3 minute read

Die oorlog, hij was er altijd

Die oorlog, hij was en is er altijd.

Bert Jansen

Advertisement

In Verdriet en Boterkoek (2021) beschrijft de journaliste Margalith Kleijwegt het reilen en zeilen van haar Joodse familie, met als hoofdpersoon haar moeder, de destijds bekende radio- en tvpresentatrice Netty Rosenfeld. Het boek is behalve aan haar moeder ook opgedragen aan Netty’s zus Esther. Verdriet en Boterkoek is een boeiend familieverhaal geworden, waarin, hoe kan het ook anders, de oorlog een cruciale rol speelt. Ofschoon er veel voortekenen waren van naderend onheil, wilden de ouders van de twee meisjes niet geloven, dat zij als brave burgers niet beschermd zouden zijn. Netty en Esther zijn beiden ouderwets Joods opgevoed, beiden gaan hiermee echter na de oorlog anders om. Netty, zo schrijft de auteur, had de oorlog van zich afgevochten; het Jood zijn beschouwde zij vooral als een last. Voor Margalith was dit verwarrend. “Ik groeide op zonder te weten wat het Jodendom inhield, behalve verdriet en boterkoek.” Die boterkoek staat dan voor iets positiefs, een traditie, waaraan Margalith veel troost ontleent en met vreugde terugdenkt. Netty maakte carrière als omroepster, ze kreeg lovende reacties. Maar tegelijkertijd kreeg ze antisemitische brieven. De boze buitenwereld bleef haar herinneren aan haar Joodse afkomst. Die oorlog, hij was en is er altijd.

Die oorlog is er ook altijd nog voor de generatie van voor en na de oorlog, voor mijn Spoolder jeugdvrienden en mij, ofschoon ons de Joodse trauma’s bespaard zijn gebleven. Op dit ogenblik, terwijl ik dit schrijf, worden we opgeschrikt door een oorlog tussen Rusland en Oekraïne. De emoties van de oorlog komen dan weer boven. De angst, dat je ouders of broer of zus opgepakt zouden worden, als zij betrapt werden op illegaal werk. De vrijheid van meningsuiting, die je koesterde, en die je nu moest ontberen. De inkwartiering van Duitse soldaten, die het gezinsleven onder druk zette. En elke nacht hield je je hart vast, dat de bommenwerpers, die overvlogen, bij ons hun bommen zouden laten vallen. Ook in ons land sloegen mensen op de vlucht, al gebeurde dat niet zo massaal als in Oekraïne.

Mijn Spoolder jeugdvrienden en ik -80-ers inmiddels-zijn gebiologeerd door de oorlog. Nog altijd maken de zgn. oorlogsverhalen veel indruk op ons. Ikzelf heb de 13 delen van de serie van Dr. Lou de Jong Het Koninkrijk der Nederlanden in oorlogstijd (1969) doorgeworsteld om alles van de oorlog te weten. En de twee boeken van Prof. Dr. J. Presser over De Ondergang (1965)) voorzagen ook in een behoefte. En niet te vergeten de literatuur over oorlogshelden zoals De levensroman van Johannes Post.(1948) Ikzelf heb na de oorlog één concentratiekamp bezocht, nl. het kamp Buchenwald in Duitsland, een bezoek aan nog een ander kamp was voor mij te confronterend. Later kregen ook minder heldhaftige mensen aandacht, maar de rode draad, die door al die oorlogsliteratuur heen liep was: Die oorlog, hij was en is er altijd. Het feit, dat er nog altijd zoveel over de Tweede Oorlog wordt geschreven, wijst erop, dat die ons diep heeft geraakt.

Wij, ouderen, spreken graag over die goede oude tijd. En inderdaad tot aan de dag van vandaag is de vrede in West-Europa-dankzij de Navo en Amerika- gewaarborgd. Maar wij hebben wel een lange tijd in de ban gezeten van zgn. Koude oorlog. Een gewapende vrede tussen het Westen en Amerika aan de ene kant en Rusland en zijn bondgenoten aan de andere kant. Ikzelf heb midden jaren’80 vorige eeuw die spanning ervaren bij een bezoek aan Oost-Berlijn. Je werd voortdurend in de gaten ge-

houden.

Mijn Spoolder jeugdvrienden en ik, wij moeten er niet aan denken, dat we 77 jaar na de Bevrijding opnieuw in een oorlog terechtkomen. Bert Jansen, geb. Nilantsweg 77.

This article is from: