selecteer de afbeelding waarop u het filter wilt toepassen. 2. Klik in het menu Filter op de optie Filtergalerie. Het gelijknamige venster wordt geopend (zie figuur 6.27).


De filtergalerie 233

Figuur 6.27: De Filtergalerie bevat een groot aantal filters die u op de afbeelding kunt toepassen

3. Linksonder in het venster Filtergalerie ziet u de knoppen + en – waarmee u kunt inen uitzoomen op een afbeelding. Door op de knop 100% te klikken verschijnt het submenu waarin u een zoompercentage kunt selecteren (zie figuur 6.28). Als u de hele afbeelding in het venster wilt zien, klikt u met de rechtermuisknop op de voorbeeldafbeelding en vervolgens in het snelmenu op In venster. U krijgt meestal beter zicht op het effect als u inzoomt. Een en ander is afhankelijk van de afbeeldingsgrootte. 4. Pas desgewenst het formaat van de foto aan met behulp van het submenu linksonder in het venster of een van de opties in het snelmenu. 5. Met de knop Annuleren kunt u een filter weer ongedaan maken.


Digitaal nabewerken 234

Figuur 6.28: Selecteer het afbeeldingsformaat in de filtergalerie

In de middelste kolom ziet u zes categorieĂŤn met filters staan. Door op de knop voor het mapje te klikken wordt de lijst met filters uitgevouwen U kunt het effect van een filter eerst bekijken door op een van de filterpictogrammen te klikken. Met behulp van de schuifknoppen rechts in het venster kunt u het effect van een filter aanpassen, bijvoorbeeld de penseelgrootte, details en structuur. De opties die u te zien krijgt, zijn afhankelijk van het filter dat u hebt gekozen (zie figuur 6.29). Klik op OK als u tevreden bent over het resultaat.


De filtergalerie 235

Figuur 6.29a/b/c: Het instellen van het filter Fresco en het resultaat


6.5.1 Filters als artistieke uiting U gebruikt een artistiek filter om bijvoorbeeld van een foto een traditioneel schilderij na te bootsen en daarmee een unieke afbeelding te krijgen. Als u een geschikte opname kiest, bijvoorbeeld van een zeegezicht, kies dan het filter Ruw pastel om pastellen op het doek van een schilder te imiteren. U kunt met andere foto’s weer andere effecten gebruiken zoals Droogpenseel, Waterkleur of Fresco om andere media na te bootsen.

Als u het filter Canvasdoek gebruikt en u laat deze op canvasdoek afdrukken, krijgt u een dubbeleffect, wat wellicht een beetje teveel van het goede kan zijn.

Digitaal nabewerken

TIP

U maakt op deze manier een unieke afbeelding die u desgewenst laat afdrukken op een speciale ondergrond, zoals canvasdoek.

236

Figuur 6.30a/b: Het effect Waterkleur is op deze afbeelding toegepast


Werken met filters is een kwestie van veel experimenteren. Houd daarbij in de gaten dat niet elke foto geschikt is voor het filter dat u wilt toepassen. Meestal krijgt u na enige ervaring al bij het maken van een foto een idee over het filter dat u wilt gaan toepassen. 1. Open indien nodig de foto waarop u het artistieke filter wilt toepassen.

De filtergalerie

– Kies in de filtergalerie Artistiek en klik op het pictogram van het filter dat u wilt toepassen. – Klik op Filter, Artistiek en selecteer het filter uit de lijst (zie figuur 6.31). 2. Bekijk het resultaat en wijzig, indien nodig, het effect met behulp van de schuifregelaars rechts in het venster. In figuur 6.32 is het filter Kleurpotlood toegepast met wit papier.

237


Digitaal nabewerken

Figuur 6.31: Het effect Kleurpotlood toepassen op een afbeelding

238

Figuur 6.32a: Met behulp van de schuifregelaars past u het effect van het filter aan


De filtergalerie

Figuur 6.32b: Met behulp van de schuifregelaars past u het effect van het filter aan

239

Figuur 6.33: Het filter Filmkorrel toepassen op een afbeelding


Filmkorrel Als u het uiterlijk van een analoge foto (negatief afgedrukt op papier) wilt imiteren, past u het filter Filmkorrel toe. In figuur 6.33 ziet u dat u dit filter ook uit de keuzelijst in het venster kunt kiezen. Aan de lichtere gebieden van de foto wordt een gladder patroon met een hogere verzadiging toegevoegd. Hiermee is het mogelijk om kleurovergangen bij overvloeiing te voorkomen en beeldelementen uit verschillende bronnen visueel te verenigen. Met dit filter kunt u een waarde voor de Korrel, het Lichte gebied en de Intensiteit instellen.

6.5.2 Penseelstreekfilters

Digitaal nabewerken

Net als verschillende artistieke filters geven penseelstreekfilters een geschilderd of artistiek effect met behulp van verschillende penseelstreek- en inktlijneffecten. Bij enkele van de filters wordt korrel, verf, ruis, randdetail of structuur aan een afbeelding toegevoegd voor een pointillistisch effect.

6.5.3 Pixelfilters Een selectie of afbeelding wordt met het pixelfilter vastgelegd doordat de pixels met gelijke kleurwaarden worden samengeklonterd. In de afbeelding ontstaan dan vlekken van pixels met ongeveer dezelfde kleur. U hebt hier de keuze uit de volgende filters: Facet, Fragmentatie, Kleur halftoon, Kristal, Mezzotint, Moza誰ek en Pointilleren.

240

6.5.4 Renderingsfilters Met deze filters maakt u 3D-figuren, wolkenpartijen, reflectiepatronen en gesimuleerde lichtreflecties in een afbeelding. Een aantal filters zijn interessant als u vanuit een nieuwe afbeelding gaat tekenen. U kunt beschikken over de volgende filters: 3D-transformatie, Andere wolken, Belichtingseffecten, Structuurvulling, Vezels, Wolken en Zon.

TIP

6.5.5 Ruisfilters Deze filters zijn handig als u stof en krassen uit een afbeelding wilt verwijderen. Deze filters zijn echter ook geschikt om ongebruikelijke structuren te maken. Verder kunt u een selectie in de omliggende pixels laten overvloeien. De volgende filters zijn beschikbaar: Mediaan, Ruis reduceren, Ruis, Deze filters zijn heel geschikt om bepaalde teken- en schildertechnieken na te bootsen. Stof & krassen en Uitstippen.


6.5.6 Schetsfilters Met de schetsfilters voegt u structuur aan een afbeelding toe, meestal voor een 3Deffect. Deze filters zijn ook handig om een afbeelding een kunstzinnig of handgetekend uiterlijk te geven. Bij de meeste schetsfilters wordt de afbeelding opnieuw getekend in de voorgrond- en achtergrondkleur. De volgende filters kunt u gebruiken: Basrelief, Chroom, Conté crayon, Filigraan, Fotokopie, Gescheurde randen, Gips, Grafische pen, Halftoonraster, Houtskool, Krijt en houtskool, Postpapier, Stempel en Waterpapier.

6.5.7 Stileerfilters

6.5.8 Structuurfilters Met de structuurfilters geeft u een afbeelding diepte of inhoud of geeft u de afbeelding een organisch uiterlijk Zo tekent het filter Craquelure de afbeelding op een gipsoppervlak met veel reliëf, zodat een fijn netwerk van scheurtjes ontstaat die de contouren van de afbeelding volgen. Met dit filter brengt u een reliëfeffect aan in afbeeldingen met een groot aantal kleuren of grijswaarden. De ruimte tussen de scheurtjes, de diepte en de helderheid kunt u instellen. Verder zijn er de filters Korrel, Mozaïektegels, Lappendeken, Gebrandschilderd glas en Structuurmaker.

6.5.9 Verscherpen Met de Verscherpen-filters stelt u vage afbeeldingen scherp door het contrast van de aangrenzende pixels te verhogen.

Onscherp masker Een belangrijk filter dat is gebaseerd op een traditionele filmtechniek om de randen in een afbeelding scherper weer te geven. U corrigeert vervaging die is ontstaan tijdens het fotograferen, scannen of omzetten in pixels of afdrukken. Het masker is handig voor afbeeldingen die zijn bedoeld voor zowel gedrukte als on line weergave. De pixels worden gezocht die op grond van de opgegeven drempel verschillen van omringende pixels en het contrast van de pixels wordt met de opgegeven hoeveelheid vergroot.

De filtergalerie

De stileerfilters geven een geschilderd of impressionistisch effect aan een selectie door pixels te verplaatsen en het contrast in een afbeelding te versterken. U beschikt over de volgende mogelijkheden: Contrastlijn, Geef diepte, Omtreklijn, Onscherp, Oplichtende rand, Reliëf, Solarisatie, Tegels en Wind.

241


Selecteer een afbeelding waarop u het Onscherp masker wilt toepassen. Kies in het menu Filter de optie Verscherpen en vervolgens Onscherp masker. Selecteer de optie Voorbeeld. Klik op het detail in de foto dat u in het voorbeeldvenster wilt beoordelen (zie figuur 6.34). 5. Stel een van de volgende opties in en klik op OK.

Digitaal nabewerken

1. 2. 3. 4.

– Hoeveel. Hiermee bepaalt u hoeveel het contrast van de pixels moet worden vergroot. Voor afgedrukte afbeeldingen met een hoge resolutie geeft een waarde tussen 150% en 200% meestal het beste resultaat. – Straal. Hier geeft u aan hoeveel de pixels rondom de randen moeten worden verscherpt. Voor afbeeldingen met een hoge resolutie geeft een waarde tussen 1 en 2 doorgaans de beste resultaten. Een lagere waarde heeft als resultaat dat alleen de randpixels verscherpen. Met een hogere waarde wordt een bredere strook pixels verscherpt. Dit effect is minder zichtbaar op een afdruk dan op het scherm. De reden hiervoor is dat een straal van 2 pixels een kleiner gebied vertegenwoordigt in een gedrukte afbeelding met een hoge resolutie. – Drempel. Hiermee bepaalt u hoe sterk pixels moeten verschillen van het omliggende gebied voordat deze worden beschouwd als randpixels en worden verscherpt. U voorkomt de toevoeging van ruis (bijvoorbeeld in afbeeldingen met vleeskleuren) door te experimenteren met drempelwaarden tussen 2 en 20. Met de standaarddrempelwaarde (0) worden alle pixels in de afbeelding verscherpt.

242

Figuur 6.34a/b: Het filter Onscherp masker gebruiken


Scherpe randen Met dit filter worden de gebieden in de afbeelding gezocht waar scherpe kleurveranderingen voorkomen. Deze worden verscherpt. Alleen de randen worden verscherpt, terwijl de afbeelding als geheel vloeiend blijft. U verscherpt de randen zonder dat u een waarde opgeeft. Het is mogelijk om het contrast van de randdetails aan te passen en aan beide kanten van de rand een lichtere en een donkerdere lijn aan te brengen. Bij dit proces wordt de rand benadrukt en wordt de illusie van een scherpere afbeelding gecreĂŤerd.

Scherper Hiermee voegt u sterke focus toe aan een selectie en verbetert u de helderheid. Met dit filter wordt een sterker verscherpingseffect bereikt dan met het filter Verscherpen (zie figuur 6.35).

Verscherpen

6.5.10 Vervagen De vervagingsfilters verzachten een selectie of een afbeelding en zijn handig bij het retoucheren van een foto. U maakt overgangen vloeiend door het gemiddelde te

De filtergalerie

Hiermeevoegt u een gemiddelde focus toe aan een selectie en verbetert u de helderheid.

243


Digitaal nabewerken 244

Figuur 6.35: Het effect van het filter Scherper is duidelijk te zien in de tekst van de afbeelding

nemen van de kleurwaarden van pixels naast de harde randen van gedefinieerde lijnen en schaduwpartijen. Voordat u een vervagingsfilter toepast, moet u in het palet Lagen de optie Transparante pixels vergrendelen uitschakelen (zie hoofdstuk 6).

Bewegingsonscherpte Het effect van het filter Vervagen, Bewegingsonscherpte is als het nemen van een foto van een bewegend object met een te lange belichtingstijd (zie figuur 6.36). De richting van de vervaging kunt u instellen van -360째 tot +360째 en met een bepaalde afstand (van 1 tot 999).

Gaussiaans vervagen Eerder in dit hoofdstuk hebben we dit filter al besproken bij het onderwerp Ruis. Hiermee vervaagt u een selectie met een intensiteit die u zelf kunt instellen. U krijgt met dit filter weinig details en een mistig effect. U kunt een straal voor het vervagen opgeven om te bepalen hoe verschillend de pixels mogen zijn die worden gezocht om te vervagen. Verder zijn er nog de filters Gemiddeld, Radiaal vaag, Slim vervagen, Vaag en Vager.


De filtergalerie 245

Figuur 6.36a/b: Het filter Bewegingsonscherpte op de hele afbeelding toepassen


6.5.11 Vervormen Met deze filters maakt u een 3D-effect of een ander vervormingseffect. Deze filters vragen veel geheugen. De volgende vormen zijn mogelijk: Bol, Glas, Gloed onscherp, Golf, Kneep, Kronkel, Oceaanrinmpel, Poolcoordinaten, Rimpel, Schuin, Uitvloeien, Verplaats en ZigZag.

6.5.12 Videofilters Met de videofilters De-Interlace en NTSC-kleuren beperkt u de kleurenomvang tot de kleuren die acceptabel zijn voor weergave op tv en maakt u op video vastgelegde bewegende beelden vloeiender.

Digitaal nabewerken

6.5.13 Overige filters Met de filters in dit menu is het mogelijk om zelf filtereffecten te maken of maskers te wijzigen met behulp van filters. U kunt ook een selectie verschuiven binnen een afbeelding en snelle kleurcorrecties aanbrengen. De mogelijkheden in dit menu zijn Eigen, Hooglichten, Maximaal, Minimaal en Verschuiven.

6.5.14 Degimarc Geopende afbeeldingen worden automatisch gescand op Degimarc-watermerken. Als er een watermerk wordt gevonden, verschijnt er een copyrightsymbool op de titelbalk van de afbeelding en worden de copyrightgegevens opgenomen in de gedeelten Copyrightstatus, Copyrightinformatie en URL van eigenaar van het dialoogvenster Bestandsinfo.

246

TIP

6.6 Foto’s bewerken Als u een beschadigde foto scant, is het mogelijk om deze zo te bewerken dat vlekken, beschadigingen en andere dingen die mis zijn, aan te passen (retoucheren). Bekijk met behulp van de knop Inzoomen en het venster Navigator de Er is een verschil tussen mechanische beschadigingen en stofjes op de foto details van de gescande foto. U zult en vlekken die ontstaan doordat er meestal stofjes en vlekjes ontdekken stof op de foto of glasplaat van de die u moet retoucheren voordat u de scanner ligt. Als u veel zwerfvuil op foto gaat afdrukken (zie figuur 6.37). de foto ziet, kunt u het best de foto voor het scannen voorzichtig schoonmaken en de glasplaat goed reinigen. Vervolgens scant u de foto opnieuw.


6.6.1 Retoucheerpenseel Het gereedschap Retoucheerpenseel corrigeert vrij grote gebieden met krasjes door er overheen te slepen. U gebruikt dit gereedschap wanneer u grote gebieden wilt corrigeren of wanneer u nauwkeuriger wilt werken

U kunt het gereedschap Retoucheerpenseel instellen met behulp van de beschikbare opties. I

I

Pop-upmenu Penselen. Hiermee stelt u het penseeluiteinde in. Klik op de knop naast het penseelvoorbeeld en kies met behulp van de schuifknoppen de diameter, hardheid, tussenruimte en grootte van het penseel. Modus. Bepaalt hoe de bron of het patroon wordt gemengd met bestaande pixels. Met Normaal worden de nieuwe pixels over de oorspronkelijke pixels heen gelegd. Bij Vervangen blijven de filmkorrel en de structuur aan de randen van de penseelstreek bestaan.

Foto’s bewerken

Figuur 6.37 Deze foto bevat naast mechanische beschadigingen ook zwerfvuil

247


I

I

Digitaal nabewerken

I

Bron. Hiermee stelt u de bron in voor het repareren van de pixels. Met Monster worden pixels uit de huidige afbeelding gebruikt. Met Patroon kiest u pixels uit een patroon in het palet Patroon. Uitgelijnd. Hiermee worden doorlopende pixels in een monster opgenomen, zonder dat het huidige monsterpunt wordt verlaten. Schakel deze optie uit als u steeds de pixelmonsters vanaf het eerste punt opnieuw wilt gebruiken als u het tekenen onderbreekt of hervat. Alle lagen gebruiken. Hiermee neemt u monsters van pixels uit alle zichtbare lagen. Schakel deze optie uit als u alleen monsters wilt nemen uit de actieve laag.

1. Selecteer het gereedschap Retoucheerpenseel. 2. Kies een penseelgrootte in de optiebalk. Stel opties voor het Retoucheerpenseel in. 3. Stel het punt voor het pixelmonster in door de aanwijzer in een geopende afbeelding te zetten en op de Alt-toets te drukken. Houd deze ingedrukt en klik. 4. Sleep vervolgens op de krasjes en stofjes die u wilt verwijderen. De pixelmonsters worden samengesmolten met de bestaande pixels telkens als u de muisknop loslaat (zie figuur 6.38).

248

Figuur 6.38: Vlekjes wegwerken met het Retoucheerpenseel


6.6.2 Kloonstempel U gebruikt het gereedschap Kloonstempel als er vlekken op de foto staan zoals in figuur 6.37. Het is een krachtig gereedschap waarmee u uw foto’s kunt bewerken door een gedeelte van een foto als verfbron te gebruiken. U kunt ook elementen in uw foto verwijderen, bijvoorbeeld een gezicht, door er met een ander gedeelte van de foto overheen te verven (zie figuur 6.39a/b). 1. Klik met de rechtermuisknop in het gereedschapspalet op de knop Kloonstempel.

– Pop-upmenu Penselen. Hiermee stelt u het penseeluiteinde in. Klik op de knop naast het penseelvoorbeeld en kies in het pop-upmenu Penselen een penseelcategorie en vervolgens een penseelminiatuur. – Afmeting. Hiermee stelt u de grootte van het penseel in pixels in. Sleep de schuifregelaar of voer de grootte in het tekstvak in. – Modus. Zie Retoucherpenseel. – Dekking. Hiermee wordt bepaald hoe goed de verf het oppervlak van de foto dekt. Bij 100% dekking bedekt de verf alles. Bij 1% dekking is de verf bijna transparant. – Uitgelijnd. Selecteer deze optie als u het kloongebied met de cursor wilt laten opschuiven terwijl u tekent, ongeacht hoe vaak u het tekenen onderbreekt en hervat. Deze optie is handig als u ongewenste onderdelen wilt verwijderen, zoals een lijn in de lucht of een scheur in een gescande foto. Als Uitgelijnd is uitgeschakeld, wordt het kloongebied dat het eerst is gekloond, steeds opnieuw toegepast als u het tekenen onderbreekt en hervat. Deze optie gebruikt u als u meerdere kopieën van een bepaald gedeelte van een afbeelding wilt toepassen op verschillende gedeelten van dezelfde afbeelding of op een andere afbeelding. 3. Plaats de cursor in een geopende afbeelding op het deel dat u wilt klonen en houd de Alt-toets ingedrukt terwijl u klikt. Met dit gereedschap worden de pixels uit het kloongebied gekopieerd terwijl u tekent. 4. Klik op de vlek en bekijk het resultaat. Stel desgewenst de opties voor de Kloonstempel bij.

Foto’s bewerken

2. Stel de opties op de optiebalk in.

249


Digitaal nabewerken 250

Figuur 6.39a/b: Een van de lopers is uit het beeld gehaald met het Kloonpenseel


6.7 Modelfoto’s aanpassen Het werken met een model is voor veel fotografen een uitdaging. In hoofdstuk 4 bespraken we al het werk van Dennis La Pré uit Groningen. Nadat een foto is genomen, kunt u bekijken of er nog iets valt te verbeteren.

6.7.1 Extraheren

1. Selecteer de afbeelding waarvan u de achtergrond wilt aanpassen. 2. Klik in het menu Filter op Extraheren (Alt + Ctrl + X). De foto wordt nu in het gelijknamige venster getoond (zie figuur 6.40).

Modelfoto’s aanpassen

Als u een foto van een model maakt, let u natuurlijk op de achtergrond. In sommige gevallen buiten de studio hebt u vaak geen andere keus dan de achtergrond te nemen zoals deze is. In Photoshop CS2 is het mogelijk om uw model uit te knippen en voor een andere achtergrond te zetten. U gebruikt hiervoor het filter Extraheren.

251

Figuur 6.40: In het venster Extraheren vindt u de gereedschappen om het model van de achtergrond los te maken


Digitaal nabewerken

3. Klik op de knop Randmarkering linksboven in het venster. U kunt nu met behulp van het penseel (een soort markeerstift) een lijn trekken rond het model. Met de optie Markeren kunt u de kleur van de markeerstift aanpassen. 4. Pas desgewenst de penseelgrootte aan met behulp van de gereedschapsopties rechts in het venster. Met de optie Slim markeren krijgt u tijdens het markeren een goed afgebakende rand. Er wordt slechts voldoende verf gebruikt om de rand te bedekken. 5. Als u over de foto sleept, markeer dan de grens tussen het model en de achtergrond. U markeert met de helft van de borstel het model en de andere helft de achtergrond (zie figuur 6.41). – Gebruik de knop Zoomen om de afbeelding te vergroten zodat u meer grip heeft op de plaats van het markeergereedschap. – Let erop dat de markering rond het model helemaal is gesloten, anders lukt het losknippen straks niet. De kaderranden van de afbeelding hoeft u overigens niet te markeren. – Met behulp van het gummetje kunt u de markering eventueel verwijderen.

252

Figuur 6.41: Het gedeelte van de foto markeren dat u uit gaat knippen

6. Klik op het gereedschap Vullen. De aanwijzer wordt nu een emmertje. Plaats dit binnen de randen van de markering en klik met de muisknop. Het gedeelte dat u gaat losknippen, is nu blauw gekleurd (zie figuur 6.42).


Met de optie Vullen kunt u de vulkleur wijzigen in Blauw of Rood.

7. Klik op de knop Voorbeeld om het resultaat te bekijken. 8. Met de knoppen Overbodig verwijderen en Randen corrigeren kunt u de randen rond het model bijwerken. In het vak Extractie vindt u enkele opties die u kunt gebruiken voor het uitknippen: – Afbeelding met structuur. Hiervoor kiest u als de voor- en achtergrond gespikkeld is of een structuur bevat. – Vloeiend. Deze optie gebruikt u om de waarde te verhogen om scherpe kunstmatigheden uit de resultaten te verwijderen. – Kanaal. Hiermee kunt u gebieden in het gemarkeerde gebied extraheren waarvan de kleuren overeenkomen met die van Voorgrond forceren. – Voorgrond forceren. Met deze optie kunt u gebieden in het gemarkeerde gebied extraheren waarvan de kleuren overeenkomen met die van Voorgrond forceren. – In het vak Voorbeeld kiest u de opties voor het tonen van het voorbeeld in het venster. U kunt een voorbeeld geëxtraheerd bekijken, maar ook teruggaan naar het oorspronkelijke beeld. De markeringslijn wordt dan opnieuw getoond en u kunt eventueel aanpassingen maken. – Met de optie Weergave stelt u in hoe u de achtergrond wilt weergeven nadat deze is verwijderd. Verder kunt u Markering tonen en Vulling tonen uit- of aanzetten.

Modelfoto’s aanpassen

Figuur 6.42: De binnenkant van de grenzen worden gevuld met een lichtblauwe kleur

253


Digitaal nabewerken

Figuur 6.43: Het model losknippen van de achtergrond

254

Figuur 6.44: Het model in de kopielaag


Als u het voorbeeld in het venster hebt staan, gaat u goed bekijken of de optie Extraheren heeft gedaan wat u wilde. Is het haar goed geworden? Dit is namelijk het meest lastige om goed uit te knippen. De rest van de foto kunt u verder gemakkelijk aanpassen. Zelfs als er delen van de kleren zijn weggevallen of er zijn delen van het gezicht en handen verwijderd. Klik op OK om de selectie in de afbeelding te extraheren. Als de extractie klaar is, kunt u deze gaan bijwerken. U gebruikt daarvoor de gereedschappen op de werkbalk. Het is handig als u het beeld op de volgende manier selecteert voor bewerking.

Bij een sterk contrast bij de randen van het gebied dat u wilt retoucheren, maakt u een selectie voordat u het retoucheerpenseel gebruikt. De selectie moet groter zijn dan het gebied dat u wilt retoucheren, maar nauwkeurig de grenzen van de contrasterende pixels volgen. Als u tekent met het retoucheerpenseel, voorkomt u met de selectie dat kleuren van buiten naar binnen overvloeien. 1. Dupliceer de laag met Ctrl + J of klik op het tabblad Lagen op het pictogram Nieuwe laag maken. 2. Klik, indien nodig, op de Laag-kopie om deze te selecteren. 3. Selecteer het gereedschap Voorgrondkleur instellen en kies voor een witte kleur waarmee u de transparante laag mee gaat vullen. Hiermee zorgt u voor een optimaal contrast tussen het beeld en de omgevingskleur. 4. Klik op het gereedschap Emmertje (eventueel rechtsklikken op het gereedschap Verloop) en klik vervolgens op het vlak rond de afbeelding. 5. Klik op de Toverstaf en selecteer het witte vlak. Druk eventueel op de Ctrl-toets om alle witte vlakken te selecteren rond de foto. 6. Klik vervolgens in het menu Selecteren op Selectie omkeren. De afbeelding is nu geselecteerd. 7. Kies in het menu Selecteren de optie Bewerken, Slinken. In het venster Selectie slinken voert u het aantal pixels, bijvoorbeeld 8 in. Klik op OK (zie figuur 6.45). U ziet nu dat de afbeelding nauwkeuriger is geselecteerd.

6.7.3 Een model retoucheren in Photoshop Photoshop is het belangrijkste gereedschap om modelfoto’s bij te werken. Het kan ingewikkelde taken simpel maken. U kunt echter ook te veel aan een foto doen, waardoor een onnatuurlijk effect ontstaat. Let op de volgende vijf aanwijzingen:

Modelfoto’s aanpassen

6.7.2 Plaatselijke contrastgrenzen

255


Digitaal nabewerken 256

Figuur 6.45: Het beeld selecteren voor bewerking

1. Bestudeer eerst de afbeelding goed en maak een plan voor wat u aan de foto wilt gaan doen. Werk altijd in een kopie van de afbeelding. Het is ook handig als u het origineel van de afbeelding in een extra laag opslaat, zodat u deze gemakkelijk kunt terugvinden. Belangrijke stappen bestaan uit kleur- en contrastcorrectie, kleuraanpassing en verwijdering van kleurzweem. Pas de specifieke RGB-kanalen aan in het venster Curven. 2. Retoucheergereedschappen helpen om vuil en stof, dat ontstaat als de beeldsensor vies is, te verwijderen. Zoom in op details van de foto en bekijk of er beeldelementen zijn die er niet thuishoren. Let ook op glimmers die u wilt verwijderen. Maak selecties met de Magnetische lasso om bijvoorbeeld tanden en het oogwit op te lichten met het gereedschap Tegenhouden. Verzacht kraaienpootjes en strijk wenkbrauwen glad. 3. Gebruik in het menu Selecteren, Bewerken de optie Vloeiend om bepaalde delen van het model te laten krimpen of juist op te blazen, bijvoorbeeld de neus en de lippen. Bevries gebieden die u door de bewerking ongemoeid wilt laten. De grootte van het penseel en de druk zijn tijdens deze bewerkingen belangrijk. 4. Zoom in op het model en concentreert u zich op de huid. Met behulp van het Kloonstempel kunt u de huid glad krijgen en rimpels wegwerken. Let er op dat u geen bewijs achterlaat dat u dit gereedschap hebt gebruikt. Gebruik het Onscherp masker en laagmaskers voor extra controle en verminder indien nodig de effecten van de aanpassingen met het Historiepenseel.


5. Maak tenslotte een kopie van de afbeelding en pas het filter Onscherp masker toe. U kunt overwegen de ogen extra scherper weer te geven. Maak vervolgens een afdruk zodat u de wijzigingen kunt bekijken en pas het beeld aan als dat nodig mocht zijn.

6.7.4 Gereedschap Pipet, Voorgrondkleur instellen en Achtergrondkleur instellen

Het gereedschap Pipet kopieert of neemt een monster van een gebied in de foto en gebruikt de kleur om een nieuwe voor- of achtergrondkleur in te stellen. Een monster neemt de kleur van de pixel over waarop u klikt. U U gebruikt de voorgrondkleur wanneer u het gereedschap Penseel of Potlood gebruikt om kunt een monster nemen te tekenen. Of als u een selectie wilt vullen van de actieve afbeelding met een bepaalde kleur met het gereedschap in de Werkruimte, maar Emmertje. De kleur die u met het gummetje op ook van een andere geode achtergrondlaag toepast, is de achtergrondkleur. U kunt de voor- en achtergrondpende afbeelding of het kleur wijzigen in de twee overlappende vakken bureaublad van de compuonder in het gereedschapspalet. Verderop in ter. dit hoofdstuk komen wij daarop terug.

1. Selecteer het gereedschap Pipet. Om de grootte van het monstergebied te wijzigen, kiest u een van de opties in het menu Monstergrootte op de optiebalk. – Punt. Hiermee bepaalt u de exacte kleurwaarde van de pixel waarop u klikt. – Gemiddeld 3x3 of Gemiddeld 5x5. Hiermee bepaalt u de gemiddelde waarde van het opgegeven aantal pixels in het gebied waarop u klikt. 2. U selecteert een nieuwe voorgrondkleur in de afbeelding door op de gewenste kleur te klikken. In het vakje Voorgrondkleur instellen wordt de nieuwe kleur weergegeven. 3. U selecteert een kleur die ergens anders op het scherm wordt getoond door op de afbeelding te klikken en de kleur uit de afbeelding te slepen. 4. Een nieuwe achtergrondkleur selecteert u door op de gewenste kleur te klikken. Houd daarbij de Alt-toets ingedrukt.

Modelfoto’s aanpassen

OPMERKING

Om een afbeelding bij te werken, maakt u gebruik van de volgende gereedschappen in de werkbalk.

257


OPMERKING

5. Als u klikt en vervolgens met de pipet sleept, verandert de kleur van het vakje voor de voorgrondkleur. Volg de wijziging van de kleur in het vakje Voorgrondkleur instellen. Als u de muisknop loslaat, is de nieuwe kleur geselecteerd. Als u de gereedschappen Potlood en Penseel gebruikt, wordt de voorgrondkleur gebruikt die op dat moment in het vakje Voorgrondkleur instellen is geselecteerd.

Rechtsboven aan de knop vindt u de optie Voorgrond- en achtergrondkleuren verwisselen.

1

Digitaal nabewerken

2

1. Voorgrondkleur 2. Achtergrondkleur>>

258

6.7.5 Greedschap Lasso Met het gereedschap Lasso tekent u willekeurig gevormde selectiekaders. Dit gereedschap is ideaal voor het maken van bijzonder nauwkeurige selecties.

6.7.6 Greedschap Magnetische lasso Het gereedschap Magnetische lasso tekent een selectiekader dat automatisch wordt uitgelijnd op de randen van de objecten waar u in de foto over sleept. Op deze


TIP

manier is het gemakkelijk om precieze selectiekaders te tekenen. Dit gereedschap is met name handig als u snel objecten met complexe randen tegen een achtergrond met een hoog contrast wilt selecteren. Professionele fotografen fotograferen een model het liefst tegen een blauwe achtergrond; in de studio tegen een blauw geschilderde muur, buiten tegen een blauwe lucht. Het is dan gemakkelijk om het model uit een afbeelding te isoleren en tegen een andere achtergrond te plaatsen. Bijvoorbeeld, een foto van een model in een ligstoel tegen een blauwe achtergrond wordt gecombineerd met een mooie strandfoto. Zonder naar St. Maarten te reizen kan toch een foto gemaakt worden waarop lijkt of het model daar is gefotografeerd.

U kunt de Doezelaar gebruiken om een deel van de foto uit de opname te halen met een overgangsgebied van een aantal pixels.

1. Open de afbeelding waarin u de selectie wilt maken. 2. Selecteer in het gereedschapspalet het gereedschap Magnetische lasso. 3. Stel op de optiebalk de opties voor Magnetische lasso in. Deze opties wijzigen de werking van het gereedschap, zoals doezelen en breedte. Kies, bijvoorbeeld in het venster Doezelselectie in het vak Doezelstraal 20 pixels. 4. Kies in het vak Breedte bijvoorbeeld 10 pixels. 5. Voer een van de handelingen uit om segmenten van een selectiekader toe te voegen: – Klik op punten langs de randen. – Sleep langs de randen en houd de muisknop ingedrukt. De lijn van de selectie kleeft aan het object in de afbeelding dat u wilt selecteren. Als de lijn niet pakt, klikt u één keer om zelf een punt toe te voegen. De lijn verankert zich en u kunt verder met het tekenen van de rand. Waar nodig voegt u punten toe door te klikken. Druk op de Delete-toets om de punten langs de lijn te wissen als u een fout hebt gemaakt.

Modelfoto’s aanpassen

6.7.7 Gereedschap Doezelaar

259


Digitaal nabewerken

Figuur 6.46: Een selectie maken met gebruik van de Magnetische lasso

6.7.8 Een selectie sluiten Als u een selectie hebt gemaakt met het lassogereedschap, kunt u de selectie op een van de volgende manieren sluiten:

260 I

I

I

Als u het kader rond de selectie handmatig wilt sluiten, sleept u weer over het beginpunt van de selectie en klikt u met de linkermuisknop. Er verschijnt een gesloten cirkel naast de aanwijzer als deze op het beginpunt staat. Wilt u het kader sluiten met een willekeurig gevormd magnetisch segment, dan dubbelklikt u of drukt u op Enter. Wanneer u bij het gebruik van de Veelhoeklasso het kader wilt sluiten met een rechte-lijnsegment, houd dan de Alt-toets ingedrukt en dubbelklik.

6.7.9 Een selectie kopiëren Er zijn verschillende redenen om een selectie te maken. Zo kunt u bijvoorbeeld een vogel verschillende keren kopiëren of uit de ene afbeelding halen en deze in de andere plakken. Dit gaat als volgt: 1. 2. 3. 4.

Selecteer een object uit een bepaalde afbeelding met behulp van de vorige oefening. Kies in het menu Bewerken de optie Kopiëren of druk op Ctrl + C. Klik en sleep de selectie naar een andere plaats in de afbelding. Kies in het menu Bewerken de optie Plakken of druk op Ctrl + V.


Figuur 6.47: Een selectie kopiëren naar een nieuwe laag

Modelfoto’s aanpassen

5. De kopie wordt in de afbeelding geplakt in een nieuwe laag (zie figuur 6.47). 6. Op dezelfde manier kunt u ook een kopie oplakken in een andere of nieuwe afbeelding. 7. Sla de afbeelding op onder een nieuwe naam.

261

6.7.10 Toevoegen aan selectie Met de knop Nieuwe selectie maakt u in één keer een selectie. Als u meer objecten tegelijkertijd uit een afbeelding wilt halen of deze wilt bewerken, gebruikt u de knop Toevoegen aan selectie. 1. Open de afbeelding waarin u de selectie wilt maken. 2. Klik in de werkbalk Opties voor gereedschap op de knop Toevoegen aan selectie. 3. Selecteer de gebieden in de afbeelding.

6.7.11 Een selectie verwijderen Nadat u een selectie hebt gemaakt, kunt u deze verwijderen door op de knop Verwijderen uit selectie te klikken. 1. Selecteer een selectie in de afbeelding. 2. Dubbelklik ergens binnen de selectie. Deze wordt vervolgens opgeheven.


6.7.12 Gereedschap Toverstaf

Digitaal nabewerken

Als u een complexe selectie wilt maken, is het handig om het gereedschap Toverstaf te gebruiken. Het gereedschap Toverstaf selecteert met een muisklik pixels van soortgelijke kleuren (zie figuur 6.48). U geeft het kleurbereik of de tolerantie voor de selectie in de optiebalk op. Gebruik dit gereedschap bij een gebied met dezelfde kleuren, bijvoorbeeld een blauwe lucht of grijs water. 1. Open de afbeelding waarin u de selectie wilt maken. 2. Selecteer het gereedschap Toverstaf. 3. Stel op de optiebalk opties voor de Toverstaf in. Met deze opties wijzigt u de werking van het gereedschap, zoals de tolerantie en anti-aliasing. U kunt het gereedschap echter ook zonder een van deze opties in te stellen. 4. Klik in de foto op de kleur die u wilt selecteren. 5. U voegt de selectie toe door de Shift-toets in te drukken en op niet-geselecteerde gebieden te klikken.

262

Figuur 6.48: Een voorbeeld van een selectie die met de Toverstaf is gemaakt I

I

Tolerantie. Geef hier een waarde op tussen 0 en 255. Kies een lage waarde om alleen kleuren te selecteren die nagenoeg overeenkomen met de pixel waarop u klikt. Kies een hogere waarde om een groter kleurbereik te selecteren. Anti-aliased. Selecteert u als u een zachte selectierand wilt definiĂŤren.


I

I

Aangrenzend. Dit gebruikt u als u alleen aangrenzende gebieden met dezelfde kleuren wilt selecteren. Als u deze optie uitschakelt, worden pixels met dezelfde kleuren in de hele foto geselecteerd. Alle lagen. Deze optie gebruikt u als u kleuren wilt selecteren op basis van gegevens uit alle zichtbare lagen. Als deze optie is uitgeschakeld, werkt de Toverstaf alleen op de actieve laag.

Het gereedschap Uitsnijden vindt u zowel in de instelling Snel repareren als in de Standaardbewerking. U probeert bij het maken van een foto natuurlijk altijd de beste compositie te maken. Dat lukt echter niet altijd, bijvoorbeeld omdat er langs de rand net een persoon staat en u niet verder kunt inzoomen. U maakt de foto in de verhouding 3:4, maar deze wordt in de verhouding 2:3 afgedrukt. Sommige camera’s kunt u ook in de verhouding 3:2 instellen. In feite is het vreemd dat de foto-industrie ons foto’s laat maken in de verhouding 4:5 en er dan ongevraagd een stuk afknipt, zodat we altijd een stuk van de foto kwijt zijn!

Met het gereedschap Uitsnijden verwijdert u ongewenste gedeelten van de foto. Het gereedschap is zowel in de Standaardbewerking als in Snel repareren beschikbaar.

1. 2. 3. 4.

Open de foto die u wilt bijsnijden. Klik op het gereedschap Uitsnijden. Selecteer het deel van de foto dat u wilt behouden (zie figuur 6.49. Sleep een hoek of een zijgreep om de grootte van het geselecteerde gebied te wijzigen. 5. U kunt het geselecteerde gebied draaien (roteren) door de muisaanwijzer buiten het selectiekader te plaatsen, de muisaanwijzer krijgt de vorm van een gekromde pijl. 6. Versleep de handgreep in de richting waarin u de selectie wilt draaien. 7. Dubbelklik in het midden van de selectie of klik op OK (vinkteken) op de optiebalk om de afbeelding uit te snijden.

6.7.14 Rode ogen verwijderen Bij het fotograferen met flits hebben de personen op de foto vaak rode ogen. Vooral bij camera’s waarbij de flitser vlak bij de lens is gemonteerd, komt dit vaak voor. Op de meeste digitale camera’s vindt u een functie waarmee u rode ogen kunt voorkomen. De voorflits zorgt er dan voor dat de pupil zich iets sluit, waarna met de ‘echte’ flits de foto wordt genomen. U kunt rode ogen achteraf gelukkig corrigeren met het gereedschap Rode ogen verwijderen.

Modelfoto’s aanpassen

OPMERKING

6.7.13 Gereedschap Uitsnijden

263


Digitaal nabewerken 264

Figuur 6.49: Een foto bijsnijden met het gereedschap Uitsnijden

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

Open de foto met de rode ogen. Zoom in op het oog dat u wilt corrigeren. Klik op het gereedschap Rode ogen verwijderen. Stel op de optiebalk de Pupilgrootte in (zie figuur 6.50). Kies in Hoeveel donkerder een percentage. Klik in de foto op de pupil van het rode oog. Sla de foto opnieuw op.


Modelfoto’s aanpassen

Figuur 6.50: De opties voor Rode ogen verwijderen instellen

265

Figuur 6.51: Door op het rode oog te klikken wordt deze bijgewerkt


6.7.15 Gereedschap Gummetje

Digitaal nabewerken

Het gereedschap Gummetje wijzigt de pixels in een afbeelding, terwijl u sleept. Als u op de achtergrondlaag of op een laag met vergrendelde transparantie werkt, nemen de gewiste pixels de achtergrondkleur aan. Als dat niet zo is, worden de gewiste pixels transparant. Transparante pixels worden aangegeven door het transparantieraster.

In de optiebalk staan de volgende opties: I I

I

Pop-upmenu Penselen. Hiermee stelt u het penseeluiteinde in. Afmeting. Met deze optie bepaalt u de grootte van het penseel in pixels. Sleep de schuifregelaar of voer een grootte in het tekstvak in. Modus. Met het Penseel wordt er met de kenmerken van het penseelgereedschap gewist, dus kunt u wissen met zachte randen. Met Potlood wordt er gewist met harde randen. Bij Blok wordt het gummetje met de grootte van 16 pixels gebruikt.

266

6.7.16 Gereedschap Achtergrondgummetje Het gereedschap Achtergrondgummetje verandert gekleurde pixels in transparante pixels als u het penseel over de laag sleept. Met behulp van de opties stelt u het gereedschap in.

U kunt bijvoorbeeld twee foto’s in twee verschillende lagen over elkaar heen leggen. In het voorbeeld is een foto van een schelpenbank geopend en als achtergrond gebruikt (zie figuur 6.52).


U kunt het effect van het tovergummetje beperken tot uitsluitend de aangrenzende pixels of het effect op alle pixels in de huidige laag laten toepassen.

Met het gummetje worden pixels transparant gemaakt totdat de achtergrond zichtbaar wordt (zie figuur 6.55). Door op deze manier verschillende foto’s in lagen over elkaar heen te leggen is het mogelijk om een fotocollage te maken.

Met Ctrl + E kunt u beide lagen combineren, zodat een nieuwe afbeelding ontstaat.

Modelfoto’s aanpassen

OPMERKING

Een tweede foto is geopend en met met knippen en plakken op de achtergrond geplaatst (Laag 1) (zie figuur 6.53).

267

Figuur 6.52: Open de foto die als achtergrond dient

De aanwijzer heeft de vorm van een cirkel, waarbij een dradenkruis de hotspot aangeeft. Bij het slepen met de aanwijzer worden binnen de cirkel de pixels uitgegumd die dezelfde kleur hebben als de pixels onder de hotspot. Als de cirkel het object op de voorgrond overlapt en binnen de cirkel staan geen pixels met dezelfde kleur als onder de hotspot, wordt het object op de voorgrond niet uitgegumd.


Digitaal nabewerken

Figuur 6.53: Een tweede foto wordt gekopieerd en op de achtergrond van de eerste foto geplakt

268

Figuur 6.54: Met het Achtergrondgummetje knipt u delen uit een laag weg


1

4

3

5

6

2 Figuur 6.55: In de optiebalk stelt u de eigenschappen van het Achtergrondgummetje in

I

I

I

Gummetje Achtergrondgummetje Tovergummetje Penseelinstellingen Limieten Tolerantie>>

Penseel. Met behulp van de schuifknoppen stelt u de Diameter, Hardheid en de Tussenruimte (tussen de haren) in. Limieten. Kies Aangrenzend als u de hotspot-kleur alleen wilt uitgummen in aangrenzende gebieden. Bij Niet aangrenzend worden de pixels uitgegumd die dezelfde kleur als de hotspot hebben. Tolerantie. Bepaalt het bereik van de kleuren die worden uitgegumd. Bij een lage tolerantie heeft het gummetje alleen effect op kleuren die zeer sterk overeenkomen met de kleur waarop u klikt. Bij een hogere tolerantie is het bereik waarbinnen de kleuren worden aangepast groter.

6.7.17 Gereedschap Tovergummetje Het gereedschap Tovergummetje wijzigt alle overeenkomende pixels wanneer u met dit gereedschap over een foto sleept. In een laag met vergrendelde transparantie worden de pixels gewijzigd in de achtergrondkleur. In alle andere gevallen worden de pixels transparant gemaakt. U kunt het effect van het tovergummetje beperken tot uitsluitend aangrenzende pixels of u kunt het effect op alle pixels in de huidige laag toepassen. De opties bij dit gereedschap hebben het volgende effect: I I

I

Anti-aliased. Maakt de randen van een uit te gummen gebied zachter. Aangrenzend.Wist alleen de pixels die grenzen aan de pixel waarop u hebt geklikt. Selecteer deze optie als u alle overeenkomstige pixels in de afbeelding wilt uitgummen. Alle lagen gebruiken. Hiermee neemt u een monster van de uitgegumde kleur door de gecombineerde gegevens van alle zichtbare lagen te gebruiken. Deselecteer deze optie als u alleen de pixels op de actieve laag wilt uitgummen.

Modelfoto’s aanpassen

1. 2. 3. 4. 5. 6.

269


I

Dekking. Met deze optie definieert u de sterkte van het effect van het gummetje. Bij een dekking van 100% worden alle pixels op een laag transparant gemaakt en krijgen de pixels op en vergrendelde laag de achtergrondkleur. Bij een lagere dekking worden de pixels op een laag gedeeltelijk transparant gemaakt en krijgen de pixels op een vergrendelde laag gedeeltelijk de achtergrondkleur.

6.7.18 Gereedschap Penseel

270

1. Selecteer een kleur voor het tekenen door de voorgrondkleur in te stellen. 2. Selecteer het gereedschap Penseel in het gereedschapspalet. 3. Stel, desgewenst, op de optiebalk opties voor het penseel in (zie figuur 6.56). – Pop-upmenu Penselen. Hiermee stelt u het penseeluiteinde in. Klik op de pijl (driehoekje naar benden) naast het penseelvoorbeeld, kies een penseelcategorie in het pop-upmenu Penselen en selecteer vervolgens een penseelminiatuur. – Afmeting. Met deze optie bepaalt u de grootte van het penseel in pixels met behulp van de schuifregelaar. – Modus. Hiermee stelt u in hoe u de verf aanbrengt en overvloeit met de bestaande pixels in de afbeelding. – Dekking. Hiermee stelt u in hoe dekkend de verf is. Bij een lage instelling zijn de pixels onder een verfstreek nog te zien. U stelt dit in met de schuifregelaar of door een waarde voor de dekking in te voeren. – Airbrush. Met deze optie kunt u het effect van een airbrush simuleren. Met deze optie brengt u verloopkleuren in een afbeelding aan, waarbij het effect van een traditionele airbrush wordt gesimuleerd. – Opties voor het tekentablet. Hiermee stelt u de opties voor de pendruk in als u een drukgevoelig tekentablet in plaats van een muis gebruikt. – Meer opties. Met deze optie stelt u extra opties voor het penseel in. 4. Sleep in de afbeelding om te tekenen.

OPMERKING

Digitaal nabewerken

Het gereedschap Penseel maakt zachte of harde kleurstrepen en kan het airbrusheffect simuleren.

Het is lastig om met de muis te tekenen. In de handel kunt u een tekentablet kopen met een pen waarmee u veel nauwkeuriger het begin- en eindpunt van een lijn kunt bepalen.


Modelfoto’s aanpassen 271

Figuur 6.56:Een afbeelding tekenen in Photoshop (tekening: Feikje Boertjens)

Realistische penseelstreken kunt u simuleren door in te stellen in welke mate de penseelstreken vager worden, de zogeheten Penseeldynamiek. U kunt instellen welke opties gaandeweg de penseelstreek dynamisch veranderen, waaronder spreiding, grootte en kleur. De penseelminiatuur op de optiebalk laat zien hoe een penseel verandert als u opties van de penseeldynamiek wijzigt. U stelt de optie voor de penseeldynamiek in door het penseel te selecteren en vervolgens een van de opties in het menu Meer opties op de optiebalk te selecteren. Verder vindt u onder de knop Penseel nog de opties Penseel impressionist en het penseel Kleur vervagen.


6.7.19 Gereedschap Historiepenseel Met het gereedschap Historiepenseel kunt u eerder gemaakte penseelbewerkingen ongedaan maken. U schildert over de nieuwe laag, waarbij de oude weer te voorschijn komt.

Digitaal nabewerken

6.7.20 Penseel Kleur vervangen Met het penseel Kleur vervangen kunt u eenvoudig specifieke kleuren in een afbeelding vervangen. Zo kunt u bijvoorbeeld de kleur van een gele narcis vervangen door paars en hiermee een vervreemdingseffect creëren.

6.7.21 Gereedschap Emmertje Met het gereedschap Emmertje vult u een gebied dat overeenkomt in kleurwaarden met de pixels waarop u klikt. U kunt een gebied met de voorgrondkleur of met een patroon vullen.

272

1. Kies in de gereedschapbalk een voorgrondkleur. 2. Selecteer in het gereedschapspalet het gereedschap Emmertje. 3. Stel de opties in op de optiebalk. – Vullen. Met deze optie stelt u in of een gebied met de voorgrondkleur of met een patroon wordt gevuld. – Patroon. Hiermee stelt u een patroon voor de vulling in. – Modus. Hiermee stelt u in hoe de aangebrachte verf overvloeit met de bestaande pixels in de afbeelding. – Dekking. Met deze optie stelt u in hoe dekkend de verf is. Bij een lage instelling zijn de pixels onder een verfstreek nog te zien. Met de schuifregelaar voert u de waarde voor de dekking in.


Modelfoto’s aanpassen

– Tolerantie. Bepaalt hoe nauwkeurig de kleuren van gevulde pixels moeten overeenkomen. Bij een lagere tolerantie worden alleen de pixels gevuld waarvan de kleuren sterk overeenkomen met de kleur waarop u klikt. Bij een hogere tolerantie worden ook pixels met minder overeenkomende kleuren gevuld. – Anti-aliased. Maakt randen van een gevulde selectie zachter. – Aangrenzend. Hiermee vult u aangrenzende pixels die ongeveer dezelfde kleur hebben. Schakel deze optie uit als u alle pixels in de afbeelding wilt selecteren, ook pixels die niet bij elkaar liggen. Met de optie Tolerantie stelt u in hoe sterk de kleuren met elkaar moeten overeenkomen. – Alle lagen gebruiken. Hiermee vult u alle gelijkende pixels op een zichtbare laag die binnen de opties Tolerantie en Aangrenzend vallen. 4. Selecteer het deel van de afbeelding dat u wilt vullen. 5. Als u de transparante gebieden op een laag niet wilt vullen, kunt u de transparantie van de laag in het palet Lagen vergrendelen.

273

Figuur 6.57: Een selectie vullen met een kleur

6.7.22 Gereedschap Verloop Verloop is een van de verschillende methoden om een vloeiende overgang te krijgen tussen twee aangrenzende kleuren, waaronder zwart en wit.


Digitaal nabewerken

Als u maar een gedeelte van de afbeelding wilt vullen, selecteert u eerst het gewenste gebied met een van de selectiegereedschappen. Als u dit niet doet, wordt de verloopvulling toegepast op de hele actieve laag.

274

1. 2. 3. 4. 5. 6.

Open een afbeelding. Maak een nieuwe laag. Selecteer het gereedschap Verloop. Klik op de optiebalk op het gewenste type verloop (zie figuur 5.58). Kies een verloopvulling in het pop-uppalet Verloopkiezer op de optiebalk. Stel op de optiebalk opties voor het verloop in. U kunt bijvoorbeeld met het pipet een kleur kiezen uit de afbeelding en deze als Voorgrondkleur instellen. Klik op de verloopkiezer en klik op het vakje linksboven (Voorgrond naar Achtergrond).

– Modus. Hiermee stelt u in hoe de verf die u aanbrengt, overvloeit naar de bestaande pixels in de afbeelding. – Dekking. Hiermee bepaalt u hoe dekkend de verf is. – Omkeren. Keert de volgorde van de kleuren in de verloopvulling om. – Dithering. Hiermee maakt u een vloeiender verloop met minder zichtbare overgangen. – Transparantie. Bij deze optie wordt een transparantiemasker voor het verloop gebruikt als het verloop met transparante gebieden is vastgesteld. 7. Plaats de cursor in de afbeelding op de plaats waar u het beginpunt van het verloop wilt in stellen en sleep om het eindpunt vast te leggen (zie figuur 6.59). Als u de hoek van het verloop wilt beperken tot veelvouden van 45°, houdt u de Shift-toets tijdens het slepen ingedrukt. 8. Selecteer beide lagen en pas de dekking van de laag met het verloop aan (zie figuur 6.60).


Modelfoto’s aanpassen

Figuur 6.58: Het gereedschap Verloop in een afbeelding gebruiken

275

Figuur 6.59: Het begin en eindpunt van het verloop bepalen


Digitaal nabewerken 276

Figuur 6.60: Pas de dekking van de laag met het verloop aan

6.7.23 Gereedschap Vervagen, Verscherpen en Natte vinger Met het gereedschap Vervagen maakt u harde randen of gebieden van een afbeelding zachter en worden er minder details weergegeven. U kunt hiervoor ook vervangingsfilters gebruiken. Met het gereedschap Verscherpen maakt u vage randen scherper en afbeeldingen helderder. Het gereedschap Natte vinger simuleert het tekenen met een vinger die in de verf is gedoopt. Het gereedschap neemt de kleur over van de plaats waar de streek begint en duwt deze in de richting waarin u sleept. U kunt zo bestaande kleuren in een afbeelding uitsmeren of de voorgrondkleur over de afbeelding uitsmeren.


6.7.24 Gereedschap Spons Hiermee past u de kleurverzadiging of helderheid van een gebied aan. In de instelling Grijswaarden verhoogt of verlaagt u met dit gereedschap het contrast in de afbeelding.

Met het gereedschap Tegenhouden en Doordrukken kunt u gebieden van een foto lichter of donkerder maken. U kunt Tegenhouden gebruiken om details in schaduwen naar voren te brengen en Doordrukken om details in hooglichten naar voren te brengen. In figuur 6.61 ziet u een voorbeeld. Linksonder is te veel schaduw. Met tegenhouden zijn de details enigszins naar voren gebracht.

Modelfoto’s aanpassen

6.7.25 Gereedschap Tegenhouden en Doordrukken

277

1. Selecteer het gereedschap Tegenhouden of Doordrukken. 2. Stel gereedschapopties in op de optiebalk. – Pop-upmenu Penselen. Hiermee stelt u het penseeluiteinde in. Kies de diameter niet te klein omdat u dan smalle strepen in het gebied krijgt dat u wilt tegenhouden. – Afmeting. Hiermee bepaalt u de grootte van het penseel in pixels. – Bereik. Met deze optie past u het toonbereik van de foto aan. Selecteer Middentonen om de middenreeks met grijswaarden te wijzigen, Schaduwen om de donkere gebieden te wijzigen en Hooglichten om de lichtere gebieden te wijzigen. – Belichting. Hiermee stelt u het effect van het gereedschap met elke streek in. Een hoger percentage vergroot het effect.


Digitaal nabewerken 278

Figuur 6.61a/b: Een afbeelding tegenhouden en doordrukken


Als u een gebied gradueel wilt tegenhouden of doordrukken, stelt u het gereedschap in met een lage belichtingswaarde en sleept u verschillende keren over het gebied dat u wilt corrigeren. In figuur 6.61 is het gezicht van de persoon op de foto opgelicht met behulp van dit gereedschap. 3. Sleep over het deel van de afbeelding dat u wilt wijzigen (zie figuur 6.61).

6.8 Tot besluit

Tot besluit

Adobe Photoshop CS2 is de nieuwste versie van die in de zomer van 2005 is uitgekomen. In dit hoofdstuk hebben we de essentiÍle functies en basishandelingen besproken aan de hand van een aantal voorbeelden. Als u meer wilt weten van dit programma, raadpleeg dan het boek Basiscursus Photoshop CS2 dat eveneens bij Academic Service is verschenen. In het volgende hoofdstuk bespreken we nog een aantal opties waarmee u uw foto’s kunt verspreiden via internet.

279


280


7 Foto’s verspreiden In de traditionele fotografie worden opnamen met behulp van opzichten en doorzichten verspreid. Met de komst van het digitale tijdperk gaat veel fotomateriaal gedigitaliseerd de wereld over. De mogelijkheden de toepassingen lijken daarbij bijna onuitputtelijk. In dit hoofdstuk geven we een indruk van de mogelijkheden om foto’s te verspreiden.

7.1 Afdrukken Het afdrukken van een digitaal bestand sluit aan op de traditionele manier van het verspreiden van foto’s. U kunt het afdrukken van digitale bestanden uitbesteden of dit zelf doen. Er zijn verschillende methoden om de beeldinformatie op het fotopapier over te brengen. In deze paragraaf nemen we de verschillende methoden onder de loep en bekijken de verschillen.

7.1.1 Afdrukkwaliteit 281

Bij het afdrukken van een foto is de afdrukkwaliteit belangrijk, zeker als een foto wordt verkocht. In dit kader behandelen we de verschillen tussen ppi (pixels per inch) en dpi (dots per inch). Er bestaat nogal wat misverstand over het gebruik van ppi en dpi. Digitale foto’s zijn opgebouwd uit pixels en deze zijn op het scherm als zodanig te zien. Met ppi wordt het aantal pixels bedoeld die zijn weergegeven in een afbeelding. Ze wordt ook wel schermresolutie genoemd. Dpi is niet de resolutie van een gescand of schermbeeld, maar het aantal inktpunten dat een printer gebruikt om uw tekst of foto af te drukken en wordt afdrukresolutie genoemd. Hoe meer inktpunten, des te gedetailleerder de foto zal zijn. Overigens is een inktpunt niet hetzelfde als een inktdruppel. Bijvoorbeeld, de PhotoRet III-technologie van Hewlett Packard gebruikt 29 druppeltjes om één inktpunt te maken. De benodigde beeldresolutie (ppi) kan berekend worden door de afdrukresolutie (dpi) te vermenigvuldigen met het afdrukformaat (in inches=2,54 cm).


Foto’s verspreiden

I

I

I

Voor een foto van 8 bij 10 inch (20 bij 25 cm) afgedrukt in een tijdschrift bij 300 dpi moet de beeldresolutie 2400 x 3000 pixels zijn. Kranten worden gedrukt bij 180 dpi en een desktopprinter vraagt een afdrukresolutie van 250 tot 300 dpi (laserprinters). Sommige professionele fotoprinters verlangen een afdrukresolutie van 2400 dpi. Met een resolutie afdrukken die hoger is dan de optimale beeldresolutie is zinloos, omdat de kwaliteit daardoor niet beter zal worden, maar wel uw bestanden onnodig groot zullen zijn.

282

7.1.2 Exif Print Exif Print-compatibele digitale camera’s registreren de instellingen tijdens de opname, wat de kwaliteit van de foto’s aanzienlijk verbetert als die informatie tijdens het printen beschikbaar is. Bij een digitale camera worden er extra gegevens of metadata aan het fotobestand toegevoegd (JPEG, TIFF of RAW). Deze gegevens staan in de zogenaamde ‘Exif header’. U kunt deze gegevens bekijken als u een opname opent in bijvoorbeeld Adobe Bridge of Photoshop CS2. Het gaat daarbij om de instellingen die de camera gebruikte om een bepaalde opname te maken (zie figuur 7.1). Denk daarbij aan het toegepaste diafragma en de sluitertijd, maar ook aan andere gegevens, zoals de datum. Dat is handig, want u kunt nu bijvoorbeeld nagaan waarom een foto onscherp is: bijvoorbeeld de camera had een te lange sluitertijd gekozen.

Figuur 7.1: Een voorbeeld van een Exif-venster met informatie over een foto


Exif staat voor Exchangeable image file. De gegevens worden op een gestandaardiseerde manier vastgelegd en kunnen daarom uitgewisseld worden tussen verschillende apparaten, zoals de camera en de printer.

OPMERKING

7.1.3 Betere afdrukken Exif 2.2 is de laatste versie en die wordt ook wel Exif Print genoemd. In deze versie geeft de camera informatie mee die een printer gebruikt om de kwaliteit van de afdruk te verbeteren. Bijvoorbeeld, als de camera ingesteld was op automatische belichting dan zal de printer automatisch een correctie uitvoeren. De printer doet dat niet in het geval de belichting met de hand ingesteld was. Er wordt dan vanuit gegaan dat de fotograaf een bedoeling had met die gekozen instelling. Deze methode werkt echter alleen als zowel de camera als de printer Exif Print Het wordt natuurlijk pas echt interessant als de afdrukmachines in de ontwikkelcen- ondersteunen. Daarvoor moetrales en fotozaken gebruik gaan maken ten ze vrij nieuw zijn, want Exif van dit soort technieken. Exif Print en PIM Print is pas vorig jaar uitgekozijn bedoeld voor mensen die graag snel men. Exif Print lijkt een beetje resultaat willen zien zonder eerst de afbeelding te moeten bewerken. op Print Image Matching (PIM) van Epson.

Bij het afdrukken van een foto en het verspreiden ervan is de houdbaarheid ervan belangrijk. Immers, u wilt niet dat een foto na een jaar al verkleurd bij de klant aan de muur hangt. De levensduur hangt af van het soort papier en de gebruikte inkt. Verder is de invloed van het ultraviolet uit het daglicht op de foto belangrijk. Het maakt verschil of een foto in een album wordt bewaard of aan de muur wordt gehangen. In het laatste geval kan een foto al na een jaar zo verkleurd zijn dat deze waardeloos is geworden. Onder invloed van licht, warmte en andere omgevingsfactoren zullen de chemische eigenschappen van de kleurstoffen op de foto langzaam veranderen, tot er op de oorspronkelijke foto niets meer te herkennen valt. Een foto die bewaard wordt op kamertemperatuur in een vertrek waar per dag twaalf uur daglicht binnenvalt, heeft een lichtvastheid van ongeveer 20 jaar. Dat betekent dat na 20 jaar de helft van de kleuren vervaagd is. Als u de foto achter glas bewaart, is zijn houdbaarheid hoger, maar wanneer het zonlicht rechtstreeks op de foto valt, verloopt het verouderingsproces weer wat sneller. Ook afdrukken van inkjetprinters zijn gevoelig voor veroudering. De opkomst van digitale camera’s en van inkjetprinters die fotokwaliteit bieden, heeft ertoe geleid

Afdrukken

7.1.4 Houdbaarheidsdatum van een foto

283


dat steeds meer consumenten aan digitale fotoafdrukken dezelfde eisen stellen op het gebied van houdbaarheid en kleurvastheid. Sinds kort besteden de meeste fabrikanten van inkjetprinters dan ook aandacht aan de lichtvastheid van hun producten. Sommigen brengen aangepaste papiersoorten en inkten op de markt, met bijhorende claims over lichtvastheid, bijvoorbeeld tien of zelfs twintig jaar. Wie de kleine lettertjes leest, merkt echter dat er geen standaardmethode is gebruikt die dergelijke claims rechtvaardigt – elke producent hanteert zijn eigen methode om de houdbaarheid van zijn afdrukken in te schatten. De International Standards Organisation (ISO) bemoeit zich inmiddels met deze kwestie.

7.1.5 Foto’s als opgespannen canvasprints

Foto’s verspreiden

In plaats van het afdrukken van een foto op fotopapier, is het ook mogelijk een canvasprint te laten maken. Het bedrijf Voogd in Den Helder is hierin gespecialiseerd (www.voogdartline.nl). Foto’s worden aangeleverd met een ingesloten Adobe RGBkleurprofiel. De printers drukken deze af in CMYK dus het is ook mogelijk om foto’s in CMYK-euroscale aan te leveren. Aangezien foto’s altijd in RGB zijn, adviseert men om dat niet te veranderen.

284

U kunt een afbeelding opslaan in een bepaald formaat met een minimale resolutie van 100 dpi en een maximale van 150 dpi. Dat is meer dan genoeg voor het maken van een goede afdruk. Immers, het is geen drukwerk, maar een afdruk op canvas dat nu eenmaal minder hoge eisen stelt. Er zit wel verschil tussen fotopapier en canvas. Canvas is stof en is daardoor matter dan fotopapier. Tevens is het papier echt wit en canvas is een beetje geler. Als u op canvasdoek wilt printen met bedrukte randen, dan moet u rekening houden dat de canvasgrootte 5cm groter moet worden. Dit omdat aan iedere kant 2,5 cm wordt gebruikt om de foto om te vouwen. Een bestelling van een 50x50cm print moet de fotograaf opmaken op 55x55cm. Indien er een object of mens wordt gefotografeerd moet deze genoeg ‘vlees’ rondom hebben zodat er niets van het object wordt omgevouwen! De afdruk moet inderdaad op maat worden opgemaakt, er kan immers van een vierkante foto geen langwerpige foto worden gemaakt en andersom. Voordat het bedrijf de opdracht gaat maken, bekijkt men het bestand en zet hulplijnen aan iedere kant op 2,5 cm om te zien dat er geen belangrijke objecten worden weggesneden. Daarna wordt een proefdruk verstuurd en als die akkoord is dan wordt er pas geprint. Zo kunnen er dus nooit doeken worden afgeleverd met een half object of mens erop.


7.2 Foto’s versturen via Windows XP

1. Open de map waarin de foto’s staan die u wilt versturen. 2. Selecteer de afbeeldingen met behulp van de Shift- en Ctrl-toets (zie figuur 7.2). 3. Klik in het vak Bestands- en maptaken op de optie De geselecteerde items per e-mail verzenden (zie figuur 7.3). Windows toont een waarschuwingsvenster waarin staat dat de grootte van de bestanden die u per e-mail wilt verzenden, kan worden gewijzigd. Hierdoor kunnen deze gemakkelijker door de ontvanger worden bekeken. Het is echter mogelijk om de originele grootte te behouden. Omdat het versturen van bestanden via internet beter gaat met verkleinde afbeeldingen laat u de optie Alle afbeeldingen verkleinen geselecteerd. 4. Klik op OK om dit venster te sluiten. Windows opent nu het standaard e-mailprogramma Outlook Express. U kunt een berichtje schrijven (zie figuur 7.4). Wijzig eventueel de tekst in het vak Onderwerp. 5. Klik op de knop Verzenden om het bericht met de afbeeldingen te versturen.

Foto’s versturen via Windows XPæ

Een van de succesfactoren van internet is het kunnen versturen van foto’s. Dit wordt dan ook massaal gedaan. Om teleurstelling te voorkomen van een mislukte verzending leggen we in het kort uit hoe u een foto per e-mail verstuurt. De optie De geselecteerde items per e-mail versturen is reuze handig. Deze optie wordt actief als u in het venster Deze computer een aantal afbeeldingen selecteert.

285

Figuur 7.2: Afbeeldingen selecteren in het venster Deze computer


Figuur 7.3: In het venster Afbeeldingen per e-mail verzenden kunt u de grootte van de

Foto’s verspreiden

afbeeldingen aanpassen

286

Figuur 7.4: Een e-mailbericht schrijven waaraan de afbeelding als bijlage is toegevoegd

7.3 E-mail met fotobijlage Een andere manier om een foto als bijlage te versturen is direct vanuit het e-mailprogramma, bijvoorbeeld Outlook Express. Zorg dat u voordat u de afbeeldingen verstuurt deze omzet naar een klein formaat. U kunt dit in Photoshop Elements doen (zie figuur 7.5). In de Editor klikt u op de optie Afbeelding, Vergroten/verkleinen, Afbeeldingsgrootte. In het venster geeft u de pixelafmetingen op of u past de documentgrootte aan. Boven in het venster Afbeeldingsgrootte staat de bestandsomvang (Pixelafmetingen). 1. Start Outlook Express met behulp van het pictogram op de Taakbalk of op het Bureaublad. 2. Klik op de knop Nieuw bericht en selecteer in het vak Aan de geadresseerde of typ het e-mailadres in het tekstvak. 3. Geef het bericht een onderwerp. 4. Typ het bericht naar uw contactpersoon (zie figuur 7.6).


Figuur 7.5: De afbeeldingsgrootte aanpassen voordat u een bestand verstuurt

E-mail met fotobijlage

5. Klik vervolgens op de knop Bijlage en selecteer in het venster Bijlage invoegen de map waarin de foto staat die u wilt versturen (zie figuur 7.7). 6. Klik in het venster op de knop Bijlage. De foto’s worden in het vak Bijlage van het e-mailbericht geplaatst (zie figuur 7.8). 7. U kunt het bericht nu versturen.

287

Figuur 7.6: In Outlook Express opent u een nieuw bericht waarmee u de foto als bijlage verstuurt

Figuur 7.7: In het venster Bijlage invoegen selecteert u een foto


Figuur 7.8: De bijlage staat in het daarvoor bestemde vak

Foto’s verspreiden

7.3.1 Bestandsgrootte bij e-mailen

288

Veel mensen beschikken over een postvak met een beperkte omvang. Standaard is ongeveer 5 MB. Dit is net genoeg voor drie foto’s van 1,5 MB elk. Als u meer foto’s hebt, kunt u deze in gedeelten opsturen. U maakt voor elke serie foto’s een apart e-mailbericht aan. Als de geadresseerde tijdig zijn postvak leegmaakt, kunt u de volgende zending doen. Wanneer het postvak vol is, krijgt de geadresseerde een melding van de provider dat het postvak vol is. Een andere oplossing voor dit probleem is om de foto’s die u per e-mail verstuurt te verkleinen. Daarnaast kunt u ook de kwaliteit aanpassen. Foto’s van 72 dpi zijn weliswaar niet geschikt om af te drukken, maar u kunt deze prima op het beeldscherm bekijken. De meeste beeldbewerkingsprogramma’s hebben een optie waarmee u de afbeeldingsgrootte kunt aanpassen.

7.3.2 GMail Gmail is een nieuwe, experimentele webmailservice van Google (www.gmail.com). Hierbij wordt uitgegaan van het idee dat u nooit meer berichten hoeft te verwijderen en dat u de berichten altijd moet kunnen terugvinden. U gebruikt Google Zoeken om het gewenste bericht terug te vinden, ongeacht wanneer dit is verzonden of ontvangen. Omdat u over 2 gigabytes (2000 MB) aan gratis opslagruimte beschikt, hoeft u berichten niet te verwijderen. Elk bericht wordt opgeslagen met alle reacties op het betreffende bericht en weergegeven als een conversatie. Ook handig is dat er geen pop-upadvertensties en irrelevante banners verschijnen. Wel


zijn er tekstadvertenties naar websites die een soortgelijke inhoud weergeven.

Figuur 7.9: U meldt zich aan door een wachtwoord op te geven

Hotmail

OPMERKING

Omdat Gmail nog in een testfase verkeert, wordt alleen een voorlopige versie van Gmail aangeboden om deze op beperkte schaal te testen.

289

7.4 Hotmail Bij MSN Hotmail kunt u gratis een e-mailadres aanvragen (www.hotmail.com). Hiermee bent u overal ter wereld via internet bereikbaar. Simpel aanmelden met uw e-mailadres en wachtwoord en u kunt overal uw e-mail lezen en foto’s ophalen (zie figuur 7.10). Met MSN Hotmail Plus kunt u ook video’s, liedjes en fotopresentaties verzenden en ontvangen. U kunt bijlagen van 20 MB verzenden en u hebt een vrijwel onbeperkte opslagruimte van maar liefst 2 GB. Dit betekent dat u duizenden foto’s en honderden videoclips kunt verzenden en opslaan. Hiermee is de kans klein dat uw postvak vol raakt. Hotmail plus kost 19,99 per jaar. U kunt zich hiervoor via de website aanmelden.


Maak uw postvak na het lezen van de mail leeg. U kunt een extra archiefmap maken waarin u de berichten uit het Postvak In bewaart.

Foto’s verspreiden

TIP

Figuur 7.10: Een abonnement bij Hotmail is gratis

290

Figuur 7.11: E-mail lezen in het Hotmail-venster is handig als u op reis bent

7.5 I-Pod Photo De i-Pod Photo is niet groter dan een pakje speelkaarten en weegt slechts 181 gram (zie figuur 7.12). U kunt een hele muziekcollectie op het apparaatje kwijt (tot maar


Webgaleries

liefst 15.000 nummers), maar ook nog eens zo’n slordige 25.000 foto’s. Met zoveel foto’s kunt u een wand van 1500 m2 behangen. Dit nieuwste lid van de i-Pod-familie is verkrijgbaar in twee formaten: een model van 40 GB en een model met een capaciteit van maar liefst 60 GB voor. Beide modellen hebben een haarscherp LCDvenster met 65.000 kleuren waarop al uw foto’s volledig tot hun recht komen, hoe subtiel de kleuren ook zijn. En dankzij de ingebouwde schermverlichting kunt u uw foto’s overal bekijken, binnen en buiten.

Figuur 7.12: Een i-Pod Photo is heel geschikt om uw foto’s mee te nemen en aan anderen te laten zien

7.6 Webgaleries Dankzij internet is het nu mogelijk om foto’s te delen met anderen. Er zijn verschillende manieren om dit te doen. Een eenvoudige manier is gebruik te maken van Ofoto van Kodak. Er zijn ook programma’s die snel een webgalerie genereren en dit u dan zelf op uw website kunt plaatsen.

7.6.1 Ofoto Ofoto is een bedrijf van Kodak (www.ofoto.com). Foto´s zet u eenvoudig on line met behulp van deze toepassing die u vanuit Photoshop CS2 start.

291


TIP

Zorg ervoor dat de bestandsomvang van de foto’s zijn aanpast op het vertonen via internet. Hiermee voorkomt u dat het veel tijd gaat kosten om een reeks foto’s op het internet te plaatsen.

Foto’s verspreiden

1. Open Adobe Bridge en selecteer de foto´s. 2. Klik in het menu Gereedschappen op Photoshop Services en vervolgens op Foto´s delen. Het venster Share on the Web wordt geopend (zie figuur 7.13). 3. Meldt u in het vak Create Account eerst aan door uw naam en e-mailadres in te voeren. Kies vervolgens een wachtwoord en voer dit tweemaal in. Onderin het venster plaatst u een vinkje bij het vakje met het rode sterretje. 4. Als lid voert u uw e-mailadres en wachtwoord in. 5. De geselecteerde foto’s worden vervolgens naar Ofoto gekopieerd. 6. Als het overbrengen klaar is, klikt u op Next. In het bovenste vak voert u de e-mailadressen in van de personen met wie u de foto’s wilt delen (zie figuur 7.14). Zorg ervoor dat uw eigen e-mailadres ook in de lijst komt. U kunt dan controleren of een en ander goed is verlopen. Onder in het venster plaatst u een boodschap. Klik vervolgens op Send.

292

Figuur 7.13: Meldt u eerst aan als lid


Figuur 7.14: Verstuur een uitnodiging per e-mail aan personen met wie u het album wilt

De geadresseerden krijgen nu een e-mailbericht in het postvak waarmee toegang tot uw fotoalbum wordt verkregen (zie figuur 7.15). Afdrukken van de foto’s kunnen via de toegang tot het album worden besteld.

Webgaleries

delen

293

Figuur 7.15: De geadresseerden krijgen een bericht en kunnen uw foto’s bekijken


7.6.2 Web Album Generator Het is mogelijk om met weinig middelen toch een eigen webgalerie te maken, bijvoorbeeld met Web Album Generator (zie figuur 7.16). De software daarvoor staat op de cd-rom bij dit boek. Als u zelf beschikt over een domeinnaam, dan kunt u met behulp van een upload-programma een fotoalbum on line zetten. De Web Album Generator (www.ornj.net/software/webalbum) is een gratis programma waarmee u gemakkelijk een webalbum kunt maken. Dit gebeurt in een drie stappen:

Foto’s verspreiden

1. Selecteer eerst de foto’s die u in de galerie wilt gebruiken en plaats deze in een aparte map. Zorg dat de foto’s in de goede stand staan en dat u elke afbeelding met behulp van beeldbewerkingssoftware hebt aangepast. 2. Open de Web Album Generator en maak de galerie met behulp van de Album Generation Wizard. 3. Kopieer met behulp van een upload-programma de galerie naar uw internetsite.

294

Figuur 7.16: De Web Album Generator

7.6.3 Webgalerie in Adobe Photoshop In Adobe Photoshop CS, maar ook in Adobe Photoshop Elements beschikt u over de webgalerie waarmee u snel een serie foto’s in een fotoalbum plaatst. Deze wordt


automatisch in een map geplaatst die u zo op uw website kunt plaatsen. Een link mailen naar vrienden en kennissen (of de plaatselijke courant) en u bent klaar. I

I

Stap 1: Maak een nieuwe map, geef de map een praktische naam, bijvoorbeeld mijn foto’s en plaats hierin alle foto’s, die u in de foto webgalerie wilt publiceren. Stap 2: Maak een tweede map, geef deze map ook een naam, bijvoorbeeld webgalerie. Hierin komt de fotogalerie met alle miniaturen en pagina’s te staan, die Photoshop gaat genereren.

1. Open Adobe Photoshop en kies in het menu Bestand de optie Automatisch en vervolgens Webfotogalerie. 2. U kunt de webgalerie ook vanuit Adobe Bridge starten. Klik in het menu Gereedschappen op Photoshop en vervolgens op Webgaleries. 3. Kies in het venster Webfotogalerie, Stijlen een stijl voor uw galerie. Rechts in het venster staat een miniatuur van de afbeelding voor de gekozen stijl. 4. Voer desgewenst een e-mailadres in. Bezoekers van de webgalerie kunnen op dit adres klikken om een foto te bestellen. 5. Klik in het vak Bronafbeeldingen op de knop achter het vak Gebruik en selecteer hier de map met de afbeeldingen die u in de webgalerie wilt opnemen. 6. Klik vervolgens op de knop Doel en selecteer de map waarin u de galerie wilt plaatsen. Desgewenst maakt u een nieuwe map. In het vak Opties bepaalt u hoe uw webgalerie eruit gaat zien (zie figuur 7.17). De keuzemogelijkheden wijzigen als u in de keuzelijst een andere optie kiest.

Webgaleries

Nadat u deze stappen gedaan hebt, doet u het volgende.

295

Figuur 7.17: Een webfotogalerie in Photoshop maken


Foto’s verspreiden

7. Met de optie Banner voegt u informatie aan de webgalerie toe (zie figuur 7.18). In het vak Sitenaam voert u de titel voor de webgalerie in. 8. Met de optie Grote afbeeldingen bepaalt u het formaat van de foto’s in de webgalerie. Plaats een vinkteken in het vak Afbeeldingen groter/kleiner en kies een van de opties. Met het aantal pixels bepaalt u de resolutie van de afbeelding. 9. Met de optie Bestandsgrootte stelt u in uit hoeveel bites een afbeelding zal bestaan. 10. Kies een kleine bestandsgrootte als u wilt dat bezoekers uw foto alleen kunnen bekijken en niet afdrukken. 5 of 6 is meestal een goede waarde.

296

Figuur 7.18: De banner geeft informatie over de inhoud van de webgalerie

11. Kies vervolgens bij Opties, Miniaturen. In het dialoogvenster kunt u de afmeting van het miniatuur instellen. Hierop wordt geklikt om de grootte afbeelding te openen. 12. Kies verder bij Opties, Eigen kleuren om de kleuren voor de webgalerie te bepalen. Dit is de achtergrondkleur van de pagina’s. De banner boven met de tekst. De tekstkleur. De kleur van de koppelingen. Een koppeling op het web kent twee stadia: Actief en Bezocht. Daarom kunt u deze ook andere kleuren geven. 13. Met de optie Beveiliging voegt u een eigen tekst aan de afbeelding toe of u kiest voor Bestandsnaam, Copyright, Beschrijving, Verantwoording of Titel om deze aan de afbeelding toe te voegen (zie figuur 7.19). U kunt hiervoor het lettertype en tekengrootte, kleur, enzovoort aanpassen.


Webgaleries

14. Klik op OK als u klaar bent. Photoshop genereert nu de website. 15. Om het resultaat te zien klikt u op het Internet Explorer-icoontje in de balk onder in uw schermvenster (zie figuur 7.20). 16. Of, als u de webgalerie wilt zien: opent u de browser. Ga naar Bestand, Openen. Selecteer de map uit stap 2 en kies het bestand index.htm. Om uw webgalerie on line te zetten, verplaatst u de map uit stap 2 via een FTP-programma naar uw webhost.

297

Figuur 7.19: Met de optie Beveiliging voegt u tekst toe aan de foto’s in de webgalerie

7.6.4 Desktop Author Desktop Author is een programma waarmee u on line folders en brochures kunt maken (www.desktopauthor.com). Op de cd-rom staat een probeerversie waarmee u een foldertje van twee pagina´s kunt maken. Er staan ook enkele voorbeelden in het mapje die u kunt bekijken. Het programma levert zeer mooie resultaten en is ook te gebruiken om een eBook samen te stellen (zie figuur 7.21).


Foto’s verspreiden

Figuur 7.20: De webgalerie wordt in een Explorer-venster getoond

298

Figuur 7.21: Met Desktop Author kunt u uw eigen eBrochures maken


7.7 Websites met galeries U kunt gebruiken van verschillende websites om uw foto’s on line te zetten. Meestal betaald u daarvoor een kleine vergoeding.

7.7.1 Flickr

Websites met galeries

Flickr is een Engelstalige website waarop u het werk van veel internationaal bekende fotografen vindt, zoals Anton Corbijn e.a. U kunt zelf ook een galerie maken en uw foto’s hier on line zetten (zie figuur 7.22). Informatie hierover vindt u op de website (www.flickr.com).

299

OPMERKING

Figuur 7.22: Flickr bevat een enorm aantal webgaleries van duizenden fotografen

Veel fotografen laten hun werk op internet zien. De auteur van dit boek heeft zelf de Digitale fotosite (www.digitale fotosite.nl) waaraan ook bijvoorbeeld Mooi Groningen (www.mooigroningen.nl) is gekoppeld. Als u Google of Alta Visite het trefwoord galerie of fotogalerie invoert, dan vindt u een groot aantal websites van fotografen en galerieën met foto’s.


7.8 SanDisk Photo Album Als u op zoek bent naar een snelle en gemakkelijke, handige manier om digitale foto’s met familie, kennissen of klanten te bekijken, dan is de SanDisk Photo Album een geschikte mogelijkheid. De minimale systeemvereisten zijn: televisie of projector composite (RCA) of S-Video-ingang.

Foto’s verspreiden

1. Het apparaat wordt met behulp van een scart-aansluiting met de computer verbonden. 2. U drukt een CompactFlash of een ander geheugenkaartje in het kastje en de foto’s worden met behulp van de ingebouwde software op de tv getoond. 3. Met behulp van de afstandsbediening bladert u door de verschillende mappen die u op het geheugenkaartje hebt gezet.

300

Figuur 7.23a/b: De SanDisk Photo Album


OPMERKING

7.9 Een DroomAlbum samenstellen DroomAlbum is een programma dat u gebruikt om op uw computer een fotoalbum te maken en dat u vervolgens via internet kunt rondsturen (zie figuur 7.24). Er zijn allerlei mogelijkheden te bedenken, zoals: familiealbums, trouwalbum, geboorte kind, bouw huis, enzovoort. Het programma is voor een klein bedrag via Via de website DroomAlbum (www.droomalbum.nl) kunt u het prointernet te bestellen en een goed gramma bestellen. Een gratis versie voorbeeld van wat u met uw foto’s staat ook op de cd-rom bij dit boek. kunt doen. Een demo staat op de cdEen compleet werkende versie die rom bij dit boek. Na de installatie vijftien keer gebruikt kan worden. Wilt u na die vijftien keer het promoet u uw computer opnieuw gramma blijven gebruiken, dan dient opstarten,

U bepaalt zelf welke foto’s in het DroomAlbum worden opgenomen. Het maken van een DroomAlbum gebeurt in drie stappen.

Een DroomAlbum samenstellen

u een licentie aan te schaffen.

301

Figuur 7.24: Een DroomAlbum maken gebeurt in drie stappen

7.10 MyPhotoFun Websites waar u van een aantal foto’s een fotoalbum kunt bestellen, zijn erg in trek. U kunt eerst bepalen welke foto’s u in het album wilt plaatsen. Zet deze foto’s in een aparte map, dat is overzichtelijk. Bij MyPhotoFun (www.myphotofun.nl) kunt u (off line) opgeven welk formaat fotoalbum u wilt maken, zoals 20 pagina’s tot


180 foto’s, 40 pagina’s tot 360 foto’s, enzovoort (zie figuur 7.25). Het is mogelijk verschillende fotobladen te kiezen met één of meer foto’s per pagina (zie figuur 7.26). Ook is het mogelijk om teksten bij de foto’s in het album te plaatsen.

Foto’s verspreiden

1. Na het downloaden en installeren start u de MyPhotoFun-editor op. 2. U gaat een nieuw product maken en kiest vervolgens het soort album waarin u uw foto’s gaat plakken (zie figuur 7.25). U kunt tot wel 720 foto’s in een album plakken 3. Vervolgens plaatst u de foto’s in het album. Dit kunt u helemaal automatisch laten doen en later de foto’s rangschikken. 4. Bekijk of een foto wel goed rechtop staat. 5. U kunt foto’s verwijderen door op de knop met het kruisje te klikken. 6. In het volgende venster plaatst u de foto’s in het album. 7. Als er een T in een vak staat, is het mogelijk om tekst toe te voegen. Als het album klaar is, kunt u door de verschillende pagina’s bladeren en desgewenst foto’s verplaatsen, tekst wijzigen, enzovoort (zie figuur 7.26). 8. Vervolgens kunt u de prijs van uw fotoalbum ophalen en eventueel uw bestelling plaatsen.

302

Figuur 7.25: Kies het soort album dat u wilt gaan maken


Nadat het album is besteld en betaald, krijgt u het enige dagen later per post thuis toegestuurd. Het album heeft een sterke voor- en achterkant en wordt met behulp van een spiraalband bij elkaar gehouden. Leuk om weg te geven als verjaardagscadeautje of om zelf af en toe eens in te bladeren.

DreamSaver

Figuur 7.26: Een voorbeeld van een album dat met MyPhotoFun is gemaakt

303

OPMERKING

7.11 DreamSaver De DreamSaver is uit Nieuw-Zeeland komen overwaaien en is een leuk programma om een ‘dreamsaver’ mee te maken, een soort screensaver waarmee u uw beeldscherm beveiligt (www.dreamsaver.nl). Met de DreamSaver kiest u een thema of ‘Power-woord’, bijvoorbeeld Prestatie, Ontstressen, Promotie, Gezondheid of u voert uw eigen thema in. In het vak Affirmatie voert u een zin in met betrekking tot het onderwerp, een bevestiging van wat u hebt, wat u bent of wat u wilt Het aardige van de DreamSaver is dat u deze steeds kan aanpassen of een bereiken, enzovoort. Na de installanieuwe kunt maken. In het venster tie start u het programma met Eigenschappen voor Beeldscherm, behulp van de DreamSaver Toolbar. tabblad Schermbeveiliging kunt u een andere schermbeveiliging selecteren.


Figuur 7.27: Kies de foto’s die u in de DreamSaver wilt tonen

Foto’s verspreiden

7.12 Fotoservice via internet Het is mogelijk om uw foto’s af te laten drukken via een van de tientallen afdrukservices die op internet te vinden zijn. U kunt foto’s uploaden (kopiëren naar de afdrukservice). De foto’s worden of thuisgestuurd of u kunt deze ophalen bij een

304

Figuur 7.28: Op onlinefotoservices.nl kiest u een on line fotoservice


van de filiaalbedrijven. Op de website www.onlinefotoservices.nl vindt u een uitgebreid overzicht van landelijke afdrukservices. Voor elke afdrukservice vindt u informatie over de website, levering, levertijd, afdrukcentrale, papiersoort, bestandsformaten, extra opties en bijzonderheden. Uiteraard ook aandacht voor de verzendkosten en prijzen van de afdrukken. Helemaal handig is de mogelijkheid om prijzen te kunnen vergelijken (zie figuur 7.28). Op de site staan ook testresultaten, zodat u een indruk krijgt van de kwaliteit die wordt geleverd. Deze tests zijn afkomstig van een aantal onafhankelijke organisaties, zoals HCC, Vara’s Kassa, het blad PC Active, enzovoort.

7.13 Stockbureaus

Stockbureaus

Op het internet vindt u een groot aantal stockbureaus waar u kunt proberen uw foto’s kwijt te raken. U vindt deze bureaus bijvoorbeeld door in Google stock agency of stockbureau in te voeren De foto’s worden in een bepaalde categorie geplaatst en zijn tegen een vergoeding of royalty free beschikbaar gemaakt (zie figuur 7.29).

305

Figuur 7.29: Een foto die royalty free beschikbaar is

7.14 Tot besluit In dit hoofdstuk hebt u kennisgemaakt met de mogelijkheden van internet voor het verspreiden van uw foto’s. Met behulp van Windows XP of een e-mailpro-


Foto’s verspreiden

gramma stuurt u uw afbeeldingen eenvoudig naar familie, vrienden en kennissen. Verder kunt u uw eigen fotogalerie maken en deze via internet delen met uw klanten, familie, vrienden en kennissen.

306


8 Cd-rom Op de cd-rom bij dit boek vindt u een aantal handige programma’s en gereedschappen die u binnen uw vakgebied kunt gebruiken. De meeste programma’s kunt u een aantal dagen of weken gebruiken, daarna dient u zich te registreren en de software te kopen.

8.1 Favorieten In de map Favorieten staan verwijzingen naar het internet die handig zijn als u iets wilt opzoeken. We hebben getracht een en ander logisch te archiveren, zodat u gemakkelijk een verwijzing terug kunt vinden. De favorieten kunt u kopiëren naar uw computer. Dit gaat als volgt: 1. Plaats de cd-rom in de cd-speler. 2. Dubbelklik in het bureaublad op het pictogram Deze computer. 3. Dubbelklik in het venster Deze computer op de stationsnaam van de cd die u zojuist hebt geplaatst. 4. Klik met de rechtermuisknop op de map Favorieten en vervolgens op Fotografie. 5. Klik in het snelmenu één keer op de optie Kopiëren (niet op Kopiëren naar). 6. Sluit het venster van het cd-romstation. 7. Dubbelklik in het venster Deze computer op het pictogram van het station C:. Hierin staat het besturingssysteem waar we de favorieten naartoe willen kopiëren. 8. Dubbelklik in het venster (C:) op de map Documents and Settings. 9. Selecteer uw gebruikersmap (Windows XP). 10. Dubbelklik met de rechtermuisknop op de map Favorieten. Het snelmenu wordt geopend. 11. Klik in het snelmenu op de optie Plakken. In het venster Bezig met kopiëren ziet u dat de inhoud van de map Fotografie op de cd-rom naar de map Fotografie in de map Favorieten wordt gekopieerd.

8.2 Panoramasoftware Er zijn verschillende manieren om een panorama in beeld te brengen. U kunt een speciale, meestal analoge fotocamera aanschaffen of u maakt gebruik van digitale technieken. Door foto’s digitaal aan elkaar te plakken kunt u met een gewone camera met groothoeklens prima resultaten krijgen. Ook een fish-eye-lens is heel

307


geschikt om met slechts vier opnamen een heel panorama in beeld te brengen. Op de cd-rom staan veel programma’s die wij op internet hebben gevonden en waar u gebruik van kunt maken. Meestal gaat het om probeerversies of shareware. Als de software u bevalt, schaft u deze aan tegen een geringe vergoeding voor de makers ervan.

8.2.1 360 Panorama Professional Met dit programma plakt u foto’s aan elkaar die u met een gewone groothoek hebt gemaakt. U kunt de foto’s on line zetten inclusief hot spots, en eigen logo’s (zie: 360dof.com/products).

8.2.2 MGI Photovista Photovista is een gemakkelijk programma waarmee u snel 360º-foto’s kunt samenstellen. Als u deze panorama’s ziet dan krijgt u het idee of u geheel wordt opgeslokt in de realistische omgeving. U kunt de panaroma’s gebruiken op webpagina’s, voor high end-fotografie en deze op cd-rom branden.

Cd-rom

8.2.3 Panoramatools Voor het maken van panorama’s met een extreme groothoeklens of een fish-eye hebt u speciale programma’s nodig. U kunt foto’s aan elkaar plakken (stichen). Het vraagt enige oefening en het nodige geduld. Meer informatie vindt u op PTGui (www.ptgui.com). De vier foto’s D’orsay1 t/m 4 zijn van Don Hofstee en gemaakt in het Musée d’Orsay in Parijs (zie hoofdstuk 4). U kunt deze foto’s gebruiken bij het oefenen met PTGui waarvan de probeerversie ook op de cd-rom staat. Klik daarvoor op PTGuiSetup.

308

8.3 Evaluatiesoftware 8.3.1 ACDSee7 Het gebruik van ACDSee7 is heel plezierig. Het biedt nieuwe functies voor het delen, organiseren en sorteren van uw foto’s en video’s. Het is geschikt voor zowel amateurs als professionele fotografen. Na de installatie klikt u op Help, What’s New in 7.0 en u krijgt meer informatie over dit programma.


8.3.2 Adobe Camera Raw 3.1 In het boek wordt uitgelegd wat u met dit programma kunt doen (zie hoofdstuk 5). Op de website van Adobe vindt u de nieuwste versies van Adobe Camera Raw (www.adobe.com/products/photoshop/cameraraw.html).

8.3.3 Adobe DNG_Camera Raw 2.4 Met deze software kunt u een RAW-bestand omzetten naar een digitaal negatief van Adobe. Dit is een universeel RAW-formaat (www.adobe.com/products/dng/ main.html). Uitleg over het gebruik van Adobe Digital Negative (DNG) vindt u elders in dit boek.

8.3.4 Exif Pro Image Viewer Met dit programma leest u gemakkelijk de Exif-gevens en kunt u uw beeldbestanden archiveren. Meer informatie en de nieuwste versie vindt u op de website (www.exifpro.com).

8.3.5 Eye-One Match 32a Dit is een programma dat u in combinatie van een Eye-One kunt gebruiken. Dit apparaat wordt in het boek besproken. Meer informatie vindt u op de website (www.chromix.com).

De probeerversie van Image Broadway kunt u 30 dagen gebruiken en u moet dat zeker even bekijken (www.filestream.com/ib). Het programma is behoorlijk uitgebreid en bevat zelfs een aantal filters om uw foto’s te corrigeren of te bewerken. Het programma wordt ook in het Nederlands geleverd.

8.3.7 Irfan View Dit is een veel gebruikt freeware programma waarmee u foto’s kunt bekijken, archiveren en bewerken (zie: www.irfanview.com).

8.3.8 iView Media Pro 2.6 IView Media Pro is een archiefprogramma dat in het boek wordt besproken. U kunt deze demo 21 dagen gebruiken, daarna moet u zich registreren. Meer informatie vindt u elders in dit boek en op de website (www.iview-multimedia.com).

[(H5F)]

8.3.6 Image Broadway

309


8.3.9 Magic Gallery 4.1 Met dit programma maakt u een fotogalerie voor on line presentatie van uw foto’s. De bediening is eenvoudig en er zijn meerdere opmaakprofielen om uw presentatie vorm te geven (www.raizlabs.com/Magic).

8.3.10 MyPhotoFun Met behulp van dit programma kunt u een fotoalbum samenstellen en dit on line naar de website van MyPhotoFun versturen (zie: www.myphotofun.nl). Het album wordt enkele dagen later naar u toegestuurd.

8.3.11 WWW Photo album Dit programma helpt u om snel een fotoalbum te maken. U kunt het fotoalbum naar uw website uploaden of het op een cd-rom branden (zie: www.goodalbum.com/ wwwphotoalbum).

Cd-rom

8.3.12 Photo Mechanic 4 Photo Mechanic is een probeerversie die u 20 dagen mag gebruiken (www.camerabits.com). U wordt gevraagd enige basisinformatie in te voeren, waarna er een democode naar uw e-mailadres wordt gestuurd. Deze voert u aan het begin van de probeerperiode in. Het programma wordt onder nadere gebruikt door fotojournalisten die miljoenen foto’s per jaar maken. Het leren werken met het programma gaat heel intuïtief U kunt snel foto’s terugvinden Het origineel wordt in volledig venster getoond met de Exif-gegevens Het is gemakkelijk om opnamen die niet goed zijn te verwijderen. U voegt gemakkelijk IPTC-informatie toe zoals plaats, land, naam fotograaf, copyright, enzovoort).

310

8.3.13 Photo Story 3 Met Photo Story 3 van Microsoft maakt u videoverhalen door in te zoomen op foto’s en er effecten aan toe te voegen. U kunt titels en achtergrondmuziek toevoegen.

8.3.14 Picasa Dit is een programma dat u helpt om direct beeldbestanden op uw computer te vinden, deze te bewerken en te delen met anderen (www.picasa.google.com). Elke keer als u Picasa opent vindt u automatisch de foto’s op uw computer en sorteert u deze in albums op datum en namen die u zult herkennen.


8.3.15 PicaJet Photo Organizer PicaJet Free Edition 2.5 beta is een programma waarmee u uw foto’s kunt organiseren (www.picajet.com). U importeert eerst de miniaturen in het programma en kunt deze vervolgens indelen in categorieën. Van een bestand kunt u de EXIF- en IPTC-informatie lezen en bijwerken.

8.3.16 Web Album Generator 1.6.5 Dit is een gratis softwareprogramma voor alle Windows-versies waarmee u gemakkelijk een webalbum kunt maken (www.ornj.net/software/webalbum).

8.3.17 WinRAR WinRAR is een handig (Nederlandstalig) programma waarmee u snel uw beeldbestanden via internet kunt versturen. Het programma hakt een bestand in delen zodat het bestand in pakketten kan worden verzonden. Handig als een persfotograaf de beelden vanaf de laptop naar de redactie wil sturen. Het programma is voor meerdere platforms beschikbaar. Meer informatie vindt u op de website (www.winrar.de).

Voor het kopiëren van beeldbestanden en webalbums naar uw eigen domeinnaam gebruikt u bijvoorbeeld WS FTP (www.wsftp.com). U kunt het programma eerst gratis gebruiken, waarna u zich moet registreren. Als u een domeinnaam wilt vragen, kijkt u op www.sidn.nl.

[(H5F)]

TIP

8.3.18 WS FTP

311

8.4 Filters De filters gebruikt u als invoegtoepassing voor Photoshop CS2. In het boek wordt het gebruik van filters uitvoerig beschreven.

8.4.1 55mm Digital film tools 55mm is een set digitale optische filters waarmee u bekende glazen lensfilters kunt imiteren. Kijk op www.digitalfilmtools.com/55mm voor een overzicht van de plugins. Op de website vindt u ook een handleiding voor het gebruik van deze filters.


8.4.2 Digital Film Lab Deze filters simuleren een grote verscheidenheid aan gekleurde en zwart-witte fotoeffecten. De filter worden geleverd met 135 nuttige voorinstellingen welke u zelf kunt aanpassen (www.digitalfilmtools.com/dfl-2/dfl2dwnld.php).

8.4.3 PhotoKit PhotoKit is een serie plug-ins met 141 effecten die analoge foto-effecten nabootsen. De demo kunt u 7 dagen uitproberen in Photoshop 7 en hogere versies (zie: www.pixelgenius.com/photokit). Lees de bijgesloten introductie voor dit programma

8.5 Foto’s In dit boek worden foto’s gebruikt om de verschillende toepassingen nadir toe te lichten. Deze foto’s staan op de cd-rom en kunt gebruiken om de voorbeelden na te spelen. Het gebruik voor andere doeleinden is verboden.

8.5.1 Fujifilm S3

Cd-rom

De Fujifilm S3 maakt gebruik van een speciale techniek om de beelden op de beeldsensor vast te leggen. Om de cd-rom staan enkele foto’s die u kunt bekijken, bijvoorbeeld in Photoshop CS2.

312

8.5.2 Foto’s bij hoofdstuk 6 In hoofdstuk 6 beschrijven we de belangrijkste functies van Photoshop CS2. U kunt de foto’s uit deze map gebruiken om de oefeningen na te spelen. Het verspreiden van de foto’s of ander gebruik is niet toegestaan.

8.6 Brochures Op de cd-rom staan een groot aantal brochures over verschillende onderwerpen met betrekking tot digitale fotografie. Zo vindt u de folders van een aantal camera’s, verlichtingsornamenten, printers en afdruksystemen, enzovoort.


8.7 eBook De tekst van dit boek wordt als eBook op de cd-rom meegeleverd.

8.8 Tot besluit

[(H5F)]

Met behulp van de software op deze cd-rom kunt u een professionele omgeving creÍren waarmee u uw foto’s digitaal verwerkt. Software is echter steeds aan veranderingen onderhevig. Het is dan ook raadzaam of af en toe het internet van de makers te raadplegen op nieuwe versies die zijn uitgebracht. Voor sommige software moet u betalen. Meestal zijn dat geringe bedragen in verhouding tot het nut dat het programma heeft.

313


314


Verklarende woordenlijst Digitale fotografie kent een groot aantal termen die u moet kennen om met uw collega’s en de vakhandel over dit onderwerp te kunnen communiceren. Het is handig als u deze termen kent. Termen die u al weet uit de analoge fotografie hebben we weggelaten. Dat zou dit boek onnodig dik maken.

16,7 miljoen kleuren Maximumaantal verschillende kleurtinten dat een systeem met 8 bits per kanaal kan weergeven. 24-bits Het aantal bits dat tegelijk door een programma wordt gebruikt. Een 24-bits scanner gebruikt per pixel 24-bits om de kleur vast te leggen, 8-bits per kanaal. Dit levert een kleurdiepte op van 224 of meer dan 16 miljoen verschillende kleuren. 256 kleuren Het maximumaantal kleuren dat meestal in een webafbeelding wordt gebruikt. Als de afbeelding meer kleuren bevat (en de afbeelding continue tonen bevat, dus 24-bits is), duurt het downloaden veel langer. Meer kleuren is dus niet praktisch. Acrobat Reader (Adobe) Een programma waarmee u bestanden kunt bekijken in het PDFformaat. PDF staat voor Portable Document Format. Analoog Analoog staat tegenover digitaal. Een analoge waarde kan elke waarde bezitten. Zie ook digitaal. Applicatie (programma) Software ontworpen om de computer een specifieke taak te laten uitvoeren. Een beeldbewerkingsprogramma is dus een applicatie, net als een tekstverwerkingsprogramma. Systeemsoftware is echter geen applicatie, omdat het voor de besturing van de computer zelf zorgt. Archief Opslag over een lange periode van computerbestanden, zoals afbeeldingen. Dit vereist een opslagmedium dat ook op lange termijn stabiel blijft, zoals een harde schijf, cd-rom, enzovoort.

315


Back-up Een kopie van de originele bestanden die wordt gemaakt als bescherming tegen verlies of beschadiging. Beeldbewerkingsprogramma Software waarmee een gescand of digitaal opgenomen beeld kan worden verbeterd en aangepast. Beeldcompressie Een digitale procedure waarbij de bestandsgrootte van een beeld kleiner wordt gemaakt door minder belangrijke data te verwijderen. Zie ook compressie. Beeldformaat De vorm waarin een beeld elektronisch wordt opgeslagen. Er bestaan vele beeldformaten, elk ontwikkeld door een andere fabrikant en met elk zijn specifieke voordelen, afhankelijk van het type afbeelding en de toepassing van het beeld. Sommige formaten zijn geschikter voor beelden in hoge resolutie, andere voor objectgeoriënteerde beelden. Zie ook: BMP, JPEG en TIFF.

Digitale fotografie voor insiders

Beeldgrootte aanpassen Het veranderen van de resolutie of het formaat van het beeld wijzigen. Door de resolutie van een beeld te verlagen gaat er onvermijdelijk beeldinformatie verloren, omdat overbodige pixelwaarden worden weggegooid.

316

Beeldpunt De kleinste eenheid, die door een printer kan worden opgenomen en bewerkt. Digitale documenten bestaan uit een fijn mozaïek van onnoemelijk veel kleine punten. Andere benamingen zijn Dot (Engels voor punt) – niet te verwarren met het feitelijke printpunt of pixel (= Picture Element). Beeldverhouding De verhouding tussen breedte en hoogte van een beeld. Een belangrijke eigenschap voor filmformaten en ook belangrijk bij de opslag van digitale foto’s. De klassieke verhouding is 4:3. Bestandsformaat De methode van het schrijven en het opslaan van een digitaal beeld. Dit wordt bepaald door de structuur en de organisatie van de gegevens en de specifieke codes die daarbij worden gebruikt. Veelgebruikte formaten bij digitale fotografie zijn onder andere TIFF, PICT, BMP en JPEG (laatstgenoemde is tevens een compressiemethode). BMP Een bestandsformaat voor uit bitmap bestaande beelden onder Windows/pc-systemen. Het geeft een beeld weer als een regelmatig raster van pixels (BitMaP). Het ondersteunt RGB, geïndexeerde kleuren, grijswaarden en bitmaps. Kan tot 24-bits zijn. Bureaublad (Desktop) Het openingsvenster in Windows dat de pictogrammen en de taakbalk bevat en waarop de vensters worden afgebeeld.


Bubble Jet-proces Traditioneel proces van de inkjetprinter, waarbij inkt door straalbuisjes onder druk op papier wordt gebracht. Deze onderscheidt zich door de Piezo-techniek waarbij de inkt in de straalkamer wordt verwarmd. Er ontstaat een gasbel die uitzet en inkt meetrekt die aan het uiteinde van de buisopening de drukkop verlaat en zo op het papier komt. Byte Een byte bestaat uit 8-bits. Een byte kan één teken bevatten: een letter, cijfer of teken. Het is de basisrekeneenheid van data in computers. CCD Afkorting van Charge Coupled Device. Een zeer kleine fotocel, extra gevoelig gemaakt door toevoeging van een elektrische lading voor de belichting. CCD-chips met een hoge resolutie worden in scanners en digitale camera’s gebruikt om het beeld op te nemen. De CCD-chip bevat duizenden soms miljoenen kleine, gevoelige sensoren. CompactFlash-kaart Een van de bekendste soorten losse geheugenkaarten voor digitale camera’s. CF-kaarten worden gebruikt door Canon, Fuji en andere leveranciers.

Crash Het plotseling vastlopen van de computer door een fout in het programma of door een overbelasting van het interne geheugen. Dialoogvenster Een venster in een programma waar instellingen kunnen worden opgegeven om een bepaalde opdracht uit voeren. Digitaal 1. Een waarde die bestaat uit een 1 of een 0 (binaire getallen). Een computer werkt met digitale waarden. 2. Een manier om data weer te geven als een hoeveelheid afzonderlijke eenheden. Een digitaal beeld heeft zeer veel eenheden nodig om voor het oog een realistisch beeld op te leveren; afgebeeld bestaan deze eenheden uit pixels. Digitaal beeld Beeld op een computerscherm of LCD-scherm van een digitale camera. Digitale camera Gebruikt lichtgevoelige cellen om een afbeelding op te nemen in plaats van film. De resolutie is afhankelijk van het aantal cellen en de kwaliteit van de hoeveelheid informatie die de chip kan verwerken.

Verklarende woordenlijst

Compressie Het verminderen van de omvang van een digitaal bestand door de manier te veranderen waarop de gegevens zijn gecodeerd. Er zijn methoden waarbij informatie verloren gaat, zoals bij JPEG-compressie. Bij andere methoden, zoals ZIP, gaat geen informatie verloren.

317


Digitale zoom Een onecht zoomeffect dat in sommige goedkopere digitale camera’s wordt toegepast; informatie op het midden van de CCD wordt door middel van interpolatie vergroot. Digitaliseren Het omzetten van een analoog (echt) beeld naar een digitale vorm door middel van een scanner, zodat de computer deze kan lezen en bewerken. Dot Zie beeldpunt. Downloaden Via internet een digitaal bestand kopiëren vanaf een andere computer naar de eigen computer. Dpi Afkorting van dots per inch. Dit is een maateenheid voor het bepalen van de resolutie (scherpte) van een beeldscherm of afdrukkwaliteit van een printer. Het geeft het aantal puntjes per inch aan. Zie ook resolutie.

Digitale fotografie voor insiders

Driver Een stuurprogramma dat zorgt voor de besturing van een hardwarecomponent, bijvoorbeeld een grafische kaart.

318

Drukkop De drukkop bevat de buisjes waarmee de inkt op het papier wordt gespoten. Drukpunt De kleinste eenheid, die door een drukker kan worden uitgegeven. Meerdere drukpunten worden tot een matrixpunt samengevat, dat het beeldpunt van een digitaal beeld weergeeft. Een groen beeldpunt van een digitaal beeld wordt op de afdruk door dicht naast elkaar geprinte gele en cyaankleurige (blauwe) drukpunten weergegeven. DVD Afkorting van Digital Versatile Disc (Versatile verwijst naar het grote aantal verschillende gebruiksmogelijkheden). Een DVD-schijfje ziet eruit als een gewone cd-rom, maar de opslagcapaciteit is 7 tot 26 keer groter. Extern geheugen Geheugen dat als een randapparaat met de computer is verbonden, zoals een harde schijf of een diskette. Filter Beeldsoftware in een beeldbewerkingsprogramma die bepaalde beeldkwaliteiten van een hele afbeelding of een gedeelte ervan wijzigt. Sommige filters geven hetzelfde effect als de optische filters die bij fotografie tijdens de opname worden gebruikt en waarnaar ze zijn genoemd; andere creëren effecten die uniek zijn voor elektronische beeldbewerking. Firewire Standaard voor uiterst snelle gegevensoverdracht.


Formaat 1. Vorm en afmetingen van een foto. 2. De breedte-hoogteverhouding van een beeld. 3. Het soort computerbestand. GB (gigabyte) Ongeveer een miljard bytes (exact 1.073.741.824). GIF Afkorting van Graphic Interchange Format. Een compressieformaat voor beeldbestanden. Gebruikt een standaardset van 216 kleuren (8-bits), veel gebruikt op internet. Grijswaarden Het aantal duidelijk te onderscheiden stappen tussen zwart en wit dat door een beeldbewerkingsprogramma kan worden vastgelegd of weergegeven. Voor gewone reproductiedoeleinden is een grijswaardeschaal van ten minste 256 stappen vereist. Halftoon Wordt gebruikt om grijstonen te maken, bestaat uit een reeks zwarte puntjes die in een patroon worden weergegeven. De grootte van de puntjes en de afstand tussen de puntjes verschillen, zodat verschillende grijstonen worden gesimuleerd. Hard copy Afdruk van een computerbestand op papier of film.

JPEG Afkorting van Joint Photographic Experts Group; een standaard voor het comprimeren van digitale beelden. JPEG (zeg ‘jeepeg’) resulteert in een beperkt verlies aan informatie, maar dit is dit bijna niet door het oog waar te nemen. De compressieverhouding ligt gewoonlijk tussen 10:1 en 20:1. Bij het afdrukken van een JPEGbestand in een groot formaat moet u wel rekening houden met kwaliteitsverlies. K 1. Afkorting van KiloByte, 1024 bytes. 2. Key color, oftewel zwart. De vierde kleurscheiding die wordt gebruikt bij CMYK-reproductie.

Verklarende woordenlijst

Importeren Een bestand dat in een ander programma is gemaakt, openen in het huidige programmaformaat.

319

Kalibratie Aanpassen van een beeldscherm of printer. Een printer kalibreert u om te zorgen dat deze de kleuren juist afdrukt. Een beeldscherm kalibreert u door de helderheid en kleurbalans in te stellen, zodat deze een reeks kleuren op dezelfde manier weergeeft als de betreffende standaardreeks op de standaardkleurenkaart. KB Kilobyte. Maateenheid voor het aangeven van de grootte van een bestand. Een kilobyte is 1024 bytes. Klembord Deel van het geheugen in de computer dat wordt gebruikt om tijdelijke bestanden vast te houden.


Kleurbalans Bepaling van de mate waarin de kleuren evenwichtig zijn verdeeld. Hierbij wordt zichtbaar of bepaalde kleuren overheersen of ontbreken in het beeld. Kleurbereik Het aantal kleuren dat beschikbaar is voor een apparaat wordt ook wel ‘kleurbereik’ of ‘kleurruimte’ genoemd. Kleuren die op een beeldscherm niet kunnen worden weergegeven, liggen buiten dit bereik. Een RGB-beeldscherm kan op deze manier meer kleuren weergeven dan een CMYK-printer kan afdrukken. Kleurdiepte Het aantal kleuren dat een camera, monitor, grafische kaart of systeem kan weergeven. Bij een kleurdiepte van 16-bits kunnen duizenden verschillende kleuren worden weergegeven, bij een kleurdiepte van 24-bits miljoenen kleuren (8-bits per kleurkanaal). Dit is het maximum dat het menselijk oog kan onderscheiden. Klonen In een beeldbewerkingsprogramma het dupliceren van pixels uit een bepaald deel van de afbeelding naar een ander deel.

Digitale fotografie voor insiders

Knippen, Kopiëren en Plakken Het verwijderen of overnemen van een tekst, een selectie van een beeld of de inhoud van een cel en die tijdelijk op het klembord plaatsen, waarna deze later weer op een andere plaats kan worden ingevoegd.

320

Laag In het Engels layer. Manier die in grafische programma’s wordt gebruikt om verschillende afbeeldingen of delen van dezelfde afbeelding over elkaar heen te leggen. LCD Afkorting van Liquid Crystal Display. Plat beeldscherm dat in camera’s en sommige monitoren (laptops) wordt gebruikt. De weergave geschiedt met behulp van vloeibare kristallen, die zich onder invloed van een elektronische lading in bepaalde patronen richten die al dan niet (gekleurd) licht doorlaten. Lijntekening Meestal een tekening in grijswaarden. Kan pixelgebaseerd zijn, maar is meestal een EPS. Macro Een enkele opdracht, gewoonlijk een sneltoets, die een reeks instructies uitvoert. Bepaalde handelingen die vaak worden verricht, zijn eenvoudig met macro’s uit te voeren. Manipulatie Het veranderen van een afbeelding. Master Het origineel van een foto, bestand of geluidsopname en het exemplaar dat wordt gebruikt om vervolgens kopieën van te maken. Matrix Printpunten worden matrixpunten (ook wel matrixcellen genoemd) en volgens een algoritme dat met een statistische toevalsverdeling werkt, samengevat. Heldere of


donkere beelddelen worden door verschillend dicht bedrukte matrixpunten weergegeven. Gemengde kleuren ontstaan door de combinatie van printpunten van de basiskleuren binnen een dergelijke matrixcel. Het aantal van de weer te geven kleurwaarden in een beeld hangt af van het aantal printpunten die een matrixcel vormen. Hoe meer printpunten in een matrixcel worden samengevat, des te meer deze opvalt. Om zo veel mogelijk printpunten in een matrixcel onder te brengen en deze hoe dan ook klein te houden, kan de resolutie van de printer worden verhoogd. Matrixpunt Alle geprinte tekens en beelden bestaan uit afzonderlijke matrixpunten. De matrixpunten zijn uit de printkleuren (bijvoorbeeld cyaan, magenta, yellow en zwart) zo dicht geconfigureerd dat deze door de waarnemer als verschillende kleuren worden gezien. MB (Megabyte) Maateenheid voor het aangeven van de grootte van een bestand. Een megabyte bevat 1.048.576 bytes. De capaciteit van harde schijven in de computer wordt uitgedrukt in afgeronde MB’s.

Meniscuseffect Ook Drastic Pull Ejection Meniscus Control genoemd. Door het meniscuseffect wordt de inkt aan de opening van de straalbuis naar binnen gezogen en als een boog voorgespannen. Door deze spanning kan de druppel goed gecontroleerd worden afgevuurd en zonder dat deze door zogenaamde satellieten wordt begeleid. Het resultaat hiervan is een erg zuiver printbeeld. Menu Een lijst met keuzen op het beeldscherm. Microdrive Zeer kleine harde schijf, zodanig ontworpen dat deze in de sleuf voor de geheugenkaart in een camera past om de opslagcapaciteit te vergroten.

Verklarende woordenlijst

Megapixel Een miljoen of meer pixels. De term wordt gebruikt bij de specificaties van digitale opnameapparatuur, zoals digitale camera’s en geeft het aantal pixels aan op een CCD.

321

Modus Een bepaalde instelling uit een aantal mogelijke instellingen voor een programma. Zo zijn in een beeldbewerkingsprogramma Kleur en Grijswaarden twee verschillende modi. Montage Een afbeelding die bestaat uit een aantal andere afbeeldingen. MPEG Afkorting van Moving Pictures Expert Group, een standaard voor het opnemen en afspelen van videobestanden. Natte vinger Gereedschap om kleuren in een afbeelding uit te smeren.


Netwerk Een systeem van computers die met elkaar zijn verbonden. Noise-filter Grafische software die de gebruiker in staat stelt ruis aan het beeld toe te voegen om een bepaald effect te creëren, gewoonlijk spikkels, of om vervormingen zoals streperigheid te verbergen. Zie ook ruis. Off line Werken op de computer terwijl alle benodigde bestanden en programma’s voorhanden zijn op de eigen pc of in het lokale netwerk. On line Een verbinding via internet met een andere computer. Onscherp masker (Unsharp Mask) Verscherpingstechniek waarbij een licht vervaagd negatief van een beeld wordt gecombineerd met het oorspronkelijke positieve beeld.

Digitale fotografie voor insiders

Opslagcapaciteit De hoeveelheid data die een opslagmedium, zoals een harde schijf kan bevatten. Deze wordt uitgedrukt in MB’s. Opslagmedia Elektronisch-mechanische apparatuur om grote hoeveelheden digitale gegevens op te slaan, zoals harde schijven, tapedrives en diskettes. De optisch-elektronische media zijn cd-roms en DVD’s. Palet In tekenprogramma’s en beeldbewerkingprogramma’s worden kleine verplaatsbare vensters gebruikt om functies en gereedschappen, zoals penselen en de daarbij behorende opties (penseelgrootte, enzovoort) bij de hand te hebben terwijl u deze gebruikt. Pc-kaart Opslagmedium voor bijvoorbeeld het tijdelijk opslaan van digitale foto’s. PDF Afkorting van Portable Document Format. Standaard die op alle platforms kan worden gelezen wanneer de juiste lezer is geïnstalleerd. PDF’s kunnen ook in plaats van PostScript worden gebruikt voor hoge resolutieafbeeldingen.

322

Penseel Gereedschap voor het bewerken van beelden, dat kan worden gebruikt om effecten als Kleur, Vervagen, Doordrukken en Tegenhouden plaatselijk toe te passen. De werking is te vergelijken met een echt penseel. Photo CD-systeem Merknaam van een systeem om beelden digitaal te catalogiseren en op te slaan op cd. Een uitvinding van Kodak in samenwerking met Philips. PhotoShop Digitaal beeldbewerkingspakket van Adobe.


Picoliter Een picoliter komt overeen met 10-12 liter = 0,000000000001 liter = 1 miljardste liter, de kleinste druppelgrootte bij Epson inkjetprinters bedraagt 3 picoliter. Piezo-kristal Een ceramisch onderdeel dat door elektrische spanning uitzet. Elke straalbuis (of elk inktkanaal) is door een Piezo-kristal omgeven. Door de uitzetting van het onderdeel bij elektrische spanning wordt de nodige druk geproduceerd om de inkt uit de straalbuis te transporteren. Piezo-technologie Bij de door Epson ontwikkelde piezo-technologie wordt de inkt mechanisch uit de straalbuis geperst. Hiervoor zorgt een ceramisch onderdeel, dat ook in aanstekers voorkomt: het Piezo-kristal. Dit kristal heeft een bijzondere eigenschap, die de Epson-ontwikkelaars hebben benut. Het zet uit zodra een elektrische spanning wordt aangelegd. Op die manier wordt bij spanning een druk op het inktkanaal geproduceerd zodat de inkt uit de straalbuis wordt getransporteerd. Pixel Zie beeldpunt. Pixelatie Effect waarbij de afbeelding blokkerig overkomt en de pixels zichtbaar zijn.

Pixel(PICture ELement) Kleurpunt in een afbeelding. Het is de kleinste eenheid van de digitale beelden, zoals die in apparatuur wordt gebruikt of gereproduceerd. Pixels zijn altijd gerangschikt in een regelmatig raster of patroon, dat meestal een vierkant als grondvorm heeft. Permanente drukkoppen Er zijn twee verschillende processen voor inkjet-printers. Disposable: bij de vervanging van het patroon wordt tevens de drukkop vervangen. Permanent: alleen de inktpatroon wordt vervangen, niet de drukkop.

Verklarende woordenlijst

Pipetx Een gereedschap in een beeldbewerkingsprogramma waarmee kleur uit een beeld kan worden gekozen om vervolgens te gebruiken om bijvoorbeeld een vlak te vullen of een verloop te maken.

323

Plug-and-Play Een systeem dat is bedoeld om het inbouwen van uitbreidingskaarten en het aansluiten van randapparaten gemakkelijker te maken. Het Plug-and-Play-systeem zorgt zelf voor de juiste instellingen, mits een geschikte BIOS- en PNP-adapterkaart aanwezig is. (Ook wel gekscherend Plug-and-Pray genoemd.) Plug-in Insteekmodule. Software die samenwerkt met een veel groter toepassingsprogramma, waar het deel van lijkt uit te maken als het eenmaal is ge誰nstalleerd. Ppi Afkorting van pixels per inch. Een maateenheid voor de pixelresolutie van een afbeelding.


Processor De centrale rekeneenheid van de computer in de vorm van een chip. De snelheid van de processor is van groot belang bij de bewerking van digitale beeldbestanden. PSD Standaardbestandsformaat van Adobe Photoshop. RAM Afkorting van Random Access Memory. Het hoofdgeheugen van de computer, waar data snel en in willekeurige volgorde kunnen worden opgeslagen en uitgelezen: hoe meer, hoe beter. Beeldbewerkingssoftware als Paint Shop Pro gebruikt wel vijf keer zoveel ruimte als de bestanden waarmee u werkt groot zijn. Vermijd dus het gebruik van langzame schijfruimte. Randapparaat Toegevoegde hardware, aangesloten op en bestuurd door de computer, zoals een schijfstation of een printer.

Digitale fotografie voor insiders

Randverscherping Het accentueren van randen om ze gemakkelijker zichtbaar te maken en daardoor de indruk te wekken dat het beeld scherper is. Digitaal wordt dat meestal gedaan door verscherpfilters te gebruiken die plaatselijk het contrast een klein beetje verhogen.

324

Raster Een regelmatige rangschikking van punten, zoals de adresseerbare punten van een uitvoerapparaat, zoals een printer, diabelichter of monitor. Resolutie Criterium voor de printkwaliteit van een inkjetprinter. De resolutie van een printer wordt in dpi (dots per inch) vermeld. Dit is het aantal printpunten, die de printer per inch kan printen. Omdat de meeste inkjetprinters meer dan ĂŠĂŠn inktdruppel gebruiken om een beeldpunt te maken, komt de dpi-resolutie niet overeen met de feitelijke beeldresolutie, die in pixels per inch (ppi) wordt vermeld. Hoe hoger de resolutie, des te beter de printkwaliteit. Een 600 dpi-printer bijvoorbeeld print op een regel van 25,4 mm 600 punten. Deze heeft een vier keer grotere resolutie als een 300 dpi-printer, die dezelfde regel met enkel 300 beeldpunten weergeeft. Omdat de punten zowel horizontaal als verticaal worden geplaatst, wordt het resolutiegetal gekwadrateerd. Als gemiddelde wordt meestal voor 720 dpi gekozen. RSI Afkorting van Repetitive Strain Injury: een ziekte die optreedt bij het veelvuldig maken van dezelfde beweging. Ruis Een willekeurig patroon van kleine vlekken op een digitaal beeld die doorgaans ongewenst zijn, veroorzaakt door elektrische signalen die geen beeld vormen. Scannen Het proces van het omzetten van een analoog origineel in een digitaal bestand.


Scanner Een randapparaat waarmee een afbeelding of foto wordt omgezet in een digitaal bestand voor weergave op de monitor van de computer. Een scanner gebruikt meestal CCD-technologie. Er zijn twee typen scanners: vlakbed- en transparantiescanners. Schermafbeelding Afbeelding opnemen (meestal met een lage resolutie) direct vanaf het scherm. Schijfcache Kleine hoeveelheid RAM die wordt gebruikt om veelgebruikte informatie tijdelijk op te slaan. Selectie Een deel van de afbeelding op het beeldscherm, gemarkeerd en afgebakend door een lijn, waarop veranderingen worden uitgevoerd of dat wordt verplaatst. Selectiekader Selectiegereedschap dat bij beeldbewerkings- en grafische software wordt gebruikt.

SmartMedia Uiterst compact en lichtgewicht geheugenkaartje. Deze passen alleen in de cameramodellen van het merk Fuji, hoewel er ook adapters voor pc-kaarten op de markt zijn. Streperigheid Ongewenst effect bij een kleur- of helderheidsverloop waarbij er strepen in plaats van een geleidelijke overgang opduiken. Dit is te corrigeren door een hogere resolutie en meer stappen te kiezen en door ruis toe te voegen om de strepen in dat deel van het beeld minder zichtbaar te maken. Zie ook noise-filter. SVGA Afkorting van Super Video Graphics Array. De SVGA-kaart stuurt informatie naar het beeldscherm of de monitor en bepaalt de beeldkwaliteit.

Verklarende woordenlijst

Slepen Een techniek waarbij een selectie met de muis van de ene plaats naar de andere wordt overgebracht.

325

Super CCD Een CCD waarbij de pixels als diamanten zijn georiënteerd. Het inlezen van elke lijn met pixels vereist enige interpolatie, maar de resolutie is hoger dan het aantal pixels. Tekenprogramma Objectgeoriënteerd (vector)programma voor het creëren van illustraties, te onderscheiden van schilderprogramma’s die zijn gebaseerd op pixels. Tekentablet Een plat rechthoekig bord met elektronische circuits, gevoelig voor druk van een grafische pen. Aangesloten op een computer kan het tekentablet zodanig worden


geconfigureerd dat het de dimensies heeft van het beeldscherm. Het kan worden gebruikt om mee te tekenen. Thumbnail Letterlijk: duimnagel. Zeer kleine weergave in postzegelformaat van het beeld die bijvoorbeeld voor identificatie kan dienen. TIFF Afkorting van Tagged Image File Format. Een bestandsformaat voor bitmap-afbeeldingen. Het ondersteunt bestanden voor CMYK, RGB en grijswaarden met alfakanalen, als ook Lab en geïndexeerde kleuren. TIFF’s kunnen ook worden gecomprimeerd met de LZW-methode. In tegenstelling tot JPEG resulteert LZW-compressie niet in gegevensverlies. TIFF’s zijn afbeeldingsbestanden die in veel programma’s kunnen worden gebruikt. Het is het voorkeursformaat voor drukwerk.

Digitale fotografie voor insiders

Toetsencombinatie Een combinatie van toetsaanslagen waardoor een opdracht op de computer kan worden uitgevoerd. Tool Een functie (gereedschap) ontworpen om een speciaal effect op het scherm te produceren, geactiveerd door het kiezen van een pictogram dat daarna als cursor wordt gebruikt. Bij beeldbewerking zijn veel gereedschappen ontleend aan traditionele grafische gereedschappen, zoals penseel, potlood en spuitbus. Toonwaarde Helderheid van een pixel of gebied van een beeld. Toverstaf Gereedschap om een aangesloten gebied van pixels met een soortgelijke kleur te selecteren. Transparant Een fotografische dia. TWAIN Afkorting van Toolkit Without An Important Name. De standaardset voor het opnemen van een afbeelding. TWAIN is ingebouwd in softwareprogramma’s, zodat het systeem ook werkt wanneer u andere software gebruikt dan de scannersoftware.

326

Uitvoerapparaat Een apparaat dat is verbonden met de computer en dat het resultaat van een bewerking presenteert, zoals een beeldscherm en een printer. Uitsnijden Het verkleinen van een beeld door een deel ervan te wissen om de compositie te verbeteren of om het formaat aan te passen. Upgrade Een nieuwe versie van een programma of een verbetering van de hardware door toevoeging of vervanging.


Uploaden Het verzenden van computerbestanden, beelden, enzovoort naar een andere computer. USB Afkorting van Universal Serial Bus. Een moderne manier om randapparaten zoals een digitale camera, opslagmedia of een printer aan te sluiten op de computer. Inmiddels is USB 2 de nieuwe standaard geworden. Vensters Windows-term. Rechthoekige kaders op het scherm van een computer waarin toepassingsprogramma’s en documenten worden geopend.

Verlichtingssterkte (E; eenheid lm/m2, lux, lx): De hoeveelheid opvallend licht, uitgedrukt per oppervlakte eenheid (m2). De verlichtingssterkte wordt uitgedrukt in lux (lx). Verloop Type invulling waarbij de zwarting, tint of kleur geleidelijk verandert van licht naar donker of andersom. De vorm kan willekeurig zijn.

Virtueel geheugen Het gebruik van vrije ruimte op een harde schijf als tijdelijk (maar traag) geheugen. Virus Een programma dat onopgemerkt de computer binnenkomt en daarin een bepaalde voorgeprogrammeerde opdracht uitvoert met als doel de stabiliteit van het systeem te ondermijnen. Vlakbedscanner Zie scanner. Vrije selectie of lasso Gereedschap voor het maken van willekeurige selecties (dus niet rechthoekig, rond of ovaal) in een afbeelding. Vullen Deze term wordt gebruikt om het toepassen van een kleur, patroon of structuur op een twee- of driedimensionale ruimte aan te geven. Ware kleur Een weergave op het beeldscherm met een kleurdiepte van 24-bits. Warme kleuren Subjectieve term voor kleuren met een groot gehalte aan rood, geel en oranje. Vaak is een warme kleurzweem acceptabeler dan een koude kleurzweem.

Verklarende woordenlijst

Verzadiging Objectieve maat voor een kleureigenschap die subjectief wordt ervaren als ‘diepte’ of ‘felheid’ in een afbeelding. De verzadiging wordt meestal verminderd door de aanwezigheid van een witte of grijze component in een kleur.

327


Windows Besturingssysteem voor de pc, ontwikkeld door Microsoft, met een grafische interface. Www Afkorting van word wide web. Zachter maken Het reduceren van de zichtbaarheid van ongewenste vervormingen in een gecomprimeerde afbeelding. Zoom 1.Optische zoom is een verandering in de instelling van het objectief zonder dat de scherpstelling op het onderwerp verandert. Bij de gegeven afstand kan het onderwerp worden vergroot of verkleind. 2. Een softwarematige equivalent waardoor het mogelijk is om de afbeelding van een bestand in te stellen op de detaillering die nodig is. 3. De pixels op het scherm groter of kleiner maken. Uiteindelijk zult u een paar enorm gekleurde vierkanten op uw scherm zien (1:32 is de maximale zoom in Paint Shop Pro waarbij de afbeelding 32 maal groter is dan normaal). Kan worden gebruikt om creatieve effecten te bereiken wanneer pixelatie wenselijk is.

Digitale fotografie voor insiders

Zwart 1. Beschrijving van een gebied waarin geen kleur te vinden is doordat alle licht wordt geabsorbeerd. 2. De maximale densiteit van een foto.

328

Zweem Wanneer de kleurbalans van een scan verkeerd is, bijvoorbeeld als de afbeelding te blauw of te rood lijkt.


Register 55m 133 A ACDSee7308 Achtergrondgummetje 266 achtergrondkleur 266 achterwand digitale - 121 Adobe Bridge 178 archiveren 199 browser 195 contactbladen 197 favorieten 205 metagegevens 200 Photomerge 195 Photoshop Services 292 vensterindeling 193 Adobe Camera Raw 309 Adobe Digital Negative 309 Adobe DNG-converter 191 Adobe Gamma 164 Adobe Photoshop 178, 232, 294 16-bits ondersteuning 187 Autocontrast 215 automatische kleurcorrectie 221 Automatische kleuren 218 browser 193 CS2208 Curven 218 filters 229 Helderheid/contrast 224 Historie 214 importeren 118 Kleurbalans 222 Kleurtoon/verzadiging 227 Navigator 213 Negatief 224 RAW-plug-in 205 Schaduw/hooglicht 225 tutorials 211 venster 213 vensterindeling 211 webgalerie 294 Welkomstscherm 208

zwart-, grijs- en witpunt 219 Adobe RGB 166 afdrukken 281 canvasprint 284 inkjetprinters 283 afdrukkwaliteit 281 afstandsbediening 45, 104 airbrush 270 Alien Skin Software 134 analoog beeld 118 Apple Double Layer-eenheid 49 MacOSX47 Tiger 49 Apple Cinema HD Displays 50 Apple Macintosh 47 Apple productlijn 50 Apple videokaart 50 archiveren 131, 199-200 ASA-waarde 100 Auto Bracketing 97 autofocus 32 meetvelden 96 B Bas Meelker 123 batterij 81 beeldbank 131 beeldhoek 23 beeldkwaliteit 8 beeldruis 101 beeldscherm 53 CRT 55 dode pixels 56 dotpitch 56 elektromagnetische straling 56 formaat 55 instellingen 165 keurmerk 56 LCD 55 refresh rate 55 resolutie 55 TFT 54 beeldscherpte 53


beeldsensor 3, 9, 84 controleren 85 dynamisch bereik 130 ISO-waarde 99 laagdoorlaatfilter 85 reinigen 85 reinigingsvloeistof 87 belichting 88, 138 belichtingsaccessoires 138 belichtingsbracketing 97 belichtingscompensatie 91 belichtingsmeter 89 belichtingstechnieken 140 belichtingswaarde 99 bestandsgrootte 288 besturingssysteem 51 Bewegingsonscherpte 33, 244 bitdiepte 187 brandpuntsafstand 8, 22 brand software 64 brochures 312 Broncolor 13 5 Bussolari 142 C calorimeter 170 camera autofocus 96 batterij 81 diafragma 95 geheugen 80 gewicht 77 instelmogelijkheden 78 kiezen 1 objectief 84 ontspanknop 77 prijzen 82 scherpstellen 96 stofprobleem 84 USB-poort 58 vormgeving 77 Camera Raw 177, 206 Corrigeren 181 Curve 184 Details 182 dialoogvenster 180 histogram 186 installeren 179 Kalibreren 184 Lens 184

voorvertoning 186 werkbalk 186 camerafuncties 18 camerahuis 16 cameraprofiel 180 Canon EOS-l0 Mark II 129, 149 EOS-l0s Mark II 5, 77 EF-lenzen 77, 129, 149 training 149 Capture One 189 CCD 3, 77, 130 CCD-doekjes 87 Cd branden 64 cd-romspeler 53 cd-rw 68 centraalsluiter 14 chromatische aberratie 180 CMOS 3, 77, 130 CMYK 70,164 afbeelding 227 Cokin 116 CompactFlash 35, 36, 80 compressie-algoritme 4 computer eisen 52 garantievoorwaarden 53 contactbladen 197 contrastgrens 255 convergentie 27 converter 25 cromofilter 116 CRT 164 Cyber-shot 43 D dakkantprisma 14 deelbeeldwig 96 Degimarc 246 Dennis La Pre 251 densitometer 172 Desktop Author 297 diafragma 95 diafragmaopening 29, 99 diepte 187 diffusiekap 41 digitaal opnemen 1 Digital Film Labs 134 Digital Film Tools 133 digitale bestanden


importeren 172 digitale opname belichting 149 digitale zoom 32 DIN-waarde 100 dioptrie 18 DNG-converter 191 Doezelaar 259 Don Hofstee 155 Doordrukken 277 dpi 53,59,118,281 DreamSaver 303 DroomAlbum 301 dvd branden 64 dye sublimation 72 dynamisch bereik 4, 149 E e-mail bestandsgrootte 288 fotobijlage 286, 288 eBook 313 effecten crossprints 142 elektromagnetische straling 56 elektronische zoeker 19 Emmertje 272 Epson F-3200 62, 63 Epson Perfection 4990 Photo 120 Epson piezo-inkjettechnologie 75 Epson UltraChrome K3 73 Erik en Petra Hesmerg 134 Exif 283, 309-310 Exif Print 282 Exif Pro Image Viewer 309 Exposure value 99 Eye-One 309 F favorieten 307 filmscanner 62 filter 229 55mm 133, 311 aanpassen 234 Alien Skin Software 134 artistiek 236 Bewegingsonscherpte 244 cromo- 116 Digital Film Lab 134, 312

Extraheren 251 Filmkorrel 240 Gaussiaans vervagen 244 grijs- 116 kleuren- 142 ND-~ 116 Onscherp masker 241 OZone 134 penseelstreek- 240 PhotoKit 312 Photoshop CS2 311 pixel- 240 renderings- 240 ruis 230, 240 Scherpe randen 243 Scherper 243 schets- 241 stileer- 241 structuur- 241 Verscherpen 241, 243 Vervagen 243 Vervormen 246 Video filters 246 filtergalerie 232 fish-eye-lens 27 flitscompensatie 103 flitser 40 externe ~ 40 TILL-~ 40 foto beschadigde 246 bewerken 246 bijlage 286 canvasprint 284 contrastgrenzen 255 e-mail 286, 288 filter toepassen 237 houdbaarheid 283 oude 246 versturen 285 vlekken 249 website 9 fotoalbum DroomAlbum 301 MyPhotoFun 301 fotografie analoge ~ 1 digitale ~ 3 kunst~134 landschaps~ 109


model~ 251 natuur~ 123 panorama- 155 portret~ 141 reportage~ 158 sport~ 148 fotoservice 304 Fujifilm Super CCD 6 Fujifilm Pictrography 73 Fujifilm S3 312 G Gaussiaans vervagen 231, 244 geheugen 52 geheugenbuffer 33 geheugenkaartjes 34, 80 gereedschap Achtergrondgummetje 266 Doezelaar 259 Doordrukken 277 Emmertje 272 Gummetje 266 Historiepenseel 272 Kloonstempel 249 Lasso 258 Magnetische lasso 258 Natte Yinger 276 Penseel270 Pipet 257 Retoucheerpenseel 247 Rode ogen verwijderen 264 Spons 277 Tegenhouden 277 Tovergummetje 269 Toverstaf 262 Uitsnijden 263 Verloop 273 Verscherpen 276 Vervagen 276 Vullen 252 Gmail288 Google 288 GretagMacbeth Eye-One 172 grijsfilter 116 groepsportretten 42 groothoeklens 25 Cummetje 266

H harde schijf draagbare ~ 39 hardware eisen 52 Hasselblad digitaal 121 H1121 Helderheid 229 Henny Stern 148 Herbert van Hoogdalem 109 histogram 186 Historiepenseel 272 Hooglichten 180 Hotmail289 HSB-model229 I i-Pod Photo 290 ICC-kleurprofiel202 Imacon 121 Image Broadway 309 infrarood afstandsbediening 104 inktpunten 281 insteekfil ters 13 3 International Color Consortium 62 internet fotoservice 304 publicatie 8 invulflits 4 IPTC-informatie 310 Irfan View 164, 309 ISO-waarde 99-100 iView Media Pro 2.6 201 , 309 K kaartlezer 57 kalibratieset 171 kalibreren 164, 170, 172 key color 71 kleinbeeldcamera's 8 kleur achtergrond- 266 vervangen 272 voorgrond- 258 kleurbereik 262 kleurdiepte 59, 187 kleurenfilters 142 kleurgamma-cd 62


kleurmeter 170 kleurprofiel 172 sRGB-- 172 Kleurtoon 229 kleurzweem 130, 154 Kodak Ofoto 291 Kodak Ektachrome 135, 142 Koos Boertjens 158

monitor 10, 163 CRT-~ 164 kalibreren 164, 170 TFT-~ 164 monstergebied 257 MSN Hotmail 289 muis 52 multimediacomputer 51 MyPhotoFun 301

L laadtijd website 9 laagdoorlaatfilter 85 Lab-kleur 231 Lasso 258 LCD-scherm 10, 19,20 beeldscherpte 94 contrast 93 helderheid 92 instellen 92 LCD-zoeker 19 Lee 142 licht bron 141 softboxen 141 soorten 138 studioset 141 tl-~ 154 lichtmeting 88 belichtingscompensatie 91 controle 92 gereflecteerd -- 90 opvallend-- 89 Lichtzone 112

N nachtopname 42 Natte yinger 276 ND44 Nero 65 netwerkkaart 52 Nightshot 43 Nik Multimedia plug-in 232 Nikon Coolpix 13 Coolscan 62 D10078 Digital Vari-Program 92 Super Coolscan 9000 ED 119 NiMH-accu 81

M macrolens 31 Magic Gallery 4.1310 Magix foto's op cd & dvd 68 Magnetische lasso 258 Mamiya 645AFd 122 matglas 14, 96 meetvelden 96 Memory Stick 38, 80 metagegevens 193, 200, 282 middenformaatcamera 8, 121 model 251, 255 modem 52 Monaco Optix XR 172

O objectief 22 Ofoto 291 onderbelichting 149 onderwerpstanden 91 Onscherp masker 241 opvallend-lichtmeting 89 Outlook Express 285 overbelichting 149 OZone 134 P panorama 307 Panorama Professional 308 Panorama Tools 27 panoramafoto's 155 Penseel 270 Kleur vervangen 272 penseelstreekfilter 240 penseelstreken 271 pentaprisma 14 Phase One 189 Capture One 189


Photo Mechanic 4 310 Photo Story 3 310 Photo Ret III-technologie 281 Photoshop, zie Adobe Photoshop photostock-bedrijf 131 Photovista 308 PicaJet Photo Organizer 311 Picasa 310 pixeldiepte 187 pixelfilter 240 pixelkwaliteit 4 pixels 266 transparante ~ 266 plug-in 133 ppi 281 PRINT Image Matching III 76, 283 printer CMYK 70 Epson piezo-inkjettechnologie 75 Epson Ultra Chrome K3 73 Fujifilm Pictrography 73 inkjet 70 inktpatronen 75 kalibreren 172 kiezen 69 PRINT Image Matching III 76 Solid-Ink-systeem 73 thermo-wax-systeem 73 printsystemen 72 processor 51 Pentium 452 PTGui 308 R RAM 52 RAW 10, 78, 80 ~bestand 130, 177 bestand opslaan 207 foto 178 plug-in 205 reeksopnamen 97 reflector 41 refresh rate 53, 55 renderings filter 240 resolutie 55, 78, 281 Retoucheerpenseel 255 RGB 71, 164, 186 rode ogen 153 verwijderen 78, 264 Roxio 64

ruis 230 ruisfilter 240 S SanOisk 300 Photo Album 300 scannen 118, 172 afdruk 118 negatief 119 scanner accessoires 61 afmeting 61 besturingssysteem 61 filmscanner 62 ICC-scannerprofiel 62 interface 60 kleurdiepte 59 profiel62 resolutie 59 snelheid 60 software 61 vlakbedscanner 58 Schaduwen 180 schermresolutie 281 Scherpe randen 243 Scherper 243 scherpstellen 96 scherpte 177 scherptediepte 26 schetsfilter 241 schijfruimte 52 schilderij 236 screensaver DreamSaver 303 SD Card 80 Secure Digital 37 selectie kopiĂŤren 260 rechte-lijnsegment 260 sluiten 260 toevoegen aan - 261 verwijderen 261 Sinar 135 SmartMedia 38 Sony Cyber-shot F-828 13 spiegelreflexcamera 13 Spons 277 sRGB-kleurprofiel 172 standaardobjectief 28 statief 42


eenbeen 148 Gitzo 129 stileerfilter 241 stockbureau 305 structuurfilter 241 studioflitsers Multib litz 141 stuiterkaart 41 T Tegenhouden 277 tekentablet 270 Telelens 29 TIT 22, 54, 164 tl-licht 154 TLL 18 tolerantie 262 Tovergummetje 269 Toverstaf 262 true color 59 TWAIN-interface 173 U Uitsnijden 263 USB 60 USB-poort 58 V verlichting werkruimte 163 Verloop 273 Verscherpen 241,243,276 Vervagen 243, 276 Vervormen 246 verzadiging 177, 229 Video filters 246 videokaart 52 vlakbedscanner 172 voorgrondkleur 258 W watermerk Degimarc 246 Web Album Generator 294,311 webfotogalerie Ofoto 291 Photoshop Elements 294 sites 299 WIA-ondersteuning 174 Windows 51

Windows Image Acquisition (WIA) 174 Windows XP 285 Branden 66 WinRAR 311 wisselbestand 52 witbalans 154, 177 Wizard Cd branden 67 Wizard Scanner en camera 58 workflow 149 WS FIP 311 WWW Photo album 310 z zoeker 18 zoekercamera 10 zoomlens 25 zoomlens-reflexcamera 12 zwart-, grijs- en witpunt 219


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.